Voorlichting en Instructie op het gebied van Arbo, VCA, Voedselveiligheid en GMP Voor: Alle medewerk(st)ers, inhuurpersoneel en onderaannemers in dienst van en/of werkzaam voor Agrarisch loon - en verhuurbedrijf RVR Hoofddorp BV en RVR Rijsaterwoude BV Juni 2008
AGRARISCH LOON - EN VERHUURBEDRIJF RVR HOOFDDORP BV EN RVR RIJNSATERWOUDE BV
www.rvrloonbedrijf.nl
[email protected]
RVR Hoofddorp BV - Rijnlanderweg 767 - 2132 NK Hoofddorp Tel: 020 653 36 83 / Fax: 020 653 05 37 Email:
[email protected] RVR Rijnsaterwoude BV - Herenweg 157b - 2465 AG Rijnsaterwoude Tel: 0172 50 84 13 / Fax: 0172 50 81 57
RVR Hoofddorp bv en RVR Rijnsaterwoude bv zijn een agrarisch loon –en verhuurbedrijf dat actief is in het agrarisch loonwerk en cultuurtechnisch grondverzet. Opgericht op 1 april 1963 als Agrarisch Loon –en verhuurbedrijf Roodenburg van der Vlugt bv met de hoofdvestiging in Hoofddorp. Sinds 1990 is er tevens een tweede vestiging in Rijnsaterwoude. Beiden onder de naam RVR, te weten RVR Hoofddorp BV en RVR Rijnsaterwoude BV. Totaal zijn er ruim 30 medewerkers werkzaam. Om te kunnen blijven inspelen op de markt en te zorgen voor veilige werkomstandigheden is RVR sinds 2003 gecertificeerd voor VCA*. (VGM- Checklist Aannemers) In juli 2005 zijn zowel RVR Hoofddorp als RVR Rijnsaterwoude ook gecertificeerd voor VKL** (Voedsel Kwaliteit Loonwerk). I.v.m. de aard van de werkzaamheden van de vestiging in Rijnsaterwoude beschikken zij ook over het GMP+ certificaat. B3 en B4.1, handel en transport voedermiddelen.
2
INHOUDSOPGAVE
1. Arbo - en VGM beleid, Voedselkwaliteitsbeleid
Pagina 4
2. Bedrijfsregels RVR
Pagina 5
3. Persoonlijke beschermingsmiddelen
Pagina 6
4. Noodplan
Pagina 13
5. Bijlagen VKL/GMP
Pagina 17
3
ARBO - EN VGM BELEID Uitgangspunt van Agrarisch loon –en verhuurbedrijf RVR Hoofddorp en RVR Rijnsaterwoude BV is dat de medewerkers het menselijk kapitaal vormen van het bedrijf. Het Arbo –en VGM beleid is er op gericht om te zorgen dat er zo veilig mogelijk wordt gewerkt in het belang van de medewerkers en derden. Dit houdt in een zo goed mogelijke bescherming van hun gezondheid en het bevorderen van hun welzijn. Bij uitvoering van werkzaamheden wordt continue gelet op het scheppen van veilige situaties en staat de gezondheid van de medewerkers en derden centraal. In de bedrijfsvoering wordt permanent aandacht besteed aan het vastleggen van prioriteiten van veiligheid en het voorkomen van persoonlijk letsel, schade aan het materieel en het milieu. Het zorgen voor optimale werkomstandigheden zal een zo hoog mogelijke werknemerstevredenheid bewerkstelligen. RVR streeft ernaar om continue te verbeteren op het gebied van VGM.
VOEDSELKWALITEIT Naast de voortdurende zorg voor veilige werkomstandigheden voor medewerkers en derden, is het waarborgen van de veiligheid van producten voor de mens, dier en milieu een belangrijk onderdeel van het beleid van RVR B.V. De directie stelt al het noodzakelijke in het werk om te allen tijde te kunnen voldoen aan de eisen in wet –en regelgeving en de eisen uit de normen zoals deze worden gesteld in de GMP-regeling diervoedersector. De directie van RVR realiseert zich dat hun bedrijf onderdeel vormt van de productieketen van voedsel en dat het daarom belangrijk is om voor, tijdens en na uitvoering van de activiteiten op het gebied van voeding, in te staan voor de kwaliteit van de producten. Binnen de RVR is voor beide vestigingen één kwaliteitsfunctionaris (tevens IMS-manager) aangesteld die verantwoordelijk is voor het creëren en naleven van de voorwaarden waarmee deze kwaliteit kan worden geborgd. De IMS-manager ziet er ook op toe dat het beleid tot uitdrukking komt in preventieve en corrigerende maatregelen bij eventuele calamiteiten, zodat de gevolgen voor de afnemers en ketenpartijen tot een minimum beperkt worden. De medewerkers van RVR houden zich bezig met teelt / oogst / transport en handel van voeding en is zich bewust van de gezamenlijke verantwoordelijkheid en is gekwalificeerd voor de werkzaamheden die uitgevoerd worden. De bewustwording en aandacht voor voedselkwaliteit en kwaliteit wordt vergroot door tijdens werkoverleg en inspecties van de werkzaamheden, aandacht te schenken aan de diverse aspecten die hierbij een rol spelen. De directie realiseert zich dat er sprake kan zijn van wettelijke aansprakelijkheid en neemt de volle verantwoordelijkheid om de in de GMP-regeling voorgeschreven actie(s) te ondernemen wanneer-ondanks alle voorzorgsmaatregelen- geleverde producten niet conform de bepalingen van de GMP-regeling zijn voortgebracht.
