Verslag van de zending van een delegatie van de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, onder leiding van de heer Patrick Dewael, Kamervoorzitter en minister van Staat naar de Republiek Korea en naar de Socialistische Republiek Vietnam van zondag 11 tot zaterdag 17 april 2010
INHOUDSOPGAVE
I.
SAMENSTELLING VAN DE DELEGATIE
5
II.
INLEIDING
7
III. BEZOEK AAN DE REPUBLIEK KOREA VAN 11 TOT 13 APRIL 2010
9
IV. BEZOEK AAN DE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK VIETNAM VAN 14 TOT 16 APRIL 2010
21
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 3
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 4
I. SAMENSTELLING VAN DE DELEGATIE
De delegatie was samengesteld als volgt : De heer Patrick DEWAEL, delegatieleider, Voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers De heer Servais VERHERSTRAETEN, Voorzitter van de CD&V-fractie ; De heer Daniel BACQUELAINE, Voorzitter van de MR-fractie ; De heer Thierry GIET, Voorzitter van de PS-fractie ; Mevrouw Hilde VAUTMANS, Voorzitster van de Open Vld-fractie ; De heer Gerolf ANNEMANS, Voorzitter van de Vlaams-Belang-fractie ; De heer Christinan BROTCORNE, Voorzitter van de cdH-fractie ; De heer Jean-Marie DEDECKER, Voorzitter van de LDD-fractie ; De heer Ludwig VANDENHOVE, Voorzitter van de commissie voor de Landsverdediging (sp.a) ; De heer Idès DE PELSEMAEKER, Adjunct-griffier van de Kamer, secretaris van de delegatie
De heer David LORREYN, Journalist Belga Press Agency.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 5
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 6
II. INLEIDING
Verscheidene ambassadeurs hebben het reeds benadrukt : goede economische relaties tussen landen worden bevorderd wanneer er ook goede relaties zijn op het politieke vlak. In tijden van economische crisis zijn goede relaties tussen landen dus nog meer noodzakelijk dan anders. Na de Aziatische economische crisis van 1997 zijn er landen die op een efficiënte manier hebben gereageerd bij de aanpak van het economisch herstel. De Republiek Korea groeide uit tot één van de belangrijkste economieën van Azië en Vietnam is één van de meest groeiende economieën ter wereld. Naast de traditionele goede relaties met beide landen heeft ook dat argument meegespeeld om de uitnodiging van de parlementsvoorzitters positief te beantwoorden. Tijdens deze zending waren er dus gesprekken met parlementsleden en ministers, maar ook werd aandacht besteed aan Belgische bedrijven ter plaatse en aan mogelijkheden om in de toekomst te komen tot een betere samenwerking, ook op economisch vlak. In Korea werd de delegatie ontvangen door de parlementsvoorzitter, de heer Kim Hyong-O. en had ook een onderhoud plaats met de Minister van Hereniging, de heer Hyun In-Taek, met de voorzitter van de Koreaans-Belgische sectie van de IPU, de heer Hong Jae-Hyong en met parlementslid Park Geun-Hye. De delegatie bezocht het monument voor de gesneuvelden in Yongsan waar een krans werd neergelegd en de gedemilitariseerde zone in Panmunjom. Ze bracht ook enkele bedrijfsbezoeken, namelijk aan Umicore Korea en Samsung Electronics en bezocht een promotie van Belgische producten in Hollys Coffee in Seoul. In Vietnam werd de delegatie ontvangen in Hanoi door de parlementsvoorzitter, de heer Nguyen Phu Trong en had een gesprek plaats met de vice-premier Hoang Trung Hai en met de vice-minister bevoegd voor planning en investeringen, de heer Cao Viet Sinh, „s Avonds had een informele ontmoeting plaats met Belgen die in Hanoi wonen. In Haiphong werd de delegatie ontvangen door de heer Duong Anh Dien, partijsecretaris en door leden van het Volkscomité van Haiphong. Daar werd een bezoek gebracht aan de haveninfrastructuur en aan het bedrijf DINH VU Industriële zone waar Belgische bedrijven in participeren.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 7
In Ho Chi Minh stad werd de delegatie ontvangen door de voorzitster van de Volksraad van Ho Chi Minh stad, mevrouw Pham Phuong Thao. Verder vond een gesprek plaats met verscheidene Belgische zakenlui en CEO‟s die actief zijn in Vietnam en werd er grondig geïnformeerd door de heren Dominique Casier (ereconsul), Martin Cardoen (AWEX) en vertegenwoordigers van Belgische bedrijven. De delegatie bezocht ook een project dat werd gefinancierd via de Belgische ontwikkelingssamenwerking en waar een nijpend probleem van de zuivering van afvalwater wordt aangepakt.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 8
III. BEZOEK AAN DE REPUBLIEK KOREA VAN 11 TOT 13 APRIL 2010
1. BEZOEK AAN HET PARLEMENT - ONTMOETING MET DE HEER KIM HYONG-O
De delegatie wordt ontvangen door de heer Kim Hyong-O., voorzitter van de National Assembly en een uitgebreide delegatie van Koreaanse parlementsleden. De voorzitter, de heer Kim Hyong-O, spreekt zijn dank uit voor de Belgische steun voor Korea en voor de vrijwilligers die hebben deelgenomen aan de Koreaanse oorlog. Ook tijdens de financiële crisis van 1997 heeft België Korea bijgestaan. Deze goede relaties bestaan reeds sedert lang en ook op het culturele vlak waren er vele contacten. Op het politieke vlak waren er recente bezoeken van ministers. De voorzitter spreekt de wens uit dat deze vriendschap en samenwerking in de nabije toekomst nog worden verbeterd. Na de voorstelling van de delegatie neemt de voorzitter, de heer P. Dewael, het woord. De voorzitter, de heer P. Dewael, wijst op het belang van de ontmoeting. Korea en België bevinden zich geografisch op zeer grote afstand van elkaar maar toch hebben beide landen zo veel gemeenschappelijk. Beide hebben in hun geschiedenis te maken gekregen met bezettingen en oorlog maar hebben hun vrijheid herwonnen. Zodra de vrede in zicht was, werd gestart met de opbouw van het land. Het offer van de Belgische vrijwilligers in de Koreaanse oorlog was niet tevergeefs, Korea maakt deel uit van de internationale gemeenschap en is een parlementaire democratie. De Aziatische economische crisis van 1997 werd succesvol bestreden. Het onderwijssysteem is zeer goed ontwikkeld en de Koreaanse studenten staan bekend voor hun uitstekende opleiding. Het is lang geleden dat nog een bezoek van een parlementaire delegatie heeft plaatsgevonden en de voorzitter dankt voor de uitnodiging en spreekt de wens uit dat het bezoek zal leiden tot betere relaties tussen beide landen en beide parlementen. België zal tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie zeker ook oog hebben voor de relaties met Korea. * * *
PM 70 / 52 spec. Balkan- 9
De voorzitter van de National Assembly wijst erop dat Brussel een zeer belangrijke stad is als zetel van verscheidene internationale instellingen. Hij hoopt dat het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Korea zeer snel kan worden afgerond en geeft het voorbeeld van een dergelijke overeenkomst met de Verenigde Staten die zeer snel positieve resultaten opleverde. Korea is een van de meest vooruitstrevende democratieën en de parlementsleden staan er om bekend zich vrijuit en soms zelfs eerder gewelddadig uit te drukken. Soms is het moeilijk om voor een wet of een overeenkomst een meerderheid te vinden. De voorzitter is er echter van overtuigd dat het vrijhandelsakkoord met de Europese Unie eenparig zal worden goedgekeurd. Het parlement geeft ook voorrang aan wetten die verband houden met de begroting want de wil bestaat om zo snel als mogelijk komaf te maken met de economische crisis. Een van de problemen is de wisselkoers met China en Japan. Korea was wel het eerste land om de problemen aan te pakken en kon dan ook de economische crisis overwinnen. Een aanvankelijk verwachte negatieve groei werd omgebogen tot een groei van 2%. Korea is een van de weinige OESO-landen die een groei konden realiseren. Dit jaar zou die 5,2% bedragen en volgend jaar 4 à 5%. Vervolgens wijst de voorzitter op de artistieke en culturele verwezenlijkingen van zijn land, bijvoorbeeld op muzikaal gebied. Ten slotte spreekt hij zijn bewondering uit voor de talenkennis van de Belgen. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, wijst op het grote gemeenschappelijk belang van een vrijhandelsakkoord. Vrije wereldhandel is een essentiële voorwaarde voor economische heropleving. Korea biedt heel wat kansen aan ondernemingen die er willen investeren. Hij wijst op de noodzaak van een gezamenlijke Europese aanpak. Deze gemeenschappelijke aanpak was er te weinig bij het nemen van maatregelen tegen de financiële crisis. Wel hebben de lidstaten zelf snel maatregelen genomen om de banken en het financiële systeem te beschermen. De conclusies uit deze toestand moeten nog getrokken worden. Tijdens de komende ASEP-ontmoeting in Brussel zal er een kans zijn om over deze aangelegenheden van gedachten te wisselen. Het ergste is voorbij maar de economische gevolgen zijn nog steeds aanwezig, bijvoorbeeld de werkgelegenheid moet worden aangepakt en om werkelijk vooruit te gaan moet opnieuw een groei van minstens 2% worden gerealiseerd. De uitdaging daarbij is te komen tot een meer actieve en flexibele arbeidsmarkt en het sociale zekerheidssysteem te behouden. De komende vergadering met de partners uit Azië is een uitstekende gelegenheid om ideeën uit te wisselen over de beste manier om deze problemen aan te pakken. De voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen merkt op dat wat betreft handel en buitenlandse betrekkingen in het algemeen Korea meer en meer op het voorplan komt. President LEE MYUNG BAK zorgde voor een economische heropleving. In november 2010 vindt in Seoul de G20-top plaats. Spreker is van oordeel dat ook internationaal gezien de economie zich herstelt en dat de coördinatie van de macro-economische politiek beter verloopt.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 10
