Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE Hoofdstructuur deeltijds kunstonderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website
49205 Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans Dirk OTTOY Kardinaal Cardijnstraat 7 - 1500 HALLE 02-365.97.60 02-365.97.62
[email protected] www.halle.be
Bestuur van de instelling Gemeentebestuur van Halle Adres Oudstrijdersplein 18 - 1500 HALLE Dagen van het doorlichtingsbezoek 25/11/2013, 26/11/2013, 27/11/2013, 28/11/2013, 29/11/2013, 30/11/2013 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 30/11/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 14/01/2014 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Deskundige(n) behorend tot de administratie Externe deskundige(n)
Hilde Quix Rieka Hérie, Dirk Rombaut nihil nihil
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
Opties/instrumenten in de doorlichtingsfocus ................................................................................... 7 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ....................................................... 7
RESPECTEERT DE ACADEMIE DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? ...................................................... 8 3.1
Respecteert de academie de erkenningsvoorwaarden? .................................................................... 8
3.1.1
Voldoet de academie aan de onderwijsdoelstellingen? ............................................................. 8
3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.1.3 3.1.1.4 3.1.1.5 3.1.1.6 3.1.1.7 3.1.1.8 3.1.1.9 3.1.1.10 3.1.1.11 3.1.1.12 3.1.1.13 3.1.2 4
Muziek: instrument cornet ..................................................................................................... 8 Muziek: instrument harp ........................................................................................................ 9 Muziek: instrument saxofoon...............................................................................................10 Muziek: instrument slagwerk ...............................................................................................11 Muziek: instrument trompet ................................................................................................13 Muziek: koor .........................................................................................................................13 Muziek: samenzang ..............................................................................................................15 Woordkunst: algemene verbale vorming .............................................................................16 Woordkunst: toneel..............................................................................................................18 Woordkunst: voordracht ......................................................................................................19 Dans: artistieke training........................................................................................................21 Dans: dansinitiatie ................................................................................................................23 Dans: klassieke dans .............................................................................................................24
Voldoet de academie aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid en hygiëne’?............26
BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT? ............................................................................. 27 4.1 4.2
Deskundigheidsbevordering .............................................................................................................27 Evaluatiepraktijk................................................................................................................................28
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE .......................................................................................... 29
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE ACADEMIE ................................................................................... 30 6.1 6.2 6.3
Wat doet de academie goed? ...........................................................................................................30 Wat kan de academie verbeteren? ...................................................................................................30 Wat moet de academie verbeteren? ................................................................................................31
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ................................................................ 32
2
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de academie 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de academie, 3. het algemeen beleid van de academie. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele academie aan de hand van het CIPO-referentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de academie een selectie van de onderwijsreglementering: het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal opties/instrumenten. Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: het onderwijsaanbod de uitrusting de evaluatiepraktijk de leerbegeleiding. - een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de academie na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de academie voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de academie voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de academie om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de academie de doelen en gaat de academie dit na? ontwikkeling: heeft de academie aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? 3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de academie aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
3
Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de academie. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de academie of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de academie of van structuuronderdelen als de academie binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de academie of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de academie de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de academie de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de academie het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de academie of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De academie mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
1
SAMENVATTING
De Servaisacademie, gehuisvest in het geklasseerd gebouw van het Jezuïetencollege, ligt in de schaduw van de grote basiliek in Halle. Geen enkele aanduiding doet vermoeden dat achter deze gevel 610 kinderen, jongeren en volwassenen musiceren, dansen en toneel spelen. De academie kent na een hoogtepunt in het schooljaar 2007-2008 met 653 leerlingen een gestage terugval. Deze daling in het leerlingenaantal is in de drie studierichtingen op te merken. Wat het erkenningsonderzoek betreft, worden in de meeste vakken de leerplandoelstellingen bereikt. Echter, in elke studierichting zijn een aantal tekorten vastgesteld. In de studierichting Muziek voldoen meerdere vakken aan de erkenningsvoorwaarden. Op het gebied van blaasinstrumenten bestaat in de academie een zeer succesvolle saxofoonklas. Niet alleen ligt het aantal leerlingen opvallend boven het landelijk gemiddelde, ook de kwaliteit is van een hoogstaand niveau. Vele leerlingen stromen uit naar het lokaal verenigingsleven dat hier nog sterk bloeit. De behaalde punten op de examens zijn verantwoord hoog wat bevestigd wordt door vakdeskundige, externe juryleden. Jaarlijks studeren verschillende leerlingen af, het resultaat van een sterke doorstroming doorheen het curriculum. In schril contrast hiermee staat de tanende koperklas trompet en cornet. De cursus voldoet niet aan de verwachtingen: vele leerlingen haken vroegtijdig af en/of vervolgen hun studies elders. De laatste vijf jaar studeerde geen enkele leerling af. Er kunnen vragen gesteld worden bij de validiteit van de proeven. De leerplandoelstellingen worden door een aantal leerlingen onvoldoende bereikt. Het schoolbestuur stelt nochtans goede instrumenten ter beschikking. Het vak harp voldoet omdat de cursus er in een korte periode in geslaagd is een klas op te bouwen met doorstroming tot het hoogste niveau. Er is een sterke artistiek-pedagogische gevoeligheid en een kindgerichte benadering. De leerplandoelstellingen komen consequent aan bod en worden in voldoende mate gerealiseerd. Ook de cursus slagwerk kan gunstig beoordeeld worden. Toch is waakzaamheid geboden omdat het aantal leerlingen de laatste jaren wat is teruggevallen. In het vak is er oog voor een breed cultureel vormingskader naast het effectief realiseren van de elementaire leerplandoelstellingen op instrumentaal en muzikaal vlak. Er wordt bovendien gebruik gemaakt van kwaliteitsvol repertoire. Een goed niveau treffen we ook aan in het vak koor. Het jeugdkoor is een mooi voorbeeld van mogelijkheden van jonge instrumentisten om de techniek van het samen musiceren te leren verwerven binnen een vocale context. Door een oneigenlijke aanwending van de leraarsuren met betrekking tot het volwassenkoor ziet de inspectie zich echter verplicht dit vak een onvoldoende te geven. Bovendien kan de verbondenheid met de academie op het vlak van curriculum onvoldoende aangetoond worden. Ten slotte kan een gunstige beoordeling ook verleend worden voor de samenzangklassen. Zowel qua organisatie als op het vlak van realisatie van de leerplandoelstellingen sluit de cursus aan bij de gestelde verwachtingen. De leerlingen zingen stevig en op juiste toonhoogte. Ook doen ze dit graag, er is een duidelijke planning van het repertoire en er worden evaluatiecriteria gehanteerd zoals aangegeven in het leerplan. In de studierichting Woord worden de leerplandoelstellingen voor de de vakken voordracht en toneel gerealiseerd. Voor toneel voedt het enthousiasme van alle participanten het spelplezier dat er in de klassen hangt. De lesopbouw en de samenhang tussen de verschillende leselementen zijn een voorbeeld van goede praktijk. In de voordrachtklassen wordt bijzondere aandacht besteed aan een gevarieerd tekstaanbod. Voor het vak algemene verbale vorming worden de leerplanrealisaties niet bereikt. De massale instroom op leeftijd waardoor vele vaardigheden onvoldoende ontwikkeld kunnen worden, het tekort aan voortdurende bijsturing van spreektechnische elementen, een gebrek aan verticale samenhang en opbouw, en de vroegtijdige grote uitstroom liggen aan de basis van deze beoordeling. In de studierichting Dans scoren de vakken artistieke training en dansinitiatie goed. Beide vakken hebben een uitgeschreven visie die goed aanleunt bij de leerplandoelstellingen. De evaluatie gebeurt grondig met zorgvuldig gekozen criteria. De nadruk op beleving en dansplezier, geïnspireerd door kwaliteitsvolle muziekkeuze zorgt ervoor dat de leerlingen de leerplandoelstellingen realiseren. Voor het vak klassieke dans stelt zich echter een probleem. Door de vele zij-instromers, die zonder voorkennis op leeftijd worden ingeschakeld, ligt het niveau te laag. De beheersing van de elementaire danstechniek is onvoldoende waardoor de leerplanrealisatie van de middelbare graad onmogelijk wordt. Bovendien kampt de 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
5
dansafdeling met een infrastructuurprobleem. De huidige infrastructuur voldoet niet aan de vooropgestelde normen. Maar de dansafdeling heeft mooie perspectieven. Tijdens dit schooljaar en ten laatste begin volgend schooljaar kan zij verhuizen naar een volledige nieuwbouw. Het kwaliteitsonderzoek focuste zich tijdens deze doorlichting op deskundigheidsbevordering en evaluatiepraktijk. Voor deskundigheidsbevordering blijkt er nog altijd geen strategie te zijn uitgewerkt om meer systematisch het nascholingsbeleid aan te pakken en te implementeren. Het is opvallend hoe weinig leraren zich voor onderwijskundige nascholing engageren hoewel zij op artistiek vlak hiervoor meer inspanningen leveren. Beide opmerkingen kwamen al voor in het vorige doorlichtingsverslag. Binnen de academie werd nog geen visie uitgewerkt rond evaluatie. Momenteel berust de volledige verantwoordelijkheid voor de wijze waarop geëvalueerd wordt en wat er geëvalueerd wordt, bij iedere leerkracht afzonderlijk. Er zijn vage richtlijnen uitgeschreven i.v.m. beoordelingscijfers, maar de praktijk toont aan dat er geen gelijkgerichtheid is op dat gebied. Noch vanuit het beleid en het artistiek pedagogisch project , noch vanuit de vakgroepwerking is over dit onderwijseigen item grondig nagedacht en overleg gepleegd om tot een gedragen visie te komen die praktisch uitgewerkt en geïmplementeerd dient te worden binnen de gehele instelling. Het onderzoek naar bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne (BVH) krijgt een gunstig advies. De Servaisacademie wordt door één directeur geleid. De buitensporig grote dienstbaarheid ten aanzien van zijn personeel, de gebruikers en externen remt een meer dynamisch, inspirerend personeels- en onderwijskundig beleid af. De visie die voor de vorige doorlichting werd uitgewerkt, is nog altijd niet geconcretiseerd en bijgevolg ook niet geïmplementeerd. Er zijn nog geen coördinatoren die op inhoudelijk vlak mee beleid zouden kunnen maken. Hierdoor staat de academie op onderwijskundig vlak nog aan het begin van een ontwikkelingstraject. Meer overleg, uitwisseling van expertise in vakgroepen en een middenkader kunnen meer zuurstof geven om de academie meer op de kaart te zetten in het socioculturele leven van de stad. De eerste voorzichtige stappen zijn dankzij het zelfevaluatieproject al gezet. Dit verslag eindigt met een advies gunstig beperkt in de tijd voor de drie studierichtingen. Een strategisch beleid uittekenen op zowel personeels- als op artistiek-onderwijskundig vlak, is de noodzakelijke volgende stap in de verdere ontwikkeling van het artistiek onderwijs voor podiumkunsten in Halle. In wezen beschikt de academie over alle troeven om deze uitdaging aan te gaan.
