VOICE-OVER Het was in de zomer van 1945, maar welke maand? Misschien een dag in augustus. In ieder geval was ons dorp, Vernazza, al bevrijd. Op een dag hoorden we dat het circus van Canio Donati en Tonio Ricci die avond in ons dorp zou zijn, wat een nieuws! Mijn ouders, broertje en ik, de familie Chianese waren uitzinnig van vreugde. We hadden de artiesten al in geen jaren gezien. Eindelijk konden we even alle zorgen vergeten! En iedereen kwam; Giuseppe Bucco die de lekkerste pasta en pizza kon maken, Ricardo Aprile, de smid, De burgemeester, Federico Valacci en de onderwijzer Silvio Cantadino ... Zou het normale leven nu weer beginnen? Vol verwachting zat ik, 12 jaar oud, die avond tussen het publiek en keek mijn ogen uit; jongleurs, acrobaten en acteurs die zich voorbereidden op het blijspel. Maar ... het zou een treurig blijspel worden. Hé kijk, daar zijn de artiesten! Ciao jongens, fantastisch om jullie weer te zien, hoe gaat het? We komen jullie weer vermaken, net als vroeger, maar zonder de dieren is er niet veel meer van het circus over, dus doen we het vanavond anders! Wat gaan jullie dan doen? Ja, wat gaan jullie eigenlijk doen? Dat zie je zo wel. Zeg, hebben jullie misschien iets te eten voor ons, het was een lange reis. Ja, natuurlijk! Ik barst van de honger en herinner me nog goed hoe heerlijk de pasta van Giuseppe Buco was! Tuurlijk! Hé, Furio, ga jij Issa eens vragen of ze wat te eten kan brengen? Schiet op! En voor iedereen een goede fles wijn. Eindelijk! Hoe gaat het met de familie? Alles goed? Ach weet je, het zijn zware tijden. De oorlog, weet je ... Wat een ellende ... Ja, verschrikkelijk ... Dank je wel, schoonheid! Tot ziens! Tot ziens, schoonheid? Weten jullie nog?
BELLA CIAO Op een ochtend werd ik wakker, oh schoonheid, tot ziens! en trof ik de vijand aan. Partizaan, draag me weg! Oh schoonheid, tot ziens!
Want ik voel dat ik sterf. En als ik sterf als partizaan, oh schoonheid, tot ziens! dan moet je me begraven. En begraaf me hoog in de heuvels, oh schoonheid, tot ziens! onder de schaduw van een mooie bloem. Alle mensen zullen in het voorbijgaan zeggen, oh schoonheid, tot ziens! hoe mooi die bloem is. En deze bloem van de Partizaan, oh schoonheid, tot ziens! is gestorven voor de vrijheid. Hé, hallo, hoe gaat het met jou?
FISCHIA IL VENTO (muziek Matvei Blanter, tekst Felice Cascione) De wind fluit en de storm raast. Onze schoenen zijn kapot maar we moeten door om de rode lente te overwinnen waar de zon van de toekomst opkomt De rebel voelt zich overal thuis. Elke vrouw smacht naar hem. De sterren wijzen hem 's nachts de weg. Moedig is zijn hart en sterk is zijn arm. Mocht de wrede dood ons te pakken krijgen, dan zal de wraak van de Partizaan zoet zijn. Het gruwelijke lot van de laffe verrader die de fascist is, laat niet lang op zich wachten. De wind gaat liggen, de storm bedaart. De trotse Partizaan keert naar huis terug. De rode vlag wappert in de wind. Overwinnaars, we zijn eindelijk allemaal vrij.
Hé, valt er in het circus ook nog wat te lachen? Pagliaccio komt toch wel terug ? Ja, maar wij kunnen ook grappig zijn, hoor! Hé, doe eens iets komisch!