Hij hoopt op een spoedige ratificatie in het Europees Parlement van het vrijhandelsakkoord. In januari werd een vrijhandelsakkoord afgesloten met India. Met China, Vietnam en Japan wordt gezocht naar samenwerking. Er wordt onderzocht of een Noord-Oost-Aziatische Economische Gemeenschap mogelijk is. De president was in Washington voor besprekingen over de nucleaire antiproliferatie en de relaties met Noord-Korea. Wat betreft het gezonken oorlogsschip dat in twee stukken is gebroken, is er nog geen bewijs voorhanden dat het om een militaire actie gaat. Wel zijn er vermoedens, want NoordKoreaanse onderzeeërs waren actief in die zone. Als blijkt dat de vermoedens bevestigd worden, zal Zuid-Korea zeer kordaat reageren. De spanning tussen de beide landsdelen is voelbaar aan de demarcatielijn. Het voorbeeld van de hereniging van Duitsland geeft hoop voor een toekomstige hereniging van Korea. Het verstrekken van informatie aan de Noord-Koreaanse bevolking kan misschien iets veranderen. Inmiddels is er een grote instabiliteit. De dreiging met nucleaire wapens kan echter ook China verontrusten. China kan ook bilateraal met Noord-Korea onderhandelen. De heer Jean Marie Dedecker vraagt of iemand tegenstander is van het streven naar hereniging. De heer voorzitter antwoordt dat in principe iedereen voorstander is. Het kan echter enige tijd kosten en heel wat sociale lasten en kosten met zich meebrengen. De scheiding kost echter ook veel, zoals het op de been houden van een omvangrijk en zwaar bewapend leger. Indien men echter de vraag stelt aan de burgers zal 99% zich voorstander verklaren van een hereniging. Terugkomend naar de economische rol van zijn land, wijst de spreker nog op het belang van een economische Noord-Oost Aziatische Gemeenschap en vraagt steun voor dit initiatief. De voorzitter, de heer P. Dewael, antwoordt dat van Belgische kant de mening wordt gedeeld dat Noord-Korea moet terugkeren aan de onderhandelingstafel. Al is hij er zich van bewust dat dit geen gemakkelijke zaak zal zijn. In ieder geval is een noodzakelijke stap de Noord-Koreaanse bevolking beter te informeren. Indien het hervormingsproces niet van het volk zelf uitgaat, indien er niet ter plaatse enige beweging ontstaat, zal het zeer moeilijk zijn. De economische kostprijs van de hereniging in West-Duitsland was inderdaad ook zeer hoog. De ambassadeur, de heer Dubuisson, beaamt dat het idee van een Oost-Aziatische Gemeenschap als partner van de EU een interessant idee is. Economisch kan er zeker vooruitgang worden geboekt. Hoe zullen de zaken verlopen op het politieke vlak? De eerste stap zou een vrijhandelsverdrag met China zijn en dat is zeker geen gemakkelijke taak. Het gaat om een langzaam proces. Welke munt zou trouwens gelden als referentiemunt?
PM 70 / 52 spec. Balkan- 11
De voorzitter antwoordt dat de implementatie van de andere vrijhandelsakkoorden, namelijk met de Verenigde Staten en de EU noodzakelijk is. De overeenkomst met de Verenigde Staten kan nog vertraging oplopen omdat de Koreaanse landbouwers zich zorgen maken over de invloed op de voedselprijzen. De overeenkomst met de EU is minder moeilijk. Er zijn natuurlijk een aantal problemen in verband met de auto-industrie, maar dat zal in de toekomst minder moeilijk zijn. Alles is klaar om de overeenkomst goed te keuren. Ook andere Koreaanse parlementsleden nemen het woord. De ondervoorzitter van de Koreaanse-Belgische sectie van de Interparlementaire Unie wijst op de zeer goede contacten tussen beide landen en vestigt de aandacht op de komende werelduniversiade die zal plaatsvinden in Korea. Op verzoek van de voorzitter geeft de heer Dewael toelichting over de communautaire organisatie en de taalregeling in België.
2. ONDERHOUD MET DE HEER HYUN IN-TAEK, MINISTER VOOR DE HERENIGING
De minister dankt de delegatie voor haar bezoek. 60 jaar na het einde van de Koreaanse oorlog waarbij ook Belgische vrijwilligers sneuvelden, wenst hij ons land te danken voor de steun die toen en nog steeds wordt gegeven. De voorzitter, de heer P. Dewael, antwoordt dat de delegatie het monument ter herinnering aan de oorlogsslachtoffers heeft bezocht en zeer ontroerd was door de plechtigheid die daar heeft plaatsgevonden. De relaties tussen beide landen zijn uitstekend. Na het bezoek van de Kroonprins en van de eerste minister is er het bezoek van deze parlementaire delegatie en dit zal in de toekomst zeker leiden tot nog betere relaties. De heer Dewael betuigt zijn medeleven bij het nieuws van het zinken van een Koreaans militair vaartuig en de dood van 48 opvarenden en vraagt of er meer nieuws is over de oorzaak van deze ramp. De minister antwoordt dat het onderzoek volop aan de gang is en dat iedereen uitkijkt naar meer duidelijkheid over de oorzaak. Zijn taak is het zoeken naar herenigingkansen voor de twee Korea‟s die nu reeds sedert 60 jaar gescheiden zijn en waarvan slechts één een democratie is. De hereniging van Oost- en West-Duitsland is een voorbeeld. De huidige relaties tussen Zuid- en Noord-Korea zijn eerder delicaat gelet op het eerder vermelde incident met het schip. De voorzitter, de heer P. Dewael, vraagt of het beleid ten opzichte van het Noorden gewijzigd is sedert de invoering van de “Sunshine policy”. Het overleg dat werd opgestart met 6 partners is stopgezet omdat Noord-Korea de onderhandelingstafel verlaten heeft.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 12
Is er kans om het overleg te hervatten? Welke rol speelt China in deze aangelegenheid? De minister antwoordt dat het multilaterale zespartijenoverleg (Zuid- en Noord-Korea, de Volksrepubliek China, de Verenigde Staten, de Russische Federatie en Japan) aanvankelijk tot een akkoord heeft geleid in september 2005. Er werd gezocht naar formules om de Koreaanse kwestie op te lossen. In 2008 stopte het overleg. China was het gastland voor de onderhandelingen waarvan de voornaamste doelstelling het stopzetten van het nucleaire wapenprogramma van Noord-Korea was. Ook werd gestreefd naar een normalisatie van de relaties. Het probleem was de controle over de naleving van de overeenkomst. Noord-Korea verliet uiteindelijk de onderhandelingstafel. Ondertussen waren er wel bilaterale onderhandelingen tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten en met China. De mogelijkheid dat het zespartijenoverleg binnen afzienbare tijd kan worden hervat, is zeer groot. De voorzitter, de heer P. Dewael, vraagt meer informatie over de positie van de NoordKoreaanse leider KIM YONG IL. Behoort een soepele overgang naar een opvolger tot de mogelijkheden ? De minister antwoordt dat KIM YONG IL, nu 68 jaar, getroffen werd door een beroerte waarvan hij is hersteld. Hij herstelde echter niet volledig. Hij zal waarschijnlijk niet langer dan nog 10 jaar aan de macht blijven. Zijn derde zoon, 27 jaar oud, wordt genoemd als mogelijke opvolger, maar beschikt over relatief weinig ervaring. Wanneer KIM IL SUNG overleed in 1994 was KIM YONG IL reeds ouder dan 50 jaar en had meer ervaring. De voorzitter, de heer P. Dewael, informeert naar de politieke wil in Zuid-Korea om tot een hereniging te komen. Zijn de enorme kosten die dat zou teweegbrengen geen rem op deze plannen ? Het voorbeeld van Duitsland toont aan dat een dergelijke operatie zeer veel uitgaven vraagt. De minister antwoordt dat de hereniging stapsgewijs moet plaatsvinden. Er zal een lange tijd overgaan, waarschijnlijk verscheidene decennia. In ieder geval dient dit proces geleidelijk en met vreedzame middelen te verlopen. De heer Annemans vraagt hoe Noord-Korea reageert op het feit dat het Zuiden een Minister voor de Hereniging heeft aangesteld. Is er ook bij hen een herenigingpolitiek? De minister antwoordt dat de reacties uiteenlopen. Zijn beleid is erop gericht gul te zijn tegenover het Noorden. Sedert hun ontstaan hebben zij ook verklaard voorstanders te zijn van hereniging. De heer Jean Marie Dedecker, vraagt hoe de Noord-Koreaanse bevolking staat tegenover een mogelijke hereniging? In Duitsland was deze wil zeer sterk aanwezig, voor de val van de muur werd uiteindelijk de aanzet gegeven vanuit het Oosten. De minister beaamt dat dit eigenlijk wel een probleem vormt. In Duitsland waren er regelmatig contacten. Er waren quota voor familiebezoeken, er was wederzijdse informatie. Hier is geen informatie, velen weten niet hoe het gaat met hun familie.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 13
De heer Daniel Bacquelaine vraagt welk belang het voortbestaan van Noord-Korea heeft voor China. De minister antwoordt dat China voor de beide Korea‟s zeer belangrijk is. China heeft een militaire alliantie met Noord-Korea en wenst het Noord-Koreaanse regime te behouden. Het voert een politiek van “checks and balances”. Sedert 1992 onderhoudt Zuid-Korea diplomatieke relaties met China en China is nu de belangrijkste handelspartner. De toestand is dus zeer sterk geëvolueerd. Vroeger werd China beschouwd als de vijand. Dit is nu niet meer het geval, ook gelet op de economische belangen. De Koreaanse regering probeert China ertoe aan te zetten een meer actieve rol te spelen zoals bijvoorbeeld in het zespartijenoverleg. De minister hoopt dat de toestand in de nabije toekomst gunstig zal evolueren. De heer Servais Verherstraeten wijst erop dat de bevolking in het Noorden zeer arm is, terwijl in het Zuiden de levenstandaard hoog is. Is de Noord-Koreaanse bevolking daarvan op de hoogte ? Hoe kunnen zij meer informatie krijgen zodat zij beter de werkelijkheid onder ogen zien ?
