VOORAFGAANDE BEPALINGEN
VOORAFGAANDE BEPALINGEN Artikel 1
Geslacht
In het reglement wordt gemakshalve alleen verwezen naar het mannelijk geslacht ten aanzien van de leden en aangeslotenen; bedoeld wordt, behoudens uitdrukkelijk anders vastgelegd, zowel het mannelijk als het vrouwelijk geslacht.
Artikel 2
Scheidsrechters
Behoudens andersluidende bepaling, beoogt de term "scheidsrechter" zowel de scheidsrechter als de assistent-scheidsrechter.
Artikel 3
Werkdagen
Principe De term "werkdag" slaat op alle dagen van de week, uitgezonderd zaterdagen, zondagen en nationale wettelijke feestdagen. 2. Modaliteit De nationale wettelijke feestdagen zijn: -
1 januari (Nieuwjaar) Paasmaandag 1 mei (Feest van de Arbeid) Onze Heer Hemelvaart Pinkstermaandag 21 juli (Nationale Feestdag) 15 augustus (Maria Tenhemelopneming) 1 november (Allerheiligen) 11 november (Wapenstilstand) 25 december (Kerstmis)
Artikel 4
Begin en einde van een periode
De eerste reglementaire dag van een periode blijft behouden, zelfs indien het geen werkdag is. Indien de laatste reglementaire dag van een periode geen werkdag is, sluit de periode de daaropvolgende werkdag. De datum in het poststempel is rechtsgeldig.
Artikel 5
Verplaatsingskosten
1. Individuele verplaatsingskosten De individuele verplaatsingskosten worden berekend volgens het door het Uitvoerend Comité goedgekeurd blokkensysteem naar rato van 2,50 EUR per blok met een minimumbedrag van 5,00 EUR. 2. Verplaatsingskosten per ploeg De verplaatsingskosten per ploeg worden berekend volgens het door het Uitvoerend Comité goedgekeurd blokkensysteem op basis van het tarief van het openbaar vervoer. Het bedrag per blok wordt bij aanvang van elk seizoen gepubliceerd in de bondsbladen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
1
VOORAFGAANDE BEPALINGEN
Artikel 6
De “bond”
Met “bond”, in al zijn samenstellingen (bondspersoneel, bondsreglement, …), wordt steeds de KBVB bedoeld.
Artikel 7
Huishoudelijk reglement Voetbalfederatie Vlaanderen
Onderhavige bepalingen (reglement en bijlagen) gelden, waar toepasselijk, ook onverkort voor de “Voetbalfederatie Vlaanderen” (VFV), Vlaamse vleugel van de KBVB.
2
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
TITEL 1 DE KBVB HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 101
KBVB: stichting - duur - ontbinding
1. De Koninklijke Belgische Voetbalbond (afgekort KBVB) werd gesticht op 1 september 1895. 2. De duur van de KBVB is onbeperkt. Alleen een daartoe speciaal bijeengeroepen buitengewone algemene vergadering kan, met een meerderheid van 81% van het totaal aantal stemmen, de ontbinding beslissen. 3. Wanneer de algemene vergadering besluit tot de ontbinding van de KBVB, vereniging van gemeen recht, beslist zij eveneens met volstrekte meerderheid over de modaliteiten van de tegeldemaking van het patrimonium en over de toewijzing van de eventuele batige activa. Zij stelt hiertoe drie vereffenaars aan.
Artikel 102
KBVB: doel
De KBVB heeft tot doel de administratieve en sportieve organisatie van de voetbalsport evenals de verspreiding ervan onder al haar vormen, buiten elke godsdienstige, filosofische, politieke of racistische voorkeur.
Artikel 103
KBVB: zetel - maatschappelijk boekjaar
1. De zetel van de KBVB en van zijn nationale instanties is gevestigd in Brussel. De provinciale comités en de provinciale scheidsrechterscommissies hebben hun zetel in de provinciehoofdplaats, behoudens afwijking door het Uitvoerend Comité toegestaan. 2. Het maatschappelijk boekjaar van de KBVB begint op 1 juli en eindigt op 30 juni.
Artikel 104
Nationale en Internationale vertegenwoordiging ● FIFA
1. Als lid van de Internationale Voetbalbond (FIFA) vanaf diens ontstaan, wordt de KBVB door alle buitenlandse bonden erkend als enige bond, die in België de voetbalsport vertegenwoordigt. 2. Als lid van de Fédération Internationale de Football Association (FIFA) en van de Union des Associations Européennes de Football (UEFA) verbinden de KBVB en zijn organen, onder voorbehoud van de algemene rechtsprincipes, van de bepalingen van openbare orde en van de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake, zich ertoe: -
de spelregels zoals ze werden opgesteld door de Internationale Football Association Board (IFAB) na te leven; de statuten, reglementen en beslissingen van de FIFA en de UEFA na te leven; de principes van loyauteit, integriteit en sportieve geest als teken van fair play na te leven; de bevoegdheid van het "Tribunal Arbitral du Sport" (TAS) in Lausanne (Zwitserland), zoals voorzien door de overeenstemmende Statuten van de FIFA en de UEFA, te erkennen; in laatste aanleg elk geschil van nationale aard voortvloeiend uit de toepassing van de statuten of reglementen van de KBVB, of wat ermee verband houdt, uitsluitend voor te leggen aan een onafhankelijk en onpartijdig scheidsrechterlijk college, dat het geschil zal beslechten.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
3
TITEL 1: DE KBVB
Artikel 105
KBVB: samenstelling – Lidmaatschap VFV
1. Principes 11. De KBVB is samengesteld uit: -
effectieve leden (clubs); toetredende leden; geconventioneerde leden; toegewezen aangeslotenen; niet-toegewezen aangeslotenen.
12. Het begrip "club" omvat: -
de effectieve leden; de toetredende of geconventioneerde leden, in de mate dat de reglementsbepalingen inzake de effectieve leden op hen van toepassing zijn.
13. Lidmaatschap VFV 131. Door hun lidmaatschap van de KBVB zijn de clubs uit de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, VlaamsBrabant, West-Vlaanderen automatisch lid van de “vzw Voetbalfederatie Vlaanderen” (afgekort VFV), en vice versa. De clubs uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die dit wensen, kunnen tot deze vzw toetreden. 132. Echter, indien zulke club niet deelneemt aan de kampioenschappen van de provincies Antwerpen, Limburg, OostVlaanderen, (sportieve provincie) Brabant of West-Vlaanderen, of aan de nationale kampioenschappen, bekomt deze club niet het lidmaatschap van de VFV. 133. De toegewezen aangeslotenen aan clubs die lid zijn van de VFV, zijn automatisch lid van de VFV. Ze verliezen dit lidmaatschap indien ze naderhand niet meer toegewezen zijn aan een club die lid is van de VFV. 2. Modaliteiten 21. Effectieve leden: de effectieve voetbalclubs, met inbegrip van de futsalclubs; 22. Toetredende leden: de verenigingen, verstandhoudingen en liga's binnen dewelke de effectieve leden, de aangeslotenen of de personen die het Belgisch voetbal, georganiseerd door de KBVB, wensen te bevorderen, zich groeperen om hun belangen te verdedigen; 23. Geconventioneerde leden: de voetbalclubs, behorende tot een bedrijf, een administratie, een school of een andere groepering evenals de groeperingen zelf, die hun eigen voetbalcompetities organiseren en die als dusdanig door het Uitvoerend Comité aanvaard worden; de betrekkingen van deze groeperingen met de KBVB worden geregeld bij overeenkomst; 24. Toegewezen aangeslotenen: de natuurlijke personen die aangesloten worden op voorstel van een effectieve club en die haar worden toegewezen; 25. Niet-toegewezen aangeslotenen: de natuurlijke personen die ten individuele titel aangesloten zijn en niet toegewezen zijn aan een club.
4
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
Artikel 106
Externe betrekkingen ● Vertegenwoordiging
1. Principes 11. De nationale en internationale betrekkingen, van welke aard ook, behoren tot de bevoegdheid van het Uitvoerend Comité. Desgevallend worden zij geregeld door overeenkomsten, die goedgekeurd moeten worden door de algemene vergadering. 12. Op alle officiële of sportieve manifestaties waarop hij zowel in het binnenland als in het buitenland aanwezig is, wordt de KBVB vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter of zijn afgevaardigde, en desgevallend door de Directeur-generaal. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een speler, onder contract bij een profclub, betrokken is bij een geschil betreffende een internationale transfer, wordt het dossier door de KBVB toevertrouwd aan de Pro League. Deze Liga vertrouwt het dossier toe aan een gevolmachtigde aangeduid volgens haar eigen reglementen. De aangeduide gevolmachtigde wordt door de KBVB geaccrediteerd bij de UEFA en/of de FIFA. 22. Bij de door de clubs op touw gezette manifestaties, laat de bond zich desgevallend door één door het Uitvoerend Comité aangestelde afgevaardigde vertegenwoordigen. Het Uitvoerend Comité kan hiervoor eventueel beroep doen op een lid van een andere bondsinstantie. De andere bondsinstanties mogen een afgevaardigde aanwijzen, voor zover dit geen kosten voor de KBVB meebrengt. Alle uitnodigingen moeten veertien kalenderdagen vóór de geplande manifestatie bij het Uitvoerend Comité toekomen.
Artikel 107
Bondsbladen
1. Principes 11. De KBVB publiceert wekelijks een bondsblad in het Nederlands (Sportleven) en in het Frans (La Vie Sportive). Deze publicatie gebeurt uitsluitend op internet. 12. Wat betreft de datum van publicatie, als referentiepunt voor een aantal procedurehandelingen, geldt de datum van de woensdag van de week waarin de bondsbladen op internet gepubliceerd worden, ongeacht of dit al dan niet een werkdag is. 2. Modaliteiten 21. In beide edities worden de notulen en de officiële berichten van de nationale instanties opgenomen. 22. De verslagen en de officiële berichten van de provinciale instanties verschijnen uitsluitend in de Nederlandstalige of de Franstalige uitgave, naargelang van het taalregime van de provincie. De notulen en officiële berichten van de instanties van Brabant verschijnen in beide bladen.
Artikel 108
Archieven en benodigdheden
1. Principe De KBVB archiveert gedurende vastgestelde periodes de verschillende documenten. De levering van benodigdheden aan de KBVB geschiedt bij beperkte aanbesteding. 2. Modaliteit Worden bewaard: gedurende onbepaalde tijd: de comptabiliteitsboeken; na het lopende seizoen: gedurende tien seizoenen: de schadedossiers en de desbetreffende boekhoudkundige stukken; gedurende vijf seizoenen: de briefwisseling in verband met ontslagen, desaffectaties en transfers van aangeslotenen; gedurende drie seizoenen: de andere documenten. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
5
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 2: BEHEER EN BEVOEGDHEDEN Artikel 111
KBVB: beheer
1. De KBVB vertrouwt het financieel en administratief beheer van zijn patrimonium toe aan de v.z.w. KBVB, mits betaling van de daartoe gemaakte kosten en uitgaven. Het bedrag ervan wordt elk jaar vastgesteld door de algemene vergadering van de effectieve leden (clubs). 2. Bij ontbinding van de v.z.w. wordt het overblijvend maatschappelijke bezit toegewezen aan de KBVB, feitelijke vereniging, die er akte van neemt en het aanvaardt.
Artikel 112
De bevoegdheden
1. Principes 11. De organisatie en het beheer van de voetbalsport vallen conform de statuten van de v.z.w. KBVB en dit reglement, onder de bevoegdheid van de algemene vergadering en van de bondsinstanties door dit reglement ingesteld. 111. Het beheer van de nationale ploegen, inbegrepen de nationale jeugdploegen, is de uitsluitende bevoegdheid van de KBVB 112. De organisatie van de kampioenschappen voor seniores van het betaald voetbal, van de Beker van België en van al de kampioenschappen in de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen is de uitsluitende bevoegdheid van de KBVB. 113. De organisatie van de nationale jeugdkampioenschappen, de kampioenschappen van 3de nationale afdeling en van Bevordering, de nationale kampioenschappen van het futsal en van dames, en van de sportieve provincie Brabant is de bevoegdheid van de KBVB, met medewerking van de VFV. 114. De organisatie van al de kampioenschappen in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen is de uitsluitende bevoegdheid van de VFV, dewelke een samenwerkingsakkoord kan afsluiten met de KBVB voor wat betreft de deelname van clubs niet behorende tot de VFV. 12. De reglementaire, de uitvoerende en de sportieve, disciplinaire en rechtsprekende bevoegdheid zijn strikt van elkaar gescheiden. 13. Het Uitvoerend Comité heeft de bevoegdheid het reglement te interpreteren en mag tijdelijke wijzigingen aanbrengen aan de modaliteiten. 14. De bondsinstanties en hun leden zijn gehouden de statuten, de reglementen, de richtlijnen, de beslissingen en de ethische code van de FIFA en van de UEFA in de uitoefening van hun activiteiten na te leven. 2. Modaliteiten 21. De reglementaire bevoegdheid komt toe aan de wetgevende instantie van de KBVB, de Nationale Studiecommissie. 22. De uitvoerende bevoegdheid komt toe aan het Uitvoerend Comité, bijgestaan door de Directeur-generaal, en de bondsinstanties. Het Uitvoerend Comité is alleen verantwoordelijk tegenover de algemene vergadering voor zijn administratief, sportief en financieel beheer. 23. De sportieve, disciplinaire en rechtsprekende bevoegdheid komt toe, binnen de in dit reglement vermelde beperkingen, aan de algemene vergaderingen en de bondsinstanties, waaraan dergelijke bevoegdheid verleend werd.
6
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 3: DE REGLEMENTAIRE BEPALINGEN Artikel 116
Bondsreglement ● Opdeling van de reglementaire bepalingen
1. Principe De reglementaire bepalingen (het reglement), die dienen nageleefd te worden door de clubs en de aangeslotenen, worden opgedeeld in: -
een gedeelte “principes" een gedeelte “modaliteiten (en jurisprudentie)”
2. Modaliteiten 21. Jaarlijks, na de algemene vergadering, wordt ambtshalve een nieuwe uitgave van het reglement verzonden naar alle effectieve leden (clubs) en alle toetredende leden (liga's en verstandhoudingen), die bijkomende exemplaren kunnen bestellen. De kostprijs per exemplaar wordt vastgesteld door het Uitvoerend Comité en wordt ingeschreven op het debet van de rekeningcourant van de betrokkenen. 22. Het reglement wordt ook gepubliceerd op de website van de KBVB.
Artikel 117
Reglementaire bepalingen: verbintenis tot naleving - omvang van de bevoegdheden
1. Principes 11. De KBVB beschikt, conform onderhavige reglementaire bepalingen, over de volheid van bevoegdheid in sportieve, reglementaire, disciplinaire, administratieve en jurisdictionele aangelegenheden. 12. Door hun aansluiting aanvaarden alle leden (clubs) en aangeslotenen van de KBVB deze bevoegdheid. Zij worden geacht het reglement te kennen, alsook de interpretatieve beslissingen die dit reglement aanvullen en in de bondsbladen gepubliceerd worden. 13. De clubs verbinden zich ertoe elk geschil met de KBVB, na de uitputting van de interne middelen voor zover deze in huidig reglement zijn voorzien, voor te leggen aan een scheidsrechterscollege dat zal vergaderen en uitspraak doen conform de ter zake geldende bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek. 2. Modaliteit De KBVB mag de uitoefening van bepaalde welomschreven bevoegdheden delegeren aan liga’s, afdelingen, groeperingen of verstandhoudingen, binnen de voorwaarden die hij zelf bepaalt, hetzij in het kader van onderhavig reglement, hetzij in het kader van bijzondere overeenkomsten.
Artikel 118
Voorstellen tot reglementswijzigingen
1. De voorstellen tot reglementswijziging moeten, samen met de memorie van toelichting, vóór 1 maart naar de Directeurgeneraal gestuurd worden. Elk laattijdig ingediend voorstel wordt onontvankelijk verklaard, tenzij het Uitvoerend Comité het voor zijn rekening neemt. 2. Diegene die uitgaan van het Uitvoerend Comité moeten evenwel ten laatste op de datum van de publicatie van de agenda van de algemene vergadering in de bondsbladen ter kennis van de clubs gebracht worden. 3. Voorstellen in verband met wijzigingen die minder dan vijf jaar tevoren door een algemene vergadering werden goedgekeurd of verworpen, worden door de Directeur-generaal aan het Uitvoerend Comité voorgelegd. Dit beslist of die voorstellen op de agenda kunnen geplaatst worden. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
7
TITEL 1: DE KBVB
Artikel 119
Wijzigingen aan de reglementaire bepalingen
1. Principes 11. Wijziging aan de reglementaire bepalingen 111. Na behandeling in de Nationale Studiecommissie 1° Om aanvaard te worden, dienen de voorstellen van wijzigingen van de principes en/of van de modaliteiten minstens 81% te behalen van het totaal aantal stemmen dat aan de liga’s en provincies is toebedeeld in de nationale algemene vergadering. Deze wijzigingen gaan dan in voege na de volgende algemene vergadering. 2° Indien men echter unaniem instemt met de voorgestelde wijzigingen, kan de Nationale Studiecommissie beslissen over de datum waarop ze van kracht zullen worden. 112. Door een beslissing van het Uitvoerend Comité 1° Het Uitvoerend Comité kan, met onmiddellijke inwerkingtreding, beslissen over wijzigingen van de modaliteiten. Derdenverzet door elke belanghebbende club tegen een wijziging die de rechten van de club schaadt is mogelijk binnen de acht kalenderdagen na publicatie in de bondsbladen. 2° Opdat deze wijzigingen nog van kracht zouden blijven na het lopende seizoen, dienen ze door de Nationale Studiecommissie goedgekeurd te worden met minstens 81% van de stemmen. Indien een wijziging door de Nationale Commissie wordt afgewezen, kan het Uitvoerend Comité in de volgende jaren niet meer beslissen om deze modaliteit te wijzigen zonder instemming van de Nationale Studiecommissie. 12. Indien een voorstel tot wijziging aan het reglement exclusief van toepassing is op ofwel het Betaald Voetbal ofwel het Amateurvoetbal, zal de beslissing hierover enkel en alleen genomen worden door de desbetreffende entiteit. De beslissing of een materie exclusief van toepassing is op een bepaalde entiteit wordt genomen door het Uitvoerend Comité. 13. Blokkeringsminderheid 131. De officiële afvaardiging van de liga’s van het Betaald Voetbal beschikken over een door de delegatieleider in te roepen blokkeringsminderheid voor de zaken die specifiek en uitsluitend betrekking hebben op het Betaald Voetbal en tegen elk voorstel dat de aan bovenvermelde liga’s toegekende bevoegdheden aantast. 132. Inzake de voorwaarden tot toekenning, intrekking of weigering van de licenties, wordt elke wijziging onderworpen aan de verwezenlijking van de volgende voorwaarden: -
voor de licentie van profclub: akkoord tussen de clubs van de Pro League en de clubs van de Nationale Voetballiga; voor de licentie van club van 2de nationale afdeling: akkoord tussen de clubs van de Nationale Voetballiga en de clubs van de Nationale Liga van 3de Afdeling.
2. Modaliteiten 21. Beslissingen tot wijzigingen aan het reglement of de modaliteiten die ingaan in de loop van een seizoen dienen binnen de veertien kalenderdagen ter kennis worden gebracht van clubs en aangeslotenen, via een duidelijk bericht in de bondsbladen. 22. Het derdenverzet wordt gedaan door middel van een aangetekend schrijven gericht aan de Directeur-generaal waarin de club haar belangen uiteenzet. Het derdenverzet wordt behandeld door het Uitvoerend Comité dat de verzetdoende club in zijn eerstvolgende nuttige vergadering hoort en binnen de 15 werkdagen na de sluiting van de debatten uitspraak doet in eerste en laatste aanleg.
8
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
Artikel 120
Interpretatie van het reglement
1. Principes 11. Alle in dit reglement niet voorziene gevallen, alsook elke onduidelijke bepaling, worden, onder de vorm van interpretatieve beslissing, door het Uitvoerend Comité beslecht indien de noodzaak daartoe bestaat en de hoogdringendheid vaststaat. Deze beslissing is onmiddellijk van toepassing en geldig voor het lopende seizoen, en wordt binnen de veertien kalenderdagen in de bondsbladen gepubliceerd. 12. Derdenverzet door elke belanghebbende club tegen een interpretatieve beslissing die de rechten van de club schaadt is mogelijk binnen de acht kalenderdagen na publicatie in de bondsbladen. 13. Opdat deze interpretatie nog van kracht zou zijn na het lopende seizoen, moet de Nationale Studiecommissie zich uitspreken over de reglementsbepalingen die voortvloeien uit de voormelde interpretatieve beslissingen. 14. Het Uitvoerend Comité oefent zijn interpretatierecht uit inzake specifieke futsalaangelegenheden op grond van een hem ambtshalve of op door de Commissie Futsal voorgelegd advies. 2. Modaliteiten 21. Zolang een procedure hangende is bij een bondsinstantie, mag het Uitvoerend Comité geen interpretatieve beslissing nemen slaande op de zaak. 22. Het derdenverzet wordt gedaan door middel van een aangetekend schrijven gericht aan de Directeur-generaal waarin de club haar belangen uiteenzet en haar andersluidende interpretatie motiveert. Het derdenverzet wordt behandeld door het Uitvoerend Comité dat de verzetdoende club in zijn eerstvolgende nuttige vergadering hoort en binnen de 15 werkdagen na de sluiting van de debatten uitspraak doet in eerste en laatste aanleg. 23. Indien de Nationale Studiecommissie een interpretatieve beslissing van het Uitvoerend Comité verwerpt, dient dit comité, wanneer het een nieuwe beslissing wenst te nemen in dezelfde, identieke of gelijkaardige zaak zich te schikken naar het standpunt van de Nationale Studiecommissie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
9
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 4: DE NATIONALE ALGEMENE VERGADERING Artikel 126
Definitie ● Leiding ● Bevoegdheden ● Plaats ● Datum ● Buitengewone algemene vergadering
1. Principes 11. De nationale algemene vergadering is samengesteld uit afgevaardigden van de effectieve clubs en de leden van het Uitvoerend Comité. 12. De nationale algemene vergadering: -
is soeverein. Haar beslissingen zijn definitief en zonder verhaal; is als enige bevoegd om over feiten te oordelen die zich tijdens de algemene vergadering voordoen; mag commissies aanstellen.
13. Het Uitvoerend Comité heeft het recht buitengewone algemene vergaderingen te beleggen. Het is daartoe verplicht, indien één derde van de effectieve clubs erom verzoekt. 2. Modaliteiten 21. De nationale algemene vergadering wordt geleid door de Bondsvoorzitter of, indien hij belet is, door één van de ondervoorzitters volgens de rangorde. 22. De gewone algemene vergadering heeft eenmaal per jaar plaats te Brussel, op de laatste zaterdag van de maand juni.
Artikel 127
Agenda
1. Principes 11. De agenda wordt vier weken vóór de vergadering in de bondsbladen gepubliceerd. 12. Het Uitvoerend Comité mag de agenda aanvullen door er elk punt op te plaatsen dat naar zijn oordeel onder de bevoegdheid van de algemene vergadering valt. 2. Modaliteit De agenda omvat volgende punten: 1° Verificatie van de volmachten der afgevaardigden; 2° Schrapping en wedertoetreding van clubs; bekrachtiging van de toetreding, het ontslag en de fusie van clubs; 3° Verslag van het Uitvoerend Comité; 4° Interpellaties; 5° Bekrachtiging van de verkiezing van de door de liga’s en provincies voorgedragen kandidaten voor het Uitvoerend Comité, het Beroepscomité voor het voetbal en het Sportcomité voor het voetbal; 6° Bekendmaking van de winnaars van de nationale competities en overhandiging van de bekers, diploma's en medailles; 7° Verslag over de wijzigingen aan het reglement; 8° Verslag over de geldelijke toestand; 9° Verslag van de Raad van Toezicht; 10° Goedkeuring van de jaarrekening; 11° Goedkeuring van het begrotingsontwerp voor het volgend seizoen; 12° Goedkeuring van de akkoorden met de geconventioneerde groeperingen;
10
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB 13° Goedkeuring van de door het Uitvoerend Comité gedane benoemingen; 14° Aanduiding van een nieuw lid voor de Raad van Toezicht; 15° Goedkeuring van de beslissingen genomen door de algemene vergadering futsal.
Artikel 128
Samenstelling
1. Principes 11. De effectieve voetbalclubs zijn als volgt vertegenwoordigd: -
De clubs van 1ste, 2de en 3de nationale afdelingen: één afgevaardigde per club; De clubs van de bevordering: één afgevaardigde per twee clubs; De clubs van lagere afdelingen: honderd achttien afgevaardigden, verdeeld over de provincies.
12. De effectieve futsalclubs worden vertegenwoordigd door twaalf afgevaardigden, aangeduid door hun algemene vergadering. 2. Modaliteiten De afgevaardigden worden als volgt aangewezen: 21. In 1ste, 2de en 3de nationale afdelingen: door hun club 22. In bevordering: door de algemene vergadering van de clubs van deze afdeling. 23. In lagere afdelingen: De clubs van lagere afdelingen, in provinciale vergadering samengekomen, stellen de afgevaardigden aan. Op voorwaarde dat haar statuten het voorzien, kan een provinciale verstandhouding (eventueel de Provinciale Verstandhouding van de Lagere Afdelingen) zelf tot deze aanwijzing overgaan. De afgevaardigden moeten toegewezen zijn aan een club van een provinciale afdeling. De lijst van de afgevaardigden met de aanduiding van de identiteit van de delegatieleider moet aan de Directeur-generaal worden overgemaakt minstens drie weken voor de algemene vergadering.
Artikel 129
De afgevaardigden bondsinstanties
●
De
delegatieleiders
●
Leden
van
1. Principe De afgevaardigden moeten: -
minstens achttien jaar oud zijn; aangewezen zijn door hun club, hun liga of hun provincie; sinds minstens één jaar toegewezen zijn aan hun club; de enige afgevaardigde zijn van hun club; niet geschorst zijn.
2. Modaliteiten 21. De delegatieleider is verantwoordelijk voor: -
het naleven van het reglement i.v.m. de kwalificatie van zijn afgevaardigden; het verdelen onder de afgevaardigden van zijn groep van de stemkaarten en van de stembrieven, die hem één uur vóór de aanvang der zitting ter beschikking worden gesteld; het overhandigen van de lijst der afgevaardigden aan de aangestelden van de administratie, die zich aan de ingang van de zaal bevinden;
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
11
TITEL 1: DE KBVB -
het eventueel ambtshalve aanstellen van een woordvoerder die gelast is met het uiteenzetten van het standpunt, zelfs dit van een minderheid, van zijn liga of van zijn provincie.
Hij stemt in naam van zijn liga of zijn provincie. 22. De administratie van de bond verifieert, onder de verantwoordelijkheid van de Directeur-generaal, de volmachten van de afgevaardigden en het aantal stemmen, waarop ieder van de vertegenwoordigde clubs recht heeft. 23. De afgevaardigden mogen de terugbetaling vragen van hun verplaatsingskosten (zie Art. 5). 24. De leden van de bondsinstanties die niet als clubafgevaardigde aangesteld werden, mogen de algemene vergaderingen bijwonen maar niet deelnemen aan de debatten of stemmingen. Een lid van een bondsinstantie dat als clubafgevaardigde aangesteld werd, mag geen interpellatie voordragen.
Artikel 130
Stemverdeling ● Volmachten
1. Principes 11. Stemmingen bij naamafroeping De stemmen, in totaal vijfhonderd vierenveertig, worden voor de nationale afdelingen uitgebracht door de afgevaardigden van de clubs en voor de clubs van lagere afdelingen door de provinciale afgevaardigden volgens onderstaande verdeelsleutel en quota: -
1ste nationale afdeling: 108 stemmen; 2de nationale afdeling: 72 stemmen; 3de nationale afdeling: 64 stemmen; bevordering: 64 stemmen; lagere afdelingen: 236 stemmen te verdelen onder de provincies en dit volgens het aantal stemmen dat aan de clubs van elke provincie wordt toegekend op de provinciale algemene vergadering.
Voor de nationale afdelingen is het aantal stemmen per club gelijk aan het aantal stemmen voor de desbetreffende afdeling, gedeeld door het aantal clubs van deze afdeling. 12. De andere punten van de agenda Behalve wanneer de vergadering met een meerderheid van 81% van de hieronder vermelde stemmen beslist tot stemming bij naamafroeping over te gaan, worden de stemmen uitgebracht door de delegatieleider van elke liga en van elke provincie, volgens de hierna vermelde quota, of door de Voorzitter van de Nationale Studiecommissie (of zijn vervanger): -
Pro League: 19,85% Nationale Voetballiga: 13,24% Nationale Liga van 3de afdeling: 11,76% Nationale Liga van Bevordering: 11,76% Lagere afdelingen: 43,39%, onder de provincies verdeeld evenredig met het aantal naamstemmen dat hen werd verleend.
13. Stemming bij volmacht is toegelaten. 2. Modaliteit Inzake volmachten is het maximum aantal stemmen waarover een afgevaardigde kan beschikken: 1ste nationale afdeling: 12 stemmen 2de nationale afdeling: 8 stemmen 3de nationale afdeling: 4 stemmen Bevordering: 6 stemmen Lagere afdelingen: 8 stemmen.
12
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
Artikel 131
Quorum ● Stemmingen Blokkeringsminderheid
●
Vereiste
meerderheid
●
11. De algemene vergadering is geldig samengesteld, ongeacht het aantal vertegenwoordigde effectieve clubs. 12. De algemene vergadering kent vijf manieren van stemmen: -
de stemming door de Voorzitter van de Nationale Studiecommissie (of zijn vervanger); de stemming door de delegatieleiders; de stemming bij handopsteken; de stemming bij naamafroeping; de geheime stemming wanneer het personenkwesties betreft.
13. Behoudens bijzondere bepalingen, worden de beslissingen genomen bij volstrekte meerderheid der geldige stemmen. Om die te bepalen worden de blanco en ongeldige stembrieven van het aantal uitgebrachte stemmen afgetrokken. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 14. De voorstellen betreffende: -
de ontbinding van de KBVB, feitelijke vereniging wijzigingen aan de formule van de nationale kampioenschappen schrapping van clubs
moeten, om aanvaard te worden, minstens 81% behalen van het totaal aantal stemmen dat aan de liga’s en provincies is toebedeeld. 15. Blokkeringsminderheid De officiële afvaardiging van de liga’s van het Betaald Voetbal beschikken over een door de delegatieleider in te roepen blokkeringsminderheid in de algemene vergadering voor de zaken die specifiek en uitsluitend betrekking hebben op het Betaald Voetbal en tegen elk voorstel dat de aan bovenvermelde liga’s toegekende bevoegdheden aantast. De officiële afvaardiging van het futsal beschikt over een blokkeringsminderheid in de algemene vergadering, uitgedrukt door haar delegatieleider voor de punten die specifiek en uitsluitend betrekking hebben op het futsal.
Artikel 132
Interpellaties ● Verdediging standpunten
1. Principes 11. Alleen een effectieve club kan interpelleren in de algemene vergadering. 12. De interpellaties moeten niet op de agenda vermeld staan. Om ontvankelijk te zijn moeten zij evenwel minstens tien kalenderdagen vóór de algemene vergadering aan het Uitvoerend Comité betekend worden, samen met een memorie van toelichting waarin de gewraakte feiten duidelijk worden uiteengezet. 13. De interpellaties mogen geen betrekking hebben op geschillen die bij de bondsinstanties hangende zijn, noch voorgedragen worden door clubs die niet voorafgaandelijk de onderscheidene rechtsinstanties hebben uitgeput. 14. De algemene vergadering kan, tot besluit van een interpellatie, het Uitvoerend Comité goed- of afkeuren, doch heeft niet het recht een beslissing van het Uitvoerend Comité te verbreken, noch als beroepsinstantie een zaak te onderzoeken, die reeds door een bondsinstantie werd beslecht. 2. Modaliteiten 21. Het Uitvoerend Comité blijft vrij een interpellatie, die niet in de juiste vorm en binnen de gestelde termijn werd ingediend, te aanvaarden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
13
TITEL 1: DE KBVB 22. De club die wenst te interpelleren mag hiervoor een niet-aangesloten afgevaardigde sturen, zelfs wanneer ze vertegenwoordigd is door een officiële afgevaardigde. De aanwezigheid van deze afgevaardigde is beperkt tot de tijd van zijn interpellatie en de stemming daarover. 23. De leden van de bondsinstanties die over de zaak uitspraak hebben gedaan, mogen in de debatten niet tussenbeide komen. 24. Het standpunt van een liga of van een provincie, zelfs dit van een minderheid, mag in de algemene vergadering uiteengezet worden. De betrokken liga of provincie moet daartoe voorafgaandelijk de nodige schikkingen treffen.
Artikel 133
Verslagen ● Inwerkingtreding van de beslissingen
1. Principes 11. De verslagen van de algemene vergaderingen worden gepubliceerd in de bondsbladen binnen de twee daaropvolgende maanden. 12. De beslissingen genomen door de algemene vergadering worden verondersteld gekend te zijn door de clubs. Zij worden van kracht veertien kalenderdagen na de datum van de algemene vergadering, tenzij deze een andere datum beslist. 2. Modaliteiten 21. De verslagen van de algemene vergaderingen kunnen ter inzage worden gegeven aan de effectieve clubs die erom vragen, indien het Uitvoerend Comité de gegrondheid van deze aanvraag aanvaardt. 22. Elk verzoek tot rechtzetting moet, op straffe van verval, binnen de veertien kalenderdagen na de publicatie van het verslag aan de Directeur-generaal gericht worden per aangetekend schrijven. In geval van betwisting, wordt het geschil aan de daaropvolgende algemene vergadering voorgelegd.
14
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 5: DE PROVINCIALE ALGEMENE VERGADERING Artikel 136
Definitie ● Leiding ● Bevoegdheden ● Plaats ● Datum ● Buitengewone algemene vergadering
1. Principes 11. De provinciale algemene vergadering is samengesteld uit afgevaardigden van de effectieve clubs van de provincie, de leden van het provinciaal comité en van de provinciale scheidsrechterscommissie. 12. De provinciale algemene vergadering is soeverein binnen de perken van haar bevoegdheid. Zij alleen is bevoegd om te beslissen over de formule van de verschillende provinciale kampioenschappen. Haar beslissingen zijn definitief en zonder verhaal. Wanneer bewezen is dat het bondsreglement overtreden werd, heeft het Uitvoerend Comité het recht in te grijpen. 13. Een buitengewone algemene vergadering kan enkel gehouden worden bij beslissing van het Uitvoerend Comité, op verzoek van het provinciaal comité of van één derde van de clubs van de provincie. 2. Modaliteiten 21. De provinciale algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van het provinciaal comité, of indien deze belet is door één van de ondervoorzitters, volgens de rangorde. Het lid of de leden van het Uitvoerend Comité van de provincie zetelen bij het Bureau, evenals de voorzitter van de provinciale scheidsrechterscommissie. 22. De provinciale algemene vergadering heeft eenmaal per jaar plaats gedurende het weekend vóór de nationale algemene vergadering in de gemeente waar de zetel van het provinciaal comité gevestigd is. Het Uitvoerend Comité mag afwijkingen ter zake toestaan. 23. De provinciale algemene vergadering heeft de bevoegdheid om op vroeger genomen beslissingen terug te komen en te bepalen dat de nieuw aangenomen beslissingen onmiddellijk van kracht worden.
Artikel 137
Agenda
1. Principes 11. De agenda wordt vier weken vóór de vergadering in de bondsbladen gepubliceerd. 12. Het Provinciaal Comité mag de agenda aanvullen door er elk punt op te plaatsen dat naar zijn oordeel onder de bevoegdheid van de algemene vergadering valt. 13. De voor de nationale algemene vergadering vigerende voorschriften zijn, mutatis mutandis, van toepassing op de provinciale algemene vergadering. 2. Modaliteit De agenda omvat de volgende punten: 1° Verificatie van de volmachten der afgevaardigden; 2° Toespraak van de Voorzitter; 3° Verslag van het Provinciaal Comité; 4° Verslag van de Provinciale Scheidsrechterscommissie; 5° Interpellaties; 6° Toespraak van het lid van het Uitvoerend Comité; 7° Bekendmaking van de winnaars van de provinciale competities en overhandiging van de bekers, diploma's en medailles; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
15
TITEL 1: DE KBVB 8° Aanwijzing van de stemopnemers; 9° Verkiezingen voor het Provinciaal Comité en, indien nodig, van de provinciale afgevaardigden voor de nationale algemene vergadering; 10° Aangelegenheden van provinciale aard.
Artikel 138
De afgevaardigden ● Leden van bondsinstanties
1. Principes 11. De afgevaardigde met stemrecht wordt aangewezen door zijn club. Hij mag geen lid zijn van een provinciale instantie. 12. De criteria, geldend voor de afgevaardigden van de nationale algemene vergadering gelden eveneens voor de provinciale algemene vergadering, behoudens het vierde criterium, vermits meerdere afgevaardigden van eenzelfde club de vergadering mogen bijwonen. 2. Modaliteiten 21. De volmachten van de afgevaardigden en het aantal stemmen waarop de clubs recht hebben worden nagezien onder verantwoordelijkheid van het provinciaal comité. 22. De leden van de bondsinstanties die niet als clubafgevaardigde aangesteld werden, mogen de algemene vergaderingen bijwonen maar niet deelnemen aan de debatten of stemmingen. Een lid van een bondsinstantie dat als clubafgevaardigde aangesteld werd, mag geen interpellatie voordragen.
Artikel 139
Stemverdeling ● Volmachten
1. De afgevaardigden beschikken over een aantal stemmen dat als volgt bepaald wordt: 1° één stem per club die aan de officiële kampioenschappen deelneemt; 2° één bijkomende stem per club die vijfentwintig jaar aangesloten is of die ononderbroken actief is gedurende de laatste vijftien jaar; 3° een bijkomende stem met een maximum van tien, per ploeg die gerangschikt werd in de nationale en/of provinciale kampioenschappen of die, wat U6 tot U11 aangaat, de kalender volledig hebben afgewerkt, die onmiddellijk aan de vergadering voorafgaat. 2. Uitzondering: in geval van stemming bij handopsteken over technische kwesties in verband met de organisatie van het provinciaal voetbal, beschikt elke club slechts over één stem. 3. Stemmen bij volmacht is niet toegelaten.
Artikel 140
Quorum ● Stemmingen beslissingen
●
Meerderheid
●
Inwerkingtreding
1. De algemene vergadering is geldig samengesteld, ongeacht het aantal vertegenwoordigde clubs leden. 2. De algemene vergadering kent drie manieren van stemmen: -
de stemming bij handopsteken; de stemming bij naamafroeping; de geheime stemming wanneer het personenkwesties betreft.
Alle clubs mogen aan de stemming deelnemen.
16
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB 3. Behoudens bijzondere bepalingen, worden de beslissingen genomen bij volstrekte meerderheid der geldige stemmen. Om die te bepalen worden de blanco en ongeldige stembrieven van het aantal uitgebrachte stemmen afgetrokken. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. 4. In tegenstelling met de nationale kampioenschappen, is er voor een wijziging aan de formule van de provinciale kampioenschappen bovenvermelde volstrekte meerderheid voldoende. Alle clubs van de provincie - en niet alleen die van de betrokken afdelingen - mogen deelnemen aan deze stemming. 5. De beslissingen genomen door de provinciale algemene vergadering worden verondersteld gekend te zijn door de clubs. Zij worden van kracht veertien kalenderdagen na de datum van de algemene vergadering, tenzij deze een andere datum bepaalt.
Artikel 141
Verkiezingen
1. Principes 11. De verkiezing van de leden van het provinciaal comité, en desgevallend de provinciale afgevaardigden voor de nationale algemene vergadering, behoort tot de bevoegdheid van de provinciale algemene vergadering. 12. Om verkozen te worden moet de kandidaat minstens de helft plus één van het aantal geldig uitgebrachte stemmen bekomen. 13. Om het aantal geldige stemmen te bepalen worden van het totaal aantal uitgebrachte stemmen de blanco en ongeldige stemmen afgetrokken. 14. In bepaalde gevallen kan een nieuwe stemronde noodzakelijk zijn (ballotage). 2. Modaliteiten 21. Worden als ongeldige stemmen beschouwd, de stembriefjes waarop: namen van personen voorkomen die geen kandidaat zijn; gestemd wordt voor een aantal kandidaten dat hoger ligt dan het aantal te begeven plaatsen; tekens of vermeldingen voorkomen die het mogelijk maken de stemmers te identificeren. 22. Ballotage 221. Wanneer het aantal voorgedragen kandidaten groter is dan het aantal te begeven plaatsen, en niet alle plaatsen zijn toegewezen na de eerste stemronde, wordt een nieuwe stemronde gehouden voor de nog te begeven plaatsen tussen de kandidaten die, zonder de volstrekte meerderheid te hebben bekomen, het grootste aantal stemmen behaalden bij de eerste stemming, en dit tot beloop van twee kandidaten voor elke nog te begeven plaats. 222. Wanneer geen of niet voldoende kandidaten de volstrekte meerderheid behalen in de nieuwe stemronde, blijft de plaats vacant. 223. Een nieuwe stemronde is niet nodig wanneer er bij de eerste stemming slechts twee kandidaten zijn. 224. Bij staking van stemmen wordt de oudste titularis verkozen verklaard. Betreft het twee nieuwe kandidaten, dan is de oudste verkozen. 23. De telling van de stemmen gebeurt door het personeel van de bondsadministratie, onder toezicht van drie door de algemene vergadering aangewezen stemopnemers.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
17
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 6: DE BONDSFINANCIËN ● FONDSEN ● VERZEKERINGEN Artikel 146
Begroting van de KBVB ● Jaarrekeningen
1. Principes 11. Voor elk boekjaar worden de ramingen van de jaarlijkse inkomsten en uitgaven van de KBVB opgesteld door de Commissie van Financiën en ter goedkeuring voorgelegd aan het Uitvoerend Comité en de algemene vergadering. 12. De jaarlijkse rekeningen worden opgemaakt per 30 juni en ter goedkeuring voorgelegd aan het Uitvoerend Comité en aan de algemene vergaderingen. 2. Modaliteiten 21. De ramingen van de inkomsten en de uitgaven betreffende het futsal maken het voorwerp uit van een afzonderlijk ontwerp, opgesteld door de Commissie van Financiën, op advies van de Commissie futsal, en ter goedkeuring voorgelegd aan het Uitvoerend Comité en de algemene vergaderingen. 22. Het doorlopend nazicht van de rekeningen geschiedt door de Raad van Toezicht.
Artikel 147
Verantwoordelijkheid van het Uitvoerend Comité
11. De KBVB kan enkel door een beslissing van het Uitvoerend Comité financieel gebonden worden. 12. Het Uitvoerend Comité is verantwoordelijk voor het financieel beheer tegenover de algemene vergaderingen. 13. Alleen het Uitvoerend Comité mag uitgaven verrichten, die niet in de begroting voorzien zijn, zonder vooraf de Commissie van Financiën te raadplegen. Dergelijke uitgaven mogen evenwel 6.200,00 EUR niet te boven gaan, behalve wanneer ze voortvloeien uit wettelijke, sociale of contractuele verplichtingen.
Artikel 148
Nationaal Steunfonds
1. Principe Het Nationaal Steunfonds heeft tot doel financiële hulp te verlenen aan het slachtoffer van een voetbal- of futsalongeval met uitzonderlijk ernstige gevolgen, indien blijkt dat de onkosten of het inkomensverlies ten gevolge van dat ongeval zijn materiële bestaansvoorwaarden en/of die van zijn familie aantasten. 2. Modaliteiten 21. Wanneer het slachtoffer verplicht is een rechtsgeding in te spannen, kan het Nationaal Steunfonds de procedurekosten ten laste nemen, met inbegrip van de honoraria van een advocaat, aan te stellen door het Uitvoerend Comité. 22. Het Nationaal Steunfonds wordt beheerd door het Uitvoerend Comité, dat soeverein en zonder verhaal beslist, zowel over het principe als over de omvang van het bedrag van de tussenkomst. 23. De inkomsten van het Nationaal Steunfonds worden gevormd door giften.
Artikel 149
Fonds voor Promotie van het Jeugdvoetbal
1. Principe Het Fonds voor Promotie van het Jeugdvoetbal heeft tot doel de clubs te helpen bij de ontwikkeling van het jeugdvoetbal. 18
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB 2. Modaliteiten 21. Het dagelijks beheer van het Fonds voor Promotie van het Jeugdvoetbal wordt uitgeoefend door het Uitvoerend Comité. 22. De Bond crediteert het Fonds met de opbrengst van acties gevoerd om het gestelde doel te bereiken. 23. De bondsadministratie neemt de opvolging van deze bijstand, evenals van de verdeling van de verschuldigde sommen, op zich. Geschillen hieromtrent worden beschouwd als geschillen inzake transfers.
Artikel 151
Diverse verzekeringen
1.Principes 11. De KBVB zal: -
de burgerlijke aansprakelijkheid van de federatie, haar bestuurders, haar personeel en haar aangestelden, bedoeld in de artikelen 1382 tot en met 1386 van het Burgerlijk Wetboek, door een verzekering laten dekken;
-
ter bescherming van haar aangesloten leden verzekeringspolissen afsluiten;
-
ter bescherming van niet-leden bij sportpromotionele acties aparte verzekeringspolissen afsluiten.
12. De clubs mogen bijkomende verzekeringen ten voordele van hun spelers afsluiten 2. Modaliteit De clubs mogen het autovervoer van hun ploegen alleen toevertrouwen aan vervoerondernemingen die een verzekering hebben afgesloten, waardoor hun burgerlijke verantwoordelijkheid niet alleen tegenover derden, maar ook tegenover de passagiers gedekt is voor een onbeperkt bedrag per ongeval en per persoon. De voertuigen die dienen voor dit personenvervoer, moeten daartoe geschikt zijn. Al de vervoerde personen moeten over een zitplaats beschikken. Al deze voorschriften gelden ook voor voertuigen, toebehorend aan clubs of aangeslotenen.
Artikel 152
Indexering
1. Principes 11. Sommige vergoedingen en bijdragen worden jaarlijks aangepast aan de gezondheidsindex (basis 2004), waarvan de waarde op 01.01.2008 (index december 2007) 107,44 bedraagt. 12. Al de in dit reglement aangehaalde bedragen zijn de bedragen op 01.01.2009, index 111,24. 13. Het nieuwe bedrag na indexering = bedrag op 01.01.2008 x index op 01.01 van jaar van indexering. index op 01.01.2008 2. Modaliteiten 21. Volgende bedragen worden jaarlijks aangepast: -
de vaste jaarlijkse bondsbijdrage voor effectieve, toetredende of geconventioneerde leden (Art. 339); de individuele basisbijdrage per toegewezen aangesloten lid of tijdelijk gekwalificeerd lid; (Art. 340); de aanvullende individuele bondsbijdrage per toegewezen aangesloten lid of tijdelijk gekwalificeerd lid (Art. 340); de individuele bondsbijdrage voor niet-toegewezen geneesheren, verzorgers, trainers, aangeslotenen geconventioneerde leden (Art. 503); de vaste minimumbezoldiging en -premies die aan de niet-amateurs moeten betaald worden (Art. 528); de minimumvergoeding voor de bezoldigde trainers (Art. 601);
en
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
19
TITEL 1: DE KBVB -
de opleidingsvergoeding verschuldigd ten gevolge van de heraansluiting van spelers na ontslag van de amateur in de maand april (Art. 928); de vrijstelling bij tegemoetkoming van de verzekeraar (Art. 2116); De waarborg, te storten door de futsalclubs die in de nationale afdelingen uitkomen (Art. F342).
22. De aldus herziene vergoedingen en bijdragen worden afgerond naar de hogere of lagere 0,10 EUR, naargelang al dan niet de 0,05 EUR bereikt wordt. 23. Deze nieuwe bedragen zijn betaalbaar vanaf 1 juli.
20
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB
HOOFDSTUK 7: DE BONDSONDERSCHEIDINGEN ● KENTEKENS EN BONDSKAARTEN Artikel 156
De bondsonderscheidingen
1. Principes 11. De bondsonderscheidingen, beloning voor de diensten bewezen aan de bond of de clubs, worden toegekend en ingetrokken door het Uitvoerend Comité. 12. De verschillende bondsonderscheidingen zijn: -
Grootorde van Baron de Laveleye Gouden medaille Erelid Lid van verdienste Bondserepenning Erkentelijkheidsmedaille
13. De houders van een van deze onderscheidingen kunnen op hun verzoek, bij het begin van elk seizoen, een kaart verkrijgen die kosteloze toegang verleent tot alle onder toezicht van de bond gespeelde wedstrijden. 14. Een kenteken van clubleider kan toegekend worden aan verdienstelijke clubleiders 2. Modaliteiten 21. De voorstellen tot toekenning van bondsonderscheidingen worden ter bekrachtiging voorgelegd aan de volgende algemene vergadering. Elke sanctie, disciplinaire maatregel of afzetting kan de intrekking meebrengen van de bondsonderscheidingen. 22. Grootorde van Baron de Laveleye Deze hogere onderscheiding kan slechts één keer per jaar worden toegekend, zonder dat dit noodzakelijk elk jaar hoeft te gebeuren. Zij wordt toegekend door het Uitvoerend Comité, op voorstel van het Bureau van dit Comité. Zij kan slechts worden verleend aan iemand die nog in leven is, aangesloten bij de KBVB, en geen lid is van het Uitvoerend Comité. 23. Gouden medaille De gouden medaille wordt toegekend aan ieder lid van het Uitvoerend Comité in functie, dat sedert tien jaar houder is van de titel van erelid. Ze kan eveneens worden toegekend aan een lid dat vijftig jaar ononderbroken een officiële functie bij de KBVB heeft waargenomen. De dienstjaren als scheidsrechter worden niet meegerekend, en er worden geen coëfficiënten toegepast. 24. Erelid De titel van erelid en het eraan verbonden verguld kenteken, kunnen worden toegekend voor veertig ononderbroken dienstjaren of vijfenveertig niet-opeenvolgende jaren dienst aan: -
de internationale scheidsrechters; de voorzitter van een bondsinstantie; de leden van de nationale instanties.
25. Lid van verdienste De titel van lid van verdienste en het eraan verbonden verzilverd kenteken kunnen worden toegekend aan de leden van de bondsinstantie en de scheidsrechters met dertig ononderbroken of vijfendertig niet-opeenvolgende jaren dienst.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
21
TITEL 1: DE KBVB 26. Bondserepenning De bondserepenning kan worden toegekend: -
aan de leden van een bondsinstantie die twintig ononderbroken of vijfentwintig niet-opeenvolgende dienstjaren tellen;
-
aan de scheidsrechters die de leeftijd van veertig jaar hebben bereikt en die minstens vijftien ononderbroken of twintig nietopeenvolgende dienstjaren tellen.
Evenwel, wanneer de loopbaan van een scheidsrechter in de loop van het vijftiende of twintigste jaar eindigt wegens een benoeming in een scheidsrechterscommissie, wordt dat jaar meegeteld. 27. Erkentelijkheidsmedaille De erkentelijkheidsmedaille kan worden toegekend: -
aan de al dan niet aangesloten personen die, door hun functie of hun daden, uitzonderlijke diensten aan de bond hebben bewezen buiten de spelleiding en de bondsinstanties;
-
aan spelers die deel hebben genomen aan vijfendertig officiële internationale wedstrijden, of aan twintig dergelijke wedstrijden, indien bewezen is dat hun sportcarrière als internationaal onderbroken is geworden door een spelongeval.
28. Kenteken van clubleider Een speciaal kenteken wordt verleend aan de clubleiders die sedert minstens twintig jaar ononderbroken of vijfentwintig nietopeenvolgende jaren houder zijn van de bijzondere kaart (blauwe kaart) van verantwoordelijk bestuurslid. 29. Toepassingsmodaliteiten 291. De termijnen worden met vijf jaren verminderd voor de Algemene Penningmeester. 292. Het aantal dienstjaren in de verschillende functies wordt samengeteld en vermenigvuldigd met volgende coëfficiënten: -
arbitrage in lagere afdelingen: 1 arbitrage in hogere afdelingen: 1,5 provinciale instantie: leden: 1,5 provinciale instantie: voorzitter: 2 nationale instantie: 2 Uitvoerend Comité: 3
293. De leden-opleiders van de Centrale Scheidsrechterscommissie en van de Provinciale Scheidsrechterscommissies worden gelijkgesteld met de leden van die bondsinstanties. 294. De functie van afgevaardigde bij de Nationale Studiecommissie geeft geen aanleiding tot de toekenning van de bondsonderscheidingen.
Artikel 157
Kentekens en bondskaarten
1. Principes 11. Ieder lid van een bondsinstantie ontvangt een kenteken. 12. De houders van een bondsonderscheiding alsmede ieder lid van een bondsinstantie, zonder onderscheid tussen voetbal en futsal, ontvangen bij het begin van het seizoen een persoonlijke bondskaart. 13. De kaarten afgeleverd door de groeperingen ingevolge interne of bilaterale akkoorden zijn geen bondskaarten in de reglementaire betekenis van het woord.
22
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 1: DE KBVB 2. Modaliteiten 21. De verschillende bondskaarten zijn: -
Kaart Uitvoerend Comité: leden van het Uitvoerend Comité A-kaart: Ereleden B-kaart: Leden nationale en provinciale comités/commissies; C-kaart: Leden van verdienste, scheidsrechters Centrale Scheidsrechterscommissie, prospectoren, bondspersoneel doorstreepte C-kaart: bondserepenning, scheidsrechters Provinciale Scheidsrechterscommissie, geconventioneerde groeperingen
22. Kunnen eveneens een C-kaart bekomen, de aangeslotenen die: -
vijftig jaar onafgebroken aangesloten zijn bij de KBVB en daarvan minstens 25 jaar onafgebroken houder zijn van een blauwe kaart als verantwoordelijk bestuurslid.
-
vijftien jaar onafgebroken aanwezig zijn op de Nationale Studiecommissie, als afgevaardigden die officieel door een provincie of een liga werden aangeduid. De anciënniteit verworven vóór 1 juli 1994 wordt niet in aanmerking genomen van hen die geen houder zijn van de blauwe kaart of effectief lid zijn van de Nationale Studiecommissie op 1 juli 1994.
-
voor het lopende seizoen door een provincie of een liga werden aangeduid als effectieve afgevaardigde in de schoot van de Nationale Studiecommissie en die geen houder zijn van een kaart als lid van een officiële instantie.
De aanvraag moet, op initiatief van de belanghebbenden, samen met de bewijsstukken naar de Directeur-generaal worden gestuurd door de club, de provincie of de liga, naargelang het geval.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
23
TITEL 1: DE KBVB
24
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
TITEL 2 DE BONDSINSTANTIES HOOFDSTUK 1: NOMENCLATUUR VAN DE BONDSINSTANTIES ● DE WETGEVENDE INSTANTIE Artikel 201
Nomenclatuur van de bondsinstanties
De bondsinstanties zijn: 1. Het Uitvoerend Comité, verkozen instantie, met zijn diverse commissies en departementen 2. De wetgevende instantie: De Nationale Studiecommissie 3. Gemeenschappelijke instanties voetbal - futsal 31. Verkozen instantie -
de Raad van Toezicht.
32. Benoemde instanties -
de Evocatiecommissie; het Bondsparket; de Onderzoekscommissie; de Controlecommissie; de Commissie voor het Statuut van de Speler; de Commissie van Financiën; de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds; de Rechtscommissie; de Codificatiecommissie; de Medische Commissie; de Commissie voor het Damesvoetbal; de Commissie van de Secretarissen; de Commissie Veiligheid.
4. Instanties van het voetbal 41. Verkozen instanties -
het Beroepscomité voor het voetbal; het Sportcomité voor het voetbal; de negen Provinciale Comités.
42. Benoemde instanties -
de Centrale Scheidsrechterscommissie; de negen Provinciale Scheidsrechterscommissies; de Kalendercommissies van het Betaald Voetbal; de Arbitragecommissie voor het Betaald Voetbal; de Licentiecommissie; de Licentiecommissie voor Hoger Beroep.
43. Het Departement Licentiemanagement
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
25
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 5. Instanties van het futsal 51. Verkozen instanties -
het Beroepscomité voor het Futsal; het Sportcomité voor het Futsal; de negen Provinciale Comités.
52. Benoemde instanties -
de Commissie Futsal; de Centrale Scheidsrechterscommissie; de negen Provinciale Scheidsrechterscommissies; de Licentiecommissie voor het Futsal; de Licentiecommissie voor Hoger Beroep voor het Futsal.
Artikel 202
De wetgevende instantie: de Nationale Studiecommissie
1. De Nationale Studiecommissie is het wetgevende orgaan van de KBVB. Zij is belast met de bestudering en de eventuele goedkeuring van alle voorstellen tot wijziging aan de reglementaire bepalingen, alsook van alle punten die door het Uitvoerend Comité op de agenda geplaatst worden. 2. De Nationale Studiecommissie is samengesteld uit de liga’s en provincies, te weten: -
Pro League; Nationale Voetballiga; Nationale Liga van 3de afdeling; Nationale Liga van Bevordering; De provincies, waarbij Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest samen een sportieve provincie “Brabant” vormen. Deze provincies zijn gegroepeerd in de “Associatie van Lagere Afdelingen”
3. De stemverdeling is vastgelegd zoals bij de nationale algemene vergadering. 4. De Nationale Studiecommissie wordt geleid door een voorzitter, die geen lid mag zijn van een andere bondsinstantie. Hij wordt verkozen door de Nationale Studiecommissie, en de duur van het mandaat bedraagt vier jaar, telkens verlengbaar. 5. De voorzitter wordt bijgestaan door een ondervoorzitter van elke liga of associatie, die wel lid mogen zijn van een andere bondsinstantie. De duur van het mandaat van de ondervoorzitters bedraagt één jaar, telkens verlengbaar.
26
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 2: VERKIESBAARHEID ● VERKIEZINGEN ● MANDATEN Artikel 206
Voorwaarden om verkiesbaar te zijn en/of een mandaat uit te oefenen
1. Principes 11. Om verkiesbaar te zijn tot lid van een bondsinstantie moet men minstens 18 jaar oud zijn en hoogstens de leeftijd van 70 jaar bereikt hebben. 12. Om verkiesbaar te zijn of het mandaat van lid van een bondsinstantie verder uit te oefenen, moet men, op straffe van onontvankelijkheid eveneens aan de volgende voorwaarden voldoen: -
burgerlijke en politieke rechten genieten; sedert minstens één jaar toegewezen zijn aan een effectieve club van de taalrol waartoe het mandaat behoort; sedert minstens één jaar aangesloten zijn bij de KBVB, met aanduiding van verklaring van aanhorigheid tot een taalrol, wanneer het niet-toegewezen aangeslotenen betreft die voorgedragen worden door de liga’s van nationale afdelingen.
13. Elk mandaat in een bondsinstantie eindigt van rechtswege na afloop van het seizoen waarin het betrokken lid de leeftijd van 75 jaar bereikt. 14. Het lid van een bondsinstantie dat een sanctie oploopt kan door het Uitvoerend Comité ambtshalve uit zijn functie ontheven worden. 2. Modaliteiten 21. De leeftijdsvoorwaarde van 70 jaar geldt niet: -
voor de leden die herkiesbaar zijn in een instantie waarvan ze reeds deel uitmaken; voor de reeds verkozen of benoemde leden die zich verkiesbaar stellen voor een andere instantie;
22. De keuze van de taalrol mag niet worden gewijzigd in de loop van de twaalf maanden voorafgaand aan de indiening van de kandidatuur of van de hernieuwing van het mandaat. 23. Hoeven niet sedert minstens één jaar te zijn aangesloten bij de KBVB of toegewezen aan een effectieve club van de taalrol tot dewelke het mandaat behoort: -
de kandidaten van de benoemde instanties die een in het reglement voorziene specifieke vorming dienen te hebben genoten; de beroepsmagistraten die benoemd worden als voorzitter van het Beroepscomité of het Sportcomité voor het Betaald Voetbal.
24. De Licentiemanager en zijn twee adjuncten behoeven niet toegewezen te zijn aan een club, of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn. 25. Een lid van een bondsinstantie dat een schorsing oploopt zal ambtshalve uit zijn functie ontheven worden. Een lid dat een andere bondssanctie oploopt kan, na onderzoek betreffende de ernst van de fout, ambtshalve door het Uitvoerend Comité uit zijn functie worden ontheven. Het hierboven bedoelde lid van een bondsinstantie kan, na een periode van tenminste drie jaar, een verzoek tot eerherstel indienen bij het Uitvoerend Comité. Het lid dat door het Uitvoerend Comité in zijn rechten hersteld is, kan opnieuw zijn kandidatuur voordragen voor een bondsinstantie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
27
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Artikel 207
Onverenigbaarheden ● Verbodsbepalingen
1. Principes 11. Leden van een bondsinstantie mogen: -
noch bezoldigde trainer, noch speler, noch scheidsrechter zijn; niet toegewezen zijn aan dezelfde club als een ander lid van dezelfde instantie; geen deel uitmaken van een andere bondsinstantie; geen secretaris zijn van een bondsinstantie of lid zijn van de bondsadministratie; niet het voorwerp zijn van een sanctie, uitgesproken door een bondsinstantie.
12. Het is de leden van de bondsinstanties verboden: -
officiële functies op het terrein uit te oefenen; zonder afbreuk te doen aan de bepalingen betreffende bijstand en vertegenwoordiging van de partijen, voor een bondsinstantie te verschijnen, behalve indien zij in de zaak betrokken zijn; als bemiddelaar commissielonen te ontvangen op de door de bond onderschreven verzekeringen; te interpelleren in de algemene vergadering; aanwezig te zijn in de kleedkamer van de scheidsrechter(s), behalve indien zij een officiële opdracht vervullen.
2. Modaliteiten 21. In de specifieke instanties van het Betaald Voetbal mogen leden zetelen die aan dezelfde club zijn toegewezen. 22. De leden-opleiders en de technische attachés van de Provinciale Scheidsrechterscommissies en Provinciale Scheidsrechterscommissies Futsal mogen toegewezen zijn aan dezelfde club als een ander lid van deze instantie. 23. De leden van volgende bondsinstanties mogen wel deel uitmaken van een andere bondsinstantie: -
Departement Licentiemanagement; Codificatiecommissie; Commissie Futsal; Commissie Veiligheid; Licentiecommissie Futsal; Licentiecommissie voor Hoger Beroep Futsal.
24. De leden-opleiders en de technische attachés van de Provinciale Scheidsrechterscommissies mogen deel uitmaken van de Provinciale Scheidsrechterscommissies Futsal en vice versa. 25. De leden van de Medische Commissie, de Commissie Veiligheid en het Departement Licentiemanagement mogen deel uitmaken van de bondsadministratie. 26. In geval van incidenten mag elk lid van de scheidsrechterscommissie zich naar de kleedkamers begeven om de scheidsrechter(s) bij te staan en/of te beschermen. In geval van kwetsuur is dit lid gedekt door de verzekeraar, zoals reglementair voorzien voor een lid in opdracht.
Artikel 208
Het mandaat van lid van een verkozen instantie
1. Principes 11. Het aflopen van de mandaten en de verkiesbaarheidvoorwaarden hiervoor worden uiterlijk op 15 maart in de bondsbladen gepubliceerd. 12. Elk uittredend lid is herkiesbaar en zijn kandidatuur wordt ambtshalve opnieuw voorgedragen. 13. Elke nieuwe kandidatuur als lid van een verkozen instantie moet, ondertekend door de gerechtigd correspondent, ingediend worden ofwel:
28
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES -
door de club van toewijzing; door een liga van de nationale afdelingen, indien het een niet-toegewezen aangeslotene betreft.
Zij moet uiterlijk op 31 maart (datum van de poststempel) onder aangetekende omslag naar de Directeur-generaal of de Provinciale Secretaris, naargelang van het geval, worden ingediend. Deze kandidatuur dient ook ondertekend te zijn door de kandidaat zelf of, indien deze laatste gerechtigd correspondent is van zijn club van toewijzing of van de nationale liga, door een verantwoordelijk bestuurslid (Art. 311). 14. De duur van het mandaat van een lid van een verkozen instantie bedraagt vier jaar. 15. Elk nationaal comité wordt om de twee jaar met de helft hernieuwd en elk provinciaal comité elk jaar met een vierde. 16. De leden van het Uitvoerend Comité, afgevaardigd door de Pro League, worden geacht ontslagnemend te zijn op het einde van het seizoen wanneer zij: -
niet meer toegewezen zijn aan een club van de Pro League. De Pro League kan echter beslissen om deze regel niet toe te passen; niet meer de steun genieten van de Pro League.
Deze beslissingen dienen vóór 15 juni schriftelijk gemeld te worden aan de Directeur-generaal. 2. Modaliteiten 21. Indien de club van een uittredend lid, zich uiterlijk op 15 maart verzet tegen de kandidatuur, blijft het lid herkiesbaar en kan het een overgang bekomen naar een club van dezelfde taalrol als deze waaraan het was toegewezen. 22. De binnengekomen kandidaturen worden op de afsluitdatum overgemaakt aan de Liga, Associatie of Provinciale Verstandhouding (desgevallend Provinciale Verstandhouding van Lagere afdelingsclubs) aan wie het mandaat toekomt. Handelend conform haar statuten, bepaalt deze welke kandidaat/kandidaten zij steunt, en meldt dit aan de Directeur-generaal vóór 15 mei. 23. De lijst van de binnengekomen kandidaturen en de uittredende en herkiesbare leden wordt vóór 1 juni gepubliceerd in de bondsbladen. Deze lijst vermeldt de identiteit van de leden die gesteund worden door hun Liga, Associatie of Provinciale Verstandhouding (desgevallend Provinciale Verstandhouding van Lagere afdelingsclubs). 24. Het mandaat van lid van de Raad van Toezicht, dat drie jaar bedraagt, kan niet onmiddellijk worden verlengd.
Artikel 209
Verkiezingen van de leden van de verkozen instanties
1. Principes 11. De verkiezing van de leden van een verkozen instantie behoort, naargelang van het geval, tot de bevoegdheid van de nationale of provinciale algemene vergadering. 12. Voor elke nationale bondsinstantie worden er twee lijsten van kandidaten voorgedragen. Op de ene komen de Nederlandstalige en op de andere de Franstalige kandidaten voor. De taalrol, gekozen bij het voordragen van de kandidatuur, mag achteraf niet meer gewijzigd worden zolang de betrokkene in dezelfde instantie zetelt. 13. Indien een provincie of een liga die recht heeft op een of meerdere vertegenwoordigers, met een meerderheid de kandidatuur van haar vertegenwoordiger(s) steunt, kan (kunnen) deze niet door de algemene vergadering verworpen worden. 2. Modaliteiten 21. Een kandidaat wordt als Nederlandstalig of als Franstalig beschouwd, naargelang hij voorgedragen wordt door een club uit een gemeente waarvan het officiële taalstelsel respectievelijk het Nederlands of het Frans is. Dit geldt echter niet voor de clubs van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die vrij Nederlands- of Franstalige kandidaten mogen voordragen, op voorwaarde dat zij zich vlot kunnen uitdrukken in de gekozen taal.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
29
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 22. Tot nadere bepaling is het punt 22 slechts ten dele van toepassing op de clubs van de sportieve provincie Brabant. De kandidaten van deze provincie voor het Uitvoerend Comité en voor de Commissie Futsal worden als tweetalig beschouwd, of zij nu verkozen zijn als Nederlandstalige of als Franstalige, naargelang de noodwendigheid voortvloeiend uit de toepassing van de taalpariteit enkel in het Uitvoerend Comité en in de Commissie Futsal.
Artikel 210
Het mandaat van lid van een benoemde instantie
1. Principes 11. Onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering, worden de leden van de benoemde instanties benoemd door het Uitvoerend Comité. 12. Elke nieuwe kandidatuur als lid van een benoemde instantie moet, ondertekend door de gerechtigd correspondent, ingediend worden ofwel: -
door de club van toewijzing; door een liga van de nationale afdelingen, indien het een niet-toegewezen aangeslotene betreft.
Deze kandidatuur dient ook ondertekend te zijn door de kandidaat zelf of, indien deze laatste gerechtigd correspondent is van zijn club van toewijzing of van de nationale liga, door een verantwoordelijk bestuurslid (Art. 311). 13. De duur van het mandaat van een lid van een benoemde instantie bedraagt vier jaar. 2. Modaliteiten 21. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 206 kan het Uitvoerend Comité benoemde leden slechts uit hun functie ontheffen om zwaarwichtige reden, met een gewone meerderheid van de aanwezige leden op een zitting van het Uitvoerend Comité waarop dit punt op de agenda staat, en waarop het betrokken lid vooraf behoorlijk wordt uitgenodigd om gehoord te worden. 22. Er gelden andere regels voor wat betreft benoemingen en duur der mandaten voor de Centrale Scheidsrechterscommissie en de Provinciale Scheidsrechterscommissies.
30
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 3: WERKINGSREGELS VAN DE BONDSINSTANTIES Artikel 216
Samenstelling van het bureau
1. Principes 11. Uitgezonderd het Uitvoerend Comité, de Centrale Scheidsrechterscommissie, de Provinciale Scheidsrechterscommissies, de Codificatiecommissie, de Medische Commissie en de Commissie van de Secretarissen, stelt iedere bondsinstantie haar bureau samen door aanduiding van een voorzitter en één of meer ondervoorzitters, op de eerste zitting na de algemene verkiezing of de benoeming. 12. In de nationale instanties moet de eerste of enige ondervoorzitter Nederlandstalig zijn, indien de voorzitter Franstalig is en omgekeerd. 2. Modaliteiten 21. Indien een vacature ontstaat, vult de instantie haar bureau aan op haar eerstvolgende zitting. 22. Wanneer geen der kandidaten de volstrekte meerderheid der stemmen behaald heeft in de eerste stemronde, zal men tot herstemming overgaan tussen de kandidaten die de meeste stemmen bekomen hebben. Als bij de herstemming opnieuw geen meerderheid verkregen wordt of bij staking van stemmen, wordt volgens volgende rangorde verkozen: -
de uittredende kandidaat, indien hij tegenover een nieuwe kandidaat stond, het lid met de meeste dienstjaren in deze instantie, indien het geen uittredende kandidaten betreft; het oudste lid.
Artikel 217
De secretarissen van de bondsinstanties
1. Principes 11. Iedere bondsinstantie beschikt over een secretaris, benoemd door het Uitvoerend Comité. De secretaris van een bondsinstantie met nationale bevoegdheid en deze van de sportieve provincie Brabant moeten tweetalig zijn. 12. De secretarissen zijn er in hoofdzaak mede gelast het reglement van de KBVB te doen naleven. 2. Modaliteiten 21. De secretaris heeft geen stemrecht en kan op elk ogenblik door het Uitvoerend Comité vervangen worden. 22. Wanneer ze bedrog vaststellen of kennis hebben van incidenten, moeten zij dit ambtshalve aan hun instantie mededelen, zelfs als daarover geen officieel verslag werd ingediend. 23. Indien ze vaststellen dat een beslissing van hun instantie onregelmatigheden bevat, hebben zij de plicht daarover verslag uit te brengen bij het Uitvoerend Comité via de Directeur-generaal. 24. Uitzonderlijk en tijdelijk mag het secretariaat van een bondsinstantie, met de toestemming van het Uitvoerend Comité, door een lid waargenomen worden.
Artikel 218
Zittingen
1. Principes 11. Elk comité moet minstens eenmaal per maand bijeenkomen, alsook op verzoek van zijn voorzitter of van drie van zijn leden. 12. Elke commissie moet bijeenkomen wanneer haar agenda, haar voorzitter of drie leden het vragen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
31
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 2. Modaliteiten 21. Wanneer een bondsinstantie tijdens het seizoen meer dan drie maand niet vergadert, kan het Uitvoerend Comité haar leden als ontslagnemend beschouwen en in hun vervanging voorzien, onder voorbehoud van goedkeuring door de eerstvolgende algemene vergadering. 22. Indien een bondsinstantie langer dan drie maanden wacht om het onderzoek van een zaak aan te vatten, neemt het Uitvoerend Comité de maatregelen die zich opdringen. 23. Leden die een zitting niet kunnen bijwonen, moeten de secretaris daarvan minstens vierentwintig uur vóór de vergadering verwittigen. Een lid, dat driemaal achtereenvolgens zonder geldige verontschuldiging afwezig is geweest, kan als ontslagnemend beschouwd worden door het Uitvoerend Comité, dat het betrokken lid hiervan in kennis stelt. 24. De Bondsvoorzitter en de Directeur-generaal mogen alle vergaderingen van de bondsinstanties bijwonen.
Artikel 219
Onvolledige bondsinstantie
1. Principes 11. Indien tijdens het seizoen een verkozen bondsinstantie het voorgeschreven aantal leden niet meer telt, kan het Uitvoerend Comité een lid benoemen voor elke openstaande plaats. 12. Indien een benoemde instantie, in de loop van het seizoen, niet meer het aantal voorgeschreven leden telt of het aantal als onvoldoende beschouwd wordt door het Uitvoerend Comité, gaat dit comité over tot de benoeming van één of meerdere leden. 2. Modaliteiten 21. Het Uitvoerend Comité is verplicht te benoemen wanneer het aantal leden met meer dan de helft verminderd is, of wanneer de provincie of de liga, aan wie het mandaat toekomt, het vraagt vóór 1 januari die de eerstkomende verkiezing voor dat mandaat voorafgaat. 22. Het Uitvoerend Comité moet aan de eerstvolgende algemene vergadering, de gedane benoemingen ter bekrachtiging voorleggen. 23. Wanneer het beslist gebruik te maken van zijn macht tot benoemen of wanneer het hiertoe gehouden is, kan het Uitvoerend Comité slechts die personen benoemen die voorgesteld worden door de provincie of door de liga die op het mandaat recht heeft, volgens de gebruiken in acht genomen door de provincie of liga. 24. Wanneer een kandidatuur voor een verkozen bondsinstanties niet werd weerhouden, mag de afgewezen kandidaat niet benoemd worden voor de opengebleven plaats. 25. Het benoemde lid beëindigt het mandaat van zijn voorganger.
Artikel 220
Kosten van de leden van de bondsinstanties
1. Principes 11. Verplaatsingskosten Zie Art. 5 12. Leden van de bondsinstanties hebben, als verblijfkosten, recht op een forfaitaire vergoeding van 3,10 EUR. Deze vergoeding wordt op 7,50 EUR gebracht wanneer hun opdracht een verplaatsing meebrengt van meer dan 12 blokken.
32
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 2. Modaliteiten 22. De leden en de leden-opleiders van de scheidsrechterscommissies ontvangen, ongeacht het afgelegde aantal blokken, een vaste vergoeding van 7,50 EUR voor het afnemen van een praktisch scheidsrechtersexamen op het terrein. 23. De functie van afgevaardigde bij de Nationale Studiecommissie geeft geen aanleiding tot de betaling van verplaatsingsonkosten of verblijfsvergoedingen
Artikel 221
Financieel beheer van de bondsinstanties
1. Principes 11. Vóór 15 maart, zendt iedere bondsinstantie aan de Algemene Penningmeester: -
een uitvoerig begrotingsontwerp voor het volgend seizoen; een verslag over haar geldelijke toestand over het lopende seizoen.
12. De inkomsten van de bondsinstanties bestaan uit maandelijkse voorschotten hen door de Algemene Penningmeester overgemaakt. 13. Behalve het Uitvoerend Comité, mogen de bondsinstanties slechts met toestemming van dit comité uitgaven doen die hoger liggen dan de bedragen die hen ter beschikking gesteld werden. 14. De ontvangsten en uitgaven van de bondsinstanties moeten ingeschreven worden in een speciaal, door de Algemene Penningmeester geleverd register, dat toelaat de boekhouding in dubbel op te maken, tegelijk op een los en een vast blad. 15. Alle leden zijn verantwoordelijk voor het financieel beheer van hun bondsinstantie. 2. Modaliteiten 21. De begroting en het verslag over de geldelijke toestand moeten door de betrokken bondsinstantie goedgekeurd en door haar voorzitter en secretaris ondertekend worden. 22. Indien er zonder toestemming bijkomende uitgaven worden gedaan, kunnen deze ten laste worden gelegd van de leden die ze bevolen en/of goedgekeurd hebben. 23. De secretarissen van de bondsinstanties zijn verplicht aan de Directeur-generaal elke rekening ter kennis te brengen, waarvan het bedrag de werkelijk gedane of de bij het reglement bepaalde uitgaven te boven gaat. 24. De staat van de verrichtingen wordt maandelijks afgesloten en het los blad, ondertekend door de secretaris en de leden als toezichthouder aangeduid binnen de betrokken instantie, wordt samen met de bewijsstukken aan de Algemene Penningmeester overgemaakt. Wanneer de secretaris de staat van de verrichtingen van de maand juni binnenstuurt, moet hij terzelfder tijd het kasoverschot aan de Algemene Penningmeester storten. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de bondsinstanties, waarvan het secretariaat door een lid van de centrale administratie wordt waargenomen en waarvan de ontvangsten en uitgaven rechtstreeks geregeld worden door de Algemene Penningmeester en geboekt worden op hun individuele rekening. 25. De controle van de financiële verrichtingen van de bondsinstanties, die door de Algemene Penningmeester worden bijgehouden, wordt uitgevoerd door de Raad van Toezicht. 26. Wanneer minstens twee leden van de betrokken instantie erom verzoeken, moet een vergadering gehouden worden, om de leden toe te laten de boekhouding na te zien en goed te keuren. 27. Alleen het Uitvoerend Comité kan, na raadpleging van de Commissie van Financiën, beslissen, dat het verlies, voortspruitende uit een vergissing vanwege de secretaris van een bondsinstantie, in de boekhouding van deze laatste mag opgenomen worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
33
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 4: HET UITVOEREND COMITE ● DE BONDSVOORZITTER ● DE DIRECTEUR-GENERAAL ● DE ALGEMENE PENNINGMEESTER Artikel 226
Het Uitvoerend Comité
1. Principes 11. Het Uitvoerend Comité is samengesteld uit vierentwintig leden onder wie één voorzitter (tevens Voorzitter van de KBVB, Bondsvoorzitter) en één Algemene Penningmeester. 12. De hoedanigheid van lid van het Uitvoerend Comité impliceert deze van werkend lid van de v.z.w. KBVB. 13. Het Uitvoerend Comité, als algemene vergadering van de v.z.w., benoemt en ontslaat de Directeur-generaal, de Algemene Penningmeester en de bondstrainer. 14. Het Uitvoerend Comité: is de algemene vergadering van de v.z.w. KBVB; is het beheersorgaan van de KBVB; oordeelt, als sportieve en disciplinaire jurisdictie, in hoger beroep, of neemt beslissingen zonder mogelijkheid tot verhaal inzake spelleiding; beschikt over een positief injunctierecht om het Bondsparket zijn bevoegdheden te doen uitoefenen betreffende de disciplinaire zaken die op nationaal vlak aan het Sportcomité worden voorgelegd, vervalsing van de competitie, doping, verstoring van de competities of overdracht van patrimonium; regelt de geschillen tussen Belgische en buitenlandse clubs. 15. Elk lid van het Uitvoerend Comité heeft bevoegdheden binnen één of meerdere commissies of departementen die in de schoot van het Uitvoerend Comité zijn opgericht. 16. Het Uitvoerend Comité vergadert met andere bondsinstanties wanneer het dit nodig acht. Elk verzoek, gericht tot het Uitvoerend Comité om gehoord te worden, moet de redenen daartoe vermelden. 2. Modaliteiten 21. Aanduiding van de leden Wanneer op termijn de Algemene Penningmeester zal benoemd worden tussen de leden van het Uitvoerend Comité, wordt het totale aantal leden teruggebracht tot drieëntwintig. De andere leden worden als volgt aangeduid: 1° twaalf leden aangeduid door de Provinciale Verstandhoudingen (desgevallend de Provinciale Verstandhoudingen van lagere afdelingsclubs), te weten: één lid per provincie; een tweede lid behorend tot de Vlaamse provincie met de grootste sportactiviteit; een tweede lid behorend tot de Waalse provincie met de grootste sportactiviteit; een tweede lid van de sportieve provincie Brabant, derwijze dat zij vertegenwoordigd is door één Nederlandstalige en één Franstalige, die genieten van de faciliteiten, voorzien voor het Brussels Hoofdstedelijk gewest en de sportieve provincie Brabant; 2° zes leden die de Pro League vertegenwoordigen, waarvan minstens twee leden van elke taalrol; 3° twee leden die de Nationale Voetballiga vertegenwoordigen: één Nederlandstalige; één Franstalige; 4° één lid dat de Nationale Liga van 3de Afdeling vertegenwoordigt; 5° één lid dat de Nationale Liga van Bevordering vertegenwoordigt, maar van een andere taalrol moet zijn dan deze van de Nationale Liga van 3de Afdeling; 34
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 6° één lid te benoemen via coöptatie, op voorstel van de liga of provincie waartoe de voorzitter behoort, voor de periode van het mandaat van deze laatste. 22. Stemrecht De Directeur-generaal, die de zittingen van het Uitvoerend Comité bijwoont, heeft enkel een raadgevende bevoegdheid. De Algemene penningmeester heeft stemrecht, behoudens in de gevallen waarin het Uitvoerend Comité uitspraak dient te doen in geschillen tussen hem en de Directeur-generaal en/of geschil tussen deze laatste en de Directeurs. 23. Bureau In afwijking met de algemene regel, bestaat het bureau van het Uitvoerend Comité, overeenstemmend met de Raad van Bestuur van de vzw KBVB uit: -
-
de voorzitter; vier leden aangeduid door het Betaald Voetbal, waarvan één ondervoorzitter; vier leden aangeduid door het Amateurvoetbal, waarvan: één ondervoorzitter aangeduid door de nationale liga’s van het Amateurvoetbal, één ondervoorzitter aangeduid door de Nederlandstalige provincies, één ondervoorzitter aangeduid door de Franstalige provincies, één lid aangeduid door de provincies; de Algemene Penningmeester, van ambtswege ondervoorzitter, met raadgevende bevoegdheid; de Directeur-generaal, met raadgevende bevoegdheid.
Wanneer de voorzitter uit het Amateurvoetbal komt dient de eerste ondervoorzitter uit het Betaald Voetbal te komen en vice versa. In principe dient de eerste ondervoorzitter van het andere taalregime te zijn dan de voorzitter, maar de geleding aan wie het mandaat toekomt kan dit anders beslissen De duur van de mandaten van de voorzitter en de acht aangeduide leden bedraagt twee jaar, en kan telkens verlengd worden. Het bureau heeft een controlerende bevoegdheid op de werking van het Directiecomité, en in dringende gevallen kunnen haar bijzondere bevoegdheden worden toegekend, waardoor een beperkt Uitvoerend Comité wordt gevormd. 24. De taken als beheersorgaan van de KBVB zijn: 1° te waken over de naleving van het bondsreglement en desgevallend hiertoe opdracht geven aan het Bondsparket om een evocatieverzoek in te dienen; 2° de algemene vergaderingen te organiseren; 3° de agenda van de algemene vergadering aan te vullen; 4° voor elk boekjaar een begrotingsontwerp voor te leggen; 5° met de hulp van de Directeur-generaal, op zijn beurt bijgestaan door de Codificatiecommissie, alle reglementsteksten uit te werken; 6° het interpreteren van het reglement, of te beslissen over een wijziging aan de modaliteiten van het reglement, en deze voor te leggen aan de Nationale Studiecommissie; 7° de toetreding, het ontslag en de fusie van clubs te aanvaarden; de schorsing van de sportactiviteit van clubs uit te spreken en de schrapping van clubs voor te stellen; de wedertoetreding van clubs voor te stellen; 8° over te gaan tot de toewijzing, de mutatie, de desaffectatie of desaffiliatie van aangeslotenen; 9° de aansluiting van natuurlijke personen te aanvaarden; schrapping uit te spreken of op te heffen; 10° de leden van bepaalde bondscommissies te benoemen; 11° onder voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering, contracten of overeenkomsten af te sluiten met andere bonden, sportieve groeperingen of sportorganismen; 12° de vertegenwoordigende nationale ploegen te beheren; 13° de Trainersschool te organiseren en te beheren; 14° het Nationaal Steunfonds en het Fonds voor Promotie van het Jeugdvoetbal te beheren; 15° de lijst op te stellen met de deskundigen, waaruit kan gekozen worden in het kader van de opdrachten van het Bondsparket inzake overdracht van patrimonium; 16° alle maatregelen van algemene aard te nemen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
35
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 25. Het Uitvoerend Comité oordeelt in hoger beroep over de beslissingen: 1° van een commissie, uitgezonderd de Controlecommissie, de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds, de scheidsrechterscommissies en de Commissie voor het Statuut van de Speler; 2° van het Beroepscomité genomen in eerste aanleg; 3° in verband met de samenstelling van de reeksen. 26. Het Uitvoerend Comité neemt volgende beslissingen waartegen geen verhaal mogelijk is: 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7° 8° 9° 10° 11°
de plaatsing in en de opheffing uit de toestand van aanleg van schorsing van de sportactiviteit van clubs; de schrapping en opheffing van schrapping van aangeslotenen; de regeling van geschillen tussen Belgische en buitenlandse clubs; de beslissingen jegens spelers van de nationale ploegen genomen op voorstel van de Technische Commissie; de interpretatieve beslissingen inzake het bondsreglement, toepasbaar tot het einde van het seizoen; de tegemoetkomingen van het Nationaal Steunfonds; de beslissingen inzake de goede trouw van de clubs; het valideren of annuleren van transfers; de regularisatie van een aansluiting; de tussenkomst in geschillen tussen de kalendercommissies; de beslissing in verband met een verhaal ingediend door clubs die zich benadeeld voelen door een beslissing van de Kalendercommissies van het Betaald Voetbal.
27. Inzake spelleiding is het Uitvoerend Comité belast met: 1° het benoemen van de leden en leden-opleiders van de Centrale Scheidsrechterscommissie en van de Provinciale Scheidsrechterscommissies, alsook de leden van de Centrale Scheidsrechterscommissie Futsal en de Provinciale Scheidsrechterscommissies Futsal, op voorstel van de Commissie Futsal; 2° het nemen van een beslissing over de toepassing van spelregels, waarover verschillende interpretaties bestaan, en dit in afwachting van een beslissing ter zake vanwege de Scheidsrechterscommissie van de FIFA; 3° het aanduiden, op voorstel van de Centrale Scheidsrechterscommissie of van de Centrale Scheidsrechterscommissie Futsal, van de Belgische scheidsrechters voor het leiden van internationale wedstrijden van de ene of de andere discipline. 28. Bij geschillen tussen Belgische en buitenlandse clubs is alleen het Uitvoerend Comité bevoegd om deze te regelen met de betrokken buitenlandse bonden. Het Uitvoerend Comité beslist na onderzoek van de zaak soeverein over de gegrondheid en de opportuniteit van een klacht bij een buitenlandse bond. Wanneer evenwel bij het geschil een profclub betrokken is, wordt het onderzoek van de zaak toevertrouwd aan de Pro League. Dit geschil wordt met de instanties van de buitenlandse nationale bonden geregeld door de vertegenwoordiger van voornoemde Liga. 29. De leden, die het Betaald Voetbal vertegenwoordigen, zijn gelast met dossiers betreffende het Betaald Voetbal.
Artikel 227
De commissies en departementen van het Uitvoerend Comité
1. Principes 11. De commissies en departementen van het Uitvoerend Comité, bestaan uitsluitend, behoudens uitdrukkelijke andersluidende bepaling, uit leden van het Uitvoerend Comité, bijgestaan door een secretaris, zonder stemrecht, toegewezen door de Directeurgeneraal. In elk departement en in elke commissie moeten vertegenwoordigers van het Betaald Voetbal en het Amateurvoetbal zetelen. De duur van deze mandaten bedraagt twee jaar, maar is telkens verlengbaar. 12. De commissies zijn: -
36
de Technische Commissie de Commissie voor de Opleiding van de Trainers de Commissie voor de Coördinatie van de Spelleiding
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 13. Binnen het Uitvoerend Comité kunnen departementen, vaste of tijdelijke, worden opgericht die de dossiers voorbereiden en die met advies voorleggen aan het Uitvoerend Comité. De Bondsvoorzitter bepaalt welke de bevoegdheden van deze departementen zijn, en duidt de leden aan die erin zetelen. 2. Modaliteiten 21. Technische Commissie 211. De Bondsvoorzitter stelt de voorzitter en de leden van de Technische Commissie voor ter benoeming door het Uitvoerend Comité, zodanig dat de Pro League er de meerderheid vormt, en dat de koepel en iedere vleugel er op representatieve wijze vertegenwoordigd is De bondstrainer en de Technisch Directeur wonen de zittingen van de Technische Commissie bij, zonder stemrecht. 212. De Technische Commissie is onder de verantwoordelijkheid van het Uitvoerend Comité, gelast met de leiding der nationale ploegen. 213. De Technische Commissie heeft volgende taken: 1° Zij stelt de bondstrainer voor tot benoeming door het Uitvoerend Comité. 2° Zij legt de krachtlijnen vast van de toe te passen speelwijze en stelt alle nuttige maatregelen voor om de nationale ploegen optimaal te doen presteren. 3° Zij bepaalt en stelt aan het Uitvoerend Comité de te voeren politiek voor inzake training, selectie, prospectie en organisatie van wedstrijden van alle nationale vertegenwoordigende ploegen; 4° Zij werkt nauw samen met de clubs die spelers afstaan aan de nationale ploegen en wint eventueel het advies in van al wie haar helpen kan bij deze taak; 5° Zij stelt aan het Uitvoerend Comité de organisatie van wedstrijden en trainingen voor, binnen de perken die overeengekomen zijn met de clubs die hun spelers afstaan aan de nationale ploegen; 6° Zij staat ook in voor de verplaatsingen van al deze ploegen en van de personen die ze vergezellen. 214. De Technische Commissie kan, uitsluitend met betrekking tot de nationale ploegen, sancties voorstellen, ten overstaan van de geselecteerde spelers. Deze voorstellen worden voorgelegd aan het Uitvoerend Comité dat er soeverein en zonder verhaal over beslist. 22. Commissie voor de Opleiding van de Trainers 221. De Commissie voor de Opleiding van de Trainers verzekert, onder de verantwoordelijkheid van het Uitvoerend Comité, de pedagogische leiding en het administratief beheer van de Trainersschool. Het Uitvoerend Comité kan de bondstrainer toevoegen aan deze commissie. 222. Zij heeft als opdracht: -
het coördineren en verbeteren van het in deze school verstrekt onderricht; het uitwerken van het programma in al zijn geledingen met inachtneming van de evolutie van de voetbalsport en de richtlijnen van het Uitvoerend Comité.
23. De Commissie voor de Coördinatie van de Spelleiding 231. De Commissie voor de Coördinatie van de Spelleiding is samengesteld uit de Bondsvoorzitter, de twee leden van het Uitvoerend Comité afgevaardigd bij de Centrale Scheidsrechterscommissie, één lid van het Uitvoerend Comité dat de Pro League vertegenwoordigt, de Directeur-generaal en de Algemene Penningmeester. De voorzitter en de ondervoorzitters van de Centrale Scheidsrechterscommissie nemen deel aan de vergaderingen. 232. Zij verzekert de coördinatie met het Uitvoerend Comité van de activiteiten van de Centrale Scheidsrechterscommissie. 24. Vaste departementen van het Uitvoerend Comité -
Werkgroep Televisie Financieel-economisch departement Departement Reglement Juridisch departement Commissie Personeel Commissie gebouwen Marketingraad KBVB • REGLEMENT 2009/2010
37
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Artikel 228
De Bondsvoorzitter
1. Principes 11. De Bondsvoorzitter is de wettelijke vertegenwoordiger van de KBVB. Zijn mandaat bedraagt twee jaar, telkens hernieuwbaar. 12. Hij zit de vergaderingen voor van de algemene vergadering, van het Uitvoerend Comité, van de Raad van Bestuur en van de commissies en departementen waarin hij tot voorzitter werd benoemd. In al deze instanties is zijn stem doorslaggevend in geval van staking van stemmen. 13. Hij verzekert, in overleg met de Directeur-generaal: -
de relaties tussen de KBVB, de UEFA, de FIFA, het BOIC en de nationale bonden die lid zijn van deze internationale instanties, de relaties tussen de KBVB en de communautaire, gewestelijke, nationale en internationale politieke instanties.
2. Modaliteiten 21. Hij is gemachtigd om het onderzoek van en de stemming over een punt dat niet de vereiste meerderheid heeft behaald en waarbij hij oordeelt, in het algemeen belang, geen gebruik te moeten maken van zijn doorslaggevende stem, te laten uitstellen naar de eerste nuttige zitting van het Uitvoerend Comité. 22. Hij woont van rechtswege en met raadgevende stem de zittingen bij van al de in de schoot van het Uitvoerend Comité opgerichte commissies en departementen. 23. Hij brengt verslag uit bij de Raad van Bestuur over alle incidenten of werkingsproblemen van het Directiecomité en mag op de agenda de punten inschrijven die hij nuttig acht. 24. Hij voert geregelde controles uit op de door het Uitvoerend Comité aan de Directeur-generaal toevertrouwde taken en neemt het initiatief om er, in voorkomend geval, over te berichten bij het Uitvoerend Comité. 25. Bij afwezigheid of belet van de Voorzitter, zal de Directeur-generaal: -
-
bijstand verlenen, zonder stemrecht, aan de Ondervoorzitter die aangeduid werd rekening houdende met zijn competenties met betrekking tot de te behandelen materie, rekening houdend met de eventuele rangorde. Deze Ondervoorzitter zit al de zittingen van de algemene vergadering, van het Uitvoerend Comité en van de Raad van bestuur voor. in overleg met de aangeduide Ondervoorzitter, de relaties met andere sportinstanties en politieke instanties verzekeren.
Artikel 229
De Directeur-generaal
1. Principes 11. De Directeur-generaal is de hiërarchische verantwoordelijke (administratief en functioneel) van het voltallige bondspersoneel en is verantwoordelijk tegenover het Uitvoerend Comité voor de goede werking van de administratieve diensten. 12. Hij staat onder het enige gezag van het Uitvoerend Comité en is enkel aan deze instantie rekenschap verschuldigd voor zijn beheer en beleid. 13. De Directeur-generaal heeft het recht de zittingen van alle bondsinstanties bij te wonen. 2. Modaliteiten 21. De Directeur-generaal is voltijds actief in de bond en mag, behoudens mandaten hem toevertrouwd in of door de FIFA en de UEFA, geen andere opdrachten vervullen of andere mandaten aanvaarden dan deze hem toevertrouwd door het Uitvoerend Comité. 22. Enkel het Uitvoerend Comité is bevoegd in geval van geschil tussen de Directeur-generaal en de Directeurs.
38
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 23. Zijn specifieke bevoegdheden zijn de volgende: 1° hij verzekert de dagelijkse leiding van de bond in alle materies; 2° hij neemt kennis van de briefwisseling en geeft er onmiddellijk gevolg aan indien het voorwerp ervan door het reglement of de rechtspraak geregeld is; 3° hij woont de vergaderingen van het Uitvoerend Comité bij en legt de agendapunten voor, met voor iedere zaak een nota nopens haar ganse toedracht en met vermelding van het reglement en de precedenten welke er betrekking op hebben; 4° hij treft alle maatregelen i.v.m. de aanwerving of het ontslag van het personeel, met uitzondering van de bondstrainer; 5° hij neemt deel en woont de vergaderingen bij van de ondernemingsraad en de andere comités die personeelsproblemen, de veiligheid en de hygiëne in het bedrijf behandelen; 6° hij voert, desgevallend in samenwerking met de Directeur human ressources, een politiek van doelstellingen (in groep of individueel), met het oog op een optimalisering van de diensten die de leden van de bondsadministratie moeten of kunnen leveren aan de bond; 7° hij regelt, desgevallend in samenwerking met de Directeur human ressources, de geschillen tussen de directeurs, diensthoofden of departementsverantwoordelijken en hun ondergeschikten; 8° hij administreert de verwerking van de ongevallen; 9° hij zit de Commissie van de Secretarissen voor; 10° hij zit het Directiecomité voor en stelt de uiteindelijke agenda op, na raadpleging van de Directeurs, de diensthoofden en de departementsverantwoordelijken.
Artikel 230
De Algemene Penningmeester
1. Principes 11. De Algemene Penningmeester is tegenover het Uitvoerend Comité verantwoording verschuldigd voor het financieel beheer van de bond en waakt over de financiële correctheid van dit beheer. Hij houdt toezicht over de dienst van de Algemene Thesaurie. 12. Hij legt, indien hij dit nodig oordeelt, de geschillen tussen hem en de Directeur-generaal ter arbitrage voor aan het Uitvoerend Comité, in geval van overschrijding van of onenigheid betreffende de begroting. 2. Modaliteiten 21. Hij woont de vergaderingen van het Directiecomité bij, met raadgevende stem en mag op de agenda de punten inschrijven die hij nuttig acht. 22. In samenwerking met de Directeur-generaal en op verzoek van deze laatste, behoren tot zijn specifieke bevoegdheden: 1° het opmaken van de bondsbegroting, in het licht van inlichtingen verstrekt door de diensten en/of de departementen, die op hun beurt een raming dienen te maken van hun werkingsnoodwendigheden; 2° het bepalen van de werkingsbegroting van elke directie; 3° het innen en het boeken van alle inkomsten van de bond; 4° het plaatsen van alle sommen die de normale thesaurie-uitgaven overschrijden, bij door het Uitvoerend Comité aangeduide instellingen; 5° het betalen en het boeken, binnen de perken van de begrotingskredieten, van de door de KBVB verschuldigde bedragen; 6° samen met de Directeur-generaal, of bij afwezigheid van deze laatste samen met een lid van het Uitvoerend Comité, het afleveren of aanvaarden van alle kwijtingen en het voor voldaan ondertekenen van alle biljetten, mandaten, cheques of analoge waarden; 7° het ondertekenen, samen met de Directeur-generaal, of bij afwezigheid van deze laatste samen met een lid van het Uitvoerend Comité, van al de briefwisseling betreffende de bondsfinanciën; 8° het deelnemen, met raadgevende stem, aan de werkzaamheden van de Commissie der Financiën en aan elke werkgroep of instantie waarvan de werkzaamheden een weerslag kunnen hebben op de bondsfinanciën; 9° het uitvoeren van de betalingen van de verzekeraar.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
39
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Artikel 231
Het Directiecomité
1. Principe Dit comité is samengesteld uit de Directeur-generaal en de Directeurs. Het vergadert zo dikwijls als noodzakelijk, minstens wekelijks. 2. Modaliteiten 21. De Bondsvoorzitter en de Algemene Penningmeester wonen de vergaderingen bij in de hoedanigheid van waarnemers met raadgevende stem en mogen op de agenda de punten inschrijven die zij nuttig achten. 22. De Bondsvoorzitter brengt verslag uit bij de Raad van Bestuur over alle incidenten of werkingsproblemen die zich voordoen in het Directiecomité. 23. De Algemene Penningmeester brengt verslag uit bij de Raad van Bestuur over dreigende begrotingsoverschrijdingen veroorzaakt door het beheer van de Directeur-generaal.
40
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 5: DE ANDERE VERKOZEN INSTANTIES Artikel 236
De Raad van Toezicht
1. Principes 11. De Raad van Toezicht is samengesteld uit drie leden, verkozen door de algemene vergadering. 12. De duur van het mandaat van ieder lid van de Raad van Toezicht bedraagt drie jaar. Op het einde van ieder seizoen is één lid uittredend en niet herkiesbaar, tenzij na één jaar inactiviteit. 13. De leden van de Raad van Toezicht zijn gelast met de bestendige controle over de algemene boekhouding van de bond. Zij dienen er over te waken dat de verschillende uitgaven en ontvangsten behoorlijk gerechtvaardigd zijn door boekhoudkundige stukken. 14. De leden van de Raad van Toezicht brengen aan de bevoegde algemene vergadering verslag uit over de uitvoering van hun mandaat. Dit verslag en de eventuele opmerkingen moeten ten laatste één maand vóór die vergadering bij de Directeurgeneraal toekomen. 2. Modaliteiten 21. De Raad van Toezicht mag aan het Uitvoerend Comité alle adviezen, voorstellen of opmerkingen overmaken nopens het opstellen van de boekhouding of de middelen die de verificatie ervan moeten vergemakkelijken. 22. De leden mogen inzage nemen van de briefwisseling, de verslagen en van alle boekhoudkundige geschriften, zonder verplaatsing van stukken en in overleg met de Directeur-generaal en de Algemene Penningmeester. 23. Zij moeten het Uitvoerend Comité, vóór de algemene vergadering, in kennis stellen van de opmerkingen die ze menen te moeten maken, ten einde deze instantie in de gelegenheid te stellen, gebeurlijk, de nodige maatregelen te treffen. 24. De leden van de Raad van Toezicht zijn tot geheimhouding verplicht.
Artikel 237
Het Beroepscomité
1. Principes 11. Het Beroepscomité is samengesteld uit: -
-
het Beroepscomité voor het Voetbal, ingedeeld in: - drie kamers voor het Amateurvoetbal - één kamer voor het Betaald Voetbal het Beroepscomité voor het Futsal.
12. De kamers van het Beroepscomité oordelen in eerste aanleg: -
over de gevallen waarin de leden van het Sportcomité en de benoemde commissies betrokken zijn, met uitzondering van de leden van de Evocatiecommissie en de leden van de Provinciale Scheidsrechterscommissies; Ze beslist eveneens administratief over de aanvraag tot uitbreiding van schorsing tot het voetbal, uitgaande van een futsalclub of een sectie futsal van een club, die een van haar aangeslotenen een schorsing heeft opgelegd.
13. De Kamers van het Beroepscomité voor het Voetbal oordelen in hoger beroep over de beslissingen in eerste aanleg genomen door: 1° 2° 3° 4° 5° 6°
het Sportcomité voor het Voetbal; de Centrale Scheidsrechterscommissie; de Commissie voor het Statuut van de Speler; de Controlecommissie; de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds; de Provinciale Comités; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
41
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 7° de instanties van de erkende groeperingen behalve indien door overeenkomst een andere beroepsjurisdictie wordt voorzien; 8° de inrichtende instanties van tornooien die betrekking hebben op ploegen uit verschillende provincies of uit hogere afdelingen. 14. De Kamers van het Beroepscomité voor het voetbal oordelen zonder verhaal over de schorsing van een niet conform terrein. 2. Modaliteiten 21. Beroepscomité voor het Amateurvoetbal 211. Het Beroepscomité voor het Amateurvoetbal, ingedeeld in drie onafhankelijke kamers, is samengesteld uit achttien leden, als volgt door de algemene vergadering verkozen: -
een lid per provincie; een tweede lid van Brabant, derwijze dat de provincie vertegenwoordigd is door een Nederlandstalig en een Franstalig lid; een tweede lid van de Vlaamse provincie met de grootste sportactiviteit; een tweede lid van de Waalse provincie met de grootste sportactiviteit; twee leden - waarvan minstens één jurist, die het Betaald Voetbal vertegenwoordigen; de Pro League en de Nationale Voetballiga dienen onderling de taalpariteit te verzekeren; twee leden - één Nederlandstalige en één Franstalige – die de Liga van 3de Afdeling vertegenwoordigen, waarvan minstens één jurist; twee leden - één Nederlandstalige en één Franstalige – die de Nationale Liga van Bevordering vertegenwoordigen, waarvan minstens één jurist;
212. Na elke verkiezing stelt het Uitvoerend Comité, op advies van het College van Voorzitters, de drie kamers van het Beroepscomité voor het Amateurvoetbal samen, met dien verstande dat steeds: -
iedere kamer samengesteld is uit drie leden van elke taalrol; in iedere kamer minstens één jurist zetelt.
213. Bij hoogdringendheid, en wanneer het College van Voorzitters oordeelt dat geen der drie Kamers in staat is om te zetelen, kan dit College een vakantiekamer samenstellen, rekening houdende met voormelde principes. 22. Beroepscomité voor het Betaald Voetbal Het Beroepscomité voor het Betaald Voetbal is samengesteld uit zeven leden die het Betaald Voetbal vertegenwoordigen: -
drie leden van de Pro League, waaronder minstens één jurist en minstens één lid van elke taalrol; drie leden van de Nationale Voetballiga, waaronder minstens één jurist en minstens één lid van elke taalrol; een Magistraat van de Gerechtelijke Orde, al dan niet bij de Bond aangesloten, die de functie van voorzitter uitoefent.
23. Kamervoorzitters - Eerste voorzitterschap - College van Voorzitters 231. De drie voorzitters van de Kamers voor het Amateurvoetbal worden verkozen door het voltallig Beroepscomité voor het Amateurvoetbal. 232. De voorzitter van de Kamer van het Beroepscomité voor het Betaald Voetbal wordt, in zijn hoedanigheid van Magistraat, benoemd door het Uitvoerend Comité, op voorstel van de liga’s van het Betaald Voetbal. 233. De Eerste Voorzitter van het Beroepscomité wordt verkozen door het College van voorzitters, dat hij voorzit. 24. Organisatie - Verdeling 241. De zaken op nationaal vlak, waarbij uitsluitend: -
clubs van het Betaald Voetbal spelers, trainers, afgevaardigden en andere begeleiders van eerste ploegen en reserven van het Betaald Voetbal andere toegewezen aangeslotenen aan clubs van het Betaald Voetbal
betrokken zijn, worden behandeld door de Kamer voor het Betaald Voetbal.
42
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 242. De andere zaken worden over de drie kamers voor het Amateurvoetbal verdeeld door het College van de Voorzitters, bijgestaan door de griffie van de Bond. 25. Verwijzingskamers De kamers voor het Amateurvoetbal zijn bevoegd als verwijzingskamers, zelfs in gevallen van Betaald Voetbal en van futsal. De Evocatiecommissie verwijst de betrokken zaak naar een kamer die er nog niet over heeft geoordeeld. 26. Eventuele uitbreiding van de Kamers van het Beroepscomité Voor het behandelen van inbreuken inzake doping en anderzijds inzake overdracht van patrimonium en toekenning van de licentie betaald voetbal, wordt het Beroepscomité respectievelijk uitgebreid met vier geneesheren en vier accountants. Naargelang de noodzaak, zullen twee van hen opgeroepen worden om in één van de kamers te zetelen. Indien de kamer die over deze inbreuk dient te statueren niet minstens twee juristen telt, worden deze, rekening houdende met de taalpariteit, benoemd door het Uitvoerend Comité, en aan de kamer toegevoegd. Bij niet-aanwezigheid van minstens één jurist, en naargelang het geval één geneesheer of accountant, dient de behandeling van de zaak uitgesteld te worden.
Artikel 238
Het Sportcomité
1. Principes 11. Het Sportcomité is samengesteld uit: -
-
het Sportcomité voor het voetbal, ingedeeld in: - drie kamers voor het Amateurvoetbal - één kamer voor het Betaald Voetbal het Sportcomité voor het Futsal
12. Het Sportcomité voor het voetbal heeft volgende bevoegdheden: 121. Administratieve bevoegdheid 1211. Competities Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden toegekend aan de liga’s van het Betaald Voetbal, organiseert het Sportcomité voor het voetbal de nationale competities en geeft toelating tot het inrichten van vriendschappelijke wedstrijden waaraan ploegen van hogere afdelingen deelnemen. 1212. Nazicht van de terreinen Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheid van de Licentiecommissie betreffende de toekenning van de licenties, is het Sportcomité bevoegd voor het toezicht op de naleving van de reglementaire bepalingen van de terreinen. 1213. Kalendercommissies van het nationale Amateurvoetbal In de schoot van het Sportcomité voor het Amateurvoetbal wordt een Kalendercommissie samengesteld. Deze Kalendercommissie beheert de kalender van 3de nationale afdeling, de afdeling bevorderingen en de nationale dames (met inbegrip van hun nationale reserven en jeugd). 122. Bevoegdheden van sportieve en disciplinaire jurisdictie in eerste aanleg 1221. Disciplinaire bevoegdheden In aanwezigheid van een lid van het Bondsparket oordeelt de Kamer over de incidenten, laakbare feiten, betwistingen, gevallen van wangedrag van spelers, aangeslotenen of toeschouwers en over alle feiten ten laste van de clubs die zich voordoen:
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
43
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES -
tijdens de kampioenschappen en competities van hogere afdelingen;
-
tijdens vriendschappelijke wedstrijden of tornooien tussen ploegen: - uit hogere afdelingen - uit hogere en lagere afdelingen - uit lagere afdelingen van verschillende provincies - van geconventioneerde clubs uit verschillende provincies uit België en het buitenland
-
tijdens een wedstrijd in het kader van een internationale competitie, tenzij deze haar eigen disciplinaire jurisdictie bezit.
In dit laatste geval is het Sportcomité slechts gevat wanneer het erom verzocht wordt door een internationale disciplinaire jurisdictie. 1222. de gevallen waarin een Provinciaal Comité of een lid daarvan betrokken is. 1223. de klachten betreffende de spelleiding van de Beker van België 1224. Betrekkingen clubs - spelers 1° het verhaal ingediend tegen de beslissingen van disciplinaire aard die door een club van hogere afdelingen tegen haar amateurs en tegen haar niet-spelende aangeslotenen genomen werden; 2° de disciplinaire klachten ingediend door clubs van hogere afdelingen tegen hun spelers of hun spelers tegen deze clubs; 3° de betwistingen, wanneer de club van toewijzing uitkomt in hogere afdelingen, omtrent: -
de heraansluiting na het ontslag als amateur in de maand april; de administratieve kosteloze transfers wegens speciale omstandigheden.
123. Beslissingen zonder verhaal De beslissingen betreffende: het uitstellen van wedstrijden klachten betreffende het resultaat van de wedstrijd bij de nationale en interprovinciale eindrondes de Bekers van België (Art. 1627 en 1657) zijn zonder verhaal. 2. Modaliteiten 21. Sportcomité voor het Amateurvoetbal 211. Het Sportcomité voor het Amateurvoetbal, ingedeeld in drie onafhankelijke kamers voor wat betreft zijn disciplinaire jurisdictie, is samengesteld uit 21 leden, als volgt door de algemene vergadering verkozen: -
één lid per provincie, waarbij het lid van de provincie Brabant als tweetalig wordt beschouwd; één lid jurist, dat de lagere afdelingen vertegenwoordigt, op voordracht van de clubs van deze afdelingen, verzameld in hun nationale associatie, handelend conform haar statuten; één lid dat de Pro League vertegenwoordigt, en dat de taalpariteit verzekert met het lid jurist dat de lagere afdelingen vertegenwoordigt; twee leden – een Nederlandstalige en een Franstalige, die de Nationale Voetballiga vertegenwoordigen; vier leden, van wie minstens één jurist – twee Nederlandstalige en twee Franstalige, die de Liga van Derde Afdeling vertegenwoordigen; vier leden, van wie minstens één jurist – twee Nederlandstalige en twee Franstalige, die de Nationale Liga van Bevordering vertegenwoordigen;
212. Na elke verkiezing stelt het Uitvoerend Comité, op advies van het College van Voorzitters, de drie kamers samen, met dien verstande dat steeds: -
iedere kamer samengesteld is uit minstens 3 leden van elke taalrol; in iedere kamer minstens één jurist zetelt.
213. Bij hoogdringendheid, en wanneer het College van Voorzitters oordeelt dat geen der drie Kamers in staat is om te zetelen, kan dit College een vakantiekamer samenstellen, rekening houdende met bovenvermelde principes. 44
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 22. Sportcomité voor het Betaald Voetbal Het Sportcomité voor het Betaald Voetbal is samengesteld uit zeven leden die het Betaald Voetbal vertegenwoordigen, met name: -
drie leden van de Pro League, waarvan minstens één jurist en minstens één lid van elke taalrol; drie leden van de Nationale voetballiga, waarvan minstens één jurist en minstens één lid van elke taalrol. een magistraat van de Gerechtelijke Orde, al dan niet bij de Bond aangesloten, die de functie van Voorzitter uitoefent.
23. Kamervoorzitters - Eerste voorzitterschap - College van Voorzitters - Coördinatie 231. De drie voorzitters van de Kamers voor het Amateurvoetbal worden verkozen door het voltallig Sportcomité voor het Amateurvoetbal. 232. De voorzitter van de Kamer van het Sportcomité voor het Betaald Voetbal wordt, in zijn hoedanigheid van Magistraat, benoemd door het Uitvoerend Comité, op voorstel van de liga’s van het Betaald Voetbal. 233. Eerste Voorzitter van het Sportcomité voor het voetbal wordt verkozen door het College van voorzitters, dat hij voorzit. 234. Een lid van de Centrale Scheidsrechterscommissie mag als waarnemer de vergaderingen van het Sportcomité bijwonen. Hij mag worden geraadpleegd. 235. De voorzitters van de kamers voor het voetbal verzekeren, in gezamenlijk overleg, met de naar hun oordeel gepaste middelen, de coördinatie van hun werkzaamheden en de coördinatie met de kamer Futsal. Zij kunnen een lid van deze kamer uitnodigen op hun zittingen en één van hun leden afvaardigen naar deze laatste. 24. Organisatie - Verdeling 241. De zaken op nationaal vlak, waarbij uitsluitend: -
clubs van het Betaald Voetbal, spelers, trainers, afgevaardigden en andere begeleiders van eerste ploegen en reserven van clubs van het Betaald Voetbal, andere toegewezen aangeslotenen aan clubs van het Betaald Voetbal
betrokken zijn, worden behandeld door de Kamer voor het Betaald Voetbal. 242. De andere zaken worden over de drie kamers voor het Amateurvoetbal verdeeld door het college van de voorzitters, bijgestaan door de griffie van de bond. 25. Verwijzingskamers De kamers van het Sportcomité voor het Amateurvoetbal zijn bevoegd als verwijzingskamers, zelfs in gevallen van Betaald Voetbal en futsal. De Evocatiecommissie verwijst de betrokken zaak naar één van de kamers die er nog niet over heeft geoordeeld. 26. Kalendercommissie voor het nationale Amateurvoetbal De kalender wordt opgemaakt door de Directeur-generaal, onder de verantwoordelijkheid van het Sportcomité voor het Amateurvoetbal. De Kalendercommissie is samengesteld uit vier leden, namelijk: -
twee vertegenwoordigers van de Liga van 3de Afdeling; twee vertegenwoordigers van de Liga van Bevordering.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
45
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Artikel 239
De Provinciale Comités
1. Principes 11. De provinciale comités zijn samengesteld uit zeven tot twaalf leden. 12. Taken van de Provinciale Comités 121. Administratieve taken -
het Uitvoerend Comité bijstaan in de organisatie en de bevordering van het voetbal op provinciaal vlak; in hun provincie de in het reglement voorziene kampioenschappen van de lagere afdelingen en de provinciale bekers organiseren; de vriendschappelijke wedstrijden gepland tussen clubs van deze afdelingen toelaten; de terreinen keuren; in overleg met de Provinciale Verstandhouding van clubs van lagere afdelingen: -
voor eind augustus, het vaste forfaitaire bedrag aan bondsbelasting ten laste van de voetbalclubs van de provincie bepalen; het bedrag per club bepalen indien aan het einde van het seizoen het minimumbedrag aan andere ontvangsten niet bereikt is dat door de clubs van de provincie gewaarborgd dient te worden.