6
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande opties/instrumenten en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Opties/instrumenten in de doorlichtingsfocus
Muziek instrument cornet, instrument harp, instrument saxofoon, instrument slagwerk, instrument trompet, koor, samenzang Woordkunst algemene verbale vorming, toneel, voordracht Dans artistieke training, dansinitiatie, klassieke dans
2.2
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Personeel - Professionalisering Deskundigheidsbevordering Onderwijs - Evaluatie Evaluatiepraktijk
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
7
3
RESPECTEERT DE ACADEMIE DE ONDERWIJSREGLEMENTERING?
3.1
Respecteert de academie de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de academie aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde opties/instrumenten het volgende op. 3.1.1.1
Muziek: instrument cornet
Voldoet niet De terugval van het aantal leerlingen, de zwakke doorstroming naar hogere leerjaren en de lage tevredenheidsgraad op het vlak van uitstroom vormen een ongunstig beeld van de output. De leerresultaten zijn te bescheiden en beperkt. De interne evaluatie spoort niet gelijk met de externe toetsing. Outputgegevens Het aantal leerlingen bevindt zich onder het landelijk gemiddelde voor trompet Leerprestaties maar is dan weer iets hoger voor cornet. Dit laatste compenseert deels het lagere Outcomes aantal. Qua evolutie tonen de cijfers een halvering over een periode van vijf jaar. Vervolgonderwijs Tevredenheid Gemiddeld starten er jaarlijks een tweetal leerlingen. De laatste vijf jaar blijken er ook geen leerlingen de hogere graad 3 te hebben bereikt. In Halle en omgeving bestaat er een levendig afnamepubliek: zo zijn er verschillende verenigingen voor blaasmuziek: ensemble Kreato (met jeugdensemble Pro Musica), de St. Martinusfanfare, de fanfare van Buizingen, de harmonie van Lembeek, ’t Harmonieke in Halle, … . Het aantal leerlingen trompet/cornet dat doorstroomt naar deze verenigingen is beduidend laag. Uit nazicht van de puntenlijsten met de slaagcijfers blijkt dat vorig schooljaar drie leerlingen in de middelbare en hogere graad niet geslaagd waren voor de proeven. Uit de lijsten met afgestudeerden kan afgeleid worden dat een regelmatig aantal leerlingen het curriculum in een andere academie gaat voltooien en+/of voortijdig stoppen. Daardoor genereert de cursus een lage tevredenheidsgraad bij de belanghebbenden. De potentiële doorstroming naar hoger kunstonderwijs is omzeggens nihil. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
8
De vakleraar blijkt een interimaris die in een tijdelijke opdracht twee zieke leerkrachten vervangt. Zijn voorgelegde jaarplan is conform de verwachtingen van het minimumleerplan. Er blijkt ook een individueel leerlingvolgsysteem op digitale basis. Hij tracht elke week één belangrijk aandachtspunt mee te geven om een verdieping van de materie te bereiken. De afgestemde programma’s stemmen overeen met de leerplanverwachtingen. De verschillende doelstellingen van het leerplan worden ontwikkeld via een representatief repertoire. In de lagere graad maken de leerlingen kennis met de basistechniek van hun instrument en dit op een gefaseerde wijze. Ook voor de andere niveaus blijken de doelstellingen voldoende afgestemd op het leerplan. Er werd één jaarplan ter beschikking gesteld van een titularis. Dit sluit onvoldoende aan op de verwachtingen van een hedendaags leerlingvolgsysteem. Op het moment van de doorlichting kan onvoldoende aangetoond worden dat het onderwijsaanbod kwalitatief voor de toekomst gegarandeerd wordt. De academie stelt degelijke en voldoende instrumenten ter beschikking van de leerlingen. Het mondstuk wordt omwille van de aanpassing, individueel aangekocht. Andere logistieke voorzieningen vormen geen enkel probleem.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
3.1.1.2
Er blijkt een merkbaar verschil in punten tussen de overgangs- en de eindproeven. In de doorstroomjaren behalen vele leerlingen grote of grootste onderscheiding. Op de eindproeven van een graad slaagde vorig schooljaar slechts één leerling. De enige geslaagde leerling in het eindjaar van de lagere graad behaalde een onderscheiding. Dit stelt vragen bij de validiteit van de proeven. De jury is reglementair samengesteld. Het jurylid is dirigent van een plaatselijk harmonieorkest. De processen-verbaal worden ondertekend en de examenprogramma’s zijn conform de verwachtingen van het leerplan. Het geheugenwerk staat niet vermeld. Omwille van ziekte en afwezigheid van de beide titularissen kon enkel voortgegaan worden op de benaderingswijze vanuit de interimaris. Deze volgt op zijn persoonlijke wijze de leerlingen op door op systematische wijze planning en lesverloop van elke individuele leerling te inventariseren op zijn tablet. De informatie is coherent en verzorgd.
Muziek: instrument harp
Voldoet Na een korte periode van opbouw heeft de harpklas zich een stabiele positie weten te veroveren. Er is een doorstroming binnen het curriculum van het eerste jaar tot het eindjaar van de opleiding. Leerlingen worden individueel opgevolgd op basis van een gradueel uit te bouwen repertoire. Klasadministratie en didactische uitrusting voldoen. De methodiek is traditioneel, met name concentrisch-situationeel en met duidelijke referenties naar de leerplandoelen. Outputgegevens Vorig schooljaar werd de harpklas bevolkt met 8 regelmatig ingeschreven Leerprestaties leerlingen. Dit is boven het landelijk gemiddelde. De klas is opgestart in het Outcomes schooljaar 2005-2006 en heeft op korte tijd een mooie opbouw gekend. Vanaf Vervolgonderwijs Tevredenheid het schooljaar 2010-2011 situeren zich de eerste afgestudeerden. Er is een jaar dat er plots toch een viertal leerlingen afhaakten om uiteenlopende redenen waaronder het verplicht moeten volgen van het omringingsvak amc. Eén leerling verhuisde naar Indonesië. Sommige leerlingen zijn ook al wat ouder en volgen universiteit. Dit is niet steeds combineerbaar met een afstudeercircuit vanwaar een vroegere uitstroom of uitstel van de studies. Doorstroming naar het hoger kunstonderwijs is (nog) niet aan de orde. Eén zeer getalenteerde leerling was geïnteresseerd maar de ouders vonden deze toekomstige beroepskeuze niet opportuun. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
De leerkracht beschikt over een individueel leerlingvolgsysteem dat qua repertoire parallel loopt met het minimumleerplan. Er is een leraarsagenda en de schoolagenda van de leerlingen. Er is een pedagogische gevoeligheid. Aandacht wordt besteed aan volgende leerplandoelen: hand- en vingerhouding, ontwikkeling tekst/partituur attitude, studiemethodiek (dagelijkse oefening),… en dit via een aangepaste literatuur. Van bij de aanvang leert men het stemmen van het instrument om ook thuis te kunnen toepassen (met stemsleutel en stemkastje). Er wordt situationeel gewerkt in functie van het spelen van een stukje of compositie. Problemen van leerlingen worden vanuit dit streven behandeld. De planning op termijn is niet meteen vanuit een systematischthematische leerplandoelgerichtheid maar vanuit een concentrisch-optionele methodiek. Er is samenhang met de amv via leesproblematiek en de totaliteit van het harpspel wordt geïntegreerd behandeld.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
9
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Infrastructuur Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
3.1.1.3
De academie beschikt over een pedaalharp en een kleine (Keltische) harp. Leerlingen hebben thuis ook een eigen harp. De eerste twee maanden is er nog een “overwegingsperiode”, en dan wordt verwacht dat ieder een kleine harp aanschaft. In het lokaal waar de lessen doorgaan zijn er veel storende geluiden vanuit omliggende lokalen. De akoestiek is niet optimaal. De klas volgt de gangbare afspraken binnen de academie: tussentijdse evaluaties worden gemeld in de schoolagenda van de leerlingen, evenals de resultaten van de overgangsproeven op het einde van het schooljaar. De samenstelling van de externe juryleden is conform de regelgeving. Vorig schooljaar werden 2 externe vakdeskundigen uitgenodigd. 20 punten van het totaal staan op het jaarwerk. 80% door de jury. De juryleden blijken mee punten te geven voor de overgangsexamens. De quoteringen ogen evenwichtig en realistisch. De gespeelde programma’s sluiten aan bij de verwachtingen van het leerplan. Er blijkt een open attitude vanwege de docente ten overstaan van elke doelgroep. Ook minder sterke leerlingen worden met de nodige zorg en aandacht omringd. Er wordt stimulerend gewerkt door participatie aan kindgerichte optredens zoals bvb. het traditioneel Sinterklaasfeest.
Muziek: instrument saxofoon
Voldoet De belangstelling voor het vak bedraagt meer dan het dubbele van het landelijk gemiddelde. Een groot aantal leerlingen legt het volledige traject af tot op het niveau van H3. Er is voldoende aandacht voor het realiseren van de leerplandoelen zodat de muzikaal- en instrumentaal-technische basiskennis in de lagere graad en de uitdieping/verbreding ervan in de hogere graden, optimaal gerealiseerd worden. De aanwezigheid van leerlingen en afgestudeerden in het plaatselijke verenigingsleven is opvallend. Outputgegevens De academie beschikt over een kwantitatief zeer sterke saxofoonklas. Met 38 Leerprestaties officiële leerlingen vorig schooljaar, bereikt zij maar liefst 12% van de Outcomes instrumentale populatie. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde (5%) is dit Vervolgonderwijs Tevredenheid meer dan het dubbele. Binnen de regio is er zeker een behoefte aan goed opgeleide saxofonisten voor de aanwezige fanfares (cfr. bemerkingen trompet/cornet). Er is jaarlijks een mooi evenwicht tussen een natuurlijke instroom en uitstroom/doorstroming tot op het niveau van de hogere drie. Sommige leerlingen stromen door naar conservatorium, meestal nog naar de jazzafdeling. Leerlingen worden, omwille van een tekort aan werkgelegenheidsperspectieven, niet systematisch doorgestuurd naar vervolgonderwijs, maar zelfs geadviseerd een andere beroepskeuze te maken. Er is een algehele tevredenheid over de cursus. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
De saxofoonklas bepaalt haar jaarplanning vanuit een wekelijkse programmatie van repertoire. Gebaseerd op het concentrisch leerplandenken worden de verschillende technische en muzikale basics van het saxofoonspel geleidelijk en per leerjaar opgebouwd. Bij observatie blijkt een aanwijsbaar resultaat uit het niveau van leerlingen hogere graad. Er is een goede vorming op het vlak van houding, aanzet en articulatie, vingergrepen, toonvorming, dynamiek en chromatiek, ritmische karakterisering… etc. Er wordt intensief groepsgerichtindividueel gewerkt. Het gekozen repertoire is voldoende geactualiseerd en speelt ook in op hedendaagse trends (vb. swing etude). Er is samenhang met de verworvenheden uit de cursus amv: zo worden oefeningen ook apart gelezen/gezongen. Pedagogisch-didactisch is er sterke aandacht voor het proces en de opvolging. Opdrachten worden helder geformuleerd. Vooral naar het einde van het schooljaar blijken de examenvoorbereidingen veeleisend. Zo zijn er jaren
10 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
met maar liefst 70 kandidaten (die afzonderlijke moeten oefenen met de begeleider). Er is een sterke appreciatie voor de begeleider van de academie. Samenhang met de amv wordt duidelijk vanuit regelmatig verwijzen naar muziektheoretische aspecten binnen de partituur. Er is ook aandacht voor het toonladdersysteem. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
3.1.1.4
De leerlingen spelen na een initiatieperiode op eigen instrumenten. Er zijn voldoende huurinstrumenten die door de academie ter beschikking worden gesteld. Indien een tekort dreigt, worden er altijd bijgekocht. Er worden ook kwaliteitsvolle mondstukken voorzien. Beginnelingen kunnen rieten via de leraar aanschaffen, nadien zorgen leerlingen zelf voor onderhoud en accessoires. In het ruime lokaal zijn alle voorzieningen aanwezig (lessenaars, piano akoestisch en digitaal, muziekbord, eventueel spiegel). Er zijn overgangsexamens en eindexamens. Er zijn valabele juryleden voor de eindexamens maar jaarlijks blijkt het moeilijker te worden om goede juryleden te vinden, aldus de leerkracht. De overgangsexamens worden afgenomen met de collega klarinet en directeur. Zowel de punten van de overgangs- als van de eindproeven zijn coherent. De resultaten bevinden zich tussen de onderscheiding en de grootste onderscheiding. Het overgrote deel behaalt een grote onderscheiding. Zoals bij de andere instrumentale vakken wordt 20% van de punten op “jaarwerk” voorzien. Ook hier lopen de resultaten vrijwel parallel. Zoals in de andere instrumentale vakken wordt het middengedeelte van de schoolagenda gebruikt om de evaluatie tweemaal per jaar mee te geven. De docenten houden deze quotering ook voor zichzelf bij. Er is een puntenquotering van uitstekend (5) tot onvoldoende (1 ). Evaluatienormen zijn: aanwezigheid, inzet, artistieke vaardigheden en vorderingen. Er is geen ruimte voor commentaar. Er zijn geen verwijzingen naar leerplandoelen. De programma’s van de examens zijn conform de verwachtingen van het leerplan. Er is een goed contact tussen docent en leerlingen. Er wordt ernstig en gedisciplineerd gewerkt. De betrokkenheid is groot.
