reportage 88
8
juli/augustus december 2011 2013
De kinderen van Ruigoord
‘Wij waren gewoon
Ruigoord bestaat veertig jaar en dat wordt uitbundig gevierd. De kinderen die in het beroemdste kunstenaarsdorp van Nederland opgroeiden, zijn inmiddels volwassen. Hoe kijken zij terug op hun ‘ruige’ jeugd? tekst Cecile Elffers
V
eertig jaar wordt Ruigoord deze zomer, maar van een midlifecrisis is nog lang geen sprake. Integendeel: de kunstenaarskolonie pakt haar verjaardag groots aan. Hoewel er al meer dan tien jaar niemand meer mag wonen in het tegenwoordig door industrie omsloten dorp, is Ruigoord nog springlevend als creatieve broedplaats. Maar zoals vroeger wordt het nooit meer, daarover zijn halfbroer en halfzus Tycho en Noumi Hellinga en de zussen Andrea en Lisa Gritter het eens. Alle vier groeiden ze op in Ruigoord, toen het dorp nog was omgeven
‘Tijdens mijn puberteit had ik een periode waarin ik heel graag in een rijtjeshuis wilde wonen’
door kilometers natuur. De ouders van deze Ruigoordkinderen hebben beroepen als kunstenaar, therapeut of feng-shui-consulent. Schrijver Gerben Hellinga, de vader van Tycho en Noumi, is een van de pioniers die de kunstenaarskolonie begin jaren zeventig kraakten. Hoe ís dat nou, opgroeien in Ruigoord? Die vraag krijgen deze ‘Ruigoordkids’ zo vaak, dat hij ze collectief de keel uit hangt. Maar vanwege het aanstaande Ruigoordjubileum maken ze een uitzondering: de Uitkrant mag ze de vermaledijde vraag nog één keer stellen. De vier Ruigoordkinderen zijn zelf geen kunstenaars geworden, maar allemaal zijn ze wel creatief of sociaal
juli/augustus 2013 Momo geeft Afrikaanse dansles tijdens festival Landjuweel in 2001. De ‘herrijzenis van Ruigoord’ wordt gevierd.
anders’
betrokken bezig. Noumi (43) is yoga- en pilatesdocente, haar halfbroer Tycho (24) doet een master Social Sciences aan de UvA. Andrea (32) werd grafisch ontwerper voor Greenpeace, haar zus Lisa (30) is perspromotor bij Suburban Records en organiseert sinds vorig jaar in de kerk van Ruigoord de Nachtmis, een nacht vol stevige bandjes. De vier kijken met liefde terug op hun jeugd in het beroemde ‘hippiedorp’. Al hebben ze zich er ook tegen afgezet, zo blijkt in de loop van ons gesprek.
‘Onze ouders dachten: die kinderen geDe vraag die jullie haten: hoe was dat nou, ven zélf wel opgroeien in Ruigoord? Noumi: ‘Voor een kind was het daar geweldig. Er was een aan wat goed voor ze is. Dus prachtig natuurgebied rondom het dorp. Iedereen was vrienden met elkaar en je kon overal naar binnen lopen.’ ja... al snel hadden we Tycho: ‘Ja, alle deuren stonden altijd open. En vroeger kon je gewoon een paar kilometer eromheen verdwalen. een week niet Dus we gingen hutten bouwen en ravotten enzo. Heel gedoucht’
foto Floris Leeuwenberg
9
Ruigoord was onze speeltuin.’ Noumi: ‘Er waren ook ezels, kippen en geiten. En ik had een eigen paard. Dat is wel mijn mooiste herinnering: paardrijden op de vlakte met alle kinderen en indiaantje spelen, en met de paarden zwemmen in het meertje. En de feesten en festivals, dat was heel spannend: rondrauzen met de kids.’ Lisa: ‘We konden in bomen klimmen, schatzoeken, fikkie stoken en dan aardappels poffen. En het was heel veilig. Ruigoord was een hechte gemeenschap, maar zonder al te veel op elkaar te letten. Dan waren er nog de feesten en festivals, de buurvrouwen runden een restaurant, er waren muzikanten en uiteraard veel kunstenaars. Als jong kind zag ik alle soorten mensen: travestieten, transseksuelen, homo’s, hetero’s, oud, jong; iedereen was welkom.’ Andrea: ‘Het zou voor elk kind fantastisch zijn om op te groeien op zo’n vrije plek, met een eigen meertje en een
reportage
10
juli/augustus december 2011 2013
foto Jinny Thielsch
10
Jeugdfoto's: links Noumi Hellinga (gefotografeerd door haar moeder, kunstenares Wilna Molenaar), midden Andrea en Lisa Gritter (links op de foto) en rechts Tycho Hellinga (rechts op de foto)
enorm natuurgebied. Wij hoefden in Ruigoord nooit op te passen voor enge mannen of voorbijrazend verkeer; dat is echt een luxe als kind. Er was altijd wat te doen, er waren ook altijd kinderen buiten. In het meertje lag een auto op de bodem met algen er op. Daar zwommen we heen en dan gingen we er op staan gillen hoe vies het voelde. In de zomers verkochten we limonade aan toeristen, dan zaten we op de hoek met een kleedje. ’s Winters schaatsten we op de sloten en plassen. Maar we speelden ook gewoon met Lego. We hadden zelfs een verdwaalde Barbie.’ Tycho: ‘Soms hebben mensen een overromantisch beeld bij Ruigoord. Maar ik was ook gewoon bezig met voetballen en achter de computer zitten. Het was niet alsof ik de hele dag aan het vingerverven en yogaën was ofzo.’
