Voorlichting en instructie op het gebied van Arbo, VCA, Voedselveiligheid, GMP, kwaliteit, DOB en FSC Voor: Alle medewerkers, inhuurpersoneel en onderaannemers in dienst van en/of werkzaam voor Agrarisch loon- en verhuurbedrijf RVR Hoofddorp B.V. en RVR Rijnsaterwoude B.V.
December 2014
RVR Hoofddorp B.V. Rijnlanderweg 767 212 NK Hoofddorp Tel. 020-6533683 Fax 020-6530537 @
[email protected]
RVR Rijnsaterwoude B.V. Herenweg 157b 2465 AG Rijnsaterwoude Tel. 0172-508413 Fax 0172-508157 @
[email protected]
Inhoudsopgave
1.
Inleiding ____________________________________________________ 3
2.
Arbo- en VGM beleid ___________________________________________ 4
3.
Voedselkwaliteit ______________________________________________ 4
4.
Bedrijfsregels RVR ____________________________________________ 5
4.1
Persoonlijke beschermingsmiddelen _____________________________ 6
4.2
Gebruik en onderhoud persoonlijke beschermingsmiddelen __________ 11
5.
Noodplan RVR _______________________________________________ 14
6.
Registraties VKL en GMP ______________________________________ 18
Bijlage 1: Rittenstaat Bijlage 2: Reinigingsprotocol Bijlage 3: Functiegerichte risico’s Bijlage 4: Beleidsverklaring RVR Hoofddorp B.V. Bijlage 5: Beleidsverklaring RVR Rijnsaterwoude B.V.
2
Inleiding
RVR Hoofddorp en RVR Rijnsaterwoude zijn een agrarisch loon- en verhuurbedrijf dat actief is in het agrarisch loonwerk en cultuurtechnisch grondverzet. Opgericht op 1 april 1963 als Agrarisch Loon- en Verhuurbedrijf Roodenburg van der Vlugt bv met de hoofdvestiging in Hoofddorp. Sinds 1990 is er een tweede vestiging in Rijnsaterwoude. Totaal zijn er ruim 30 medewerkers werkzaam. Om te kunnen blijven inspelen op de markt en te zorgen voor veilige werkomstandigheden is RVR sinds 2003 gecertificeerd voor VCA* (VGM- Checklist Aannemers), sinds 2010 voor ISO 9001, maar bijvoorbeeld ook voor FSC (Forest Stewardschip Council) en DOB (Barometer Duurzaam Terreinbeheer). In juli 2005 zijn zowel RVR Hoofddorp als RVR Rijnsaterwoude gecertificeerd voor VKL* (Voedsel Kwaliteit Loonwerk). I.v.m. de aard van de werkzaamheden in de vestiging Rijnsaterwoude beschikken zij ook over het GMP+ certificaat, B3 handel en transport voedermiddelen.
3
1. Arbo- en VGM beleid De directie van RVR is zich bewust van haar verantwoordelijkheid met betrekking tot de zorg voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM). Het creëren en handhaven van veilige en milieuverantwoorde arbeidsomstandigheden zijn in onze organisatie belangrijke doelstellingen en een vast onderdeel van het algemene bedrijfsbeleid. Het VGM-beleid is erop gericht persoonlijk letsel, branden, schade en blootstellingen aan gevaarlijke stoffen te voorkomen, alsmede negatieve effecten op het milieu zoveel mogelijk te beperken. Naar beste vermogen zullen wij in onze organisatie op een dusdanige wijze handelen, zodat de Veiligheid, Gezondheid en Milieu ten opzichte van onze werknemers, tijdelijke werknemers, inleners, opdrachtgevers, onderaannemers, bezoekers en derden is gewaarborgd en zij niet worden blootgesteld aan onaanvaardbare risico’s, discriminatie, intimidatie en geweld. Er zal voor worden gezorgd dat de overheidsregels strikt worden nageleefd en er zal naar een continue verbetering worden gestreefd op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Binnen het bedrijf wordt iedereen op de hoogte gebracht en gehouden aangaande de regels en afspraken m.b.t. Veiligheid, Gezondheid en Milieu. Dit is de individuele en gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle werknemers. Om dit te bereiken zullen door de werkgever middelen ter beschikking worden gesteld en instructies, voorlichting en richtlijnen worden gegeven. De directie zal zich door regelmatig en gestructureerd overleg op de hoogte houden van de uitwerking en naleving van dit beleid en aan de hand van de opgedane ervaring haar beleid minimaal eens per drie jaar bijstellen.
2. Voedselkwaliteit Naast de voortdurende zorg voor veilige werkomstandigheden voor medewerkers en derden is het waarborgen van de veiligheid van producten voor mens, dier en milieu een belangrijk onderdeel van het beleid van beide RVR B.V.’s De directie van RVR Rijnsaterwoude BV stelt al het noodzakelijke in het werk om te allen tijde te kunnen voldoen aan de eisen in wet– en regelgeving en de eisen uit de normen zoals deze worden gesteld in de GMP-regeling diervoedersector. De directie van RVR realiseert zich dat hun bedrijf onderdeel vormt van de productieketen van voedsel en dat het daarom belangrijk is om voor, tijdens en na uitvoering van de activiteiten op het gebied van voeding, in te staan voor de kwaliteit van de producten. Binnen de RVR is voor beide vestigingen één kwaliteitsfunctionaris (VGM-manager) aangesteld die verantwoordelijk is voor het creëren en naleven van de voorwaarden waarmee deze kwaliteit kan worden geborgd. De VGM-manager ziet er ook op toe dat het beleid tot uitdrukking komt in preventieve en corrigerende maatregelen bij eventuele calamiteiten, zodat de gevolgen voor de afnemers en ketenpartijen tot een minimum beperkt worden.
