Vastgesteld Verslag Nationaal Beraad 9-12-2014 Aanwezig: Bas Eenhoorn (Digicommissaris, voorzitter), Hans van der Stelt (directeur Bureau Digicommissaris, secretaris), Roger van Lier (programmamanager financiën Digibureau), Nicole Stolk (pSG V&J), Bernard ter Haar (DG SZW), Hanneke Schuiling (DG Fin), Bertholt Leeftink (DG EZ), Gert-Jan Buitendijk (DG BZK), Peter Heij (DG I&M), Marjan Hammersma (DG OCW), Hans Blokpoel (Manifestgroep/BD), Nina Huygen (Klein Lef/Schadefonds), Gerard Beukema (directeur IPO), Albert Vermuë (UvW) en Dorien van den Berg (senior adviseur Bureau Digicommissaris /verslag) Afwezig: Ronald Barendse (Manifestgroep/SVB), Kees Jan de Vet (Directieraad VNG), Robert de Groot (DG BZ), Arend Jan de Waard (Def), André van der Zande (DG VWS)
1.
Opening en mededelingen
De voorzitter heet iedereen welkom. Bernard ter Haar zal voortaan het ministerie van SZW vertegenwoordigen (in plaats van Irene Nijboer). Verder zijn er enkele afmeldingen gekomen. VNG heeft aangegeven zowel bestuurlijk als ambtelijk moeite te hebben met de dinsdag als vergaderdag. Wat betreft de Ministeriële Commissie is inmiddels gebleken dat deze niet op een andere dag kan plaatsvinden. Het volgende Nationaal Beraad blijft gepland op 10 februari 2015. Naar de overige data zal de secretaris naar alternatieven kijken. De overige punten die de VNG heeft ingebracht, worden betrokken in de discussie en verdere uitwerking van het digiprogramma. De Digicommissaris koppelt terug over de Ministeriële Commissie van 2 december. Normaal wordt deze vooraf gegaan door een Nationaal Beraad, maar dat was deze eerste keer niet mogelijk. Er is een persoonlijke notitie ingebracht over de bevindingen van de Digicommissaris in de eerste 100 dagen. De Digicommissaris heeft daar drie zaken aangekaart: 1) dat de financiën niet structureel zijn geregeld, 2) dat ieder op eigen wijze zaken oppakt, maar daarbij ontbreken sturing en samenhang en 3) dat er geen helder programma is waarbij de digitale overheid wordt verbonden aan de samenleving. Deze drieslag werd herkend door de leden van de Ministeriële Commissie. Er werd betrokkenheid getoond. Wel moet steeds worden benadrukt dat de informatieverwerkende overheid “chefsache” is. Informatieverwerking is core business voor de overheid geworden. De Minister-President was zelf afwezig, evenals minister Blok, maar beiden hebben persoonlijk na de vergadering richting de Digicommissaris het belang van dit onderwerp onderstreept. Ook stond het eID-dossier op de agenda, ingebracht door de minister van BZK. Gert Jan Buitendijk licht toe dat besloten is dat verder wordt gegaan met het stelsel eID, waarin naast (pilots met) private middelen ook wordt ingezet op de ontwikkeling van een publiek middel. Hiervoor is wetgeving en een business case nodig. Eén van de pilots met private middelen is de pilot met bancaire middelen, die de Belastingdienst met de banken verkent. De Tweede Kamer wordt eerdaags per brief over deze voorgenomen stappen geïnformeerd. Ook staat er een gesprek gepland tussen Ministers Blok en Plasterk met de VVD fractie en zal er een technische briefing aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het eID-stelsel is onderdeel van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) en zal in de governance van de GDI worden verankerd. Met het oog op het proces van de Voorjaarsnota zal de volgende Ministeriële Commissie 2 weken worden vervroegd en op 3 maart 2015 plaatsvinden. De Digicommissaris geeft daarbij aan dat na besluitvorming in de Ministeriële Commissie goede afstemming zal moeten worden georganiseerd met – met name- de decentrale overheden over de inhoudelijke en financiële doorvertaling en de voorstellen die daarover door VNG, IPO en UVW aan de respectievelijke ledenvergaderingen worden gedaan. Afgesproken wordt dat het Bureau Digicommissaris dit met hen afstemt. Ten aanzien van de financiering 2014 van mijnoverheid.nl/berichtenbox burgers is op dit moment nog geen nieuws te melden; het gesprek is nog gaande.
Digicommissaris
1
Vastgesteld Verslag Nationaal Beraad 9-12-2014 Nina Huygen geeft aan dat ze mogelijk op de agenda van het volgende Nationaal Beraad, 10 februari 2015, een voorstel vanuit SGO9 over de digitalisering van kleine uitvoeringsorganisaties wil agenderen. Tevens zal zij dan voor het laatst deelnemen aan het Nationaal Beraad vanwege haar vertrek naar Bonaire. Pim Molenaar zal haar plaats overnemen.
2.
Verslag
Albert Vermuë vraagt of de passage in het verslag waar staat dat ‘het een mogelijk optie is dat er een overleg wordt georganiseerd tussen de decentrale overheden en de minister van BZK ten aanzien van de Ministeriële Commissie’, moet worden gelezen als: deze optie bestaat indien dat gewenst is? Dat is inderdaad zo bedoeld. Indien in het Nationaal Beraad blijkt dat de decentrale overheden tot de conclusie komen dat hun standpunten niet zonder meer via de VNG in de Ministeriële Commissie kunnen worden ingebracht, dan zal een overleg tussen de minister van BZK en de decentrale overheden worden georganiseerd, voorafgaand aan de Ministeriële Commissie. Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld.
3.
Digiprogramma
In het Nationaal Beraad van 30 september is de aanpak van het Digiprogramma besproken. Daar is de behoefte geuit om concreet te formuleren, wat de ambities voor de komende twee jaar zijn. Dit is als eerste uitwerking van het Digiprogramma opgepakt. Er zijn 2 workshops georganiseerd waarvoor vertegenwoordigers van alle leden van het Nationaal Beraad zijn uitgenodigd. De uitkomsten zijn opgenomen in de voorliggende notitie. Er wordt een rondje gemaakt langs alle leden. De volgende punten komen daarbij naar voren:
•
• • •
•
• • • •
•
In algemene zin worden de ambities herkend en gedeeld. Het zijn geen zaken waar je op tegen kunt zijn. Wel is er behoefte aan aanscherping en prioritering. De omvang van de ambities is groot en mogelijk te groot. Breng focus aan. Wees kritisch en selectief en redeneer bij het prioriteren vanuit inwoners en bedrijven. Pas ook op dat de Digicommissaris niet te veel oppakt, digivaardigheid is belangrijk, maar de Digicommissaris zou moeten aanjagen dat digivaardige burgers en bedrijven ook echt digitaal bij de overheid terecht kunnen, niet op het digivaardig maken. De samenhang moet scherper in beeld worden gebracht tussen de ambities. Ook zijn de ambities her en der ongelijksoortig (zo lopen ‘doel en middel’ wat door elkaar). Dit vraagt om nog een slag. Ook wordt aangegeven dat een ‘wenkend perspectief’ mist. Wat hebben we straks staan in 2017, waar merken burgers en bedrijven wat aan? Waar doen we dit voor? Zaken die in de bevindingen notitie die de Digicommissaris naar de Ministeriële Commissie worden als voorbeeld genoemd. Eigenlijk is wat nu voorligt een uitwerking van dit perspectief. Regel ook de achterkant van de keten goed, archivering is een belangrijk onderwerp dat al gelijk moet worden meegepakt. Marjan Hammersma stelt voor dit onderwerp in de regieraad gegevens te agenderen, zodat daar verder kan worden uitgezocht wat gedaan moet worden. Informatieveiligheid komt onvoldoende terug en zou expliciet moeten worden gemaakt. Met aflopen van de Taskforce Informatieveiligheid, dreigt dit weg te zakken. Het privacyvraagstuk komt onvoldoende terug. De suggestie wordt gedaan om meer te kijken naar best practices elders. Wat kunnen partijen van elkaar leren? Het belang om dit steeds te blijven koppelen aan de financiering wordt meermalen benadrukt. Maak geen lijst met ambities als je geen geld hebt en niet weet hoe het straks betaald moet gaan worden. Zorg dat degene die moet gaan betalen ook betrokken wordt bij de ambities. Maak helder wat op deze onderwerpen kan worden verwacht van de Digicommissaris, wat wordt verwacht van de leden van het Nationaal Beraad etc. Wie doet wat.
De opmerkingen zullen allemaal zo goed mogelijk worden verwerkt. De Digicommissaris geeft daarbij wel aan dat het Digiprogramma niet zijn Digiprogramma is, maar dat van het Nationaal Beraad. En dat het Nationaal Beraad regie voert op ambities, niet overneemt of zelf uitvoert.
Digicommissaris
2
Vastgesteld Verslag Nationaal Beraad 9-12-2014 4. Financieel arrangement In de financiële analyse die is verstuurd staat de analyse van de problematiek. Deze is ontstaan onder meer door keuzes die in het verleden zijn gemaakt, zoals aannames die inmiddels niet meer kloppen en financiële afspraken die niet structureel zijn gemaakt. Er wordt gewerkt langs vier sporen. Spoor 1 is het in kaart brengen van de financiële problematiek. Dit is nu redelijk in beeld, maar staat nog niet vast omdat bijvoorbeeld besluiten nog moeten worden genomen, of nader bekeken moet worden waarop de cijfers nu precies betrekking hebben (scope). Grootste tekorten zitten bij Mijnoverheid.nl, DigID en de migratie van Digipoort OTP. Spoor 2 betreft het uitwerken van scenario’s om de financiële problematiek te dekken. Daarbij zou het goed zijn om het bestaande tekort ten aanzien van de huidige GDI zo snel mogelijk meerjarig af te financieren en nieuwe ontwikkelingen, doorontwikkeling en langs een set van spelregels op te pakken. Spoor 3 betreft de spelregels die gelden bij de besluitvorming over nieuwe ambities. En spoor 4 betreft de wijzen waarop in de begroting(en) gerapporteerd zou kunnen worden over de GDI. In het Nationaal Beraad van 10 februari 2015 zal het voorstel voor het financieel arrangement op de agenda komen. Kenmerk van dit arrangement is dat voor het bestaande portfolio een knip wordt gemaakt tussen onderhoud en beheer versus doorontwikkeling en volumegroei op het bestaand portofolio. Onderhoud en beheer zal bij komende Begrotingsvoorbereiding meerjarig van oplossing worden voorzien. Voor doorontwikkeling en volumegroei zal via de governance dekking moeten worden gevonden. Daarbij is een voor iedereen heldere knip gewenst. Opgemerkt wordt dat ook moet worden gekeken naar publiek-private bekostigingsarrangementen. Uitwerking daarvan vergt tijd en zal voor 2015 nog niet gelijk tot oplossingen leiden, maar op termijn mogelijk wel. Verder wordt geadviseerd om ook naar best practices elders te kijken, zoals een ’revolving fund’ (wat V&J intern heeft ontwikkeld). Ook zou kunnen worden bekeken in hoeverre bestaande capaciteit en kwaliteit op gebied van Informatievoorziening en ICT binnen de overheid breder en –voor het geheel- efficiënter kan worden benut. Ook zou een vergelijking met het Infrastructuurfonds mogelijk handvatten kunnen bieden voor de financiering van de GDI. Verder moet worden gekeken naar een goede afbakening van het begrip ‘doorontwikkeling’ en ‘volumegroei’. Dit betekent niet altijd ‘nieuwe dingen’, maar kan ook gewoon goed beheer en onderhoud betreffen. Het Nationaal Beraad stemt in met de aanpak en ziet het financieel arrangement graag tegemoet.