Huisraad wordt binnengedragen in het huis dat Gerben Hellinga gaat bewonen (1973)
Er woonden behalve de krakers ook nog een paar van de oorspronkelijke boerenfamilies. Botste dat? Noumi: ‘De boeren waren natuurlijk blij dat het dorp gekraakt was, want anders waren ze daar zelf niet meer geweest. Maar ze vonden de krakers wel rare snuiters.’ Tycho: ‘Ik speelde gewoon met de kinderen van de boeren. hoor.’ Noumi: ‘Ja, ik ook. Maar er zijn ook wel echt ruzies geweest. Wij zwommen bijvoorbeeld allemaal naakt in het meertje. Dan belden zij de politie, want dat kon niet.’ Andrea: ‘Pas toen ik wat ouder was, werd me duidelijk dat niet alle gezinnen door kraken in Ruigoord gekomen waren. Ik weet niet of er strubbelingen waren; als dat zo was, waren de volwassenen ook echt zo volwassen om ons dat niet te laten merken.’ Wanneer merkte je dat jouw thuis anders was dan dat van andere kinderen? Lisa: ‘Sommige kinderen van de basisschool mochten niet bij ons spelen van hun ouders. Natuurlijk waren er ook veel die juist wel langs wilden komen. Ik gaf allerlei feestjes thuis, en later ook in de kerk. Fantastisch was dat. Ook was er wel een periode, tijdens mijn puberteit,
‘Wij hoefden in Ruigoord nooit op te passen voor enge mannen of voorbijrazend verkeer’
dat ik heel graag in een rijtjeshuis wilde wonen. Daar kan ik nog steeds om lachen. Maar ‘anders’? Zo heb ik het nooit echt gevoeld. Ons leven was best standaard: naar school, huiswerk maken, eten, tv kijken of een spelletje doen en dan naar bed.’ Andrea: ‘Misschien zaten we niet om zes uur aan tafel, maar een stel ongeorganiseerde hippies waren we niet. Ik merkte wel dat anderen ons als ‘anders’ konden zien. Ik herinner me nog dat er in Spaarndam een fiets was gestolen en dat de eigenares in Ruigoord kwam vragen of die daar ergens stond. Idioot, heel bevooroordeeld.’ Tycho: ‘Ik merkte het voor het eerst op de basisschool. Zo vanaf groep 6 kom je vaker bij je vriendjes thuis. En die wonen dan gewoon in een nieuwbouwhuis met breedbeeldtelevisie, cv en een nette tuin enzo.’ Noumi: ‘En een bankstel.’ Tycho: ‘Zo’n echt bankstel ja! Bij ons zag alles er kunstzinnig en zelfgemaakt uit, en we hadden allerlei gekke objecten in huis. Niet dat ik daar nou zoveel van vond. Wij waren gewoon een beetje anders, maar het was ook weer niet zo dat we daar erg mee gepest of geconfronteerd werden.’ Noumi: ‘Nou, wij werden op school wel gepest. Ik denk dat het ‘in mijn tijd’, in de jaren zeventig, ook wel wilder was in Ruigoord dan toen jij opgroeide, Tycho. Zo waren wij best wel vies.’
juli/augustus 2013 foto Wim Ruigrok
foto Floris Leeuwenberg
11
Vurige Tongen Dichters Festival (2012)
Wat is Ruigoord? In 1835 werd voor het eerst een huis gebouwd op ’t Ruyghe Oort, een eiland in het Houtrak. Toen het Houtrak in 1873 werd ingepolderd, was Ruigoord geen eiland meer. Er kwam een dorp voor zo’n honderd mensen uit Zeeland en West-Friesland die werden ingeschakeld als landarbeider in de polder. In 1892 kwam er een rooms-katholiek kerkje.