4
3. Bedrijfsregels RVR De belangrijkste regels op een rij: VGM-manager RVR Hoofddorp B.V. Pieter van der Vlugt VGM-manager RVR Rijnsaterwoude B.V. Hans de Vries Bij vragen c.q. opmerkingen over veiligheid, gezondheid en voedselkwaliteit kun je terecht bij de directie van RVR. Als medewerker ben je ervoor verantwoordelijk dat: werktuigen, machines, transportmiddelen, gereedschappen en grondstoffen op de juiste manier worden gebruikt en onderhouden; afspraken, instructies en regels op de juiste manier worden toegepast en nageleefd; persoonlijke beschermingsmiddelen, waar nodig, worden gedragen; intern-overleg (toolboxmeetings) worden bijgewoond; eventueel gevaar of risico voor jezelf of voor collega’s direct te melden bij je leidinggevende; formulieren op de juiste manier worden ingevuld. Als medewerker mag je het werk onderbreken wanneer er onmiddellijk gevaar dreigt of wanneer afwijkingen ontstaan als gevolg waarvan materieel niet of onjuist zal functioneren. Wel moet je de direct leidinggevende van deze werkonderbreking op de hoogte stellen. Als medewerker is het verboden: alcoholhoudende dranken en drugs op het werk te hebben of deze kort voor aanvang van de werktijd te nuttigen; agressief gedrag en seksuele intimidatie te vertonen; te roken op plaatsen waar duidelijk is aangegeven dat het verboden is en in situaties waar duidelijk is dat het gevaar zal opleveren. Houd rekening met niet-rokers; schade aan het milieu of de mens te veroorzaken; je op de werf of in de werkplaats onder lasten te bevinden welke in een takel of (hijs)kraan hangen; zonder overleg medicijnen te gebruiken die van invloed zijn op het werk.
Functiegerichte risico’s: Zie bijlage 3.
5
Mondkapje
Volgelaatsmasker
Laskap + bril
Regenkleding
Veiligheidsvest
Overall
Handschoenen
Veiligheidsbril
Werkzaamheden/locaties Werken in wegenbouw Werken in nat weer Werken met lawaaiige machines (groter dan 80 dB) Slijp-,zaag-en verspaanwerkzaamheden Boren Lassen Werken langs de weg Sloopwerken Grondwerk tuinen Riolering/fundering graven Klepel maaien Versnipperen
Gehoorbescherming
PBM
Veiligheidshelm
Persoonlijke beschermingsmiddelen Veiligheidsschoenen Veiligheidsklompen
4.1
= verplicht = afhankelijk van situatie op aangeven van de leidinggevende
Veiligheidsschoenen/klompen, veiligheidsvest, gehoorbescherming, handschoenen en helm worden aan de medewerkers gratis verstrekt en ter beschikking gesteld. Heb je andere PBM nodig vraag hier dan om bij de leidinggevende. Schade, verlies of slijtage van PBM moet gemeld worden. Schade aan of vermissing van PBM die standaard verstrekt zijn is voor eigen rekening. Regels op projecten en bij klanten voor aanvang van werkzaamheden meld je jezelf bij de leidinggevende/klant vooraf stel je jezelf op de hoogte van plaatselijk geldende regels, voorschriften en procedures; gevaar of risico voor jezelf of collega’s direct melden bij de leidinggevende. Indien deze leidinggevende onvoldoende actie onderneemt om de gevaren te voorkomen, direct melden bij de directie. wanneer er toolboxmeetings worden gehouden neem je hieraan deel. Vraag een kopie van de presentielijst en het verslag. Lever deze formulieren in bij de VGM-manager. afgewerkte olie en milieugevaarlijk afval neem je mee naar RVR en deponeer je op daartoe aangewezen plaatsen; onduidelijkheden betreffende het werk meld je aan de leidinggevende.