De minister antwoordt dat de bevolking volledig afgesloten is van contact met de buitenwereld. Sommigen slagen er wel in te vluchten naar China en vandaar naar Zuid-Korea te komen (± 20.000 personen) eventueel nog via een ander land. In de jaren negentig (vooral 1996-1997) was er een hongersnood die vele doden eiste. Het distributiesysteem was volledig uitgeschakeld. De planningeconomie en het gecentraliseerde systeem die de bevoorrading moesten verzekeren, heeft volledig gefaald. Een honderdduizend personen zwerven nog ergens rond in China. Sommigen kunnen nu toch communiceren met gevluchte familieleden, wat toch een nieuwe situatie is, maar vrije communicatie is onbestaande.
3. ONTMOETING MET DE HEER HONG JAE-HYONG, VOORZITTER VAN DE INTERPARLEMENTAIRE VRIENDSCHAPSGROEP KOREA-BELGIË
In de loop van het gesprek wordt vooral de nadruk gelegd op de langdurige en zeer nauwe vriendschapsbanden tussen beide landen. De eerste diplomatieke contacten vonden reeds plaats in 1892. Tijdens de Koreaanse oorlog namen 3.500 Belgische vrijwilligers deel aan de verdediging van het land in een strijdmacht van de Verenigde Naties. Regelmatig zijn er nog veteranen die het land bezoeken. Ook tussen beide parlementen hadden regelmatig uitwisselingen plaats en is er een zeer goede verstandhouding. De Belgische parlementaire delegatie is zeer geïnteresseerd in de economische ontwikkeling van het land en in de evolutie die het Koreaanse parlement heeft doorgemaakt. De manier waarop Korea het hoofd geboden heeft aan de economische crisis van 1997 wekt veel belangstelling. De ontmoeting verloopt verder via persoonlijke gesprekken tussen de parlementsleden van beide landen.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 14
4. BEZOEK AAN PANMUNJOM GEDEMILITARISEERDE ZONE Deze zone tussen Noord- en Zuid-Korea vormt een demarcatielijn op de 38ste breedtegraad die ontstaan is na een wapenstilstand in de Koreaanse oorlog. De zone wordt bewaakt door militairen van de Verenigde Staten en Zuid-Korea die er aanwezig zijn met een mandaat van de Verenigde Naties. Wanneer op 25 juni 1950 de troepen van Noord-Korea het Zuiden binnenvallen, richt dit land een verzoek tot de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Na een aanvankelijke blokkering van de beslissing door Stalin werd uiteindelijk met de steun van 52 landen een interventiemacht onder mandaat van de Verenigde Naties opgericht. 21 landen stuurden militairen om er deel van uit te maken. Na een bloedige oorlog waarbij Noord-Korea gesteund werd door Chinese troepen kwam het uiteindelijk in 1953 tot een wapenstilstand, een verdrag werd nooit gesloten. Een tijdelijke toestand werd geleidelijk aan bestendigd en Panmunjom werd de plaats waar de militaire bevelhebbers onderhandelden over de troepenscheiding. In een aantal barakken die nog steeds aanwezig zijn, werd een vergaderzaaltje ingericht, gelegen op de scheidingslijn waar nog steeds af en toe, in een grimmige sfeer, onderhandelingen plaatsvinden. Nog steeds zijn er internationale commissies die zich bezighouden met de uitwisseling van krijgsgevangenen, toezicht op de gedemilitariseerde zone en de wapenstilstand. Ook België is nog betrokken via een Liaison Officer in de ambassade die regelmatig deelneemt aan vergaderingen met de andere verbindingsofficieren. Ook burgerpersoneel van de Verenigde Naties is aanwezig en neemt op geregelde tijdstippen deel aan inspecties.
Inmiddels hebben zowel het Noorden als het Zuiden aan weerszijden van de grens en op zeer korte afstand tegenover mekaar gebouwen opgetrokken. Noord-Koreaanse militairen volgen met een nadrukkelijke aanwezigheid elk bezoek aan de Zuid-Koreaanse kant van de grens. In 1972 werd via geheim overleg getracht een aantal wegen en een spoorweg opnieuw te openen. In de loop der jaren werden vooral vanuit het Zuiden de inspanningen voortgezet onder de leiding van de Minister voor de Hereniging. Gelet op de zeer slechte economische en sociale toestand in het Noorden werden vanuit Zuid-Korea zeer grote investeringen gedaan en werden naast het verlenen van directe voedselhulp zelfs volledige industriële vestigingen uitgebouwd in NoordKorea waar Noord-Koreanen onder zeer streng toezicht van hun overheid kunnen werken. Zuid-Koreaanse kaderleden passeren dagelijks de grens om deze bedrijven draaiende te houden. Na een briefing bracht de delegatie een bezoek aan een aantal observatieposten waar toelichting werd gegeven bij een aantal dodelijke aanvallen van NoordKoreaanse militairen die zich in de loop der jaren hebben voorgedaan.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 15
Nog steeds grijpen er grensincidenten plaats. Het zinken van het Zuid-Koreaanse schip verhoogt de spanning omwille van ernstige vermoedens dat het ook in dat geval om een aanval ging.
5. ONTMOETING MET MEVROUW PARK GEUN-HYE, PARLEMENTSLID
Mevrouw Park Geun-Hye is parlementslid voor de Grand National Party en had als gezante van president Lee Myung Bak de leiding over een Koreaanse parlementaire delegatie die Brussel bezocht in het kader van de onderhandelingen van het vrijhandelsakkoord van Korea met de Europese Unie. Zij is de dochter van de gewezen president Park Chung-hee en is parlementslid sedert 1998. Zij is zeer begaan met de goede relaties met België en de Europese Unie. Tijdens het gesprek werd dan ook nader ingegaan op de gunstige gevolgen van dit vrijhandelsakkoord op de economische situatie van Korea en België. Ook over tal van aspecten van de Koreaanse politiek werd van gedachten gewisseld. De mogelijkheid voor vrouwen om deel te nemen aan de politiek en het maatschappelijk leven in Korea kwam eveneens aan bod. Ook de relatie met Noord-Korea, het gevaar van nucleaire proliferatie en de verschillende standpunten inzake een mogelijke hereniging werden besproken.