5.
Proces van inrichten nieuwe governancestructuur
Er zijn voor de clusters Dienstverlening en Identiteit & Authenticatie voorbereidende regieraden geweest. Daarin hebben de deelnemers aangegeven een sterke sturende rol te zien voor de regieraden. Dit betekent wel dat de leden van de Regieraden hier met mandaat in moeten zitten. Dit leidt tot enige discussie over de rol van de Regieraden in verhouding tot het Nationaal Beraad. Het is niet helemaal helder voor iedereen waar de Regieraden over gaan en welke zaken daar aan de orde zullen komen. Ook afbeelding van de governance roept vragen op. Het Nationaal Beraad zou ook vraagstukken bij de regieraden moeten kunnen neerleggen. Als zij er dan niet uitkomen, zal het Nationaal Beraad over deze vraagstukken besluiten. Nina Huygen geeft aan dat Klein Lef graag wil deelnemen aan de Regieraad Dienstverlening. Afgesproken wordt dat in het volgend Nationaal Beraad de taakopdracht van de verschillende Regieraden wordt voorgelegd. Ook zal dan een was-wordt lijst van gremia worden voorgelegd.
Digicommissaris
3
Vastgesteld Verslag Nationaal Beraad 9-12-2014 Mede conform het schriftelijk ingebrachte verzoek van de VNG. Evenals een lijst met deelnemers per Regieraad.
6. Standaardisatie Nico Westpalm van Hoorn, voorzitter van het Forum Standaardisatie, schuift aan. Het Nationaal Beraad heeft de rol van het College Standaardisatie overgenomen. Dat houdt onder meer in het vaststellen van de (voorgestelde standaarden voor de) ‘pas toe of leg uit’-lijst. In principe zijn dit hamerstukken, omdat een heel proces al is doorlopen van consultatie en toetsing voor een standaard kan worden opgenomen. Het Nationaal Beraad heeft een vaststellende rol, maar ook een aanjagende rol als het gaat om het gebruik van standaarden. Het Nationaal Beraad stemt in met opname van CMIS (voor content en document management systemen) op de ‘pas toe of leg uit’-lijst. Verder gaat het Nationaal Beraad akkoord met het toekennen van de status “uitstekend beheerproces” aan de volgende beheerorganisaties ten aanzien van de volgende standaarden: Geonovum voor de Geo-standaarden (over geo-informatie); SIKB voor de SIKB0101 standaard (over bodeminformatie), CROW voor de VISI standaard (over bouwinformatie) en het opnemen van nieuwe versies van deze drie standaarden (Geo-standaarden, SIKB0101 en VISI) op de ‘pas toe of leg uit’-lijst. Het Nationaal Beraad neemt verder kennis van de procedure voor toetsing van kwaliteit van generieke voorzieningen. In 2014 hebben MijnOverheid en eHerkenning deze procedure al doorlopen. Ook andere voorzieningen uit de GDI zouden langs deze procedure getoetst kunnen worden op robuustheid, schaalbaarheid, kwaliteit etc. In een volgende vergadering van het Nationaal Beraad zal een voorstel worden geagendeerd met concrete voorzieningen die door het Bureau Forum Standaardisatie in procedure kunnen worden genomen.
7. Rondvraag Gert Jan Buitendijk meldt dat 1 december jongstleden het programma iNUP is afgesloten. Afgesproken is om een precieze boedelbeschrijving te maken van hetgeen nu is opgeleverd en wat nog belegd zou moeten worden. Dit zal begin 2015 worden afgerond. En vervolgens wordt bekeken welke rol de Digicommissaris hierbij kan en zal spelen.
De voorzitter dankt de deelnemers aan het Nationaal Beraad voor hun constructieve inbreng en sluit de vergadering.
Digicommissaris
4
Agenda Nationaal Beraad Digitale Overheid 20141209.01.01 9 december 2014, Lange Voorhout 13, Theo Sonneveld zaal, Den Haag, 15.00-17.00 uur
1. Opening en mededelingen Welkom door de voorzitter. Mondelinge terugkoppeling Ministeriële Commissie. Actualiteiten. Bijlage: • 20141209.01.02 Vergaderschema 2015 • 20141209.01.03 Deelnemerslijst Nationaal Beraad
2. Verslag Vaststellen van het verslag van 30 september 2014 Bijlage: • 20141209.02.01 Conceptverslag Nationaal Beraad 30 september 2014
3. Digiprogramma Visie en ambities 2017 Bijlage: • 20141209.03.01
Oplegger en Uitwerking ambities Nationaal Beraad vertrekpunt 2017
4. Financieel arrangement Presentatie van bevindingen Bijlage:
•
20141209.04.01
Oplegger en Financiële Analyse
5. Proces van inrichten nieuwe governancestructuur Toelichting op proces dat is doorlopen en afspraken die zijn gemaakt Bijlage:
•
20141209.05.01
Oplegger en Proces inrichten nieuwe governancestructuur
6. Standaardisatie Vaststellen van de standaarden Bijlage: • 20141209.06.01 Oplegger en Voorstel opname standaarden (Hamerstuk) • 20141209.06.02 Oplegger en Toetsing van generieke voorzieningen
7. Rondvraag
Digicommissaris
1
Vergaderschema 2015
20141209.01.02
Nationaal Beraad 09-12-2014 Januari 2015 13 januari 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
13 januari 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
15 januari 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
15 januari 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
1
Februari 10 februari 15.00-17.00
Nationaal Beraad
19 februari 10.00-12.00
Klankbordgroep Bedrijven
19 februari 14.00-16.00
Klankbordgroep Burgers
Maart 5 maart 9.00-10.00
Ambtelijke Commissie
17 maart 11.00-11.45
Ministeriële Commissie
31 maart 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
31 maart 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
April 2 april 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
2 april 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
Mei 18 mei 15.00-17.00
Nationaal Beraad
Juni 10 juni 10.00-11.00
Ambtelijke Commissie
23 juni 11.00-11.45
Ministeriële Commissie
Digicommissaris
Vergaderschema 2015
20141209.01.02
Nationaal Beraad 09-12-2014
Juli 2 juli 10.00-12.00 2 juli 14.00-16.00 7 juli 10.00-12.00
Klankbordgroep Bedrijven Klankbordgroep Burgers Regieraad Dienstverlening
7 juli 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
9 juli 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
9 juli 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
September 8 september 15.00-17.00
Nationaal Beraad
Oktober 1 oktober 10.00-11.00
Ambtelijke Commissie
6 oktober 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
6 oktober 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
8 oktober 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
8 oktober 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
13 oktober 11.45-11.30
Ministeriële Commissie
November 3 november 15.00-17.00 19 november 10.00-11.00
Nationaal Beraad Ambtelijke Commissie
December 1 december 11.00-11.45
Digicommissaris
Ministeriële Commissie
2
Deelnemerslijst Nationaal Beraad
20141209.01.03
Nationaal Beraad 09-12-2014 Leden
Organisatie
Bas Eenhoorn
Digicommissaris (voorzitter)
Hans van der Stelt
directeur Digibureau (secretaris)
Nicole Stolk (is langdurig afwezig, wordt vervangen door Pieter Cloo) Bernard ter Haar
pSG, ministerie van Veiligheid & Justitie
Hanneke Schuiling
DG Begrotingszaken, ministerie van Financiën
Gert Jan Buitendijk
DG Bestuur en Koninkrijksrelaties, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bertholt Leeftink
DG Bedrijfsleven en Innovatie, ministerie van Economische Zaken
Peter Heij
DG Ruimte en Water, ministerie van Infrastructuur en Milieu
André van der Zande
DG RIVM, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Robert de Groot
DG Europese Samenwerking, ministerie van Buitenlandse Zaken
Marjan Hammersma
DG Cultuur en Media, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Michiel Boots
Raadadviseur, ministerie van Algemene Zaken
Hans Blokpoel
Manifestgroep (directeur Belastingdienst)
Ronald Barendse
Manifestgroep (Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank)
Nina Huygen
Klein Lef (directeur Schadefonds)
Kees Jan de Vet
Directieraad Vereniging Nederlandse Gemeenten
Gerard Beukema
Directeur Interprovinciaal Overleg
Albert Vermuë
Directeur Unie van Waterschappen
Digicommissaris
1 DG Participatie en Inkomenswaarborg (P&I), ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Oplegger uitwerking ambities vertrekpunt 2017 20141209.03.01 Nationaal Beraad 09-12-2014
Inleiding De ambitie van het kabinet is om de digitale dienstverlening van de overheid aan burgers en bedrijven, richting 2017, aanzienlijk te versterken. Deze ambitie kan alleen worden gerealiseerd als de overheidsbrede basisinfrastructuur van Nederland wordt verstevigd en de sturing hierop wordt versterkt met een passend governance- en financieringsarrangement. Een voor alle overheden bruikbare, veilige en efficiënte Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) is daarbij cruciaal. Vraag Nationaal Beraad 30 september 2014 In het Nationaal Beraad van 30 september is de aanpak van het Digiprogramma besproken. Daar is de behoefte geuit om op twee A4tjes, SMART en concreet te formuleren, wat de ambities voor de komende twee jaar zijn. Deze ambities zijn voor het Nationaal Beraad het vertrekpunt als het gaat om regievoering. Aanpak In twee workshopsessies is, in samenspraak met alle betrokken partijen, gesproken over de integrale visie voor de GDI in relatie tot het kabinetsbeleid gericht op een digitale overheid. Ter voorbereiding op de sessies zijn diverse visiedocumenten en de beleidsdocumenten Digitaal 2017 en de Digitale agenda samengevat. Op basis van deze bronnen is een integraal overzicht van relevante thema’s opgesteld. Om elkaar goed te begrijpen en ruis te voorkomen zijn de thema’s uit de visiedocumenten aangescherpt als het gaat om terminologie en betekenis (semantiek). Dit heeft geleid tot een meer integraal en scherper beeld van de bestaande doelstellingen van de Digitale Overheid en dient als basis voor de doorontwikkeling van de GDI tot 2017. Belangrijkste constateringen De