122. Bevoegdheden van sportieve en disciplinaire jurisdictie 1221. Incidenten, laakbare feiten -
de incidenten, laakbare feiten, betwistingen, gevallen van wangedrag van spelers, aangeslotenen of toeschouwers en alle feiten ten laste van de clubs die zich voordoen: -
tijdens de kampioenschappen en competities van lagere afdelingen; tijdens vriendschappelijke wedstrijden of tornooien tussen ploegen van lagere afdelingen van eenzelfde provincie tijdens vriendschappelijke wedstrijden of tornooien tussen ploegen van geconventioneerde clubs die deel uitmaken van verschillende doch tot dezelfde provincie behorende groeperingen.
1222. Betrekkingen clubs - spelers 1° Het verhaal ingediend tegen de beslissingen van disciplinaire aard die door een club van lagere afdelingen van de provincie tegen haar amateurs en tegen haar niet-spelende aangeslotenen genomen werden; 2° De disciplinaire klachten ingediend door clubs tegen hun spelers of van spelers tegen hun club, indien deze laatste tot de lagere afdelingen behoort; 3° De betwistingen, wanneer de club van toewijzing uitkomt in lagere afdelingen, omtrent: -
de heraansluiting na het ontslag als amateur in de maand april; de administratieve kosteloze transfers wegens speciale omstandigheden.
123. Bevoegdheden in hoger beroep De Provinciale Comités doen uitspraak in hoger beroep over de beslissingen getroffen door de inrichtende instanties van tornooien waaraan uitsluitend ploegen uit de lagere afdelingen van de provincie deelnamen of ploegen van clubs van geconventioneerde groeperingen die van verschillende doch tot dezelfde provincie behorende groeperingen deel uitmaken. 124. Beslissingen zonder verhaal De beslissingen betreffende: het uitstellen van wedstrijden klachten betreffende het resultaat van de wedstrijd bij de provinciale eindrondes zijn zonder verhaal.
46
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 2. Modaliteit Een lid van de Provinciale Scheidsrechterscommissie mag als waarnemer de vergaderingen van het Provinciaal Comité bijwonen. Hij mag worden geraadpleegd. Hij mag een lid van het Provinciaal Comité Futsal uitnodigen op zijn zitting en één van zijn leden afvaardigen op die van bedoeld Provinciaal Comité Futsal.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
47
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 6: DE BENOEMDE INSTANTIES VOOR VOETBAL EN FUTSAL Artikel 241
De Evocatiecommissie
1. Principes 11. De Evocatiecommissie is samengesteld uit zes leden-juristen met een goede kennis van de landstalen en van het Bondsreglement 12. Enkel de Evocatiecommissie heeft de bevoegdheid tot de evocatie van een beslissing te besluiten. Zij kan dit doen wanneer een inbreuk op de reglementering of een overtreding van de wet wordt vastgesteld, of een nieuw feit wordt ontdekt dat van aard is de oorspronkelijke beslissing van een bondsinstantie te wijzigen. 2. Modaliteiten 21. De leden van de Evocatiecommissie worden als volgt benoemd door het Uitvoerend Comité: -
twee leden, een Nederlandstalige en een Franstalige, die de lagere afdelingen vertegenwoordigen, op voordracht van de clubs van deze afdelingen, verzameld in hun nationale associatie, handelend conform haar statuten; vier leden die de hogere afdelingen vertegenwoordigen, met name: een lid voorgedragen door de Pro League; een lid voorgedragen door de Nationale Voetballiga; een lid voorgedragen door de Nationale Liga van 3de Afdeling; een lid voorgedragen door de Nationale Liga der Bevorderingen.
De Nationale Voetballiga verzekert de taalpariteit met de Pro League en de Nationale Liga der Bevorderingen verzekert deze pariteit met de Nationale Liga van 3de Afdeling. 22. De zaken waarover het Uitvoerend Comité in tweede aanleg uitspraak doet, kunnen enkel wegens het bestaan van een nieuw feit geëvoceerd worden.
Artikel 242
Het Bondsparket
1. Principes 11. Het Bondsparket is samengesteld uit één Bondsprocureur en tien substituten, vijf Nederlandstalige en vijf Franstalige, allen jurist met een grondige kennis van de landstalen. Het Bondsparket vormt een ondeelbaar geheel en staat onder de leiding van de Bondsprocureur. 12. Het Bondsparket is gelast met het onderzoek inzake: -
competitievervalsing; doping; verstoring van de competities; overdracht van patrimonium.
13. Voor de disciplinaire zaken die onder de bevoegdheid van het Sportcomité voor het voetbal vallen, is het Bondsparket gemachtigd ambtshalve een federale actie uit te oefenen, uitgenomen indien het zelf partij is. 14. Wat betreft het Betaald Voetbal, is het Bondsparket bevoegd om een minnelijke schikking voor te stellen. 15. Wat betreft de disciplinaire zaken die op nationaal vlak aan het Sportcomité voor het voetbal werden voorgelegd, vervalsing van de competitie, doping, verstoring van de competities of overdracht van patrimonium, heeft het Bondsparket het recht beroep aan te tekenen tegen de in eerste aanleg genomen beslissing en het recht om een evocatieverzoek in te dienen.
48
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 16. Het Bondsparket kan beroep aantekenen tegen een beslissing van de Licentiecommissie of verhaal indienen bij de Belgische Arbitragecommissie voor de Sport tegen een beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep (zie Art. 415 en 416). 2. Modaliteiten 21. Bij het onderzoek van een zaak betreffende afstand van patrimonium, mag het Bondsparket, om zich te laten bijstaan, een onafhankelijk deskundige kiezen op de door het Uitvoerend Comité opgestelde lijst. 22. Het Bondsparket kan ambtshalve optreden of gevat worden door het Uitvoerend Comité of zijn Bureau, door de Directeurgeneraal of door elke vordering of middel over materies waarmee het gelast is. Wanneer het ambtshalve optreedt, moet het de Directeur-generaal hiervan schriftelijk op de hoogte brengen.
Artikel 243
De Onderzoekscommissie
1. Principes 11. De Onderzoekscommissie is samengesteld uit twaalf leden, zes Nederlandstalige en zes Franstalige. 12. De Onderzoekscommissie vervult de onderzoeksopdrachten die haar worden toegekend inzake competitievervalsing en doping. 13. Zonder afbreuk te doen aan de aan het Bondsparket voorbehouden mogelijkheid en het aan de Controlecommissie verleend recht om in de loop van het onderzoek bijkomende onderzoeken te vragen, mag het Uitvoerend Comité ofwel op eigen initiatief, ofwel op verzoek van een andere bondsinstantie, de Onderzoekscommissie gelasten met onderzoeksopdrachten in andere domeinen dan die van competitievervalsing en doping. 2. Modaliteit Indien leden van de Onderzoekscommissie in kennis gesteld worden van een poging tot competitievervalsing, kunnen zij, in geval van hoogdringendheid, de nodige onderzoeksdaden stellen. De betrokken leden stellen én hun voorzitter én het Bondsparket onverwijld in kennis van hun optreden ter zake.
Artikel 244
De Controlecommissie
1. Principes 11. De Controlecommissie is samengesteld uit zes leden, drie Nederlandstalige en drie Franstalige. Minstens twee leden, één van elke taalrol, dienen jurist te zijn. 12. Op grond van het dossier dat te dien einde wordt overgemaakt door diegene die daartoe gemachtigd is, beslist de Controlecommissie over de inbreuken betreffende: -
competitievervalsing. Daarenboven is zij bevoegd om te statueren over alle inbreuken die tijdens het onderzoek aan het licht zouden komen; doping; verstoring van de competities; overdracht van patrimonium.
2. Modaliteiten 21. Elk lid moet een voldoende kennis hebben van het Nederlands en het Frans om de debatten in beide talen te kunnen volgen. 22. Om inbreuken inzake doping en inzake overdracht van patrimonium te kunnen behandelen wordt zij respectievelijk uitgebreid met twee geneesheren of twee accountants. Indien zij niet minstens twee juristen telt, wordt ze voor die zaken aangevuld, met naleving van de taalpariteit, met één of twee juristen benoemd door het Uitvoerend Comité.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
49
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Overgangsmaatregelen 23. Om te komen tot een Commissie met minstens 2 juristen, zal er vanaf 01.01.2008 bij elke nieuwe vacature per taalrol een jurist benoemd worden, totdat de vereiste samenstelling is bekomen. 24. De uitbreiding (punt 22) met 2 juristen vervalt van zodra de Commissie de vereiste samenstelling heeft bekomen. Bij niet-aanwezigheid van minstens één jurist, en naargelang het geval één geneesheer of accountant, dient de behandeling van de zaak uitgesteld te worden.
Artikel 245
De Commissie voor het Statuut van de Speler
1. Principes 11. De Commissie voor het Statuut van de Speler is samengesteld uit acht leden, vier Nederlandstalige en vier Franstalige. 12. De Commissie voor het Statuut van de Speler oordeelt in eerste aanleg over: -
de geschillen tussen clubs en contractspelers die niet onder de toepassing vallen van de wet van 24 februari 1978 betreffende het contract van de betaalde sportbeoefenaar; geschillen die ontstaan uit een spelerscontract, zelfs indien dit niet betekend werd aan de bond, voor zover het geen club betreft behorend tot het Betaald Voetbal; zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de Provinciale Comités en het Sportcomité, het verhaal ingediend door een speler tegen een beslissing van zijn club niet behorend tot het betaald voetbal; de eventuele inbreuken op het statuut van de speler.
13. Binnen de Commissie voor het Statuut van de Speler kan een scheidsrechterscollege worden samengesteld dat oordeelt over de geschillen tussen clubs, niet behorende tot het Betaald Voetbal en contractspelers die onder de toepassing vallen van de wet van 24 februari 1978 betreffende het arbeidscontract van de betaalde sportbeoefenaar. 2. Modaliteit De leden van de commissie worden als volgt benoemd: -
twee leden – één van elke taalrol –, waarvan één jurist, die de clubs van 3de nationale afdeling vertegenwoordigen; twee leden – één van elke taalrol –, waarvan één jurist, die de clubs van bevordering vertegenwoordigen; vier leden – twee van elke taalrol –, waarvan één jurist, die de clubs van de lagere afdelingen vertegenwoordigen.
Artikel 246
De Commissie van Financiën
1. Principes 11. De Commissie van Financiën is samengesteld uit acht leden, onder wie drie van de Pro League. Zij wordt bijgestaan door een lid van het Uitvoerend Comité, de Directeur-generaal en de Algemene Penningmeester, alle drie met adviserende stem. 12. De Commissie van Financiën staat het Uitvoerend Comité bij in het financieel beheer van de bond. 13. De Commissie van Financiën neemt in eerste aanleg de passende maatregelen tegen leden en secretarissen van de bondsinstanties wegens het niet naleven van de reglementaire voorschriften en richtlijnen in verband met het gebruik en de rechtvaardiging van de hun ter beschikking gestelde fondsen. 2. Modaliteit De Commissie van Financiën is gelast met: 1° het verifiëren of de uitgaven, gedaan door andere bondsinstanties dan het Uitvoerend Comité, de toegestane kredieten niet overtreffen; 2° het controleren van alle andere uitgaven dan deze goedgekeurd door de bondsinstanties; 50
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 3° het onderzoeken van de staat van de uitgaven, ingediend door de secretarissen van de bondsinstanties; 4° het voorstellen aan het Uitvoerend Comité, nieuwe reserves voor de KBVB aan te leggen of de bestaande te verhogen; 5° het voorstellen aan dit Comité van alle bezuinigingsmaatregelen die zij nuttig acht, en het overmaken van haar eventuele adviezen en beschouwingen over: de periodieke financiële staten door de Algemene Penningmeester opgemaakt; de staat der verrichtingen; de eindrekening; de begrotingsontwerpen door de Algemene Penningmeester opgesteld om aan de bevoegde algemene vergadering te worden voorgelegd; 6° het geven van haar advies over alle tot haar bevoegdheid behorende financiële kwesties.
Artikel 247
De Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds
Overgangsmaatregel voor en tot bij consolidatie van de ongevallen ingeboekt tot en met 31.12.2008 1. Principes 11. De Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds is samengesteld uit tien leden waaronder twee verzekeraars, twee juristen en twee geneesheren. Zij wordt bijgestaan door een lid van het Uitvoerend Comité. 12. Ze heeft als bevoegdheid: 1° de studie van de problemen in verband met het Federaal Solidariteitsfonds; 2° de controle op de naleving van het reglement van dit Fonds. 13. De Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds beslist in eerste aanleg: -
over de te nemen nuttige maatregelen ter uitvoering van het reglement van het Federaal Solidariteitsfonds; over alle betwistingen en tekortkomingen in verband met het reglement van het Federaal Solidariteitsfonds en het bondsreglement inzake verzekeringen.
2. Modaliteit De verzekeraars die deel uitmaken van deze Commissie mogen noch als makelaar noch als tussenpersoon verbonden zijn aan een maatschappij waarmee de KBVB een verzekeringscontract heeft afgesloten.
Artikel 248
De Rechtscommissie
1. De Rechtscommissie is samengesteld uit tien leden. 2. In de schoot van de Rechtscommissie kan een scheidsrechterscollege worden samengesteld dat oordeelt over de geschillen: -
tussen clubs waarvan er minstens één niet behoort tot het Betaald Voetbal, onder andere wegens het niet-betalen van verschuldigde sommen, het toestaan van transfers, het voeren van transferonderhandelingen en het niet-uitvoeren van verbintenissen aangegaan ter gelegenheid van transfers van spelers;
-
tussen clubs niet behorende tot het Betaald Voetbal: - en niet-spelende aangeslotenen, - en trainers inzake contractuele aangelegenheden, - en derden,
en dit voor zover de tegenpartij hiermee instemt.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
51
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
Artikel 249
De Codificatiecommissie
1. Principes 11. De Codificatiecommissie is samengesteld uit tien leden-juristen, twee taalkundigen gespecialiseerd respectievelijk in de Nederlandse en de Franse taal. Voor het onderzoek van de dossiers betreffende futsal, wordt ze aangevuld met twee ledenjuristen, van de sectie futsal. 12. Zij heeft tot opdracht: -
in samenwerking met de Directeur-generaal het bondsreglement te codificeren; op verzoek van het Uitvoerend Comité alle reglementen en contracten uit te werken, elk rechtsprobleem te bestuderen en de statuten en reglementen van de clubs te onderzoeken op hun overeenstemming met de bondsreglementering; schriftelijk advies te verlenen met redenen omkleed, omtrent elk voorstel van reglementswijziging.
2. Modaliteiten 21. De toegevoegde leden van het futsal mogen deel uitmaken van een andere bondsinstantie. 22. Het voorzitterschap van deze commissie wordt waargenomen door een lid van het Uitvoerend Comité. 23. Het advies omtrent de voorstellen tot reglementswijziging wordt gevoegd bij de tekst die ter bespreking wordt voorgelegd aan de Nationale Studiecommissie/algemene vergadering. Het advies omvat inhoudelijke en formele bemerkingen. In geval van negatief advies op grond van strijdigheid met de wet of de openbare orde kan het Uitvoerend Comité het voorstel onontvankelijk verklaren. Bij gebrek aan advies binnen de zes weken wordt het advies positief geacht te zijn. Bij hoogdringendheid, bepaald door het Uitvoerend Comité, hoeft dit advies niet schriftelijk te zijn.
Artikel 250
De Medische Commissie
1. Principes 11. De Medische Commissie is samengesteld uit acht leden - vier Nederlandstalige en vier Franstalige - namelijk: in elke taalrol twee geneesheren en twee kinesitherapeuten gespecialiseerd op het vlak van voetbal. 12. De Medische Commissie heeft tot taak: -
het coördineren en controleren van alle medische activiteiten in de Bond; het uitvoeren op het medisch vlak van alle reglementaire of haar door het Uitvoerend Comité toevertrouwde opdrachten; het suggereren van maatregelen die de gezondheidstoestand van de beoefenaars verbeteren en hun fysieke integriteit verzekeren; het waarnemen van de medische dienst op de wedstrijden en trainingen van de nationale ploegen.
2. Modaliteit De Medische Commissie wordt aangevuld met een geneesheer aangeduid door het Uitvoerend Comité op voorstel van de Bondsvoorzitter. Dit lid mag deel uitmaken van de bondsadministratie.
Artikel 251
De Commissie voor het Damesvoetbal
1. De Commissie voor het Damesvoetbal is samengesteld uit zes leden, drie Nederlandstalige en drie Franstalige. Zij wordt bijgestaan door een lid van het Uitvoerend Comité. 52
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 2. De Commissie voor het Damesvoetbal heeft een consultatieve bevoegdheid, en heeft tot opdracht: -
het damesvoetbal te promoveren; de problematiek ervan te bestuderen; bij het Uitvoerend Comité advies uit te brengen over elk ermee gepaard gaand probleem.
Artikel 252
De Commissie van de Secretarissen
1. De Commissie van de Secretarissen is samengesteld uit de secretarissen van de nationale en provinciale instanties. Ze wordt voorgezeten door de Directeur-generaal 2. Deze commissie heeft tot taak: 1° de verbeteringen of wijzigingen aan de bondsreglementering te onderzoeken; 2° het bestuderen van problemen van algemene aard, die de KBVB aanbelangen; 3° maatregelen van technische of administratieve aard, die de werking van de bondsdiensten zouden kunnen verbeteren, voor te stellen.
Artikel 253
De Commissie Veiligheid
1. Principes 11. De Commissie Veiligheid is samengesteld uit 11 leden, van wie vier leden van of aangeduid door het Uitvoerend Comité, de Directeur-generaal, vier veiligheidsverantwoordelijken van de clubs, een vertegenwoordiger uit de Centrale Scheidsrechterscommissie en de veiligheidsverantwoordelijke van de KBVB. 12. De Commissie Veiligheid heeft tot taak het: 1° onderzoeken van problemen, onregelmatigheden en nalatigheden aangaande de veiligheid op niveau van de KBVB en de clubs; 2° uitbrengen van adviezen en formuleren van voorstellen bij de wettelijke reglementering aangaande de veiligheid bij voetbalwedstrijden; 3° formuleren van voorstellen voor de eventuele aanpassingen van het bondsreglement; 4° adviseren van bondsinstanties bij verzoek; 5° superviseren en coördineren van de bijzondere verplichtingen van de KBVB voorzien in de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden. 2. Modaliteiten 21. De leden van deze commissie mogen deel uitmaken van een andere bondsinstantie of deel uitmaken van de bondsadministratie. 22. Het voorzitterschap van deze commissie kan waargenomen worden door een lid van het Uitvoerend Comité.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
53
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 7: DE BENOEMDE INSTANTIES VOOR HET VOETBAL Artikel 256
De Centrale Scheidsrechterscommissie
1. Principes 11. De Centrale Scheidsrechterscommissie is samengesteld uit maximum 42 leden als volgt verdeeld: a) Directiecommissie: 18 leden b) Leden-opleiders: maximum 24 12. De Centrale Scheidsrechterscommissie is gelast met volgende technische bevoegdheden: 121. Directiecommissie of de bevoegde subcommissie 1° het opmaken van de classificatie van de scheidsrechters die het kader van de hogere afdelingen vormen; 2° het treffen van administratieve of disciplinaire maatregelen tegen de scheidsrechters die tekort komen aan de rechtstreeks aan hun functie verbonden verplichtingen, in verband met hun gedrag, aanduiding of prestatie; 3° het aanduiden van de scheidsrechters en eventueel de assistent-scheidsrechters voor de wedstrijden waaraan een ploeg deelneemt die in het nationaal kampioenschap uitkomt alsook voor de wedstrijden van de Beker van België. Deze bevoegdheid kan overgedragen worden aan een of meer van haar leden of aan een Provinciale Scheidsrechterscommissie; 4° het voorstellen aan het Uitvoerend Comité van de scheidsrechters die kunnen opgeroepen worden om internationale wedstrijden te leiden; 5° het voorbereiden en organiseren van de verschillende activiteiten van de scheidsrechters; 6° het onderrichten van de leden en leden-opleiders van de Provinciale Scheidsrechterscommissies die gelast zijn met de opleiding en de vervolmaking van de scheidsrechters in hun provincie; 7° het doen toepassen van het provinciaal werkplan, hierbij wakend over een eenvormige werkwijze in de Provinciale Scheidsrechterscommissies en het toezicht op hun beheer; 8° het bestuderen van de spelregels en, onder voorbehoud van goedkeuring van het Uitvoerend Comité, het verduidelijken van hun interpretatie; 9° het aanwijzen tussen haar leden van een afgevaardigde bij elk van de negen Provinciale Scheidsrechterscommissies; 122. De leden-opleiders zijn gelast met het afnemen van de examens voor de rangschikking, de opleiding en de vervolmaking van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters, die onder de jurisdictie vallen van de Centrale Scheidsrechterscommissie. De leden-opleiders ontvangen van het bureau van de Directiecommissie elke nuttige informatie voor het vervullen van hun taak. 13. De Directiecommissie of de bevoegde subcommissie van de Centrale Scheidsrechterscommissie oordeelt in eerste aanleg: 131. Over klachten inzake arbitrage van: 1° wedstrijden, tellend voor de officiële nationale competitie met uitzondering van diegene die betrekking hebben op de Beker van België, die onder de bevoegdheid vallen van het Sportcomité; 2° vriendschappelijke wedstrijden en tornooien tussen: - ploegen uit hogere afdelingen; - ploegen uit hogere en lagere afdelingen; - Belgische en buitenlandse ploegen; - militaire ploegen. 132. Over de gevallen waarbij een Provinciale Scheidsrechterscommissie of een lid van deze instantie betrokken is 14. De Directiecommissie of de bevoegde subcommissie van de Centrale Scheidsrechterscommissie statueert in hoger beroep over de beslissingen die in eerste aanleg genomen werden door de Provinciale Scheidsrechterscommissies. 2. Modaliteiten 21. De Voorzitter van de Centrale Scheidsrechterscommissie wordt benoemd door het Uitvoerend Comité dat vervolgens beide Ondervoorzitters en de andere leden aanstelt, op voorstel van deze Voorzitter. De eerste ondervoorzitter moet van een andere taalrol zijn dan de voorzitter.
54
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 22. De Directiecommissie bestaat uit 18 leden, 9 Nederlandstalige en 9 Franstalige. Elke provincie moet minstens één vertegenwoordiger hebben in de directiecommissie. 23. De voorzitter en de twee ondervoorzitters vormen het bureau. De leden van het bureau moeten tot verschillende provincies behoren. 24. De leden die niet zetelen in het bureau zijn ingedeeld in twee subcommissies: de subcommissie voor scheidsrechters van het Betaald Voetbal: 6 leden de subcommissie voor scheidsrechters van het Amateurvoetbal: 9 leden Beide subcommissies kunnen afzonderlijk vergaderen onder leiding van het bureau en zelfstandig beslissingen nemen met betrekking tot de hun toegekende bevoegdheden. 25. De leden-opleiders staan onder leiding van het bureau van de Directiecommissie en worden onderverdeeld als volgt: leden opleiders voor de scheidsrechters van het Betaald Voetbal: maximum 8 leden opleiders voor de scheidsrechters van het Amateurvoetbal: maximum 8 leden opleiders voor de assistent-scheidsrechters: maximum 8 26. De leden-opleiders worden benoemd voor één jaar. 27. De voorzitter van de Centrale Scheidsrechterscommissie verzekert, met de middelen die hij nodig acht, de coördinatie met de Centrale Scheidsrechterscommissie Futsal. Een lid van de Centrale Scheidsrechterscommissie mag de vergaderingen van de Centrale Scheidsrechterscommissie Futsal bijwonen en een lid van deze laatste mag eveneens die van de Centrale Scheidsrechterscommissie bijwonen. Deze leden hebben geen stemrecht. 28. Bij de behandeling van klachten betreffende de spelleiding, mogen aan de clubs alleen die boetes opgelegd worden die voorzien zijn voor een niet-gegronde actie. Wensen de Centrale Scheidsrechterscommissie dat andere sancties opgelegd worden, dan dienen ze dit, volgens het geval, aan het Sportcomité of aan het bevoegd Provinciaal Comité voor te stellen.
Artikel 257
De Provinciale Scheidsrechterscommissies
1. Principes 11. De Provinciale Scheidsrechterscommissies zijn samengesteld uit zeven leden die de Directiecommissie vormen. Zij wordt aangevuld met: twaalf leden-opleiders. een bijkomend lid-opleider per volledige of onvolledige fractie van 20 scheidsrechters boven de 380 op datum van 30 april van het lopende jaar. 12. De Provinciale Scheidsrechterscommissies ressorteren rechtstreeks onder de rechtsmacht van de Centrale Scheidsrechterscommissie en niet onder deze van de Provinciale Comités. 13. De Provinciale Scheidsrechterscommissies zijn gelast met volgende technische bevoegdheden: 131. Opstellen door de Voorzitter van een algemene beleidsverklaring en een werkplan. 132. Enkel de Directiecommissies van de Provinciale Scheidsrechterscommissies zijn gelast met: -
na voorafgaandelijk het advies van de leden-opleiders te hebben ingewonnen, met het opstellen van de rangschikking van de scheidsrechters en de assistent-scheidsrechters die het kader van lagere afdelingen vormen; het treffen van administratieve of disciplinaire maatregelen tegen de scheidsrechters die tekort komen aan de rechtstreeks aan hun functie verbonden verplichtingen, in verband met hun gedrag, beschikbaarheid, aanduiding of prestatie; het beheer van de provinciale arbitrage; de interne opleiding van de Provinciale Scheidsrechterscommissie verzorgen op het vlak van de eenvormigheid, de psychologie en de evaluatietechnieken.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
55
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 133. De directiecommissies en de leden-opleiders van de Provinciale Scheidsrechterscommissies zijn gezamenlijk gelast, op basis van het werkplan: -
-
met de theoretische en praktische toegangsexamens of andere, de rangschikkingsexamens, de praktische opleiding of de vervolmaking van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters onder hun jurisdictie; met de aanduiding van scheidsrechters en eventueel assistent-scheidsrechters voor de wedstrijden onder de jurisdictie van het Provinciaal Comité, en voor de wedstrijden waarvoor zij de aanduiding toevertrouwd kregen door de Cenrtrale scheidsrechterscommissie; met alle andere opdrachten die niet voorbehouden zijn aan de Directiecommissie maar haar door haar Voorzitter toevertrouwd worden.
De leden-opleiders krijgen van het Bureau van de directiecommissie alle nodige informatie voor het vervullen van hun taak. 14. De Directiecommissies van de Provinciale Scheidsrechterscommissies onderzoeken in eerste aanleg: 141. tekortkomingen van scheidsrechters 142. klachten betreffende de spelleiding van: 1° wedstrijden, tellend voor de officiële competities van de lagere afdelingen van hun provincie; 2° vriendschappelijke wedstrijden van ploegen uit lagere afdelingen of van geconventioneerde clubs, ingericht door een club van de provincie; 3° vriendschappelijke wedstrijden van clubs van lagere afdelingen van verschillende provincies, geleid door een scheidsrechter van lagere afdelingen. In dergelijk geval, wordt de Provinciale Scheidsrechterscommissie voorgezeten door een afgevaardigde van de Directiecommissie van de Centrale Scheidsrechterscommissie; 4° wedstrijden, die tellen voor tornooien, waaraan uitsluitend ploegen van lagere afdelingen of clubs van geconventioneerde groeperingen deelnemen en die ingericht zijn door een club van de provincie. 2. Modaliteiten 21. De Voorzitter van de Provinciale Scheidsrechterscommissie wordt benoemd door het Uitvoerend Comité op voorstel van het lid of de leden die de betrokken provincie vertegenwoordigen in deze instantie. 22. Op voorstel van deze Voorzitter en na het advies te hebben ingewonnen van diezelfde leden van het Uitvoerend Comité benoemt dit Comité eveneens de ondervoorzitters, de andere leden, de leden-opleiders en de technische attachés. In afwijking van de algemene regel worden de leden-opleiders en de technische attachés voor de duur van één jaar benoemd. De leden-opleiders en de technische attachés mogen toegewezen zijn aan dezelfde club als een ander lid-opleider of technische attaché, en mogen ook tezelfdertijd deel uitmaken van de Provinciale Scheidsrechterscommissie Futsal. 23. Ofwel elk seizoen, ofwel voor de duur van zijn mandaat, stelt de voorzitter een algemene beleidsverklaring op met de prioritaire krachtlijnen op het gebied van de organisatie, de opleiding en de omkadering, die hij wenst te ontwikkelen tijdens die periode. Deze verklaring wordt medegedeeld aan het lid (de leden) van het Uitvoerend Comité die zijn benoeming hebben voorgesteld, aan de vertegenwoordigers van de Centrale Scheidsrechterscommissie die als waarnemer zetelen in de Provinciale Scheidsrechterscommissie en aan het geheel van deze commissie. Dit document wordt jaarlijks aangevuld met een werkplan waarin de praktische uitvoeringsmodaliteiten van dit beleid worden uiteengezet. 24. In het kader van de psychologische of de fysieke voorbereiding van de scheidsrechters, kunnen de provinciale scheidsrechterscommissies worden aangevuld met "technische attachés". Deze technische attachés moeten in het bezit zijn van hun burgerlijke en politieke rechten en aan een effectieve club zijn toegewezen. Zij komen niet in aanmerking voor de berekening van het quota bij de samenstelling van de scheidsrechterscommissies. Zij beschikken niet over de technische bevoegdheden noch over de rechtsprekende en disciplinaire bevoegdheden die voorzien zijn voor de directieleden en de leden-opleiders. De beschikkingen van de artikelen betreffende de bondsonderscheidingen, het mandaat van lid van een benoemde instantie, kentekens en bondskaarten, en kosten van leden van bondsinstanties zijn op hen van toepassing.
56
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 25. De leden en de leden-opleiders komen regelmatig bijeen om hun gemeenschappelijke activiteiten te coördineren. De leden-opleiders en de technische attachés staan onder de leiding van het bureau van de Directiecommissie. 26. In de schoot van elke Provinciale Scheidsrechterscommissie, worden bepaalde leden en/of leden-opleiders, waarvan het aantal wordt bepaald door de Voorzitter op basis van het voorziene werkplan, uitsluitend of gedeeltelijk gelast met de opleiding en de omkadering van de assistent-scheidsrechters. 27. De voorzitter van de Provinciale Scheidsrechterscommissie verzekert, met de middelen die hij nodig acht, de coördinatie met de Provinciale Scheidsrechterscommissie Futsal. Een lid van de Provinciale Scheidsrechterscommissie mag de vergaderingen van de Provinciale Scheidsrechterscommissie Futsal bijwonen en een lid van deze laatste mag eveneens die van de Provinciale Scheidsrechterscommissie bijwonen. Deze leden hebben geen stemrecht. 28. Bij de behandeling van klachten betreffende de spelleiding, mogen aan de clubs alleen die boetes opgelegd worden die voorzien zijn voor een niet-gegronde actie. Wensen de Provinciale Scheidsrechterscommissies dat andere sancties opgelegd worden, dan dienen ze dit aan het bevoegd Provinciaal Comité voor te stellen.
Artikel 261
De Kalendercommissies van het Betaald Voetbal
1. Principes 11. De Kalendercommissies van het Betaald Voetbal zijn: -
de Kalendercommissie voor 1ste Nationale Afdeling, samengesteld uit zeven leden; de Kalendercommissie voor 2de Nationale Afdeling, samengesteld uit zeven leden.
De leden van beide commissies worden aangeduid door het Uitvoerend Comité respectievelijk op voorstel van de clubs van de Pro League en van de clubs van de Nationale Voetballiga. 12. Deze leden worden bijgestaan door de Directeur-generaal voor het opstellen van de kalender van 1ste en 2de Nationale (alsook reserven en nationale jeugd) en voor het verzekeren van de coördinatie met de Kalendercommissie van het Sportcomité voor het Amateurvoetbal. 2. Modaliteiten 21. In geval van belangenvermenging op het gebied van het vaststellen van de kalender van 1ste en 2de nationale afdelingen, zetelen beide kalendercommissies samen, onder voorzitterschap van de voorzitter van de Kalendercommissie van 1ste Nationale Afdeling. 22. De Kalendercommissies van het Betaald Voetbal staan volledig los van het Sportcomité voor het voetbal.
Artikel 262
De Arbitragecommissie voor het Betaald Voetbal
1. De Arbitragecommissie voor het betaald voetbal is samengesteld uit zestien leden: -
acht leden die de clubs van het Betaald Voetbal vertegenwoordigen, vier van elke taalrol; acht leden die de vakbondsorganisaties van de spelers vertegenwoordigen, vier van elke taalrol.
2. Dit scheidsrechterscollege oordeelt over: -
de geschillen tussen clubs van het Betaald Voetbal en contractspelers die onder de toepassing vallen van de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten voor betaalde sportbeoefenaars; de geschillen die ontstaan uit een spelerscontract, zelfs indien het niet aan de bond werd betekend, voor zover het een club van het Betaald Voetbal betreft; zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van het Sportcomité, het verhaal ingediend door een speler tegen een beslissing van zijn club behorend tot het Betaald Voetbal; eventuele inbreuken op het statuut van de profspeler; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
57
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES -
-
de geschillen tussen clubs alle behorende tot het Betaald Voetbal, onder andere wegens het niet-betalen van verschuldigde sommen, het toestaan van transfers, het voeren van transferonderhandelingen en het niet-uitvoeren van verbintenissen aangegaan ter gelegenheid van transfers van spelers; de geschillen tussen clubs van het Betaald Voetbal: - en niet-spelende aangeslotenen; - en trainers inzake contractuele aangelegenheden; - en derden; en dit voor zover de tegenpartij hiermee instemt.
Artikel 264
De Licentiecommissie
1. Principes 11. De Licentiecommissie, benoemd door het Uitvoerend Comité op gezamenlijk voorstel van de Pro League en de Nationale Voetballiga, bestaat uit 5 leden: -
een onafhankelijke bedrijfsrevisor of jurist, die het voorzitterschap ervan uitoefent; 4 leden waarvan 2 juristen en 2 bedrijfsrevisoren of IAB- accountants.
12. De Licentiecommissie heeft de volgende bevoegdheden: -
al dan niet toekennen van de Europese licenties en de licenties voor 1ste en 2de nationale afdeling toezien op de naleving van de voorwaarden die aan de club werden opgelegd bij het toekennen van de licentie.
13. Alle leden moeten jaarlijks een vertrouwelijkheidsclausule en een onafhankelijkheidsverklaring ondertekenen. Zij mogen niet gelijktijdig deel uitmaken van een statutair orgaan van de KBVB, en moeten hun functie op een objectieve en neutrale manier uitoefenen. 2. Modaliteiten 21. Het Uitvoerend Comité, op gezamenlijk voorstel van de Pro League en de Nationale Voetballiga, benoemt tevens voor ieder lid een plaatsvervangend lid die eveneens over een gelijkwaardige kwalificatie moet beschikken. Dit plaatsvervangend lid komt in de plaats van het effectief lid indien deze de zitting niet kan bijwonen. 22. Afwijkend van de bepalingen van Art. 210, worden deze leden benoemd voor 2 seizoenen, maar is hun benoeming steeds herroepbaar. De Nationale Voetballiga en de Pro League kunnen gezamenlijk op ieder moment een wijziging inzake samenstelling van de Licentiecommissie ter goedkeuring voorleggen aan het Uitvoerend Comité. 23. De vertrouwelijkheid houdt in dat alle elementen die niet op één of andere wijze openbaar worden gemaakt in toepassing van wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen, geheim worden gehouden. 24. De onafhankelijkheid impliceert dat men zich onthoudt als men aangesloten is bij de licentiekandidaat. Zij is niet gewaarborgd wanneer de betrokkene of één van zijn familieleden lid, aandeelhouder, sponsor, adviseur, beheerder, werknemer, enz. is bij bedoelde club die een licentie aanvraagt. Een lid dat, in ongeacht welke hoedanigheid, betrokken is in de toekenningsprocedure van de licentie, moet zich onthouden in geval van twijfel over zijn onafhankelijkheid t.o.v. een licentiekandidaat of bij risico op belangenvermenging.
Artikel 265
De Licentiecommissie voor Hoger Beroep
1. Principes 11. De Licentiecommissie voor Hoger Beroep, benoemd door het Uitvoerend Comité op voorstel van de Pro League en de Nationale Voetballiga, bestaat uit drie leden: -
58
een onafhankelijke bedrijfsrevisor of jurist, die het voorzitterschap ervan uitoefent; 2 leden waarvan één jurist en één bedrijfsrevisor of IAB-accountant.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES 12. De Licentiecommissie voor Hoger Beroep oordeelt in hoger beroep over de beslissingen in eerste aanleg genomen door de Licentiecommissie, en over de beslissingen in eerste aanleg genomen door de Licentiecommissie Futsal, na verwijzing door de Evocatiecommissie 13. Alle leden moeten jaarlijks een vertrouwelijkheidsclausule en een onafhankelijkheidsverklaring ondertekenen. Zij mogen niet gelijktijdig deel uitmaken van een statutair orgaan van de KBVB, en moeten hun functie op een objectieve en neutrale manier uitoefenen. 2. Modaliteiten 21. Tevens dient het Uitvoerend Comité op gezamenlijk voorstel van de Pro League en de Nationale Voetballiga voor ieder lid een plaatsvervangend lid te benoemen dat eveneens over een gelijkwaardige kwalificatie moet beschikken. Dit plaatsvervangend lid komt in de plaats van het effectief lid indien deze de zitting niet kan bijwonen. 22. Afwijkend van de bepalingen van Art. 210, worden deze leden benoemd voor 2 seizoenen, maar is hun benoeming steeds herroepbaar. De Nationale Voetballiga en de Pro League kunnen gezamenlijk op ieder moment een wijziging inzake samenstelling van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep voorleggen ter goedkeuring aan het Uitvoerend Comité. 23. Vertrouwelijkheid: zie Art. 264.23 24. Onafhankelijkheid: zie Art. 264.24
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
59
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 8: HET DEPARTEMENT LICENTIEMANAGEMENT Artikel 266
Het Departement Licentiemanagement
1. Principes 11. Het Departement Licentiemanagement is samengesteld uit een onafhankelijke Licentiemanager, met de hoedanigheid van accountant, revisor of jurist, bijgestaan door twee onafhankelijke adjuncten waarvan bij voorkeur de ene een economische, en de andere een juridische opleiding heeft genoten. 12. In het kader van de toekenning van licenties aan de clubs die uitkomen in, of willen uitkomen in het Betaald Voetbal, heeft het Departement Licentiemanagement de volgende bevoegdheden: -
opmaken van een schriftelijk verslag bestemd voor de Licentiecommissie; toezien op de naleving van de voorwaarden die aan de club werden opgelegd bij het toekennen van de licentie.
13. Elk lid van het Departement Licentiemanagement moet jaarlijks een vertrouwelijkheidsclausule en een onafhankelijkheidsverklaring ondertekenen. 14. Het Departement Licentiemanagement moet de communicatie verzekeren met de UEFA-instanties die bevoegd zijn voor de toekenning van de licentie die toegang geeft tot de Europese competities. De UEFA mag via de bevoegde instanties van nationale federaties gerichte controles uitvoeren bij de licentiekandidaten. 2. Modaliteiten 21. In afwijking van Art. 207 en 210: -
wordt de Licentiemanager benoemd door het Uitvoerend Comité, op voordracht van de Bondsvoorzitter. Deze benoeming is op ieder ogenblik herroepbaar;
-
worden de adjuncten aangeduid binnen de bondsadministratie, na overleg met de Bondsvoorzitter, de Directeur-generaal en de Licentiemanager. Deze benoemingen zijn op ieder ogenblik herroepbaar;
-
behoeven de Licentiemanager en zijn adjuncten niet toegewezen te zijn aan een club, of rechtstreeks bij de bond aangesloten te zijn;
-
mag de Licentiemanager lid zijn van een andere bondsinstantie, uitgezonderd de Evocatiecommissie, het Beroepscomité, het Sportcomité, de Licentiecommissie, de Licentiecommissie voor Hoger Beroep, de Controlecommissie, de Onderzoekscommissie of het Uitvoerend Comité
22. Indien noodzakelijk, zal het Uitvoerend Comité op voorstel van de Directeur-generaal bijkomende administratieve bedienden aanduiden die bijstand verlenen aan het licentiedepartement. 23. In geval van onbeschikbaarheid mag de Licentiemanager zich laten vertegenwoordigen door één van de twee onafhankelijke adjuncten. 24. De dossiers van clubs uitkomende in 2de en 3de nationale afdeling zullen worden behandeld door een lid van het Licentiedepartement, die voor aanvang van ieder seizoen wordt aangeduid door het Uitvoerend Comité, op voorstel van de Nationale Voetballiga. In geval van onbeschikbaarheid mag hij zich laten vertegenwoordigen door een door hem, in overleg met de Nationale Voetballiga, aangeduid persoon. 25. Vertrouwelijkheid en onafhankelijkheid ZIe Art. 264.23 en 24 26. Vóór de door UEFA vastgestelde datum maakt de Directeur-generaal aan de UEFA de lijst over van de clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling welke een proflicentie bekwamen en die voldoen aan de voorwaarden om deel te nemen aan de Europese competities.
60
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 9: DE BENOEMDE INSTANTIES VOOR HET FUTSAL Artikel 271
De Commissie Futsal
1. Principes 11. De Commissie Futsal is samengesteld uit: -
minstens één lid van het Uitvoerend Comité; één lid per provincie die een futsalcompetitie inricht; één lid per nationale futsalafdeling.
12. De Commissie Futsal wordt voorgezeten door een lid van het Uitvoerend Comité, hiertoe aangesteld door deze instantie. 13. De Commissie Futsal is belast met: 131. het beheer en de organisatie van het futsal. Zij onderzoekt en bereidt ten behoeve van het Uitvoerend Comité alle dossiers voor die over het futsal aan dit comité moeten worden voorgelegd. 132. de onmiddellijke uitvoering van de bevoegdheden die haar zijn toegekend ingevolge het bondsreglement 2. Modaliteiten 21. De leden van de Commissie Futsal mogen deel uitmaken van de Licentiecommissie voor het Futsal of de Licentiecommissie voor Hoger Beroep voor het Futsal. 22. De leden van de Commissie Futsal worden geacht tweetalig te zijn. 23. Indien er twee zijn, moeten de leden van het Uitvoerend Comité tot een verschillende taalrol behoren.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
61
TITEL 2: DE BONDSINSTANTIES
HOOFDSTUK 10: DE GECONVENTIONEERDE INSTANTIES Artikel 276
De regionale comités van de bedrijfsclubs
1. De regionale comités van de bedrijfsclubs zijn samengesteld uit vijf tot zeven leden verkozen, voor één jaar, door de vergadering van de clubs waarover zij het beheer hebben. Een lid van het provinciaal comité woont de zittingen bij met raadgevende stem. 2. Deze Comités hebben de volgende bevoegdheden: 21. Administratieve bevoegdheid Zij verzekeren de organisatie van de kampioenschappen en competities voorbehouden aan de clubs waarover zij het beheer hebben. Zij maken de reglementen op van deze competities en bepalen de voorwaarden waaraan de terreinen moeten voldoen van de clubs die eraan deelnemen. 22. Keuring van de installaties, zelfs wanneer her terreinen van clubs van het voetbal betreft. 23. Deze instanties oordelen in eerste aanleg over: 1° de incidenten, laakbare feiten en betwistingen die zich voordoen in de loop van hun kampioenschappen en competities of bij vriendschappelijke wedstrijden; 2° het wangedrag van spelers en alle feiten ten laste van de inrichtende instantie van tornooien, waaraan uitsluitend clubs deelnemen die aan hun jurisdictie onderworpen zijn; 3° het verhaal tegen de beslissingen van de clubs van de geconventioneerde groeperingen ten overstaan van hun aangeslotenen. 24. Deze instanties oordelen in hoger beroep over de beslissingen genomen door de organiserende instanties van tornooien waaraan uitsluitend clubs die onder hun jurisdictie vallen deelnemen.
Artikel 277
De gemengde groeperingen
commissies
KBVB
●
Geconventioneerde
Zie de diverse overeenkomsten in bijlage 2. De beslissingen genomen door deze gemengde commissie betreffende de uitbreiding van een sanctie tot het andere organisme zijn zonder verhaal.
62
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
TITEL 3 DE CLUBS HOOFDSTUK 1: TOETREDING ● STAMNUMMER ● BENAMING ● CATEGORIEEN ● STATUTEN Artikel 301
Toetreding tot de KBVB
1. Principes 11. Het Uitvoerend Comité beslist over de toetreding van een club. 12. De toetreding van een club bij de KBVB gebeurt door aansluiting en verleent stemrecht op de algemene vergadering evenals het recht tot deelname aan de officiële competities van die voetbaldisciplines waaraan ze deelneemt. 13. Elke nieuwe club is een toetredingsrecht verschuldigd van 125,00 EUR. 14. De toetreding van een club tot de KBVB houdt, voor de clubs uit de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen en voor de clubs uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die wensen toe te treden, automatisch in dat de club ook lid wordt van de Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV), en vice versa. 15. Een afzonderlijk register van de clubs die lid zijn van de VFV zal steeds beschikbaar zijn. 2. Modaliteiten 21. De club die haar toetreding aanvraagt moet aan de Directeur-generaal laten geworden: a) b) c)
drie exemplaren van haar statuten en/of haar huishoudelijk reglement; een lijst met de samenstelling van haar bestuur, dat minstens drie aangesloten personen moet tellen; een provisie van 12,50 EUR, bestemd om de kosten van het onderzoek te dekken.
Indien de toetreding geweigerd wordt, blijft deze provisie verworven voor de bond. Indien de toetreding toegestaan wordt, geldt deze provisie als eerste schijf van het toetredingsrecht van 125,00 EUR. Onder aftrek van de provisie van 12,50 EUR wordt dit bedrag ingeschreven op het debet van het eerste rekeninguittreksel, dat de club van de Algemene Penningmeester ontvangt. 22. De Directeur-generaal stuurt de club twee inlichtingsformulieren alsook een aansluitingsformulier voor ieder bestuurslid en een bijzondere kaart voor elk verantwoordelijk lid. Deze documenten moeten door de club behoorlijk ingevuld en ondertekend worden teruggezonden. 23. In een gemeente mag slechts één club per schijf van 5.000 inwoners, al is ze onvolledig, worden aangenomen. De disciplines (herenvoetbal, damesvoetbal en futsal) worden als onafhankelijk beschouwd. Het Uitvoerend Comité mag nochtans, na onderzoek en na raadpleging van het provinciaal comité, uitzonderingen toestaan. 24. Een club kan slechts toetreden indien zij zich verbindt tot deelname aan een officieel kampioenschap. 25. De club moet bovendien beschikken over: 1° een voldoende aantal spelers om minimum twee ploegen op te stellen, waarvan minstens een jeugdploeg. Voor een autonome damesclub wordt dit minimum herleid tot één ploeg. 2° installaties die beantwoorden aan de reglementaire voorwaarden;
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
63
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 302
Stamnummer
1. Principes 11. Elke club krijgt een stamnummer. Onder voorbehoud van de bepalingen inzake de fusie van clubs, blijft dit stamnummer eigendom van de Bond. 12. Het stamnummer kan enkel afgestaan worden met de uitdrukkelijke toelating van het Uitvoerend Comité. 2. Modaliteiten Zie Art. 2016: overdracht van patrimonium.
Artikel 303
Benaming ● Maatschappelijke zetel ● Voertaal
1. Principes 11. De benaming van een club is de naam en/of de afkorting die deze club identificeert. 12. Clubs mogen van benaming veranderen, doch niet tijdens het kampioenschap waaraan zij deelnemen. 13. Behoudens andersluidende bepaling in de statuten, is de maatschappelijke zetel van een club gevestigd ter woonplaats van de gerechtigde correspondent. 14. De clubs moeten aan de Directeur-generaal laten weten in welke landstaal de voor hen bestemde briefwisseling moet opgesteld worden. Ze mogen echter slechts één enkele taal kiezen. 2. Modaliteiten 21. Geen enkele club mag: 1° de benaming van een reeds tot de KBVB toegetreden club aannemen; Dit verbod slaat niet op algemeen gebruikte sportbenamingen als football club, sportkring, excelsior, daring, racing, sporting, enz., tenzij er in dezelfde gemeente reeds een club bestaat met deze benaming. 2° een nijverheids- of handelsbenaming dragen, de bedrijfssportclubs en de futsalclubs uitgezonderd; 3° een politieke, godsdienstige of racistische benaming voeren; 22. Opdat een wijziging van benaming uitwerking zou hebben aan het begin van het nieuwe seizoen, moet de aanvraag hiertoe aan de Directeur-generaal betekend worden vóór 1 juni die aan het nieuw seizoen voorafgaat. 23. Indien een club haar benaming, om welke reden ook prijsgeeft, mag deze niet opnieuw aangenomen worden door haarzelf of door een andere club, dan na verloop van vijf jaar.
Artikel 304
Categorieën van clubs ● Statuut in de bond ● Vermoeden van aanhorigheid
1. Principes 11. De clubs hebben het volgende statuut: -
64
club in het Betaald Voetbal waarvoor een licentie vereist is: - uitkomend in 1ste nationale afdeling met het statuut van profclub - uitkomend in 2de nationale afdeling
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS -
club in het Amateurvoetbal: - uitkomend in 3de nationale afdeling - uitkomend in nationale afdeling der bevorderingen - uitkomend in provinciale afdelingen
12. Het statuut van een club bepaalt haar reglementaire toestand met betrekking tot haar rechten en verplichtingen ten overstaan van de bond, de andere clubs en zijn aangeslotenen. 13. Elke club die door de openbare overheid de hoedanigheid van werkgever wordt toegekend, moet de toepasselijke wettelijke bepalingen naleven. 2. Modaliteiten 21. De profclub is de club die uitkomt in 1ste nationale afdeling en die, houder van de afgeleverde licentie van profclub, werkend lid is van de Pro League. 22. De club uit het Betaald Voetbal van 2de nationale afdeling is de club die uitkomt in 2de nationale afdeling en die, houder van de afgeleverde licentie van club van 2de nationale afdeling, werkend lid is van de Nationale Voetballiga. 23. De club uit het Amateurvoetbal is de club die de hoedanigheid van club uit het Betaald Voetbal niet bezit. Ze is verplicht alle wettelijke en reglementaire voorschriften eigen aan haar statuut of haar activiteiten na te leven. De club uit het Amateurvoetbal die gebruik maakt van de diensten van spelers waarvan de vergoeding gelijk is aan of hoger dan het minimum voorzien voor de niet-amateur, is verplicht hen een niet-amateurcontract te laten ondertekenen dat aan de KBVB dient te worden betekend. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de voorziene boetes , wordt elke inbreuk die wordt vastgesteld door een in kracht van gewijsde getreden beslissing van de bevoegde bondsinstantie, door de KBVB medegedeeld aan de bevoegde overheidsinstanties. 24. De delegatie van bevoegdheden in de algemene vergadering wordt vastgesteld op basis van volgend vermoeden van aanhorigheid: -
wanneer de club uitkomt in 1ste nationale afdeling, moet zij werkend lid zijn van de Pro League; wanneer de club uitkomt in 2de nationale afdeling, moet zij werkend lid van zijn van de Nationale Voetballiga; wanneer de club uitkomt in 3de nationale afdeling, moet zij lid zijn van de Nationale Liga van 3de Afdeling; wanneer de club uitkomt in afdeling bevordering, behoort zij tot de Nationale Liga van Bevordering; wanneer de club uitkomt in een provinciale afdeling, behoort zij tot deze provincie.
Artikel 305
Secties in een club ● Futsal
1. Principes 11. Herenclubs mogen damesploegen (damessectie), en damesclubs mogen herenploegen (herensectie) in lijn brengen mits voldaan wordt aan de voorwaarden bepaald in Art. 301. 12. De voetbalclubs mogen in hun schoot een sectie futsal oprichten. De club wordt dan beschouwd als een multisportclub. De sectie futsal wordt voor de bond beschouwd als een onafhankelijke futsalclub. 2. Modaliteiten 21. Damessectie of herensectie van een club die autonoom wordt Mits de toelating van haar club, kan een damessectie een autonome club worden. Haar speelsters worden van rechtswege aan de nieuw opgerichte club toegewezen, die zowel in de kampioenschappen als in de bekercompetities de plaats inneemt van de verdwenen damessectie. Mits de toelating van haar club, kan een herensectie een autonome club worden. Haar spelers worden van rechtswege aan de nieuw opgerichte club toegewezen, die zowel in de kampioenschappen als in de bekercompetities de plaats inneemt van de verdwenen herensectie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
65
TITEL 3: DE CLUBS 22. Autonome damesclub die verdwijnt ingevolge fusie met één of meerdere herenclubs en vice versa De damessectie van de herenclub, resultante van de fusie, treedt, zowel voor de kampioenschappen als voor de bekercompetities, in de plaats van de gefusioneerde damesclub. De herensectie van de damesclub, resultante van de fusie, treedt, zowel voor de kampioenschappen als voor de bekercompetities, in de plaats van de gefusioneerde herenclub. 23. De sectie voetbal of futsal van de betrokken multisportclub blijft onafhankelijk van de toekomst van de andere sectie voortbestaan.
Artikel 306
De Bond en de statuten van de clubs
1. Principes 11. De statuten van een club en de wijzigingen ervan moeten door haar algemene vergadering goedgekeurd worden, die ook de opdracht heeft om de beslissingsorganen van de club te verkiezen. 12. De statuten en de wijzigingen ervan worden aan het Uitvoerend Comité voorgelegd ter controle van hun overeenstemming met het bondsreglement ten laatste binnen de maand volgend op hun goedkeuring door de algemene vergadering. 13. Zonder afbreuk te doen aan de regels betreffende een overdracht van patrimonium, moet de club de Directeur-generaal over elke wijziging van rechtspersoonlijkheid informeren door hem binnen de maand de nieuwe statuten op te sturen. 2. Modaliteiten 21. Te dien einde, melden de clubs waarvan de gepubliceerde statuten op de website van het Belgisch Staatsblad beschikbaar zijn, de publicatiedatum en het ondernemingsnummer van de betrokken rechtspersoon aan de Directeur-generaal. De andere clubs maken aan de Directeur-generaal een kopie over van de statuten en van de wijzigingen. 22. De statuten moeten verplichtend: -
de rechtspersoonlijkheid van de club vermelden. Zo nodig, bij gebrek aan rechtspersoonlijkheid, moet er uitdrukkelijk vermeld worden dat de club een feitelijke vereniging is (F.V.).
-
de volgende bepaling bevatten onder de titel "Hoedanigheid van lid van de KBVB": "De vereniging verbindt er zich toe de statuten, reglementen, richtlijnen en beslissingen van de KBVB, van de FIFA en de UEFA na te leven. Elke bepaling van onderhavige statuten die strijdig zou zijn met het reglement van de KBVB, van de FIFA en de UEFA wordt beschouwd als nietig en van generlei waarde wat hen betreft. De vereniging verbindt er zich bovendien toe de principes van loyaliteit, integriteit en van sportieve geest als uitdrukking van de fair-play na te leven";
-
de ledencategorieën aanduiden die stemgerechtigd zijn in de algemene vergadering van de club. Bij ontstentenis wordt dit stemrecht toegekend aan elk lid dat de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;
-
een clausule bevatten die bepaalt dat na uitputting van de voorgeschreven statutaire procedure een scheidsrechterscollege, samengesteld uit drie leden van de Rechtscommissie, alle geschillen nopens het beheer van de club die binnen de club ontstaan en die onder de toepassing van onderhavig reglement vallen worden beslecht;
-
een clausule bevatten die vermeldt dat: a) b)
elk geschil met betrekking tot de FIFA-statuten, -reglementen en -richtlijnen aan de arbitrage-instanties die in haar schoot zijn opgericht zal voorgelegd worden; elk hoger beroep tegen een definitieve en dwingende beslissing van de FIFA aan de arbitrage van de TAS (Tribunal Arbitral du Sport) in Lausanne (Zwitserland) zal voorgelegd worden.
23. Aan de clubs die de bovengenoemde verplichtingen niet naleven, worden volgende administratieve sancties opgelegd, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen inzake de schrapping van een club indien de maatregel zonder verder gevolg blijft: -
66
afschaffing van de terugbetaling van de scheidsrechterskosten binnen de maand volgend op de zonder gevolg gebleven ingebrekestelling van de Directeur-generaal; boete van 500,00 EUR indien de ingebrekestelling zonder gevolg is gebleven binnen de drie maanden volgend op de verzending daarvan. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 307
Neutraliteit en niet-discriminatie: bijzondere verbintenis
1. De clubs verbinden er zich toe neutraal te blijven op politiek, filosofisch en godsdienstig vlak. 2. Elke discriminatie van een land, een persoon of een groep personen op basis van ras, geslacht, taal, godsdienst, politiek of om elke andere reden is streng verboden, op straffe van schorsing of schrapping. 3. Onder voorbehoud van de algemene rechtsprincipes, van de bepalingen van openbare orde en van de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake, dient ook rekening te worden gehouden met bijlage 3C - Reglement van de FIFA – Racisme.
Artikel 308
Inmenging in andere clubs
1. Principes 11. Geen enkele club mag direct of indirect: -
in het bezit zijn van titels, aandelen of sociale aandelen van een andere club, lid zijn van een andere club, deelnemen aan het bestuur en/of de sportieve activiteiten van een andere club, die deelneemt aan eenzelfde officieel kampioenschap gespeeld onder de auspiciën van de KBVB.
12. Niemand mag tezelfdertijd rechtsreeks betrokken zijn in de controle, het bestuur en/of sportieve activiteiten van meer dan één club die aan eenzelfde competitie deelneemt. 13. Elke overtreding of tekortkoming zal gelijkgesteld worden met een daad van competitievervalsing. 2. Modaliteiten 21. Een fysieke persoon of een juridische entiteit, in rechte of in feite, wordt vermoed de controle te hebben over een club: -
indien hij er over de meerderheid der stemmen beschikt van de aandeelhouders, indien hij recht heeft om er de meerderheid van de leden van een orgaan te benoemen of te ontslaan, indien hij, als aandeelhouder, er krachtens een sociaal pact, alleen de meerderheid van het stemrecht van de aandeelhouders controleert.
22. Een fysieke persoon of een juridische entiteit, in rechte of in feite, is betrokken in het bestuur van een club wanneer hij deel uitmaakt van haar beheers- of beslissingsorgaan.
Artikel 309
Publiciteit door de club
1. Principes 11. Onderworpen aan enige voorwaarden, is publiciteit ter gelegenheid van wedstrijden toegelaten. 12. Naast de publiciteit eigen aan de Liga, Afdeling, Provincie of Associatie waartoe de club behoort, mogen de spelers op hun uitrusting en hun trainingspak handelspubliciteit dragen mits naleving van enige criteria. 2. Modaliteiten 21. Publiciteit ter gelegenheid van wedstrijden -
Mondelinge en/of mobiele publiciteit is niet toegelaten tijdens de duur van het spel.
-
Voor alle publiciteit die rechtstreeks of onrechtstreeks door een club gevoerd wordt ten gunste van een firma die prijskampen, loterijen of pronostieken inricht, gesteund op een element eigen aan de voetbalsport, is de voorafgaande toestemming van het Uitvoerend Comité vereist.
-
Elke inbreuk op deze bepalingen is strafbaar met een boete van 50,00 EUR. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
67
TITEL 3: DE CLUBS 22. Publiciteit op de uitrustingen -
De publiciteit mag verschillend zijn voor de onderscheidene ploegen van eenzelfde club.
-
Ze mag geen enkel politiek of confessioneel karakter hebben.
-
Zij dient op eenvormige en identieke wijze voor te komen op alle onderdelen van de uitrusting van de spelers die op het wedstrijdblad ingeschreven staan ter gelegenheid van officiële en vriendschappelijke wedstrijden gespeeld onder de auspiciën van de KBVB of zijn aangesloten componenten.
-
Zonder afbreuk te doen aan de eenvormigheidsregel, mag de publiciteit op de trainingspakken verschillend zijn van die van de uitrustingen.
-
Bij inbreuk op deze regels moet de scheidsrechter een verslag maken. De bevoegde instantie legt een boete op van 10,00 EUR tot 30,00 EUR, die verdubbeld wordt bij herhaling tijdens hetzelfde seizoen
23. Deze bepalingen gelden niet voor de futsalclubs en de secties futsal van de clubs.
68
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 2: LEIDING EN BEHEER VAN DE CLUBS Artikel 311
De verantwoordelijke bestuursleden: aantal - aansluiting
1. Principes 11. Minimum: -
vijf bestuurders voor de clubs van het betaald voetbal; drie bestuurders voor de clubs van het amateurvoetbal,
gekozen onder de leden (natuurlijke of rechtspersonen) van het bestuursorgaan van de club, zijn verantwoordelijk t.o.v. de bond. 12. De bestuursleden van een club, hetzij de natuurlijke personen hetzij de vertegenwoordigers van de rechtspersonen, moeten over hun burgerlijke en politieke rechten beschikken en minstens 18 jaar oud zijn. Zij moeten toegewezen zijn aan de club waar zij hun functies uitoefenen. 13. Van zodra een club om een of andere reden niet langer beschikt over het voorziene minimaal aantal verantwoordelijke bestuurders, wordt haar een periode van één maand verleend om haar situatie te regulariseren. 2. Modaliteiten 21. Teneinde de geloofwaardigheid van de competities te garanderen, mogen de verantwoordelijke bestuursleden, op straffe van schrapping, geen financiële belangen hebben in, noch op enigerlei wijze betrokken zijn bij het bestuur en/of het dagelijks beheer van een maatschappij die als sociaal hoofd- of nevendoel het wedden op sportactiviteiten heeft. 22. Clubs van onderwijsinstellingen mogen minderjarige bestuursleden hebben, mits nochtans de leiding van de club door een persoon die minstens 18 jaar oud is wordt waargenomen. 23. De gerechtigde correspondent van de club van toewijzing vervolledigt en ondertekent de drie luiken van de speciale kaart "verantwoordelijk bestuurslid" (blauwe kaart). Hij laat ze ondertekenen door het nieuwe bestuurslid of door het bevoegd bestuursorgaan van de rechtspersoon en stuurt de kaart onder omslag naar de Directeur-generaal. 24. Na verificatie, gaat de Directeur-generaal over tot de registratie van de kaart. Hij bewaart het eerste luik en maakt de twee andere luiken respectievelijk over aan de club van toewijzing en aan de houder van de kaart. Het luik bestemd voor de houder van de kaart wordt hem aangetekend teruggestuurd op kosten van de club van toewijzing. 25. Bij te weinig verantwoordelijke bestuursleden en indien de betrokken club zich niet in regel stelt binnen de maand, wordt haar de terugbetaling van de scheidsrechterskosten ontnomen tot de dag van de regularisatie. Indien de club zich niet in regel stelt binnen de drie maanden na de betekening van de inbreuk door de Directeur-generaal, kan het Uitvoerend Comité elke andere passende sanctie nemen, die kan gaan tot de schrapping van de club.
Artikel 312
De verantwoordelijke bestuursleden: verantwoordelijkheid
1. Principes 11. Door het ondertekenen van de speciale kaart van bestuurslid erkennen deze leden ertoe gehouden te zijn de verplichtingen na te leven van de club tegenover de KBVB, tegenover een andere door de FIFA erkende nationale bond, tegenover één van hun clubs of tegenover één van hun aangeslotenen, met inbegrip van de verplichtingen die aangegaan werden voor zij in functie traden. 12. Elk van hen is aansprakelijk voor een proportioneel deel van alle aan de bovengenoemde schuldeisers verschuldigde bedragen tot beloop van een bepaald maximum per club. Dit deel wordt bepaald in verhouding tot het aantal leden dat deze kaart ondertekende. 13. De verantwoordelijke bestuursleden worden echter geacht te hebben voldaan aan al hun verplichtingen uit hoofde van dit artikel voor zover de club het maximumbedrag per club consigneert op een rekening bij de KBVB of garandeert door een borgstelling van een door de KBVB erkende bankinstelling, waarbij de intresten toekomen aan de consignerende partij. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
69
TITEL 3: DE CLUBS 2. Modaliteiten 21. Zij zijn echter niet gehouden tot die verplichtingen wanneer zij kunnen aantonen dat ze werden aangegaan door een ander bestuurslid of andere bestuursleden met miskenning van de toepasselijke verenigings- of vennootschapsregels. 22. Het vastgelegde maximum per club is: -
125.000,00 EUR voor een club uit 1ste nationale afdeling; 62.500,00 EUR voor een club uit 2de nationale afdeling; 32.500,00 EUR voor een club uit 3de nationale afdeling; 10.000,00 EUR voor een club uit bevordering; 2.500,00 EUR voor een club uit 1ste en 2de provinciale afdeling een damesclub uit 1ste nationale afdeling en een futsalclub uit 1ste nationale afdeling; 1.500,00 EUR voor een damesclub uit 2de nationale afdeling en een futsalclub uit 2de nationale afdeling; 1.250,00 EUR voor een club uit 3de, 4de en 5de provinciale afdeling en een club die geen eerste ploeg bezit; 1.000,00 EUR voor een damesclub uit 3de nationale afdeling en een futsalclub uit 3de nationale afdeling; 500,00 EUR voor een provinciale damesclub en een provinciale futsalclub; 100,00 EUR voor een groepering, een liga, een vriendenkring of een verstandhouding.
Het hierboven vermelde maximum bedrag voor de nationale futsalclubs dient als één van de licentievoorwaarden in zijn totaliteit door deze clubs gestort te worden op een bijzondere rekening als onderdeel van een waarborgfonds. 23. Vrijstelling van deze verantwoordelijkheid wordt bekomen in de volgende gevallen: 231. Een verantwoordelijk bestuurslid dat in deze hoedanigheid op eigen initiatief of ingevolge zijn uitsluiting uit het bestuursorgaan van de club, ontslag neemt, moet deze beslissing per aangetekende brief aan de Directeur-generaal betekenen. Deze licht hiervan per aangetekende brief de club van toewijzing in. Dit lid is niet meer aansprakelijk t.o.v. de schuldeisers voor de bestaande schulden, behalve wanneer binnen de veertien kalenderdagen volgend op de betekening door de Directeur-generaal, de club bij deze laatste per aangetekend schrijven het gemotiveerde voorbehoud maakt ten aanzien van het ontslagnemende lid. Elke betwisting door het verantwoordelijk bestuurslid over het voorbehoud gemaakt door de club maakt het voorwerp uit van arbitrage. 232. Een verantwoordelijk bestuurslid is niet meer aansprakelijk t.o.v. de schuldeisers voor een achteraf in zijn club vastgesteld deficit van zodra zijn desaffectatie of zijn ontslag in de hoedanigheid van aangeslotene bij de KBVB regelmatig werden geboekt. 233. Een verantwoordelijk bestuurslid, dat een administratieve transfer bekomt naar een andere club, blijft verantwoordelijk ten overstaan van de schuldeisers voor de schulden aangegaan vóór de boeking van de transfer indien de club per aangetekend schrijven aan de Directeur-generaal binnen een termijn van 14 kalenderdagen volgend op de betekening door laatstgenoemde gemotiveerd voorbehoud maakt. Elke betwisting door het verantwoordelijk bestuurslid over het voorbehoud gemaakt door de club maakt het voorwerp uit van arbitrage
Artikel 313
De gerechtigde correspondent ● Andere gemandateerde personen
1. Principes 11. Iedere club moet, onder de haar toegewezen aangeslotenen, een correspondent aanstellen die de enige gerechtigde is om briefwisseling met de bond te voeren. 12. De handtekening van de gerechtigde correspondent, eigenhandig of met naamstempel, verbindt de club. Enkel de door hem ondertekende stukken worden ten aanzien van de bond als geldig beschouwd. Hij alleen is gerechtigd om vanwege de Directeur-generaal, de Algemene Penningmeester en de bondsinstanties de briefwisseling van de club en de gestorte gelden in ontvangst te nemen. 13. In geval van behoorlijk gemotiveerd belet, kan de briefwisseling bij uitzondering als geldig aanvaard worden, indien zij gezamenlijk ondertekend is door de voorzitter en één verantwoordelijk bestuurslid van de club. Diezelfde personen kunnen eveneens een gerechtigde correspondent ad interim aanstellen.
70
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS 14. Elke club verbindt zich geldig o.m. inzake transfers jegens elke rechtspersoon of natuurlijke persoon door de handtekening van één of meerdere personen die, ofwel krachtens de statuten of het huishoudelijk reglement, ofwel krachtens een daartoe opgestelde bijzondere bepaling, behoorlijk gemandateerd zijn. Bij ontstentenis van een dergelijke statutaire of bijzondere bepaling, verbindt alleen de handtekening van de gerechtigde correspondent de club. 2. Modaliteiten 21. Zijn aanstelling alsook de definitieve stopzetting van zijn functies moeten aan de KBVB worden betekend, gezamenlijk door de voorzitter en één verantwoordelijk bestuurslid van de club. 22. Ondertekent hij onder een andere benaming dan deze van gerechtigd correspondent (bijvoorbeeld Voorzitter, Secretaris, Secretaris-generaal, Afgevaardigde-Beheerder, Directeur, enz.), dan moet deze titel gevolgd worden door de letters G.C. 23. Wanneer hij geen houder is van de blauwe kaart mag hij in geen geval, onder zijn handtekening alleen, wijzigingen in de lijst van de verantwoordelijke bestuursleden ten overstaan van de bond betekenen. Deze wijzigingen moeten medeondertekend worden door minstens één bestuurslid, houder van de blauwe kaart. 24. Desgevallend wordt de gerechtigde correspondent vervangen door de persoon (personen) aangeduid om de club wettelijk te vertegenwoordigen (curator, vereffenaar, enz.) of de persoon (personen) behoorlijk door hem (hen) gemandateerd. Hun handtekening verbindt de club tegenover de KBVB, tegenover een andere door de FIFA erkende nationale bond, tegenover een van hun clubs of een van hun aangeslotenen.
Artikel 314
Elektronische verrichtingen en mededelingen
1. Alle clubs zijn verplicht elektronisch verbonden te zijn met de KBVB via E-kickoff (extranet). 2. Alle administratieve verrichtingen en mededelingen die door de clubs tijdig en mits naleving van de vormvereisten van Ekickoff overgemaakt worden aan de Bond en vice versa, worden beschouwd als beantwoordend aan de reglementaire voorschriften. 3. De betekeningen aan de KBVB per telegram, telex, telefax, elektronische post of enig ander telecommunicatiemiddel zijn geldig, tenzij andersluidend reglementair voorschrift of binnen de veertien kalenderdagen erop volgend gevraagd wordt dit per brief of formulier te bevestigen.
Artikel 315
Verslagen
1. Principes 11. De clubs zijn ertoe gehouden de officiële verslagen van de vergaderingen van hun verantwoordelijk bestuurscomité te bewaren. 12. Alleen de aldus gehouden officiële verslagen zijn ontvankelijk als middel om te bewijzen dat een beslissing door een verantwoordelijk bestuurscomité getroffen werd. 2. Modaliteiten 21. Deze verslagen worden in chronologische volgorde en zonder blanco ruimten, met de hand geschreven in een gebonden en genummerd register ofwel ingeplakt indien de verslagen getypt zijn. 22. Ze mogen insgelijks in een map met losse bladen worden gehouden. In dit geval mogen enkel de door de bond afgeleverde en door hem afgestempelde bladen worden gebruikt. Die bladen worden in de rechterbovenhoek genummerd met een ononderbroken reeks nummers, aangebracht door de bondsdiensten. De club is verplicht in de linkerbovenhoek haar naam, stamnummer, evenals de vermelding "Register der verslagen" aan te brengen. De bladen moeten zonder blanco ruimten gebruikt worden in de orde waarin ze genummerd zijn en degene die ongebruikt blijven, moeten bewaard en gerangschikt worden met de gebruikte bladen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
71
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 316
Geschillen betreffende het beheer van de club
1. Principe Geschillen betreffende het beheer van de club worden beslecht via arbitrage (Art. 1761). 2. Modaliteiten 21. Op initiatief van de meest gerede partij wordt het geschil bij de Bond aanhangig gemaakt, bij wijze van klacht. 22. Na er zich van te hebben vergewist dat het geschil niet kan opgelost worden, noch op grond van de statuten noch in der minne, brengt de Directeur-generaal de zaak op de rol. Hij laat de partijen een arbitrageovereenkomst ondertekenen. Indien een partij weigert de overeenkomst te ondertekenen mag het geschil voorgelegd worden aan de gewone rechtbanken.
Artikel 317
Beslechting van geschillen
De clubs gaan de verbintenis aan elk geschil betreffende hun rechten die voor arbitrage vatbaar zijn conform Art. 1676 e.v. Ger.W. te laten beslechten door een scheidsrechterscollege volgens de modaliteiten door huidig reglement voorzien (Art. 1761) en conform de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek inzake Arbitrage (Art. 1676 Ger.W.). In dat opzicht geldt huidige bepaling van het reglement als een overeenkomst tot arbitrage die de clubs door hun toetreding hebben aanvaard.
72
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 3: ONTSLAG ● WEDERTOETREDING Artikel 321
Ontslag uit de Bond
1. Principes 11. Het ontslag is de handeling waardoor een club, per aangetekend schrijven, aan de bond haar wil betekent om zich terug te trekken. 12. De aangesloten leden die toegewezen zijn aan een club die ontslag neemt, verliezen hun hoedanigheid van aangesloten lid. 2. Modaliteiten 21. Het ontslag kan betekend worden op gelijk welk ogenblik van het seizoen, maar wordt pas op de volgende 1 juli van kracht. Intussen wordt de club beschouwd als zijnde in aanleg van ontslag. 22. Een bericht, met verzoek tot ontslag, wordt gepubliceerd in de bondsbladen, samen met de lijst van de verantwoordelijke bestuursleden. De aanvragen tot betaling van verschuldigde sommen moeten ingediend worden binnen de veertien kalenderdagen na de publicatie van het verzoek tot ontslag. Deze publicatie geeft vaste datum aan de procedure. 23. Het ontslag kan slechts aanvaard worden indien de club alle schulden vereffend heeft die zij verschuldigd is aan de KBVB, aan een andere nationale door de FIFA erkende bond, aan een van hun clubs of een van hun aangeslotenen. 24. Na aanvaarding door het Uitvoerend Comité, wordt het ontslag binnen de maand gepubliceerd in de bondsbladen. 25. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 312 i.v.m. de financiële verantwoordelijkheid van de bestuursleden, verliezen de toegewezen leden hun hoedanigheid van aangeslotene. Ze mogen een aansluitingsformulier ondertekenen voor een andere club: -
bij ontslag met onmiddellijke ingang: vanaf de publicatie van het bericht, waarvan sprake onder punt 22 hierboven;
-
bij ontslag van een club die te kennen geeft de lopende competitie af te werken: vanaf 1 juni, volgend op de publicatie van het bericht, waarvan sprake onder punt 22 hierboven.
Artikel 322
Wedertoetreding
1. Principes 11. De wedertoetreding is de beslissing waardoor een ontslagen of geschrapte club opnieuw aanvaard wordt als effectief lid van de KBVB. 12. De wedertoetreding wordt beslist door de algemene vergadering op voorstel van het Uitvoerend Comité. 2. Modaliteiten 21. Een wegens schulden geschrapte club moet, om haar wedertoetreding te bekomen, alle verschuldigde bedragen vereffenen en alle formaliteiten vervullen die vereist zijn voor de toetreding van een nieuwe club. 22. Gevolgen voor de verantwoordelijke bestuursleden 221. Schrapping wegens schulden Bij wedertoetreding van een club na schrapping wegens tekortkoming aan haar financiële verplichtingen, kunnen de verantwoordelijke bestuursleden van de gewezen club, die hun aandeel in de financiële verplichtingen nagekomen zijn, evenals de nieuwe die een gedeelte van de schuld betaald hebben, vragen dat de aangeslotenen die hun aandeel niet hebben vereffend, geschrapt blijven. Deze schrapping kan slechts worden opgeheven wanneer dit aandeel betaald wordt. De opnieuw aangenomen club wordt voor dit aandeel gecrediteerd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
73
TITEL 3: DE CLUBS 222. Schrapping wegens andere redenen De verantwoordelijke bestuursleden van een club, geschrapt om een andere reden, worden slechts wedergekwalificeerd na onderzoek van hun geval door het Uitvoerend Comité.
74
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 4: FUSIES ● SAMENWERKINGSVERBANDEN ● INACTIVITEIT Artikel 326
Fusie van clubs
1. Principes 11. De fusie is de handeling waardoor twee of meerdere clubs beslissen om, conform de hierna volgende regelen, hun patrimonium, met het geheel van hun rechten en verplichtingen, samen te brengen en aldus één enkele club te vormen. Op juridisch vlak moeten de clubs al de wettelijke bepalingen naleven die opgelegd zijn bij ontbinding en fusie. 12. Elke fusie van clubs moet aan de Directeur-generaal betekend worden uiterlijk op 15 mei die het nieuw seizoen voorafgaat. Op bondsvlak, heeft de fusie uitwerking op 1 juni volgend op de beslissing van de respectieve algemene vergaderingen. Voor wat betreft de sportieve competities echter, heeft de fusie pas uitwerking vanaf 1 juli daaropvolgend. 13. De nieuwe club moet alle rechten en verplichtingen van de fusionerende clubs overnemen. 14. Alle toegewezen aangeslotenen van fusionerende clubs, zelfs diegene die ingevolge een tijdelijke transfer voor de club gekwalificeerd waren, worden van rechtswege toegewezen aan de club. 15. De nieuwe club mag, naar eigen keuze, de plaats innemen van één der fusionerende clubs in de kampioenschappen of in de nationale of provinciale bekers. 2. Modaliteiten 21. Procedure 211. Op het vlak van het bondsreglement, is alleen de algemene vergadering van elk van de fusionerende clubs, in afzonderlijke vergadering bijeengeroepen met het fusieontwerp op de agenda, bevoegd om te beslissen over de fusie. Navolgende formaliteiten moeten op straffe van nietigheid worden nageleefd: 1° minstens 2/3 der stemgerechtigde leden moeten in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd met geschreven volmacht door een ander lid aanwezig zijn. Wordt dit aantal bij een eerste bijeenroeping niet bereikt, dan zal binnen de twee maanden een tweede algemene vergadering, met dezelfde agenda, worden gehouden en geldig beslissen, welk ook het aantal der aanwezigen of behoorlijk vertegenwoordigde stemgerechtigden is. Een stemgerechtigd lid kan enkel vertegenwoordigd worden door een ander lid. Geen enkel lid mag evenwel over meer dan twee stemmen beschikken. 2° minstens 4/5 der aanwezige of behoorlijk vertegenwoordigde stemgerechtigden moet zich uitspreken voor de fusie. 3° de afzonderlijke notulen van de algemene vergadering van ieder der fusionerende clubs, dienen binnen de veertien kalenderdagen na de beslissing aangetekend toegezonden te worden aan de Directeur-generaal en uiterlijk op 15 mei van het lopende seizoen. Deze notulen moeten de volledige uitslag van de stemming, het aantal aanwezige leden en het totaal aantal stemgerechtigde leden van iedere club vermelden. 212. Het toezenden van de notulen aan de Directeur-generaal wordt gelijkgesteld met een aanvraag tot toetreding. Op straffe van weigering dient de nieuwe club daarenboven, binnen de veertien kalenderdagen na deze toezending, te voldoen aan de punten a) en b) van Art. 301.21. 22. De nieuwe club kiest vrij haar benaming en neemt het stamnummer over van één van de samensmeltende clubs. De andere benamingen en stamnummers worden beschouwd als opgegeven. 23. Het Uitvoerend Comité is bevoegd om alle handelingen die een vermomde fusie beogen, te bestraffen, zelfs indien deze handelingen niet indruisen tegen een bepaald artikel van het reglement.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
75
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 327
Samenwerkingsverband voor jeugdploegen
1. Principes Het samenwerkingsverband voor jeugdploegen is de handeling waarbij twee of meerdere clubs beslissen om in het komende seizoen gezamenlijk aan jeugdwerking tot en met U21 te doen. 2. Modaliteiten 21. De clubs die een samenwerkingsverband voor jeugdploegen wensen te ondertekenen dienen dit, op een geëigend formulier en voorzien van de handtekeningen van de gerechtigde correspondenten van de deelnemende clubs, te betekenen aan alle betrokken provinciale secretariaten en dit uiterlijk op 15 mei die het nieuwe seizoen voorafgaat. Het aantal clubs dat een samenwerkingsverband mag sluiten is: -
maximum acht, indien het om verschillende gemeenten gaat; onbeperkt indien het om clubs van één en dezelfde gemeente gaat.
Deze beslissing dient, door elke club afzonderlijk, genotuleerd te worden in het register der verslagen (Art. 315). 22. Enkel de provinciale comités zijn gemachtigd de verschillende samenwerkingsverbanden voor jeugdploegen toe te staan en te valideren. Indien hierbij clubs uit verschillende provincies zijn betrokken, moeten alle betrokken provinciale comités hun akkoord geven, zo niet wordt de vraag niet aanvaard. 23. In geval van weigering hebben de betrokken clubs, binnen een termijn van drie werkdagen (de datum van de poststempel geldig zijnde) die aanvangt op de eerste werkdag die volgt op de datum van de publicatie van de weigering, de mogelijkheid aan hun provinciaal comité te vragen gehoord te worden. De definitieve beslissingen van de provinciale comités zijn zonder verhaal. 24. In geval van aanvaarding, krijgen de betrokken clubs een bevestiging van deze samenwerkingsovereenkomst waarvan melding wordt gemaakt in de bondsbladen. 25. Gevolgen 251. Alle jeugdspelers, toegewezen aan één van de clubs van het samenwerkingsverband, blijven toegewezen aan deze club, met alle reglementaire gevolgen van dien (betaling lidgeld, ...), en blijven geacht te zijn opgeleid door deze club. 252. De clubs die deelnemen aan een samenwerkingsverband dienen elk afzonderlijk, onder hun clubbenaming, de ploegen in te schrijven die zij wensen te laten deelnemen aan de officiële competities. Elke club dient afzonderlijk te voldoen aan de verplichtingen i.v.m. het aantal in te schrijven ploegen. 253. Alle jeugdspelers toegewezen aan één van de clubs van het samenwerkingsverband mogen, voor zover zij voldoen aan de reglementaire leeftijdsvereisten, opgesteld worden in een jeugdploeg die door een club van dit samenwerkingsverband in lijn wordt gebracht. 254. Alle trainers van de deelnemende clubs mogen deze functie eveneens uitoefenen bij een andere club van het samenwerkingsverband. 255. Alle aangeslotenen, toegewezen aan één van de deelnemende clubs mogen, voor zover zij voldoen aan de reglementaire vereisten, optreden als terreinafgevaardigde, bezoekende afgevaardigde, geneesheer of verzorger voor een andere club van het samenwerkingsverband.
76
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 328
Inactiviteit van een club of een sectie
1. Principe Een club is: volledig inactief: indien zij voor geen enkel van de voorziene kampioenschappen is ingeschreven, of indien ze zich in de toestand van schorsing van de sportactiviteit bevindt; in hoofdorde inactief: indien zij alleen voor de reserven en/of jeugdcategorieën is ingeschreven; gedeeltelijk inactief: indien zij niet ingeschreven is of algemeen forfait heeft gegeven voor een bepaalde jeugdcategorie. 2. Modaliteiten 21. De volledige inactiviteit van een club mag niet langer duren dan één seizoen. Indien ze ook na die termijn blijft bestaan, wordt de club ambtshalve ontslagen. 22. De damessectie van een herenclub wordt als ontbonden beschouwd wanneer ze gedurende 2 opeenvolgende seizoenen inactief blijft. 23. De damessectie van een club blijft bij inactiviteit van de herensectie of vice versa, voor de toepassing van onderhavig artikel, als autonome club voortbestaan met behoud van de benaming en het stamnummer van de club. 24. Het ontslag of de schrapping heeft ambtshalve de volledige inactiviteit van de club tot gevolg, tenzij deze, in geval van verzoek tot ontslag, haar wil te kennen geeft de lopende competitie af te werken.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
77
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 5: SPORTIEVE VERPLICHTINGEN VAN DE CLUBS Artikel 331
Rekrutering van scheidsrechters
1. Principes 11. Elke club moet tussen haar toegewezenen minstens één actief scheidsrechter tellen per volledige of onvolledige reeks van drie in de kampioenschappen opgestelde ploegen, met uitzondering van de ploegen die aantreden in competities voor dewelke de aanduiding van scheidsrechters niet voorzien is. Een club met twee eerste ploegen moet één bijkomende actieve scheidsrechter hebben, bovenop het hierboven voorziene aantal. 12. Voor iedere tekortkoming aan dit vermelde principe, wordt de club voor elke speeldag waarop officiële wedstrijden plaatsvinden met aanduiding, beboet met 15,20 EUR. per ontbrekende scheidsrechter. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een aangeslotene scheidsrechter wordt terwijl hij tijdelijk voor een club gekwalificeerd is, wordt hij als scheidsrechter ingeschreven op het actief van de club van toewijzing. 22. Een scheidsrechter, die door zijn club gedesaffecteerd en aan een andere club toegewezen is, wordt op het actief van deze laatste opgenomen vanaf de datum van zijn nieuwe toewijzing. 23. Een scheidsrechter, die een definitieve transfer bekomt of een heraansluiting na persoonlijk ontslag, wordt op het actief van de nieuwe club opgenomen op het einde van het volgende seizoen. 24. De leden en leden-opleiders van de scheidsrechterscommissies blijven tot het einde van het seizoen, waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereiken, gelijkgesteld met de actieve scheidsrechters, op voorwaarde dat zij op het ogenblik van hun benoeming tot het kader van de actieve scheidsrechters behoorden. 25. De opbrengst van de opgelegde boetes wordt als volgt verdeeld: -
de helft wordt gestort in fonds voor de rekrutering en de vorming van scheidsrechters;
-
de andere helft wordt na afloop van het seizoen gestort op de rekening-courant van de clubs pro rato van hun aantal ingeschreven scheidsrechters bovenop het in bovenstaand punt 11 vermelde principe.
26. Het verlies van de hoedanigheid van actief scheidsrechter wordt door de bevoegde scheidsrechterscommissie betekend aan de betrokkene en aan de Directeur-generaal, die de belanghebbende club(s) hiervan in kennis stelt.
Artikel 332
Diensten van trainers
1. Principes 11. Iedere club is verplicht zich te verzekeren van de diensten van (een) gediplomeerde trainer(s). Zij dienen zich te vergewissen van de moraliteit, en in voorkomend geval, van de arbeidsvergunning van hun medecontractant. 12. Iedere inbreuk op het aantal in dienst te nemen gediplomeerde trainers leidt van september tot en met april ambtshalve tot een maandelijkse boete. 13. Het gebruik van de diensten van trainers die niet zijn betekend aan de Bond geeft aanleiding tot een boete voor zowel de trainer als de club
78
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS 2. Modaliteiten 21. Per afdeling dient men zich te verzekeren van de diensten van volgende trainers: 211. In eerste nationale afdeling van één UEFA-PRO gediplomeerde trainer met een geldige licentie die als hoofdtrainer van het eerste elftal moet fungeren, van één UEFA-A gediplomeerde trainer, en van vier UEFA-B gediplomeerde trainers (één voor de U11 - U12, één voor de U13 U14, één voor de U15 - U16 en één voor de U17 - U19). De club voldoet eveneens indien de hoofdtrainer de UEFA-PRO cursus georganiseerd door de KBVB volgt en haar assistenttrainer over een geldig UEFA-PRO diploma beschikt. 212. In tweede en derde nationale afdeling van één UEFA-A gediplomeerde trainer voor de kern van de eerste ploeg en van twee UEFA-B-gediplomeerde trainers (één voor de U11 tot U14 en één voor de U15 tot U19). 213. In de afdeling bevorderingen van één trainer die in het bezit is van het getuigschrift A voor de kern van de eerste ploeg en van één UEFA-B gediplomeerde trainer voor de jeugd. 214. In eerste provinciale afdeling van één trainer die in het bezit is van het getuigschrift A. 215. In tweede provinciale afdeling van één UEFA-B gediplomeerde trainer. 216. In derde provinciale afdeling van één UEFA-B gediplomeerde trainer of één speler (of oud-speler) die regelmatig de lessen volgt van het tweede jaar van de eerste cyclus van de Federale Trainersschool. 217. Vanaf vierde provinciale afdeling van één trainer met een B-getuigschrift of één speler (of oud-speler) die regelmatig de lessen volgt van het eerste jaar van de eerste cyclus van de Federale Trainersschool. 218. In eerste en tweede nationale damesafdelingen van één trainer die in het bezit is van het UEFA-B diploma. 22. Een club waarvan de eerste ploeg promoveert, beschikt onmiddellijk over een periode van twee opeenvolgende seizoenen om zich in regel te stellen met de nieuwe situatie inzake de verplichtingen van het in dienst nemen van gediplomeerde trainers. Deze periode wordt herleid tot één seizoen voor een club die stijgt naar 1ste nationale afdeling. Het in dienst nemen van een nieuwe trainer, in de loop van bovenvermelde overgangsperiodes, verplicht de club ertoe zich onmiddellijk te schikken naar de reglementering die geldt voor de afdeling waarin ze zich bevindt. 23. Iedere club dient vóór 1 september van het lopende seizoen het formulier "Indienstneming van trainers" volledig ingevuld en ondertekend op te sturen. Iedere club met een vertraging in het opsturen van het formulier “Indienstneming van trainers” zal beschouwd worden als niet in regel voor de maand die volgt op de verzendingsdatum. 24. Toevoegingen of wijzigingen dienen uiterlijk binnen de veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst, aan de Bond te melden. Elke inbreuk op deze verplichting wordt bestraft met een boete van 200,00 EUR. 25. Iedere verandering van één van deze verplichte trainers doorgevoerd in het lopende seizoen moet onmiddellijk gemeld worden aan de Directeur-generaal. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
79
TITEL 3: DE CLUBS 26. De maandelijkse boete voor iedere inbreuk bedraagt: Niveau van de ploeg
Maandelijkse boete bij het niet in dienst nemen van een trainer voor de kern van de eerste ploeg
1ste nationale
1.336,00 EUR (1)
2de nationale 3de nationale Bevordering 1ste provinciale 2de provinciale 1ste en 2de nationale Dames
Maandelijkse boete bij het niet in dienst nemen van één of meerdere bijkomende trainers
336,00 EUR 248,00 EUR 168,00 EUR 68,00 EUR 50,00 EUR 50,00 EUR
336,00 EUR (UEFA-A) 100,00 EUR (UEFA-B) 100,00 EUR 100,00 EUR 100,00 EUR
(1): Zonder afbreuk te doen aan het recht van de Licentiecommissie om de toekenning van de UEFA- en/of nationale licentie te weigeren voor het seizoen dat volgt op het niet-naleven van de verplichtingen.
27. Een club mag geen gebruik maken van de diensten van trainers die niet zijn bekendgemaakt aan de Bond. Bij een inbreuk wordt club bestraft met een boete van 200,00 EUR. 28. Indien de trainer niet aangesloten is bij de KBVB, kunnen de trainer en de club elk bestraft worden met een boete van 200,00 EUR. Zo de trainer, buiten zijn weten, gedesaffecteerd werd, is de boete niet verschuldigd, indien hij zijn toestand regulariseert binnen de acht kalenderdagen volgend op de datum waarop hij door de KBVB hiervan wordt ingelicht. Deze uitzondering geldt eveneens voor de club, indien de trainer door een andere club in de loop van het seizoen werd gedesaffecteerd en de toestand binnen dezelfde termijn is geregulariseerd.
80
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 6: FINANCIELE EN BOEKHOUDKUNDIGE VERPLICHTINGEN VAN DE CLUBS ● CONTROLE VAN DE BOND Artikel 336
Rekening-courant
1. Principes 11. Elke club is houder van een rekening-courant bij de Algemene Thesaurie. 12. Maandelijks wordt haar een rekeningsuittreksel toegestuurd. 2. Modaliteiten 21. Wanneer het creditsaldo of het debetsaldo minder dan 50,00 EUR bedraagt, wordt er slechts trimestrieel een rekeningsuittreksel toegestuurd. 22. Elk debetsaldo moet binnen de veertien kalenderdagen die volgen op de verzending van het rekeninguittreksel aangezuiverd zijn; elk creditsaldo wordt binnen dezelfde termijn terugbetaald. 23. Bij laattijdige vereffening van het debetsaldo wordt aan de in gebreke blijvende schuldenaar een intrest opgelegd gelijk aan de wettelijke rentevoet in burgerlijke zaken, verhoogd met 4%, berekend prorata temporis op het aantal dagen vertraging. 24. Indien de rekening niet aangezuiverd is binnen een termijn van drie maand, wordt de schuldenaar voorgesteld tot schorsing van de sportactiviteit. Deze termijn kan nochtans door het Uitvoerend Comité ingekort of verlengd worden in uitzonderlijke omstandigheden.
Artikel 337
Boekhouding ● Toezicht door de bond
1. Principes 11. Iedere club is verplicht een kasboek bij te houden waarin al haar ontvangsten en uitgaven binnen de 48 uur moeten ingeschreven worden. 12. De KBVB mag doorlopend toezicht houden over de boekhouding van de clubs. 2. Modaliteiten 21. De clubs zijn verplicht hun boekhouding gedurende tien jaar te bewaren. Ze verbinden zich ertoe alle boeken en boekhoudingbescheiden, op het eerste verzoek ter beschikking te houden, zonder verplaatsing ervan. 22. Het nazicht en het onderzoek van deze documenten worden verricht door een afgevaardigde van de bond, houder van een bijzondere opdracht vanwege het Uitvoerend Comité. Hij mag zich laten bijstaan door een accountant. 23. Wanneer een club, ongeacht haar juridische vorm, afdelingen voor verschillende sporttakken omvat, mag de bond buiten de boekhouding van de voetbalafdeling, de algemene boekhouding van de vereniging of van de vennootschap eisen, indien deze aangesloten is bij de KBVB maar hij mag de afzonderlijke boekhouding van de andere secties niet vragen. Indien de boekhouding vermeldt dat zekere bedragen door de voetbalafdeling aan de andere sportsecties werden toegekend, kan de club verplicht worden het gebruik van deze bedragen te verantwoorden en, indien ze er niet in slaagt, is ze hiervoor verantwoordelijk. 24. Clubs, opgericht als handelsvennootschap, mogen het beheer van hun voetbalafdeling toevertrouwen aan een afzonderlijk organisme. Dit organisme behoudt dezelfde naam, hetzelfde stamnummer en blijft alleen aangesloten bij de KBVB, zonder het voordeel te verliezen van de vroegere toestand van de club. 25. Een club die haar financiële verplichtingen niet naleeft kan gesanctioneerd worden. Zij kan zelfs in aanleg van schrapping gesteld worden en geschrapt worden. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
81
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 338
De fundamentele verplichtingen van de clubs
1. Elke club is, niet alleen als entiteit maar ook in hoofde van haar verantwoordelijke bestuursleden, verantwoordelijk tegenover de bond en zijn verschillende geledingen. 2. Naast de retributies, belastingen en boetes die zij betalen voor de administratieve of andere diensten en voor inbreuken op de reglementsbepalingen, zijn de leden verplicht tot de betaling van één, meerdere of alle van de navolgende lasten: -
een toetredingsrecht (Art. 301); een vaste jaarlijkse bondsbijdrage voor clubs en geconventioneerde groeperingen (Art. 339); een individuele bondsbijdrage per toegewezen aangeslotene voor de effectieve clubs (Art. 340); een bondsbelasting op inkomgelden (Art. 1481 tot 1485).
3. Deze betalingen zijn ten gunste van de KBVB: 31. wat betreft al de clubs en spelers uitkomende in de kampioenschappen van seniores van het betaald voetbal en in al de kampioenschappen van de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen; 32. wat betreft de clubs en spelers die geen lid zijn van de VFV, uitkomende in de nationale jeugdkampioenschappen, de kampioenschappen van 3de nationale afdeling en van Bevordering, de nationale kampioenschappen van het futsal en van dames, en van de sportieve provincie Brabant. 4. Deze betalingen zijn ten gunste van de VFV: 41. wat betreft al de clubs en spelers die lid zijn van de VFV, uitkomende in de kampioenschappen van de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen; 42. wat betreft de clubs en spelers die lid zijn van de VFV, uitkomende in de nationale jeugdkampioenschappen, de kampioenschappen van 3de nationale afdeling en van Bevordering, de nationale kampioenschappen van het futsal en van dames, en van de sportieve provincie Brabant.
Artikel 339
De vaste jaarlijkse bondsbijdrage
1. Principe Alle leden betalen elk seizoen een vaste bondsbijdrage, jaarlijks indexeerbaar (basis = 01.01.2009, zie Art. 152). Deze bijdrage bedraagt: -
38,80 EUR voor de effectieve of toetredende leden; 116,50 EUR voor de geconventionneerde leden, alsmede premies te betalen door hun clubs wanneer ze wedstrijden organiseren.
2. Modaliteiten 21. De vaste bijdrage wordt op het debet van de rekening van het lid geboekt en vermeld op het rekeninguittreksel van de maand september. 22. Een club, die na 1 januari toetreedt, is bovenvermelde bijdrage pas verschuldigd vanaf het volgende seizoen.
Artikel 340
De individuele bondsbijdragen
1. Principes 11. Effectieve leden (clubs) De individuele bondsbijdragen per toegewezen aangesloten lid of tijdelijk gekwalificeerd lid zijn jaarlijks indexeerbaar (basis = 01.01.2009, zie Art. 152) en bedragen: 82
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS 111. Basisbijdrage -
3,10 EUR: voor de toegewezen aangeslotene jonger dan 10 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 5,20 EUR: voor de toegewezen aangeslotene, ouder dan 10 jaar en jonger dan 16 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 7,20 EUR: voor de toegewezen aangeslotene, ouder dan 16 jaar en jonger dan 35 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 4,10 EUR: voor de toegewezen aangeslotene, ouder dan 35 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 31,10 EUR: voor de toegewezen aangeslotene die het statuut van speler onder contract heeft.
112. Aanvullende bijdrage -
3,10 EUR: voor de toegewezen aangeslotene jonger dan 10 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 4,50 EUR: voor de toegewezen aangeslotene, ouder dan 10 jaar en jonger dan 16 jaar op 1 januari welke het seizoen vooraf gaat; 9,30 EUR: voor de toegewezen aangeslotene, ouder dan 16 jaar op 1 januari welke het seizoen voorafgaat; 27,40 EUR: voor de toegewezen aangeslotene die het statuut van speler onder contract heeft.
12. Geconventioneerde leden 77,70 EUR per club zonder stamnummer ten laste van de groeperingen. 13. Toetredende leden De toetredende leden zijn vrijgesteld van de betaling van deze bijdrage voor hun aangeslotenen. 2. Modaliteiten 21. Deze bijdragen zijn verschuldigd voor elk tijdelijk gekwalificeerd of definitief toegewezen aangesloten lid op 31 maart van het lopende seizoen. Zij zijn ook verschuldigd voor de aangeslotenen, wier desaffectatie aanvaard werd in de loop van het seizoen. Een club die toetreedt na 1 januari, dient pas vanaf de daaropvolgende 1 juli de bijdragen te betalen. 22. De individuele bijdragen worden maandelijks van september tot en met juni geboekt op het debet van de rekening-courant van de club. De maandelijkse stortingen gebeuren à rato van één tiende van het aantal toegewezen aangeslotenen op 1 juli die voorafgaat. Het slotsaldo wordt berekend op het aantal aangeslotenen op 31 maart van het lopende seizoen te verhogen met de aangeslotenen, wier desaffectatie aanvaard werd in de loop van het seizoen.
Artikel 341
Financiële responsabilisatie
1. Principes 11. Voor elke nationale afdeling of voor elke provincie dienen de clubs van die afdeling of provincie gezamenlijk een minimumbedrag te waarborgen aan de KBVB uit hoofde van ontvangsten uit: -
bondsbelasting op toegangsbewijzen, al dan niet forfaitair vastgesteld; bondsbijdrage van de leden; toetredingsrechten; taksen op vriendschappelijke wedstrijden, transfers en nieuwe aansluitingen.
12. Voor het seizoen 2009/2010 wordt dit minimumbedrag in onderling overleg tussen het Uitvoerend Comité en de diverse liga’s of de Associatie van Lagere Afdelingen als volgt bepaald: -
voor tweede nationale afdeling: 476.000,00 EUR voor derde nationale afdeling: 342.300,00 EUR voor bevorderingen: 313.700,00 EUR voor de Associatie van Lagere Afdelingen: 3.313.230,00 EUR, opgesplitst in: 659.830,00 EUR aan forfaitaire bondsbelasting 2.653.400,00 EUR aan andere ontvangsten KBVB • REGLEMENT 2009/2010
83
TITEL 3: DE CLUBS 13. Voor het seizoen 2010/2011 wordt dit minimumbedrag in onderling overleg tussen het Uitvoerend Comité en de Associatie van Lagere Afdelingen als volgt bepaald: -
voor de Associatie van Lagere Afdelingen: 3.313.230,00 EUR, opgesplitst in: 659.830,00 EUR aan forfaitaire bondsbelasting 2.653.400,00 EUR aan andere ontvangsten
2. Modaliteiten 21. Deze bedragen zullen worden aangepast indien nieuwe wettelijke beslissingen, gewijzigde reglementsbepalingen of structurele veranderingen binnen de KBVB de werking van de clubs grondig beïnvloeden. 22. Dit bedrag wordt over de provincies verdeeld op basis van volgende verdeelsleutel (voortschrijdend gemiddelde van de sportactiviteit van de laatste 5 seizoenen): 2003/2004 tot 2007/2008 Antwerpen: Brabant: West-Vlaanderen: Oost-Vlaanderen: Henegouwen: Luik: Limburg: Luxemburg: Namen:
14.56 % 17,46 % 10.37 % 12,92 % 10.52 % 11.18 % 10,54 % 6.20 % 6.25 %
TOTAAL:
100,00 %
Totaal te garanderen minimumbedrag
Vaste forfaitaire bondsbelasting
Minimum andere ontvangsten
482.407,00 EUR 578.490,00 EUR 343.582,00 EUR 428.069,00 EUR 348.552,00 EUR 370.419,00 EUR 349.214,00 EUR 205.420,00 EUR 207.077,00 EUR
128.900 112.257 67.500 96.306 41.649 66.637 77.450 34.228 34.903
353.507 466.233 276.082 331.763 306.903 303.782 271.764 171.192 172.174
3.313.230,00 EUR
659.830
2.653.400
23. Indien aan het einde van het seizoen het minimumbedrag, of voor de provincies het minimum aan andere ontvangsten niet bereikt is, zal het tekort per afdeling en/of per provincie worden vastgesteld door de Algemene Penningmeester in een verslag aan het Uitvoerend Comité. In de loop van het seizoen zal de Algemene Penningmeester maandelijks de afdelingen en de provincies in kennis stellen van de reeds gerealiseerde bedragen. 24. In elke nationale afdeling zal de rekening-courant van elke club van ambtswege gedebiteerd worden met haar pro rataaandeel in het verschuldigd blijvend saldo. 25. In de provinciale afdelingen zal het tekort per club bepaald worden door het Provinciaal Comité in overleg met de provinciale Verstandhouding van clubs van lagere afdeling en zal daarna van ambtswege gedebiteerd worden op de rekening-courant van elke club. 26. Wanneer op het einde van het seizoen het minimumbedrag overschreden is, blijft het eventuele overschot verworven voor de Bond.
84
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
HOOFDSTUK 7: BETREKKINGEN TUSSEN DE CLUBS EN DE HEN TOEGEWEZEN AANGESLOTENEN Artikel 346
Disciplinaire macht van de clubs
1. Principes 11. Wanneer een toegewezen aangeslotene zijn verplichtingen tegenover zijn club of één van de andere haar toegewezen aangeslotenen niet naleeft, kan de club tegen de betrokkene de sancties nemen die zij passend acht, of een reclamatie of klacht indienen. 12. Indien een sanctie uitgesproken wordt tegen een onder contract staande speler, worden de gevolgen wat betreft de uitvoering van het contract geregeld conform de bepalingen die betrekkingen tussen de partijen regelen. Bij gebreke aan dergelijke bepalingen wordt de club niet ontslagen van haar verplichtingen zoals die uit het contract voortvloeien. 2. Modaliteiten 21. De sancties, uitgesproken door de club tegen haar toegewezen aangeslotenen, moeten op straffe van nietigheid aan deze laatsten onder aangetekende brief betekend worden, binnen de zes werkdagen met ingang van de eerste werkdag die volgt op de uitspraak, de datum van de poststempel rechtsgeldig zijnde. Deze betekening moet vermelden: 1° de datum waarop de sanctie werd genomen; 2° de samenvatting van de ten laste gelegde feiten of tekortkomingen en de data waarop zij zich voordeden; 3° de opgelegde sanctie; 4° de mogelijkheid tot het indienen van verhaal in de vorm en termijnen bepaald in het bondsreglement. Op bondsvlak zijn dergelijke door de club uitgesproken sancties geen beslissingen in eerste aanleg. 22. Een club kan geen sancties opleggen: -
aan één van haar toegewezen aangeslotenen wegens de weigering tot spelen onder het toezicht van de KBVB, behalve wanneer de speler contractueel aan deze club verbonden is;
-
aan de aangeslotenen die haar waren toegewezen, wegens feiten die zich voordeden na hun definitieve transfer, hun desaffectatie of hun ontslag.
Artikel 347
Mogelijke sancties van een club ten opzichte van de haar toegewezen aangeslotenen
1. Principe Een club kan volgende sancties nemen ten opzichte van de haar toegewezen aangeslotenen: -
boetes schorsingen voorstelling tot schrapping
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
85
TITEL 3: DE CLUBS 2. Modaliteiten 21. Boetes 211. De club kan aan de haar toegewezen aangeslotenen de boetes opleggen die bepaald zijn in haar huishoudelijk reglement en, indien het gaat om een speler onder contract, in het contract dat de betrekkingen tussen partijen regelt. Die boetes moeten op straffe van verval binnen de maand, te rekenen vanaf de datum van de betekening aan de betrokkene, worden opgeëist. 212. Wanneer een speler onder contract bezwaar indient tegen een boete voor een inbreuk op het spelerscontract, blijven de beperkingen voorzien ofwel in het contract, ofwel in het bondsreglement geldig. 22. Schorsing 221. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 346.22. kan een club, als tuchtmaatregel, voor een bepaalde of onbepaalde tijd afzien beroep te doen op de diensten van één van haar toegewezen aangeslotenen. De betrokken aangeslotene wordt dan beschouwd als geschorst door de club waaraan hij is toegewezen. 222. Uitbreiding van de schorsing 2221. Tot de KBVB De clubs kunnen voorstellen de schorsingen als tuchtmaatregel uitgesproken tegen hun toegewezen aangeslotenen uit te breiden tot de Bond. Dergelijk verzoek moet bij de Directeur-generaal ingediend worden. Op zijn initiatief wordt het in eerste aanleg door de bevoegde instantie onderzocht en in hoger beroep door het Beroepscomité. 2222. Tot een geconventioneerde club op verzoek van een effectieve club en vice versa Indien de overtreder tegelijkertijd toegewezen is aan een effectieve club en bij een geconventioneerde groepering aangesloten is, wordt het verzoek waarbij ofwel de club, ofwel de groepering tot uitbreiding van de sanctie verzoekt, ter beoordeling voorgelegd aan de gemengde commissie, waarvan de oprichting voorzien is in de overeenkomst, afgesloten tussen de KBVB en de betreffende groepering. De beslissingen van die gemengde commissie verbinden, zonder mogelijkheid van verhaal, de twee partijen. 2223. Tot een futsalclub op verzoek van een voetbalclub of omgekeerd Indien de overtreder tegelijkertijd gekwalificeerd is voor een voetbalclub en voor een futsalclub, wordt het verzoek waarbij ofwel de futsalclub, ofwel de voetbalclub, tot uitbreiding van de sanctie verzoekt, ter beoordeling voorgelegd: -
aan een Kamer van het Beroepscomité voor het voetbal indien het verzoek van een futsalclub uitgaat;
-
aan het Beroepscomité voor het futsal indien het verzoek van een voetbalclub uitgaat.
De uitbreiding wordt administratief beslist. 23. Schrapping Een club moet de schrapping voorstellen van een toegewezen aangeslotene, die zich schuldig maakte aan daden die de eer aantasten (Art. 348) 24. Inning van achterstallige bijdragen Buiten de bijdrage voor het lopende seizoen, mag een club van haar toegewezen aangeslotenen geen betaling eisen van een andere bijdrage dan die voor het onmiddellijk voorafgaand jaar. 25. Restitutie van materiaal en uitrustingen Een club kan de tussenkomst van de bond niet vragen wanneer een toegewezen aangeslotene weigert de hem uitgeleende bezittingen terug te geven.
86
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 3: DE CLUBS
Artikel 348
Daden die de eer aantasten
1. Principes 11. De clubs zijn verplicht elke aangeslotene voor te stellen tot schrapping, zodra deze veroordeeld werd bij een in kracht van gewijsde getreden beslissing, tot één van de volgende straffen: 1° een criminele straf van meer dan 5 jaar; 2° een niet voorwaardelijke gevangenisstraf van minstens zes maanden. 12. Het Uitvoerend Comité spreekt de schrapping uit, doch kan deze opheffen, wegens omstandigheden die het soeverein beoordeelt, vóór het verstrijken van de minimale termijn voorzien door het bondsreglement. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een aangeslotene, die geschrapt is geworden op grond van hetgeen voorafgaat, in ere wordt hersteld, staat het hem vrij zijn geval voor te leggen aan het Uitvoerend Comité, dat zal oordelen of hij, ingevolge dat eerherstel, op federaal vlak in zijn rechten kan worden hersteld. 22. De clubs die nalaten de voorschriften van dit artikel na te leven, worden gestraft met een geldboete van 50,00 tot 500,00 EUR. In geval van inbreuk is het Sportcomité of het provinciaal comité bevoegd, naargelang de afdeling in dewelke de club uitkomt. 23. Wanneer een aan een effectieve club toegewezen aangeslotene eveneens bij een geconventioneerde groepering is aangesloten, wordt zijn effectieve club door de Directeur-generaal verwittigd van ieder voorstel tot schrapping dat uitgaat van zijn geconventioneerde club of groepering.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
87
TITEL 3: DE CLUBS
88
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
TITEL 4 DE CLUBLICENTIES HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 401
Verzoek tot toekenning van een licentie
1. Een club die uitkomt in 1ste nationale afdeling of op het punt staat naar deze afdeling te promoveren, moet een verzoek indienen tot aflevering van een licentie van profclub en deze toegekend krijgen vooraleer in bedoelde competitie te mogen aantreden. 2. Een club die in 2de nationale afdeling uitkomt of op het punt staat naar deze afdeling te promoveren of te dalen, moet een verzoek indienen tot aflevering van een licentie van club van 2de nationale afdeling en deze toegekend krijgen vooraleer in bedoelde competitie te mogen aantreden.