6. BEZOEK AAN UMICORE KOREA - ONDERHOUD MET GENERAL MANAGER, DE HEER LEE HWANG-BAE
De onderneming richt zich vooral op de ontwikkeling en productie van batterijen voor mobiele telefoons, PC‟s, enz. Daarbij worden nieuwe anode/kathode actieve materialen en nieuwe additieven gebruikt om de flexibiliteit, de capaciteit, de veiligheid en de betrouwbaarheid van de batterijen te verhogen. De onderneming kan terugvallen op de aanwezige kennis van de metalen, gecombineerd met toepassingen uit de scheikunde. Er wordt gestreefd naar duurzame oplossingen die een oneindige recyclage en hergebruik van de gebruikte materialen (zoals lithium en kobalt) mogelijk moet maken. Het bedrijf kan zich verder ontwikkelen omdat het ingeplant is in een markt waar hoogtechnologische producten worden ontwikkeld en omdat ter plaatse hoog gekwalificeerd personeel aanwezig is. Dit heeft geleid tot een steeds toegenomen productie, gecombineerd met een hoge kwaliteit, zodat verscheidene kwaliteitslabels (bijvoorbeeld het ISO 9001 en het ISO 14001 certificaat, maar ook andere meer gespecialiseerde certificaten) konden worden behaald.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 16
Het bedrijf beroept zich eveneens op een vooruitstrevend sociaal beleid ten behoeve van zijn werknemers. Op een vraag van ambassadeur Pierre Dubuisson wordt geantwoord dat de productie van het bedrijf zich inschrijft in het programma van de Koreaanse regering gericht op beperking van de CO2-uitstoot. De productie van herlaadbare en recycleerbare batterijen past in een politiek van duurzame ontwikkeling. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, vraagt of de onderneming kan rekenen op steun van de overheid. Het antwoord luidt dat voor de ontwikkeling van nieuwe producten wordt samengewerkt met onderzoeksinstituten en universiteiten. Daar lopen onderzoeksprogramma‟s waar ook ingenieurs van de onderneming aan meewerken en die uiteindelijk moeten resulteren in betere producten. In antwoord op een vraag van de heer Patrick Dewael naar de invloed van de loonkosten wordt meegedeeld dat de productie niet zeer arbeidsintensief is. Het aandeel van de loonkosten in de uitgaven van het bedrijf is dus relatief laag, de technologische kennis speelt een veel grotere rol. Geschoolde personeelsleden vinden is tot nu toe nog geen groot probleem, Korea beschikt over hooggeschoolde arbeidskrachten. Sommige bedrijven beginnen wel recruteringsmoeilijkheden te krijgen, maar eigenlijk zijn er nog geen echte problemen. Op de vraag van de heer Patrick Dewael naar te verwachten nieuwe investeringen wordt geantwoord dat een bedrag van 20 miljoen euro wordt vooropgesteld, welk gedeelte daarvan door Belgische en welk door lokale investeerders zal worden ingebracht, staat nog niet vast. Zeker is dat de zaken goed gaan en dat deze investeringen dus zeker overwogen worden. Mevrouw Hilde Vautmans vraagt hoe UMICORE de toekomstige ontwikkeling van elektrische wagens inschat. Zij heeft ook vernomen dat het bedrijf ook producten maakt die een militaire toepassing kunnen krijgen en vraagt daarover meer uitleg. De heer Lee Hwang-Bae antwoordt dat vooraleer de ontwikkeling van elektrische wagens volop van start kan gaan er een aantal beslissingen van de overheid nodig zijn om de regulering aan te passen, bijvoorbeeld inzake de veiligheidsnormen bij het opladen van de batterijen. Ook moet een keuze worden gemaakt over de manier van opladen, in centraal gelegen oplaadpunten of thuis. Wat militaire toepassingen betreft, die zijn veelvuldig. Het leger gebruikt zeer veel toestellen waarvoor betrouwbare batterijen noodzakelijk zijn. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, vraagt wat het bedrijf verwacht van het nieuwe vrijhandelsakkoord met de Europese Unie dat in voorbereiding is. Hierop wordt geantwoord dat het omzetvolume daardoor zeker zal stijgen. Nu reeds heeft de Europese Unie beslist dat er 2 concurrerende Koreaanse bedrijven die actief gericht zijn op export naar Aziatische landen en naar het Midden-Oosten van de opening naar de Europese markt gebruik zullen maken en hun exportactiviteiten nog zullen uitbreiden.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 17
Ook de mogelijke groei van de andere sectoren zoals scheepsbouw zal leiden tot een hogere afzet op de Koreaanse markt zelf. De heer Gerolf Annemans wijst op de grote specialisatie van de Antwerpse vestiging van UMICORE in de recyclage van computers en het hergebruik van de hoogwaardige metalen die zij bevatten. Is dit ook zo voor de Koreaanse tak van het bedrijf? De vertegenwoordiger van UMICORE Korea antwoordt dat in Korea de recyclage van elektronisch afval gebeurt door toedoen van andere lokale ondernemingen. De vestiging in Antwerpen is zeer kapitaalintensief en om een dergelijk bedrijf rendabel te laten functioneren zijn zeer grote volumes te verwerken goederen nodig. Dus voorlopig neemt UMICORE in Korea een dergelijke activiteit niet voor zijn rekening. Mevrouw Vautmans vraagt of de productie van UMICORE in Korea nu ook reeds wordt uitgevoerd naar Europa. De heer Lee Hwang-Bae antwoordt dat het hoofdbestanddeel van de productie bestemd is voor de Koreaanse en de Japanse markt. Een klein gedeelte gaat naar China.
7. BEZOEK AAN SAMSUNG ELECTRONICS - ONDERHOUD MET DE HEER UN BAE KIM, ONDERVOORZITTER
De heer Un Bae Kim wijst op de goede relaties van zijn onderneming met België. Recent was er nog een bezoek van eerste minister Leterme. Ook de huidige ontmoeting beschouwt hij als een kans om deze goede verstandhouding nog te verbeteren. Hij schetst een overzicht van de evolutie van het bedrijf, van bij de stichting in 1969 met 191 medewerkers naar het huidige personeelsbestand van 158.000 wereldwijd. Hij geeft een overzicht van de producten: mobiele communicatie, IT-toepassingen, halfgeleiders, digitale TV, SED en computers. Het bedrijf is reeds geruime tijd aanwezig op de Belgische markt en wenst er nog te groeien. De totale export bedroeg meer dan 10 miljard US dollar en het bedrijf ontving dan ook een onderscheiding als exportgerichte onderneming. Wat betreft mobiele telefonie zijn zij de tweede grootste op wereldvlak. De totale omzet bedraagt 17.680 miljard US dollar. Recent wordt ingezet op de ontwikkeling van intelligente magnetische kaarten met chips. Naast zijn productie zoekt het bedrijf ook een maatschappelijke rol en houdt zich bezig met sponsoring van sport en cultuur (bv. het Boltsjoi theater), vrijwilligerswerk, opvoeding en bescherming van het leefmilieu. De voorzitter, de heer Dewael, vraagt of het bedrijf een productie-eenheid heeft in België. De heer Kim antwoordt dat er een vestiging is maar dat er geen productie plaatsvindt in België. De heer Dewael vraagt naar de vooruitzichten inzake economische ontwikkeling na de financiële crisis.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 18
De heer Kim antwoordt dat zijn onderneming de wereldwijde crisis met succes doorstaan heeft. Ook in de toekomst wordt groei verwacht. Daartoe zullen vooral de nieuwe opkomende economieën bijdragen (Zuid-Oost Azië, Latijns Amerika, Afrika). De heer Gerolf Annemans vraagt wie de eigenaars zijn van SAMSUNG. De heer Kim antwoordt dat de voorzitter een zoon is van de stichter, de heer Son Hi Lee. De financiële verrichtingen van de groep gebeuren vooral op de lokale markt. De voorzitter, de heer Dewael, vraagt naar de rol van de Koreaanse staat bij de ontwikkeling van het bedrijf. Werden er bijvoorbeeld fiscale stimuli of financiële steunmaatregelen uitgewerkt? De heer Kim antwoordt dat de ontwikkeling van Korea en van het Koreaanse volk een goede voedingsbodem is voor de onderneming. De menselijke factor is van hoge kwaliteit en 90% van de studenten bereikt minstens het niveau van de middelbare school. Velen studeren ook in het buitenland, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. De heer Dewael vraagt of de Koreaanse overheid financieel tussenkomt voor deze toch wel dure studies in het buitenland. De heer Kim antwoordt dat het bedrijf zelf medewerkers naar het buitenland stuurt voor een verdere specialisatie. Wat de arbeidskosten betreft, begint zich stilaan toch een probleem te stellen tegenover de concurrentie van lageloonlanden. Na het gesprek bracht de delegatie een bezoek aan een overzichtstentoonstelling waar de technologische evolutie van de producten door de jaren heen duidelijk te merken was. Het bezoek werd beëindigd met een demonstratie van de meest recente technologie en producten van SAMSUNG.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 19
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 20
IV. BEZOEK AAN DE SOCIALISTISCHE REPUBLIEK VIETNAM VAN 14 TOT 16 APRIL 2010
1. HANOI - ONTMOETING MET DE HEER NGUYEN PHU TRONG, VOORZITTER VAN HET VIETNAMESE PARLEMENT
De heer Patrick Dewael, voorzitter, dankt voor de uitnodiging en wijst op het belang van goede relaties tussen de parlementen van Vietnam en België. De heer Nguyen Phu Trong, voorzitter van het Vietnamese Parlement, wijst op de vernieuwing die zijn land heeft doorgemaakt en die nog steeds plaatsvindt. De vernieuwing startte 25 jaar geleden. Op economisch vlak is er een groei van 5,3% en zelfs van 5,5%. In 1990 bedroeg de armoedegraad nog 60%. landbouwproductie speelt daarbij een grote rol. wereldproductie aan cashewnoten.
