Verzakking en incontinentieproblemen bij vrouwen
H.313157.0610
VIP Poli
Inleiding U bent via uw huisarts aangemeld voor de VIP poli. Om in korte tijd zonder herhaalbezoeken een beeld te kunnen krijgen over de soort incontinentie, mogelijke oorzaak en behandelingsmogelijkheden is de verzakking en incontinentiepolikliniek (VIP poli) opgezet. U bezoekt op één dag de gynaecoloog, uroloog, fysiotherapeut en incontinentieverpleegkundige. Ook eventuele onderzoeken zullen direct plaats vinden. Alle uitslagen worden door het team van de poli bekeken. U krijgt bij de volgende afspraak een behandelingsvoorstel. In deze folder staat informatie over verzakkingen en incontinentie en de mogelijkheden van onderzoeken om uw probleem in kaart te brengen. U treft hierbij een vochtbalans en een vragenlijst aan. Wilt u deze twee lijsten ingevuld meenemen bij uw afspraak op de poli. Verzakking en incontinentie Bekkenbodemklachten komen vaak voor, maar er wordt weinig over gepraat. Veel vrouwen vinden het lastig om problemen met plassen, de ontlasting of vrijen te bespreken. Ook denken veel vrouwen dat er toch weinig aan hun klachten te doen is. Of dat deze horen bij het ouder worden. De bekkenbodem ondersteunt de blaas, darmen en baarmoeder en helpt bij het ophouden van de plas en de ontlasting. Allerlei klachten in de onderbuik kunnen te maken hebben met de bekkenbodem. Bijvoorbeeld • u kunt uw plas moeilijk ophouden (urine-incontinentie) • u moet vaak plassen • u krijgt steeds opnieuw een blaasontsteking • u heeft het gevoel dat er iets uit de schede naar buiten komt • u heeft pijn bij het vrijen • u heeft problemen met de ontlasting (verstopping of diarree) • u kunt de ontlasting niet ophouden. De bekkenbodem, de blaas, de darmen en de schede liggen dicht bij elkaar. Veel vrouwen hebben daardoor verschillende klachten tegelijk. Een probleem in het ene orgaan kan gevolgen hebben voor een ander orgaan. 2
Verzakking Bij een verzakking zakken organen in het bekken omlaag. Het gaat om: • de voorkant van de vagina met de blaas, dit ziet u als een ronde bol aan de voorkant van de schede • de achterkant van de vagina met de endeldarm (het uiteinde van de dikke darm), dit ziet u als een uitpuilende bol aan de achterkant van de schede • en/of de baarmoeder, soms is de baarmoedermond te zien bij de ingang van de schede Een verzakking geeft meestal een zwaar gevoel in de schede. Soms lijkt het alsof er iets naar buiten komt, alsof u een bal tussen uw benen heeft. U kunt ook een zeurderig gevoel in de onderbuik krijgen dat uitstraalt naar de rug. Vermoeidheid komt ook regelmatig voor. Zitten en fietsen kunnen vervelend zijn. De klachten worden vaak in de loop van de dag erger, zeker als u veel doet. Door rust verminderen ze meestal. Door een blaasverzakking kan het moeilijk zijn de urine op te houden. Soms wordt de plasbuis afgeknikt en dan is het juist moeilijk om uit te plassen. Door een verzakking van de darm komt de ontlasting vaak moeilijk naar buiten, ook al voelt u aandrang. Er lijkt soms iets achter te blijven nadat de ontlasting naar buiten is gekomen. U kunt ook het gevoel hebben dat de ontlasting niet langs de verzakking kan, alsof de darm eerst teruggeduwd moet worden. Een darmverzakking kan leiden tot verstopping waardoor soms weer aambeien ontstaan. Heel soms komt het laatste stuk van de dikke darm (rectum) naar buiten. Meest voorkomende vormen van urine-incontinentie Stressincontinentie Deze vorm van urineverlies komt voor bij inspanning. Met "stress" wordt hier bedoeld dat het urineverlies optreedt als de druk in de buikholte plotseling toeneemt door het aanspannen van de buikspieren. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij niezen, hoesten, lachen, sporten of opstaan. U verliest dan urine zonder dat u aandrang voelt. De hoeveelheid urine die iemand verliest kan verschillen van enkele druppels tot grote hoeveelheden. 3
De oorzaak Urine wordt opgevangen in de blaas. Als de blaas vol wordt, krijgt u aandrang om te plassen. Uw blaas en urinebuis wordt door een kringspier afgesloten. De bekkenbodemspieren en omliggend steunweefsel zorgen ervoor dat de blaas en de urinebuis op hun plaats blijven. Bij het plassen ontspant de kringspier zich en trekt de blaas zich samen, waardoor de urine naar buiten kan lopen. Bij ongewild urineverlies tijdens inspanning werken de kringspier en de bekkenbodemspieren niet meer goed. Ook kan de urinebuis verzakt zijn waardoor de urine er te makkelijk uit loopt Zwangerschappen, bevallingen, CARA, veel zwaar tillen of verzakking van de vagina kunnen dit veroorzaken. Stressincontinentie gaat soms vanzelf over; met name na de bevalling kan het van tijdelijke aard zijn. In alle andere gevallen is behandeling noodzakelijk om de klachten te verminderen. Na de overgang wordt stressincontinentie vaak erger. Aandrangincontinentie of Urge Bij aandrangincontinentie hebt u zeer vaak aandrang om te plassen. Elk half uur is niet ongebruikelijk. Soms is de aandrang zo sterk of plotseling dat u het toilet niet haalt. Verandering van lichaamshouding, lopen of het horen van stromend water veroorzaakt soms ook urineverlies. Het urineverlies kan ook 's nachts optreden. Deze vorm van urineverlies heeft meestal niets te maken met een zwakke bekkenbodem, maar wordt veroorzaakt door een stoornis van de blaas of van de zenuwvoorziening van de blaas. De aandrangincontinentie kan het beste met medicijnen behandeld worden. Veelal blijft er echter de behoefte aan incontinentiemateriaal. Ook komt een combinatie voor van aandrangincontinentie met een zwakke bekkenbodem.