6
Gekeurde machines en middelen Alle onze machines en middelen worden jaarlijks gekeurd. Gekeurde machines en middelen zijn te herkennen aan de VCA goedgekeurd sticker. Bij ontbreken of slechte leesbaarheid van deze sticker mag de machine of het middel niet worden gebruikt. Meld dit dan bij de directie of VGM-manager. Goedgekeurde hulpstukken van de graafmachines en materieel waar een sticker niet goed op blijft plakken zijn voorzien van een geverfde stip. Werkplekinspecties Om een hoog niveau van veiligheid, gezondheid en milieubeheersing op de werkplek en op het terrein van de opdrachtgever te handhaven voert de directie regelmatig werkplekinspecties uit. Het is goed mogelijk dat hij ook op jouw werkplek komt kijken. Ongevallen, brand, schades, calamiteiten en klachten In het Bedrijfsnoodplan dat in de kantine hangt en ook in dit boekje is terug te vinden staat beschreven hoe de bedrijfshulpverlening binnen RVR geregeld is. In noodplannen staat beschreven hoe te handelen bij ongevallen, brand en schade en calamiteiten. Ziekmelding Voor aanvang van de werkzaamheden melden bij de directie van RVR. Aanwezigheid bij intern overleg (toolboxmeeting) Minimaal 4 x per jaar wordt er binnen beide vestigingen van RVR een toolboxmeeting gehouden. Dit overleg dien je bij te wonen. Bediening van de machines controleer oliepeil van motor en achterbrug en waterpeil van radiator alvorens de werkzaamheden te verrichten; controleer de werking van de verlichting; kijk of alle benodigdheden en hulpstoffen aanwezig zijn; zo niet, verzamel deze dan; laat na het starten de motor langzaam op temperatuur en voorkom onnodig zware belasting; neem bedrijfsauto’s niet zonder instemming van de directie mee naar huis; houd je aan de verkeersregels; houd rekening met omstanders bij achteruitrijden en andere onoverzichtelijke situaties; controleer de machine op loshangende delen; verwijder het merendeel van de grond- en loofresten voordat je de weg opgaat; houd rekening met het hijsvermogen van een graafmachine bij hijswerk; gebruik alleen gekeurde hijskettingen of stroppen; voer las-, slijp- en smeedwerk niet uit in de buurt van brandstoffen, smeermiddelen en fusten, dit om brand of explosies te voorkomen; plaats preventief waterbakken in de ruimte waar deze werkzaamheden worden uitgevoerd.
7
Na afloop van het werk
tank machines op de daarvoor bestemde plaats af; mors geen brandstof; spuit, indien nodig, machines af op de spuitplaats, laat machines eerst inweken; zet machines terug op de juiste plaats; ga zorgvuldig om met olie; verplaats volle of gedeeltelijk volle olievaten niet naar elders; behandel lege vaten/flessen/kannen als volle; vul de werkbon duidelijk en compleet in (incl. gebruikte materialen) en lever deze in bij de administratie; meld eventuele storingen aan machines bij directie/VGM-manager Omgaan met schadelijke stoffen Stel jezelf op de hoogte van de gevaren die het werken met deze stoffen met zich mee brengt. Van alle stoffen zijn Veiligheidsinformatiebladen op het bedrijf aanwezig. Tijdens toolboxmeetings zal dit onderwerp regelmatig aan de orde komen. Als je met schadelijke stoffen gewerkt hebt, was dan eerst je handen voordat je met andere werkzaamheden begint. Was altijd je handen voordat je iets gaat eten en/of drinken. Omgaan met afval en milieu RVR heeft voor de afvoer van schadelijke (afval)stoffen contracten afgesloten met gespecialiseerde bedrijven. Als de depots vol zijn wordt dit weggebracht of op afroep opgehaald. deponeer oliefilters, lege vetpatronen, karton, papier op de daarvoor bestemde plaatsen; houd de werkplaats en kantine netjes; probeer zo veel mogelijk een bijdrage te leveren aan de verbetering van het milieu. Algemeen geen gebouwen of schuren betreden waar producten zijn opgeslagen als dit niet strikt noodzakelijk is voor het laden of lossen van producten loop niet verder van de wagen weg dan strikt noodzakelijk voor het laden of lossen van producten zorg voor schone kleding, maak regelmatig uw schoenen of laarzen schoon zorg voor een schoon voertuig (interieur en exterieur) en bijhorende hulpmiddelen was regelmatig uw handen Oogst van producten controleer de rijpheid van het gewas indien er twijfels zijn m.b.t. bijvoorbeeld de rijpheid, gebruikte middelen of andere zaken neem dan voor je met je werkzaamheden start, contact op met de directie van RVR voor overleg. let op ongewenste voorwerpen in het gewas (metaaldelen, hout, glas)
8
Lossen en laden van producten rijd niet door het natte en droge product, laad met de loader vanuit verschillende hoeken Algemene regels draag schone werkkleding en schoon schoeisel was je handen na toiletbezoek alvorens je aan product (korrel/snijmaïs) zit zorg dat je niet in aanraking komt met het product bij een open wond of een besmettelijke ziekte het roken en nuttigen van voedsel en drinkwaren in bedrijfsruimten is niet toegestaan als je met schadelijke stoffen gewerkt hebt, was dan eerst je handen voordat je met andere werkzaamheden begint. Was altijd je handen voordat je iets gaat eten of drinken Omgaan met gewasbeschermingsmiddelen lees het etiket, gebruik geen middelen waarvan het etiket ontbreekt gebruik je persoonlijke beschermingsmiddelen bij het aanmaken van spuitmiddelen zorg dat je niet in contact komt met het middel, was je handen en zorg voor goede ventilatie kijk goed op de opdrachtbon voor de hoeveelheid die benodigd is, dit mag nooit in strijd zijn met de hoeveelheden die op het etiket staan vermeld! Wanneer dit niet klopt of er bestaat enige twijfel, ga dan niet verder met het werk maar heb eerst overleg met de leidinggevende. Hoeveelheden die zijn aangegeven op het etiket mogen nooit worden overschreden! registreer wanneer en op welke plaats, welk middel is gespoten neem resten van middelen mee terug naar de werf en berg deze op in het bestrijdingsmiddelenmagazijn Omgaan met schadelijke stoffen Als je met schadelijke stoffen gewerkt hebt, was dan eerst je handen voordat je met andere werkzaamheden begint. Was altijd je handen voordat je iets gaat eten en/of drinken. Omgaan met materieel dat in besmet gewas is geweest zorg dat de machine geheel wordt schoongespoten voordat deze weer in ander gewas wordt gebruikt mogelijk is het nodig dat hiervoor speciale reinigings/ontsmettingsmiddelen worden gebruikt, overleg dit met de leidinggevende Veiligheidsinformatiebladen Van alle gewasbeschermingsmiddelen die bij RVR worden gebruikt zijn Veiligheidsinformatiebladen. Deze zijn aanwezig in de kast in de kantine. Deze bladen zijn voor iedereen ter inzage. Op deze bladen staat alles over de samenstelling van de stoffen, regels voor opslag en gebruik en hoe te handelen bij calamiteiten.