Die is teruggebracht tot 10%. De Zo produceert Vietnam 70% van de
Op diplomatiek vlak onderhoudt het land relaties met 170 landen. Handelsrelaties zijn er met 250 landen. Vietnam is lid van alle internationale economische en handelsorganisaties. Momenteel is het land één van de niet-permanente leden van de Veiligheidsraad en voorzitter van de ASEAN. Ook het toerisme kent een gestage groei. Toch rekent het land nog op steun uit het buitenland en zeker de hulp van België is zeer welkom. Vietnam is het enige Aziatische land dat nog van deze steun kan genieten en de voorzitter dankt de delegatie voor deze zeer doeltreffende ontwikkelingshulp. Voor het ogenblik zijn daarover trouwens onderhandelingen aan de gang en de voorzitter hoopt dat die uitmonden in de voortzetting van de ontwikkelingshulp vanuit België die nog steeds zeer noodzakelijk is. Ook de belangrijke rol die België speelt in Europa is een reden voor Vietnam om verder goede relaties na te streven. Kamervoorzitter Patrick Dewael dankt de voorzitter voor zijn uitnodiging en zijn gastvrijheid. Beide landen onderhouden sinds lange tijd uitstekende betrekkingen en België hecht veel belang aan de bilaterale betrekkingen met Vietnam. Vietnam was het eerste land dat de minister van Buitenlandse Zaken bezocht. Vietnam is inderdaad het enige Aziatische land dat een rechtstreeks partnerland is van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Voor de periode 2007-2010 werd een bilateraal programma aangenomen voor een bedrag van 32 miljoen euro. PM 70 / 52 spec. Balkan- 21
Het is juist dat momenteel onderhandelingen en een evaluatie aan de gang zijn waarvan het resultaat bepalend zal zijn voor de beslissing over de voortzetting van de samenwerking, eventueel met een heroriëntering van de hulp. Er wordt uitstekend samengewerkt op onderwijsvlak: de Belgische universiteiten en de ngo's werken samen met de Vietnamese overheid om een degelijk onderwijs tot stand te brengen. Ook op het stuk van wetenschappelijk onderzoek loopt er een samenwerking. De heer Patrick Dewael wijst erop dat verscheidene Belgische bedrijven actief zijn in Vietnam. Dit jaar zouden er nog nieuwe investeringen worden gedaan en zouden er Belgische bedrijven meewerken aan projecten in Vietnam. Een toename van de investeringen in Vietnam komt beide landen ten goede. De heer Dewael stelt vast dat de opbrengst van de economische groei onder meer werd aangewend in de strijd tegen de armoede. Hij feliciteert Vietnam met het voorzitterschap van de ASEAN, en met zijn steeds belangrijkere rol op internationaal niveau, onder meer als niet-permanent lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Hij nodigt de voorzitter uit voor de zesde ASEP-conferentie, die in Brussel zal plaatsvinden, met vergaderingen in onder meer het halfrond van de Kamer. De heer Christian Brotcorne, stelt vast dat Vietnam lid is van de OIF (Organisation internationale de la Francophonie). Welke rol ziet Vietnam daar voor zichzelf weggelegd? Welk belang wordt gehecht aan Franstalig onderwijs en welke voordelen zijn er voor het land aan verbonden? De ondervoorzitter beantwoordt deze vraag en wijst op de zeer goede relaties tussen Frankrijk en Vietnam. De problemen uit het verleden zijn reeds lang achter de rug. De Franse cultuur heeft het land zeer sterk beïnvloed en heeft nog steeds veel invloed. Vele inwoners spreken nog Frans. Vietnam is ondervoorzitter van de OIF en neemt daar zijn volle verantwoordelijkheid. In Hanoi bevindt zich een Frans cultureel centrum en Frankrijk verleent talrijke studiebeurzen. In de internationale en economische context is de rol van het Frans bedreigd en concrete maatregelen zijn nodig. Ook met de rest van de Franstalige wereld onderhoudt Vietnam goede relaties. Mevrouw Hilde Vautmans vraagt naar de graad van participatie van vrouwen aan het politieke leven. Ook wenst zij te vernemen of er specifieke programma‟s zijn om de armoede bij vrouwen te bestrijden. Wat de rechtspraak betreft, wenst spreekster te vernemen welke de verdere evolutie zal zijn van het strafrecht inzake de doodstraf. Het aantal misdrijven dat met de dood kan worden bestraft, is reeds gereduceerd maar hoe zal de evolutie ter zake verlopen ?
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 22
De voorzitter antwoordt dat reeds in de eerste grondwet de gelijkheid tussen mannen en vrouwen werd benadrukt. De vrouwen spelen een toenemende rol in de politiek en in de maatschappij. Tal van wetten zoals die betreffende het huwelijk en die over de gelijkheid van mannen en vrouwen werden aangepast. Vrouwen bekleedden reeds belangrijke functies in de delegatie die de vredesgesprekken in Parijs hebben gevoerd. Een van de drie ondervoorzitters van het parlement is een vrouw. commissievoorzitters zijn er twee vrouwen.
Op de twaalf
De strijd tegen de armoede is zeer succesvol gebleken. Gisteren nog was er een zitting van het bijzondere comité voor de strijd tegen de armoede. Sedert 1998 werden 30 programma‟s gelanceerd om armoede te bestrijden. Niet enkel vrouwen zijn er het slachtoffer van, de armoede is vooral ook verbonden aan bepaalde streken: sommige regio‟s in de bergen of in moeilijk bereikbare gebieden zijn armer en vragen bijzondere aandacht. Wat betreft de doodstraf is er een duidelijke evolutie. In het parlement zijn de opvattingen over de doodstraf zeer uiteenlopend. Wel is het zo dat het aantal uitspraken van de doodstraf gehalveerd is. Een van de Vietnamese parlementsleden vraagt waarom de delegatie niet vergezeld is van vertegenwoordigers van de economische sector. Wat betreft het gebruik van het Frans in economische en internationale relaties wenst hij te vernemen of ook in België het gebruik van het Frans bedreigd wordt. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, antwoordt dat het in België niet de gewoonte is vertegenwoordigers van ondernemingen te laten deel uitmaken van parlementaire delegaties. Deze taak wordt overgelaten aan de ministers. De bevoegdheid voor de export is in handen van de gewesten. Wat economische missies betreft, is ook de kroonprins zeer actief en neemt deel aan zendingen met Belgische ondernemers. De voorzitter is verheugd dat verscheidene Belgische bedrijven actief zijn in Vietnam en er hebben geïnvesteerd. Hij is van oordeel dat het economische verkeer zo vrij mogelijk moet verlopen. De heer De Gucht die op Europees vlak bevoegd is voor de export heeft eveneens Vietnam bezocht en er onderhandeld over de vrijhandelsovereenkomst. Wat betreft het gebruik van het Frans in België deelt de voorzitter mee dat ons land drie officiële talen heeft en dat er meer Nederlandstaligen wonen dan Franstaligen maar geen enkele taal is bedreigd. De voorzitter schetst vervolgens een aantal beschermingsmechanismen die in de grondwet zijn ingebouwd en vestigt de aandacht op de traditioneel Belgische aanpak van problemen : een compromisakkoord. De heer Thierry Giet stelt vast dat de uitdaging van de strijd tegen de armoede werd beantwoord met 30 concrete programma‟s. Welke rol heeft de Staat daarbij gespeeld? Zijn er regelingen voor compensatie van inkomensverlies bij ziekte of werkloosheid? De voorzitter antwoordt dat naast de programma‟s voor armoedebestrijding ook een ganse reeks wetten werd gestemd ter bescherming van de meest hulpbehoevenden in de maatschappij.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 23
Zo is er een wetgeving voor gehandicapten, bejaarden, werklozen en een wet betreffende de sociale zekerheid en de ziekteverzekering waarbij personen onder de armoedegrens en kinderen jonger dan zes jaar kunnen genieten van gratis medische consultaties. De economische toestand van het land is nog niet zeer goed. De criteria om de armoedegrens vast te stellen, sluiten nauw aan bij de criteria die worden naar voor geschoven door de Verenigde Naties. Er is nergens in het land nog sprake van voedseltekorten en de toestand zal nog verbeteren. De voorzitter wenst meer uitleg over de rol van België binnen de vereniging van Franstalige landen. Frankrijk verstrekt bijvoorbeeld studiebeurzen aan buitenlandse studenten, voor België is dat blijkbaar niet het geval. De heer Brotcorne antwoordt dat deze materie in België tot de bevoegdheid van de gemeenschappen behoort. Er bestaat een delegatie Wallonië-Brussel-Vietnam die een programma heeft uitgewerkt voor de periode 2007-2010. In 2006 werd daarover in Brussel nog onderhandeld. Ook via de universiteiten zijn er verscheidene samenwerkingsprogramma‟s. De voorzitter besluit dat deze ontmoeting zal bijdragen tot betere relaties tussen beide landen en beide parlementen. België zal voorzitter zijn van de Europese Unie in de tweede helft van dit jaar en Vietnam zal het voorzitterschap waarnemen van de AIPA, de parlementaire assemblee van de ASEAN. Vietnam zal deelnemen aan de ASEP-conferentie in Brussel.
Na afloop van de vergadering hadden de beide voorzitters een ontmoeting met de pers waarop de diverse aspecten van de relaties tussen beide landen en de doelstelling van de zending nader werden toegelicht.
2. ONTMOETING MET DE VICE-PREMIER, DE HEER HOANG TRUNG HAI
De vice-eersteminister is verheugd met het bezoek van de delegatie en dankt België voor de goede samenwerking en voor de steun bij de ontwikkeling van het land. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, dankt voor de ontvangst en bevestigt dat Vietnam het enige Aziatische land is dat vanwege België ontwikkelingshulp ontvangt. Deze hulp kan worden voortgezet maar in de gemengde commissie moeten de projecten die momenteel lopende zijn worden geëvalueerd en moeten prioriteiten worden vastgelegd. België apprecieert ten eerste de actieve rol van Vietnam op het internationale vlak als lid van de WHO en als voorzitter van ASEAN. België wordt van zijn kant EU-voorzitter in juli 2010 en organiseert de ASEM-conferentie in oktober. Wat is de visie van de vice-eersteminister op de toekomst van ASEAN?
