Verdrag over de rechten van het kind Een verdrag is een afspraak tussen landen. Op 20 november 1989 is in New York het Verdrag over de Rechten van het Kind gesloten. Dit Verdrag is een afspraak tussen landen. In het Verdrag staan allemaal afspraken over hoe landen met hun kinderen moeten omgaan. De Verenigde Naties (VN) hebben dit Verdrag gemaakt. De VN hebben aan alle landen (dat zijn er ongeveer 200) gevraagd hun handtekening onder het Verdrag te zetten. 193 landen hebben dat ook echt gedaan! En als een land zijn handtekening zet, moet dat land zich houden aan de afspraken in het Verdrag. Het Comité over de Rechten van het Kind let erop dat landen dat ook doen. In Nederland geldt het Verdrag al vanaf 8 maart 1995. Wat zijn je rechten eigenlijk? Het Verdrag gaat over alles waar je als kind mee te maken hebt. Het gaat over school, spelen, wonen, je ouders en je vrienden. Maar er staat ook van alles in over kindermishandeling, kinderarbeid en echtscheiding bijvoorbeeld. In het Verdrag staan 54 regels. Deze regels worden in het Verdrag artikelen genoemd. Artikel 1 t/m 40 gaan over de rechten van het kind. De andere artikelen, 41 t/m 54, gaan meer over het verdrag zelf en worden hier niet beschreven. Het Verdrag (artikelen 1 tot en met 40) Inleiding van het verdrag: Alle kinderen hebben recht op liefde en zorg. Het is helaas niet altijd vanzelfsprekend dat ze die ook krijgen. De meeste ouders zijn goede ouders. Maar er zijn ook ouders die niet goed weten hoe ze met hun kinderen moeten omgaan. Het is belangrijk dat alle kinderen worden beschermd door volwassenen. Kinderen zijn kwetsbaar. Artikel 1 Definitie van het kind Iedereen onder 18 jaar Artikel 2 Alle kinderen zijn gelijk Dat is natuurlijk niet zo. Iedereen is anders. Ze bedoelen met dit artikel dat je alle kinderen gelijk moet behandelen. Je mag niemand discrimineren, omdat hij of zij een andere kleur haar heeft. Of omdat hij of zij christen is, of moslim of, arm of rijk. Artikel 3 Belang van het kind In dit artikel staat dat je ouders bij alles wat ze doen, rekening moeten houden met jou. Als je ouders niet goed voor je kunnen zorgen, moet de overheid regelen dat iemand anders voor jou zorgt. Artikel 4 Het mogelijk maken van kinderrechten De overheid moet ervoor zorgen dat er rekening gehouden wordt met de rechten van alle kinderen. Artikel 5 Rol van de ouders Je ouders hebben een hele belangrijke taak. Ze zijn verantwoordelijk voor jou. De overheid moet ervoor zorgen dat de ouders hun kinderen goed opvoeden. Artikel 6
Recht op leven en ontwikkeling
Je hebt recht op leven en op een kans om prettig op te groeien in de samenleving. Artikel 7 Naam en nationaliteit Als je geboren wordt, heb je recht op een naam en een nationaliteit. Artikel 8 Respect voor identiteit De overheid heeft respect voor jouw naam en nationaliteit. Stel dat je ontvoerd wordt en daarna een andere naam krijgt! De overheid helpt jou dan om je eigen naam weer terug te krijgen. Artikel 9 Scheiding van het kind van de ouders Alle kinderen hebben het recht om bij hun ouders te wonen. Als je ouders gaan scheiden, mag je allebei je ouders blijven zien. Tenzij dit natuurlijk niet goed is voor jou. Artikel 10 Gezinshereniging De overheid moet ervoor zorgen dat je samen met je ouders een gezin kunt vormen. Artikel 11 Ontvoering De overheid moet ervoor zorgen dat je als kind niet ontvoerd kan worden naar een ander land. Artikel 12 De mening van een kind Als kind mag je een mening hebben over onderwerpen die op jou betrekking hebben. Artikel 13 Vrijheid van meningsuiting Je mag niet alleen een mening hebben, je hebt ook het recht om deze mening te vertellen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je zomaar iemand gaat uitschelden. Je moet altijd respect hebben voor iemand anders. Artikel 14 Vrijheid van gedachten en godsdienst Je mag je eigen gedachten en godsdienst hebben. Je ouders zijn natuurlijk wel verantwoordelijk voor je. Artikel 15 Vrijheid van vereniging Alle kinderen mogen bij elkaar komen met wie ze maar willen. Je mag je eigen vereniging oprichten als je wilt. Artikel 16 Privacy Als kind heb je recht op je privacy. Mensen mogen zich niet ongevraagd bemoeien met jouw leven, je familie, je huis en je eigen post. Artikel 17 Het recht op informatie De overheid moet ervoor zorgen dat alle kinderen informatie krijgen. Informatie over van alles wat voor jou belangrijk is. Artikel 18 Verantwoordelijkheid van de ouders Je ouders zijn verantwoordelijk voor jou. De overheid helpt je ouders daarbij. Er bestaat bijvoorbeeld kinderopvang, zodat je ouders kunnen blijven werken. Artikel 19 Bescherming tegen kindermishandeling Geen enkel kind mag worden mishandeld.