4
BEDRIJFSREGELS RVR De belangrijkste regels op een rij: IMS-manager / V & G-functionaris Heleen de Vries Lentsch
Bij vragen c.q. opmerkingen over veiligheid, gezondheid en voedselkwaliteit kun je terecht bij de directie van RVR en Heleen.
Als medewerker ben je ervoor verantwoordelijk dat: • • • • • •
werktuigen, machines, transportmiddelen, gereedschappen en grondstoffen op de juiste manier worden gebruikt en onderhouden; afspraken, instructies en regels op de juiste manier worden toegepast en nageleefd; persoonlijke beschermingsmiddelen, waar nodig, worden gedragen; intern-overleg (toolboxmeetings) worden bijgewoond; eventueel gevaar of risico voor jezelf of voor collega’s direct melden bij je leidinggevende formulieren op de juiste manier worden ingevuld
Als medewerker mag je het werk te onderbreken wanneer er onmiddellijk gevaar dreigt of wanneer afwijkingen ontstaan als gevolg waarvan materieel niet of onjuist zal functioneren. Wel moet je de direct leidinggevende van deze werkonderbreking op de hoogte stellen.
Als medewerker is het verboden: • • • • • •
alcoholhoudende dranken en drugs op het werk te hebben of deze kort voor aanvang van de werktijd te nuttigen; agressief gedrag en seksuele intimidatie te vertonen; te roken op plaatsen waar duidelijk is aangegeven dat het verboden is en in situaties waar duidelijk is dat het gevaar zal opleveren. Houd rekening met niet-rokers. schade aan het milieu of de mens te veroorzaken; je op de werf of in de werkplaats onder lasten te bevinden welke in een takel of (hijs)kraan hangen; zonder overleg medicijnen te gebruiken die van invloed zijn op het werk
5
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
Werk in wegenbouw Werk in nat weer Werken met lawaaiige machines (groter dan 80 dB) Slijp-, zaag- en verspaanwerkzaamheden Boren Lassen Werken langs de weg Sloopwerken Grondwerk tuinen Riolering/fundering graven Klepel maaien Versnipperen
● ◦ ◦ ●
◦
●
●
●
● ● ◦ ●
Mondkapje
Volgelaatsmasker
Laskap + bril
Regenkleding
Veiligheidsvest
Overal
Handschoenen
Veiligheidsbril
Veiligheidshelm
Werkzaamheden/locaties
Veiligheidsschoenen Veiligheidsklompen
PBM
Gehoorbescherming
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
●
● ● ◦ ● ● ● ● ● ● ● ● ◦ ● ◦ ● ● ◦ ● ● ● ● ● ●
◦ ◦ ●
•= verplicht ◦= afhankelijk van situatie op aangeven van de leidinggevende Veiligheidsschoenen/klompen, veiligheidsvest, gehoorbescherming, handschoenen en helm worden aan de medewerkers gratis verstrekt en ter beschikking gesteld. Heb je andere PBM nodig vraag hier dan om bij de leidinggevende. Schade, verlies of slijtage van PBM melden. Schade aan of vermissing van PBM die standaard verstrekt zijn is voor eigen rekening.
6
Regels op projecten en bij klanten (vervolg) • • • • • •
voor aanvang van werkzaamheden meld je jezelf bij de leidinggevende/klant vooraf stel je jezelf op de hoogte van plaatselijk geldende regels, voorschriften en procedures; gevaar of risico voor jezelf of collega’s direct melden bij de leidinggevende. Indien deze leidinggevende onvoldoende actie onderneemt om de gevaren te voorkomen, direct melden bij de directie; wanneer er toolboxmeetings worden gehouden neem je hieraan deel. Vraag een kopie van de presentielijst en het verslag. Lever deze formulieren in bij de IMS manager. afgewerkte olie en milieugevaarlijk afval neem je mee naar RVR en deponeer je op daartoe aangewezen plaatsen; onduidelijkheden betreffende het werk meld je aan de leidinggevende.