Muziek: instrument slagwerk
Voldoet Er blijkt een aanwijsbare doorstroming naar het hoger kunstonderwijs. De aangewende methodieken en literatuur zijn van een degelijke kwaliteit. Leerlingen worden opgevolgd via persoonlijke opvolgingsfiches. Belangrijke leerplandoelstellingen waaronder ritmische en melodische ontwikkelingspatronen worden consequent toegepast en leiden tot het verwachte resultaat. De werkvorm van het groepsgerichtindividueel lesgeven wordt onder meer aangewend in het licht van een algemeen artistiek vormingsconcept dat de specialisatie overstijgt. Outputgegevens Het aantal leerlingen slagwerk is de laatste jaren erg teruggelopen, na een Leerprestaties hoogtepunt met 22 tot 13 leerlingen vorig schooljaar. De cijfers in de academie Outcomes wijzen op een aantal van 15 leerlingen i.p.v. 13 waarvoor niet meteen een Vervolgonderwijs Tevredenheid verklaring kan gevonden worden. Een aanwijsbare reden van de algemene daling is het gelijktijdig afstuderen van verschillende leerlingen die hun curriculum voltooid hadden in combinatie met een lager aantal inschrijvingen met opvallend vroegere uitval. Zo haakten in het schooljaar 2010-2011 maat liefst zes leerlingen af en studeerden er drie af. Dit heeft zijn effect op het beeld van de totale 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
11
klasbevolking. De interne doorstroming blijkt dus aan de zwakke kant. Een randverschijnsel in de cijfers betreft de inschrijving van volwassen leerlingen die “een verkeerde inschatting” van de cursus maken. Door het gelijktijdig mogen aanvangen van het vak amv met instrument, hebben, ook volwassen leerlingen, niet steeds een juist beeld van de cursus die ze gaan volgen en stoppen korte tijd na inschrijving. Uit de puntenresultaten van de overgangsjaren blijken geen zwakke leerlingen die het jaar zouden moeten overdoen. Enkele leerlingen stroomden door naar het hoger kunstonderwijs. Er is ook doorstroming naar het KSO en uitstroom naar het verenigingsleven. Eén oudleerling is teruggekeerd als leerkracht. Dit wijst op goede leerprestaties. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Een echt jaarplan gelieerd aan het officieel minimumleerplan is niet aanwezig. Wel stelde de leerkracht, op basis van het minimumleerplan, individuele jaarplannen op. Het zijn veeleer opvolgingsfiches dan wel aan een schooljaar gerelateerd plan. Er zijn geen doelstellingen en repertoire die op voorhand jaarplanmatig geprogrammeerd zijn (bvb. ingedeeld in deeltrimester, trimesters, met per leerling uitgezette planning. M.a.w. waar men op het einde van het schooljaar zal staan, valt af te wachten maar is niet gekoppeld aan een concreet streven. Verschillende leerplandoelen komen tijdens de observaties aan bod, zoals o.a. de doorgedreven groepsgericht-individuele werkvorm. De aangewende methodieken en literatuur zijn van een gedegen kwaliteit. Ondersteunende begeleiding kan zowel op de piano (door de leraar) als via CD. Er is voldoende aandacht voor instrumentaal-technische leerplandoelen zoals houding van de stokken, oriëntatie t.o.v. het klavier (bij het vibraspelen) en als gevolg daarvan, de toonvorming. In de cursus wordt ook belang gehecht aan algemene muziekculturele vorming. Leerlingen memoriseren namen van componisten. Er is een actieve basis van studeren. Er is voldoende materiaal aanwezig zowel ritmisch als melodisch: pauken, drums, melodisch instrumentarium en accessoires. Indien nood aan nieuwe instrumenten wordt daar door het schoolbestuur altijd, binnen een prioritaire timing en de geplande budgettering, gunstig op gereageerd. Leerlingen worden ook in staat gesteld te komen oefenen in de school op instrumenten waar zij zelf thuis niet over beschikken (bv. vibra/pauken…).
Infrastructuur
Het slagwerklokaal is té krap om op een comfortabele manier het instrumentarium optimaal op te stellen. Daarom moeten instrumenten (zoals de drums) verhuizen naar de Servaiszaal. Een groter lokaal is aan te bevelen. Blijkbaar stelt zich een probleem van akoestische isolatie om bvb. te verhuizen naar de benedenverdieping of naar een ander groter lokaal.
Evaluatiepraktijk
De examenprogramma’s zijn conform de verwachtingen van het minimumleerplan. De puntenquoteringen zijn realistisch met een gedifferentieerd maar correct beeld van de behaalde resultaten. Twee keer per jaar wordt een evaluatie ingevuld. Dit is geen aparte fiche maar is opgenomen binnen het leerlingenagenda. De leerkracht houdt deze fiche nog eens apart bij. Alle leerlingen presenteren zich voor een publieke proef, ook voor de overgangsexamens. Voor de overgangsproeven is de directeur en zijn de beide docenten lid van de examenjury. Voor de externe jury zijn er twee externe deskundigen gevraagd. De programma’s zijn overeenkomstig de leerplanverwachtingen.
Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
12 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
3.1.1.5
De leerlingen worden mee betrokken in een groepsatmosfeer. Leerlingen blijken aandachtig en geconcentreerd. Er is een pedagogisch-betrokken interactie waarbij een vlotte identificatie is met de maturiteit van de doelgroep. Agenda’s worden door de leerkracht ingevuld met herhaling van de nodige opdrachten.
Muziek: instrument trompet
Voldoet niet zie deelverslag instrument cornet 3.1.1.6
Muziek: koor
Voldoet niet De ongunstige conclusie slaat op een oneigenlijke toepassing van onderwijsuren ten gunste van een lokaal verenigingsleven. Het volwassen koor Vox Veroni, bestaande uit 40 leden, omvat 4 ingeschreven leerlingen instrument van de academie. Bij observatie blijkt slechts één leerling aanwezig. Binnen de organisatie van deeltijds kunstonderwijs is dit een onaanvaardbare situatie: repetities binnen de amateurkunsten worden vergoed vanuit het lesurenpakket van de school. Er is geen samenhang met het artistiek-pedagogisch project van de academie en het onderwijsaanbod. De evaluaties en rapportering bevestigen het veeleer formeel karakter. Outputgegevens In de academie bevinden zich 2 koren. Eén is een volwassen koor bestaande uit Leerprestaties een 40-tal leden. Vier leerlingen ervan staan ingeschreven in de cursus. Het Outcomes betreft geen uitstroom naar het verenigingsleven maar een integratie IN het Vervolgonderwijs Tevredenheid verenigingsleven. Deze leerlingen leggen wel examen af voor het niveau van M3 en H3. Het betreft geen zangleerlingen maar leerlingen die het vak piano volgen en koor in de plaats van samenspel/begeleidingspraktijk. Het andere koor is een jeugdkoor. Hierin zijn 15 leerlingen ingeschreven, overwegend meisjes. De doorstroming en daaruit voortvloeiend het leerlingenbehoud is vrij behoorlijk. Voor het vak koor dienen geen overgangsexamens georganiseerd te worden. In deze academie krijgen de leerlingen echter ook een groepsquotering bij de overgangsjaren. De punten zijn voor iedereen identiek. De doorstroming van middelbare naar hogere graad vertoont continuïteit. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Het volwassen koor draagt de naam Vox Veroni (naar de lokale patroonheilige van Lembeek). Het is duidelijk een plaatselijk koor binnen de gemeente en geen academiekoor. Er is een jaarprogramma opgesteld waarin een drietal concerten per jaar gepland worden en, indien ingeschreven leerlingen een eindexamen dienen af te leggen, een examenprogramma. Bij het inzingen worden verschillende vocale stemoefeningen aangeboden: ontspanningsoefeningen, articulatieoefeningen, ademhalingsoefeningen. Uit het jaarplan kan afgeleid worden dat de koorleden ook werken op klankprojectie, steminzet enz. die de individuele vocale competenties dienen te ontwikkelen. Vlaamse literatuur is mee opgenomen in de literatuurlijst maar wordt niet systematisch jaarlijks geprogrammeerd. Er is geen specifieke band met het artistiek pedagogisch project van de academie. Evenmin is er samenhang met andere vakken binnen het pakket zoals amc en instrument. Hierdoor is het referentiekader onevenwichtig. Het jongerenkoor bestaat uit 15 zangertjes. Geen van de leerlingen is ingeschreven in de cursus zang. Zij volgen wel instrument in de plaats van samenspel of begeleidingspraktijk. De leerlingen zijn ingeschreven van M1 tot H3. In de les worden, evenals in het volwassenkoor, de leerplandoelstellingen via afzonderlijke vocale, ondersteunende oefeningen nagestreefd. Er zijn zowel inzingoefeningen als stemtrainingsoefeningen voorzien. Voor het jeugdkoor is er ook een periodieke planning met een uitgewerkt programma. In een eerste
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
13
periode realiseert het koor een programma in het kader van een promenadeconcert in CC ’t Vondel (Halle), een tweede periode is gericht naar een “slotconcert – nocturne” eind januari. Tenslotte is er ook een examenprogramma voorzien voor het einde van het schooljaar. Uit lesobservatie blijkt het niveau van dit jeugdkoor zeer behoorlijk. De leerlingen zingen met overtuigingskracht en hebben een behoorlijke stemcapaciteit. Er wordt geschikte en kwaliteitsvolle literatuur behandeld (o.a. Brahms). Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
De leerlingen in het volwassenkoor krijgen 2u per week les. Er is een oneigenlijke toepassing van de organisatie wat betreft het volwassenkoor. Het betreft de repetitie van een lokaal verenigingsleven waarvan één uur gesubsidieerd wordt door het ministerie van Onderwijs. Op 40 leden maken een viertal leerlingen voor instrument gebruik om i.p.v. samenspel/begeleidingspraktijk het vak koor te volgen. Dit koor is echter geen koor van de academie maar een autonome amateurvereniging. Tijdens het observatiemoment bleek slechts één van de vier ingeschreven leerlingen (op een aantal van meer dan veertig) aanwezig. Het is beter deze leerlingen voor de vorming van ensemblezang binnen de academiecontext op te vangen. Hier is duidelijk sprake van onverenigbaarheid. Nu betreft deze organisatie een oneigenlijke toepassing van de onderwijsmiddelen. Het volwassenkoor krijgt les (repetitie) in een bovenzaaltje van een plaatselijk ontmoetingscentrum ‘De Kring’ in het centrum van Lembeek. Het lokaal is ruim genoeg, beschikt over de nodige voorzieningen (stoelen/…) en heeft een volumineuze akoestiek. Alle materiaal is voorhanden. Voor de pianobegeleiding wordt gewerkt met een Casio-elektronische piano. Het jeugdkoor krijgt les in de hoofdschool in de dansklas op het gelijkvloers. Er staat een oude Pleyel, de akoestiek is zeer goed. Alle nodige materiaal is voorhanden. Leerlingen kunnen zich ruim opstellen in een kring zodat er voldoende bewegingsruimte is. Vorig schooljaar waren er drie leerlingen die een eindexamen aflegden voor middelbare en hogere graad in het volwassen koor en twee in het jeugdkoor. Allen behaalden een grote onderscheiding. Er zijn tussentijdse evaluaties op basis van de periodieke programma’s. Met de gespreide optredens realiseert het koor 10 koorwerken. Deze zijn divers en vertonen voldoende stilistische verscheidenheid. De vraag van het leerplan om tenminste twee werken van Vlaamse componisten op te nemen, wordt niet gerespecteerd. Dit is niet conform de richtlijnen van het leerplan koor. Leerlingen van de overgangsjaren nemen ook deel ter ondersteuning aan de proef van de eindjaren M3 en H3. De externe jury bestaat uit twee vakdeskundigen met de nodige expertise en ervaring. Er is een enthousiaste en erg betrokken leerkracht die de beide koren op een aangepaste wijze motiveert. Het is niet duidelijk hoe de individuele begeleiding geschiedt.