PAGLIACCI proloog TONIO
Mag ik even? ... Mag ik even? ... Heren! Dames! ... Vergeeft u me dat ik alleen kom. Ik ben namelijk de Proloog; omdat de schrijver nogmaals de oude maskers ten tonele voert, wil hij voor een deel ook de oude toneelgebruiken laten herleven. Dus stuurt hij mij opnieuw naar u toe. Maar niet om u zoals vroeger gerust te stellen met de woorden 'de tranen die wij plengen, zijn geveinsd, schrikt u niet van het verdriet dat ons in de greep houdt!' Nee, nee: de schrijver heeft juist geprobeerd om u een glimp van het leven te tonen. Zijn enige wet is dat de kunstenaar een mens is en dat hij dus voor mensen moet schrijven. Daarbij liet hij zich inspireren door de werkelijkheid. Op een dag welde een zee van herinneringen op uit zijn ziel en schreef hij met echte tranen waarbij zijn gesnik de maat aangaf! U zult mensen écht zien liefhebben. U zult de wrange vruchten van hun haat zien. U zult uitbarstingen van verdriet en woede horen en cynisch gelach. Ach, kijkt u niet naar ons armetierig narrenpak maar naar onze ziel; want wij zijn mensen van ‘vleesch’ en bloed, en net als u ademen wij de lucht in deze Godvergeten wereld! Het begin heb ik u verteld ... Kijkt u nu naar hoe het zich verder ontwikkelt. Kom, laten we beginnen!
eerste akte eerste scène KINDEREN VOLK
KINDEREN CANIO PEPPE VOLK
CANIO
Hé! Daar zijn ze weer! Pagliaccio is er! Jong en oud volgt hem en iedereen juicht om zijn grappen en grollen. Hij groet serieus en loopt verder. Hé, geef ze van katoen, goed zo, Arlecchino! Loop naar de duivel! Hier! Schoft! Opzij! Daar komen ze! Iedereen roept en fluit! Wat een drukte! Hemel wat een gedoe! Leve Pagliaccio, de koning van alle clowns! Met je vrolijkheid verjaag je alle zorgen. ledereen joelt om jouw grappen en grollen. En hij groet beleefd en gaat verder. Leve Pagliaccio! Dank!
VOLK CANIO VOLK CANIO VOLK CANIO VOLK CANIO VOLK CANIO
VOLK CANIO VOLK CANIO VOLK VROUWEN VOLK TONIO BOER CANIO PEPPE CANIO TONIO BOER CANIO
NEDDA VOLK CANIO VOLK
CANIO VOLK
Hoera! Dank! Bravo! Ik zou willen ... En de show? Dames en heren! Oh hij maakt ons nog doof! Hou opl Mag ik iets zeggen? Ah, hem moet je z'n zin geven, wees stil en luister! Uw nederige dienaar is met de voorbereiding van een groots spektakel bezig! Vanavond om elf uur. Dan zult u zien hoe de brave Pagliaccio gek wordt en met een slimme valstrik wraak neemt ... U zult Tonio over z'n hele lijf zien sidderen en er ontstaat een net van intriges. Dames en heren, vereer ons met uw komst! Vanavond om elf uur! We zullen er zijn en bewaar jij je goede humeur voor ons! Om elf uur! Vanavond om elf uur! Om elf uur! Wij zullen er zijn! Wegwezen! Ah! Ah! Ah! Net goed, charmeur! Gezondheid! Ik krijg je nog wel! Schurk! Hé, drink je een glas met ons in de kroeg? Met plezier. Wacht ... Ik kom ook! Tonio, kom jij ook? Ik ben de ‘ezel’ aan het borstelen. Ga maar vast. Pas op, Pagliaccio, hij wil hier alleen maar blijven om Nedda het hof te maken! Eh! Eh! Denk je dat? Heus, zo'n spel kun je beter niet met mij spelen, beste vrienden. Dat zeg ik niet alleen tegen Tonio, maar tegen iedereen! Theater en het leven zijn niet hetzelfde! Want wanneer Pagliaccio zijn vrouw in haar kamer met een knappe minnaar betrapt, leest hij haar op komische wijze de les, kalmeert en krijgt vervolgens op zijn kop! Het publiek klapt dan! Maar als ik Nedda in het echt zou betrappen, dan zou het verhaal heel