Gekeurde machines en middelen Alle machines en middelen worden jaarlijks gekeurd. Gekeurde machines en middelen zijn te herkennen aan de VCA goedgekeurd sticker. Bij ontbreken of slechte leesbaarheid van deze sticker mag de machine of het middel niet worden gebruikt. Meld dit dan bij de directie of IMS-manager. Goedgekeurde hulpstukken van de graafmachines en materieel waar een sticker niet goed op blijft plakken zijn voorzien van een geverfde stip.
Werkplekinspecties
Om een hoog niveau van veiligheid, gezondheid en milieubeheersing op de werkplek op het terrein van de opdrachtgever te handhaven voert de directie regelmatig werkplekinspecties uit. Het is goed mogelijk dat hij ook op jouw werkplek komt kijken.
Ongevallen, brand, schades, calamiteiten en klachten
In het Bedrijfsnoodplan dat in de loods hangt en ook in dit boekje is terug te vinden staat beschreven hoe de bedrijfshulpverlening binnen RVR geregeld is. In noodplannen staat beschreven hoe te handelen bij ongevallen, brand en schade en calamiteiten.
Ziekmelding
Voor aanvang van de werkzaamheden melden bij de directie van RVR.
Aanwezigheid op Intern-overleg (toolboxmeeting) 10 x per jaar wordt er binnen de beide vestigingen van RVR een toolboxmeeting gehouden. Dit overleg dien je bij te wonen.
7
Bediening van de machines
• • • • • • • • • • •
controleer oliepeil van motor en achterbrug en waterpeil van radiator alvorens de werkzaamheden te verrichten; controleer de werking van de verlichting; kijk of alle benodigdheden en hulpstoffen aanwezig zijn; zo niet, verzamel deze dan; laat na het starten de motor langzaam op temperatuur en voorkom onnodig zware belasting; neem bedrijfsauto’s niet zonder instemming van de directie mee naar huis; houd je aan de verkeersregels; houd rekening met omstanders bij achteruitrijden en andere onoverzichtelijke situaties; controleer de machine op loshangende delen; verwijder het merendeel van de grond- en loofresten voordat je de weg opgaat; houd rekening met het hijsvermogen van een graafmachine bij hijswerk; gebruik alleen gekeurde hijskettingen of stroppen; voer las-, slijp- en smeedwerk niet uit in de buurt van brandstoffen, smeermiddelen en fusten, dit om brand of explosies te voorkomen; plaats preventief waterbakken in de ruimte waar deze werkzaamheden worden uitgevoerd.
Na afloop van het werk • • • • • • • • •
tank machines op de daarvoor bestemde plaats af; mors geen brandstof; spuit, indien nodig, machines af op de spuitplaats, laat machines eerst inweken zet machines terug op de juiste plaats; ga zorgvuldig om met olie; verplaats volle of gedeeltelijk volle olievaten niet naar elders; behandel lege vaten/flessen/kannen als volle; vul de werkbon duidelijk en compleet (incl. gebruikte materialen) in en lever deze in bij de administratie; meld eventuele storingen aan machines bij directie/IMS-manager
Omgaan met schadelijke stoffen
Stel jezelf op de hoogte van de gevaren die het werken met deze stoffen met zich mee brengt. Van alle stoffen zijn Veiligheidsinformatiebladen op het bedrijf aanwezig. Tijdens toolboxmeetingen zal dit onderwerp regelmatig aan de orde komen. Als je met schadelijke stoffen gewerkt hebt, was dan eerst je handen voordat je met andere werkzaamheden begint. Was altijd je handen voordat je iets gaat eten en/of drinken.