14 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
3.1.1.7
Muziek: samenzang
Voldoet De klassen samenzang vertonen een gunstige doorstroming. Er is een grote waardering vanwege de leerlingen. Er is een aan het leerplan verbonden jaarplan waarbij ook een afzonderlijke evaluatie op basis van de aangegeven leerplancriteria opgesteld wordt. Leerlingen zingen stevig en op juiste toonhoogte. Leerkrachten begeleiden het liedrepertoire op een kwaliteitsvolle en overtuigende wijze. Zij participeren gedreven aan projecten. Outputgegevens Het aantal leerlingen samenzang loopt parallel met het verplichte vak algemene Leerprestaties muzikale vorming. Dit bedraagt in deze academie een 200-tal leerlingen verspreid Outcomes over de vier leerjaren (drie voor de volwassenen). Soms is de uitval over de jaren Vervolgonderwijs Tevredenheid heen meer dan 50%. Dit fenomeen zou verder onderzocht kunnen worden. Leerlingen die de lagere graad beëindigen stromen voor het collectieve vak normaal door naar het vak amc in de middelbare graad. Deze doorstroming oogt vrij gunstig. Leerlingen zingen graag en houden nog meer van de samenzang dan van het vak amv, blijkens getuigenis. De resultaten van de samenzang worden afzonderlijk en rechtstreeks op de rapporten geplaatst. Deze resultaten worden uitgedrukt in een cijfer op tien. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Per leerjaar is een jaarplan opgesteld. Dit plan loopt parallel met het minimumleerplan voor wat betreft de leerinhoud. Zo verwijst het jaarplan naar de ontwikkeling van de eenstemmigheid, de meerstemmige homofonie en de meerstemmige polyfonie. Verschillende stijlen en genres worden aangegeven. Andere elementen die aan bod komen zijn: tekst en taal, metrum en ritmiek, inzingen/houding/ademhaling en bronnen. Bij elk leerjaar is ook een repertoirelijst voorzien (cfr. doelstelling 9 v/h leerplan). Per maand staan liedjes aangeduid die behandeld worden. Per maand worden 6 à 7 liedjes geprogrammeerd. Het is niet duidelijk of die permanent in het repertoire blijven. Specifieke doelstellingen uit het leerplan worden minder systematisch bewaakt maar komen tijdens het lesmoment situationeel en al naargelang de noodwendigheid aan bod. Dit betreft o.a. doelstellingen als: functionele toepassing van stem, ademhaling en articulatie; aanscherpen van auditieve en visuele reactie en interactie. Tijdens de les staan de kinderen niet steeds recht. De ademhaling en de houding zouden beter kunnen bewaakt worden. Er is voldoende aandacht voor het direct aanzetten van de toon en de onberispelijke uitspraak van de tekst. Er komt relatief weinig a capella werk aan bod tenzij het oefenen van gescandeerde tekst. De activiteitsgraad ligt hoog: er wordt voldoende concentratie opgebracht zodat de verschillende expressieve aspecten van een lied uitgebalanceerd aan bod komen. De slagtechniek is kwaliteitsvol. Er wordt voldoende aandacht geschonken aan de atmosfeer en de opbouw van een lied. Lessen hebben een structurele opbouw met opwarmingsoefeningen, leskern, oefenstonden en afwerkingsmomenten. Leerlingen geven blijk van een goed vermogen tot correcte intonatie en gedreven zangstijl. Samenhang wordt gegenereerd door navragen van toonaard waarin een liedje staat en het zingen van de toonladder vooraf. Het vak samenzang wordt losgekoppeld van het vak amv gegeven. Dit biedt het voordeel dat één leerkracht hier een grotere en dus meer gespecialiseerde opdracht in krijgt wat de verdieping bevordert. Sommige groepen zijn opvallend groter dan andere. Leerlingen eerstejaars zitten al aan relatief hoge tafels. Een aantal onder hen hangen aan de tafels. Er zijn geen kleine pupitertjes die de nadelen van de liggende partituur opvangen.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
15
Infrastructuur
Het lokaal is voldoende ruim en akoestisch aangepast aan de leernoden. Er is een goede verlichting en er staan voldoende tafels en banken.
Evaluatiepraktijk
Het leerplan en de regelgeving voorzien geen proeven met juryleden voor het vak samenzang. Wel dient elke leerkracht een evaluatie bij te houden. Het is niet duidelijk welke de inhoudelijke afspraken zijn binnen de school. Er wordt per trimester teruggekoppeld via de evaluatiefiche. In één klas wordt ook tussentijds geëvalueerd op vier componenten die het leerplan aangeeft: regelmaat, inzet, houding en aanpassingsvermogen. Hoe andere leerplandoelen worden geregistreerd is niet duidelijk.
Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Rapporteringspraktijk Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Op het rapport van de amv staan afzonderlijke punten voor het vak samenzang vermeld. In de klassen zitten ook brommertjes. Er bestaan geen bijwerkklasjes. Het bijsturen van deze vocale noden geschiedt door de leerkracht individueel. Elke klas beschikt over een eigen leerlingvolgsysteem maar dit wordt niet centraal beheerd. Er wordt stimulerend gewerkt. In de bijgewoonde lessen is er een zeer goede pianobegeleiding (door de leerkracht zelf) die enthousiasmerend inspeelt.
Sociale en emotionele begeleiding
De lesstijl kent nog een sterk traditionele benadering. De inbreng van de leerlingen is veeleer beperkt en de gehanteerde werkvormen zijn instructief van Klasklimaat aard. In de lessen hangt een gedisciplineerde, correcte en ordelijke sfeer.
Sociale vaardigheden
3.1.1.8
Woordkunst: algemene verbale vorming
Voldoet niet De leerplandoelstellingen worden onvoldoende gerealiseerd. Er is te weinig aandacht voor het spreektechnische luik van het vak en de verticale vakinhoudelijke samenhang doorheen de opleiding. De uitstroom gedurende het curriculum is hoog en de doorstroomcijfers liggen ver beneden de Vlaamse gemiddelden. Outputgegevens De leerlingenaantallen in de cursus algemene verbale vorming (avv) vertonen Leerprestaties een zeer grilllig patroon op het vlak van evolutie doorheen het curriculum en op Outcomes het vlak van in- en uitstroom. Tussen 2006-2007 en 2007-2008 vermenigvuldigde Vervolgonderwijs Tevredenheid het totale aantal leerlingen in één jaar tijd met 2,5 maal om het daaropvolgende jaar met bijna 40% te dalen. Dit is maar één voorbeeld van de fluctuaties in de cursus, maar er zijn er meerdere. Bij het bestuderen van de doorstroomcijfers blijkt dat er slechts een klein percentage van de leerlingen het volledige curriculum aflegt. De andere haken vroegtijdig af. Onderzoek hiernaar werd nog niet opgestart. Ook de zij-instroom, waarbij de leerlingen op leeftijd de cursus aanvatten, is bijzonder hoog in vergelijking met de Vlaamse gemiddelden. Het aantal leerlingen vervier- en zelfs vernegenvoudigd in bepaalde jaren van de lagere graad vier in vergelijking met de instroom in het eerste jaar van de lagere graad. Ook deze evolutie was nog geen onderwerp van onderzoek binnen de academie De doorstroom naar de middelbare graad ligt heel erg laag, sommige jaren rond 20%. De instroom van nieuwe leerlingen in de middelbare graad vangt deze povere doorstroom op en brengt de cijfers in evenwicht. Bovenstaande vaststellingen vragen een grondige reflectie met daaraan gekoppeld een gewijzigde rekruteringsstrategie.