Tycho: ‘Echt? Wow, dat wist ik niet, haha.’ Noumi: ‘Ja, er was wel een douche, maar dat was er één die werkte op gasflessen. En het was ook een beetje de tijdgeest van de jaren zeventig, onze ouders dachten: die kinderen geven zélf wel aan wat goed voor ze is. Dus ja... al snel hadden we een week niet gedoucht. En dat leverde gepest op. Maar daar konden we wel tegen, we waren altijd met een groepje. We hadden trouwens ook vaak luizen. Die waren moeilijk uit te bannen, omdat we altijd zoveel bij elkaar waren in al die verschillende huizen. En er was toen nog maar één wasmachine in het hele dorp.’ Tycho: ‘Toen ik opgroeide had iedereen al gewoon zijn eigen wasmachine. Maar we hadden geen RTL 4, daar baalde ik wel van.’ Noumi: ‘Ik dacht altijd: als ik het huis uit ben ga ik alleen nog maar witte kadetjes kopen, en chips, en Coca-Cola – al die dingen die wij niet mochten. Maar inmiddels ben ik net als mijn ouders: ik eet alleen maar brood van de natuurwinkel, haha.’ Hoe was het om na je schooltijd Ruigoord te verlaten? Lisa: ‘In Ruigoord opgroeien was prachtig, maar ik wilde op een gegeven moment niets liever dan in de stad wonen. Toen ik op kamers ging in Haarlem, liep ik drie
In 1968 besloot de gemeente Amsterdam dat Ruigoord plaats moest maken voor industrie. Een aantal bewoners, onder wie de pastoor, verzette zich. Eind 1972 werd Ruigoord ontdekt door Amsterdamse kunstenaars en gekraakt. De kunstenaars, onder leiding van schrijver Gerben Hellinga en dichter Hans Plomp, voorkwamen op 24 juli 1973 dat slopers Ruigoord kwamen afbreken. De sloopvergunning werd voorlopig ingetrokken. Vanwege de oliecrisis waren de plannen voor nieuwe petrochemische industrie toch al van de baan. Het bloeiende kunstenaarsdorp oefende in de jaren daarna een aantrekkingskracht uit op beroemde provo’s, zoals Simon Vinkenoog. Acteur Daniël Boissevain groeide ook op in Ruigoord.
‘Soms hebben mensen een overromantisch beeld bij Ruigoord. Maar het was niet alsof ik de hele dag aan het vingerverven was ofzo’.
Eind jaren negentig besloot de gemeente Amsterdam dat Ruigoord toch weg moest, om de Afrikahaven te laten verrijzen. De actiegroep GroenFront! stichtte in het gebied een actiekamp. Bomen werden bezet met hutten en er werden tunneltjes gegraven. Dit kamp onder de naam Vrijstaat Groenoord werd ontruimd door de ME. Terwijl het eerst de bedoeling was vrijwel heel Ruigoord af te breken, werd in 2000 besloten de plangrens rond het dorp ruimer te trekken. Het dorp Ruigoord bleef bestaan, maar er mocht niet meer worden gewoond. De huizen werden ateliers. Het dorp leeft sindsdien voort als creatieve broedplaats. Er zijn cursussen en evenementen, zoals poëziefestival Vurige Tongen, goatrancefestival Solstice, open ateliers, bandjesnacht de Nachtmis en het jaarlijkse multidisciplinaire festival Landjuweel.
