Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011
Gemeente Purmerend Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Juli 2011
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
..
.....2
1
Inleiding
.
2.
Begrippenkader
3.
Aanleiding
4. 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3
Voorschoolse voorzieningen ... ... 4 Wat willen we? .. 4 Wat zien we?............ . . ..4 Aanbieders . 4 Vraag en aanbod . .5 Kinderopvangtoeslag 5 Hoe willen we het?........................................................................................................5 Kinderdagverblijven ..5 Peuterspeelzalen .. 5 Kwaliteit reguliere kinderdagverblijven en peuterspeelzalen . 6
5. 5.1 5.2 5.3
VVE . 6 Wat willen we?..............................................................................................................6 Wat zien we?.................................................................................................................6 Hoe willen we het?........................................................................................................7
..
2 .
...
..
1
.
.2 .3
Samenvatting Voor u ligt de nota 'Voorschoolse voorzieningen in Purmerend'. In de eerste levensjaren is aandacht voor ontwikkeling belangrijk. In deze periode wordt het fundament gelegd voor het sociaal-emotioneel en cognitief functioneren. Daarom is het belangrijk voldoende goede voorschoolse voorzieningen in de stad te hebben die de ontwikkelingskansen van alle jonge kinderen bevorderen. Voor kinderen met een risico op taalachterstand dient er een extra aanbod te zijn op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven om taalachterstanden zo vroeg mogelijk te voorkomen en te bestrijden. Door ontwikkelingen met betrekking tot wetgeving, daling van het peuterspeelzaalbezoek, problemen met de exploitatie van peuterspeelzalen en vermindering van budgetten is het noodzakelijk het bestaande beleid op het gebied van voorschoolse voorzieningen te actualiseren. In voorliggende nota staat beschreven hoe het nieuwe beleid ten aanzien van voorschoolse voorzieningen en voor- en vroegschoolse educatie eruit gaat zien. Veel ouders kiezen bewust voor een peuterspeelzaal om de buurtfunctie spelen en ontmoeten en/of omdat zij geen gebruik willen maken van hele dagopvang. Daarnaast kan een deel van de ouders niet terecht in de kinderopvang omdat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dat pleit ervoor om peuterspeelzaalwerk in Purmerend te behouden en deze als gemeente te blijven subsidiëren, maar het aantal peuterspeelzalen zal verminderen. Daarbij wordt voortaan een inkomensafhankelijke ouderbijdrage geheven. Voorschoolse educatie blijven we aanbieden op de plaatsen met concentraties doelgroeppeuters, maar het aantal beschikbare plaatsen wordt minder. We voldoen daarmee nog ruimschoots aan de door de wet voorgeschreven omvang van het aanbod. Leidsters in de kinderopvang en op de peuterspeelzalen worden zo nodig extra geschoold. 1. Inleiding Het is van maatschappelijk belang dat kinderen gezond opgroeien, zich goed voelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Met name in de eerste levensjaren is aandacht voor de ontwikkeling belangrijk. In deze periode wordt het fundament gelegd voor het sociaalemotioneel en cognitief functioneren. Veel jonge kinderen ontmoeten andere kinderen dagelijks in kinderdagverblijven of peuterspeelzalen. Ouders moeten kunnen rekenen op dezelfde goede kwaliteit van de leidsters en benodigde aandacht voor ontwikkeling van het kind. In de ontwikkeling van het kind is de taalontwikkeling van essentieel belang. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht geweest voor het belang van educatieve programma s die kinderen in hun taalontwikkeling stimuleren. Taalontwikkeling is daarbij onderdeel van het spel. 2. Begrippenkader In deze nota wordt verstaan onder: Kinderdagverblijf: een kinderdagverblijf is primair gericht op opvang en verzorging van kinderen van werkende ouders. De voorziening biedt hele dagopvang tot de leeftijd waarop de kinderen het basisonderwijs volgen. Deze voorziening wordt niet door de gemeente bekostigd. Ouders kunnen voor de bekostiging in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag1. Leerlinggewicht: De gewichtenregeling uit het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld basisscholen en gemeenten krijgen voor het wegwerken van onderwijsachterstanden, op basis van leerlinggewichten. De regeling kent 2 (leerling)gewichten: 0,3 en 1,2. De gewichten zijn gekoppeld aan opleidingscategorieën van de ouders.
1
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag moeten beide ouders/verzorgers werken en/of studeren.