beleidsdoelstellingen worden niet bereikt als de huidige manier van werken in stand wordt gehouden. Tevens is geconstateerd dat de komende twee jaar benodigd zijn om de basis op orde te krijgen. Bijgaande notitie bevat een overzicht van zaken die de komende twee jaar gerealiseerd en geregeld moet worden, om invulling te geven aan de afgegeven beleidsdoelstellingen. Thema’s zoals Open Data, Europese wetgeving, Informatieveiligheid en niet-digivaardige burgers vallen niet direct onder de sturing op de GDI en daarmee niet onder de regiefunctie van de Digicommissaris. Deze onderwerpen raken als overkoepelende thema’s wel de GDI. Er is op dit moment geen ander gremium waar deze onderwerpen integraal worden besproken. Deze onderwerpen zullen in het Digiprogramma worden opgenomen als integrale thema’s, en daarmee tevens besproken en geadresseerd in het Nationaal Beraad. Ambities ten aanzien van gebruik en implementatie van voorzieningen verschillen vaak per overheidsorganisatie. Het is noodzakelijk om hierover met elkaar heldere afspraken te maken en deze na te leven. Organisatieoverstijgende dienstverlening (in ketens) is vaker de norm. Daardoor zijn organisaties meer van elkaar afhankelijk. Een procedurele of technische wijziging kan gevolgen hebben voor de hele keten. Tegelijkertijd kunnen organisaties ook meer voor elkaar betekenen, denk aan samenwerking op het vlak van generieke processen. De definitie van “de overheid” is niet altijd eenduidig in het kader van de scope van de GDI. De reikwijdte kan verschillen per GDI-voorziening en moet met verstand worden bepaald. De GDI is geen doel op zich maar een middel. Het gaat uiteindelijk over gerichte, vindbare, begrijpelijke, relevante en veilige dienstverlening aan burgers en bedrijven. Integrale aansturing door het Nationaal Beraad is dus noodzakelijk. Hoewel het noodzakelijk is dat er op korte termijn zaken worden gerealiseerd, dient het blikveld niet te worden verkleind tot de komende 2 jaar. Door de snelheid waarmee ontwikkelingen elkaar opvolgen, is het van belang dat alle partijen zich ook gezamenlijk gaan richten op de wereld na 2017. Dit kan worden opgevat als de volgende strategische vervolgvraag: “Hoe denkt het Nationaal Beraad dat de integrale visie na 2017 moet worden ingevuld?” Uitkomsten
Digicommissaris
1
Oplegger uitwerking ambities vertrekpunt 2017 20141209.03.01 Nationaal Beraad 09-12-2014 In de uitwerking Ambities Nationaal Beraad zijn de belangrijkste ambities, volgens de deelnemers van de workshops, opgenomen. De bevindingen vormen het vertrekpunt voor de sturing en regiefunctie van het Nationaal Beraad tot 2017. Er is geconstateerd dat integrale sturing op de invulling van randvoorwaarden, zoals bijvoorbeeld benodigde wetgeving vanuit het Nationaal Beraad, een nadrukkelijk vereiste is. De uitvoerbaarheid van de ambities is nog niet definitief vastgesteld. Nadere impact– en uitvoeringsanalyses ten aanzien van de haalbaarheid worden onder verantwoordelijkheid van de Regieraden verder uitgewerkt.
2 Gevraagd besluit De uitwerking Ambities Nationaal Beraad kan worden beschouwd als het eerste hoofdstuk van het Digiprogramma. U wordt verzocht om er mee in te stemmen dat deze uitwerking dient als uitgangspunt en kaderstelling bij het opstellen van de andere hoofdstukken van het Digiprogramma, waaronder de uitwerking van de GDI per cluster.
Digicommissaris
Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017
20141209.03.01
Nationaal Beraad 09-12-2014
Inleiding Nederland digitaliseert in een hoog tempo. De overheid zal, wil en moet daarin mee. De ambitie van het kabinet is om de digitale dienstverlening, door de overheid aan burgers en bedrijven, richting 2017 te versterken. Hiermee koerst de overheid aan op uniforme, digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven, die voldoet aan eisen van betrouwbaarheid, veiligheid, continuïteit, privacyaspecten én bijdraagt aan regeldrukvermindering en economische groei.
Huidige beleidsdoelstellingen Kabinet •
•
• •
De wereld verandert en digitaliseert. Om goed contact te houden met, en aan te kunnen sluiten op, behoeftes van burgers, bedrijven en instellingen, moet de overheid daarin meegaan. o De overheid biedt gerichte, vindbare, begrijpbare, veilige en relevante dienstverlening. o De informatiepositie van de burger/bedrijf is veranderd en daarmee de verhouding binnen en tussen overheid en burgers en bedrijven; van een eOverheid naar een iOverheid. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving; o Meer zelfredzaamheid van burgers en bedrijven; o De overheid schept randvoorwaarden en biedt voldoende functionaliteiten; o Samenhangende en organisatieoverstijgende overheidsdienstverlening is nodig. Terugdringen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers en bedrijven, wat tegelijkertijd bijdraagt aan efficiencydoelstellingen van overheidsdienstverleners. Verbeteren van de economische potentie van de digitale infrastructuur en dienstverlening, hetgeen een positief effect heeft op het Nederlandse verdienvermogen en de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven.
Voor het bereiken van deze beleidsdoelstellingen is een actuele, stabiele en een beheersbare, robuuste GDI een vereiste. Aangezien die onmisbaar is voor de continuïteit, borging en doorontwikkeling van de overheidsdienstverlening. De bovenstaande beleidsdoelstellingen worden niet bereikt als we door blijven gaan op de huidige manier. In de workshops is geconstateerd dat de komende twee jaar benodigd zijn om de basis op orde te krijgen. Onderstaand volgt het overzicht van de resultaten die de komende twee jaar operationeel bereikt en geregeld moeten worden om invulling te geven aan de beleidsdoelstellingen van het kabinet.
Resultaten Een sluitende, structurele financiering voor de GDI Ambitie • Een structurele financiering voor het geheel van de GDI-voorzieningen is vanaf 2015 geregeld. Een werkende governancestructuur Ambitie • De governancestructuur voor het geheel van de GDI is geregeld in adequate, werkende overlegvormen; • Duidelijkheid over taken, rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen;
Digicommissaris
1
Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017
20141209.03.01
Nationaal Beraad 09-12-2014 Veilige en betrouwbare toegang tot de dienstverlening (authenticatie, identificatie en autorisatie). Deze ambitie heeft de hoogste prioriteit. Ambitie(s) De vormgeving van het eID-Stelsel met in ieder geval een publiek middel en private middelen voor burgers, en een veilige en eenvoudige toegang tot de digitale dienstverlening, is de belangrijkste ambitie voor de komende twee jaar. Dit is voorwaardelijk om te voldoen aan de doelstelling van het kabinet.
2 Uitleg a. Voorkomt Single point of failure; b. Voldoet aan de hogere eisen voor identificatie en authenticatie (informatieveiligheid) en draagt bij aan gemak voor burgers en bedrijven; c. Wordt vormgegeven via een publiek/privaat stelsel; d. Is noodzakelijk en dus randvoorwaardelijk voor verdere digitalisering van processen en dienstverlening. Verhoging gebruik voorzieningen Ambitie(s) • In het kader van de efficiencydoelstelling (en financiële baten) zijn meer aansluitingen op de berichtenboxen voor burgers en bedrijven nodig. Toename van het gebruik is randvoorwaardelijk voor het behalen van deze doelstelling. De afspraken die hierover zijn gemaakt, moeten nu worden omgezet in daadkracht. • Besluitvorming over het samenvoegen/nieuwbouwen van de berichtenbox voor bedrijven met de berichtenbox voor burgers. Deze geïntegreerde berichtenbox(en) is onmisbaar voor gebruik door bijvoorbeeld de provincies en zeer wenselijk voor bijvoorbeeld de Belastingdienst. • Het verhogen van het gebruik van Digipoort, tussen (rijks)overheid en bedrijven voor specifieke processen en berichtuitwisseling, levert efficiency en lastenverlichting op voor bedrijven en overheid. • Het oplossen van belemmeringen voor ingebruikname van huidige GDI-voorzieningen is randvoorwaardelijk. Uitleg De afgelopen jaren is er volop gewerkt aan de ontwikkeling, oplevering en implementatie van diverse voorzieningen. Het is van belang dat de trajecten die zijn gestart worden afgerond. Zo dienen o.a. de voorzieningen Digilevering en Digimelding te worden afgerond, omdat deze trajecten zorgen voor de aansluiting van basisregistraties. Dit draagt indirect bij aan de kwaliteit van gegevens. Daarnaast levert aansluiting op en gebruik van de berichtenbox voor burgers en bedrijven, de resultaten op voor de (soms al ingeboekte) businesscase van de overheid. Tevens levert dit gebruikersgemak, lastenverlichting en veilige toegang tot overheidscorrespondentie op, voor burgers en bedrijven. Kwaliteitsverbetering en gebruik van gegevens uit het Stelsel van Basisregistraties Burgers en bedrijven kunnen idealiter eenmalig hun gegevens aan de overheid aanleveren die vervolgens binnen de hele overheid worden hergebruikt. Ambitie(s) • De ambitie voor de komende twee jaar is het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens in de registraties, onder meer omdat fouten in de hele overheidsketen doorwerken. Dit kan o.a. door Digimelding verder te ontwikkelen en aan te sluiten op meerdere basisregistraties en nog belangrijker daadwerkelijk terugmelden van fouten in gegevens die in de verschillende overheidsprocessen worden gebruikt en/of door bestandsvergelijking (ARK-rapport); • Het is belangrijk om technische standaarden en koppelvlakken voor gegevensuitwisseling eenduidig binnen de overheid toe te passen. Hierdoor ontstaat veiligere, meer betrouwbare en ook efficiëntere gegevensuitwisseling.
