Verslag Symposium ‘Onder de Stolp?’ Vrijdag 5 juli 2013 Nederlands Hervormde kerk te Hoogwoud Aantal deelnemers: 135 Marinke Steenhuis, architectuurhistorica en partner bij SteenhuisMeurs, heet iedereen welkom. Zij is dagvoorzitter en leidt het programma tot aan de excursie. Het programma begint met de openbare jaarvergadering van WZNH adviescommissies voor ruimtelijke kwaliteit. Voorzitter Han Hefting, wethouder gemeente Beemster presenteert kort het jaaroverzicht van de stichting aan de hand van actuele ontwikkelingen op het terrein van ruimtelijke kwaliteit, welstand en cultuurhistorie. Hij wijst hier bijvoorbeeld op de handreiking Cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen WZNH heeft in 2012 een belangrijke bijdrage geleverd aan het landelijke pleidooi ‘Mooiwaarts’, waarmee een actieve bijdrage geleverd wordt aan de nieuwe omgevingswet. Samen met Landschap Noord-Holland is een pilot ‘ervenconsulent’ in uitvoering in Laag Holland. Het betreft hier de proactieve inzet van deskundigen om bij ontwikkelingen in het landelijk gebied in een vroeg stadium tot integrale advisering te komen. . De pilot is succesvol en uitbreiding naar andere gemeenten buiten Laag Holland is nu voorzien. Evert Vermeer, penningmeester, licht de financiële situatie van WZNH toe. Door zuinig beleid en beperking van de personeelsuitgaven is de financiële situatie in deze moeilijke periode houdbaar gebleven. Han Hefting sluit de openbare jaarvergadering WZNH af door te wijzen op twee brochures WZNH die aan het einde van de middag, net als het Jaarverslag over 2012, beschikbaar zijn voor alle deelnemers aan het symposium: Cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen en een brochure over de nieuwe werkwijze van de WZNH Erfgoedcommissie. Tevens zijn deze brochures te vinden op de website www.wznh.nu GertJan Nijpels, burgemeester van de gemeente Opmeer heet iedereen welkom in de gelukkigste gemeente van Nederland. Hij begint met een gedicht van Siem de Haan over de rol van stolpen. Je zult er allegaar verliefd op raken. De stolp is volgens Nijpels bij uitstek geschikt als zorgboerderij. Hij memoreert wel de financiële averij die kleine gemeentes met de WMO kunnen oplopen. Opmeer is actief om het behoud van stolpen te stimuleren. Splitsing als woonboerderij is toegestaan. Ook andere vormen van herbestemming worden toegestaan. Hij is tegen de uitbreiding van het aantal windmolens in het gebied. Tegen de schaal van de windmolens is het West-Friese landschap volgens hem niet bestand. Filmpje over stolpen met het verhaal van Mart Groentjes, secretaris van de Boerderijenstichting. Het filmpje toont een divers palet aan stolpen die ons een beeld geeft van het Noord-Hollandse platteland. De kijker blijft in vertwijfeling achter wanneer de camera aan het eind wegdraait naar de overkant van de weg waar het geld ogenschijnlijk nog tegen de plinten klotst en de fantasie van de opdrachtgever van nieuwbouw is vormgegeven. Groentjes pleit natuurlijk voor behoud, maar als dat niet lukt, pleit hij voor het behoud van de vorm en de maat van stolpen in nieuwbouw.