2
Onderwijsachterstandenbeleid: Het onderwijsachterstandenbeleid op scholen en in gemeenten is gericht op het vroegtijdig signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden bij kinderen. Gemeenten ontvangen hiervoor geoormerkte middelen van het Rijk. Peuterspeelzaal: een peuterspeelzaal is primair gericht op spelen, ontmoeten en ontwikkelen van kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Peuters gaan twee tot vier dagdelen naar de peuterspeelzaal. De voorziening wordt door de gemeente gesubsidieerd. Ouders van kinderen op een peuterspeelzaal kunnen geen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE): VVE is een verzamelnaam voor de methodische en systematische ondersteuning van de ontwikkeling van jonge kinderen, in de leeftijd van twee tot zes jaar. Voorschoolse educatie wordt aangeboden op peuterspeelzalen en kinderdagverblijven voor kinderen vanaf 2 tot 4 jaar. Het gaat om uitvoering van een programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen met een risico op een onderwijsachterstand. Dit is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Vroegschoolse educatie is gericht op kinderen in de kleuterklassen en valt onder verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Voorschoolse voorzieningen: peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. VVE-doelgroepkinderen: kinderen met een, zoals in de gewichtenregeling basisonderwijs omschreven, leerlinggewicht en/of een indicatie op risico op taalachterstand door GGDjeugdgezondheidszorg. VVE-programma s: speciale programma s die gericht zijn op het versterken van de ontwikkeling van kinderen en het verkleinen van risico's op onderwijsachterstand. 3. Aanleiding In 2006 heeft de gemeente de notitie Peuterspeelzaalwerk vastgesteld. In deze notitie wordt het huidige peuterspeelzaalbeleid van Purmerend beschreven. Het beschreven beleid in deze notitie vormt de onderligger voor de verordening peuterspeelzaalwerk Purmerend 2006. Ook het huidige Onderwijsachterstandenbeleid is in 2006 vastgesteld (Beleidsnotitie onderwijsachterstanden 2006-2010). Door verschillende nieuwe ontwikkelingen op dit werkterrein is het noodzakelijk deze visies te actualiseren. Bedreiging voortbestaan peuterspeelzalen Peuterspeelzaalwerk is een basisvoorziening in de gemeente. Peuterspeelzaalwerk behoort tot het gemeentelijke domein en wordt bekostigd met lokale middelen. Landelijk gezien is er een afname te zien van het gebruik van de peuterspeelzaal ten gunste van de kinderdagopvang. Ook in Purmerend is sprake van een grote afname van het peuterspeelzaalbezoek. In 2009 maakte, in vergelijking met 2003, bijna een derde minder peuters gebruik van de peuterspeelzaal. Er was sprake van overcapaciteit. Hierdoor zijn peuterspeelzalen en groepen gesloten en krijgen houders de exploitatie met de huidige subsidies, niet meer sluitend. Het peuterspeelzaalaanbod is inmiddels verminderd. Het college heeft besloten dat moet worden gezocht naar een structurele oplossing voor behoud van het peuterspeelzaalwerk in Purmerend. Wet Oké Op 1 augustus jl. is de wet Oké (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie) in werking getreden. Dit is geen wet op zich, maar een wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid. Het doel van dit wetsvoorstel is meer en betere voorschoolse educatie in de kinderopvang en peuterspeelzalen. Kinderen met een taalachterstand kunnen zo beter worden geholpen om die achterstand weg te werken waardoor zij vanaf de eerste schooldag zo min mogelijk achterlopen bij hun klasgenootjes. Het minimumniveau van de kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen is meer in lijn met die van
3