Digicommissaris
Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017
20141209.03.01
Nationaal Beraad 09-12-2014 • • •
Belangrijke aandacht gaat uit naar de problematiek van de semantiek door doorontwikkeling van de Stelselcatalogus en aanpassingen in wetgeving. Daarnaast zal de toekomstige wetgeving moeten borgen dat hergebruik binnen de overheidsorganisatie toepasbaar blijft. Uitwerken rotondemodel en “slim uitvragen” via de Regieraad Gegevens.
Uitleg • Er wordt veel te weinig gebruik gemaakt van de terugmeldfaciliteit. Om dit te verbeteren is het maken van afspraken noodzakelijk. De ambitie is om een afsprakenstelsel op te zetten. Dit draagt bij aan het onderlinge vertrouwen tussen de verschillende instanties over de juistheid van de gegevens. Dit leidt tevens tot het detecteren en oplossen van fouten binnen de verschillende (basis)registraties. • Een andere manier van gegevensuitwisseling, met knooppunten en rotondemodel, kan worden uitgewerkt met een aantal identificerende gegevens. Denk aan een mechanisme via knooppunten en het uitwisselen van identificerende nummers. Belangrijke kanttekening: het is veelal niet nodig om alle detailinformatie uit te wisselen maar juist sec. relevante informatie te gebruiken (slim uitvragen). Dit genoemde “rotondeconcept” vraagt evenals “slim uitvragen” om nadere uitwerking. Begrijpelijke en toegankelijke dienstverlening bevordert zelfredzaamheid Zelfredzame burgers en bedrijven is een doelstelling van de overheid waarbij digitale vaardigheden een belangrijke rol spelen (digitaal tenzij…). Naast niet-digitaalvaardige burgers wordt ook een groep niet digi-bureaucratievaardige burgers1 onderscheiden. Uit onderzoeken blijkt dat deze laatste groep permanent is en circa 40% van de bevolking beslaat. Ambitie(s) •
•
• •
Simpelweg begrijpelijke en toegankelijke dienstverlening bieden aan burgers en bedrijven, hiervoor is vereenvoudiging van regelgeving nodig, die dan tevens beter te automatiseren/digitaliseren is. Inzetten op aan te leren digitale vaardigheden, bijvoorbeeld door het inzetten van hulpvoorzieningen als Digisterker of het inzetten van hulp via maatschappelijke organisaties (denk aan bibliotheken). Digitale hulp verlenen door doorontwikkeling van voorzieningen zoals eMachtigen binnen het eID-stelsel, Cobrowsing en mogelijk chatfunctionaliteiten. Daadwerkelijk aandacht besteden aan niet digi-bureaucratievaardige burgers door middel van gezamenlijke hulpstructuren, zoals het organiseren van fysieke hulp. Zoals bijvoorbeeld loketten als shared-service balie inregelen, waardoor mensen met allerlei vragen ten aanzien van overheidsdienstverlening op één plek terecht kunnen.
Vraaggericht ontwerpen van digitale dienstverlening met aandacht voor behoeften burgers en bedrijven Ambitie(s) • Burgers en bedrijven beter betrekken bij beleids- en ontwerpcriteria voor digitale overheidsdienstverlening is een aandachtspunt voor de individuele organisaties. • Initiatieven voor gemeenschappelijk gebruik worden bij gemeenten en uitvoeringsorganisaties, in pilotvorm ontwikkeld vanuit burgerperspectief. Het is zeer wenselijk dat succesvolle initiatieven gestandaardiseerd en breed ingezet kunnen worden. • Deze kunnen worden opgepakt met de klankbordgroep(en) voor burgers en bedrijven. Getoetste standaarden en voorzieningen voor een doelmatige en veilige eOverheid overheidsbreed inzetten door inbreng in de governance 1
Niet bureaucratievaardige burgers zijn burgers die moeite hebben met de inhoud van de overheidsprocessen, formulieren en vragen van
de overheid.
Digicommissaris
3
Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017
20141209.03.01
Nationaal Beraad 09-12-2014
Het gebruik van open standaarden en hergebruik van voorzieningen is voor een doelmatig (o.a. eenvoudig opzetten van gegevensverkeer, voorkomen van vendor lock-in’s) en veilige digitale infrastructuur essentieel. Standaarden en voorzieningen worden op de comply-or-explain lijst toegelaten. Indien noodzakelijk wordt door Forum Standaardisatie een uitgebreide kwaliteitscheck, met expertsessies en een openbare consultatie geïnitieerd. Het Nationaal Beraad maakt adoptieafspraken over gebruik van standaarden en hergebruik van voorzieningen.
4 Ambitie(s) • Aandacht voor verbetering van het standaardisatieproces binnen de governance van de GDI met gezamenlijke aandacht voor de nog te bepalen standaardisatie. • Succesvolle initiatieven, beproefd en bewezen in de uitvoering (pilots), breder inzetten in de overheidsbrede uitvoering door standaardisatievoorstellen. Regie op gegevens door burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven de mogelijkheid bieden om zelf over hun eigen gegevens te kunnen beschikken en uit te wisselen met de overheid en private partijen. De informatiepositie en informatieveiligheid van burgers en bedrijven wordt hiermee verbeterd. Ambitie(s) • Opstellen van een publiek/privaat afsprakenstelsel op het gebied van regie op gegevens. • Waar mogelijk wordt het bouwen van voorzieningen binnen dit afsprakenstelsel overgelaten aan de markt en worden geen publieke voorzieningen gerealiseerd. Uitleg Over het onderwerp Regie over eigen gegevens is een strategische verkenning in ontwikkeling. Deze verkenning geeft inzicht in de bestaande vraagstukken hierover, onderzoekt de juridische mogelijkheden (ook gezien de verschillen tussen burgers en bedrijven), vormt het kader voor een aantal pilots en geeft scenario’s weer. Nadere uitwerking en gezamenlijke afstemming over de strategische verkenning is nodig vanwege de complexiteit van dit onderwerp en om te komen tot eenduidige, gezamenlijke beeldvorming. De strategische verkenning en vervolgactiviteiten worden binnen de governance van Regieraad Interconnectiviteit2 gebracht. Echter het onderwerp is nadrukkelijk clusteroverstijgend, vanwege de relatie met de overige clusters. Toeleiding vanuit Overheid.nl naar domeinen en/of vormgeving op basis van levenssituaties Overheid.nl is gericht op burgers, bedrijven en instanties. De informatie (content) op Overheid.nl is niet-gepersonaliseerd. Met links wordt doorverwezen naar specifieke informatie bij voorkeur in de domeinen zoals omgevingsloket en het ondernemingsplein (die veel meer zijn ingericht op specifieke situaties). Doorverwezen wordt naar zowel verdiepende, algemene informatie, als transactionele en meer specifieke dienstverlening. Niet “one door” maar “no wrong door” als wegwijzer! Ambitie • Overheid.nl zoveel mogelijk inrichten op herkenbare situaties, een indeling op life-events is daar een mogelijkheid voor. • Bij toeleiding vanuit MijnOverheid naar een MijnDomein zijn ‘single sign on’ en ‘single sign off’ zeer gewenste functionaliteiten. Verstrekken van statusinformatie en procesinformatie
2
In de Regieraad Interconnectiviteit zijn een aantal clusteroverstijgende thema’s gepositioneerd zoals b.v. standaarden
Digicommissaris
Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017
20141209.03.01
Nationaal Beraad 09-12-2014 •
• • • •
Opsplitsing in ambities naar het verstrekken van procesbeschrijvingen op hoofdlijnen aan de hand van registratiemomenten (aanvraag is ontvangen, aanvraag is in behandeling, document is verzonden, of inzicht in de voortgang van een behandeling of een echt klantvolgsysteem op basis van persoonlijke informatie). Gezien de diversiteit van processen, en de context waarbinnen processen plaatsvinden, zullen organisaties zoveel mogelijk zelf hun vorm van statusinformatie bepalen en ontsluiten. Als identieke processen, bijvoorbeeld bij gemeenten, generiek gemaakt worden en gestandaardiseerd, is het eenvoudiger om statusinformatie te verschaffen. De functionaliteit “lopende zaken” op MijnOverheid wordt door ca. 60 gemeenten gebruikt en kan door organisaties, die geen eigen MijnDomein hebben, worden ingezet. Hebben organisaties wel een eigen MijnDomein dan zal statusinformatie en/of procesinformatie daar ontsloten worden.
Ambitie Op dit moment is er nog geen gezamenlijke ambitie ten aanzien van het verstrekken van statusinformatie en procesinformatie ook over de urgentie wordt verschillend gedacht. In de Regieraad Dienstverlening zal hier een gezamenlijke beeld over moeten worden afgesproken. Transparante informatie; tweedeling op wat haalbaar is Dit thema wordt opgedeeld in: • Thema Open Data • Thema transparantie Open Data Op basis van een EU-richtlijn moet iedere organisatie voldoen! BZK is het beleidsdepartement, dat de coördinerende rol heeft op dit thema. Open data is geen ambitie in het kader van het Digiprogramma, de verantwoordelijkheid ligt bij de departementen. Een aanpalend thema die betrekking heeft op open data zoals standaardisatie behoort wel tot de scope van het Nationaal Beraad en moeten worden aangejaagd. Daarnaast is nu geen andere tafel waar overkoepelende thema’s als Open Data besproken worden. Ambitie Overkoepelende thema’s zoals Open Data kunnen indien daartoe wordt besloten door het Nationaal Beraad worden ingebracht in de Governance van de GDI. Transparantie Haalbaarheid transparantie op het gebruik van informatie en gegevens door overheidsorganisaties: • Transparantie over het gebruik van informatie en gegevens op procesniveau is haalbaar. Daarmee wordt bedoeld het transparant maken van niet-gepersonaliseerde informatie over het gebruik en doorzending daarvan. Welke gegevens gebruikt een specifieke organisatie, aan wie worden specifieke gegevens doorgeleverd, waarvoor worden gegevens gebruikt. • Transparantie over het gebruik van informatie op persoonsniveau zoals gepersonaliseerd inzicht in het uitwisselen van specifieke gegevens tussen instanties die daarin een wettelijke taak hebben, is niet realistisch. Het is in ieder geval de komende twee jaar, niet realiseerbaar om alle gebruikte individuele gegevenssets van personen te ontsluiten en transparant weer te geven. Ambitie Haalbaarheidsonderzoek op mogelijkheden binnen twee jaar via Regieraad Gegevens.