Johan Remkes, commissaris der Koning, opent het symposium. Over historiserende architectuur wordt verschillend gedacht. Wat je wel of niet aanvaardbaar vindt hangt sterk af van de omgeving waarin het verschijnt. Dit symposium is één van de activiteiten van het Jaar van de Stolp. Het wordt ondersteund door de provincie Noord-Holland. Aan het eind van de dag zal gedeputeerde Elvira Sweet een prijsvraag aankondigen die gaat over de herbestemming van stolpen. De provincie heeft het behoud van de cultuurhistorische stolpen in haar beleid. 69 stolpen staan op de provinciale monumentenlijst. Er zijn subsidies voor het behoud van dak en goten. Ook in het herbestemmingsprogramma van de provincie krijgt de stolp veel aandacht. Flexibiliteit in het gemeentelijk ruimtelijk beleid is gewenst om tot tijdige herbestemmingen te komen. De provincie stimuleert dit. De stolpboerderij staat al tijden onder druk vanwege de schaalvergroting in de landbouw. De resterende stolpen moeten we koesteren. Daarom heeft de provincie een regeling samen met het Nationaal Restauratie Fonds voor een subsidie, ook voor niet monumentale stolpen. Daarover later meer in het programma. In het beeldverhaal van het Noord-Hollandse platteland neemt de stolp een centrale positie in. De stolp is een cultuurhistorisch icoon. Remkes parafraseert de slogan van de Boerderijenstichting: “Zonder de stolp zou Noord-Holland Noord-Holland niet zijn”. Marinke Steenhuis wijst er in haar reactie op dat naast het esthetische beeld in het landschap ook het economische argument van belang kan zijn. Zeker als de boerderij monumentaal is kan dit een meerwaarde zijn voor bedrijven. Marinke Steenhuis leidt het thema van vandaag in. Zij is altijd gefascineerd geweest door de combinatie van nut en lust bij de ontwikkeling van de stolpboerderij. Een bouwwerk waar alles onder één dak plaats vindt, maar ook het versieren van dit nuttige bouwwerk. Maar de stolpen zijn niet op zichzelf staande objecten. Zij benadrukt het gegeven dat een goede stolp een landschapsopgave is vanwege maat en schaal. Zij pleit niet voor regeltjes maar voor een routeplanner voor eigenaren. Waar beginnen zij aan en hoe kunnen zij soepel door het bos van de wet- en regelgeving worden geleid op een manier die leidt tot een optimaal resultaat. Een ander interessant thema is het domein van man en vrouw in de stolp. Zij neemt het publiek ook mee naar de stolp als exportproduct. In Italië heeft landschaparchitect Bijhouwer stolpen gevonden in het Po-landschap. Heeft hier een West-Friese kolonisatie plaatsgevonden? Dat is wel waarschijnlijk. In het verleden bood de stolp nog onderdak aan het boerenbedrijf. Door schaalvergroting en welvaartstijging zijn er veel stolpen verlaten, zijn ze gesloopt of worden ze herbestemd als woning. Gesprek met Rob Berends (Cultuurcompagnie Noord-Holland), Jef Mühren (WZNH) en Evert Vermeer (Boerderijenstichting Noord-Holland). Zij laten hun favoriete boerderij zien. Evert Vermeer kiest voor een boerderij uit de Schermer die nog als boerderij in gebruik is. Rob Berends kiest voor De Eenhoorn in de Beemster. Zeker vanwege de hoge cultuurhistorische waarde. Maar deze stolp is voor hem ook de verbeelding van de verbinding tussen Amsterdam en de provincie. Jef Mühren kiest een boerderij bij Busch en Dam omdat deze eenvoudige maar prachtig gelegen stolp, met mooi kenmerkend erf op de agenda stond om te worden gesloopt en vervangen door een nieuwe stolp (elders op het erf) met daarin twee woningen en grote dakkapellen. Is dit erg? Daar gaat het vandaag over. Wat moet Jef Mühren hierover tegen zijn 60 adviseurs zeggen? Hij vindt dat zijn adviseurs er veel eerder bij moeten worden betrokken. We moeten met zijn allen eigenaren in een vroeg stadium enthousiast maken voor het behoud en het op verantwoorde wijze vernieuwen van stolpen. Vermeer is het daar mee eens, maar zegt dat herbestemming vaak wel een kostbare affaire is. Steenhuis vraagt zich af of de drie organisaties niet meer kunnen samenwerken. Dat gebeurt vandaag, maar ook bijvoorbeeld in de regiobijeenkomsten voor gemeenten.