16 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
De leerplandoelstellingen worden onvoldoende gerealiseerd. Dit heeft deels met het aanbod in de klas te maken, deels met de instroom op leeftijd waardoor het curriculum in vele gevallen ingekort wordt met meer dan de helft. Leerlingen krijgen op die manier niet de kans om alle vereiste spreektechnische vaardigheden uit de lagere graad te verwerven. In de klassen wordt het verwerven van die spreektechnische vaardigheden onvoldoende geïntegreerd in de spel- en spreekoefeningen. De evaluatie van de uitspraakoefeningen is eerder oppervlakkig en weinig remediërend. Eenmaal de uitspraakoefening achter de rug is, wordt geen enkele link met uitspraak en articulatie meer gemaakt in de speloefeningen, terwijl het juist de bedoeling is dat een natuurlijke spreektechniek verworven wordt. Ook uit de jaarplannen blijkt dat er op dit vlak onvoldoende diepgaand op articulatie en uitspraak gewerkt wordt. Er is geen opbouwende, verticale leerlijn terug te vinden, enkel herhaling. Bij de speloefeningen, waarbij grote tekstgehelen moeten uit het hoofd geleerd worden, wordt de evaluatie door de leerkracht gegeven. Die evaluatie behelst overwegend speltechnische elementen. De toekijkende leerlingen zitten er ongeïnteresseerd bij en nemen niet deel aan de evaluatie. Een meer participatieve vorm van evaluatie zou hun aandacht kunnen vergroten terwijl zij tegelijkertijd andere doelstellingen uit het leerplan realiseren, namelijk: het observeren en het gepast leren formuleren van kritiek. Dit is een gemiste kans. De leerlingen hebben een klasagenda die wekelijks ingevuld wordt. Ook daaruit blijkt weinig aandacht voor articulatie en uitspraak. Er is een visie uitgeschreven in het artistiek pedagogische project van de academie, maar in de (klas-)praktijk is de toepassing veel minder uitgesproken. Opvallend is ook dat binnen het artistiek pedagogisch project dezelfde visie voor de volwassenen geldt in de cursus verbale vorming. De instroom op leeftijd die in de deze academie vooral in het laatste jaar van de lagere graad gebeurt, legt een zware hypotheek op de realisatie van de leerplandoelstellingen omwille van de sterk gereduceerde onderwijstijd, bekeken over het gehele curriculum. Er is een voldoende grote en aangename ruimte ter beschikking in de academie voor de cursus avv. Leerlingen hebben de mogelijkheid om alle leerplandoelstellingen te realiseren in een dergelijke infrastructuur. Er is een licht- en geluidsinstallatie aanwezig. De evaluatiefiches worden twee maal per jaar met de leerlingen meegegeven. Verschillende items worden geëvalueerd en er is plaats voor bijkomende commentaren. De samenstelling van de examencommissies verloopt volgens de vastgelegde eisen in de regelgeving. Uit nazicht van de examenprogramma’s kan vastgesteld worden dat niet alle programma’s beantwoorden aan de evaluatievereisten van de leerplannen. Die stellen dat: Evaluatie L1 – L2 – L3 Verschillende vormen van spreken worden geëvalueerd, aangepast aan het niveau: 1. voorbereide voorleesoefening 2. spreekoefening vanuit improvisatie 3. spelmoment met vastgelegde teksten 4. korte tekst uit het hoofd (individueel) De voorbereide leesoefening kan vóór het klasexamen georganiseerd worden. Evaluatie L4 De Eindproef L4 is een afronding van de lagere graad en een indicatie voor de doorstroming naar de middelbare graad.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
17
Verschillende vormen van spreken worden geëvalueerd, met aandacht voor de persoonlijke presentatie en met aandacht voor alle doelstellingen: 1. voorbereide voorleesoefening 2. spreekoefening vanuit improvisatie 3. spelmoment met vastgelegde teksten 4. korte tekst uit het hoofd (individueel) De voorbereide leesoefening kan vóór eindproef georganiseerd worden. Deze voorwaarden worden niet steeds vervuld. Onderzoek van de processen-verbaal toont aan dat een behoorlijk groot aantal leerlingen niet slaagt voor de examens. Of ze haakten af in loop van het jaar, of ze zijn niet komen opdagen op het examen of ze voldoen niet. De quoteringen liggen verspreid over de verschillende graden. Naast de examenpunten (productevaluatie), worden 20 punten voorbehouden voor de evaluatie van het dagelijks werk. Voor de juryleden werden nog geen criteria uitgeschreven. Ook normeringen en de criteria voor de verschillende graden werden nog niet vastgelegd. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Binnen de academie is er nog geen globaal leerlingvolgsysteem aanwezig. De vakgroepwerking staat aan het begin van een ontwikkelingsproces. Er zijn geen informatie-uitwisselingen omtrent bepaalde leerlingen in de klassen avv.
Inbreuk(en) op Niet alle examenprogramma’s voldoen aan de evaluatievereisten uit de regelgeving leerplannen. (Cfr. supra: evaluatie Raamleerplan; Algemene Verbale Vorming; Lager Graad – Woordkunst F:\dko0506\hq\not\wo\wolg0098.begpagina 6; Evaluatie 3.1.1.9
Woordkunst: toneel
Voldoet In de toneelklassen worden de leerplandoelstellingen gerealiseerd. Er is een ruime dosis spelplezier aanwezig. De lesopbouw getuigt van een doordachte doelgerichtheid en er is bijzondere aandacht voor degelijke en verantwoorde theaterliteratuur. Outputgegevens De laatste vijf jaren vond de toneelafdeling een nieuwe adem en blijft het totaal Leerprestaties aantal leerlingen stabiel. Outcomes De doorstroomcijfers van de middelbare naar de hogere graad geven een lichtjes Vervolgonderwijs Tevredenheid positiever beeld dan dat van de Vlaamse gemiddelden. Binnen de hogere graad is de doorstroom behoorlijk. De doorstromingscijfers naar het hoger kunstonderwijs zijn miniem. Uit gesprekken met leerlingen blijkt dat een aantal onder hen ook verbonden is aan een amateurgezelschap. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
In de lessen toneel worden de leerplandoelen gerealiseerd. Er is een ruime dosis spelplezier aanwezig. Verschillende speldomeinen worden geëxploreerd. Via improvisatieoefeningen die aanleunen bij het vaste tekstmateriaal worden emoties ontgonnen en wordt een basis gelegd voor de creatie van de rollen in een aantal klassen. Hierbij aansluitend is er aandacht voor zowel verbale als non-verbale aspecten van het spel .In sommige klassen wordt de enscenering gebruikt om een bepaalde sfeerschepping te bekomen en de inleving in de rol te faciliteren. De evaluatie komt hoofdzakelijk van de leerkracht, maar er is plaats voor interactieve kritische bedenkingen. Soms kan een meer participatieve feedback leerwinst opleveren. Door observatie aan te wakkeren wordt de concentratie aangescherpt. Daarbij aansluitend kunnen leerlingen baat hebben bij het leren formuleren van kritiek op een aangepaste wijze. De leerwinst na (een participatieve) feedback is in elk geval duidelijk merkbaar. De
18 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
vertrouwelijke sfeer binnen de klas schept een open klimaat waarbinnen geëxperimenteerd kan worden. In sommige klassen moet gewaakt worden over de klashiërarchie. Leerkrachten blijven pedagogisch verantwoordelijk voor het totale klasgebeuren. Er wordt gewerkt met degelijk literair materiaal waardoor leerlingen een stevige basis meekrijgen die een fundament kan leggen voor hun latere culturele smaak. Het artistiek pedagogisch project sluit volledig aan op de klaspraktijk. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Voor de toneellessen kan gebruik gemaakt worden van een degelijk ingerichte toneelklas waar een geluids- en lichtinstallatie aanwezig zijn. Er zijn coulissen en een opslagruimte voor toneelattributen. Het grote minpunt aan de klas is de geluidsoverlast. Wanneer in aanpalende ruimtes gemusiceerd wordt of wanneer de gangen gestofzuigd worden, stoort dat het concentratievermogen en de sfeerschepping. Naast een permanente evaluatie tijdens de lesmomenten wordt er twee maal per jaar een evaluatiefiche per leerling opgemaakt waarbij de vorderingen op verschillende vlakken geëvalueerd worden. Deze evaluatie gebruikt een schaal van 1 tot 3. Er is ook nog ruimte voor bijkomende evaluatieve commentaren. De samenstelling van de examencommissies is conform de vereisten in de regelgeving. Externe juryleden beschikken niet over criteria die hen een houvast bieden bij het beoordelen van het examen en de eventuele feedback na het examen. De examenprogramma’s beantwoorden aan de examenvereisten uit het leerplan. Uit nazicht van de processen-verbaal blijkt dat de meeste examenquoteringen verspreid liggen over twee graden, namelijk onderscheiding en grote onderscheiding. Een beperkt aantal leerlingen behaalteen grootste onderscheiding. Het dagelijks werk, de procesevaluatie, telt mee voor één vijfde van het puntentotaal. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen de quoteringen bij de overgangs- en de eindexamens. Binnen de klaspraktijk worden de leerlingen op een persoonlijke wijze begeleid met het doel hun ontplooiing te bevorderen. De open klassfeer laat een persoonlijke begeleiding met oog voor sterke punten en remediëring voor zwakke punten toe.
3.1.1.10 Woordkunst: voordracht Voldoet De leerplandoelstellingen worden in de klassen voordracht door de meeste leerlingen op een voldoende mate gerealiseerd. De bewaking van een gevarieerd tekstaanbod is een sterke troef. Outputgegevens Afgaand op de algemene cijfers lijkt de doorstroom vanuit de lagere graad naar Leerprestaties de middelbare graad zeer behoorlijk en gevoelig boven het Vlaamse gemiddelde Outcomes te liggen. Nader onderzoek toont echter een heel ander beeld. Het effectieve Vervolgonderwijs Tevredenheid aantal doorstromers vanuit de lagere graad ligt beneden de 50%. Er zijn behoorlijk veel leerlingen die instappen in de middelbare graad. Niet enkel in de middelbare graad 1, maar ook in de daaropvolgende graden, met name MG 2 en MG 3, vangen leerlingen de lessen voordracht aan. Er zijn zelfs leerlingen die starten in de hogere graad.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
19
De leerlingenevolutie, vooral in de hogere graad, maakt een aantal bokkensprongen. Tot het schooljaar 2006-2007 was dit een bloeiende cursus. Vanaf 2007-2008 komt er een kentering. Het daarop volgende schooljaar wordt er opnieuw opgestart en stijgt het aantal leerlingen. Opvallend is de wisselwerking, zelfs uitwisseling, met het aantal leerlingen in de optie toneel. Leerlingen uit de voordrachtklassen nemen regelmatig deel aan wedstrijden. De resultaten zijn bevredigend. De doorstroom naar het hoger kunstonderwijs is quasi nihil. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Onderwijsorganisatie Onderwijstijd Groeperingsvorm
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
In de voordrachtklassen worden de leerplannen in voldoende mate gerealiseerd. Er is voldoende spel- en spreekplezier aanwezig. Er wordt aandacht besteed aan spreektechnische vaardigheden. Het bijbenen van deze competenties is, omwille van de instroom over de volledige middelbare graad geen vanzelfsprekendheid. Grondige reflectie hierover dringt zich op. Vanuit klasbezoeken kan afgeleid worden dat veel leerlingen die achterstand niet meer inlopen en dat dit gevolgen heeft voor de kwaliteit en de verstaanbaarheid van het resultaat. Er wordt gewaakt over de diversiteit van het tekstaanbod. De jaarplannen uit sommige klassen laten dit duidelijk zien. Daaruit kan ook een opbouwende leerlijn doorheen het curriculum afgeleid worden, die voor een verticale samenhang zorgt. In andere klassen kan die opbouwende lijn niet nagegaan worden, wegens het ontbreken van jaarplannen tijdens de doorlichting. De visie op voordracht die in het artistiek pedagogisch project uitgeschreven staat, leunt sterk aan bij de klaspraktijk. Uit onderzoek kan vastgesteld worden dat veel leerlingen in de middelbare graad instromen. Dit gebeurt niet enkel in het eerste jaar van de middelbare graad, maar ook in het tweede en derde jaar en zelfs in het eerste jaar van de hogere graad. Hiervoor worden toelatingsperiodes aangewend. De vraag blijft echter in hoeverre een dergelijke verkorting van het curriculum een weerslag heeft op de kwaliteit van het bereikte resultaat. Competenties die aan het begin van het curriculum opgebouwd en verworven moeten worden, komen nooit meer tot hun volle ontwikkeling. Wat dus op het eerste gezicht een tegemoetkoming aan de leerlingen lijkt, wordt een nadeel tijdens de rest van het te volgen curriculum. De lessen voordracht gaan in verschillende lokalen van de academie door. Over het algemeen is er voldoende ruimte, maar sommige lokalen bieden extra comfort door de aanwezigheid van een licht- en geluidsinstallatie. In één lokaal is een klasbibliotheek voorzien waaruit alle leerkrachten kunnen putten. Een groot struikelblok is de geluidsoverlast vanuit de aanpalende klassen. Misschien kan een akoestische isolatie soelaas bieden? In de nabije toekomst komt het huidige danslokaal vrij omwille van de verhuis naar een nieuwbouwzaal. Deze ruimte zou uitermate geschikt zijn voor de woordklassen, en meer specifiek de voordrachtklassen. Een deel van de geluidsoverlast zou op deze wijze opgelost kunnen worden. Bovendien beschikt deze klas ook over een ruimte waar rekwisieten en andere benodigdheden opgeslagen kunnen worden. Binnen de klaspraktijk is er voortdurende feedback via permanente evaluatie. Twee maal per jaar wordt de procesevaluatie onder de loep genomen en beoordeeld. De neerslag van deze evaluatie is terug te vinden op de evaluatiefiches. Verschillende onderdelen van het proces worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 3. Deze fiches zijn spiksplinternieuw en zullen in de komende beoordelingsperiode voor de eerste maal gebruikt worden. Nazicht van de examenprogramma’s toont aan dat de leerplanvereisten op het vlak van evaluatie vervuld worden. Ook de samenstelling van de examencommissies is conform de vereisten uit de regelgeving. Juryleden kunnen
20 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
nog niet over specifieke examencriteria beschikken. De quoteringen liggen verspreid over verschillende graden. Er wordt op de academie veelvuldig gebruik gemaakt van toelatingsperiodes om leerlingen in een bepaalde graad te laten starten. Onderzoek naar en evaluatie van deze leerlingen op vlak van verschillende noodzakelijke competenties voor de lessen voordracht gebeurde tot nog toe niet systematisch. Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Binnen de klaspraktijk wordt er voldoende tijd vrijgemaakt voor de persoonlijke begeleiding van leerlingen. Een uitgebouwd leerlingvolgsysteem voor de hele academie is nog niet voor handen. Wel houden bepaalde leerkrachten een persoonlijke leerlingenfiche bij waarop hun vordering nagegaan kunnen worden.