Artikel 20 Bescherming van kinderen zonder familie Wanneer je als kind niet in je eigen gezin kan leven, heb je recht op bescherming. Zo kun je bijvoorbeeld in een pleeggezin of in een kindertehuis gaan wonen. Artikel 21 Adoptie Een kind mag alleen door andere mensen geadopteerd worden als dat goed is voor het kind. Adoptie door mensen die in een ander land wonen mag alleen als dat de enige oplossing is. Artikel 22 Vluchtelingen Een vluchteling is iemand die naar een ander land vlucht, omdat hij bijvoorbeeld wordt bedreigd met vervolging of gevangenschap. Kinderen die met of zonder hun ouders vluchten, hebben recht op bescherming. De overheid moet altijd proberen om de ouders van de gevluchte kinderen op te sporen. Artikel 23 Gehandicapte kinderen Kinderen die gehandicapt zijn, hebben speciale zorg nodig. Het is belangrijk dat een kind met een handicap een zo normaal mogelijk leven kan leiden. Artikel 24 Gezondheidszorg De overheid moet er op letten dat het zo goed mogelijk gaat met de gezondheid van alle kinderen. De overheid zorgt er bijvoorbeeld voor dat er voldoende voedsel en schoon drinkwater is. Ook helpen rijke landen de armere landen om kinderen goede gezondheidszorg te geven. Artikel 25 Uithuisplaatsing Soms word je als kind uit huis geplaatst. Dan kom je te wonen bij een pleeggezin of in een tehuis voor kinderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld om je een betere verzorging te geven of om je te beschermen. Artikel 26 Sociale zekerheid De overheid geeft geld en zorg aan mensen die dat nodig hebben. Dit wordt sociale zekerheid genoemd. In Nederland is de sociale zekerheid voor kinderen meestal geregeld via de ouders. Artikel 27 Levensstandaard Als kind heb je het recht om je zo goed mogelijk te ontwikkelen. Daarom hebben ouders de taak om te zorgen voor voldoende eten, een woning en goede kleding. De overheid zorgt ervoor dat ouders dat kunnen. Artikel 28 Onderwijs Omdat onderwijs heel belangrijk is, moeten alle kinderen naar school. Ieder kind heeft recht op basisonderwijs. De overheid geeft kinderen ook informatie over de verschillende beroepen die je na school kunt kiezen. Artikel 29 Onderwijsdoelstellingen Het onderwijs dat je als kind krijgt, richt zich op: 1. De ontwikkeling van jou als kind 2. Respect voor mensenrechten 3. Vrede, vriendschap en respect voor anderen
4. 5.
Respect voor alle gebruiken van de eigen cultuur en die van andere culturen Respect voor het milieu
Artikel 30 Kinderen uit minderheidsgroeperingen Kinderen uit minderheidsgroeperingen zijn kinderen die behoren tot een etnische of godsdienstige minderheid, een taalminderheid of die behoren tot de oorspronkelijke bevolking van een land. Een kind dat hoort bij een minderheidsgroep in het land, heeft het recht om zijn/haar eigen cultuur te beleven, godsdienst te belijden of taal te gebruiken. Artikel 31 Recreatie Kinderen hebben recht op vrije tijd en het recht om te spelen. Ze moeten recreatieve dingen kunnen doen; dat zijn sport- en spelactiviteiten, maar ook bezigheden die te maken hebben met bijvoorbeeld kunst, muziek, dans en toneel. Artikel 32 Bescherming tegen kinderarbeid De overheid moet voorkomen dat andere mensen geld verdienen aan het werk van kinderen. Als kind moet je beschermd worden tegen gevaarlijk en schadelijk werk. Artikel 33 Bescherming tegen drugs De overheid moet regels en wetten maken die kinderen beschermen tegen drugs. De overheid moet er ook voor zorgen dat er op scholen informatie is over drugs. Hopelijk gebruiken steeds minder kinderen dan drugs. Artikel 34 Seksueel misbruik Je moet als kind beschermd worden tegen seksueel misbruik. Daarom moet de overheid er ook voor zorgen dat kinderen niet het slachtoffer worden van prostitutie en kinderpornografie. Artikel 35 Handel in kinderen De overheid mag het nooit laten gebeuren dat kinderen worden ontvoerd, verkocht of verhandeld. Artikel 36 Andere vormen van misbruik Je moet als kind beschermd worden tegen alle vormen van misbruik. Als je niet beschermd wordt kan dat slecht zijn voor je verdere ontwikkeling. Artikel 37 Kinderen in gevangenissen Je mag als kind niet gemarteld worden en je mag geen wrede straffen krijgen. Ook mag je niet veroordeeld worden tot de doodstraf of levenslange opsluiting in de gevangenis. Artikel 38 Kinderen in oorlogssituaties Tijdens oorlogen moeten kinderen extra goed beschermd en verzorgd worden. Als je jonger bent dan vijftien ben je te jong om in het leger te gaan. Artikel 39 Passende zorg voor slachtoffers Als je als kind ergens slachtoffer van bent, heb je recht op passende zorg. Dit geldt vooral voor kinderen die slachtoffer zijn van verwaarlozing, misbruik, slechte behandeling, bestraffing of gewapende conflicten. Artikel 40
Kinderstrafrecht
Als je de wet overtreedt, heb je als kind recht op een eerlijk proces en juridische steun. Dit geldt ook voor kinderen die verdacht worden van het overtreden van de wet.