Gedragsregels BBA BBA draagt zorg voor een maatschappelijk verantwoord ondernemingsklimaat middels maximale inspanningen te verrichten, continue verbeteringen te realiseren op het gebied van people, planet en profit waarop BBA invloed op en belang bij heeft. Derhalve zijn onderhavige gedragsregels BBA opgesteld. Deze worden van toepassing verklaard voor alle medewerkers en directie van BBA, evenals alle personen en/of instellingen (hierna: externen) welke BBA heeft ingehuurd voor ondersteuning of uitvoering van de processen of activiteiten van BBA. Daarmee maken de gedragsregels deel uit van de verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten met BBA. Hiernaast is BBA verplichtingen aangegaan met diverse (bedrijfs)verenigingen, zoals NLingenieurs. De gedragscode van NLingenieurs maken derhalve integraal onderdeel uit van de gedragsregels van BBA en zijn voor iedereen zoals hiervoor aangegeven van toepassing. BBA hanteert in aanvulling hierop de volgende gedragsregels. Op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden en volwaardig werk: 1. BBA zal te allen tijden een personeelsbeleid volgen dat gericht is op gelijke kansen, het elimineren van discriminatie en achterstelling van werknemers; 2. BBA zal hierbij kinderarbeid, gedwongen en verplichte arbeid, conform de wet- en regelgeving voorkomen; 3. BBA en externen respecteren de rechten van inheemse bevolkingen; 4. BBA en externen hebben recht op de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, conform de vigerende CAO richtlijnen en wetgeving; 5. BBA en externen zijn op de hoogte van de algemene wet gelijke behandeling (AWGB) van 2 maart 1994, houdende algemene regels ter bescherming tegen discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat en neemt deze ter harte tijdens de uitvoering van zijn/haar werk; 6. BBA zal bij uitingen van reclame zich conformeren aan de Nederlandse reclamecode en overige (lokale) wet- en regelgevingen. Op het gebied van milieu: 7. BBA en externen dragen er zorg voor dat haar aanwezigheid en activiteiten geen, of zo min mogelijk nadelige affecten heeft op het milieu en de biodiversiteit in de omringende leefomgeving. Op het gebied van bouwkundige inspecties en gebouwenbeheer: 8. De REOV gedragscode is van toepassing op de door REOV erkende gebouwenbeheerders. Bijlagen:
Gedragsregels NLingenieurs Gedragscode REOV
Document: Gedragsregels BBA (3).doc
© BBA 2010, versie 3.0
1 BBA is lid van het Nirov
Gedragscode NLingenieurs In de statuten van de vereniging NLingenieurs is geregeld dat voor leden gedragsregels van toepassing zijn. Daarmee maken de gedragsregels deel uit van de verplichtingen die voortvloeien uit het lidmaatschap van NLingenieurs. Deze gedragsregels zijn goedgekeurd door de algemene vergadering van NLingenieurs op 24 juni 2010 te Zeist.
Algemeen 1.
Deze gedragsregels zijn van toepassing op ieder lid van NLingenieurs, tenzij anders is aangegeven.
2.
Ieder lid draagt er zorg voor dat deze gedragsregels door de personen die werkzaam zijn bij of verbonden zijn aan het lid worden nageleefd.
3.
De gedragsregels zijn gebaseerd op de principes: integriteit, onafhankelijkheid, deskundigheid, vertrouwelijkheid, duurzaamheid, veiligheid en maatschappelijk verantwoord handelen.
4.
Ieder lid neemt bij de uitoefening van zijn beroep door het volgen van deze principes zijn verantwoordelijkheid jegens de maatschappij, de opdrachtgever en de mede participanten in het adviesproces waarin hij betrokken is.
5.
Ieder lid houdt zich aan de vigerende wet- en regelgeving.
6.
Ieder lid is zich bewust van het belang van zijn functie in het maatschappelijk verkeer en van het belang van de bijdrage die zijn advies kan leveren aan de ontwikkeling van de (menselijke) omgeving.
Integriteit 7.
Ieder lid treedt in zijn beroepsmatige, zakelijke en maatschappelijke betrekkingen eerlijk en oprecht op, handelend naar relevante wet- en regelgeving, zonder enige tolerantie voor corruptie, omkoping, bedrog en andere vormen van onoorbaar handelen en nalaten.
8. Transparantie, begrijpelijkheid en openheid in advisering staan voorop in de beroepsuitoefening.
Onafhankelijkheid 9.
Ieder lid vermijdt alles wat de onafhankelijkheid van zijn advies kan schaden.
10. De onafhankelijkheid van het lid kenmerkt zich onder meer doordat: • het lid zich in zijn advisering niet laat beïnvloeden door onoorbare nevenbelangen; • het lid geen beloning, in welke vorm dan ook, aanvaardt die afbreuk doet aan zijn onafhankelijkheid. 11. Een lid dient geen tegenstrijdige belangen van verschillende opdrachtgevers, tenzij deze schriftelijk verklaren akkoord te gaan met uitvoering van de betreffende werkzaamheden door het lid.