de kinderopvang en de nieuwe wet houdt voor de ouders van doelgroepkinderen VVE de prijzen in de peuterspeelzalen laag. Gemeenten zijn verplicht om voorschoolse educatie aan te bieden voor ten minste het aantal kinderen dat in de voorschoolse periode een leerlinggewicht heeft. De specifieke uitkering Onderwijsachterstanden is dan ook gekoppeld aan het aantal peuters in de gemeente met een leerlinggewicht. Daarnaast is er een inspanningsverplichting om een zo groot mogelijk bereik van de doelgroep te realiseren. In Purmerend zijn de concentraties doelgroepkinderen laag en verspreid over de stad. In Purmerend wordt voorschoolse educatie momenteel alleen aangeboden op peuterspeelzalen, terwijl de laatste jaren steeds minder peuters naar de peuterspeelzaal zijn gegaan ten gunste van de dagopvang. Dit betekent dat ook steeds meer doelgroepkinderen die naar de kinderopvang gaan, niet van deze programma’s profiteren. Voor de wijze waarop het peuterspeelzaalwerk en de voorschoolse educatie momenteel in Purmerend is georganiseerd, zijn de beschikbare Rijksmiddelen voor de bestrijding van 2 onderwijsachterstanden ontoereikend om het aanbod van voorschoolse educatie uit te breiden (naar de kinderopvang). 4 Voorschoolse voorzieningen 4.1 Wat willen we? De voorschoolse fase is zeer belangrijk in de ontwikkeling van kinderen. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat kinderdagverblijven en peuterspeelzalen een positief effect hebben op de ontwikkeling van jonge kinderen. De kwaliteit van de voorziening is echter wel bepalend voor de effecten. Er zijn vooral positieve effecten bij kinderen uit lagere sociale groepen (Onderwijsraad). Daarom dienen er voldoende goede voorschoolse voorzieningen in de stad aanwezig te zijn die de ontwikkelingskansen van alle jonge kinderen bevorderen. De voorschoolse voorziening in Purmerend: biedt voldoende plaats voor alle kinderen van ouders die er gebruik van willen maken; heeft de kwaliteit op orde: er wordt voldaan aan de wettelijke eisen; heeft aandacht voor de brede ontwikkeling van kinderen (cognitief, sociaalemotioneel, motorisch en lichamelijk); heeft een doorgaande lijn met het basisonderwijs voor de overdracht van kindgegevens; bevindt zich bij voorkeur in de woonomgeving van het kind; is ook toegankelijk voor kinderen van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. 4.2 Wat zien we? 4.2.1 Aanbieders Op dit moment zijn er in Purmerend voldoende voorschoolse voorzieningen waar de ontwikkeling van jonge kinderen wordt gestimuleerd, maar het aanbod is versnipperd. Purmerend telt 14 kinderdagverblijven. Er zijn zeven verschillende aanbieders, waarvan St. Kinderopvang Purmerend de grootste is. Er zijn in Purmerend 17 peuterspeelzalen. Stichting Kinderen en Ouders is in Purmerend de grootste aanbieder van peuterspeelzaalwerk. Clup 2
Gemeenten ontvangen ook vanaf 2011 geoormerkte middelen van het Rijk voor de bestrijding van onderwijsachterstanden. Vanaf 2011 geldt de nieuwe gewichtenregeling voor de verdeling van middelen voor onderwijsachterstandenbeleid. Door deze nieuwe regeling is in Purmerend het gemeentegewicht flink gedaald en als gevolg hiervan ook de uitkering Onderwijsachterstanden.
4
welzijnswerk en CPOW exploiteren ook peuterspeelzalen. De overige zalen zijn zogenaamde éénpitters. 4.2.2 Vraag en aanbod Met de huidige organisatie van het peuterspeelzaalwerk wordt het aanbod onvoldoende afgestemd op de vraag en krijgen peuterspeelzalen hun exploitatie, met de bestaande subsidies, niet meer sluitend. Dit zal tot gevolg hebben dat het peuterspeelzaalwerk verdwijnt, terwijl juist het peuterspeelzaalwerk zo'n positief effect heeft op de kwetsbare doelgroep, kinderen uit lagere sociale klassen. Het verdwijnen van peuterspeelzalen zonder vervangende voorziening betekent voor ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag dat een voorschoolse voorziening onbetaalbaar wordt. Omdat steeds meer kinderen naar de kinderopvang (zijn ge)gaan, betekent dat, dat de kwaliteit van de kinderopvang steeds belangrijker wordt. Aandacht voor ontwikkeling van kinderen staat (nog) niet op alle kinderdagverblijven centraal. Daarnaast wordt voorschoolse educatie nu alleen nog aangeboden op peuterspeelzalen. Met het verdwijnen van het peuterspeelzaalwerk zou ook de voorschoolse educatie verdwijnen. 