Berends legt uit dat we ook bij de noodzakelijke sloop van een stolp stil blijven staan bij de kennis die er in de stolp is verzameld voor hij verdwijnt. Kan het allemaal eenvoudiger? Mühren maakt een vergelijking met de historische ontwikkeling van de spijkerbroek, die nu allang niet meer de oorspronkelijke functie heeft, maar waarvoor een nieuwe beeldtaal is ontwikkeld met allerlei nieuwe variaties in verschijningsvorm. We moeten niet bang zijn om een nieuwe beeldtaal voor de stolp te ontwikkelen. De boerderijenstichting maakt zich op om ook andere, nieuwe doelgroepen enthousiast te maken voor stolpen. Steenhuis: met goede voorlichting alleen kom je er niet. De urbane bewoners willen wel de lusten maar niet de lasten van het platteland. Evert Vermeer: er is telkens een nieuwe groep eigenaren nodig die geld en energie wil investeren in het bezit van een stolp. De Dans der Daklichten geeft een helder houvast hoe om te gaan met een stolp. Ook de nieuwe wet- en regelgeving leidt niet tot verbetering. In bestemmingsplannen wordt opgenomen dat de vorm behouden moet blijven. Maar dat kan ook een vrijbrief voor sloop zijn. Er komt vaak een nieuwe stolp die het volume van een woonhuis krijgt en daardoor te klein is. Evert Vermeer biedt de hernieuwde uitgave aan van de Dans der Daklichten aan de heer Remkes. Deze brochure bevat bouwkundige richtlijnen bij herbestemming en restauratie van stolpboerderijen. Pauze Irmgard van Koningsbruggen, docent architectuurgeschiedenis erfgoedstudies aan de VU. Haar bijdrage heeft als titel: Erfgoed: verder weven aan het tapijt van de geschiedenis, over historisch bewustzijn en authenticiteit. Als voorbeeld gebruikt zij de inhuldiging van Willem Alexander waarbij de traditie werd gebruikt als uitgangspunt om verder te weven. Het verleden kreeg die dag een betekenisvolle plaats in het heden. De eigen identiteit kreeg daardoor wortels maar ook een nieuwe inhoud. Verder citeert zij het eindexamen Nederlands: Marita Mathijsen, zonder herinnering vaart niemand wel. We zijn allemaal afhankelijk van het verleden om te overleven, en we varen op ons verleden om voort te kunnen. Het is onze enige overlevingskans als we er niet meer zijn. Maar voor historisch bewustzijn zijn wel authentieke bronnen nodig. Wat is dat echtheid of authenticiteit? De verheerlijking van de ‘echtheid’ is van Jean- Jacques Rousseau. Hij beweerde dat we afgewend zijn van onze oorsprong, maar dat er diep van binnen nog een verlangen zit naar de oorsprong. Zijn ideeën inspireerden anderen in hun zoektocht. Maar deze mondt altijd uit in een constructie. Authenticiteit is al heel lang een constructie. Het is fictie, want elke tijd laat sporen na. Erfgoed is altijd eigentijds. Maar erfgoed is ook toekomst, als we tenminste niet krampachtig vasthouden aan datgene waarvan we vinden dat oorspronkelijk is. De nieuwe werkelijkheid is meer een digitale werkelijkheid. Is ook flexibeler en nauw verbonden met de stedelijke cultuur. Historisch besef doet recht aan alle lagen van de geschiedenis en aan de dynamiek. Irmgard van Koningsbruggen pleit voor bouwhistorisch onderzoek omdat dit de dynamiek van de geschiedenis onthult. Maar ook om niet te mooi te restaureren, omdat juist de sporen uit het verleden ons inspireren. Beschouw stolpen als onderdeel van hun historische en ruimtelijke verbanden. Geef ruimte aan de verhalen, die verbonden zijn aan het materieel erfgoed. Geef ruimte aan de verbeelding, wees niet benauwd en zoek naar verbindingen tussen heden en verleden. We mogen trots zijn op het bezit van de stolpen.