3.1.1.11 Dans: artistieke training Voldoet De zorgvuldige planning van de leerplandoelstellingen, de vele kansen die de leerlingen krijgen om op te treden en de horizontale samenhang met het optievak zorgen ervoor dat de meeste leerlingen de leerplandoelen realiseren. Outputgegevens De leerlingenevolutie voor het vak artistieke training is gekoppeld aan de vakken Leerprestaties algemene artistieke bewegingsleer (aabl) in de lagere graad, klassieke dans in de Outcomes middelbare graad en hedendaagse dans in de hogere graad. Het leerlingenaantal Vervolgonderwijs Tevredenheid in de studierichting Dans is de laatste jaren sterk gedaald. Lerarenwissels en ziekte zijn hiervan de oorzaak. De stabiliteit is momenteel in de studierichting teruggekeerd waardoor groei weer mogelijk is. De doorstroomcijfers zijn voorlopig niet erg gunstig. In de lagere graad (L3-L6) bereikt gemiddeld 23% het einde van de lagere graad. Het Vlaams gemiddelde ligt op 64%. Nog geen derde stroomt door naar de middelbare graad. Voor Vlaanderen is dat 75%. De meeste leerlingen halen het einde van de middelbare graad niet. De doorstroom naar de hogere graad is dan ook uiterst beperkt. Het nieuwe elan dat de studierichting dans heeft gevonden, zal hopelijk bovenstaande cijfers doen keren. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
In de dansafdeling heeft men er duidelijk voor geopteerd om de lessen artistieke training met choreografie in te vullen. Daarnaast is er ook aandacht voor andere dansstijlen, meer specifiek jazzdans. Alle leerplandoelstellingen worden systematisch gepland in duidelijke en overzichtelijke jaarplannen. In een aantal gevallen zijn de jaarplannen echter te summier. Deze planning geeft aan dat doorheen het jaar alle leerplandoelstellingen aan bod komen. Er is aandacht voor de horizontale samenhang tussen artistieke training en het optievak, zijnde aabl, klassieke en hedendaagse dans. Ook tijdens de bijgewoonde lessen wordt er in voldoende mate verwezen naar deze vakken. De danstechniek is bij de opwarming het uitgangspunt en wordt ook verder getraind en ontwikkeld. De meeste lessen gaan naar het instuderen van choreografieën. De leerlingen krijgen verschillende choreografieën. Het aanleren ervan gebeurt in een behoorlijk tempo. Het bewegingsgeheugen wordt sterk getraind. Jaarlijks zijn er drie momenten waarop verschillende klassen voor het publiek kunnen optreden. De doelstellingen i.v.m. inleving, expressie, beleving en podiumprésence komen hierdoor veel aan bod. In de planning is er te weinig aandacht voor improvisatie. De choreografieën worden door de docenten gemaakt, de inbreng van de leerlingen is voorlopig eerder beperkt.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
21
De choreografieën sluiten goed aan bij de leefwereld van de leerlingen, wat de inleving verhoogt. Er is aandacht voor afwerking van bewegingen, synchronisatie van bewegingen in groep en de ruimtelijkheid van de choreografie. Daarnaast is het dansplezier en het dansen voor een publiek belangrijk. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
De dansafdeling beschikt over een goede geluidsinstallatie. In het lokaal zijn er kasten voorzien voor de verschillende attributen die in choreografieën gebruikt worden. De muziekkeuze is stilistisch zeer gevarieerd. Gaande van pop tot klassiek, van musical tot een ballade, de leerlingen komen met verschillende muziekgenres in contact. De muziekkeuze is aangepast aan de leeftijd van de leerlingen en aangepast aan de choreografie.
Infrastructuur
De huidige danszaal voldoet niet aan de normen, zoals gesteld in het ministerieel besluit. De vier palen in de zaal beperken het dansoppervlak. Voor de leerlingen is het heel moeilijk om de ruimtelijke figuren die in de choreografie voorkomen, in voldoende mate uit te voeren. Leerlingen moeten hun bewegingen aanpassen om niet tegen de palen te lopen.
Evaluatiepraktijk
Conform de regelgeving zijn er twee schriftelijke evaluaties. Er zijn duidelijk omschreven criteria die aansluiten bij de leerplandoelstellingen. Daarnaast zijn er criteria die vanuit het optievak geïntegreerd zijn, wat de horizontale samenhang bevordert. Tot slot is er ook aandacht voor attitude zoals inzet, samenwerking, respect en orde. De idee leeft om ook voor artistieke training een examen te voorzien. Hoewel het volgens de regelgeving niet hoeft, kan het examen perfect aansluiten bij de huidige grondige evaluatie.
Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Tijdens het aanleren van choreografieën wordt er voldoende tijd vrijgemaakt om in te gaan op specifieke problemen bij de uitvoering van bewegingen. De leerlingen krijgen de kans om de bewegingen in te oefenen, vragen hierover te stellen en zichzelf te verbeteren. Er heerst een gezonde discipline in de les. Voor meer getalenteerde leerlingen werd een extra uur artistieke training voorzien, met een apart jaarplan, om aan hun behoeften tegemoet te komen. Deze choreografieën zijn moeilijker en tegelijk uitdagender.
Deskundigheidsbevordering
Het lerarenteam volgt vooral nascholingssessies, die sterk praktijkgericht zijn en onmiddellijk toepasbaar zijn in de lessen. De vakvergaderingen beperken zich tot het maken afspraken inzake organisatie van de studierichting, de optredens met daaraan verbonden de afspraken voor de kostuums. Meer didactisch-pedagogische thema’s komen niet aan bod. Inbreuk(en) op Het lokaal, de Sablonzaal, voldoet onvoldoende aan de vooropgestelde normen. regelgeving 16/05/1999 - Ministerieel besluit tot bepaling van de voorwaarden voor de aanvraag van een programmatie in het deeltijds kunstonderwijs en de behandeling ervan, de voorwaarden voor de melding van een structuurwijziging in het bestaande studieaanbod in het deeltijds kunstonderwijs en de infrastructuurvereisten voor de studierichting dans in het deeltijds kunstonderwijs, hoofdstuk V, art. 17
Verspreiding van expertise Nascholingen
22 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
3.1.1.12 Dans: dansinitiatie Voldoet Vanuit het vakconcept waarin dansplezier centraal staat, komen alle leerplandoelstellingen voldoende aan bod. Het aanspreken van de fantasie, het gebruik van beeldspraak en de geduldige begeleiding in het leerproces staan garant voor het realiseren van deze doelstellingen. Outputgegevens De instroom van leerlingen in L1 en L2 dansinitiatie varieert doorheen de jaren. Leerprestaties Een constante in leerlingenaantal is niet terug te vinden. De dansinitiatie wordt Outcomes als graadklas georganiseerd. Op het moment van de doorlichting waren er twee Vervolgonderwijs Tevredenheid klassen van 13 en14 leerlingen georganiseerd. De doorstroom naar L3 was in het verleden beperkt tot 40%, het Vlaams gemiddelde zit op 67%. De laatste drie jaar is er een duidelijke stijging merkbaar, met een gemiddelde over de drie jaar van 65%. Hopelijk kan de dansafdeling op dit elan verder. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
Het jaarplan geeft een goed overzicht van alle elementen uit het leerplan waarbij dansplezier, het vakconcept van dansinitiatie, centraal staat. Alle leerplandoelstellingen zijn zorgvuldig gepland. De visie over dansinitiatie is ook op genomen in het artistiek pedagogische project en beantwoordt aan de doelstellingen van het leerplan. De planning en de lessen tonen een goed evenwicht tussen bewegingsexploratie en de psychomotorische ontwikkeling door middel van specifieke oefeningen om lichaam-, tijd-, en ruimteperceptie te ontwikkelen. Tijdens bijgewoonde lesmomenten wordt meermaals de fantasie van de leerlingen aangesproken. De leerlingen zoeken zelf oplossingen voor de opdrachten en gaan op zoek naar eigen bewegingen en beleving. Ze worden hierin begeleid en uitgedaagd om hun grenzen te verleggen. De muziekkeuze ondersteunt zeer goed deze zoektocht. De leerlingen slagen erin oefeningen en bewegingen te onthouden. Het bewegingsgeheugen wordt vanaf jonge leeftijd aangesproken. De muziekkeuze is aangepast aan de leeftijd en de leefwereld van deze jonge kinderen. De leerlingen zingen uit volle borst de sinterklaasliedjes en gaan helemaal mee in de opdrachten. Attributen zorgen ervoor dat de leerlingen de oefeningen beter kunnen uitvoeren. Zo gebruikten ze sjaaltjes voor de isolatieoefeningen. Ter ondersteuning van de muzikale en ritmische ontwikkeling wordt de tamboerijn gebruikt. Er zijn voldoende kasten in het lokaal aanwezig voor het opbergen van materiaal. De leerlingen krijgen drie schriftelijke evaluaties per jaar. De criteria zijn in vraagvorm geformuleerd en de quotering gebeurt met smileys. De criteria zijn deels gericht op attitude (inzet en discipline) en deels op de leerplandoelstellingen. Er is ruimte voorzien voor persoonlijke commentaar. Het geheel oogt zeer kindvriendelijk. Aangezien het in de les dansinitiatie vooral gaat om bewegingsexploratie en er maar beperkt technisch gewerkt wordt, zijn er weinig fysieke verbeteringen. Door de veelvuldige vraagstelling en het gebruik van beeldspraak krijgen de leerlingen heel wat aanwijzingen om de bewegingen beter of anders uit te voeren. De leerlingen krijgen veel appreciatie en positieve feedback wat hen uitdaagt om het beste van zichzelf te geven.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