4.2.3 Kinderopvangtoeslag Een deel van de ouders van kinderen op de peuterspeelzalen komt in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. De gemeente kiest ervoor om peuterspeelzalen toegankelijk te houden voor deze groep ouders. Het uitsluiten van ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag werkt segregatie in de hand. Segregatie is ongewenst en daarnaast hebben gemeenten een wettelijke inspanningsverplichting om segregatie tegen te gaan. Ook kiezen ouders vaak bewust voor een peuterspeelzaal om de buurtfunctie spelen en ontmoeten en/of willen zij geen gebruik maken van hele dagopvang in de kinderopvang. Wanneer er wachtlijsten ontstaan bij peuterspeelzalen kan worden besloten om voorrang te geven aan ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. 4.3 Hoe willen we het? 4.3.1 Kinderdagverblijven We willen voldoende aanbod in de kinderdagverblijven. Momenteel sluit het aanbod aan op de vraag. Als dat niet het geval is kan de gemeente een faciliterende en stimulerende rol vervullen om het aanbod te vergroten. De gemeente heeft geen middelen om sturend op te treden naar de kinderdagverblijven. Zij zijn en blijven wel gesprekspartner over onderwerpen als VVE en kwaliteitsverbetering. 4.3.2 Peuterspeelzalen Zoals hiervoor beschreven kiezen veel ouders bewust voor een peuterspeelzaal om de buurtfunctie spelen en ontmoeten en/of omdat zij geen gebruik willen maken van hele dagopvang. Daarnaast kan een deel van de ouders niet terecht in de kinderopvang omdat zij geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dat pleit ervoor om peuterspeelzaalwerk in Purmerend te behouden en deze als gemeente te blijven subsidiëren. Om het voortbestaan van hoogwaardig en toekomstbestendig peuterspeelzaalwerk in Purmerend te waarborgen zijn nieuwe uitgangspunten nodig. De voorziening is voornamelijk gericht op ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Het aantal peuterspeelzalen zal verminderen. Per jaar wordt het aanbod afgestemd op de vraag en de beschikbare middelen in de begroting van de gemeente. Bij de subsidiering aan peuterspeelzalen gelden de volgende uitgangspunten: 1. Het aantal peuterspeelzaallocaties in een wijk is standaard 1 per wijk. Tenzij het aantal doelgroeppeuters op de scholen groter is dan 10%, of aantal peuters in de wijk meer is dan 300.
5
2. Een peuterspeelzaal biedt maximaal 2 groepen * 9 dagdelen * 16 kinderen. 3. Een ochtenddagdeel is 3 uur en een middagdagdeel is 2,5 uur. Peuterspeelzaalwerk wordt 40 weken per jaar aangeboden. 4. Een reguliere kindplaats is 2 dagdelen per week. 5. In een peuterspeelzaalgroep zitten 16 peuters of tenminste het aantal dat is toegestaan volgens de 'Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen Purmerend 2011'. 6. De subsidie van de gemeente voor een reguliere kindplaats in 2012 bedraagt 2,95 per uur en wordt ieder jaar geïndexeerd gelijk aan de indexering van de CAO welzijn. 7. Bij vaststelling van de subsidie wordt een marge aangehouden van 15%3. Dit betekent dat de peuterspeelzaal nooit voor 100% , maar voor 85% moet zijn. De 100%-bezetting is niet haalbaar vanwege de grote doorloop, en de vrijblijvende aard van het peuterspeelzaalwerk. 8. De ouderbijdrage is inkomensafhankelijk. Hierbij wordt de meest recente versie van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk aangehouden m.u.v. de korting voor 2e kind en verder. De minimaregeling 'gratis bezoek aan peuterspeelzaal voor kinderen van 2 en 3 jaar' via bureau M rdoen, komt hiermee te vervallen. De gemeente compenseert het verschil tussen de kostendekkende ouderbijdrage en de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. 9. Vervolgens spelen bij de keuze voor instandhouding of sluiting van peuterspeelzaallocaties en groepen onderstaande factoren een rol: - aantal kindplaatsen bezet: zoveel mogelijk; - ontwikkeling bezetting kindplaatsen: voorkeur voor stijgend of gelijkblijvend t.o.v. dalend. - gemeentelijke huisvestingsplannen voor scholen: voorkeur voor zo min mogelijk nieuwbouw en/of uitbreiding; - kosten van de huisvesting; zo laag mogelijk. - locatie: in of bij een school: bij voorkeur combinatie van 2 scholen, daarna 1 school, daarna geen school; - locatie: ligging in de wijk. Centraal in de wijk en bij meerdere peuterspeelzalen in de wijk een evenwichtige spreiding. 4.3.3 Kwaliteit reguliere kinderdagverblijven en peuterspeelzalen Om een kwalitatief hoogwaardig aanbod in de reguliere kinderdagverblijven en peuterspeelzalen te realiseren zijn er eenmalig middelen beschikbaar voor scholing van medewerkers in de kinderopvang en peuterspeelzalen (niet-VVE). Instellingen kunnen eenmalig een bijdrage vragen voor medewerkers om scholing te volgen. 