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 24
De vice-premier antwoordt dat Vietnam binnen de ASEAN-groep het land is met de meest dynamische economie. Het land hecht sterk aan vrede en stabiliteit die essentieel zijn voor economische vooruitgang. Wat de WHO betreft, zullen de richtlijnen worden opgevolgd en zullen protectionistische maatregelen worden vermeden. Er moet nog worden gestreefd naar een grotere efficiëntie. De voorzitter, de heer P. Dewael, informeert naar de rol van de commissie voor de mensenrechten binnen de ASEAN. Hoe werkt die commissie ? De heer Hoang Trung Hai antwoordt dat de ASEAN het recht op zelfbeschikking van de lidstaten respecteert. Overigens was de commissie zeer actief. De voorzitter, de heer P. Dewael, merkt nog op dat het afsluiten van een vrijhandelsakkoord met de Europese Unie ook een invloed zou hebben op de arbeidsmarkt in Vietnam en in de EU. Gaat de vice-premier akkoord met de principes van een dergelijk verdrag ? De heer Hoang Trung Hai antwoordt dat hij een groot voorstander is van een dergelijke overeenkomst die de samenwerking zeker zou verbeteren. Voor de EU zou bijvoorbeeld het hoge niveau van technologische kennis in Vietnam voordelen opleveren. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, verwijst naar het voorafgaande gesprek met de viceminister waar uitvoerig sprake was van investeringen. Hij wijst op de grote ervaring en kennis van Belgische bedrijven inzake infrastructuur en openbare werken. Een openstelling van de Vietnamese markt kan zeer belangrijk zijn. De vice-premier antwoordt dat Vietnam nog een zeer grote uitbreiding van zijn infrastructuur wenst. Die is immers noodzakelijk voor de verdere economische ontwikkeling. Het land heeft ook nog behoefte aan technologie. De handelsbalans met de EU kan meer evenwichtig worden wanneer er meer investeringen komen, zeker voor Belgische bedrijven is Vietnam zeer toegankelijk. Een vereenvoudiging van de procedures is trouwens aan de gang. De voorzitter, heer P. Dewael, deelt mee dat vanuit België werd beslist onze diplomatieke vertegenwoordigingen te vragen het accent meer op economische relaties te leggen. Zowel de ambassadeur als de vertegenwoordigers van de gewesten kunnen dus een rol spelen bij het tot stand brengen van economische relaties. Zoals gezegd, heeft België vooral troeven inzake bouwwerken, wegenbouw en havenaanleg en op het vlak van elektriciteitsvoorziening, ook inzake hernieuwbare energie en zonneenergie. Indien er zich kansen voordoen, bijvoorbeeld via privaat publieke samenwerking (ppp) zijn er zeker bedrijven die daar zullen op inspelen.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 25
3. ONDERHOUD MET DE HEER CAO VIET SINH, VICE-MINISTER VOOR HET PLAN
De voorzitter, de heer Patrick Dewael, deelt mee dat hoewel de hoofddoelstelling van de zending gericht is op het versterken van de banden tussen de twee parlementen, de leden van de delegatie toch ook zeer geïnteresseerd zijn in de sociaal-economische aspecten van de samenwerking. Hoe ziet de vice-minister de economische evolutie van Vietnam, welke groei wordt verwacht, hoe is het investeringsklimaat en welke infrastructuurwerken worden gepland? De vice-minister antwoordt dat sedert 10 jaar de economie gestadig is gegroeid, soms zelfs met 8,5%. De jaren 2008 (+ 6,2%) en 2009 (+ 5,32%) kenden een relatieve vertraging in de groei, voor 2010 wordt een groei van 6,2% verwacht. De eerste trimester werd een groeipercentage van 5,83% genoteerd. Voor het ogenblik heeft Vietnam handels- en economische relaties met 220 landen. De export bedraagt 140 miljard US dollar en is de laatste 10 jaar met 20% gestegen. Ook daar was er een relatieve vertraging in 2008 en 2009. In 2010 wordt een groei van meer dan 6% verwacht al was deze groei gedurende het eerste trimester relatief laag. Wat de buitenlandse investeringen betreft, zijn er momenteel 11.000 projecten lopende voor een gecumuleerd bedrag van 180 miljard US dollar. In 2008 was dit 71 miljard dollar en in 2009 20 miljard dollar, te wijten aan de mondiale crisis. Voor het toerisme vormt Vietnam een aantrekkelijke bestemming. Een hervorming van de administratieve procedures moet leiden tot hogere buitenlandse investeringen zodat tegen 2015 de millenniumdoelstelling gehaald wordt. De vice-minister dankt België voor de ontwikkelingshulp die veel heeft bijgedragen tot een beter leefmilieu en een administratieve hervorming. Er zijn echter nog vele uitdagingen: 1. De infrastructuur, vooral in de steden, moet nog worden verbeterd; 2. De vorming van arbeidskrachten zodat een hogere kwalificatie kan worden bereikt; 3. Een verdere vereenvoudiging van de administratieve procedures. Daar wordt tegen 2012 gestreefd naar een realisatie van de doelstellingen. Voor sommige initiatieven zijn buitenlandse investeringen noodzakelijk, er wordt gestreefd naar een publiek-private samenwerking waarbij overheidsinvesteringen worden gecombineerd met private investeringen (ppp : public private partnership). Vooral in de infrastructuurwerken is er kans op investeringen, er zijn plannen voor autowegen en metro. Voor het ogenblik zijn er 132 projecten waarin Belgisch kapitaal wordt geïnvesteerd, voor een totaal van 80 miljoen US dollar. De vice-minister hoopt dat een toename mogelijk is.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 26
De voorzitter, de heer Patrick Dewael, vraagt welke de meest dringende maatregelen zijn om actie te ondernemen. Zal dit verlopen via de centrale overheid of zullen eerder de lokale overheden de leiding hebben? Vietnam evolueert naar een geïndustrialiseerd land. Hoe kunnen wederzijdse contacten worden verbeterd? Het probleem van de omslachtige administratieve procedures (red tape) stelt zich ook in de geïndustrialiseerde landen, hoe zal dit worden aangepakt? De vice-minister antwoordt dat de bevordering van investeringen een ernstige aanvang heeft genomen met de eerste wet op de buitenlandse investeringen in 1988, daarna volgde stelselmatig een reeks wetten die een juridisch kader moesten vormen. Zo was er de wet op de ondernemingen, op de publieke aanbestedingen, op de investeringen. Er werden garanties gegeven dat investeringen niet konden worden genationaliseerd. De reglementering voor investeringen is zeer sterk vereenvoudigd. Sommige projecten verkregen in slechts 1 dag de noodzakelijke toelatingen. Gemiddeld bedraagt de wachttijd 15 dagen. Ook de lokale overheden hebben hun procedures vereenvoudigd. De investeringen geven niet alleen toegang tot de interne markt maar ook tot de regionale markt (500 miljoen inwoners). De binnenlandse consumptie groeit gestaag (+ 20%). Een aantal troeven zijn de goede telecomverbindingen, een jonge bevolking en politieke stabiliteit. Vietnam beschikt over 8 buitenlandse kantoren waar informatie over investeringen wordt verstrekt (o.m. in Duitsland, Frankrijk, Taiwan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten). De voorzitter, de heer Dewael, vraagt of er geen vrees bestaat voor een stijgende inflatie. Hoe wordt dit tegengegaan? De vice-minister antwoordt dat de inflatie is gestabiliseerd. In 2008 was de inflatie zeer hoog, maar in 2009 werden maatregelen genomen zodat de inflatie werd gestabiliseerd op 6,5%. Voor 2010 wordt gerekend op een inflatie van 7%. Daartoe werd gebruik gemaakt van een blokkering van de rente, het stimuleren van de export en een beperking van het overheidsdeficit. Momenteel wordt er gestreefd naar een evenwicht met de US dollar. De wisselkantoren zijn onderworpen aan controle. De eerste trimester van 2010 bedroeg de inflatie 4%. Vietnam is nog steeds een arm land. 30% van de gezinnen leven nog onder de armoedegrens al wordt de armoede wel bestreden en is ze sterk gedaald. Vietnam is lid van de WHO maar de concurrrentiekracht is nog zwak.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 27
De vice-minister hoopt dat België zal helpen om een stijging van de Vietnamese export naar de EU mogelijk te maken en hoopt dat de ontwikkelingssamenwerking die momenteel in een gemengde commissie wordt besproken, zal worden voortgezet. Vooral de scholing van arbeidskrachten en infrastructuurwerken zijn noodzakelijk. De voorzitter, de heer P. Dewael, stelt vast dat op economisch vlak de groei weer toeneemt. De toetreding tot de WHO zal het land ertoe brengen meer competitiviteit toe te laten en een vereenvoudiging van de administratieve procedures zal inderdaad een troef zijn om investeringen aan te trekken. Een verdere stap kan het vrijhandelsakkoord met de EU worden. Hij is er zeker van dat de bevoegde Europese commissaris, de heer De Gucht, de onderhandelingen zo snel mogelijk tot een goed einde zal brengen. Wat betreft de ontwikkelingshulp is Vietnam het enige Aziatisch land dat nog Belgische ontwikkelingshulp ontvangt. In principe kan die worden voortgezet maar de gemengde commissie moet de toekomstige toestand evalueren en de domeinen afbakenen waarop deze hulp het meest efficiënt kan worden aangewend. De beslissingsmacht daarover behoort aan de regering en de minister van Ontwikkelingssamenwerking zal zeker de nodige contacten nemen. De vice-minister deelt nog mee dat Vietnam tijdens zijn voorzitterschap van de ASEAN zal streven naar nog betere relaties met de EU en ook naar verdere regionale samenwerking. De heer Servais Verherstraeten vraagt naar de doelstellingen inzake nucleaire energie. Zijn er contacten met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie en is er een oplossing voor het nucleair afval? Welke houding heeft Vietnam inzake non-proliferatie en het tegengaan van militair gebruik van kernenergie ? De vice-minister antwoordt dat Vietnam zich heeft aangesloten bij het nonproliferatieverdrag. De eerste minister neemt trouwens op dit ogenblik deel aan de anti-proliferatieconferentie in Washington. Tegen 2020 wordt de inwerkingstelling van 2 centrales in uitzicht gesteld. Er is samenwerking met Rusland en de centrales zullen werken met respect van alle internationale akkoorden ter zake en onder toezicht van het I.A.A.