Digicommissaris
5
Financiële Analyse
20141209.04.01 Nationaal Beraad 9-12-2014
1
Aanleiding
Ten behoeve van het Nationaal Beraad van 9 december as. wordt in voorliggende nota het plan van aanpak geschetst met betrekking tot de financiën en de bevindingen / stand van zaken tot op heden. Tijdens de bijeenkomst zal aan de hand van een presentatie hier nader op worden ingegaan.
1 2
Aanpak
De Digicommissaris organiseert en regisseert de interbestuurlijke besluitvorming en versterkt de governance ten aanzien van de GDI en de financiering hiervan, met als doel een solide en toekomstbestendig digitale overheid. Om dit te realiseren is een aanpak langs 4 sporen gekozen. • Spoor1: Basis op Orde om de omvang van de financiële problematiek van de huidige GDI eenduidig helder maken. • Spoor 2: Scenario’s voor de uitwerking van een voorstel voor dekking van de financiële problematiek van de huidige GDI. • Spoor 3: Richtsnoer van heldere spelregels en de methodiek voor het toekomstige onderwerpen die worden opgenomen in het Digiprogramma. • Spoor 4: Rapportage over de wijze waarop de GDI gepresenteerd en gepositioneerd kan worden vanuit de criteria; helder-/eenduidigheid, transparantie en integraliteit. Bovengenoemde sporen worden opgepakt en uitgewerkt onder leiding van de programmamanager financiën van het bureau Digicommissaris. De gekozen werkwijze is actieve betrokkenheid en rondgang langs de ‘financiële contactpersonen’ van de betrokken partijen. Uitkomsten en resultaten van deze samenwerking worden voorgelegd in het Nationaal Beraad en vervolgens de Ministeriële Commissie in de vorm van concrete adviezen. In geval van verschil van inzichten worden deze transparant opgenomen.
3
Spoor 1: Basis op Orde
De urgentie om de financiën voor de bestaande GDI scherp in beeld te hebben wordt breed onderkend; dit betreft de incidentele kosten (programma,ontwikkeling en investering), de structurele kosten (exploitatie, onderhoud en beheer) en de kosten van doorontwikkeling en de vervanging. De kosten moeten eveneens gerelateerd zijn aan de maatschappelijke baten, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het moet volstrekt helder zijn wat de GDI burgers en bedrijven oplevert, waarom de investering wordt gedaan en welke (overheids-) partijen hier op welke wijze betrokkenheid/baat bij hebben.
3.1 Bevindingen vanuit historisch perspectief 3.1.1 Financieel •
•
Er zijn incidentele investeringen gedaan en er is geen rekening gehouden met structurele componenten zoals onderhoud, beheer en doorontwikkeling. Bij start zijn er geen afspraken gemaakt over beschikbaar van middelen in relatie tot inhoud. Het gevolg is dat het GDI dossier met structurele tekorten zit op titel van onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De baten slaan veelal neer in ander domeinen dan waar de kosten worden gemaakt. Het gevolg is een diffuus financieel kader waarin de spanning tussen kosten en baten onvoldoende ‘voelbaar’ is.
Financiële Analyse
20141209.04.01 Nationaal Beraad 9-12-2014
•
• •
•
•
•
Baten zijn niet altijd kwantificeerbaar te maken. Een goede digitale infrastructuur is een motor voor de economische groei. Daarnaast is het een voorwaarde voor een stabiele en veilige samenleving en noodzaak voor een efficiënte en goed presterende overheid. Kwantitatieve financiële baten worden en kunnen veelal niet op voorzieningniveau worden gepresenteerd. Dit blijkt ook uitvraag namens Digicommissaris. Baten op titel van bestaande GDI zijn al ingeboekt ten behoeve van realiseren huidige taakstellingen op andere terreinen. Een strakke uitvoering van de GDI-agenda is nodig omdat anders meerjarig reeds ingeboekte taakstellingen niet kunnen worden gerealiseerd. Het GDI dossier is in het verleden sterk beredeneerd vanuit de gedachten dat de kosten voor de baat gaan en op termijn terug worden verdiend. Daarmee is allereerst voorbij gegaan aan het feit dat investeringen in de GDI veelal op kwalitatieve gronden (bijv. veiligheid, klantgerichtheid, uniformiteit) en zijn gedaan. Ten tweede bieden investeringen in de GDI nieuwe toepassingsmogelijkheden waardoor baten niet optreden. Denken in termen van baten is veelal niet vanuit doelmatigheid voor betreffende overheidsorganisatie(s) maar vanuit (kwalitatieve) baten voor de maatschappij (burgers en bedrijven). De aandacht vanuit de financiële kolom voor de GDI is onderbelicht geweest. De financiële control is sterk verticaal georiënteerd geweest naar de lijnmanagers van organisaties daar waar GDI horizontaal overal ‘doorheen snijdt”. Dit gebrek aan aandacht is wellicht ook te verklaren omdat men er vanuit is gegaan dat de GDI zichzelf kan bedruipen door kosten en baten tegen elkaar weg te laten vallen.
3.1.2 Bestuurlijk De governance rondom GDI kent vele partijen en invalshoeken zonder dat helder is beschreven wie waar over gaat. De GDI zit nu als element van bedrijfsvoering weggestopt op alle beleidsterreinen en is niet expliciet zichtbaar op de begroting en wordt betrokken bij allocatie van middelen. Betrokken partijen redeneren hierdoor veelal vanuit deelbelang. Bij verschil van inzicht is er geen doorzettingsmacht en (politieke) escalatie voorzien. Bijkomend punt is dat veel zo niet alle kennis bij de betrokken partijen reeds aanwezig is maar niemand heeft of is in staat gebleken deze kennis vanuit centrale regierol te bundelen. In het verleden werden investeringen gedaan vanuit een tijdsbesef dat en perceptie van de werkelijkheid die razendsnel is veranderd. Onderdelen van de GDI zijn gebouwd aan de hand van opvattingen uit het verleden – voornamelijk gebaseerd op de belangen van de eigen organisatie. In de aansturing zijn deze achterhaalde opvattingen nog steeds springlevend.
3.2 Faalkosten De uitvoering van het primair proces bij de uitvoeringsorganisaties is gebaseerd op vergaande automatisering van processen, intensieve gegevensuitwisseling en digitalisering van de levering van diensten. Een terugkeer naar een minder geautomatiseerde uitvoering is voor veel processen niet meer mogelijk. Dit maakt de afhankelijkheid van de GDI voor de primaire processen van deze organisaties zeer groot en daarmee is het een kritische bedrijfsfactor geworden. Als bijvoorbeeld DigiD niet werkt dan kan geen gebruik worden gemaakt van maatschappelijke diensten zoals Toeslagen, Uitkeringen, Belastingaangifte, Zorgverzekering, Gemeentelijke diensten. Ook kunnen burgers en bedrijvend grootschalig hun verplichtingen niet (tijdig) nakomen en hun rechten niet uitoefenen. Specifiek als het primaire proces van de Belastingdienst niet kan functioneren betekent dit een derving van circa € 1 miljard per dag aan inkomsten voor de Staat. Als dit paar dagen aanhoudt, zal dit leiden tot schatkistproblemen.
2
Financiële Analyse
20141209.04.01 Nationaal Beraad 9-12-2014
Als de GDI faalt dan is het directe effect dat in de uitvoering ‘crash’-alternatieven moeten worden aangeboden die kostbaar zijn. Overigens zijn in ernstige omstandigheden feitelijk geen alternatieven beschikbaar. Immers dit vergt meteen duizenden kwalitatief opgeleide mensen en functioneel ingerichte huisvesting om werkzaamheden in fysieke vorm voor te zetten. Het benodigde herstel achteraf zal ook nog tot aanzienlijke kosten leiden en oninbaarheid van onterecht uitgekeerde bedragen. Ook leidt dit to imago schade en dat levert een neerwaartse spiraal op van ‘niet-investeren en nietpresteren’. Daarnaast is ten aanzien van de GDI voorzieningen in een notitie van de Manifest groep aangegeven dat investeringen in de GDI in de komende jaren en op termijn vanaf 2018 € 300-400 mln. per jaar kunnen opleveren. Deze baten zijn niet als nog te realiseren besparingen in te boeken omdat deze besparingen al zijn ingeboekt ter realisering van taakstellingen opgelegd door dit en vorige Kabinetten. Daarmee is de GDI randvoorwaardelijk voor realisatie van deze ingeboekte baten.
3.3 Financieel tekort huidige GDI Om de bestaande GDI de komende jaren ‘in de lucht te houden’, (technisch) door te ontwikkelen en partijen te kunnen aansluiten is ten opzichten van de huidige beschikbare bedragen een bedrag nodig van circa € 50 mln. in 2015 oplopend naar circa € 75 mln. Hierin zijn de kosten voor doorloop iNUP ook in meegenomen. De financiering van de basisregistraties is afzonderlijk bij de diverse bronhouders belegd wel zijn de kosten voor stelselvoorzieningen basisregistraties meegenomen. Deze bedragen zijn exclusief de kosten die gepaard gaan met eID. In het Nationaal Beraad van 9 december zullen de exacte meerjarige cijfers van het tekort voor de bestaande GDI worden gepresenteerd. Hierbij zal een uitsplitsing worden gemaakt naar tekort veroorzaakt op titel van beheer en onderhoud, technische doorontwikkeling en volumetoename. Deze cijfers zijn tot stand middels een rondgang en afstemming met de financiële contactpersonen van de betrokken partijen. De cijfers zijn uitgevraagd, getoetst en doorgesproken voordat ze zijn opgenomen in overzicht. Daarmee is ten tijde van het Nationaal Beraad de financiële situatie in kaart gebracht en spoor 1 afgerond.