8
Omgaan met afval en milieu RVR heeft voor de afvoer van schadelijke (afval)stoffen contracten afgesloten met gespecialiseerde bedrijven. Als de depots vol zijn wordt dit weggebracht of op afroep opgehaald. • deponeer oliefilters, lege vetpatronen, karton, papier op de daarvoor bestemde plaatsen; • houd de werkplaats en kantine netjes • probeer zo veel mogelijk een bijdrage te leveren aan de verbetering van het milieu
Algemeen • • • • •
geen gebouwen of schuren betreden waar producten zijn opgeslagen als dit niet strikt noodzakelijk is voor het laden of lossen van producten loop niet verder van de wagen weg dan strikt noodzakelijk voor het laden of los sen van producten zorg voor schone kleding, maak regelmatig uw schoenen of laarzen schoon zorg voor een schoon voertuig (interieur en exterieur) en bijhorende hulpmid delen was regelmatig uw handen
• • •
controleer de rijpheid van het gewas indien er twijfels zijn m.b.t. bijvoorbeeld de rijpheid, gebruikte middelen of an dere zaken neem dan voor je met je werkzaamheden start, contact op met de directie van RVR voor overleg. let op ongewenste voorwerpen in het gewas (metaaldelen, hout, glas)
Oogst van producten
Lossen en laden van producten •
rijd niet door het natte en droge product, laad met de loader vanuit verschillende hoeken
• • • • •
draag schone werkkleding en schoon schoeisel was je handen na toiletbezoek alvorens je aan product (korrel/snijmaÏs) zit zorg dat je niet in aanraking komt met het product bij een open wond of een besmettelijke ziekte het roken en nuttigen van voedsel en drinkwaren in bedrijfsruimten is niet toegestaan als je met schadelijke stoffen gewerkt hebt, was n eerst je handen voordat je met andere werkzaamheden begint. Was altijd je handen voordat je iets gaat eten of drinken
Algemene regels
9
GEBRUIK EN ONDERHOUD PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN Het gevaar moet altijd eerst bij de bron worden aangepakt. Als er dan nog gevaar is maken wij gebruik van PBM. Het dragen en gebruiken van PBM’s en veiligheidsmiddelen is afhankelijk van de werkzaamheden en de risico’s. Hieronder volgt een omschrijving van de belangrijkste PBM’s die binnen RVR gebruikt moeten worden.
Veiligheidschoenen (veiligheidslaarzen) Veiligheidsschoenen dienen in het algemeen te worden gedragen in de volgende situaties: • bij transportwerkzaamheden; • in constructiewerkplaatsen; • bij montagewerk; • bij het hijsen van zware voorwerpen. • werk als grondwerker (laarzen)
Hoofdbescherming Veiligheidshelmen moeten worden gedragen wanneer in een arbeidssituatie gevaar bestaat voor hoofdverwondingen door vallende, omvallende, wegvliegende voorwerpen/stoffen of stoten van het hoofd. • • •
Polyetheen-helm, vervangen na 3 jaar na de produktiedatum (dus niet na 3 jaar ge bruik). Polycarbonaat-helm, vervangen na 10 jaar. Textielfenol-helm, vervangen na 10 jaar.
Hoe beschermt de helm? Een helm bestaat uit een harde helmschaal en een verend binnenwerk. Samen vangen die zo’n 70% van de klap op die anders door de nekwervels zou moeten worden opgenomen. Daarom is een goede instelling van dit binnenwerk zo belangrijk. De goede instelling verhoogt namelijk ook het draagcomfort en het voorkomt afvallen.
Tips • • • • •
10
Draag de helm zoals bedoeld is, juist afgesteld en niet achterstevoren. Als een helm eenmaal een goede klap heeft gehad, vervang hem dan. Controleer regelmatig of het binnenwerk nog heel goed verend is. Let bij de helmschaal op beschadigingen. Plak geen stickers op de helm, de lijm kan het kunststof aantasten.
Gehoorbescherming Langdurige blootstelling aan te veel lawaai heeft op den duur gehoorbeschadiging tot gevolg. Dit kan al optreden bij een regelmatige blootstelling aan geluidsniveaus boven de 80 dB. Lawaaidoofheid ontstaat geleidelijk, zodat men dus ten onrechte denkt dat men went aan lawaai.
Wanneer is het geluid boven de 80 dB(A) ? Als vuistregel kan worden gehanteerd: indien men op 1 meter afstand van elkaar staat moet men met normaal stemgebruik, dus zonder stemverheffing, elkaar goed kunnen verstaan. Is dit niet mogelijk, dan kan men er zeker van zijn dat het geluidsniveau hoger is dan 80 dB(A).
Gehoorkappen Gehoorkappen zien er ongeveer net zo uit als een grote koptelefoon. Ze sluiten de oren af van de omgeving. De beschermingsfactor wisselt met het soort oorkap en de hoogte van het geluid, maar is ongeveer 20 dB(A).