4. ONTMOETING MET DE HEER DUONG ANH DIEN, PARTIJSECRETARIS EN LEDEN VAN HET VOLKSCOMITÉ VAN HAIPHONG
Haiphong is de derde grootste stad van Vietnam en de toevoerhaven voor het Noorden. De haven is de grootste troef van de stad en de bron van welvaart en economisch dynamisme. De verdere ontwikkeling ervan vormt dan ook één van de prioritaire doelstellingen.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 28
Aansluitend bij de haven is ook de industrie van zeer groot belang. Bijvoorbeeld belangrijke scheepswerven waar schepen van 53.000 ton worden gebouwd. Ook in andere domeinen is er veel industriële activiteit. Door de economische crisis was in 2009 de groei met een half procent gedaald. In 2010 is er echter reeds opnieuw een toename, zodat de groei nu reeds 10% bedraagt. Zoals gezegd, krijgt de uitbouw van de haven voorrang. Dit gaat gepaard met de aanleg van autowegen en spoorwegen. Deze expansie heeft dan weer een gunstige invloed op de groei van de industriële en de dienstensector. Het opleidingsniveau van de arbeidskrachten moet nog worden verbeterd want daar hangt de welvaart in grote mate van af. De heer Duong Anh Dien looft de samenwerking met de Belgische ondernemingen in de Dinh Vu Industriële Zone en verklaart dat zij worden beschouwd als een binnenlands bedrijf. Hij hoopt dat hun goede ervaringen andere Belgische bedrijven ertoe zal aanzetten om zich in Vietnam te vestigen. Vooral ervaring in het beheer van havens is steeds welkom. De voorzitter, de heer Patrick Dewael, herinnert zich een vorig bezoek, bijna 10 jaar geleden. Toen was hij vergezeld van een delegatie bestaande uit vertegenwoordigers van Antwerpse bedrijven. Hij is onder de indruk van de vooruitgang die sindsdien gemaakt is. Hij stelt vast dat de economische groei, vooral in deze havenstad, enorm is toegenomen en dat Vietnam evolueert naar een industrieland. De Belgische ontwikkelingssamenwerking heeft daar zeker toe bijgedragen. Belgische bedrijven hebben een grote ervaring en kennis inzake infrastructuur en logistiek, vooral ook in de bouw van wegen en havens. België wil de uitbouw van Vietnam blijven aanmoedigen want ook voor onze economie kan dit belangrijk zijn. Voor Vietnam is België een belangrijke partner, ook door zijn ligging en zijn rol in de Europese Unie. Hij is voorstander van een verdere versoepeling van de handelsrelaties. De vooruitgang die nu merkbaar is, zal zich zeker voortzetten in de toekomst. De heer Duong Anh Dien is verheugd een delegatie van dergelijk belang op bezoek te hebben en herhaalt zijn felicitaties voor het havenproject dat er in geslaagd is van een braakliggend terrein een bloeiende haveninfrastructuur te maken.
5. BEZOEK AAN DINH VU INDUSTRIËLE ZONE (DVIZ) IN DE HAVEN VAN HAIPHONG
Het bedrijf waarin ook het Volkscomité van Haiphong participeert, is een zusteronderneming van DEME (Dredging Environmental & Marine Engineering) en Rent-A-Port. Het bedrijf wordt geleid door de heer John Van Praet en een managementteam bestaande uit onder meer Peter Broers, Regy Vermeulen en Carlos Nascimento. De betrokken bedrijven hebben ervaring in het opstarten van “Greenfield projects”, het opbouwen van industriële zones in braakliggende gebieden en haveninfrastructuur op terreinen die in zee worden opgespoten.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 29
In Haiphong gaat het momenteel om een terrein van 550 ha waar 27 bedrijven gevestigd zijn, petroleumterminals, petrochemie, zware en lichte industrie en havenbedrijven. Er wordt gewerkt aan een uitbreiding met 400 ha in Lach Huyen, een terrein dat 10 km ver in zee doordringt en dat wordt opgehoogd op een plaats waar de zee 2 tot 7 meter diep is. Deze haveninfrastructuur is zeer geschikt voor het aanmeren van schepen met grote diepgang zoals tankers. De opgespoten grond is afkomstig van het uitbaggeren van de vaargeul. Daardoor wordt de huidige diepgang van 6 meter op 14 meter gebracht. De bouw van een nieuwe haven vormt een prioriteit voor de Vietnamese regering. Naast de Vietnamese overheid en de autoriteiten van Haiphong dragen ook andere landen bij tot de financiering van het project. Ook Japan zal een bijdrage leveren. De eventuele inbreng van andere landen is nog steeds welkom. De industriële zone biedt talrijke voordelen aan investeerders die zouden besluiten zich hier te vestigen: belastingincentives vanwege de Vietnamese regering, directe toegang tot de haven van Haiphong en tot de havenpier voor vloeistoffen ook tot de nieuwe pier die in opbouw is en nog een betere toegang zal verzekeren, goede verbindingen met het hinterland (autoweg en spoorweg worden aangelegd), nabijheid van de luchthaven en faciliteiten voor de dienstverlening. De uitbouw van de nieuwe haven en de mogelijkheid grotere vrachten te vervoeren, zal ook een gunstige invloed hebben op de kostprijs van de goederen en is dus voor de algemene economie van Vietnam van zeer groot belang. De doelstelling is tegen 2020 de volledige haveninfrastructuur ter beschikking te hebben. Ook meer landinwaarts wordt uitbreiding voorzien. Een industrieterrein wordt uitgebouwd onmiddellijk aansluitend bij de haveninfrastructuur. Ook daar worden de infrastructuurwerken volledig nieuw uitgevoerd: aanleggen van wegen, spoorwegverbinding, watervoorziening, afvalwaterbehandeling, stroomvoorziening en telecommunicatie. Ook hier gaat het om laaggelegen gronden waar via dezelfde technieken aan landwinning wordt gedaan.
6. ONTMOETING MET MEVROUW PHAM PHUONG THAO, VOORZITSTER VAN DE VOLKSRAAD VAN HO CHI MINH STAD
De voorzitster ontvangt de parlementaire delegatie en is vergezeld van een aantal Vietnamese parlementsleden en ambtenaren (o.m. leden van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en de directeur van de dienst Internationale Betrekkingen). Zij wijst op het belang van het bezoek dat ertoe zal bijdragen de relaties tussen beide landen te versterken. De voorzitter, de heer P. Dewael, antwoordt dat dit zeker het geval zal zijn. Deze relaties zijn trouwens reeds sedert decennia uitstekend.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 30
België heeft een bijdrage geleverd tot de ontwikkeling van Vietnam en beide landen kunnen met fierheid terugblikken op de resultaten van die evolutie. Het bezoek, eerder op de dag, aan de waterzuiveringsinstallatie die met een deel van de ontwikkelingshulp werd gefinancierd, heeft aangetoond dat deze middelen efficiënt worden aangewend. Ondertussen evolueert Vietnam en wordt een geïndustrialiseerd land. De ontwikkelingshulp kan worden voortgezet maar moet waarschijnlijk worden geheroriënteerd. De Belgische regering zal daarover beslissen na evaluatie in de gemengde commissie die daarover zal vergaderen. De financiële crisis heeft inmiddels toegeslagen. Het is in het belang van beide landen de investeringen in Vietnam te stimuleren en de handelsbetrekkingen te intensiveren. Mevrouw Pham Phuong Thao antwoordt dat Vietnam al het mogelijke zal doen om zijn economie en zijn soepele ontwikkeling te stimuleren en rekent erop dat de delegatie bij haar terugkeer haar bevindingen zal meedelen aan de bevoegde instanties voor ontwikkelingssamenwerking. België speelt een belangrijke rol in de Europese Unie en heeft in het verleden reeds bewezen die rol goed te spelen. Wat Ho Chi Minh stad betreft, zijn er tal van positieve evoluties. De economische groei bedraagt 10% en het gemiddeld inkomen bedraagt 2.600 US dollar per persoon. Wel zijn nog inspanningen nodig om meer te beantwoorden aan de principes van de duurzame ontwikkeling. Het onderwijs wordt voor iedereen toegankelijk gemaakt. De werkloosheid beloopt 6%. In het algemeen kan het bilan als positief beschouwd worden maar bijvoorbeeld wat het openbaar vervoer betreft en de verkeersinfrastructuur in het algemeen zijn er nog veel problemen. Het metronet is bijvoorbeeld nog niet zeer uitgebreid en tegen 2015 zouden er 3 lijnen moeten worden uitgebouwd. Ook andere middelen van openbaar vervoer moeten nog worden uitgebreid. Daarvoor wordt ondermeer ook gerekend op privé-investeringen. Een andere belangrijke doelstelling is de vorming van de arbeidskrachten. Momenteel wordt 55% van het personeelskader als gekwalificeerd beschouwd. De industrie moet evolueren van eerder eenvoudige producten naar meer technologische producten. Dit is enkel mogelijk door de opleiding te stimuleren. De Belgische Technische Coöperatie kan een rol spelen bij het verstrekken van meer op technologie gericht onderwijs. Ook wordt gestreefd naar vereenvoudiging van de administratieve procedures, de doelstelling is een vermindering van de formaliteiten met 30% tot stand te brengen.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 31
7. ONTMOETING MET BELGISCHE ZAKENLUI EN CEO’S IN HOCHI MINH STAD
De delegatie werd ontvangen door de heer Dominique Casier, ereconsul, en de heer Martin Cardoen, vertegenwoordiger van AWEX. De delegatie wisselde onder meer van gedachten met: -
de heer Gricha Safarian, Grand‟Place Chocolat de heer Luc Cardyn, BNP Paribas Fortis de heer David Dzialowski, Pyramid Consulting de heer Christian Salez, Delvaux de heer Amaury de Saint Martin, DSM Communications de heer Bob Van Mol, Star Diamonds de heer Adolf Vermeiren, AVW Vietnam de heer Benjamin Attar, Habitex de heer Frédéric Salvé, Netika de heer Erik Heens, Metro de heer Kenneth Verschooten, Unilever de heer Serge Bywalski, Solvay Business School de heer Brian de Ruyver, Oost-Vlaanderen.