Artikel 402
Voorwaarden tot deelname aan de Belgische competitie
1. Principes 11. Iedere club uitkomend in 1ste of 2de nationale afdeling moet houder zijn van een licentie, die niet kan afgestaan worden aan een andere rechtspersoon, waardoor zij toegelaten wordt tot en gemachtigd is deel te nemen aan de competitie voorbehouden aan bedoelde afdeling. 12. Alle clubs van 1ste nationale afdeling dienen te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van de Europese Licentie (zie TREC) De sancties voor het niet behalen van deze specifieke criteria van de Europese Licentie worden bepaald in Art. 11 van het TREC. De toelatingsvoorwaarden voor de Europese competities zijn niet vereist in hoofde van de club die stijgt naar 1ste nationale afdeling in de loop van het eerste jaar dat zij in die afdeling aantreedt. 13. De toekenning van een licentie aan een profclub van 1ste nationale afdeling of aan een club Betaald Voetbal van 2de nationale afdeling geeft recht op toetreding als werkend lid tot de liga die overeenstemt met de afdeling waarin ze aantreedt. 2. Modaliteiten 21. De club welke een licentie heeft aangevraagd binnen de daartoe voorziene periode en deze heeft bekomen en welke een niet sanctioneerbare overdracht van patrimonium heeft gerealiseerd, kan de Licentiecommissie verzoeken deze licentie over te dragen aan de overnemende rechtspersoon. De overnemende rechtspersoon richt daartoe binnen de 8 dagen na de goedkeuring van de overdracht een verzoek aan de Directeur-generaal, die het overmaakt aan het Licentiedepartement met het oog op een verslag en een advies. Deze aanvraag wordt onderzocht volgens dezelfde procedure als de licentieaanvraag met inachtneming van de toestand van de overnemer na de overdracht. 22. Ingeval in de loop van het seizoen een sanctioneerbare overdracht van patrimonium wordt gedaan kan de rechtspersoon aan wie het patrimonium wordt overgedragen slechts een licentie aanvragen van 01.02 tot en met 01.03 van het seizoen volgend op dat waarin de overdracht tot stand kwam.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
89
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
Artikel 403
Geen aanvraag ● Verzaking ● Weigering ● Intrekking statuut ● Sancties
1. Principes 11. Indien geen aanvraag werd ingediend, aan het statuut van profclub verzaakt wordt of indien dit statuut geweigerd of ingetrokken wordt wegens niet-economische redenen, degradeert de betrokken club naar 2de nationale afdeling, voor zover de club voldoet aan de licentievoorwaarden van die afdeling. 12. Indien geen aanvraag werd ingediend, aan het statuut van club van het Betaald Voetbal in 2de nationale afdeling verzaakt wordt of indien dit statuut geweigerd of ingetrokken wordt, degradeert de betrokken club naar of blijft ze in 3de nationale afdeling. 13. Indien de Europese licentie aan een club van eerste afdeling wordt geweigerd of ingetrokken heeft dit geen gevolg voor het behoud van deze club in eerste afdeling voor zover zij voldoet aan de criteria van de nationale licentie voor eerste nationale afdeling. De sancties voor betrokken club staan vermeld in Art. 11 van het TREC. 2. Modaliteiten 21. De club waarvan de licentie Betaald Voetbal geweigerd of ingetrokken wordt wegens economische redenen, die geen licentie voor 2de nationale afdeling bekomt en naar 3de nationale afdeling wordt verwezen, dient het kampioenschap aan te vangen met een handicap van drie punten, namelijk één punt per periode. De Licentiecommissie stelt in haar beslissing vast dat de toepassing van deze sanctie zich opdringt en maakt haar beslissing voor het opleggen ervan over aan het Sportcomité. 22. De club van 2de afdeling die degradeert naar derde afdeling wegens economische redenen, dient het kampioenschap aan te vangen met een handicap van drie punten, namelijk één punt per periode. De Licentiecommissie stelt in haar beslissing vast dat de toepassing van deze sanctie zich opdringt en maakt haar beslissing voor het opleggen ervan over aan het Sportcomité. 23. Deze sancties gelden niet wanneer de club er vrijwillig toe besluit amateur te worden of geen licentie heeft aangevraagd. 24. Naast alle overige reglementaire sancties worden alle inbreuken of tekortkomingen op de voorwaarden tot verkrijging van de licentie die toegang verleent tot de Europese competities, op verzoek van en na het aanhoren van het verslag van de Licentiemanager, door de Licentiecommissie bestraft conform Art. 11 van het TREC.
90
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
HOOFDSTUK 2: LICENTIEVOORWAARDEN Artikel 406
Algemene voorwaarden
1. Principe 11. De licentie eigen aan de afdeling waarin de club uitkomt wordt toegekend voor zover de aanvragende club voldoet aan de specifieke toelatingsvoorwaarden voor bedoelde afdeling en aan de hierna volgende verplichte algemene voorwaarden. 12. De club moet: 1° de rechtspersoonlijkheid bezitten en het bewijs voorleggen van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of, in voorkomend geval, in een ander nationaal register, evenals alle akten of documenten betreffende de machtigingen tot vertegenwoordiging en de aansprakelijkheidsmandaten waarvan de wettelijke publicatie vereist is; 2° de werkgever zijn van de spelers onder contract die, conform het reglement van de KBVB, door haar in de officiële competities opgesteld worden en voor alle spelers voldoen aan alle wettelijke bepalingen ter zake; 3° een gereviseerde jaarrekening overleggen van het laatst afgesloten boekjaar, welke geen onthoudende of negatieve verklaring van de revisor inhoudt en een geraamde staat van ontvangsten en uitgaven voor het seizoen waarvoor de licentie wordt aangevraagd; deze staat zal de normale werking garanderen van de club tijdens het seizoen waarvoor de licentie werd aangevraagd; 4° het bewijs leveren niet in gebreke te blijven bij de betaling van: -
de spelerslonen, de aan R.S.Z. verschuldigde sommen, de bedrijfsvoorheffing, de patronale bijdragen aan het pensioenfonds van de beroepsvoetballers, de taksen en de belastingen van welke aard ook, de bondsschulden en de vorderingen tussen clubs;
5° een verzekering tegen arbeidsongevallen afsluiten in alle gevallen waarin zulks door de wet verplicht is; 6° zich schikken naar de wetten en decreten die betrekking hebben op de arbeidsvergunning van de spelers die geen onderdaan zijn van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.); 7° zich schikken, wat de spelersmakelaars betreft, naar de wettelijke verplichtingen en naar het reglement van de FIFA en de KBVB; 8° zich onderwerpen aan een controle met alle door de Licentiecommissie nuttig geachte middelen op de strikte toepassing van de toekennings- en behoudsvoorwaarden van de licentie; 9° een beroep doen op gediplomeerde trainers conform Art. 332 van het bondsreglement en voor alle trainers voldoen aan alle wettelijke bepalingen ter zake; 10° over een stadion beschikken dat beantwoordt aan alle wettelijke bepalingen en aan de uitvoeringsbesluiten inzake veiligheid in de stadions en ticketing. 2. Modaliteiten 21. De bevoegde Licentiecommissie mag, in voorkomend geval,de licentie toekennen aan de club die zich kan beroepen: -
op een globaal herstelplan goedgekeurd door de bevoegde rechtbank op afbetalingsakkoorden en/of -plannen overeengekomen met de schuldeisers.
Werden afbetalingstermijnen overeengekomen met de schuldeisers, dan kan de bevoegde Licentiecommissie afhankelijk van de omstandigheden de toekenning van de licentie koppelen aan:
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
91
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES -
-
het verbod op het aanwerven van spelers die mogelijks zouden kunnen opgesteld worden in de eerste ploeg, zonder afbreuk te doen aan de sanctie voorzien in Art. 422.24; het opstellen van een herstelplan, binnen een termijn door de bevoegde Licentiecommissie bepaald. Dit plan houdt in een staat van activa en passiva van de rechtspersoon alsmede een prognose van de ontvangsten en uitgaven voor het komende seizoen en een prognose van de activa en passiva aan het einde van het komende seizoen. het leveren van het periodiek bewijs, op tijdstippen door de bevoegde Licentiecommissie bepaald, dat de afbetalingstermijnen werden nageleefd.
Na de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiereglement te hebben gehoord in zijn verslag, kan de Licentiecommissie op elk ogenblik en op verzoek van de club het transferverbod opheffen, wanneer de club bewijst dat zij haar schulden waarvoor afbetalingstermijnen bestonden volledig heeft voldaan; 22. De bevoegde Licentiecommissie mag de licentie toekennen wanneer er schulden zijn als hierboven bedoeld die door de club worden betwist en waarvan de betwisting kennelijk niet onredelijk schijnt; De bevoegde Licentiecommissie kan de toekenning al of niet afhankelijk maken van het stellen van een bankwaarborg in het voordeel van de schuldeiser met betwiste vordering. De Licentiecommissie gelast de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement zich te informeren bij de institutionele schuldeisers teneinde alle nuttige inlichtingen in te winnen nopens de aard van de betwisting. 23. Indien een functie van gediplomeerde trainer (zie Art. 406.12.9°) vacant komt te staan tijdens het seizoen onderworpen aan de licentie: 231. om een reden die ontsnapt aan de controle van de licentiekandidaat (ziekte, ongeval, enz.) moet de licentiekandidaat er zich van verzekeren dat deze functie wordt overgenomen binnen de vijf werkdagen door: -
een persoon die over de nodige kwalificatie beschikt en die beantwoordt aan het criterium (in dit geval kan de vervanging gebeuren voor een periode van onbepaalde duur); een persoon die niet beschikt over de nodige kwalificatie en die niet beantwoordt aan het criterium (in dit geval is de vervanging slechts tijdelijk en mag de duur ervan het einde van het seizoen onderworpen aan de licentie, niet overschrijden).
232. om een reden die voortvloeit uit een beslissing van de licentiekandidaat (bv. ontslag van de hoofdtrainer), moet de licentiekandidaat er zich van verzekeren dat de functie wordt overgenomen binnen de vijf werkdagen door een persoon die over de nodige kwalificatie beschikt en die beantwoordt aan het criterium (in dit geval kan de vervanging gebeuren voor een periode van onbepaalde duur). Deze vervanging moet binnen de 10 werkdagen nadat een functie vacant is komen te staan, worden betekend aan de Directeurgeneraal en aan de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement. Bij niet-naleving van deze termijn van 10 werkdagen, dient de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement een rapport op te stellen voor de Licentiecommissie, die, per vijf werkdagen dat de club niet voldoet aan de bepalingen van Art. 406.12.9° een boete kan opleggen aan de betrokken club.
Artikel 407
Specifieke voorwaarden voor 1ste nationale afdeling
Zonder afbreuk te doen aan de algemene voorwaarden, moet een club om een licentie te bekomen voor 1ste nationale afdeling, voldoen aan volgende specifieke voorwaarden: 1° uitkomen in of promoveren naar de 1ste nationale afdeling; 2° uiterlijk op 1 september volgend op haar toetreding tot de 1ste nationale afdeling beschikken over minstens twintig spelers met het statuut van betaalde sportbeoefenaar (wet van 24.02.1978) en voor alle spelers voldoen aan de wettelijke bepalingen ter zake; 3° over installaties beschikken die aan de volgende specifieke criteria beantwoorden: a)
92
het stadion moet uitgerust zijn met een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde lichtsterkte van minstens 800 lux, en het terrein waar de wedstrijden van de reserven 1ste nationale afdeling worden betwist met een verlichtinginstallatie met een gemiddelde lichtsterkte van minstens 200 lux; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES b)
het speelveld moet een lengte hebben van minstens 100 meter en hoogstens 105 meter, een breedte van minstens 64 meter en hoogstens 68 meter. Het moet in perfecte staat zijn en de club moet bewijzen dat ze over het nodige materiaal en personeel voor het onderhoud beschikt;
c)
de neutrale zone moet afgesloten zijn met een doeltreffende afrastering die de veiligheid van de officiëlen en van de spelers waarborgt, conform de normen van de UEFA en de Belgische wetten en decreten die de materie behandelen;
d)
de kleedkamers moeten ruim zijn;
e)
binnen de installaties of in de onmiddellijke nabijheid ervan moet een parkeerterrein aangelegd zijn. Het moet voldoende groot zijn om de wagens te parkeren van de bestuursleden van de thuisclub en de bezoekers, van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters, evenals van de leden van de bondsinstanties die houder zijn van een kaart "Uitvoerend Comité".
f)
er moet een receptiezaal voorzien zijn;
g)
uitgerust zijn met een medisch kabinet, dat voldoet aan de normen van de voetbalsport. Het moet bovendien beantwoorden aan de noden van het jeugdvoetbal en de medische opvolging van de beoefenaars dient gewaarborgd te zijn;
h)
de sanitaire voorzieningen moeten toereikend zijn;
i)
de pers-, radio- en televisietribune moet voorzien zijn van het nodige materiaal en voldoen aan de normen voorzien in de akkoorden afgesloten met de B.B.S. en de radio- en televisiezenders;
j)
het stadion moet een capaciteit hebben van minstens 8.000 plaatsen, waarvan 5.000 zitplaatsen;
k)
de officiële tribune moet duidelijk gescheiden zijn van de andere zitplaatsen;
Met het oog op de toekenning van de licentie gebeurt de keuring van de installaties in opdracht van het Licentiedepartement door de door hem aangeduide personen met een deskundigheid inzake keuring van de terreinen. Het ontvangen rapport van deze deskundigen kan, buiten het kader van de toekenning van de licentie, voor verder gevolg worden overgemaakt aan het Sportcomité Betaald Voetbal.
Artikel 408
Specifieke voorwaarden voor deelname aan competities van de UEFA
1. Principes 11. Zie TREC. 12. Ingeval een club zich sportief kwalificeert voor een UEFA-competitie en niet in het bezit is van een nationale licentie van profclub van 1ste nationale afdeling, dient de club zich te schikken naar alle wettelijke Belgische bepalingen inzake veiligheid en infrastructuur, alsook naar de UEFA-reglementen met betrekking tot deze competities. 2. Modaliteiten 21. De KBVB deelt uiterlijk op 15 april aan de UEFA de identiteit mede van de clubs die in aanmerking komen voor deelneming aan een Europese competitie op basis van hun sportieve resultaten en die niet in het bezit zijn van een nationale licentie voor 1ste nationale, met het oog op het toekennen, ten uitzonderlijken titel, van een toegangslicentie voor bedoelde competities aan betrokken clubs. 22. De criteria en toekenningsvoorwaarden van een uitzonderlijke licentie worden door de UEFA bepaald in overleg met de KBVB, rekening houdend met de vereisten voor de nationale licentie. Deze laatste verifieert of de voorwaarden vervuld zijn en deelt zijn bevindingen mede aan de UEFA. 23. Mits toelating van de UEFA wordt de club die beantwoordt aan de eenmalig gestelde criteria, ten uitzonderlijken titel toegelaten tot de Europese competities waarvoor zij sportief gekwalificeerd is.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
93
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
Artikel 409
Specifieke voorwaarden voor 2de nationale afdeling
Zonder afbreuk te doen aan de algemene voorwaarden, moet een club om een licentie te bekomen voor 2de nationale afdeling, voldoen aan volgende specifieke voorwaarden: 1° uitkomen in, promoveren of dalen naar de 2de nationale afdeling; 2° uiterlijk op 1 september volgend op haar toetreding tot de 2de nationale afdeling beschikken over minstens vijftien spelers met het statuut van betaalde sportbeoefenaar (wet van 24.02.1978) en voor alle spelers voldoen aan de wettelijke bepalingen ter zake; 3° over installaties beschikken die aan de volgende specifieke criteria beantwoorden: a)
Het stadion moet uitgerust zijn met een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde lichtsterkte van minstens 400 lux.
b)
het speelveld moet een lengte hebben van minstens 100 meter en hoogstens 110 meter, een breedte van minstens 60 meter en hoogstens 75 meter. Het moet in perfecte staat zijn en de club moet bewijzen dat ze over het nodige materiaal en personeel voor het onderhoud beschikt,
c)
de kleedkamers moeten ruim zijn;
d)
binnen de installaties of in de onmiddellijke nabijheid ervan moet een parkeerterrein aangelegd zijn. Het moet voldoende groot zijn om de wagens te parkeren van de bestuursleden van de thuisclub en de bezoekers, van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters, evenals van de leden van de bondsinstanties die houder zijn van een kaart "Uitvoerend Comité";
e)
er moet een receptiezaal voorzien zijn;
f)
uitgerust zijn met een medisch kabinet, dat voldoet aan de normen van de voetbalsport. Het moet bovendien beantwoorden aan de noden van het jeugdvoetbal en de medische opvolging van de beoefenaars dient gewaarborgd te zijn;
g)
de sanitaire voorzieningen moeten toereikend zijn;
h)
het stadion moet een capaciteit hebben van minstens 3.000 plaatsen, waarvan 750 zitplaatsen; Een club wordt geacht aan de licentievoorwaarde van de capaciteit van het stadion te voldoen en te hebben voldaan, niettegenstaande de club ingevolge infrastructuurwerken in het stadion tijdelijk over het minimaal geëiste aantal plaatsen niet kan beschikken, voor zover het stadion van de club zowel vóór als na de werken over de reglementaire capaciteit beschikt. De infrastructuurwerken dienen op een normale en redelijke termijn te worden uitgevoerd, die maximum 1 seizoen mag belopen. Overgangsmaatregel voor de clubs van 3de nationale afdeling die stijgen naar 2de nationale afdeling De clubs uit 3de nationale afdeling die stijgen naar 2de nationale afdeling dienen aan dit criterium te voldoen bij aanvang van het tweede seizoen in 2de nationale afdeling.
i)
de officiële tribune moet duidelijk gescheiden zijn van de overige zitplaatsen.
Met het oog op de toekenning van de licentie gebeurt de keuring van de installaties in opdracht van het Licentiedepartement door de door hem aangeduide personen met een deskundigheid inzake keuring van de terreinen. Het ontvangen rapport van deze deskundigen kan, buiten het kader van de toekenning van de licentie, voor verder gevolg worden overgemaakt aan het Sportcomité Betaald Voetbal.
94
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
HOOFDSTUK 3: PROCEDURE VOOR DE TOEKENNING VAN DE LICENTIE Artikel 411
Het verzoek tot voorafgaand onderzoek, enkel voor clubs uitkomend in 1ste nationale afdeling
1. Principe Tijdens de periode van 1 tot en met 15 september van ieder seizoen, moeten de clubs die uitkomen in 1ste nationale afdeling een voorafgaande aanvraag tot toekenning van een Europese licentie voor het daaropvolgend seizoen indienen bij de Licentiemanager. 2. Modaliteiten 21. Na ontvangst van bedoelde aanvraag bezorgt de Licentiemanager de clubs de nodige documenten waarin de verschillende criteria tot het bekomen van de Europese licentie en van de nationale licentie worden opgesomd en uitgelegd. 22. De door de club ingevulde documenten dienen uiterlijk op 15 oktober daaropvolgend (poststempel geldig zijnde) teruggestuurd te worden naar de Licentiemanager. Hij gaat na of de antwoorden en informatie volledig zijn. In voorkomend geval nodigt hij de club uit om binnen een door hem toegemeten termijn de bijkomende stukken te leveren. 23. De Licentiemanager gaat na of alle voorwaarden tot het bekomen van de nationale licentie van profclub zijn vervuld. Hij kan een beroep doen op interne of externe door hem aangeduide deskundigen met het oog op het staven van zijn verslag bij de Licentiecommissie. 24. De Licentiemanager brengt bij het Sportcomité voor het Betaald Voetbal verslag uit over de vastgestelde tekortkomingen bij de indiening van de voorafgaande aanvraag met het oog op de instelling van vervolging en de veroordeling tot de betaling van de boetes bepaald in Art. 11 van het TREC.
Artikel 412
Het verzoek tot toekenning van de licentie
1. Principes 11. Van 1 februari tot en met 1 maart van ieder seizoen moeten de clubs die de licentie Betaald Voetbal wensen te bekomen, op straffe van verval, per aangetekend schrijven gericht aan de Directeur-generaal, een aanvraag indienen om de toekenning van de licentie Betaald Voetbal te bekomen en voor de clubs uit 1ste nationale afdeling een aanvraag tot het bekomen van de Europese Licentie van profclub. 12. De aanvraag gebeurt aan de hand van het door de Licentiecommissie opgestelde modelformulier. De datum van de poststempel is rechtsgeldig om te bepalen of de aanvraag al dan niet binnen de gestelde termijn is geschied. 13. Deze aanvraag moet eveneens het rapport bevatten van de door de KBVB aangeduide en betaalde externe auditor, dat een duidelijk beeld dient te geven omtrent de financiële situatie van de club op korte termijn (minstens tot en met de duur waarop de licentieaanvraag betrekking heeft), op middenlange termijn en omtrent het voortbestaan van de club. De clubs die een aanvraag voor de toekenning van de licentie indienen, dienen deze aangeduide auditor te aanvaarden op dezelfde wijze als hun statutaire aangeduide commissaris en alle documenten ter beschikking te stellen van deze auditor inclusief het dossier van hun commissaris. De clubs aanvaarden eveneens dat de auditor rechtstreeks zijn rapport overmaakt aan de KBVB. Dit rapport kan alleen gebruikt worden bij de behandeling van het dossier door de Licentiecommissie in het kader van de al dan niet toekenning van de licentie Betaald Voetbal bij het bestaan van schulden die in aanmerking worden genomen in Art. 406. 14. De club moet haar verzoek tot licentie zó indienen dat het haar toegelaten kan worden deel te nemen aan de competitie waarin zij kan of moet deelnemen vanaf 1 juli van het seizoen volgend op de aanvraag. 15. Op basis van zijn voorafgaand onderzoek voor clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling en van de recentere gegevens die door de club samen met het aanvraagformulier worden overgemaakt of van ieder ander, langs een andere weg verkregen element, stelt de Licentiemanager (voor de clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling) of de bijzondere vertegenwoordiger van KBVB • REGLEMENT 2009/2010
95
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES het Licentiedepartement (voor de clubs uitkomende in 2de en 3de nationale afdeling) een schriftelijk verslag op bestemd voor de Licentiecommissie. Dit verslag, waarin de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement een advies uitbrengt over het al dan niet toekennen van de licentie, moet uiterlijk 20 werkdagen voor clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling, 15 werkdagen voor clubs uitkomende in 2de nationale afdeling en 25 werkdagen voor clubs uitkomende in 3de nationale afdeling, na de datum van indiening van de licentieaanvraag worden opgesteld. 2. Modaliteiten 21. Het inschrijvingsrecht voor de aanvraag tot het bekomen van de Licentie zal jaarlijks worden vastgesteld door het Uitvoerend Comité na overleg met de Pro League en de Nationale Voetballiga. Dit inschrijvingsrecht wordt automatisch ingeboekt op de rekening-courant van de betrokken club bij ontvangst van het aanvraagdossier. 22. De Directeur-generaal maakt de hem toegestuurde aanvraag voor onderzoek over aan het Licentiedepartement. 23. Om ontvankelijk te zijn dient de aanvraag ingediend te worden door middel van een standaardformulier, opgesteld door de Licentiecommissie, waarin de verschillende voorwaarden tot het bekomen van de licentie worden vermeld. Dit formulier kan verwijzen naar attesten en bewijsstukken die vereist zijn. De aanvraag dient vergezeld van de behoorlijk geïnventariseerde bewijsstukken in dit formulier gevraagd, waaruit de naleving van de licentievoorwaarden op de dag van haar indiening blijkt en dit ongeacht de onderzoeksmogelijkheden van de Licentiemanager en de Licentiecommissie naar alle feitelijke elementen, ook deze begrepen tussen de dag van de aanvraag en de dag van de uitspraak. 24. De licentiekandidaat moet, bijgevoegd aan zijn aanvraag, een origineel of conform verklaarde kopie van volgende documenten en onderstaande geschreven bevestigingen leveren binnen de toegemeten termijnen: -
kopie van de vigerende statuten van de licentiekandidaat; bevestiging van zijn verbintenis tot de naleving van de bepalingen en voorwaarden van de licentieprocedure; bevestiging dat de club de arbitrage zoals bepaald in deze procedure aanvaardt; bevestiging van de volledigheid en de juistheid van alle aan de licentieverlener overgelegde documenten; bevestiging van zijn toelating verleend aan de bondsinstanties bevoegd voor het onderzoek van de licentieaanvraag en haar toekenning om de overgelegde documenten te onderzoeken en alle informatie op te zoeken in verband met de aflevering van de licentie, conform de nationale wetgeving.
Bovenvermelde attesten en bevestigingen dienen door de gerechtigde correspondent en de statutaire vertegenwoordiger(s) te worden opgemaakt maximum twee maanden vóór de datum waarop zij moeten worden overgelegd. 25. Het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement, samen met het volledige ingediende dossier, wordt overgemaakt aan de Licentiecommissie en dit verslag wordt onmiddellijk per aangetekend schrijven naar de club gestuurd. 26. Voor de clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling, brengt de Licentiemanager bij het Sportcomité voor het Betaald Voetbal verslag uit over de vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot de verplichte criteria “B” met het oog op de instelling van vervolging en de veroordeling tot de betaling van de boetes bepaald in Art. 11 van het TREC.
Artikel 413
Aangifte van vorderingen van schuldeisers
1. Principe De schuldeisers, die menen dat met hen rekening moet gehouden worden bij de toekenning van de licentie, dienen zich tot en met 15.02, de datum van de poststempel rechtsgeldig zijnde, per aangetekende brief aan de Directeur-generaal kenbaar te maken en er de nodige stavingstukken aan toe te voegen. 2. Modaliteiten 21. Elk later overgemaakt en/of naar een andere bestemmeling gestuurd stuk, ook als het rechtstreeks naar de Licentiecommissie en/of het Licentiedepartement wordt gestuurd, wordt niet in aanmerking genomen. 22. De Directeur-generaal geeft er kennis van aan het Licentiedepartement, dat binnen de 48 uur na ontvangst een kopie overmaakt aan de betrokken club. 96
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
Artikel 414
De procedure voor de Licentiecommissie
1. Principes 11. Tijdens het onderzoek van de dossiers van clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling woont de Licentiemanager verplicht de zittingen van de Licentiecommissie bij en voor de clubs uitkomende in 2de of 3de nationale afdeling de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement. 12. Na het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement te hebben gehoord, spreekt de Licentiecommissie zich uit over de aanvraag van de club. 13. Zij kan beslissen de licentie de plano toe te kennen, wanneer de club volledig voldoet aan de voorwaarden eigen aan de aangevraagde licentie. In dit geval dient geen oproeping van de club te gebeuren. 14. Wanneer de Licentiecommissie van oordeel is de gevraagde licentie niet de plano te kunnen afleveren, verzoekt zij de club via de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement om binnen de door haar gestelde termijn aanvullende stukken neer te leggen. Het bevel tot overlegging wordt op het zittingsblad genoteerd. 15. De uitgenodigde clubs zijn verplicht te verschijnen. Geeft de club verstek, dan spreekt de Licentiecommissie zich uit op stukken en wordt de beslissing beschouwd als zijnde op tegenspraak gewezen. 16. De beslissing tot weigering of toekenning van een licentie wordt, in voorkomend geval na kennisname van het verslag en het advies van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement, genomen rekening houdende met alle bekende feitelijke elementen zoals die bestaan op de dag van de uitspraak door de Licentiecommissie. 17. Iedere beslissing van de Licentiecommissie dient, behoorlijk gemotiveerd, aan de betrokken club te worden betekend per aangetekend schrijven, gekoppeld aan een gewone postbrief en/of fax of e-mail. Alle beslissingen van de Licentiecommissie dienen integraal te worden gepubliceerd in het eerstvolgende Sportleven. 2. Modaliteiten 21. De Licentiecommissie stelt, in voorkomend geval na tussenkomst van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement, de datum vast om het dossier te onderzoeken. 22. De zittingen zijn in elke fase van de procedure openbaar, tenzij de club de behandeling met gesloten deuren vraagt. De uitspraak gebeurt steeds in openbare zitting. 23. De Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement mag bij alle diensten van de bondsadministratie alle nuttige inlichtingen opvragen betreffende de geschillen van financiële aard waarbij de aanvrager van de licentie betrokken is. De kosten van dit onderzoek worden door de Licentiecommissie ten laste gelegd van de aanvrager van de licentie. 24. De beslissing tot toekenning van een licentie vermeldt: -
de attesten, verklaringen en feiten waaruit de naleving van elk der licentievoorwaarden blijkt; het bedrag nog verschuldigd aan schuldeisers bedoeld in Art. 406 waarvoor afbetalingsplannen bestaan, het bedrag van de afbetalingen en de vervaldata en de vaststelling dat de termijnen werden nageleefd; de hangende procedures in verband met betwiste sommen zoals bedoeld in Art. 406 en het onderzoek van de ernst van de betwisting.
25. Bij het toekennen van een licentie ontvangt de club een licentienummer vanwege de Licentiecommissie. Wanneer een andere instantie, tengevolge van het aanwenden van een verhaal, oordeelt dat de club recht heeft op een licentie, dan zendt deze instantie het dossier, desgevallend na tussenkomst van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement, voor administratieve afhandeling naar de Licentiecommissie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
97
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
Artikel 415
Hoger beroep tegen de beslissing van de Licentiecommissie
1. Principes 11. Beroep tegen een beslissing van de Licentiecommissie kan enkel worden aangetekend worden, door: a) b) c)
de betrokken club; het bondsparket op verzoek van de Directeur-generaal van de KBVB; een derde belanghebbende club, uitkomende in 1ste, 2de of 3de nationale afdeling.
12. Beroep tegen elke eindbeslissing van de Licentiecommissie dient te worden ingediend: -
door de club: binnen de drie werkdagen na de betekening van de beslissing (datum poststempel rechtsgeldig zijnde) door het Bondsparket en de derde belanghebbende club: binnen de drie werkdagen na publicatie in Sportleven.
13. De verschijning is verplicht voor de opgeroepen clubs. Indien de club verstek laat gaan, spreekt de Licentiecommissie voor Hoger Beroep zich uit op stukken en wordt de beslissing beschouwd als zijnde op tegenspraak gewezen. 14. Derden kunnen in geen enkele stand van het geding in de procedure tussenkomen en het derdenverzet is niet toegelaten als rechtsmiddel. 15. Iedere beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep dient, behoorlijk gemotiveerd, aan de betrokken club te worden betekend per aangetekend schrijven, gekoppeld aan een gewone postbrief en/of fax of e-mail. Alle beslissingen van de Licentiecommissie voor hoger beroep dienen integraal te worden gepubliceerd in het eerstvolgende Sportleven. 2. Modaliteiten 21. Het recht om hoger beroep aan te tekenen bestaat derhalve voor de hierboven genoemde onder 11.b en 11.c zonder partij te zijn in eerste aanleg. Deze belanghebbende derden hebben ook inzage in het dossier vanaf de uitspraak in eerste aanleg. 22. Hoger Beroep tegen een tussenbeslissing is pas ontvankelijk vanaf de betekening van de eindbeslissing 23. De Licentiecommissie voor Hoger Beroep beoordeelt het besluit waartegen beroep is aangetekend, na het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement te hebben gehoord, uitsluitend op basis van de stand van zaken ten tijde van het nemen van het desbetreffende besluit. 24. De Licentiecommissie voor Hoger Beroep behandelt het dossier binnen een termijn van 10 werkdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het hoger beroep en mits naleving van een oproepingstermijn van minstens drie werkdagen.
Artikel 416
Verhaal bij de Belgische Arbitragecommissie voor de Sport tegen de beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger beroep
1. Principes 11. De beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep is enkel vatbaar voor verhaal bij de Belgische Arbitragecommissie voor de Sport. 12. Het verhaal kan enkel worden aangetekend worden, door: a) b) c)
de betrokken club het bondsparket op verzoek van de Directeur-generaal van de KBVB; een derde belanghebbende club, uitkomende in 1ste, 2de of 3de nationale afdeling;
13. Dit verhaal moet worden ingediend per aangetekend schrijven, gericht aan de secretaris-generaal van het BOIC: -
98
door de club en eventueel andere partijen in beroep: binnen de drie werkdagen na haar betekening (datum poststempel rechtsgeldig zijnde); door diegenen, vermeld onder 12.b en 12.c, indien ze geen partij waren in beroep: binnen de drie werkdagen van de publicatie van de beslissing in Sportleven. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES 14. De scheidslieden dienen te worden aangeduid binnen de acht werkdagen na het verstrijken van de termijn van verhaal. 15. De Belgische Arbitragecommissie herneemt de zaak in zijn geheel zowel in rechten als in feiten en heeft volheid van rechtsmacht. Zij beoordeelt de zaak evenwel met dezelfde beoordelingsbevoegdheid als de Licentiecommissie voor Hoger Beroep , dit wil zeggen uitsluitend op basis van de stand van zaken ten tijde van het nemen van het desbetreffende besluit. 2. Modaliteiten 21. Het recht om verhaal aan te tekenen bestaat derhalve voor de hierboven onder 12.b en 12.c genoemde zonder partij te zijn in beroep. Deze belanghebbende derden hebben ook inzage in het dossier vanaf de uitspraak. 22. Wanneer meerdere partijen verhaal aantekenen tegen een beslissing van de Licentiecommissie voor Hoger Beroep, worden de scheidslieden van de partijen als volgt aangeduid: -
een scheidslid voor de club waarop de licentieaanvraag betrekking heeft; een scheidslid voor al de andere partijen, die hieromtrent afspraken dienen te maken.
Als er geen scheidslid wordt aangeduid of wanneer de partijen niet overeenkomen, zal de aanduiding gebeuren volgens de vigerende regels van het BOIC. 23. De partij die verhaal aantekent dient, op straffe van verval van haar verhaal, op het eerste verzoek en binnen een termijn van drie werkdagen de kosten voor deze arbitrage te betalen. 24. De Belgische Arbitragecommissie behandelt de zaak binnen een termijn van 10 werkdagen te rekenen vanaf de datum dat de scheidslieden werden aangeduid door de partijen en mits naleving van een oproepingstermijn van minimum drie werkdagen. De Licentiemanager (voor de clubs van 1ste nationale afdeling) of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement (voor de clubs uit 2de en 3de nationale) dient verplicht gehoord te worden in deze procedure, zonder evenwel partij te zijn.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
99
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
HOOFDSTUK 4: TOEZICHT OP DE TOEKENNINGSVOORWAARDEN EN DE VERPLICHTINGEN Artikel 421
Controle op de uitvoering van de financiële verplichtingen
1. Tijdens de maanden mei/juni en november/december van elk seizoen, oefent de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement een controle uit op de perfecte uitvoering van de verplichtingen van Art. 406.12.4°. 2. Op basis van een verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement kan de Licentiecommissie elke tekortkoming bestraffen met een verbod aan de in gebreke blijvende club spelers aan te werven die mogelijk zouden kunnen worden opgesteld in de eerste ploeg. 3. Dit verbod geldt voor de duur van het verblijf in 1ste of 2de nationale afdeling. 4. Het verbod kan enkel opgeheven worden door de Licentiecommissie indien de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement de perfecte uitvoering van de verplichtingen bevestigt.
Artikel 422
Toezicht op de toekenningsvoorwaarden Licentiecommissie en het Licentiedepartement
door
de
1. Principes 11. De Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement ziet toe op de naleving van de voorwaarden die de club worden opgelegd bij de toekenning van de licentie en op de uitvoering van de verplichtingen opgenomen in het raam van afbetalings- of herstelplannen overeengekomen met de schuldeisers, bij en met het oog op het bekomen van de licentie. 12. Wanneer blijkt dat de club, waaraan een licentie werd verleend, tijdens het voorgaande seizoen, op basis van de afbetalingsplannen, gedurende meer dan één maand in gebreke is gebleven bij het naleven van haar verplichtingen, mag de Licentiecommissie slechts een nieuwe licentie toekennen welke vergezeld is van nieuwe afbetalingsplannen, ook al betreft het een nieuwe schuldeiser, indien zij vergezeld zijn van een onvoorwaardelijke bankwaarborg. 13. De licentie kan door de Licentiecommissie worden ingetrokken in geval van faillissement of in vereffeningstelling tengevolge van een toestand van staking van betaling en wankelen van krediet. 2. Modaliteiten 21. De Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement oefent de controle uit over de voorwaarden en verplichtingen volgend op de toekenning van de licentie. Zij kunnen op ieder moment bij niet-naleving een rapport overmaken aan de Licentiecommissie. 22. Hiertoe nodigt de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement op verzoek van de Licentiecommissie de betrokken club uit om te verschijnen voor de Licentiecommissie. De Licentiecommissie kan op basis van het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement overgaan tot het intrekken van de licentie Betaald Voetbal, het opleggen van een boete of het opleggen van een verbod tot aanwerving van spelers die mogelijk zouden kunnen opgesteld worden in de eerste ploeg. Dit transferverbod kan pas worden opgeheven door de Licentiecommissie na verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement die de perfecte naleving van de voorwaarden bevestigt. 23. Elke commissie van de KBVB die een klacht ontvangt met betrekking tot een verschuldigd bedrag als bedoeld in Art. 406 van het reglement van de KBVB en voor zover het een club betreft die uitkomt in 1ste, 2de of 3de nationale afdeling, geeft hiervan binnen de vijf werkdagen schriftelijk kennis aan de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement. Elke beslissing, uitgesproken in het kader van een dergelijke procedure, wordt binnen dezelfde termijn medegedeeld aan de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement die de zaak voor nuttig gevolg bij de Licentiecommissie aanhangig kan maken. 100
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES 24. Elke onjuiste verklaring, elke schending, miskenning of niet-uitvoering van de door de Licentiecommissie bepaalde maatregelen in het kader van de toekenning van een licentie, behalve de bepalingen van Art. 423 kan door de Licentiecommissie bestraft worden, na de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement te hebben aanhoord, met: -
ofwel de veroordeling tot het betalen van een boete krachtens Art. 1916; ofwel de intrekking van de licentie voor het seizoen volgend op de vaststelling van de inbreuk; ofwel de veroordeling tot betaling van een boete conform de beschikkingen van Art. 11 van het TREC voor de clubs van 1ste nationale afdeling.
Artikel 423
Toezicht op de toekenningsvoorwaarden betreffende infrastructuur door de Licentiecommissie en Licentiedepartement
de het
1. De Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement ziet toe op de naleving van de voorwaarden betreffende de infrastructuur die de club worden opgelegd bij de toekenning van de licentie. 2. De periode om aan de voorwaarden betreffende infrastructuur te voldoen wordt bepaald tot en met 15 oktober. Na deze datum en bij niet-naleving van de gestelde voorwaarden dient de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement een rapport over te maken aan de Licentiecommissie. Hiertoe nodigt de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement op verzoek van de Licentiecommissie de betrokken club uit om te verschijnen voor de Licentiecommissie. 3. De Licentiecommissie kan op basis van het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement, na het verweer van de club te hebben aanhoord, overgaan tot het opleggen van een boete ten bedrage van de gehele TV-rechten voor clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling en minimum 30% tot maximum 100% van de gehele TV-rechten voor clubs uitkomende in 2de nationale afdeling die aan betrokken club werden of zullen worden betaald voor het seizoen waarop de licentie betrekking heeft. Deze boete komt niet toe aan de KBVB, maar wordt verdeeld onder alle andere clubs van de betrokken liga die wel aan alle voorwaarden betreffende infrastructuur voldoen. 4. Indien echter blijkt dat de club op 31 december nog steeds niet voldoet aan de gestelde voorwaarden betreffende infrastructuur, dient de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement een bijkomend rapport over te maken aan de Licentiecommissie. Hiertoe nodigt de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement op verzoek van de Licentiecommissie de betrokken club om te verschijnen voor de Licentiecommissie. 5. Op basis van het verslag van de Licentiemanager of de bijzondere vertegenwoordiger van het Licentiedepartement kan de Licentiecommissie, na het verweer van de club te hebben gehoord, de club een verbod opleggen om het volgende seizoen een licentie aan te vragen voor die afdeling waarvoor ze op 31 december niet voldeed aan de voorwaarden betreffende infrastructuur.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
101
TITEL 4: DE CLUBLICENTIES
102
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
TITEL 5 DE AANGESLOTENEN HOOFDSTUK 1: HOEDANIGHEID VAN AANGESLOTENE ● VERBINTENISSEN Artikel 501
De aansluiting bij de KBVB
1. Principes 11. Elke natuurlijke persoon kan, vanaf de leeftijd van 5 jaar, aangesloten worden bij de KBVB. De aansluiting van een lid via een club die eveneens tot de VFV behoort houdt automatisch in dat de aangeslotene ook lid wordt van de Voetbalfederatie Vlaanderen (VFV) Een afzonderlijk register van de leden die lid zijn van de VFV zal steeds beschikbaar zijn. 12. Het Uitvoerend Comité beslist soeverein over de aanvaarding of de weigering tot aansluiting. 13. In uitzonderlijke gevallen kan het eveneens een aansluiting regulariseren (Art. 516). 14. Categorieën van aangeslotenen: Art. 503. 15. Leeftijdscategorieën: Art. 1009. 2. Modaliteiten 21. Deze aansluiting kan zijn voor de beoefening van het voetbal en/of de beoefening van het futsal. 22. De aansluiting schept geen contractuele bindingen met de KBVB en eventueel de VFV. Zij is enkel een administratieve identificatieformaliteit. Zij verleent geen stemrecht op de algemene vergadering. 23. De aansluiting van personen van het vrouwelijk geslacht gebeurt onder hun meisjesnaam. 24. Geen schuilnaam wordt toegelaten tenzij met toestemming van het Uitvoerend Comité. 25. Voor de aansluiting van een mindervalide persoon worden geen bijzondere formaliteiten vereist. Nochtans moet de club aan de Directeur-generaal de aard van de handicap van belanghebbende kenbaar maken. 26. Vermoedelijke geboortedatum De buitenlander, die op het ogenblik van zijn aansluiting identiteitsbewijzen voorlegt waarop alleen zijn geboortejaar voorkomt, wordt vermoed op 1 januari van het vermelde jaar geboren te zijn.
Artikel 502
Aanvang en geldigheidsduur van de aansluiting
1. Principes 11. De aansluiting neemt aanvang, zo zij door de bond wordt aanvaard, op de datum van de inzending van het aansluitingsdocument (datum van de poststempel is rechtsgeldig). Wanneer deze poststempel onleesbaar is of ontbreekt, wordt de datum van aankomst op het Algemeen Secretariaat in aanmerking genomen. 12. Het aansluitingsdocument dat door de bond werd geregistreerd, blijft geldig zolang de titularis op de bondsrepertoria voorkomt. 2. Modaliteiten 21. Een club, die toetrad of die haar toetreding aangevraagd heeft vóór 1 september, maar waarvan deze laatste vertraagd werd om redenen onafhankelijk van haar wil, kan, ten einde een ploeg te kunnen opstellen bij de aanvang van het kampioenschap, KBVB • REGLEMENT 2009/2010
103
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN terugwerkende kracht bekomen voor de aansluiting van de kandidaten wier aansluitingsformulier werd verzonden binnen de vijftien kalenderdagen volgend op de toekenning van het stamnummer. 22. Elke nieuwe aansluiting van een persoon die ontslag genomen heeft, gedesaffecteerd of geschrapt werd of niet meer op de bondsrepertoria voorkomt, vereist de ondertekening en de inzending van een nieuw aansluitingsdocument.
Artikel 503
Categorieën van aangeslotenen en hun bondsbijdrage
1. Principes 11. Er bestaan twee categorieën van aangeslotenen: -
toegewezen aangeslotenen: de individuele bondsbijdrage wordt geboekt op de rekening courant van de club van toewijzing: zie Art. 340; niet-toegewezen aangeslotenen: deze betalen persoonlijk een jaarlijkse individuele bondsbijdrage.
12. De aangeslotenen van een geconventioneerde groepering zijn niet rechtstreeks bij de bond aangesloten. Hun aansluiting gebeurt volgens het in de groepering geldend reglement. 2. Modaliteiten 21. Toegewezen aangeslotenen 211. De toegewezen aangeslotenen zijn natuurlijke personen van wie de aansluiting voorgesteld wordt door een effectieve club. 212. De club stelt de aansluiting voor door het indienen van een aansluitingsformulier. Door dit formulier te ondertekenen stemt de ondertekenaar toe met de toewijzing aan deze club. 22. Niet toegewezen aangeslotenen 221. De niet-toegewezen aangeslotenen dienen hun aansluiting persoonlijk te vragen en: -
moet verplichtend gebeuren door de bezoldigde trainer; mag het zijn door een al of niet vergoede trainer, door een geneesheer of iedere zorgenverstrekker die niet wenst te worden toegewezen aan een club; mag individueel worden ingediend door een persoon die aan het bondsleven wenst deel te nemen zonder aan een club te zijn toegewezen.
222. De niet-toegewezen aangeslotenen dienen jaarlijks volgende individuele bondsbijdrage, jaarlijks indexeerbaar (basis = 01.01.2009, zie Art. 152) te betalen: 1° Voor de niet-toegewezen geneesheren, verzorgers, trainers: -
25,90 EUR voor de geneesheren, verzorgers en de al dan niet vergoede trainers; 129,40 EUR voor de bezoldigde trainers.
Deze bijdrage moet betaald worden op het ogenblik van de aansluiting en, de volgende seizoenen uiterlijk op 30 september. Het Uitvoerend Comité kan elke niet-toegewezen aangeslotene, die de door hem verschuldigde taksen en/of bijdragen niet betaalt, ambtshalve desaffiliëren. 2° De andere niet-toegewezen aangeslotenen betalen 25,00 EUR. Voor het lid dat aansluit na 1 januari, is deze bijdrage pas verschuldigd vanaf 1 juli van het daaropvolgende seizoen. Deze bijdrage is opeisbaar en betaalbaar binnen de maand volgend op het verzoek tot betaling. Bij gebrek hiervan wordt na twee maanden van rechtswege de uitoefening van elk bondsmandaat opgeschort. Behoudens regularisatie voor 31 maart van ieder seizoen, wordt het in gebreke zijnde lid in aanleg van schrapping geplaatst en desgevallend geschrapt. 23. Elke toegewezen aangeslotene, die niet-toegewezen aangeslotene wordt, of vice versa, moet een nieuw aansluitingsdocument ondertekenen. 24. De aansluiting bij een geconventioneerde groepering belet noch de gelijktijdige aansluiting bij de bond noch de toewijzing aan een club. 104
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
Artikel 504
Verbintenis van de aangeslotenen
1. Principes 11. Door hun aansluiting, verbinden de aangesloten leden er zich toe het bondsreglement na te leven. 12. Onder voorbehoud van de uitoefening van het reglementair recht van verhaal, verbinden de aangeslotenen zich ertoe de door de bondsinstanties genomen beslissingen na te leven. Zij ontslaan de bond en de leden van de bondsinstanties van elke aansprakelijkheid voor de gevolgen die daar voor hen uit voortvloeien. 13. Doping: zie titel 20 2. Modaliteiten 21. Door hun aansluiting verbinden de aangesloten leden er zich toe: 1° geen daden te stellen die schade kunnen berokkenen aan de bond, zijn clubs of zijn aangeslotenen; 2° geen overtredingen te begaan van de reglementen, geldend voor de door de bond of de geconventioneerde groeperingen georganiseerde of gepatroneerde activiteiten; 3° niet deel te nemen, als speler, als scheidsrechter, of in elke andere hoedanigheid, aan wedstrijden die niet toegelaten zijn door de bond; aan trainingen die buiten de bond of zijn clubs georganiseerd worden, alsook aan conferenties of propaganda-avonden georganiseerd ten bate van een club die tot een niet-erkende bond behoort. 4° zonder toelating van de twee betrokken clubs niet deel te nemen aan oefenstonden van een andere club dan deze waaraan ze zijn toegewezen of voor dewelke ze gekwalificeerd zijn. 22. Zonder afbreuk te doen aan de door de bevoegde bondsinstanties passend geoordeelde sancties, brengt elke inbreuk op de bovenvermelde bepalingen desgevallend de verplichting mee elke toegebrachte morele of materiele schade te vergoeden.
Artikel 505
Publiciteit door de spelers
1. Buiten sportmanifestaties, dient een speler die gebruik wil maken van zijn naam en/of zijn foto(‘s) tot commerciële doeleinden, het akkoord van zijn club te verkrijgen. Dit akkoord betreft enkel de soort, de vorm en de aard van de publiciteit, voor dewelke de rechthebbende speler een vergoeding kan vragen. 2. De publiciteit bij sportmanifestaties mag enkel ten goede komen aan de Bond of aan de club, waaraan de spelers die deze publiciteit mogelijk maken toegewezen zijn.
Artikel 506
Verlies van de hoedanigheid van aangeslotene
De hoedanigheid van aangeslotene gaat verloren door ofwel: -
het ontslag op initiatief van de aangeslotene, zodra dit door de bond geregistreerd is; de desaffectatie op initiatief van de club; het ontslag of de schrapping van de club; de desaffiliatie van rechtswege door het Uitvoerend Comité; het verstrijken van het aan de bond betekende contract tussen club en speler; het ontslag of de schrapping van een niet-toegewezen aangeslotene. de definitieve transfer naar het buitenland; de schrapping van de toegewezen aangeslotene
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
105
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 2: DE AANSLUITING ● REGULARISATIE VAN EEN AANSLUITING Artikel 511
Aansluitingsdocumenten: formaliteiten
1. Principes 11. De aansluitingen gebeuren door middel van speciaal daartoe bestemde documenten die door de bond ter beschikking van de clubs of van de belanghebbenden worden gesteld tegen betaling van een forfaitaire som. 12. Voor de aansluiting van een toegewezen aangeslotene, ondertekent de gerechtigde correspondent het formulier en laat het medeondertekenen door: een houder van het ouderlijk gezag indien de kandidaat minderjarig is; de kandidaat zelf indien deze meerderjarig is. 13. Voor de aansluiting van een niet-toegewezen aangeslotene, en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen met betrekking tot de minderjarige, ondertekent de kandidaat de kaart. 14.. Indien alle reglementaire voorschriften nageleefd werden en de kandidaat beantwoordt aan de vereiste voorwaarden, wordt de aansluiting aanvaard. 2. Modaliteiten 21. Categorieën van aansluitingsdocumenten Er bestaan drie types van aansluitingsdocumenten, elk van een andere kleur of vorm naar gelang het gaat om: -
een toegewezen aangeslotene: wit/rood formulier; een toegewezen aangeslotene na ontslag van de amateur in de periode van 1 april tot en met 30 april: wit/rood formulier met een vermelding van de geldigheidsperiode en die de clubs jaarlijks kunnen aanvragen vanaf 1 januari; een niet-toegewezen aangeslotene: gele aansluitingskaart.
22. Procedure 221. De gerechtigde correspondent van de club, die de aansluiting van een persoon voorstelt, of de kandidaat niet-toegewezen aangeslotene vult het aansluitingsdocument volledig in. De naam en voornaam moeten in drukletters ingevuld worden, zoals vermeld op de identiteitskaart of enig ander officieel document. 222. Voorzien van alle handtekeningen, wordt het aansluitingsdocument per post aan de Directeur-generaal verzonden. 223. De registratie van de aansluiting wordt per brief ter kennis gebracht van de club waaraan de speler wordt toegewezen en aan de aangeslotene en, indien deze laatste op het ogenblik van de ondertekening een minderjarige is, aan de houder van het ouderlijk gezag. 224. In het desbetreffend schrijven wordt door de KBVB melding gemaakt van de rechtspersoonlijkheid van de club, zoals deze door haar is gekend. Bij ontstentenis van rechtspersoonlijkheid of wanneer deze niet door de bond is gekend, wordt vermeld dat de club een feitelijke vereniging (F.V.) is. 23. Bijzonderheden 231. Iedere gelijktijdige aansluiting voetbal en futsal vereist het indienen van twee formulieren "ad hoc", zelfs als de toewijzing een zelfde club betreft. 232. Het verzoek tot aansluiting van de niet-toegewezen aangeslotene, uitgezonderd de trainers, dokters en zorgenverstrekkers, dient op een kaart in de gekozen taalrol van de aanvrager te gebeuren.
106
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
Artikel 512
Aansluitingsdocumenten: eventuele vergissingen bij indiening
1. Het aansluitingsformulier, dat niet behoorlijk ondertekend is of niet alle vereiste gegevens vermeldt, wordt aan de club of aan de kandidaat aangeslotene zonder toewijzing teruggestuurd. Het is slechts geldig indien het, helemaal in orde, opnieuw wordt ingediend. 2. Wanneer de club of de persoon die wil aansluiten het verbeterd formulier terugstuurt binnen de veertien kalenderdagen wordt de aansluiting gevalideerd op de datum van de eerste indiening. Na het verstrijken van deze termijn zal het valideren pas gebeuren op de datum van de wederindiening van het formulier.
Artikel 513
Meerdere ingezonden aansluitingsformulieren voor dezelfde speler
1. Principe Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen met betrekking tot de kwalificatie, kan eenzelfde persoon aan niet meer dan één effectieve club toegewezen worden, behalve enerzijds aan een voetbalclub en anderzijds aan een futsalclub. 2. Modaliteiten Rangorde: Indien de Directeur-generaal: 21. voor eenzelfde persoon twee aansluitingsformulieren ontvangt, uitgaande van twee verschillende clubs, en dit vaststelt vooraleer de aansluiting werd geregistreerd, wordt enkel het eerste regelmatig opgemaakte en verzonden formulier als geldig beschouwd; 22. voor eenzelfde persoon twee aansluitingsformulieren met dezelfde postdatum ontvangt, uitgaande van twee verschillende clubs, worden de beide formulieren geannuleerd; 23. vaststelt dat een persoon voor wie een aansluitingsformulier werd ingediend, reeds aangesloten en toegewezen is aan een andere club, aanvaardt hij deze nieuwe aanvraag niet en wordt enkel de reeds geregistreerde aansluiting als de enig geldige erkend, zelfs indien ze een of andere onjuistheid bevat; 24. op zeker ogenblik vaststelt dat twee aansluitingsformulieren bij vergissing werden aangenomen en de persoon hierdoor aan twee verschillende clubs werd toegewezen, wordt in principe het formulier, dat het eerst werd verzonden, als het enig geldige erkend.
Artikel 514
Aansluiting van staatlozen, buitenlanders of Belgen die uit het buitenland komen of terugkeren, en die nooit waren aangesloten
1. Principes Op straffe van weigering van de aansluiting moeten: 11. Staatlozen, buitenlanders of Belgen die van het buitenland komen of ervan terugkeren en die nooit waren aangesloten de speciale vragenlijst invullen die op het aansluitingsformulier voorkomt. 12. De vaderlandslozen en de buitenlanders die geen onderdaan zijn van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) een attest voorleggen van hun inschrijving in het vreemdelingenregister of in het wachtregister van de politieke vluchtelingen, tenzij hij het officiële statuut van slachtoffer van mensenhandel genieten. 2. Modaliteiten 21. Indien de betrokkene minderjarig is, moet het bewijs geleverd worden dat hij met zijn ouders in België verblijft of op maximum 50 km van een landsgrens woont en de afstand tussen de woonplaats van de speler en zijn ouders enerzijds en de club anderzijds maximum 100 km bedraagt. Een document “samenstelling gezin” is daartoe een geschikt document.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
107
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN 22. Indien de persoon, die wenst aan te sluiten, nooit deel heeft uitgemaakt van een buitenlandse club, volstaan bovenstaande formaliteiten en moet geen internationaal transfercertificaat worden bekomen. 23. Indien de persoon, die wenst aan te sluiten, ooit in het buitenland in het voetbal actief is geweest, moet hij een internationaal transfercertificaat bekomen om gekwalificeerd te zijn (Zie Art. 921).
Artikel 515
Vaststellen van foute gegevens
1. Zodra een aangeslotene een officieel identiteitsbewijs verkrijgt, dient de gerechtigde correspondent van zijn club na te gaan of de vermeldingen die er op voorkomen overeenstemmen met deze op de betekening van de aansluitingsregistratie. 2. Hij moet onmiddellijk de Directeur-generaal op de hoogte brengen van eventuele verschillen door het voorleggen van een attest, afgeleverd door het gemeentebestuur, dat de juiste identiteit van de aangeslotene bevestigt of van een fotokopie van zijn officieel identiteitsbewijs.
Artikel 516
Regularisatie van een aansluiting door het Uitvoerend Comité
1. Principe In uitzonderlijke omstandigheden kan het Uitvoerend Comité een aansluiting regulariseren 2. Modaliteiten 21. Elke aanvraag moet, met redenen omkleed, binnen de veertien kalenderdagen volgend op de kennisname van de vergissing per aangetekend schrijven ingediend worden. 22. Het onderzoek van een aanvraag tot regularisatie geeft aanleiding tot de volgende retributie, te betalen door de aanvrager: -
500,00 EUR wanneer de club uitkomt in 1ste nationale afdeling; 400,00 EUR wanneer de club uitkomt in 2de nationale afdeling; 300,00 EUR wanneer de club uitkomt in 3de nationale afdeling; 200,00 EUR wanneer de club uitkomt in bevorderingen; 100,00 EUR wanneer de club uitkomt in provinciale afdelingen.
Deze retributie wordt op het debet geboekt van de rekening-courant van de vragende club.
Artikel 517
Niet-aangesloten speler: goede trouw van de clubs
1. Principes 11. Een club kan, indien haar goede trouw door het Uitvoerend Comité erkend wordt, de toewijzing te haren gunste verkrijgen van een niet-aangesloten speler die deelgenomen heeft aan minstens drie officiële wedstrijden zonder dat hiertegen klacht ingediend werd. 12. De speler wordt dan beschouwd als toegewezen aan die club, vanaf de achtste kalenderdag, die de datum van de eerste officiële wedstrijd waarin hij opgesteld werd, voorafgaat. 2. Modaliteiten 21. Verbodsbepaling Het voordeel van de goede trouw mag in geen geval verleend worden aan een club: -
die een speler opgesteld heeft die persoonlijk ontslag nam bij de bond, gedesaffecteerd werd, geschrapt werd of uit de KBVB ontslagen werd op het einde van zijn contract;
-
die een speler opgesteld heeft van buitenlandse nationaliteit, die zich niet in de bij Art. 921 vereiste voorwaarden bevond.
108
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN 22. Procedure 221. Elk verzoek van een club om de goede trouw aan te vragen, moet gericht worden aan de Directeur-generaal die het nodige onderzoek instelt. 222. Het is slechts ontvankelijk indien de aanvrager een inschrijvingsrecht van 100,00 EUR gestort heeft en tevens een door de club en de speler geldig ondertekend aansluitingsformulier overgemaakt heeft. Indien de goede trouw wordt aanvaard, wordt het inschrijvingsrecht terugbetaald, zo niet blijft het verworven voor de bond. 223 Wat de goede trouw betreft, is de tussenkomst van de bondsinstanties beperkt tot het onderzoek en het overmaken van een objectief rapport aan het Uitvoerend Comité, dat alleen bevoegd is om een beslissing te nemen. 224. Elk verzoek om aanvaarding van de goede trouw, gesteund op een bedrieglijke daad, wordt bestraft met een boete van 350,00 EUR, zonder afbreuk te doen aan de andere sancties die de toepassing van het bondsreglement kan meebrengen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
109
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 3: UITTREDING UIT DE BOND ● EVENTUELE HERAANSLUITING Artikel 521
Ontslag buiten de periode van 1 april tot en met 30 april ● Eventuele heraansluiting
1. Principes 11. Het ontslag is de handeling waardoor een aangeslotene aan de bond per aangetekend schrijven zijn wil te kennen geeft zijn lidmaatschap te beëindigen. Indien de aangeslotene minderjarig is, volstaat de handtekening van een houder van het ouderlijk gezag. Indien het lid van de KBVB tevens lid is van de VFV, verliest het ook het lidmaatschap van de VFV 12. Het ontslag van een aangeslotene mag op elk tijdstip worden betekend, behalve van 1 tot en met 30 juni. 13. Elk aanvaard ontslag brengt ambtshalve de desaffiliatie mede. 14. De heraansluiting na ontslag is aan bepaalde voorwaarden en speelbeperkingen onderworpen. 15. Elke club die haar belangen geschaad acht door het haar betekende ontslag van een van haar aangeslotenen, heeft de mogelijkheid een actie in te stellen ter vrijwaring van haar belangen. 16. Bijzondere procedure: ontslag van de amateur in de periode van 1 april tot en met 30 april: zie Art. 926 2. Modaliteiten 21. Het ontslag mag één der twee disciplines betreffen wanneer hij gelijktijdig aangesloten is. 22. De Directeur-generaal betekent, per kerende: -
aan de betrokkene, de registratie van het ontslag; aan zijn club van toewijzing en desgevallend aan de club waarvoor hij tijdelijk gekwalificeerd is, de ontvangst van dit ontslag.
23. Het ontslag tijdens een tijdelijke transfer heeft, ongeacht de datum van zijn betekening, slechts uitwerking bij het verstrijken van de tijdelijke transfer. 24. Ontslag van een speler die jonger is dan 35 jaar of houder van een niet-vervallen of niet in gemeen overleg opgezegd contract 241. Deze speler wordt op de bondsrepertoria behouden voor elke transferhandeling op internationaal vlak naar een bond van de FIFA, die de KBVB erkent als enige vertegenwoordiger van het Belgisch voetbal 242. De reaffiliatie is aan dezelfde normen onderworpen als de aansluiting. Zijn heraansluiting wordt enkel aanvaard, mits het akkoord van de club waaraan hij op het ogenblik van zijn ontslag toegewezen was en, in voorkomend geval, van de club waarnaar hij op dat ogenblik tijdelijk getransfereerd was. 243. Wanneer het vereiste schriftelijk akkoord verkregen wordt, kan de heraangeslotene zijn toewijzing aan een andere club bekomen. Na de reglementaire wachttijd mag hij met zijn nieuwe club spelen tijdens het lopende seizoen, behalve in officiële wedstrijden van eerste ploegen 244. De heraangeslotene moet zich schikken naar de bepalingen omtrent de transfers, indien hij later aan een andere club wenst toegewezen te worden. 245. Iedere reaffiliatie na een reglementair ontslag is onderworpen aan een taks van 25,00 EUR.
110
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN 25. Ontslag van de speler ouder dan 35 jaar 251. De eventuele heraansluiting van bovenvermelde speler is niet onderworpen aan een einddatum. In geval van heraansluiting, is hij gekwalificeerd voor zijn nieuwe club na de reglementaire wachttijd. 252. Hij mag evenwel niet met de eerste ploeg spelen in de categorie van officiële wedstrijden waaraan hij met een andere club heeft deelgenomen tijdens het lopende seizoen. 26. Ontslag van de speler, die aangesloten was bij een buitenlandse club en die nog een binding had tegenover zijn vroegere Belgische club (Art. 921.23) 261. Bij heraansluiting in België is de speler gebonden aan de schikkingen van Art. 921. 262. Hij mag niet deelnemen aan de wedstrijden van de eerste ploeg indien de aansluiting in het buitenland plaatsvond na het begin van het seizoen, waarin de terugkeer plaatsvindt, tenzij het een contractspeler betreft van het Betaald Voetbal.
Artikel 522
Desaffectatie ● Eventuele heraansluiting
1. Principes 11. De desaffectatie is de handeling waardoor een effectieve club die wenst af te zien van de diensten van een van haar toegewezen aangeslotenen haar beslissing per aangetekend schrijven aan de bond betekent. Indien het lid van de KBVB tevens lid is van de VFV, verliest het ook het lidmaatschap van de VFV 12. Zij wordt per aangetekend schrijven aan de bond betekend, uitsluitend in de maanden mei en oktober. 13. De heraansluiting is aan mogelijke speelbeperkingen onderworpen. 2. Modaliteiten 21. Indien de desaffectatie de twee disciplines betreft, dienen afzonderlijke desaffectatiebrieven te worden ingezonden. 22. Een speler, die tijdelijk getransfereerd is, kan alleen door de afstanddoende club gedesaffecteerd worden. Welke ook de datum van de betekening weze, de desaffectatie heeft pas uitwerking bij het verstrijken van de tijdelijke transfer. In dit geval kan de speler een nieuwe toewijzing vragen voor een andere club vanaf 1 juni van het seizoen waarin de transfer verstrijkt. 23. Enkel de club van toewijzing kan een speler die deelneemt aan een samenwerkingsverband voor jeugdploegen, desaffecteren. Welke ook de datum van de betekening weze, de desaffectatie heeft, wat de kwalificatie betreft, pas uitwerking op het einde van het lopende seizoen. 24. De desaffectatie van een aangeslotene moet beslist worden bij gewone meerderheid van stemmen van de leden die het bestuursorgaan van de club uitmaken. Zij moet vermeld worden in het register der verslagen van de club. 25. De desaffectatie, zij het individueel of collectief, wordt door de club aan de bond betekend bij aangetekend schrijven opgesteld als volgt: "Ik die onderteken, gerechtigde correspondent van (officiële benaming en stamnummer van de club), bevestig hierbij dat, conform de bepalingen van Art. 522 van het bondsreglement, het bestuursorgaan van de club, regelmatig opgeroepen, in de zitting van .... en statuerend bij gewone meerderheid van stemmen, beslist heeft, de heer (heren) .... (naam en voornaam), geboren op .... en aangesloten sinds .... , te desaffecteren. Deze desaffectatie werd vermeld in het register der verslagen van genoemde zitting. Dit schrijven geldt als betekening aan de bond van de genomen beslissing."
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
111
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN 26. Nieuwe toewijzing 261. Wanneer een desaffectatie per vergissing aan de Directeur-generaal wordt betekend, doet de club de gedesaffecteerde aangeslotene een nieuw aansluitingsformulier ondertekenen indien zij opnieuw van zijn diensten wil gebruik maken. Na de reglementaire wachttijd mag met zijn club spelen zonder beperking wat de kwalificatie betreft. 262. De gedesaffecteerde aangeslotene kan toegewezen worden aan een andere club door het ondertekenen van een nieuw aansluitingsformulier. Na de reglementaire wachttijd mag hij met zijn nieuwe club spelen tijdens het lopende seizoen behalve in kampioenschapswedstrijden en officiële bekerwedstrijden van eerste ploegen. 263. Bijzonderheid: Indien de nieuwe affectatie een speler betreft die ouder is dan 35 jaar, wordt de bovenvermelde beperking enkel toegepast op de categorie van officiële wedstrijden van de eerste ploeg waaraan hij voor een andere club tijdens het lopende seizoen heeft deelgenomen. 264. Vanaf het seizoen dat de desaffectatie volgt, ondergaat de nieuwe toewijzing geen enkele beperking meer. 27. Wanneer de nieuwe toewijzing gebeurt vóór 1 mei van het seizoen waarin de desaffectatie werd uitgevoerd, wordt een taks van 25,00 EUR ingeschreven op het debet van de lopende rekening van de rechtverkrijgende club.
112
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 4: HET STATUUT VAN DE SPELERS ● VERANDERING VAN STATUUT Artikel 526
De mogelijke statuten van een speler
1. Principes 11. Het statuut van een speler bepaalt zijn reglementaire toestand inzake zijn rechten en plichten tegenover de FIFA, de KBVB en de club waaraan hij toegewezen is of waarvoor hij gekwalificeerd is. 12. De spelers hebben het statuut van ofwel: -
amateur: kan toegewezen zijn aan alle clubs niet-amateur: kan toegewezen zijn aan alle clubs profspeler: kan enkel toegewezen zijn aan profclubs
2. Modaliteit Voor de speler, wat ook zijn statuut weze, die training geeft in de club waaraan hij is toegewezen of in een andere club (mits het schriftelijk akkoord van zijn club), wordt de globale bezoldiging die hij in zijn club van toewijzing ontvangt in aanmerking genomen voor het bepalen van zijn statuut als speler.
Artikel 527
De amateur
1. Principes 11. Is amateur, de speler die geen titularis is van een door de bond geboekt contract. 12. Een amateur mag geen bezoldigingen en premies genieten die gelijk of hoger liggen dan de bedragen van toepassing op de niet-amateur. 13. De inbreuken op het statuut van amateur hebben noch het verlies der punten voor de club, noch een schorsing van de speler tot gevolg, doch enkel een boete tussen 1.636,00 EUR. en 3.280,00 EUR Zij wordt aan de club en de speler afzonderlijk, doch niet solidair opgelegd en het bedrag ervan moet niet noodzakelijk hetzelfde zijn voor beide partijen. 2. Modaliteiten 21. De boete mag worden uitgesproken met geheel of gedeeltelijk uitstel gedurende een periode van één tot drie jaar. Bij een nieuwe inbreuk tijdens de proefperiode wordt de met uitstel opgelegde boete effectief en opeisbaar. 22. Met betrekking tot de reglementaire bepalingen inzake transfers, heeft de in overtreding zijnde speler automatisch het statuut van niet-amateur tot het einde van het seizoen waarin de overtreding plaatsvond.
Artikel 528
De niet-amateur
1. Is niet-amateur, de speler gebonden door een contract, conform de bepalingen van dit artikel en dat voldoet aan alle wettelijke en reglementaire voorwaarden. 2. Een contract van niet-amateur kan geldig afgesloten worden voor zover de speler de volle leeftijd van zestien jaar bereikt heeft. 3. Het niet-amateurcontract moet voorzien in: -
een jaarlijkse vaste minimumbezoldiging van 2.000,90 EUR; een premie gelijk aan of hoger dan 160,50 EUR of 59,50 EUR respectievelijk per gewonnen of op een gelijkspel geëindigde wedstrijd in het kampioenschap van de eerste ploeg, waaraan de speler geheel of gedeeltelijk heeft deelgenomen; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
113
TITEL 5: DE AANGESLOTENEN -
een premie gelijk aan of hoger dan 160,50 EUR voor de kwalificatie in wedstrijden voor een Europese competitie, Beker van België of provinciale beker, waaraan de titularis geheel of gedeeltelijk heeft deelgenomen.
Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd (basis = 01.01.2009, zie Art. 152).
Artikel 529
De betaalde sportbeoefenaar
1. Betaalde sportbeoefenaar is hij die zich bij contract ertoe verbindt bij een club en voor deze laatste, zijn sportactiviteit uit te oefenen als beroep, aan alle oproepen die hem door de club gestuurd worden gevolg te geven en alle prestaties te leveren die de club van hem eist. Dit contract moet beantwoorden aan de reglementaire en wettelijke voorwaarden, met inbegrip van de collectieve arbeidsovereenkomsten. 2. Elke speler kan een contract van betaalde sportbeoefenaar afsluiten op voorwaarde dat hij de volle leeftijd van zestien jaar bereikt heeft. 3. Het contract moet voorzien in de minimumbezoldiging, jaarlijks bepaald bij K.B. op voorstel van het Nationaal Paritair Comité voor de Sport
Artikel 531
Verandering van statuut tijdens de tijdelijke transfer
1. Elke tijdelijk getransfereerde speler kan van statuut veranderen zonder het akkoord van de club van herkomst. De wijziging geldt enkel voor de duur van de tijdelijke transfer. 2. Bij zijn terugkeer naar de club van herkomst: -
herkrijgt een amateur van rechtswege deze hoedanigheid; herkrijgt een contractspeler deze hoedanigheid, behalve indien het contract dat hem bond aan de afstanddoende club, verstreken is. In dat geval zijn de bepalingen betreffende de spelers einde contract, op hem toepasselijk.
Artikel 532
Wederkwalificatie tot amateur
De wederkwalificatie tot amateur vindt plaats in geval van aanvraag tot wederkwalificatie, ingediend bij de Directeur-generaal per aangetekend schrijven en ondertekend door alle betrokken partijen.
114
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 6: DE TRAINERS
TITEL 6 DE TRAINERS HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 601
Categorieën van trainers
1. Principe Er zijn twee categorieën van trainers: de bezoldigde trainer; de al dan niet vergoede trainer. 2. Modaliteiten 21. Wordt als bezoldigde trainer beschouwd, hij die zijn functie uitoefent: -
als hoofdberoep; tegen een bezoldiging van minimum 5.953,40 EUR per seizoen, jaarlijks geïndexeerd (basis = 01.01.2009, zie Art. 152).
Hij moet houder zijn van een speciale aansluitingskaart van niet-toegewezen aangeslotene. De eventuele toewijzing aan een effectieve club wordt opgeschort vanaf de registratie van een dergelijke kaart. De bezoldigde trainer is een jaarlijks geïndexeerde bijdrage van 129,40 EUR per seizoen verschuldigd (Art. 503). 22. De al of niet vergoede trainer geeft, zonder te spelen, training als nevenactiviteit ofwel kosteloos ofwel tegen een vergoeding per seizoen, die lager ligt dan het bedrag vermeld hierboven, in zijn club van toewijzing of een andere. De al dan niet vergoede trainer moet een jaarlijks geïndexeerde bijdrage per seizoen verschuldigd van 25,90 EUR (Art. 503). Wanneer hij een niet-toegewezen aangeslotene is, moet hij houder zijn van een speciale aansluitingskaart. Indien deze niet betaald is, wordt hij ambtshalve geschorst in om het even welke hoedanigheid bij de bond. Die schorsing wordt administratief opgeheven na betaling. Deze bijdrage is evenwel niet verschuldigd door de al of niet vergoede trainer die zich uitsluitend met jeugdploegen bezighoudt.
Artikel 602
Beperkingen ● Verandering van hoedanigheid
1. Principes 11. Het is een speler verboden een overeenkomst als trainer aan te gaan, zolang hij nog verplichtingen heeft als speler tegenover een club, behoudens schriftelijke toestemming van deze laatste. 12. Een individueel aangesloten trainer kan zijn wederkwalificatie als speler verkrijgen van het Uitvoerend Comité, mits hij bewijst dat zijn contract beëindigd is. 2. Modaliteit In geval van wederkwalificatie als speler, bepaalt het Uitvoerend Comité de datum waarop de wederkwalificatie ingaat.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
115
TITEL 6: DE TRAINERS
Artikel 603
Jurisdictie
1. Het Sportcomité en de Provinciale Comités zijn bevoegd om de feiten te beoordelen, die ten laste worden gelegd van een trainer, naargelang deze feiten zich voordeden op nationaal of provinciaal vlak. 2. De geschillen die ontstaan uit een trainerscontract worden onderworpen aan arbitrage.
116
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 6: DE TRAINERS
HOOFDSTUK 2: DE OPLEIDING VAN DE TRAINERS Artikel 606
De Federale Trainersschool
1. Principes 11. De cursussen van de Federale Trainersschool welke de KBVB organiseert volgens de door het Uitvoerend Comité bepaalde modaliteiten, leiden naargelang het geval tot het behalen van de volgende attesten: 111. Met betrekking tot de basisopleidingen: Voor de eerste studiecyclus, - het getuigschrift C (initiator) - het getuigschrift B - het diploma UEFA-B Voor de tweede studiecyclus, - het getuigschrift A - het diploma UEFA-A Voor de professionele cyclus, - het diploma UEFA-PRO van proftrainer 112. Met betrekking tot de specifieke opleidingen: Voor de keepertrainers: - het getuigschrift opleider van de jonge doelmannen (niveau I) - het getuigschrift trainer van de senioresdoelmannen in niet-profclubs (niveau II) - het getuigschrift trainer van senioresdoelmannen in profclubs (niveau III) Voor de Technisch Verantwoordelijke Jeugd Opleiding (TVJO): - het getuigschrift TVJO Amateur (niveau I) - het getuigschrift TVO Elite (niveau II) Voor de jeugdtrainers die met de Elite jeugd werken: - het diploma UEFA-A Elite jeugd Voor de FUTSAL trainers: - het getuigschrift initiator FUTSAL - het diploma UEFA-B FUTSAL - het diploma UEFA-A FUTSAL 12. De diploma's zijn attesten die door de UEFA erkend worden en dus geldig zijn in alle lidstaten die de conventie met de UEFA betreffende de trainerskwalificaties ondertekend hebben, terwijl getuigschriften titels zijn die alleen in België erkend worden. 13. Diploma’s behaald in het oude opleidingssysteem, bij de overheid (BLOSO of ADEPS) of in het buitenland kunnen worden gelijkgesteld met de huidige diploma’s of getuigschriften. 2. Modaliteiten 21. Om tot de cursussen van de Federale Trainersschool te worden toegelaten, moet de kandidaat minstens 17 jaar worden in de loop van het kalenderjaar waarin de cursus start. 22. Eerste jaar van de eerste cyclus Om het getuigschrift C te behalen dient de kandidaat 50% te behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. Om toegelaten te worden tot de cursussen voor het behalen van het getuigschrift B dient de kandidaat in het bezit te zijn van het getuigschrift C of een equivalent ervan. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
117
TITEL 6: DE TRAINERS Om het getuigschrift B te behalen dient de kandidaat 50% van het maximum der punten te behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. 23. Tweede jaar van de eerste cyclus Om tot de cursussen van het tweede jaar van de eerste cyclus te worden toegelaten, moet de kandidaat in het bezit zijn van het getuigschrift B of een equivalent ervan. Om het diploma UEFA-B te behalen, dient de kandidaat 50% van het maximum der punten te behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. 24. Eerste jaar van de tweede cyclus De toelating tot het eerste jaar van de tweede cyclus wordt onderworpen aan het behalen van het diploma UEFA-B of een equivalent ervan en aan de voorwaarde om als hoofdtrainer van ten minste een jeugdploeg gedurende een volledig seizoen gewerkt te hebben bij een effectieve club van de KBVB. Om het getuigschrift A te behalen dient de kandidaat 50% van het maximum der punten te behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. 25. Tweede jaar van de tweede cyclus Om tot de cursussen van het tweede jaar van de tweede cyclus te worden toegelaten, moet de kandidaat in het bezit zijn van het getuigschrift A of een equivalent ervan. Om het diploma UEFA-A te behalen, dient de kandidaat 50% van het maximum der punten te behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. 26. Profcyclus Om te worden toegelaten tot de cursussen van de cyclus die leidt tot het behalen van het diploma UEFA-PRO van proftrainer moet de kandidaat: 1° het diploma UEFA-A of het equivalent ervan hebben behaald, 2° toegelaten worden door de toelatingsjury. Hij zal hiervoor een voldoende professionele ervaring, en minstens één jaar als actief trainer moeten kunnen bewijzen. De toelatingsjury neemt haar beslissing aan de hand van het interne reglement, specifiek van toepassing op deze cyclus, 3° blijk geven van een passieve kennis van het Frans en het Engels Om het diploma van proftrainer te behalen, moet de kandidaat 50% van het maximum der punten behalen in iedere module die voorzien is in het programma evenals een gemiddelde van 60% van het maximum der punten voor het geheel van deze modules. 27. Gelijkstelling van diploma's en getuigschriften De diploma's Trainer of Trainer-Coach afgeleverd op het einde van het derde jaar in de vroegere opleidingssystemen van de Federale Trainersschool worden gelijkgesteld aan het UEFA-A diploma. De diploma's Monitor of Adjunct-Trainer afgeleverd op het einde van het tweede jaar in de vroegere opleidingssystemen van de Federale Trainersschool worden gelijkgesteld aan het getuigschrift A. De diploma's Initiator of Jeugdtrainer afgeleverd op het einde van het eerste jaar in de vroegere opleidingssystemen van de Federale Trainersschool worden gelijkgesteld aan het UEFA-B diploma. Het UEFA-B diploma, het UEFA-A diploma en het UEFA-PRO diploma behaald in een buitenlandse trainersschool waarvan de opleiding officieel door de UEFA erkend is, worden gelijkgesteld aan deze van de Federale Trainersschool van België.
118
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 7: DE SPELERSMAKELAARS
TITEL 7 DE SPELERSMAKELAARS Artikel 701
De spelersmakelaars
Zie bijlage 3E
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
119
TITEL 7: DE SPELERSMAKELAARS
120
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
TITEL 8 DE SCHEIDSRECHTERS HOOFDSTUK 1: DE SCHEIDSRECHTER IN DE BOND Artikel 801
Aanvaarding
1. Principe Om in het kader van scheidsrechters aanvaard te worden en behoudens uitzonderingen toegestaan door het Uitvoerend Comité bij de uitwisseling van scheidsrechters tussen de KBVB en andere landen, moet elke kandidaat voldoen aan bepaalde voorwaarden. 2. Modaliteiten 21. Om in het kader van scheidsrechters aanvaard te worden, moet elke mannelijke of vrouwelijke kandidaat: -
15 jaar oud zijn; voor de kandidaat ouder dan 18 jaar, een uittreksel uit zijn strafregister, model 2, voorleggen, waarvan de inhoud aan het oordeel van de Provinciale Scheidsrechterscommissie wordt overgelaten; geslaagd zijn in een door de Provinciale Scheidsrechterscommissie georganiseerd theoretisch examen; aangesloten zijn bij de bond met toewijzing aan een effectieve club.
22. Een scheidsrechter kan zijn activiteit uitoefenen in de beide disciplines voor zover hij beantwoordt aan de aanvaardingsvoorwaarden voor elk hen.
Artikel 802
Categorieën
1. Principe Het kader der scheidsrechters is ingedeeld in negen categorieën: -
de categorieën A, B, C en D, die verder kunnen onderverdeeld worden, vormen de groep van de scheidsrechters van hogere afdelingen. de categorieën E, F, G, H en de stagiairs vormen deze van lagere afdelingen.
2. Modaliteiten 21. Categorie E omvat in elke provincie 54 scheidsrechters om de wedstrijden te leiden van 1ste en 2de provinciale afdeling, alsook bepaalde belangrijke wedstrijden van 3de, 4de, 5de provinciale afdeling en deze van de nationale reserven van 2de en 3de afdeling en van de U16 tot U19. Indien echter in bepaalde provincies dit aantal in verhouding tot het aantal wedstrijden ontoereikend is, kan het Uitvoerend Comité dit aantal verhogen. Deze beslissing wordt genomen op basis van de gegevens die de Centrale Scheidsrechterscommissie op 30 april verstrekt en is van toepassing vanaf het volgende seizoen. 22. Categorie F omvat een voldoende aantal scheidsrechters om de wedstrijden van 3de, 4de en 5de provinciale afdeling en bepaalde belangrijke wedstrijden van de provinciale U21-competitie te leiden. Dit aantal wordt elk seizoen in de maand mei vastgesteld door de bevoegde Provinciale Scheidsrechterscommissie, onder controle van een afgevaardigde van de Centrale Scheidsrechterscommissie. 23. Categorie G omvat de scheidsrechters die niet in de vorige categorieën ondergebracht zijn en die geen stagiair meer zijn.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
121
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS 24. Categorie H omvat de scheidsrechters die speler-amateur en geen stagiair meer zijn. Zij mogen alle wedstrijden leiden, met inbegrip van deze welke aanleiding geven tot klimmen en dalen en bekerwedstrijden van de eerste ploegen, met uitzondering van deze in de reeks waarin de eerste ploeg van hun club van toewijzing uitkomt. Voor de toepassing van de overige reglementsbepalingen inzake spelleiding, worden zij gelijkgesteld met de scheidsrechters van categorie G. De schorsing als speler voor minstens vier effectieve speeldagen van een officiële competitie, wordt ambtshalve uitgebreid tot de functie van scheidsrechter. Een klacht, uitsluitend gesteund op een inbreuk op deze regel, is onontvankelijk. 25. De scheidsrechter wordt in het kader opgenomen als stagiair en krijgt een specifieke begeleiding, zowel wat betreft de gebruikte pedagogische methodes en de onderwezen materies als de regelmaat en het aantal van de evaluaties. De stageperiode wordt in rekening gebracht voor de berekening van het aantal dienstjaren.
Artikel 803
Bevordering ● Rangschikking
1. Principes 11. Na een aangepaste opleiding wordt de stagiair ofwel definitief opgenomen in het kader, ofwel wordt er afgezien van zijn diensten. 12. Bevordering tot een hogere categorie is afhankelijk van het slagen in de proeven, die onder toezicht van de Provinciale Scheidsrechterscommissies ingericht worden voor de overgang naar categorie F, E en D en onder toezicht van de Centrale Scheidsrechterscommissie voor de rangschikking in categorie D en voor de overgang naar de categorieën C, B en A. 2. Modaliteiten 21. Stagiairs 211. Nadat de stagiair werd onderworpen aan een globale evaluatie over zijn toewijding, zijn technische evolutie en de specifieke examens op het terrein, wordt hij ofwel definitief opgenomen in het kader en, naargelang het geval, ondergebracht in de categorieën G of H, ofwel wordt er afgezien van zijn diensten als blijkt dat ondanks alle geleverde inspanningen op het vlak van begeleiding en opleiding, de betrokkene klaarblijkelijk niet over de minimale technische kwaliteiten en persoonlijkheid beschikt om het in de arbitrage waar te maken. 212. Bedoelde beslissing is een administratieve beslissing en niet vatbaar voor hoger beroep. 213. De stagiair wiens definitieve opname in het kader werd geweigerd, heeft het recht te worden gehoord door de Directiecommissie van de betrokken Provinciale Scheidsrechterscommissie mits het indienen van een schriftelijk verzoek binnen de zes werkdagen volgend op de datum van ontvangst van de brief waarmee de beslissing werd betekend. 22. Rangschikking van de scheidsrechters 221. De beslissingen die in verband met de rangschikking worden genomen door de directiecommissies van de Centrale Scheidsrechterscommissie of de Provinciale Scheidsrechterscommissies zijn administratieve beslissingen en zijn niet vatbaar voor hoger beroep. 222. De scheidsrechter die het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing i.v.m. de categorieverlaging heeft evenwel het recht om te worden gehoord door bovenvermelde Directiecommissie mits het indienen van een schriftelijk verzoek binnen de zes werkdagen volgend op de datum van ontvangst van de brief waarmee de beslissing werd betekend.
Artikel 804
Inactiviteit
Wanneer een scheidsrechter gedurende een seizoen inactief blijft en bij de aanvang van het volgend seizoen zijn formulier niet terugstuurt, is de bevoegde instantie niet verplicht hem opnieuw in zijn vroegere categorie op te nemen, als hij zijn activiteit herneemt.
122
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
Artikel 805
Onverenigbaarheden
1. Principe De functie van scheidsrechter is onderworpen aan diverse onverenigbaarheden als speler en/of het vervullen van officiële functies. 2. Modaliteiten Het is de scheidsrechters verboden: 21. als speler deel te nemen: aan kampioenschaps- of bekerwedstrijden, aan vriendschappelijke wedstrijden, op de dag vóór een kampioenschapswedstrijd, die zij moeten leiden. Deze bepalingen gelden niet voor de scheidsrechters van categorie H. 22. om het even welke functie in de neutrale zone uit te oefenen. Mogen echter wel als lid van de medische staf in de neutrale zone aanwezig zijn, de scheidsrechters die het beroep van geneesheer of kinesist uitoefenen. 23. hun club te vertegenwoordigen voor de bondsinstanties, in sportieve en/of disciplinaire aangelegenheden die het voorwerp uitmaken van een scheidsrechtersverslag of bij het onderzoek van een actie aangaande de wedstrijdleiding. Dit verbod geldt niet voor de actieve scheidsrechter die is ingeschreven op het tableau van de Orde der Advocaten en die de bijstand of verdediging waarneemt voor en in de uitoefening van zijn beroep.
Artikel 806
Scheidsrechterskaart
1. Principe De actieve scheidsrechters ontvangen een kaart, die hen vrije toegang verleent voor alle onder toezicht van de bond gespeelde wedstrijden. 2. Modaliteiten 21. De kaart geeft vrije toegang verleent tot de plaatsen, met rangorde onmiddellijk na de hoofdtribune. 22. Voor de wedstrijden, die de bond zelf organiseert, worden de getroffen schikkingen gepubliceerd in de bondsbladen. 23. De scheidsrechterskaart moet ieder seizoen hernieuwd worden. Zij moet - op straffe van schrapping - ingeleverd worden zodra de scheidsrechter zijn functie niet meer mag uitoefenen.
Artikel 807
Publiciteit op de uitrusting van de scheidsrechters
1. Principe Publiciteit op de uitrusting van de scheidsrechters tijdens wedstrijden onder toezicht van de KBVB is toegelaten, naar analogie van de voorschriften uitgevaardigd door de FIFA ter zake en mits voorafgaand toestemming van het Uitvoerend Comité. Het Uitvoerend Comité kan eventuele afwijkingen van deze FIFA-bepalingen goedkeuren. 2. Modaliteit Het embleem van de fabrikant is toegelaten, op voorwaarde dat het op een discrete manier aangebracht is en de oppervlakte niet groter is dan 16 cm².
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
123
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
Artikel 808
Peterschap
1. Principe Actieve (oud-)scheidsrechters kunnen aangeduid worden om een beginnende collega te laten genieten van hun ervaring en hem met raad bij te staan na afloop van zijn prestatie op het speelveld. 2. Modaliteiten 21. Peters worden aangeduid door de provinciale scheidsrechterscommissies in hun eigen kader of in het kader van de centrale scheidsrechterscommissie, mits goedkeuring van deze laatste. 22. Peterschap is onderworpen aan een voorafgaande verplichte opleiding waar de regels van de functie worden onderwezen. 23. In het kader van hun opdracht hebben deze peters toegang tot de kleedkamer van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd die hun werd toevertrouwd, op voorlegging aan de club van een identificatiebewijs onder de vorm van een kaart of een geschreven opdracht. 24. Zij krijgen geen vergoeding maar ontvangen wel hun verplaatsingskosten, ten laste van de begroting van hun provinciale scheidsrechterscommissie. Zij worden gedekt tegen ongevallen.
124
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
HOOFDSTUK 2: DE SCHEIDSRECHTER EN ZIJN WEDSTRIJD Artikel 811
Oproeping ● Onbeschikbaarheid
1. Principes 11. De scheidsrechters worden opgeroepen via elk communicatiemiddel dat de bond geschikt acht. 12. De scheidsrechters moeten minstens eenentwintig kalenderdagen bij voorbaat de data laten kennen waarop zij niet beschikbaar zijn. 2. Modaliteiten 21. De scheidsrechters zijn verplicht hun aanduidingen, oproepingen en berichten te raadplegen via internet. 22. De oproeping vermeldt tevens het aantal blokken dat de scheidsrechter zich dient te verplaatsen. 23. De aanduidingen van de stagiairs, tijdens de duur van hun stageperiode, of andere scheidsrechters die niet beschikken over internet, worden op de meest adequate wijze door de bevoegde provinciale scheidsrechterscommissie medegedeeld. 24. Scheidsrechters die niet tijdig hun onbeschikbaarheid melden, en hiervoor geen overmacht kunnen inroepen, lopen een administratieve maatregel op.
Artikel 812
Scheidsrechtersverslag
1. Principe De scheidsrechters zijn verplicht verslag uit te brengen over al de onregelmatigheden die zij hebben vastgesteld tijdens de wedstrijden die zij hebben geleid. 2. Modaliteiten 21. De scheidsrechters vermelden in hun verslag alle nuttige inlichtingen, o.a.: -
de naam, voornaam en geboortedatum van iedere speler, die werd uitgesloten of die betrokken was bij een onregelmatigheid; in geval van stopzetting van de wedstrijd, het juiste ogenblik waarop de wedstrijd onderbroken werd; iedere inbreuk op de voorschriften inzake ordemaatregelen op het terrein.
22. Het soeverein karakter, eigen aan de beslissing van de scheidsrechter, wordt niet erkend voor feiten die zich buiten het terrein voordeden. 23. Een assistent-scheidsrechter kan zelf alleen klacht indienen of een verslag opstellen, in verband met een aanranding, waarvan hij het slachtoffer was. Voor de andere feiten moet hij er zich toe beperken ze te signaleren aan de scheidsrechter. Deze laatste is de enige officiële getuige en verslaggever van een wedstrijd. 24. De scheidsrechter stuurt het verslag binnen de 24 uur aan de secretaris van het Sportcomité of van het bevoegd Provinciaal Comité.
Artikel 813
Burgerlijke aansprakelijkheid van de scheidsrechters
De aansprakelijkheid van de scheidsrechters blijft beperkt tot de uitoefening van de functies behorend tot deze hoedanigheid, door bij de wedstrijden onder hun leiding te zorgen voor een verloop conform de Spelregels en de officiële onderrichtingen daaromtrent.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
125
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
HOOFDSTUK 3: FINANCIELE BEPALINGEN Artikel 816
Kosten van de scheidsrechter
1. Principe Per prestatie heeft de scheidsrechter recht op: een vergoeding; de terugbetaling van zijn verplaatsingskosten. 2. Modaliteit Het nazicht van de kosten geschiedt, al naargelang het geval, door de Centrale of de Provinciale Scheidsrechterscommissie.
Artikel 817
Vergoeding van de scheidsrechters
1. Principe Per prestatie heeft de scheidsrechter recht op een vergoeding, afhankelijk van zijn categorie. 2. Modaliteiten 21. Vergoeding 211. Basisbedrag -
17,00 EUR voor een stagiair 20,00 EUR voor een scheidsrechter van de categorie G en H 22,00 EUR voor een scheidsrechter van de categorie F 25,00 EUR voor een scheidsrechter van de categorie E 30,00 EUR voor een scheidsrechter van de categorie D 37,50 EUR voor een scheidsrechter van de categorie C 50,00 EUR voor een scheidsrechter van de categorie B 72,50 EUR voor een scheidsrechter van de categorie A
212. Vergoeding voor een scheidsrechter van categorie H De vergoeding van een scheidsrechter behorend tot de categorie H wordt gelijkgesteld met de vergoeding: -
van de scheidsrechter van de categorie E indien hij een wedstrijd van 1ste of 2de provinciale afdeling leidt. van de scheidsrechter van de categorie F indien hij een wedstrijd van 3de, 4de of 5de provinciale afdeling leidt.
213. Tornooiwedstrijden met beperkte speelduur De vergoeding voor elke tornooiwedstrijd waarvan de duur het minimum voorzien in artikel 1303 niet overschrijdt, hetzij de helft van de duur van een normale wedstrijd en op voorwaarde dat de scheidsrechter minstens twee wedstrijden moet leiden in de loop van een tijdspanne van vier uur, wordt vastgesteld op de helft van de vergoeding vastgelegd in punt 211 hierboven. 214. Afgelaste wedstrijd Indien de scheidsrechter de wedstrijd afgelast, ontvangt hij slechts de helft van de vergoeding die hem toekomt. 22. Verrekening 221. De vergoedingen van de scheidsrechters vallen ten laste van de bezochte club. 222. De scheidsrechterskosten van een wedstrijd van de lagere afdelingen, waarvoor de scheidsrechter door de Centrale Scheidsrechterscommissie aangeduid is, moeten gedragen worden door de club, op wier aanvraag die aanduiding is geschied. 223. De club die forfait geeft voor een bepaalde wedstrijd, moet de scheidsrechterskosten dragen als zij niet het nodige heeft gedaan om de verplaatsing van de scheidsrechters te voorkomen.
126
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS 23. Gelegenheidsscheidsrechters 231. De actieve scheidsrechter, die een wedstrijd leidt bij afwezigheid van zijn officieel aangestelde collega, heeft recht op de vaste vergoeding die toegekend wordt aan de categorie waartoe de afwezige scheidsrechter behoort. Indien deze vergoeding hoger ligt dan diegene die toegekend wordt aan zijn eigen categorie, mag hij nochtans enkel de laatstgenoemde opeisen. 232. Indien de actieve scheidsrechter een wedstrijd leidt waarvoor door de bevoegde Provinciale Scheidsrechterscommissie geen scheidsrechter werd aangesteld, heeft hij recht op de vergoeding toegekend aan de laagste categorie. 233. Indien voormelde wedstrijden geleid worden door een persoon die niet de hoedanigheid van actief scheidsrechter bezit, heeft hij geen recht op enige vergoeding. 24. Betaling De vergoedingen moeten vóór de wedstrijd door de bezochte of de organiserende club betaald worden.
Artikel 818
Vergoeding van de assistent-scheidsrechters
1. Principe Per prestatie heeft de assistent-scheidsrechter recht op een vergoeding, afhankelijk van zijn categorie en/of wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Vergoeding 211. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1429 valt de vergoeding van de assistent-scheidsrechters ten laste van de bezochte club. 212. De scheidsrechters die ressorteren onder de Centrale Scheidsrechterscommissie, die als assistent-scheidsrechters optreden, ontvangen dezelfde vergoeding als wanneer zij als scheidsrechter optreden. 213. De scheidsrechters die ressorteren onder een Provinciale Scheidsrechterscommissie en die als assistent-scheidsrechter optreden in een wedstrijd: -
waaraan een eerste ploeg van een club uit bevordering deelneemt, van de nationale eindronden van de jeugdcategorieën, van de reserven van 1ste nationale afdeling,
ontvangen een vergoeding van 25,00 EUR. 214. De scheidsrechters die ressorteren onder een Provinciale Scheidsrechterscommissie en die als assistent-scheidsrechter optreden bij andere wedstrijden, ontvangen een vergoeding van 20,00 EUR. 215. De assistent-scheidsrechter ontvangt een vergoeding van 20,00 EUR, ongeacht de wedstrijd waarin hij optreedt. 22. Betaling assistent-scheidsrechter, gelegenheidsassistent-scheidsrechter, forfaits, afgelaste wedstrijden De regels betreffende de scheidsrechters zijn van toepassing op de assistent-scheidsrechters.
Artikel 819
Verplaatsingskosten
1. Principe Zie Art. 5 2. Modaliteiten 21. De verplaatsingskosten van alle scheidsrechters en deze van de assistent-scheidsrechters ambtshalve aangeduid voor de wedstrijden van de eerste ploegen van nationale afdelingen worden a rato van 90% door de bond aan de clubs terugbetaald. 22. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1429 vallen de verplaatsingskosten van de overige assistentscheidsrechters ten laste van de bezochte club.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
127
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
HOOFDSTUK 4: DE BONDSJURISDICTIE EN DE SCHEIDSRECHTERS Artikel 821
Administratieve maatregelen ● Disciplinaire straffen ● Andere sancties
1. Principes 11. Tegen de scheidsrechter die een lichte tekortkoming begaat kunnen administratieve maatregelen getroffen worden, die tot ontzegging van aanduidingen kunnen gaan. 12. De scheidsrechter die tekort komt aan de rechtstreeks aan zijn functie verbonden verplichtingen, in verband met zijn gedrag, beschikbaarheid, aanduiding of prestatie, kan een disciplinaire straf oplopen. 13. De scheidsrechter die een andere inbreuk pleegt dan hierboven vermeld, moet zich zoals elke andere aangeslotene verantwoorden voor de bondsinstanties. 2. Modaliteiten 21. Administratieve maatregelen 211. De bevoegde instantie houdt rekening met de periode dat er geen enkele scheidsrechter wordt aangeduid en vermeldt dit in haar beslissing. 212. Deze louter administratieve maatregel is niet vatbaar voor verhaal en heeft geen onderbreking van de loopbaan tot gevolg. 22. Disciplinaire straffen 221. De disciplinaire straffen die kunnen uitgesproken jegens een scheidsrechter of assistent-scheidsrechter zijn: -
de aanbeveling; de waarschuwing, de blaam; de schorsing voor beperkte of onbeperkte periode; het tijdelijk of definitief afzien van diensten; het voorstel tot schrapping.
De bevoegde instantie houdt rekening met de periode dat er geen enkele scheidsrechter wordt aangeduid en vermeldt dit in haar beslissing. 222. De straffen die minder bedragen dan schorsingen voor drie wedstrijden brengen geen onderbreking in de loopbaan van die scheidsrechter mee, op voorwaarde dat deze scheidsrechter binnen de twee jaar na de definitieve uitspraak, geen nieuwe straf oploopt. 223. Tegen deze straffen is verhaal mogelijk. 23. Andere sancties 231. Een scheidsrechter die het voorwerp uitmaakt van een dergelijke sanctie (zie punt 13 hierboven), kan door de bevoegde Scheidsrechterscommissie ontslagen worden uit het kader van de actieve scheidsrechters, voor zover de instantie, die in laatste aanleg besliste, dit voorstelt. 232. Tegen deze sanctie is verhaal mogelijk. 24. Verbodsbepalingen Een ontslagen of uit het kader geschrapte scheidsrechter mag de functie van scheidsrechter niet meer waarnemen, zelfs niet occasioneel. Hetzelfde geldt voor degene van wiens diensten de bevoegde Scheidsrechterscommissie heeft afgezien.
128
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
Artikel 822
Rechten van de scheidsrechters ● Verhaal
1. Principes 11. De scheidsrechters moeten zich neerleggen bij de uitspraak van de bevoegde instantie in een zaak, waarin zij verschijnen als getuige of verslaggever over incidenten. 12. De scheidsrechters kunnen beroep aantekenen tegen een beslissing getroffen over hun verzoek tot schadeloosstelling voor geleden schade. 2. Modaliteit De scheidsrechters mogen, mits instemming van het Uitvoerend Comité en op kosten van de bond, de schrijvers van kwetsende persartikelen gerechtelijk vervolgen, indien ze geen eerherstel bekomen hebben.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
129
TITEL 8: DE SCHEIDSRECHTERS
130
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
TITEL 9 DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 901
Soorten transfers of mutaties ● Taks ● Geschillen
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheden van heraansluiting na ontslag, schrapping, afschrijving door de club of einde contract, kan een aangeslotene slechts een verandering van toewijzing of een tijdelijke kwalificatie voor een andere club bekomen door het realiseren van een transfer. 12. We onderscheiden volgende mutatiemogelijkheden: -
nationale transfers: -
de gewone transfer, die tot stand komt met het akkoord van de twee betrokken clubs en de aangeslotene;
-
de administratieve transfer, die tot stand komt met het akkoord van de aangeslotene zonder het akkoord van zijn club, door tussenkomst van de bevoegde bondsinstantie of van rechtswege op grond van de reglementaire bepalingen.
-
internationale transfers;
-
heraansluiting van de amateur die ontslag nam in de periode van 1 tot en met 30 april;
-
heraansluiting van de amateur die ontslag nam buiten de periode van 1 tot en met 30 april;
-
heraansluiting na desaffectatie;
-
heraansluiting van de betaalde sportbeoefenaars en de niet-amateurs vrij van contractuele verbintenis.
13. Op straffe van onontvankelijkheid, dienen de transfers en mutaties binnen welbepaalde periodes plaats te vinden. 14. Op elke transfer wordt een taks geheven van 25,00 EUR ten laste van de rechtverkrijgende club. Deze taks is niet verschuldigd voor een transfer van één seizoen van spelers, jonger dan 16 jaar op 1 januari die voorafgaat. 2. Modaliteiten 21. Duur van de periodes Zie Art. 4 22. Geschillen 221. Wanneer bij een transferverrichting een geschil rijst tussen de betrokken partijen of met een club die als derde tussenkomt, kan de partij die zich benadeeld voelt, een klacht indienen conform het bondsreglement. 222. Deze bepalingen gelden ook ingeval van verhaal van een club tegen haar gerechtigde correspondent, onder meer wegens tekortkomingen in verband met de akkoordverklaring van een club. 223. De geschillen worden beslecht door een scheidsrechterscollege samengesteld in de schoot van de Rechtscommissie of van de Arbitragecommissie voor het Betaald Voetbal. 224. Behalve indien het Uitvoerend Comité een uitzondering toestaat, kan de getroffen beslissing de toewijzing van de speler niet wijzigen. Zij kan enkel een veroordeling van de in gebreke zijnde partij tot schadevergoeding aan de klaagster en het uitspreken van straffen tot gevolg hebben. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
131
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
Artikel 902
Naleving van het reglement
Is nietig en zonder waarde, elk contractueel of eenzijdig beding waarbij een speler zich verbindt t.o.v. zijn club een beperking te aanvaarden van de rechten hem toegekend door het reglement. Dit geldt eveneens wanneer dit beding voor de speler of voor de eventuele rechtverkrijgende club een verzwaring inhoudt van de financiële of andere verplichtingen, voortspruitend uit diezelfde bepalingen.
Artikel 903
Transferverbod
1. Principe De bevoegde instanties kunnen een club een transferverbod opleggen in het kader van de toekenning van de clublicenties. 2. Modaliteiten 21. De club die het voorwerp uitmaakt van deze maatregel, mag geen nieuwe spelers, komende van een Belgische of een buitenlandse club, aanwerven. 22. De documenten, ter zake ingediend, zijn onontvankelijk en worden teruggestuurd naar de club.
132
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 2: DE GEWONE NATIONALE TRANSFERS Artikel 906
Procedure
1. Principes 11. De gewone binnenlandse transfer is de procedure waarbij een toegewezen aangeslotene een verandering van toewijzing of een tijdelijke kwalificatie voor een andere Belgische club bekomt. Deze transfer vereist de toestemming van de club waaraan hij toegewezen is. 12. Elke transfer moet, voorzien van de nodige handtekeningen, aan de bond betekend worden door middel van het daartoe bestemde witte transferformulier. 2. Modaliteiten 21. Ieder transferformulier moet, volledig ingevuld en ondertekend door de betrokken partijen, op straffe van nietigheid aangetekend of per gewone post naar de Directeur-generaal worden verzonden binnen de reglementair bepaalde termijnen, waarbij de poststempel rechtsgeldig is. Indien het een gewone zending betreft, kan enkel de verantwoordelijkheid van de club worden ingeroepen. 22. Het formulier mag nooit onder omslag worden verzonden. 23. Het transferformulier moet door de speler ondertekend zijn indien hij meerderjarig is. 24. Indien de speler minderjarig is, moet het transferformulier ondertekend worden door een houder van het ouderlijk gezag. 25. Bij ontvangst wordt het formulier door de Directeur-generaal nagezien. Indien het in regel is, wordt de transfer geboekt en ontvangt iedere partij een luik van dit formulier. Dit luik maakt het bewijs uit dat de speler aan de rechtverkrijgende club is toegewezen of uitgeleend.
Artikel 907
Aard van de gewone nationale transfer
1. Principes 11. Gewone nationale transfers kunnen afgesloten worden: -
definitief, d.w.z. dat de aangeslotene voor een onbepaalde duur toegewezen wordt aan een andere club;
-
tijdelijk, d.w.z. dat de aangeslotene voor een bepaalde duur gekwalificeerd is voor een andere club maar toegewezen blijft aan zijn club van herkomst. Het is deze toewijzing die voor andere gebeurlijke mutaties bepalend is.
12. Elke gewone nationale transfer kan gepaard gaan met bijzondere voorwaarden, vrij overeengekomen tussen de betrokken clubs, of tussen de club(s) en de speler. 13. De duur van de tijdelijke overgang mag de duur van het contract met de afstanddoende club niet overschrijden. De terugkeer - al dan niet vervroegd - naar de club van herkomst is aan bepaalde modaliteiten onderworpen. 2. Modaliteiten 21. Beslissing inzake transfer Elke beslissing inzake transfer moet genomen worden conform de statuten van de club en ingeschreven worden in haar register der verslagen. Dit verslag moet ondertekend worden door tenminste twee verantwoordelijke bestuursleden en de gerechtigde correspondent. 22. Vrijheid van overeenkomst 221. Elke gewone nationale transfer kan gepaard gaan met bijzondere voorwaarden, vrij overeengekomen tussen de betrokken clubs, onder meer in verband met de modaliteiten van de bedongen vergoeding voor promotie, beroepsvaardigheid en vervanging, evenals de rechten en verplichtingen van de aanwervende club bij het verstrijken van een tijdelijke transfer.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
133
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN 222. De clubs en de spelers kunnen overeenkomsten sluiten met bijzondere bepalingen in verband met het tot stand komen van een toekomstige transfer. Al deze bepalingen moeten het voorwerp uitmaken van een gedateerde en geldig ondertekende overeenkomst. De gerechtigde correspondenten van de betrokken clubs - en in voorkomend geval de speler - moeten er een exemplaar van ontvangen en bewaren. 223. Een overeenkomst mag geen enkele beperking bevatten, betreffende het gebruik van de speler of zijn latere toewijzing aan een club, die geen partij is bij de transfer. 23. Reeds tijdelijk getransfereerde speler Op voorwaarde dat voldaan is aan de andere voorschriften van het bondsreglement, kan een tijdelijk getransfereerde speler van zijn tijdelijke club slechts een andere tijdelijke transfer verkrijgen mits het schriftelijk akkoord van de club van toewijzing. 24. Terugkeer naar de club van herkomst 241. Bij het verstrijken van de tijdelijke transfer keert de speler op 30 juni van rechtswege terug naar zijn club van herkomst. Wat betreft de transfers wordt hij echter geacht terug te zijn gekeerd op 1 juni. In het geval de club van toewijzing van de speler geen deel meer uitmaakt van de bond blijft de speler tot 30 juni aangesloten bij de bond. Hij kan zich opnieuw aansluiten vanaf 1 juni en zijn toewijzing bekomen aan een club van zijn keuze. 242. Wanneer de transfer vóór het verstrijken van de gestelde termijn in gemeenschappelijk overleg tussen de betrokken partijen verbroken wordt, keert de speler onmiddellijk terug naar zijn club van herkomst. Mits inachtneming van de reglementaire wachttijd, mag hij deelnemen aan alle categorieën van wedstrijden waarvoor hij gekwalificeerd is, behalve aan deze van officiële competities van de eerste ploeg. Wanneer het een speler betreft die tijdens de maand januari naar een club van nationale afdelingen terugkeert, is deze beperking niet van toepassing. Het bericht van de voortijdige terugkeer wordt per aangetekende brief gestuurd naar de Directeur-generaal en dient ondertekend te zijn door de speler, indien hij meerderjarig, een houder van het ouderlijk gezag, indien de speler jonger is dan 18 jaar en door de gerechtigde correspondent van de twee betrokken clubs.
Artikel 908
Transferperiodes voor de gewone nationale transfer
In de volgende periodes kunnen gewone nationale transfers afgesloten worden: 1. Zonder speelbeperkingen 1° Van 1 juni tot en met 30 juni: -
alle clubs kunnen spelers aanwerven.
2° Van 1 juni tot en met 31 augustus en van 1 januari tot en met 31 januari: -
de clubs van het Betaald Voetbal werven spelers aan komende van gelijk welke club, op voorwaarde dat de spelers onmiddellijk genieten van het statuut van speler onder contract in de aanwervende club.
-
de clubs van 3de nationale afdeling werven spelers aan komende van een club van het Betaald Voetbal, op voorwaarde dat de spelers het statuut van speler onder contract bezitten in de afstanddoende club en het onmiddellijk verkrijgen in de aanwervende club.
-
de clubs van bevordering werven spelers aan komende van een club van het Betaald Voetbal of komende van een club van 3de nationale afdeling, op voorwaarde dat de spelers het statuut van speler onder contract bezitten in de afstanddoende club en het onmiddellijk verkrijgen in de aanwervende club
2. Zonder speelgerechtigdheid voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg Van 1 juli tot en met 31 december: 134
Alle clubs werven amateurs aan. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
Artikel 909
Regels en verbodsbepalingen transferonderhandelingen
in
verband
met
1. Principes 11. Zijn onderworpen aan welbepaalde regels en/of verbodsbepalingen: 1° 2° 3° 4°
De tussenkomst van natuurlijke- of rechtspersonen, inbegrepen de spelersmakelaars; De tussenkomst van de bestuursleden van de betrokken clubs; Het voeren van transferonderhandelingen met contractspelers; Ter beschikking stellen van spelers aan clubs uit een zelfde kampioenschap
12. Elke transferonderhandeling opgezet om het resultaat van een wedstrijd te vervalsen wordt beschouwd als een daad van competitievervalsing. 2. Modaliteiten 21. De tussenkomst van natuurlijke- of rechtspersonen, inbegrepen de spelersmakelaars 211. Contractuele verbintenissen aangegaan tussen een club of een speler met een derde rechtspersoon of natuurlijke persoon inzake wijziging van toewijzing of transfer zijn slechts tegenstelbaar aan de bond en aan zijn clubs, indien deze door de FIFA en de in België toepasselijke nationale, regionale of communautaire wetgevingen zijn toegelaten. 212. Agenten ● Bemiddelaars Zie bijlage 3E van het Bondsreglement. 22. De tussenkomst van de bestuursleden van de betrokken clubs Het is de verantwoordelijke bestuursleden van een club verboden, op straffe van schrapping, persoonlijke voordelen te vragen of te aanvaarden om hun instemming te geven voor een transfer. 23. Het voeren van transferonderhandelingen met contractspelers 231. Contractspeler van wie het contract niet verstrijkt op het einde van het seizoen Het is aan iedere club verboden, rechtstreeks of via tussenpersoon: -
een transferonderhandeling te voeren met een speler, die nog verbonden is door een bij de bond geboekt niet-amateur- of profcontract met een andere club; een arbeidsovereenkomst (van welke aard ook) aan een speler aan te bieden, wanneer die normaal moet leiden tot de verbreking van de lopende arbeidsovereenkomst.
Dit verbod geldt niet in geval de club-werkgever haar akkoord, schriftelijk en ondertekend door de gerechtigde correspondent, betuigt. In geval van inbreuk op dit verbod met contractbreuk tot gevolg, is de club die de inbreuk pleegde, ertoe gehouden aan de club van herkomst bij wijze van schadevergoeding een som te betalen gelijk aan deze waartoe de speler zelf is gehouden, zonder afbreuk te doen aan het recht van de benadeelde club om een hogere schade te bewijzen en te vorderen. 232. Contractspeler van wie het contract verstrijkt op het einde van het seizoen Het is aan iedere club verboden, rechtstreeks of via een tussenpersoon: -
een transferonderhandeling te voeren met een speler die nog voor meer dan zes maanden verbonden is door zijn lopende overeenkomst, zelfs indien deze niet tot een contractbreuk tussen speler en club van herkomst leiden;
-
een transferonderhandeling te voeren met een speler tijdens de laatste zes maanden van zijn lopende overeenkomst zonder voorafgaandelijk de club-werkgever hiervan schriftelijk te verwittigen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
135
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN Dit verbod geldt niet in geval de club-werkgever haar akkoord, schriftelijk en ondertekend door de gerechtigde correspondent, betuigt. Bij inbreuk op dit verbod kan de club-werkgever een vergoeding vorderen voor de geleden schade aan de club die de inbreuk pleegt. 233. De clubs die transferonderhandelingen voeren worden op onweerlegbare wijze geacht het statuut van de speler, met wie ze onderhandelen, te kennen. Te dien einde kan iedere club bij het Algemeen secretariaat en op eenvoudig verzoek, de bevestiging van het statuut en de duurtijd van het contract bekomen. De te betalen retributie bedraagt 10,00 EUR per inlichting. 24. Ter beschikking stellen van spelers aan clubs uit een zelfde kampioenschap Geen enkele club mag tijdens eenzelfde seizoen meer dan drie spelers ter beschikking stellen van een deelnemer aan eenzelfde kampioenschap en, onder de vorm van een tijdelijke overgang al dan niet gekoppeld aan een volledige of gedeeltelijke afstand van de contractuele rechten en plichten.
Artikel 910
Beperkingen in verband met het aantal transfers
1. Principe Een speler kan, tenzij uitzonderingen voorzien bij huidig reglement, per seizoen slechts één gewone transfer bekomen. 2. Modaliteiten Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheden van: -
de administratieve transfer, de terugkeer uit het buitenland van een contractspeler vóór 31 augustus of in de maand januari,
kan een speler per uitzondering een tweede gewone transfer bekomen in de volgende gevallen: -
uitzonderlijke transfer toegestaan door het Uitvoerend Comité; terugkeer naar de club van herkomst van nationale afdelingen van een contractspeler in de maand januari; gewone transfer tijdens de eerstvolgende transferperiode voor de contractspeler in een club uit de nationale afdelingen, van wie het contract in gemeen overleg verbroken wordt tijdens het eerste seizoen van dit contract. gewone transfer in de periode van 1 juli tot 31 december van de amateurs zonder speelgerechtigheid voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg.