9
Laatste Minuut Risico Analyse Wat doe je voordat je aan het werk gaat? 1. Beoordelen risico’s 2. Bepalen of de risico’s in voldoende mate zijn afgedekt. 3. Uitvoeren van de maatregelen om niet afgedekte risico’s op te heffen of te minimaliseren. Stap 1: - Is mijn werkplek veilig? - Is mijn opdracht duidelijk? - Is er aanrijdingsgevaar? - Is de ligging van kabels bij mij bekend? - Is mijn machine/gereedschap in orde? - Weten anderen waar ik bezig ben? - Bieden mijn PBM’s voldoende bescherming? - Is mijn hijsmateriaal goed te gebruiken? - Zijn de weersomstandigheden goed? Stap 2: - Bepaal de maatregelen die nodig zijn om de aanwezige risico’s weg te nemen of werkbaar te maken. Stap 3: - Voer de te nemen maatregelen uit, vraag indien nodig hulp. Na uitvoering kun je veilig aan het werk.
10
4.2
Gebruik en onderhoud persoonlijke beschermingsmiddelen
Het gevaar moet altijd eerst bij de bron worden aangepakt. Als er dan nog gevaar is maken wij gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Het dragen en gebruiken van PBM’s en veiligheidsmiddelen is afhankelijk van de werkzaamheden en de risico’s. Hieronder volgt een omschrijving van de belangrijkste PBM’s die binnen RVR gebruikt moeten worden. Veiligheidschoenen (veiligheidslaarzen) Veiligheidsschoenen dienen in het algemeen te worden gedragen in de volgende situaties: bij transportwerkzaamheden; in constructiewerkplaatsen; bij montagewerk; bij het hijsen van zware voorwerpen; werk als grondwerker (laarzen). Hoofdbescherming Veiligheidshelmen moeten worden gedragen wanneer in een arbeidssituatie gevaar bestaat voor hoofdverwondingen door vallende, omvallende, wegvliegende voorwerpen/stoffen of stoten van het hoofd. Polyetheen-helm, vervangen na 3 jaar na de productiedatum (dus niet na 3 jaar gebruik). Polycarbonaat-helm, vervangen na 10 jaar. Textielfenol-helm, vervangen na 10 jaar. Hoe beschermt de helm? Een helm bestaat uit een harde helmschaal en een verend binnenwerk. Samen vangen die zo’n 70% van de klap op die anders door de nekwervels zou moeten worden opgenomen. Daarom is een goede instelling van dit binnenwerk zo belangrijk. De goede instelling verhoogt namelijk ook het draagcomfort en het voorkomt afvallen. Tips Draag de helm zoals bedoeld is, juist afgesteld en niet achterstevoren. Als een helm eenmaal een goede klap heeft gehad, vervang hem dan. Controleer regelmatig of het binnenwerk nog heel goed verend is. Let bij de helmschaal op beschadigingen. Plak geen stickers op de helm, de lijm kan het kunststof aantasten.
11
Gehoorbescherming Langdurige blootstelling aan te veel lawaai heeft op den duur gehoorbeschadiging tot gevolg. Dit kan al optreden bij een regelmatige blootstelling aan geluidsniveaus boven de 80 dB. Lawaaidoofheid ontstaat geleidelijk, zodat men dus ten onrechte denkt dat men went aan lawaai. Wanneer is het geluid boven de 80 dB(A) ? Als vuistregel kan worden gehanteerd: indien men op 1 meter afstand van elkaar staat moet men met normaal stemgebruik, dus zonder stemverheffing, elkaar goed kunnen verstaan. Is dit niet mogelijk, dan kan men er zeker van zijn dat het geluidsniveau hoger is dan 80 dB(A).
Gehoorkappen Gehoorkappen zien er ongeveer net zo uit als een grote koptelefoon. Ze sluiten de oren af van de omgeving. De beschermingsfactor wisselt met het soort oorkap en de hoogte van het geluid, maar is ongeveer 20 dB(A).
Veiligheidsbril De veiligheidsbril is de meest gebruikte en daarom ook bekendste uitvoering van oogbescherming. Het is een bril met een montuur vervaardigd van onbrandbaar materiaal en met glazen van gehard glas of kunststof. De meeste veiligheidsbrillen zijn voorzien van zijkleppen die het oog beschermen tegen materiaal dat zijdelings aan komt vliegen. Het is mogelijk een veiligheidsbril op sterkte te krijgen. Deze bril zou dus ook voor normale toepassingen gebruikt kunnen worden. Andersom, een gewone bril als veiligheidsbril, mag nooit. Net zo min als dat contactlenzen als oogbescherming kunnen dienen, maar dat spreekt min of meer voor zich. Bij de meeste bedrijven waar een blauw bord “veiligheidsbril verplicht” hangt is een dergelijke bril voldoende. Deze borden hangen er niet voor niets, draag je bril dus!