Deskundigheid 12. Ieder lid volgt de voor zijn vakgebied relevante ontwikkelingen in technologie en wetgeving. Een lid houdt zijn kennis en vaardigheden op het vereiste niveau en hanteert de voor de branche specifieke eisen die de deskundigheid borgen en handelt daar naar. 13. Ieder lid aanvaardt uitsluitend een opdracht indien en voor zover hij over de voor de juiste vervulling daarvan noodzakelijke kennis en kunde kan beschikken. 14. Ieder lid hanteert naast deze gedragsregels, een kwaliteitsmanagementsysteem.
Vertrouwelijkheid 15. Ieder lid eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van informatie die hij in het kader van zijn beroepsmatig en zakelijk handelen verkrijgt. 16. Een lid mag van vertrouwelijke gegevens alleen gebruik maken voor zover dit voor de vervulling van zijn opdracht vereist is. 17. Een lid maakt vertrouwelijke informatie niet aan derden bekend, tenzij daartoe een wettelijke plicht bestaat.
Duurzaamheid, veiligheid en maatschappelijk verantwoord handelen 18. Ieder lid bevordert duurzaam, veilig en maatschappelijk verantwoord handelen zo veel mogelijk. 19. Ieder lid handelt in zijn interne bedrijfsvoering en in zijn adviserende werkzaamheden met respect voor mens, milieu en maatschappij. Daarmee vervult hij een voorbeeldfunctie en creëert hij terzake bewustwording bij opdrachtgevers en andere partijen in de bedrijfskolom. 20. Indien in projecten niet of onvoldoende rekening is gehouden met de onderwerpen genoemd in de artikelen 18 en 19, maakt het lid de opdrachtgever hierop met redenen omkleed attent. 21. Ieder lid onthoudt zich van handelingen die in strijd zijn met bestaande wet- en regelgeving of met internationale natuur- of milieuovereenkomsten of –conventies waaraan het land, waarin het lid actief is, gebonden is.
Praktijkregels 22. Ieder lid behartigt binnen de kaderstelling van de opdracht de gerechtvaardigde belangen van zijn opdrachtgever naar beste vermogen. Daarbij bevordert het lid dat de opdrachtgever een oplossing kiest die een bijdrage levert aan een duurzame ontwikkeling en inrichting van de samenleving. 23. Ieder lid onderhoudt goede contacten met andere leden, beconcurreert andere leden niet oneerlijk en toont respect voor andere leden. 24. Indien een geschil ontstaat tussen twee of meer leden, dient ieder lid er voor te waken dat de belangen van hun respectieve opdrachtgevers niet worden geschaad.
25. Indien een lid gevraagd wordt om de werkzaamheden van een ander lid te herzien of over te nemen, dan dient hij dat op zorgvuldige wijze te doen1. Hierbij wordt in ieder geval het principe van hoor en wederhoor toegepast.
Naleving 26. Op de naleving van deze gedragsregels wordt toegezien door de commissie Verenigingszaken. 27. De commissie Verenigingszaken staat de volgende sancties ter beschikking: waarschuwing, berisping, schorsing van het lidmaatschap (tot maximaal 6 maanden) en royement. 28. Een opgelegde sanctie kan door de commissie Verenigingszaken binnen de vereniging bekendgemaakt worden. Een dergelijke bekendmaking is geanonimiseerd en niet te herleiden tot enig persoon of lid. 29. Tegen besluiten van de commissie Verenigingszaken staat beroep open bij het bestuur. Hangende een beroep blijft de beslissing van kracht.
Inwerkingtreding 30. Deze gedragsregels vervangen de Gedragsregels van 6 december 2001 en treden in werking op 24 juni 2010.
1
Op 21 november 2007 heeft het bestuur de Leidraad bij second opinions vastgesteld waarin een kader is geformuleerd waarbinnen invulling gegeven kan worden aan een professionele uitvoering van een second opinion.
Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed Willem Barentszstraat 1 3902 DE Veenendaal T 0318 - 548555 F 0318 - 548090 E
[email protected] www.reov.nl
Gedragscode voor Onderhoudskundigen Deze gedragscode is van toepassing op Onderhoudskundigen, die zijn ingeschreven in het Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed, gehouden door de Stichting REOV te Veenendaal.