Tjeerd Dijkstra, architect stedenbouwkundige en stolpbewoner. Te mooi om niet waar te zijn. Dijkstra citeert uit het werk van Brandts Buys, de belangrijkste onderzoeker van de stolp, waar deze memoreert dat de geschiedenis van de landelijke bouwkunst van een weldadige vanzelfsprekendheid is. Dijkstra neemt ons mee over de dijk van Warder. Hij constateert dat authenticiteit gaat over de betrouwbaarheid van het beeld. Atheticiteite n betrouwbaarheid van het beeld staan soms op gespannen voet met elkaar. Het verhaal van de plek van wat er in de loop van de geschiedenis is gebeurd. Dijkstra schetst de ontwikkeling van de stolp volgens de schema’s van Brandts Buys. Hij laat zien dat het wonen een steeds belangrijkere plaats heeft gekregen. De uiteindelijke stolp is in positieve zin economisch gedicteerd. Het gebouw is uitermate logisch in zijn opzet. De werkelijkheid, de authenticiteit zit niet in de vorm, de piramidevorm, maar in de innerlijke opbouw van de stolp. Dijkstra gaat in op zijn eigen boerderij in Edam. De polder Zeevang was nat en drassig. De boeren bouwden hun boerderij in de stad en voeren naar hun land in de polder. Hij kocht de boerderij in 1963 als bouwval. Ook van binnen was het een ruïne. In schema zien we de kringloop van het bedrijf dat Dijkstra de waarheid van de stolp noemt. Het vierkant is alleen overgebleven. Het dak was niet te redden. Dijkstra heeft de stolp opnieuw ingedeeld. De zolder werd geschikt gemaakt om het architectenbedrijf te huisvesten. Hij laat voorbeelden zien uit Waterland (Zuiderwoude) waar de stolpvorm in kleine vorm wordt gebouwd. Een doodlopend woonerf met kleine stolpjes. Maar misschien moeten we nog meer beducht zijn voor stolpen die een ‘echtere’ verschijningsvorm hebben. Geloofwaardigheid is voor hem een cruciaal begrip. Als ingrepen geloofwaardig zijn dan kloppen ze. Hij maakt zich ernstig zorgen over de groei van het aantal namaakstolpen. Authenticiteit gaat over echtheid, waarheid en betrouwbaarheid. John Kunis en Irma Stroet zijn gelukkige eigenaren en bewoners van een stolp aan de Koningspade in Hoogwoud. De familie Beerenpoot leefde er sinds 1923. Twee broers en een zus woonden er toen Kunis en Stroet de langhuisstolp 9 jaar geleden kochten. Deze mensen leefden een zeer eenvoudig leven met één kacheltje en een niet gebruikte wc. Kunis en Stroet waren gefascineerd door deze bewoners die zo bijzonder waren. Zij legden verhalen van beide broers vast die gingen over het gebruik van de boerderij. Na de koop zijn ze een jaar bezig geweest met regels. Ze werden niet tegengewerkt maar men werkte ook niet mee. Allerlei instanties moesten uitspraken doen over de verbouwing. De boerderij bezat een heel oorspronkelijke erf. Met de oude bewoners zijn ze het gebruik van het erf nagegaan. Kunis: Ik heb gekeken wat er mogelijk is in deze boerderij. Je moet niet kijken wat je wilt maar wat er mogelijk is. Per ruimte is er bekeken wat er kon worden behouden en wat niet. Voor een deel werd het verwijderde nagemaakt en herplaatst. Bijvoorbeeld voor de koestal werden grotere ramen geplaatst. Het vierkant is nu houtbewerkingplaats. Uitgangspunt bij de verbouwing was dat er comfortabel in gewoond moet kunnen worden. Later op de dag zien de deelnemers met eigen ogen dat dit inderdaad mogelijk is. Jurgen van der Ploeg van FARO architecten. FARO zit in een oude aardappelschuur in de Haarlemmermeer. Hij ziet de architect als een kameleon die zich voegt en aanpast. Hij kan zich goed vinden in het doorweven aan het tapijt van het verleden. Hij laat wat voorbeelden zien van gebouwen die zich voegen. Wat is er aan de hand in het buitengebied. Schaalvergroting en bedrijfsbeëindiging. Wat is boerenarchitectuur? Honderd jaar geleden was er eigenlijk dezelfde discussie over landelijk schoonheid en bouwkunst.