5 VVE 5.1 Wat willen we? We willen meer voorschoolse educatie en ook in de kinderopvang. Deelname aan een stimuleringsprogramma als VVE vergroot de ontwikkelingskansen van kinderen. Onderzoek heeft aangetoond dat deze VVE-programma's effectief zijn in het wegwerken en voorkomen van onderwijsachterstanden als zij onder de juiste condities worden uitgevoerd. Dit is niet alleen goed voor kinderen, maar ook voor de samenleving. Het leidt tot betere sociale vaardigheden en op termijn tot minder schooluitval en betere loopbaanperspectieven. Daarom moet er een VVE-aanbod zijn geconcentreerd op plekken met veel gewichtenpeuters met aandacht voor de doorgaande lijn met het basisonderwijs. Het doel: het voorkomen en bestrijden van ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen. 5.2 Wat zien we? In Purmerend wordt voorschoolse educatie aangeboden op peuterspeelzalen bij basisscholen met hogere concentraties doelgroepkinderen; het aanbod is wettelijk gezien voldoende groot. Er zijn drie wijken waar geen VVE wordt aangeboden (Centrum,
3
De marge van 15% wordt momenteel ook gehanteerd bij vaststelling van de subsidie.
6
Weidevenne en Purmer-Zuid) en in de kinderopvang wordt geen voorschoolse educatie aangeboden. Hierdoor bereiken we op dit moment een deel van de doelgroep niet. 5.3 Hoe willen we het? Volgens de wet moet voorschoolse educatie aan een aantal eisen voldoen en ook voor de effectiviteit zijn de volgende eisen van belang: - Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur. - De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal kinderen in een groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen en de groep bestaat uit ten hoogste 16 kinderen. - De beroepskracht heeft minimaal een PW-3 opleiding en een opleiding afgerond die specifiek is gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. - Voor de voorschoolse educatie worden integrale programma s gebruikt. Daarmee wordt op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om doelgroepkinderen te bereiken in de kinderopvang worden samen met het veld locatie(s) bepaald met veel doelgroepkinderen. Op deze plek(ken) kan een pilot worden gestart met een vorm van VVE in de kinderopvang.
Het aanbod van VVE in Purmerend voldoet aan de volgende eisen: Voorschoolse educatie is geconcentreerd op plekken met veel doelgroepkinderen. Doelgroepkinderen worden actief toegeleid naar voorschoolse en vroegschoolse educatie zodat zoveel mogelijk doelgroepkinderen bereikt worden. Voorschoolse educatie wordt aangeboden aan kinderen van 2 tot 4 jaar. Er is voldoende aanbod voor de doelgroep. heeft een doorgaande lijn met het basisonderwijs. De doorgaande lijn heeft in ieder geval betrekking op het aanbod, het pedagogisch beleid, de overdracht van kindgegevens en de zorgstructuur. Hierover en over de resultaten van VVE worden met het basisonderwijs afspraken gemaakt. Wanneer er sprake is van een wachtlijst heeft een doelgroepkind voorrang op een niet-doelgroepkind. Bij de subsidiering aan VVE-peuterspeelzalen gelden de volgende uitgangspunten: 1. Een doelgroepkind is een peuter met een leerlinggewicht en/of een indicatie door GGDjeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus). 2. VVE-subsidie wordt verleend aan peuterspeelzalen gekoppeld aan een school met meer dan 10% gewichtenleerlingen van 4-5 jaar of meer dan 8 gewichtenleerlingen van 4-5 jaar. 3. Per VVE-locatie wordt subsidie verleend voor één VVE-groep + een dagdeel, tenzij het aantal doelgroepkinderen groter is dan 20. Een VVE-groep is 16 peuters * 4 dagdelen. 4. Een ochtenddagdeel is 3 uur en een middagdagdeel is 2,5 uur. Peuterspeelzaalwerk wordt 40 weken per jaar aangeboden. 5. De ouderbijdrage voor doelgroeppeuters voor vier dagdelen is gelijk aan de ouderbijdrage voor twee dagdelen. 6. Een kindplaats VVE is 4 dagdelen per week. 7. De subsidie van de gemeente voor een VVE-kindplaats in 2012 bedraagt 4,21per uur en wordt ieder jaar geïndexeerd gelijk aan de indexering van de CAO welzijn.
7