Belang van de gedragscode Onderhoudskundigen adviseren over onderhoud van vastgoed. Deze adviezen leiden vaak tot grote investeringen en brengen daarom grote verantwoordelijkheden met zich mee. Niet alleen jegens de eigenaren en gebruikers van de individuele vastgoedobjecten maar ook jegens de gehele Nederlandse samenleving. Het Bestuur heeft daarom een register in het leven geroepen waar Onderhoudskundigen, die aantoonbaar op een professioneel HBO-niveau kunnen adviseren, zich kunnen laten registreren. Voor deze Onderhoudskundigen is een gedragscode opgesteld. Daarin worden gedragsregels beschreven die op professionele wijze naar letter en geest nagekomen moeten worden. Begrippen Stichting
de stichting REOV handelend onder de naam Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed
Bestuur
het bestuur van de Stichting REOV
Waarborgcommissie een commissie van deskundigen uit de wereld van vastgoed die het niveau van kennis en vaardigheden van Onderhoudskundigen bewaakt Kandidaat
de natuurlijke persoon die aangegeven heeft ingeschreven te willen worden in het Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed van de Stichting REOV
Onderhoudskundige de natuurlijke persoon die door de Stichting REOV in het door haar gehouden Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed is ingeschreven Doel van de gedragscode −
Positionering van de Onderhoudskundige in de samenleving in het algemeen en in de onderhoudsadviespraktijk in het bijzonder;
−
Benoemen van de persoonlijke verantwoordelijkheden van de Onderhoudskundigen bij het geven van adviezen;
−
Bieden van een basis voor beoordeling van conflicten tussen Onderhoudskundige onderling en derden;
−
Geven van handvatten voor de beroepsmatige omgang tussen Onderhoudskundigen;
−
De Onderhoudskundigen een onderscheidend vermogen bieden met betrekking tot hun vakbekwaamheid in de Nederlandse samenleving.
Versie 3 – 28 september 2006
Gedragscode voor Onderhoudskundigen
Toepassingsgebied −
De gedragscode is van toepassing voor alle Onderhoudskundigen ingeschreven in het Register Erkend Onderhoudskundige Vastgoed van het REOV;
−
Aan de gedragscode kunnen door derden geen rechten worden ontleend.
Gedragsregels In deze gedragscode zijn de gedragsregels geordend naar algemene en doelgroep gerichte regels. De gedragsregels voor een Onderhoudskundige luiden als volgt: Algemeen: −
Is in zijn handelen zorgvuldig, deskundig, integer, objectief en loyaal;
−
Zal zich inspannen de gedragscode naar eer en geweten na te komen;
−
Beschikt over alle kennis en ervaring om professioneel te kunnen adviseren;
−
Levert adviezen conform wettelijke bepalingen en daaruit voortvloeiende geschreven en ongeschreven richtlijnen en aanbevelingen;
−
Geeft inzicht in onzekerheden en risico’s met betrekking tot gegeven adviezen en daaruit voortvloeiende onderhoudswerken;
−
Meldt bij mogelijke verstrengeling van belangen dit aan belanghebbende partijen en maakt duidelijk welke keuze hij maakt.
Ten aanzien van de maatschappij: −
Spant zich in schaarse grondstoffen duurzaam toe te passen en de kwaliteit van onze leefomgeving zoveel mogelijk te beschermen;
−
Bewaakt de veiligheid, gezondheid en welzijn van al diegenen die bij de voorbereiding en uitvoering van onderhoud van vastgoed zijn betrokken;
−
Houdt rekening met de economische en emotionele belangen van eigenaren en gebruikers van het vastgoed;
−
Houdt rekening met de culturele waarden van vastgoed.
Versie 3 – 28 september 2006
Gedragscode voor Onderhoudskundigen
Ten aanzien van werkgever en/of opdrachtgevers: −
Geeft alleen professioneel verantwoorde adviezen;
−
Adviseert alleen als de beschikbare deskundigheid toereikend is;
−
Behartigt loyaal de belangen van werkgever en/of opdrachtgevers;
−
Levert geen informatie aan derden zonder toestemming van de eigenaar van die informatie;
−
Maakt gebruik van administratieve procedures ter bevordering van de kwaliteit van dienstverlening;
−
Geeft bij adviezen aan wat mogelijke effecten en risico’s zijn als ze opgevolgd worden;
−
Wijst in rapportages op eventuele consequenties bij het niet opvolgen van de aanbevelingen.
Ten aanzien van medewerker(s): − Geeft duidelijke omschrijvingen van uit te voeren werkzaamheden; −
Zorgt voor een passende opleiding van medewerkers;
−
Bevordert samenwerking in de organisatie;
−
Wijst bij samenwerken met derden (collega’s, medewerkers en externen) erop dat de gedragscode ook op hun werk van toepassing is.
Ten aanzien van mede-onderhoudskundigen en collega's − Stelt zich collegiaal op en staat open voor een kritische dialoog; −
Draagt bij aan de ontwikkeling van het vakgebied onderhoudskunde vastgoed;
−
Draagt bij aan de overdracht van kennis;
−
Houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen binnen zijn vakgebied;
−
Bevordert het handelen naar deze gedragscode.
Sanctiebepalingen en bezwaar tegen sancties Het niet naleven van de gedragscode, op een wijze die het aanzien van de beroepsgroep ernstig schaadt, kan tot royement van de inschrijving in het Register van het REOV leiden. Dit naar het oordeel van het Bestuur van het REOV, na hoor en wederhoor van de Onderhoudskundige. Bezwaren tegen sancties kunnen ingediend worden bij de Waarborgcommissie via het secretariaat van het Bestuur.
Versie 3 – 28 september 2006