Hij signaleert vier trends: 1. Restaureren 2. Imiteren 3. Kopiëren 4. Interpreteren De Hulst in Oterleek is een voorbeeld van interpretatie. De ontwerpopgave omvatte meerdere schaalniveaus: landschap, erf, schuren en detail. Bij het erf gaat het vooral over de functie. Hij volgde gewoon de boerenlogica met schuren waarin functies werden ondergebracht. De bewoners kwamen van een zorginstelling en gingen nu naar lage schuren en de boerderij. De bestaande grote schuren van het boerenbedrijf werden gehandhaafd en zwart geschilderd. Ze kregen een nieuwe bestemming. Het programma in de schuren is eigenlijk heel simpel. Het is een tweedeling. De entree is in het activiteitengedeelte. Het andere deel is het gedeelte waar rust heerst. Ina Roeterdink van het Nationaal Restauratiefonds. Zij licht de financiële kant van het restaureren toe. Het Nationaal Restauratie Fonds is ongeveer 30 jaar geleden opgericht als een particuliere stichting. Het fonds ondersteunt restauratie van beschermenswaardige panden. Het fonds heeft zich ontwikkeld van subsidiërend naar zelf renderend fonds. Het is een Revolving Fund geworden. Fonds verstrekt leningen aan eigenaren. Middelen kunnen na verloop van tijd opnieuw worden ingezet. Het Fonds werkt samen met de provincie Noord-Holland, maar ook met de Monumentenwacht en de Boerderijenstichting. Het NRF ondersteunt provinciale monumenten (met woonfunctie) en stolpen. De nadruk ligt op reparaties aan het dak en de hemelwaterafvoeren. De regeling is twee jaar geleden gestart. Resultaten: Tot op heden hebben 6 eigenaren van stolpen gebruik gemaakt van de wind- en waterdichtregeling. Daarnaast hebben 2 eigenaren van provinciale monumenten (met woonhuisfunctie) gebruik gemaakt van de regeling. Voor 2013 (voorjaar) zijn er 17 aanvragen binnengekomen voor de stolpen (wind en waterdichtregeling); deze aanvragen zijn nu in behandeling bij Boerderijenstichting en Monumentenwacht. Goed voorbereiden, dus tijdig starten met alles en als het om financiën gaat: kijk op website, en/of neem vooral contact op! JanDirk Hoekstra, Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) Dynamiek van de kleine korrel met de grote impact. Er zijn meer dan 20.000 erven in Noord-Holland. Hij heeft onderzoek gedaan naar de erven in de Kop van Noord-Holland. Daar zijn zo’n 3200 erven waarvan 1100 nog agrarisch in gebruik. Maar Boerenerven worden woonerven, burgererven en boerenerven die agrarisch blijven worden opgeschaald. Schaalvergroting is aan de orde van de dag met de bouw van grote schuren. Er zijn ook erven die weer een andere functie krijgen En tenslotte zijn er erven die na bedrijfsbeëindiging in gebruik worden genomen door een ander bedrijf en die daardoor leeg blijven. Van de 1100 agrarische erven in De Kop zijn 15% grote en supergrote erven Dat levert nieuwe contrasten op tussen grote erven en woonerven die naast elkaar zitten. De dynamiek in het agrarisch landschap gaat op dit moment gewoon door en is niet gestopt zoals in de stedelijke omgeving. We kunnen De Noordkop met 2100 woonerven ook zien als een ruim opgezette buitenwijk. Maar het is ook een recreatiegebied en tenslotte ook een bedrijfsgebied. Op de transformatie van het gebied is regie nodig.