anders aflopen, zo waar als ik hier voor jullie sta! Neem maar van mij aan dat je zo'n spelletje beter niet kunt spelen! Ik ben in de war! Je neemt de zaak dus serieus? Ik? Dacht je dat! Vergeef me! Ik adoreer mijn vrouw! De muziek! Ze gaan naar de kerk. Ze lopen mee met de vrolijke stelletjes die naar de vespers gaan. De klokken! Ah! Kom mee. De klok roept ons naar de kerk! Maar daarna ... niet vergeten! Om elf uur! Kom mee! De klok luidt voor de meisjes en jongens! Twee aan twee gaan we snel naar de kerk! De zon kust de bergtoppen
al. Opgepast, vriend, onze moeders houden ons in de gaten! Alles gloeit van licht en liefde! Maar de oudjes houden de hevig verliefde stelletjes in de gaten! tweede scène NEDDA
TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO
NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA
Wat een woeste blik! Ik sloeg mijn ogen neer uit angst dat hij mijn gedachten kon lezen! Want als hij me zou betrappen ...! Het is zo'n bruut! Ach wat, het zijn maar bange en dwaze dromen! Wat een mooie augustuszon! Ik zit vol levenslust, vol geheime verlangens, maar ik weet niet waarnaar! Oh! Wat een vogels en wat een gekwetter! Wat zoeken ze? Waar gaan ze heen? Wie weet! Mijn moeder, die de toekomst kon voorspellen, begreep hun gezang en zong voor mij als kind: Hui! Hui! kwetteren ze daarboven in hun vrije vlucht. De vogels zijn pijlsnel. Ze trotseren de wolken en de hete zon terwijl ze langs de hemel vliegen. Laat ze maar door het luchtruim dwalen, altijd verlangend naar het schitterende blauw. Ook zij jagen een droom na, een hersenschim. Ze vliegen door het gouden wolkendek! Al zucht de wind en raast de storm, met gespreide vleugels kunnen ze alles doorstaan. Geen regen of bliksem kan hen tegenhouden. Ze vliegen maar door over afgronden en zeeën. Ze zijn op weg naar een vreemd land waarvan ze misschien dromen en dat ze tevergeefs zoeken. Maar de zigeuners van de hemel worden voortgedreven door een geheime kracht. Ze vliegen, vliegen en vliegen ... Ben je er nog! Ik dacht dat je weg was! Dat komt door je betoverende gezang. Ach! Wat poëtisch! Lach me niet uit, Nedda! Ga weg, ga naar de kroeg! Ik weet best dat ik mismaakt ben en spot en afschuw oproep. Toch heb ik dromen vol verlangens en een hart dat woest klopt! Je weet niet hoe bitter ik lijd wanneer je me minachtend voorbijloopt! Want jouw charme heeft me weerloos gemaakt, de liefde heeft me veroverd! Oh, laat me, laat me je nu zeggen ... ... dat je van me houdt? Er is tijd genoeg om me dat vanavond te vertellen. Nedda! Vanavond! Als je gekke bekken trekt, daar ... op het toneel! Lach me niet uit, Nedda! Tijd genoeg! Jij weet niet hoe bitter ik lijd! Niet lachen, nee! Niet lachen! Je charme heeft me betoverd! De liefde heeft me veroverd. Nu kun je je die moeite ... Nedda! ... besparen!
TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA
Nee, ik wil het je hier zeggen en je moet naar me luisteren: ik houd van je, ik wil je! Je wordt van mij! Zeg eens, meneertje Tonio, moet ik je soms aan je oren trekken om te zorgen dat je afkoelt? Lach je me uit? Secreet! Mijn God! Dat komt je duur te staan! Ga je dreigen? Wil je dat ik Canio roep? Niet voor ik je heb gekust! Pas op jij! Oh, straks ben je van mij! Vuilak! Bij de Heilige Maagd, Nedda, ik zweer het ... ! Ik zal het je betaald zetten. Adder, ga weg! Ik ben niet bang voor jou! Ook jouw ziel is mismaakt! Walgelijk!