Artikel 911
Inzending van meerdere transferformulieren voor dezelfde speler in dezelfde periode
1. Principes 11. Wanneer een speler een transferformulier heeft ondertekend bij verschillende clubs, worden de transfers volgens een bepaalde rangregeling behandeld. 12. De speler die in de loop van dezelfde transferperiode transferformulieren heeft ondertekend bij meer dan één club wordt bestraft met een boete en een schorsing. 13. Ook de afstanddoende club wordt beboet. 2. Modaliteiten 21. Rangregeling 211. Wanneer het vaststaat dat een transfer vóór de door het reglement bepaalde begindatum ondertekend werd, is het ambtshalve ongeldig;
136
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN 212. wanneer een rangregeling noodzakelijk blijkt, wordt prioriteit verleend aan het eerst ingezonden formulier, waarbij de datum van de poststempel geldt als bewijs; 22. Procedure 221. De niet-rechthebbende club van de transfer wordt door de Directeur-generaal ingelicht dat de betrokken speler (speelster) reeds bij een andere club een transferformulier heeft ondertekend. Kopie van deze informatie wordt naar deze laatste gestuurd. 222. De voorranghebbende club heeft de mogelijkheid deze transfer en de erop betrekking hebbende overeenkomsten te laten vernietigen. Dit dient te gebeuren per aangetekend schrijven aan de Directeur-generaal, binnen de veertien kalenderdagen volgend op de informatie verzonden door de Directeur-generaal. In dat geval keert de betrokken speler terug naar zijn club van oorsprong, zonder mogelijkheid om in dezelfde transferperiode nog een overgang af te sluiten. 23. Boetes en straffen De volgende sancties worden uitgesproken na oproeping voor het Sportcomité of het Provinciaal Comité, al naargelang het geval: -
-
de afstanddoende club en de speler worden afzonderlijk doch niet solidair met een boete van 500,00 EUR tot 1.500,00 EUR bestraft. Deze boete wordt teruggebracht naar 300,00 EUR tot 500,00 EUR voor de speler in geval van niet-kwalificatie om in de eerste ploeg uit te komen; de speler wordt een volledig verbod van deelname aan officiële wedstrijden opgelegd tijdens een periode van minstens drie maand en hoogstens zes maanden.
Zie ook Art. 1770.22
Artikel 912
Onregelmatige transferformulieren
1. Onregelmatig bevonden transferformulieren worden door de bondsdiensten teruggezonden voor regularisatie, op voorwaarde dat ze binnen de opgelegde termijnen werden betekend. Doorhalingen of overschrijvingen zijn verboden. 2. De door de bond voor regularisatie teruggezonden formulieren dienen, op straffe van onontvankelijkheid, aan de Directeurgeneraal te worden teruggezonden onder aangetekende omslag binnen de dertig kalenderdagen vanaf de datum van de poststempel van terugzending naar de club.
Artikel 913
Uitzonderlijk valideren en annuleren van een transfer
1. Principe In uitzonderlijke omstandigheden: -
op aanvraag van betrokkene bij verbreking van het contract van contractspelers bij een tekort aan keepers in het Betaald Voetbal
kan het Uitvoerend Comité een transfer annuleren of valideren 2. Modaliteiten 21. Procedure 211. Elke aanvraag moet ingediend worden in de reglementaire vorm en binnen de bepaalde termijnen. Dergelijke aanvraag is onontvankelijk na 15 maart van het lopende seizoen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
137
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN 212. Het onderzoek van een aanvraag tot toestaan (of annulering) van een transfer wegens bijzondere omstandigheden geeft aanleiding tot de volgende retributie, te betalen door de aanvrager: -
500,00 EUR wanneer de club uitkomt in 1ste nationale afdeling; 400,00 EUR wanneer de club uitkomt in 2de nationale afdeling; 300,00 EUR wanneer de club uitkomt in 3de nationale afdeling; 200,00 EUR wanneer de club uitkomt in bevorderingen; 100,00 EUR wanneer de club uitkomt in provinciale afdelingen.
Deze retributie wordt op het debet geboekt van de rekening-courant van de vragende club. 22. Verbreking van het contract 221. Zonder afbreuk te doen aan de schikkingen van het gemeen recht inzake verbreking van arbeidscontracten, beslist het Uitvoerend Comité, in eerste en laatste aanleg, een contractspeler, waarvan het contract aan de bond betekend werd, tot het einde van het lopende seizoen toe te wijzen aan een andere club, met mogelijkheid aan te treden in officiële wedstrijden van de eerste ploeg, in geval van eenzijdige verbreking van diens contract door de club-werkgever of in geval van verbreking van het contract door de speler wegens zware fout van de club-werkgever. 222. Deze vraag tot toewijzing of transfer dient op straffe van verval te geschieden door de speler en de kandidaat-aanwervende club bij aangetekend schrijven te richten aan de Directeur-generaal ten laatste op 15 maart, ten einde de eventuele toewijzing te kunnen registreren vóór 31 maart. 223. Als zware fout van contractuele aard, waarover de beoordeling aan het Uitvoerend Comité "de plano" wordt toevertrouwd, worden de volgende tekortkomingen beschouwd: -
ontstentenis van betaling gedurende drie opeenvolgende maanden van de bezoldiging; ontstentenis van storting van de bedragen verschuldigd aan het pensioenfonds, dit gedurende twee opeenvolgende trimesters.
224. De beoordeling van de graad van ernst te verlenen aan andere tekortkomingen van contractuele aard behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de jurisdicties van gemeen recht of van de scheidsrechterlijke instantie waaraan de partijen overeengekomen zijn hun geschil voor te leggen. 23. Tekort aan doelverdedigers in een club van het Betaald Voetbal Wanneer een club van het Betaald Voetbal ingevolge overmacht (langdurige ziekte, kwetsuur, enz.) niet meer kan beschikken over een totaal van drie volwaardige doelverdedigers, kan het Uitvoerend Comité een gewone overgang van een doelman valideren.
138
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 3: DE ADMINISTRATIEVE BINNENLANDSE TRANSFERS Artikel 916
Transfer wegens speciale omstandigheden
1. Principes 11. Een speler kan een kosteloze transfer verkrijgen tot het einde van het seizoen wegens speciale omstandigheden. 12. De speler die van deze transfer geniet mag niet opgesteld worden in de officiële wedstrijden van de eerste ploeg, tenzij deze tot stand kwam ingevolge de inactiviteit tijdens het lopende seizoen van de eerste ploeg van de club waarvoor hij gekwalificeerd was, of indien de eerste ploeg door omstandigheden dient deel te nemen aan een reservecompetitie. 2. Modaliteiten 21. Het verzoek tot transfer, ondertekend door de speler, indien hij meerderjarig, een houder van het ouderlijk gezag indien de speler minderjarig is en de rechtverkrijgende club, wordt, op om het even welk ogenblik van het jaar, bij middel van het daartoe bestemde beige formulier, ingediend bij de Directeur-generaal. 22. De club van toewijzing wordt per brief ingelicht over het verzoek tot transfer en kan hiertegen binnen de acht kalenderdagen, die volgen op de betekening, per aangetekende brief gericht aan de Directeur-generaal, schriftelijk verzet aantekenen. Echter, een club die zich in de toestand van schorsing van de sportactiviteit bevindt, kan geen verzet aantekenen tegen een verzoek tot transfer. 23. In geval van verzet, worden de club van toewijzing en de speler verzocht te verschijnen voor het Sportcomité of het Provinciaal Comité, naargelang het geval. 24. Na het verstrijken van de verzetstermijn of ingeval het verzet verworpen werd, wordt de transfer geboekt. De speler is speelgerechtigd zodra de reglementaire wachttijd verstreken is. 25. Deze transfer verstrijkt op de volgende 30 juni.
Artikel 917
Transfer speler ouder dan 35 jaar
1. Principes 11. Zodra een amateur de leeftijd van 35 jaar bereikt heeft, kan hij zonder het akkoord van de club waaraan hij is toegewezen een definitieve transfer bekomen. 12. Hij mag niet spelen in de categorie van officiële wedstrijden van de eerste ploeg waaraan hij met een andere club heeft deelgenomen tijdens het lopende seizoen. 2. Modaliteiten 21. De betrokken aangeslotene stuurt, op gelijk welk tijdstip van het jaar, het speciale blauwe formulier, voorzien van zijn handtekening en die van de gerechtigde correspondent van de club waaraan hij wenst te worden toegewezen, naar de Directeur-generaal. 22. De speler is gekwalificeerd voor zijn nieuwe club na de reglementaire wachttijd.
Artikel 918
Transfer niet-spelend lid
1. Principe De aangeslotenen van om het even welke leeftijd, die zich ertoe verbinden de voetbalsport niet of niet meer te beoefenen als speler, kunnen een kosteloze definitieve transfer bekomen, zonder akkoord van de club aan welke zij zijn toegewezen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
139
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN 2. Modaliteiten 21. De betrokken aangeslotene dient op gelijk welk tijdstip van het jaar bij de Directeur-generaal het speciaal blauw formulier in, voorzien van zijn handtekening en die van de gerechtigde correspondent van de club waaraan hij wenst te worden toegewezen. 22. Zij mogen: -
de voetbalsport niet opnieuw beoefenen; noch als trainer zonder vergoeding fungeren
vóór 1 juli volgend op hun vijfendertigste verjaardag of op het inzenden van het schriftelijk akkoord van de vorige club van toewijzing.
140
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 4: DE INTERNATIONALE TRANSFERS Artikel 921
Transfer van een speler komende uit het buitenland
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan de schikkingen i.v.m. de aansluiting van een speler die nooit voor een buitenlandse club gekwalificeerd was, wordt de transfer van een speler die gekwalificeerd is of was voor een club van een buitenlandse bond geregeld conform de FIFA-reglementering. 12. Om met de eerste ploeg aan competitie- of bekerwedstrijden te mogen deelnemen, moet de transfer van de speler geregistreerd worden in de periode van 15 juni tot 31 augustus en van 1 januari tot 31 januari. 13. De speler, einde contract, mag aan alle officiële wedstrijden van de eerste ploeg deelnemen op voorwaarde dat hij aangesloten is uiterlijk op 15 maart, en hij het statuut van betaalde sportbeoefenaar verkrijgt in een club van hogere afdelingen. 14. Een speler, ouder dan 12 jaar, kan enkel voor een Belgische ploeg worden gekwalificeerd als de KBVB in het bezit werd gesteld van een internationaal transfercertificaat, uitgereikt door de nationale bond die de speler wenst te verlaten. 2. Modaliteiten 21. Procedure 211. De speler, indien hij meerderjarig is, een houder van het ouderlijke gezag, indien de speler minderjarig is, en de gerechtigde correspondent van de club ondertekenen een gewoon aansluitingsformulier (rood-wit) en zenden dit naar de KBVB. Speciale aandacht wordt daarbij besteed aan het correct invullen van de vragenlijst achteraan op het formulier. 212. De vaderlandsloze of de speler die een nationaliteit bezit van een land dat geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.), moet bewijzen dat hij ingeschreven is in het vreemdelingenregister of in het wachtregister van de politieke vluchtelingen, tenzij hij het officiële statuut slachtoffer van mensenhandel geniet. 213. De contractspeler die een nationaliteit bezit van een land dat geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.), moet over een spelerslicentie (Art. 1421) beschikken voor de club die hem wenst op te stellen. 22. Internationaal transfercertificaat 221. Bij ontvangst van het aansluitingsformulier, vraagt de Directeur-generaal het internationaal transfercertificaat aan de buitenlandse bond. 222. Indien het internationaal transfercertificaat niet binnen de door de FIFA vastgelegde termijn, volgend op de aanvraag aan de buitenlandse bond wordt afgeleverd, kan de Directeur-generaal de tussenkomst van de FIFA inroepen.. De bevoegde instantie van de FIFA kan de in gebreke blijvende bond de verplichting opleggen het certificaat af te leveren of ambtshalve een beslissing treffen die dit vervangt en waarvan de geldigheidsduur kan beperkt worden. 223. Indien binnen een termijn van 30 kalenderdagen, te rekenen vanaf het eerste verzoek dat hem werd toegestuurd, de buitenlandse bond geen internationaal transfercertificaat heeft afgeleverd of geen geldige reden heeft opgegeven voor de weigering ervan, mag de KBVB een voorlopig certificaat afleveren aan de betrokken speler. De Directeur-generaal stelt het voorlopig certificaat op en brengt de Belgische club, de buitenlandse bond en de FIFA hiervan op de hoogte. Een jaar nadat dit internationaal transfercertificaat werd afgeleverd, wordt het voorlopig internationaal certificaat definitief. Het wordt onmiddellijk geannuleerd indien ondertussen een antwoord wordt ontvangen van de buitenlandse bond, met opgave van een geldige reden voor de weigering tot aflevering van het certificaat. 224. Een internationaal transfercertificaat is vereist, zelfs indien het een tijdelijke transfer betreft.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
141
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN 23. Terugkeer uit het buitenland 231. Een contractspeler die, krachtens het reglement van de FIFA, de toestemming verkreeg om tijdelijk in het buitenland te spelen, wordt bij zijn terugkeer automatisch opnieuw toegewezen aan zijn club van herkomst met het statuut dat hij bezat bij zijn vertrek. 232. Een aangesloten lid dat definitief naar het buitenland werd getransfereerd, is bij zijn terugkeer onderworpen aan de regels die gelden voor de transfer van spelers van buitenlandse nationaliteit. Bovendien is het akkoord van de vroegere Belgische club vereist, tenzij deze geen rechten meer kan laten gelden. 233. Indien het vertrek naar het buitenland en de terugkeer plaatsvinden in hetzelfde seizoen, is de speler niet speelgerechtigd voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg tenzij het een contractspeler betreft van het Betaald Voetbal. In dat geval zijn, naast de FIFA-reglementen, de bepalingen in verband met de binnenlandse transfers van toepassing. In elk geval blijft de terugkeer van de betrokken speler onderworpen aan het vervullen van de formaliteiten die door het reglement van de FIFA voorgeschreven zijn voor het bekomen van een internationaal transfercertificaat. 24. Regels in verband met de kwalificatie van de speler 241. Deze termijnen zijn als nageleefd aanvaard, indien vóór het verstrijken ervan, het aansluitingsformulier naar de Directeurgeneraal van de KBVB werd verstuurd. Alleen de datum van de poststempel is rechtsgeldig. 242. Voor zover de reglementaire wachttijd werd nageleefd, is de speler slechts gekwalificeerd wanneer de bond: -
het door de buitenlandse nationale bond afgeleverde internationaal transfercertificaat ontvangt, of een vervangende beslissing van de FIFA ontvangt, of een voorlopige transfercertificaat opstelt.
In geval van annulering van bedoeld voorlopig transfercertificaat, houdt de kwalificatie van de speler op te bestaan, vanaf de eerste werkdag na de datum van verzending van de betekening door de Directeur-generaal aan de betrokken club (de datum van de poststempel is rechtsgeldig). 243. Tenzij uitzondering toegestaan door het bondsreglement of door de FIFA, is een speler, die zijn toewijzing buiten de bovenvermelde periodes bekomt aan de Belgische club, speelgerechtigd voor alle wedstrijden behalve voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg. Vanaf het begin van de eerstvolgende toegestane periode vervalt deze laatste beperking.
Artikel 922
Transfer naar het buitenland
1. Principe Voor een speler die gekwalificeerd is of was voor een Belgische club en die voor een club van een buitenlandse bond gekwalificeerd wenst te worden, dient de KBVB een internationaal transfercertificaat af te leveren, conform de FIFAreglementering ter zake. 2. Modaliteiten 21.Bij ontvangst van het verzoek van de buitenlandse bond, vraagt de KBVB het akkoord van de club van toewijzing, die het opstellen van het internationaal transfercertificaat toestaat of weigert. 22. In geval van weigering, dient dit verzet met redenen omkleed te zijn. 23. Indien het een tijdelijke uitlening betreft, moet de schriftelijke overeenkomst ter zake, ondertekend door alle betrokken partijen, worden toegevoegd aan het gegeven akkoord. 24. Een internationaal transfercertificaat is vereist, zelfs indien het een tijdelijke transfer of een terugkeer naar de club van herkomst op het einde van de tijdelijke overgang betreft.
142
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
Artikel 923
Bescherming van minderjarigen bij internationale transfers of stages
1. Principe 11. Een internationale transfer van een speler ouder dan 12 jaar en jonger dan 18 jaar is onderworpen aan voorwaarden betreffende de omkadering van de betrokkene. 12. Stages van spelers komende uit het buitenland zijn eveneens aan voorwaarden onderworpen. 2. Modaliteiten 21. Een internationale transfer van een speler ouder dan 12 jaar en jonger dan 18 jaar wordt slechts toegelaten indien de ouders van de speler verhuisd zijn voor redenen die niet verbonden zijn aan de aansluiting van de speler. 22. Vanaf 16 jaar is de internationale transfer toegelaten indien hij tot stand komt tussen bonden van landen van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.), en op voorwaarde dat de nieuwe club zich garant stelt voor een aangepaste socio-educatieve begeleiding van de speler (zie de schikkingen van de FIFA ter zake). 23. De internationale transfer is eveneens toegelaten wanneer de speler op maximum 50 km van een landsgrens woont en als de club waarbij de speler zich wenst aan te sluiten van een bond in een buurland zich op een maximale afstand van 50 km van de grens bevindt. De afstand tussen de woonplaats van de speler en de club mag dus maximum 100 km bedragen. Bovendien moet de speler bij zijn ouders blijven wonen. Tot 16 jaar moeten beide betrokken bonden uitdrukkelijk hun instemming betuigen met de transfer. 24. De club, die aanvaardt een speler die geen onderdaan is van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) tot een stage toe te laten, dient aan de Bond ter informatie een afschrift van de uitnodigingsbrief te bezorgen en is verplicht zich te schikken naar de wettelijke bepalingen die de aanwezigheid van de betrokkene in België regelen. Indien het initiatief van de uitnodiging uitgaat van de club, is deze verplicht om de nodige maatregelen te treffen voor de onmiddellijke repatriëring van de speler op het einde van de stage of van zodra deze vroegtijdig wordt beëindigd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
143
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 5: ONTSLAG EN HERAANSLUITING VAN DE AMATEUR, ONTSLAG NEMEND IN DE PERIODE VAN 1 TOT EN MET 30 APRIL Artikel 926
Ontslag ● Heraansluiting ● Speelgerechtigdheid
1. Principes 11. De aangeslotene moet zijn ontslag per aangetekend schrijven betekenen aan de Directeur-generaal en aan zijn club van toewijzing in de periode van 1 april tot en met 30 april. Indien de aangeslotene minderjarig is, is de handtekening van een houder van het ouderlijk gezag vereist. Indien het lid van de KBVB tevens lid is van de VFV, verliest het ook het lidmaatschap van de VFV 12. De speler amateur die ontslag nam in de periode van 1 tot en met 30 april kan zich heraansluiten bij de KBVB met toewijzing aan de club van zijn keuze vanaf 2 mei, volgend op zijn ontslag. 13. Om speelgerechtigd te zijn voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg tijdens het seizoen volgend op het ontslag, moet het nieuw aansluitingsformulier ingediend worden (datum van poststempel geldend): -
van 2 mei tot en met 30 juni indien de nieuwe club tot het Amateurvoetbal behoort;
-
van 2 mei tot en met 30 juni of van 1 januari tot en met 31 januari, indien dit een heraansluiting van een speelster betreft.
-
van 2 mei tot en met 31 augustus of van 1 januari tot en met 31 januari, indien de nieuwe club tot het Betaald Voetbal behoort.
14. Indien de aansluiting buiten de bovenvermelde periodes plaatsvindt, is de speler of speelster speelgerechtigd voor alle wedstrijden behalve voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg. Vanaf het begin van de eerstvolgende toegestane periode vervalt deze laatste beperking voor de speelster, de aangeslotene die de leeftijd van 35 bereikt had op het ogenblijk van zijn ontslag en de speler uit het Betaald Voetbal. 2. Modaliteiten 21. Het ontslag heeft uitwerking op 1 juli erop volgend. Tot dan blijft de speler speelgerechtigd voor de club voor dewelke hij gekwalificeerd is op de datum van zijn ontslagname. 22. De wederaansluiting dient te gebeuren met een speciaal aansluitingsformulier, geldig vanaf 2 mei, volgend op het ontslag, tot en met 30 april van het daaropvolgend jaar.
Artikel 927
Speler die in hetzelfde seizoen meerdere aansluitingsformulieren ondertekent
1. Principe De speler die in de loop van hetzelfde seizoen voor meer dan één club een nieuw aansluitingsformulier ondertekent als amateur, wordt bestraft met een boete en een schorsing. 2. Modaliteit De speler die in de loop van hetzelfde seizoen voor meer dan één club een nieuw aansluitingsformulier ondertekent als amateur wordt bestraft, na verschijning voor het Sportcomité of het Provinciaal Comité, naargelang de club van toewijzing respectievelijk in nationale of provinciale afdelingen uitkomt: -
met een boete van 500,00 EUR tot 1.500,00 EUR. Deze boete wordt teruggebracht naar 300,00 EUR tot 500,00 EUR als de speler niet gekwalificeerd is om in eerste ploeg te spelen; met een volledig verbod van deelname tot officiële wedstrijden tijdens een periode van minstens drie en hoogstens zes maanden.
Zie ook Art. 1770.22 144
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
Artikel 928
Opleidingsvergoeding
1. Principes 11. Deze schikking geldt enkel tussen de clubs die behoren tot de Franse of Duitstalige Gemeenschap. 12. Ze gelden eveneens bij een transfer naar een club die behoort tot de Franse of Duitstalige Gemeenschap, na heraansluiting met toewijzing aan een club die behoort tot de Vlaamse Gemeenschap. 13. Wanneer een ontslag bij een club van de Franse of Duitstalige Gemeenschap: -
gevolgd wordt door een toewijzing aan een andere club, behorend tot één van bovengenoemde gemeenschappen, of gevolgd wordt door een transfer van gelijk welke aard, naar een andere club eveneens behorend tot één van bovengenoemde gemeenschappen na toewijzing aan een club die behoort tot de Vlaamse Gemeenschap,
is voor een speler die minder dan 25 jaar oud is vóór 1 januari van het lopende seizoen door de nieuwe club een opleidingsvergoeding verschuldigd aan de club(s) die de speler (speelster) een opleiding gegeven heeft (hebben) tijdens de periode van opleiding. 14. Bij aansluiting in het buitenland en ondertekening van een contract van profvoetballer door een speler die geen 23 jaar oud is op 1 januari die het seizoen voorafgaat, is een opleidingsvergoeding eisbaar conform de voorschriften van de FIFA. 2. Modaliteiten 21. Periode van opleiding De opleiding van een speler neemt een aanvang vanaf zijn aansluiting bij de KBVB op voorwaarde dat ze plaatsvindt vóór 1 januari van het seizoen, en eindigt: -
voor de spelers: op het einde van het seizoen als U21. voor de speelsters: op het einde van het seizoen als U20.
22. Opleidingsvergoeding 221. Spelers De opleidingsvergoeding, jaarlijks indexeerbaar, bedraagt (basis = 01.01.2009, zie Art. 152): 1° 77,70 EUR per seizoen opleiding van de speler als U6 tot en met U11; 2° 160,50 EUR per seizoen opleiding van de speler als U12 tot en met U17; 3° 315,80 EUR per seizoen opleiding van de speler als U18 tot en met U21. 222. Speelsters De opleidingsvergoeding, jaarlijks indexeerbaar, bedraagt (basis = 01.01.2009, zie Art. 152): 1° 57,00 EUR per seizoen opleiding van de speelster als U6 tot en met U11; 2° 124,20 EUR per seizoen opleiding van de speelster als U12 tot en met U17; 3° 238,10 EUR per seizoen opleiding van de speelster als U18 tot en met U20. 223. Deze opleidingsvergoeding wordt berekend naar rato van het aantal seizoenen opleiding doorgebracht in de club(s) waarin de speler (speelster) een opleiding genoot, desgevallend sinds de betaling van de voorgaande opleiding. 224. Geen enkele opleidingsvergoeding is nog verschuldigd indien de totaliteit ervan betaald werd. 225. Een club heeft geen recht op een opleidingsvergoeding voor een speler die zij gedesaffecteerd heeft. 226. De bond belast zich met de boekhoudkundige verrichtingen via de rekening-courant van de betrokken clubs. De administratiekosten zijn ten laste van de ontslagnemer. 23. Aansluiting in het buitenland De opleidingsvergoeding die bekomen wordt na een aansluiting in het buitenland, wordt naar rato van het aantal seizoenen opleiding verdeeld onder alle clubs die aan de speler een opleiding hebben gegeven tussen 12 en 21 jaar. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
145
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 6: ONTSLAG EN HERAANSLUITING VAN DE AMATEUR ONTSLAG NEMEND BUITEN DE PERIODE VAN 1 TOT EN MET 30 APRIL Artikel 931
Ontslag en heraansluiting van de amateur ontslag nemend buiten de periode van 1 tot en met 30 april
Zie Art. 521
146
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 7: HERAANSLUITING VAN EEN SPELER NA AFSCHRIJVING DOOR DE CLUB Artikel 936
Heraansluiting van een speler na afschrijving door de club
Zie Art. 522
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
147
TITEL 9: DE MUTATIES VAN SPELERS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 8: HERAANSLUITING VAN DE BETAALDE SPORTBEOEFENAARS EN DE NIET-AMATEURS VRIJ VAN CONTRACTUELE VERBINTENIS Artikel 941
Heraansluiting van de betaalde sportbeoefenaars en de nietamateurs vrij van contractuele verbintenis
1. Principes 11. Op nationaal vlak, en op voorwaarde dat de nieuwe aansluiting tegen uiterlijk 15 maart plaatsvindt, is de speler speelgerechtigd voor alle wedstrijden. 12. Op provinciaal vlak, en op voorwaarde dat de nieuwe aansluiting tegen uiterlijk 31 augustus of in de loop van de periode van 1 januari tot en met 31 januari plaatsvindt, is de speler speelgerechtigd voor alle wedstrijden. 13. Bij heraansluiting op internationaal vlak, is de kwalificatie van de speler afhankelijk van de reglementen van de buitenlandse bond waar hij aansluit. 2. Modaliteiten 21. Zijn spelers vrij van contractuele verbintenis: 211. Speler op het einde van het contract De speler waarvan het contract verstrijkt of in gemeen overleg wordt verbroken mag tot en met 30 juni een nieuw contract afsluiten met de club die zijn werkgever was. Bij ontstentenis van ondertekening van een nieuw contract uiterlijk op 30 juni, wordt de speler van rechtswege ontslagen uit de KBVB vanaf 1 juli en is hij vrij zich aan te sluiten bij een Belgische of buitenlandse club. 212. Speler waarvan het contract eenzijdig wordt verbroken -
door de speler wegens zware fout in hoofde van de club-werkgever of door de club zonder zware fout in hoofde van de speler
Zie ook Art. 913.22 22. Indien de aansluiting plaatsvindt buiten de bovenvermelde periodes, is de speler speelgerechtigd voor alle wedstrijden, behalve voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg. 23. Vanaf het begin van de eerstvolgende toegestane mutatieperiode vervalt deze laatste beperking.
148
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
TITEL 10 DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS HOOFDSTUK 1: DEFINITIE ● SANCTIES Artikel 1001
Definitie ● Sancties
1. Principes 11. De kwalificatie van een speler hangt af van een geheel van reglementaire voorwaarden die hem toelaten deel te nemen aan alle of bepaalde categorieën van wedstrijden. 12. Een club, die in een officiële wedstrijd een niet regelmatig voor die wedstrijd gekwalificeerde speler opstelt, wordt door de bevoegde bondsinstantie bestraft (zie Art. 1026). 2. Modaliteiten 21. Het geheel van reglementaire voorwaarden is onderverdeeld in: -
basisvoorwaarden (Art. 1006 tot 1010); specifieke voorwaarden: regels betreffende beperkingen voor deelname aan wedstrijden bij heraansluiting of transfer (Art. 1016); regels betreffende klasseverlaging (Art. 1017 tot 1019); deelneming aan wedstrijden die buiten hun normale competitiedag gespeeld worden (Art. 1020); - diverse verbodsbepalingen en verplichtingen (Art. 1021 en 1422).
22. Voetbal en futsal zijn, wat de kwalificatie betreft, verschillende disciplines en beïnvloeden mekaar niet tenzij uitbreiding van schorsing.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
149
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
HOOFDSTUK 2: BASISVOORWAARDEN Artikel 1006
Basisvoorwaarden
1. Principe Aan de kwalificatie van een speler zijn de volgende basisvoorwaarden verbonden: -
de aansluiting bij de bond met toewijzing of tijdelijke uitlening aan een club (Art. 1007); het naleven van een wachttijd (Art. 1008); de leeftijd van de spelers (Art.1009); niet door de KBVB of de FIFA disciplinair geschorst zijn (Art. 1010); het voorleggen van een door de KBVB erkend identiteitsbewijs (Art. 1421); niet gespeeld hebben in officiële wedstrijden van de eerste ploeg (kampioenschap en beker) in hetzelfde seizoen met een andere effectieve club, tenzij andersluidende bepaling.
2. Modaliteit Op voorwaarde dat de transfer of toewijzing uiterlijk op 15 maart plaatsvindt, mag een speler in de loop van eenzelfde seizoen voor meer dan één effectieve club uitkomen in officiële wedstrijden van de eerste ploeg in de volgende gevallen: -
in geval van annulering van een dubbele aansluiting door de Directeur-generaal (Art. 513); in geval van het uitzonderlijk valideren van een transfer door het Uitvoerend Comité (Art. 913); in geval van een gewone binnenlandse transfer binnen de perken van Art. 908.1.2°; in geval van heraansluiting van betaalde sportbeoefenaars en niet-amateurs op het einde of bij verbreking van het contract (Art. 941); in geval van annulering van een transfer of een aansluiting bij ontslag (Art.321.25) van een club; In geval van een vervroegde terugkeer bij verbreking in gemeenschappelijk overleg van een tijdelijke transfer, wanneer het een (contract)speler betreft die tijdens de maand januari naar een club van nationale afdelingen terugkeert (Art. 907.242); in geval van een transfer die tot stand kwam ingevolge de inactiviteit van de eerste ploeg van de club waarvoor hij gekwalificeerd was (Art. 916.12); in geval van een administratieve transfer aanvaard wegens de toestand van schorsing van de sportactiviteit van een club (Art. 1921).
Artikel 1007
Aansluiting bij de KBVB
1. Principe Om te mogen deelnemen aan officiële of vriendschappelijke wedstrijden van een club, moet de speler aan haar toegewezen zijn of tijdelijk, bij middel van een transfer, uitgeleend zijn. 2. Modaliteiten 21. Uitzondering: samenwerkingsverband voor jeugdploegen: zie Art. 327. 22. Aan vriendschappelijke wedstrijden van een andere club, mag een speler eveneens deelnemen indien hij het akkoord bezit van de club waaraan hij toegewezen of tijdelijk uitgeleend is. 23. Een individueel aangeslotene mag alleen aan vriendschappelijke wedstrijden deelnemen.
Artikel 1008
De wachttijd
1. Principe Om te mogen deelnemen aan officiële wedstrijden, gespeeld onder de bevoegdheid van de KBVB, moet de reglementaire wachttijd van zes kalenderdagen verstreken zijn. Deze wachttijd neemt een aanvang de eerste kalenderdag volgend op het ingaan van de aansluiting of de transfer 150
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 2. Modaliteiten 21. Ongeacht de manier van zijn toewijzing aan of tijdelijke transfer naar een club, moet elke speler het einde van een termijn van zes kalenderdagen afwachten vooraleer hij mag deelnemen aan een officiële wedstrijd. Voorbeeld: aansluiting aanvaard op 1 maart, speler speelgerechtigd op 8 maart. 22. Deze wachttijd is niet van toepassing voor deelname aan vriendschappelijke wedstrijden.
Artikel 1009
De leeftijd van de spelers
1. Principes 11. De leeftijdscategorieën voor de jeugdploegen worden bepaald volgens een internationale indeling (Ux) 12. Om te mogen deelnemen aan officiële jeugdwedstrijden, gespeeld onder de bevoegdheid van de KBVB, moeten de spelers voldoen aan bepaalde leeftijdsvoorwaarden waarvan er enkel een maximumleeftijd wordt gepreciseerd. 13. Voor de deelname aan wedstrijden van de seniores daarentegen, gelden er wel minimumleeftijden. 2. Modaliteiten 21. Indeling Alle spelers en speelsters van de KBVB behoren tot een leeftijdscategorie, als volgt bepaald:: Is U x: de speler of speelster die voor 1 januari die het seizoen voorafgaat geen (x-1) jaar oud is 211. Herencategorieën -
seniores: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, 20 jaar oud zijn;
-
jeugdspelers: -
U21: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 20 jaar oud zijn; U20: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 19 jaar oud zijn; U19: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 18 jaar oud zijn; U18: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 17 jaar oud zijn; U17: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 16 jaar oud zijn; U16: de spelers die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 15 jaar oud zijn;
212. Damescategorieën -
seniores: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, 19 jaar oud zijn;
-
jeugdspeelsters: -
U20: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 19 jaar oud zijn; U19: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 18 jaar oud zijn; U18: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 17 jaar oud zijn; U17: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 16 jaar oud zijn; U16: de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 15 jaar oud zijn;
213. Gemengde categorieën -
U15: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 14 jaar oud zijn; U14: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 13 jaar oud zijn; U13: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 12 jaar oud zijn; U12: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 11 jaar oud zijn; U11: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 10 jaar oud zijn; U10: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 9 jaar oud zijn; U9: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 8 jaar oud zijn; U8: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 7 jaar oud zijn; U7: de spelers of speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 6 jaar oud zijn; U6: de spelers of speelsters die na 1 januari, die het seizoen voorafgaat, 5 jaar geworden zijn. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
151
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 22. Minimale leeftijdsvoorwaarden voor deelname aan wedstrijden voor seniores 221. Heren De spelers die, op de dag van de wedstrijd: -
16 jaar oud zijn, mogen deelnemen aan de wedstrijden voor seniores; 15 jaar oud zijn, mogen deelnemen aan futsalwedstrijden voor seniores;
222. Dames De speelsters die de dag van de wedstrijd: -
15 jaar oud zijn mogen deelnemen aan de wedstrijden voor seniores in nationale afdelingen; 14 jaar oud zijn mogen deelnemen aan de wedstrijden voor seniores in provinciale afdelingen;
23. Afwijkingen in de maximumleeftijd voor de speelsters in de gemengde categorieën -
de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 15 jaar oud zijn (U16), mogen deelnemen aan wedstrijden van U15 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 14 jaar oud zijn (U15), mogen deelnemen aan wedstrijden van U14 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 13 jaar oud zijn (U14), mogen deelnemen aan wedstrijden van U13 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 12 jaar oud zijn (U13), mogen deelnemen aan wedstrijden van U12 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 11 jaar oud zijn (U12), mogen deelnemen aan wedstrijden van U11 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 10 jaar oud zijn (U11), mogen deelnemen aan wedstrijden van U10 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 9 jaar oud zijn (U10), mogen deelnemen aan wedstrijden van U9 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 8 jaar oud zijn (U9), mogen deelnemen aan wedstrijden van U8 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 7 jaar oud zijn (U8), mogen deelnemen aan wedstrijden van U7 de speelsters die vóór 1 januari, die het seizoen voorafgaat, geen 6 jaar oud zijn (U7), mogen deelnemen aan wedstrijden van U6
-
24. Samenvattende tabellen, geldig voor het seizoen 2009-2010 241. Herencategorieën - Gemengde categorieën (*) Leeftijdscategorie Geen … jaar vóór 1 januari Geboren Opmerking die het seizoen voorafgaat in U6 * 5 jaar 2004 Moeten 5 jaar oud zijn Speelsters U7 mogen spelen met U6 * U7 * 6 jaar 2003 Speelsters U8 mogen spelen met U7 * U8 * 7 jaar 2002 Speelsters U9 mogen spelen met U8 * U9 * 8 jaar 2001 Speelsters U10 mogen spelen met U9 * U10 * 9 jaar 2000 Speelsters U11 mogen spelen met U10 * U11 * 10 jaar 1999 Speelsters U12 mogen spelen met U11 * U12 * 11 jaar 1998 Speelsters U13 mogen spelen met U12 * U13 * 12 jaar 1997 Speelsters U14 mogen spelen met U13 * U14 * 13 jaar 1996 Speelsters U15 mogen spelen met U14 * U15 * 14 jaar 1995 Speelsters U16 mogen spelen met U15 * U16 15 jaar 1994 Mogen spelen met seniores futsal indien 15 jaar oud U17 16 jaar 1993 Mogen spelen met seniores voetbal indien 16 jaar oud U18 17 jaar 1992 Mogen spelen met seniores U19 18 jaar 1991 Mogen spelen met seniores U20 19 jaar 1990 Mogen spelen met seniores U21 20 jaar 1989 Mogen spelen met seniores Seniores 1988 152
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 242. Damescategorieën Geen ... jaar vóór 1 januari Geboren in Leeftijdscategorie die het seizoen voorafgaat U9 U10 U11 U12 U13 U14
8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar
2001 2000 1999 1998 1997 1996
U15 U16 U17 U18 U19 U20 Seniores
14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar 19 jaar
1995 1994 1993 1992 1991 1990 1989
Opmerking Moeten 8 jaar oud zijn
Mogen spelen met provinciale seniores indien 14 jaar oud Mogen spelen met provinciale seniores indien 14 jaar oud Mogen spelen met nationale seniores indien 15 jaar oud Mogen spelen met nationale seniores indien 15 jaar oud
25. Medische reden 251. Het Uitvoerend Comité kan een speler om een medische reden toestaan in een andere dan de reglementaire categorie te spelen. Hiertoe moet de betrokkene een aanvraag indienen bij de Directeur-generaal op het daartoe bestemde formulier. 252. De speler die van deze afwijking geniet, verliest ze op definitieve wijze vanaf het moment dat hij ingeschreven wordt op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van zijn eigen leeftijdscategorie en is hierdoor niet meer gekwalificeerd in de afwijkende categorie.
Artikel 1010
Schorsing
1. Principe Om te mogen deelnemen aan officiële en/of vriendschappelijke wedstrijden, gespeeld onder de bevoegdheid van de KBVB, mogen de spelers en speelsters niet door de KBVB of de FIFA disciplinair geschorst zijn (titels 18, 19 en 20). 2. Modaliteit De schorsing kan slaan op alle of bepaalde categorieën van wedstrijden, afhankelijk van de opgelopen sanctie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
153
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
HOOFDSTUK 3: SPECIFIEKE VOORWAARDEN Artikel 1016
Specifieke voorwaarden bij heraansluiting of transfer
1. Principes Een speler die, na een desaffiliatie (persoonlijk ontslag, desaffectatie door de club of speler einde contract) opnieuw aansluit, of een speler die een transfer bekomt, kan onderworpen zijn aan een beperking voor deelname aan de officiële wedstrijden van de eerste ploeg. 2. Modaliteiten Een speler is in bepaalde gevallen niet gekwalificeerd voor de officiële wedstrijden van de eerste ploeg. 21. bij niet-naleving van de reglementaire periode voor heraansluiting na desaffiliatie (persoonlijk ontslag, desaffectatie of speler einde contract): 211. heraansluiting na persoonlijk ontslag van de amateur in de periode van 1 april tot en met 30 april: zie Art. 926 212. heraansluiting na persoonlijk ontslag van de amateur buiten de periode van 1 tot en met 30 april: zie Art. 521 213. heraansluiting na desaffectatie door de club: zie Art. 522 214. heraansluiting na desaffiliatie bij het einde contract van niet-amateur of betaalde sportbeoefenaar: zie Art. 941 22. bij niet-naleving van de reglementaire periode voor de gewone transfer in binnenland: zie Art. 908 23. bij niet-naleving van de reglementaire periodes voor de transfer uit het buitenland: zie Art. 921 24. bij gebruik van de administratieve transfer wegens speciale omstandigheden: zie Art. 916 25. bij gebruik van de administratieve transfer van niet-spelende leden: zie Art. 918 26. bij gebruik van de administratieve transfer van de speler ouder dan 35 jaar: zie Art. 917 27. bij terugkeer naar de club van herkomst vóór het verstrijken van de tijdelijke transfer: zie Art. 907
Artikel 1017
Specifieke voorwaarden voor de eerste herenploegen
1. Bij deelname aan de wedstrijden van de eerste herenploeg B Een club mag op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van de eerste herenploeg B maximum drie spelers inschrijven die op het blad stonden van één der laatste vier officiële wedstrijden van haar eerste herenploeg A. 2. Aantal in België opgeleide spelers op het wedstrijdblad van de officiële competities van de eerste ploegen voor clubs van het Betaald Voetbal zie Art. 1422.21
Artikel 1018
Specifieke voorwaarden voor deelname aan wedstrijden van jeugdploegen en reserven: klasseverlaging
1. Principes 11. Een speler is slechts gekwalificeerd voor de officiële wedstrijden van een jeugdploeg en reserveploeg indien hij voldoet aan de algemene regels en de reglementering inzake klasseverlaging. 154
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 12. Worden als basisspelers van een ploeg beschouwd, de spelers die ingeschreven waren op het wedstrijdblad van één van de laatste vier door deze ploeg gespeelde officiële wedstrijden. 2. Modaliteiten 21. Basisspelers van de eerste ploeg De basisspeler van een eerste ploeg mag zonder enige beperking ingeschreven worden op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van de reserve-, juniors-, UEFA-juniors- en scholierenploeg (U17 tot U21). 22. Provinciale jeugdploeg Een club mag op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van haar provinciale jeugdploegen, maximum drie basisspelers van een nationale jeugdploeg inschrijven. 23. Gewestelijke jeugdploeg Een club mag op het wedstrijdblad van een wedstrijd van haar gewestelijke jeugdploegen in totaal maximum drie basisspelers inschrijven, ofwel van de nationale jeugdploeg, ofwel van de provinciale jeugdploeg, ofwel van beide ploegen samen.
Artikel 1019
Specifieke voorwaarden voor deelname aan wedstrijden van damesploegen: klasseverlaging
1. Principes 11. Een speelster is slechts gekwalificeerd voor de officiële wedstrijden van een damesploeg indien zij voldoet aan de algemene regels en de reglementering inzake klasseverlaging. 12. Inzake klasseverlaging onderscheidt men volgende gevallen: -
basisspeelster van een eerste ploeg die deelneemt aan jeugdwedstrijden; klasseverlaging tussen A- en B-ploegen, of tussen B-ploegen onderling, in competitiewedstrijden; klasseverlaging in de interprovinciale eindronde; klasseverlaging in wedstrijden van de Beker van België.
2. Modaliteiten 21. Basisspeelster van een eerste ploeg die deelneemt aan jeugdwedstrijden 211. Worden als basisspeelsters van een eerste ploeg beschouwd, de speelsters die ingeschreven waren op het wedstrijdblad van één van de laatste vier door deze ploeg gespeelde officiële wedstrijden. 212. De basisspeelster van een eerste ploeg mag zonder enige beperking ingeschreven worden op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd van de jeugdcategorieën waarvoor zij gekwalificeerd is. 22. Klasseverlaging tussen A- en B-ploegen, of tussen B-ploegen onderling, in competitiewedstrijden 221. Het verbod tot klasseverlaging betekent dat maximum 3 speelsters die bij de vorige speeldag aan de officiële kampioenschapswedstrijd van de A-ploeg effectief hebben deelgenomen, mogen deelnemen aan een kampioenschapswedstrijd van de B-ploeg. Bovendien mag slechts één van deze speelsters tijdens die wedstrijd van de A-ploeg meer dan één speelhelft gespeeld hebben. 222. Wanneer een A-ploeg eveneens een B-ploeg in hogere afdeling heeft, betekent het verbod tot klasseverlaging dat er maximum 4 speelsters die bij de vorige speeldag aan de officiële kampioenschapswedstrijd van de A-ploeg of van de B-ploeg in hogere afdeling effectief hebben deelgenomen, mogen deelnemen aan een kampioenschapswedstrijd van een B-ploeg in lagere afdelingen. Bovendien mag slechts één van deze speelsters tijdens die wedstrijd van de A-ploeg of van de B-ploeg in hogere afdeling meer dan één speelhelft gespeeld hebben. 223. Daartoe legt de club van een B-ploeg voor aanvang van de wedstrijd een kopie van het wedstrijdblad van de laatste officiële kampioenschapswedstrijd op hun vorige speeldag van zijn A-ploeg en zijn eventuele B-ploeg in hogere afdelingen voor aan de afgevaardigde van de tegenstrever en de scheidsrechter. Bij het niet-naleven van deze verplichting, kan de afgevaardigde deze tekortkoming noteren op het wedstrijdblad en wordt er een administratieve boete van 40,00 EUR opgelegd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
155
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 224. Voor clubs met meerdere B-ploegen in lagere afdeling geldt het verbod tot klasseverlaging voor haar overige B-ploegen ten opzichte van haar andere B-ploegen niet, tenzij dit in de modaliteiten van de provincie uitdrukkelijk vermeld staat. Deze B-ploegen moeten zich wel houden aan de punten 221, 222 en 223 van dit artikel. 23. Klasseverlaging in de interprovinciale eindronde 231. Het verbod tot klasseverlaging voor deelnemende B-ploegen wordt voor de interprovinciale eindronde als volgt toegepast: de 11 speelsters die het meeste aantal speelminuten totaliseerden tijdens de laatste vijf competitiewedstrijden van de A-ploeg vóór de lotingsdatum zijn voor deze interprovinciale eindronde niet speelgerechtigd. Hebben voor het bepalen van deze elf speelsters meerdere speelsters een gelijk aantal speelminuten, dan kan de club zelf bepalen welke van deze speelsters niet speelgerechtigd zijn om de lijst van 11 speelsters te vervolledigen. 232. De deelnemende B-ploegen aan de interprovinciale eindronde brengen hun kopies van de wedstrijdbladen van de laatste vijf wedstrijden van hun A-ploeg in nationale afdeling vóór de lotingsdatum mee naar de trekking van de interprovinciale eindronde. Zij maken een samenvattende tabel met de speelminuten van de speelsters om de 11 speelsters te bepalen die niet mogen deelnemen aan de eindronde. Deze samenvattende tabel wordt op voldoende exemplaren gekopieerd: één exemplaar voor het Sportcomité en één exemplaar voor de andere deelnemende ploegen aan de eindronde. Ploegen die in gebreke blijven krijgen, op straffe van uitsluiting voor de eindronde, nog 4 werkdagen de tijd om zich in regel te stellen door via post, mail of fax een kopie te bezorgen aan het Sportcomité en aan de andere deelnemende ploegen aan de eindronde. 24. Klasseverlaging in de Beker van België 241. Klasseverlaging in de voorronde, eerste en tweede ronde 2411. Ten laatste één dag voor haar eerste bekerwedstrijd dient de club die met een Nationale B-ploeg aan de beker deelneemt een lijst van elf (11) gekwalificeerde A-speelsters (naam en geboortedatum) aan de secretaris van het Sportcomité over te maken (per post, per fax, per mail). Deze elf speelsters zijn tijdens de voorronde, eerste en tweede ronde voor hun ingeschreven B-ploeg niet speelgerechtigd. 2412. Daartoe legt de club van een B-ploeg voor aanvang van de wedstrijd een kopie van deze ingediende lijst bij het Sportcomité voor aan de afgevaardigde van de tegenstrever en de scheidsrechter. Bij het niet-naleven van deze verplichting, kan de afgevaardigde deze tekortkoming noteren op het wedstrijdblad en wordt er een administratieve boete van 40,00 EUR opgelegd. 242. Klasseverlaging vanaf de zestiende finales 2421. Het verbod tot klasseverlaging in bekerwedstrijden vanaf de zestiende finales betekent dat maximum 3 speelsters die bij de vorige speeldag van een officiële wedstrijd (beker- of kampioenschapswedstrijd) van de A-ploeg effectief hebben deelgenomen, mogen deelnemen aan een bekerwedstrijd van de B-ploeg. Bovendien mag slechts één van deze speelsters tijdens die wedstrijd van de A-ploeg meer dan één speelhelft gespeeld hebben. 2422. Daartoe legt de club van een B-ploeg voor aanvang van de wedstrijd een kopie van het wedstrijdblad van de vorige officiële speeldag (beker- of kampioensschapswedstrijd) van zijn A-ploeg voor aan de afgevaardigde van de tegenstrever en de scheidsrechter. Bij het niet-naleven van deze verplichting, kan de afgevaardigde deze tekortkoming noteren op het wedstrijdblad en wordt er een administratieve boete van 40,00 EUR opgelegd.
Artikel 1020
Kwalificatie voor officiële wedstrijden gespeeld buiten hun normale competitiedag
1. Principe Een speler is slechts gekwalificeerd voor officiële wedstrijden die buiten hun normale competitiedag gespeeld worden indien hij voldoet aan de algemene regels en aan specifieke bepalingen.
156
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS 2. Modaliteiten Voor de speler gelden de volgende specifieke bepalingen: 21. Later gespeelde wedstrijden Mogen hieraan deelnemen, de spelers die: -
op de datum waarop de wedstrijd normaal had moeten gespeeld worden, voldaan hebben aan de reglementaire wachttijd
-
op het ogenblik waarop de wedstrijd gespeeld wordt, aan de reglementering inzake klasseverlaging voldoen en niet disciplinair geschorst zijn.
22. Vroeger gespeelde wedstrijden Mogen hieraan deelnemen, de spelers die: -
op de datum waarop de wedstrijd gespeeld wordt, aan de reglementaire wachttijd voldoen;
-
op diezelfde datum aan de reglementering inzake klasseverlaging voldoen en niet disciplinair geschorst zijn.
Artikel 1021
Diverse verbodsbepalingen
Diverse verbodsbepalingen zijn van toepassing voor: -
spelers die de opgelegde boete niet hebben betaald (Art.1770.22); scheidsrechters (Art. 805.21); leden van officiële instanties (Art. 207.11); het opstellen van speelsters in herenwedstrijden en omgekeerd (Art. 1405.24).
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
157
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
HOOFDSTUK 4: BESTRAFFING Artikel 1026
Bestraffen van clubs en leden die niet-gekwalificeerde spelers inschrijven op het wedstrijdblad
1. Principes 11. Een club, die in een officiële wedstrijd een niet regelmatig voor die wedstrijd gekwalificeerde speler inschrijft op het wedstrijdblad, wordt door de bevoegde bondsinstantie bestraft met een boete en het verlies van de punten. 12. Een lid van een club, dat op een frauduleuze manier aan de inschrijving op het wedstrijdblad van deze speler heeft meegewerkt, wordt bestraft met een schorsing van minimum één jaar. 2. Modaliteiten 21. Sancties voor de club 211. Boetes Bij de eerste overtreding in de loop van eenzelfde seizoen: tussen 5,00 EUR en 50,00 EUR.; Bij de tweede overtreding in de loop van eenzelfde seizoen: tussen 10,00 EUR en 100,00 EUR; Vanaf de derde overtreding in de loop van eenzelfde seizoen: tussen 20,00 EUR. en 200,00 EUR. 212. Verlies van de punten 2121. Regel De schuldige club verliest de punten van alle officiële wedstrijden waarvoor de niet-gekwalificeerde speler werd ingeschreven op het wedstrijdblad vanaf de aanvang van het lopende seizoen met een score van 5-0 en/of 0-5 naargelang het geval. Indien de schuldige club een wedstrijd heeft verloren met een hogere score, dan worden de door de schuldige club aangetekende doelpunten geannuleerd, terwijl de doelpunten gemaakt door de tegenstrever behouden blijven. 2122. Uitzonderingen -
Het inschrijven op het wedstrijdblad van een niet-gekwalificeerde speler in een uitgestelde of een stopgezette wedstrijd, die de bevoegde instantie herspelen doet, heeft geen puntenverlies tot gevolg.
-
Er wordt geen rekening gehouden met de kwalificatie van de spelers wanneer het een wedstrijd betreft waarvoor forfait is gegeven.
-
Wanneer een wedstrijd ingevolge incidenten werd stopgezet en de bevoegde instantie beslist tot het verlies der punten door de club die verantwoordelijk is voor deze incidenten, wordt geen rekening gehouden met de kwalificatie der spelers door de tegenpartij opgesteld.
22. Recht op tussenkomst van de bondsinstanties De sancties tegen clubs, die niet-gekwalificeerde spelers inschrijven op het wedstrijdblad, mogen door de bondsinstanties ambtshalve worden getroffen. 23. Huidige bepaling is niet van toepassing voor de wedstrijden in het kader van de beloftecompetitie van 1ste nationale afdeling, welke haar specifieke reglementen ter zake zal toepassen.
158
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
HOOFDSTUK 5: INLICHTINGEN Artikel 1031
Inlichtingen betreffende de kwalificatie en de toestand van de spelers
1. Principes 11. De clubs mogen schriftelijk inlichtingen vragen aan de Directeur-generaal en/of aan de instantie die de competitie beheert. 12. De clubs mogen enkel in uitzonderlijke gevallen van deze reglementaire bepaling gebruik maken. 2. Modaliteiten 21. Aan de instantie die de competitie beheert, mag de mededeling gevraagd worden van de namen van de spelers, die aan bepaalde wedstrijden hebben deelgenomen of de opgave van de wedstrijden waaraan bepaalde spelers deelgenomen hebben. Voor iedere dergelijke inlichting, moet een som van 0,60 EUR per geraadpleegd wedstrijdblad worden gestort aan de bevoegde instantie, zonder dat de som evenwel minder dan 2,00 EUR kan bedragen. Voor een geheel of een gedeeltelijk afschrift van wedstrijdbladen, bedraagt de te storten som 2,00 EUR voor ieder blad. 22. Aan de Directeur-generaal mag de mededeling gevraagd worden van de toestand van één of meerdere spelers wat hun aansluiting, hun toewijzing of uitlening aan een bepaalde club betreft. Voor een ploeg van 14 spelers of minder, dient voor deze inlichting 2,00 EUR betaald.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
159
TITEL 10: DE KWALIFICATIE VAN DE SPELERS
160
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 11: DE SPELERSCONTRACTEN
TITEL 11 DE SPELERSCONTRACTEN Artikel 1101
Basisprincipes inzake contracten
1. Principes 11. Alleen niet-amateurs en betaalde sportbeoefenaars kunnen het statuut van speler onder contract inroepen. 12. De rechten en plichten van partijen moeten in het contract worden vastgelegd. Elke contractuele clausule nopens een optie tot contractverlenging, moet zowel de modaliteiten van optielichting als de financiële voorwaarden, die in dat geval zullen gelden, bevatten. 2. Modaliteiten 21. Zij moeten houder zijn van een geschreven contract, door de bond ingeboekt (Art. 1102). 22. Alle contracten dienen in minstens drie exemplaren te worden opgemaakt, gedagtekend en ondertekend. Eén exemplaar is bestemd voor elk der partijen. 23. De betekeningsformulieren kunnen niet doorgaan als contracten.
Artikel 1102
Betekening aan de bond ● Archivering
1. Principes 11. Een contract van betaalde sportbeoefenaar of niet-amateur is slechts tegenstelbaar aan de bond indien het aangetekend aan de Directeur-generaal betekend is door middel van het daartoe te gebruiken betekeningsformulier. 12. Tenzij anders bepaald, dient een origineel exemplaar van het contract, ondertekend door alle tussenkomende partijen, door de club binnen de acht kalenderdagen na zijn ondertekening overgemaakt te worden aan de KBVB. 13. In geval van niet-naleving van deze verplichtingen, vastgesteld door de bevoegde instanties, zijn de bondsinstanties niet bevoegd om uitspraak te doen over de grond van een geschil, daar voor het overige, onder meer inzake het statuut van de speler, geen afbreuk wordt gedaan aan de contractuele bepalingen die de partijen binden. 14. De duur van de archivering wordt bepaald op twee seizoenen volgend op dit waarin het contract verstreken is. 2. Modaliteiten 21. Elke betekening aan de bond buiten een termijn van acht kalenderdagen volgend op de ondertekening wordt bestraft met een boete van 100,00 EUR. In elk geval is de datum van de poststempel op het betekeningsformulier rechtsgeldig. 22. In geval van het niet neerleggen van een origineel exemplaar van het contract, vastgesteld door de bevoegde instanties, zullen de clubs als gevolg van de inbreuk op het bondsreglement, bovenop de voorziene boetes, veroordeeld worden tot betaling van vijf maal de fiscale en sociale ontdoken bijdragen. 23. Opdat de speler op de hoogte zou zijn van de verplichting van de club om een origineel exemplaar van het contract over te maken aan de KBVB, dient dit vermeld te worden in het contract. De speler kan, binnen een periode van drie maanden na het ondertekenen van het contract, zelf een door alle tussenkomende partijen ondertekende kopie onder gesloten omslag overmaken aan de KBVB. 24. De archiveringsmodaliteiten worden vastgelegd in een akkoord tussen de KBVB en de liga, afdeling of associatie waartoe de club van de betrokken speler behoort. Indien deze niet zijn bepaald, dient een origineel exemplaar van het contract onder gesloten omslag te worden neergelegd. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
161
TITEL 11: DE SPELERSCONTRACTEN
Artikel 1103
Periode van ondertekening van contracten ● Inwerkingtreding ● Vervaldatum
1. Principes 11. Een contract tussen een club en een van haar spelers kan op gelijk welk tijdstip van het jaar tot stand komen. 12. Het afsluiten van een contract tussen een club en een speler, contractueel verbonden met een andere club, is toegestaan tijdens de laatste zes maanden van het lopende contract, mits naleving van de voorschriften van Art. 909. 13. Tenzij andersluidend beding, vangt een contract aan bij zijn ondertekening. 14. Elk contract moet vervallen op een 30ste juni. 2. Modaliteiten 21. De speler die de vereiste leeftijd om een contract te ondertekenen op de laatste dag van de daartoe voorziene periode bereikt, terwijl deze laatste dag geen werkdag is, mag het contract van te voren ondertekenen op de laatste werkdag vóór de sluitingsdatum. 22. De betekening van het contract met de nieuwe club-werkgever dient te geschieden aan de hand van het betekeningsformulier, waarin het aansluitingsformulier van betrokken speler wordt gestoken. Deze betekening heeft op reglementair vlak uitwerking op 1 juli daaropvolgend. 23. De Directeur-generaal meldt ontvangst van de betekening aan de partijen.
Artikel 1104
Duur van het contract ● Vroegtijdige verbreking
1. Principes 11. Wanneer een contract van niet-amateur of betaalde sportbeoefenaar in gemeenschappelijk akkoord vroegtijdig verbroken wordt, dient de Directeur-generaal hiervan binnen de veertien kalenderdagen in kennis gesteld te worden bij aangetekend schrijven, ondertekend door de gerechtigde correspondent van de club en door de speler. 12. Wanneer een contract eenzijdig wordt verbroken, zijn de wettelijke voorschriften toepasselijk. 2. Modaliteit De duur van het contract van niet-amateur of betaalde sportbeoefenaar bedraagt: -
ten hoogste drie seizoenen voor de spelers onder de 18 jaar; ten hoogste vijf seizoenen voor de spelers ouder dan 18 jaar.
Artikel 1105
Neutralisatie van het contract wegens bondssanctie
1. Principe De contracten kunnen een opschortingsclausule bevatten, met of zonder verlenging van het contract, voor het geval de speler zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van een bondssanctie. 2. Modaliteiten 21. Deze clausule geldt slechts binnen de perken en in de gevallen, die duidelijk gepreciseerd moeten zijn in het contract. Bij gebrek aan dergelijke clausule blijft het contract uitvoerbaar.
162
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 11: DE SPELERSCONTRACTEN 22. Wanneer de club wenst gebruik te maken van de door de bepalingen van het contract geboden mogelijkheid om het met een seizoen te verlengen, moet ze de Directeur-generaal hierover inlichten per aangetekend schrijven, binnen de veertien kalenderdagen na de uitspraak van de straf in laatste instantie. Dit schrijven van de club moet vergezeld gaan van een uittreksel van het contract dat dergelijke verlenging voorziet, de datum vermelden van de bewuste uitspraak of medeondertekend worden door de speler.
Artikel 1106
Contractuele sancties
1. Principes 11. Elke sanctie voor feiten van competitievervalsing of in geval van inbreuk inzake doping, opgelegd aan een contractspeler door een in kracht van gewijsde getreden beslissing, is in zijnen hoofde, een zware fout die door de club kan beschouwd worden als een ernstige tekortkoming die elke samenwerking tussen club en speler onmogelijk maakt. 12. Conform de wet van 12 april 1965, tot bescherming van het loon mogen enkel de boetes, opgelegd krachtens het arbeidsreglement, afgetrokken worden van de bezoldiging. 2. Modaliteiten 21. Indien de club het contract verbreekt, moet zij dit feit aan de speler betekenen, per aangetekende brief, binnen de drie werkdagen volgend op de kennisname van de beslissing van de bondsinstanties. De club beschikt over een tweede termijn van drie werkdagen, die aanvangt op het ogenblik van het gegeven ontslag, om aan de speler een gedetailleerde beschrijving te betekenen van de zware fout. De verbreking van het contract moet binnen de veertien kalenderdagen betekend worden aan de Directeur-generaal. 22. De spelerscontracten moeten de lijst vermelden van de tekortkomingen en het maximumbedrag voorzien van de boete die de club voor elk van hen mag opleggen. Dit bedrag, dat het wettelijk maximum niet mag overschrijden, stemt overeen met een percentage van de vaste contractuele bruto bezoldiging. 23. Conform de wet van 8 april 1965, tot instelling van de arbeidsreglementen, moet het bericht aan de betrokken spelers, waarin de plaats vermeld staat waar zij het arbeidsreglement kunnen raadplegen, in de voor hen bestemde lokalen worden opgehangen. 24. De door de clubs opgelegde boetes moeten, op straffe van verval, binnen de maand opgevorderd worden. 25. De speler heeft het recht bij elke boete die hem opgelegd wordt, verhaal aan te tekenen.
Artikel 1107
Geschillen
1. De geschillen tussen clubs en spelers behoren, naargelang het geval, tot de bevoegdheid van de Commissie voor het Statuut van de Speler of van de Arbitragecommissie van het Betaald Voetbal. 2. Ongeacht de scheidsrechterlijke instantie, zijn de clubs verplicht zich aan de arbitrageprocedure te onderwerpen. 3. Indien de speler de arbitrage niet aanvaardt, heeft hij het recht het geschil voor te leggen aan de jurisdicties van gemeen recht.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
163
TITEL 11: DE SPELERSCONTRACTEN
164
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
TITEL 12 DE TERREINEN EN INSTALLATIES HOOFDSTUK 1: DE SPEELVELDEN Artikel 1201
Het speelveld voor het voetbal met 11 tegen 11
1. Principe Zie regel 1 van de “Regels van het voetbalspel” 2. Modaliteiten In afwijking of aanvulling van de algemene regels, gelden: 21. Helling De speelvelden moeten een effen vlak vertonen - d.w.z. zonder verzakkingen noch bruuske verhogingen - en de helling mag niet meer bedragen dan: -
2% voor de clubs waarvan de eerste ploeg in hogere afdelingen of in 1ste provinciale speelt, 3% voor de clubs waarvan de eerste ploeg in tweede provinciale speelt. een percentage dat bepaald wordt door de bevoegde provinciale instantie voor de clubs van 3de, 4de en 5de provinciale.
Om de helling van een terrein na te gaan, dient men te meten van het ene uiteinde naar het andere, d.w.z. van het ene doel naar het andere, van de ene grenslijn naar de andere, en diagonaal van de ene hoek naar de andere. 22. Afmetingen in eerste nationale afdeling -
lengte: minimum 100 meter, maximum 105 meter; breedte: minimum 64 meter, maximum 68 meter.
Op deze afmetingen zijn geen toleranties van toepassing. 23. Afmetingen in andere nationale afdelingen -
lengte: minimum 100 meter, maximum 110 meter; breedte: minimum 60 meter, maximum 75 meter.
24. Afmetingen in provinciale afdelingen en hogere afdelingen dames -
lengte: minimum 100 meter, maximum 110 meter; breedte: minimum 55 meter, maximum 75 meter.
Overgangsmaatregel tot bij aanvang van het seizoen 2011-2012 De damesploegen in hogere afdelingen hebben tot dan de tijd om de toestand te regulariseren. Uitzonderingen: Voor provinciale dames en vrouwelijke jeugd U16 en U20, voor U12 tot U15, evenals voor reserven van seniores van een bepaalde leeftijd (veteranen) mogen terreinen gebruikt worden van minimum 90 meter x 45 meter, U16-U17, ingeschreven in een gewestelijk kampioenschap, mogen eveneens een dergelijk terrein gebruiken.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
165
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES 25. Toleranties Er wordt een tolerantie toegestaan van: -
1 meter voor de afmetingen van de zij- en doellijnen 25 centimeter voor de lijnen die het doelgebied en het strafschopgebied afbakenen 5 centimeter voor de afmetingen van de doelen
Geen afwijking wordt toegestaan voor de hoeken, die rechte hoeken moeten blijven. 26. Lijntje dwars op doellijn Aan de buitenzijde van het speelveld, op 9,15 meter van de kwartcirkel van het hoekschoppunt, mag een lijntje van 30 cm lengte aangebracht worden loodrecht op de doellijn.
Artikel 1202
Het speelveld voor het voetbal met 8 tegen 8
1. Principes 11. De wedstrijden worden gespeeld op een deel van de helft van een normaal terrein, in de breedterichting, en waarbij de begrenzingen worden gevormd door de middellijn en het doelgebied. 12. Ze kunnen ook doorgaan op de door de KBVB erkende voetbalpleinen ingericht voor deze wedstrijden, en waarbij de afmetingen mogen schommelen tussen: Lengte: 50 tot 55 meter Breedte: 45 tot 50 meter 13. De binnenafmeting van de doelen is 5 x 2 meter. De doelen dienen stevig vastgehecht te worden in de grond. 2. Modaliteiten 21. Het doelgebied is een fictieve zone in een straal van 8 meter vanaf het midden van het doel 22. Er is geen strafschop- of hoekschopgebied. 23. De minimumbreedte van de doelpalen is 7,5 centimeter.
Artikel 1203
Het speelveld voor het voetbal met 5 tegen 5
1. Principes 11. De wedstrijden worden gespeeld op een vierde van een normaal terrein in de lengterichting. 12. Ze kunnen ook doorgaan op de door de KBVB erkende voetbalpleinen ingericht voor deze wedstrijden, en waarbij de afmetingen 25 meter bij 35 meter zijn. 13. De binnenafmeting van de doelen is 5 x 2 meter. De doelen dienen stevig vastgehecht te worden in de grond. 2. Modaliteiten 21. Het doelgebied is een fictieve zone in een straal van 8 meter vanaf het midden van het doel 22. Er is geen strafschop- of hoekschopgebied. 23. De minimumbreedte van de doelpalen is 7,5 centimeter.
166
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
Artikel 1204
Afbakening van de speelvelden ● Hoekvlaggen
1. Principe 11. De afbakening van de speelvelden dient te geschieden conform het plan voorkomend in Regel 1 van de Regels van het voetbalspel. 12. Dit dient te gebeuren met gehydrateerde gebluste kalk, in vloeibare vorm aan te brengen, of met elk ander door de KBVB toegelaten product. 13. Op elke hoek van het terrein moet een stok met een vlag aangebracht worden. 2. Modaliteiten 21. De lijnen (en geen greppels in V-vorm) dienen minimum 7,5 cm en maximum 12 cm breed te zijn. 22. Het rechtstreeks aanbrengen van kalk in poedervorm is verboden. 23. Op besneeuwde speelvelden mogen producten gebruikt worden die verplaatsbaar zijn zoals zand, gestampte baksteen, enz. 24. Op de speelvelden voor het voetbal met 8 tegen 8, of met 5 tegen 5, en wanneer het speelveld gevormd wordt door een deel van een normaal terrein, wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande afbakening die van toepassing is. Voor de andere afbakeningen gebruikt men lage kegels (topjes), een dunne lijn van wit zand of andere gehomologeerde belijningsproducten. 25. Bij de afbakening van het speelveld voor de wedstrijden van 5 tegen 5, moet rekening gehouden worden met de staat van het terrein alsmede met de bescherming van de officiëlen en de spelers tegen de gevaren en/of de hinder die kunnen veroorzaakt worden door de vaste doelen van het normaal terrein. 26. De vlaggenstok, in hout of kunststof, mag niet puntig zijn en moet een hoogte hebben van minimum 1,50 meter. De kleur van de vlaggenstok mag verschillen van die van de vlaggen, maar zij moet voor alle vier dezelfde zijn. Die van de vlaggen moet voor alle vier gelijk zijn, eenvormig wit of helgekleurd. 27. Op een speelveld in kunstgras mogen eveneens belijningen worden aangebracht voor andere sporten, op voorwaarde dat: -
de belijning voor het voetbalspel in witte kleur is; de belijning voor de andere sporten in een andere kleur is.
Artikel 1205
Terreinen in kunststof
1. Principe 11. De speelvelden met een duurzame grondbedekking of met synthetisch gras, volgens een door het Uitvoerend Comité aanvaard procedé, mogen gebruikt worden. 12. Nieuwe terreinen met een duurzame grondbedekking worden niet meer aanvaard. 2. Modaliteit Op voorwaarde dat zij voldoen aan de normen vastgesteld door de FIFA, mogen de terreinen zonder enige beperking worden aangewend in alle wedstrijden, met uitzondering van het kampioenschap van 1ste nationale afdeling.
Artikel 1206
Hindernissen op of rond het terrein
1. Principe Elke hindernis op het terrein of op minder dan drie meter van de buitenste lijnen van het speelveld is verboden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
167
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES 2. Modaliteiten 21. Worden onder meer verboden: doelnetten in al dan niet overtrokken staaldraad; bijkomende staven tussen de twee nettenhouders achter de doelen; planken aan de zijkanten of achter in het doel, om het plaatsen van netten te vergemakkelijken; het aanbrengen van voorwerpen of teksten, vreemd aan het voetbalspel, aan netten, doelpalen en hoekvlaggen. 22. Atletiekpistes worden niet als hindernis beschouwd. 23. Een terrein is geschikt indien de eventuele draden of kabels die er boven gespannen zijn zich op minstens op 15 meter hoogte bevinden. De KBVB wijst alle aansprakelijkheid af voor de mogelijke ongevallen ingevolge gebreken aan die draden of kabels.
168
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 2: DE SPECIALE ZONES Artikel 1211
De neutrale zone
1. Principe Er dient een afrastering te staan op minstens 3 meter van de uiterste grenslijn van het eigenlijke speelveld. De aldus ontstane strook van minimum 3 meter wordt neutrale zone genoemd. 2. Modaliteiten 21. De afrastering dient minstens één meter hoog te zijn, met een toegelaten afwijking van 15 cm naar beneden. 22. Behoudens andersluidende wettelijke bepaling voor de clubs die in 1ste nationale spelen, moet de neutrale zone afgesloten zijn met een doeltreffende omrastering die, volgens de UEFA-normen, de veiligheid van de scheidsrechters, spelers en officiëlen waarborgt.
Artikel 1212
De beschermingszone
1. Principe Voor wat betreft de speelvelden van de eerste ploegen, dient de bescherming van de scheidsrechters en van de bezoekende spelers verzekerd te worden door het aanleggen, tussen de kleedkamers en het eigenlijke speelveld, van een ruimte van minstens 3 meter breedte, derwijze dat het publiek er geen toegang toe heeft. 2. Modaliteiten 21. Dit gebied mag minder breed zijn indien het de scheidsrechter en de spelers afdoende beschermt, bij voorbeeld wanneer het uit een overdekte gang bestaat. 22. Deze beschermingszone is niet verplichtend voor de andere speelvelden, doch de thuisspelende club dient de nodige schikkingen te treffen teneinde de scheidsrechter, de spelers en de officiëlen de mogelijkheid te geven zich zonder gevaar naar hun kleedkamer te begeven. 23. Wat betreft de draagwijdte van de schorsingen (verbod neutrale zone), wordt dit gebied ook beschouwd als neutrale zone.
Artikel 1213
Plaatsen voor wisselspelers (dug-outs)
1. Principe Enkel op de terreinen, waarop wedstrijden van eerste ploegen worden gespeeld, moeten de plaatsen, uitsluitend voorbehouden aan de wisselspelers, de technische en de medische staf van beide aanwezige ploegen zich bevinden in de onmiddellijke nabijheid van de middenlijn van het speelveld. 2. Modaliteiten 21. De inrichting van deze plaatsen dient dezelfde te zijn voor beide ploegen. Zij moeten minimum 5 m van elkaar gescheiden zijn. 22. Indien materieel gezien onmogelijk, vast te stellen bij de periodieke terreinkeuring, mogen deze plaatsen zich ook elders rond het terrein bevinden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
169
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
Artikel 1214
De instructiezone
1. Principe De instructiezone, voorzien in de Spelregels, is verplicht voor alle wedstrijden van 11 tegen 11. 2. Modaliteiten 21. Op de speelvelden met een dug-out, mag de instructiezone zich zijdelings over een lengte van één meter uitstrekken langs weerszijden van de dug-out en langs voor tot op één meter van de zijlijn. 22. Op terreinen zonder dug-out, strekt de instructiezone zich uit langs weerskanten van de middellijn, afzonderlijk voor elke ploeg, over een maximale lengte van vijf meter en tot op één meter van de zijlijn langs de voorkant.
Artikel 1215
Plaatsen voor persfotografen
1. Tijdens de wedstrijden mogen de fotografen plaatsnemen in de neutrale zone maar buiten een zone van 3 meter vanaf de buitenlijn van het speelveld: -
over de breedte van het terrein, waar zij wensen achter de doellijn, over de lengte van het terrein, langs de kant waar er geen assistent-scheidsrechter optreedt.
2. Op de terreinen waar de neutrale zone niet meer bedraagt dan 3 meter, dienen zij achter de afsluiting plaats te nemen.
170
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 3: DE KLEEDKAMERS Artikel 1221
De kleedkamers
1. Principes 11. De club, op wier terrein een wedstrijd gespeeld wordt, moet een kleedkamer ter beschikking stellen van de scheidsrechters en beide clubs. 12. De bezochte club kan niet aansprakelijk worden gesteld voor voorwerpen die aan de bezoekende club en spelers toebehoren. 2. Modaliteiten 21. In deze kleedkamers moet iedere betrokkene beschikken over voldoende plaats en over de middelen om zijn opschik te maken. 22. Het meubilair van de kleedkamer van de scheidsrechter moet een spiegel en een tafel bevatten. 23. Wanneer de buitentemperatuur het vergt, moeten al de kleedkamers op normale manier verwarmd en van warm water voorzien zijn. 24. Aan ieder van de bezoekende clubs moet een afzonderlijke kleedkamer ter beschikking worden gesteld. Deze verplichting is niet van toepassing voor het voetbal met 8 tegen 8, of met 5 tegen 5. 25. De bevoegde instantie legt een boete op bij niet naleving van deze voorschriften.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
171
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 4: KEURING VAN DE TERREINEN EN INSTALLATIES Artikel 1226
Keuring van terreinen en installaties van een nieuwe club ● Nieuwe installaties ● Verbouwingen
1. Principes 11. Het terrein en de installaties van een club, die haar toetreding tot de KBVB aanvraagt, moeten door het bevoegd provinciaal comité gekeurd worden. 12. De clubs die zinnens zijn nieuwe sportinrichtingen te bouwen, bestaande sportinrichtingen te veranderen of naar andere over te gaan, moeten het plan van die inrichtingen vooraf ter inzage overmaken aan de bevoegde instantie. 2. Modaliteiten 21. De kosten, voortspruitende uit de keuring van het terrein en installaties van een nieuwe club zijn ten laste van de bond, indien de toetreding van de nieuwe club aanvaard wordt. In het tegenovergesteld geval, worden ze afgetrokken van de borgsom die de club bij haar aanvraag tot toetreding gestort heeft. 22. Het Sportcomité, voor de hogere afdelingen, en de Provinciale Comités, voor de lagere afdelingen, zijn gelast met de keuring van de terreinen en installaties. De taak van deze instanties beperkt zich tot het nagaan van de conformiteit van de bestaande terreinen en installaties of het nieuwe ontwerp met de reglementsbepalingen. 23. De kosten, voortvloeiend uit de keuring van verbouwingen, die een club aan haar installaties uitvoert, zijn ten laste van de bond.
Artikel 1227
Keuring van het terrein en installaties ingevolge een klacht
1. Principe Indien wegens door haar veronderstelde ongeschiktheid van het speelveld, een bezoekende club weigert te spelen, of onder voorbehoud speelt (gevolgd door een klacht) wordt het terrein door de bevoegde instantie opnieuw gekeurd. 2. Modaliteit De kosten van deze keuring worden gevoegd bij het totaal bedrag der kosten en ten laste gelegd van de in gebreke zijnde partij.
Artikel 1228
Keuring van terreinen en installaties die gebruikt worden voor wedstrijden van de geconventioneerde groeperingen
1. Principe De keuringen van terreinen en installaties behoren tot de bevoegdheid van de geconventioneerde groeperingen met betrekking tot alle door hen georganiseerde competities, zelfs wanneer deze doorgaan op terreinen en in de installaties, van clubs die spelen onder de bevoegdheid van de KBVB. 2. Modaliteiten 21. De geconventioneerde groeperingen sluiten een verzekering af, die hen dekt tegen de burgerlijke aansprakelijkheid voor ongevallen met lichamelijke of materiele schade voortvloeiend uit de door hen gebruikte terreinen en installaties. 22. Deze groeperingen ontslaan de KBVB van iedere aansprakelijkheid voor alle ongevallen tijdens de door hen of hun clubs ingerichte wedstrijden.
172
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 5: DE VERLICHTING VAN DE TERREINEN Artikel 1231
Normen voor de verlichting
1. Principe Een officiële wedstrijd mag 's avonds worden gespeeld voor zover de lichtsterkte van de installatie aan bepaalde normen, afhankelijk van de afdeling, voldoet. 2. Modaliteiten 21. De lichtsterkte moet aan volgende normen voldoen: -
minstens 800 lux voor de installaties van clubs die in 1ste nationale afdeling uitkomen; nochtans dient het terrein waar de wedstrijden van de reserven worden betwist uitgerust zijn met een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde lichtsterkte van 200 lux;
-
minstens 400 lux voor de installaties van de clubs die in 2de nationale afdeling uitkomen;
-
minstens 200 lux voor de terreinen van clubs van 3de nationale afdeling; deze verplichting geldt slechts vanaf de aanvang van het tweede opeenvolgende seizoen dat zij in deze afdeling uitkomen;
-
minstens 100 lux voor de terreinen van clubs van bevordering; deze verplichting geldt slechts vanaf de aanvang van het derde opeenvolgende seizoen dat zij in deze afdeling uitkomen;
-
minstens 80 lux voor de terreinen van de clubs van lagere afdelingen en van de damesclubs.
22. Deze minima gelden als gemiddelde van de lichtsterkte over gans het terrein. Nergens op het terrein mag de lichtsterkte minder zijn dan 75% van het voorgeschreven gemiddelde. 23. Indien de bevoegde instanties de clubs verplichten wedstrijden op weekdagen als avondwedstrijd te betwisten om te vermijden dat gestelde grensdata overschreden worden, heeft de bezoekende club het recht te eisen dat de verlichting beantwoordt aan de in haar afdeling vereiste normen. De bezochte club moet de wedstrijd organiseren op een terrein dat hieraan voldoet. 24. Wanneer een club uit bevordering of uit lagere afdelingen een club uit de 1ste, 2de of 3de nationale afdeling ontvangt voor een wedstrijd van de Beker van België, heeft de bezoekende club het recht te eisen dat de verlichting beantwoordt aan de in haar afdeling vereiste normen. Wanneer aan deze voorwaarde niet is voldaan, moet de bezochte club ofwel de wedstrijd organiseren op een ander terrein dat voldoet aan deze normen, ofwel bij daglicht spelen.
Artikel 1232
Keuring van de verlichting
1. Principe De club, die een terreinverlichting plaatst of wijzigt op het veld waarop zij avondwedstrijden wil spelen, moet daartoe vooraf een keuring door de bevoegde instantie aanvragen. 2. Modaliteiten 21. De keuring moet om de drie jaar hernieuwd worden en gebeurt op kosten van de bond. 22. Wanneer echter een tweede keuring noodzakelijk is omdat de verlichting niet voldoet of wanneer aanpassingswerken worden opgelegd, vallen de kosten van de aanvullende keuring ten laste van de club.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
173
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 6: VERBODEN TERREIN ● WEIGERING TOEGANG● REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Artikel 1236
Verboden terrein
1. Principe De bevoegde instantie kan wegens ernstige incidenten, alle wedstrijden op een terrein verbieden, gedurende een periode die zij noodzakelijk acht. 2. Modaliteit Enkel het Uitvoerend Comité, ambtshalve of op voorstel van de bevoegde instantie, is bevoegd om de beslissing van eerste instantie tot verbod van het terrein uitvoerbaar te verklaren niettegenstaande er hoger beroep werd ingesteld tegen deze beslissing.
Artikel 1237
Weigering toegang tot de terreinen en installaties
Als voorzorgsmaatregel en indien nodig met de medewerking van de ordediensten, kan een club de toegang tot haar terreinen en installaties weigeren aan elke persoon wiens aanwezigheid het regelmatig verloop van de wedstrijd ernstig zou kunnen verstoren. Dergelijke maatregel kan ook genomen worden op aanbeveling van de bevoegde instantie.
Artikel 1238
Reglement van inwendige orde toepasbaar in alle stadions
Zie bijlage 5
174
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
HOOFDSTUK 7: GEBRUIK VAN DE TERREINEN Artikel 1241
Verantwoordelijkheid van de clubs
1. Principe Elke club is tegenover de KBVB verantwoordelijk voor elke wedstrijd die onder zijn jurisdictie valt en die op haar terrein wordt gespeeld, ondermeer voor de correcte uitvoering van de diverse administratieve en financiële formaliteiten, voorgeschreven door het reglement. 2. Modaliteiten 21. Elke club is ertoe gehouden erop toe te zien dat de terreinen waarop wordt gespeeld voldoen aan de reglementaire vereisten en de Spelregels. De club is verantwoordelijk voor eventuele tekortkomingen. 22. De club ontslaat de KBVB volledig van iedere verantwoordelijkheid voor ongevallen die zich in de speciale zones en in de kleedkamers voordoen ter gelegenheid van een op haar terreinen gespeelde wedstrijd. Te dien einde moet zij een verzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" afsluiten.
Artikel 1242
Beschikbaarheid van de terreinen
1. Principe Een club mag op een terrein dat zij huurt of dat haar ter beschikking staat, slechts spelen indien zij: -
ofwel in het bezit is van een schriftelijk akkoord van de eigenaar, dat haar de waarborg geeft voor de duur van het seizoen over dit terrein te kunnen beschikken, zelfs op data die niet vóór de aanvang van het seizoen werden vastgelegd; ofwel de vrije beschikking heeft over een ander speelveld.
2. Modaliteiten 21. Er is geen bezwaar tegen het feit dat een club gebruik maakt van een terrein dat in hoofdzaak voor andere sportgroeperingen bestemd is, mits de club over het uitsluitend gebruik van dat terrein beschikt voor het inrichten van haar officiële, vriendschappelijke en oefenwedstrijden, evenals van alle andere wedstrijden die de bevoegde instanties er doen spelen. 22. De bevoegde bondsinstantie kan, in bijzondere gevallen, afwijkingen aan bovenvermelde beperking toestaan, wanneer zij meent dat bepaalde omstandigheden zulks rechtvaardigen.
Artikel 1243
Twee clubs op hetzelfde terrein
Twee clubs van de KBVB mogen slechts gebruik maken van eenzelfde terrein voor de wedstrijden van hun eerste ploeg, voor zover elk van hen beschikt over een tweede terrein dat in hoofdzaak bestemd is voor de wedstrijden van hun andere ploegen, maar dat, indien nodig, ook kan dienen voor hun eerste ploeg of voor wedstrijden op neutraal terrein.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
175
TITEL 12: DE TERREINEN EN INSTALLATIES
176
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL
TITEL 13 DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL HOOFDSTUK 1: DE SPELREGELS Artikel 1301
Algemene regel
1. Principe Alleen de door de International Board voorgeschreven en door de FIFA goedgekeurde Spelregels zijn van kracht in de wedstrijden die door de KBVB en zijn clubs worden georganiseerd. Zij moeten door de scheidsrechter toegepast worden. 2. Modaliteit In afwijking van deze spelregels, zijn de schikkingen opgenomen in de artikels van dit hoofdstuk eveneens van toepassing.
Artikel 1302
Bijzonderheden voor de jeugd: U6 tot U13
1. Principe De volgende bijzondere voorschriften zijn van toepassing voor de wedstrijden van de U6 tot U13: 2. Modaliteiten Indien de algemene regel van toepassing is, wordt er in deze modaliteiten geen melding van gemaakt. Als de bijzondere voorschriften beschreven worden in een ander artikel van dit hoofdstuk, worden ze hieronder niet vermeld. 21. U12-U13 Een enkele afwijking is van toepassing: de hoekschop wordt getrapt vanaf het hoekpunt van het strafschopgebied op de doellijn. 22. U6 tot U11 a. Speelveld, neutrale zone en beschermingsgebied Tijdens een wedstrijd is de toegang tot de neutrale zone en beschermingszone verboden voor onbevoegden. De bevoegde personen zijn toegelaten buiten de speeloppervlakte van het voorziene speelveld. b. Aantal spelers -
U10 en U11 Een wedstrijd wordt gespeeld door twee ploegen van elk 8 spelers maximum van wie één doelverdediger is. De spelers of vervangers mogen niet veranderen van ploeg, wanneer meerdere wedstrijden gelijktijdig worden gespeeld. Een wedstrijd mag niet gespeeld worden wanneer een ploeg zich aanmeldt met of herleid wordt tot minder dan zes spelers.
-
U6 tot U9 Een wedstrijd wordt gespeeld door twee ploegen van elk 5 spelers maximum, van wie één doelverdediger is. De spelers of vervangers mogen niet veranderen van ploeg, wanneer meerdere wedstrijden gelijktijdig worden gespeeld. Een wedstrijd mag niet gespeeld worden wanneer een ploeg zich aanmeldt met of herleid wordt tot minder dan vier spelers.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
177
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL c. Aftrap – Begin van het spel Bij de aanvang van elke speelhelft en na ieder doelpunt wordt de aftrap gegeven in het midden van het veld. De tegenstrevers moeten minstens op 8 meter staan. d. Buitenspel De buitenspelregel wordt niet toegepast. e. Vrijschoppen Alle vrijschoppen zijn onrechtstreeks. Bij een vrijschop moeten de tegenstrevers minstens op 8 meter van de bal staan. Wanneer een fout begaan wordt op minder dan 8 meter van het doel, wordt de vrijschop genomen op 8 meter van de doellijn. f. Strafschop Deze regel wordt niet toegepast. g. Doelschop De doelschop gebeurt volgens de Spelregels vanuit het fictief doelgebied. h. Hoekschop -
U10-U11 De hoekschop wordt getrapt vanaf de doellijn op een afstand van 13 meter van de doelpaal. De tegenstrevers moeten minstens op 8 meter van de bal staan.
-
U6 tot U9 De hoekschop wordt getrapt vanaf de doellijn op een afstand van 10 meter van de doelpaal. De tegenstrevers moeten minstens op 8 meter van de bal staan.
i. Gele kaarten Gele kaarten zijn niet van toepassing. j. Schoeisel Er mogen enkel multistuds of sportpantoffels worden gebruikt. Het dragen van schoenen met aluminium noppen is verboden.
Artikel 1303
Duur van de wedstrijden ● Rust
1. Principes 11. De duur van de officiële wedstrijden en van de vriendschappelijke wedstrijden en tornooien hangt af van de leeftijdscategorie van de spelers. 12. Wanneer de scheidsrechter vaststelt dat de wedstrijd niet haar reglementaire duur heeft gehad, moet hij dit op het wedstrijdblad vermelden. 2. Modaliteiten 21. Duur van de officiële wedstrijden (kampioenschap, nationale en provinciale beker) 211. De duur van een officiële wedstrijd is tweemaal: -
178
45 minuten voor de seniores, behalve voor deze van een bepaalde leeftijd opgesteld in de provinciale reserven (veteranen); de U18 tot U21; de eerste ploegen van de nationale en provinciale damescompetitie; de vrouwelijke jeugd U20. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL
-
40 minuten voor de U16 en U17
-
35 minuten voor De U14 en U15; de seniores van een bepaalde leeftijd, opgesteld in provinciale reserven (veteranen); de vrouwelijke jeugd U16.
-
30 minuten voor de U12 en U13.
-
25 minuten voor de U8 tot U11.
-
20 minuten voor de U6 en U7.
212. Zelfs bij onderling akkoord mag deze duur niet verkort worden. Hij mag ook niet verlengd worden, behalve in de gevallen voorzien bij Art. 1305. 22. Duur van de vriendschappelijke wedstrijden en tornooien 221. Bovenstaande bepalingen zijn eveneens van toepassing op vriendschappelijke wedstrijden en wedstrijden van tornooien. Toch kan voor deze wedstrijden, in buitengewone omstandigheden en mits onderling akkoord tussen de betrokken clubs, de duur worden verkort, op voorwaarde dat zulks vooraf aan het publiek wordt ter kennis gebracht. 222. Elke wedstrijd van een tornooi moet een duurtijd hebben die minstens de helft van de reglementaire wedstrijdduur voor de betrokken spelerscategorie bedraagt. 223. De totale wedstrijdduur per tornooidag mag nooit meer bedragen dan de duur van anderhalve reglementaire wedstrijdduur voorzien voor de betrokken spelerscategorie. 23. Rust tussen twee speelhelften De rust wordt vastgesteld op maximum vijftien minuten. Voor de U6 tot U13 is dit 10 minuten. 24. Wedstrijd die de reglementaire duur niet gehad heeft 241. Indien de scheidsrechter, na het einde van een speelhelft gefloten te hebben, dadelijk bemerkt dat hij de partij te vroeg onderbroken heeft, mag hij het spel voor de nog overblijvende tijd doen hervatten. 242. In alle andere omstandigheden, waarin de scheidsrechter vaststelt dat de speelhelft niet de reglementaire duur gehad heeft, moet hij dit op het wedstrijdblad vermelden, in aanwezigheid van de afgevaardigden van beide clubs en eventueel van de twee assistent-scheidsrechters, die gevraagd worden deze vaststelling mede te ondertekenen. In geval van weigering, wordt dit door de scheidsrechter genoteerd. 243. De uitslag van de wedstrijd mag, in voorkomend geval, door de bevoegde instantie gewijzigd worden indien bovenvermelde handelwijze strikt wordt in acht genomen. Indien ze niet wordt gevolgd, wordt geen enkele klacht of scheidsrechtersverslag in overweging genomen.
Artikel 1304
Wedstrijd die te laat aanvangt of die tijdens het spel onderbroken wordt
1. Principe Wanneer een wedstrijd te laat aanvangt (bij het begin van de eerste of van de tweede speelhelft) en/of één- of meermaals onderbroken wordt, mogen deze vertragingen en onderbrekingen samen nooit meer dan een half uur bedragen. 2. Modaliteiten 21. In het geval dat een wedstrijd bij kunstlicht gespeeld wordt, krijgt de bezochte club bovendien een bijkomende tijdsduur van maximum dertig minuten om het defect aan de installatie te herstellen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
179
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL 22. Eenzelfde tijdsduur wordt in geval van elektriciteitsdefect toegestaan aan de club, die over een reglementaire lichtinstallatie beschikt en die van de bevoegde instantie de toelating bekomen heeft om tijdens de winterperiode officiële wedstrijden te spelen die aanvangen om 15.00 uur.
Artikel 1305
Verlengingen ● Strafschoppenserie
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1531 worden twee verlengingen gespeeld van 15 minuten elk met kampwisseling na het eerste kwartier wanneer een wedstrijd van mannelijke seniores die betwist wordt buiten reeks (bv. wedstrijd van een eindronde of testwedstrijd) zonder rangschikking per punten, op een gelijkspel eindigt. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie. 12. De duur van een jeugd- of een dameswedstrijd mag nooit verlengd worden. Bij een gelijke stand, na de normale duur van deze wedstrijden, gaat men onmiddellijk over tot een strafschoppenserie. 2. Modaliteiten 21. Officiële wedstrijden - Mannelijke seniores Evenwel, wanneer het gaat om een wedstrijd waarvan de uitslag een stijger of een daler moet aanduiden of waarvan de kwalificatie voor een internationale competitie afhangt, moet deze, tenzij de betrokken clubs conform Art. 1531 samen andere organisatiemodaliteiten vastgelegd hebben, herspeeld worden indien de stand na de twee verlengingen van elk vijftien minuten nog gelijk is. Wanneer na het spelen van deze tweede wedstrijd - verlengingen inbegrepen - de stand nog steeds gelijk is gebleven, dient te worden overgegaan tot een strafschoppenserie. 22. Vriendschappelijke wedstrijden - Tornooien Voor de vriendschappelijke en tornooiwedstrijden staat het de inrichters vrij in hun reglement andere mogelijkheden te voorzien om de ploegen die op gelijke stand eindigen te rangschikken, voor zover ze nochtans de maximumduur die toegestaan is niet overschrijden. 23. Strafschoppenserie Zie Spelregels "Regeling voor de strafschoppenserie".
Artikel 1306
Vervanging van spelers
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan de schikkingen betreffende de wedstrijden vanaf de zestiende finales van de Beker van België heren, mogen de clubs maximaal vier wisselspelers inschrijven op het wedstrijdblad van de officiële kampioenschapswedstrijden, eindronde en provinciale of nationale beker. Voor de clubs uitkomende in 1ste nationale afdeling wordt echter dit aantal op zeven gebracht voor de kampioenschapswedstrijden van hun eerste ploeg en reserven. 12. Tijdens officiële wedstrijden van de eerste ploeg voor het kampioenschap, de eindronde en de provinciale of nationale beker mogen maximum drie spelers vervangen worden. 13. Tijdens alle officiële wedstrijden van de reserve- en jeugdploegen mogen vier spelers vervangen worden. 14. In wedstrijden van U6 tot U17 mag een vervangen speler opnieuw aan het spel deelnemen (Vliegende vervangingen).
180
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL 2. Modaliteiten 21. De namen van de wisselspelers dienen voor de aanvang van de wedstrijd op het wedstrijdblad ingeschreven te zijn. De ongebruikte vakken dienen geschrapt vóór de wedstrijd, de namen van spelers die niet komen opdagen dienen te worden doorgehaald na de wedstrijd en door de scheidsrechter te worden geparafeerd. 22. De provinciale algemene vergaderingen zijn bevoegd om de toelating uit te vaardigen voor vier vervangingen ter gelegenheid van wedstrijden van de provinciale bekers. 23. Zonder af te wijken van de door de spelregels bepaalde grenzen, kunnen het aantal wisselspelers dat op het wedstrijdblad mag ingeschreven worden en het aantal wissels dat is toegestaan tijdens vriendschappelijke wedstrijden en tornooien in gemeen overleg bepaald worden door de deelnemende ploegen. 24. De wisselspelers moeten gekozen worden uit het maximum op het wedstrijdblad toegestane aantal. 25. Zoals om het even welke andere speler, mag een invaller de plaats van de doelman innemen, op voorwaarde dat de scheidsrechter er vooraf van verwittigd wordt. 26. Een vliegende vervanging kan plaatshebben op elk moment van de wedstrijd op voorwaarde dat: -
de scheidsrechter met een teken de vervanging toelaat; de wisselspeler het speelveld pas opkomt nadat de vervangen speler het speelveld heeft verlaten; de vervanging gebeurt aan dezelfde kant van het terrein, ter hoogte van de middenlijn; de vervanging van de doelverdediger slechts plaatsheeft tijdens een spelonderbreking en nadat de scheidsrechter ervan op de hoogte werd gebracht.
Eenzelfde speler mag zonder beperking vervangen worden en vervolgens opnieuw aan het spel deelnemen. De vervangingen moeten niet op het wedstrijdblad vermeld worden, gezien alle ingeschreven spelers beschouwd worden als effectief aan het spel te hebben deelgenomen. 27. Bij wedstrijden van hun eerste ploeg moeten de clubs van 1ste, 2de en 3de nationale afdeling aan beide ploegen een stel borden van 30 x 30 cm ter beschikking stellen, die duidelijk zichtbaar genummerd zijn. De kleur van deze borden is rood, met witte cijfers, voor de bezochte ploeg en geel met zwarte cijfers voor de bezoekende ploeg. Voor elke vervanging moet de afgevaardigde de borden met de nummers van de betrokken spelers duidelijk tonen. De vervangingen kunnen eveneens aangeduid worden door middel van een elektronisch cijferbord.
Artikel 1307
Vervolledigen van een onvolledige ploeg
1. Principe Een ploeg die een wedstrijd aanvat met minder dan het maximaal aantal toegelaten effectieve spelers, en zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1528 betreffende het minimum aantal spelers, mag zich tijdens de wedstrijd vervolledigen. 2. Modaliteit Het vervolledigen van de effectieven van een ploeg mag gebeuren: -
door een speler die reeds als effectieve speler is ingeschreven, maar nog niet aanwezig is; door een ingeschreven wisselspeler, waardoor echter een vervanging is uitgevoerd; door iedere gekwalificeerde speler die niet op het wedstrijdblad is ingeschreven. In dat geval dienen de betreffende vakken van het wedstrijdblad bij de aanvang van de wedstrijd open gelaten te worden, en nadien aangevuld.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
181
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL
HOOFDSTUK 2: UITRUSTING Artikel 1311
Kleuren van de clubs
1. Principes 11. Iedere club moet, aan het Sportcomité voor haar ploegen uit hogere afdelingen en aan het Provinciaal Comité voor haar ploegen uit lagere afdelingen, de kleuren laten kennen onder dewelke ze uitkomen en de manier waarop die kleuren geschikt zijn. 12. De onderscheiden ploegen van eenzelfde club mogen geen verschillende kleuren dragen. 13. Iedere club moet ze gedurende het hele seizoen nauwgezet gebruiken in de wedstrijden die ze als bezoekende ploeg speelt. 2. Modaliteiten 21. Nochtans, wanneer bijzondere omstandigheden een verandering van uitrusting bij de rust vereist, mag de scheidsrechter, na de ploeg van de tegenstrevers ervan ingelicht te hebben, toestaan uitrustingen aan te trekken in andere of anders geschikte kleuren, voor zover hieruit geen mogelijkheid tot verwarring voortspruit met de uitrusting van de tegenstrevers. 22. De doelwachter moet een trui dragen van (een) andere kleur(en) waardoor hij zich onderscheidt van de andere spelers, de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters. 23. Behalve de uitzondering beschreven hierna, moet de scheidsrechter de spelers van de bezochte club verplichten een trui van een andere kleur te dragen, wanneer hun uitrusting niet genoeg verschilt van die der spelers van de bezoekende club. 24. Bij kampioenschaps- of bekerwedstrijden tussen eerste ploegen van de nationale afdelingen moet de scheidsrechter de spelers van de bezoekende club verplichten een uitrusting te dragen waarvan de kleur het onderscheid tussen de twee ploegen duidelijk maakt zonder enig risico op verwarring. Wanneer het verschil niet afdoende is, moet de thuisploeg, die het voorrecht geniet in haar eigen kleuren te mogen spelen, aan de bezoekende spelers een reserve-uitrusting ter beschikking stellen die aan dezelfde vereisten qua onderscheid voldoet. De bezoekende ploeg wordt bestraft met een forfait wanneer zij weigert het reglement toe te passen en de bevelen ter zake van de scheidsrechter uit te voeren. 25. Iedere inbreuk op de regels met betrekking tot de uitrusting maakt het voorwerp uit van een scheidsrechtersverslag: zie Art 1312.
Artikel 1312
Uitrusting van de spelers
1. Principe De uitrusting van de spelers moet voldoen aan spelregel 4. 2. Modaliteiten 21. De speler draagt zijn kledij niet reglementair indien: -
de trui niet in de broek steekt; met uitzondering van een spanbroek, trainingsbroek of wielrennersshort, wat hij draagt onder de korte broek, er onder uitsteekt; de kousen de benen niet bedekken tot onder de knie; de schoenveters niet correct vastgebonden zijn; de beenbeschermers de voorkant van het scheenbeen niet bedekken.
22. De uitrusting mag geen enkel voorwerp bevatten dat voor de andere spelers gevaar oplevert.
182
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL 23. Iedere inbreuk op de regels met betrekking tot de uitrusting maakt het voorwerp uit van een scheidsrechtersverslag. De bevoegde bondsinstantie: -
legt een boete op van 5,00 EUR tot 10,00 EUR per speler in overtreding; legt een boete op van 50,00 EUR tot 100,00 EUR wanneer al de spelers van een ploeg erbij betrokken zijn.
De boete wordt verdubbeld bij herhaling in de loop van hetzelfde seizoen.
Artikel 1313
Nummering van de spelers
1. Principe De spelers van bepaalde ploegen zijn verplicht een op de rugzijde duidelijk genummerde trui te dragen. 2. Modaliteiten 21. Dienen een genummerde trui te dragen: -
senioresploegen; jeugdploegen, uitgezonderd U11 tot U6 (jongens en gemengd) en vrouwelijke jeugd U13.
Overgangsmaatregel tot 30.06.2010 Tot dan geldt de verplichting niet voor de jeugdploegen die provinciaal of regionaal spelen. 22. Het nummer van iedere speler dient vermeld op het wedstrijdblad 23. Iedere inbreuk op de regels met betrekking tot de uitrusting maakt het voorwerp uit van een scheidsrechtersverslag: zie Art. 1312.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
183
TITEL 13: DE WEDSTRIJDEN: SPELREGELS - UITRUSTING - MATERIAAL
HOOFDSTUK 3: MATERIAAL Artikel 1316
Bal
1. Principe De bal moeten voldoen aan de voorschriften van spelregel 2. 2. Modaliteiten 21. In wedstrijden tussen ploegen van: seniores, U16 tot U21 en vrouwelijke jeugd U20 wordt bal nr. 5 gebruikt; U9 tot U15 en vrouweljike jeugd U13 tot U16 wordt bal nr. 4 gebruikt; U6 tot U9 wordt bal nr. 3 gebruikt. 22. Bij inbreuk op deze regels moet de scheidsrechter een verslag opmaken. De bevoegde instantie legt een boete op van 10,00 EUR tot 30,00 EUR, die verdubbeld wordt bij herhaling tijdens hetzelfde seizoen. 23. Ingeval de wedstrijd niet kan voortgezet worden wegens een gebrek aan ballen, komen de drie punten toe aan de bezoekende club.
Artikel 1317
Divers materiaal ter beschikking te houden
1. Principes 11. De organiserende club van de wedstrijd is verplicht een fluitje, een stel gele en rode kaarten, twee witte of helkleurige vlaggen van 30 tot 40 centimeter zijde en een meetinstrument van minimaal 3 meter lengte ter beschikking te stellen. 12. Een draagbaar, evenals een verbandkist, bevattende al de bij ongevallen onmisbare benodigdheden en producten, waarvan de lijst door de Directeur-generaal aan de clubs is medegedeeld, moeten op het terrein voorhanden zijn. 2. Modaliteiten 21. De scheidsrechter moet toezicht houden op de naleving van de verplichtingen opgelegd hierboven. Van elke vastgestelde tekortkoming moet een verslag aan de bevoegde bondsinstantie worden overgemaakt. 22. Elke inbreuk wordt bestraft met een boete van 15,00 EUR. Bij herhaling in de loop van eenzelfde seizoen, wordt de boete verdubbeld.
184
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
TITEL 14 DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 1401
Soorten wedstrijden en competities
1. Er bestaan twee soorten wedstrijden: 11. officiële wedstrijden, bestaande uit twee categorieën wedstrijden: -
kampioenschapswedstrijden, bekerwedstrijden;
12. vriendschappelijke wedstrijden: deze die als dusdanig zijn aangekondigd aan de KBVB. 2. Onder officiële competities wordt verstaan: -
de kampioenschappen, de bekers.
Artikel 1402
Duur van het seizoen
1. Principe Het voetbalseizoen begint op 1 juli en eindigt op 30 juni. 2. Modaliteiten 21. Behoudens toestemming door het Uitvoerend Comité, zijn kampioenschapswedstrijden verboden tijdens de maand juli. 22. Bijzonderheid U6 tot U11 Het bevoegd comité bepaalt zelf de duur van de onderbreking van de wedstrijden tijdens de winterperiode. Tijdens deze periode zijn alle wedstrijden verboden, behalve die in de zaal.
Artikel 1403
Radio- en televisie-uitzendingen Reuzenschermen
●
Geluidsversterkers
●
1. Principes 11. Behoudens overeenkomsten gesloten voor de clubs van het Betaald Voetbal, is alleen het Uitvoerend Comité gemachtigd de algehele of gedeeltelijke radio- of televisie-uitzending van een voetbalwedstrijd toe te laten. 12. Het gebruik van luidsprekers is, behoudens in geval van noodzaak, verboden tijdens de duur van het spel. 13. Het gebruik van één of meerdere reuzenschermen is toegelaten in de stadions mits strikte naleving van de praktische code van de UEFA (zie bijlage 3F) KBVB • REGLEMENT 2009/2010
185
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 2. Modaliteiten 21. De toelating tot uitzenden mag niet verleend worden zonder vooraf de instemming van de inrichtende club te hebben bekomen. Een wijziging in de datum kan nooit worden ingeroepen om de televisie-uitzending van een wedstrijd te verantwoorden. 22. De club brengt de KBVB vóór de aanvang van het seizoen op de hoogte van de identiteit van de persoon, aangesloten bij de bond, die verantwoordelijk is voor het gebruik van reuzenschermen. Elke latere wijziging van deze toestand dient eveneens te worden gemeld. De scheidsrechter en/of het met een opdracht belaste lid van de Centrale Scheidsrechterscommissie maakt in voorkomend geval ten behoeve van het Sportcomité verslag op over de inbreuken op de praktische code. Het Sportcomité is bevoegd om de duidelijke, in hoofde van de club bewezen overtredingen, te bestraffen en, in geval van een nieuwe inbreuk op de praktische code, het gebruik van het reuzenscherm te verbieden voor boodschappen die niet publicitair en/of van algemeen nut zijn.
Artikel 1404
Weddenschappen
1. Binnen de inrichtingen van de clubs zijn weddenschappen ten strengste verboden. De overtreders van deze bepaling zullen op staande voet uit de inrichtingen verwijderd worden. Indien het aangeslotenen zijn, zal de bevoegde bondsinstantie hen een straf opleggen die tot de schrapping kan gaan. 2. Bovendien is het de spelers, trainers en clubbestuurders ten strengste verboden, op straffe van sancties die kunnen gaan tot de schrapping opgelegd door de bevoegde bondsinstanties, met als doel zich te verrijken, deel te nemen aan weddenschappen op de wedstrijden van de clubs van hun afdeling of andere wedstrijden waarbij hun club belang heeft.
Artikel 1405
Vertoningen van andere sporttakken en diverse manifestaties ● Gemengde ploegen ● Wedstrijden tussen heren- en damesploegen
1. Principe 11. De club, die op haar terrein andere manifestaties dan voetbalwedstrijden organiseert of laat organiseren, tijdens de periode waarin zij over dat terrein beschikt moet hiervoor de toestemming vragen aan de Directeur-generaal. Die manifestaties mogen niet doorgaan in rechtstreekse concurrentie met officiële voetbalwedstrijden. 12. Met uitzondering van de jeugdreeksen die gemengde ploegen in lijn mogen brengen, zijn wedstrijden tussen herenploegen en damesploegen, alsook wedstrijden tussen ploegen samengesteld uit heren en dames strikt verboden. 2. Modaliteiten 21. De aanvragen om toelating moeten tenminste drie weken bij voorbaat ingediend worden bij de Directeur-generaal. De toelating wordt alleen verleend indien de manifestatie: -
geen onzedelijk, antisportief of burlesk karakter draagt; niet van aard is om het voetbalterrein te beschadigen; niet gelijktijdig met een voetbalwedstrijd plaatsheeft, onder voorbehoud van Art. 1406.
22. De toelating is niet vereist wanneer de manifestatie georganiseerd wordt buiten de periode waaraan de club vrij over haar terrein moet kunnen beschikken. 23. Burleske wedstrijden zijn streng verboden. 24. Elke inbreuk op deze bepalingen wordt bestraft met een boete van 100,00 EUR tot 500,00 EUR, ten laste van de organiserende club of de club die haar naam hiertoe leent.
186
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1406
Gemengde vertoningen: voetbal en andere sporten
1. Principe Andere sportmanifestaties mogen georganiseerd worden tijdens voetbalwedstrijden. 2. Modaliteiten 21. De onderstaande bepalingen zijn van toepassing, indien de andere sportmanifestaties doorgaan op hetzelfde terrein als de voetbalmatch of op een terrein dat binnen dezelfde inrichtingen is gelegen, en indien de toeschouwers van de voetbalwedstrijden aldus in de gelegenheid zijn gezegde sportmeetings bij te wonen. Zij zijn niet van toepassing, wanneer de demonstraties van andere sporttakken plaatshebben op een terrein, dat geheel afgezonderd is van het terrein, waarop de voetbalwedstrijd plaatsheeft. 22. De inrichtende club moet tot de Directeur-generaal van de KBVB een bijzondere aanvraag richten, voor akkoord ondertekend door de bond die de andere sport beheert, waarin nauwkeurig wordt aangegeven: de duur van de manifestaties, het materieel of de toestellen die nodig zijn en de wijze waarop die op of in het veld aangebracht worden en hoe ze er kunnen weggenomen worden om het speelveld voor de voetbalwedstrijd in gereedheid te brengen. 23. Alleen tickets van de KBVB mogen in dat geval gebruikt worden. Daaruit volgt, dat de gehele ontvangst op de staat van ontvangsten bestemd voor de KBVB moet vermeld worden en de bond zijn belastingen heft op het totaal bedrag van de ontvangsten. 24. Wanneer de sportmeetings vóór de wedstrijd doorgaan, moet het speelveld opnieuw in orde gebracht zijn, een half uur vóór de voetbalwedstrijd aanvangt (lijnen getrokken, doelpalen en netten geplaatst). Vanaf dat ogenblik mogen er zich binnen de neutrale zone alleen nog personen bevinden die op de voetbalwedstrijd met officiële functies gelast zijn. De scheidsrechter moet zich vergewissen of deze voorschriften nageleefd worden en dit op het wedstrijdblad vermelden. 25. Tijdens de rust van een voetbalwedstrijd mogen geen sportproeven plaatshebben, behoudens uitzonderlijke toelating van het Uitvoerend Comité. 26. Wanneer de sportmeetings na de match plaatshebben, mogen ze slechts vijftien minuten na het einde ervan aanvangen, tenzij de scheidsrechter een langere wachttijd oplegt. 27. De bond, die de andere sport beheert, is verantwoordelijk voor de incidenten en voor het toezicht op het terrein, zolang de inrichters en de deelnemers dit niet verlaten hebben en het materieel er niet weggehaald is. In beginsel zijn de KBVB en zijn clubs alleen verantwoordelijk voor het toezicht op het terrein, vanaf vijftien minuten vóór, tot vijftien minuten na de wedstrijd. De KBVB kan geenszins aansprakelijk gesteld worden voor een vertraging in de uurregeling van de wedstrijden van de andere sport, veroorzaakt door incidenten tijdens de voetbalwedstrijd. 28. Een gemengde commissie, voorgezeten door een lid van het Uitvoerend Comité van de KBVB met beslissende stem, en samengesteld uit drie vertegenwoordigers (voorzitter inbegrepen) van de KBVB en drie vertegenwoordigers van de andere bond, oordeelt over alle incidenten, moeilijkheden of onvoorziene gevallen, waartoe de gemengde meetings aanleiding kunnen geven.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
187
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 2: ORGANISATIE EN ORDEMAATREGELEN Artikel 1411
Het wedstrijdblad
1. Principes 11. De club op wier terrein een wedstrijd gespeeld wordt, moet een wedstrijdblad opmaken, speciaal formulier afgeleverd door de Directeur-generaal. 12. Dit formulier verschilt van kleur naargelang de aard van de wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. De mogelijke kleuren van het wedstrijdblad zijn: -
een roze kleur voor de wedstrijden van het kampioenschap en van een eindronde, van de Beker van België en de provinciale beker; een gele kleur voor de vriendschappelijke wedstrijden; een witte kleur voor de tornooien met verkorte wedstrijdduur (ook voor het futsal); een witte kleur met een diagonale gele streep, voor de wedstrijden van U6 tot U11;
22. Elk wedstrijdblad bestaat uit een origineel formulier bestemd voor de bond en twee kopijen respectievelijk bestemd voor de bezoekende en de bezochte club. De roze wedstrijdbladen echter bestaan uit een origineel formulier bestemd voor de bond en drie kopijen respectievelijk bestemd voor de scheidsrechter, de bezoekende club en de bezochte club. Overgangsmaatregel tot uitputting van de wedstrijdbladen met twee kopijen Indien de bezochte club een wedstrijdblad gebruikt met slechts 2 kopijen, dient zij haar kopij aan de scheidsrechter te overhandigen, en dient zij de nodige maatregelen te nemen om de wedstrijdgegevens op een andere manier in haar bezit te houden. 23. Alle vakken van het wedstrijdblad moeten ingevuld worden en, namelijk, op de voorziene plaatsen: 231. de identiteit van de officiële terreinafgevaardigde, van de trainer(s), van de geneesheer, van de verzorger en van de commissarissen; De clubs uit nationale afdelingen moeten op het wedstrijdblad in één van beide vakjes voorzien voor de trainers de identiteit vermelden van diegene die in dienst is genomen om te voldoen aan de verplichtingen i.v.m. de gediplomeerde trainers. 232. de aanduiding van elke speler die geen identiteitsbewijs kan voorleggen; 233. de vervanging van de spelers; 234. de doorgevoerde uitsluitingen en de gegeven waarschuwingen; 235. de opmerkingen van de scheidsrechter of van een van de deelnemende ploegen; 236. het voorbehoud gemaakt door de twee betrokken clubs. Al deze inschrijvingen moeten door de scheidsrechter ondertekend of medeondertekend worden. 24. Het wedstrijdblad moet vóór de wedstrijd ingevuld worden, behoudens bepaalde formaliteiten te vervullen na de wedstrijd. Zo moet de scheidsrechter zo vlug mogelijk de einduitslag van de wedstrijd invullen en daarna ondertekenen. Dit blad, dat eerst door de bezochte afgevaardigde behoorlijk ingevuld wordt, met inbegrip van de identiteit van al zijn spelers, moet twintig minuten voor het vóór de aftrap bepaalde uur aan de scheidsrechter bezorgd worden. De bezoekende afgevaardigde moet er de identiteit van zijn spelers inschrijven binnen de tien volgende minuten. Elke inbreuk wordt door de bevoegde instantie bestraft met een boete van 10,00 EUR tot 1.000,00 EUR naargelang van de ernst van de fout. 25. De inlichtingen betreffende de vergoedingen betaald aan de scheidsrechters moeten door de belanghebbenden medeondertekend worden. 188
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 26. In geval van forfaitverklaring op het terrein of indien de wedstrijd door de scheidsrechter op het terrein wordt afgelast wegens onbespeelbaarheid of ongunstig weder, moet het wedstrijdblad de namen van de aanwezige spelers van beide ploegen vermelden. 27. Iedere doorhaling, overschrijving of toevoeging, moet door de scheidsrechter goedgekeurd en geparafeerd worden. 28. Op straffe van een boete van 4,00 EUR tot 10,00 EUR - naargelang de vertraging - moet ieder origineel exemplaar van het wedstrijdblad overgemaakt worden aan de secretaris van het Sportcomité of van het Provinciaal Comité, naargelang het geval, op de eerste werkdag na de wedstrijd door de club, op wier terrein de match gespeeld werd.