4
Algemene adviezen bij bekkenbodemklachten • een vezelrijk dieet en veel drinken kunnen helpen de ontlasting soepel te houden. Zo voorkomt u verstopping en onnodig persen. • minimaal twee liter vocht per dag drinken is verstandig • overgewicht geeft extra belasting van de bekkenbodem. Als uw gewicht te hoog is, is het belangrijk dat u afvalt, het liefst door minder te eten en meer te bewegen • u kunt beter niet te veel en niet te zwaar tillen • hoesten geeft veel druk op de bekkenbodem. Probeer de kans op hoesten te verkleinen, bijvoorbeeld door te stoppen met roken en chronische bronchitis te behandelen • ga regelmatig plassen, zodat de blaas niet overvol raakt. • het is belangrijk om bekkenbodemoefeningen te doen, voor, maar ook na een eventuele operatie. Een bekkenfysiotherapeut legt uit welke oefeningen goed zijn en hoe u ze moet doen • beweging helpt om verstopping en overgewicht te voorkomen. Ook bij bekkenbodemklachten is het gezond om veel te bewegen. Kies liever niet voor een sport waarbij u veel moet springen op een harde bodem of waarbij u zware dingen moet tillen. Er zijn voldoende sporten waarbij u de bekkenbodem minder belast. Uw gynaecoloog, huisarts of bekkenfysiotherapeut kan u hierover meer informatie geven • als u nog kinderen wilt krijgen, is het verstandig om tijdens de zwangerschap en na de bevalling oefeningen te doen om de bekkenbodemspieren te versterken. Het is helaas niet altijd mogelijk om (verergering van de) bekkenbodemklachten te voorkomen. Houdt u er rekening mee dat de bekkenbodem vaak traag herstelt zolang u borstvoeding geeft. De eierstokken maken dan weinig vrouwelijke hormonen (oestrogenen), waardoor de wand van de schede vaak droog aanvoelt en de ophangbanden hun oude stevigheid nog niet terugkrijgen. Het is nu nog wat vroeg voor al te intensieve behandelingen.
5
De onderzoeken Fysiotherapeut Bekkenbodemonderzoek De fysiotherapeut zal samen met u de ingevulde vragenlijst doornemen. Naar aanleiding daarvan krijgt u voorlichting over het ontstaan van de klachten. Na deze uitleg zal de fysiotherapeut een onderzoek verrichten. Hierbij wordt de werking van de bekkenbodemspieren getest. U ligt op de behandelbank en er wordt u gevraagd of u uw bekkenbodemspieren aan kan spannen en weer loslaten, of u wilt kuchen en persen. Hierdoor krijgt de fysiotherapeut informatie over het functioneren van uw bekkenbodem. Vervolgens zal de fysiotherapeut een inwendig onderzoek verrichten waarbij er wordt gevoeld hoe krachtig u uw bekkenbodemspieren kan aanspannen, of uw bekkenbodemspieren op het juiste moment aanspannen en of u uw spieren weer goed kunt ontspannen. Het onderzoek gebeurt rustig en zal niet pijnlijk zijn. Het bezoek aan de fysiotherapeut duurt ongeveer een uur. Incontinentieverpleegkundige Urodynamisch onderzoek Er wordt een dunne katheter in de blaas gebracht, daarna wordt de blaas langzaam gevuld en wordt de kracht van de blaas en plasbuis getest. Een tweede katheter wordt in de anus gebracht om de buikdruk te meten. Vervolgens kunt u uitplassen in een speciale bokaal waarna de katheters worden verwijderd. Het onderzoek duurt 20 tot 30 minuten. Uroloog Cystoscopie Door de uroloog wordt in de blaas gekeken of er afwijkingen in de blaas of aan het blaasslijmvlies bestaan. Hiervoor wordt de plasbuis verdoofd met behulp van een glijmiddel met verdoving. Daarna wordt de kijker door uw plasbuis in de blaas gebracht en wordt de blaas met vloeistof gevuld. Als het onderzoek klaar is wordt de kijker verwijderd en mag u weer uitplassen. Na het onderzoek kan het plassen wel een branderig gevoel geven.
6
Gynaecoloog Bij het onderzoek bekijkt de gynaecoloog de schede en baarmoedermond. Als u dat wilt, kunt u vragen of u mee kunt kijken met een spiegel. Vaak vraagt de gynaecoloog eerst of u wilt persen. Soms is dan al een verzakking te zien. U krijgt een speculum (eendenbek) in de schede. Dit is een instrument om de schede een stukje open te houden. Daarna volgt een inwendig onderzoek. De arts brengt een of twee vingers in de schede en legt de andere hand op uw buik. Zo tast de arts de bekkenbodem, de baarmoeder en eierstokken af. Daarna wordt via de vagina met een echo gekeken naar de baarmoeder en eierstokken. Vergroting van een van beide kan druk op de blaas geven en daardoor incontinentieklachten. Het gynaecologisch onderzoek duurt ongeveer 10 minuten en is over het algemeen niet pijnlijk. Vragen Heeft u vragen bel dan met de polikliniek urologie of gynaecologie maandag t/m donderdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 14.00 tot 16.00 uur polikliniek urologie (0523)27 63 25 polikliniek gynaecologie (0523) 27 63 70 Voor nadere informatie kunt u terecht op internet: http://www.nvog.nl
7