derde scène SILVIO NEDDA SILVIO
NEDDA SILVIO NEDDA
SILVIO NEDDA SILVIO
NEDDA SILVIO
NEDDA
TONIO NEDDA SILVIO NEDDA SILVIO
Nedda! Silvio! Op dit tijdstip! Hoe onvoorzichtig! Ach wat! Ik neem echt geen risico. Van een afstand heb ik Canio en Peppe in de kroeg zien zitten! Maar ik ben via mijn geheime pad hierheen gekomen. Een moment eerder en je was Tonio tegen het lijf gelopen! Oh, Tonio de mismaakte! We moeten voor hem oppassen, hij houdt van me, zei hij daarnet. Dat beest wilde me kussen, hij wilde zich aan mij vergrijpen! Mijn God! Maar hiermee heb ik het vuur van die smeerlap getemperd. En jij wilt in deze bange omstandigheden blijven leven? Nedda! Beslis over mijn lot, Nedda, blijf toch hier! Je weet, morgen is het feest voorbij en vertrekken jullie weer. Ach Nedda, wanneer jij weg bent, wat moet er dan van mijn leven worden? Silvio! Nedda, zeg het me: is het waar dat je nooit van Canio hebt gehouden. Is het waar dat je het rondreizen en dit werk haat, is jouw grote liefde oprecht? Laten we er dan vannacht nog vandoor gaan! Vlucht, vlucht met mij! Breng me niet in verleiding! Wil je me dood hebben? Stil, Silvio, zeg niets meer ... Dit is waanzin! Ik vertrouw je, ik gaf je mijn hart! Maak geen misbruik van mijn vurige liefde! Breng me niet in verleiding! Heb medelijden! Nee, je houdt niet meer van me! Ah! Ik heb je betrapt, slet! Wat! Je houdt niet meer van me! Jawel, ik houd van je! En je vertrekt morgen? Maar zeg me: waarom heb je me betoverd als je me zonder medelijden wilt verlaten? Waarom
NEDDA
SILVIO NEDDA SILVIO
heb je me gekust? Jij bent misschien onze tijd samen vergeten, maar ik kan dat niet, ik wil jou, die vurige kussen, die mij in vuur en vlam hebben gezet! Ik ben niets vergeten ... ik ben van streek en verward door jouw hartstochtelijkheid! Je hebt me betoverd, met jou wil ik in alle rust een liefdevol leven leiden! Ik ben van jou; ik doe wat jij wilt, en geef me helemaal aan jou over! Laten we alles vergeten! Kijk me aan! Kus me! Laten we alles vergeten! Laten we alles vergeten! Ik kijk je aan, ik kus je! Zul je komen? Ja ... Kus me! Ja, kijk me aan en kus me! Ik heb je zo lief! Ik heb je zo lief!
vierde scène TONIO SILVIO NEDDA CANIO NEDDA CANIO TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO NEDDA TONIO CANIO NEDDA CANIO
NEDDA CANIO NEDDA CANIO PEPPE CANIO PEPPE CANIO PEPPE
CANIO TONIO
Rustig aan, we hebben ze al betrapt! Vannacht zal ik daar wachten. Ga voorzichtig naar beneden, dan vind je me. Tot vannacht, dan ben ik voor altijd van jou! Ah! Vlucht! God, sta hem bij! Lafaard, je verstopt je! Hahaha! Heel knap, meneertje Tonio … Ik doe wat ik kan! Dat dacht ik al! Het wordt alleen nog maar beter! Ik word misselijk van je! Je hebt geen idee hoeveel deugd me dat doet! Verduiveld! Niemand! Hij kent het pad goed. Dat maakt niet uit, want je gaat me nu de naam van je minnaar zeggen. Wie? Jij, verdomme! Ik heb je nu nog niet de strot afgesneden ... want voordat ik mijn handen aan jou vuilmaak, wil ik zijn naam weten! Slet! Zeg op! Mij beledigen heeft geen zin, ik zwijg als het graf... Zijn naam, schiet op, vrouw! Nee! Die zal ik nooit zeggen! Bij de Heilige Maagd! Baas! Wat doet u? In Gods naam! De mensen komen de kerk uit en gaan naar onze voorstelling! Kom mee, toe, rustig! Laat me, Peppe! Zijn naam! Tonio, houd hem tegen! Zijn naam! Ga mee, het publiek komt eraan! Dit moeten jullie later oplossen. En ga jij nu weg hier, toe, ga je verkleden. Je weet toch dat Canio driftig is, maar hij bedoelt het goed. Schande! Rustig nou ... 't Is beter om te doen alsof; die sukkel komt wel terug. Geloof me maar! Ik houd haar wel in de gaten. We gaan nu eerst optreden. Misschien komt hij wel kijken en verraadt
PEPPE CANIO
hij zich dan! Kom nou, als je wilt dat het lukt, moet je net doen alsof! Kom, verkleed je, baas. En bekommer jij je om het geld, Tonio. Spelen! Terwijl ik totaal in de war ben. Ik weet niet meer wat ik zeg of doe! En toch moet het, beheers je! Ach, ben jij nou een kerel? Ah nee, jij bent Pagliaccio! Trek je kostuum aan en schmink je gezicht; het publiek betaalt om te kunnen lachen. En als Arlecchino Colombina van je afpakt, lach dan, Pagliaccio, dan zal iedereen klappen! Verpak je verdriet en je tranen in grappen en grollen, verpak je snikken en je pijn in een grijns! ... Ah! Lach, Pagliaccio, om je gekwetste liefde! Lach om je gekwetste liefde die je hart vergiftigt!