In de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie wordt vastgesteld dat de begrenzing van de verschillende historische landschappen belangrijk is. Hoekstra wil een stap verder gaan. Hij constateert dat er vier niveaus zijn: 1. Architectuur 2. Erfinrichting 3. Erven aan de infrastructuur 4. Samenstelling van het landschap door de erven. We moeten op basis van deze niveaus een paragraaf toevoegen aan de Leidraad. Als de dragende structuur goed is, dan moeten we telkens vaststellen of een nieuwe bijdrage geen afbreuk aan de dragende structuur doet. Maar liever nog ziet hij een bijdrage die positief bijdraagt aan de dragende structuur. De vier soorten landschap (boeren-, woon-, bedrijf-, recreatie-) moeten bij elkaar worden gehouden door kwaliteit. In elk historisch gebied wordt het landschap bepaald door een eigen samenstelling van de vier verschillende niveaus. Deze bepalen het specifieke karakter van het gebied. Dit zou voor elke dragende structuur op twee A4tjes aan de Leidraad kunnen worden toegevoegd. Marinke Steenhuis besluit het sprekersprogramma met een aantal conclusies: 1. Routeplanner. Je moet kunnen overzien hoe het proces loopt en hoe je de volgorde van het proces volgt. Er zou een soort overleg kunnen zijn een taskforce waarbij de eigenaar al in een vroeg stadium te rade kan gaan te rade kan gaan. Dit bestaat uit gemeente-RCE (in geval van rijksmonument), NRF, Vrienden van de Stolp, ervenconsulent, archeoloog. Dit platform levert de routeplanner. 2. Leg vast wat er is en wat getransformeerd wordt. Onderzoek de ruimtelijk functionele verbanden. De verbanden tussen bouwmaterialen en woonculturen. Het bewustzijn van oorspronkelijkheid. Blijf het publiek informeren, projecten starten bijvoorbeeld naar aanleiding van het thema ‘het erf als domein van de boer en de boerin’ (met Vrouwen van Nu) 3. Opnieuw opladen van het archetype. Hoe kunnen we het archetype vitaal houden. Ook hoe kun je een nieuwe invulling geven aan de schoonheid, de detaillering. 4. Toolbox, bouwdoos uitgaande van de zo geprezen boerenlogica. Kun je een streekeigen bouwdoos maken die gaat over schaal, korrel en ritme, uitgaande van de verschillende gebieden? Wat zijn uitgangspunten voor de houdingen restaureren-kopiëren-imiteren en interpreteren? Op twee A4tjes kun je het per regio opstellen. 5. Zou je voorbeeldtypes van stolpen-interventies kunnen ontwerpen, het bouwtype naar de toekomst durven brengen, en zouden gemeenten zulke interventies durven stimuleren door bijvoorbeeld geen leges te heffen bij een goede aansluiting op de karakteristieke schaal en vorm? Het middagprogramma wordt vervolgd met een excursie langs vier stolpen: Koningspade 17, Willemshoeve familie Donker. de De Willemshoeve is een stolpboerderij uit het begin van de 17 eeuw met een bijzondere houten voorgevel en staatsiedeur met beschilderd houtsnijwerk. P. Donker woont en werkt al zijn hele leven in dit rijksmonument, dat al generaties in bezit van de familie is. Twintig jaar geleden heeft hij het melkveebedrijf beëindigd en is hij overgestapt op het houden van paarden. De koestal is geschikt gemaakt voor paarden, die meer ruimte vragen dan de oorspronkelijke bewoners, de koeien. Koningspade 23, John Kunis en Irma Stroet Deze langhuisstolp, een rijksmonument, werd negen jaar geleden door de huidige eigenaren gekocht in authentieke staat. De vorige bewoners hadden er meer dan een halve eeuw weinig aan veranderd. De term achterstallig onderhoud was dan ook een eufemisme, maar had als groot voordeel dat er veel authentieke elementen bewaard waren gebleven. Met behoud van deze elementen werd de boerderij voor bewoning geschikt gemaakt. Ook het zeer authentieke boerenerf met oude hoogstamfruitbomen werd in stand