Veiligheidsbril De veiligheidsbril is de meest gebruikte en daarom ook bekendste uitvoering van oogbescherming. Het is een bril met een montuur vervaardigd van onbrandbaar materiaal en met glazen van gehard glas of kunststof. De meeste veiligheidsbrillen zijn voorzien van zijkleppen die het oog beschermen tegen materiaal dat zijdelings aan komt vliegen. Het is mogelijk een veiligheidsbril op sterkte te krijgen. Deze bril zou dus ook voor normale toepassingen gebruikt kunnen worden. Andersom, een gewone bril als veiligheidsbril, mag nooit. Net zo min als dat contactlenzen als oogbescherming kunnen dienen, maar dat spreekt min of meer voor zich. Bij de meeste bedrijven waar een blauw bord “veiligheidsbril verplicht” hangt is een dergelijke bril voldoende. Deze borden hangen er niet voor niets, draag je bril dus!
De ruimzichtbril Voor speciale toepassingen is er de ruimzichtbril. Deze kun je vergelijken met een skibril en is voorzien van een elastische hoofdband. Hij wordt vooral gebruikt bij werkzaamheden waar veel stof bij vrijkomt, zoals slijpen, hakken en boren.
11
Lasbrillen en laskappen Lasbrillen worden gebruikt bij het lassen met gas. De donkere ruit van de bril is opklapbaar. Onder de ruit zit een tweede ruit van gehard glas. Die beschermt de ogen tegen metaalsplinters die bij het bikken kunnen wegvliegen. Een lasbril mag niet worden gebruikt bij elektrisch lassen. Dit komt omdat een lasbril alleen beschermt tegen licht en warmte en niet tegen ultra-violette straling. Laskappen beschermen wel tegen ultra-violette straling. Ze beschermen het hele gezicht, omdat die straling ook de huid kan beschadigen. Moderne laskappen zijn vaak voorzien van zelfschakelende glazen. Een lichtsensor meet dan de lichtsterkte en past daar de doorlaatbaarheid op aan. Deze komen steeds meer in de plaats van de oude laskappen en brillen met opklapbare donkere glazen. De laskap of lasbril is niet alleen verplicht voor de lasser zelf, maar ook voor de assistent (lashelper).
Wat te doen bij oogbeschadigingen? Wanneer je toch iets in je oog krijgt moet er meteen actie ondernomen worden. Zeker bij metaaldeeltjes geldt dat naar mate het deeltje langer in het oog zit de schade groter wordt (het gaat roesten en het oog gaat ontsteken). Een eerste handeling is het getroffen oog uitspoelen met de oogdouche die in de kleedruimte staat. Daarna voor alle zekerheid naar de eerste hulp van het ziekenhuis waar ze precies weten hoe ze dit soort ongelukjes moeten oplossen en ook over het juiste gereedschap beschikken om splintertjes en dergelijke uit het oog te verwijderen.
Persoonlijke beschermingsmiddelen bij werken met bestrijdingsmiddelen in buitenteelt Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen moet worden gezien als een tijdelijke oplossing. Zolang er geen betere blijvende oplossingen zijn is het belangrijk dat men zich goed beschermt tegen gevaarlijke stoffen. Als bij het werken met bestrijdingsmiddelen een redelijke kans op contact met het middel of spuitnevel ontstaat, neem dan beschermende maatregelen. • • • • •
12
in geval van buitenteelt een halfgelaatsmasker met filters code A1-P2 of A2-P3 bij onverdunde corrosieve stoffen altijd gelaatsbescherming voorkom huidcontact dus handschoenen aan en een wegwerpoverall als de overall nat wordt moet er gekozen worden voor een vloeistofdichte gebruik PBM ook bij het aanmaken van de vloeistof
NOODPLAN RVR Bedrijfshulpverlening RVR Rijnsaterwoude
RVR Hoofddorp P.J. van der Vlugt N. Griffioen
06-53736711 06-24096738
Externe alarmering
112
landelijk alarmnummer voor politie, brandweer en ambulance 023 890 8900 Spaarneziekenhuis locatie Hoofddorp 023 561 6135 huisarts Van der Vinne 020 581 2612 arbeidsinspectie regio Noord
E. Bulk 06-55375384 D. van der Meer 0172-508413 Externe alarmering
112
landelijk alarmnummer voor politie, brandweer en ambulance 0172 463 131 ziekenhuis Rijnland (locatie Alphen a/d Rijn) 071 545 4545 ziekenhuis Rijnland (locatie Leiderdorp) 0172 507 976 huisarts C. van Blooijs 030 230 5600 arbeidsinspectie regio Midden
Voor minder spoedeisende hulp niet direct het alarmnummer bellen. In de regel kan men gewoon contact opnemen met de huisarts of Voor minder spoedeisende hulp niet direct andere deskundigen. het alarmnummer bellen. In de regel kan men gewoon contact opnemen met de huisarts of andere deskundigen.