Artikel 1412
Officiële functies ● Personen in de neutrale zone ● Armbanden
1. Principes 11. Mits drager te zijn van een armband mogen volgende personen aanwezig zijn in de neutrale zone gedurende de wedstrijd: -
de terreinafgevaardigde en de terreincommissarissen van de bezochte club; de afgevaardigde en de eventuele terreincommissaris van de bezoekende club; de technische en medische staf van beide ploegen: trainers, geneesheer, verzorger.
12. Mits drager te zijn van hun uniform of van een middel waardoor zij makkelijk te identificeren zijn, worden de volgende personen ook toegelaten tot de neutrale zone: -
de Politie; de stewards; de hulpdiensten; geaccrediteerde fotografen en geaccrediteerde pers- en televisieploegen; leden van bondsinstanties die in opdracht zijn.
13. Vóór aanvang van iedere wedstrijd dient de identiteit van de personen die een officiële functie vervullen (cf. 21 hieronder) gecontroleerd door de scheidsrechter. 2. Modaliteiten 21. De personen die een officiële functie vervullen zijn de terreinafgevaardigde, de afgevaardigde van de bezoekende club en de terreincommissarissen. 22. De kleuren van de te dragen armbanden, die minstens 10 cm breed moeten zijn, zijn: -
terreinafgevaardigde: wit; afgevaardigde bezoekende club: nationale kleuren; terreincommissarissen bezochte en bezoekende club: hun clubkleuren; trainers: rood; medische staf: geel; officiële instantie: paars;
23.Strenge maatregelen worden getroffen tegen afgevaardigden of commissarissen, dragers van een armband, die raad geven aan hun spelers, aanmerkingen maken over de leiding van de wedstrijd of daden stellen die van aard zijn om wanorde te scheppen. 24. Ieder persoon die een officiële functie uitoefent (cf. 21 hierboven) of de functie van oefenmeester uitoefent waarvan de identiteit op het wedstrijdblad voorkomt, die geen officieel identiteitsbewijs (artikel 1421.2.21) kan voorleggen, zal door de scheidsrechter de toegang tot de neutrale/technische zone worden ontzegd, behalve wanneer deze persoon terreinafgevaardigde is. In dit laatste geval zal, wanneer de terreinafgevaardigde geen geldig identiteitsdocument kan voorleggen vooraleer het wedstrijdblad door beide partijen wordt ondertekend, de scheidsrechter deze tekortkoming vermelden in het vak ‘Aanmerkingen’ op voormeld blad en een boete van € 25,00 zal ambtshalve worden opgelegd aan de in gebreke zijnde partij door de bevoegde bondsinstantie. De identiteit van de andere personen, die volgens de hierboven vermelde bepalingen niet mogen plaatsnemen in de neutrale/technische zone, wordt geschrapt op het wedstrijdblad door de scheidsrechter. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
189
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1413
De terreinafgevaardigde en terreincommissarissen van de bezochte club
1. Principes 11. De club, op wier terrein een wedstrijd gespeeld wordt, dient naar haar terrein één van haar toegewezen aangeslotenen af te vaardigen. 12. Voor de wedstrijden van haar eerste ploeg mag de bezochte club als terreincommissarissen drie van haar aangeslotenen aanwijzen. 2. Modaliteiten 21. De terreinafgevaardigde moet minstens 18 jaar oud zijn en dient zich ten dienste te houden van de scheidsrechter tot deze vertrekt. Hij dient zich in de neutrale zone ter beschikking te houden van de scheidsrechter. 22. De terreinafgevaardigde dient, op straffe van boete van 5,00 EUR, minstens zestig minuten vóór de aanvang van de wedstrijd, wanneer deze tussen eerste ploegen wordt gespeeld, aanwezig te zijn. Voor de wedstrijden van andere ploegen bedraagt deze duur dertig minuten. 23. Indien geen terreinafgevaardigde aanwezig is, moet een speler van de bezochte club de functies van terreinafgevaardigde waarnemen. Hij mag derhalve aan het spel niet deelnemen tot de aankomst van een aangeslotene, die als afgevaardigde kan optreden. 24. Indien de bezochte club slechts met zeven spelers opkomt en dit aantal tot zes daalt, omdat een speler als terreinafgevaardigde moet optreden, wordt zij als forfaitgevend beschouwd. 25. Indien op eenzelfde terrein gelijktijdig meerdere wedstrijden van U6 tot U11 worden gespeeld, is er slechts één terreinafgevaardigde noodzakelijk voor al deze wedstrijden.
Artikel 1414
De afgevaardigde en eventuele terreincommissarissen van de bezoekende club
1. Indien zij het nuttig acht, mag de bezochte club de hulp opeisen van de afgevaardigde van de bezoekende club om de ordedienst te versterken. 2. Voor zover toegelaten door de terreinafgevaardigde, mogen aangeslotenen van de bezoekende club als terreincommissarissen fungeren.
Artikel 1415
De technische staf
1. De aanwezigheid van één enkele trainer in de technische zone is toegelaten tijdens een wedstrijd op voorwaarde dat betrokkene de tegenstrevers, de scheidsrechters of de toeschouwers niet hindert. Bij alle wedstrijden, uitgezonderd die van U6 tot U11, mag de trainer zich alleen tot zijn spelers richten wanneer hij zich in de technische zone bevindt. 2. Een trainer mag geen officiële functies vervullen op het terrein.
Artikel 1416
De medische staf
Bij alle wedstrijden, met uitzondering van deze van U6 tot U11, moeten de geneesheer en/of de verzorger in de technische zone blijven. Hun aanwezigheid mag de tegenstrevers, de scheidsrechters of de toeschouwers niet hinderen.
190
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1417
Kapitein
1. Principes 11. Vóór elke wedstrijd duiden de clubs de kapitein aan voor hun ploeg 12. Noch de kapitein, noch een andere speler mag de scheidsrechter uitleg vragen over zijn beslissingen. 2. Modaliteiten 21. Als tijdens de wedstrijd de kapitein het terrein verlaat om welke reden ook, wordt zijn functie waargenomen door de speler die hiertoe door zijn ploegmaats wordt gekozen. Indien deze keuze aanleiding geeft tot discussie, duidt de scheidsrechter deze speler aan. 22. De kapitein, of diegene die zijn functie uitoefent, draagt een armband die een gemakkelijke identificatie toelaat.
Artikel 1418
Bescherming van de officiëlen en de bezoekers
1. Principe De bezochte club dient de bescherming van de scheidsrechters te verzekeren, alsmede die van de spelers en van de leiders van de bezoekende club vóór, tijdens en na de wedstrijd, en dit tot op het ogenblik dat ze zich in veiligheid bevinden. 2. Modaliteiten 21. De bezochte club moet het nodige doen om de aanwezigheid te bekomen van politie op haar terrein tot de officiëlen en de bezoekers vertrekken. Indien ze hier niet in slaagt, dient ze zelf alle passende maatregelen te treffen om incidenten te voorkomen; 22. Indien de terreinafgevaardigde het nodig oordeelt voor het handhaven van de orde, heeft hij het recht de personen die er zich in bevinden uit de neutrale zone te verwijderen; 23. De bezochte club moet verhinderen dat het publiek het speelveld betreedt en dat het de scheidsrechters en spelers omringt bij hun terugkeer naar de kleedkamers; 24. De bevelen van de scheidsrechter, en van de leden van de officiële instanties, moeten door de bezochte club uitgevoerd worden wanneer ze de handhaving van de goede orde beogen; 25. Wat betreft de schadeloosstelling die aan de slachtoffers van een aanranding moet betaald worden, zijn de bepalingen van het artikel betreffende de aanranding op de scheidsrechter van toepassing.
Artikel 1419
Intrede op het terrein
Bij een senioreswedstrijd die telt voor een competitie, waaraan klimmen en/of dalen verbonden is, voor de Beker van België of voor een provinciale beker, moeten de spelers der beide ploegen in evenwijdige rijen het terrein betreden, onmiddellijk na de scheidsrechters.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
191
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 3: DE SPELERS: IDENTIFICATIE - VERPLICHTE INSCHRIJVING OP WEDSTRIJDBLAD Artikel 1421
Identificatie van de spelers
1. Principes 11. Elke speler die ingeschreven wordt op het wedstrijdblad van een officiële wedstrijd dient een officieel identiteitsbewijs of een spelerslicentie voor te leggen. 12. Om mogen ingeschreven te worden op het wedstrijdblad van officiële wedstrijden van de eerste ploeg, dient elke speler van het Betaald Voetbal en elke contractspeler, die geen onderdaan is van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) in gelijk welke afdeling, een door de KBVB afgeleverde spelerslicentie te bezitten. Indien hij een licentie bezit maar deze niet kan voorleggen, moet de speler een officieel identiteitsbewijs voorleggen. 13. Indien een speler geen licentie of officieel identiteitsbewijs kan voorleggen, al naargelang, moet de scheidsrechter deze tekortkoming op het wedstrijdblad vermelden. 14. De speler, die geen officieel identiteitsbewijs of geen spelerslicentie kan voorleggen, is niet gekwalificeerd om deel te nemen aan een officiële wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Officiële identiteitsbewijzen Mogen geldig als officieel identiteitsbewijs worden voorgelegd: -
elk document met foto afgeleverd door een officiële administratie; een vervangdocument met foto, afgeleverd door de plaatselijke politiediensten in geval van verlies of diefstal van de gemeentelijke identiteitskaart of elk ander officieel document; elk document met foto, erkend en afgeleverd door de KBVB.
Overgangsbepaling geldig tot 30 juni 2011 De bondsidentiteitskaarten die in het bezit zijn van de spelers of de clubs, blijven geldig ter gelegenheid van de wedstrijden voorbehouden voor de categorieën U6 tot U13. 22. Verkrijging en geldigheid van de spelerslicentie 221. De spelerslicentie wordt verkregen bij de Directeur-generaal door het inzenden van het daartoe bestemde document, vergezeld van een pasfoto, met de identiteit van de speler op de keerzijde. Voor de contractspeler die geen onderdaan is van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.) moet bovendien worden toegevoegd hetzij een kopie van de arbeidskaart hetzij de officiële mededeling, waardoor de bevoegde overheid aankondigt dat een arbeidsvergunning is toegestaan. In dit laatste geval, dient kopie van de arbeidskaart binnen de maand, volgend op de aflevering van de spelerslicentie, te worden overgemaakt aan de KBVB. 222. Een licentieaanvraag per fax wordt als geldig beschouwd, indien ze de eerstvolgende werkdag per aangetekende postzending, vergezeld van een foto, bevestigd wordt. 223. Een speler wordt beschouwd titularis te zijn van een spelerslicentie vanaf de datum van de aanvraag aan de Directeurgeneraal voor zover hij in de voorwaarden is om deze licentie te verkrijgen. 224. Indien de speler niet wordt beschouwd als zijnde opgeleid door een Belgische club, wordt deze situatie aangeduid door middel van een bepaalde code op zijn licentie.
192
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 23. Nazicht van de identiteit van de spelers ter gelegenheid van de wedstrijden 231. Vóór elke wedstrijd moet de scheidsrechter de identiteit controleren van alle spelers van wie de naam op het wedstrijdblad voorkomt. Deze controle geschiedt in tegenwoordigheid van de betrokken spelers en van de officiële afgevaardigde van beide ploegen. Desgevallend kan de scheidsrechter beslissen het nazicht tijdens de rust of na de wedstrijd te doen, maar vóór ondertekening van het wedstrijdblad door de betrokken partijen. 232. De speler die een medische afwijking geniet, dient hiertoe een attest afgeleverd door de KBVB aan de scheidsrechter voor te leggen tijdens het nazicht van identiteit. Indien dit attest niet wordt voorgelegd, is hij niet gekwalificeerd om deel te nemen aan de wedstrijd. Indien hij toch deelneemt, zijn de schikkingen van punt 242 hieronder van toepassing. 24. Ontbreken van een officieel identiteitsbewijs - Straffen 241. Elke speler, die geen spelerslicentie kan voorleggen, moet een officieel identiteitsbewijs voorleggen om gekwalificeerd te zijn. 242. Indien de speler er toch aan deelneemt, wordt hem ambtshalve een boete opgelegd van 4,00 EUR, die wordt teruggebracht op 2,00 EUR in de jeugdkampioenschappen. Daarnaast legt de bevoegde bondsinstantie de sancties op voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers, uitgezonderd de boetes. 25 Ontbreken van de spelerslicentie - Straffen 251. De speler, die een spelerslicentie moet bezitten en deze niet kan voorleggen, wordt bestraft met een boete van 40,00 EUR. 252. Indien de speler daarenboven geen officieel identiteitsbewijs kan voorleggen zoals voorzien in punt 12 hierboven, is hij niet gekwalificeerd om aan de wedstrijd deel te nemen. Indien hij er toch aan deelneemt, legt de bevoegde bondsinstantie de sancties op voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers, uitgezonderd de boetes. 253. Indien de speler een officieel identiteitsbewijs heeft voorgelegd, wordt ambtshalve een onderzoek naar de kwalificatie van de speler ingesteld. Indien de speler niet beschouwd kan worden als zijnde in het bezit van een licentie, worden de sancties voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers toegepast door de bevoegde bondsinstantie.
Artikel 1422
Verplichte inschrijving op wedstrijdblad
1. Principes 11. In het kader van hun deelname aan de officiële competities van de eerste ploegen zijn de clubs van het Betaald Voetbal gehouden op het wedstrijdblad een aantal spelers in te schrijven die zijn opgeleid door een Belgische club. 12. De clubs van 3de nationale, nationale bevordering en 1ste provinciale afdeling zijn verplicht voor het eerste ploeg minstens 2 spelers jonger dan 21 jaar op 1 januari van het vorig seizoen, in te schrijven op het wedstrijdblad. 2. Modaliteiten 21. Voor de clubs van het Betaald Voetbal In geval van inbreuk op onderstaande regels, legt de bevoegde bondsinstantie de sancties op voorzien voor het opstellen van niet-gekwalificeerde spelers, uitgezonderd de boetes. 211. Op het wedstrijdblad dienen minimum 6 spelers te worden ingeschreven die zijn opgeleid door een Belgische club, aangevuld met spelers die deze hoedanigheid niet bezitten. 212. Indien de club niet het vereiste minimum aantal spelers opgeleid door een Belgische club kan inschrijven, mag zij deze niet vervangen door de inschrijving van spelers die deze hoedanigheid niet bezitten.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
193
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 213. Worden beschouwd als zijnde opgeleid door een Belgische club: -
de spelers die volgens de vigerende Belgische wetgeving Belg zijn en minstens drie volledige jaren zijn toegewezen geweest aan een club in België; de spelers EER-onderdanen, die vóór hun 23ste verjaardag minstens drie volledige jaren toegewezen zijn geweest aan een club in België; de spelers niet EER-onderdanen, die vóór hun 23ste verjaardag minstens drie volledige opeenvolgende jaren toegewezen zijn geweest aan een club in België.
In geval van aansluiting of transfer tijdens de maanden juli en augustus of in de maand januari, wordt uitzonderlijk de periode van 1 september tot en met 30 juni en van 1 februari tot 30 juni respectievelijk beschouwd als een volledig en als een half jaar. Het al dan niet voldoen aan bovenvermelde criteria wordt beoordeeld op datum van het spelen van de wedstrijd. 22. Voor de clubs van het Amateurvoetbal Elke inbreuk tijdens hetzelfde seizoen op de verplichting tot het opstellen van minstens twee jeugdige spelers geeft aanleiding tot een ambtshalve boete per wedstrijd en per speler, door de bevoegde bondsinstantie opgelegd, van: -
194
bij een eerste overtreding: bij de tweede overtreding: vanaf de derde overtreding:
50,00 EUR 150,00 EUR 250,00 EUR
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 4: DE WEDSTRIJD EN DE SCHEIDSRECHTER ● ONGESCHIKT EN ONBESPEELBAAR TERREIN Artikel 1426
Keuring van het terrein door de scheidsrechter
1. Principe Vóór iedere wedstrijd moet de scheidsrechter het terrein keuren. 2. Modaliteiten 21. De scheidsrechter zal overgaan tot het opmeten van het terrein en doelen in geval van twijfel of op verzoek van de aanvoerder of de afgevaardigde van de bezoekende club. 22. Wanneer de scheidsrechter een of andere onregelmatigheid vaststelt, of alleen maar een gebrek dat, zonder het speelveld ongeschikt te maken, toch een verbetering vereist, moet hij zulks aan de bevoegde instantie ter kennis brengen, ofwel in een afzonderlijk verslag, ofwel door vermelding op het wedstrijdblad.
Artikel 1427
Ongeschikt speelveld
1. Principe 11. Een ongeschikt speelveld is een speelveld dat niet beantwoordt aan de reglementaire bepalingen, waardoor de scheidsrechter kan beslissen de wedstrijd niet te laten aanvangen. 12. Indien deze beslist tot het spelen van de wedstrijd, kan de bezoekende ploeg weigeren te spelen, of aanvaarden onder voorbehoud te spelen (Art. 1436). 2. Modaliteiten 21. Een speelveld is ongeschikt indien: 1° 2° 3° 4° 5° 6°
het niet beantwoordt aan de helling en afmetingen; de neutrale zone niet beantwoordt aan de voorschriften; er zich hindernissen bevinden op of op minder dan 3 meter van de buitenlijnen van het speelveld het terrein niet is afgebakend; het speelveld afgelijnd is met producten, waarvan het gebruik verboden is; de lijnen bestaan uit grachtjes, greppels in V-vorm of andere afbakeningen, die de regelmatigheid van het spel kunnen schaden; 7° de doelen niet de voorgeschreven afmetingen hebben; 8° de doelen niet voorzien zijn van netten; 9° de hoekvlaggen ontbreken bij de aanvang van de wedstrijd.
22. Indien onmiddellijke verbeteringen mogelijk zijn, moet de scheidsrechter ze doen uitvoeren, zonder dat daardoor de aanvang van de wedstrijd mag vertraagd worden. De bevindingen van de scheidsrechter, de opmerkingen van de aanvoerder of van de afgevaardigde van de bezoekende club en de opsomming van de gebeurlijk gedane herstellingen, moeten door de scheidsrechter op het wedstrijdblad aangetekend worden. De bevoegde instantie spreekt zich uit over de te nemen maatregelen tegen de bezochte club wegens haar nalatigheid. 23. De scheidsrechter mag een wedstrijd niet aanvangen indien: a) b) c) d)
een hindernis zich op het terrein of op een afstand van minder dan 3 meter van het speelveld bevindt; de doellijnen, de zijlijnen, de middenlijn, de doelgebieden, de strafschopgebieden, de hoekschopgebieden of de middencirkel niet afgebakend zijn of indien de punten in deze gebieden niet aangeduid zijn; de doelen of doelnetten ontbreken; één of meerdere hoekvlaggen ontbreken bij aanvang van de wedstrijd.
De bezochte club wordt, voor zover de bevoegde instantie dat beslist, beschouwd als forfait gevend en conform bestraft. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
195
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1428
Onbespeelbaar terrein wegens slechte weersomstandigheden
1. Principe Een onbespeelbaar terrein is een terrein dat wegens de weersomstandigheden (sneeuw, vorst, slijk, regen, mist….) niet kan gebruikt worden. 2. Modaliteiten 21. Iedere club is verplicht erover te waken en al het nodige te doen opdat haar terrein bespeelbaar wordt gehouden. 22. Behalve bij op voorhand uitstel beslist door de bevoegde instantie, kan alleen de scheidsrechter de afgelasting van een wedstrijd of de stopzetting ervan wegens onbespeelbaarheid van het terrein als gevolg van slechte weersomstandigheden beslissen. 23. De scheidsrechter kan tot afgelasting van een wedstrijd of de stopzetting ervan beslissen: 231. bij sneeuw: de lijnen onzichtbaar zijn; gevolgd door vorst het speelveld gevaren oplevert; de sneeuw aan de bal kleeft zodat die onregelmatig wordt naar vorm en gewicht. 232. bij vorst: bevroren waterplassen op het speelveld liggen; het speelveld harde, scherpe oneffenheden vertoont; de spelers hun evenwicht niet kunnen behouden; balcontrole onmogelijk is. 233. bij slijk: de grond zo modderig is dat de spelers niet kunnen aanzetten. Een bal die niet botst of in het slijk blijft vaststeken is geen reden om een terrein onbespeelbaar te verklaren. 234. bij regen: een grote oppervlakte van het terrein overstroomd is en de bal op die plaats de grond niet raakt; onvoldoende zichtbaarheid optreedt. 235. bij mist: de zichtbaarheid onvoldoende is. -
Voor wedstrijden van eerste ploegen heren in de hogere afdelingen behoort het uitsluitend tot de appreciatie van de scheidsrechter om de wedstrijd te laten beginnen of stop te zetten.
-
Voor wedstrijden van de lagere afdelingen en dameswedstrijden moet de scheidsrechter van op de doellijn van het midden van het ene doel het andere doel kunnen zien. In tegengesteld geval moet de wedstrijd worden uitgesteld of gestaakt.
24. Indien de bespeelbaarheid van het terrein gevaar loopt, ondermeer door de weersomstandigheden, moet de club alle middelen aanwenden waarover zij, rekening houdend met haar toestand en haar mogelijkheden, beschikt om haar terrein in behoorlijke staat te houden of opnieuw in orde te brengen. Wanneer de scheidsrechter niettemin beslist dat het terrein onbespeelbaar is, kan de bezochte club de wedstrijd doen spelen op een van haar andere door de Bond goedgekeurde terreinen, voor zover dit binnen een straal van vijf kilometer gelegen is van het onbespeelbaar terrein en dit terrein geen speciaal schoeisel vereist. 25. Indien het hoofdterrein dreigt te worden beschadigd door de weersomstandigheden, wat bijgevolg de tijdens het weekend in de installaties geplande wedstrijd van de eerste ploeg in het gedrang zou kunnen brengen, mag de thuisclub eenzijdig beslissen de wedstrijden van de andere categorieën te doen spelen op een door de Bond gehomologeerd bijveld, gelegen binnen een straal van vijf kilometer rond het hoofdterrein. De terreinen in kunststof vallen niet onder de toepassing van deze bepaling. 26. Wanneer een wedstrijd wordt uitgesteld wegens onbespeelbaarheid van het terrein, kan de club gehouden zijn zich te verantwoorden tegenover de bevoegde instantie. Deze oordeelt soeverein of de maatregelen welke door de club werden getroffen, werkelijk het maximum uitmaken van hetgeen kon gedaan worden en bestraft iedere tekortkoming met boetes. 196
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1429
Eventuele aanduiding van assistent-scheidsrechters
1. Principe 11. De assistent-scheidsrechters worden ambtshalve aangeduid voor wedstrijden voor eerste ploegen van nationale afdelingen. 12. De bevoegde Provinciale Scheidsrechterscommissie kan, op voorstel van het Provinciaal Comité, assistent-scheidsrechters aanduiden voor bepaalde wedstrijden: 2. Modaliteiten 21. In hogere afdelingen, valt de vergoeding voor de assistent-scheidsrechters ten laste van de bezochte club. 22. In lagere afdelingen kunnen assistent-scheidsrechters worden aangeduid voor wedstrijden: 1° van de eindronden van de lagere afdelingen; 2° van uitzonderlijk belang. In beide gevallen zijn de verschuldigde vergoeding en de verplaatsingskosten ten laste van beide clubs, elk voor de helft. 3° voor dewelke de twee clubs of één van beide het vragen (vraagt). De verschuldigde vergoedingen en de verplaatsingskosten vallen ten laste van beide clubs, elk voor de helft, indien beide om de aanduiding verzocht hebben. Is de aanduiding slechts gevraagd door één club, dan blijven de vergoedingen en de verplaatsingskosten ten laste van deze laatste. 4° bij dewelke er incidenten te vrezen zijn. De verschuldigde vergoeding en de verplaatsingskosten vallen ten laste van de club die de aanduiding noodzakelijk maakt.
Artikel 1430
Afwezigheid of terugtrekking van de scheidsrechter of de assistentscheidsrechter ● Gelegenheidsscheidsrechter
1. Principes 11. Wanneer de scheidsrechter afwezig is of zich terugtrekt in de loop van een wedstrijd met officiële assistent-scheidsrechters, dienen de assistent-scheidsrechters, in rangorde van aanduiding, de wedstrijd te leiden. 12. Wanneer de scheidsrechter afwezig is of zich terugtrekt in de loop van een wedstrijd zonder officiële assistentscheidsrechters, of indien een assistent-scheidsrechter afwezig is of zich terugtrekt in de loop van een wedstrijd, is er een welbepaalde rangorde voor de keuze van de vervanging van de scheidsrechter of de assistent-scheidsrechter. 13. Bij klacht betreffende het niet naleven van dit artikel, kan de bevoegde instantie de wedstrijd ongeldig verklaren, indien uitgemaakt is dat een gelegenheidsscheidsrechter op onregelmatige wijze gekozen werd. 2. Modaliteiten 21. De rangorde voor de keuze van de vervanging van de scheidsrechter of assistent-scheidsrechter is de volgende: 1° 2° 3° 4° 5° 6° 7°
de neutrale scheidsrechter, in volgorde van hun rangorde; de scheidsrechter toegewezen aan een van de aanwezige clubs volgens rangorde; de bij de KBVB aangesloten inactieve scheidsrechter die niet aan een van de aantredende clubs is toegewezen; de bij de KBVB aangesloten inactieve scheidsrechter die aan een van de aantredende clubs is toegewezen; een aangeslotene die niet toegewezen is aan een van de betrokken clubs; een aangeslotene die aan een der betrokken clubs is toegewezen; een toeschouwer.
De bezoekende club kiest in elk van deze groepen eerst.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
197
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 22. Er mag geen beroep worden gedaan op personen jonger dan 17 jaar en ouder dan 50 jaar, behalve voor de categorieën 1° en 2° hierboven (actieve scheidsrechters). 23. Wanneer er echter alleen spelers op het terrein aanwezig zijn, moet de speler van de bezochte club, die de terreinafgevaardigde vervangt, tegelijk de functies van scheidsrechter waarnemen, tenzij een effectieve speler van de bezoekende club, gebruik makend van de voorrang hem door dit artikel verleend, de wedstrijd wenst te leiden. In dit geval mag de speler van de bezochte club die als terreinafgevaardigde dienst doet, eveneens niet meespelen tenzij de bezoekende club toch nog elf spelers in lijn brengt. 24. De aangeslotene of de toeschouwer, op wie de bezoekende of bij gebreke de bezochte club verplicht is beroep te doen krachtens 5°, 6° en 7° hierboven, mag die taak weigeren. Wanneer alsdan niemand anders de wedstrijd wil leiden, is de afgevaardigde van de bezochte club verplicht de functies van scheidsrechter waar te nemen. Indien deze echter buiten de voorziene leeftijd valt, dient alsdan een aangeslotene van de bezochte club, verplicht de functie van scheidsrechter waar te nemen. 25. De gelegenheidsscheidsrechter bezit dezelfde bevoegdheid als een officiële scheidsrechter. Hij moet de leiding van de wedstrijd afstaan aan de officiële scheidsrechter of assistent-scheidsrechter die laattijdig aankomt. Deze laatste moet wachten tot de eerste wedstrijdonderbreking om op het terrein te komen. 26. De scheidsrechterscommissies onderzoeken of de personen, die de functies van scheidsrechter hebben waargenomen, daartoe wel gekwalificeerd waren.
Artikel 1431
Kosten van de scheidsrechters
Zie Art. 816 tot 819
Artikel 1432
Scheidsrechter voor wedstrijden van U6 tot U11
De scheidsrechter wordt aangewezen door de bezochte club. Hij moet minstens 15 jaar oud zijn en heeft geen recht op de reglementaire vergoedingen.
Artikel 1433
Quoteringsbulletin
1. Principe Voor elke wedstrijd uit nationale afdelingen zijn de twee clubs verplicht het formulier "Quotering van de scheidsrechters" te doen invullen door één van hun leden. 2. Modaliteiten 21. De provinciale algemene vergadering is bevoegd deze verplichting in te voeren voor de wedstrijden van 1ste en 2de provinciale. 22. Dit formulier moet, op straffe van een boete van 4,00 EUR tot 10,00 EUR. naargelang van de vertraging, ofwel onder dezelfde omslag als het wedstrijdblad, ofwel afzonderlijk, binnen de 48 uren volgend op de wedstrijd, overgemaakt worden aan de secretaris van het Sportcomité of van het Provinciaal Comité, naargelang van het geval, die het aan de bevoegde scheidsrechterscommissie doorstuurt.
198
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 5: KLACHTEN BETREFFENDE DE WEDSTRIJD Artikel 1436
Ongeschikt speelveld: weigeren te spelen - spelen onder voorbehoud
1. Principe Indien, in de ogen van de bezoekende club, een terrein ongeschikt is, kan zij weigeren te spelen, of spelen onder voorbehoud. 2. Modaliteiten 21. Indien de bezoekende club weigert te spelen, moet ze de redenen van haar beslissing aan de scheidsrechter kenbaar maken en achteraf moet zij zich voor de bevoegde instantie verantwoorden. Indien deze laatste, na onderzoek, de bezoekende club in het ongelijk stelt, moet deze de gevolgen van haar weigering dragen. 22. Indien de bezoekende club aanvaardt onder voorbehoud te spelen, moet ze dit voorbehoud op uitdrukkelijke wijze en de ingeroepen redenen aan de scheidsrechter kenbaar maken. Ze moet dit minstens 20 minuten vóór de wedstrijd doen, opdat de mogelijke verbeteringen gebeurlijk nog onmiddellijk zouden kunnen uitgevoerd worden. 23. Wanneer een club voorbehoud maakt of een klacht op het wedstrijdblad formuleert, ontslaat zulks haar niet van de verplichting om een klacht in te dienen in de vorm en termijn voorzien in het reglement. 24. Indien het onderzoek van de bevoegde instantie uitmaakt dat de onregelmatigheden waaraan niet verholpen kon worden, de uitslag van de wedstrijd hebben beïnvloed, worden de drie punten aan de bezoekende club toegekend.
Artikel 1437
Klacht betreffende de duur van de wedstrijd
1. Principe Alvorens de grond van een klacht betreffende de duur van de wedstrijd te onderzoeken, moet de bevoegde Scheidsrechterscommissie nagaan of de procedure vastgesteld door Art. 1303.24 werd nageleefd. 2. Modaliteit Te dien einde vraagt zij aan het Sportcomité of aan het Provinciaal Comité, naargelang van het geval, een afschrift van de op het wedstrijdblad aangebrachte meldingen.
Artikel 1438
Klacht betreffende de spelleiding
1. Principes 11. De klachten over de vergissingen, begaan door een scheidsrechter bij het beoordelen van een feit tijdens een wedstrijd (Art. 1439) of bij de toepassing van de eigenlijke spelregels (Art. 1440), worden beschouwd als hebbende betrekking op de spelleiding en vallen bijgevolg onder de bevoegdheid van de Scheidsrechterscommissies. 12. Een club, die hoger beroep wenst aan te tekenen tegen een beslissing van de Centrale- of van een Provinciale Scheidsrechterscommissie, moet niet wachten tot ze kennis heeft van de mogelijke gevolgen van gezegde beslissing die het Sportcomité of het Provinciaal Comité nog dient te treffen. 2. Modaliteiten 21. Worden niet beschouwd als betrekking hebbende op de spelleiding en dienen bijgevolg door het Sportcomité of het bevoegd Provinciaal Comité beoordeeld, zoals klachten betreffende feiten van sportieve aard, de klachten betreffende: 1° het schorsen of het uitstellen, door een scheidsrechter, van een wedstrijd wegens invallende duisternis, onguur weder, onbespeelbaarheid van het veld. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
199
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 2° de beslissing van een scheidsrechter tot het schorsen van een wedstrijd wegens incidenten, zelfs indien in die klachten gewag gemaakt wordt van een scheidsrechterlijke vergissing; 3° de geldigheid van de uitsluiting van spelers. Nochtans zal de Centrale Scheidsrechterscommissie of de Provinciale Scheidsrechterscommissie, naargelang het geval, uitgenodigd worden haar advies te geven, door de afgevaardigde die haar vertegenwoordigt in de repressieve instantie, voordat een beslissing wordt genomen. 22. Wanneer een klacht tegen de spelleiding tegelijk een klacht tegen de scheidsrechter inhoudt, oordeelt de commissie of de betrokken scheidsrechter, vóór het onderzoek, op de hoogte van de hem ten laste gelegde feiten moet worden gebracht. In bevestigend geval, worden hem de nodige bijkomende afschriften overgemaakt.
Artikel 1439
Klacht of hoger beroep gericht tegen een scheidsrechterlijke vergissing in de beoordeling van een feit
1. Principes 11. Volgens Regel 5 van de Spelregels, zijn de beslissingen van de scheidsrechter over spelfeiten tijdens de wedstrijd, niet vatbaar voor hoger beroep, indien zulks de uitslag van de wedstrijd betreft. 12. De uitslag van een wedstrijd kan bijgevolg nooit gewijzigd worden voor een fout van de scheidsrechter bij het beoordelen van een feit tijdens een wedstrijd, zelfs niet indien die fout na de hervatting van het spel door de scheidsrechter erkend wordt. 2. Modaliteiten 21. A fortiori, mogen de verklaringen van een assistent-scheidsrechter, die in tegenspraak zijn met die van de scheidsrechter, over het beoordelen ven een feit, van geen invloed zijn op de beslissing. 22. De Scheidsrechterscommissies mogen evenwel de klachten of de hogere beroepen over vergissingen van die aard niet ambtshalve verwerpen, zonder de belanghebbenden gehoord te hebben. De te volgen procedure moet dezelfde zijn als voor de andere klachten en hogere beroepen. 23. De secretarissen van de Scheidsrechterscommissies mogen, bij het ontvangen van een klacht of van een hoger beroep in dergelijke zaak, aan de klagende club schriftelijk laten weten dat haar verzoek weinig kans op een gunstig gevolg heeft, omdat het op een of meerdere kwesties van feiten slaat. Ze vragen dan tegelijk of de club de klacht of het hoger beroep in die omstandigheden handhaaft. In bevestigend geval vallen eventueel de kosten van het geding ten laste van de club en kunnen haar eventueel boetes ten laste worden gelegd. 24. Indien de club haar verzoek toch staande houdt, ongeacht die mededeling, wordt dit, zoals gebruikelijk, ter zitting en in aanwezigheid van de verschillende betrokken partijen behandeld.
Artikel 1440
Klacht of hoger beroep gericht tegen een scheidsrechterlijke vergissing in de toepassing van de spelregels
1. Indien voor een scheidsrechterscommissie, naar aanleiding van een klacht of van een hoger beroep, vast komt te staan dat de scheidsrechter een vergissing begaan heeft, niet in het beoordelen van een feit maar wel in de toepassing van de spelregels, wordt de zaak, naargelang van het geval, overgemaakt aan het Sportcomité of het Provinciaal Comité. 2. De bevoegde instantie gaat na of de vergissing de gang van het spel grondig heeft beïnvloed en beslist in dit geval tot de nietigverklaring van de wedstrijd. Indien vast staat dat tussen het ogenblik waarop de vergissing werd begaan en het einde van de wedstrijd de score onmogelijk nog kon veranderen in die mate dat de punten hierdoor anders moesten worden toegekend, stelt de instantie de score vast met inachtneming van de begane vergissing, maar zonder de wedstrijd te doen herspelen.
200
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 6: VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN EN TORNOOIEN Artikel 1446
Vriendschappelijke wedstrijden: regel - formaliteiten
1. Principe Een wedstrijd buiten de officiële competities, ook diegene als training tussen twee verschillende clubs, moet, in de voorgeschreven vorm en binnen bepaalde termijnen aan de KBVB gemeld worden. 2. Modaliteiten 21. Wedstrijd in België 211. De inrichtende club vult het speciale formulier in en stuurt het, geldig ondertekend door de gerechtigde correspondent, uiterlijk op de dag vóór de wedstrijd, waarbij de verzendingsdatum rechtsgeldig is, via de post, fax of e-mail naar de bevoegde instantie, d.w.z. de jurisdictie waaronder zij valt. Iedere inbreuk leidt tot een boete van 20,00 EUR, die wordt verdubbeld bij herhaald verzuim tijdens hetzelfde seizoen of wanneer het een wedstrijd tegen een buitenlandse ploeg betreft. De inrichtende club is volledig verantwoordelijk wanneer de vriendschappelijke wedstrijd, na ontvangst van het speciale formulier, door de bovenvermelde jurisdictie niet-reglementair wordt verklaard. 212. De organiserende club moet in het bezit zijn van een schriftelijke akkoordverklaring van de andere club of desgevallend van de deelnemende clubs. Deze verklaring moet, in geval van klacht, voorgelegd worden indien de bevoegde bondsinstantie het vraagt. 213. Voor het leiden van vriendschappelijke wedstrijden aangekondigd binnen een termijn van minder dan veertien kalenderdagen vóór de wedstrijd, duidt de bevoegde Scheidsrechterscommissie slechts in de mate van het mogelijke officieel een scheidsrechter aan. 22. Wedstrijd in het buitenland Iedere in het buitenland te spelen wedstrijd moet minstens veertien kalenderdagen bij voorbaat aan de Directeur-generaal aangekondigd worden, op straffe van de boete van 20,00 EUR Behoudens verzet binnen de acht kalenderdagen, is de wedstrijd toegelaten. 23. Taks ● Geen voorafgaande aankondiging ● Annulering wedstrijd door de bevoegde instantie 231. De organiserende club is voor elke vriendschappelijke wedstrijd een taks van 5,00 EUR verschuldigd. De wedstrijden en tornooien van U6 tot U11 zijn vrijgesteld van betaling. 232. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1448, wanneer een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld wordt zonder voorafgaande aankondiging of in geval van annulering door de bevoegde instantie, loopt de inrichtende club een boete op van: -
100,00 EUR voor een jeugdwedstrijd; 200,00 EUR voor een senioreswedstrijd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
201
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1447
Vriendschappelijke wedstrijden: registratie van de aankondiging uitgestelde wedstrijden - algemene afgelasting
1. Principes 11. De registratie van de aankondiging van een vriendschappelijke wedstrijd mag niet meer ingetrokken worden door de bevoegde instantie, behoudens wanneer zij verplicht is op dezelfde datum een officiële wedstrijd vast te leggen, waarbij een der clubs betrokken is. 12. De club waaraan het verschuiven van een kampioenschapswedstrijd is toegestaan, mag op de vrijgekomen datum geen vriendschappelijke wedstrijd inrichten of eraan deelnemen. 2. Modaliteiten 21. Vriendschappelijke wedstrijden tussen clubs van hogere afdelingen mogen niet verboden worden omwille van een officiële wedstrijd in lagere afdelingen en omgekeerd. 22. De vrije data in de kalender worden voorbehouden voor de uitgestelde wedstrijden. Elke registratie van de aankondiging van een vriendschappelijke wedstrijd wordt geannuleerd wanneer een van de clubs op dezelfde dag een uitgestelde officiële wedstrijd moet spelen. Deze bepaling is niet toepasselijk op de clubs van 1ste nationale afdeling indien zij de uitgestelde officiële wedstrijd op de eerstvolgende beschikbare woensdag spelen; 23. Alvorens de aankondiging van een vriendschappelijke wedstrijd te registreren op een vrije datum, gaat de bevoegde instantie na of deze datum niet voorbehouden is voor een door één van de clubs te spelen uitgestelde officiële wedstrijd.
Artikel 1448
Vriendschappelijke wedstrijden: gemengde ploegen - wedstrijden tegen niet-aangesloten clubs - futsal
1. Principes 11. Een gemengde ploeg is een ploeg die niet louter uit spelers van eenzelfde club bestaat maar uit tenminste zes spelers van eenzelfde club of van eenzelfde verstandhouding van clubs. 12. Het is aan de clubs van de KBVB verboden wedstrijden te spelen tegen niet-aangesloten, geschorste of geschrapte clubs. 13. Er mogen vriendschappelijke wedstrijden worden ingericht tussen voetbalploegen en futsalploegen, en dit tijdens de winterstop van de officiële kampioenschappen waaraan de betrokken clubs deelnemen, of na de beëindiging van deze kampioenschappen. 2. Modaliteiten 21. Gemengde ploeg 211. Een club die een gemengde ploeg opstelt moet de attesten, waarin de andere clubs hun spelers toestemming geven om aan de wedstrijd deel te nemen, bijhouden en ze in geval van klacht voorleggen aan de bevoegde instantie. 212. Enkel spelers die regelmatig aangesloten zijn en niet geschorst zijn voor vriendschappelijke wedstrijden, mogen aan een wedstrijd van een gemengde ploeg deelnemen. 213. De bevoegde instanties van de bond zijn gemachtigd strafmaatregelen te treffen tegen clubs die deze laatste bepaling overtreden of zonder toestemming spelers van andere clubs in lijn stellen. 214. De clubs kunnen, binnen de grenzen van hun huishoudelijk reglement, straffen opleggen aan spelers die, zonder hun toestemming, in een gemengde ploeg gespeeld hebben.
202
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 22. Buitenlandse clubs De clubs die voor het afsluiten van wedstrijden tegen buitenlandse ploegen, beroep doen op de tussenkomst van personen die in eigen naam optreden, moeten zich schikken naar de bepalingen van het reglement van de FIFA en van de UEFA. Wanneer zij dit niet doen, kunnen zij in geval van geschil, geen beroep doen op de tussenkomst van de bond, noch op het scheidsgerecht van bevoegde internationale organen. 23. Wedstrijden tegen niet-aangesloten clubs 231. Iedere inbreuk op het verbod tot spelen tegen niet-aangesloten clubs wordt gestraft met een boete van 100,00 EUR tot 500,00 EUR. 232. Het Uitvoerend Comité kan evenwel, na raadpleging van de bevoegde instantie, aan een club uitzonderlijk en met propaganda of liefdadige doeleinden toestaan tegen een niet-aangesloten club uit te komen. Om ontvankelijk te zijn, moeten de aanvragen bij de Directeur-generaal ingediend worden, minstens veertien kalenderdagen vóór de datum, die voor zulke wedstrijd voorzien wordt. 24. Vriendschappelijke wedstrijden tussen voetbal- en futsalploegen 241. Sancties die dienen genomen te worden voor feiten voorgevallen gedurende deze wedstrijden, worden beslecht door de bondsinstantie waarvan de organiserende club afhangt. 242. In geval van dubbele toewijzing - voetbal en futsal, heeft de voetbalclub voorrang om de speler op te stellen.
Artikel 1449
Door de clubs georganiseerde tornooien
1. Principes 11. Wordt als tornooi beschouwd, elke vriendschappelijke competitie waarvan de duur niet meer bedraagt dan één week. 12. Indien door een tornooi van langere duur een competitie ontstaat die in concurrentie gaat met de door de bond georganiseerde nationale of provinciale kampioenschappen, zal de toelating voor deze vriendschappelijke wedstrijden door het bevoegde Comité geweigerd worden. 13. Volgens de statuten van de FIFA en de toepassing van de voorschriften van de statuten van de FIFA, moet de organisatie van elk internationaal tornooi, waaraan wordt deelgenomen door meer dan twee nationale bonden (ongeacht welke ploegen worden opgesteld) en/of door ploegen van clubs behorende tot verschillende nationale bonden, bepaalde voorwaarden in acht nemen. 2. Modaliteiten 21. Tornooien 211. Alle bepalingen betreffende de vriendschappelijke wedstrijden (Art. 1446) zijn van toepassing voor de tornooien, behalve de taks en het verzenden van het speciaal formulier, dat moet gebruikt worden voor het aankondigen van vriendschappelijke wedstrijden. 212. Zonder afbreuk te doen aan de bijzondere beschikkingen betreffende internationale tornooien, moet de organiserende club, op straffe van de boete voorzien door Art. 1446, het tornooi aankondigen binnen de termijnen voorzien door dat artikel door het verzenden naar de bevoegde instantie van het speciaal formulier dat gratis door de Bond verstrekt wordt. Zodra een tornooi in de bondsbladen wordt gepubliceerd, dient het beschouwd te worden als officieel toegelaten. 213. De organiserende club moet bovendien in het bezit zijn van een collectieve of individuele akkoordverklaring tot deelneming, ondertekend door de betrokken clubs. Zij moet voorgelegd worden indien de bevoegde bondsinstantie dit vraagt uit hoofde van een klacht.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
203
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 214. De bevoegde bondsinstantie kan in uitzonderlijke omstandigheden, waarover zij soeverein oordeelt, een aanvraag aanvaarden tot globale wijziging van de data van een tornooi, dat laattijdig werd aangevraagd. In dit geval wordt een retributie van 5,00 EUR in rekening gebracht bij de organiserende club. 22. Tornooien van langere duur 221. De wedstrijden van een tornooi, waarvan de duur meer dan één week bedraagt, moeten aangekondigd worden als gewone vriendschappelijke wedstrijden. 222. Indien er desondanks een weigering toch zulke wedstrijden gespeeld worden, bestraft de bevoegde instantie de deelnemende ploegen met een boete van 200,00 EUR per gespeelde wedstrijd. 23. Internationaal tornooi met deelname van meer dan twee nationale bonden en/of met ploegen van clubs behorende tot verschillende nationale bonden Volgende voorwaarden dienen in acht te worden genomen: 1° de toelating van de FIFA of de UEFA, naargelang het geval, moet worden bekomen; 2° de aanvraag om toelating moet worden ingediend door de nationale bond op wiens grondgebied het tornooi is voorzien, en dit minstens twee maanden voor de eerste dag van het tornooi (Zie reglement betreffende de toepassing van de statuten van de FIFA); opdat aan deze termijn zou kunnen voldaan worden, dient de aanvraag en toebehoren door de organiserende club minstens 75 kalenderdagen vóór de eerste dag van het tornooi bezorgd te worden aan de Directeurgeneraal; 3° de aanvraag om toelating moet vergezeld zijn van een lijst met deelnemende ploegen, en van het reglement van het tornooi zoals het werd opgesteld door de organiserende instantie (Zie reglement betreffende de toepassing van de statuten van de FIFA); de FIFA behoudt zich echter het recht voor om wijzigingen aan het reglement aan te brengen, indien dit niet voldoet aan de vereisten; 4° elke deelnemende club moet behoren tot de nationale bond van zijn land, en moet in het bezit zijn van een schriftelijke toelating van deze bond; de aandacht van de club moet hierop, bij de indiening van de aanvraag tot toelating, worden getrokken door zijn nationale bond; 5° de deelnemende ploegen moeten een algemene verzekering afsluiten, bevattende ondermeer ziekte en ongeval. 6° de inrichter van het tornooi moet een verzekering "burgerlijke aansprakelijkheid" afsluiten, 7° het tornooi mag niet worden georganiseerd door een instelling vreemd aan het voetbal; indien hierop echter wel beroep wordt gedaan, blijft de totale verantwoordelijkheid toch ten laste van de club (of ander gemachtigd orgaan) die de toelating voor de organisatie heeft aangevraagd. 24. Deelname futsalclubs De clubs mogen futsalploegen aan hun tornooien laten deelnemen. Alle beschikkingen van Art. 1448 zijn van toepassing op deze wedstrijden. Het is een speler niet geoorloofd, tijdens één en hetzelfde tornooi, de kleuren van een futsalclub te verdedigen en in de ploeg van een club uit te komen. 25. Bekers en trofeeën ● Bescherming van de benaming der tornooien 251. Bekers en trofeeën mogen geen politieke benaming dragen. Een tornooi begiftigd met een beker, aangeboden door een persorgaan, mag de benaming van dat orgaan aannemen. 252. Op verzoek van een inrichtende club of groepering, kan het Uitvoerend Comité beslissen dat de bijzondere benaming van een tornooi beschermd wordt. Deze bescherming betekent een verbod voor andere clubs en groeperingen ze te gebruiken. 26. Taks 261. Op de wedstrijden die gespeeld worden in het kader van een door de clubs georganiseerd tornooi, wordt een taks geheven van 5,00 EUR per wedstrijd ten laste van de organiserende club.
204
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 262. Wanneer evenwel het tornooi georganiseerd wordt voor een categorie van jeugdploegen, waaraan minstens vier ploegen deelnemen en tijdens hetwelk de duur van de wedstrijden korter is dan deze bepaald voor de wedstrijden van deze categorie, wordt de bovenvermelde taks herleid tot 2,50 EUR per wedstrijd. 263. De wedstrijden gespeeld door U6 tot U11 zijn vrijgesteld van taks. 27. Scheidsrechters De clubs die tornooien organiseren mogen aan de bevoegde scheidsrechterscommissie vragen de scheidsrechters aan te duiden die zij voorstellen. 28. Betwistingen, incidenten, laakbare feiten Alle betwistingen, incidenten of laakbare feiten waartoe de organisatie van een tornooi aanleiding geeft, worden in eerste aanleg door de inrichtende instantie beslecht, uitgezonderd: -
de feiten van spelleiding behoren tot de bevoegdheid van de instanties die de scheidsrechters aanduiden; over gevallen van wangedrag van spelers en klachten tegen de organiserende instantie wordt geoordeeld door de bevoegde instantie van de KBVB.
Artikel 1450
Liefdadigheidstornooien of -wedstrijden
1. Principe De clubs, die liefdadigheidswedstrijden of -tornooien willen op touw zetten of daaraan willen deelnemen, moeten daartoe de machtiging van de Directeur-generaal aanvragen. 2. Modaliteit De begunstigde activiteiten moeten zuiver menslievend zijn en mogen geen politieke strekking hebben.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
205
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 7: INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN ● NATIONALE EN PROVINCIALE SELECTIEWEDSTRIJDEN Artikel 1456
Organisatie van internationale wedstrijden
1. Principes 11. De KBVB organiseert internationale wedstrijden en oefenwedstrijden voor zijn vertegenwoordigende ploegen. Hiervoor beschikt de bond over de speelvelden van de clubs. 12. De clubs ontvangen hiervoor een vergoeding. 13. De organisatie van internationale wedstrijden en competities waarin vertegenwoordigende ploegen, liga's en/of clubploegen uitkomen, valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de FIFA of van de UEFA. 14. Bepaalde leden of personen kunnen een besproken zitplaats bekomen. 15. Het Uitvoerend Comité kan om het even welke wedstrijd verbieden, zo geoordeeld wordt dat deze een concurrentie uitmaakt met een wedstrijd van de nationale A-ploeg. 2. Modaliteiten 21. Materiele organisatie De volledige materiële organisatie van de landenwedstrijden en van de oefenwedstrijden van de nationale ploegen is toevertrouwd aan de Directeur-generaal, die zich inzonderheid bezighoudt met de briefwisseling, de reclame en het toezicht, evenals met de verdeling en de voorverkoop van de kaarten, conform de richtlijnen verstrekt door het Uitvoerend Comité. 22. Vergoedingen voor de clubs 221. De betrokken clubs ontvangen als vergoeding: -
voor de wedstrijden van de nationale A-ploeg: 20% van de netto-ontvangst, met een maximum van 750,00 EUR;
-
voor de andere wedstrijden: 10% van de netto-ontvangst, met een maximum van 750,00 EUR en een minimum van 125,00 EUR.
Bovendien wordt een vaste bijkomende vergoeding van 250,00 EUR toegekend aan de club, wanneer het een avondwedstrijd betreft. 222. Onder netto-ontvangst wordt verstaan: de bruto-ontvangst na aftrek van de Bonds- en gemeentetaks, van de bijdrage die aan de FIFA en de UEFA verschuldigd is en van de regelmatig door de bond toegestane organisatiekosten. 223. Voormeld bedrag is een forfaitaire vergoeding. De club kan geen aanspraak maken op de terugbetaling van andere uitgaven, tenzij deze, voorafgaandelijk door de bond zijn toegestaan. De vergoeding wordt aan de club verleend zonder rekening te houden met gebeurlijke overeenkomsten tengevolge waarvan de club zich tegenover derden verbindt. 224. De bond kan nochtans tussenkomen in de uitgaven door een club gedaan voor de uitbreiding van haar inrichtingen, met het oog op een wedstrijd van de nationale ploeg, mits uit de aangebrachte verbetering een vermeerdering van de ontvangsten van de wedstrijd voortvloeit. 23. Rol van de FIFA of de UEFA 231. De organisatie van internationale wedstrijden en competities waarin vertegenwoordigende ploegen, liga's en/of clubploegen uitkomen, valt uitsluitend onder de bevoegdheid van de FIFA of van de UEFA. Geen wedstrijd of competitie mag plaatsvinden zonder voorafgaande toelating van het Uitvoerend Comité van de FIFA of de UEFA. Bovendien moet een toelating van de betrokken confederatie gevraagd worden conform de statuten en reglementen van de FIFA of de UEFA.
206
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 232. De KBVB, gehouden de internationale wedstrijdkalender van de FIFA/UEFA na te leven, is verplicht de internationale officiële wedstrijden waaraan haar nationale A-ploeg deelneemt te plaatsen uitsluitend op de data door de FIFA hiervoor vastgelegd. 233. Elke wedstrijd of sportief contact van de KBVB met een vereniging die geen lid is van de FIFA of de UEFA of met voorlopige leden van confederaties of van hun clubs wordt onderworpen aan de toelating van de FIFA of de UEFA. 24. Uitnodigingen 241. De leden van de officiële instanties, de houders van een bondsonderscheiding, de spelers die aan minstens vijf internationale wedstrijden deelgenomen hebben en, voor zover de beschikbare plaatsen het toelaten, de actieve scheidsrechters van hogere afdelingen, kunnen een besproken zitplaats bekomen. Voor elke wedstrijd bepaalt een communiqué in de bondsbladen nauwkeurig de getroffen schikkingen en ondermeer de termijn, vastgesteld voor het inzenden van de aanvragen. 242. De leden van de officiële instanties, de actieve scheidsrechters van hogere afdelingen die geen uitnodiging aanvragen en de actieve scheidsrechters van lagere afdelingen, hebben, op vertoon van hun bondskaart, toegang tot de in gezegd communiqué aangeduide plaatsen. 243. De uitnodigingskaarten mogen door de begunstigde niet aan andere personen afgestaan worden. Bij overtreding van die bepaling, zal het in fout zijnde lid in de toekomst geen uitnodiging meer ontvangen.
Artikel 1457
Internationale wedstrijden: deelnemende spelers
1. Principes 11. De spelers die volgens de vigerende Belgische wetgeving Belg zijn en bij de KBVB of bij een andere tot de FIFA behorende nationale voetbalbond aangesloten zijn, kunnen opgeroepen worden om de bond te vertegenwoordigen in interlandwedstrijden onder de naam "België", of om deel te nemen aan een nationale of provinciale selectie. 12. Clubs mogen zich nooit op een afgesloten vriendschappelijke wedstrijd beroepen om zich te verzetten tegen de selectie van hun spelers. 2. Modaliteiten 21. Wanneer ze in de kampioenschapswedstrijden uitkomen, zijn de spelers ambtshalve verplicht deel te nemen aan: internationale of andere door de bond georganiseerde wedstrijden; nationale of provinciale selecties als daarvoor op hen beroep gedaan wordt. 22. Een speler die als effectieve speler of als invaller voor de nationale A-ploeg is aangeduid mag, gedurende de week die de internationale wedstrijd voorafgaat, aan geen enkele wedstrijd deelnemen, behoudens bijzondere toestemming van de Technische Commissie. 23. Elke speler, die als effectief in de vertegenwoordigende Belgisch ploeg optrad, ontvangt een pet, die een aantal sterren draagt, gelijk aan het aantal internationale wedstrijden waaraan hij heeft deelgenomen. 24. Op het einde van ieder seizoen wordt een album met foto's geschonken aan de spelers die hebben deelgenomen aan minstens de helft van de wedstrijden die de A-ploeg gespeeld heeft tijdens het seizoen.
Artikel 1458
Oproepingsprocedure van spelers bij een selectie voor een wedstrijd of tornooi van de nationale vertegenwoordigende ploegen
1. Principes 11. De verplichtingen van de clubs inzake terbeschikkingstelling voor de wedstrijden van de nationale vertegenwoordigende ploegen, worden geregeld door bijlage 1 van het FIFA-reglement betreffende het statuut en de transfer van spelers. 12. De spelers dienen tijdig te worden opgeroepen. Zijzelf en de clubs worden hiervan verwittigd KBVB • REGLEMENT 2009/2010
207
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 2. Modaliteit De oproepingsprocedure is als volgt: 1° Veertien dagen vóór het begin van de terbeschikkingstelling die de eerste wedstrijd voorafgaat, wordt een preselectie uitgevoerd; 2° Alle betrokken clubs worden schriftelijk op de hoogte gebracht, 14 dagen vóór het begin van de terbeschikkingstelling die de eerste wedstrijd voorafgaat, van de identiteit van de hem toegewezen spelers, dewelke in aanmerking komen om te worden opgeroepen; 3° Alle betrokken spelers worden 14 dagen vóór de aanvang van de terbeschikkingstelling die de eerste wedstrijd voorafgaat, schriftelijk op de hoogte gebracht van hun preselectie.
Artikel 1459
Oproepingsprocedure van spelers voor een nationale of provinciale selectiewedstrijd
1. Principes 11. In geval van oproeping van een speler bij een nationale of provinciale selectie, moet hij schriftelijk op zijn persoonlijk adres opgeroepen worden minstens zes kalenderdagen vóór de wedstrijddag. 12. De club van de speler dient op de hoogte te worden gesteld van de oproeping van haar speler via de bondsbladen minstens zes kalenderdagen vóór de wedstrijddag. 2. Modaliteiten 21. Deze twee voorwaarden zijn cumulatief. 22. Indien de speler zich desondanks zonder geldige reden niet ter beschikking heeft gesteld, is uitsluitend de hoofdverantwoordelijke op nationaal of provinciaal vlak gemachtigd om het Sportcomité of het Provinciaal Comité, naargelang het geval, hiervan binnen de twee kalenderdagen schriftelijk op de hoogte te stellen. 23. Het Sportcomité of het Provinciaal Comité handelt volgens de procedure voorzien voor de minnelijke schikking.
Artikel 1460
Internationale wedstrijden en nationale of provinciale selecties voor damesploegen
1. Principes 11. De clubs zijn verplicht hun geselecteerde speelsters ter beschikking te stellen van de nationale ploegen van de KBVB. 12. De speelsters zijn ambtshalve verplicht deel te nemen aan internationale of andere competities georganiseerd door de KBVB wanneer op hen beroep wordt gedaan. 13. De speelsters dienen tijdig te worden opgeroepen. Zijzelf en de clubs worden hiervan verwittigd 2. Modaliteiten 21. De clubs kunnen uitstel bekomen voor het spelen van een officiële wedstrijd indien twee of meer speelsters op hetzelfde moment geselecteerd worden voor een nationale ploeg. 22. Een geselecteerde speelster, die deelneemt of beweert zich niet te kunnen vrijmaken om deel te nemen aan de trainingen/wedstrijden van de nationale ploeg, mag aan geen enkele officiële en/of vriendschappelijke wedstrijd van haar club deelnemen vanaf drie dagen vóór de activiteit waarvoor ze werd opgeroepen tot twee dagen na deze activiteit. Dezelfde procedure geldt voor een afwezige geselecteerde speelster bij een nationale activiteit.
208
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 23. De speelster moet op haar persoonlijk adres opgeroepen worden minstens zes kalenderdagen vóór de wedstrijddag of de activiteit. De club van de speelster dient op de hoogte te worden gesteld van de oproeping van haar speelster via een bericht in de bondsbladen minstens zes kalenderdagen vóór de wedstrijddag of de activiteit. In uitzonderlijke of onvoorziene omstandigheden kan de Technische Commissie de oproepingsdatum wijzigen. 24. Indien de speelster zich zonder geldige reden niet ter beschikking stelt van de nationale ploeg, is de Technische Commissie gemachtigd het Sportcomité en/of het provinciaal comité, naargelang het geval, schriftelijk op de hoogte te stellen van deze afwezigheid. 25. Dit geldt eveneens voor de speelsters die opgeroepen worden voor regionale of provinciale selecties. In dit geval verwittigen de provinciale verantwoordelijken schriftelijk de bevoegde comités. 26. Het Sportcomité of het Provinciaal Comité handelt volgens de procedure voorzien voor de minnelijke schikking.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
209
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 8: INKOMSTEN VAN DE CLUBS ● TOEGANGSBEWIJZEN Artikel 1466
Inkomgelden van de clubs
1. Principes 11. De inkomgelden van elke toegelaten wedstrijd worden geïnd door de club op wiens terrein de wedstrijd gespeeld wordt. Zij zijn haar verworven, behoudens welbepaalde uitzonderingen of in een overeenkomst met de bezoeker. 12. Uitzonderingen zijn: -
herspeelde wedstrijden; wedstrijden op neutraal terrein; wedstrijden waarvan de inkomgelden niet aan de bond werden aangegeven; Bekers van België: zie titel 16.
2. Modaliteiten 21. Herspeelde wedstrijd 211. Een herspeelde wedstrijd is de wedstrijd die, na een beslissing van de bevoegde instantie, opnieuw wordt gespeeld nadat de oorspronkelijke wedstrijd de volledige duur heeft gehad, of door de scheidsrechter om gelijk welke reden werd gestaakt. 212. Na een wedstrijd waarvoor inkomgelden werden verworven Indien er voor de oorspronkelijke wedstrijd definitief inkomgelden werden verworven (zie ook Art. 1469), worden de inkomgelden van elke herspeelde wedstrijd in gelijke delen verdeeld tussen de twee clubs, na aftrek van de bondsbelasting en de eventuele gemeentetaks. De bezochte club draagt de organisatiekosten en de niet terugbetaalde scheidsrechtersvergoedingen, de bezoekende club haar verplaatsingskosten. 213. Na een wedstrijd waarvoor geen inkomgelden werden verworven Indien er voor de oorspronkelijke wedstrijd geen inkomgelden defintief werden verworven (zie ook Art. 1469), worden de organisatie-, de verplaatsings- en de niet terugbetaalde scheidsrechterskosten in gelijke delen gedragen door de twee clubs. 214. Forfait in een herspeelde wedstrijd Wanneer een ploeg in de loop van een herspeelde wedstrijd het terrein verlaat en de bevoegde instantie dit als forfait beschouwt, verliest zij ipso facto alle bovenvermelde rechten, zowel wat betreft haar gebeurlijk aandeel in de inkomgelden als wat betreft de gedeeltelijke terugbetaling van haar onkosten, maar zij blijft onderworpen aan de verplichtingen inzake haar eigen tussenkomst in de kosten van haar tegenstrever. Het deel van de ontvangsten dat haar gebeurlijk had moeten toekomen, indien zij de wedstrijd tot het einde had gespeeld, is verbeurd verklaard ten bate van de KBVB. 22. Uitgestelde wedstrijd vóór de aftrap Wanneer een wedstrijd, die door de scheidsrechter vóór de aftrap wordt uitgesteld, later gespeeld wordt, zijn de (eventuele) inkomgelden voor de bezochte club. Deze draagt de organisatiekosten en de niet terugbetaalde scheidsrechtersvergoedingen, de bezoekende club haar verplaatsingskosten. 23. Wedstrijd op neutraal terrein 231. De inkomgelden van een wedstrijd op neutraal terrein, worden in drie gelijke delen verdeeld tussen de club van het terrein waarop de wedstrijd gespeeld wordt en de twee spelende clubs na aftrek van: 210
de bondsbelasting, indien de organiserende club niet valt onder het systeem van de forfaitaire bondsbelasting; de eventuele gemeentetaks; de reiskosten van de twee spelende clubs; de organisatiekosten; de niet terugbetaalde scheidsrechterskosten. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 232. Het bedrag van de organisatiekosten, verschuldigd aan de club op het terrein waarvan de wedstrijd wordt gespeeld, wordt per geval door de bevoegde bondsinstantie vastgesteld. 233. Verplaatsingskosten Zie Art. 5 24. Wedstrijd waarvan de inkomgelden niet aan de bond worden aangegeven De clubs die niet vallen onder het systeem van de forfaitaire bondsbelasting, zijn verplicht de inkomgelden van de door hun georganiseerde wedstrijden aan te geven aan de bond Bij inbreuk, wordt de organiserende club bestraft met de verbeurdverklaring van deze inkomgelden, zonder afbreuk te doen aan de andere strafmaatregelen die tegen hen kunnen getroffen worden.
Artikel 1467
De staat van ontvangsten
1. Principes 11. Binnen de vier werkdagen, volgend op iedere thuiswedstrijd door de eerste ploeg van een club uit de nationale afdelingen, moet deze, op het daartoe bestemde formulier, aan de Algemene Penningmeester de globale opgave overmaken van de ontvangsten van de wedstrijden gespeeld op hun terrein, en geïnd na de inzending van de vorige opgave. 12. Indien die staat niet binnen de gestelde termijn bij de Algemene Penningmeester toekomt, wordt voor de in gebreke zijnde club de terugbetaling van de scheidsrechterskosten afgeschaft, niet alleen voor de wedstrijden van het weekend waarvoor de staat ontbreekt, maar ook voor alle volgende wedstrijden, en dit tot ontvangst van het ontbrekende document. 2. Modaliteiten 21. In ieder geval dient een staat van ontvangsten overgemaakt te worden binnen de eerste vier werkdagen volgend op een maand waarin de eerste ploeg geen thuiswedstrijden heeft gespeeld. 22. Indien de niet ingezonden staat van ontvangsten uitsluitend op vriendschappelijke wedstrijden betrekking heeft, loopt de club een boete op van 5,00 EUR, en worden haar de scheidsrechterskosten van de achteraf gespeelde officiële wedstrijden niet meer terugbetaald, tot de ontvangst van het ontbrekende document. 23. Wanneer een club gedurende meer dan een maand nalaat haar staten van ontvangsten in te sturen wordt haar rekeningcourant gedebiteerd met een forfaitaire bondstaks berekend op het gemiddelde van de ontvangsten, abonnementen inbegrepen, dat per dag of weekend in de loop van het vorige seizoen geboekt werd. Deze forfaitaire bondstaks wordt geregulariseerd na overlegging van de ontbrekende staten.
Artikel 1468
Toegangsbewijzen: aflevering - controle - verantwoording vernietiging
1. Principes 11. Elke persoon die zich binnen de installaties bevindt tijdens een wedstrijd met betalende toegang moet in het bezit zijn van een toegangsbewijs. 12. De clubs uit de nationale afdelingen moeten het gebruik van hun tickets verantwoorden t.o.v. de bond. In voorkomend geval dienen alle clubs dit te verantwoorden t.o.v. de gemeentelijke administratie. 13. De tickets en de kaarten, die onbruikbaar zijn geworden, moeten vernietigd worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
211
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 2. Modaliteiten 21. Geldige toegangsbewijzen zijn: -
een toegangsticket van een nominale waarde gelijk aan de geëiste inkomprijs; een abonnementskaart voor het lopende seizoen; een uitnodigingskaart geldig voor de wedstrijd of een kosteloos ticket dat als uitnodiging geldt; een doorlopende uitnodigingskaart afgeleverd door de KBVB, door een liga of vereniging, waarvan de afgevaardigden stemrecht hebben op de algemene vergadering, of door de organiserende club; een doorlopende kosteloze kaart, met vermelding van de hoedanigheid of de functies van de titularis, afgeleverd door de club aan haar toegewezen aangeslotenen; een doorgangsbewijs afgeleverd door de KBVB
22. Voor wat betreft de clubs uit de nationale afdelingen, zijn enkel de tickets en kaarten aangekocht met toestemming van de bond, in een erkende drukkerij, geldig. 23. Een toezicht moet worden gehouden bij de ingang van de installaties. De aangeduide toezichthouders moeten erover waken: -
dat elke persoon in het bezit is van een van de hierboven vermelde toegangsbewijzen; dat de tickets die worden aangeboden volledig zijn, namelijk voorzien van de controlestrook; dat de strook volledig van de tickets gescheurd is, zodat deze daarna niet meer kunnen gebruikt worden.
24. De tickets en de kaarten, die onbruikbaar zijn geworden, moeten vernietigd worden door het gemeentebestuur indien dit een taks heft op de vertoningen en vermakelijkheden. Het proces-verbaal van vernietiging met vermelding in detail van de nummers evenals de nominale waarde van de vernietigde tickets en kaarten ondertekend door de hiervoor aangestelde ambtenaar van het gemeentebestuur, moet binnen de 60 dagen aan de Directeur-generaal worden gestuurd. 25. De clubs uit de nationale afdelingen die vrijgesteld zijn van de gemeentetaks moeten, binnen dezelfde termijn, de vervallen tickets en kaarten, vergezeld van een inventaris in twee exemplaren, opsturen naar de Directeur-generaal met aanduiding van het aantal, de nummers en de nominale waarde der verzonden tickets en kaarten. Een exemplaar van deze inventaris, behoorlijk ondertekend, wordt hun als ontvangstbewijs teruggestuurd. 26. In geval van fusie, mogen de toegangsbewijzen van de gefusioneerde clubs nog gedurende drie seizoenen worden gebruikt.
Artikel 1469
Toegangsbewijzen: bijzondere gevallen
1. Principes 11. Indien een wedstrijd stopgezet wordt na het einde van de eerste helft, worden de tickets noch terugbetaald, noch gevalideerd voor een andere wedstrijd. 12. Bij algemene afgelasting, of wanneer de wedstrijd wordt uitgesteld vóór de aanvang of stopgezet voor het einde van de eerste speelhelft, moeten de verkochte tickets terugbetaald worden aan de toeschouwers die erom vragen. 2. Modaliteiten 21. De terugbetaalde tickets moeten opgenomen worden op de staat der ontvangsten van de wedstrijd. Zij worden daarna vernietigd conform Art. 1468. 22. De niet terugbetaalde tickets zijn geldig voor dezelfde wedstrijd die later vastgesteld wordt.
212
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1470
Inkomtickets
1. Principes 11. De clubs zijn vrij, onder eigen verantwoordelijkheid de toegangsprijzen tot hun installaties vast te stellen, mits naleving van de wettelijke bepalingen ter zake. 12. In geen geval mag de nominale waarde van de tickets gewijzigd worden. 13. De clubs uit de nationale afdelingen zijn verplicht een register bij te houden waarin, volgens datum, het in- en uitgaan der tickets ingeschreven wordt. 2. Modaliteiten 21. Zonder afbreuk te doen aan de verhogingen ten gevolge van de reservatie en de afgifte van de tickets zoals bepaald in de algemene voorwaarden welke aan het publiek zijn medegedeeld, mogen de clubs op hun toegangsticket geen supplementen innen ten bate van andere organismen. 22. De clubs van de nationale afdelingen dienen hun tickets bij de Directeur-generaal te bestellen minstens tien kalenderdagen voor de datum waarop zij vermoedelijk zullen in gebruik genomen worden. Zij moeten vermelden: -
de naam van de drukkerij die met de uitvoering gelast wordt; het aantal te drukken tickets; de waarde en de kleur; de nummering die doorlopend moet zijn voor elke waarde; de plaatsen met meerdere voordelen.
24. De tickets moeten verplicht vermelden: -
de kenletters KBVB; de juiste benaming van de club evenals haar stamnummer; de nominale waarde (taksen inbegrepen) van elk ticket.
De clubs mogen op de keerzijde van hun tickets vermeldingen laten drukken die geen politiek of confessioneel karakter hebben. 25. Zonder afbreuk te doen aan de verplichte vermeldingen op de tickets, zijn de clubs, de liga's of andere verenigingen van clubs die gebruik maken van een geïnformatiseerde verkoopsmethode, verplicht de noodzakelijke schikkingen te nemen ten einde de diensten van de algemene thesaurie in de mogelijkheid te stellen om rechtstreeks en zonder derden tussenkomst, de getrouwe naleving van de verkoopsverrichtingen na te zien, ten einde de juiste berekening van de bondsbelasting vast te kunnen stellen. 26. Na elk seizoen, vóór 30 juni, dienen die clubs het overeenstemmend document dat hen door de Algemene Penningmeester werd overgemaakt in te vullen op basis van de door hen bijgehouden inventaris en terug te sturen. De schuldige club krijgt vanaf het daaropvolgend seizoen geen terugbetaling van de scheidsrechterskosten van de officiële wedstrijden.
Artikel 1471
Abonnementen
1. Principes 11. De clubs mogen abonnementen afleveren, waarvan zij de uitgifteprijs vrij bepalen. 12. In geen geval mogen de uitgifteprijs en het jaartal die op de abonnementskaarten voorkomen, gewijzigd worden. 13. De clubs uit de nationale afdelingen moeten een register bijhouden met naam en adres van de houders van een abonnement, alsook het bedrag dat zij betaald hebben. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
213
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 2. Modaliteiten 21. Indien het gevraagde bedrag, naast de basisprijs, een lidgeld of enige andere bijdrage omvat, moeten de twee bedragen op de afgeleverde titel vermeld worden. 22. De abonnementen zijn enkel geldig voor het lopende seizoen en geven enkel toegang tot de kampioenschapswedstrijden. 23. De bestelling van abonnementskaarten (model ter staving) moet door de clubs uit de nationale afdelingen aan de Directeurgeneraal worden gericht. Zij moet melding maken van: -
de naam van de drukkerij die met de uitvoering gelast wordt; het aantal te drukken kaarten; de waarde en de kleur; de nummering, die doorlopend moet zijn voor elke waarde.
24. De gedrukte kaarten moeten verplicht vermelden: -
de kenletters KBVB; de juiste benaming van de club en haar stamnummer; het jaartal van het betreffende seizoen, behoudens de hieronder voorziene uitzondering; de nominale waarde (taksen inbegrepen); de eventuele supplementen.
Uitzonderlijk worden de clubs, wier bestelling in haar geheel niet meer dan 100 kaarten bedraagt, vrijgesteld van de verplichting het jaartal van het sportseizoen te laten opdrukken. Zij zijn echter verplicht dit jaartal elk seizoen aan te brengen door middel van een stempel. 25. De in onbruik geraakte kaarten moeten vernietigd worden conform Art. 1468. 26. De clubs uit de nationale afdelingen die in de loop van het seizoen abonnementskaarten hebben afgeleverd, moeten hiervan aangifte doen bij de Directeur-generaal, vóór 1 januari van ieder jaar. Deze aangifte moet worden opgemaakt op een formulier voor het aangeven van de ontvangsten. Het vermeldt: -
per categorie, het aantal afgeleverde abonnementen; de prijs van elk abonnement; het bedrag van de globale ontvangsten; voor elke categorie het nummer van de laatste verkochte kaart.
Artikel 1472
Kosteloze toegangsbewijzen
1. Principes 11. De clubs mogen kosteloze toegangsbewijzen afleveren op voorwaarde dat ze daarvoor geen enkele retributie innen. 12. Het bijhouden van een bijzonder register, waarin de naam en adres van de houders van de door de club afgeleverde doorlopende uitnodigingen en kaarten vermeld staan, is verplicht. 2. Modaliteiten 21. De volgende personen mogen een doorlopende toegangskaart, geldig gedurende één seizoen, ontvangen: -
214
de bestuursleden en de toegewezen aangeslotenen van wie de jaarlijkse bijdrage vrijgesteld is van taks; het personeel, van dienst op het terrein.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 22. Aan de andere personen die de club van het betalen van toegangsrecht wil vrijstellen, moet een abonnement worden afgeleverd. Het deel van de jaarlijkse bijdrage van deze leden, dat de prijs van het abonnement dekt, is onderworpen aan de taks. 23. Een doorlopende uitnodigingskaart mag afgeleverd worden aan de personaliteiten aan wie de club verlangt haar dankbaarheid te betuigen. 24. Elke club mag kosteloze tickets en uitnodigingen, geldig voor één enkele wedstrijd afleveren, aan de spelers en bestuursleden van de bezoekende club, alsook aan bepaalde personaliteiten. Het aantal van dergelijke toegangsbewijzen wordt bepaald tussen de clubs van eenzelfde afdeling. 25. De geldigheid van de abonnementen en de hierboven vermelde doorlopende kosteloze toegangsbewijzen mag uitgebreid worden tot de wedstrijden die herspeeld worden. Bij die gelegenheid heeft de club niet het recht kosteloze tickets uit te geven, uitsluitend geldig voor die wedstrijd of de gewone toegangsprijs te verminderen zonder het akkoord van de bezoekende club.
Artikel 1473
Toegangsbewijzen: verbodsbepalingen
1. Principe Geldinzamelingen en de verkoop van tombolabiljetten of steunkaarten zijn onderworpen aan bepaalde voorwaarden 2. Modaliteiten 21. Ter gelegenheid van een wedstrijd met betalende toegang, mogen de clubs op hun terrein geldinzamelingen toelaten voor liefdadige doeleinden of voor andere doeleinden van algemeen belang. Deze doeleinden mogen evenwel in geen geval enig politiek of confessioneel karakter hebben. 22. Wanneer een wedstrijd wordt gespeeld met kosteloze toegang is het verboden, op straffe van een boete van 100,00 EUR, tombolabiljetten of steunkaarten te verkopen, geldinzamelingen te verrichten, of het inkomgeld te vervangen door enig ander middel om gelden te verzamelen. Dit verbod is op provinciaal niveau alleen toepasselijk op de wedstrijden van de eerste ploegen. Wat daarenboven de bondstaks betreft, moet de organiserende club zich schikken naar de bepalingen ter zake.
Artikel 1474
Ontvangsten: sancties
1. Principe De inbreuken op de regels betreffende de aflevering van toegangsbewijzen geven aanleiding tot sancties voor de club en de bestuursleden. 2. Modaliteiten 21. Ten overstaan van de in gebreke zijnde club zijn de sancties: -
de betaling van de ontdoken belasting gedurende een periode die tot de laatste drie seizoenen kan gaan; Indien het onmogelijk blijkt de ontdoken belastingen juist te bepalen, bepaalt het Uitvoerend Comité het bedrag ex aequo et bono;
-
de toepassing van een boete van 100,00 EUR tot 5.000,00 EUR
22. In geval van zware en opzettelijke fout of van recidive kan het Uitvoerend Comité de schrapping uitspreken van de schuldige bestuursleden en/of van de club.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
215
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1475
Vrije toegang voor houders van een bondsonderscheiding en leden van de bondsinstanties
1. Principes 11. De houders van een doorlopende uitnodigingskaart hebben vrije toegang op al de wedstrijden gespeeld onder toezicht van de bond of de UEFA. 12. De houders van een doorlopende uitnodigingskaart moeten hun aanwezigheid schriftelijk melden: 13. Het aantal uitnodigingen kan beperkt worden 2. Modaliteiten 21. Vrije toegang tot volgende plaatsen: 211. Indien de inrichtingen een eretribune en een officiële tribune bevatten: -
Kaart Uitvoerend Comité: geeft automatisch en tegelijkertijd toegang tot de parking, de eretribune en de receptiezaal; A-kaart: eretribune; B-kaart: officiële tribune of, desgevallend, hoofdtribune; C-kaart: zitplaatsen in de hoofdtribune; doorstreepte C-kaart: zitplaatsen in de mate van beschikbaarheid, zo niet staanplaatsen.
212. Indien de inrichtingen alleen een officiële tribune bevatten: -
Kaart Uitvoerend Comité: geeft automatisch en tegelijkertijd toegang tot de parking, de officiële tribune en de receptiezaal; A-kaart: officiële tribune; B-kaart: officiële tribune of, desgevallend, hoofdtribune; C-kaart: zitplaatsen in de hoofdtribune; doorstreepte C-kaart: zitplaatsen in de mate van beschikbaarheid, zo niet staanplaatsen.
22. Kampioenschaps- en bekerwedstrijden in 1ste nationale afdeling 221. De houders van een doorlopende uitnodigingskaart moeten hun aanwezigheid schriftelijk melden: -
voor de kampioenschapswedstrijden in 1ste nationale afdeling, bij de thuisclub, minstens drie dagen vóór de wedstrijd, waarbij de aanvraag vergezeld moet gaan van een fotokopie van bewuste kaart,
-
voor de wedstrijden van de Beker van België die plaatsvinden in het stadion van een club van 1ste nationale afdeling, bij de Directeur-generaal, waarbij de aanvraag vergezeld moet gaan van een fotokopie van bewuste kaart, derwijze dat de thuisclub drie dagen voor de wedstrijd door deze laatste op de hoogte is gebracht.
Er wordt geen kosteloze toegangskaart afgeleverd als deze termijn niet werd nageleefd. 222. De clubs beschikken over de mogelijkheid om de kosteloze toegang voor houders van een bestendige uitnodigingskaart te beperken tot 20% van de beschikbare plaatsen, ongeacht de categorie, met een maximum van 300 voor de clubs van 1ste nationale afdeling, met dien verstande dat voorrang wordt gegeven aan de houders van A- en B-kaarten. De leden van het Uitvoerend Comité vallen buiten deze beperking. 23. Andere afdelingen 231. De houders van een bestendige uitnodigingskaart die gratis toegang geeft tot de zitplaatsen, moeten hun aanwezigheid minstens 3 dagen vóór de wedstrijd aan de bezochte club melden. Indien deze formaliteit niet werd vervuld, mag de club aan het betrokken lid de bovengenoemde plaats weigeren en kan ze hem naar de staanplaatsen verwijzen. De houder van een bondskaart, die geen zitplaats bekomt, heeft alleszins toegang tot de staanplaatsen op vertoon van zijn kaart. 216
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING 232. Voor vijf wedstrijden beschikken de clubs uit de nationale kampioenschappen over de mogelijkheid om het aantal zitplaatsen, voorbehouden aan de titularissen van een bestendige uitnodigingskaart, met voorrang van de kaarten A en B, te beperken tot 20% van de beschikbare zitplaatsen met een maximum van 200 voor de clubs van 2de nationale afdeling en van 100 voor de clubs van 3de nationale afdeling en bevordering. De leden van het Uitvoerend Comité worden niet meegeteld in deze beperking. Te dien einde laten de clubs een bericht verschijnen in het bondsblad dat verschijnt de week waarin deze wedstrijden gepubliceerd worden. 24. Europabekers 241. Het aantal uitnodigingen afgeleverd aan houders van de bondskaart A, B, C, C doorstreept is beperkt tot 200 zitplaatsen en 500 staanplaatsen, rekening houdend met de voorrang voor de zitplaatsen voor de kaarten A en B. 242. De aanvraag, vergezeld van een fotokopie van de doorlopende uitnodigingskaart, moet minstens 3 dagen vóór de wedstrijd schriftelijk ingediend worden. Geen enkele vrijkaart wordt afgeleverd indien deze termijn niet nageleefd werd. 25. Internationale wedstrijden Voor elke wedstrijd bepaalt een communiqué in de bondsbladen de getroffen schikkingen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
217
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
HOOFDSTUK 9: DE BONDSBELASTING OP INKOMGELDEN Artikel 1481
Bondsbelasting op inkomgelden van wedstrijden
1. Principe De KBVB heft: -
ten laste van zijn voetbalclubs van nationale afdelingen een bondsbelasting op de bruto-ontvangst van elke onder zijn toezicht, of dit van de UEFA, in België gespeelde officiële of vriendschappelijke wedstrijd; ten laste van zijn voetbalclubs van lagere afdelingen en van zijn futsalclubs een jaarlijkse forfaitaire bondsbelasting.
2. Modaliteiten 21. De bruto-ontvangst is de totale ontvangst die gemaakt wordt na aftrek van het, door bewijzen gestaafde, bedrag uitbetaald aan een buitenlandse ploeg, die bedoelde wedstrijd komt spelen. 22. Elke vergoeding die een club ontvangt voor de rechtstreekse of onrechtstreekse televisie-uitzending van een wedstrijd van een nationale competitie, is onderworpen aan de bondsbelasting. 23. De minimum bondsbelasting voor de effectieve clubs wordt vastgesteld op 125.00 EUR per seizoen, bedrag dat hun eventuele deelneming aan de futsalkampioenschappen niet dekt. Wanneer op het einde van het seizoen dit minimum niet bereikt is, wordt de rekening-courant gedebiteerd met het verschuldigd blijvend bedrag. 24. De forfaitaire bondsbelasting voor lagere afdelingen, met een minimum van 125,00 EUR, wordt jaarlijks voor eind augustus bepaald door het Provinciaal Comité in overleg met de Provinciale Verstandhouding van clubs van lagere afdeling, rekening houdend met de vaste forfaitaire bondsbelasting per provincie. Het forfaitair bedrag wordt ambtshalve gedebiteerd op de rekening-courant van de clubs van lagere afdelingen in 10 maandelijkse gelijke schijven (september tot en met juni). 25. De forfaitaire bondsbelasting voor het futsal is afhankelijk van de afdeling waarin de eerste ploeg en de eventuele satellietploeg van de futsalclub actief zijn gedurende het seizoen waarvoor de belasting verschuldigd is, en bedraagt: -
1.380,00 EUR voor de clubs van 1ste nationale afdeling; 700,00 EUR voor de clubs van 2de nationale afdeling; 510,00 EUR voor de clubs van 3de nationale afdeling; 275,00 EUR voor de clubs van de provinciale afdelingen.
Het forfaitair bedrag wordt ambtshalve gedebiteerd op de rekening-courant van de futsalclub: -
in twee gelijke schijven, één in september en de andere in december, voor de ploegen van 1ste nationale afdeling; in september voor alle andere ploegen.
26. In geen geval kan vrijstelling van bondsbelasting worden toegestaan.
Artikel 1482
Bondsbelasting op abonnementen
1. Principe Deze bondsbelasting wordt berekend op het globaal bedrag, betaald door de abonnee. Indien het bedrag evenwel lager ligt dan 75% van het product van de vermenigvuldiging van de prijs van het overeenstemmend ticket met het aantal thuiswedstrijden in het officiële kampioenschap, wordt zij berekend op die 75%. 2. Modaliteit Het bedrag ervan wordt als volgt op het debet van de rekening-courant der clubs geboekt: 218
50% van het tijdens voorgaande seizoen betaalde bedrag op het rekeninguittreksel van de maand september; het saldo, na regularisatie, op basis van de voorziene aangifte op dat van de maand januari. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
Artikel 1483
Bondsbelasting op wedstrijd van de eerste ploeg gespeeld met algemene of gedeeltelijke kosteloze toegang
1. Principe Bij een algemene kosteloze toegang is de club verplicht de bondsbelasting te betalen, berekend op de gemiddelde ontvangsten van de laatste vier speeldagen tijdens dewelke haar eerste ploeg een wedstrijd speelde, tellende voor de officiële competities. 2. Modaliteiten 21. De clubs die bij een officiële wedstrijd van hun eerste ploeg algemene of gedeeltelijke kosteloze toegang verlenen, moeten, op straffe van een boete van 100,00 EUR, de Directeur-generaal hierover vooraf inlichten. 22. Bij een gedeeltelijke kosteloze toegang wordt de bondsbelasting berekend, ofwel op het werkelijk ontvangen bedrag indien dat hoger ligt dan het gemiddelde zoals hierboven uiteengezet, ofwel op dat gemiddelde wanneer de ontvangst lager ligt.
Artikel 1484
Bondsbelasting op abonnementen of plaatsen met meerdere voordelen
1. Principe Voor de plaatsen, die andere blijvende voordelen verlenen dan het bijwonen van de wedstrijden, zijn de clubs bondsbelasting verschuldigd. 2. Modaliteiten 21. Abonnementen met meerdere voordelen kampioenschapswedstrijden Voor de plaatsen, die andere blijvende voordelen verlenen dan het bijwonen van de wedstrijden, zijn de clubs bondsbelasting verschuldigd. Deze belasting is verschuldigd ongeacht de overeenkomst of de uitnodiging waarop de gerechtigden zich, individueel of collectief, kunnen beroepen. Zij wordt berekend - tot beloop van het aantal plaatsen die recht geven op deze supplementaire voordelen - op een bedrag dat per plaats gelijk is aan de prijs van het duurste abonnement dat de club aflevert. Indien de club geen abonnementen aflevert wordt het bedrag waarop de bondsbelasting verschuldigd is, berekend door de hoogste prijs die voor een plaats gevraagd wordt te vermenigvuldigen met het aantal kampioenschapswedstrijden dat deze club thuis moet spelen. 22. Plaatsen met meerdere voordelen Bekerwedstrijden en wedstrijden buiten abonnement 221. Geen inning van inkomgeld Wanneer voor de deze plaatsen geen inkomgeld gevraagd wordt ter gelegenheid van bekerwedstrijden of wedstrijden buiten abonnement, moeten de clubs, voor de berekening van de bondsbelasting, de bruto ontvangst van de wedstrijd in kwestie vermeerderen met een bedrag verkregen door het aantal individuele plaatsen – of die nu bezet zijn of niet - die op deze voordelen recht geven te vermenigvuldigen met de hoogste prijs die in die club gevraagd wordt voor een individuele plaats. 222. Inning van inkomgeld Wanneer voor de plaatsen met meerdere voordelen wel inkomgeld wordt gevraagd ter gelegenheid van bekerwedstrijden of wedstrijden buiten abonnement, dienen de tickets voor deze plaatsen afzonderlijk vermeld te worden bij de bestelling der tickets en op de staat van ontvangsten na de wedstrijd. Wanneer de plaatsen met meerdere voordelen gesloten blijven en geen enkele toeschouwer er toegang toe heeft, wordt de vermeerdering op de ontvangst, waarvan hierboven sprake, niet toegepast.
Artikel 1485
Bondsbelasting op vergoedingen in geval van forfait
De vergoedingen, verschuldigd aan de benadeelde club(s) in geval van forfait, zijn onderworpen aan de bondsbelasting. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
219
TITEL 14: DE WEDSTRIJDEN: ORGANISATIE, DE SCHEIDSRECHTER, KLACHTEN, INTERNATIONALE- EN SELECTIEWEDSTRIJDEN, TOEGANGSBEWIJZEN EN BONDSBELASTING
220
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
TITEL 15 DE KAMPIOENSCHAPPEN HOOFDSTUK 1: NOMENCLATUUR ● GEMEENSCHAPPELIJKE KOSTEN ● SPORTIEVE ACTIVITEIT ● PROVINCIALE AANHORIGHEID Artikel 1501
Nomenclatuur van de georganiseerde kampioenschappen
1. Principes 11. De officiële kampioenschappen worden onderverdeeld in de secties Betaald Voetbal en Amateurvoetbal. De sectie Betaald Voetbal omvat twee afdelingen: de 1ste nationale afdeling en de 2de nationale afdeling: De sectie Amateurvoetbal omvat de 3de nationale afdeling, de nationale bevordering, de provinciale afdelingen en het damesvoetbal. 12. Ieder seizoen worden georganiseerd: 121. door de KBVB: -
nationale herenkampioenschappen van 1ste en 2de nationale afdeling en hun beloften of reserven; in de provincies Luik, Luxemburg, Namen en Henegouwen: provinciale herenkampioenschappen van de lagere afdelingen en hun reserven evenals de jeugdploegen; provinciale kampioenschappen voor dames seniores en jeugdploegen; nationale en provinciale wedstrijden voor U6 tot U11, die een opgemaakte kalender afwerken zonder resultaten.
122. door de KBVB, in samenwerking met de VFV: -
nationale herenkampioenschappen van 3de nationale afdeling en bevordering, en hun reserven; nationale herenkampioenschappen voor jeugdploegen; eindronden voor juniors en scholieren; nationale dameskampioenschappen van de nationale afdelingen; In de sportieve provincie Brabant: - provinciale herenkampioenschappen van de lagere afdelingen, en hun reserven en jeugdploegen; - provinciale kampioenschappen voor dames seniores en jeugdploegen; - nationale en provinciale wedstrijden voor U6 tot U11, die een opgemaakte kalender afwerken zonder resultaten.
123. door de VFV: -
In de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen: - provinciale herenkampioenschappen van de lagere afdelingen, en hun reserven en jeugdploegen; - provinciale kampioenschappen voor dames seniores en jeugdploegen; - nationale en provinciale wedstrijden voor U6 tot U11, die een opgemaakte kalender afwerken zonder resultaten.
De VFV kan samenwerkingsakkoorden afsluiten met de KBVB om clubs die niet behoren tot de VFV toe te laten tot deze organisaties. 2. Modaliteiten 21. De deelname aan het kampioenschap van het Betaald Voetbal impliceert in hoofde van de club het bezit van een licentie. Elke wijziging van de voorwaarden van toekenning, weigering of intrekking van de licentie geschiedt volgens de voorschriften ter zake. 22. De KBVB mag ook andere, door bijzondere reglementen beheerde kampioenschappen inrichten. 23. De benaming van de kampioenschappen van elke afdeling mag, na goedkeuring door het Uitvoerend Comité, aangevuld of vervangen worden door de naam van een commerciële partner. Deze benaming moet verplicht gebruikt worden door de bond in al zijn mededelingen en publicaties, eveneens aan de media. Deze schikking maakt het voorwerp uit van een absolute voorwaarde in alle overeenkomsten die door de bond afgesloten worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
221
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1502
De wedstrijden en kampioenschappen van de geconventioneerde groeperingen
De bepalingen van de met de betrokken groepering afgesloten overeenkomst, moeten nageleefd worden wat betreft wedstrijden die door de geconventioneerde clubs op een zondag of feestdag dienen gespeeld en wat betreft het gebruik door de effectieve clubs van de spelers van deze clubs op zaterdag.
Artikel 1503
Gemeenschappelijke kosten
1. Principe De nationale dames- en herenkampioenschappen worden gespeeld op gemeenschappelijke kosten. 2. Modaliteiten 21. Op het einde van het seizoen maakt het Sportcomité een tabel op met vermelding van het aantal verplaatsingen van elke ploeg van de 1ste, 2de, 3de nationale afdelingen en van bevordering en van de nationale reserven, met vermelding van de reiskosten. 22. In iedere afdeling wordt het totaal van die onkosten gedeeld door het aantal ploegen waaruit de afdeling reglementair bestaat. Het quotiënt vertegenwoordigt het door elk der clubs van de afdeling te betalen bedrag, om het even of ze al dan niet aan het kampioenschap hebben deelgenomen. 23. Bedoelde tabel wordt aan de betrokken clubs toegezonden, binnen de veertien dagen na de laatste officiële wedstrijd in hogere afdelingen. De clubs hebben acht kalenderdagen tijd om hun opmerkingen in te dienen. Na die termijn zijn de klachten niet meer ontvankelijk. 24. De klachten worden binnen de acht kalenderdagen door het Sportcomité onderzocht. Dit comité maakt dan de definitieve tabel op voor de verdeling van de onkosten en deelt hem mede aan de Algemene Penningmeester. 25. Het verschil tussen de reiskosten, voor elke club vastgesteld zoals in 22 hierboven, en het bekomen quotiënt wordt, al naargelang het geval, ingeschreven op het debet of op het credit van de rekening-courant van die club.
Artikel 1504
Sportieve activiteit ● Provinciale aanhorigheid
1. Principes 11. Voor de berekening van de sportieve activiteit van een provincie, wordt rekening gehouden met alle ploegen die het kampioenschap of de voorgeschreven kalender voor U6 tot U11 beëindigen. 12. Een club behoort, voor wat betreft de berekening van de sportieve activiteit, tot de provincie waarin ze met haar ploegen uit lagere afdelingen speelt. 2. Modaliteiten 21. De provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden op bondsvlak als één sportieve provincie beschouwd en organiseren aldus slechts één kampioenschap. 22. Behoudens door het Uitvoerend Comité toegestane afwijking, wordt de deelneming van een club uit de lagere afdelingen aan het kampioenschap van een andere provincie dan degene waarin het speelveld van die club gelegen is, niet toegelaten. Voor de toepassing van deze bepaling worden de provincies afgebakend door de grenzen welke ze bezaten vóór 1 september 1962. Zo blijven de clubs, die destijds beslist hebben verder deel te nemen aan de kampioenschappen, ingericht door de provincie waartoe zij vóór 1 september 1962 behoorden, deel uitmaken van deze provincie. 23. Zij mogen nochtans om hun definitieve opneming in hun nieuwe provincie verzoeken. In dit geval, behoren ze tot deze provincie waarin zij in de laagste afdelingen het kampioenschap moeten aanvatten. 24. Het futsal heeft geen enkele invloed op de sportieve activiteit van een provincie.
222
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 2: INSCHRIJVINGEN DOOR DE CLUBS Artikel 1506
Verplichte inschrijving van clubs van hogere afdelingen
1. Principes 11. De eerste ploeg van de clubs van de nationale afdelingen wordt ambtshalve voor het kampioenschap ingeschreven. 12. De clubs van de nationale afdelingen heren worden eveneens ambtshalve ingeschreven in de kampioenschappen van de nationale reserve-afdelingen. 13. De clubs van de nationale afdelingen 1, 2 en 3 heren worden eveneens ambtshalve ingeschreven in de nationale jeugdkampioenschappen. 14. De clubs uit bevordering moeten, op straffe van een boete van 600,00 EUR per ontbrekende ploeg, minstens twee ploegen inschrijven in de jeugdkampioenschappen van de provincie. Deze verplichting vervalt indien zij deelnemen aan het nationaal jeugdkampioenschap van 3de afdeling. 15. Elke damesclub uit hogere afdelingen moet, op straffe van een boete van 60,00 tot 300,00 EUR benevens haar eerste ploeg minstens één ploeg inschrijven ofwel in de jeugdkampioenschappen, ofwel in de provinciale kampioenschappen. 2. Modaliteiten 21. De clubs die forfait geven voor de nationale reserveafdelingen, worden niet toegelaten tot de provinciale kampioenschappen van de reserveafdelingen 22. Tot en met het seizoen 2009/2010 mag een club van 3de nationale afdeling zich in de jeugdkampioenschappen mits gegronde redenen laten vervangen door een andere club, mits naleving van de volgende voorwaarden: -
de vervangende club dient uit te komen in bevordering waarbij de club, lid van de Nationale Liga van 3de Afdeling de voorkeur geniet;
-
de vervanging dient te geschieden voor alle ploegen
-
de vraag tot vervanging alsook de naam van de vervangende club dient aan het Sportcomité vóór 1 juni voorafgaand aan het nieuwe seizoen kenbaar te worden gemaakt;
-
de club die zich laat vervangen dient zelf een kandidaat vervanger te zoeken;
-
andere kandidaturen van mogelijke vervangers worden eveneens ingewacht bij het Sportcomité vóór 1 juni;
Het Sportcomité is bevoegd om de vervanger aan te duiden. In geval van meerdere kandidaten duidt het Sportcomité de vervangende club aan rekening houdend met de hierboven aangehaalde voorschriften. Tegen deze beslissing is geen verhaal mogelijk. De club uit 3de nationale afdeling die vervangen wordt door een club uit bevordering om deel te nemen aan de nationale jeugdkampioenschappen dient geen boete te betalen. 23. De voorziene boetes in geval van niet-inschrijving zijn niet cumuleerbaar met deze voor de forfaits
Artikel 1507
Verplichte inschrijving van clubs van lagere afdelingen
1. Principe Voor de kampioenschappen van de lagere afdelingen (seniores en jeugdploegen) moeten de clubs hun inschrijving aan hun Provinciaal Comité doen geworden voor de uiterste datum daartoe door het comité vastgesteld. Die datum mag nooit na 31 mei vallen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
223
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2. Modaliteiten 21. De club wier inschrijving niet binnen die termijn toekomt, zal bestraft worden met een boete van 25,00 EUR. Bovendien kan het provinciaal comité de clubs waarvan de inschrijving slechts toekomt na de publicatie van de samenstelling van de reeksen in de bondsbladen, weigeren op te nemen in de kampioenschappen. 22. Elke club van de lagere afdelingen moet, op straffe van een boete van 60,00 EUR tot 300,00 EUR benevens een eerste ploeg, minstens één ploeg inschrijven voor de jeugdkampioenschappen of de georganiseerde wedstrijden der provincie voor U6 tot U11. 23. De uit volledige inactiviteit of uit inactiviteit in hoofdorde tredende clubs moeten zich in de laagste afdeling van hun provincie inschrijven, behalve wanneer de provinciale vergadering hun inschrijving in de onmiddellijk hogere afdeling eenparig aanvaardt.
Artikel 1508
Eerste ploegen A en B in provinciale afdeling
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen betreffende de dameskampioenschappen, kan elke provinciale algemene vergadering beslissen dat een club die in een provinciale afdeling uitkomt een eerste ploeg A en een eerste ploeg B mag inschrijven in de kampioenschappen met klimmen en dalen.
Artikel 1509
Maximum aantal ingeschreven ploegen
1. Principe Een club mag in de kampioenschappen per speeldag zoveel maal zes ploegen inschrijven als ze erkende speelvelden bezit. De ploegen van U6 tot U11 worden niet meegerekend. 2. Modaliteit Mits de bevoegde instanties te verwittigen bij haar inschrijving, mag de club één van haar speelvelden voor de wedstrijden van bepaalde afdelingen voorbehouden. Daarmee wordt dan ook rekening gehouden om het aantal ploegen te bepalen dat de club mag inschrijven.
224
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 3: SAMENSTELLING VAN DE REEKSEN Artikel 1511
Samenstelling van de reeksen: algemeenheden
1. Principes 11. De reeksen van de hogere afdelingen worden door het Sportcomité samengesteld. 12. De reeksen van lagere afdeling worden door het Provinciaal Comité samengesteld met minimum veertien en maximum achttien ploegen. Enkel in de laagste afdeling mogen er reeksen ingericht worden met minder dan veertien ploegen. 13. De jaarlijkse provinciale algemene vergadering bepaalt vrij, doch binnen haar bevoegdheden bepaald door het bondsreglement, de modaliteiten van de jeugdkampioenschappen in de provincie, evenals de indeling in provinciale en gewestelijke jeugdreeksen. 2. Modaliteiten 21. Bij de samenstelling van de reeksen van hogere afdelingen, wordt met de volgende principes rekening gehouden: 211. 3de nationale afdeling De reeksen moeten een nationaal karakter dragen. 212. Bevordering De reeksen moeten bestaan uit clubs van minstens twee verschillende provincies. 22. De reeksen van dames 3de nationale afdeling worden regionaal samengesteld. 23. Ploegen uit de nationale reeksen die niet langer met hun jeugdploegen aan de nationale jeugdkampioenschappen mogen deelnemen, dienen met één ploeg opgenomen te worden in elk van de bestaande provinciale jeugdreeksen, waar ze zich dan na afloop van het eerste seizoen verder dienen te schikken naar de provinciale modaliteiten. 24. De procedure is als volgt: 241. De clubs geven hun wensen te kennen aan de bevoegde instantie vooraleer de reeksen samengesteld worden. 242. Deze instantie maakt haar ontwerp op en legt het aan de clubs voor. Ze neemt akte van de opmerkingen en treft vervolgens een eindbeslissing. 243. Hogere beroepen met betrekking op de samenstelling van de reeksen moeten ingediend worden zoals voorzien. 244. De bevoegdheid om een beslissing inzake de samenstelling van de reeksen te verbreken behoort het Uitvoerend Comité toe, dat er evenwel enkel gebruik kan van maken wanneer het een inbreuk op het bondsreglement, een overtreding van de wet of van de algemene rechtsbeginselen heeft vastgesteld. Het Uitvoerend Comité zal niet over de grond van het geschil oordelen, doch het dossier terugsturen naar de bevoegde bondsinstantie teneinde deze laatste toe te laten zich aan te passen aan de principes die haar beslissing inhouden. 25. De provinciale instanties hebben het recht, zonder hiervoor de provinciale vergaderingen te moeten raadplegen, de reeksen van de lagere afdelingen opnieuw te ordenen, indien het normaal aantal ploegen, dat er moet in uitkomen, niet meer bereikt wordt. 26. In een afdeling met klimmen en dalen, mogen geen reserveploegen, zelfs buiten rangschikking, opgenomen worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
225
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1512
Samenstelling van de reeksen: club met twee eerste ploegen
1. Principe De eerste ploeg B van een club moet aantreden in een lagere afdeling dan die van de eerste ploeg A, behalve wanneer deze laatste in de laagste provinciale afdeling speelt. In dat geval speelt de B-ploeg in een andere reeks. 2. Modaliteiten 21. De club waarvan de A-ploeg stijgt naar de nationale bevordering mag een B-ploeg behouden in het provinciaal kampioenschap. 22. Wanneer de A-ploeg zakt naar de afdeling waarin de B-ploeg aantreedt, wordt deze laatste ipso facto verwezen naar de onmiddellijk lagere afdeling, behalve wanneer de A-ploeg naar de laagste provinciale afdeling zakt, in welk geval de B-ploeg in een andere reeks moet aantreden.
Artikel 1513
Inschrijving van meerdere ploegen in dezelfde afdeling
1. Principe De clubs mogen verschillende ploegen inschrijven in een zelfde kampioenschap van afdeling provinciale reserven en gewestelijke jeugdreeksen. 2. Modaliteiten 21. Die ploegen mogen in dezelfde reeks spelen en hun spelers mogen zonder onderscheid aan de wedstrijden van beide genoemde ploegen deelnemen. 22. In dit geval, zal alleen de A-ploeg, aangeduid door de club bij de inschrijving, toegelaten worden tot de gebeurlijke deelneming aan de eindronde. 23. De punten van de andere ploegen van die club tellen enkel voor de rangschikking in de reeks waarin ze spelen.
226
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 4: PRAKTISCHE ORGANISATIE Artikel 1516
De kalender
1. Principes 11. Het Uitvoerend Comité stelt vóór 31 december en na raadpleging van de clubs van het Betaald Voetbal de grensdata vast van het begin en het einde van hun kampioenschappen. 12. Het Sportcomité voor het Amateurvoetbal stelt vóór de aanvang van het kampioenschap de einddata vast tegen dewelke de kampioenschappen in de andere nationale afdelingen moeten afgewerkt zijn. 13. De kalender van 1ste nationale afdeling wordt in de bondsbladen gepubliceerd in de loop van juni, die van de andere nationale afdelingen rond half juli. 14. De kalender van de hogere afdelingen wordt uiterlijk op 1 juli overgemaakt aan de Provinciale Comités. 15. De Provinciale Comités maken dan de kalender op van de lagere afdelingen van hun provincie en laten die uiterlijk op 1 augustus aan het Sportcomité geworden. 16. Iedere aanvraag, die ertoe strekt de datum of het uur van een wedstrijd op de kalender vastgelegd te doen wijzigen, moet minstens veertien kalenderdagen bij voorbaat gericht worden aan de bevoegde instantie. Deze beslist over het te geven gevolg, met inachtneming der noodwendigheden van de kalender. 17. De wedstrijden van een competitiedag, die voor om het even welke reden werden vervroegd of verschoven, blijven, wat betreft de kampioenschappen die in periodes gespeeld worden, tot die speeldag behoren. 2. Modaliteiten 21. De kalender van de 1ste nationale afdeling en 2de nationale afdeling (alsook de reserven en de nationale jeugd) wordt beheerd door de Kalendercommissies van het Betaald Voetbal. 22. De kalender van de andere nationale afdelingen wordt opgesteld door de Directeur-generaal, in samenwerking met het Sportcomité voor het Amateurvoetbal, en onder de verantwoordelijkheid van deze laatste instantie. Hij wordt beheerd door de Kalendercommissie voor het nationale Amateurvoetbal. 23. Wanneer er in een gemeente slechts twee clubs bestaan, past het niet hun eerste ploegen in concurrentie te doen spelen. Wanneer er meer dan twee clubs in een gemeente bestaan, dient vooraf de concurrentie te worden vermeden tussen de eerste ploegen van de clubs der hoogste afdeling. Indien dat niet kan verwezenlijkt worden - bijvoorbeeld wanneer meer dan twee clubs tot de hoogste afdeling behoren - moet de concurrentie tussen deze ploegen zo billijk mogelijk gespreid worden. 24. De kalenders worden tenminste veertien kalenderdagen vóór de eerste wedstrijd door de bevoegde instanties in de bondsbladen bekendgemaakt of aan de clubs medegedeeld. 25. De secretarissen van de bevoegde instanties laten iedere week in de bondsbladen de kalender verschijnen van de wedstrijden van al de afdelingen die op de tweede volgende kampioenschapsdag moeten gespeeld worden. 26. De bevoegde bondsinstantie kan, in bijzondere omstandigheden waarover zij alleen oordeelt, een laattijdige aanvraag tot wijziging van de kalender aanvaarden, zowel wat betreft een wedstrijd van het kampioenschap, van de Beker van België als van een provinciale beker. Een retributie van 5,00 EUR wordt dan bij de bezochte club in rekening gebracht. 27. Geschillen tussen de kalendercommissies worden beslecht door het Uitvoerend Comité. Deze beslissingen zijn zonder verhaal. 28. Bij geschillen tussen de clubs i.v.m. het beheer van de kalender in eerste en tweede nationale, beslissen de kalendercommissies van het Betaald Voetbal in eerste aanleg. Verhaal door de clubs worden behandeld door het Uitvoerend Comité, en deze beslissingen zijn zonder verhaal In geval van hoogdringendheid worden de voorziene proceduretermijnen met de helft verminderd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
227
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1517
Data en uren van de wedstrijden ● Aantal wedstrijden per dag
1. Principes 11. In principe mogen er op hetzelfde terrein niet meer dan drie wedstrijden op dezelfde dag vastgesteld worden, behalve voor U6 tot U11. Deze laatste worden geplaatst naargelang de mogelijkheden. 12. Futsalwedstrijden worden, behoudens in geval van absolute noodzaak door het Uitvoerend Comité goedgekeurd, gespeeld van maandag tot en met vrijdag. Zij beginnen ten vroegste om 19.00 uur en eindigen ten laatste om 23.00 uur. 2. Modaliteiten 21. Behoudens onderling akkoord tussen de twee clubs en instemming vanwege de bevoegde instantie, moet de heenwedstrijd gespeeld worden op het terrein van de eerstgenoemde club en de terugwedstrijd op het terrein van de tegenpartij. 22. De bevoegde instanties kunnen de clubs verplichten wedstrijden op werkdagen te betwisten om te vermijden dat de gestelde grensdata voor kampioenschapswedstrijden, zowel wedstrijden van de eindronde als testwedstrijden, overschreden worden. 23. Behoudens afwijking toegestaan door de bevoegde instantie, moeten de laatste twee speeldagen van het kampioenschap van de eerste ploegen verplicht op dezelfde dag en hetzelfde uur worden gespeeld. Op straffe van een forfaitscore, 0-5, moet de thuisclub alle ter zake dienende maatregelen nemen. 24. De bevoegde instanties mogen bij uitzondering voor eenzelfde dag vier wedstrijden voor hetzelfde terrein vaststellen: -
indien het uitgestelde wedstrijden betreft, met het enige doel de kampioenschappen op de sluitingsdatum beëindigd te hebben. In dit geval zullen er twee wedstrijden in de namiddag plaatshebben.
-
Indien een jeugdwedstrijd, U17 tot U21 uitgezonderd, vóór de namiddagwedstrijd gespeeld wordt, met het akkoord van de betrokken clubs.
25. De winterperiode loopt in principe vanaf de eerste zondag van november tot en met de laatste zondag van januari. Nochtans beslissen de provinciale algemene vergaderingen over de datum van de aanvang en het einde van de winterperiode. Tijdens deze periode wordt de aftrap van de wedstrijden voorzien om 15.00 uur vervroegd naar 14.30 uur. 26. Indien meerdere wedstrijden vastgesteld werden op hetzelfde terrein, beslist de bevoegde instantie over het aanvangsuur van elke wedstrijd, conform de beslissingen die ter zake door de provinciale algemene vergadering genomen werden.
Artikel 1518
Avondwedstrijden ● Wedstrijden om 15.00 uur in de winterperiode
1. Principes 11. Alleen de clubs waarvan de terreinverlichting geschikt bevonden is, kunnen van de bevoegde instanties toelating krijgen om officiële avondwedstrijden en officiële wedstrijden te spelen om 15.00 uur tijdens de winterperiode. Deze laatste worden dan beschouwd als avondwedstrijden. 12. De bezochte club blijft aansprakelijk voor de goede werking van de elektrische uitrusting. 13. In geval van defect, moet de scheidsrechter aan de bezochte club maximum een half uur globaal respijt geven om het defect te herstellen. 2. Modaliteiten 21. De toestemming moet worden gevraagd: -
tenminste veertien kalenderdagen bij voorbaat indien het een officiële avondwedstrijd betreft; vóór het opmaken van de kalender als het een wedstrijd betreft die om 15.00 uur gespeeld wordt tijdens de winterperiode.
22. De scheidsrechter kan steeds weigeren een wedstrijd te laten aanvangen of deze zelfs onderbreken wanneer hij vaststelt dat de lichtsterkte onvoldoende is.