De ruimzichtbril Voor speciale toepassingen is er de ruimzichtbril. Deze kun je vergelijken met een skibril en is voorzien van een elastische hoofdband. Hij wordt vooral gebruikt bij werkzaamheden waar veel stof bij vrijkomt, zoals slijpen, hakken en boren.
12
Lasbrillen en laskappen Lasbrillen worden gebruikt bij het lassen met gas. De donkere ruit van de bril is opklapbaar. Onder de ruit zit een tweede ruit van gehard glas. Die beschermt de ogen tegen metaalsplinters die bij het bikken kunnen wegvliegen. Een lasbril mag niet worden gebruikt bij elektrisch lassen. Dit komt omdat een lasbril alleen beschermt tegen licht en warmte en niet tegen ultra-violette straling. Laskappen beschermen wel tegen ultra-violette straling. Ze beschermen het hele gezicht, omdat die straling ook de huid kan beschadigen. Moderne laskappen zijn vaak voorzien van zelfschakelende glazen. Een lichtsensor meet dan de lichtsterkte en past daar de doorlaatbaarheid op aan. Deze komen steeds meer in de plaats van de oude laskappen en brillen met opklapbare donkere glazen. De laskap of lasbril is niet alleen verplicht voor de lasser zelf, maar ook voor de assistent (lashelper). Wat te doen bij oogbeschadigingen? Wanneer je toch iets in je oog krijgt moet er meteen actie ondernomen worden. Zeker bij metaaldeeltjes geldt dat naar mate het deeltje langer in het oog zit de schade groter wordt (het gaat roesten en het oog gaat ontsteken). Een eerste handeling is het getroffen oog uitspoelen met de oogdouche die in de kleedruimte staat. Daarna voor alle zekerheid naar de eerste hulp van het ziekenhuis waar ze precies weten hoe ze dit soort ongelukjes moeten oplossen en ook over het juiste gereedschap beschikken om splintertjes en dergelijke uit het oog te verwijderen. Persoonlijke beschermingsmiddelen bij werken met bestrijdingsmiddelen in buitenteelt Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen moet worden gezien als een tijdelijke oplossing. Zolang er geen betere blijvende oplossingen zijn is het belangrijk dat men zich goed beschermt tegen gevaarlijke stoffen. Als bij het werken met bestrijdingsmiddelen een redelijke kans op contact met het middel of spuitnevel ontstaat, neem dan beschermende maatregelen.
in geval van buitenteelt een halfgelaatsmasker met filters code A1-P2 of A2-P3 bij onverdunde corrosieve stoffen altijd gelaatsbescherming voorkom huidcontact dus handschoenen aan en een wegwerpoverall als de overall nat wordt moet er gekozen worden voor een vloeistofdichte gebruik PBM ook bij het aanmaken van de vloeistof
13
4. Noodplan RVR Bedrijfshulpverlening RVR Hoofddorp
RVR Rijnsaterwoude
P.J. van der Vlugt N.K. Griffioen
06-53736711 06-24096738
Externe alarmering 112 Landelijk alarmnummer voor politie, brandweer en ambulance 023 890 89 00 Spaarneziekenhuis locatie Hoofddorp 023 561 61 35 Huisarts Van der Vinne 0800 5151
Inspectie SZW (Arbeidsinspectie) Landelijk nummer
E. Bulk J.G.G. Versteegen
06-55375384 06-12287883
Externe alarmering 112 Landelijk alarmnummer voor politie, brandweer en ambulance 0172 467 467 Ziekenhuis Rijnland locatie Alphen a/d Rijn 071 582 82 82 Ziekenhuis Rijnland locatie Leiderdorp 0172 507 976 Huisarts C. Blooijs 0800 5151
Inspectie SZW (Arbeidsinspectie) Landelijk nummer
Voor minder spoedeisende hulp niet direct het alarmnummer bellen. In de regel kan men gewoon contact opnemen met de huisarts of andere deskundigen. Noodzakelijke hulpmiddelen EHBO-middelen in : bedrijfsauto’s, graafmachines, het magazijn en kantoor Onderhoud/controle : directie en VGM-manager Blusmiddelen in : bedrijfsauto’s, graafmachines, kantoor/loods Telefoonkaart met de belangrijkste telefoonnummers is opgehangen in: het kantoor en in de werkplaats (naast de deur). Wanneer wel 112 voor hulp oproepen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
ernstige ongevallen botbreuk hartinfarct ernstige benauwdheid ernstige brandwonden verdrinkingsverschijnselen ernstige verwondingen vergiftiging
AED RVR Hoofddorp B.V. beschikt over een AED apparaat (Automatische Externe Defibrillator). Deze hangt aan de linkerkant op de muur in de hal bij de hoofdingang. 14