tweede akte eerste scène VOLK TONIO VOLK TONIO VOLK MANNEN VROUWEN MANNEN VROUWEN TONIO VOLK TONIO VOLK TONIO VOLK TONIO VOLK VROUWEN MANNEN SILVIO NEDDA SILVIO VOLK PEPPE VOLK
Snel! Opschieten, mensen! Kom! De voorstelling begint zo. God, wat een gehaast om op tijd te zijn! Het gaat zo beginnen! Opschieten, mensen, haast je! De voorstelling gaat beginnen. Moet je die meiden zien rennen! Mijn God, wat een gehaast ... Gaat u zitten, mooie dames! ... om op tijd hier te zijn. Gaat u zitten! We zoeken een plekje! Gaat u zitten! We proberen lekker vooraan een plaats te krijgen, de voorstelling gaat zo beginnen. Loop door! Schiet op! Ga zitten! Kom op! Ga zitten, het begint! Wat dralen jullie nu? ls iedereen er? Niet zo duwen, het is al zo warm! Help 's, Peppe! Hél Ze vliegen elkaar in de haren. Ga toch zitten en schreeuw niet zo! Nedda! Voorzichtig toch! Hij heeft je niet gezien! Ik wacht op je, vergeet dat niet! Toe nou, schiet op! Wat treuzelen jullie! Begin nou eens! Waar wachten jullie op? Wat een drukte! Verduiveld! Eerst betalen, Nedda, het geld! Hierheen! Begin nou! Wat dralen jullie? Schiet op! Niet zo sloom! We gaan 's flink stampei maken! Waar blijft die
komedie! Het is al over elven! Iedereen wacht op de voorstelling! Ze komen op! Stilte! Hoera! tweede scène COLOMBINA
Pagliaccio, mijn man, is vanavond pas laat thuis ... En die idiote Taddeo ... waarom is hij er nog niet? ARLECCHINO Oh Colombina, je liefhebbende, trouwe Arlecchino is in de buurt! Hij roept je en verlangt naar jou, die stakker! Laat me jouw smoeltje zien, want ik moet snel je lipjes kussen. De liefde kwelt me, martelt me! Oh Colombina, open je raam, want van dichtbij verlangt hij naar je, die arme Arlecchino! Het is Arlecchino! COLOMBINA Ik moet bijna het afgesproken teken geven en Arlecchino staat al te wachten! TADDEO Daar is ze! God, wat is ze mooi I TADDEO Kon ik die schoonheid maar mijn liefde verklaren, die zelfs stenen zou vermurwen! Haar man is weg. Waarom durf ik het niet? We zijn alleen en niemand verdenkt iets! Kom ... we wagen het erop! Ah! COLOMBINA Ben jij dat, domkop? TADDEO Ja, ik ben het! COLOMBINA En is Pagliaccio weg? TADDEO Hij is weg! COLOMBINA Wat sta je daar nou? Heb je een kip gekocht? TADDEO Daar is ‘ie, goddelijk wezen! Samen werpen wij ons aan je voeten! Colombina, het is tijd om mijn hart voor je bloot te leggen! Zeg, wil je naar me luisteren? Al sinds de dag ... COLOMBINA Hoeveel heb je betaald? TADDEO Eén vijftig. Sinds die dag is mijn hart ... COLOMBINA Niet zo zeuren, Taddeo! TADDEO Ik weet dat je zuiver en kuis bent als sneeuw! En hoe koel je ook doet, ik kan je niet vergeten! ARLECCHNIO Ga jij maar een luchtje scheppen! TADDEO Hemel, ze houden van elkaar! Jouw wens is mijn bevel! Mijn zegen heb je! Ik houd buiten de wacht! COLOMBINA Arlecchino! ARLECCHNIO Colombina! Eindelijk heeft Amor onze gebeden verhoord! COLOMBINA Laten we wat eten. Kijk eens, liefste, wat een hemelse maaltijd ik heb klaargemaakt! ARLECCHNIO Kijk eens, liefste, wat een goddelijke wijn ik heb meegebracht! ARLECCHNIO/COLOMBINA Ah! De liefde houdt van de geur van wijn en eten! ARLECCHNIO Mijn lekkerbek Colombina! COLOMBINA Allerliefste dronkenlor! ARLECCHNIO Hier heb je een slaapdrankje; geef dat aan Pagliaccio, dan gaan we er samen vandoor! COLOMBINA Ja, geef maar! TADDEO Kijk uit! Pagliaccio is hier, hij is door het dolle heen en gewapend. Hij weet alles! Ik ga me vlug verstoppen! COLOMBINA Vlug!