3.4 Conclusie bestaande situatie Vanuit financieel perspectief kijkend naar de huidige situatie rondom de GDI is kenmerkend dat voorzieningen grotendeels incidenteel zijn gefinancierd zonder structurele dekking. Dit ook ingegeven vanuit de verwachting dat de kosten door de baten zouden kunnen worden opgevangen. In de praktijk is echter gebleken dat baten niet altijd uit te drukken zijn in euro’s en benodigde investeringen zijn gedaan vanuit andere overwegingen zoals verhoging dienstverlening, veiligheid etc. Bovendien is en worden middels de GDI investeringen taakstellingen vanuit recente Regeerakkoorden ingevuld. Landelijke uitvoeringsorganisaties en medeoverheden hebben taakstellingen/besparingen ingeboekt oplopend tot €300-400 mln. te realiseren in 2018. Dit naast de faalkosten die optreden indien primaire processen stil komen te liggen door een falende GDI. Specifiek als het primaire proces van de Belastingdienst niet kan functioneren betekent dit een derving van circa € 1 miljard per dag aan inkomsten voor de Staat. Als dit paar dagen aanhoudt, zal dit leiden tot schatkistproblemen. Om de bestaande GDI de komende jaren ‘in de lucht te houden’, (technisch) door te ontwikkelen en partijen te kunnen aansluiten is ten opzichten van de huidige beschikbare bedragen een bedrag nodig van circa € 50 mln. in 2015 oplopend naar circa € 75 mln. in 2019 De kosten voortkomend
3
Financiële Analyse
20141209.04.01 Nationaal Beraad 9-12-2014
uit eID zijn vanwege de nog lopende besluitvorming buiten beschouwing gelaten. Het beschikbaar komen van deze middelen moet mijn inziens wel in samenhang met afspraken over spelregels waaraan nieuwe investering/voorzieningen GDI moeten voldoen. Dergelijke spelregels zal ik in kader van mijn regierol voorstellen.
4
Spoor 2: Scenario’s voor de uitwerking
Nadat de meerjarige tekort reeks is vastgesteld zal deze voorzien moeten worden van dekking. Daartoe zullen een aantal scenario’s worden uitgewerkt in overleg met de betrokken partijen. Dit zal gebeuren in de maand december en januari. De uitgewerkte scenario’s zullen in het eerste Nationaal Beraad van 2015 worden voorgelegd. De insteek die bureau Digicommissaris voor ogen staat is om op ‘eenvoudige manier’ aantal scenario’s uit te werken zonder al te veel technisch en gedetailleerde terugblik naar het verleden. De dekking van de bestaande problematiek zal zich niet alleen moeten beperken tot financiering van het tekort. Van belang is ook dat nut en noodzaak van bestaande voorzieningen wordt onderschreven en ook commitment aan gebruik ervan door partijen is uitgesproken. Anders is generieke karakter er op papier wel maar in praktijk niet. Kortom de dekkingsscenario’s voor bestaande GDI moeten ook zijn voorzien van een aantal beleidsuitgangspunten. De bijeenkomsten voor de uitwerking van deze scenario’s zijn inmiddels gepland.
5
Spoor 3: Richtsnoer van heldere spelregels en de methodiek voor het toekomstige onderwerpen
Middels de voorgaande sporen 1 en 2 is de basis op orde voor het bestaande portfolio van de GDI. Voor de toekomstige ambities en nieuwe voorzieningen op het terrein van de GDI is de afspraak dat deze worden ingebracht via de governance (Regieraden, Nationaal Beraad, Ministeriële Commissie e.d.) zoals die in voorgaande Nationaal Beraad is besproken en vastgesteld. Vanuit het uitgangspunt dat inhoud en middelen op de GDI voor de toekomst bij elkaar moeten worden gehouden is het van belang om zorg te dragen dat dit ook gebeurd en hier door bureau Digicommissaris regie op kan worden gevoerd. Om deze regierol voor eenieder te duiden wordt voorgestel om voor de toekomstige voorzieningen bovenop bestaande portofolio een ‘set van spelregels/richtlijnen financiën’ te ontwikkelen waaraan nieuwe voorzieningen getoetst worden. Op basis van deze toetsing kan dan advisering plaatsvinden ten behoeve van de deelnemers in de diverse overleggen binnen de governance van de GDI. Deze financiële spelregels / richtlijnen moeten worden gezien naast vereisten die vanuit EUaanbestedingen, ordentelijk projectbeheer etc. worden gesteld. Inmiddels zijn de eerste concepten ook al uitgezet met als doel deze spelregels in de maand december en januari met betrokken partijen uit te werken en met doel deze vast te stellen in het eerste Nationaal Beraad van 2015. Overleggen hiervoor zijn reeds ingepland.
4
Financiële Analyse
20141209.04.01 Nationaal Beraad 9-12-2014
6
Spoor 4: Rapportage GDI
De huidige situatie rondom de GDI kenmerkt zich dat er geen integraal beeld is van hoeveel er binnen de GDI omgaat en waar de kosten zitten en waar de baten. Dit ook omdat de baten van de bestaande GDI zoals eerder gemeld niet aan de GDI zijn toegerekend maar zijn ingezet voor de invulling van andere taakstellingen uit diverse Regeerakkoorden. In het Besluitvormingsmemorandum van de Ministerraad van 21 februari 2014 is opgenomen: …. ‘In leder geval zal een integrale, meerjarige raming van baten en lasten van de GDI hier onderdeel van zijn.’…
Voor de toekomst zal daarmee invulling moeten worden gegeven aan de wijze waarop GDI integraal in beeld kan worden gebracht. In het Nationaal Beraad van 30 september jl. is een aantal voorstellen gedaan over de wijze waarop de GDI meer integraal te presenteren. Integraal betekent volgens bureau Digicommissaris dat er inzicht moet komen meerjarig in de kosten en de baten (voor nieuwe voorzienigen) van de GDI en dat voor alle overheidslagen (Rijk, uitvoeringsorganisaties, Provincies en Gemeenten). Tevens zal een meer integrale presentatie moeten inhouden dat de GDI een betere en herkenbare positionering gaat krijgen in de ‘politieke discussie’. In de huidige situatie is de GDI weggestopt als onderdeel binnen de bedrijfsvoering van de individuele organisaties. Streven moet zijn de GDI politiek zichtbaar te positioneren gelijkwaardig met andere politieke thema’s. Daardoor kunnen (politieke) afwegingen op hoogste niveau en vanuit integraal beeld GDI worden genomen. Expliciet opgemerkt dat rapportage en positionering GDI in begrotingsverband een discussie is die losstaat van de financiële voeding van de GDI. Duidelijkheid over deze voeding is echter randvoorwaardelijk. De uitwerking van dit spoor is in januari voorzien en zal ook meelopen bij het voorstel in te dienen bij Voorjaarsnota 2015 / Begroting 2016. Agendering zal vooraf ook plaatsvinden in Nationaal Beraad van begin 2015.
7
Agenda Financiën
Voor het eerste Nationaal Beraad van 2015 en de daaropvolgende Ministeriële Commissie zijn de volgende stukken voorzien: Presentatie financieel tekort bestaande GDI Dekkingsvoorstel bestaande GDI inclusief aantal beleidsmatige randvoorwaarden Spelregels/richtlijnen financiën GDI
-
Voorstel integrale rapportage GDI
5
Oplegger Financiële Analyse
20141209.04.01
Nationaal Beraad 09-12-2014
Aanleiding Betreft stand van zaken omtrent de financiën en een voorstel voor de vervolgaanpak. Tijdens het Nationaal Beraad zal een presentatie worden gegeven.
Vraag Nationaal Beraad 30 september 2014 In het Nationaal Beraad van 30 september is een presentatie gegeven over de financiën. In de voorliggende nota wordt dat nader geconcretiseerd middels 4 sporen.
Aanpak • • • •
Spoor1: Basis op Orde om de omvang van de financiële problematiek van de huidige GDI eenduidig helder maken. Spoor 2: Scenario’s voor de uitwerking van een voorstel voor dekking van de financiële problematiek van de huidige GDI. Spoor 3: Richtsnoer van heldere spelregels en de methodiek voor het toekomstige onderwerpen die worden opgenomen in het Digiprogramma. Spoor 4: Rapportage over de wijze waarop de GDI gepresenteerd en gepositioneerd kan worden vanuit de criteria; helder-/eenduidigheid, transparantie en integraliteit.
Bovengenoemde sporen worden opgepakt en uitgewerkt onder leiding van de programmamanager financiën van het Bureau Digicommissaris. De gekozen werkwijze is actieve betrokkenheid en rondgang langs de ‘financiële contactpersonen’ van de betrokken partijen. Uitkomsten en resultaten van deze samenwerking worden voorgelegd in het Nationaal Beraad en vervolgens de Ministeriële Commissie in de vorm van concrete adviezen. In geval van verschil van inzichten worden deze transparant opgenomen.
Belangrijkste constateringen Vanuit financieel perspectief kijkend naar de huidige situatie rondom de GDI is kenmerkend dat voorzieningen grotendeels incidenteel zijn gefinancierd zonder structurele dekking. Dit ook ingegeven vanuit de verwachting dat de kosten door de baten zouden kunnen worden opgevangen. In de praktijk is echter gebleken dat baten niet altijd uit te drukken zijn in euro’s en benodigde investeringen zijn gedaan vanuit andere overwegingen zoals verhoging dienstverlening, veiligheid etc. Bovendien is en worden middels de GDI investeringen taakstellingen vanuit recente Regeerakkoorden ingevuld. Landelijke uitvoeringsorganisaties en medeoverheden hebben taakstellingen/besparingen ingeboekt oplopend tot €300-400 mln. te realiseren in 2018. Dit naast de faalkosten die optreden indien primaire processen stil komen te liggen door een falende GDI. Specifiek als het primaire proces van de Belastingdienst niet kan functioneren betekent dit een derving van circa € 1 miljard per dag aan inkomsten voor de Staat. Als dit een paar dagen aanhoudt, zal dit leiden tot schatkistproblemen. Om de bestaande GDI de komende jaren ‘in de lucht te houden’, (technisch) door te ontwikkelen en partijen te kunnen aansluiten is ten opzichten van de huidige beschikbare bedragen een bedrag nodig van circa € 50 mln. in 2015 oplopend naar circa € 75 mln. in 2019. De kosten voortkomend uit eID zijn vanwege de nog lopende besluitvorming buiten beschouwing gelaten. Het beschikbaar komen van deze middelen moet mijn inziens wel in samenhang met afspraken
Digicommissaris
1
Oplegger Financiële Analyse
20141209.04.01
Nationaal Beraad 09-12-2014 over spelregels waaraan nieuwe investering/voorzieningen GDI moeten voldoen. Dergelijke spelregels zal ik in kader van mijn regierol voorstellen.