228
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 23. Bij defect, wanneer de herstelling niet binnen het half uur is geschied, verliest de bezochte club de wedstrijd met forfaitscore, tenzij het een algemeen defect betreft dat de sector treft of een defect in de elektriciteitscabine die exclusief dient voor de club en waaraan niet kan worden verholpen spijts de voorzorgen door de bezochte club getroffen, om ter plaatse of in de onmiddellijke nabijheid beroep te kunnen doen op een aangestelde van de distributiemaatschappij, te beschikken over voldoende hulp en over het onontbeerlijk vervangingsmateriaal. 24. De bevoegde instantie kan, op verslag van de scheidsrechter en na onderzoek, de toelating van een club, avondwedstrijden in te richten, intrekken. Deze machtiging kan slechts terug worden verleend, na het in orde brengen van de verlichting en aanvaarding door de bevoegde instantie, na onderzoek op kosten van de club.
Artikel 1519
Vooraf beslist uitstel weersomstandigheden
van
wedstrijden
wegens
slechte
1. Principes 11. De kalendercommissies van het Betaald Voetbal (voor de eerste ploegen, reserven en nationale jeugd van de clubs van 1ste en 2de nationale), de kalendercommissie van het Sportcomité (voor de eerste ploegen, reserven en nationale jeugd van de andere nationale afdelingen) en de Provinciale Comités voor de lagere afdelingen, oordelen zonder verhaal over de opportuniteit wedstrijden uit te stellen tijdens de week die eraan voorafgaat. 12. De onderzoeken tot uitstel kunnen plaatsvinden ofwel op verzoek van de bezochte club, ofwel op initiatief van de bevoegde instantie 2. Modaliteiten 21. De bevoegde instantie oordeelt of dit uitstel beperkt moet blijven tot bepaalde wedstrijden of moet gelden voor alle wedstrijden van eenzelfde reeks. 22. Wat de opportuniteit van het uitstellen van wedstrijden betreft, houden de bevoegde instanties rekening met alle beoordelingselementen die hen van belang schijnen, inzonderheid met de inlichtingen verstrekt door de weerkundige diensten of door neutrale afgevaardigden die ze gelasten met het nodige onderzoek. 23. Wanneer het een globaal uitstel betreft, houdt de bevoegde instantie er rekening mee de regelmatigheid van het kampioenschap niet te schaden en de rechtmatige belangen te eerbiedigen van de club(s) die de nodige inspanningen heeft (hebben) geleverd om haar (hun) terrein bespeelbaar te maken of te houden. 24. De kosten die voortvloeien uit de vraag tot individuele keuring door een bezochte club, zullen deze worden aangerekend indien de keuring geen aanleiding geeft tot het uitstellen van de wedstrijd. In alle andere gevallen zullen ze ofwel worden ingeschreven op de rekening der gemeenschappelijke kosten, ofwel gedragen worden door de bond indien het kampioenschap niet betwist wordt met gemeenschappelijke kosten. 25. Het uitstellen van wedstrijden moet alleszins door de bevoegde instanties tijdig worden beslist en medegedeeld teneinde de bezoekende club een nutteloze reis te besparen. De kennisgeving mag gebeuren langs om het even welk geschikt geacht medium.
Artikel 1520
Vooraf beslist uitstel van wedstrijden wegens onbeschikbaarheid van spelers
1. Principe Het individueel uitstel van een wedstrijd van de eerste ploegen kan bekomen worden wegens de onbeschikbaarheid van spelers: -
onder de wapens; die verplichtingen hebben bij verkiezingen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
229
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2. Modaliteiten 21. Onbeschikbaarheid van spelers onder de wapens 211. Het uitstellen van een wedstrijd van de eerste ploegen kan bekomen worden: -
indien drie ploegspelers, die als beroepsvrijwilliger onder de wapens zijn, in hun kwartier of kazerne geconsigneerd worden om redenen van openbare orde. De onbeschikbaarheid van militairen, die wegens normale dienst of voor regelmatige kampperiode genoodzaakt zijn bij hun eenheid te blijven, of van de leden van de politie, die om gelijk welke oorzaak geconsigneerd zijn, is dus geen reden tot uitstellen van wedstrijden;
-
indien twee ploegspelers onbeschikbaar zijn ingevolge hun selectie voor een militaire internationale wedstrijd.
212. De club die in de vereiste voorwaarden verkeert, moet binnen de vierentwintig uur aan de bevoegde instantie de bewijsstukken laten geworden tot staving van haar verzoek tot uitstel van de wedstrijd. 22. Verkiezingen 221. Europese, wetgevende, provinciale of gemeenteraadsverkiezingen geven geen aanleiding tot een algemeen uitstel van de wedstrijden. De bevoegde instantie kan nochtans, op verzoek, het uitstellen van zekere wedstrijden toestaan en dan nog enkel in afdelingen waaraan stijgen en/of dalen verbonden is. 222. De aanvraag moet ingediend worden bij de bevoegde instantie. Zij is slechts ontvankelijk op voorwaarde dat drie ploegspelers in de absolute onmogelijkheid zijn te spelen, ten gevolge van de verplichting in een kiesbureau een functie uit te oefenen waaraan zij zich wettelijk niet kunnen onttrekken.
Artikel 1521
Stopgezette wedstrijd
Indien een wedstrijd gestopt wordt, om welke reden ook, moet de scheidsrechter een verslag sturen aan de bevoegde instantie, die beslist of de wedstrijd al dan niet dient herspeeld te worden.
Artikel 1522
Wedstrijd met gesloten deuren
1. Principes 11. Wanneer er zich wanordelijkheden in de installaties van een club voorgedaan hebben, heeft de bevoegde instantie het recht om de op dat terrein te spelen wedstrijden met gesloten deuren te doen spelen, zelfs wanneer vaststaat dat de bestuursleden van de betrokken club al het mogelijke hebben gedaan om de orde te handhaven. 12. Zij kan deze sanctie ook nemen tegen de club waarvan de supporters incidenten veroorzaakt hebben tijdens een wedstrijd op het terrein van de tegenpartij. 13. De bevoegde instantie kan wedstrijden met gesloten deuren ook op een neutraal terrein doen spelen, wanneer er incidenten in de nabijheid of binnen de inrichtingen van de bezochte club te vrezen zijn. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een wedstrijd met gesloten deuren uitgesteld wordt, tot forfait aanleiding geeft of moet herspeeld worden omdat hij werd stilgelegd vóór het verstrijken van de eerste speelhelft, wordt de sanctie ambtshalve overgedragen - tot ze door de gestrafte club ondergaan is - naar de volgende, in dezelfde afdeling en op haar terrein te betwisten wedstrijd. 22. De Provinciale Comités kunnen alleen wedstrijden, waarover hun rechtsbevoegdheid zich uitstrekt, met gesloten deuren doen spelen. Het Sportcomité daarentegen heeft de macht dergelijke sanctie, toegepast op een club van hogere afdelingen, tot de wedstrijden van lagere afdelingen uit te breiden.
230
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 23. Bij een wedstrijd met gesloten deuren worden alleen tot de inrichtingen van de club toegelaten, buiten de spelers en de scheidsrechters: -
de bestuursleden van de twee betrokken clubs; de technische en medische staf van beide ploegen; de leden van de officiële instanties van de bond; de journalisten in het bezit van een toegangsbewijs afgeleverd door de B.B.S. (Belgische Beroepsbond van Sportjournalisten) of door de KBVB.
Artikel 1523
Vaststellen van de data van uitgestelde of te herspelen wedstrijden
1. Principes 11. Naargelang de afdeling, zijn de Kalendercommissies van het Betaald Voetbal, de Kalendercommissie van het Sportcomité voor het niet Betaald Voetbal of het Provinciaal Comité bevoegd om de data van uitgestelde of te herspelen wedstrijden vast te stellen. 12. Bij een vooruitgeschoven wedstrijden van eerste ploegen van 1ste nationale afdeling stelt de bezochte club naar vrije keuze de datum vast. Zij kiest het uur van de aftrap. 13. Bij een vooruitgeschoven wedstrijden van eerste ploegen van de andere nationale afdelingen, stelt de bezoekende club naar vrije keuze de datum vast. Zij kiest het uur van de aftrap. 14. Bij een vooruitgeschoven wedstrijden van eerste ploegen van de andere provinciale afdelingen, bepaalt het Provinciaal Comité de datum waarop de uitgestelde wedstrijd gespeeld wordt. 2. Modaliteiten 21. Bij het vastleggen van een nieuwe datum moeten de bevoegde instanties, in alle gevallen, de eerste vrije datum van de kalender kiezen. 22. Behoudens tegengestelde beslissing van de bevoegde instantie, moet elk uitgestelde of te herspelen wedstrijd gespeeld worden op het terrein aangeduid in de kalender. 23. Bij het vaststellen van een nieuwe datum voor een vooruitgeschoven wedstrijd in de nationale afdelingen, moet de beslissing genomen en ter kennis gebracht worden van de scheidsrechter binnen het uur dat volgt op de aankondiging van het uitstellen. De scheidsrechter moet melding maken op het wedstrijdblad van datum en uur waarop de uitgestelde wedstrijd zal gespeeld worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
231
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 5: FORFAITS Artikel 1526
Forfait van een ploeg: mogelijkheden - verbodsbepalingen
1. Principes 11. Een ploeg, waarvoor een club algemeen forfait heeft gegeven, mag geen wedstrijden spelen op de speeldagen, oorspronkelijk voorzien in de kalender. 12. Een club die forfait verklaart voor een officiële wedstrijd, mag op dezelfde dag geen andere wedstrijd laten spelen door de ploeg met dewelke zij forfait verklaard heeft. 13. Indien een herenclub of herenafdeling drie keer achtereenvolgens of vijf keer in de loop van het seizoen forfait verklaart voor haar eerste ploeg (A of B, naargelang het geval), wordt zij beschouwd als hebbende algemeen forfait gegeven voor de betrokken ploeg. 14. Indien een damesclub of damesafdeling drie keer achtereenvolgens of vijf keer in de loop van het seizoen forfait verklaart voor haar A-ploeg of voor een bepaalde B-ploeg wordt zij beschouwd als hebbende algemeen forfait gegeven voor de betrokken ploeg. Het betrokken forfait zal worden beschouwd als een ontslag en ambtshalve een niet-inschrijving in het volgende seizoen tot gevolg hebben. 2. Modaliteiten 21. Indien een eerste ploeg van een club algemeen forfait verklaart, zijn de bepalingen van Art. 1507.23 van toepassing op bedoelde club bij het uit inactiviteit treden. 22. Een wedstrijd, waarvoor forfait werd gegeven, mag achteraf niet gespeeld worden, zelfs niet indien beide betrokken clubs het erover eens zijn, tenware de bevoegde instantie bepaalt dat het forfait te wijten is aan overmacht. 23. Een forfait, meer dan acht kalenderdagen voor de datum van de wedstrijd gegeven, mag binnen de vierentwintig uren ingetrokken worden van zijn kennisgeving. Het forfait dat acht kalenderdagen of minder vóór de wedstrijd gegeven werd kan niet ingetrokken worden. 24. Bepalingen geldig voor de herenploegen in de provincies die een eerste ploeg A en een eerste ploeg B opstellen 241. Wanneer een club met twee ingeschreven eerste ploegen algemeen forfait geeft voor haar A-ploeg, dan wordt deze behouden en wordt het gezegde forfait opgelegd aan de B-ploeg. 242. In geval van algemeen forfait door beide ploegen in een club met twee eerste ploegen, zijn de bepalingen van Art. 1507.23 en onderstaand punt 243, al naargelang, op hen van toepassing bij het verlaten van de inactiviteit. 243. Een club met twee ingeschreven eerste ploegen die algemeen forfait geeft met haar B-ploeg mag het daaropvolgende seizoen geen B-ploeg opstellen. 25. Bepalingen geldig voor damesclubs 251. Indien een damesclub of damesafdeling met een A-ploeg en met één of meerdere B-ploegen in de reguliere competitie besluit om voor één of meerdere ploegen, hetzij de A-ploeg of hetzij één of meerdere B-ploegen, voor het komende seizoen ontslag te geven of niet in te schrijven, moet zij dit ontslag en deze niet-inschrijving melden aan de bevoegde instanties ten laatste op 30 april. 252. Indien een damesclub of damesafdeling met een A-ploeg en met één of meerdere B-ploegen in de reguliere competitie besluit om haar A-ploeg uit competitie te nemen, ervoor ontslag te geven en niet in te schrijven zal haar hoogst geplaatste Bploeg het statuut van A-ploeg overnemen. Deze ploeg blijft echter spelen in de afdeling waar zij gepositioneerd is. 253. Indien een damesclub of damesafdeling met een A-ploeg en met één of meerdere B-ploegen in de reguliere competitie besluit om één of meerdere B-ploegen uit competitie te nemen, ervoor ontslag te geven en niet in te schrijven, zal haar volgende B-ploeg het statuut van de betrokken B-ploeg(en) overnemen. Deze ploeg blijft echter spelen in de afdeling waarin zij gepositioneerd is.
232
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1527
Forfait van een ploeg: sancties
1. Principes 11. De club die in gebreke blijft is strafbaar: -
met een boete ten bate van de bond met een vergoeding ten bate van de benadeelde clubs
welke allebei worden verrekend op de rekening-courant van de betrokken clubs. 12. De club die in gebreke blijft dient de verplaatsingskosten van de benadeelde club te dragen indien deze laatste hierom verzoekt. 13. Voor elk forfait worden behalve de drie punten van de wedstrijd, vijf doelpunten aan de andere club toegekend. 14. In geval van forfait door verlaten van het spel tijdens de wedstrijd, wordt de uitslag op 5-0 voor de rechthebbende club gebracht, zo de stand op bedoeld ogenblik lager was. Zo de score hoger was, dan worden de door de schuldige club aangetekende doelpunten geannuleerd, terwijl de doelpunten gemaakt door de rechthebbende club behouden blijven. 2. Modaliteiten 21. Boetes 211. Bij algemeen forfait 2111. De club die algemeen forfait geeft is niet strafbaar indien zij dit doet: -
vóór 1 juni voor kampioenschappen van nationale afdelingen;
-
ten laatste op de eerste werkdag volgend op de datum van de provinciale algemene vergadering voor kampioenschappen van de provinciale afdelingen 1, 2, 3, 4 en 5;
-
binnen een termijn van veertien kalenderdagen die aanvangt op de datum van de publicatie der voorlopige reeksen in de bondsbladen voor alle andere afdelingen.
2112. In de andere gevallen, wordt de in gebreke zijnde club bestraft met een boete van: -
voor een ambtshalve ingeschreven ploeg: 1.000,00 EUR;
-
voor een verplicht ingeschreven ploeg: -
-
in hogere afdelingen heren: 1.000,00 EUR; in lagere afdelingen: 500,00 EUR; in hogere afdelingen dames: 100,00 EUR tot 500,00 EUR.
voor de andere ploegen: -
in geval van algemeen forfait vóór de aanvang van het kampioenschap: -
-
van U6 tot U13: 60,00 EUR; ploegen van andere jeugdcategorieën: 120,00 EUR; ploegen van andere categorieën: 200,00 EUR.
in geval van algemeen forfait na aanvang van de competitie: -
van U6 tot U13: 30,00 EUR; ploegen van andere jeugdcategorieën: 60,00 EUR; ploegen van andere categorieën: 100,00 EUR.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
233
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 212. Bij forfait voor een bepaalde wedstrijd 2121. Bij forfait voor een bepaalde wedstrijd wordt de in gebreke zijnde club bestraft met een boete van 10,00 EUR. 2122. Voor een vriendschappelijke wedstrijd of een tornooi, zijn de boetes en, behoudens andersluidende overeenkomst, de vergoedingen dezelfde als voor een officiële wedstrijd. 22. Vergoedingen per wedstrijd ten bate van de benadeelde club 221. Algemeen forfait van een ambtshalve ingeschreven ploeg Een forfaitaire vergoeding van 50,00 EUR is steeds verschuldigd indien het gaat over ambtshalve in de kampioenschappen ingeschreven ploegen. 222. Andere forfaits De forfaitgevende club is de volgende vergoedingen verschuldigd: 2221. Forfait verklaard door de bezoekende club -
Voor ploegen die niet vallen onder het stelsel van de forfaitaire bondsbelasting: een vergoeding gelijk aan het gemiddelde van de ontvangsten van de bezochte club tijdens het seizoen waarin forfait wordt verklaard, verminderd met het bedrag van de gemeentelijke en bondsbelastingen. Deze vergoeding mag door de bevoegde instantie worden vermeerderd wanneer de bezochte club een bijzonder nadeel ondergaat.
-
Voor ploegen die vallen onder het stelsel van de forfaitaire bondsbelasting: een vergoeding vast te stellen door het bevoegde comité gelijk aan 80% tot 100% van de jaarlijkse forfaitaire bondsbelasting die door de bezochte club wordt betaald, met een minimum van 12,50 EUR. In geval van ontslag of de schorsing van de sportactiviteit van de club, kan het gemiddelde van de ontvangsten door de bevoegde instantie forfaitair vastgesteld worden op basis van de ontvangsten van het vorig seizoen of van het lopende seizoen.
-
Bij afwijking van het bedrag vermeld hiervoor, bedraagt de vergoeding: -
6,25 EUR in provinciale reserven en U18 tot U21; 2,50 EUR in de U6 tot U17.
Deze bedragen worden verdubbeld indien het forfait niet minstens acht kalenderdagen vóór de wedstrijd aangekondigd wordt. -
Indien het forfait verklaard wordt voor een te herspelen wedstrijd en de voor de eerste wedstrijd afgeleverde tickets niet voor een andere werden gevalideerd, wordt het bedrag van de bepaalde vergoeding met de helft verminderd, maar vermeerderd met de gebeurlijke organisatiekosten.
2222. Forfait verklaard door de bezochte club -
Naargelang de afdeling: -
in 1ste nationale afdeling: 125,00 EUR; in 2de nationale afdeling: 100,00 EUR; in 3de nationale afdeling: 50,00 EUR; in bevordering: 25,00 EUR; in nationale reserveafdeling: 12,50 EUR; in 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de provinciale: 6,25 EUR; in alle andere gevallen: 2,50 EUR.
Deze bedragen worden verdubbeld indien het forfait niet minstens 8 kalenderdagen vóór de wedstrijd wordt aangekondigd.
234
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN -
Indien het forfait verklaard wordt voor een te herspelen wedstrijd en de voor de eerste wedstrijd afgeleverde tickets niet voor een andere wedstrijd gevalideerd werden, bedraagt de vergoeding de helft van die voorzien bij forfaitverklaring door een bezoekende club.
2223. Bijzonder geval: forfait voor testmatch op neutraal terrein Wanneer een club forfait verklaart voor een op neutraal terrein te betwisten testmatch, dient de bevoegde instantie het bedrag vast te stellen van de aan de tegenpartij en aan de inrichtende club te storten vergoeding, evenals van de aan laatstgenoemde club wegens gedane kosten verschuldigde schadeloosstelling. 223. Forfait vriendschappelijke wedstrijd De ontvangsten gemaakt bij een vriendschappelijke wedstrijd georganiseerd ter vervanging van een officiële wedstrijd waarvoor forfait verklaard werd, moeten niet afgetrokken worden van de wegens forfait verschuldigde vergoeding. 23. Verplaatsingskosten 231. Forfait van de bezoekende club Indien het forfait verklaard wordt voor de heenwedstrijd, doch de terugwedstrijd betwist wordt, heeft de benadeelde club, naast de bovenvermelde vergoeding recht op de betaling van de verplaatsingskosten van de terugwedstrijd. Indien het forfait verklaard wordt voor de terugwedstrijd, heeft de bezochte ploeg recht op de reglementaire vergoeding en op de terugbetaling van de verplaatsingskosten die zij bij de heenwedstrijd heeft gemaakt. 232. Forfait van de bezochte club Indien het forfait te laat wordt aangekondigd en de bezoekende club zich nutteloos heeft verplaatst, moeten de verplaatsingkosten terugbetaald worden door de in gebreke zijnde club, ongeacht de reglementaire vergoeding. 233. Verplaatsingskosten Zie Art. 5.
Artikel 1528
Toestanden die gelijkgesteld worden met forfait
1. Principes 11. Bij afwezigheid van een ploeg op het reglementaire uur, moet de scheidsrechter dit feit vaststellen indien de aanwezige ploeg dit vraagt. Zo dit niet gevraagd wordt mag hij tien minuten wachten alvorens deze afwezigheid te noteren. 12. Een wedstrijd van 11 tegen 11 waarbij een ploeg zich vóór de aftrap aanmeldt met minder dan zeven spelers, wordt deze beschouwd als forfait gevend, ook al wordt ze later aangevuld en de wedstrijd gespeeld. Een wedstrijd mag niet worden voortgezet indien een ploeg terugvalt op minder dan zeven spelers. 13. Een wedstrijd van 8 tegen 8 mag niet gespeeld worden wanneer een ploeg zich aanmeldt met of herleid wordt tot minder dan zes spelers/speelsters. 14. Een wedstrijd van 5 tegen 5 mag niet gespeeld worden wanneer een ploeg zich aanmeldt met of herleid wordt tot minder dan vier spelers/speelsters. 15. Een ploeg die het speelveld verlaat zonder toestemming van de scheidsrechter wordt beschouwd als forfait verklarend. 16. Indien beide ploegen om een of andere reden weigeren de wedstrijd te spelen, worden de punten van de wedstrijd niet toegekend. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een ploeg laattijdig op het terrein aankomt nadat haar afwezigheid door de scheidsrechter genoteerd werd en de wedstrijd als vriendschappelijke wedstrijd toch gespeeld wordt, past de bevoegde instantie, die het forfait uitspreekt, enkel de boete toe maar niet de vergoeding. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
235
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 22. De ploegen die per auto reizen moeten hun gemeente bijtijds verlaten om minstens één uur vóór de aftrap, wanneer het een wedstrijd van eerste ploegen betreft, op het terrein aan te komen, rekenende op een uursnelheid van 60 kilometer. Voor de wedstrijden van de andere categorieën bedraagt deze duur dertig minuten. Indien een ploeg die dat vervoermiddel gebruikt op het reglementair uur afwezig is, zal ze enerzijds het bewijs moeten leveren dat haar afwezigheid of haar te laat aankomen te wijten is aan een ongeval, een defect aan de wagen of omstandigheden van overmacht en, anderzijds, dat ze de hierboven aangehaalde voorschriften te goeder trouw heeft nageleefd. De bevoegde instantie beoordeelt de voorgelegde bewijsstukken, de ingeroepen overmacht of goede trouw bij het naleven van de reglementaire voorschriften. Indien de bevoegde instantie, na onderzoek van de middelen en bewijzen, het forfait vaststelt zijn alle bepalingen hieromtrent toepasselijk. In tegengesteld geval, indien de afwezigheid van de ploeg niet wordt gelijkgesteld met een forfait en indien de wedstrijd op een andere datum moet worden gespeeld, worden de nutteloos door de bezochte club gedane kosten (in orde brengen van het terrein, publiciteit, enz.) bij de kampioenschapskosten gevoegd, vermits het om een geval van overmacht gaat. Indien de betrokken afdeling niet onder het stelsel van de gemeenschappelijke kosten valt, dienen de bezoekende en de bezochte club ieder de helft van de kosten te dragen. 23. Of de ploeg die terugvalt onder het minimum aantal spelers geacht wordt forfait te geven, wordt beoordeeld door de bevoegde instantie. 24. Wanneer een speelveld bij beslissing van de scheidsrechter onbespeelbaar of ongeschikt verklaard wordt, wordt er geen rekening gehouden met de tegenwoordigheid of afwezigheid van de spelers die aan de wedstrijd hadden moeten deelnemen.
236
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 6: RANGSCHIKKING ● TOEKENNING VRIJKOMENDE PLAATSEN Artikel 1531
Eindrangschikking ● Rangschikking periodekampioenschappen
1. Principes 11. De kampioenschappen worden in elke afdeling, en in voorkomend geval in elke reeks, in heen- en terugwedstrijden betwist. 12. Voor elke wedstrijd worden drie punten toegekend aan de winnende ploeg. In geval van gelijkspel, wordt aan iedere ploeg één punt toegekend. 13. De ploeg die over het totaal van de wedstrijden van haar afdeling, of in voorkomend geval van haar reeks, de meeste punten behaalt, wordt eerste gerangschikt. Wanneer meerdere ploegen evenveel punten bekomen, worden deze gerangschikt volgens het aantal gewonnen wedstrijden. Blijft de stand gelijk, dan worden, indien nodig, om de ploegen te scheiden, testwedstrijden gespeeld. met uitzondering voor de competitie in de Nationale afdelingen Heren, waar punt 23 van toepassing is. 14. Behoudens andersluidende bepalingen mogen ploegen die uitkomen in verschillende reeksen van eenzelfde afdeling niet worden gerangschikt volgens bovenvermelde criteria. Er moeten testwedstrijden gespeeld worden. 15. Wanneer een club ingevolge schorsing van de sportactiviteit, plaatsing in aanleg van ontslag met onmiddellijke ingang, ontslag of algemeen forfait in de loop van het kampioenschap wegvalt, worden de eindrangschikking en de rangschikking van de eventuele periodekampioenschappen herzien. 16. Zonder afbreuk te doen aan de schikkingen voor het damesvoetbal (Art. 1566) mag een club, op straf van schrapping, voor haar eerste ploeg noch de promotie, noch de deelneming aan testwedstrijden weigeren. Indien in een club zowel een heren- als een damessectie actief zijn, wordt de schrapping beperkt tot die sectie waartoe de eerste ploeg behoort die de promotie of de deelname aan testwedstrijden geweigerd heeft. 2. Modaliteiten 21. Testwedstrijden, andere dan deze van de eindronden 211. de betrokken clubs worden door de bevoegde bondsinstantie samengeroepen en worden verzocht zich akkoord te verklaren over de modaliteiten van de testwedstrijd(en). 212. Indien de clubs niet tot een akkoord komen of dit akkoord niet toelaat de einddatum van het seizoen in acht te nemen, dan beslist de bevoegde bondsinstantie soeverein over de modaliteiten van de testwedstrijden. 22. Herziening van de rangschikking ten gevolge van schorsing van de sportactiviteit, plaatsing in aanleg van ontslag met onmiddellijke ingang, ontslag of algemeen forfait 221. Wat betreft de eindrangschikking worden: -
al de uitslagen van de door haar gespeelde wedstrijden geannuleerd; de punten die behaald werden tegen deze club niet toegekend; de nog te spelen wedstrijden uit de kalender geschrapt, en niet als een forfait beschouwd.
222. Wat betreft de eventuele periodekampioenschappen: 2221. Voor de periodekampioenschappen, die door de wegvallende club volledig werden betwist, blijft de bekomen rangschikking van deze periodekampioenschappen behouden, met inachtneming van de resultaten behaald door deze club, die echter geen aanspraak kan maken op deelname aan de eindronde. 2222. Voor de periodekampioenschappen die door de wegvallende club niet volledig werden betwist worden: -
al de uitslagen van de door haar gespeelde wedstrijden in deze periode(s) geannuleerd; de punten, behaald tegen deze club in deze periode(s), niet toegekend; de nog te spelen wedstrijden uit de kalender geschrapt, en niet als een forfait beschouwd. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
237
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN Rekening houdende met deze principes wordt de rangschikking van deze periode(s) voor alle (andere) clubs als volgt herzien: Het aantal punten (en vervolgens het aantal gewonnen wedstrijden en het doelsaldo) door de clubs tijdens de periode behaald wordt vermenigvuldigd met de coëfficiënt: totaal aantal wedstrijden van de periode o effectief aantal door de club gespeelde wedstrijden 23. Bijzonderheid voor de competitie van Nationale afdelingen Heren: Wanneer meerdere ploegen evenveel punten bekomen, worden deze gerangschikt volgens: -
het grootste aantal overwinningen; het beste doelpuntensaldo; het grootste aantal gemaakte doelpunten; het grootste aantal doelpunten gemaakt op verplaatsing; het grootste aantal overwinningen op verplaatsing; de einduitslag van een te spelen barragematch, met eventueel verlengingen en een strafschoppenreeks.
Artikel 1532
Toekenning vrijkomende plaatsen
1. Principes 11. Indien er vóór 1 juli plaatsen vrijkomen in een afdeling worden de openstaande plaatsen principieel toegekend aan bijkomende promoverende clubs tot en met de laagste afdeling. 12. In geval van degradatie wegens competitievervalsing en/of overdracht van patrimonium wordt echter het aantal dalers naar verhouding verminderd in de reeks van de afdeling waarin de bestrafte club uitkwam. De gedegradeerde club wordt geacht het kampioenschap als laatste te hebben beëindigd. 2. Modaliteiten 21. Wanneer de degradatie wegens competitievervalsing of overdracht van patrimonium zich uitstrekt over twee afdelingen, wordt het aantal dalers van de tussenafdeling met één eenheid verminderd, behalve indien die tussenafdeling de bevordering is. In laatstgenoemd geval wordt het normaal aantal dalers van bevordering gehandhaafd. De in deze afdeling vrijkomende plaats wordt toegekend aan een bijkomende stijger uit de provincie waartoe de gedegradeerde club behoort. 22. De degradatie wegens competitievervalsing kan nooit het herspelen van een eindronde tot gevolg hebben. 23. Wanneer er bijkomende stijgers moeten worden aangewezen, worden deze ploegen op de volgende manier aangeduid: 231.Vrijkomende plaats(en) in 1ste nationale afdeling Art. 1537.23 232. Vrijkomende plaats(en) in 2de en 3de nationale afdeling De vrijkomende plaatsen worden toegewezen op basis van de rangschikking van de eindronde. In 3de nationale wordt, voor de toekenning van de derde en vierde plaats van deze rangschikking, door de bevoegde instantie zo snel mogelijk een testwedstrijd georganiseerd tussen de twee ploegen die uitgeschakeld werden in de tweede speeldag van de eindronde; zij stelt soeverein de modaliteiten van deze wedstrijd vast, rekening houdend met de principes zowel wat betreft de verlengingen als de strafschoppenserie. 233. Vrijkomende plaats(en) in bevordering 2331. Wanneer er in bevordering plaatsen vrijkomen, als gevolg van bijkomende stijgers uit deze afdeling, worden de aldus vrijgekomen plaatsen toegekend volgens de rangschikking van de interprovinciale eindronde. Voor de toekenning van de derde en vierde plaats van deze rangschikking, wordt door de bevoegde instantie zo snel mogelijk een testwedstrijd georganiseerd tussen de twee ploegen die uitgeschakeld werden in de derde speeldag van de eindronde; zij 238
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN stelt soeverein de modaliteiten van deze wedstrijd vast, rekening houdend met de bepalingen zowel wat betreft de verlengingen als de strafschoppenserie. 2332. Wanneer er echter in bevordering een plaats vrijkomt om een andere reden dat deze vermeld in bovenstaand punt 2331, wordt de vrijgekomen plaats toegekend aan een bijkomende stijger uit de provincie waartoe de verdwenen club behoorde. Deze aanduiding geschiedt op basis van de modaliteiten vastgelegd door de provinciale algemene vergadering. Wanneer deze ontbreken, gebeurt deze aanduiding op basis van de eindrangschikking van het kampioenschap. 234. Vrijkomende plaats(en) in de provinciale afdelingen De modaliteiten voor de toekenning van vrijkomende plaats(en) worden door de provinciale algemene vergadering vastgelegd. Wanneer deze modaliteiten ontbreken, en in elk ander geval waar nodig, worden deze ploegen aangeduid volgens navolgende criteria: -
de plaats in de eindrangschikking van het kampioenschap; het aantal behaalde punten; bij gelijk aantal punten, het aantal gewonnen wedstrijden; vervolgens het verschil tussen het aantal doelpunten voor en tegen.
Indien echter in de betrokken reeksen het aantal deelnemende clubs niet gelijk is, wordt het aantal behaalde punten of vervolgens het aantal gewonnen wedstrijden van de clubs die uitkomen in een reeks met minder deelnemers in vergelijking met andere reeksen van diezelfde afdeling vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënt: Aantal wedstrijden gespeeld in de reeks met het grootst aantal ploegen Aantal wedstrijden gespeeld in de betrokken reeks van diezelfde afdeling Indien er uiteindelijk nog altijd gelijkheid blijft bestaan, gaat de bevoegde bondsinstantie over tot een loting.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
239
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 7: DE DIVERSE KAMPIOENSCHAPPEN Sectie 1: De kampioenschappen van nationale seniores Artikel 1536
1ste nationale afdeling
1. Principe De competitie bestaat uit: -
een kampioenschap dat wordt betwist in één enkele reeks van zestien clubs, die alle in het bezit zijn van een licentie als profclub; een play-off 1 tussen de nummers 1 tot en met 6 van het kampioenschap; een play-off 2 tussen de nummers 7 tot en met 14 van het kampioenschap; testwedstrijden tussen de club uit de play-off 1 die aanspraak kan maken op het laatste ticket voor een Europese competitie, en de club die winnaar is van de play-off 2.
2. Modaliteiten 21. Het kampioenschap 211. Het kampioenschap wordt betwist in heen- en terugwedstrijden. 212. Na dertig wedstrijden wordt er een eindrangschikking opgemaakt volgens de schikkingen van artikel 1531. 213. De club die voorlaatste eindigt, dient deel te nemen aan de eindronde van 2de nationale afdeling, samen met drie clubs van deze afdeling. Indien de club van 1ste nationale afdeling de eindronde niet wint, daalt zij naar 2de nationale afdeling. 214. De club die laatste eindigt, daalt rechtstreeks naar 2de nationale afdeling. 22. Play-off 1 - Kampioen van België – Deelname aan Europese competities De Pro League is vrij om jaarlijks autonoom de modaliteiten van deze play-off 1 te bepalen. Voor het seizoen 2009/2010 en 2010/2011 gelden de volgende schikkingen: 221. De eerste zes geklasseerde clubs betwisten een eindronde in heen- en terugwedstrijden. 222. Voor de aanvang van deze eindronde, krijgen de clubs 50% van het aantal punten toegewezen dat zij in het kampioenschap bekomen hadden. Indien dit geen geheel getal is, wordt het afgerond naar de hogere eenheid. 223. Na tien wedstrijden wordt er, rekening houdende met punt 222. hiervoor, een rangschikking opgemaakt volgens de schikkingen van artikel 1531.23. 224. De club die als eerste eindigt is Kampioen van België en heeft recht op het eerste ticket dat aan België wordt toegewezen in de Europese competities. 225. De andere tickets die aan België worden toegewezen voor de Europese competities worden in dalende orde van belangrijkheid verdeeld vanaf de club die tweede eindigt, waarbij er steeds een ticket voor de UEFA-beker dient gereserveerd te worden en verworven blijft voor de winnaar (of de verliezende finalist) van de Beker van België. 226. De club die het laatste ticket kan toegewezen krijgen, dient hierom echter testwedstrijden te spelen tegen de winnaar van de play-off 2: zie punt 24 hierna. 23. Play-off 2 De Pro League is vrij om jaarlijks autonoom de modaliteiten van deze play-off 2 te bepalen. In ieder geval dient er een winnaar van deze play-off 2 te zijn. 240
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN Schikkingen geldig voor het seizoen 2009/2010 De play-off 2 wordt gespeeld tussen de clubs die van de 7de tot de 14de plaats gerangschikt zijn op het einde van de eerste ronde. Ze wordt gespeeld in twee reeksen, A en B. Reeks A is samengesteld uit de 7de, 9de, 12de en 14de gerangschikte, reeks B uit de 8ste, 10de, 11de en 13de gerangschikte. In iedere reeks worden heen en terugwedstrijden gespeeld. De winnaars van de reeksen A en B spelen vervolgens een heen- en een terugwedstrijd tegen elkaar. De winnaar van reeks A speelt de eerste wedstrijd op verplaatsing. Indien clubs een gelijk aantal punten behalen, wordt hun rangschikking bepaald conform artikel 1531.23. 24. Testwedstrijden tussen de club uit de play-off 1 die kan recht hebben op het laatste ticket voor een Europese competitie, en de club die winnaar is van de play-off 2 Deze beide clubs (zie 226 en 23 hiervoor) spelen, met als inzet het laatste ticket voor de Europese competities, testwedstrijden volgens de modaliteiten die ook gelden in de Beker van België: zie Art. 1610.23. De club uit de play-off 1 speelt de tweede wedstrijd thuis. 25. Bijzonderheden 251. Wanneer één of twee clubs uitkomend in 1ste nationale afdeling de licentie van profclub niet bekomen, wegens redenen van niet-economische aard, wordt(en) zij ambtshalve verwezen naar 2de nationale afdeling, en vervangt(en) zij de laatste en/of voorlaatste gerangschikte club(s) als daler of als deelnemer aan de eindronde van 2de nationale afdeling. 252. Wanneer één of twee clubs uitkomend in 1ste nationale afdeling hun licentie niet bekomen wegens economische redenen, wordt of worden zij ambtshalve verwezen naar 3de nationale afdeling en vervangt(en) zij de laatste en/of voorlaatste gerangschikte clubs als daler of als deelnemer aan de eindronde van 2de nationale afdeling. 253. Wanneer meer dan twee clubs uitkomend in 1ste nationale afdeling de licentie van profclub niet bekomen wegens redenen van niet-economische en/of economische aard en verwezen worden naar respectievelijk 2de of 3de nationale afdeling, kunnen dienovereenkomstig één of meerdere clubs die zich batig rangschikken in het klassement van de eindronde van 2de nationale afdeling stijgen naar 1ste nationale afdeling op voorwaarde dat ze de licentie van profclub bekomen.
Artikel 1537
2de nationale afdeling
1. Principes Overgangsbepalingen voor het seizoen 2009-2010 11. De competitie bestaat uit: -
een kampioenschap dat in één enkele reeks van negentien clubs betwist wordt; een eindronde van 2de nationale afdeling tussen vier clubs
12. Aan het einde van het seizoen en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze de licentie van profclub hebben verkregen, kunnen twee clubs overgaan naar 1ste nationale afdeling: de winnaar van het kampioenschap en de winnaar van de eindronde. 13. Na het einde van het kampioenschap dalen de clubs die laatste en voorlaatste gerangschikt staan naar de 3de nationale afdeling. 14. De derde en de vierde laatst geklasseerde neemt deel aan de eindronde van 3de nationale afdeling. Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 11. Het kampioenschap wordt gespeeld in één enkele reeks van achttien clubs, gevolgd door een eindronde van 2de nationale afdeling tussen vier clubs. 12. Aan het einde van het seizoen en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze de licentie van profclub hebben verkregen, kunnen twee clubs overgaan naar 1ste nationale afdeling: de winnaar van het kampioenschap en de winnaar van de eindronde. 13. Na het einde van het kampioenschap dalen de clubs die laatste en voorlaatste gerangschikt staan naar de 3de nationale afdeling. 14. De derde laatst geklasseerde neemt deel aan de eindronde van 3de nationale afdeling. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
241
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2. Modaliteiten 21. Organisatie van het kampioenschap in periodes Overgangsbepaling voor het seizoen 2009-2010 Al de schikkingen van de hierna vermelde punten 211, 212 en 213 vervallen 211. Periodes Het kampioenschap wordt ingedeeld in drie opeenvolgende perioden van respectievelijk tien, twaalf en twaalf wedstrijden. 212. Kalender De Kalendercommissie verdeelt evenwichtig de uit- en thuiswedstrijden voor elke club tijdens elke periode. De verhouding 4/6 of 5/7 mag niet overschreden worden. De wedstrijden die door de Kalendercommissie vastgelegd zijn voor een bepaalde periode, blijven tot deze periode behoren, ongeacht de datum waarop zij gespeeld worden. Indien tijdens de laatste competitiedag van een periode wedstrijden beslissend zijn voor het behalen van de titel van periodewinnaar, moeten zij op dezelfde dag gespeeld worden en op hetzelfde uur beginnen. De inhaalwedstrijden moeten zo spoedig mogelijk betwist worden. 213. Perioderangschikking Bij elke wedstrijd worden drie punten toegekend aan de winnende ploeg. In geval van gelijkspel, wordt aan iedere ploeg één punt toegekend. Na iedere periode wordt er een rangschikking opgemaakt over die periode. Hierbij geldt achtereenvolgens als criterium: -
het grootst aantal bekomen punten; bij gelijkheid, het grootst aantal gewonnen wedstrijden; bij verdere gelijkheid, het verschil tussen doelpunten voor en tegen.
De eerste van deze rangschikking wordt als periodewinnaar aangeduid. Indien twee clubs gelijk als eerste eindigen, wordt op neutraal terrein een testwedstrijd gespeeld. In geval van gelijkspel worden twee verlengingen gespeeld van vijftien minuten. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie. 2. Organisatie van de eindronde Overgangsbepaling voor het seizoen 2009-2010 221. Deelnemers aan de eindronde De eindronde wordt gespeeld tussen: -
de tweede, derde en vierde gerangschikte van het kampioenschap. Indien artikel 1513.13 niet toelaat deze plaatsen toe te kennen, wordt eveneens het doelsaldo in aanmerking genomen. de voorlaatst geklasseerde van het kampioenschap van 1ste nationale afdeling Deze wordt echter vervangen door een bijkomende club uit 2de nationale afdeling indien er in 1ste nationale afdeling twee of meer rechtstreekse dalers zijn ten gevolge van het niet toekennen van de licentie.
Bepaling vanaf het seizoen 2010-2011 221. Deelnemers aan de eindronde De eindronde wordt gespeeld tussen: -
242
de drie periodewinnaars de voorlaatst geklasseerde van het kampioenschap van 1ste nationale afdeling. Deze wordt echter vervangen door een bijkomende club uit 2de nationale afdeling indien er in 1ste nationale afdeling twee of meer rechtstreekse dalers zijn ten gevolge van het niet toekennen van de licentie. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 222. In elk geval waarin een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de kwalificatie- of eindronde moet vervangen worden, wordt de eindrangschikking van het kampioenschap, in dalende volgorde, in aanmerking genomen voor het aanduiden van zijn vervanger. Dit is onder meer het geval: -
wanneer er geen drie verschillende periodewinnaars geweest zijn; wanneer de eerste van het kampioenschap tevens periodewinnaar is; wanneer een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde: op de derde laatste plaats eindigt, naar 3de nationale afdeling degradeert. de licentie voor 1ste en 2de nationale afdeling niet heeft aangevraagd, of niet heeft bekomen bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing vóór de aanvang van de eindronde; in de loop van het seizoen algemeen forfait heeft verklaard.
223. Kalender 2231. Vaststellen van data en uren De eindronde wordt zo vlug mogelijk na de beëindiging van het kampioenschap van 2de nationale afdeling betwist. Er zijn zes competitiedagen gespreid over drie weken. Er wordt gespeeld op donderdagavond en zondagnamiddag, op data door het Sportcomité vastgesteld. De wedstrijden moeten aanvangen op hetzelfde uur. 2232. Afwisseling der wedstrijden Elke club ontmoet de andere drie clubs thuis en op verplaatsing. De thuiswedstrijden op donderdag worden beperkt tot maximum twee per club. 2233. Concurrentie met 1ste nationale afdeling In geval van concurrentie in eenzelfde gemeente tussen een wedstrijd van de eindronde en een wedstrijd van het kampioenschap van 1ste afdeling, beginnen de wedstrijden van de eindronde om achttien uur, tenzij de vier betrokken clubs onderling akkoord gaan over een ander aanvangsuur. De bevoegde bondsinstantie behoudt nochtans het beslissingsrecht. 224. Klassering Na afloop van de eindronde wordt er een rangschikking opgemaakt. Hierbij geldt achtereenvolgens als criterium: -
het aantal bekomen punten; het aantal gewonnen wedstrijden.
In geval van gelijkheid in de eindrangschikking van deze eindronde wordt een testwedstrijd gespeeld op neutraal terrein om de winnaar aan te duiden. 23. Stijgers 231. Onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze de licentie van profclub hebben bekomen, kunnen twee clubs overgaan naar 1ste nationale na het einde van het seizoen: de winnaar van het kampioenschap en de winnaar van de eindronde. 232. Wanneer één van deze clubs, of beide, niet beantwoorden aan de criteria, wordt het recht op stijgen overgedragen op één of twee andere clubs, naargelang het geval, rekening houdend met de rangschikking van de eindronde en het feit dat ze voldoen aan de toekenningsvoorwaarden voor een licentie als profclub. 24. Dalers Overgangsbepalingen voor het seizoen 2009-2010 241. Na het einde van het kampioenschap dalen de clubs die laatste en voorlaatste gerangschikt staan naar de 3de nationale afdeling. 242. De derde en de vierde laatst geklasseerde die de eindronde van 3de nationale afdeling niet heeft gewonnen daalt eveneens naar 3de nationale afdeling. 243. Wanneer één of meerdere clubs van 2de nationale afdeling de licentie niet bekomen worden zij ambtshalve verwezen naar 3de nationale afdeling en vervangen zij als dalers de laatst en/of de voorlaatst en/of de derde laatst en/of de vierde laatst gerangschikte(n). KBVB • REGLEMENT 2009/2010
243
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 241. Na het einde van het kampioenschap dalen de clubs die laatste en voorlaatste gerangschikt staan naar de 3de nationale afdeling. 242. De derde laatste daalt eveneens naar 3de nationale afdeling, tenzij ze de eindronde van 3de nationale afdeling heeft gewonnen. 243. Wanneer één of meerdere clubs van 2de nationale afdeling de licentie niet bekomen worden zij ambtshalve verwezen naar 3de nationale afdeling en vervangen zij als dalers de laatste en/of de voorlaatste en/of de derde laatste gerangschikte(n).
Artikel 1538
3de nationale afdeling
1. Principes 11. Het kampioenschap wordt betwist in twee reeksen van achttien clubs, gevolgd door een eindronde van 3de nationale afdeling voor het aanduiden van een eventuele bijkomende stijger. 12. De titel van kampioen wordt betwist door de winnaars van iedere reeks die onderling een heen- en terugwedstrijd spelen. Eindigen ze daarbij met evenveel punten, dan dienen ze een bijkomende wedstrijd met eventuele verlengingen en strafschoppenserie te spelen op neutraal terrein. 13. Aan het einde van het kampioenschap en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de licentie van club Betaald Voetbal uit 2de nationale afdeling werd aangevraagd en bekomen, zijn stijgers naar 2de nationale afdeling: -
de eerste van elke reeks; de winnaar van de eindronde.
14. Aan het einde van het kampioenschap dalen de voorlaatst en de laatst gerangschikte clubs van iedere reeks naar bevordering. 15. De derde laatst geklasseerde van elke reeks neemt deel aan de eindronde van bevordering. 2. Modaliteiten 21. Organisatie van het kampioenschap in perioden 211. Perioden Het kampioenschap wordt ingedeeld in drie perioden van respectievelijk tien, twaalf en twaalf wedstrijden. 212. Kalender De Kalendercommissie verdeelt de uit- en thuiswedstrijden voor elke club tijdens elke periode evenwichtig. De verhouding 4/6 of 5/7 mag niet overschreden worden. De wedstrijden die door de Kalendercommissie vastgelegd zijn voor een bepaalde periode, blijven tot deze periode behoren, ongeacht de datum waarop zij gespeeld worden. Indien, tijdens de laatste competitiedag van een periode wedstrijden beslissend zijn voor het behalen van de titel van periodewinnaar, moeten zij op dezelfde dag gespeeld worden en op hetzelfde uur beginnen. De inhaalwedstrijden moeten zo spoedig mogelijk betwist worden. 213. Perioderangschikking Bij elke wedstrijd worden drie punten toegekend aan de winnende ploeg. In geval van gelijkspel, wordt aan iedere ploeg één punt toegekend. Na iedere periode wordt er een rangschikking opgemaakt over die periode. Hierbij geldt achtereenvolgens als criterium: -
244
het grootst aantal bekomen punten; bij gelijkheid, het grootst aantal gewonnen wedstrijden; bij verdere gelijkheid, het verschil tussen doelpunten voor en tegen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN De eerste van deze rangschikking wordt als periodewinnaar aangeduid. Indien twee clubs gelijk als eerste eindigen, wordt op neutraal terrein een testwedstrijd gespeeld om de periodewinnaar aan te duiden. In geval van gelijkspel worden twee verlengingen gespeeld van telkens vijftien minuten. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie. 22. Organisatie van de eindronde Overgangsbepalingen voor het seizoen 2009-2010 221. Deelnemers 2211. De eindronde wordt gespeeld tussen de zes periodewinnaars en de derde en de vierde laatst gerangschikte van het kampioenschap van 2de nationale afdeling. 2212. In elk geval waarin een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde moet vervangen worden: zie 2212 hierna. 222. Kalender 2221. Vaststellen van data en uren De eindronde start de eerstvolgende donderdag na het kampioenschap. De loting van de kalender van de eindronde zal plaatsvinden de eerstvolgende maandag na het einde van het kampioenschap en dit in de namiddag op de zetel van de KBVB in Brussel. Deze wedstrijden worden gespeeld over drie speeldagen, de eerste twee speeldagen worden de dagen en uren vastgesteld op respectievelijk donderdag om 19.00 uur en zondag om 16.00 uur. De derde speeldag wordt in twee wedstrijden gespeeld op zondag, met als aanvangsuur 16.00 uur. 2222. Eerste speeldag Op de eerste speeldag worden acht wedstrijden gespeeld tussen de zes periodewinnaars en de derde en vierde laatst geklasseerde van 2de nationale, onderverdeeld door loting. Deze speeldag wordt gespeeld met heen en terug. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. 2223. Tweede speeldag De tweede speeldag worden vier wedstrijden gespeeld tussen de vier gekwalificeerden van de eerste speeldag, onderverdeeld door loting, met volgende bijzonderheid: -
indien er zich tussen de vier gekwalificeerden geen of nog één club bevindt van 2de nationale, is deze loting ongeleid; indien er zich tussen de vier gekwalificeerden nog beide clubs van 2de nationale bevinden, worden deze tegenover mekaar geplaatst.
Deze speeldag wordt gespeeld met heen en terug. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. 2224. Derde speeldag Deze speeldag wordt gespeeld met heen- en terugwedstrijd tussen de twee gekwalificeerde clubs van de tweede speeldag. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. Deze wedstrijden duiden de winnaar van de eindronde aan.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
245
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 221. Deelnemers 2211. De eindronde wordt gespeeld tussen de zes periodewinnaars en de derde laatst gerangschikte van het kampioenschap van 2de nationale afdeling. 2212. In elk geval waarin een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde moet vervangen worden, wordt de eindrangschikking van het kampioenschap - elke reeks afzonderlijk genomen - in dalende volgorde in aanmerking genomen voor het aanduiden van zijn vervanger. Dit is ondermeer het geval: -
wanneer er geen drie verschillende periodewinnaars geweest zijn; wanneer de eerste van het kampioenschap tevens periodewinnaar geweest is; wanneer clubs van 2de nationale afdeling fusioneren of ontslag nemen vóór aanvang van de eindronde; wanneer een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde - op de derde laatste plaats in het kampioenschap eindigt, - naar bevordering degradeert, - niet degradeert wegens rangverlaging met twee afdelingen van een club uit 2de nationale afdeling, - de licentie voor 2de nationale afdeling niet heeft aangevraagd, of niet heeft bekomen bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing vóór de aanvang van de eindronde, - in de loop van het seizoen algemeen forfait heeft verklaard.
222. Kalender 2221. Vaststellen van data en uren De eindronde start de eerstvolgende donderdag na het kampioenschap. De loting van de kalender van de eindronde zal plaatsvinden de eerstvolgende maandag na het einde van het kampioenschap en dit in de namiddag op de zetel van de KBVB in Brussel. Deze wedstrijden worden gespeeld over drie speeldagen, de eerste twee speeldagen worden de dagen en uren vastgesteld op respectievelijk donderdag om 19.00 uur en zondag om 16.00 uur. De derde speeldag wordt in twee wedstrijden gespeeld op zondag, met als aanvangsuur 16.00 uur. 2222. Eerste speeldag Op de eerste speeldag worden zes wedstrijden gespeeld tussen de zes periodewinnaars onderverdeeld door loting. Deze speeldag wordt gespeeld met heen en terug. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. 2223. Tweede speeldag De tweede speeldag worden vier wedstrijden gespeeld tussen de drie gekwalificeerden van de eerste speeldag en de derde laatst gerangschikte uit het kampioenschap van 2de nationale afdeling onderverdeeld door loting. Deze speeldag wordt gespeeld met heen en terug. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. 2224. Derde speeldag Deze speeldag wordt gespeeld met heen- en terugwedstrijd tussen de twee gekwalificeerde clubs van de tweede speeldag. Door loting wordt de eerste wedstrijd gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot, tenzij beide partijen anders overeenkomen. Deze wedstrijden duiden de winnaar van de eindronde aan.
246
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 223. Modaliteiten van rangschikking voor de drie speeldagen De winnende ploeg is zij die het grootste aantal doelpunten aantekende in de twee wedstrijden. Indien de twee ploegen na de twee wedstrijden een gelijk aantal doelpunten aangetekend hebben, dan zijn de doelpunten op verplaatsing doorslaggevend. Indien de stand dan nog gelijk blijft (d.w.z. wanneer beide ploegen een gelijk aantal doelpunten aantekenden in hun thuiswedstrijd en een gelijk aantal doelpunten in hun uitwedstrijd), wordt de tweede wedstrijd verlengd met tweemaal 15 minuten. Indien het aantal gescoorde doelpunten na afloop van deze verlengingen gelijk is, dan zijn (is) de (het) op verplaatsing aangetekende doelpunt(en) doorslaggevend en kwalificeren (kwalificeert) zij (het) de bezoekende ploeg. Indien in de verlengingen geen enkel doelpunt wordt aangetekend, dan volgt een strafschoppenserie conform het bondsreglement. 224. Verdeling van de inkomsten voor de drie speeldagen Voor de eerste twee speeldagen ontvangt de thuisclub de inkomsten. Zij draagt alle organisatiekosten terwijl de bezoekende club haar verplaatsingskosten draagt. Voor de derde speeldag worden de ontvangsten van elke gespeelde wedstrijd in gelijke delen verdeeld tussen de twee clubs, na aftrek van de bondsbelasting en de eventuele gemeentetaks. De bezochte club draagt de organisatiekosten en de niet terugbetaalde scheidsrechtersvergoedingen, de bezoekende club haar verplaatsingskosten. 23. Bijzonderheden wat betreft de stijgers 231. Indien één of beide van de eerste van elke reeks geen licentie heeft of hebben bekomen, wordt of worden zij vervangen door de best geplaatste club, die de licentie heeft bekomen, tot en met de vijfde in de reeks van het kampioenschap waaraan de te vervangen club deelnam; 232. Indien de winnaar van de eindronde een club van 3de nationale afdeling is en geen licentie heeft bekomen, wordt zij vervangen door de best geplaatste club in het klassement van de eindronde die de licentie heeft bekomen. 24. Bijzonderheid (wat betreft de deelnemers aan de eindronde van bevordering en) wat betreft de dalers De derde laatste die er niet in slaagt zich gunstig te plaatsen in de eindronde van bevordering, daalt eveneens naar bevordering.
Artikel 1541
Bevordering
1. Principes Overgangsbepalingen voor het seizoen 2009-2010 11. Het kampioenschap wordt gespeeld in vier reeksen van zestien clubs, gevolgd door een eindronde van bevordering voor het aanduiden van één eventuele bijkomende stijger. 12. De titel van kampioen wordt toegekend aan de club die van de vier reekswinnaars de meeste punten behaalde. 13. Aan het einde van het kampioenschap, stijgt de eerste van elke reeks naar 3de nationale afdeling. 14. Aan het einde van het kampioenschap dalen de derde laatste, de voorlaatste en de laatst gerangschikte club van iedere reeks naar 1ste provinciale afdeling. 15. De vierde laatst geklasseerde van elke reeks neemt deel aan de interprovinciale eindronde. Op de eerste speeldag hiervan zal uitgemaakt worden welke ploeg in bevordering blijft, welke twee ploegen verder deelnemen aan deze eindronde, en welke ploeg degradeert naar 1ste provinciale afdeling.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
247
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 16. De vervanging van de twaalf rechtstreekse dalers (zie 14.) geschiedt als volgt: -
de kampioen van 1ste afdeling van iedere provincie stijgt van rechtswege naar bevordering. de drie nog beschikbare plaatsen worden toegekend aan de drie provincies die tijdens het aflopende seizoen de grootste sportactiviteit aan de dag hebben gelegd, meer bepaald het grootste aantal ploegen in de nationale en provinciale kampioenschappen in lijn hebben gebracht.
De namen van de provincies die van deze bijkomende plaatsen genieten, worden vóór de aanvang van het seizoen door het Sportcomité bekendgemaakt. Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 11. Het kampioenschap wordt gespeeld in vier reeksen van zestien clubs, gevolgd door een eindronde van bevordering voor het aanduiden van twee eventuele bijkomende stijgers. 12. De titel van kampioen wordt toegekend aan de club die van de vier reekswinnaars de meeste punten behaalde. 13. Aan het einde van het kampioenschap, stijgt de eerste van elke reeks naar 3de nationale afdeling. 14. Aan het einde van het kampioenschap dalen de derde laatste, de voorlaatste en de laatst gerangschikte club van iedere reeks naar 1ste provinciale. 15. De vierde laatst geklasseerde van elke reeks neemt deel aan de interprovinciale eindronde, waarin op de eerste speeldag twee van deze vier ploegen het behoud in bevordering verzekeren, en beide andere ploegen verder deelnemen aan deze eindronde. 16. De vervanging van de twaalf rechtstreekse dalers (zie 14.) geschiedt als volgt: -
de kampioen van 1ste afdeling van iedere provincie stijgt van rechtswege naar bevordering. de drie nog beschikbare plaatsen worden toegekend aan de drie provincies die tijdens het aflopende seizoen de grootste sportactiviteit aan de dag hebben gelegd, meer bepaald het grootste aantal ploegen in de nationale en provinciale kampioenschappen in lijn hebben gebracht.
De namen van de provincies die van deze bijkomende plaatsen genieten, worden vóór de aanvang van het seizoen door het Sportcomité bekendgemaakt. 2. Modaliteiten 21. Organisatie van het kampioenschap in perioden 211. Perioden Het kampioenschap wordt ingedeeld in drie perioden van elk tien wedstrijden. 212. Kalender De Kalendercommissie verdeelt de uit- en thuiswedstrijden voor elke club tijdens elke periode evenwichtig. De verhouding 4/6 mag niet overschreden worden. De wedstrijden die door de Kalendercommissie vastgelegd zijn voor een bepaalde periode, blijven tot deze periode behoren, ongeacht de datum waarop zij gespeeld worden. Indien, tijdens de laatste competitiedag van een periode wedstrijden beslissend zijn voor het behalen van de titel van periodewinnaar, moeten zij op dezelfde dag gespeeld worden en op hetzelfde uur beginnen. De inhaalwedstrijden moeten zo spoedig mogelijk betwist worden. 213. Perioderangschikking Na elke wedstrijd worden drie punten toegekend aan de winnende ploeg. In geval van gelijkspel, wordt aan iedere ploeg één punt toegekend.
248
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN Na iedere periode wordt er een rangschikking opgemaakt over die periode. Hierbij geldt achtereenvolgens als criterium: -
het grootst aantal bekomen punten; bij gelijkheid, het grootst aantal gewonnen wedstrijden; bij verdere gelijkheid, het verschil tussen doelpunten voor en tegen.
De eerste van deze rangschikking wordt als periodewinnaar aangeduid. Indien twee clubs gelijk als eerste eindigen, wordt op neutraal terrein een testwedstrijd gespeeld. In geval van gelijk spel worden twee verlengingen gespeeld van telkens vijftien minuten. Wanneer de stand na deze verlengingen nog steeds gelijk is, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie. 22. Organisatie van de eindronde 221. Deelnemers 2211. De eindronde wordt betwist tussen de twaalf periodewinnaars uit bevordering en de derde laatst gerangschikte van iedere reeks van het kampioenschap van 3de nationale afdeling. 2212. In elk geval waarin een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde moet vervangen worden, wordt de eindrangschikking van het kampioenschap - elke reeks afzonderlijk genomen - in dalende volgorde in aanmerking genomen voor het aanduiden van zijn vervanger. Dit is onder meer het geval: -
wanneer er geen drie verschillende periodewinnaars geweest zijn; wanneer de eerste van het kampioenschap tevens periodewinnaar geweest is; wanneer een theoretisch gerechtigde deelnemer aan de eindronde op de dertiende plaats in het kampioenschap eindigt, naar 1ste provinciale afdeling degradeert ; - in de loop van het seizoen algemeen forfait heeft verklaard.
222. Kalender De eindronde wordt zo vlug mogelijk na de beëindiging van het kampioenschap betwist. Deze wordt gespeeld met rechtstreekse uitschakeling en omvat drie speeldagen. 2221. Eerste speeldag De eerste speeldag worden zes wedstrijden gespeeld tussen de twaalf periodewinnaars onderverdeeld door loting. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. 2222. Tweede speeldag Bepaling vanaf het seizoen 2009-2010 De tweede speeldag worden vier wedstrijden gespeeld tussen de zes gekwalificeerden van de eerste speeldag en de derde laatst gerangschikten uit het kampioenschap van 3de nationale afdeling, door loting verdeeld in twee poules, met in elke poule een club uit 3de afdeling. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. 2223. Derde speeldag Overgangsbepaling voor het seizoen 2009-2010 De derde speeldag worden twee wedstrijden betwist tussen de twee gekwalificeerden van de tweede speeldag in elke poule. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerste wordt uitgeloot.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
249
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 De derde speeldag worden twee wedstrijden betwist tussen de twee gekwalificeerden van de tweede speeldag in elke poule. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerste wordt uitgeloot. Deze wedstrijden duiden de poulewinnaars van de eindronde aan, die stijgen naar 3de nationale. 2224. Vierde speeldag Bepaling enkel geldig in het seizoen 2009-2010 De vierde speeldag wordt één wedstrijd beslist tussen de twee gekwalificeerden van de derde speeldag. Deze wedstrijd wordt gespeeld op het terrein van de club die het eerste wordt uitgeloot. De winnaar stijgt naar 3de nationale. 223. Modaliteiten bij gelijke stand Wanneer deze wedstrijden op een gelijkspel eindigen, worden conform het bondsreglement verlengingen gespeeld, eventueel gevolgd door een strafschoppenserie. 23. Bijzonderheid betreffende de stijgers Indien de poulewinnaar in de eindronde een club uit bevordering is, stijgt ze eveneens naar 3de nationale afdeling. 24. Bijzonderheid betreffende de dalers De vierde laatste die er niet in slaagt haar poule van de interprovinciale eindronde te winnen, daalt eveneens naar 1ste provinciale. 25. Bijzonderheid betreffende de toekenning van titel van kampioen Bij gelijke punten tussen twee of meer clubs, is het aantal gewonnen wedstrijden beslissend, daarna het verschil tussen de doelpunten voor en tegen. Is dit eveneens gelijk, dan spelen de betrokken ploegen een testmatch op neutraal terrein. Wanneer die wedstrijd op een gelijk spel eindigt, worden conform het bondsreglement verlengingen gespeeld, eventueel gevolgd door een strafschoppenserie.
Artikel 1542
Beloftecompetitie van 1ste nationale afdeling ● Reserveploegen op nationaal vlak
1. De clubs van 1ste, 2de en 3de nationale afdeling zijn verplicht deel te nemen aan respectievelijk de beloftecompetitie van 1ste nationale afdeling of het reservekampioenschap van 2de en 3de nationale afdeling. Deze worden gelijklopend betwist volgens een omgekeerde kalender. 2. Voor de clubs van bevordering geldt dezelfde verplichting tot deelneming, maar wordt het kampioenschap van reserven georganiseerd volgens een formule van minimum 4 en maximum 8 reeksen met minstens 6 en hoogstens 16 ploegen, met de mogelijkheid van een dubbel kampioenschap voor de reeksen die 8 ploegen of minder tellen.
250
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Sectie 2: De kampioenschappen van provinciale seniores Artikel 1546
1ste provinciale afdeling
1. Principes Overgangsbepalingen voor het seizoen 2009-2010 11. In iedere provincie wordt een kampioenschap van 1ste afdeling ingericht in één reeks, waaraan minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs deelnemen. Dit kampioenschap leidt tot overgang naar bevordering. 12. Een interprovinciale eindronde wordt georganiseerd om één eventuele bijkomende stijger aan te duiden tussen de clubs uit de zes provincies, die geen recht hebben op een tweede stijger ingevolge hun sportieve activiteit. 13. In elke provincie dalen twee clubs van rechtswege naar 2de provinciale afdeling en is er één bijkomende daler per daler van de provincie in kwestie uit bevordering. Bepalingen vanaf het seizoen 2010-2011 11. In iedere provincie wordt een kampioenschap van 1ste afdeling ingericht in één reeks, waaraan minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs deelnemen. Dit kampioenschap leidt tot overgang naar bevordering. 12. Een interprovinciale eindronde wordt georganiseerd om de twee eventuele bijkomende stijgers aan te duiden tussen de clubs uit de zes provincies, die geen recht hebben op een tweede stijger ingevolge hun sportieve activiteit. 13. In elke provincie dalen twee clubs van rechtswege naar 2de provinciale afdeling en is er één bijkomende daler per daler van de provincie in kwestie uit bevordering. 2. Modaliteiten 21. Indien één of meerdere clubs uit bevordering degraderen naar 1ste provinciale afdeling omwille van competitievervalsing, dan spelen die clubs gedurende één seizoen in bovental. Op het einde van het seizoen wordt het aantal clubs, door middel van bijkomende dalers, teruggebracht naar het oorspronkelijk voorziene aantal. 22. De organisatiemodaliteiten van het kampioenschap worden geregeld door de provinciale algemene vergadering. 23. Organisatie van de interprovinciale eindronde 231. Deelnemers De provinciale algemene vergadering van elk van deze zes provincies bepaalt de modaliteiten om de club aan te duiden die haar zal vertegenwoordigen in de interprovinciale eindronde. De namen van de deelnemende clubs moeten worden medegedeeld aan het Sportcomité ten laatste op 15 mei De eindronde wordt betwist tussen deze zes clubs en twee van de vierde laatst gerangschikten uit bevordering. 232. Kalender De eindronde vangt zo spoedig mogelijk aan. Zij wordt met rechtstreekse uitschakeling gespeeld en omvat drie speeldagen. 2321. Eerste speeldag De eerste speeldag worden twee wedstrijden gespeeld tussen de vier vierde laatst gerangschikten uit bevordering onderverdeeld door loting. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. De winnaars van deze wedstrijden blijven in bevordering. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
251
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2322. Tweede speeldag Bepalingen vanaf het seizoen 2009-2010 De tweede speeldag worden vier wedstrijden gespeeld tussen de zes gekwalificeerden uit 1ste provinciale en de twee uitgeschakelden uit de eerste speeldag onderverdeeld door loting in twee poules, met in elke poule een club uit bevordering. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. 2323. Derde speeldag Overgangsbepaling voor het seizoen 2009-2010 De derde speeldag worden twee wedstrijden betwist tussen de twee gekwalificeerden van de tweede speeldag in elke poule. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. Bepaling vanaf het seizoen 2010-2011 De derde speeldag worden twee wedstrijden betwist tussen de twee gekwalificeerden van de tweede speeldag in elke poule. Deze wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de club die het eerst wordt uitgeloot. Deze wedstrijden duiden de poulewinnaars aan van de eindronde, die stijgen naar bevordering. 2224. Vierde speeldag Bepaling enkel geldig in het seizoen 2009-2010 De vierde speeldag wordt één wedstrijd beslist tussen de twee gekwalificeerden van de derde speeldag. Deze wedstrijd wordt gespeeld op het terrein van de club die het eerste wordt uitgeloot. De winnaar stijgt naar bevordering. 233. Modaliteiten bij gelijke stand Wanneer een wedstrijd op een gelijk spel eindigt, worden conform het bondsreglement verlengingen gespeeld, eventueel gevolgd door een strafschoppenserie. 24. Bijzonderheden De provinciale algemene vergadering kan beslissen: -
tot het aanduiden van een derde rechtstreekse daler;
-
tot het organiseren van een eindronde - volgens modaliteiten door haar vast te leggen - tussen één club van 1ste provinciale afdeling en een aantal clubs uit 2de provinciale afdeling, met als inzet één plaats in 1ste provinciale afdeling.
Artikel 1547
2de provinciale afdeling
1. Principe In iedere provincie wordt een kampioenschap van 2de afdeling ingericht, met één of meer reeksen van minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs. 2. Modaliteit De modaliteiten voor het stijgen naar de 1ste afdeling, het dalen naar de 3de afdeling en het toekennen van de titel van kampioen, worden door de jaarlijkse provinciale algemene vergadering vastgelegd.
252
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1548
3de provinciale afdeling
1. Principe In iedere provincie wordt een kampioenschap van 3de afdeling ingericht, met één of meer reeksen van minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs. 2. Modaliteiten 21. Wanneer deze afdeling evenwel de laagste provinciale reeks is, kan de provinciale algemene vergadering beslissen om reeksen in te richten met een lager aantal ploegen dan het vereiste minimum. 22. In de provincies waar geen 4de afdeling bestaat, mogen al de clubs die geen ploeg in een hogere afdeling bezitten, zich inschrijven in de 3de afdeling. De nieuw toegetreden clubs moeten vooraf tijdens minstens één seizoen hebben deelgenomen aan een kampioenschap van provinciale reserven, een kampioenschap van geconventioneerde clubs, of een kampioenschap ingericht door een andere voetbalbond. Wanneer dit echter niet het geval is, mogen de Provinciale Comités beslissen de club ofwel rechtstreeks te laten deelnemen aan het kampioenschap, ofwel ze te laten deelnemen buiten rangschikking. 23. De modaliteiten voor het stijgen naar 2de afdeling, het dalen naar een gebeurlijke 4de afdeling, evenals het toekennen van de titel van kampioen, worden op de jaarlijkse provinciale algemene vergadering geregeld.
Artikel 1549
4de provinciale afdeling
1. Principe In iedere provincie mag een kampioenschap van 4de afdeling ingericht worden, met één of meer reeksen van minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs. 2. Modaliteiten 21. Wanneer deze afdeling evenwel de laagste provinciale reeks is, kan de provinciale algemene vergadering beslissen om reeksen in te richten met een lager aantal ploegen dan het vereiste minimum. 22. In de provincies zonder 5de afdeling mogen alle clubs die geen ploeg ingeschreven hebben in een hogere afdeling, uitkomen in 4de afdeling. De nieuw toegetreden clubs moeten vooraf tijdens minstens één seizoen hebben deelgenomen aan een kampioenschap van provinciale reserven, een kampioenschap van geconventioneerde clubs, of een kampioenschap ingericht door een andere voetbalbond. Wanneer dit echter niet het geval is, mogen de Provinciale Comités beslissen de club ofwel rechtstreeks te laten deelnemen aan het kampioenschap, ofwel ze te laten deelnemen buiten rangschikking. 23. De modaliteiten voor het stijgen naar 3de afdeling, het dalen naar een gebeurlijke 5de afdeling, evenals het toekennen van de titel van kampioen, worden bij de aanvang van het seizoen op de jaarlijkse provinciale algemene vergadering geregeld.
Artikel 1550
5de provinciale afdeling
1. Principe In iedere provincie mag een kampioenschap van 5de afdeling ingericht worden, met één of meer reeksen van minstens veertien clubs en ten hoogste achttien clubs. 2. Modaliteiten 21. Wanneer deze afdeling evenwel de laagste provinciale reeks is, kan de provinciale algemene vergadering beslissen om reeksen in te richten met een lager aantal ploegen dan het vereiste minimum. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
253
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 22. Alle clubs die geen ploeg ingeschreven hebben in een hogere afdeling mogen in 5de afdeling uitkomen. De nieuw toegetreden clubs moeten vooraf tijdens minstens één seizoen hebben deelgenomen aan een kampioenschap van provinciale reserven, een kampioenschap van geconventioneerde clubs, of een kampioenschap ingericht door een andere voetbalbond. Wanneer dit echter niet het geval is, mogen de Provinciale Comités beslissen de club ofwel rechtstreeks te laten deelnemen aan het kampioenschap, ofwel ze te laten deelnemen buiten rangschikking. 23. De modaliteiten voor het stijgen naar 4de afdeling en het toekennen van de titel van kampioen worden op de jaarlijkse provinciale algemene vergadering geregeld.
Artikel 1551
Reserveploegen op provinciaal vlak
1. Principe In elke provincie mag een kampioenschap voor reserven ingericht worden van de 1ste, 2de, 3de, 4de en 5de provinciale afdeling. 2. Modaliteiten 21. Clubs van nationale afdelingen mogen zonder beperking van het aantal ploegen aan deze kampioenschappen deelnemen op voorwaarde dat zij effectief het kampioenschap voor reserven in nationale spelen. 22. De jaarlijkse provinciale algemene vergadering bepaalt de leeftijdsgrenzen alsmede de modaliteiten van de verdeling der ploegen in de onderscheidene afdelingen en reeksen.
Sectie 3: De nationale jeugdkampioenschappen Artikel 1556
Nationale jeugdkampioenschappen 1ste nationale afdeling
1. Principe Jaarlijks wordt in 1ste nationale afdeling een kampioenschap georganiseerd voor U19, U17, U16, U15, U14, U13, U12, U11, U10, U9 en U8. 2. Modaliteiten 21. U19, U17, U16, U15, U14, U13, U12, U11 Alle clubs zijn verplicht één ploeg op te stellen in deze categorieën. Dit kampioenschap wordt gespeeld in één enkele reeks. De wedstrijden worden gespeeld op zaterdag. De ploegen worden als volgt gekoppeld en spelen alternatief thuis en uit: -
U19 en U17 spelen alternatief op zaterdagnamiddag met de U16 en U15, U14 en U13 spelen alternatief op zaterdagvoormiddag met de U12 en U11.
22. U10, U9, U8 Alle clubs zijn verplicht twee ploegen op te stellen in deze categorieën. Dit kampioenschap wordt gespeeld in twee regionaal ingedeelde reeksen met een dubbele heen- en terugronde. Elke club stelt per leeftijdscategorie twee ploegen op, die op dezelfde datum dezelfde tegenstrever ontmoeten. De wedstrijden worden gespeeld op zondagvoormiddag. 23. Gemeenschappelijke kosten De bepalingen van Art. 1503 zijn niet van toepassing.
254
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Artikel 1557
Nationale jeugdkampioenschappen 2de nationale afdeling
1. Principe Jaarlijks wordt in 2de nationale afdeling een kampioenschap georganiseerd voor U19, U17, U16, U15, U14, U13, U12 en U11. 2. Modaliteiten 21. U19, U17, U16, U15 Alle clubs zijn verplicht een ploeg op te stellen in elke categorie. Dit kampioenschap wordt gespeeld in één enkele reeks. De wedstrijden worden gespeeld op zaterdag. De ploegen worden als volgt gekoppeld en spelen alternatief thuis en uit: de U19 en U17 spelen alternatief op zaterdagnamiddag met de U16 en U15. 22. U14, U13, U12, U11 Alle clubs zijn verplicht een ploeg op te stellen in elke categorie. Dit kampioenschap wordt gespeeld in twee regionaal ingedeelde reeksen, die een dubbele heen- en terugronde spelen. De ploegen worden als volgt gekoppeld en spelen alternatief thuis en uit op zaterdagvoormiddag: de U14 en U13; de U12 en U11. 23. Gemeenschappelijke kosten De bepalingen van Art. 1503 zijn niet van toepassing.
Artikel 1558
Nationale jeugdkampioenschappen 3de nationale afdeling
1. Principe Jaarlijks wordt in 3de nationale afdeling een kampioenschap georganiseerd voor U19, U17, U16, U15, U14, U13, U12 en U11. 2. Modaliteiten 21. Alle clubs uit 3de nationale afdeling zijn verplicht een ploeg op te stellen in elke jeugdcategorie. 22. Dit kampioenschap wordt gespeeld door de ploegen die uitkomen in 3de afdeling, aangevuld met de ploegen die het vorige seizoen uit 3de afdeling degradeerden. Zij worden ingedeeld in drie zover mogelijk geregionaliseerde reeksen. Indien sommige rechthebbende clubs niet deelnemen, zullen de vrijkomende plaatsen kunnen ingenomen worden door ploegen die uitkomen in bevordering, tot een maximum van 36 deelnemende ploegen (zie Art. 1506.22) 23. De wedstrijden worden gespeeld op zaterdag. De ploegen worden als volgt gekoppeld en spelen alternatief thuis en uit: de U19 en U17 spelen alternatief met de U16 en U15. De U14 en U13 spelen alternatief thuis en uit met de U12 en U11. 24. Gemeenschappelijke kosten De bepalingen van Art. 1503 zijn niet van toepassing.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
255
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
Sectie 4: De provinciale jeugdkampioenschappen Artikel 1561
Provinciale jeugdkampioenschappen
1. Principe In iedere provincie mogen kampioenschappen ingericht worden voor de verschillende leeftijdscategorieën (zie Art. 1009). 2. Modaliteiten U6 tot U11 21. De jaarlijkse provinciale algemene vergadering bepaalt vooraf de modaliteiten van de te spelen wedstrijden in haar provincie. 22. De wedstrijden worden gespeeld zonder inzet. Rangschikking is ten strengste verboden. 23. De in het bondsreglement bepaalde boetes worden toegepast voor het laattijdig insturen van de wedstrijdbladen, de keuze van de verkeerde kleur van deze bladen, het ontbreken van de bondsidentiteitskaart, enz., met uitzondering van de boetes voorzien voor gele en rode kaarten.
Sectie 5: De dameskampioenschappen Artikel 1566
De nationale dameskampioenschappen
1. Principes 11. 1ste nationale damesafdeling Dit kampioenschap wordt betwist in één enkele reeks van 14 clubs. Op het einde van het seizoen daalt de veertiende gerangschikte naar de 2de nationale afdeling en wordt vervangen door de club van deze afdeling die voor stijgen in aanmerking komt. De dertiende gerangschikte speelt barragewedstrijden heen en terug tegen de tweede gerangschikte A-ploeg van 2de nationale afdeling. 12. 2de nationale damesafdeling Dit kampioenschap wordt betwist in één enkele reeks van 14 clubs. Op het einde van het seizoen stijgt de eerste gerangschikte A-ploeg naar 1ste nationale damesafdeling. De tweede gerangschikte A-ploeg speelt barragewedstrijden heen en terug tegen de dertiende gerangschikte van 1ste nationale damesafdeling. Op het einde van het seizoen dalen de dertiende en de veertiende gerangschikte naar de 3de nationale damesafdeling en worden vervangen door de clubs van deze afdeling die voor stijgen in aanmerking komen. 13. 3de nationale damesafdeling Dit kampioenschap wordt gespeeld door 28 clubs in twee reeksen van 14 clubs. Op het einde van het seizoen stijgt de eerste van elke reeks naar de 2de nationale damesafdeling. Op het einde van het seizoen wordt een testwedstrijd gespeeld tussen de tweede geklasseerde van elke reeks om een eventuele bijkomende stijger aan te duiden. De dertiende en de veertiende van elke reeks dalen naar de provinciale damesafdeling en worden vervangen door de clubs van deze afdeling, gekwalificeerd om te stijgen. Op het einde van het seizoen wordt een testwedstrijd gespeeld tussen de dertiende geklasseerde van elke reeks voor het behoud in 3de nationale afdeling voor het geval er een plaats vrijkomt.
256
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2. Modaliteiten 21. Indien er in 3de nationale een plaats vrijkomt, wordt op het einde van het seizoen een testwedstrijd gespeeld tussen de dertiende geklasseerde van elke reeks om het behoud in 3de nationale afdeling. 22. De kwalificatie tot stijgen uit de provincies wordt bepaald door een interprovinciale eindronde waardoor de 4 stijgers worden aangeduid.
Artikel 1567
De provinciale dameskampioenschappen
1. Principes 11. De provincies organiseren zelf, rekening houdend met het aantal ingeschreven ploegen, een kampioenschap van 1ste, 2de, 3de en 4de afdeling in functie van het aantal provinciale senioresploegen. 12. De kwalificatie tot stijgen naar 3de nationale wordt bepaald door een interprovinciale eindronde waardoor de 4 stijgers worden aangeduid. 2. Modaliteiten 21. Organisatie van de interprovinciale eindronde 211. Deelnemers De kampioenen van alle competities van 1ste provinciale afdeling mogen deelnemen aan de interprovinciale eindronde behalve indien hun A-Ploeg in derde nationale uitkomt of indien reeds een B-Ploeg van deze club in de nationale afdelingen speelt. In deze gevallen is de eestvolgende gerangschikte gerechtigd om deel te nemen aan de interprovinciale eindronde. De gerechtigde club kan nochtans weigeren om aan de interprovinciale eindronde deel te nemen. In dat geval mag de eerstvolgende van deze provinciale competitie deelnemen. Weigert deze club eveneens, dan vervalt het deelnamerecht van de betreffende provincie. De namen van de deelnemende clubs moeten worden medegedeeld aan het Sportcomité ten laatste op 20 april. 212. Kalender De eindronde wordt zo vlug mogelijk na de beëindiging van het kampioenschap betwist. Indien alle provincies een mogelijke stijger voorstellen, dan zijn er 9 mogelijke stijgers. Stellen één of meerdere provincies geen mogelijke stijgers voor, dan wordt het aantal deelnemers aan de eindronde in die mate verminderd. 2121. Groepsindeling De mogelijke stijgers worden ingedeeld in twee groepen: groep 1 en groep 2. Groep 1 telt 5 ploegen, groep 2 telt 4 ploegen. Zijn er provincies die geen mogelijke stijger voorstellen, dan wordt het aantal ploegen per groep, te beginnen met groep 1, telkens met één verminderd. De groepen worden bepaald door loting. De ploegen die als eerste en tweede eindigen in hun groep promoveren naar derde nationale. Stellen slechts vijf provincies een mogelijke stijger voor, dan wordt in één groep gespeeld en stijgen de eerste vier ploegen naar derde nationale. 2122. Organisatie van de wedstrijden In elke groep speelt elke ploeg tegen de overige ploegen. Telt een groep 5 ploegen, dan speelt elke ploeg één wedstrijd tegen de overige ploegen. Elke ploeg zal twee keer thuis en twee keer op verplaatsing spelen. Bij 4 of minder ploegen per groep worden er heen- en terugwedstrijden betwist. De groepsrangschikking wordt opgemaakt aan de hand van achtereenvolgens: het hoogste aantal punten, het hoogste aantal winstmatchen, het hoogste doelsaldo, het hoogste aantal gescoorde doelpunten. Indien één of meer ploegen gelijk eindigen, dan wordt een rangschikking gemaakt volgens de onderlinge confrontaties. Hier gelden achtereenvolgens: het hoogste aantal punten, het hoogste aantal winstmatchen, het hoogste doelsaldo, het hoogste aantal gescoorde doelpunten, het hoogste aantal gescoorde doelpunten op verplaatsing. Is, om de tweede plaats te bepalen, de stand dan nog gelijk, dan wordt: KBVB • REGLEMENT 2009/2010
257
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN -
indien het twee ploegen betreft een beslissende wedstrijd gespeeld op neutraal terrein indien het meer dan twee ploegen betreft overgegaan tot loting.
213. Een ploeg die aan de interprovinciale eindronde deelneemt is in geval van kwalificatie tot stijgen verplicht te promoveren (Art. 1531). 22. Vrijkomende plaatsen in 3de nationale afdeling Indien er in 3de nationale afdeling plaatsen vrijkomen, wordt in deze volgorde de vrij gekomen plaatsen opgevuld: -
de winnaar van de testwedstrijd tussen de dertiende geklasseerde van elke reeks de verliezer van de testwedstrijd tussen de dertiende geklasseerde van elke reeks de overige clubs volgens hun rangschikking van de interprovinciale eindronde. Wanneer de interprovinciale eindronde in 2 reeksen wordt gespeeld, wordt deze rangschikking bepaald door het spelen van een testmatch tussen enerzijds de derdes en anderzijds de vierdes van beide reeksen. Deze testwedstrijd wordt gespeeld op het terrein van de club die eerder in groep 1 van de interprovinciale eindronde werd uitgeloot.
Wanneer nadien er nog vrije plaatsen zijn, worden deze voor het komende seizoen niet meer verder ingevuld.
Artikel 1568
De jeugdkampioenschappen voor dames
1. Principe In nationale of provinciale damesafdelingen mag men een kampioenschap inrichten voor U20, U16 en U13, enkel voorbehouden aan speelsters. 2. Modaliteit Dit kampioenschap mag in één enkele competitie met één of verschillende reeksen gespeeld worden. Het mag ook onderverdeeld worden in een provinciale competitie met één reeks en in een gewestelijke competitie met één of verschillende reeksen.
Artikel 1569
B-ploegen dames
1. Principes 11. De eerste senioresploeg van een club wordt A-ploeg genoemd; alle overige senioresploegen van een club worden B-ploegen genoemd. 12. Alle senioresploegen, zowel de A- als de B-ploegen, zijn opgenomen in de kampioenschappen en komen in aanmerking om te stijgen en te dalen. De B-ploeg van een club mag evenwel niet hoger stijgen dan de afdeling onder deze van de A-ploeg. 2. Modaliteiten 21. Een club mag slechts één B-ploeg in de hogere afdelingen hebben. Wanneer een ploeg om deze redenen niet mag promoveren, zal de eerstvolgende ploeg in de rangschikking, die gerechtigd is om te promoveren, in de nationale afdelingen kunnen promoveren of in de eerste provinciale afdeling kunnen deelnemen aan de interprovinciale eindronde. 22. Indien de A-ploeg van een club daalt naar dezelfde afdeling van de B-ploeg, moet deze B-ploeg op haar beurt dalen tot een lagere afdeling, tenzij beide ploegen in de laagste provinciale reeks uitkomen. Indien de B-ploeg van een club daalt naar dezelfde afdeling van een volgende B-ploeg van deze club, moet deze B-ploeg op haar beurt dalen tot een lagere afdeling, tenzij beide ploegen in de laagste provinciale reeks uitkomen. In deze gevallen wordt eerst het aantal dalers verminderd, vervolgens wordt het aantal stijgers vermeerderd, om de afdeling volledig te maken.
258
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN
HOOFDSTUK 8: BEKERS ● DIPLOMA’S ● MEDAILLES ● EREPRIJS Artikel 1571
Bekers ● Diploma’s ● Medailles
1. Principes 11. Een officiële beker wordt toegekend aan de kampioenen van de nationale afdelingen 1, 2, 3, bevordering en dames. 12. Een gedenkpenning - verkleinde reproductie van de gedenkplaat ter ere van de voor het vaderland gestorven leden van de KBVB - wordt jaarlijks toevertrouwd aan de interprovinciale kampioen bij de scholieren. 13. Diploma's worden afgeleverd aan de winnaars van ieder der nationale, interprovinciale, provinciale en dameskampioenschappen. 14. De club die de eerste plaats behaalt in een nationale of provinciale reeks, die aanleiding geeft tot klimmen en/of dalen, ontvangt een speciaal getuigschrift. Hetzelfde geldt voor de club die naar 1ste afdeling stijgt, via de eindronde. 15. Twintig spelers van de winnende ploegen van sommige competities ontvangen een medaille. 2. Modaliteiten 21. De medailles worden als volgt toegekend: -
Kampioenschap van 1ste, 2de en 3de nationale afdeling: -
-
de eerst gerangschikte ploegen: een vergulde medaille, de tweede gerangschikte ploegen: een zilveren medaille.
Kampioenschap van bevordering en nationale dameskampioenschappen: -
de eerst gerangschikte ploegen: een vergulde medaille, de tweede gerangschikte ploegen: een bronzen medaille.
22. Bij het schenken van medailles aan spelers, moet rekening gehouden worden met het aantal wedstrijden, door ieder van hen gespeeld in de competitie, waarvoor die medailles worden toegekend. 23. De clubs mogen evenwel, op eigen kosten bijkomende medailles per gewonnen kampioenschap aanvragen. Die aanvraag moet gericht worden aan de Directeur-generaal ten laatste op 15 juli. 24. Een club, die het kampioenschap van Ie nationale afdeling gewonnen heeft, mag, mits zich naar de bovenvermelde bepalingen te schikken, ten hoogste vier bijkomende kleine bekers aankopen.
Artikel 1572
Uitreiking van de prijzen ● Inleveren van de bekers
1. Principes 11. De bekers, diploma's en medailles worden uitgereikt, al naar gelang, op de nationale of provinciale algemene vergadering. 12. De club is verantwoordelijk voor de ontvangen beker. Zij dient op haar kosten de schade te herstellen. In geval van verlies of van onherstelbare schade moet zij de beker vervangen of de tegenwaarde betalen. 13. De club moet de ontvangen beker bij de KBVB inleveren, ten laatste op 1 mei van het jaar na de ontvangst.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
259
TITEL 15: DE KAMPIOENSCHAPPEN 2. Modaliteiten 21. Uitreiking 1° op de nationale algemene vergadering: aan de winnaars van de nationale kampioenschappen voor dames en heren; 2° op de provinciale algemene vergadering:aan de overwinnaars van de provinciale kampioenschappen. 22. Een club heeft niet het recht een medaille of een beker door een van haar aangeslotenen in een competitie gewonnen, achter te houden, tenzij dat lid haar een of ander bedrag verschuldigd is. 23. Iedere dag vertraging bij het inleveren van de bekers wordt gestraft met een boete van 1,00 EUR per dag. Deze boete wordt verhoogd tot 5,00 EUR vanaf de tiende kalenderdag, zonder afbreuk te doen aan alle andere straffen.
Artikel 1573
Ereprijs ● Wisselbeker Francis Dessain
1. Het Sportcomité en ieder Provinciaal Comité kennen jaarlijks, volgens door het Uitvoerend Comité vastgestelde criteria, een ereprijs toe aan de onder hun rechtsmacht staande club waarvan gebleken is dat zij de beste organisatie heeft, en waarvan de ploegen zich tijdens het aflopende seizoen op het terrein op de meest sportieve wijze gedragen hebben. 2. Bovendien verstrekt ieder van deze instanties een getuigschrift van goed gedrag aan de clubs die, alhoewel ze tijdens het seizoen geen enkel sanctie opliepen, de ereprijs niet bekomen, omdat hij werd toegekend aan een andere club van onberispelijk gedrag, die een hoger aantal ploegen ingeschreven heeft in de kampioenschappen of een langere duur van onberispelijke activiteit telt. 3. De nationale ereprijs (Wisselprijs Francis Dessain) wordt ieder jaar toegekend aan de verdienstelijkste onder de laureaten waarvan sprake in punt 1. hierboven.
260
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
TITEL 16 DE BEKERS VAN BELGIE HOOFDSTUK 1: DE BEKER VAN BELGIE HEREN Sectie 1: Beheer van de Beker van België Heren Artikel 1601
Organisatie ● Bevoegdheid
1. Principes 11. De KBVB richt ieder seizoen een nationale competitie in, "Beker van België" genaamd waarvan hij eigenaar is van de beelden. 12. De Beker van België wordt beheerd door het Sportcomité voor het voetbal. 13. De voorschriften van het reglement van de KBVB zijn van toepassing op de Beker van België, voor zover ze niet indruisen tegen de bijzondere bepalingen van onderhavig reglement. 2. Modaliteit Het Sportcomité is bevoegd om: -
de kalender van de wedstrijden uit te werken; over te gaan tot de loting om de tegenstrevers aan te wijzen: deze lotingen gebeuren onder de bevoegdheid van de Eerste Voorzitter van het Sportcomité voor het Voetbal, en alle leden worden via Sportleven uitgenodigd om deze bij te wonen; zich uit te spreken over ieder geschil of scheidsrechtersverslag, zowel disciplinair als in verband met de uitslag van een wedstrijd.
Artikel 1602
Wisselprijs
De Beker van België is begiftigd met een wisselprijs die overhandigd wordt aan de winnaar van de finale. Deze wisselbeker, eigendom van de KBVB, moet minstens tien kalenderdagen vóór de volgende finale op de bondszetel worden terugbezorgd door toedoen en op kosten van bedoelde club.
Artikel 1603
Diploma, bekers en medailles
De winnaar van de Beker ontvangt een diploma, de spelers van de winnende ploeg ontvangen een verkleind model van de wisselprijs, de spelers van de verliezende ploeg evenals de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters ontvangen een zilveren medaille.
Artikel 1604
Deelnemers ● Verbintenis tot deelneming
1. Principes 11. Alle eerste ploegen van de clubs uit de nationale afdelingen, evenals die uit de lagere afdelingen die door hun provinciaal comité worden aangeduid, worden uitgenodigd eraan deel te nemen. 12. Om te kunnen deelnemen, verbinden ze zich ertoe de algemene en de specifieke reglementaire voorwaarden van de competitie na te leven. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
261
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE 2. Modaliteiten 21. De verbintenis tot deelneming aan de Beker van België moet door de clubs per aangetekende brief worden betekend: -
voor de clubs uit nationale afdelingen: aan de Directeur-generaal, uiterlijk op 10 juni; voor de clubs uit lagere afdelingen: aan het Provinciaal Secretariaat, uiterlijk op 1 juni, dat deze inschrijvingen dan uiterlijk op 10 juni zal overmaken aan de Directeur-generaal.
22. Er wordt rekening gehouden met de rangschikkingen (kampioenschappen of provinciale bekers) van het voorgaande seizoen. 23. Het reglement tot deelneming, het algemeen en bijzonder lastenboek toepasbaar vanaf de zestiende finales, regels betreffende het peterschap en voorwaarden betreffende televisie-uitzendingen zijn bepaald in bijlage 7 van dit reglement.
Sectie 2: Materiële organisatie Artikel 1606
Organisatieprincipes
1. Principe De Beker van België wordt gespeeld -
met rechtstreekse uitschakeling tot en met de achtste finales; met heen- en terugwedstrijden voor de kwartfinales en de halve finales; in één wedstrijd voor de finale.
2. Modaliteiten 21. De groepen 211. Voor de eerste twee speeldagen worden de clubs in acht geografische groepen ingedeeld. 212. De tegenstanders worden vanaf de eerste speeldag van de Beker door loting aangewezen. Indien hun aantal het toelaat mogen de clubs van nationale afdelingen die in competitie treden voor hun eerste wedstrijd echter geen tegenstander ontmoeten die tot dezelfde afdeling behoort als zij. Deze beperking is niet meer van toepassing vanaf de loting voor de achtste finales. 213. Na de vijfde speeldag vindt de loting plaats binnen de tien kalenderdagen die volgen op deze speeldag. Mits een akkoord van beide clubs en rekening houdend met de bepalingen van punt 23 hierna is een verschuiving toegestaan binnen een periode van zes kalenderdagen vóór tot zes kalenderdagen na de vastgestelde datum. Het Uitvoerend Comité mag in uitzonderlijke omstandigheden andere afwijkingen toestaan. 214. Tot de achtste finales inbegrepen worden de wedstrijden gespeeld op het terrein van de clubs waarvan de naam het eerst uit de bus komt. De twee clubs mogen hiervan afwijken op voorwaarde dat zij hun akkoord minstens veertien kalenderdagen op voorhand aan het Sportcomité voor het voetbal betekenen. 215. Voor de halve finales wordt, voor zover er tenminste twee afdelingen verschil bestaat tussen de tegenstrevers, de keuze van het terrein voor de heenwedstrijd gelaten aan de club die in de laagste afdeling uitkomt, onder voorbehoud van de wettelijke en reglementaire schikkingen i.v.m. de veiligheid tijdens voetbalwedstrijden. De club die mag kiezen, moet binnen de veertien kalenderdagen na de loting haar keuze kenbaar maken aan het Sportcomité voor het voetbal. 22. Twee thuiswedstrijden in hetzelfde stadion 221. Wanneer bij de loting voor de wedstrijden met rechtstreekse uitschakeling wordt vastgesteld dat twee clubs hun thuiswedstrijd in hetzelfde stadion moeten betwisten, wordt de wedstrijd van de club die als tweede geloot werd, verplaatst naar een andere tussen de betrokken clubs overeen te komen datum. Bij gebrek aan akkoord, ten laatste 14 dagen voor de normale voorziene datum, wordt de wedstrijd ambtshalve met 24 uur vervroegd. 222. Wanneer bij de loting voor heen- en terugwedstrijden wordt vastgesteld dat twee clubs die hun thuiswedstrijden in hetzelfde stadion betwisten, als thuisclub worden geloot, wordt de wedstrijd van de club die als tweede geloot werd, ambtshalve omgedraaid.
262
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE 23. Dag en uur van de wedstrijden 231. De wedstrijden van de Beker van België worden, behoudens andersluidende bepalingen of akkoorden, gespeeld op zondag om 15.00 uur (16.00 uur in juli en augustus en 14.00 uur tijdens de winterperiode). 232. Vanaf de zestiende finales vinden de wedstrijden op zaterdag of op woensdag om 20.30 uur plaats conform de kalender uitgewerkt door het Sportcomité voor het voetbal. De wedstrijden worden gespeeld op de door het Sportcomité voor het voetbal vastgestelde data die, vóór 31 maart die voorafgaat, aan de Directeur-generaal moeten worden medegedeeld. In geval van een televisie-uitzending van één of andere wedstrijd, mag elke club die niet betrokken is bij de uitzending in kwestie en die thuis speelt het Sportcomité voor het voetbal vragen om een verschuiving toe te staan. 233. De speeldagen voorzien voor de achtste finales en de kwartfinales zijn bij voorrang voorbehouden aan de Beker van België. Uitgestelde, te herspelen of verplaatste kampioenschapswedstrijden mogen evenwel door de Kalendercommissies op vermelde dagen vastgesteld worden. 234. De datum van de finale wordt vastgelegd door het Uitvoerend Comité. Vooraf formuleert de Kalendercommissie in plenaire zitting een voorstel aan het Sportcomité. Dit voorstel moet worden bekrachtigd vóór 31 december.
Artikel 1607
De verschillende fases van de Beker van België Heren
1. Principes 11. De laatste zondag van juli en de eerste vier zondagen van augustus zijn voorbehouden aan de eerste vijf speeldagen van de Beker van België. De ploegen van bevordering, 3de nationale afdeling en 2de nationale afdeling nemen deel vanaf respectievelijk de eerste, derde en vierde speeldag. 12. De zestiende finales worden betwist tussen 32 clubs: -
de gekwalificeerde clubs van de vijfde speeldag; de clubs van 1ste nationale afdeling.
13. De achtste finales worden gespeeld tussen de zestien overblijvende clubs. 14. De kwartfinales worden gespeeld in heen- en terugwedstrijden tussen de acht overblijvende clubs. 15. de halve finales worden gespeeld in heen- en terugwedstrijden. 16. de finale wordt gespeeld in het Koning Boudewijnstadion in Brussel of, in geval van heirkracht, op een door het Uitvoerend Comité aangeduid terrein. 2. Modaliteiten Overgangsmaatregel voor het seizoen 2009-2010 21. De eerste vijf speeldagen worden als volgt georganiseerd: -
de eerste speeldag wordt betwist tussen 168 clubs: - 104 clubs van de lagere afdelingen, naar rato van elf clubs voor vier provincies en van twaalf voor de vijf provincies met de grootste sportactiviteit; - de 64 bevorderingsclubs;
-
de tweede speeldag wordt betwist tussen de 84 overblijvende clubs;
-
de derde speeldag wordt betwist tussen 74 clubs: - de 42 overblijvende clubs; - de 32 clubs van 3de nationale afdeling;
-
de vierde speeldag wordt betwist tussen 56 clubs: - de 37 overblijvende clubs; - de 19 clubs van 2de nationale afdeling;
-
de vijfde speeldag wordt betwist tussen de 28 overblijvende clubs. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
263
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Overgangsmaatregel voor het seizoen 2010-2011 21. De eerste vijf speeldagen worden als volgt georganiseerd: -
de eerste speeldag wordt betwist tussen 216 clubs: - 152 clubs van de lagere afdelingen, naar rato van: 18 clubs voor de drie provincies met de grootste sportactiviteit; 17 clubs voor de volgende twee provincies; 16 clubs voor 4 provincies met de kleinste sportactiviteit; - de 64 bevorderingsclubs;
-
de tweede speeldag wordt betwist tussen de 108 overblijvende clubs;
-
de derde speeldag wordt betwist tussen 90 clubs: - de 54 overblijvende clubs; - de 36 clubs van 3de nationale afdeling;
-
de vierde speeldag wordt betwist tussen 64 clubs: - de 45 overblijvende clubs; - de 19 clubs van 2de nationale afdeling;
-
de vijfde speeldag wordt betwist tussen de 32 overblijvende clubs.
Reglement geldig vanaf 2011-2012 21. De eerste vijf speeldagen worden als volgt georganiseerd: -
de eerste speeldag wordt betwist tussen 224 clubs: - 160 clubs van de lagere afdelingen, naar rato van: 19 clubs voor de drie provincies met de grootste sportactiviteit; 18 clubs voor de volgende provincie; 17 clubs voor 5 provincies met de kleinste sportactiviteit; - de 64 bevorderingsclubs;
-
de tweede speeldag wordt betwist tussen de 112 overblijvende clubs;
-
de derde speeldag wordt betwist tussen 92 clubs: - de 56 overblijvende clubs; - de 36 clubs van 3de nationale afdeling;
-
de vierde speeldag wordt betwist tussen 64 clubs: - de 46 overblijvende clubs; - de 18 clubs van 2de nationale afdeling;
-
de vijfde speeldag wordt betwist tussen de 32 overblijvende clubs.
22. Wanneer een wedstrijd van de eerste vijf speeldagen uitgesteld of stopgezet wordt wegens onbespeelbaarheid van het terrein of slechte weersomstandigheden, dan wordt hij de volgende woensdag gespeeld of herspeeld op het terrein van de bezoekende club. Wanneer het evenwel een uitgestelde of stopgezette wedstrijd van de vijfde speeldag betreft, dan mag de wedstrijd worden gespeeld of herspeeld op het terrein van de bezoekende club op een door het Sportcomité voor het voetbal bepaalde datum, rekening houdende met de gemeenschappelijke desiderata van beide clubs. Trekt één van de twee clubs zich terug dan is de andere ambtshalve gekwalificeerd voor de volgende ronde.
Artikel 1608
Forfait ● Terugtrekking
1. Principe Ieder forfait wordt bestraft met een boete, die voor elk geval bepaald wordt door het Sportcomité voor het voetbal, op basis van de afdeling waarin de in gebreke gebleven club speelt en het door de competitie bereikte stadium. 264
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE 2. Modaliteiten 21. Deze boete mag nooit minder dan 12,50 EUR, noch meer dan 1.250,00 EUR bedragen. 22. Een club die zich terugtrekt voor een wedstrijd die de volgende woensdag gespeeld of herspeeld wordt naar aanleiding van een uistel of stopzetting van een wedstrijd, moet dit per telefoon, telefax, telegram of e-mail mededelen aan het Sportcomité voor het voetbal vanaf de eerste werkdag die volgt op de afgelaste of de te herspelen wedstrijd, vóór twaalf uur. Bij niet-naleving van deze verplichting, wordt een bondssanctie opgelegd.
Artikel 1609
Concurrentie van een vriendschappelijke wedstrijd
1. Het afsluiten van een vriendschappelijke wedstrijd mag niet worden ingeroepen om het uitstellen van een Bekerwedstrijd te bekomen. 2. Vriendschappelijke wedstrijden kunnen niet worden verboden onder voorwendsel dat ze concurrentie berokkenen aan Bekerwedstrijden. Dergelijke wedstrijd kan echter niet het voorwerp uitmaken van een televisie-uitzending.
Artikel 1610
Modaliteiten ter scheiding van de ploegen
1. Principe Wanneer een wedstrijd op een gelijkspel eindigt zijn, afhankelijk van het stadium van de competitie, verschillende modaliteiten van toepassing. 2. Modaliteiten 21. Tot en met de derde speeldag Wanneer een wedstrijd onbeslist eindigt, worden er geen verlengingen gespeeld. De winnaar wordt aangeduid door middel van een strafschoppenserie. 22. In de vierde en vijfde speeldag, en in de zestiende en de achtste finales Indien de wedstrijd onbeslist eindigt, is het bondsreglement van toepassing, zowel voor wat betreft de verlengingen als voor de strafschoppenserie. 23. In de kwart- en halve finales In de kwartfinales en de halve finales, die in heen- en terugwedstrijden gespeeld worden is de ploeg, die het grootste aantal doelpunten aantekende in de twee wedstrijden, gekwalificeerd voor de finale. Indien de twee ploegen na de twee wedstrijden een gelijk aantal doelpunten aangetekend hebben, tellen de doelpunten op verplaatsing aangetekend dubbel. Indien de stand ondanks deze regel, nog gelijk blijft (d.w.z. wanneer de twee ploegen een gelijk aantal doelpunten aantekenden in hun thuiswedstrijd en een gelijk aantal doelpunten in hun uitwedstrijd), wordt de tweede wedstrijd verlengd met tweemaal vijftien minuten. Indien het aantal gescoorde doelpunten na afloop van deze verlengingen gelijk is, tellen (telt) de (het) op verplaatsing aangetekende doelpunt(en) dubbel en kwalificeren (kwalificeert) zij (het) de bezoekende ploeg. Indien in de verlengingen geen enkel doelpunt wordt aangetekend, volgt er een strafschoppenserie om de gekwalificeerde club aan te duiden. 24. In de finale Indien de finale op een gelijkspel eindigt, worden twee verlengingen van elk vijftien minuten gespeeld. Blijft de stand nog gelijk na deze twee verlengingen, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie conform de voorschriften van de Spelregels. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
265
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Artikel 1611
Kwalificatie en vervanging van spelers
1. Principe Enkel de spelers die regelmatig gekwalificeerd zijn om deel te nemen aan de kampioenschapswedstrijden van de eerste ploeg, zijn gemachtigd uit te komen in de Bekerwedstrijden. 2. Modaliteit Maximum drie spelers mogen vervangen worden tijdens de duur van de wedstrijden van de Nationale Beker. Die spelers moeten gekozen worden uit een maximum van vier en, vanaf de zestiende finales, uit een maximum van zeven vervangers vermeld op het wedstrijdblad
Artikel 1612
Wedstrijdleiding ● Wedstrijdblad
1. De scheidsrechters en de assistent-scheidsrechters worden aangesteld conform de bepalingen van het Bondsreglement. 2. De (roze) wedstrijdbladen moeten op de dag van de wedstrijd naar de secretaris van het Sportcomité voor het voetbal worden gezonden.
Sectie 3: Financiële schikkingen Artikel 1616
Toegangsbewijzen ● Uitnodigingskaarten
1. Principe Aan geen enkele categorie van toeschouwers wordt vermindering op de toegangsbewijzen toegestaan. 2. Modaliteiten 21. Vermindering voor toeschouwers onder de zestien jaar Vanaf de vierde speeldag, krijgen de toeschouwers onder de zestien jaar toegang tot de goedkoopste plaatsen tegen het tarief dat bij het begin van het seizoen door het Uitvoerend Comité wordt vastgesteld. 22. Uitnodigingen voor de leden van de bondsinstanties en andere rechthebbenden ● Personaliteiten De kosteloze toegang tot het stadion voor de houders van een bestendige uitnodigingskaart van de categorieën Uitvoerend Comité, A tot C doorstreept en de houders van een kaart afgeleverd door de liga's van de clubs van de 1ste en 2de nationale afdelingen, wordt geregeld conform de bepalingen van Art. 1475 van het bondsreglement. De bezochte club mag gratis toegang verlenen aan personaliteiten die hun aanwezigheid niet op voorhand hebben aangekondigd. 23. Uitnodigingsaanvragen voor de wedstrijden van de eerste vijf speeldagen De uitnodigingsaanvragen, vergezeld van een fotokopie van de bondskaart, moeten de bezochte club minstens drie dagen vóór de wedstrijd bereiken. De houders van een persoonlijke kosteloze toegangskaart die geen zitplaats krijgen, hebben toegang tot de staanplaatsen op vertoon van hun kaart. 24. Toegangsbewijzen en uitnodigingskaarten vanaf de zestiende finales Vanaf de zestiende finales moeten de clubs uitsluitend de toegangstickets en uitnodigingskaarten gebruiken die door bemiddeling van de bond werden geleverd. Na elke wedstrijd worden de onverkochte tickets teruggestuurd naar de Directeurgeneraal die ervoor zorgt dat ze worden vernietigd. 266
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE De uitnodigingsaanvragen moeten, vergezeld van een fotokopie van de bondskaart, ingediend worden bij de Directeur-generaal, zodat deze er de bezochte club minstens drie dagen vóór de wedstrijd over kan inlichten. In ieder geval sluiten beide betrokken clubs een akkoord over het aantal uitnodigingen die in gelijke mate verdeeld worden. 25. Beperking van het aantal gratis kaarten Vanaf de kwartfinales hebben de clubs de mogelijkheid het aantal kosteloos ter beschikking gestelde zitplaatsen voor houders van een persoonlijke kosteloze toegangskaart, andere dan de leden van het Uitvoerend Comité, te beperken tot 300, met voorrang voor de kaarten A en B.
Artikel 1617
Doorgangsbewijzen ● Controle aan de ingangen
1. Principe De doorgangsbewijzen worden gedrukt en verdeeld door de betrokken clubs op basis van de quota die ze in gemeenschappelijk overleg bepalen. 2. Modaliteiten 21. De bezochte club mag bijkomende doorgangsbewijzen afleveren aan personeel dat onontbeerlijk is voor de organisatie van de wedstrijd. 22. Beide clubs mogen een dubbele controle inrichten op de toegangstickets en de uitnodigingskaarten. De bezoekende club mag evenveel controleurs afvaardigen als de bezochte club.
Artikel 1618
Verdeling van de ontvangsten
1. Principe De bruto-ontvangst van een wedstrijd wordt in gelijke delen verdeeld tussen de twee clubs, behoudens andersluidend akkoord. 2. Modaliteiten 21. In elk geval draagt de bezochte club de bondsbelasting, de eventuele verzekeringskosten, de organisatiekosten en de gemeentetaks, terwijl de bezoekende club haar verplaatsingskosten draagt. Vanaf de zestiende finales is de bondsbelasting evenwel ten laste van beide clubs. 22. De vergoedingen voor scheidsrechter en assistent-scheidsrechters worden voor de helft gedragen door beide clubs. Hun verplaatsingskosten vallen ten laste van de bond. 23. Wanneer de wedstrijd op neutraal terrein wordt gespeeld, wordt eerst van de bruto-ontvangst het bedrag afgehouden: -
van de reiskosten per ploeg berekend volgens het door het Uitvoerend Comité goedgekeurde blokkensysteem, naar rato van 7,50 EUR per blok; de door het Sportcomité voor het voetbal vastgestelde organisatiekosten; de bondsbelasting; de gemeentetaks; de vergoedingen voor scheidsrechter en assistent-scheidsrechters; de buitengewone verzekeringskosten aangegaan op gezamenlijk verzoek van de betrokken clubs.
Van de aldus bekomen netto-ontvangst wordt 10% voorbehouden aan de inrichtende club en het saldo wordt in gelijke delen verdeeld tussen de twee tegenstrevers.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
267
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Sectie 4: Audiovisuele uitzending Artikel 1621
Audiovisuele uitzending
1. Principe 11. De KBVB, in zijn hoedanigheid van eigenaar van de beelden en organisator van de competitie, is de enige die overeenkomsten mag sluiten nopens audiovisuele uitzendingen van de wedstrijden van de Beker van België. 12. De clubs zijn verplicht om de bruikbare infrastructuur die vereist is voor de gepaste exploitatie van het beeldrecht van de Beker van België ter beschikking te stellen van de zenders die houder zijn van de uitzendrechten. 13. De uitzending door de televisiepartner(s) van twee wedstrijden op dezelfde dag en hetzelfde uur is toegestaan voor zover ze zich specifiek richten tot elke taalgemeenschap. 2. Modaliteiten 21. Het Uitvoerend Comité legt de criteria, parameters en verdelingsmodaliteiten vast van de contractuele vergoedingen, die de audiovisuele partner(s) aan de KBVB betalen in het kader van een overeenkomst met laatstgenoemde, met onder meer inachtneming van de nodige solidariteit binnen de geledingen van de bond en de kosten door deze laatste te dragen in het kader van het maatschappelijke leven. Bij ontstentenis van contract dat de KBVB verbindt: -
bepalen de betrokken clubs in gezamenlijk overleg de te ontvangen vergoedingen; worden de opbrengsten die voortvloeien uit de televisie-uitzending van een wedstrijd gelijk verdeeld onder de clubs die aan deze wedstrijd deelnemen, na aftrek van de bondstaks op de ontvangsten.
22. De clubs hebben de toelating individueel, zonder afbreuk te doen aan de beslissingen die zouden genomen worden door het Uitvoerend Comité van de KBVB op het vlak van de storting van bijdragen in het kader van de solidariteit tussen de leden van de Bond en het gebruik van het beeld van deze laatste, overeenkomsten af te sluiten i.v.m. de exploitatie van de rechten voor de mobiele telefonie, nieuwe communicatietechnieken en video op aanvraag middels een wachttijd die is bepaald in de algemene voorwaarden voor deelname aan de competitie binnen de volgende grenzen: -
communicatie van de resultaten en vast beeld, voor eigen rekening, alleen in het kader van thuiswedstrijden; transmissie van clips of spelfases in beweging uitsluitend in het kader van thuiswedstrijden; exploitatie van de rechten verbonden aan de video op aanvraag, uitsluitend in het kader van thuiswedstrijden.
23. Ze behouden hun recht om overeenkomsten te sluiten voor uitzendingen in het buitenland ofwel: -
rechtstreeks voor zover de uitzending niet op het Belgische grondgebied kan ontvangen worden; in uitgesteld relais, zonder territoriale beperking, mits naleven van een wachttermijn vastgelegd door de algemene deelnemingsvoorwaarden aan de competitie.