Noodzakelijke hulpmiddelen EHBO-middelen in : bedrijfsauto’s, graafmachines, het magazijn en het kantoor Onderhoud/controle : directie en IMS-manager Blusmiddelen in : bedrijfsauto’s, graafmachines, kantoor/loods Telefoonkaart met de belangrijkste telefoonnummers is opgehangen in: het kantoor en in de werkplaats. (naast de deur) Wanneer wel 112 voor hulp oproepen: 1. ernstige ongevallen 2. botbreuk 3. hartinfarct 4. ernstige benauwdheid 5. ernstige brandwonden 6. verdrinkingsverschijnselen 7. ernstige verwondingen 8. vergiftiging
13
Inventarisatie De volgende (brandgevaarlijke) stoffen zijn er op het bedrijf aanwezig: smeerolie , gasolie (rood), gasolie (wit), vetpatronen , reinigingsmiddelen en gewasbeschermings-middelen (van deze middelen zijn veiligheids-informatiebladen aanwezig in de kantine)
Noodplan milieu / voedselkwaliteit Voedsel en/of milieucalamiteiten kunnen zich altijd voordoen. Door goed voorbereid te zijn, kan er snel gereageerd worden en wordt erger voorkomen. Bij inventariseren van de belangrijkste voedselkwaliteit en/of milieuaspecten is een aantal mogelijke noodsituaties naar voren gekomen.
Bodemverontreiniging: Er wordt gewerkt met motoren en met hydrauliek. Waar kan het misgaan ? (eigen locatie/werk): 1. 2. 3.
knappen van de hydrauliekslang morsen tijdens het bijtanken met kannen op het veld olie morsen in de werkplaats bij onderhoud en reparatie
Bij bovenstaande calamiteiten is het van belang dat er snel gehandeld wordt. 1. 2.
Als een hydrauliekslang knapt, komt er meestal een beperkte hoeveelheid olie vrij. Maar door de kracht waar deze mee vrij komt, verspreid over een groter oppervlak. Zorg ervoor dat er geen olie meer kan weglopen. Opscheppen verontreinigde grond (in een plastic zak, die in de cabine moet liggen), menemen verontreinigde grond, en deponeer het afval in de daarvoor bestemde container bij RVR. Als een tractor of een kraan moet worden bijgetankt op het veld en er wordt geknoeid met dieselolie, tref dan dezelfde maatregelen zoals omschreven bij punt 1.
Onderhoud en reparatie worden uitgevoerd in de loods, voorzien van een vloeistofdichte vloer. Bij calamiteiten moet je er voor zorgen dat er geen olie weg kan lopen in een niet-vloeistofdichte vloer. Dam de olie in, zodat er geen olie weg kan lopen. Maak met poetsdoeken en absorptiekorrels de doorlatende vloer schoon en vervolgens de vloeistofdichte. Deponeer vrijgekomen afval in de daarvoor bestemde containers. Bij ernstige bodemverontreiniging, neemt de directie van RVR (Hoofddorp) contact op met de afdeling Milieuhandhaving van de Gemeente Haarlemmermeer, telefoonnummer : 023-5674400 en de directie van RVR (Rijnsaterwoude) contact op met de afdeling Milieuhandhaving van de Gemeente Jacobswoude, telefoonnummer : 0172503100
14
Waterverontreiniging: Bij waterverontreiniging denken we aan verontreiniging van het slootwater via de erfverharding. Het water van de erfverharding wordt afgevoerd op de sloot. Als er gemorst wordt met bijvoorbeeld olie of kunstmest, ruim het dan direct op, waardoor problemen voorkomen worden. Bij een grote brand, ligt de eerste zorg bij de bestrijding ervan. Aandacht voor het afvoeren van het bluswater komt op de tweede plaats. Bluswater wordt verontreinigd door olie. In de olieopslag, tankplaats en spuitplaats zijn voorzieningen getroffen in de vorm van een olie-afscheider. Bluswater dat daar terecht komt wordt dus eerst opgevangen. Zet jerrycans altijd in de olie-opslag (lekbak) terug. Kleine branden : bestrijden met de brandblussers die in het bedrijf hangen. (zie plattegrond) Regelmatig zal hier instructie over gegeven worden. Bij grondwatervervuiling, waarschuwt de directie van RVR Waterschap Groot Haarlemmermeer, telefoon : 023-5670880. (Hoofddorp) of Waterschap Hoogheemraadschap van Rijnland, telefoon : 071-5168268. (Rijnsaterwoude)
Luchtverontreiniging: Luchtverontreiniging hebben we voor een groot deel zelf in de hand. Milieubewust rijden (dus ook niet onnodig stationair draaien) met tractoren en auto’s is een eerste vereiste. Hoog brandstofverbruik betekent veel luchtverontreiniging.