Gevraagd besluit Verzoek aan de leden van het Nationaal Beraad om in te stemmen met het ‘4 sporen-aanpak’.
2
Digicommissaris
Oplegger Proces inrichten governancestructuur 20141209.05.01 Nationaal Beraad 09-12-2014
Aanleiding In het Nationaal Beraad van 30 september 2014 is ingestemd met het governancevoorstel van de Digicommissaris. De nieuwe governancestructuur beoogt een efficiënte en effectieve overlegstructuur in te richten, voor adequate sturing op de GDI. Tijdens deze vergadering is verzocht om een was-wordtlijst van de gremia op het niveau van de Regieraden. Om tot een was-wordt overzicht te komen, zijn gesprekken gevoerd met verschillende voorzitters. Ook zijn er voor de clusters Identiteit & Authenticatie en Dienstverlening, eerste voorbereidende bijeenkomsten geweest. In sommige gevallen heeft dit al heel concreet tot afspraken geleid ten aanzien van het overgaan van gremia. In andere gevallen is verkend op welke termijn een gremium zou kunnen overgaan in de nieuwe structuur. In de voorbereidende Regieraden is de sterke wens uitgesproken dat het in beginsel aan de Regieraden is om samen met de huidige voorzitters te bepalen welke overleggen opgaan in de nieuwe overlegstructuren en welke uitgefaseerd kunnen worden. Als dat bepaalt is op het niveau van de Regieraden, kunnen de leden van de Regieraden ook met elkaar bepalen welke Afnemersraden noodzakelijk zijn per cluster van voorzieningen en/of één voorziening.
Gevraagd besluit van Nationaal Beraad Het Nationaal Beraad wordt gevraagd in te stemmen met het volgende proces: • Vaststellen van het voorstel ten aanzien van lijst van deelnemers aan de Regieraden (inclusief hun rol) en het vaststellen van het mandaat van de Regieraden. • Vaststellen van de voorstellen uit de Regieraden ten aanzien van de invulling van de nieuwe structuur.
Digicommissaris
1
Proces inrichten governancestructuur
20141209.05.01
Nationaal Beraad 09-12-2014
Aanleiding In het Nationaal Beraad van 30 september 2014 is ingestemd met het governancevoorstel van de Digicommissaris. De nieuwe governancestructuur beoogt een efficiënte en effectieve overlegstructuur in te richten, voor adequate sturing op de GDI. Aanleiding voor een nieuwe governancestructuur is de constatering van Rob Kuipers dat op dit moment er een wildgroei bestaat aan overleggen, waarbij vaak niet helder is wie met welke rol of mandaat waarvoor verantwoordelijk is. Om dit aan te pakken is een nieuwe governancestructuur uitgewerkt. Uiteraard is de structuur op zichzelf niet de oplossing voor het versterken van de governance. Vooral gedragsaspecten als onderling vertrouwen en het nakomen van afspraken maken immers het echte verschil. Een goede structuur met heldere mandaten en rolverdeling is wel een noodzakelijk middel. De hoeveelheid betrokken partijen bij de GDI noodzaakt tot een duidelijke rolzuiverheid en daarbij behorende verantwoordelijkheden met betrekking tot de verschillende elementen.
Deze governancestructuur kent naast de Ministeriële Commissie Digitale Overheid op het politieke niveau en het Nationaal Beraad op strategisch niveau, ook nog een aantal Regieraden en Afnemersraden. Deze sturen op de continuïteit, doorontwikkeling, innovatie en implementatie/gebruik per cluster. Deze clusters zijn: Authenticatie & Identificatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit.
Digicommissaris
1
Proces inrichten governancestructuur
20141209.05.01
Nationaal Beraad 09-12-2014
Bij de uitgangspunten bij deze governancestructuur is onder meer gesteld dat om de gewenste bestuurlijke drukte te verminderen bestaande overleggen op zullen gaan in de nieuwe overleggen binnen de governance. En dat verantwoordelijkheid nemen ook mogelijk is zonder zelf alle taken uit te voeren en alle overleggen bij te wonen. Dit betekent dat niet alle uitvoeringsorganisaties, decentrale overheden en beleidsdepartementen aan tafel hoeven te zitten, maar vertegenwoordigd kunnen worden.
2 Proces In het Nationaal Beraad van 30 september is gevraagd om een was-wordt lijst van bestaande gremia die over zullen gaan in de nieuwe structuur. De Regieraden per cluster worden op navraag bij en samen met partijen ingevuld. Om tot deze lijst te komen is met de voorzitters van een aantal belangrijke gremia gesproken. In sommige gevallen heeft dit al heel concreet tot afspraken geleid ten aanzien van het overgaan van gremia. Zoals op 30 september 2014 al door EZ is ingebracht, heeft het College Standaardisatie besloten haar taak over te dragen aan het Nationaal Beraad. En ook de Programmaraad Stelsel Basisregistraties heeft aangegeven dat zij zullen opgaan in de Regieraad Gegevens. In andere gevallen is verkend op welke termijn een gremium zou kunnen overgaan in de nieuwe structuur. Zo heeft Ank Bijleveld als voorzitter van het Beraad Ondernemingsdossier aangegeven dat dit gremium in ieder geval nog in 2015 gecontinueerd zal worden gezien de wens om in publiek-privaat verband tot versnelling van opschaling te komen en de specifieke vraagstukken die hierbij spelen, denk hierbij bijvoorbeeld aan de totstandkoming van regelhulpen en de koppeling hiervan met het Ondernemingsdossier. Maar algemene zaken rondom het Ondernemingsdossier kunnen wel al op de agenda worden gebracht van de Regieraad Dienstverlening mits de juiste partijen aan tafel zitten of vertegenwoordigd worden (bedrijfsleven en inspecties). Inmiddels zijn er voor de clusters Identiteit & Authenticatie en Dienstverlening voorbereidende Regieraden georganiseerd waarbij is gesproken over de rol en de agenda van deze Regieraden en wat dat betekent voor deelnemers en het opgaan van gremia in deze Regieraden. De deelnemers aan deze voorbereidende Regieraden hebben aangegeven graag een mandaat te krijgen van het Nationaal Beraad om te sturen en alleen daar waar men er niet uitkomt of zaken in samenhang met andere voorzieningen moeten worden gebracht, dit terug te leggen bij het Nationaal Beraad. In deze voorbereidende Regieraden is verder de sterke wens uitgesproken dat het in beginsel aan de Regieraden is om samen met de huidige voorzitters te bepalen welke overleggen opgaan in de nieuwe overlegstructuren en welke uitgefaseerd kunnen worden. Als dat bepaald is op het niveau van de Regieraden, kunnen de leden van de Regieraden ook met elkaar bepalen welke Afnemersraden noodzakelijk zijn per cluster van voorzieningen en/of één voorziening. Vervolgens is het aan de Afnemersraden om eventueel expertgroepen in te richten op operationeel niveau en/of thema’s.
Voorstel •
•
Zodra helder is welke organisatie deelneemt aan welke Regieraad en vanuit welke rol, zal dit aan het Nationaal Beraad worden voorgelegd ter vaststelling. Daarbij zal dan ook het mandaat worden vastgesteld van de Regieraden. Vanuit de Regieraden zullen voorstellen worden gedaan aan het Nationaal Beraad ten aanzien van de invulling van de nieuwe structuur.
Digicommissaris
Forum Standaardisatie
HAMERSTUK
Wilhelmina v Pruisenweg 104 2595 AN Den Haag Postbus 84011 2508 AA Den Haag www.forumstandaardisatie.nl
Nationaal Beraad Digitale Overheid Aan: Van: Datum: Betreft:
Nationaal Beraad Digitale Overheid Forum Standaardisatie 19 november 2014 Versie 1.0 opname standaarden op de ‘pas toe of leg uit’-lijst en het toekennen van de status ‘uitstekend beheerproces’.
2014-0000624184
Het Nationaal Beraad Digitale Overheid wordt gevraagd in te stemmen met: 1. Op de ‘pas toe of leg uit’-lijst nieuwe versies opnemen van standaarden voor geografische informatie (geo-standaarden) en het voor deze standaarden toekennen van de status ‘uitstekend beheerproces’; 2. Op de ‘pas toe of leg uit’-lijst een nieuwe versie opnemen van een standaard voor bodeminformatie (SIKB0101 versie 11) en het voor deze standaard toekennen van de status ‘uitstekend beheerproces’. 3. Op de ‘pas toe of leg uit’-lijst een nieuwe versie opnemen van een standaard voor bouwinformatie (VISI versie 1.4) en het voor deze standaard toekennen van de status ‘uitstekend beheerproces’. 4. De opname van een standaard voor Content- en Documentmanagementsystemen (CMIS) op de ‘pas toe of leg uit’-lijst.
Toelichting bij de pas toe of leg uit lijst over de ‘pas toe of leg uit’-lijst Het is het kabinetsbeleid dat open standaarden overheidsbreed worden gebruikt op basis van een pas toe of leg uit-regime voor concrete standaarden van een ‘pas toe of leg uit’-lijst. Het College Standaardisatie bekrachtigde de standaarden die op deze lijst worden geplaatst op advies van het Forum Standaardisatie met deskundigen uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid. Het Nationaal Beraad heeft de taak van het College Standaardisatie in oktober overgenomen. Overheden en semi-overheden zijn verplicht om de standaarden van de ‘pas toe of leg uit’-lijst te vragen bij aanschaf of (ver)bouw van ICT-systemen/-diensten (‘pas toe’). Afwijken mag alleen met zwaarwegende redenen en verantwoording hierover moet worden afgelegd in het jaarverslag ('leg uit'). ‘Pas toe of leg uit'-standaarden zijn open standaarden met overheidsbrede werking en met reeds bewezen meerwaarde, en die nog niet breed toegepast worden. Gebruik van deze standaarden verbetert de digitale communicatie (interoperabiliteit) tussen overheden onderling en tussen overheden en bedrijven en overheden en burgers. Daarnaast kunnen open standaarden door iedere leverancier worden ingebouwd,
Pagina 1 van 4
wat de leveranciersafhankelijkheid (vendor lock-in) voor overheden vermindert. Het proces voor het toetsen van standaarden is transparant en robuust op basis van expertsessies en openbare consultaties. Over de status uitstekend beheerproces Als een standaardisatieorganisatie het beheer van een standaard goed heeft geregeld, kan besloten worden dat voor het opnemen van (toekomstige) nieuwe versies van die standaard geen aanvullende toetsingsprocedure nodig is. Het beheer en versiebeheer van de standaard is dan zodanig open en structureel vormgegeven, dat erop vertrouwd kan worden dat alle mogelijke belangen die spelen rondom de standaard door de standaardisatieorganisatie correct zijn meegenomen en afgewogen. Op het moment dat een nieuwe versie van de standaard wordt aangemeld hoeft de standaard niet de volledige procedure te doorlopen. Wel voert het Bureau Forum Standaardisatie altijd een controle uit op de gevolgde procedure en zal het Forum over de nieuwe versie worden ingelicht.