Inventarisatie De volgende (brandgevaarlijke) stoffen zijn er op het bedrijf aanwezig: smeerolie, diesel, vetpatronen, reinigingsmiddelen en gewasbeschermings-middelen (van deze middelen zijn veiligheidsinformatiebladen aanwezig in de kantine) Noodplan milieu / voedselkwaliteit Voedsel en/of milieucalamiteiten kunnen zich altijd voordoen. Door goed voorbereid te zijn, kan er snel gereageerd worden en wordt erger voorkomen. Bij inventariseren van de belangrijkste voedselkwaliteit en/of milieuaspecten is een aantal mogelijke noodsituaties naar voren gekomen. Bodemverontreiniging Er wordt gewerkt met motoren en met hydrauliek. Waar kan het misgaan ? (eigen locatie/werk) : 1. knappen van de hydrauliekslang 2. morsen tijdens het bijtanken met kannen op het veld 3. olie morsen in de werkplaats bij onderhoud en reparatie Bij bovenstaande calamiteiten is het van belang dat er snel gehandeld wordt: 1. Als een hydrauliekslang knapt, komt er meestal een beperkte hoeveelheid olie vrij. Maar door de kracht waar deze mee vrij komt, verspreid over een groter oppervlak. Zorg ervoor dat er geen olie meer kan weglopen. Opscheppen verontreinigde grond (in een plastic zak, die in de cabine moet liggen), meenemen verontreinigde grond en deponeer het afval in de daarvoor bestemde container bij RVR. 2. Als een tractor of een kraan moet worden bijgetankt op het veld en er wordt geknoeid met dieselolie, tref dan dezelfde maatregelen zoals hierboven omschreven bij punt 1. Onderhoud en reparatie worden uitgevoerd in de loods, voorzien van een vloeistofdichte vloer. Bij calamiteiten moet je er voor zorgen dat er geen olie weg kan lopen in een nietvloeistofdichte vloer. Dam de olie in, zodat er geen olie weg kan lopen. Maak met poetsdoeken en absorptiekorrels de doorlatende vloer schoon en vervolgens de vloeistofdichte. Deponeer vrijgekomen afval in de daarvoor bestemde containers. Bij ernstige bodemverontreiniging, neemt de directie van RVR (Hoofddorp) contact op met de afdeling Milieuhandhaving van de Gemeente Haarlemmermeer, telefoonnummer : 023-5674400 en de directie van RVR (Rijnsaterwoude) contact op met de afdeling Milieuhandhaving van de Gemeente Kaag en Braassem, telefoonnummer : 0172- 503100
15
Waterverontreiniging Bij waterverontreiniging denken we aan verontreiniging van het slootwater via de erfverharding. Het water van de erfverharding wordt afgevoerd op de sloot. Als er gemorst wordt met bijvoorbeeld olie of kunstmest, ruim het dan direct op, waardoor problemen voorkomen worden. Bij een grote brand, ligt de eerste zorg bij de bestrijding ervan. Aandacht voor het afvoeren van het bluswater komt op de tweede plaats. Bluswater wordt verontreinigd door olie. In de olieopslag, tankplaats en spuitplaats zijn voorzieningen getroffen in de vorm van een olie-afscheider. Bluswater dat daar terecht komt wordt dus eerst opgevangen. Zet jerrycans altijd in de olie-opslag (lekbak) terug. Kleine branden: bestrijden met de brandblussers die in het bedrijf hangen (zie plattegrond) Regelmatig zal hier instructie over gegeven worden. Bij grondwatervervuiling, waarschuwt de directie van RVR Waterschap Groot Haarlemmermeer, telefoon : 023-5670880. (Hoofddorp) of Waterschap Hoogheemraadschap van Rijnland, telefoon : 071-5168268. (Rijnsaterwoude) Luchtverontreiniging Luchtverontreiniging hebben we voor een groot deel zelf in de hand. Milieubewust rijden (dus ook niet onnodig stationair draaien) met tractoren en auto’s is een eerste vereiste. Hoog brandstofverbruik betekent veel luchtverontreiniging. Afval Er zijn meerdere soorten afval(stromen). RVR voert dit op milieubewuste wijze af. Afval in de vorm van grond die aan machines blijft hangen kan worden voorkomen door op het perceel waar gewerkt is, de machines te ontdoen van grondresten. Bij calamiteiten zal er steeds extra afval zijn. Bij milieugevaarlijk afval : direct opruimen in de daarvoor bestemde container. Voedselkwaliteit Bij calamiteiten die de voedselkwaliteit schaden zoals o.a. de verontreiniging van het gewas met (een te grote hoeveelheid) giftige stoffen (bijv. gewasbeschermingsmiddelen), contaminatie van het geoogste product met bijvoorbeeld glas, vlasdodde, zwarte mosterd e.d. Calamiteiten worden gemeld aan de directie van RVR. Samenvatting : 1. Als de verontreiniging zich voordoet, zorg dan het zich niet verder kan uitbreiden en ruim alles op. 2. Meld alle incidenten direct aan de directie van RVR. Noteer dit op het meldingsformulier 3. Bij grote incidenten worden de bevoegde instanties ingelicht.