gehouden. Stolp en erf vormen een mooi ensemble. De arbeiderswoning op nr. 24 hoorde oorspronkelijk bij het ensemble en is ook rijksmonument. Aart Lodder van Landschap NoordHolland geeft een toelichting op het bijzondere erf. Hij prijst zich gelukkig met de eigenaren die uit het goed hout zijn gesneden. De inrichting van het erf versterkt of doet juist afbreuk aan de authenticiteit en het leesbaar houden van het oorspronkelijke agrarische gebruik Koningspade 28, familie Schilder. Op dit erf stond een kleine stolp aan de weg, zoals er meer staan langs de Koningspade. Achter deze stolp liet de familie Schilder een stolp bouwen naar een ontwerp van Maarten Koning (architect en bouwbedrijf). Een stolp in de traditie van het West-Friese type met de typerende streekeigen elementen. Na de voltooiing van de nieuwe stolp werd de oude stolp gesloopt. Het resultaat is een comfortabele woonstolp met veel oog voor detail op een royaal erf. De architect Maarten Koning: bij juist materiaalgebruik en goed schaal en maatverhoudingen kan bij nieuwe stolpen de vrijheid voor persoonlijk gewenste detaillering en ornamenten groot zijn. Koningspade 31, Museumboerderij Westfrisia Op deze boerderij woonde en werkte Adriaan Donker. Vanaf het midden van de jaren zestig van de vorig eeuw stopte hij met het boerenbedrijf en ging hij zich toeleggen op het bewaren van erfgoed en het presenteren daarvan aan belangstellenden. Na zijn dood werd de stolp eigendom van een stichting die zijn werk voortzet. de Op het erf staat een kapel die herinnert aan de in de 13 eeuw door het ijs gezakte en vermoorde Willem II, graaf van Holland. De deelnemers aan de excursie worden hartelijk verwelkomd door de vrijwilligers van de museumboerderij. Ook dit boerenerf mag er zijn. De dag wordt afgesloten door Elvira Sweet, gedeputeerde Cultuur van de provincie Noord-Holland. Met het aanreiken van geslaagde voorbeelden, kennis, ervaring en aanbevelingen biedt de provincie aan toekomstige opdrachtgevers van stolpverbouwingen informatie en inspiratie bij herbestemming. Zo hoeft het wiel niet steeds opnieuw te worden uitgevonden en kunnen initiatiefnemers van elkaar leren. Naast toekomstige stolpeigenaren kunnen ook architecten en aannemers belang hebben bij de resultaten van de Stolpenprijs 2013. Voor de Stolpenprijs 2013 komen stolpboerderijen in aanmerking waarbij de manier waarop de herbestemming is vormgegeven, goed is toegesneden op de nieuwe functie. Ook dient rekening te zijn gehouden met de karakteristieken van de stolpboerderij. De prijs wordt op verzoek van de provincie, georganiseerd door Architectuur Lokaal. De provincie Noord-Holland roept opdrachtgevers van een gerealiseerde verbouwing of restauratie van een stolpboerderij op om aan de Stolpenprijs 2013 deel te nemen. Het is ook mogelijk, goede voorbeelden van een verbouwing of herbestemming voor te dragen voor de Stolpenprijs 2013, waarna de opdrachtgever van deze stolp wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de prijs. De inzendingen worden beoordeeld door een onafhankelijke, deskundige jury, die bestaat uit Lodewijk Baljon (Lodewijk Baljon Landschapsarchitecten, voorzitter van de jury), Haiko Meijer (Onix architecten), Dorine van Hoogstraten (architectuurhistoricus, voorzitter erfgoedcommissie WZNH) en Ugur Pekdemir, directievoorzitter Rabobank Noord-Kennemerland, Castricum. De jury nomineert maximaal vijf projecten, die zij vervolgens zal bezoeken, en wijst één winnaar aan. De winnaar van de Stolpenprijs 2013 ontvangt een speciaal ontworpen trofee. Hiernaast kan de jury twee eervolle vermeldingen toekennen. Aan eervolle vermeldingen is geen prijs verbonden.
De Stolpenprijs 2013 wordt in november uitgereikt door de Provincie Noord-Holland. Bij de prijsuitreiking wordt een publicatie gepresenteerd. Daarin worden de vijf projecten die de jury heeft genomineerd opgenomen, evenals conclusies, aanbevelingen en praktische adviezen van de jury.