23
3.1.1.13 Dans: klassieke dans Voldoet niet De instroom op leeftijd, ongeacht het beheersingsniveau van de danstechniek, zorgt ervoor dat de meeste leerplandoelstellingen niet aan bod komen. Elementaire danstechniek is nog niet verworven waardoor de leerplandoelstellingen van de middelbare graad niet gerealiseerd worden. Outputgegevens De optie klassieke dans wordt enkel in de middelbare graad aangeboden. De Leerprestaties precieze reden hiervoor is niet duidelijk en werd door de vorige titularis beslist. Outcomes Het probleem van doorstroom van leerlingen treft vooral deze middelbare graad. Vervolgonderwijs Tevredenheid Met slechts 8% van het totale aantal leerlingen Dans t.o.v. 19% op Vlaams niveau scoort deze middelbare graad zeer laag. De instroom vanuit de lagere graad is zeer beperkt. Bovendien stromen leerlingen (zelfs zonder voorkennis) in en sluiten bij hun leeftijdsgenoten aan. Ze worden via een toelatingsperiode, die correct via een proces-verbaal verloopt, toegelaten. De evaluatiecriteria die voor de procesevaluatie gelden en het niveau van de leerling moeten bepalen, worden hier echter niet gebruikt. De doorstroom naar de hogere graad is onvoldoende, quasi nihil. De doorstroming doorheen de hele dansopleiding is een uitdaging voor het dansteam en het beleid. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren
Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd
Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek
De opgemaakte planning vertrekt vanuit de beginsituatie van de leerlingen, gecombineerd met enkele leerplandoelstellingen. De jaarplannen zijn systematisch en consequent opgebouwd. De meeste leerlingen hebben het volledige traject van de lagere graad niet doorlopen. Zij zijn op leeftijd ingestroomd, ongeacht het niveau. Hierdoor ontstaat in deze middelbare graad een zeer grote diversiteit. Het grootste gedeelte van de leerlingen bereikt nauwelijks het niveau van het einde van de lagere graad. Zij beheersen te weinig de techniek en het eindniveau ervan: goed placement, juist ‘en dehors’ gevoel, correcte strekking van voeten en knieën, juiste armposities, hoofdgebruik bij barre-oefeningen en draaien, krachtige afstoot bij sprongen. Elementaire technieken moeten nog uitgelegd worden in de middelbare graad, waar verondersteld wordt de techniek meer te integreren in dansante combinaties. Aangezien het technisch beheersingsniveau ontoereikend is, kunnen de doelstellingen van de middelbare graad in onvoldoende mate aan bod komen en moeten de doelstellingen van de lagere graad nog meermaals aangeboden worden. Leerlingen die wel het volledige traject doorlopen hebben, krijgen tijdens de les extra opdrachten bij het uitvoeren van de oefeningen. Zij kunnen bij het begin van de les en op vrijwillige basis de basisprincipes van pointes leren. Hoe dan ook wordt hun leerproces vertraagd. De middelbare graad wordt als graadklas georganiseerd. Door de grote verscheidenheid in niveau werkt dit nefast op de leerplanrealisatie. Hierdoor wordt een pedagogisch oncomfortabele situatie gecreëerd waardoor ook de onderwijstijd onder druk komt te staan. Het samenzetten van deze leerlingen werkt bovendien weinig motiverend waardoor ook nu nog leerlingen afhaken. De opsplitsing per niveau zou hier een oplossing kunnen bieden. De muziekinstallatie is degelijk. Ook de muziekkeuze is verzorgd en geeft voldoende het karakter van de bewegingen mee. Soms wordt dat karakter te weinig benadrukt tijdens de bijgewoonde lessen.
24 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
Infrastructuur
Zoals reeds gesteld in het vakverslag artistieke training voldoet de huidige danszaal niet aan de normen, zoals vastgelegd in het ministerieel besluit. De vier palen in de zaal beperken het dansoppervlak. Er zijn te weinig barren. Voor een klasgroep van acht leerlingen is er de bewegingsruimte aan de barre te beperkt. De leerplandoelstellingen die betrekking hebben op verplaatsingen en grote sprongen kunnen in deze kleine ruimte onvoldoende gerealiseerd worden. De inspectie heeft tijdens de doorlichtingsweek de nieuwe balletzaal in aanbouw bezocht. Deze voldoet volledig aan de opgelegde normen en zal een absolute vooruitgang betekenen in de ontwikkeling van de dansafdeling. Aangezien deze nieuwe zaal buiten de academie gelegen is, zal vooral de connectie met de Servaisacademie moeten bewaakt worden.
Evaluatiepraktijk
De leerlingen krijgen twee schriftelijke evaluaties per jaar. De link tussen de evaluatiecriteria en de leerplandoelstellingen is duidelijk herkenbaar. Een aantal criteria maken ook de link met het vak artistieke training herkenbaar. Er is aandacht voor evaluatie van attitude en individuele commentaar op het rapport. Op het moment van de doorlichting lag er geen examen M3 ter inzage. De puntenquoteringen van de overgangs- eindproeven liggen eerder aan de hoge kant, vooral gezien het feit dat in de bijgewoonde lessen het niveau bijzonder laag is. Men kan de vraag stellen in welke mate de jurysamenstelling voldoende deskundig is of in welke mate de leerlingen aanmoedigingspunten krijgen. De examenpraktijk zal meer op de reële situatie moeten afgestemd worden.
Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar
Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem
De graadklas met bovendien een zeer grote verscheidenheid in beheersingsniveau van de danstechniek, vraagt een groot aanpassingsvermogen van het dansteam en is tevens een grote uitdaging. In een bijgewoond lesmoment wordt elke leerling op zijn niveau verbeterd en krijgt zij extra opdrachten. Er zijn veel mondelinge en fysieke verbeteringen, die tot een verbeterde uitvoering leiden. In een ander bijgewoond lesmoment is de feedback eerder oppervlakkig en dringt niet door tot de essentie waardoor leerlingen er niet in slagen hun prestaties te verbeteren. Hoewel getalenteerde leerlingen meerdere uitdagingen krijgen, zoals extra pointes, blijft het moeilijk om hen gemotiveerd te houden. Daarnaast is het even moeilijk om leerlingen met een achterstand te motiveren om hun niveau te verhogen. De leerlingen groeperen per niveau zou hier een oplossing kunnen bieden.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
25
3.1.2 Voldoet de academie aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid en hygiëne’? De organisatie van het welzijnsbeleid scoort op omzeggens alle vlakken gunstig. Globaal preventieplan en Jaaractieplan vormen één geïntegreerd document. Er worden door het schoolbestuur voldoende middelen voorzien. De interne dienstverlening wordt verzekerd door de intercommunale Haviland. Zij verzamelen de gegevens om de kwaliteit van het welzijnsbeleid te evalueren en bij te sturen. Het personeel wordt mondeling of via mailing geïnformeerd. Er is een conceptdocument van onthaalbrochure voor nieuwe leekrachten en een intern noodplan is opgesteld. Het gebouw wordt goed onderhouden en dagelijks gepoetst. Er is een BOC/CPBW over alle niveaus heen en een afzonderlijk ABOC. Deze comités zijn reglementair samengesteld. Risicoanalyses geschieden aan de hand van preventiebezoeken met checklijsten. Er is een overeenkomst met een externe dienst, maar het laatste bezoek dateert van meer dan twee jaar terug. Een nieuw bezoek wordt gepland in maart 2014. De verschillende diensten koppelen naar mekaar terug. Op het vlak van bewoonbaarheid en veiligheid zijn de les- en andere lokalen voldoende uitgerust. Ze kunnen goed verlucht en verlicht worden. De lokalen voldoen aan de meeste comfortvoorwaarden maar in sommige lokalen stelt zich een probleem van doordringende geluidsoverlast van onderliggende en/of aanpalende ruimtes. Rond het gebouw blijkt de Martinusgang een druk voetpad dat tijdens de herfstperiode vol afgevallen bladeren ligt. Er stelt zich een probleem van slipgevaar. Omdat het een historisch geklasseerd gebouw is, blijkt er toch enig risico op valgevaar op de eerste en tweede verdieping ter hoogte van de doorgang. Deze niveauverschillen zouden kunnen weggewerkt worden met een hellend vlak. Alle keuringsverslagen worden opgevolgd en aan mogelijke inbreuken wordt gevolg gegeven, met uitzondering van de asbestinventaris. De instelling organiseert jaarlijks minstens één evacuatieoefening op basis van een uitgewerkt scenario. Deze oefeningen worden geëvalueerd. Alle nodige instructies, pictogrammen en noodverlichting betreffende evacuatie zijn aangebracht. Wat betreft het aspect hygiëne voldoet de uitrusting van het sanitair maar is er nog een werkpunt op het vlak van inrichting. Er is geen aangepast toegankelijk toilet. Het onderhoud van de sanitaire installaties voldoet. Er is altijd een gebrevetteerde hulpverlener aanwezig maar een uitbreiding naar enkele andere personeelsleden op basis van een initiatie EHBO cursus valt aan te bevelen. Gezien de overwegend positieve vaststellingen adviseert de inspectie het welzijnsbeleid in deze academie gunstig.