reportage
12
juli/augustus december 2011 2013
foto Floris Leeuwenberg
foto Floris Leeuwenberg
12
'Witte Aap' keert zijn kont naar de ME tijdens de ontruiming van Groenoord
keer per dag naar de supermarkt – omdat die zo lekker dichtbij was.’ Andrea: ‘Ik wilde ook naar de stad. Ik weet nog dat ik op mezelf ging wonen in Amsterdam en opeens zoveel tv-zenders had; wij hadden alleen Nederland 1, 2 en 3 gehad. Wat een deceptie toen bleek dat op al die andere zenders eigenlijk de hele dag shit werd uitgezonden...’ Tycho: ‘We werden in Ruigoord vrijgelaten, en dat was heel prettig, maar ik denk dat daardoor ook veel van ons een soort structuur missen die je nodig hebt om in de ‘echte’ wereld te functioneren. De wereld werd in Ruigoord benaderd als een speeltuin. Vervolgens kom je in ‘de normale wereld’ en ja: daar word je gewoon niet geacht om de hele dag een beetje lol te maken. Ik heb dat eerlijk gezegd wel even moeten leren.’ Noumi: ‘School werd in mijn jeugd een beetje gezien als een noodzakelijk kwaad. We gingen wel, maar in de winter waren we vaak op reis; naar Marokko bijvoorbeeld. Reizen, dáár word je pas wijs van, was het idee. Daardoor bleef ik zitten. Mijn ouders wilden dat ik mezelf ontplooide en stuurden me na de lagere school naar de IVKO: een school die net zo vrij was als Ruigoord. Sommige kinderen kunnen dat misschien aan, maar ik had zelf niet de discipline om me daar echt ergens toe te zetten. Pas toen ik zelf moeder werd en een bedrijf kreeg, kwam er eindelijk structuur in mijn leven.’
Paddenstoelenkunst tijdens een Landjuweelfestival
‘De wereld werd in Ruigoord benaderd als een speeltuin’
Festival
Boek
Van 24 t/m 28 juli is de 25ste editie van Ruigoords beroemdste festival: Landjuweel. Er zijn muzikanten, kunstenaars en theatergezelschappen van onder andere Boom Festival (Portugal) en Christiania (Denemarken). Ieder jaar trekt het evenement duizenden bezoekers, die op de camping kunnen overnachten.
Oud-bewoner en professioneel fotograaf Floris Leeuwenberg heeft samen met andere Ruigoorders 900 foto’s uitgekozen voor het boek Vrijhaven Ruigoord. De teksten komen van Ruigoord-vetera-
Hoe zien jullie de toekomst van Ruigoord? Tycho: ‘Aan de ene kant wil ik niet dat het ooit verdwijnt, aan de andere kant zie ik dat het niet echt meer de ruimte biedt van vroeger. Misschien moet het stokje wel worden overgenomen door een plek die wel die ruimte heeft. Al kan ik me nauwelijks voorstellen dat zoiets nog kan bestaan in Amsterdam...’ Noumi: ‘Het heeft ook wel weer iets, hoe Ruigoord nu is. Het is eromheen nu héél lelijk: havenindustrie en betonnen blokken. En dan ineens rij je dat dorp in, een groene oase met kunstwerken en gedichten op de muren. Dat contrast is heel bijzonder.’ Tycho: ‘Het Asterix & Obelix-gehalte is wel omhoog gegaan inderdaad.’ Andrea: ‘Ik hoop dat het mag blijven bestaan, ik vind het leuk om af en toe terug te komen. Sowieso als mijn vader exposeert tijdens de open ateliers in september, en als Lisa haar Nachtmis geeft. Soms verzucht ik dat we maar weer eens een vrijplaats moeten oprichten. Met z’n allen een kasteel kopen in Frankrijk ofzo.’ Lisa: ‘Ik zie een hele mooie toekomst voor Ruigoord, zolang het bewaard blijft. Ik zou ook graag zelf in het bestuur van Ruigoord zitten. Zij kunnen veel aan mij hebben, maar ik kan ook echt veel van hen leren. Die Ruigoord-feesten, daar kan de gemiddelde Ziggo Domeproductie nog een puntje aan zuigen!’
nen. Burgemeester Eberhard van der Laan schreef het voorwoord.
Symposium Op 23 en 24 juli is het Derde Futurologisch Symposium. Hier wordt het belang van vrijplaatsen besproken door representanten van vrijhavens uit Europa, Noord-Amerika, Rusland en Azië. Vrijplaats Christiania
uit Kopenhagen opent tijdens dit symposium een ambassade in Ruigoord.
Sculptuur Op maandag 22 juli wordt Het OOG van Ruigoord onthuld: een tijdelijke landschapsculptuur van circa 100 bij 250 meter, ontworpen door Bruno Doedens.