24. De clubs en de televisiezenders zullen in gezamenlijk overleg de praktische modaliteiten vastleggen voor de samenwerking, de inrichting van de infrastructuur, de plaatsing van de publiciteit en de lokalisering van de camera's. Een correcte televisie-uitzending impliceert het leveren van een minimale en uniforme lichtsterkte van 800 lux over het totale speelveld. Bij ontstentenis van gelijkvormigheidsattest voorgelegd vóór aanvang van de competitie, zal het gelijkvormigheidsbewijs voor de lichtsterktevereisten moeten worden geleverd één maand voor het plaatsvinden van de 16de finales. In geval van defecte of onvoldoende verlichting, dient de "bezochte" club de nodige maatregelen te treffen om het gebrek te verhelpen, zo niet zal ze ertoe verplicht worden de wedstrijd te spelen in de installaties van de "bezoekende" club. In de veronderstelling dat geen van beide clubs, die tegen elkaar moet uitkomen, kunnen voldoen aan de vereiste minimale lichtsterkte, dienen zij een terrein te kiezen dat voldoet aan het vereiste criterium, waarbij de huur- en organisatiekosten van de wedstrijd gelijkmatig door hen worden gedragen.
268
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Sectie 5: Klachten ● Sancties Artikel
1626
Klachten
1. Principe Behoudens andersluidende schikkingen moet iedere klacht aangetekend naar de Directeur-generaal worden verzonden, uiterlijk de eerste werkdag na de wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Een klacht betreffende de kwalificatie van een speler voor de eerste vier speeldagen is ontvankelijk indien zij uiterlijk de woensdag nadien wordt neergelegd, waarbij het Sportcomité voor het voetbal zich ten laatste de vrijdag door spoedprocedure moet uitspreken. Voor de daaropvolgende wedstrijden moet de klacht binnen de zes werkdagen na de wedstrijd worden ingediend. 22. Een klacht betreffende een op woensdag gespeelde of herspeelde wedstrijd (conform Art. 1607.22) moet: -
per telefoon, telefax, telegram of e-mail worden medegedeeld aan de secretaris van het Sportcomité voor het voetbal, vóór 12 uur van de eerste werkdag volgend op de wedstrijd, binnen dezelfde termijn per aangetekend schrijven bevestigd worden aan de Directeur-generaal met een kopie aan de tegenstrever.
23. Een klacht op financieel vlak is ontvankelijk wanneer zij neergelegd wordt binnen de negentig dagen na de wedstrijd waarop zij betrekking heeft.
Artikel 1627
Beslissingen en sancties
1. Principe Tegen de beslissingen van het Sportcomité is geen verhaal mogelijk, behalve in geval van een disciplinaire schorsing naar aanleiding van een scheidsrechtersverslag. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een klacht in verband met feiten van sportieve aard of met de kwalificatie van een speler als gegrond wordt verklaard, wordt de in het ongelijk gestelde club in de volgende speeldag vervangen door de club die het pleit heeft gewonnen. Het Sportcomité voor het voetbal legt bovendien aan de in het ongelijk gestelde club een boete op ten bate van de bond en treft, in voorkomend geval, een sanctie. 22. Wanneer een klacht inzake de kwalificatie van een speler niet meer ontvankelijk is op sportief vlak ingevolge het laattijdig indienen ervan, doch het wel blijft op financieel vlak, kan ze geen wijziging van de uitslag meer tot gevolg hebben. Het Sportcomité voor het voetbal legt evenwel aan de in het ongelijk gestelde club een boete op ten bate van de bond en een schadevergoeding ten bate van de benadeelde club. Deze schadevergoeding schommelt tussen de helft en de totaliteit van de ontvangsten welke de club in kwestie verwezenlijkt heeft ter gelegenheid van de onrechtmatig betwiste wedstrijden. In voorkomend geval spreekt het een andere reglementaire sanctie uit. 23. Wanneer een klacht betreffende een vergissing, die door de scheidsrechter werd begaan in de toepassing van de Spelregels, als gegrond wordt aanvaard en deze vergissing de uitslag van de wedstrijd heeft beïnvloed, wordt de wedstrijd beschouwd als geëindigd op een gelijkspel. Het lot duidt dan de club aan die aan de volgende ronde mag deelnemen. Evenwel: -
-
tijdens de vijfde speeldag, de zestiende en de achtste finales herspelen de twee clubs, die krachtens de getroffen beslissing gelijk eindigen, de wedstrijd op het terrein van de bezoekende club op een door het Sportcomité voor het voetbal te bepalen datum. Wanneer deze wedstrijd op een gelijkspel eindigt, wordt het bondsreglement toegepast zowel wat betreft de verlengingen als de aftekening via een strafschoppenserie, in de kwartfinales en de halve finales oordeelt het Sportcomité voor het voetbal na de terugwedstrijd of de vergissing van de scheidsrechter de kwalificatie van de club voor de volgende ronde daadwerkelijk heeft beïnvloed. In bevestigend geval, wordt de wedstrijd herspeeld op een door het Sportcomité voor het voetbal te bepalen datum en neutraal terrein. Wanneer deze wedstrijd op een gelijkspel eindigt, wordt het bondsreglement toegepast zowel wat betreft de verlengingen als het nemen van een strafschoppenserie. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
269
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
HOOFDSTUK 2: DE BEKER VAN BELGIE DAMES Sectie 1: Beheer van de Beker van België Dames Artikel 1631
Organisatie ● Bevoegdheid
1. Principes 11. De KBVB richt ieder seizoen een competitie in, "Beker van België voor Dames" genaamd waarvan hij eigenaar is van de beelden. 12. De Beker van België voor Dames wordt beheerd door het Sportcomité voor het voetbal. 13. De voorschriften van het reglement van de KBVB zijn van toepassing op de Beker van België voor Dames, voor zover ze niet indruisen tegen de bijzondere bepalingen van onderhavig reglement. 2. Modaliteit Het Sportcomité is bevoegd om: -
de kalender van de wedstrijden uit te werken; over te gaan tot de loting om de tegenstrevers aan te wijzen: deze lotingen gebeuren onder de bevoegdheid van de Eerste Voorzitter van het Sportcomité voor het voetbal, en alle leden worden via Sportleven uitgenodigd om deze bij te wonen; zich uit te spreken over ieder geschil of scheidsrechtersverslag, zowel disciplinair als in verband met de uitslag van een wedstrijd.
Artikel 1632
Wisselprijs
De Beker van België voor Dames is begiftigd met een wisselprijs die overhandigd wordt aan de winnaar van de finale. Deze wisselprijs blijft het eigendom van de KBVB en moet minstens tien kalenderdagen vóór de volgende finale op de bondszetel worden terugbezorgd door toedoen en op kosten van bedoelde club.
Artikel 1633
Diploma, bekers en medailles
De winnaar van de Beker ontvangt een diploma, de speelsters van de winnende ploeg ontvangen een verkleind model van de wisselprijs, de speelsters van de verliezende ploeg evenals de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechters ontvangen een medaille.
Artikel 1634
Deelnemers ● Verbintenis tot deelneming
1. Principes 11. Alle ploegen van de clubs uit de nationale afdelingen, evenals de A-ploegen uit de lagere afdelingen die het wensen, worden uitgenodigd eraan deel te nemen. 12. Deze ploegen verbinden zich ertoe de algemene en de specifieke reglementaire voorwaarden van de competitie na te leven. 2. Modaliteiten 21. De verbintenis tot deelneming aan de Beker van België voor Dames moet door de clubs per aangetekende brief worden betekend: -
voor de clubs uit nationale afdelingen: aan de Directeur-generaal, uiterlijk op 10 juni voor de clubs uit lagere afdelingen: aan het Provinciaal Secretariaat, uiterlijk op 1 juni, dat deze inschrijvingen dan uiterlijk op 10 juni zal overmaken aan de Directeur-generaal.
22. Er wordt rekening gehouden met de rangschikkingen (kampioenschappen) van het voorgaande seizoen (alsook voor de ingeschreven nationale B-ploegen). 270
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Sectie 2: Materiële organisatie Artikel 1636
Organisatieprincipes
1. Principe De Beker van België wordt gespeeld: -
met rechtstreekse uitschakeling tot en met de kwartfinales; met heen- en terugwedstrijden voor de halve finales; in één wedstrijd voor de finale.
2. Modaliteiten 21. De groepen 211. In de voorronde, eerste en tweede ronde worden de A-ploegen en B-ploegen van elkaar gescheiden zodat ze elkaar niet treffen. 212. In de voorronde worden de clubs geografisch in groepen ingedeeld. Vanaf de eerste ronde is dit niet meer het geval. 213. De tegenstanders worden vanaf de eerste speeldag van de Beker door loting aangewezen. Bij de loting wordt er zoveel mogelijk voor gezorgd dat clubs uit dezelfde afdeling of dat de rechtstreeks geplaatste clubs niet tegenover elkaar uitkomen. Deze beperkingen zijn niet meer van toepassing vanaf de loting voor de achtste finales. 214. Vanaf de zestiende finales kunnen A- en B-ploegen tegenover elkaar uitkomen. 215. Tot de kwartfinales inbegrepen worden de wedstrijden gespeeld op het terrein van de clubs waarvan de naam het eerst uit de bus komt. De twee clubs mogen hiervan afwijken op voorwaarde dat zij hun akkoord minstens veertien kalenderdagen op voorhand aan het Sportcomité voor het voetbal betekenen. 216. In de halve finales worden de heenwedstrijden gespeeld op het terrein van de clubs waarvan de naam het eerst uit de bus komt. De twee clubs mogen hiervan afwijken op voorwaarde dat zij hun akkoord minstens veertien kalenderdagen op voorhand aan het Sportcomité voor het voetbal betekenen. 22. Twee thuiswedstrijden in hetzelfde stadion 221. Wanneer bij de loting voor de wedstrijden met rechtstreekse uitschakeling wordt vastgesteld dat twee clubs hun thuiswedstrijd in hetzelfde stadion moeten betwisten, wordt de wedstrijd van de club die als tweede geloot werd, verplaatst naar een andere tussen de betrokken clubs overeen te komen datum. Bij gebrek aan een akkoord, ten laatste 14 dagen voor de normale voorziene datum, wordt de wedstrijd ambtshalve door het Sportcomité vervroegd. 222. Wanneer bij de loting voor heen- en terugwedstrijden wordt vastgesteld dat twee clubs die hun thuiswedstrijden in hetzelfde stadion betwisten, als thuisclub worden geloot, wordt de wedstrijd van de club die als tweede geloot werd, ambtshalve omgedraaid. 23. Dag en uur van de wedstrijden 231. De wedstrijden van de Beker van België worden, behoudens andersluidende bepalingen of akkoorden, gespeeld op zaterdag om 15.00 uur (16.00 uur in juli en augustus en 14.30 uur tijdens de winterperiode). 232. De zestiende finales worden, behoudens andersluidende bepalingen of akkoorden, betwist op 1 november of 11 november, om 15.00 uur . 233. Vanaf de kwartfinales vinden de wedstrijden op zaterdag of op woensdag plaats conform de kalender uitgewerkt door het Sportcomité voor het voetbal. 234. Mits een akkoord van beide clubs is een verschuiving toegestaan binnen een periode van zes kalenderdagen vóór tot zes kalenderdagen na de vastgestelde datum. Het Uitvoerend Comité mag in uitzonderlijke omstandigheden andere afwijkingen toestaan. 235. De speeldagen voorzien voor de achtste finales en de kwartfinales zijn bij voorrang voorbehouden aan de Beker van België. Uitgestelde, te herspelen of verplaatste kampioenschapswedstrijden mogen evenwel door de Kalendercommissies op vermelde dagen vastgesteld worden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
271
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE 236. De datum van de finale wordt vastgelegd door het Uitvoerend Comité. Vooraf formuleert de Kalendercommissie in plenaire zitting een voorstel aan het Sportcomité. Dit voorstel moet worden bekrachtigd vóór 31 december.
Artikel 1637
De verschillende fases van de Beker van België Dames
1. Principes 11. Indien een voorronde dient betwist te worden, wordt deze 3 weken voor de start van de damescompetitie in 2de natiionale afdeling gespeeld. De eerste ronde wordt twee weken voor de start van de damescompetitie in 2de nationale afdeling betwist. De tweede ronde wordt één week voor de start van de damescompetitie in 2de nationale afdeling betwist. 12. De zestiende finales worden betwist tussen 32 clubs: -
de 16 gekwalificeerde clubs van de tweede ronde; de 14 clubs van 1ste nationale afdeling en de eerste twee clubs van 2de nationale afdeling.
13. De achtste finales worden gespeeld tussen de zestien overblijvende clubs. 14. De kwartfinales worden gespeeld tussen de acht overblijvende clubs. 15. De halve finales worden gespeeld in heen- en terugwedstrijden. 16. De finale wordt gespeeld in het Koning Boudewijnstadion in Brussel of, in geval van heirkracht, op een door het Uitvoerend Comité aangeduid terrein. 2. Modaliteiten 21. Voorronde, eerste en tweede ronde van A-ploegen en B-ploegen De voorronde, 1e en 2e ronde worden zodanig georganiseerd dat er zich naast de 16 rechtstreeks gekwalificeerde ploegen, nog 16 ploegen plaatsen voor de zestiende finales. 22. Aangezien A- en B-ploegen de voorronde, eerste en tweede ronde afzonderlijk betwisten wordt vooraf bepaald hoeveel Aen B-ploegen zich voor de zestiende finales kunnen plaatsen. Het aantal B-ploegen dat de zestiende finales mag betwisten wordt als volgt berekend: het aantal ingeschreven B-ploegen gedeeld door het aantal ingeschreven nationale ploegen uit de competities van 2de en 3de nationale afdeling. Deze coëfficient wordt vermenigvuldigd met 16, wat het aantal rechthebbende plaatsen voor B-ploegen in de zestiende finales weergeeft. Cijfers achter de komma worden vanaf 0,50 afgerond naar boven en indien lager worden deze afgerond naar beneden. 23. Voorronde: Indien nodig betwisten de provinciale clubs een voorronde voor A-ploegen en de B-ploegen een voorronde voor B-ploegen. 24. De eerste ronde van de A- en B-ploegen wordt betwist tussen de geplaatste clubs uit de voorronde en de clubs uit 3de nationale afdeling (met uitzondering van de 2 kampioenen van het vorige seizoen). Indien de voorronde voor A-ploegen niet gespeeld wordt, betwisten alle ingeschreven provinciale clubs de eerste ronde. 25. De tweede ronde van de A- en B-ploegen wordt betwist tussen de geplaatste clubs uit de eerste ronde, de kampioen(en) van het afgelopen seizoen in 3de nationale afdeling en de clubs uit 2de nationale afdeling (met uitzondering van de eerste 2 ploegen van vorig seizoen). 26. Wanneer een wedstrijd van de voorronde en eerste ronde uitgesteld of stopgezet wordt wegens onbespeelbaarheid van het terrein of slechte weersomstandigheden, dan wordt hij de volgende woensdag gespeeld of herspeeld op het terrein van de bezoekende club. Trekt één van de twee clubs zich terug dan is de andere ambtshalve gekwalificeerd voor de volgende ronde.
Artikel 1638
Forfait ● Terugtrekking ● Uitstel
1. Principe Ieder forfait wordt bestraft met een boete, die voor elk geval bepaald wordt door het Sportcomité voor het voetbal, op basis van de afdeling waarin de in gebreke gebleven club speelt en het in de competitie bereikte stadium. 272
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE 2. Modaliteiten 21. Deze boete mag nooit minder dan 50,00 EUR, noch meer dan 5000,00 EUR bedragen. 22. Een club die zich terugtrekt voor een wedstrijd die de volgende woensdag gespeeld of herspeeld wordt als gevolg van het uitstellen of stopzetten van een wedstrijd, moet dit per telefoon, telefax of telegram mededelen aan het Sportcomité voor het voetbal vóór twaalf uur van de eerste werkdag die volgt op de afgelaste of de te herspelen wedstrijd. Bij niet-naleving van deze verplichting, wordt een bondssanctie opgelegd. 23. Het afsluiten van een vriendschappelijke wedstrijd mag niet worden ingeroepen om het uitstellen van een bekerwedstrijd te bekomen.
Artikel 1639
Modaliteiten ter scheiding van de ploegen
1. Principe Afhankelijk van het stadium van de competitie, zijn verschillende modaliteiten van toepassing om de ploegen te scheiden wanneer de ploegen gelijk eindigen. 2. Modaliteiten 21. Tot en met de kwartfinales Wanneer een wedstrijd onbeslist eindigt, wordt de winnaar aangeduid door middel van een strafschoppenserie zoals bepaald in het bondsreglement. 22. In de halve finales In de halve finales, die in heen- en terugwedstrijden gespeeld worden is de ploeg, die het grootste aantal doelpunten aantekende in de twee wedstrijden, gekwalificeerd voor de finale. Indien de twee ploegen na de twee wedstrijden een gelijk aantal doelpunten aangetekend hebben, tellen de doelpunten op verplaatsing aangetekend dubbel. Indien de stand ondanks deze regel, nog gelijk blijft (d.w.z. wanneer de twee ploegen een gelijk aantal doelpunten aantekenden in hun thuiswedstrijd en een gelijk aantal doelpunten in hun uitwedstrijd), wordt de winnaar aangeduid door middel van een strafschoppenserie zoals bepaald in het bondsreglement. 23. In de finale Indien de finale op een gelijkspel eindigt, wordt de winnaar aangeduid via een strafschoppenserie conform het bondsreglement.
Artikel 1640
Kwalificatie en vervanging van speelsters
1. Principe 11. Enkel de speelsters die regelmatig gekwalificeerd zijn om deel te nemen aan de kampioenschapswedstrijden van de eerste ploeg en voldoen aan de reglementering van klasseverlaging voor bekerwedstrijden, zijn gemachtigd uit te komen in de bekerwedstrijden. 2. Modaliteiten 21. Maximum drie speelsters mogen vervangen worden tijdens de duur van de wedstrijden van de Beker van België Dames. Die speelsters moeten gekozen worden uit een maximum van vier vervangers vermeld op het wedstrijdblad. 22. Klasseverlaging Zie Art. 1019 KBVB • REGLEMENT 2009/2010
273
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Artikel 1641
Wedstrijdleiding ● Wedstrijdblad
1. De scheidsrechters en de assistent-scheidsrechters worden aangesteld conform de bepalingen van het bondsreglement. 2. De (roze) wedstrijdbladen moeten op de dag van de wedstrijd naar de secretaris van het Sportcomité voor het voetbal worden gezonden.
Sectie 3: Financiële schikkingen Artikel 1646
Controle aan de ingangen
Beide clubs mogen een dubbele controle inrichten op de toegangstickets en de uitnodigingskaarten. De bezoekende club mag evenveel controleurs afvaardigen als de bezochte club.
Artikel 1647
Verdeling van de ontvangsten
1. Principe De bruto-ontvangst van een wedstrijd wordt in gelijke delen verdeeld tussen de twee clubs, behoudens andersluidend akkoord. 2. Modaliteiten 21. De bezochte club draagt de bondsbelasting, de eventuele verzekeringskosten, de organisatiekosten en de gemeentetaks, terwijl de bezoekende club haar verplaatsingskosten draagt. Vanaf de zestiende finales is de bondsbelasting evenwel ten laste van beide clubs. 22. De vergoedingen voor scheidsrechters en assistent-scheidsrechters worden voor de helft gedragen door beide clubs. Hun verplaatsingskosten vallen ten laste van de bond. 23. Wanneer de wedstrijd op neutraal terrein wordt gespeeld, wordt eerst van de bruto-ontvangst het bedrag afgehouden: -
de door het Sportcomité voor het voetbal vastgestelde organisatiekosten; de bondsbelasting; de gemeentetaks; de vergoedingen voor scheidsrechters en assistent-scheidsrechters; de buitengewone verzekeringskosten aangegaan op gezamenlijk verzoek van de betrokken clubs.
Van de aldus bekomen netto-ontvangst wordt 10% voorbehouden aan de inrichtende club en het saldo wordt in gelijke delen verdeeld tussen de twee tegenstrevers.
Sectie 4: Audiovisuele uitzending Artikel 1651
Televisie-uitzending
De KBVB, in zijn hoedanigheid van eigenaar van de beelden en organisator van de competitie, is de enige die overeenkomsten mag sluiten nopens audiovisuele uitzendingen van de Beker van België voor Dames.
274
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
Sectie 5: Klachten ● Sancties Artikel 1656
Klachten
1. Principe Behoudens andersluidende schikkingen moet iedere klacht aangetekend naar de Directeur-generaal worden verzonden, uiterlijk de eerste werkdag na de wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Een klacht betreffende de kwalificatie van een speelster voor wedstrijden in de voorronde, eerste ronde en tweede ronde is ontvankelijk indien zij uiterlijk de woensdag nadien wordt neergelegd, waarbij het Sportcomité voor het voetbal zich ten laatste de vrijdag door spoedprocedure moet uitspreken. Voor de daaropvolgende wedstrijden moet de klacht binnen de zes werkdagen na de wedstrijd worden ingediend. 22. Een klacht betreffende een op woensdag gespeelde of herspeelde wedstrijd (conform Art. 1637.24) moet: -
per telefoon, telefax of telegram worden medegedeeld aan de secretaris van het Sportcomité voor het voetbal, vóór 12 uur van de eerste werkdag volgend op de wedstrijd, binnen dezelfde termijn per aangetekend schrijven bevestigd worden aan de Directeur-generaal met een kopie aan de tegenstrever.
23. Een klacht op financieel vlak is ontvankelijk wanneer zij neergelegd wordt binnen de negentig dagen na de wedstrijd waarop zij betrekking heeft.
Artikel 1657
Beslissingen en sancties
1. Principe Tegen de beslissingen van het Sportcomité is geen verhaal mogelijk, behalve in geval van een disciplinaire schorsing naar aanleiding van een scheidsrechtersverslag. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een klacht in verband met feiten van sportieve aard of met de kwalificatie van een speelster als gegrond wordt erkend, wordt de in het ongelijk gestelde club in de volgende speeldag vervangen door de club die het pleit heeft gewonnen. Het Sportcomité voor het voetbal legt bovendien aan de in gebreke zijnde club een boete op ten bate van de bond en treft, in voorkomend geval, een sanctie. 22. Wanneer een klacht inzake de kwalificatie van een speelster niet meer ontvankelijk is op sportief vlak ingevolge het laattijdig indienen ervan, doch het wel blijft op financieel vlak, kan ze geen wijziging van de uitslag meer tot gevolg hebben. Het Sportcomité voor het voetbal legt evenwel aan de in het ongelijk gestelde club een boete op ten bate van de bond en een schadevergoeding ten bate van de benadeelde club. Deze schadevergoeding schommelt tussen de helft en de totaliteit van de ontvangsten welke de club in kwestie verwezenlijkt heeft ter gelegenheid van de onrechtmatig betwiste wedstrijden. In voorkomend geval spreekt het een andere reglementaire sanctie uit. 23. Wanneer een klacht betreffende een vergissing, die door de scheidsrechter werd begaan in de toepassing van de Spelregels, als gegrond wordt aanvaard en deze vergissing de uitslag van de wedstrijd heeft beïnvloed, wordt de wedstrijd beschouwd als geëindigd op een gelijkspel. Het lot duidt dan de club aan die aan de volgende ronde mag deelnemen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
275
TITEL 16: DE BEKERS VAN BELGIE
276
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
TITEL 17 DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB HOOFDSTUK 1: ALGEMENE REGELS Artikel 1701
De bondsjurisdictie ● Regeling van de geschillen
1. De bondsjurisdictie gebeurt door de KBVB, met medewerking van de VFV 2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen inzake de arbitrageprocedure, wordt elk geschil betreffende de toepassing of de interpretatie van dit reglement voorgelegd aan de bevoegde bondsinstanties. 3. Wanneer een zaak die aanhangig is bij het gerecht door de bondsinstanties onderzocht wordt, beperken deze laatste zich ertoe te oordelen over de disciplinaire maatregelen. Het opmaken van enkel een proces-verbaal der feiten door een verbaliserende instantie wordt niet aangezien als zijnde aanhangig gemaakt bij het gerecht. 4. Onder voorbehoud van de uitoefening van het reglementair recht van verhaal, verbinden de leden (clubs) en de aangeslotenen zich ertoe de door de bondsinstanties genomen beslissingen na te leven. Zij ontslaan de bond en de leden van de bondsinstanties van elke aansprakelijkheid voor de gevolgen die daar voor hen uit voortvloeien. 5. De KBVB is burgerlijk aansprakelijk voor de schade die de leden van de bondsinstanties veroorzaken bij de uitoefening van hun mandaat, behalve in geval van bedrog of zware fout of indien het gaat om schade die de leden zichzelf toebrengen.
Artikel 1702
Inleiding van de procedure ● De verhaalmiddelen
1. Principes 11. De bondsinstanties of hun geldig gemandateerde leden zijn gemachtigd van rechtswege een federale actie uit te oefenen. 12. Leden (clubs) of aangeslotenen kunnen eveneens een actie inleiden. 13. Disciplinaire vervolgingen ingesteld tegen een aangeslotene, hetzij door een lid hetzij ambtshalve door het Bondsparket, op basis van overtuigende televisiebeelden die een onbetamelijk of misplaatst gedrag aantonen tijdens een voetbalwedstrijd, zijn ontvankelijk, ook al ontsnapte het feit aan de waakzaamheid van de scheidsrechters. 14. Iedere genomen beslissing is, behoudens andersluidende bepalingen, vatbaar voor verhaal. 15. De beslissingen genomen door de clubs tegenover hun toegewezen aangeslotenen vormen geen graad van jurisdictie. Zij worden, na verhaal, voorgelegd aan de bevoegde bondsinstantie die in eerste aanleg zetelt. 2. Modaliteiten 21. De actie van een lid (club) of van een aangeslotene wordt ingeleid, ofwel door: 211. een vordering, d.w.z. een handeling van een aangeslotene of een lid (club) van de bond waarbij een onderzoek wordt gevraagd van een beslissing, daad of feit: -
uitgaande van een lid (club), een aangeslotene of een bondsinstantie; dat/die hem strijdig lijkt met de sportethiek, het reglement of de spelregels en waarbij herstel wordt gevraagd van de eventueel geleden schade;
212. een klacht, d.w.z. een handeling waardoor een lid (club) of een aangeslotene de toepassing vraagt van een sanctie tegenover een ander lid (club) of aangeslotene voor de schade die hij zou geleden hebben ten gevolge van een daad of feit waarvoor hij deze laatste verantwoordelijk acht. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
277
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 213. een vrijwillige tussenkomst van een derde. 22. In het kader van de vervolging op basis van overtuigende televisiebeelden, en mits naleving van de fundamentele rechtsbeginselen inzake onderzoek van het dossier en meer bepaald het contradictoire karakter van de debatten, het respect voor de rechten van de verdediging en het principe van de dubbele jurisdictie, kan de dader van de feiten een disciplinaire sanctie worden opgelegd, eventueel voorzien van geheel of gedeeltelijk uitstel. De gevatte bondsjurisdictie is niet bevoegd om eventuele schadeloosstellingen toe te kennen aan het slachtoffer van de vastgestelde agressie. De veroordeling van de aangeslotene, dader van de agressie, kan geen enkel gevolg hebben op het eindresultaat van de wedstrijd waarin de strafbare feiten werden gepleegd. 23. Er zijn volgende verhaalmiddelen voor leden (clubs) en aangeslotenen: 231. twee gewone verhaalmiddelen: 1° het verzet 2° het hoger beroep 232. twee buitengewone verhaalmiddelen: 1° het derdenverzet 2° de evocatie 233. het verzoek tot vernietiging van een scheidsrechterlijke beslissing op grond van een der redenen, vermeld in Art. 1704 van het Gerechtelijk Wetboek. 24. Verhaal Bondsparket: zie Art. 242.
Artikel 1703
Ontvankelijkheid van procedurehandelingen
de
actie
●
Vormvereisten
van
de
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan het recht op hoger beroep toegekend aan het Bondsparket, is een geding, in eerste aanleg of in hoger beroep, rechtstreeks of in vrijwillige tussenkomst, enkel ontvankelijk indien de vragende partij hierbij belang heeft en de nodige hoedanigheid bezit om het in te dienen. 12. De bondsacties moeten op straffe van onontvankelijkheid voldoen aan bepaalde vormvereisten, die gelijktijdig dienen vervuld te zijn. 2. Modaliteiten 21. Vormvereisten 211. De vormvereisten waaraan een bondsactie moet voldoen zijn: -
een uiteenzetting van de feiten inhouden, die toelaat de aard van het geschil te bepalen en de in de zaak betrokken partijen op te roepen;
-
ondertekend zijn: -
-
278
conform de bepalingen van Art. 313 indien zij worden ingediend door een club; door de belanghebbende zelf indien zij worden ingediend door een aangeslotene of een niet-aangeslotene; door de Bondsprocureur of een Adjunct-Bondsprocureur indien zij worden ingediend door het Bondsparket.
per aangetekende postzending verzonden worden naar de federale bondszetel te Brussel, met als bestemmeling de Directeur-generaal, of het Algemeen Secretariaat, of de KBVB, of de Griffie, of het betrokken nationale comité. Voor de clubs van de VFV mag dit ook gebeuren naar de Secretaris-generaal of het Algemeen Secretariaat van de VFV.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 212. Tot nader order dient men overal waar nog de term “Secretaris-generaal van de KBVB” wordt gebruikt, te lezen “Directeurgeneraal van de KBVB”, en alle briefwisseling gericht aan de “Secretaris-generaal van de KBVB” wordt geacht gericht te zijn aan de “Directeur-generaal van de KBVB”. 22. Ondertekening 221. De formaliteiten moeten door de belanghebbenden persoonlijk worden vervuld. De clubs mogen zich niet in de plaats stellen van de hun toegewezen aangeslotenen. 222. Uitzonderingen -
Het hoger beroep en het evocatieverzoek ingesteld door een club namens een van haar toegewezen aangeslotenen tegen een beslissing genomen door de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds zijn ontvankelijk.
-
Een advocaat vertegenwoordigt op rechtsgeldige wijze een club, een aangeslotene of een niet-aangeslotene, zelfs in de gevallen waarin het reglement voorziet dat de betrokkene het document eigenhandig dient te ondertekenen.
-
De houder van het ouderlijk gezag vertegenwoordigt rechtsgeldig een minderjarige, ook in de gevallen waarin het bondsreglement voorziet dat de betrokkene het document eigenhandig dient te ondertekenen.
23. Bondsactie ingeleid door het Bondsparket Een bondsactie kan worden ingeleid door het Bondsparket door neerlegging van een proces-verbaal ter bondsgriffie, de datum van de stempel van de bondsgriffie rechtsgeldig zijnde.
Artikel 1704
Termijnen voor het vervullen van de procedurehandelingen
1. Principes 11. Elke procedurehandeling moet, op straffe van niet- ontvankelijkheid, vervuld worden binnen de door het reglement bepaalde termijnen. 12. Alleen de bevoegde instantie kan de onontvankelijkheid uitspreken. 2. Modaliteiten 21. De termijnen worden berekend van middernacht tot middernacht. 22. Inzake competitievervalsing worden de normale proceduretermijnen met de helft verminderd, voor wat betreft de voor de Onderzoekscommissie te volgen procedure. 23. Inzake overdracht van patrimonium worden de normale proceduretermijnen voor de Controlecommissie, het Beroepscomité en de Evocatiecommissie met de helft verminderd.
Artikel 1705
Afstand van geding ● Samenvoeging en splitsing
1. Principes 11. Indien een actie in de loop van het onderzoek ingetrokken wordt, mag de bevoegde instantie het onderzoek niettemin voortzetten indien ze zulks nodig acht. 12. Wanneer de bevoegde bondsinstantie oordeelt dat twee of meerdere zaken verknocht zijn, mag zij deze samenvoegen en gelijktijdig beoordelen. 2. Modaliteiten 21. De intrekking van een actie voor een instantie kan in hoger beroep aanvaard worden, tenzij de in eerste aanleg genomen beslissing een straf behelst waarvan de toepassing door het aantekenen van bedoeld hoger beroep opgeschort werd.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
279
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 22. Inzake doping of competitievervalsing, ongeacht het stadium van het onderzoek, moet elke afstand van geding voor beslissing worden voorgelegd aan het Bondsparket. 23. Een bondsinstantie kan, in een meervoudige vordering, slechts beslissen over de punten die onder haar bevoegdheid ressorteren.
Artikel 1706
De verjaring
1. Principes 11. De verjaring is een middel, op grond van hetwelk de vordering vervallen wordt verklaard. Zij moet van rechtswege opgeworpen worden. 12. Strafbare feiten verjaren na twee jaar. Deze termijn vangt aan op 1 juli volgend op de datum waarop zij gepleegd werden. 13. Voor bepaalde specifieke gevallen zijn er bijzondere verjaringstermijnen (competitievervalsing, eindrangschikking, doping…). 14. De verjaringstermijn kan worden opgeschort. 2. Modaliteiten 21. Bijzondere verjaringen 211. Competitievervalsing 2111. Elke poging tot of daad van competitievervalsing verjaart na een periode van drie jaar, die aanvangt op 1 juli volgend op het seizoen waarin de bewuste poging of daad van competitievervalsing gepleegd werd. 2112. Een definitieve beslissing inzake competitievervalsing moet, op straffe van verval, genomen worden binnen een termijn van maximum twee jaar, te rekenen ofwel vanaf de datum van het einde van het onderzoek zoals bepaald in Art. 1742.122, ofwel vanaf de datum van de in kracht van gewijsde gegane gerechtelijke beslissing. Deze vervaltermijn wordt geschorst gedurende de periode dat de bondsinstanties ingevolge een gerechtelijke beslissing gehouden zijn zich te onthouden van de behandeling van de zaak. 212. Uitslagen wedstrijden ● Eindrangschikkingen Indien vóór 15 juni geen onderzoek werd geopend, ofwel van rechtswege, ofwel ingevolge klacht of vordering, zijn de uitslagen van de wedstrijden en eindrangschikkingen van de kampioenschappen definitief. Zo het kampioenschap na deze datum eindigt, wordt de rangschikking definitief op de dag volgend op de zesde werkdag daarna. 213. Niet-disciplinaire vordering in verband met een spelers- of trainerscontract De actie i.v.m. een spelers- of trainerscontract verjaart: -
ofwel één jaar na het einde van het contract; ofwel vijf jaar na het feit dat aanleiding gegeven heeft tot de vordering zonder dat de termijn langer kan zijn dan één jaar na het eindigen van het contract.
214. Dopingdelicten De dopingdelicten verjaren na acht jaar. 22. Schorsing De verjaringstermijn wordt opgeschort: -
280
zodra een onderzoek betreffende competitievervalsing geopend wordt door de bevoegde bondsinstantie; wanneer de bevoegde bondsinstantie het onderzoek van een vordering verdaagt omwille van een gerechtelijk onderzoek
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 2: DE VERSCHILLENDE ACTIES Artikel 1711
Vorderingen en klachten: procedure - termijnen
1. Principes 11. Vorderingen en klachten moeten, op straffe van verval, ingediend worden in binnen de reglementair vastgestelde termijnen. 12. Behoudens andersluidende bepaling moet elke vordering of klacht ingediend worden binnen de algemene verjaringstermijn (Art. 1706). De datum van de poststempel is rechtsgeldig. 2. Modaliteiten 21. De Directeur-generaal stuurt het origineel van de vordering of van de klacht naar de bevoegde instantie en laat er een fotokopie van geworden aan de betrokken persoon of club, behalve voor de gevallen van competitievervalsing en van doping. 22. Bijzondere termijnen van indiening: De hierna volgende bijzondere termijnen worden vastgesteld voor het indienen van vorderingen en klachten betreffende: 221. de aansluitingen, affectaties, ontslagen en transfers van leden: 1° de toewijzing van de speler: -
binnen de veertien kalenderdagen na de datum waarop de benadeelde club kennis kon krijgen van de toewijzing aan een andere club;
2° de geldigheid van het ontslag van de amateur in de loop van de maand april (niet naleven van de procedureregels en betwistingen over het statuut van de speler): -
vóór 16 mei of binnen de tien werkdagen volgend op de datum waarop de club slechts alleen door de bond geïnformeerd werd van het ontslag van de speler;
3° de weigering of validatie van een transfer: -
binnen de veertien kalenderdagen na het verzenden door de Directeur-generaal van het luik bestemd voor de vragende partij, of na de datum waarop men kennis kreeg van de weigering;
4° het voeren van transferonderhandelingen: binnen het jaar na het feit dat aanleiding heeft gegeven tot de vordering. 222. de kwalificatie van de spelers: 2221. in kampioenschapswedstrijden: -
binnen de 30 kalenderdagen volgend op de inbreuk en, in elk geval, uiterlijk binnen de 4 werkdagen volgend op de laatste wedstrijd van het kampioenschap;
2222. in eindrondewedstrijden: -
vóór 12 uur van de eerste werkdag volgend op de wedstrijd. In dat geval moet de klacht per aangetekende brief naar de Directeur-generaal gestuurd worden met een kopie naar de tegenstrever. De klacht moet eveneens per telefoon, telefax of telegram aan de secretaris van het Sportcomité of aan de Provinciale secretaris, naargelang het geval, worden gemeld binnen dezelfde termijn. Het Sportcomité of het Provinciaal Comité moet zich, indien nodig, bij spoedprocedure uitspreken.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
281
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2223. in bekerwedstrijden: -
binnen de bijzondere termijnen, bepaald in het reglement van de Beker van België of de provinciale beker.
223. (spel)feiten voorgevallen tijdens een wedstrijd of de wedstrijduitslag: -
binnen de vier werkdagen volgend op de wedstrijd, tenzij andersluidende specifieke reglementaire schikkingen;
-
binnen de acht werkdagen volgend op de wedstrijd, indien de bondsactie wordt ingeleid door het Bondsparket;
-
vóór 12 uur van de eerste werkdag volgend op de wedstrijd, indien het een wedstrijd van een eindronde betreft.
Indien het een wedstrijd van een eindronde betreft, moet de klacht per aangetekende brief naar de Directeur-generaal gestuurd worden met een kopie naar de tegenstrever en eveneens per telefoon, telefax of telegram binnen dezelfde termijn aan de secretaris van het Sportcomité of aan de Provinciale secretaris, naargelang het geval, worden gemeld. Indien nodig spreekt het Sportcomité of het Provinciaal Comité, naargelang het geval, zich bij spoedprocedure uit en, indien het spelfeiten of scheidsrechterlijke beslissingen betreft, eventueel na het Bureau van de bevoegde scheidsrechterscommissie te hebben geraadpleegd. Tegen de beslissingen van bovenvermelde instanties is geen verhaal mogelijk, behalve in geval van disciplinaire schorsingen ten gevolge van een scheidsrechtersverslag. -
binnen de vier werkdagen die volgen op de publicatie, indien het de foutieve publicatie van een wedstrijduitslag betreft.
-
onmiddellijk na de wedstrijden, indien het gaat over tornooiwedstrijden, behalve de finales;
-
binnen de dertig kalenderdagen volgend op de wedstrijden, indien het gaat over finales van tornooien
224. de daden van competitievervalsing: 1° indien ze de degradatie van een club kunnen veroorzaken of de uitslag van een wedstrijd of de eindrangschikking kunnen wijzigen: -
vóór 15 juni van het betrokken seizoen of, indien het kampioenschap op die datum nog niet beëindigd is, binnen de zes werkdagen na het einde van deze competitie;
2° indien zij andere sancties dan de degradatie tot gevolg kunnen hebben: -
binnen de bijzondere termijn bepaald in Art. 1706.211;
225. de betwisting door een toegewezen aangeslotene van een beslissing van een club bij toepassing van Art. 346 en Art. 347: -
binnen de veertien kalenderdagen na de datum van de aangetekende betekening van de beslissing;
226. verkiezingen tijdens een algemene vergadering: -
binnen de dertig kalenderdagen na deze vergadering;
227. de juistheid van de in rekening gebrachte onkosten door comparanten: -
binnen de veertien kalenderdagen na de datum waarop de terugbetaling werd gevorderd van de verliezende partij;
228. de uitvoering of de interpretatie van een spelers- of trainerscontract: -
binnen de verjaringstermijn zoals bepaald in Art. 1706.213.
229. de foutieve publicatie van een beslissing van een bondsinstantie: -
282
binnen de vier werkdagen volgend op de publicatie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
Artikel 1712
De vrijwillige tussenkomst van een derde
1. Principe De vrijwillige derdentussenkomst is de handeling waardoor een lid (club) of een aangeslotene, die geen partij is in het geding, aantoont dat hij een wettig belang heeft om tussen te komen, zijn wil te kennen geeft in de zaak op te treden en er zijn recht te laten gelden. 2. Modaliteiten 21. De genoemde tussenkomst kan ingeleid worden voor alle bondsinstanties tot aan de sluiting van de debatten. Zij mag echter het verloop van de procedure niet vertragen. 22. De genoemde tussenkomst moet voldoen aan de vormvereisten bepaald in Art. 1703.
Artikel 1713
Uitspraak bij verstek ● Verzet
1. Principe 11. Wanneer een regelmatig opgeroepen partij afwezig is, kan een bondsinstantie - zelfs wanneer deze partij verontschuldigd is - uitspraak doen bij verstek, indien zij van oordeel is dat het belang van de bond, van een club of een aangeslotene dat vereist. 12. Verzet tegen deze beslissing kan ingesteld worden per aangetekend schrijven aan de Directeur-generaal. Het vermeldt, op straffe van nietigheid, de redenen van het verzet en moet, op straffe van onontvankelijkheid, worden ingediend binnen een termijn van zes werkdagen, te rekenen vanaf de eerste werkdag na de publicatie van de bestreden beslissing. 13. Het verzet schorst de uitwerking van de getroffen beslissing niet. 14. Elke beslissing gewezen op verzet is vatbaar voor hoger beroep. 2. Modaliteiten 21. Bij verplichte verschijning, kan de zaak één enkele maal verdaagd worden wanneer de afwezigheid minstens vierentwintig uur vóór de zitting gerechtvaardigd werd. 22. Elke niet-verontschuldigde afwezigheid van een club wordt bestraft met een boete van 15,00 EUR of 7,60 EUR, naargelang het gaat om een nationale, respectievelijk provinciale instantie. De boete wordt toegepast voor elke zaak waarvoor de club opgeroepen werd in eenzelfde zitting. 23. Indien de speler met zijn club of met een vertegenwoordigende ploeg in het buitenland vertoeft en derhalve niet kan verschijnen op de zitting voor dewelke hij werd opgeroepen, moet de zaak worden uitgesteld tot zijn terugkeer in België. 24. De verzet aantekenende partij die een tweede maal verstek laat gaan, kan niet opnieuw verzet aantekenen.
Artikel 1716
Hoger beroep: termijnen - uitwerking
1. Principes 11. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1704.23, moeten de hogere beroepen op straffe van verval worden ingediend in de vormen bepaald in Art. 1703 binnen de zes werkdagen (de datum van de poststempel rechtsgeldig zijnde), aanvangend op de eerste werkdag die volgt op de uitspraak van de aangevochten beslissing. 12. Het Bondsparket kan binnen dezelfde termijn hoger beroep aantekenen. 13. Wanneer een partij in de procedure geen hoger beroep heeft ingesteld, beschikt het Bondsparket over een bijkomende termijn van zes werkdagen om hoger beroep in te stellen tegen de partij die het wenst te betrekken in het geding. 14. De ingediende hogere beroepen kunnen voor de betrokkenen een verzwaring meebrengen van de straffen die in eerste aanleg werden uitgesproken. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
283
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Modaliteiten 21. De Directeur-generaal maakt het origineel van het hoger beroep over aan de bevoegde beroepsinstantie, alsook een kopie aan de instantie van eerste aanleg en aan alle betrokken partijen, andere dan de appellant. 22. Hoger beroep tegen een beslissing die niet in kracht van gewijsde is getreden of een beslissing alvorens recht te doen, maakt het geschil in zijn geheel aanhangig bij de beroepsinstantie. Opdat de devolutieve kracht slechts gedeeltelijk zou zijn, moet het hoger beroep ter zake duidelijk zijn. In dat geval beperkt de beroepsinstantie zich strikt tot deze punten.
Artikel 1717
Hoger beroep: schorsende kracht
1. Principe Behoudens bepaalde uitzonderingen schort een regelmatig door het Bondsparket, een aangeslotene of een club aangetekend hoger beroep tegen een beslissing van een bondsinstantie de uitvoering ervan op tot de inwerkingtreding van de uitspraak in hoger beroep. 2. Modaliteiten 21. Het door een aangeslotene aangetekend hoger beroep is niet schorsend, wanneer het gericht is tegen: 1° 2° 3° 4° 5°
een voorstel tot schrapping; een schorsing tot vrijwillige verschijning; een schorsing van minstens vijf effectieve speeldagen van de officiële competitie; een schorsing van meer dan 28 kalenderdagen, opgelegd aan een aangesloten niet-speler; een schorsing volgend op een andere opgelegd in hetzelfde seizoen, met uitzondering van de vroegere schorsingen voor geboekte waarschuwingen.
22. Het door een club aangetekend hoger beroep is niet schorsend wanneer het gericht is tegen de beslissing waarbij de club minstens drie wedstrijden met gesloten deuren moet betwisten. 23. Behoudens de hierboven aangehaalde gevallen, is enkel het Uitvoerend Comité bevoegd om ambtshalve of op voorstel van de bevoegde instantie, de beslissing in eerste aanleg, houdende ofwel de schorsing, zelfs van een terrein, ofwel de verplichting om met gesloten deuren te spelen, uitvoerbaar te verklaren niettegenstaande het hoger beroep. Om geldig te zijn moet het voorstel van de bevoegde instantie terzelfder tijd als de repressieve beslissing geformuleerd worden. Het volledig dossier moet bij het voorstel gevoegd worden. Wanneer de feiten die de beslissing motiveren van zeer ernstige aard zijn, inzonderheid wanneer het handtastelijkheden betreft, heeft de Directeur-generaal de bevoegdheid om deze maatregel, in dringende gevallen zonder voorafgaande raadpleging van het Uitvoerend Comité, toe te passen.
Artikel 1718
Bijzondere hogere beroepen
1. Incidenteel hoger beroep Elke partij, die rechtstreeks betrokken is in een zaak voor een bondsinstantie kan incidenteel beroep aantekenen tot het sluiten der debatten. Wanneer het hoofdberoep nietig of laattijdig verklaard wordt, kan het incidenteel beroep niet aanvaard worden. 2. Hoger beroep tegen administratieve maatregelen, genomen door de bondsinstanties Er kan hiertegen geen beroep aangetekend worden. Het Uitvoerend Comité behoudt zich het recht voor tussenbeide te komen conform Art. 226.24. 3. Hogere beroepen betreffende kosteloze administratieve transfers Tegen een beslissing betreffende kosteloze administratieve transfers kan hoger beroep aangetekend worden, ofwel door de speler ofwel door de club die hij mag verlaten, maar nooit door de club waarvoor hij wenst gekwalificeerd te worden. 284
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 4. Hoger beroep van een niet-aangeslotene Hoger beroep van een niet-aangeslotene tegen een bondsbeslissing is alleen ontvankelijk indien de betrokkene zich schriftelijk verbindt zich aan de uit te spreken beslissing te onderwerpen, zelfs na evocatie.
Artikel 1721
Het derdenverzet
1. Principes 11. Het derdenverzet is een buitengewoon rechtsmiddel om zich te verzetten tegen een beslissing van een bondsinstantie. Het kan aangewend worden door de leden (clubs) en de aangeslotenen die zich benadeeld achten door een beslissing genomen in een zaak waarin zij geen partij waren. 12. Het derdenverzet moet, op straffe van onontvankelijkheid ingesteld worden binnen een termijn van zes werkdagen die begint op de eerste werkdag die volgt op de publicatie van de aangevochten beslissing, en moet voldoen aan de vormvereisten vermeld in Art. 1703. 2. Modaliteit Het derdenverzet kan uitgeoefend worden tegen een beslissing genomen zowel in eerste aanleg als in graad van beroep. Derdenverzet kan niet worden uitgeoefend tegen een beslissing van de Evocatiecommissie.
Artikel 1722
Evocatie
1. Principes 11. De evocatie is de actie waarbij: -
een beslissing op haar verzoek wordt teruggestuurd naar de instantie die ze heeft genomen (administratieve evocatie); een tegen een club, een aangeslotene of een niet-aangeslotene getroffen beslissing, op verzoek van de betrokkene en/of het Bondsparket, voor nieuw onderzoek naar de instantie die ze genomen heeft wordt teruggestuurd (evocatie bij geschil); een tegen een club, een aangeslotene of een niet-aangeslotene getroffen beslissing van rechtswege wordt teruggestuurd naar de instantie die ze genomen heeft (evocatie van rechtswege).
12. Enkel de Evocatiecommissie heeft de bevoegdheid tot de evocatie te besluiten. Zij kan dit doen wanneer een inbreuk op de reglementering of een overtreding van de wet wordt vastgesteld, of een nieuw feit wordt ontdekt dat van aard is de oorspronkelijke beslissing van een bondsinstantie te wijzigen. De zaken waarover het Uitvoerend Comité in tweede aanleg uitspraak doet, kunnen enkel wegens het bestaan van een nieuw feit geëvoceerd worden. 13. Een verzoek tot evocatie moet, op straffe van onontvankelijkheid, ingediend worden binnen de reglementair bepaalde termijn en vormen. 14. Het indienen van een verzoek tot evocatie schorst de uitwerking van de getroffen beslissing niet op. 15. Het is wel schorsend in geval van een administratieve kosteloze transfer toegestaan aan een speler door de bevoegde instantie, voor zover de club haar verzoek heeft ingediend binnen de bepaalde termijn. Dit geldt eveneens voor een transfer die ambtshalve wordt herroepen, zelfs na de reglementaire termijn van zes werkdagen. 2. Modaliteiten 21. Termijn en middelen van indiening Het verzoek tot evocatie moet verstuurd worden naar de Directeur-generaal: -
door de clubs, de aangeslotenen en de niet-aangeslotenen bij aangetekend schrijven ten laatste de zesde werkdag die volgt op de uitspraak van de aangevochten beslissing of van de ontdekking van het nieuw feit;
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
285
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB -
door het Bondsparket, door neerlegging ter bondsgriffie ten laatste de dertigste kalenderdag te rekenen vanaf de eerste werkdag die volgt op de uitspraak of op de ontdekking van het nieuw feit, de datum van de stempel van de bondsgriffie rechtsgeldig zijnde;
-
door de betrokken instanties, bij aangetekend schrijven, binnen dezelfde termijn van dertig dagen in geval van administratieve evocatie.
Enkel de datum van het postmerk of van de stempel van de bondsgriffie in geval van evocatie uitgaande van het Bondsparket is geldig. 22. Ontvankelijkheidsvoorwaarden 221. Het verzoek moet daarenboven: -
met redenen omkleed zijn; ondertekend zijn: -
conform de bepalingen van Art. 313 indien het wordt ingediend door een club; door de belanghebbende zelf indien het wordt ingediend door een aangeslotene of een niet-aangeslotene; door de Bondsprocureur of een Adjunct-Bondsprocureur indien het wordt ingediend door het Bondsparket; door de secretaris van de instantie indien het een verzoek om administratieve evocatie betreft.
222. De verschuldigde retributie moet betaald zijn. 223. Behalve in geval van het bekend worden van een nieuw feit, is een verzoek tot evocatie bij geschil ontvankelijk, voor zover de zaak in hoger beroep beslecht is geweest. 23. Procedure 231. Zodra een verzoek tot evocatie regelmatig wordt ingediend, bevestigt de Directeur-generaal de ontvangst ervan aan de verzoekende partij en zendt tegelijkertijd een fotokopie van het verzoek aan de andere partijen. 232. De partijen beschikken over een termijn van veertien kalenderdagen ingaand op de eerste werkdag die volgt op de datum van het postmerk op de brief van de Directeur-generaal om: -
op schriftelijk verzoek, op de bondszetel inzage te nemen van het dossier of er fotokopie van bekomen op hun kosten; de stukken neer te leggen die zij bij het dossier wensen te voegen.
Deze termijn kan niet worden verlengd. Na het verstrijken ervan, is het dossier definitief samengesteld en maakt de Directeurgeneraal het over aan de Evocatiecommissie. 233. De Evocatiecommissie spreekt zich niet uit over de grond van het geschil, maar verwijst de zaak naar de bevoegde instantie, na de inbreuk op de reglementering of de overtreding van de wet, of het nieuw feit te hebben vastgesteld, teneinde aldus eventueel het recht op hoger beroep mogelijk te maken wanneer het om een nieuw feit gaat. De bevoegde instantie moet zich schikken naar de principes die in de beslissing tot evocatie vervat zijn. 24. Onderzoek na verwijzing Op straffe van verval voor wat de disciplinaire zaken betreft, moet het onderzoek naar de grond, na verzending, aangevat worden door de bevoegde instantie die aangesteld is in de beslissing tot evocatie binnen de dertig kalenderdagen na de verwijzing.
Artikel 1725
Acties in de geconventioneerde groeperingen
1. De vorderingen of klachten moeten door de eisende partij rechtstreeks gezonden worden aan de erkende groepering waarvan zij deel uitmaakt, en die ze onderzoekt. Indien ze de spelleiding betreffen, moeten de groeperingen ze overmaken aan de bevoegde Scheidsrechterscommissie. 2. Voor zover er geen andere beroepsinstantie aangeduid is in de overeenkomst, moeten de clubs van de erkende groeperingen hun hogere beroepen aan de Directeur-generaal toesturen, met inachtneming van de reglementaire formaliteiten en termijnen.
286
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 3: DE MINNELIJKE SCHIKKINGEN Artikel 1731
De minnelijke schikkingen
1. Principes 11. Sommige disciplinaire zaken, die behoren tot de bevoegdheid van het Sportcomité en de Provinciale Comités, kunnen het voorwerp uitmaken van een minnelijke schikking. 12. Indien het voorstel van minnelijke schikking uitdrukkelijk of stilzwijgend aanvaard wordt, is de sanctie definitief en zonder verhaal. 13. Indien het voorstel van minnelijke schikking niet aanvaard wordt, moet de weigering, op straffe van onontvankelijkheid, door de verzetdoende partij betekend worden aan de Secretaris van de bevoegde instantie binnen een termijn van drie werkdagen (de datum van de poststempel rechtsgeldig zijnde) die aanvangt de eerste werkdag die volgt op de datum van de publicatie van de minnelijke schikking in het bondsblad. 2. Modaliteiten 21. Bevoegde jurisdictie 211. Amateurvoetbal Het Sportcomité en de Provinciale Comités wijzen een commissie aan, samengesteld uit minstens drie leden, bijgestaan door de secretaris van de betrokken instantie. In geval van verzet mogen deze leden niet deelnemen aan de behandeling van de dossiers. 212. Betaald Voetbal Het Bondsparket oefent de bevoegdheid uit toegekend aan de commissie waarvan sprake in 211 supra. 22. Bevoegdheid van de jurisdictie Bij minnelijke schikking worden afgehandeld: 221. de disciplinaire zaken die de bevoegde bondsinstantie of het Bondsparket na een onderzoek meent te moeten bestraffen met: -
een schorsing van maximum vier effectieve speeldagen voor de aangesloten spelers; een schorsing van datum tot datum die niet meer dan een maand bedraagt voor de niet-spelende aangeslotenen; een reglementaire boete van maximum 200,00 EUR voor de clubs en 600,00 EUR voor de niet-voorziene boetes; een schorsing van twee competitiewedstrijden in hun club voor de spelers die zich zonder geldige reden niet ter beschikking stellen bij selectie voor een wedstrijd of tornooi van een vertegenwoordigende jeugdploeg, vertegenwoordigende amateurploeg of voor een nationale of provinciale activiteit in het raam van de jeugdprospectie.
222. de voorgestelde sancties in verband met het ontbreken van de spelerslicenties of officiële identiteitsbewijzen 23. Betekening De voorstellen tot minnelijke schikking worden betekend per brief aan de gerechtigde correspondent van de club van de aangeslotene en vermelden: -
het motief van de minnelijke schikking; de identiteit of de naam van de betrokken partijen; de voorgestelde sanctie; de datum van invoegetreding indien het een schorsing betreft; de oproeping voor de zitting (plaats, datum en uur) van de bevoegde instantie wanneer de speler de voorgestelde minnelijke schikking weigert.
Deze voorstellen worden tevens zonder vermelding van het motief gepubliceerd in de bondsbladen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
287
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB De gerechtigde correspondent van de club moet, onder zijn verantwoordelijkheid, de aangeslotene op de hoogte brengen van de voorgestelde minnelijke schikking. 24. Weigering De betekening van de weigering mag onder gewone omslag gebeuren. De betrokken partij moet het bewijs leveren van het bestaan en de geldigheid van deze betekening. Het niet aanvaarden van het voorstel van minnelijke schikking brengt de verplichting mee te verschijnen voor de bevoegde instantie die een beslissing neemt, zelfs bij afwezigheid van de betrokken partij. 25. Uitwerking van de sanctie De disciplinaire sancties voor feiten die zich op hetzelfde tijdstip voordeden, moeten voor zover mogelijk gelijktijdig uitwerking hebben, of zij nu uitgesproken werden of het resultaat zijn van de procedure van minnelijke schikking.
288
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 4: HET ONDERZOEK VOOR DE BONDSINSTANTIES Artikel 1736
Onafhankelijkheid van de bondsinstanties ● Onderzoek van de zaken
1. Principes 11. Zolang een zaak haar beslag niet gekregen heeft voor de verschillende bondsinstanties, is het alle bondsinstanties en hun leden verboden op een of andere wijze tussenbeide te komen of aan een van de partijen een advies te geven of een onderhoud toe te staan. 12. Zolang een procedure hangende is bij een bondsinstantie mag het Uitvoerend Comité niet om advies gevraagd worden met betrekking tot de toepassing of de interpretatie van het reglement slaande op de zaak. 2. Modaliteiten 21. Iedere mededeling met betrekking tot een nog in onderzoek zijnde zaak, moet, met elk geschikt geacht middel, naar de secretaris van de instantie die de zaak in behandeling heeft, verzonden worden. De secretarissen en de leden van de instanties mogen, in verband met nog hangende zaken, geen telefonische of mondelinge contacten onderhouden. De schriftelijke mededelingen die hun daaromtrent persoonlijk toekomen, dienen zij bij het bureel van hun instantie op de eerstvolgende zitting neer te leggen. 22. Onder voorbehoud van de macht toegekend aan het Bondsparket mogen de bondsinstanties: -
overgaan tot iedere onderzoeksmaatregel die ze nodig achten om hun taak te volbrengen; de personen oproepen die ze menen te moeten horen; de mededeling vragen van alle documenten, registers en verslagen die zij wensen te raadplegen.
23. De instanties moeten verslag opstellen van de door hen gedane onderzoeken en van de daarbij ingewonnen getuigenissen. In geval van hoger beroep, moet het volledig dossier overgemaakt worden aan de gevatte instantie.
Artikel 1737
Oproeping
1. Principes 11. De clubs en de toegewezen aangeslotenen worden binnen welbepaalde termijnen opgeroepen onder de verantwoordelijkheid van de gerechtigde correspondent van hun club bij dewelke ze te dien einde woonst hebben gekozen door de ondertekening van hun aanvraag tot toetreding of aansluiting. 12. De oproeping van een behoorlijk geïdentificeerde niet-aangeslotene wordt, eveneens binnen welbepaalde termijnen, naar hun persoonlijk adres gestuurd. 2. Modaliteiten 21. Gevolg van de woonstkeuze Deze schikking van woonstkeuze ten huize van de gerechtigde correspondent impliceert de aansprakelijkheid van de betrokken club inzake de informatie aan de aangeslotenen die het ontvangbewijs moeten ondertekenen dat aan de KBVB dient te worden teruggestuurd. Bijgevolg dient de gerechtigde correspondent van de club de speler op de hoogte te stellen op de eerste werkdag volgend op de publicatie van het bericht in de bondsbladen. 22. Oproeping bij disciplinaire zaken in eerste aanleg 221. De clubs en toegewezen aangeslotenen die moeten verschijnen voor het Sportcomité of een Provinciaal Comité, worden minstens vijf werkdagen vóór het onderzoek opgeroepen door middel van een brief gestuurd naar de gerechtigde correspondent van de aangeslotene en bevestigd door een bericht in het bondsbladen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
289
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 222. De oproeping vermeldt: -
de reden van de oproeping; plaats datum en uur van de zitting; de identiteit of de naam van de betrokken partijen; eventueel de naam van de scheidsrechter die de wedstrijd geleid heeft; het verplichte of facultatieve karakter van de verschijning.
223. Deze oproeping wordt tevens zonder vermelding van het motief gepubliceerd in de bondsbladen. 23. Oproeping bij andere zaken ● Andere bondsinstanties ● Andere graad van jurisdictie Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Art. 1704: -
wordt de oproeping minstens vijf werkdagen op voorhand (dag van verzending en van de zitting inbegrepen) naar de betrokken partijen gestuurd; vermeldt de oproeping of de verschijning verplicht of facultatief is; vermeldt de oproeping de reden van de verschijning.
24. Oproeping van een behoorlijk geïdentificeerde niet-aangeslotene: -
wordt minstens vijf werkdagen op voorhand (dag van verzending en van de zitting inbegrepen) naar hun persoonlijk adres gestuurd; vermeldt uitdrukkelijk dat de verschijning facultatief is en geeft kennis van de bepalingen van Art. 1739; vermeldt de reden van de verschijning; vermeldt: - plaats, datum en uur van de zitting; - de betrokken partijen; - in voorkomend geval, de naam van de scheidsrechter die de wedstrijd heeft geleid.
25. Deelneming in de kosten Benevens de voorziene retributie voorzien door Art. 1768, worden alle door de KBVB gemaakte kosten ten laste gelegd van de opgeroepen partij. 26. Bijzonderheid: onontvankelijkheid 261. Wanneer de secretaris van de bevoegde instantie vaststelt dat een procedure onontvankelijk kan verklaard worden omdat zij niet werd ingeleid conform de reglementaire ontvankelijkheidsvereisten, licht hij de verzoeker in. 262. Bijgevolg moet de oproeping van deze laatste: -
hem minstens vijf werkdagen op voorhand (dag van verzending en van de zitting inbegrepen) worden gestuurd; vermelden dat de procedure omwille van een te specificeren reglementsbepaling onontvankelijk kan worden verklaard en dat zijn verschijning bijgevolg facultatief is, waarbij hem de bepalingen van Art. 1739 ter kennis worden gebracht; plaats, datum en uur van de zitting vermelden.
263. De andere, eventueel bij de zaak betrokken partijen, worden normaal opgeroepen. Een kopie van de naar de verzoeker gestuurde oproeping wordt hun overgemaakt. 264. Indien de procedure ontvankelijk zou kunnen worden verklaard en indien een partij niet aanwezig is, moet de zaak verdaagd worden.
Artikel 1738
Mededeling van het dossier
1. Principes 11. Iedere partij, of haar krachtens Art. 1740 gemachtigde raadsman, opgeroepen om te verschijnen voor een bondsinstantie, kan inzage nemen van het dossier vanaf de derde werkdag die de zitting voorafgaat, tot twee uur vóór de opening van de zitting. 12. Iedere tot inzage gemachtigde persoon kan kopie van het dossier bekomen. 13. Iedere vorm van verspreiding van het dossier of een gedeelte ervan - onder meer van het scheidsrechtersverslag - onder personen die vreemd zijn aan de zaak, is verboden en wordt streng bestraft. 290
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Modaliteiten 21. Inzage van het dossier Het dossier kan worden ingezien door iedere reglementair daartoe gemachtigde persoon, zonder verplaatsing van de stukken, tijdens de kantooruren op het secretariaat van de bevoegde instantie. 22. Kopie van het dossier De kosten en betalingsmodaliteiten voor een kopie van het dossier worden door het Uitvoerend Comité bepaald. Het verzoek moet schriftelijk, per fax of per e-mail worden gericht aan de secretaris van de bevoegde instantie: -
uiterlijk de derde werkdag die de zitting waarop de zaak voorkomt, voorafgaat; de werkdag die bedoelde zitting voorafgaat indien de kopie op het secretariaat wordt afgehaald.
23. Kopie van het scheidsrechtersverslag De kopie van het scheidsrechtersverslag moet door de secretaris eensluidend worden verklaard. 24. Verspreiding van het dossier Elke verspreiding van het dossier is een zware fout bestraft met: -
een minimumboete van 1.000,00 EUR voor een club; een schorsing van minimum één jaar en zelfs de schrapping van een aangeslotene.
De clubs en aangeslotenen dragen de volledige verantwoordelijkheid ter zake, zelfs indien de verspreiding gebeurt door hun raadsman. 25. Onderzoekscommissie De mogelijkheid tot raadplegen of verkrijgen van een kopie is niet van toepassing op de dossiers van de Onderzoekscommissie.
Artikel 1739
De verschijning
1. Principes 11. Indien de verschijning verplicht is, stelt de opgeroepene die niet verschijnt zich bloot aan sancties. 12. Indien de verschijning facultatief is, staat het de opgeroepene vrij te verschijnen. 13. De verschijning van minderjarigen is onderworpen aan regels bij verschijning voor de Rechtscommissie of de Commissie voor het Statuut van de speler. 2. Modaliteiten 21. Bij facultatieve verschijning, als de opgeroepene niet verschijnt, mag hij schriftelijk uitleg geven. Er kan echter een beslissing genomen worden ook wanneer geen gebruik werd gemaakt van het recht een schriftelijke uitleg te geven. 22. De beslissing kan enkel aangevochten worden door: -
een verzet in geval van verontschuldigde afwezigheid; een regelmatig ingediend hoger beroep.
23. De niet-ontvoogde minderjarige aangeslotene zonder arbeidsovereenkomst moet de toestemming voorleggen van de houder van het ouderlijk gezag wanneer hij als belanghebbende partij verschijnt voor de Rechtscommissie, desgevallend samengesteld als Scheidsrechterlijk college, of voor de Commissie voor het Statuut van de Speler. 24. Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen betreffende zijn juridische bekwaamheid inzake arbitrage, is de nietontvoogde minderjarige aangeslotene met arbeidsovereenkomst die partij is in een arbeidsovereenkomst vallend onder de wet van 24 februari 1978, volledig rechtsbekwaam conform de generische wet op de arbeidsovereenkomsten. Hij heeft geen enkele toelating nodig om zijn belangen te verdedigen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
291
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
Artikel 1740
Bijstand en vertegenwoordiging van de partijen
1. Principes 11. Onder bepaalde voorwaarden kunnen aangeslotenen en clubs die werden opgeroepen zich volgens bepaalde modaliteiten laten bijstaan en/of vertegenwoordigen. 12. In aangelegenheden voor dewelke de Onderzoekscommissie bevoegd is, zijn bijstand en vertegenwoordiging uitgesloten. 13. Er gelden bijzondere regels voor wat betreft de scheidsrechters en de leden van bondsinstanties. 2. Modaliteiten 21. Aangeslotenen 211. Bijstand Een aangeslotene die werd opgeroepen voor een bondsinstantie mag zich laten bijstaan door: -
een advocaat, ingeschreven bij de balie of op de lijst van de advocaten-stagiairs;
-
een niet door de bond geschorste meerderjarige aangeslotene, toegewezen aan dezelfde club en er behoorlijk door gemandateerd;
-
een tolk indien hij geen van de landstalen spreekt;
-
een meerderjarig lid van zijn familie, tot de derde graad ingeval de aangeslotene een minderjarige betreft;
-
een vakbondsafgevaardigde, behoorlijk geaccrediteerd door een vertegenwoordigende vakbondsorganisatie zetelend bij het Nationaal Paritair Comité voor de Sport, indien het gaat om een geschil inzake een arbeidsovereenkomst van speler of trainer.
212. Vertegenwoordiging Een aangeslotene die werd opgeroepen mag zich laten vertegenwoordigen: -
door een advocaat, ingeschreven bij de balie of op de lijst van de advocaten-stagiairs; In disciplinaire procedures, is dit enkel mogelijk mits toelating van de instantie waarvoor hij moet verschijnen wegens bijzondere omstandigheden.
-
door een vakbondsafgevaardigde, enkel in niet-disciplinaire procedures;
-
door een meerderjarig lid van zijn familie tot in de derde graad, zowel in disciplinaire als in niet-disciplinaire procedures, wanneer het een minderjarige aangeslotene betreft, en mits toelating van de instantie waarvoor hij moet verschijnen, wegens bijzondere omstandigheden.
22. Clubs 221. Bijstand Een club mag zich laten bijstaan door een advocaat, ingeschreven bij de balie of op de lijst van advocaten-stagiairs. 222. Vertegenwoordiging Een club moet zich laten vertegenwoordigen: -
door één van haar toegewezen aangeslotenen, dewelke: -
292
in het bezit moet zijn van de oproeping indien die schriftelijk is gebeurd; in het bezit moet zijn van een door de gerechtigde correspondent getekende volmacht indien de oproeping is gebeurd via de bondsbladen; KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB -
meerderjarig moet zijn; niet geschorst mag zijn door een bondsinstantie.
De vertegenwoordiging mag uit maximaal twee afgevaardigden bestaan. -
door een advocaat, ingeschreven bij de balie of op de lijst van de advocaten-stagiairs behalve in disciplinaire zaken waarin de bevoegde instantie, op straffe van behandeling bij verstek, de persoonlijke verschijning kan bevelen van een bestuurslid van de club.
23. Scheidsrechters 231. Een scheidsrechter mag zich laten bijstaan en/of vertegenwoordigen, op eigen kosten, door een advocaat in geschillen waarbij hij een schadevergoeding vordert wegens lichamelijke en/of materiële schade bij handtastelijkheden of elke andere vorm van agressie op zijn persoon. 232. Een actief scheidsrechter mag een comparant voor een bondsinstantie geen bijstand verlenen of vertegenwoordigen in sportieve en/of disciplinaire aangelegenheden die het voorwerp uitmaken van een scheidsrechtersverslag of bij het onderzoek van een actie aangaande de arbitrage van een wedstrijd. Dit verbod geldt niet voor de actieve scheidsrechter die is ingeschreven op het tableau van de Orde der Advocaten en die de bijstand of verdediging waarneemt voor en in de uitoefening van zijn beroep. 24. Lid van een bondsinstantie Een lid van een bondsinstantie mag de bijstand of de vertegenwoordiging van een comparant waarnemen behalve: -
wanneer hij lid is van: -
-
het Uitvoerend Comité, de Evocatiecommissie, het Bondsparket, de Onderzoekscommissie of de Controlecommissie. een verkozen repressieve instantie of een scheidsrechterscommissie en wanneer het een disciplinaire zaak betreft die het voorwerp heeft uitgemaakt van een scheidsrechtersverslag en dit, voor zover hij niet voorkomt op het tableau van de Orde der Advocaten en niet optreedt in het kader van zijn beroep;
in een zaak waarvan hijzelf of de instantie waarin hij zetelt, werd of zou kunnen worden gevat.
Artikel 1741
Procedure voor de bondsinstanties: algemeenheden
1. Principes 11. De rechtspleging is mondeling, behalve: -
voor de minnelijke schikking; bij niet-verschijning indien deze facultatief is;
12. Behalve andersluidende beslissing van de bevoegde bondsinstantie kan de afwezigheid van bijstand van de comparant in geen geval aanleiding geven tot het uitstellen van het onderzoek van de zaak. 13. Het onderzoek van disciplinaire aangelegenheden die het voorwerp van een scheidsrechtersverslag uitmaken dient te verlopen volgens een vastgestelde procedure. 14. Wanneer een bondsinstantie vaststelt dat een zaak die bij haar aanhangig is, één van haar leden in het gedrang brengt, moet zij zich onthouden en het dossier voor passend gevolg overmaken aan de Directeur-generaal. 15. Een lid mag niet zetelen als de instantie een zaak behandelt waarbij zijn club partij is of rechtstreeks belang heeft. Dit voorschrift geldt eveneens voor leden afgevaardigd bij een andere instantie dan deze waarvan zij deel uitmaken.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
293
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Modaliteiten 21. De bondsinstanties: -
mogen enkel van de betrokkenen zelf mededelingen ontvangen, behoudens uitzonderingen waarover alleen zij oordelen; het staat de comparanten echter vrij lezing te geven van door derden opgestelde stukken; moeten de comparanten ondervragen in de nationale taal van hun keuze; moeten, wanneer het verhoor van getuigen nodig is, deze gezamenlijk of afzonderlijk verhoren indien zij van mening zijn dat dit middel zich opdringt of gevraagd wordt; een daaropvolgende confrontatie blijft evenwel toegelaten.
22. Bij het onderzoek van disciplinaire aangelegenheden die het voorwerp van een scheidsrechtersverslag uitmaken, is de procedure de volgende: 221. Fase van instructie -
het scheidsrechtersverslag wordt voorgelezen; uitsluitend in zijn hoedanigheid van getuige antwoordt de scheidsrechter op eventuele vragen van de leden van de bondsinstantie om te preciseren; de betrokken comparant stelt zijn visie van de feiten voor en mag gebruik maken van alle bewijsmiddelen met inbegrip van TV-beelden. TV-beelden moeten uiterlijk vóór het sluiten van de debatten aan de bevoegde instantie worden voorgelegd; de door de scheidsrechter gerapporteerde feiten worden vergeleken met de uitleg van de comparant; de scheidsrechter verlaat de zitting maar blijft ter beschikking van de instantie zolang de voorzitter het nodig acht; de begeleider van de comparant mag tijdens de instructiefase in geen enkel opzicht tussenbeide komen, behalve op verzoek van de voorzitter.
222. Fases van verdediging en beslissing -
de scheidsrechter verwijdert zich tijdens de pleidooien; de comparant of zijn begeleider draagt de verdediging voor; de voorzitter beslist, na de verdediging te hebben gehoord, of de scheidsrechter moet worden teruggeroepen; in bevestigend geval is alleen hij gerechtigd de vragen te stellen die hij opportuun acht en vermijdt hij elk debat in tegenwoordigheid van de scheidsrechter; de bondsinstantie delibereert en beslist met gesloten deuren.
Artikel 1742
Procedure voor de bondsinstanties: bijzonderheden betreffende het Bondsparket, de Onderzoekscommissie en de Controlecommissie
1. Principes 11. Bondsparket 111. Na onderzoek van het dossier, maakt de bondsprocureur aan de Directeur-generaal een verslag waarin wordt geconcludeerd tot vervolging of buitenvervolgingstelling. 112. In geval van buitenvervolgingstelling mag de Controlecommissie toch door elke partij worden gevat. 12. Onderzoekscommissie 121. Naargelang van de noodwendigheden van de zaak, duidt de voorzitter van de Onderzoekscommissie een delegatie aan van minstens twee leden om de nodige onderzoeksverrichtingen uit te voeren. 122. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen betreffende de verjaring (Art. 1706), vormt de datum waarop de Onderzoekscommissie het dossier ongewijzigd overmaakt aan de rechthebbenden, de datum van het einde van bet onderzoek. 13. Controlecommissie De Directeur-generaal maakt de zaak aanhangig bij de Controlecommissie door haar het volledig dossier over te maken.
294
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Modaliteiten 21. Procedureregels voor het Bondsparket 211. Nadat de onderzoeksverrichtingen toevertrouwd aan de leden van de Onderzoekscommissie werden uitgevoerd, maakt de bondsprocureur aan de Directeur-generaal een verslag waarin wordt geconcludeerd tot vervolging of buitenvervolgingstelling. Het verslag vermeldt de getuigen en de partijen die, in geval van vervolging, in opdracht van het bondsparket door de griffie van de bond moeten worden opgeroepen. 212. In geval van vervolging worden het dossier en het verslag overgemaakt aan de Controlecommissie. 213. In geval van buitenvervolgingstelling, wordt de beslissing tot klassering zonder gevolg in de bondsbladen gepubliceerd. Niettegenstaande deze beslissing, mag de Controlecommissie door elke partij worden gevat, mits betaling van een inschrijvingsrecht van 500,00 EUR binnen een termijn van zes werkdagen vanaf de eerste werkdag volgend op de publicatie, mits naleving van de reglementaire vormvereisten. 214. Voor het onderzoek van de zaken waarin het Bondsparket mag tussenbeide komen, woont de Bondsprocureur of één van zijn substituten de vergadering van de bevoegde bondsinstantie bij en, in geval van hoger beroep, deze van het Beroepscomité. Hij stelt de sanctie voor en komt tussenbeide indien hij dit nuttig acht. Bij eventueel evocatieverzoek, al dan niet op zijn initiatief, maakt het Bondsparket zijn mening kenbaar aan de Evocatiecommissie. 22. Procedureregels voor de onderzoekscommissie 221. De onderzoekscommissie beschikt over de meest uitgebreide opsporingsmiddelen hierin begrepen het inzetten van privédetectives, het nazien van alle boekhoudingen, met uitzondering van de privéboekhoudingen der bestuursleden. De inlichtingen die ze bekomt van privédetectives mogen niet aangewend worden als absoluut bewijsmiddel, doch kunnen dienen om het onderzoek te vergemakkelijken. Haar budget is niet strikt beperkt, doch de Commissie moet de voorafgaande instemming van het Uitvoerend Comité bekomen alvorens over te gaan tot buitengewone uitgaven en zij kan verzocht worden het gebruik van de ter beschikking gestelde gelden te verantwoorden. 222. De oproepingen uitgaande van de Onderzoekscommissie moeten niet: -
de gewone termijnen betreffende de oproepingen (Art. 1704) naleven de reden vermelden van de gevraagde verschijning.
Evenwel wordt een samenvatting van de klacht en/of een beknopte uiteenzetting waarin de oproeping is verwoord, gegeven vóór het onderhoor, aan de betrokken personen die erom verzoeken. 223. Elke ondervraagde persoon heeft het recht op een kosteloze kopie van zijn verklaring. De hoedanigheid van de ondervraagde persoon speelt hierbij geen rol. De overhandiging van de kopie kan worden uitgesteld met de maximumtermijn van 30 kalenderdagen, zo de overhandiging het normale verloop van het onderzoek hindert. De overhandiging kan worden uitgesteld voor een eenmaal hernieuwbare termijn van drie maanden in geval van ernstige en uitzonderlijke omstandigheden, welke bepaald worden door het Bondsparket. 23. Procedureregels voor de controlecommissie 231. De Controlecommissie mag iedere persoon voor haar doen verschijnen, die zij nuttig acht te horen alvorens uitspraak te doen. 232. De Controlecommissie heeft het recht de Onderzoekscommissie te gelasten met bijkomende informatieopdrachten.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
295
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
Artikel 1743
Openbaarheid ● Politie van de zittingen
1. Principes 11. De zittingen van de bondsinstanties zijn openbaar, met uitzondering van die van het Uitvoerend Comité en van de Onderzoekscommissie. 12. De voorzitter van de bevoegde bondsinstantie mag de behandeling met gesloten deuren bevelen, hetzij op verzoek van de comparanten, hetzij in geval van reële of dreigende verstoring van de openbare orde of schending van de goede zeden. Tegen die beslissing is geen verhaal mogelijk. 13. In iedere bondsinstantie verzekert de voorzitter, of diegene die de voorzittersfunctie waarneemt, het goede verloop van de zittingen en leidt hij de debatten. 2. Modaliteiten 21. Worden bij voorkeur toegelaten tot de zitting: -
twee aan de club der comparanten toegewezen bestuursleden; twee door de B.B.S. aangeduide vertegenwoordigers; andere personen, in de mate van de materiële mogelijkheden ter plaatse.
22. Zittingsdelicten moeten zoveel mogelijk onmiddellijk bestraft worden, zelfs door de scheidsrechterscommissies die alsdan bevoegd zijn. De voor dergelijke inbreuken getroffen beslissingen zijn voor hoger beroep vatbaar. De bevoegde instantie kan, voor overtredingen door comparanten ter zitting gepleegd, straffen uitspreken voor zover deze in het reglement zijn bepaald, behalve indien de betrokkene wegens zijn hoedanigheid van lid van een bondsinstantie aan haar bevoegdheid is onttrokken.
296
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 5: DE BERAADSLAGING ● DE BESLISSINGEN Artikel 1746
De beraadslaging ● Draagwijdte van de beslissingen
1. Principes 11. De bondsinstanties mogen niets aan het bestaande reglement of aan de beslissingen van het Uitvoerend Comité wijzigen. Bij de behandeling van iedere concrete zaak waarover zij moeten beslissen, moeten zij zich houden aan het reglement, de rechtspraak en de gebruiken. 12. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. De stem van de voorzitter is beslissend bij staking van stemmen. 13. De beslissingen zijn geldig wanneer minstens drie leden zetelen op het ogenblik dat ze genomen worden. 14. Alle beslissingen moeten gemotiveerd worden. 2. Modaliteiten 21. Bij de berekening van de meerderheid, worden de ongeldige stemmen en onthoudingen niet in aanmerking genomen. 22. Tot de geheime stemming kan worden overgegaan, indien dat gevraagd wordt. 23. Wanneer de Bondsvoorzitter vaststelt dat er dringende noodzaak is en bij ontstentenis van een formele vergadering van het Uitvoerend Comité, wordt het oordeel van de leden gevraagd en wordt een beslissing genomen, gesteund op het advies van de meerderheid. 24. Een lid van een bondsinstantie mag zich bij een stemming niet onthouden zonder er de reden van op te geven. 25.De princieps- of interpretatiekwesties die bij een bepaalde zaak werden opgeworpen, kunnen pas na uitspraak in laatste aanleg beslecht worden door het Uitvoerend Comité. De nieuwe bepalingen die daaruit volgen gelden enkel voor latere gevallen.
Artikel 1747
Uitspraak ● Betekening en publicatie van de beslissing
1. Principes 11. De beslissingen worden uitgesproken door een lid dat aan de beraadslaging heeft deelgenomen, bijgestaan door de Secretaris van de instantie. Zij worden geacht door de belanghebbenden gekend te zijn door het enkele feit van de uitspraak. 12. De publicatie van de beslissingen in de bondsbladen geldt als betekening voor de termijn voor het indienen van een verzet en een derdenverzet. 2. Modaliteiten 21. De bondsinstanties brengen de belanghebbenden schriftelijk of door publicatie in de bondsbladen op de hoogte van hun beslissing. Deze beslissing is tegenstelbaar aan alle partijen. De aangeslotenen worden geacht domicilie te hebben gekozen op het secretariaat van hun club. 22. De bondsinstanties moeten, binnen de acht kalenderdagen, een afschrift van de verslagen van hun zittingen, voor bekendmaking zenden aan "Sportleven", of aan "La Vie Sportive", of naargelang het geval aan beide bladen. Deze verslagen moeten zo beknopt mogelijk opgesteld zijn. Zij moeten melding maken van de getroffen beslissing en de motivering ervan. In disciplinaire zaken, mag de in eerste aanleg getroffen beslissing van het Sportcomité, de Provinciale Comités en de Provinciale Scheidsrechterscommissies beperkt blijven tot de vermelding van de uitgesproken straffen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
297
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 23. De beslissingen van de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds moeten aan de betrokken partijen schriftelijk betekend worden de eerste werkdag na de uitspraak. De betekeningsbrief vermeldt de termijn waarbinnen desgevallend het verzoek tot medische expertise of arbitrage moet ingediend worden. Zij moeten onder aangetekende omslag verzonden worden indien het gaat over de toekenning van een blijvende invaliditeit. De portkosten worden ten laste gelegd van de club van toewijzing. 24. De clubs dienen over hun belangen te waken en na te gaan of de gepubliceerde beslissing overeenkomt met de uitgesproken beslissing. Is dit niet het geval, kan er klacht worden ingediend binnen de vier werkdagen volgend op de publicatie.
Artikel 1748
Kracht van gewijsde
1. Elke beslissing van een bondsinstantie is definitief, behoudens verhaal. Zo de beslissing niet meer vatbaar is voor enig verhaal, treedt zij in kracht van gewijsde. 2. Behoudens de bepalingen inzake beslissingen bij verstek en de procedure van de minnelijke schikking mag een bondsinstantie op geen van haar beslissingen terugkomen, zonder de evocatie aan te vragen aan de Evocatiecommissie. 3. Wanneer nochtans de instantie die in hoger beroep beslist, tijdens de behandeling van de zaak, een nieuw feit vaststelt van aard om de eerste beslissing te wijzigen, verwijst ze de zaak naar de eerste instantie zonder uitspraak te doen ten gronde.
298
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 6: GESCHILLEN WEGENS VERSCHULDIGDE SOMMEN Artikel 1751
Geschillen wegens verschuldigde sommen: procedure
1. Principes 11. De club of de aangeslotene moeten, vooraleer de procedure tot invordering van een schuld in te leiden, de schuldenaar aangetekend in gebreke stellen en aanmanen de schuld te betalen. 12. Bij niet-betaling stelt de bevoegde bondsinstantie de betalingsmodaliteiten en termijnen vast 13. Wanneer de schuldenaar een in kracht van gewijsde gegane beslissing niet uitvoert, volgt de schrapping. 14. Op straffe van verval moeten de vorderingen van verschuldigde bedragen van clubs, die zich in aanleg van ontslag of schrapping bevinden, ingediend worden binnen de termijn die bepaald wordt in het officieel bericht dat het in aanleg van ontslag of schrapping stellen meldt. 2. Modaliteiten 21. Indienen van een vordering De schuldeiser kan bij de Directeur-generaal een vordering indienen zo de schuld niet voldaan werd op de gestelde vervaldag of binnen de acht kalenderdagen volgend op de datum, vermeld op het afgiftebewijs van voornoemde aangetekende zending. Bij de vordering voegt de eiser een afschrift van de titel, al de stukken van het dossier ondermeer een afschrift van het totaal van de schulden, de kopij van ingebrekestelling evenals het bewijs van de aangetekende zending. 22. Bondsbeslissing ● Verwijlintresten Bij niet-betaling stelt de bevoegde bondsinstantie de betalingsmodaliteiten en termijnen vast. Zij kan tevens verwijlintresten opleggen die, behoudens afwijkende overeenkomst, berekend worden op basis van de gerechtelijke intrest in voege in burgerlijke zaken op de dag dat de schuld eisbaar werd, vermeerderd met 4%. De dag waarop de schuld eisbaar wordt is de contractuele vervaldag. Indien er geen bepaald werd, wordt de vervaldag vastgesteld op de datum (poststempel is rechtsgeldig) van de in 11 hierboven verplichte ingebrekestelling. De schuldeiser aan wie geen verwijlintrest wordt toegekend kan een verzoek richten tot de Directeur-generaal om deze intrest toch te bekomen wanneer de schuldenaar de hoofdsom op de dag van haar eisbaarheid niet heeft vereffend. 23. Ingebrekestelling door de bond Wanneer de schuldenaar een in kracht van gewijsde gegane beslissing niet uitvoert, licht de schuldeiser de Directeur-generaal van deze tekortkoming in. De Directeur-generaal stelt bij aangetekend schrijven de nalatige club of aangeslotene in gebreke de schuld en/of de intresten binnen de acht kalenderdagen te vereffenen. Bij gebreke aan deze aanmaning te voldoen, wordt de schuldenaar geschrapt.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
299
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 7: ACTIE LASTENS OF UITGAANDE VAN LEDEN VAN EEN BONDSINSTANTIE Artikel 1756
Actie lastens leden van een bondsinstantie
1. Principes 11. Wanneer een klacht of een scheidsrechtersverslag betrekking heeft op een lid van een bondsinstantie wegens feiten van sportieve aard, zelfs als die vreemd zijn aan de uitoefening van zijn mandaat en waarvoor hij in eigen naam optreedt, wordt de rechtspleging ingeleid en gevoerd volgens onderstaande regels, waarop enige uitzonderingen bestaan in verband met doping, competitievervalsing en financiële verantwoordelijkheid: Comité waartoe het lid behoort Eerste aanleg Provinciaal Comité Sportcomité voor het voetbal Provinciale Scheidsrechterscommissie Centrale Scheidsrechterscommissie (beheerscommissie) Sportcomité Andere benoemde instanties met uitzondering Beroepscomité van de Evocatiecommissie Beroepscomité Evocatiecommissie Raad van Eer Uitvoerend Comité
Hoger Beroep Beroepscomité Beroepscomité Uitvoerend Comité
(Zonder verhaal)
12. Een lid van een bondsinstantie is vrij zijn persoonlijke ideeën, projecten of opvattingen, betreffende de KBVB, buiten de bond kenbaar te maken.Het moet echter de volle verantwoordelijkheid van zijn daden, woorden en geschriften opnemen. Het betrokken lid kan echter geroepen worden om zich te verantwoorden voor de bevoegde bondsinstantie. 2. Modaliteiten 21. Voor de toepassing van dit artikel, en enkel voor het bepalen van de bevoegdheid, wordt het lid dat verschillende functies cumuleert, geacht te behoren tot de instantie met de hoogste rang. 22. De bepalingen van 11 hierboven blijven van toepassing voor daden van competitievervalsing en van doping ten laste van een lid van het Bondsparket, de Onderzoekscommissie, de Controlecommissie, het Beroepscomité, Evocatiecommissie of het Uitvoerend Comité. 23. Indien daden van competitievervalsing en van doping ten laste gelegd worden van een lid van een bondsinstantie, andere dan diegene vermeld in 22, is de Controlecommissie bevoegd om kennis te nemen van de zaak, waarbij zij beroep kan doen op de diensten van het Bondsparket en de Onderzoekscommissie. 24. Financiële verantwoordelijkheid -
Eerste aanleg: Commissie van Financiën Tweede aanleg: Uitvoerend Comité
Artikel 1757
Raad van Eer
1. Principes 11. De Raad van Eer wordt samengesteld uit drie leden die niet noodzakelijk aangeslotenen zijn. 12. Elke partij stelt een scheidslid aan. In gemeenschappelijk overleg, kiezen de twee scheidsleden een derde dat de functie van voorzitter waarneemt. 13. Vóór hun verhoor moeten de partijen een arbitragebeding ondertekenen dat de toepassing van de voorschriften nopens de bevoegdheden bepaalt.
300
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Modaliteiten 221. Elke partij stelt een scheidslid aan. Zij moet aan de Directeur-generaal, binnen een door deze laatste bepaalde termijn, bij aangetekende zending, die duidelijk de vermelding "Raad van Eer" draagt, de volledige identiteit van het scheidslid dat zij kiest, mededelen. 222. Na het verstrijken van de termijn, opent de Directeur-generaal de twee brieven en deelt per post onder gewone omslag, tegelijkertijd aan elk der partijen de identiteit mede van het scheidslid dat door de andere partij gekozen werd. 223. Van de eerste werkdag af volgend op deze kennisgeving beschikt elke partij over zeven werkdagen om het scheidslid wiens identiteit hem medegedeeld werd, te wraken. De uitoefening van dit recht, dat elke partij slechts eenmaal in dezelfde zaak mag aanwenden, moet door een ernstige reden gerechtvaardigd worden. 224. Wanneer een scheidslid geldig wordt gewraakt, wordt de partij die het aangesteld had hiervan door de Directeur-generaal verwittigd. Zij beschikt van de eerste werkdag af volgend op deze kennisgeving over een termijn van zes werkdagen om in zijn vervanging te voorzien volgens de procedure vermeld in 221. 225. De identiteit van het nieuwe scheidslid wordt aan de tegenpartij medegedeeld door de Directeur-generaal, die de twee scheidsleden van hun aanstelling verwittigt en hen verzoekt een derde te kiezen, die de functie van voorzitter waarneemt. 226. Van het ogenblik af dat de Raad van Eer samengesteld is, gaan de leden de schriftelijke verbintenis aan geen andere vergoedingen te vragen dan diegene voorzien voor de leden van de bondsinstanties. 227. De voorzitter stelt plaats, datum en uur vast voor de eerste verschijning der partijen, die door de Directeur-generaal verwittigd worden.
Artikel 1758
Actie ingesteld door een lid van een bondsinstantie
1. Principe Indien een actie ingesteld wordt door een bondsinstantie of een van haar leden, zijn de bepalingen van Art. 1756 van toepassing. 2. Modaliteiten 21. Wanneer de actie een andere instantie of een van haar leden betreft, is de rechtsmacht bevoegd waarvan de rang onmiddellijk deze van de hoogste hiërarchisch geplaatste partij voorafgaat. 22. Indien zulks niet het geval is, is de rechtsmacht bevoegd waarvan de rang deze van de aanklager onmiddellijk voorafgaat. 23. Hetzelfde geldt wanneer een lid van een bondsinstantie een verslag indient over feiten waarin het persoonlijk betrokken is. Indien het verslag enkel getuigenis brengt over feiten, vreemd aan de belangen van de opsteller, heeft de hoedanigheid van deze laatste geen invloed op de bepaling van de bevoegde rechtsmacht.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
301
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 8: ARBITRAGE Artikel 1761
Arbitrage: bevoegdheid - procedure
1. Principes 11. Op initiatief van de meest gerede partij wordt het geschil bij de KBVB aanhangig gemaakt, door klacht ingediend conform de bondsreglementering. 12. Een scheidsrechterscollege kan samengesteld worden in de schoot van: -
de Commissie voor het Statuut van de Speler de Rechtscommissie de Arbitragecommissie van het Betaald Voetbal
13. Geschillen inzake arbeidsovereenkomsten van trainers of spelers kunnen aan arbitrage worden onderworpen mits beide partijen de arbitrage aanvaarden in een na het ontstaan van het geschil gesloten arbitrageovereenkomst. 14. Geschillen tussen clubs en derden of tussen clubs en niet-spelende aangeslotenen kunnen aan arbitrage worden onderworpen mits de partijen de arbitrage hebben aanvaard in een uitdrukkelijke arbitrageovereenkomst of in elk ander stuk welke hen bindt en waarin een arbitraal beding is opgenomen. 2. Modaliteiten De procedure is als volgt: 21. De Directeur-generaal vraagt aan de partijen: -
een arbitrageovereenkomst te ondertekenen naar het hiernavolgend model, dat opgemaakt wordt in evenveel exemplaren als er partijen zijn met een afzonderlijk belang: TYPE-OVEREENKOMST Tussen ondergetekenden Eiser: Verweerder: Wordt overeengekomen: 1° De ondergetekenden aanvaarden dat een college van scheidslieden, door hen aangeduid onder de leden van de Commissie voor het Statuut van de Speler, of van de Rechtscommissie, of van de Arbitragecommissie voor het Betaald Voetbal, hun geschil beslecht met als voorwerp ...; 2° Het college beslist na de uiteenzettingen en de middelen van partijen te hebben gehoord. Nochtans, wanneer een van de partijen niet verschijnt, mag het college de zaak behandelen en uitspraak doen; 3° Zonder afbreuk te doen aan de eventuele vordering tot vernietiging op grond van de redenen aangehaald in Art. 1704 van het Gerechtelijk Wetboek, doet het college uitspraak in laatste aanleg. Zijn uitspraak is uitvoerbaar op bondsvlak; 4° De arbitrage is onderworpen aan de bepalingen van Art. 1676 tot 1723 van het Gerechtelijk Wetboek, en ook aan de voorschriften van het bondsreglement; 5° De scheidslieden zijn ontslagen van elke procedureregel. Zij dienen evenwel uitspraak te doen binnen de drie maanden na de datum van de ondertekening van deze overeenkomst; 6° De ondergetekenden aanvaarden zonder voorbehoud de toepassing door het college van de bepalingen van Art. 1751 van het reglement.
302
Voor: Datum:
Voor: Datum:
Handtekening:
Handtekening: KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB -
elk hun scheidslid te kiezen, naargelang het geval onder de leden van de Commissie voor het Statuut van de Speler, of van de Rechtscommissie, of van de Arbitragecommissie voor het Betaald Voetbal.
De scheidslieden moeten de taal waarin het geschil behandeld wordt grondig kennen. Indien een club binnen de tien werkdagen geen scheidslid heeft aangeduid, duidt de Voorzitter van de bevoegde commissie er ambtshalve één aan. 22. De twee aangestelde scheidslieden kiezen onder de andere leden van hun Commissie de Voorzitter van het scheidsrechterscollege. 23. Eens in het bezit van het dossier stelt het Scheidsrechterscollege een datum vast voor een arbitrage binnen de maand. 24. Het scheidsrechterscollege komt op vastgestelde dag en uur samen op de bondszetel in Brussel, na oproeping van de partijen bij aangetekend schrijven. 25. Partijen kunnen persoonlijk verschijnen, zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat ingeschreven bij de Balie. Bij geschillen inzake arbeidsovereenkomsten van speler of trainer, mogen deze zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een vakbondsafgevaardigde, behoorlijk geaccrediteerd door een vertegenwoordigende vakbondsorganisatie zetelend bij het Nationaal Paritair Comité voor de Sport. 26. De scheidsrechterlijke uitspraak, behoorlijk gemotiveerd, moet: -
naam, voornamen, beroep en woonplaats van de scheidslieden vermelden; de plaats en datum van de uitspraak bevatten; wanneer zij een betaling beveelt, uitvoerbaar op bondsvlak worden verklaard met de vermelding van de bepalingen van de bijzondere financiële sanctie (Art. 1771); ondertekend door de scheidslieden, samen met de besluiten van de partijen en het origineel van de arbitrageovereenkomst, door de Voorzitter van het College neergelegd worden ter griffie van de bevoegde Rechtbank; door de Voorzitter bij aangetekend schrijven aan de betrokken partijen betekend worden met vermelding van de datum waarop deze neergelegd werd ter griffie van de Rechtbank van eerste aanleg.
27. Zonder afbreuk te doen aan het exequatur van de Rechtbank van eerste aanleg, maakt de andere partij de zaak aanhangig bij de Directeur-generaal, wanneer één van de partijen de arbitragebeslissing niet vrijwillig uitvoert. Dit maant de in gebreke blijvende partij aan de uitspraak uit te voeren, onder bedreiging van sancties gaande tot schrapping.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
303
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
HOOFDSTUK 9: FINANCIELE REGELS Artikel 1766
Tenlastelegging van de kosten van het geding
1. Principes 11. De kosten gemaakt door de comparanten, worden gedragen, al naar gelang het geval, door de partijen, de bond of de leden van de bondsinstanties. 12. Personen die facultatief opgeroepen werden hebben geen recht op de terugbetaling van hun kosten. 13. Kosten van zaken die voor verschillende rechtsinstanties zijn voorgekomen worden gedragen door de partij die in laatste aanleg het pleit verliest. 2. Modaliteiten 21. Tenlastelegging 211. Ten laste van de partijen -
De verliezende partij draagt de gedingkosten zoals bepaald onder 22. De appellant wiens straf niet volledig wordt opgeheven moet de kosten van het geding dragen. De bevoegde bondsinstantie kan echter onderzoeken of er een ventilatie van de kosten moet gebeuren. De overbodig geoordeelde kosten worden ten laste gelegd van de partij die ze veroorzaakt.
212. Ten laste van de bond De kosten van het geding worden door de Bond gedragen wanneer de bevoegde instantie een reclamatie of hoger beroep gegrond heeft verklaard zonder dat een tekortkoming ten laste van iemand anders kan gelegd worden. 213. Ten laste van de leden van bondsinstanties Ingeval een geschil behandeld wordt tengevolge van een opzettelijke fout van een lid van een bondsinstantie, zelfs in de uitoefening van zijn officiële functies, worden de kosten van het geding te zijnen laste gelegd. 22. Kosten van het geding 221. Zijn begrepen in de gedingkosten: -
het inschrijvingsrecht; de kosten van één afgevaardigde per club; de kosten van de tegenpartij en de getuigen wier aanwezigheid verplicht was.
222. De kosten voor de samenstelling van het persoonlijk dossier en voor hun bijstand en hun vertegenwoordiging door de betrokken partijen zijn niet begrepen in de gedingkosten. 223. Wanneer ingevolge een onvolledige of onduidelijke vordering of klacht, niet al de vereiste personen of getuigen konden opgeroepen worden en de zaak hierdoor moet verdaagd worden, zijn de kosten van de nutteloze reizen ten laste van de eisende partij, welke ook de uitspraak is. 23. Formaliteiten 231. De kostennota's van de comparanten moeten bij de bevoegde instantie ingediend worden binnen de 14 kalenderdagen na de beslissing. Na deze termijn worden ze niet meer in aanmerking genomen. 232. De terugbetaling van de kosten aan de scheidsrechters en leden van de bondsinstanties wordt onmiddellijk gedaan door de bevoegde instantie die de kosten terugvordert van de verliezende partij. 233. De kosten van de andere comparanten worden door de bondsinstanties vereffend zoals gebruikelijk.
304
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 24. Sanctie bij niet-betaling Ingeval de verliezende partij weigert de kosten van het geding te betalen, wordt zij van de bondslijsten geschrapt. De kosten worden dan ten laste gelegd van de club van toewijzing of de club van tijdelijke kwalificatie van de aangeslotene, indien geoordeeld wordt dat deze club een gedeelte van de verantwoordelijkheid draagt in de feiten die haar lid ten laste worden gelegd.
Artikel 1767
Terugbetaling van kosten ● Schadeloosstelling voor loonverlies
1. Principes 11. Elke persoon - scheidsrechter inbegrepen - die wordt opgeroepen om voor de bondsinstanties te verschijnen heeft recht zijn reiskosten in rekening te brengen. 12. Bovendien kunnen de scheidsrechters die een loonverlies of met loon gelijkstelbaar vakantieverlies geleden hebben, schadeloosstelling krijgen. 13. Andere kosten kunnen eveneens in rekening gebracht worden 2. Modaliteiten 21. De verplaatsingskosten worden berekend conform Art. 5. 22. Schadeloosstelling voor loonverlies door scheidsrechters kan bekomen worden op voorwaarde dat: -
zij onmiddellijk na de ontvangst van hun oproeping de secretaris van de betrokken instantie daarvan op de hoogte brengen. In voorkomend geval, oordeelt deze secretaris of de oproeping al dan niet moet gehandhaafd worden; zij de passende bewijsstukken overleggen.
23. De comparanten zijn niet verplicht hun andere kosten te rechtvaardigen. Nochtans, indien de tegenpartij, die tot het betalen van die kosten verwezen is, redenen heeft om aan te nemen dat er bedrog werd gepleegd, kan zij klacht indienen ten einde de instantie, die de zaak heeft beoordeeld, in de gelegenheid te stellen een onderzoek te openen en gebeurlijk maatregelen tegen de schuldige of schuldigen te treffen.
Artikel 1768
Deelname in de administratieve kosten ● inschrijvingsrecht
1. Principes 11. Elke procedure in tuchtzaken in eerste aanleg, met inbegrip van de bijzondere procedure voor minnelijke schikking, geeft aanleiding, behalve bij niet-veroordeling, tot de inning van een retributie van 7,60 EUR als participatie in de administratieve kosten. 12. Een actie, hoger beroep of evocatieverzoek is slechts ontvankelijk mits betaling van een inschrijvingsrecht. 2. Modaliteiten 21. De participatie in de administratieve kosten bij tuchtzaken eerste aanleg wordt ambtshalve op het debet geboekt van de club die persoonlijk of onrechtstreeks, door de daad van een toegewezen lid of een in dienst zijnde persoon, bij de zaak betrokken zou zijn. 22. Het Inschrijvingsrecht, dat niet verschuldigd is door het Bondsparket of de bondsinstanties, bedraagt: -
voor acties: 40,00 EUR voor hogere beroepen: 100,00 EUR voor evocatieverzoeken: 200,00 EUR
23. Het inschrijvingsrecht wordt ambtshalve geboekt op het debet van de rekening-courant van de club.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
305
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 24. Dit inschrijvingsrecht is ook verschuldigd bij acties, hogere beroepen en evocatieverzoeken ingediend door een aangeslotene of door een niet-aangeslotene. Het bedrag van het inschrijvingsrecht moet op het credit van de KBVB staan binnen een termijn van zes werkdagen vanaf de datum de betekening van het te betalen bedrag. Na deze termijn, wordt het dossier zonder gevolg geklasseerd. Indien echter de club van de aangeslotene eveneens deze procedurehandeling ondertekent, wordt het inschrijvingsrecht ambtshalve geboekt op het debet van de rekening-courant van de club.
Artikel 1769
Boetes in geval van niet-gegronde, onbeduidende of tergende vordering
1. Principe Een vordering voor de bondsinstanties die niet gerechtvaardigd blijkt, brengt voor wie ze inleidt de boetes met zich mee die worden opgelegd door de instantie die de zaak behandelt. 2. Modaliteiten 21. Deze boetes zijn: 211. Actie Bevordering
1ste, 2de, 3de nationale afdeling
Niet gegrond
Lagere Afdelingen en aangeslotenen -
-
-
Onbeduidend
40,00 EUR
80,00 EUR
120,00 EUR
Tergend
80,00 EUR
120,00 EUR
240,00 EUR
Bevordering
1ste, 2de, 3de nationale afdeling
Niet gegrond
Lagere Afdelingen en aangeslotenen 40,00 EUR
80,00 EUR
120,00 EUR
Onbeduidend
80,00 EUR
160,00 EUR
240,00 EUR
Tergend
160,00 EUR
320,00 EUR
480,00 EUR
212. Hoger beroep
213. Vrijwillige tussenkomst van een derde Bevordering
1ste, 2de, 3de nationale afdeling
Niet gegrond
Lagere Afdelingen en aangeslotenen 80,00 EUR
160,00 EUR
240,00 EUR
Onbeduidend
160,00 EUR
320,00 EUR
480,00 EUR
Tergend
320,00 EUR
640,00 EUR
960,00 EUR
Bevordering
1ste, 2de, 3de nationale afdeling
Niet gegrond
Lagere Afdelingen en aangeslotenen 80,00 EUR
160,00 EUR
240,00 EUR
Onbeduidend
160,00 EUR
320,00 EUR
480,00 EUR
Tergend
320,00 EUR
640,00 EUR
960,00 EUR
214. Evocatie
22. Deze boetes zijn niet cumulatief en alleen de zwaarste boete wordt toegepast. 306
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
Artikel 1770
Boeking van de boetes, straffen en retributies
1. Principes 11. De door de clubs, zelfs in eerste aanleg, opgelopen boetes worden door de Algemene Penningmeester op het debet geplaatst van de rekening-courant. Wordt de boete in hogere graad van jurisdictie geannuleerd of verminderd, dan worden de clubs gecrediteerd met de som die hun toekomt. 12. De boetes opgelopen door de niet-toegewezen aangeslotenen zijn rechtstreeks aan de bond betaalbaar op de rekening aangeduid door de bondsinstantie. 13. De boetes opgelegd aan toegewezen aangeslotenen worden, naargelang van het geval, ambtshalve op het debet geplaatst van de club of dienen door de betrokkene zelf te worden betaald. 2. Modaliteiten 21. De boetes aan toegewezen aangeslotenen opgelegd, worden naargelang van het geval: -
ambtshalve op het debet geplaatst van de club van toewijzing of van tijdelijke kwalificatie, die ze dan bij de betrokkene moet recupereren;
-
of op het debet geplaatst van de club waarbij de speler de functie van trainer uitoefent, wanneer de straf is uitgesproken in hoofde van deze functie;
-
betaald door de aangeslotene op straffe van schrapping, inzonderheid: -
wanneer het boetes betreft opgelegd aan een aangeslotene in een zaak die hem stelt tegenover de club waarvoor hij gekwalificeerd was op het ogenblik van de feiten die tot het geschil hebben geleid. de boetes voorzien bij daden van doping. de boetes voorzien voor de speler die in de loop van hetzelfde seizoen een aansluitings- of transferformulier ondertekent bij meerdere clubs.
22. De voormelde boetes te betalen door de aangeslotene zijn betaalbaar op de rekening aangeduid door de bondsinstantie in haar uitspraak. Tot de betaling van de boete is de speler voor geen enkele officiële competitie gekwalificeerd.
Artikel 1771
Bijzondere financiële sanctie ● Bondsheffing
1. Principe Een beslissing van een bondsinstantie die een aanmaning inhoudt, in welke vorm ook, om een verschuldigd bedrag te betalen brengt met zich de inning van een heffing ten voordele van de bond mee. 2. Modaliteiten 21. Deze heffing wordt gevorderd van de verliezende partij en bepaald op 2% van de hoofdsom (eventueel afgerond naar boven per schijven van 25,00 EUR) waarvoor deze partij als debiteur erkend werd in laatste aanleg. Zij kan evenwel niet minder bedragen dan 12,50 EUR. 22. Deze heffing wordt niet opgelegd voor transfers wanneer de bondsinstantie zich beperkt tot het bepalen van het bedrag dat eisbaar is conform de bepalingen van dit reglement.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
307
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB GELDIG VOOR HET SEIZOEN 2009-2010
HOOFDSTUK 10: BIJZONDERE PROCEDURE: RECHTSTREEKSE UITSLUITING IN WEDSTRIJDEN WAARAAN EERSTE PLOEGEN VAN HET BETAALD VOETBAL DEELNEMEN Artikel 1776
Toepassingsgebied ● Algemeenheden
1. Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid voor het Bondsparket en belanghebbende aangeslotenen om, op grond van ter kennis gekomen overtredingen, ondermeer via televisiebeelden, over te gaan tot oproeping conform de normale procedure, is deze bijzondere procedure van toepassing op een rechtstreekse uitsluiting door de scheidsrechter: -
van een speler door middel van een rode kaart (Art. 1801.213) van de officiëlen en leden van de technische- en medische staf die zich in de neutrale zone bevinden
in wedstrijden waaraan eerste ploegen van het Betaald Voetbal deelnemen. De bovenvernoemde persoon, die uitgesloten werd, wordt hierna gesanctioneerde genoemd. 2. Alle algemene procedureregels binnen de KBVB blijven van toepassing, behalve indien zij betrekking hebben op spelers of officiëlen en leden van de technische en medische staf van clubs van het Betaald Voetbal en door deze bijzondere procedure worden gewijzigd. 3. Communicatie tussen de in deze procedure betrokken partijen en de gesanctioneerde verloopt via de gerechtigde correspondent van zijn club bij middel van snelle communicatiemiddelen zoals e-mail, fax of e kick-off. De clubs moeten erover waken dat de nodige gegevens ter zake tijdig aan de Directeur-generaal van de KBVB worden medegedeeld. 4. De gesanctioneerde kan zich eveneens laten vertegenwoordigen door de gerechtigde correspondent van zijn club. 5. Scheidsrechters worden als getuigen enkel door het Comité opgeroepen: -
voorafgaand aan de zitting op verzoek van het Bondsparket; ter zitting door het Comité indien dit ingaat op het verzoek van een betrokken partij dan wel ambtshalve.
Deze oproepingen mogen de behandeling van de zaak niet vertragen. 6. De zittingsdagen van het Sportcomité Betaald Voetbal en van het Beroepscomité Betaald Voetbal worden vastgelegd op dinsdag en vrijdag. De Voorzitter van het Comité is gemachtigd om in uitzonderlijke gevallen tot het vastleggen van een bijkomende zitting te besluiten. 7. Bij gebruik van fax, e-mail of andere elektronische middelen geldt enkel de datum en uurvermelding aangegeven door het toestel van het Secretariaat van het Sportcomité Betaald Voetbal en van het Beroepscomité Betaald Voetbal. Elke eerste maandag van de maand en de ochtend na het intreden van zomer- of wintertijd zal de secretaris van het Sportcomité Betaald Voetbal, die hiervoor verantwoordelijk is, de regelmatigheid van de gebruikte toestellen vaststellen. Hij maakt hiervan een schriftelijke interne nota. 8. De secretaris van het betrokken Comité stelt het dossier samen aan de hand van de opgelegde en medegedeelde stukken. Dit dossier wordt door hem tijdens de hele procedure beheerd en is, gedurende de kantooruren, ter inzage van het Bondsparket en de belanghebbende partijen.
Artikel 1777
Verslag van de scheidsrechter
1. Het scheidsrechtersverslag, dat inhoudelijk de uitsluiting beschrijft, wordt ten laatste de eerste kalenderdag na de wedstrijd vóór 10.00 uur via e-kickoff overgemaakt aan de secretaris van het Sportcomité Betaald Voetbal. 308
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB 2. Dit verslag wordt onmiddellijk overgemaakt aan het secretariaat van het Bondsparket. 3. Alle partijen kunnen de eerste werkdag volgend op de dag van de wedstrijd, vanaf 11.00 uur, bij de secretaris van het Sportcomité Betaald Voetbal kennis nemen van het verslag en er kopie van bekomen.
Artikel 1778
Vaststelling van de behandeling voor het Sportcomité Betaald Voetbal
De gesanctioneerde is, door zijn uitsluiting zelf, van rechtswege opgeroepen voor de eerstkomende zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal, die verplichtend plaatsheeft op dinsdag of vrijdag na de eerste werkdag volgend op de uitsluiting. Deze verschijning is verplicht.
Artikel 1779
Minnelijke schikking
1. Het Bondsparket oordeelt soeverein, na kennisname van het dossier, of aan de gesanctioneerde een minnelijke schikking wordt voorgesteld. 2. Ten laatste om 15.00 uur op de eerste werkdag volgend op de inbreuk, zal het Bondsparket per fax en e-mail aan de gerechtigde correspondent van de club van de gesanctioneerde laten geworden: -
hetzij een voorstel van minnelijke schikking; hetzij een herinnering aan de oproeping van rechtswege. Het ontbreken hiervan kan nochtans de nietigheid van de procedure niet met zich meebrengen.
3. Wordt de minnelijke schikking door de gesanctioneerde aanvaard, dan dient deze niet aanwezig te zijn op de eerstvolgende zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal. 4. Wordt de minnelijke schikking door de gesanctioneerde niet aanvaard, dan dient hij aanwezig te zijn op de eerstvolgende zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal.
Artikel 1780
Behandeling voor het Sportcomité Betaald Voetbal
1. Het Sportcomité Betaald Voetbal is gehouden het dossier ten gronde te behandelen op de zitting waarop het is gesteld. 2. Uitstel kan enkel worden verleend in geval van overmacht of na gemotiveerd verzoek van één der partijen, aanvaard door het Sportcomité Betaald Voetbal. Uitstel mag enkel verleend worden naar de eerstvolgende zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal, behoudens gevallen van overmacht. 3. Bij niet-verschijning van de gesanctioneerde: -
zal de betrokkene, aan wie een minnelijke schikking werd voorgesteld, geacht worden deze te aanvaarden, hetgeen door het Sportcomité Betaald Voetbal wordt vastgesteld; zal de betrokkene, aan wie een minnelijke schikking werd voorgesteld maar deze heeft geweigerd, geacht worden op tegenspraak te zijn verschenen.