Afval : Er zijn meerdere soorten afval(stromen). RVR voert dit op milieubewuste wijze af. Afval in de vorm van grond die aan machines blijft hangen kan worden voorkomen door op het perceel waar gewerkt is, de machines te ontdoen van grondresten. Bij calamiteiten zal er steeds extra afval zijn. Bij milieugevaarlijk afval : direct opruimen in de daarvoor bestemde container.
Voedselkwaliteit : Bij calamiteiten die de voedselkwaliteit schaden zoals o.a. de verontreiniging van het gewas met (een te grote hoeveelheid) giftige stoffen (bijv. gewasbeschermingsmiddelen), contaminatie van het geoogst product met bij. Glas, vlasdodde, zwarte mosterd e.d. Calamiteiten worden gemeld aan de directie van RVR.
Samenvatting : 1.Als de verontreiniging zich voordoet, zorg dan het zich niet verder kan uitbreiden en ruim alles op. 2.Meld alle incidenten direct aan de directie van RVR. Noteer dit op het meldingsformulier 3.Bij grote incidenten worden de bevoegde instanties ingelicht.
15
Ongevallen: Bij een ongeval op eigen terrein, waarschuw direct de bedrijfshulpverlener die dan actie onderneemt. Bij ernstige ongevallen met eventueel gewonden, breng eerst jezelf in veiligheid, bel het alarmnummer 112 en waarschuw de directie van RVR. Verleen eerste hulp/bijstand. Geef aan het alarmnummer de volgende gegevens door: naam melder, soort hulp nodig, aantal slachtoffers, aard van het letsel en de plaats van hulp. De directie van RVR informeert bij ernstig letsel of dodelijk ongeval tevens de naaste familie van eventuele slachtoffers en meldt het ongeval bij de arbeidsinspectie, tel.nr. 030-2305600 (regio Midden) De directeur noteert het bedrijfsongeval op het meldingsformulier.
Onveilige situaties en handelingen: Mocht je op een werkplek onveilige situaties aantreffen, meld dit dan direct aan de directeur en vervolgens bij de desbetreffende uitvoerder. Voorkomen is namelijk beter dan genezen.
Brand: Er zijn op diverse plaatsen in de loods, het kantoor en in alle bedrijfsauto’s en graafmachines brandblussers aanwezig, zie de plattegrond. Deze brandblussers mogen alleen gebruikt worden bij een kleine brand. Waarschuw ten allen tijden de directeur, die naar aanleiding van het incident actie onderneemt. Bij een grote brand, breng je eerst jezelf in veiligheid. Waarschuw direct personen in de omgeving en de directeur. Alarmeer het alarmnummer 112. Is er sprake van brandwonden, houd deze altijd nat.
Kabelschade: Door graafwerkzaamheden kunnen beschadigingen aan kabels/riolering etc. ontstaan. Waarschuw direct de directeur of de uitvoerder, die dan de desbetreffende instantie in kennis stelt, zodat men de schade snel kan herstellen.
16
REGISTRATIES VKL en GMP
Voedsel Kwaliteit Loonwerk en GMP+ (B3 Handel diervoerders voor landbouwhuisdieren, B4.1 Wegtransport diervoerders) RVR Hoofddorp is gecertificeerd voor VKL**. RVR Rijnsaterwoude is ook gecertificeerd voor VKL** en daarnaast voor GMP+ B3 en B4.1. De GMP certificatie is noodzakelijk omdat RVR Rijnsaterwoude veel activiteiten heeft in diervoerders (grasproducten en mais) en daarin ook wat handel heeft Voor de verschillende activiteiten die wij verrichten zoals : • • •
bewerken van het eigen land en van klanten verhandelen van producten t.b.v. mens en dier (voedings- en voedermiddelen) transporteren van producten t.b.v. mens en dier (voedings- en voedermiddelen)
moeten registraties worden bijgehouden. Alle stappen die genomen worden vanaf het zaaien tot de consumptie door mens of dier moeten traceerbaar zijn. Dit is een eis vanuit de verwerkende industrie. Alles om de voedselveiligheid voor mens en dier te waarborgen en bij problemen moet alles traceerbaar zijn : “van boer tot bord”. Veel van bovenstaande zaken worden al geregistreerd, bv. mestbonnen, weegbrieven, inkoop gecertificeerd zaaizaad, registratie gespoten gewasbeschermingsmiddelen enz. De extra registratie kunnen we beperken tot 1 formulier : de rittenstaat. Deze is, samen met het reinigingsprotocol, ook opgenomen in het Veiligheid- en informatie-boekje van RVR. Als RVR ingehuurd is voor een activiteit voor een klant (dienstverlenend) vullen wij altijd al een werkbon in. Hierop moet een extra vermelding komen indien er een reiniging is uitgevoerd i.v.m. de voorgaande lading. (zie reinigingsprotocol) Alle activiteiten (ook transporten) met door RVR gekochte/verkochte voedermid-delen (dier) betekent : invullen volledige rittenstaat. Uitvoeren eventuele reiniging ook noteren. Alle activiteiten (ook transporten) met door RVR gekochte/verkochte voedings-middelen (mens) betekent : invullen rittenstaat uitgezonderd het aantal ritten. Uitvoeren eventuele reiniging ook noteren. Het klembord met de rittenstaten hoort bij de vermelde kipper op de voorkant. Vul iedere rittenstaat volledig in. Als het formulier vol is inleveren bij Hans (Rijnsaterwoude).