In individuele gesprekken heeft de delegatie kennis genomen van de ervaringen van deze zakenmensen, maar ook van hun suggesties en wensen voor de aanpak van de economische samenwerking met Vietnam van Belgische zijde. Door de heer Luc Métivier (Indochina Legal) werd een uiteenzetting gegeven over de juridische en fiscale aspecten van buitenlandse investeringen in Vietnam. Tussen de eerste wetgeving van 1987 en de wetten op de ondernemingen en op de investeringen van 2005 werd een hele evolutie doorgemaakt. Deze wetten brachten een harmonisering van de verschillende regelingen teweeg en waren gericht op een moderner vennootschapsrecht. Ook werden meer sectoren opengesteld voor buitenlandse investeringen. De toegang van Vietnam tot de WHO in 2007 betekende de integratie van het land in de internationale economie en droeg bij tot een gunstig klimaat voor directe investeringen. Ook de dienstensector werd toegankelijk voor buitenlandse investeringen. De heer Métivier geeft een overzicht van de voorwaarden per sector. Dikwijls is het mogelijk om voor 100% eigenaar te zijn van een onderneming behalve voor een aantal beperkingen die bij de toetreding tot de WHO werden afgesproken en voor openbare ondernemingen waar de staat een minimumparticipatie van 51% behoudt. De investering kan plaatsvinden door het oprichten van een onderneming naar Vietnamees recht, door contractuele verbintenissen te sluiten met een Vietnamese onderneming of door overname van een bestaand bedrijf. Om de toelating te krijgen, het “investeringscertificaat”, is er een registratieprocedure en vindt een evaluatie plaats (onder meer een haalbaarheidsstudie en een toetsing aan de economische planning van Vietnam). De bevoegdheid berust bij de volkscomités van de provincies of de comités van industriezones, eventueel na advies van de centrale overheid.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 32
De formules van naamloze vennootschap of vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zijn mogelijk. Ook een vorm van commanditaire vennootschap met aandelen kan worden opgericht. De fiscale aspecten zijn verschillend naar gelang de sector. Het gewone tarief bedraagt 25% maar in de petroleumsector en in bepaalde soorten mijnbouw (goud, zilver, edelstenen, enz.) kan dit oplopen tot 32% en zelfs 50%. Voor bepaalde vestigingsplaatsen (sociaal-economisch minder ontwikkelde gebieden) worden fiscale kortingen toegestaan of wordt gedurende 2 tot 4 jaar belastingvrijstelling gegeven. Ook in sommige economische zones worden vrijstellingen gegeven. Investeringen worden vooral gestimuleerd in nieuwe technologieën, landbouw en viskwekerij, bouw- en infrastructuurwerken, gezondheidszorg en milieubescherming. De heer Martin Cardoen, economisch en handelsadviseur van het Waalse Gewest (AWEX), heeft een uiteenzetting gegeven over de bilaterale handel van respectievelijk de EU en België met Vietnam en verstrekte een overzicht van de Belgische investeringen in Vietnam. Tot slot van zijn betoog gaf hij meer toelichting bij de culturele aspecten van de handelsrelaties met de Vietnamese bevolking. Tussen 2002 en 2009 zijn zowel de wederzijdse export als de import sterk gestegen. Van de EU naar Vietnam van 1,90 miljard euro in 2002 naar 3,75 miljard euro in 2009. Van Vietnam naar de EU van 4,73 miljard euro in 2002 naar 7,77 miljard euro in 2009. Duitsland neemt in 2009 30% van de EU-export voor zijn rekening en is daarmee de grootste exporteur naar Vietnam, Frankrijk bekleedt de tweede plaats met 14%. België komt aan 5%. Duitsland is met 24% van de EU-import uit Vietnam ook de grootste invoerder, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk met 15%. België komt aan 8%. De uitvoer vanuit België betreft vooral staal en ijzer met 23%, machines 12%, diamant 9%, farmaceutica 8% en mout 8%. Vanuit Vietnam worden hoofdzakelijk schoenen (36%) ingevoerd, koffie (9%), confectie (9%) en vis en schaaldieren (9%). Wat de buitenlandse investeringen in Vietnam betreft, komt voor 2009 Taiwan op de eerste plaats met 2.023 projecten voor een totaal van 21,3 miljard US dollar, gevolgd door ZuidKorea met 2.327 projecten voor een totaal van 20,5 miljard US dollar. België komt niet voor in de lijst van eerste 20 landen met 35 projecten voor 78,6 miljoen US dollar. De voordelen voor een investering in Vietnam zijn: politieke stabiliteit, een zeer gunstig klimaat voor Foreign Direct Investments (FDI), een groot aantal jonge, flexibele arbeidskrachten met een open geest, de aanwezigheid van een belangrijke privésector, zin voor ondernemerschap, beschikbaarheid van financiële middelen en industrieterreinen, een gunstige geografische ligging, regionale economische macht in de nabije toekomst, een bevolking met zin voor cultuur en fierheid. Natuurlijk zijn er ook een aantal nadelige kanten die nog moeten worden verbeterd. Ten slotte volgt een uiteenzetting over de culturele eigenheid van het land en de noodzaak voor buitenlanders daar rekening mee te houden. Met een correcte houding en het vinden van creatieve oplossingen zijn de slaagkansen hoog, een starre houding is tot mislukken gedoemd.
PM 70 / 52 spec. Balkan- 33
8. BEZOEK AAN DE WATERZUIVERINGSINSTALLATIE VAN BINH HUNG HOA IN HO CHI MINH STAD
Het Tan ho lo gom-project voor de zuivering van afvalwater wordt gefinancierd met de steun van de Belgische ontwikkelingshulp. De installatie, gelegen op een terrein van 75 ha, is bedoeld voor de zuivering van het afvalwater van 200.000 inwoners. Dagelijks wordt 30.000 m3 afvalwater gezuiverd. Voor het ogenblik bedraagt de capaciteit reeds 120.000 inwoners equivalent. Het project werd uitgevoerd door het Belgische bedrijf Balteau dat gespecialiseerd is in de aanleg en ontwikkeling van waterzuiveringsinstallaties in een joint venture met het Vietnamese bedrijf HYCO4. Voorafgaand onderzoek werd verricht door de universiteiten van Gent en Luik. Hier gaat het om water uit een vervuild kanaal (dat gekend stond als het “zwarte” kanaal) dat wordt opgepompt in grote vijvers waar het slib bezinkt en er zuurstof in het water wordt gepompt en door de invloed van UV-straling in het zonlicht een zekere mate van zuivering ondergaat. Daarna wordt het overgepompt in een volgende vijver waar verdere zuivering plaatsvindt. Het slib, 400 m3 per dag, wordt tweemaal per jaar gedroogd en daarna verwijderd. Op die manier wordt telkens 300 ton gedroogd slib getransporteerd. Aansluitend op de laatste vijvers wordt een groene zone aangelegd. In de installatie zijn 40 personen tewerkgesteld. De financiering gebeurt volledig door de overheid, maar de installatie wordt beheerd als een bedrijf. Het voordeel van dit systeem is zijn relatief lage kostprijs. Ook elders in het land zou dit systeem kunnen worden overgenomen.
PM 71 / 53 spec. Korea/Vietnam - 34