Artikel 1781
Betekening van de beslissing van het Sportcomité Betaald Voetbal
1. De beslissing van het Sportcomité Betaald Voetbal wordt, de dag zelf van de uitspraak, door de secretaris van de zitting per email en per fax overgemaakt aan de gesanctioneerde via de gerechtigde correspondent van zijn club en aan zijn raadsman, indien deze erom verzoekt. 2. Op deze betekening wordt tevens vermeld op welke wijze en binnen welke termijn er hoger beroep tegen de beslissing kan worden ingesteld. 3. Deze beslissing wordt eveneens gepubliceerd in Sportleven. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
309
TITEL 17: DE RECHTSPLEGING BINNEN DE KBVB
Artikel 1786
Hoger beroep
1. Hoger beroep tegen een beslissing van het Sportcomité Betaald Voetbal wordt door alle belanghebbende partijen per fax of email ten laatste ingesteld vóór 12.00 uur van de tweede kalenderdag volgend op de betekening van de genomen beslissing aan de gerechtigde correspondent van de club van de gesanctioneerde. Hiertoe dient uitsluitend gebruik gemaakt te worden van het faxnummer 02/479.70.62 of het e-mailadres “
[email protected]”. 2. Dit hoger beroep wordt ingesteld door het Bondsparket of door de gesanctioneerde, zijn raadsman of de gerechtigde correspondent van zijn club. Op straffe van onontvankelijkheid, dient dit hoger beroep te zijn ondertekend. 3. De secretaris van het Beroepscomité Betaald Voetbal roept alle belanghebbende partijen op per fax en per e-mail. Deze oproeping vermeldt datum en uur van de eerstvolgende zitting van het Beroepscomité Betaald Voetbal, die verplichtend plaatsheeft de eerstvolgende dinsdag of vrijdag, volgend op de dag van het verstrijken van de beroepstermijn.
Artikel 1787
Behandeling voor het Beroepscomité Betaald Voetbal
1. Het Beroepscomité Betaald Voetbal is gehouden het dossier ten gronde te behandelen op de zitting waarop het is gesteld. 2. Uitstel kan enkel worden verleend in geval van overmacht of na gemotiveerd verzoek van één der partijen, aanvaard door het Beroepscomité Betaald Voetbal. Uitstel mag enkel verleend worden naar de eerstvolgende zitting van het Beroepscomité Betaald Voetbal, behoudens gevallen van overmacht. 3. Bij afwezigheid, zal het Beroepscomité Betaald Voetbal een beslissing bij verstek nemen. Een verzet tegen deze uitspraak bij verstek is niet opschortend.
Artikel 1788
Betekening van de beslissing van het Beroepscomité Betaald Voetbal
1. De beslissing van het Beroepscomité Betaald Voetbal wordt, de dag zelf van de uitspraak, door de secretaris van de zitting per e-mail en per fax overgemaakt aan de gesanctioneerde via de gerechtigde correspondent van zijn club en aan zijn raadsman, indien deze erom verzoekt. 2. Deze beslissing wordt eveneens gepubliceerd in Sportleven.
Artikel 1789
Schorsende kracht van het hoger beroep
Zie Art. 1717
Artikel 1790
Inwerkingtreding van de sancties
1. Na aanvaarding van de minnelijke schikking De sanctie treedt in werking de eerste kalenderdag volgend op de zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal dat akte genomen heeft van de minnelijke schikking. 2. Na het opleggen van een sanctie waartegen geen schorsend hoger beroep werd ingediend De sanctie treedt in werking om 12.00 uur de tweede kalenderdag volgend op de zitting van het Sportcomité Betaald Voetbal waarin de sanctie genomen werd. 3.Na hoger beroep De sanctie treedt in werking de eerste kalenderdag volgend op de uitspraak van het Beroepscomité Betaald Voetbal. 310
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
TITEL 18 GELE EN RODE KAARTEN HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN VAN TOEPASSING OP ALLE WEDSTRIJDEN Artikel 1801
Regel voor het gebruik van de gele en rode kaarten
1. Principes 11. Bij alle wedstrijden, gespeeld onder de jurisdictie van de bond, wordt elke beslissing van de scheidsrechter die betrekking heeft op de tucht van de spelers op het terrein aan deze laatsten medegedeeld door middel van een gele of rode kaart die aanleiding geeft tot een sanctie conform bepaalde modaliteiten. 12. Geen enkele beslissing van de scheidsrechter nopens tucht op het terrein kan een scheidsrechterlijke vergissing zijn. Het gaat om een feitenkwestie die uitsluitend onderworpen is aan de appreciatie van de scheidsrechter. Hij alleen is bevoegd om een waarschuwing te geven of een uitsluiting te bevelen. 13. De sanctie wordt genoteerd door de scheidsrechter. 2. Modaliteiten 21. Wanneer een speler: 211. na eventueel een kalmerende opmerking te hebben gekregen, gevolgd door een strenge verwittiging, zich schuldig maakt aan een inbreuk die krachtens de spelregels een waarschuwing rechtvaardigt, roept de scheidsrechter deze speler, noteert die waarschuwing in het boekje en betekent hem deze sanctie door middel van een gele kaart. De betreffende speler mag verder deelnemen aan de wedstrijd. 212. zich in de loop van eenzelfde wedstrijd schuldig maakt aan een inbreuk die een tweede waarschuwing rechtvaardigt, roept de scheidsrechter deze speler en toont hem de gele kaart gevolgd door de rode kaart, en betekent hij duidelijk aan de speler dat hij uitgesloten is wegens een tweede waarschuwing. De betreffende speler mag niet vervangen worden. 213. zich in de loop van een wedstrijd schuldig maakt aan een inbreuk die krachtens de spelregels een rechtstreekse uitsluiting rechtvaardigt, roept de scheidsrechter deze speler, noteert deze uitsluiting in het boekje en toont hem de rode kaart. De betreffende speler mag niet vervangen worden. 22. De scheidsrechter moet zijn notities gedurende heel het seizoen bewaren. Hij moet ze voorleggen op elk verzoek van de bevoegde bondsinstantie en bij zich hebben wanneer hij voor de instantie verschijnt.
Artikel 1802
Gele en rode kaarten: inschrijving op het wedstrijdblad
1. Principes 11. Onmiddellijk na de wedstrijd noteert de scheidsrechter op het wedstrijdblad de sanctie(s) welke hij genomen heeft. 12. Voor de officiële wedstrijden van reserven en jeugdploegen, worden de waarschuwingen niet vermeld op het wedstrijdblad, met uitzondering van de tweede waarschuwing gegeven tijdens dezelfde wedstrijd. 2. Modaliteiten 21. Deze sancties worden genoteerd in de voorziene kolom, door vermelding naast de naam van de overtreder van de minuut waarin de sanctie werd opgelegd
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
311
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN 22. Deze sancties worden naargelang het geval genoteerd in de rubriek: -
van de waarschuwingen van de uitsluitingen wegens twee waarschuwingen van de rechtstreekse uitsluitingen wegens rode kaart
23. Er mag geen commentaar worden toegevoegd. 24. De terreinafgevaardigde en de afgevaardigde van de bezoekende ploeg of bij zijn afwezigheid de kapitein van deze ploeg, dienen de vermeldingen die in de voorziene rubrieken werden aangebracht te verifiëren vooraleer het wedstrijdblad op de voorziene plaatsen te ondertekenen. 25. Iedere toevoeging of schrapping aangebracht in deze rubrieken moet door de scheidsrechter worden geparafeerd. Na het vertrek van de scheidsrechter uit de kleedkamer mag geen enkele toevoeging of schrapping op het wedstrijdblad worden aangebracht.
Artikel 1803
Opleggen van de sanctie
1. De sanctie die volgt op een cumulatie van de waarschuwingen wordt administratief opgelegd, zonder verhoor der partijen. Die schorsing is niet vatbaar voor verhaal. Ze behoudt haar uitwerking, zelfs indien de speler wordt toegewezen aan of getransfereerd naar een andere club tijdens het lopende seizoen. 2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen met betrekking tot het gebruik van alle bewijsmiddelen door de comparant, wordt de sanctie die volgt op de rechtstreekse uitsluiting uitgesproken door de bevoegde bondsinstantie die kennis neemt van het scheidsrechtersverslag. Zij statueert conform de ter zake bepaalde procedures.
Artikel 1804
Publicatie van de sanctie voor cumulatie van gele kaarten
1. De publicatie van de sanctie verschijnt a posteriori, elke club dient over haar eigen belangen te waken. 2. Zonder afbreuk te doen aan de andere reglementaire sancties, kan het laattijdig aankomen van het wedstrijdblad de toepassing van de sanctie niet verdagen.
312
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
HOOFDSTUK 2: OFFICIELE WEDSTRIJDEN VAN EERSTE PLOEGEN Artikel 1806
Registratie ● Retributie
1. Principes 11. Op basis van de desbetreffende rubrieken op het wedstrijdblad registreert de secretaris van het Sportcomité of van het Provinciaal Comité de waarschuwingen die gegeven werden tijdens de wedstrijden en boekt ze voor de betrokken spelers. 12. De boeking van een waarschuwing geeft aanleiding tot de inning van een retributie van 2,50 EUR. Twee waarschuwingen in eenzelfde wedstrijd geven aanleiding tot de inning van een retributie van 5,00 EUR. 13. Uitsluitend wanneer de scheidsrechter na de wedstrijd erkent zich te hebben vergist bij de identificatie van een speler, bestraft met een gele kaart, en dit bevestigt bij het secretariaat van de bevoegde bondsinstantie, kan de Voorzitter van deze instantie bevelen deze gele kaart niet te registreren. 2. Modaliteiten 21. De registratie gebeurt afzonderlijk en naargelang het geval voor de waarschuwingen die gegeven werden tijdens de wedstrijden -
van het kampioenschap; van een eindronde; van de Beker van België; van de provinciale beker.
22. De waarschuwingen worden afzonderlijk geboekt op provinciaal en nationaal vlak. 23. Voor de clubs van provinciale afdelingen die twee eerste ploegen opstellen, registreert de secretaris van het Provinciaal Comité afzonderlijk de waarschuwingen opgelopen in wedstrijden van de eerste ploegen A en B. 24. Indien een speler twee waarschuwingen oploopt in de loop van eenzelfde wedstrijd en dientengevolge uitgesloten wordt, worden deze waarschuwingen niet geboekt, doch wel de uitsluiting voor dubbele waarschuwing. 25. Indien een speler rechtstreeks uitgesloten wordt na vooraf een waarschuwing te hebben gekregen, wordt deze waarschuwing niet geboekt, doch wel de rechtstreekse uitsluiting. 26. De gele en rode kaarten worden geregistreerd, zelfs bij stopzetting van de wedstrijd om één of andere reden. 27. De scheidsrechter dient zijn vergissing bij de identificatie van de speler bestraft met een gele kaart te erkennen binnen de 24 uur na het einde van de wedstrijd.
Artikel 1807
Strafprocedure ● Draagwijdte van de schorsing
1. Principes 11. Een speler wordt geschorst voor één speeldag zodra hij het volgende aantal waarschuwingen heeft opgelopen: -
wedstrijden van het kampioenschap: per reeks van drie waarschuwingen, behoudens een speler uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren, waarvoor artikel 1807.12 van toepassing is. wedstrijden van de eindronde: per reeks van twee waarschuwingen wedstrijden van de Beker van België: per reeks van twee waarschuwingen; wedstrijden van de provinciale beker: per reeks van twee waarschuwingen; twee waarschuwingen in de loop van eenzelfde wedstrijd,
12. Een speler, uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren wordt geschorst voor één speeldag zodra hij 5 waarschuwingen heeft opgelopen in wedstrijden van het kampioenschap van 1ste nationale afdeling Heren, voor twee speeldagen zodra hij de volgende reeks van 5 waarschuwingen heeft opgelopen en voor drie speeldagen zodra hij telkens een reeks van 5 waarschuwingen heeft opgelopen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
313
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN 13. De schorsing voor cumulatie van waarschuwingen slaat enkel op: -
de eerstvolgende wedstrijd van het kampioenschap indien de waarschuwingen gegeven werden in wedstrijden van die categorie; de eerstvolgende wedstrijd van de eindronde indien de waarschuwingen gegeven werden in wedstrijden van die categorie; de eerstvolgende wedstrijd van de Beker van België indien de waarschuwingen gegeven werden in wedstrijden van die categorie. de eerstvolgende wedstrijd van de provinciale beker indien de waarschuwingen gegeven werden in wedstrijden van die categorie.
2. Modaliteit Indien de bevoegde bondsinstantie vaststelt dat een scheidsrechter tijdens dezelfde wedstrijd twee waarschuwingen aan dezelfde speler heeft gegeven zonder deze uit te sluiten, worden deze twee waarschuwingen niet geregistreerd en de betrokken instantie meldt aan de bevoegde scheidsrechterscommissie de onachtzaamheid van de scheidsrechter. Zij schorst de speler naargelang ambtshalve: -
ofwel voor een wedstrijd van het kampioenschap; ofwel voor een wedstrijd van de eindronde; ofwel voor een wedstrijd van de Beker van België; ofwel voor een wedstrijd van de provinciale beker.
Artikel 1808
Dag van de schorsing voor de eerste ploegen in alle afdelingen
1. Principes 11. Club met één enkele eerste ploeg 111. Ploegen niet behorende tot 1ste nationale afdeling Heren De schorsing slaat op de eerste wedstrijd van het kampioenschap die de eerste ploeg van de club moet spelen, waarvoor de speler speelgerechtigd is, die volgt op de speeldag van het kampioenschap tijdens dewelke de speler de derde gele kaart kreeg of twee gele kaarten in de loop van eenzelfde wedstrijd heeft gekregen. Het moet gaan om gele kaarten die werden betekend tijdens een wedstrijd tussen eerste ploegen. 112. Ploegen behorende tot 1ste nationale afdeling Heren De schorsing(en) gaat(gaan) in de eerste wedstrijd van het kampioenschap die de eerste ploeg van de club moet spelen, waarvoor de speler speelgerechtigd is, die volgt op de speeldag van het kampioenschap tijdens dewelke de speler de vijfde gele kaart kreeg of twee gele kaarten in de loop van eenzelfde wedstrijd kreeg. Het moet gaan om gele kaarten die werden betekend tijdens een wedstrijd tussen eerste ploegen. 12. Club met twee eerste ploegen De schorsing slaat op de eerstvolgende wedstrijd van de A-ploeg of van de B-ploeg, al naargelang, van de club waarvoor de speler speelgerechtigd is, die volgt op speeldag van het kampioenschap tijdens dewelke de speler de derde gele kaart kreeg of twee gele kaarten in de loop van eenzelfde wedstrijd heeft gekregen. De gele kaarten moeten afzonderlijk betekend zijn tijdens een wedstrijd van de eerste ploeg A of de eerste ploeg B. 13. Beker van België ● Provinciale beker ● Wedstrijd van de eindronde De schorsing slaat, naargelang het geval, op de eerste wedstrijd van de Beker van België, provinciale beker of eindronde die de club waaraan de speler is toegewezen, effectief speelt vanaf de dag volgend op de wedstrijd tijdens dewelke de speler de tweede gele kaart kreeg of twee gele kaarten in de loop van dezelfde wedstrijd heeft gekregen. 2. Modaliteiten 21. De schorsing belet de speler op de betrokken datum te spelen in om het even welke ploeg van zijn club tijdens dezelfde speeldag van een officiële competitie van de betreffende categorie. 22. Wanneer deze wedstrijd afgelast wordt, om welke reden ook, of bij ontstentenis van wedstrijd in de officiële kalender die wekelijks gepubliceerd wordt in de bondsbladen, wordt de schorsing automatisch overgedragen naar de eerste officiële wedstrijd van de betreffende categorie die de eerste ploeg speelt.
314
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN 23. Wanneer een wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender stopgezet wordt of moet herspeeld worden bij beslissing van de bevoegde bondsinstantie, alhoewel hij de normale duur had, worden de geschorste speler of spelers beschouwd alsof zij hun straf ondergaan hebben. 24. Wanneer een wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender, niet plaats heeft ingevolge het op voorhand verklaarde forfait of de afwezigheid op het speelveld de dag van de wedstrijd van de ene of andere ploeg, worden de geschorste speler of spelers beschouwd alsof zij hun straf ondergaan hebben, behalve voor de spelers van de in fout zijnde ploeg voor dewelke de schorsing overgedragen wordt naar de eerstvolgende wedstrijd.
Artikel 1809
Cumulatie van schorsing
Wanneer een speler, aan wie reeds een schorsing is opgelegd om een andere reden: -
drie waarschuwingen totaliseert in kampioenschapwedstrijden (behoudens spelers uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren) vijf waarschuwingen totaliseert in kampioenschapwedstrijden voor de spelers uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren, twee waarschuwingen krijgt in eenzelfde wedstrijd, twee waarschuwingen in wedstrijden van de eindronde totaliseert, twee waarschuwingen in wedstrijden om de Beker van België beker totaliseert, twee waarschuwingen in wedstrijden om de provinciale beker totaliseert,
wordt hij, naargelang het geval, geschorst: -
ofwel voor een wedstrijd van het kampioenschap andere dan de 1ste nationale afdeling Heren ofwel voor één, twee of drie wedstrijden van het kampioenschap van 1ste nationale afdeling Heren (artikel 1808.112) ofwel voor een wedstrijd van de eindronde, ofwel voor een wedstrijd van de Beker van België, ofwel voor een wedstrijd van de provinciale beker.
Die schorsing slaat op de wedstrijd die volgt op de eerste schorsing.
Artikel 1810
Overdracht van waarschuwingen en schorsingen
1. De inboeking van de waarschuwingen gebeurt per seizoen en zonder overdracht naar het volgend seizoen. 2. Na het einde van het seizoen 21. Spelers niet uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren Indien de schorsing van een speler, die naargelang het geval drie of twee waarschuwingen heeft opgelopen, of die in de loop van eenzelfde wedstrijd twee waarschuwingen kreeg, niet meer uitgevoerd kan worden gedurende het lopende seizoen, wordt zij NIET overgedragen naar het volgende seizoen. 22. Spelers uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren 221. Indien de schorsing van een speler ingevolge opgelopen waarschuwingen niet meer uitgevoerd kan worden gedurende het lopende seizoen, wordt zij overgedragen naar het volgende seizoen, op voorwaarde dat de speler terug uitkomt in 1ste nationale afdeling Heren. 222. Indien de schorsing van een speler die in de loop van eenzelfde wedstrijd twee waarschuwingen kreeg, niet meer uitgevoerd kan worden gedurende het lopende seizoen, wordt zij overgedragen naar het volgende seizoen, op voorwaarde dat de speler terug uitkomt in 1ste nationale afdeling Heren. 3. Bij een transfer in de loop van het seizoen 31. Tussen clubs beiden uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren, of tussen clubs beiden niet uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren 311. Reeds opgelopen waarschuwingen bij de afstanddoende club blijven verder tellen bij de aanwervende club. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
315
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN 312. Indien de schorsing van een speler, die naargelang het geval vijf, drie of twee waarschuwingen heeft opgelopen, of die in de loop van eenzelfde wedstrijd twee waarschuwingen kreeg, niet meer uitgevoerd kan worden bij de afstanddoende club, wordt zij overgedragen naar de aanwervende club. 32. Tussen een club uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren (afstanddoende club) en een club niet uitkomende in 1ste nationale afdeling Heren (aanwervende club) 321. Reeds opgelopen waarschuwingen bij de afstanddoende club blijven behouden bij de aanwervende club. Indien dit aantal echter 3 of 4 bedraagt, zal de speler administratief geschorst zijn voor één speeldag. In voorkomend geval vervalt de vierde gele kaart. 322. Indien de schorsing van een speler, die naargelang het geval vijf of twee waarschuwingen heeft opgelopen, of die in de loop van eenzelfde wedstrijd twee waarschuwingen kreeg, niet meer uitgevoerd kan worden bij de afstanddoende club, wordt zij overgedragen naar de aanwervende club. 33. Tussen een club niet uitkomende in 1ste nationale Heren (afstanddoende club) en een club uitkomende in 1ste nationale Heren (aanwervende club) 331. Reeds opgelopen waarschuwingen bij de afstanddoende club blijven behouden bij de aanwervende club 332. Indien de schorsing van een speler, die naargelang het geval drie of twee waarschuwingen heeft opgelopen, of die in de loop van eenzelfde wedstrijd twee waarschuwingen kreeg, niet meer uitgevoerd kan worden bij de afstanddoende club, wordt zij WEL overgedragen naar de aanwervende club 4. De waarschuwingen opgelopen tijdens de eerste vijf speeldagen van de Beker van België hebben geen uitwerking op de wedstrijden van de zestiende finales en worden geannuleerd na de vijfde speeldag, voor zover ze geen aanleiding geven tot een administratieve schorsing.
Artikel 1811
Wedstrijden van geconventioneerde groeperingen
De schorsing ingevolge waarschuwingen slaat ook op de kampioenschapswedstrijden van een geconventioneerde groepering die op zaterdag gespeeld worden. Nochtans, wanneer het gaat om een kampioenschap van een groepering dat op een andere dag van de week gespeeld wordt slaat de schorsing op de wedstrijd die volgt op het kampioenschapsweekend van de werkende clubs.
316
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
HOOFDSTUK 3: VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN VAN EERSTE PLOEGEN Artikel 1816
Boete ● Eventuele oproeping
1. Principes 11. Voor elke waarschuwing of uitsluiting vermeld op het wedstrijdblad van een vriendschappelijke wedstrijd, wordt de bestrafte speler beboet. Deze boete wordt ambtshalve opgelegd en is zonder verhaal. 12. Zo het Provinciaal Comité of het Sportcomité, op grond van het scheidsrechtersverslag oordeelt dat de uitsluiting het gevolg was van ernstige laakbare feiten, die een schorsing van datum tot datum kunnen meebrengen, roept het de betrokken speler op voor een volgende zitting. Indien een dergelijke schorsing wordt uitgesproken, geldt die voor alle categorieën van wedstrijden. 2. Modaliteiten 21. Voor elke waarschuwing, wordt de bestrafte speler beboet met een boete van: -
5,00 EUR indien hij uitkomt in een eerste ploeg van een provinciale afdeling; 7,50 EUR indien hij in bevordering uitkomt; 10,00 EUR indien hij uitkomt in 3de nationale afdeling uitkomt; 15,00 EUR indien hij in 2de nationale afdeling uitkomt; 25,00 EUR indien hij in 1ste nationale afdeling uitkomt;
22. Voor elke uitsluiting, wordt de bestrafte speler beboet met een boete van: -
10,00 EUR indien hij uitkomt in de eerste ploeg van provinciale afdeling; 15,00 EUR indien hij in bevordering uitkomt; 20,00 EUR indien hij in 3de nationale afdeling uitkomt; 30,00 EUR indien hij in 2de nationale afdeling uitkomt; 50,00 EUR indien hij in 1ste nationale afdeling uitkomt.
23. De hierboven bepaalde boetes worden met de helft verminderd voor dameswedstrijden.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
317
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
HOOFDSTUK 4: OFFICIELE- EN VRIENDSCHAPPELIJKE WEDSTRIJDEN VAN RESERVEN EN JEUGDPLOEGEN Artikel 1821
Strafprocedure ● Draagwijdte van de schorsing
1. Principes 11. Een uitsluiting als gevolg van twee waarschuwingen in dezelfde kampioenschapswedstrijd heeft een administratieve schorsing van één speeldag tot gevolg die betrekking heeft op de eerstvolgende kampioenschapswedstrijd af te werken door de ploeg waarin de speler optrad op het ogenblik van de bestrafte feiten. De schorsing belet de speler op de betrokken datum te spelen in om het even welke ploeg van zijn club tijdens dezelfde speeldag van een officiële competitie. 12. Een uitsluiting als gevolg van twee waarschuwingen in dezelfde vriendschappelijke wedstrijd heeft geen actie tot gevolg van de Bondsinstanties. 13. Bij directe uitsluiting in een vriendschappelijke wedstrijd: 131. Er wordt zonder verhaal een boete opgelegd van 10,00 EUR, met uitzondering van de U6 tot U9. 132. Wanneer echter het Provinciaal Comité of het Sportcomité op grond van het scheidsrechtersverslag oordeelt dat de uitsluiting het gevolg was van ernstige laakbare feiten, die een schorsing van datum tot datum tot gevolg kunnen hebben, roept het de speler op voor een volgende zitting. Indien een dergelijke schorsing wordt uitgesproken geldt zij voor alle categorieën van wedstrijden. 2. Modaliteiten 21. Onafgezien de bepalingen betreffende de reserveploegen van 1ste nationale afdeling, wordt, wanneer deze wedstrijd afgelast wordt, om welke reden ook, of bij ontstentenis van wedstrijd in de officiële kalender die wekelijks gepubliceerd wordt in de bondsbladen, de schorsing automatisch overgedragen naar de eerste match van het kampioenschap die de ploeg waarvoor de speler geschorst is speelt. 22. Wanneer een wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender van de bondsbladen: -
-
niet plaats heeft in de invallersreeks van 1ste nationale afdeling ten gevolge van slechte weersomstandigheden of onbespeelbaarheid van de terreinen en voor zover de speler niet heeft deelgenomen aan de kampioenschapswedstrijd gespeeld door de eerste ploeg in de loop van bedoelde uitgestelde speeldag, stopgezet wordt, moet herspeeld worden bij beslissing van de bevoegde bondsinstantie, alhoewel hij de normale duur had,
worden de administratieve schorsingen voor deze wedstrijd beschouwd als zijnde ondergaan. 23. Wanneer een wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender van de bondsbladen niet plaats heeft ingevolge het op voorhand verklaarde forfait of de afwezigheid op het speelveld de dag van de wedstrijd van de ene of andere ploeg, worden de administratieve schorsingen voor deze wedstrijd beschouwd als zijnde ondergaan, behalve voor de spelers van de in fout zijnde ploeg, voor dewelke de schorsing overgedragen wordt naar de eerstvolgende wedstrijd.
Artikel 1822
Cumulatie van schorsing
Wanneer een speler, aan wie reeds een schorsing is opgelegd om een andere reden, twee waarschuwingen krijgt in eenzelfde kampioenschapswedstrijd, wordt hij geschorst voor een wedstrijd van het kampioenschap. Die schorsing slaat op de wedstrijd die volgt op de eerste schorsing.
Artikel 1823
Geen overdracht van schorsing
Wanneer de schorsing van een speler die twee waarschuwingen heeft opgelopen in de loop van eenzelfde wedstrijd niet meer effectief kan worden tijdens het lopende seizoen, wordt zij niet overgedragen naar het volgende seizoen.
318
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
HOOFDSTUK 5: BIJZONDERE GEVALLEN Artikel 1826
Vriendschappelijke wedstrijden in het buitenland
Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen betreffende handtastelijkheden op een scheidsrechter, wordt de speler, uitgesloten tijdens een vriendschappelijke wedstrijd in het buitenland, voor het Sportcomité opgeroepen. Gevat door de Directeur-generaal van het verslag van de betrokken nationale Bond, spreekt deze instantie desgevallend een schorsing uit voor dezelfde categorie van wedstrijden.
Artikel 1827
Wedstrijden vertegenwoordigende ploegen
De sancties opgelopen door een speler ter gelegenheid van een internationale wedstrijd met een nationale selectie, beletten niet dat hij in zijn club opgesteld wordt.
Artikel 1828
Clubs van geconventioneerde groeperingen
De bepalingen van de hoofdstukken 1, 2 en 3 zijn van toepassing voor de wedstrijden van de geconventioneerde groeperingen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
319
TITEL 18: GELE EN RODE KAARTEN
320
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
TITEL 19 DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 1901
Sancties jegens clubs en aangeslotenen: opsomming
1. Principe De sancties jegens clubs en aangeslotenen kunnen: -
administratief opgelegd worden op grond van de reglementaire bepalingen uitgesproken worden door een bondsinstantie
2. Modaliteiten 21. Sancties jegens de clubs 1° 2° 3° 4°
Berisping; Blaam; Boetes (algemene sanctie); Reglementair voorziene boetes en sancties.
22. Sancties jegens de aangeslotenen 1° 2° 3° 4°
Berisping; Blaam; Boetes (algemene sanctie); Reglementair voorziene boetes en sancties.
Artikel 1902
Boetes uitgedrukt in vreemde valuta
1. Principes 11. Op 1 juni van ieder jaar wordt, op basis van de wisselkoersen van de Europese Centrale Bank, de koers van de Zwitserse frank en de Amerikaanse dollar t.o.v. de euro vastgesteld. Deze koersen worden afgerond tot op 2 decimalen. 12. Deze koers wordt dan vanaf 1 juli van het volgende seizoen toegepast. 2. Modaliteit Wat betreft het seizoen 2009-2010 bedragen deze koersen: 1,00 CHF = 0,66 EUR 1,00 USD = 0,70 EUR
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
321
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 2: DE SCHORSINGEN VAN DE AANGESLOTENEN Artikel 1906
De schorsingen: definitie - aard - draagwijdte
1. Principes 11. De schorsing is een sanctie getroffen tegen een aangeslotene, die hem belet aan bepaalde activiteiten van de bond deel te nemen. 12. Elke schorsing houdt het verbod in tot het uitoefenen van een officiële functie op het terrein en indien de bevoegde instantie dit preciseert in haar beslissing, kan ze uitgebreid worden tot elke activiteit onder toezicht van de bond. Echter, de functie van gerechtigde correspondent wordt niet geviseerd door deze bepaling. 13. De aard van de schorsing kan zijn: -
administratief of disciplinair; van korte of van lange duur; jurisdictioneel, preventief of tot vrijwillige verschijning; nationaal of internationaal.
2. Modaliteiten 21. De schorsing is: 211. - administratief, d.w.z. opgelegd door de bevoegde bondsinstantie als administratieve maatregel, zonder dat de betrokken aangeslotene gehoord wordt; - disciplinair, d.w.z. uitgesproken door de bevoegde instantie optredend als disciplinaire jurisdictie; 212. - van korte duur, dit is voor een aantal wedstrijden; - van lange duur, dit is van datum tot datum; 213. - jurisdictioneel, d.w.z. uitgesproken na afloop van de daartoe bepaalde reglementaire procedure; - preventief, d.w.z. in afwachting van de inleiding en de afloop van deze procedure; - tot vrijwillige verschijning, d.w.z. in afwachting van het aanvaarden door de betrokkene van deze procedure. 214. - nationaal, d.w.z. uitgesproken door een bondsinstantie van de KBVB; - internationaal, d.w.z. door een internationaal organisme dat bevoegd is voor de betrokken internationale competitie. 22. De schorsingen behouden hun uitwerking zelfs indien de speler: -
wordt toegewezen aan of getransfereerd naar een andere club; in tussentijd van leeftijdscategorie verandert.
Indien de club waarvoor de speler gekwalificeerd is geen ploeg (meer) in lijn brengt in deze categorie, wordt de schorsing overgedragen naar de hogere categorie waarvoor hij gekwalificeerd is. 23. Voor de niet-spelende aangeslotenen, zijn de schorsingen altijd voor een periode van datum tot datum. Wat evenwel de schorsingen voor officiële functies op het terrein en het verbod op toegang tot de neutrale zone en/of de kleedkamers betreft, houdt de bevoegde instantie rekening met de periode dat de competitie onderbroken is en vermeldt dit in haar uitspraak. 24. Een door een bondsinstantie geschorste aangeslotene mag tijdens de duur van zijn straf geen enkele officiële functie op het terrein vervullen tijdens een wedstrijd waarop zijn schorsing slaat. Iedere inbreuk op deze voorschriften brengt, voor de betrokken aangeslotene een bijkomende sanctie mee en de toepassing van sancties voor de club die, met kennis van zaken, de aanstelling van zulke aangeslotene gedaan of aanvaard heeft. Die sancties mogen evenwel niet gaan tot het verlies van de punten. 25. De schorsingen opgelegd door een internationaal organisme hebben uitwerking voor de door dat internationaal organisme zelf bepaalde wedstrijden.
322
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
Artikel 1907
Disciplinaire schorsingen voor een aantal wedstrijden en van datum tot datum
1. Principes 11. De schorsing voor de duur van een bepaald aantal speeldagen, mag niet meer bedragen dan acht opeenvolgende effectieve speeldagen. 111. Onder voorbehoud van de bepalingen betreffende de contractspelers van 1ste nationale afdeling, gelden die schorsingen enkel voor komende wedstrijden van dezelfde categorie (internationaal, nationaal, vriendschappelijk) wedstrijden als die waarin de laakbare feiten gepleegd werden. 112. Deze schorsingen slaan op een bepaald aantal effectieve speeldagen opeenvolgend af te werken door de ploeg waarin de speler optrad op het ogenblik van de feiten die aanleiding tot de sanctie hebben gegeven. 113. Zij zijn totaal en gelden voor alle ploegen van de club waaraan de betrokken speler toegewezen is. 12. Wanneer de schorsing uitgesproken wordt lastens een aangesloten speler en meer dan acht opeenvolgende effectieve speeldagen bedraagt, wordt zij uitgesproken van datum tot datum. Die schorsingen gelden voor alle categorieën van wedstrijden, gespeeld binnen de door de bevoegde instantie bepaalde periode. 13. Wanneer de schorsing daarentegen uitgesproken wordt tegen een aangeslotene die geen speler is, moet zij van datum tot datum uitgesproken worden. 2. Modaliteiten 21. Voor de toepassing van deze bepaling op nationaal vlak worden de wedstrijden voor het kampioenschap, voor de eindronde, voor de Beker van België en voor de provinciale bekers beschouwd als zijnde van dezelfde categorie. 22. De omschrijving "effectieve speeldag" slaat op al de wedstrijden van een bepaalde kalenderdag, ongeacht de dag waarop ze gespeeld worden. Voor wat betreft de inwerkingtreding van de schorsingen blijven de bepalingen van Art. 1912 en 1020 echter van toepassing. Indien de ploeg waarvoor de speler geschorst is geen officiële wedstrijd dient te spelen tijdens deze effectieve speeldag, mag hij aantreden in een andere ploeg van zijn club waarvoor hij gekwalificeerd is. De schorsing behoudt echter haar uitwerking bij de ploeg waarvoor de speler geschorst is. 23. Wanneer gedurende een schorsing voor een aantal wedstrijden een officiële wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender van de ploeg in dewelke de geschorste speler optrad op het ogenblik van de bestrafte feiten, stopgezet wordt of moet herspeeld worden bij beslissing van de bevoegde bondsinstantie, alhoewel hij de normale duur had, wordt die wedstrijd aangerekend als een effectief ondergane speeldag schorsing. 24. Wanneer gedurende een schorsing voor een aantal wedstrijden een officiële wedstrijd, gepubliceerd in de wekelijkse kalender van de ploeg in dewelke de geschorste speler optrad op het ogenblik van de bestrafte feiten, niet plaats heeft ingevolge het op voorhand verklaarde forfait of de afwezigheid op het speelveld de dag van de wedstrijd van de ene of andere ploeg, worden de geschorste speler of spelers beschouwd alsof zij een speeldag schorsing ondergaan hebben, behalve voor de spelers van de in fout zijnde ploeg voor dewelke de schorsing overgedragen wordt naar de eerstvolgende wedstrijd. 25. De contractspelers, toegewezen aan een club van 1ste nationale afdeling, die bestraft werden met een schorsing voor een aantal wedstrijden ingevolge laakbare feiten, gepleegd ter gelegenheid van een wedstrijd van de eerste ploeg, mogen gedurende de schorsing aantreden met de reserven. Maar, de speler: -
moet zijn eerste schorsingsdag effectief ondergaan; kan niet genieten van genoemde maatregel, bij een schorsing van datum tot datum, reeds uitgesproken tijdens hetzelfde seizoen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
323
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
Artikel 1908
Schorsingen voor aanranding op een scheidsrechter
1. Principes 11. Diegenen die ervan verdacht worden handtastelijkheden te hebben gepleegd op een scheidsrechter kunnen voorlopig worden geschorst door één tot drie leden van de bevoegde disciplinaire instantie waaraan deze bevoegdheid werd toegekend. 12. De bevoegde instantie ontzegt aan diegene, die handtastelijkheden pleegt op een scheids- of assistent-scheidsrechter, de uitoefening van om het even welke activiteit, ingericht onder toezicht van de KBVB, gedurende een periode van minstens drie jaar, zonder evenwel 5 jaar te overschrijden. Wanneer echter de aangeslotene op de dag der feiten de leeftijd van 16 jaar niet bereikt heeft, wordt deze periode bepaald op minimum 1 jaar en maximum 3 jaar. 13. Indien de dader van de handtastelijkheden aangesloten is, wordt hij ter schrapping voorgesteld: -
indien het een recidivist betreft;
-
indien hij niet ingeschreven is als effectieve speler of invaller op het wedstrijdblad van de wedstrijd, tijdens dewelke de feiten zich voordeden;
-
indien hij de aanranding pleegt buiten de periode, gaande van het ogenblik dat de scheidsrechter het speelveld betreedt, tot het ogenblik dat hij het verlaat na het eindsignaal.
In deze gevallen verliest de schuldige definitief het recht om als scheidsrechter te fungeren. 14. Indien hij niet aangesloten is, zal deze hoedanigheid hem geweigerd worden, als hij er later om verzoekt. 15. De schorsing opgelegd aan een aangeslotene wegens handtastelijkheden op de scheidsrechter wordt uitgebreid tot alle wedstrijden zonder onderscheid en houdt het verbod in eender welke onder het toezicht van de bond georganiseerde activiteit uit te oefenen 2. Modaliteiten 21. Voorlopige schorsing 211. De in verdenking gestelde aangeslotene dient via de gerechtigde correspondent van de club waaraan betrokkene is toegewezen te worden opgeroepen om, zo betrokkene dit wenst, te worden gehoord door het lid of de leden van de bevoegde disciplinaire instantie gelast met de zaak. De oproeping geschiedt per telefoon, telefax of e-mail, met bevestiging dezelfde dag via de post. 212. De datum voor het verschijnen moet zo spoedig mogelijk worden vastgesteld, mits naleving echter van een termijn van 48 uur tussen die datum en deze van de oproeping, behoudens heirkracht. 213. De opgelegde voorlopige schorsingen treden onmiddellijk in werking en zijn niet vatbaar voor enig verhaal. 214. De beslissingen van de bevoegde instanties die erop volgen en die moeten getroffen worden in afwezigheid van het lid of de leden dat (die) oordeelde(n) omtrent de voorlopige schorsing zijn retroactief uitvoerbaar op de datum van de inwerkingtreding van de voorlopige schorsing. 22. Onderzoek Teneinde de schuldige aan handtastelijkheden op een scheidsrechter te identificeren, neemt de bevoegde instantie alle maatregelen die zij aangewezen acht. Zij bestraft elke club, die niet meewerkt aan deze identificatie, met een boete van 200,00 EUR tot 1.000,00 EUR. 23. Schadevergoeding ● Dekking ● Aansprakelijkheid club 231. In voorkomend geval beslist de bevoegde instantie eveneens over het bedrag van de schadevergoeding tot herstel van de door de scheidsrechter geleden materiële schade. 324
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN Indien het bedrag der schade nog niet nauwkeurig is vast te stellen, beveelt de betrokken instantie één of meerdere provisionele stortingen tot op het ogenblik dat de definitieve afrekening is opgemaakt. 232. Indien de schuldige zijn verplichting tot betalen niet nakomt, brengt de bevoegde instantie dit ter kennis van de verzekeraar, die binnen de door zijn reglement bepaalde perken, de door het slachtoffer gedane kosten terugbetaalt, mits subrogatie. In dit geval behoudt de verzekeraar zich het recht voor, om in een rechtsgeding de uitkeringen terug te vorderen, die hij uitbetaald heeft. 233. Indien het verschuldigde bedrag, in uitvoering van de beslissing van de bevoegde instantie, hoger ligt dan datgene wat de verzekeraar heeft toegestaan, mag het slachtoffer een rechtsgeding inspannen, om de rest van de schadeloosstelling te verkrijgen. 234. Indien de schuldige het slachtoffer niet vergoed heeft binnen de maand na de definitieve uitspraak, moet de bevoegde bondsinstantie, als zij ertoe verzocht wordt, de club van toewijzing of diegene waar hij tijdelijk gekwalificeerd is, solidair veroordelen tot beloop van 500,00 EUR.
Artikel 1909
Schorsingen met uitstel
1. Principe Een schorsing kan uitgesproken worden met uitstel. De duur van het uitstel wordt bepaald door de bevoegde instantie. Hij moet bij de beslissing ter kennis van de aangeslotene worden gebracht. 2. Modaliteiten 21. Een schorsing met uitstel voor de duur van een bepaald aantal speeldagen wordt effectief voor zover tijdens de proefperiode de gesanctioneerde aangeslotene een inbreuk begaat die aanleiding geeft tot een nieuwe disciplinaire schorsing. Een schorsing van datum tot datum met uitstel wordt effectief indien tijdens de proefperiode de gesanctioneerde aangeslotene een inbreuk begaat die aanleiding geeft tot een nieuwe schorsing van datum tot datum. Een schorsing met uitstel wordt daarenboven slechts effectief voor zover dit uitdrukkelijk wordt vastgesteld door de bevoegde instantie. 22. Onder voorbehoud van de algemene rechtsprincipes, van de bepalingen van openbare orde en van de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake, is een schorsing met uitstel niet van toepassing bij dopingdelicten.
Artikel 1910
Schorsing tot vrijwillige verschijning
1. Principes 11. De schorsing tot vrijwillige verschijning, die in werking treedt bij de uitspraak, mag bevolen worden aan aangeslotenen die zonder aanvaardbare reden verstek laten gaan op de zitting waarvoor zij opgeroepen zijn met verplichting te verschijnen. 12. De schorsing wegens weigering te verschijnen wordt uitgebreid tot alle wedstrijden zonder onderscheid en houdt het verbod in eender welke onder het toezicht van de bond georganiseerde activiteit uit te oefenen. 2. Modaliteiten 21. Een aangeslotene die opgeroepen wordt met de verplichting tot verschijnen voor de Onderzoekscommissie en die zich hieraan onttrekt, kan door de Voorzitter van de betrokken instantie geschorst worden tot vrijwillige verschijning. Deze beslissing dient betekend te worden binnen de 48 uur. De schorsing blijft lopen tot betrokken aangeslotene een verzoek tot verschijning indient bij de Directeur-generaal.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
325
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN 22. Als deze sanctie aan een scheidsrechter wordt opgelegd door zijn Commissie, moet hij bij het bevoegde secretariaat een verzoek tot verschijning indienen binnen de 15 werkdagen volgend op de betekening per aangetekend schrijven. Na deze termijn mag het dossier opnieuw door de Commissie worden bekeken en mag een sanctie worden opgelegd. 23. Behoudens overmacht worden alleen schriftelijke verontschuldigingen van de betrokkene zelf weerhouden.
Artikel 1911
Uitbreiding van schorsingen
1. Principe In bepaalde gevallen kunnen: -
schorsingen, opgelegd door bonden, verenigingen en groeperingen die een overeenkomst afsloten met de KBVB, uitgebreid worden naar de KBVB.
-
schorsingen opgelegd door bondsinstanties uitgebreid worden naar het futsal en vice versa.
2. Modaliteiten 21. Handtastelijkheden op scheidsrechter in een door een internationaal organisme beheerde wedstrijd Wanneer een aangeslotene zich schuldig maakt aan handtastelijkheden op de scheidsrechter ter gelegenheid van een door een internationaal organisme beheerde wedstrijd of van een internationale vriendschappelijke wedstrijd, en een schorsing oploopt uitgesproken door dat organisme of de bond van het gastland, kan de bevoegde bondsinstantie, indien dat organisme of die bond het wenst, de uitgesproken schorsing uitbreiden tot alle wedstrijden zonder onderscheid en verbod opleggen eender welke activiteit uit te oefenen onder toezicht van de KBVB. 22. De uitbreiding van schorsingen voor handtastelijkheden op de scheidsrechter De uitbreiding van schorsingen voor handtastelijkheden op de scheidsrechter gebeurt ambtshalve en dient het voorwerp uit te maken van een bijzondere publicatie in de bondsbladen op initiatief van de instantie die ze oplegt. 23. Uitbreiding van schorsingen, opgelegd door de bonden, verenigingen en groeperingen die een overeenkomst afsloten met de KBVB Wanneer de overeenkomst in de mogelijkheid van een dergelijke uitbreiding voorziet, behoort deze tot de bevoegdheid van de Directeur-generaal. De uitbreiding wordt administratief bevolen, zonder dat de aangeslotene gehoord wordt. Zij gaat in vanaf de maandag die volgt op de publicatie in de bondsbladen. Het voorstel tot uitbreiding wordt niet ingewilligd, zo de schorsing minder bedraagt dan drie maand of dan de uitdrukkelijk in de overeenkomst voorziene duur. 24. Uitbreiding tot het futsal van schorsingen opgelegd door de bondsinstanties en vice versa De uitbreiding kan voorgesteld worden indien het om schorsingen van meer dan acht opeenvolgende speeldagen gaat voor zover het voorstel gelijktijdig met de beslissing medegedeeld wordt en aan de Directeur-generaal samen met het dossier overgemaakt wordt. De uitbreiding valt onder de bevoegdheid van de overeenstemmende instantie van de andere discipline.
326
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
Artikel 1912
Schorsingen: inwerkingtreding - vermindering of opheffing in beroep
1. Principes 11. De schorsingen treden in werking: -
bij beslissing in eerste aanleg: de eerste dag die volgt op de dag waarop de termijn voor hoger beroep verstrijkt, behalve indien schorsend hoger beroep werd ingesteld.
-
bij beslissing in tweede aanleg na schorsend hoger beroep: de eerste werkdag van de week die volgt op die van de uitspraak.
12. Onmiddellijke inwerkingtreding van schorsingen kan bevolen worden bij schorsing van datum tot datum, mits dit uitdrukkelijk in de beslissing vermeld wordt. 13. Treden onmiddellijk in werking: -
de schorsingen voor handtastelijkheden op een scheidsrechter; de voorlopige schorsingen; de schorsingen tot vrijwillige verschijning; de schorsingen bij voorstel tot schrapping.
2. Modaliteiten 21. De wedstrijden van een speeldag, die voor om het even welke reden vervroegd worden, hebben geen invloed op de inwerkingtreding van de schorsing. 22. Het feit, dat een speler in hoger beroep een vermindering of een opheffing verkrijgt van de in eerste aanleg opgelegde schorsing, kan niet ingeroepen worden om de wedstrijd of wedstrijden, waaraan hij wegens de in eerste aanleg genomen beslissing niet heeft kunnen deelnemen, te doen herspelen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
327
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 3: DE SANCTIES OPGELEGD AAN DE CLUBS Artikel 1916
Boetes opgelegd aan de clubs ● Werken
1. Principes Zonder afbreuk te doen aan de boetes en sancties die voorzien zijn in de diverse reglementaire bepalingen, mogen de bevoegde bondsinstanties volgende sancties opleggen aan de clubs: 11. Boetes: een boete van maximum 2.480,00 EUR zonder dat ze hoger mag zijn dan de ontvangsten van een wedstrijd, berekend op het gemiddelde van de ontvangsten van de club tijdens het lopende seizoen. 12. Werken: sancties die voor de clubs de verplichting inhouden maatregelen te treffen of werken uit te voeren om elke overrompeling van het terrein door het publiek te voorkomen of van een herhaling van incidenten te vermijden. 2. Modaliteiten 21. Boetes 211. Deze boete kan verdubbeld worden bij recidive gedurende hetzelfde of volgende seizoen. 212. Wanneer de sanctie feiten betreft, die zich voordeden tijdens een van de wedstrijden van de heenronde van het kampioenschap en de boete bepaald wordt rekening gehouden met het bovenvermelde gemiddelde, wordt de boete geïnd op basis van de bepalingen van punt 11 hiervoor. Wanneer echter het gemiddelde van de ontvangsten, halverwege het kampioenschap, lager of hoger ligt dan het afgehouden bedrag, wordt het verschil, via de rekening-courant van de club, gecrediteerd of gedebiteerd. 22. Werken 221. De bondsinstanties mogen het omrasteren van het geheel of een gedeelte van het terrein niet opleggen. 222. Op voorwaarde haar inzicht per aangetekende brief te betekenen, binnen de 21 kalenderdagen volgend op de uitspraak, aan de instantie die de beslissing trof, kan de club, bestraft met een geldboete wegens overrompeling van het terrein of ongeregeldheden bij de wedstrijd, de betaling van de boete vervangen door het aanbrengen of het versterken van een omrastering omheen hun terrein of een gedeelte ervan. In dat geval bepalen de bevoegde instanties de omvang van het werk, ze beoordelen er de uitvoering van en gaan na of de kostprijs overeenstemt met het bedrag van de boete. Het eventueel verschil wordt als boete aan de bond gestort. 223. De sancties moeten steeds beperkt blijven tot het gemiddelde van de ontvangsten berekend zoals bepaald in 11 hierboven. 23. Wedstrijden met gesloten deuren ● Verbod cumulatie sancties Wanneer het incidenten betreft die zich tijdens één en dezelfde wedstrijd hebben voorgedaan, mag de sanctie van wedstrijd met gesloten deuren, niet gecumuleerd worden met deze bepaald sub 11 en 12.
Artikel 1917
Niet-toekenning van de punten
1. De bevoegde bondsinstantie kan, in gevallen waarover zij soeverein oordeelt, beslissen de wedstrijdpunten niet toe te kennen. 2. Zij kan ook beslissen dat de punten niet toegekend worden aan de schuldige clubs en deze eventueel toekennen aan de tegenstander, bij een inbreuk op het reglement die deze sanctie wettigt.
328
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
Artikel 1918
Afschaffing van de terugbetaling van de verplaatsingskosten van de scheidsrechters
1. Principe De terugbetaling van de verplaatsingskosten van de scheidsrechters (Art. 819) aan de clubs wordt in bepaalde gevallen bij administratieve maatregel afgeschaft. 2. Modaliteiten 21. Deze sanctie wordt opgelegd aan de clubs die de reglementaire voorschriften overtreden in verband met: 211. het minimaal aantal verantwoordelijke bestuursleden dat zij moeten tellen (Art. 311); 212. de ontstentenis van inzending van de staat van ontvangsten (Art. 1467); 213. de hun opgelegde administratieve verplichtingen. 22. De afschaffing van de terugbetaling van de verplaatsingskosten van de scheidsrechters als administratieve maatregel dient doeltreffend te zijn. Derhalve wordt de periode tijdens dewelke de in gebreke zijnde club geen enkele officiële wedstrijd te betwisten heeft, geneutraliseerd en toegevoegd aan de duur van de straf, nadat de club zich in regel heeft gesteld. Bovendien wordt de club, die verscheidene inbreuken pleegt, die alle de afschaffing van de terugbetaling van de verplaatsingskosten van de scheidsrechters verrechtvaardigen met die maatregel bestraft voor één enkele van deze inbreuken. Voor ieder van de bijkomende inbreuken zal haar een boete worden opgelegd, gelijk aan het bedrag van de niet-terugbetaalde kosten.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
329
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
HOOFDSTUK 4: DE SCHRAPPING VAN CLUBS EN AANGESLOTENEN Artikel 1921
De schrapping van een club: definitie - procedure - gevolgen
1. Principes 11. De schrapping is de ultieme sanctie tegenover een club: -
wegens een tekortkoming aan haar financiële verplichtingen tegenover de KBVB, tegenover een andere door de FIFA erkende nationale bond, tegenover een van hun clubs of een van hun aangeslotenen;
-
wegens elke andere ernstige tekortkoming die de bevoegde bondsinstantie als dusdanig moet beoordelen.
12. De schrapping wordt uitgesproken door de algemene vergadering op voorstel van het Uitvoerend Comité, dat op eigen initiatief of op verzoek van een andere bondsinstantie optreedt, in geval van tekortkoming aan de financiële verplichtingen of van ernstige tekortkoming in andere aangelegenheden. 13. Ingeval om welke reden ook, de schrapping het gevaar inhoudt ernstige of nadelige gevolgen te hebben voor de KBVB, een andere door de FIFA erkende nationale bond, een van hun clubs of een van hun aangeslotenen, kan het Uitvoerend Comité, ten einde de belangen van voornoemde schuldeisers te vrijwaren, vóór elke uitvoeringsprocedure speciale maatregelen treffen, in het bijzonder inzake transfers. 2. Modaliteiten 21. Schulden die aanleiding kunnen geven tot schrapping: -
alle schulden van clubs en aangeslotenen tegenover de KBVB, UEFA en FIFA.
-
alle schulden waartoe club en aangeslotenen worden veroordeeld bij beslissing in kracht van gewijsde van een bondsinstantie, met inbegrip van veroordeling ten opzichte van derden.
-
bedragen toegekend aan clubs en aangeslotenen, voortvloeiende uit de sportieve activiteit uitgeoefend door de aangeslotene, doch niet aan derden, bij vonnis in kracht van gewijsde van een burgerlijke Rechtbank, hetwelk officieel ter kennis werd gebracht aan de Directeur-generaal (per aangetekend schrijven of deurwaardersexploot), samen met de stukken.
22. Procedure bij tekortkomingen inzake financiële verplichtingen: 221. De Algemene Penningmeester stuurt aan de in gebreke zijnde club per aangetekend schrijven een aanmaning tot vereffening van haar schuld binnen een door hem bepaalde termijn. 222. Indien de club binnen die termijn de verschuldigde bedragen niet vereffent, kan ze door de Algemene Penningmeester, bij administratieve beslissing, in de toestand van “aanleg van schorsing van de sportactiviteit” geplaatst worden. Dit belet haar niet om verder deel te nemen aan wedstrijden of kampioenschappen. 223. De redenen tot het in deze toestand plaatsen wordt gepubliceerd in de bondsbladen samen met de lijst van de bestuursleden die voor de verschuldigde sommen aansprakelijk zijn. 224. Indien de club binnen de 8 kalenderdagen, volgend op deze publicatie, de afbetaling van haar schulden bewijst, annuleert de Algemene Penningmeester de beoogde sanctie, door middel van een administratieve beslissing. 225. Indien er echter geen betaling volgt, kan het Uitvoerend Comité op zijn eerstkomende vergadering beslissen om de club, vanaf een bepaalde datum, in de toestand van “schorsing van de sportactiviteit” te plaatsen, en de club tot schrapping voor te stellen op de eerstvolgende nationale Algemene Vergadering. Deze beslissing wordt in de bondsbladen gepubliceerd. Deze toestand belet al de ploegen van de club nog verder wedstrijden te spelen. 226. Indien tussen het uitspreken van deze toestand van schorsing van de sportactiviteit en de eerstvolgende algemene vergadering, de club de afbetaling van haar schulden bewijst, annuleert het Uitvoerend Comité de sanctie vanaf een bepaalde datum. Deze beslissing wordt eveneens in de bondsbladen gepubliceerd. De niet gespeelde wedstrijden worden definitief verloren verklaard met forfaitcijfers. 330
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN 227. Na schrapping wordt het passief, met inachtneming van het maximum per club zoals bepaald in Art. 312, in zoveel delen verdeeld als er verantwoordelijke bestuursleden zijn. Ieder van hen wordt schuldenaar voor één deel. 228. De eventuele ingebrachte gelden worden een eerste maal verdeeld, wanneer de gestorte sommen de helft van de schuld bedragen en een tweede maal wanneer de schuld volledig is ingebracht. 23. Procedure bij andere redenen tot schrapping 231. Ingeval het Uitvoerend Comité oordeelt dat de houding van een club of haar inbreuken op het reglement voldoende ernstige tekortkomingen vormen tegen de geest van federale samenwerking, kan het de schrapping van deze club voorstellen aan de algemene vergadering. 232. Om aanvaard te worden, moet dit voorstel de gekwalificeerde meerderheid behalen. De schrapping wordt vermeld in het verslag van de algemene vergadering en gepubliceerd in de bondsbladen. 24. Gevolgen voor de verantwoordelijke bestuursleden 241. Schrapping wegens schulden: het verantwoordelijk bestuurslid dat nalaat het aandeel te betalen in de schuld die van hem gevorderd wordt, kan 14 kalenderdagen na de ingebrekestelling, hem door de Directeur-generaal betekend, geschrapt worden. 242. Schrapping wegens andere redenen: de schrapping van een club voor een andere reden dan haar schulden, brengt tevens de schrapping van ieder verantwoordelijk bestuurslid mee. 243. De schrapping ontslaat de verantwoordelijke bestuursleden van een geschrapte club niet van hun financiële verplichtingen tegenover de KBVB, tegenover een andere door de FIFA erkende nationale bond, tegenover een van hun clubs of een van hun aangeslotenen. 25. Gevolg voor de overige toegewezen aangesloten leden De aangesloten leden die toegewezen zijn aan een club die geschrapt wordt, verliezen hun hoedanigheid van aangesloten lid. Om een toewijzing te verkrijgen naar een andere club moeten zij een nieuw aansluitingsformulier ondertekenen.
Artikel 1922
Schrapping ● Opheffing van schrapping van een aangeslotene
1. Principes 11. Schrappingen en opheffingen van schrapping mogen alleen door het Uitvoerend Comité uitgesproken worden. Andere bondsinstanties en clubs mogen enkel een dergelijke maatregel voorstellen. 12. De schrapping kan voorgesteld worden wegens: -
schulden aan club van toewijzing of anderen; andere redenen; voor de niet-toegewezen aangeslotene: tekortkoming aan financiële verplichtingen tegenover de KBVB.
13. Uitgezonderd sommige schrappingen die administratief worden opgeheven door de Directeur-generaal, kan alleen het Uitvoerend Comité schrappingen opheffen, ten vroegste vijf jaar na hun invwerkingftreding. 14. De aangeslotene wiens schrapping voorgesteld wordt, is van rechtswege geschorst vanaf de indiening van het voorstel tot aan de beslissing van het Uitvoerend Comité. 2. Modaliteiten 21. Schrapping wegens schulden van een toegewezen aangeslotene 211. Schulden aan zijn club van toewijzing Alvorens een aangeslotene voor te stellen tot schrapping wegens schulden, is de club, waaraan hij toegewezen is, ertoe gehouden, hem bij aangetekend schrijven in gebreke te stellen het verschuldigd bedrag te vereffenen binnen een termijn van minstens veertien kalenderdagen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
331
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN Indien de aangeslotene niet betaalt, verwittigt de club de Directeur-generaal en voegt daarbij het afschrift van de aangetekende brief die aan de betrokkene gestuurd werd evenals het bewijs van verzending. De Directeur-generaal maant nadien de schuldenaar aan bij aangetekend schrijven zijn schuld binnen de acht kalenderdagen te vereffenen. 212. Schulden aan anderen Indien het gaat om een som verschuldigd aan de bond, een andere nationale vereniging erkend door de FIFA, een van haar clubs of aangeslotenen, waarvan het invorderingsrecht door de bevoegde bondsinstantie werd erkend en deze schuld niet op het aangewezen tijdstip werd vereffend, licht de schuldeiser de Directeur-generaal van deze tekortkoming in, dat de nalatige aangeslotene bij aangetekend schrijven in gebreke stelt zijn schuld binnen de acht kalenderdagen te vereffenen. 213. Wanbetaling In de gevallen bedoeld in 211 en 212 wordt de schuldenaar die zijn schuld binnen de acht kalenderdagen na de aanmaning door de Directeur-generaal niet heeft vereffend, van de bondslijsten geschrapt. Deze sanctie wordt in de bondsbladen gepubliceerd. Wanneer de schuldenaar geen achttien jaar oud is bij het verstrijken van deze termijn van acht kalenderdagen, wordt hij door het Uitvoerend Comité geschorst voor onbepaalde tijd en wordt deze sanctie gepubliceerd in de bondsbladen. Indien hij op het ogenblik van zijn wettelijke meerderjarigheid nog niet betaald heeft, wordt hij van rechtswege geschrapt. 22. Schrapping wegens niet naleven van de financiële verplichtingen jegens de KBVB van een niet-toegewezen aangeslotene 221. De Directeur-generaal stuurt aan de in gebreke zijnde niet-toegewezen aangeslotene een aanmaning tot vereffening van haar schuld binnen dertig kalenderdagen, alvorens hem in aanleg van schrapping te stellen. Indien de aangeslotene binnen die termijn de verschuldigde bedragen niet vereffent, kan hij tot schrapping voorgesteld worden. 222. De redenen tot schrapping worden gepubliceerd in de bondsbladen samen met de onmiddellijke opschorting van de uitoefening van het aan de betrokkene toevertrouwde bondsmandaat. 223. Indien de betrokkene binnen de acht kalenderdagen, volgend op de publicatie van het in aanleg van schrapping stellen, de afbetaling van zijn schulden bewijst, annuleert de Directeur-generaal de beoogde sanctie, door middel van een administratieve beslissing. Deze beslissing wordt gepubliceerd in de bondsbladen. 224. Behoudens regularisatie voor 31 maart, wordt de in gebreke blijvende betrokkene geschrapt door het Uitvoerend Comité op de eerste zitting van de maand april. Hierdoor verliezen ze hun hoedanigheid van aangesloten lid. 23. Schrapping wegens andere redenen 231. Initiatief van de club van toewijzing Vooraleer een schrapping wegens een andere reden aan het Uitvoerend Comité voor te stellen, moet de club van toewijzing bij aangetekend schrijven de getroffen beslissing, binnen de zes werkdagen, aan de betrokken aangeslotene betekenen. Bovendien moet de club wachten tot de reglementaire termijn, tijdens welke de betrokkene het recht heeft een verhaal in te dienen bij de bevoegde bondsinstantie, verstreken is. Desnoods dient gewacht te worden op de beslissing van de instantie, die ter zake in laatste aanleg oordeelt. 232. Geen schrapping Wanneer het Uitvoerend Comité het voorstel tot schrapping verwerpt, wordt de aangeslotene als ontslagen beschouwd. In dat geval, kan hij om zijn toewijzing bij een andere club van de bond verzoeken. 24. Administratieve opheffing van de schrapping De schrappingen worden administratief opgeheven door de Directeur-generaal in de volgende gevallen: 241. Schrappingen van aangeslotenen wegens schulden: na betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met de intresten berekend tegen de rente bepaald in Art. 1751. 332
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN 242.Schrappingen van scheidsrechters wegens het niet inleveren van hun scheidsrechterskaart: na betaling van een boete van 50,00 EUR. 243. Schrappingen van niet-toegewezen aangeslotenen wegens onbetaalde bondsbijdrage na betaling van het verschuldigd bedrag, vermeerderd met de intresten berekend tegen de rente bepaald in Art. 1751, en na naleving van de wachttijd van drie jaar vanaf de datum waarop de schrapping werd uitgesproken 25. Opheffing van schrapping door het Uitvoerend Comité 251 Formaliteit In elk geval moet een aangeslotene wiens schrapping wordt opgeheven, ongeacht zijn leeftijd, een nieuw aansluitingsdocument ondertekenen, dat pas aanvaard wordt vanaf de datum waarop de schrapping wordt opgeheven. 252. Toewijzing aan zijn vroegere club Tot op de leeftijd van 35 jaar kan een aangeslotene, wiens schrapping van de bondslijsten wordt opgeheven, enkel worden toegewezen aan de club waarvan hij deel uitmaakte op het ogenblik van zijn schrapping tenzij deze club zijn toewijzing weigert of haar akkoord geeft. 253. Toewijzing aan een andere club Wordt hij aan een andere club dan zijn club van herkomst toegewezen, dan mag hij slechts vanaf de daaropvolgende 1 juli in officiële wedstrijden van de eerste ploeg worden opgesteld. 26. Opheffing van schorsingen, opgelegd in de plaats van schrapping (213 hierboven) Deze schorsingen voor onbepaalde tijd worden administratief opgeheven door de Directeur-generaal na de betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met de intresten, berekend tegen de in Art. 1751 bepaalde intrestvoet.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
333
TITEL 19: DE SANCTIES JEGENS CLUBS EN AANGESLOTENEN
334
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
TITEL 20 UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING HOOFDSTUK 1: DADEN VAN DOPING Artikel 2001
Doping: bijzondere verbintenis van de clubs - FIFA-competities
1. Principes 11. De clubs verbinden er zich uitdrukkelijk toe het gebruik van doping door hun spelers niet aan te moedigen, toe te laten of te dulden. Indien er een inbreuk in hoofde van de club behoorlijk wordt vastgesteld, wordt zij verantwoordelijk gesteld en bestraft. 12. Voor het reglement van de dopingcontrole voor de competities van de FIFA, en onder voorbehoud van de algemene rechtsprincipes, van de bepalingen van openbare orde en van de nationale, regionale en communautaire wetgeving ter zake: zie bijlage 3C: Reglement van de FIFA - Doping 2. Modaliteit De club op wier terrein de wedstrijd wordt gespeeld moet een lokaal, dat zich binnen de installaties van die club bevindt, ter beschikking stellen van de afgevaardigde geneesheer, zodat hij zijn opdracht veilig en discreet kan uitvoeren.
Artikel 2002
Doping: bijzondere verbintenis van de aangeslotenen
1. Principes Het is de aangeslotenen strikt verboden hun toevlucht te nemen tot gelijk welke vorm van doping. Iedereen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken is in het gebruik van doping, wordt gestraft. 2. Modaliteiten 21. Door zijn aansluiting verbindt elke speler zich tot het ondergaan van de "dopingcontrole" en geeft hij toestemming om de resultaten van de analyses en onderzoeken, de aangifte van geneesmiddelen en/of de verklaring van niet-aanbieding, opgesteld wegens het weigeren van de dopingcontrole, aan de KBVB over te maken. 22. Conform de wettelijke bepalingen ter zake, moet de minderjarige speler bij de dopingcontrole vergezeld zijn van een houder van het ouderlijk gezag of van een derde gemachtigd door deze laatste. Dit mandaat moet: -
schriftelijk zijn; nominatief één of meerdere vertegenwoordigers aanduiden; beperkt zijn tot de dopingcontrole.
Bij afwezigheid van de houder van het ouderlijk gezag of ontbreken van het vertegenwoordigingsmandaat: Art. 2004
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
335
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
Artikel 2003
Definitie dopingpraktijk en sportmanifestatie
1. Principes 11. Worden als doping beschouwd, het gebruik van een substantie en/of middel (en aanverwante acties of middelen) bij de voorbereiding op/of de deelname aan een sportmanifestatie, dat van aard is het rendement kunstmatig te beïnvloeden. 12. het gebruik van elke substantie en/of van gelijk welk middel om de onder 211 geciteerde praktijken te verdoezelen; 13. Onder sportmanifestatie verstaat men elke georganiseerde voetbalactiviteit, meer bepaald trainingen, vriendschappelijke, competitie- of bekerwedstrijden. 2. Modaliteiten 21. Worden als doping beschouwd: 211. het gebruik van een substantie en/of een middel bij de voorbereiding op en/of de deelname aan een sportmanifestatie, dat van aard is het rendement kunstmatig te beïnvloeden; 212. het dopinggebruik te vergemakkelijken of te bevorderen door gelijk welk feit en op eender welke wijze; 213. het ter beschikking hebben, zonder geldige reden, van substanties of middelen beschreven onder 211 en 212 hierboven; 214. de weigering zich te onderwerpen aan een dopingcontrole, de weigering om de aangevatte procedure verder te zetten of het opzettelijk onmogelijk maken van de controle, ongeacht de wijze waarop. 22. De substanties en/of middelen bepaald in 211 en 212 zijn diegene die beschreven zijn in de lijsten met verboden middelen van het World Antidoping Agency (WADA), zonder afbreuk te doen aan de regels desbetreffend uitgevaardigd door de gemeenschappen al naargelang van de plaats van de controle.
Artikel 2004
Doping: procedure - sancties
1. Principes 11. Na ontvangst van de definitieve uitslag van de door het erkende laboratorium uitgevoerde analyses, betekent de Directeurgeneraal per aangetekende brief, binnen de drie werkdagen, de resultaten aan de speler die schuldig bevonden wordt aan dopinggebruik en maakt het dossier over aan het Bondsparket. 12. In geval van doping heeft de positief bevonden persoon de plicht om de bewijsstukken voor te leggen die de vermindering of de opschorting van een sanctie tot gevolg kunnen hebben. De beschuldigde speler zal eveneens moeten bewijzen hoe de verboden substantie in zijn organisme is terechtgekomen opdat de duur van de sanctie zou verminderd worden. 13. Sancties worden opgelegd aan aangesloten en clubs die schuldig worden bevonden aan doping. 14. De definitieve beslissingen van de bevoegde federale instanties worden gelijktijdig betekend aan de partijen en aan het Wereld Anti Doping Agentschap (WADA). Elke overtreding tegen de antidopingregels zal openbaar worden gemaakt door de FIFA binnen de dertig dagen. 2. Modaliteiten Volgende sancties worden genomen tegen de schuldige aangeslotenen en clubs: 21. Aangeslotenen 211. De inbreuk bepaald in Art. 2003 die gepleegd wordt vóór, tijdens of na een sportmanifestatie leidt tot de hiernavolgende bepaalde sancties: 336
de eerste inbreuk, tot een schorsing van minimum zes maanden en maximum vierentwintig maanden; de volgende inbreuk, tot een levenslange schorsing. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING 212. In geval van gebruik van substanties opgesomd in de rubriek getiteld "specifieke substanties" van de door het World Antidoping Agency opgestelde lijst, mag de bovenvermelde sanctie van 6 maanden worden verminderd, en zelfs door een waarschuwing worden vervangen. 213. In geval van een tweede inbreuk zal de sanctie een schorsing van minimum 24 maanden bedragen, en bij nieuwe herhaling zal een levenslang deelnameverbod aan voetbalactiviteiten en de schrapping van de bondslijsten voorgesteld worden aan het Uitvoerend Comité. 214. In alle bovenvermelde gevallen, kan ook een boete van 6.500,00 EUR tot 10.000 EUR worden opgelegd. Bovendien worden alle kosten en uitgaven van welke aard ook, die door de bond vanaf het begin tot het einde van de procedure werden gedragen, ten laste van de overtreder gelegd. 215. Bovendien geeft de inbreuk, zoals in de punt 211 hierboven bepaald, automatisch aanleiding tot een schorsing van 6 maanden, wegens de morele schade aan de KBVB toegebracht. Deze maatregel wordt opgeslorpt door de voor hetzelfde feit opgelopen sanctie, uitgesproken door de overheid of de KBVB, ten belope van het maximum ervan. 22. Club 221. De club die schuldig wordt bevonden aan overtreding van de bijzondere verbintenis bepaald in Art. 2001.11 wordt geacht een daad van competitievervalsing te hebben gepleegd. Bijgevolg zijn onder meer toepasselijk de bepalingen in verband met de verantwoordelijkheid van de club, de proceduretermijnen en de verjaring. 222. De bevoegde instanties oordelen soeverein over de ernst van de feiten en spreken volgende sancties uit: -
ofwel de boetes voorzien in Art. 2008.213 met puntenverlies voor de wedstrijd waarin de inbreuk gebeurde; ofwel de degradatie zoals voorzien in Art. 2008.211.
223. De controle die onmogelijk wordt gemaakt door de afwezigheid van de houder van het ouderlijk gezag of door het ontbreken van een vertegenwoordigingsmandaat wordt bestraft met de boete voorzien in Art. 2008.213, voor zover de club niet kan aantonen dat de houder van het ouderlijk gezag heeft geweigerd een dergelijk mandaat af te leveren of dat er een zware nalatigheid in hoofde van de club wordt vastgesteld door de bevoegde bondsinstantie.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
337
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
HOOFDSTUK 2: DADEN VAN COMPETITIEVERVALSING Artikel 2006
Daden van competitievervalsing: definitie
1. Principes 11. Wordt beschouwd als competitievervalsing, elke daad die erin bestaat of ertoe strekt een wedstrijd, een kampioenschap of andere officiële competitie te vervalsen. 12. De bevoegde bondsinstanties oordelen soeverein of een dergelijke poging of daad moet beschouwd worden als competitievervalsing. 2. Modaliteiten 21. Competitievervalsing Worden beschouwd als competitievervalsing: -
het aanbieden of geven van een voldoend belangrijk geacht voordeel aan spelers van een andere dan zijn eigen club, die wegens haar klassering haar belang heeft bij het resultaat van de wedstrijd; het opzettelijk verzwakken van een ploeg met het doel de uitslag van een wedstrijd te vervalsen; met een speler of een trainer onderhandelingen over een transfer of een aanwerving aan te knopen of aangeknoopt te hebben, dit om de uitslag van een wedstrijd te beïnvloeden; forfait te verklaren met als enig doel een tegenstrever te bevoordelen; een overtreding te plegen op de verbodsbepalingen betreffende inmenging in andere clubs (Art. 308) of betreffende de terbeschikkingstelling van meer dan drie spelers aan clubs tijdens eenzelfde kampioenschap en eenzelfde seizoen (Art. 909.24).
22. Meldingsplicht Elke daad, gedraging of tekortkoming nopens de meldingsplicht (Art. 2008) kan onderzocht en worden toegevoegd aan de initiële zaak betreffende de competitievervalsing. De club, aangeslotene of betrokken persoon, kan dientengevolge bestraft worden met de passende sancties.
Artikel 2007
Daden van competitievervalsing: aansprakelijkheid van de club
Op grond van het dossier en het gevoerde onderzoek oordelen de bevoegde bondsinstanties soeverein of de daad van of de poging tot competitievervalsing, begaan door een aan de betrokken club al dan niet toegewezen aangeslotene of door een nietaangeslotene, de aansprakelijkheid van de club meebrengt.
Artikel 2008
Daden van competitievervalsing: sancties
1. Principes 11. Een club of een aangeslotene die: -
zich schuldig maakt aan een poging tot of een daad van competitievervalsing; er op enige wijze aan deelneemt; deze niet verhindert, hoewel daartoe de mogelijkheid bestond; de bond hiervan niet inlicht, alhoewel hij of zij door persoonlijke vaststelling weet dat ze werkelijk begaan werd,
worden bestraft al naar gelang het geval met degradatie, schrapping, boetes, puntenhandicap…., zoals bepaald in de modaliteiten. 12. Voor een niet-aangesloten persoon schuldig aan een poging tot of een daad van competitievervalsing, stellen de bevoegde bondsinstanties aan het Uitvoerend Comité een weigering van aansluiting voor van minimum drie jaar en bestendig in geval van recidive. 338
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING 13. Strafprocedure Zie Art. 1742 2. Modaliteiten 21. Bestraffing van de club 211. Degradatie Indien de aansprakelijkheid van de club vaststaat, wordt ze veroordeeld tot de degradatie, d.w.z. verwijzing naar de onmiddellijk lagere afdeling dan deze waarin zij uitkwam op het ogenblik waarop de inbreuk gepleegd werd. Indien, bij de definitieve uitspraak, de club al in een lagere afdeling speelt dan deze waarin ze uitkwam op het ogenblik van de inbreuk, wordt ze verwezen naar de onmiddellijk lagere afdeling dan deze waarin ze uitkomt op het ogenblik van gezegde uitspraak. Indien, op het einde van het seizoen waarin de definitieve uitspraak plaatsheeft, de club daalt op basis van haar resultaten, wordt ze veroordeeld tot een degradatie met twee afdelingen in vergelijking met deze waarin ze uitkomt op het ogenblik van gezegde uitspraak De degradatie moet in elk geval effectief plaatsvinden. Indien dit niet mogelijk is, moet, in plaats van de degradatie, beslist worden dat deze club gedurende één seizoen inactief moet blijven met haar eerste ploeg(en) ofwel moet deelnemen aan een kampioenschap van reserven op provinciaal vlak. Indien de daad van de poging tot competitievervalsing een andere ploeg betreft dan de eerste, heeft ze de degradatie van de club niet tot gevolg (zie 215 hierna). 212. Schrapping Indien bewezen is dat de inbreuk gepleegd werd met het medeweten en de instemming van de meerderheid van de bestuursleden van de club, kan deze van de bondslijsten geschrapt worden. 213. Boetes -
Naast de degradatie, wordt aan de club een boete opgelegd door de bevoegde bondsinstantie. Indien de schuldige club in het betrokken seizoen met haar eerste ploeg in nationale afdelingen uitkwam, wordt een boete opgelegd gaande van 5 tot 20% van de globale bruto-ontvangsten van de club, waarop bondstaksen geheven werden gedurende het seizoen waarin de inbreuk werd gepleegd en met een minimum zoals hierna bepaald. Indien de schuldige club in het betrokken seizoen met haar eerste ploeg in lagere afdelingen uitkwam, wordt een boete opgelegd gaande van eenmaal tot vijfmaal de forfaitaire belasting, die de club reglementair verschuldigd is, en met een minimum zoals hierna bepaald. De onderstaande minima worden bepaald naar gelang de afdeling waartoe de club behoorde op het ogenblik van de inbreuk: -
-
lagere afdeling: 775,00 EUR bevordering: 1.550,00 EUR 3de nationale afdeling: 3100,00 EUR 2de nationale afdeling: 6200,00 EUR 1ste nationale afdeling: 15.500,00 EUR
De boetes en de minimumbedragen worden verdubbeld indien: -
de degradatie reglementair niet meer kan uitgesproken worden; de club recidive pleegt in de loop van de tien seizoenen volgend op dit van de definitieve uitspraak.
214. Puntenhandicap Naast de bevolen degradatie, dient de club die zich schuldig gemaakt heeft aan competitievervalsing, door de beoordelende bondsinstantie een puntenhandicap opgelegd, ter vrijwaring van de belangen van de clubs, die in dezelfde reeks uitkomen. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
339
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING Deze puntenhandicap bedraagt 9 tot 30 punten in een kampioenschap met 18 ploegen en 6 tot 24 punten in een kampioenschap met minder dan 18 ploegen. Zo het kampioenschap in drie periodes wordt ingedeeld, wordt de puntenhandicap gelijkmatig over de drie periodes verdeeld. In voorkomend geval kan de bevoegde bondsinstantie de schuldige club het verbod opleggen om deel te nemen aan de eindronde om eventueel te stijgen. 215. Competitievervalsing andere ploegen dan eerste ploegen Wanneer de competitievervalsing een andere ploeg dan de eerste betreft, wordt de club een boete opgelegd waarvan het bedrag, zonder 250,00 EUR te kunnen overtreffen, ter beoordeling overgelaten wordt aan de bevoegde instantie. Deze laatste moet bovendien de aangeslotenen van wie de aansprakelijkheid in de overtreding bewezen is, bestraffen. 216. Andere straffen: sportieve sanctie - schadeloosstelling - verbeurdverklaring van de gelden Tegen de schuldige club kan bovendien een sportieve sanctie uitgesproken worden. Deze bestaat in het verbod gedurende de drie seizoenen die volgen op de definitieve uitspraak, deel te nemen aan de volgende competities: -
Beker van België of provinciale beker; Europese Beker waarvoor de club gekwalificeerd is.
Deze sportieve sanctie moet uitgesproken worden indien de degradatie reglementair niet meer mogelijk is. Aan de door de competitievervalsing benadeelde club kan lastens de schuldige club schadevergoeding toegekend worden. In elk geval worden de fondsen aangewend voor de daad van competitievervalsing verbeurd verklaard ten gunste van de bond. 217. Intrekking van een titel De schuldige club verliest de onwettig behaalde titel zonder dat deze noodzakelijkerwijze a posteriori aan een andere club dient te worden toegekend. 22. Bestraffing van de aangeslotene 221. Een aangeslotene die zich schuldig maakt aan een poging tot of daad van actieve of passieve competitievervalsing, wordt bestraft met een schorsing. De duur ervan wordt bepaald door de bevoegde bondsinstanties, maar met een minimum van één jaar. 222. Deze aangeslotene kan door de bevoegde bondsinstantie worden voorgesteld tot schrapping. In geval van recidive is de schrapping verplicht. 223. Een aangeslotene die in het openbaar verklaringen aflegt waarbij andere aangeslotenen of clubs pogingen tot of daden van competitievervalsing ten laste worden gelegd en die de bond niet inlicht wordt bestraft met een boete van 125,00 tot 1.250,00 EUR. 224. De bevoegde bondsinstanties kunnen het Uitvoerend Comité voorstellen de bondsonderscheidingen, toegekend aan aangeslotenen die schuldig bevonden werden aan competitievervalsing, in te trekken.
340
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
HOOFDSTUK 3: VERSTORING VAN DE COMPETITIES Artikel 2011
Clubs met schuldenlast
1. Principes 11. Een club wordt geacht de competities te verstoren, zo financiële moeilijkheden en een wankel krediet deze verhindert in de loop van eenzelfde seizoen minstens 3 wedstrijden, voorzien in de kalender van het kampioenschap of de beker, waaraan haar eerste ploeg deelneemt, te spelen. 12. Het Uitvoerend Comité kan alle noodzakelijke en gewenste maatregelen treffen ten overstaan van de club dewelke zich schuldig maakt aan verstoring van het kampioenschap om de regelmatigheid van het kampioenschap en/of beker te verzekeren. 13. Het Uitvoerend Comité maakt de zaak aanhangig bij het Bondsparket ten einde de zaak ten gronde te onderzoeken. 14. Het Bondsparket maakt zijn verslag en advies over aan de Controlecommissie die beslist of de club een sanctie moet ondergaan op het einde van het seizoen. 15. Wanneer de beslissing in kracht van gewijsde getreden is, wordt ze voor uitvoering overgemaakt aan het Sportcomité en/of het Provinciaal Comité naar gelang het geval. 2. Modaliteit Tenzij de club wegens bondsschulden dient te worden geschrapt, worden volgende sancties aan de schuldige club opgelegd op het einde van het seizoen: -
de degradatie, namelijk de verwijzing naar de onmiddellijk lagere afdeling, behoudens: -
-
als de overnemende club het recht op promotie verworven heeft en dit recht haar ter compensatie van de degradatie ontnomen wordt; als de overnemende club degradeert en de degradatie met twee afdelingen bevolen wordt;
een handicap van 9 punten bij aanvang van het kampioenschap in geval van degradatie. Indien het kampioenschap in periodes wordt gespeeld, wordt deze handicap verdeeld a rato van drie punten per periode.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
341
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
HOOFDSTUK 4: OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM Artikel 2016
Overdracht van patrimonium en van het stamnummer
1. Principes 11. Een club die het geheel of een deel van haar patrimonium evenals haar stamnummer dient over te dragen aan een andere rechtspersoon, feitelijke vereniging of natuurlijke persoon, moet deze overdracht ter goedkeuring voorleggen aan de bevoegde bondsinstanties. 12. De schuldeisers die beschikken over een schuldvordering die aanleiding kan geven tot schrapping dienen zich binnen de termijn van 3 maanden na het verschijnen van het bericht tot verzoek van overdracht in de bondsbladen kenbaar te maken per aangetekend schrijven aan de Directeur-generaal. 13. Na het verstrijken van deze termijn blijven de schuldvorderingen die niet aan de KBVB werden bekend gemaakt opvorderbaar zoals contractueel bepaald, doch kunnen deze geen aanleiding meer geven tot de procedure tot schrapping, uitgezonderd de schulden tegenover de KBVB, UEFA en FIFA, die steeds aanleiding kunnen geven tot schrapping. 14. Wanneer de beslissing in kracht van gewijsde getreden is, wordt ze voor uitvoering overgemaakt aan het Sportcomité en/of het Provinciaal Comité naar gelang het geval. 2. Modaliteiten 21. Voorafgaande verplichting van de overdragende club Een club die geheel of gedeeltelijk haar patrimonium en haar stamnummer dient over te dragen, moet uiterlijk op 31 maart voorafgaandelijk aan deze overdracht bij aangetekend schrijven een dossier overmaken aan de Directeur-generaal. Dit dossier omvat: 1° volledige en waarachtige staat van activa en passiva, 2° voorwaarden van de overdracht, 3° plan ter betaling van vervallen en niet vervallen schulden. Dit verzoek wordt kenbaar gemaakt in de bondsbladen. 22. De overnemende club 221. De overnemende club is de rechtspersoon, feitelijke vereniging of natuurlijke persoon die in de rechten en plichten treedt van een andere club. 222. De wijziging van de juridische vorm van de vereniging mag niet beschouwd worden als een strafbare overdracht, behalve wanneer de belangen van de schuldeisers worden geschaad. 23. Verplichtingen van de overnemende club 231. De overnemende club moet: -
onmiddellijk de zekere, vaststaande en opeisbare schulden van de overdragende club aanzuiveren; zich er toe verbinden, desnoods na het verstrekken van een bankwaarborg of gelijkwaardige garantie, om de nog te vervallen en onbetwistbare schulden van de overdragende club te voldoen.
232. Bij niet-naleving der verplichtingen stelt de overnemende club zich bloot aan sancties. 24. Sanctioneerbare overdracht De overdracht van patrimonium of het in stand houden van een onregelmatige overdracht van patrimonium wordt gesanctioneerd zo de overnemende club niet voldoet aan de voorwaarden bepaald door 231 hierboven.
342
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING 25. Procedure 251. Voor verder onderzoek wordt het dossier overgemaakt aan de Bondsprocureur, die dit samen met een advies overmaakt aan de Controlecommissie voor verdere afhandeling. 252. Het Bondsparket kan zich laten bijstaan door een onafhankelijke deskundige, gekozen op de door het Uitvoerend Comité opgestelde lijst. De kosten van de interventie van de deskundige worden ten laste gelegd van de overnemende club, voor zover de overdracht sanctioneerbaar is. 253. De uitgebreide Controlecommissie beslist of de overdracht al dan niet sanctioneerbaar is. 254. Alle proceduretermijnen voor de Controlecommissie, het Beroepscomité en de Evocatiecommissie worden gehalveerd. 26. Sancties Volgende sancties worden aan de schuldige club opgelegd op het einde van het seizoen: -
de degradatie, namelijk de verwijzing naar de onmiddellijk lagere afdeling, behoudens: -
-
als de overnemende club het recht op promotie verworven heeft en haar dit recht ter compensatie van de degradatie ontnomen wordt; als de overnemende club degradeert en de degradatie met twee afdelingen bevolen wordt; in geval van recidive binnen de vijf jaar en de club tot schrapping moet worden voorgesteld.
een handicap van 9 punten bij aanvang van het kampioenschap in geval van degradatie. Indien het kampioenschap in periodes wordt gespeeld, wordt deze handicap verdeeld a rato van drie punten per periode.
Artikel 2017
Clubs in vereffening
Op straffe van schrapping, dient een club in vereffening uiterlijk op 31 maart van het seizoen daaropvolgend een overdracht van patrimonium te realiseren of haar activiteiten stop te zetten.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
343
TITEL 20: UITZONDERLIJKE PROCEDURES: DOPING, COMPETITIEVERVALSING, VERSTORING VAN DE COMPETITIES, OVERDRACHT VAN PATRIMONIUM EN BURGERRECHTERLIJKE UITSLUITING
HOOFDSTUK 5: BURGERRECHTELIJKE UITSLUITING VAN TOESCHOUWERS Artikel 2021
Procedure betreffende toeschouwers
de
burgerrechtelijke
Zie bijlage 6
344
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
uitsluiting
van
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
TITEL 21 DE VERZEKERINGEN HOOFDSTUK 1: ALGEMEENHEDEN Artikel 2101
Algemeen principe
1. De Federatie sloot, onder de nummers: BA 1.163.531/A (leden), BA 1.163.531/B (niet-leden) en BA 1.163.531/C (contractuelen) LO 1.116.530/A (leden), LO 1.116.530/B (niet-leden) en LO 1.163.530/C (contractuelen) waarborgen af bij de verzekeringsmaatschappij ARENA ter vergoeding van: schade veroorzaakt aan derden (BA = burgerlijke aansprakelijkheid) lichamelijke letsels (LO = lichamelijke ongevallen) 2. Deze titel 21 is een handleiding voor de toepassing van deze polissen (zie Bijlage 4).
Artikel 2102
Begunstigden
1. Principe Elk aangesloten lid van de KBVB, en niet-aangesloten leden bij sportpromotionele activiteiten die de federatie en/of aangesloten clubs inrichten kunnen van deze verzekeringen genieten. 2. Modaliteit Kunnen genieten van de tussenkomst van deze waarborgen: 1° De bij de KBVB aangesloten spelers al dan niet onderworpen aan de sociale zekerheid in hun hoedanigheid van speler, die als titularis of als invaller deelnemen aan een wedstrijd of aan een training zoals bij dit reglement bedoeld. Nochtans komen betaalde spelers, die conform hun statuut kunnen genieten van de verzekering tegen arbeidsongevallen, niet in aanmerking voor terugbetaling van geneeskundige kosten, noch voor vergoedingen voor blijvende werkonbekwaamheid , noch voor vergoedingen voor overlijden. 2° De scheidsrechters en andere bij de bond aangeslotenen, speciaal door de bond afgevaardigd om, rechtstreeks of onrechtstreeks, deel te nemen aan voetbalwedstrijden en trainingen. 3° De gelegenheidsscheidsrechters. 4° De leden van bondsinstanties die een bondsvergadering moeten bijwonen of een bondszending moeten vervullen. 5° De niet-spelende aangeslotenen door de clubs afgevaardigd om officiële functies te bekleden, op voorwaarde dat hun naam op het wedstrijdblad voorkomt. 6° De geneesheren, kinesitherapeuten, verzorgers en onbezoldigde trainers, op voorwaarde dat zij aangesloten zijn bij de bond. 7° De stewards van een club, aangesloten bij de KBVB en geldig toegewezen aan een club, die de ordediensten bijstaan ter gelegenheid van een wedstrijd. 8° De vrijwilligers, aangesloten bij de KBVB en toegewezen aan een club, die deze club bijstaan in haar activiteiten binnen de ruimte van het stadion, met uitzondering van alle extrasportieve manifestaties. De sportactiviteiten moeten plaatshebben naar aanleiding van wedstrijden en trainingen.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
345
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
HOOFDSTUK 2: CRITERIA VAN TEGEMOETKOMING Artikel 2106
Bepaling van een ongeval
Onder ongeval wordt verstaan, de schade veroorzaakt door het plotseling of toevallig optreden van een uitwendige kracht, onafhankelijk van de wil van het slachtoffer.
Artikel 2107
Gevolgen van een ongeval
1. Principes 11. Sommige gevolgen van een ongeval worden aanvaard door de verzekeraar, terwijl andere niet aanvaard worden. 12. Zo het vaststaat dat de vroegere gezondheidstoestand van de gekwetste de verwonding verergerd heeft of de vereiste behandeling heeft bemoeilijkt, kan er slechts een tegemoetkoming zijn op grond van de normale evolutie der letsels bij een lichamelijk en geestelijk gezond persoon. 2. Modaliteiten 21. Aanvaarde gevolgen van een ongeval 211. De letsels voortspruitend uit allerhande inspanningen, spit, lendenverrekking, pees- en spierklap, krampen, pees- en spierscheuring en bloedvergiftiging wanneer zij voortspruit uit een verwonding waarvoor de verzekeraar tussenkomt. 212. Letsels opgelopen in een niet-aangekondigde vriendschappelijke wedstrijd. In dit geval echter wordt het bedrag van deze tussenkomst teruggevorderd via de rekening-courant van de club die de niet-aangekondigde wedstrijd organiseerde. 213. Letsels opgelopen tijdens een training of wedstrijd bij een club waarvoor de speler niet gekwalificeerd is, zonder toestemming van zijn club van toewijzing. In dit geval echter wordt het bedrag van deze tussenkomst teruggevorderd via de rekening-courant van de club die van de diensten van de speler heeft gebruik gemaakt. 214. De lichamelijke of materiële schade opgelopen door een scheidsrechter die een niet- of laattijdig aangekondigde vriendschappelijke wedstrijd leidt. Bij een niet-aangekondigde vriendschappelijke wedstrijd wordt het bedrag van de tussenkomst teruggevorderd via de rekening-courant van de inrichtende club. 215. De slagen, de verwondingen, de lichamelijke en/of materiële schade als gevolg van vechtpartijen of aanrandingen die voortvloeien uit de normale risico's van een wedstrijd, met uitzondering van de schade die de aanrander zelf opgelopen heeft. 216. De ziektes en infecties die rechtstreeks voortvloeien uit een ongeval, bevriezing, zonnesteek, plotselinge verdrinking. 217. Beten van dieren en steken van insecten en hun gevolgen. 22. Niet-aanvaarde gevolgen van een ongeval Worden niet gedekt door de verzekering: 221. Verzwakking, verkoudheid, bloedaandrang, bloedbesmetting, beroerte, vallende ziekte en andere soortgelijke aandoeningen, alsook hun gevolgen. 222. De breuken of darmafsluitingen, ongeacht de oorzaken daarvan. Onder niet in aanmerking komende breuken dient verstaan de breuk uit zwakte in de medische betekenis van het woord en waarvan de oorzaken niet in het ongeval zelf te vinden zijn. 223. De gevolgen van een heelkundige ingreep die geen oorzakelijk verband houden met het ongeval. 224. Aderspat of wonden aan door aderspat aangetast weefsels. 225. Tendinitis, pubalgie en andere letsels die niet posttraumatisch zijn.
346
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN 226. Een ongeval veroorzaakt door een staat van dronkenschap of van alcoholintoxicatie van minstens 0,5 gr./liter of onder invloed van drugs of andere bedwelmende middelen, tenzij het slachtoffer de afwezigheid van een oorzakelijk verband bewijst. 227. De letsels, opgelopen door spelers die aan een wedstrijd of aan een training deelnemen, die het gevolg zijn van het dragen van een bril. Evenwel worden letsels veroorzaakt door en aan anderen door het dragen van een bril ten laste genomen binnen de perken van Art. 2117. 228. De letsels veroorzaakt door belijningsproducten die niet beantwoorden aan de voorschriften van het bondsreglement. 229. De letsels of het overlijden ingevolge het gebruik van verplaatsbare doelen die niet beantwoorden aan de voorschriften van het bondsreglement.
Artikel 2108
Plaats van het ongeval
1. Principes 11. Het ongeval moet zich voordoen op het terrein, in de zaal of de plaats van de organisatie, in de neutrale zone, in de kleedkamers of op de weg van de kleedkamers naar het terrein en omgekeerd. 12. Worden eveneens vergoed de ongevallen van alle leden die zich voordoen op de kortste weg van de woonplaats naar de plaats van de organisatie en omgekeerd, doch enkel indien de weg afgelegd wordt in de kortst mogelijke tijd, rekening houdend met het gebruikte vervoermiddel, en voor zover deze leden geen vergoeding bekomen van een aansprakelijke derde of verzekeraar. 2. Modaliteiten 21. De leden zijn niet gedekt op de weg van of naar de organisatie, indien bij de verplaatsing gebruik gemaakt wordt van een motorfiets of van een bromfiets met meer dan 50 cc cilinderinhoud. 22. De stewards kunnen genieten van een tussenkomst bij ongevallen, aanrandingen of incidenten dewelke zich kunnen voordoen op de plaatsen waar zij zich dienen te bevinden met het oog op de effectieve uitoefening van hun activiteit. Bovendien blijft Art. 2129 betreffende de subrogatie onverminderd van toepassing.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
347
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
HOOFDSTUK 3: ADMINISTRATIEVE PROCEDURE Artikel 2111
Melding van het ongeval
1. Elk ongeval moet door een geneesheer vastgesteld worden en dient, op straffe van onontvankelijkheid, binnen de veertien werkdagen na het ongeval -datum poststempel geldig zijnde- bij het Algemeen Secretariaat gemeld te worden. Dit gebeurt op een door de bond ter beschikking gesteld formulier. 2. De verklaring van een overlijden ingevolge een ongeval, zoals bepaald in artikel 2106 van het bondsreglement dient binnen de 24 uur te gebeuren.
Artikel 2112
Stavingsstukken
1. Principes 11. De verzekeraar behoudt zich het recht voor het voorleggen van elk stavingsstuk te eisen dat het noodzakelijk oordeelt, zowel als bewijs van het bestaan van de schade als van de oorzaak van het ontstaan ervan. 12. Elk recht op enige tussenkomst vervalt voor alle documenten en/of aanvragen die twee jaar na de datum van ontvangst van de ongevalsmelding of van het laatste document in het dossier nog zouden toekomen bij het Algemeen Secretariaat. 2. Modaliteiten 21. De stukken vereist voor de behandeling van het dossier van de aangeslotenen, worden aan de dienst verzekeringen overgemaakt door de gerechtigde correspondent van de club. 22. In geval van overlijden behoudt de verzekeraar zich het recht voor zijn tegemoetkoming afhankelijk te stellen van een autopsie. 23. Het dossier blijft enkel m.b.t. zaken die een blijvende invaliditeit tot gevolg hebben geopend tot de genezing van de letsels, over een termijn van 3 jaar vanaf de datum van het ongeval.
348
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
HOOFDSTUK 4: TEGEMOETKOMING Artikel 2116
Mogelijke tegemoetkomingen
1. Principes 11. Onder voorbehoud van de toepassing van Art. 2128 kan de verzekeraar geheel of gedeeltelijk de tussenkomsten voorzien in de onderstaande modaliteiten ten laste nemen. 12. Een algemene vrijstelling van 9,60 EUR, jaarlijks geïndexeerd (basis = 01.01.2009, zie Art. 152), is van toepassing per dossier. 2. Modaliteiten Worden gedragen: 21. Onkosten a)
de dokters-, apothekers-, kliniek- en andere kosten van dezelfde aard;
b)
de verplaatsingskosten wanneer het vervoer per ziekenwagen vereist is, na aftrek van de tegemoetkoming door het ziekenfonds. Een medisch attest is vereist.
22. Compensatoire tegemoetkoming a)
bij loon- of inkomstenderving ingevolge werkonbekwaamheid voortkomende van een ongeval, zoals bepaald in dit reglement;
b)
bij blijvende werkonbekwaamheid of overlijden.
23. Materiële schade In geval van incidenten kan een tegemoetkoming worden toegekend voor de materiële schade, met uitsluiting van de schade veroorzaakt aan een persoonlijk voertuig door betrokkene gebruikt. 24. Kosten van onderzoek Een eventuele tegemoetkoming kan bekomen worden tot maximaal 2.480,00 EUR in de kosten en erelonen van onderzoek en expertises, van verzoeningspogingen, van bijstand door advocaten, van procedures voor alle jurisdicties met het oog op de terugvordering van de kosten en/of van de schade die ten laste blijft van het slachtoffer, voor zover: -
-
het gaat om vechtpartijen of aanrandingen gericht tegen een lid van een bondsinstantie, een officiële of gelegenheidsscheidsrechter of assistent-scheidsrechter die een werkelijke schade tot gevolg hadden, als dusdanig erkend door het Uitvoerend Comité; het Uitvoerend Comité beslist een rechtsvordering in te leiden, hoger beroep aan te tekenen, zich in cassatie te voorzien, enz.; de betrokkene aanvaardt zijn zaak te laten pleiten door een door het Uitvoerend Comité aangestelde advocaat.
De schikkingen betreffende subrogatie zijn van toepassing.
Artikel 2117
Tegemoetkoming in de kosten
1. Principes 11. De verzekeraar kan tegemoetkomingen verstrekken voor medische, farmaceutische, ziekenhuis-, kine- en fysiotherapiekosten en andere van dezelfde aard. Hij komt echter volgens de hieronder voorziene modaliteiten tegemoet in het verschil tussen het officieel barema van de honoraria en verpleegkosten zoals dit resulteert uit de toepassing van de nomenclatuur van de gezondheidszorgen in uitvoering van de wetgeving op de Z.I.V., enerzijds, en de tussenkomst van de wetsverzekeraar (ziekenfonds), anderzijds. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
349
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN 12. Wanneer de gekwetste onderworpen is aan de Z.I.V. zonder evenwel tussenkomst van zijn ziekenfonds te genieten omdat hij in de wachttijd vertroeft, betaalt de verzekeraar op basis van het officieel barema van de prestaties van de Z.I.V. alsmede in voorkomend geval op basis van eventuele bijzondere bepalingen voorzien door huidig reglement. 13. Wanneer de gekwetste niet in regel is met de wetgeving op de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt het dossier niet in aanmerking genomen. 2. Modaliteiten 21. Onkosten voor kine- en fysiotherapie De tegemoetkoming in de onkosten voor kine/fysiotherapie wordt slechts uitgekeerd binnen de volgende perken: -
De voorafgaande toestemming van de verzekeraar is vereist. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd vanaf de datum die voorkomt op het attest van de behandelende geneesheer. Zij mag evenwel niet vroeger aanvangen dan twee dagen voor de datum van ontvangst van de aanvraag. In geval echter van breuk van een lidmaat of ligamentoplastie, verleent de verzekeraar een tegemoetkoming met of zonder voorafgaande toestemming.
-
Indien de sportieve inactiviteit minder bedraagt dan 15 kalenderdagen wordt geen enkele tegemoetkoming door de verzekeraar uitgekeerd.
-
De verzekeraar betaalt slechts één sessie kine/fysiotherapie per dag.
-
De verzekeraar is in geen geval verplicht zich te schikken naar het advies van het ziekenfonds wat betreft het ten laste nemen van een behandeling.
-
De maximale tegemoetkoming wat betreft het aantal verstrekkingen is beperkt tot 60 behandelingen per ongeval en per jaar, behoudens akkoord van de door de verzekeraar aangeduide geneesheer.
22. Voor tandprothesen Voor deze kosten komt de verzekeraar tussen voor een maximaal bedrag van 150,00 EUR per vervangen tand, met een maximum van 600,00 EUR per ongeval of, in de gevallen waar de honoraria dit bedrag niet bereiken, het aan de zorgenverstrekker betaalde bedrag; 23. Voor synthetische gipsen Voor deze kosten komt de verzekeraar tussen voor het bedrag dat, na tussenkomst van de ziekteverzekering, ten laste blijft van de gekwetste. Deze tegemoetkoming is beperkt tot driemaal het bedrag dat door de ziekteverzekering voor dit type gips wordt terugbetaald. 24. Voor implantatiematerialen tijdens een hospitalisatie Voor deze kosten (osteosynthesemateriaal, weefsels van menselijke oorsprong en dergelijke) komt de verzekeraar tussen voor 90% van het bedrag dat, na tussenkomst van de ziekteverzekering, ten laste blijft van de gekwetste. De verzekeraar kan van de gekwetste een attest eisen waaruit de precieze tussenkomst van zijn ziekenfonds (verplichte en vrije verzekering) blijkt. 25. Hospitalisatiekosten Voor deze kosten (farmaceutische en andere) komt de verzekeraar tussen voor 50% van de overblijvende kosten met betrekking tot de hospitalisatie, voor zover deze kosten niet het rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg zijn van een initiatief of een keuze van deze patiënten en niet een supplement zijn op het honorarium van een niet-geconventioneerd verstrekker.
Artikel 2118
Regeling voor loon- en winstderving
1. Principes 11. Bij loon- of winstderving wegens volledige werkonbekwaamheid, kunnen er door de verzekeraar volgens onderstaande modaliteiten tegemoetkomingen uitgekeerd worden. 12. Er wordt nooit een bedrag uitgekeerd aan het slachtoffer dat student of ambtenaar is of, in het algemeen, aan een persoon die geen werkelijk loon- of inkomstenverlies lijdt. 350
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN 2. Modaliteiten 21. Wanneer huidig reglement het voorziet, keert de verzekeraar de volgende vergoedingen uit: 1° Indien de gekwetste onderworpen is aan de Z.I.V. zonder tussenkomst te genieten van zijn ziekenfonds, omdat hij in de wachttijd vertoeft, keert de verzekeraar een bedrag uit van 30,00 EUR per dag vanaf de achtste dag van deze werkonbekwaamheid tot het einde van de stage; 2° Indien de gekwetste als zelfstandige of ten laste van een zelfstandige onderworpen is aan de Z.I.V., dan keert de verzekeraar de onder a) hierboven vermelde bedragen uit van de 8ste tot de 90ste dag werkonbekwaamheid; 3° Indien de gekwetste een speler is die in deze hoedanigheid onderworpen is aan de Sociale Zekerheid, dan keert de verzekeraar aan de club die de speler reeds vergoed heeft 16,25 EUR per dag uit vanaf de 8ste dag tot het hernemen van de sportactiviteit, zonder echter verder te gaan dan de 180ste dag die volgt op het ongeval. 22. Deze tegemoetkomingen worden pas toegekend onder voorbehoud van het voorleggen van een bewijs van werkelijk loon- of inkomstenverlies.
Artikel 2119
Vergoeding bij overlijden
1. Principes 11. De verzekeraar kent vergoedingen toe in geval van overlijden. 12. Er kan slechts een tegemoetkoming door de verzekeraar zijn indien het overlijden plaatsvindt binnen een termijn van één jaar volgend op het ongeval, behalve ingeval de gekwetste gedurende langere tijd geregeld onder geneeskundige behandeling is gebleven. 2. Modaliteit Bij overlijden ten gevolge van een ongeval voorzien in dit reglement wordt de tegemoetkoming van de verzekeraar als volgt bepaald: -
indien de overledene ongehuwd was en geen kind ten laste had: 8.500,00 EUR;
-
indien de overledene gehuwd was, met of zonder kinderen ten laste, samenwonend, echtgescheiden of weduwnaar (weduwe) met één of meerdere kinderen ten laste: 8.500,00 EUR vermeerderd met een forfaitair bedrag van 6.200,00 EUR per persoon ten laste (echtgeno(o)t(e) of kind), waarbij het maximaal bedrag evenwel begrensd is op 37.200,00 EUR.
Artikel 2120
Vergoeding voor blijvende invaliditeit
1. Principes 11. De verzekeraar komt tussen in gevallen van volledig of gedeeltelijk blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval zoals voorzien in dit reglement. 12. Op straffe van verval moet elke aanvraag om vergoeding voor blijvende invaliditeit ingediend worden binnen de zes maanden die volgen op de verzending van het consolidatieattest. 13. Het feit de voetbalsport niet regelmatig te kunnen beoefenen, heeft geen invloed op de schatting van de graad van de blijvende invaliditeit. 14. De verzekeraar betaalt de verzekerden de som voorzien in de bijzondere voorwaarden naar verhouding van de graad van blijvende ongeschiktheid, vastgesteld in de Officiële Belgische Schaal, zodra de consolidatie is ingetreden en uiterlijk 3 jaar na de datum van het ongeval.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
351
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN 2. Modaliteiten 21. Bij het indienen van de aanvraag tot het bekomen van een vergoeding voor blijvende invaliditeit, zal de geneesheer van het slachtoffer een voorstel doen betreffende de graad van blijvende invaliditeit. De verzekeraar kan dit voorstel aanvaarden, of een andere geneesheer aanduiden om eveneens een voorstel te doen. Bij afwijkende resultaten, zal er een overleg dienen plaats te vinden tussen beide geneesheren, om tot een consensus te komen. 22. Bij volledige blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval voorzien in dit reglement, wordt een bedrag van 49.600,00 EUR toegekend. 23. In geval van gedeeltelijk blijvende invaliditeit, wordt het toegekende bedrag als volgt berekend: -
Voor een blijvende invaliditeit van 1% tot en met 25% op een basisbedrag van 35.000,00 EUR; Voor een blijvende invaliditeit van meer dan 26% tot en met 50% op een basisbedrag van 37.200,00 EUR; Voor een blijvende invaliditeit van meer dan 51% tot en met 79% op van een basisbedrag van 49.600,00 EUR; Een blijvende invaliditeit van 80% of meer wordt gelijkgesteld aan een volledige blijvende invaliditeit.
Artikel 2121
Stopzetting van de tegemoetkoming ● Genezingsattest
1. De verzekeraar staakt elke tussenkomst voor de kosten opgelopen na het hernemen van de sportactiviteit. 2. Bij gebreke aan een voorafgaand genezingsattest, komt de verzekeraar echter niet tussen in een later ongeval wanneer de consolidatie van het eerste ongeval niet medisch vastgesteld was op het ogenblik van het volgende ongeval.
352
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
HOOFDSTUK 5: DE BETALINGEN Artikel 2126
Wijze van betaling
1. Principes 11. De tegemoetkomingen aan een scheidsrechter of lid van een bondsinstantie worden rechtstreeks aan de betrokkene uitgekeerd. 12. De andere verzekerden worden uitbetaald via de club waaraan zij toegewezen zijn of waarvoor zij diensten presteerden. Het bedrag wordt geboekt op de rekening van de club. 13. Bij overlijden wordt de tegemoetkoming uitgekeerd aan de rechthebbenden, al dan niet via een notaris of een beheerder ad hoc. 2. Modaliteiten 21. De club is ertoe gehouden de vergoeding ontvangen van de verzekeraar, na aftrek van reeds eventueel uitgekeerde voorschotten, over te maken aan de speler. 22. In geval van niet-betaling door de club van de vergoeding van de verzekeraar aan de speler, kunnen schikkingen getroffen worden voor de rechtstreekse betaling aan de speler.
Artikel 2127
Betalingstermijn
1. Principe Principieel worden de bedragen globaal uitgekeerd bij het afsluiten van het dossier. 2. Modaliteiten 21. Bij ernstige gevallen en/of van lange duur kan de verzekeraar op verzoek van de club en na overlegging van de noodzakelijke stavingsstukken, provisionele tussenkomsten uitkeren. 22. De stavingsstukken mogen ingestuurd worden zonder te wachten op de herneming van de sportactiviteit, vanaf het ogenblik dat er minstens één maand werkonbekwaamheid is. 23. Nooit kunnen de toegekende bedragen intrest opbrengen in afwachting van hun uitbetaling.
Artikel 2128
Terugbetaling verzekeraar
van
de
tegemoetkoming
uitgekeerd
door
de
1. Principes 11. De verzekeraar kan de uitbetaalde bedragen terugvorderen van de verkrijger tot beloop van maximaal het bedrag dat bekomen is van de aansprakelijke, van de sociale zekerheid of op basis van de arbeidsongevallenverzekering. 12. Er moet geen terugbetaling gebeuren indien deze tweede vergoeding verkregen werd in uitvoering van een verzekeringscontract onderschreven ten gunste van de betrokkene en waarin hij aangeduid is als begunstigde. 2. Modaliteiten 21. De terugbetaling waarvan sprake hierboven moet gebeuren door overschrijving aan de Algemene Thesaurie binnen de 15 dagen na het verzoek van de verzekeraar. 22. Bij ontstentenis van uitvoering, wordt de betrokkene geschrapt van de bondslijsten indien hij zijn schuld niet betaalt binnen de 8 kalenderdagen na de aanmaning die hem door de Directeur-generaal betekend wordt.
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
353
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN 23. Deze sanctie wordt gepubliceerd in de bondsbladen en kan administratief opgeheven worden conform de bepalingen van het Bondsreglement.
Artikel 2129
Subrogatie
Wanneer de verzekeraar is overgegaan tot de uitkering van een tegemoetkoming aan de rechthebbende hij gesubrogeerd in zijn rechten tegenover de derde aansprakelijke ten belope van alle door de verzekeraar uitgekeerde vergoedingen, zowel deze met vergoedend als deze met forfaitair karakter.
354
KBVB • REGLEMENT 2009/2010
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
HOOFDSTUK 6: MEDISCHE EXPERTISE EN ARBITRAGE Artikel 2131
Medische expertise
Overgangsmaatregel voor en tot bij consolidatie van de ongevallen ingeboekt tot en met 31.12.2008 1. Principe Indien na een beslissing van de Commissie van het Federaal Solidariteitsfonds, een geschil blijft bestaan over de graad van bestendige invaliditeit, kan gedurende een termijn van drie maanden, aanvangend op datum van de betekening van deze beslissing, door het slachtoffer een medische expertise worden aangevraagd 2. Modaliteiten 21. Dit verzoek wordt bij aangetekend schrijven gericht aan de Directeur-generaal van de KBVB. Het verzoek moet de naam van de deskundige vermelden, die het slachtoffer heeft gekozen om zijn belangen tijdens de medische expertise te behartigen. 22. Nadat de Directeur-generaal door de Commissie in kennis is gesteld van de naam van de geneesheer, die door de Commissie wordt voorgesteld om de KBVB in de medische expertise te vertegenwoordigen, maakt hij vervolgens een overeenkomst ter ondertekening over aan de aanvrager. Deze overeenkomst maakt melding van de procedure van de medische expertise en van de eventuele latere arbitrage, evenals van de verdeling van de kosten. Zij moet ondertekend zijn alvorens de medische expertise een aanvang kan nemen. 23. De medische expertise gaat door binnen de twee maanden na de ontvangst van de ondertekende overeenkomst, op dag en uur in gezamenlijk overleg te bepalen door de twee deskundigen, enerzijds een geneesheer die de KBVB zal vertegenwoordigen en anderzijds de geneesheer, aangeduid door het slachtoffer. 24. Indien beide deskundigen tot eenzelfde bevinding komen, wordt een gezamenlijk ondertekend verslag overgemaakt aan de Directeur-generaal.
Artikel 2132
Arbitrage
Overgangsmaatregel voor en tot bij consolidatie van de ongevallen ingeboekt tot en met 31.12.2008 1. Principes 11. Indien er een verschil van mening blijft bestaan tussen beide deskundigen, wordt er door hen een derde geneesheerscheidsrechter aangesteld, die het invaliditeitspercentage definitief vaststelt. 12. Bij ontvangst van het eindverslag berekent de Directeur-generaal de vergoeding, rekening houdend met het toegekend invaliditeitspercentage en de bepalingen van het reglement van het Federaal Solidariteitsfonds, en betaalt dit bedrag aan het slachtoffer uit. 2. Modaliteiten 21. Ingeval beide voornoemde deskundigen het niet eens kunnen worden over de naam van de derde deskundige, wordt deze aangewezen op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg, zetelend in Brussel. 22. De twee deskundigen, aangeduid door de KBVB en het slachtoffer, dienen te worden gehoord door de geneesheerscheidsrechter en/of kunnen ten aanzien van hem hun standpunt schriftelijk uiteenzetten. De derde geneesheer-scheidsrechter treft de uiteindelijke beslissing in een door hem ondertekend verslag. Deze arbitragebeslissing is zonder verhaal. 23. Wat het louter geneeskundig standpunt betreft, aanvaarden zowel het slachtoffer als de KBVB de beslissing als definitief en onherroepelijk. 24. Wat de kosten van de deskundigen aangaat, zowel deze van de medische expertise als van de arbitrage, draagt elke partij de kosten van zijn eigen deskundige evenals de helft van de kosten van de eventueel aangestelde geneesheer-scheidsrechter. KBVB • REGLEMENT 2009/2010
355
TITEL 21: DE VERZEKERINGEN
356
KBVB • REGLEMENT 2009/2010