ARLECCHNIO COLOMBINA CANIO NEDDA CANIO NEDDA CANIO NEDDA TADDEO CANIO NEDDA CANIO NEDDA CANIO
VROUWEN MANNEN SILVIO CANIO
VOLK NEDDA CANIO
NEDDA
CANIO NEDDA
VOLK
Giet het drankje in zijn glas! Tot vannacht ... dan ben ik voor altijd van jou! God! Precies dezelfde woorden! Houd moed! Er was een man bij je! Wat een onzin! Ben je dronken? Dronken? Ja, al een uur! Wat ben je vroeg terug. Net op tijd! Dat komt mijn lieve vrouwtje zeker slecht uit, hè? Ik dacht dat je alleen was, maar er is voor twee gedekt! Taddeo was bij me, hij was bang en heeft zich verstopt! Kom op! ... Zeg 's wat! Je moet haar geloven, ze is onschuldig! Dat vrome mondje houdt niet van liegen! Wel verduiveld! Nu is het afgelopen! Ik heb het recht te doen wat elke man zou doen. Zijn naam! Van wie? Ik wil de naam weten van jouw minnaar, de ploert in wiens armen jij je hebt gestort, vuil secreet! Pagliaccio! Nee, Pagliaccio ben ik niet; mijn gezicht is wit van schaamte en wraak! Deze man eist zijn rechten terug en zijn gewonde hart wil bloed zien om de schande te wissen. Nee, ik ben Pagliaccio niet! Ik ben die idioot die jou als weeskind halfdood langs de weg heeft opgepikt. De idioot die jou een naam gaf en die waanzinnig veel van je hield! Ik moet huilen! Het is net echt! Stil daar! Verdorie! Ik kan me bijna niet meer inhouden! Verblind door hartstocht hoopte ik niet eens op liefde, maar op zijn minst toch op medelijden ...! Blijmoedig was mijn hart tot opoffering bereid en vol vertrouwen had ik meer geloof in jou dan in God! Maar in jouw verdorven ziel woont alleen maar zonde! Jij hebt geen hart, jij laat je alleen maar door passie leiden! Ga weg, jij bent mijn verdriet niet waard, schaamteloze hoer, ik zou je wat kunnen doen ...! Bravo! Goed, als je vindt dat ik zo minderwaardig ben, stuur me dan maar weg. Je wilt natuurlijk graag zo snel mogelijk naar je minnaar want jij bent gewiekst! Oh God nee, je blijft hier en vertelt me de naam van je minnaar! Ik wist niet dat je zo afschuwelijk kon zijn! Het is allemaal niet zo tragisch. Taddeo, vertel hem dat de man die daarnet hier naast me zat die verlegen en onschuldige Arlecchino was! Ah! Je tergt me! Heb je het nu nog niet begrepen? Ik geef niet op? Zijn naam of je leven! Zijn naam! Nee, op het hoofd van mijn moeder! Ik mag je dan niet waard zijn of wat dan ook, maar God, laf ben ik niet! Menen ze het? Stil daar! Het is een serieuze zaak.
PEPPE TONIO NEDDA CANIO NEDDA SILVIO VOLK EN PEPPE CANIO NEDDA SILVIO CANIO VOLK TONIO
Tonio, We moeten hier weg, ik ben bang! Houd je kop, halvegare! Mijn liefde is sterker dan jouw minachting! Nee, ik zeg niets! Ook al vermoord je me! Zijn naam! Zijn naam! Nee! Verdomd! Hij meent het ... Wat doe je? Stop! Help! Hier! In je doodsstrijd zul je het me zeggen! Ah! Silvio! Silvio! Nedda! Ah! ... dus jij bent het? Kom maar!! Houd hem tegen! Jezus Maria! De komedie is afgelopen!