16
Ongevallen Bij een ongeval op eigen terrein, waarschuw direct de bedrijfshulpverlener die dan actie onderneemt. Bij ernstige ongevallen met eventueel gewonden, breng eerst jezelf in veiligheid, bel het alarmnummer 112 en waarschuw de directie van RVR. Verleen eerste hulp/bijstand. Geef aan het alarmnummer de volgende gegevens door: naam melder, soort hulp nodig, aantal slachtoffers, aard van het letsel en de plaats van hulp. De directie van RVR informeert bij ernstig letsel of dodelijk ongeval tevens de naaste familie van eventuele slachtoffers en meldt het ongeval bij de inspectie SZW (voorheen arbeidsinspectie), tel.nr. 0800-2700000. De directeur noteert het bedrijfsongeval op het meldingsformulier. Onveilige situaties en handelingen Mocht je op een werkplek onveilige situaties aantreffen, meld dit dan direct aan de directeur en vervolgens bij de desbetreffende uitvoerder. Voorkomen is namelijk beter dan genezen. Brand Er zijn op diverse plaatsen in de loods, het kantoor en in alle bedrijfsauto’s en graafmachines brandblussers aanwezig, zie de plattegrond. Deze brandblussers mogen alleen gebruikt worden bij een kleine brand. Waarschuw ten allen tijden de directeur, die naar aanleiding van het incident actie onderneemt. Bij een grote brand breng je eerst jezelf in veiligheid. Waarschuw direct personen in de omgeving en de directeur. Alarmeer het alarmnummer 112. Is er sprake van brandwonden, houd deze altijd nat. Kabelschade Door graafwerkzaamheden kunnen beschadigingen aan kabels/riolering etc. ontstaan. Waarschuw direct de directeur of de uitvoerder, die dan de desbetreffende instantie in kennis stellen, zodat men de schade snel kan herstellen.
17
5. Registraties VKL en GMP RVR Hoofddorp is gecertificeerd voor VKL* (Voedsel Kwaliteit Loonwerk) en ISO 9001:2008. RVR Rijnsaterwoude is ook gecertificeerd voor VKL* en daarnaast voor GMP+ (B3 Handel diervoeders voor landbouwhuisdieren). De GMP certificatie is noodzakelijk omdat RVR Rijnsaterwoude veel activiteiten heeft in diervoeders (grasproducten en maϊs) en daarin ook wat handel heeft. Voor de verschillende activiteiten die wij verrichten moeten registraties worden bijgehouden, zoals :
bewerken van het eigen land en van klanten verhandelen van producten t.b.v. mens en dier (voedings- en voedermiddelen) transporteren van producten t.b.v. mens en dier (voedings- en voedermiddelen)
Alle stappen die genomen worden vanaf het zaaien tot de consumptie door mens of dier moeten traceerbaar zijn. Dit is een eis vanuit de verwerkende industrie. Alles om de voedselveiligheid voor mens en dier te waarborgen en bij problemen moet alles traceerbaar zijn : “van boer tot bord”. Veel van bovenstaande zaken worden al geregistreerd, bijv. mestbonnen, weegbrieven, inkoop gecertificeerd zaaizaad, registratie gespoten gewasbeschermingsmiddelen enz. De extra registratie kunnen we beperken tot 1 formulier: de rittenstaat (zie bijlage 1). Als RVR ingehuurd is voor een activiteit voor een klant (dienstverlenend) vullen wij altijd al een werkbon in. Hierop moet een extra vermelding komen indien er een reiniging is uitgevoerd i.v.m. de voorgaande lading (zie reinigingsprotocol, bijlage 2). Alle activiteiten (ook transporten) met door RVR gekochte/verkochte voedermiddelen (dier) betekent : invullen volledige rittenstaat. Uitvoeren eventuele reiniging ook noteren. Alle activiteiten (ook transporten) met door RVR gekochte/verkochte voedingsmiddelen (mens) betekent: invullen rittenstaat uitgezonderd het aantal ritten. Uitvoeren eventuele reiniging ook noteren. Het klembord met de rittenstaten hoort bij de vermelde kipper op de voorkant. Vul iedere rittenstaat volledig in. Als het formulier vol is inleveren bij Hans (Rijnsaterwoude).
18
Bijlage 1 - Rittenstaat Laden Datum / vertrektij Naam + Plaats d
Totaal aantal ritten
Lossen Visuele beoordeling laadruimte /product
Product / lading
Leeg gewicht
Vol gewicht
Netto gewicht
Datum
Naam + Plaats
Reiniging (*)
Bij meerdere ritten per dag tussen dezelfde laad– en losplaats kan het aantal ritten worden geturfd. Indien er geen reiniging noodzakelijk is zet in het vakje dan een G (Gecontroleerd = geen reiniging ). Bij visuele beoordeling aanvinken * Reinigingen: Type A = droge reiniging (voedermiddelen van plantaardige oorsprong), B = reiniging met water (compost van groenafval), C = reinigen met water en desinfectiemiddel, D = desinfectie (en officieel laten vrijgeven) (cf. BT-06 van de GMP-regeling van IDTFDatabase (www.icrt-idtf.com)). Bij calamiteiten of onduidelijkheden, contact opnemen met het kantoor ! directie RVR. Reinigingen volgens IDTF
Als het formulier vol is inleveren bij
Bijlage 2 – Reinigingsprotocol In de tabel zijn de producten weergegeven die RVR Rijnsaterwoude BV transporteert. Mochten er producten zijn die niet in dit overzicht zijn opgenomen, dan wordt via de website www.icrt-idtf.com , opgezocht wat de van toepassing zijnde reiniging is.
IDTF nummer
Productnaam
40341
Voedermiddelen van plantaardige oorsprong met minimale reiniging A.