17
18
Lading
Leeg gewicht
Vol gewicht
Netto gewicht
Reinigingscode
Datum/tijd aankomst
Eventuele calamiteiten of bijzonderheden melden bij RVR en vermelden op de achterzijde van het formulier.
Totaal ritten
Pagina: 6114.1-1/1 Status: 002 Datum: Januari 2007 Auteur: IMS-Manager
Losplaats
Bij meerdere ritten per dag tussen dezelfde laad –en losplaats kan het aantal ritten worden geturfd. Reinigingscode : A = droge reiniging B = reinigen met water C = reiniging met water en reinigingsmiddel Productcategorie : 3 = residuenrisico verboden dierlijk eiwit 4(N) = neutrale materialen
Laadplaats
Als het formulier vol is inleveren bij de directie RVR
* ** ***
Datum/Vertrektijd
Rittenstaat*
Naam werknemer : ________________________
RITTENSTAAT
REINIGINGSPROTOCOL Voorgaande vracht
Categorieindeling volgens PDV
Voorgeschreven reiniging volgens VKL
Omschrijving reinigingsmethode
GMPB+2006 Bijlage 14
Natte drijfmest
LR1
V
Minimaal reinigingsregime D
Vervoer pas weer toegestaan na vrijgave via procedure Appendix E
droge stapelbare pluimvee- en paardenmest
LR1
V
Minimaal reinigingsregime D
Vervoer pas weer toegestaan na vrijgave via procedure Appendix E
kunstmest
LR3
III
C
reiniging met water en reinigingsmiddel
grond
LR4
II
B
reiniging met water onder hoge druk
stenen
LR4
II
B
reiniging met water onder hoge druk
puin
LR3
III
C
reiniging met water en reinigingsmiddel
mais (gehakseld)
LR4
I
A
droge reiniging
maiskorrels
LR4
I
A
droge reiniging
granen
LR4
I
A
droge reiniging
gras
LR4
I
A
droge reiniging
verpakte producten
n.v.t.
VI
A
droge reiniging; vrij van ladingresten en geuren van voorgaande lading
stro
n.v.t.
I
A
droge reiniging
Aanvullende bepalingen Bij het uitvoeren van werkzaamheden in GGO-gewassen moet VKL-reinigingscode IV toegepast worden voor alle machines en materieel dat hiervoor is ingezet. Bij werkzaamheden in door quarantaineziekte(n) getroffen percelen of producten wordt het advies opgevolgd van de handhavende instanties. A B C D
droge reiniging d.w.z. zuigen/blazen/vegen en gebruik stoffer voor moeilijke plekken. reiniging met water, moeilijk bereikbare plaatsen met borstel, zorg ervoor dat het water goed kan weglopen. Laat de kipper drogen voor er een nieuwe lad ing in komt. reiniging met water en reinigingsmiddel (RH 81) : voorspoelen met warm water (let op moeilijk bereikbare plekken) gebruik zonodig een borstel, inschuimen en uitspoelen. Goed drogen voor de volgende lading waarschijnlijk krijg je hier niet mee te maken, dit moet gebeuren door een erkend, gespecialiceerd bedrijf.
19
www.rvrloonbedrijf.nl
[email protected]
RVR Hoofddorp BV - Rijnlanderweg 767 - 2132 NK Hoofddorp Tel: 020 653 36 83 / Fax: 020 653 05 37 RVR Rijnsaterwoude BV - Herenweg 157b - 2465 AG Rijnsaterwoude Tel: 0172 50 84 13 / Fax: 0172 50 81 57