26 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
4
BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Deskundigheidsbevordering Doelgerichtheid Het nascholingsplan werd begin dit schooljaar opgemaakt en tijdens de doorlichtingsweek door het schepencollege goedgekeurd. De directie werkte deze visie uit. Voorlopig is deze nog niet door het lerarenkorps gekend, noch gedragen. Een behoefteanalyse die inspiratie kon bieden voor dit nascholingsplan, is er niet geweest. Reeds in de vorige doorlichting werd de suggestie gedaan een strategie te ontwikkelen met betrekking tot een systematische benadering van de nascholing. Ondersteuning Het nascholingsplan geeft duidelijk aan welke procedure moet gevolgd worden om nascholing aan te vragen. Er zijn voldoende middelen voorzien om de nascholing te organiseren en te volgen. De stad wil hier ook haar bijdrage toe leveren, indien het toegekende nascholingsbudget ontoereikend zou zijn. Bovendien draagt de stad bij in de vervoerskosten. Doeltreffendheid Slechts 13,6% van het onderwijzend personeel plant dit schooljaar een nascholingssessie. Vooral in studierichting Woord en Dans wordt meer nascholing gevolgd. Er werd echter geen strategie ontwikkeld om de gevolgde nascholingen te evalueren, te multipliceren en te implementeren. Uit het overzicht van de afgelopen drie jaar blijkt dat 42% van het korps geen nascholing heeft gevolgd noch heeft deelgenomen aan de pedagogische studiedag. Verschillende leerkrachten zijn echter wel actief in het verenigingsleven, het concertleven of in het hoger kunstonderwijs, wat in het nascholingsplan ook als nascholing wordt opgevat. Een inventarisatie van deze activiteiten ontbreekt voorlopig. Ontwikkeling Gezien er weinig tot geen inhoudelijk pedagogisch- didactische nascholingen gevolgd worden, dreigt de academie de boot te missen inzake onderwijsvernieuwingen zoals nieuwe evaluatiemethodieken, gebruik van ict als leermiddel en als hulpmiddel in onderwijs- en klasadministratie. Vakoverleg wordt te weinig als middel tot expertise-uitwisseling gebruikt. Ook hier werd nog geen strategie ontwikkeld om ontwikkelingsgericht te denken in functie van de professionalisering van leerkrachten.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
27
4.2
Evaluatiepraktijk Doelgerichtheid De academie respecteert de evaluatie-eisen in de regelgeving. Een academieeigen visie op evaluatie werd nog niet uitgewerkt. Vanuit het artistiek pedagogisch project dat door de academie werd opgesteld, is het merkwaardig dat het aspect evaluatie niet als een belangrijke en onontbeerlijke pijler aangehaald wordt binnen het pedagogisch-didactische handelen van alle actoren. Net voor de doorlichtingsweek werden een aantal evaluatiefiches herwerkt. Opvallend was het ontbreken van een gezamenlijke doelgerichtheid, vooral wat de beoordelingsinschaling en de –methodieken aangaat. Uit gesprekken blijkt dat de visie over evalueren (wat, waarom en hoe) sterk varieert en leerkrachtafhankelijk is. Zo circuleren er verschillende systemen binnen de academie die wellicht allemaal sterke elementen bevatten, maar die niet bijdragen tot een gezamenlijke, gedragen en doelgerichte visie. Ondersteuning Aangezien een gedragen visie ontbreekt en vakgroepwerking niet ingeburgerd is, wordt dit medium niet gebruikt om op een vakoverschrijdende wijze met evaluatie om te gaan. Examenprogramma’s, evaluatiecriteria, normeringen, jurysamenstellingen, feedbackgesprekken, enz…. zijn mogelijke thema’s voor de vakgroepwerking. Overleg hierover zal ongetwijfeld tot meer soliditeit en gedragenheid leiden. Binnen de academie bestaan lijsten van mogelijke kandidaten voor de examencommissies, maar leerkrachten krijgen de kans om, indien de vertrouwde leden afhaken, nieuwe mensen aan te brengen. Op concerten en voorstellingen bestaat de mogelijkheid voor de ouders om te informeren naar de prestaties en vorderingen van hun kinderen. Een georganiseerde vorm van oudercontact is er niet. Sommige ouders grijpen de kans om voor of na de les even te informeren. Doeltreffendheid Aangezien de academie op het gebied van evaluatie aan het begin van een ontwikkelingstraject staat en een gedragen visie nog niet ontwikkeld is, laat staan geïmplementeerd, zullen eerst deze voorwaarden vervuld moeten worden voor er sprake kan zijn van een doeltreffend beleid inzake evaluatie. Ontwikkeling In het huidige schoolklimaat, waar een academie zelf moet instaan voor het bewaken van haar kwaliteit, is het prioritair dat er naast een gedragen visie ook een evaluatiemethode ontwikkeld wordt die een gezamenlijke doelgerichtheid nastreeft, met oog voor de eigenheid van de drie studierichtingen en de specificiteit van elk vak.
28 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de academie levert volgende vaststellingen op. Leiderschap De directie die, zoals in het artistiek pedagogisch project te lezen staat, beschikbaar is voor leerlingen, leraars, ouders en openbare instanties, staat voorlopig alleen om de verscheidenheid aan opdrachten en de organisatie van de het artistiek onderwijs in goede banen te leiden. Hij wordt hierin ondersteund door een zeer aanwezige secretaris. Zoals in het vorige doorlichtingsverslag te lezen valt, blijft het merkwaardig dat in het directieprofiel geen melding wordt gemaakt van de directeur als evaluator. Voorlopig stopt de functioneringscyclus bij de functioneringsgesprekken. Er zijn geen klasbezoeken, er is te weinig coaching van nieuwe leerkrachten. Een dynamisch, inspirerend personeelsbeleid ontbreekt vooralsnog. Visieontwikkeling Het artistiek pedagogisch project werd voor de vorige doorlichting geschreven. Het werd als voorbereiding op deze doorlichting zeer recent lichtelijk aangepast. De vaststellingen uit het vorige doorlichtingsverslag kunnen herhaald worden. Deze visie geeft voorlopig geen aanleiding tot dialoog en overleg. De visie heeft er nog altijd niet toe geleid dat de academie zichtbaar is in de stad Halle met een duidelijk artistiek en onderwijskundig profiel. Besluitvorming Het zwaartepunt in de besluitvorming blijft bij de directie, maar wordt niet gevoed door te interfereren met en te toetsen aan andere omgevingsfactoren (zowel het hoger beleid als het onderliggend niveau). Er is geen directieteam, er zijn geen coördinatoren die participeren in het beleid. Pedagogische coördinatieuren worden in de meeste gevallen toegekend aan leraren wiens lesopdracht dreigt te vervallen door het dalende leerlingenaantal. Het functieprofiel, zoals omschreven in het artistiek pedagogisch project, wordt niet toegepast in de dagelijkse werking van de academie. Een middenkader met duidelijke taakomschrijvingen en een actieve vakgroepwerking zijn tools die de academie op termijn moet ontwikkelen om de participatiegraad en de verantwoordelijkheid/betrokkenheid van het lerarenkorps te vergroten. Deze suggestie stond reeds in het vorige doorlichtingsverslag neergeschreven. De administratie verdient alle lof om met het beperkt aantal uren de academie op administratief vlak goed te laten functioneren. Kwaliteitszorg Twee jaar geleden is de academie gestart met een zelfevaluatieproject. Hiervoor werd een coördinator aangesteld. Een beperkte groep leerkrachten werd hierbij betrokken. De resultaten van deze zelfevaluatie geven als sterke punten aan: het potentieel aan personeel, de tevredenheid van ouders en leerlingen, de inplanting van de academie. De tekorten slaan vooral op strategisch beleid, dynamisch beleid en minder vlotte communicatie. Voor dit laatste werd een stappenplan opgemaakt. De betrokkenheid van het hele korps in deze zelfevaluatie is eerder gering. Bovendien wordt vakgroepwerking niet geïntegreerd in een actieplan om de pijnpunten weg te werken. Heel wat onderwijskundige processen kunnen via vakgroepwerking verbeterd en vernieuwd worden. Ook dit is een onderdeel van kwaliteitszorg.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
29
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE ACADEMIE Wat doet de academie goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De leerplanrealisatie voor de vakken samenzang, saxofoon, harp. De doorstroming naar het verenigingsleven voor het vak saxofoon. De musiceervreugde in de samenzangklassen. De pianobegeleidingen in de samenzangklassen. De realisatie van de leerplandoelstellingen voor het vak koor jongeren. Het breed muzikaal vormingsconcept in de cursus slagwerk. De uitrusting en de accommodatie in de muziekklassen. Het realiseren van de leerplandoelstellingen voor de vakken voordracht en toneel. Het spelplezier in de toneelklassen. Het realiseren van de leerplandoelstellingen dansinitiatie en de aandacht voor dansplezier. De verschillende mogelijkheden om op te treden. De evaluatiefiche voor dans, die goed aansluit op de leerplandoelstellingen. De realisatie van de leerplandoelstellingen artistieke training en de visie daaromtrent. Het opsporen en beheersen van de tekorten van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne.
6.2
Wat kan de academie verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden Het aanbieden van koor voor volwassenen binnen een academiecontext. De aansluiting bij het verenigingsleven voor de kopers. De té krappe klasruimte voor het vak slagwerk. De coherentie tussen jaarplannen en leerplandoelstellingen in de studierichting Muziek. De doorstroom binnen de totale woordafdeling en vooral de overgang tussen de lagere en de middelbare graad. Een bewuster omspringen met toelatingsperiodes in de studierichting Woord De link tussen jaar- en leerplannen in de studierichting Woord. De verticale samenhang van de opleiding Woord. Een gelijkgerichte evaluatie en rapportering binnen de studierichting Woord. Het uitwerken van een visie en richtlijnen omtrent zij-instromers, gekoppeld aan de toelatingsperiode in de studierichting Dans. De doorstroom doorheen de hele dansopleiding. Opstarten van formeel vakinhoudelijk en onderwijskundig overleg. Het toekennen van het juiste aantal leraarsuren om het pedagogisch comfort te verhogen. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen Het uitwerken van een strategie om het nascholingsbeleid te implementeren,in opvolging van het vorig DL-verslag. De ontwikkeling van een gedragen visie op evaluatie. Vanuit een nieuwe visie: gelijkgerichtheid in evalueren en rapporteren. Kwaliteit van de jurysamenstelling in muziek en dans.
30 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
Wat betreft het algemeen beleid Het ontwerpen en implementeren van een beleidsplan op het vlak van personeelsbeleid en pedagogisch beleid, zoals reeds vermeld in het vorige DL-verslag. De ondersteuning van de directie via een beleidsteam. Functieprofiel van directie en pedagogisch coördinator in het app bijsturen en implementeren. Het concretiseren en implementeren van het artistiek pedagogisch project cfr. vorige DL-verslag. De coördinatie-opdrachten pedagogisch verantwoord invullen ten dienste van de hele academie. De zichtbaarheid van de academie in de stad verhogen. De verantwoordelijkheid en de betrokkenheid van de leerkrachten ten aanzien van de werking van de academie verhogen. Het opstarten van en de implementatie van de vakgroepwerking. De resultaten van de zelfevaluatie concretiseren en implementeren. Het uitbouwen van een schoolorganisatie vanuit een pedagogisch beleid.
6.3
Wat moet de academie verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De leerplanrealisatie voor de vakken cornet, trompet en koor. De realisatie van de leerplandoelstellingen, vooral op spreektechnisch gebied, voor het vak algemene verbale vorming. De correcte naleving van de evaluatie-/examenvereisten in avv. Het realiseren van de leerplandoelstellingen voor klassieke dans. Wat betreft de regelgeving De naleving van de evaluatie-/examenvereisten voor het vak avv. Het naleven van de normen voor dansinfrastructuur.
49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)
31
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies: GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid en hygiëne'.
BEPERKT GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen' voor muziek omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor instrument cornet,
instrument trompet, koor. voor woordkunst omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor algemene verbale vorming. voor dans omwille van het niet voldoen aan de onderwijsdoelstellingen voor klassieke dans. Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 30-11-2015 opnieuw een controle uit.
Namens het inspectieteam
Voor kennisname namens het bestuur
Hilde Quix de inspecteur-verslaggever
Dirk OTTOY de directeur
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de academie
32 49205 – dko – Stedelijke Servaisacademie voor Muziek Woord en Dans te HALLE (Schooljaar 2013-2014)