30044
Compost van groenafval
20032
GFT compost van particulieren
10001
Dierlijke mest
Minimum reiniging/desinfectie A (droge reiniging) B (reiniging met water) Lijst met verschillen, raadpleeg belangrijkste eis Verboden lading
A = droge reiniging B= reiniging met water C= reiniging met water en desinfectie D= desinfectie
20
Bijlage 3
Functiegerichte risico’s Bij alle werkzaamheden geldt: altijd voor aanvang de LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse) uitvoeren: Is alles geregeld, is de opdracht duidelijk, heb ik alle benodigde gereedschappen/machines/PBM, is mijn werkplek veilig, weet ik wat de risico’s zijn en zijn er afdoende maatregelen genomen? Als dat allemaal positief kan worden beantwoord, kan er worden gestart met het werk. Functie
Werkzaamheden
Risico’s
Verbetermaatregel
Beheersmaatregel
Trekkerchauffeur en kraan/shovel machinist
Gebruik motorisch aangedreven werktuigen Langdurig zitten
Gehoorschade Lichaam, hand– en arm trillingen
Aankoop lawaai-arme machines Duurbeperking
Deuren en ramen dicht Otoplastieken/oorkappen Onderhoud stoel / schokdempers Luchtgeveerde stoel
Werken langs de weg, deelname aan het verkeer
Aanrijdinggevaar en verkeersrisico’s
Afzetting/borden Voorlichting en instructie
Signaalkleding Cursus veilig werken langs de weg
Werken in de nabijheid van ondergrondse leidingen (kraan)
Letsel, brand, explosie
Proefsleuven graven Grondwerker bij kraan
KLIC melding Instructies machinist Voorlichting en instructie
Lopen, staan ongelijk terrein, bukken, werkhouding, tillen
Lichamelijke belasting
Duurbeperking
Voorlichting en instructie Toepassen hulpmiddelen
Werkzaamheden bij grondsaneringsprojecten
In aanraking komen met vervuilde grond, gevaarlijke stoffen
Filterregistratie overdruk Voorlichting en instructie
Overdruk op machine Kraankeuring Keuring machinisten
Buiten werken in de zon
Blootstelling aan UV-straling
Beschermende kleding Insmeren met zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor
Voorlichting over gevaren
21
Functie
Werkzaamheden
Risico’s
Verbetermaatregel
Beheersmaatregel
Trekkerchauffeur en kraan/shovel machinist
te water raken onderkoeling/beknelling verdrinking
valgevaar
werkzaamheden aan waterkant
afdekken lading kipper
voorlichting over gevaren goede opstellingsplaats machine opstellen TRA
werken op of langs de openbare weg
aanrijdinggevaar
bordes op kipper, zodat chauffeur veilig zijn werk kan doen kleppen of automatisch afrolsysteem zeil weg afbakening wegsignalering
werken op talud/slappe grond
kantelen/verzakken machine beknellen/stoten
voorlichting en instructie
voorlichting en instructie dubbel lucht rijplaten
werken bij draaiende machines
Werkplekinrichting Voorlichting en instructie
werken met elektrisch handgereedschap
Oog, schouder, pols– en nekklachten Inademing uitlaatgassen machineveiligheid elektrocutiegevaar oog/handletsel gehoorschade
werkvoorschrift opstellen intact laten beveiligingen
Voorlichting en instructie Instelling apparatuur Afzuiging uitlaatgassen voorlichting over gevaren en instructies gebruik PBM gehoorbescherming jaarlijkse keuring NEN 3140
brand –en explosiegevaar inademing schadelijke dampen letsel ledematen verbranding door straling en lasogen
Onderhoudsmedewerker
aandacht voor reddingsmogelijkheden
laswerkzaamheden
voorlichting over gevaren en gebruik afdeksystemen
Signaalkleding Zwaailamp voorlichting en instructie
goede opslag gascilinders, juiste blusmiddelen
afzuiging (bron/ventilatie) lasscherm beschermende kleding (lasschort/lasoverall, lashandschoenen/lasschoene n/laskap/bril
22
Functie
Werkzaamheden
Risico’s
Verbetermaatregel
Beheersmaatregel
Onderhoudsmedewerker
slijp/boor/verspaanwerkzaamheden
voorlichting- en instructie
gebruik PBM (veiligheidsbril) deugdelijke machines NEN 3140 keuring
schoonmaakwerkzaamheden met hoge druk reiniger
voorlichting– en instructie
gebruik PBM hoge druk reiniger gekeurd
voorlichting- en instructie eventueel aanmeten otoplastieken
gebruik PBM (gehoorkappen)
juiste planning voorlichting/instructie
dragen beschermende kleding/ masker (PBM) oogspoelfles handschoenen controle– en onderhoud op instelling stoel voorlichting en instructie
planning gebruik PBM toegestane middelen spuitlicentie gebruik maken van tabletvorm i.p.v. poedervorm voorlichting en instructie
Spuitwagen chauffeur, chauffeur selectspraytractor
(metaal)splinters in ogen brandgevaar handletsel gehoorschade letsel door waterstraal hoge druk reiniger elektrocutiegevaar gehoorschade gehoorschade
werken met of in de nabijheid van lawaaiige machines
spuiten met gewasbeschermingsmiddelen
aanmaken spuitmiddelen
inademing dampen huidopname spuitmiddel spatten in ogen
lichamelijke belasting lichaam-, hand-, en armtrillingen aanrijdgevaar
blootstelling aan UV-straling
rijden op sproeiwagen/tractor
buiten werken in de zon
inademen gevaarlijke stoffen, huidopname gevaarlijke stoffen
beschermende kleding insmeren met zonnebrandmiddel met hoge beschermingsfactor
voorlichting en instructie letten en eventueel aanpassen van de bandenspanning duurbeperking rijstijl aanpassen voorlichting over gevaren
23