Datum 5 juni 2014
Hierna worden de beslispunten toegelicht.
Ad.1 Nieuwe versies van standaarden voor geografische informatie (geostandaarden) en ‘uitstekend beheerproces’ Veel organisaties zijn betrokken bij het registreren en uitwisselen van informatie met een geografische component. Dat wil zeggen: informatie over objecten die gerelateerd zijn aan een geografische locatie. Het gaat bijvoorbeeld om kadastrale informatie en informatie over waterhuishouding. Om er voor te zorgen dat de geoinformatiehuishouding van organisaties goed op elkaar aansluit en informatie tussen domeinen kan worden uitgewisseld is een set van standaarden ontwikkeld, de Geo-standaarden. De Geo-standaarden staan al op de ‘pas toe of leg uit’-lijst. De beheerorganisatie van de standaarden is Geonovum. Na toetsing van de criteria en de doorlopen procedure1 adviseert het Forum aan het Nationaal Beraad om: 1. Twee nieuwe versie van de geo-standaarden op te nemen op de ‘pas toe of leg uit’-lijst;2 2. Geonovum voor de Geo-standaarden3 het predicaat ‘uitstekend beheerproces’ toe te kennen.
Ad.2 Nieuwe versie van een standaard voor bodeminformatie (SIKB0101) en uitstekend beheerproces SIKB0101 is een open standaard die het mogelijk maakt om op een eenduidige wijze gegevens over de (milieu)kwaliteit van de bodem uit te wisselen binnen de keten van het bodembeheer. Schadelijke gevolgen door bodemvervuiling voor de volksgezondheid en het milieu kunnen hierdoor worden vastgesteld en voorkomen. Versie 10 staat op de ‘pas toe of leg uit’-lijst en met het verschijnen van versie 11 is de standaard grondig herzien. Tegelijkertijd met het toetsen van de standaard is getoetst of de beheerorganisatie voor SIKB0101 (SIKB) in aanmerking komt voor het predicaat ‘uitstekend beheerproces’. 1
Documentatie over de procedure, het expertadvies, het forumadvies met adoptiemaatregelen zijn te vinden op: https://lijsten.forumstandaardisatie.nl/open-standaard/geo-standaarden-0 2 Het betreft hier de standaarden: versie 1.3 van het Nederlands metadataprofiel op ISO 19115 voor geografie en versie 1.2 van het Nederlands metadateprofiel op ISO 19119 voor services. 3 ‘Uitstekend beheerproces’ is van toepassing op de volgende standaarden: de Nederlandse (metadata)profielen op ISO 19115, ISO 19119, ISO 19142 en ISO 19128. Pagina 2 van 4
Na toetsing van de criteria en de doorlopen procedure4 adviseert het Forum aan het Nationaal Beraad om: 1. SIKB0101 versie 11 op te nemen op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’; 2. SIKB voor SIKB0101 het predicaat ‘uitstekend beheerproces’ toe te kennen.
Datum 5 juni 2014
Ad.3 Nieuwe versie van voor het uitwisselen van bouwinformatie (VISI) en uitstekend beheerproces VISI versie 1.4 is een open standaard, die zich richt op digitale communicatie tussen partijen in een bouwproject. Het doel van VISI is om de transparantie en traceerbaarheid van het bouwproces te vergroten en hiermee de kwaliteit en efficiency te verhogen, en de doorlooptijd te verkorten. Uiteindelijk draagt dit bij aan beperking van de kosten- en procesbeheersing van bouwprojecten. Tegelijkertijd met het toetsen van de standaard is getoetst of de beheerorganisatie voor de VISI (CROW) in aanmerking komt voor het predicaat ‘uitstekend beheerproces’. Na toetsing van de criteria en de doorlopen procedure5 adviseert het Forum aan het Nationaal Beraad om: 1. VISI versie 1.4 op te nemen op de lijst voor ‘pas toe of leg uit’; 2. CROW voor VISI het predicaat ‘uitstekend beheerproces’ toe te kennen.
Ad.4 Standaard voor Content- en Documentmanagementsystemen (CMIS) op de ‘pas toe of leg uit’-lijst CMIS is een open standaard die het mogelijk maakt om bestanden en documenten uit contentmanagementsystemen (CMS) of documentmanagementsystemen (DMS) uit te wisselen. De meerwaarde van CMIS zit met name in het ontsluiten van ongestructureerde gegevens. Voorbeelden van ongestructureerde gegevens zijn tekstverwerkingsdocumenten, mediabestanden en presentaties. Door gebruik van de standaard is het niet nodig om aparte koppelingen te bouwen of een leverancierseigen oplossingen aan te schaffen voor het uitwisselen van gegevens tussen content management systemen of document management systemen. CMIS wordt al op meerder plekken gebruikt in de overheid. Zo wordt de standaard gebruikt door de ministeries van BZK, SZW en Financiën als koppelvlak in het document- en workflowmanagementsysteem Digidoc. KING gebruikt CMIS in de specificatie ‘Standaard Zaak- en Documentservices 1.0’ Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) gebruikt CMIS om vanuit het document managementsysteem van elke veiligheidsregio documenten te ontsluiten voor het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). De binnen de publieke sector veelgebruikte DMS en CMS systemen ondersteunen de standaard. Na toetsing van de criteria en de doorlopen procedure6 adviseert het Forum aan het Nationaal Beraad om in te stemmen met: 1. De opname van CMIS 1.0 op de ‘pas toe of leg uit’-lijst; 4
Documentatie over de procedure, het expertadvies en het forumadvies met adoptiemaatregelen zijn te vinden op: https://lijsten.forumstandaardisatie.nl/open-standaard/sikb0101-0 5 Documentatie over de procedure, het expertadvies en het forumadvies met adoptiemaatregelen zijn te vinden op: https://lijsten.forumstandaardisatie.nl/open-standaard/visi-0 6 De expertbijeenkomst, openbare consultatie en een aanvullend onderzoek hebben geleid tot het advies voor opname van CMIS op de lijst. Documentatie over de procedure en het Forumadvies met de aanvullende adoptiemaatregelen zijn te vinden op : https://lijsten.forumstandaardisatie.nl/open-standaard/cmis. Pagina 3 van 4
2. Het door de expertgroep gedefinieerde functionele toepassingsgebied en organisatorische werkingsgebied; •
•
Het toepassingsgebied: Het toegankelijk maken van ongestructureerde gegevens in content repositories van Content Management Systemen (CMS’en) en Document Management Systemen (DMS’en) met als doel deze gegevens uit te wisselen met andere CMS en DMS systemen.
Datum 5 juni 2014
Het organisatorisch werkingsgebied: Overheden (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) en overige instellingen uit de publieke sector.
Toelichting op het toepassingsgebied bij opname: • Het toepassingsgebied stelt aan CMS en DMS systemen de eis om CMIS te ondersteunen bij het uitwisselen van ongestructureerde gegevens over de organisatiegrens heen. CMIS kan ook in andere typen databases worden gebruikt, maar wordt niet verplicht door de ‘pas toe of leg uit’-status. • CMIS is geen standaard om gegevens te beheren (recordmanagement). Een DMS of CMS systeem expliciet voor recordmanagement, valt buiten het toepassingsgebied en kan dus ‘leg uit’ zijn. • CMIS ondersteunt geen situaties waarin een uitgebreide structuur van het metadatamodel nodig is, zoals subvelden van datavelden. In dat geval is een apart toepassingsprofiel nodig. Bij het ontwikkelen van een toepassingsprofiel moet CMIS wel worden overwogen als basis.
Pagina 4 van 4
Oplegger Voorstel opname standaarden
20141209.06.01
Nationaal Beraad 9-12-2014
Aanleiding Conform kabinetsbeleid worden open standaarden overheidsbreed gebruikt op basis van een pas toe of leg uit-regime voor concrete standaarden van een ‘pas toe of leg uit’ lijst. Het College Standaardisatie bekrachtigde de standaarden die op deze lijst worden geplaatst op advies van het Forum Standaardisatie met deskundigen uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid. Het Nationaal Beraad heeft deze taak van het College Standaardisatie op 30 september overgenomen.
Gevraagd besluit van Nationaal Beraad Het Nationaal Beraad wordt gevraagd in te stemmen met het volgende: • Het opnemen van genoemde standaarden op de ‘pas toe of leg uit’ lijst. • Het toekennen van de status “uitstekend beheerproces” aan Geonovum voor Geostandaarden. Voor nadere inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar bijgevoegde notitie.
1
Oplegger Toetsing van generieke voorzieningen 20141209.06.02 Nationaal Beraad 9-12-2014
Aanleiding De wenselijkheid is uitgesproken in het College Standaardisatie, nu opgegaan in het Nationaal Beraad, dat voorzieningen uit het Digiprogramma een kwaliteitsstempel krijgen. Het College deed daarbij de suggestie te beginnen met de frontoffice voorzieningen (DigiD, Ondernemersplein, Ondernemersdossier, Digipoort). Verder adviseerde het College een meer verplichtend regime voor voorzieningen. Het Bureau Forum Standaardisatie ondersteunt het College en Forum Standaardisatie bij hun werkzaamheden om interoperabiliteit te bevorderen. De medewerkers begeleiden bijvoorbeeld onderzoek van externe partijen naar open standaarden. Het Bureau Forum Standaardisatie zoekt afstemming met betrokken partijen over de bereidheid tot het laten toetsen van de genoemde frontoffice voorzieningen. Het in procedure nemen van concrete voorzieningen wordt in de volgende vergadering van het Nationaal Beraad geagendeerd.
Gevraagd besluit van Nationaal Beraad Geen besluit. De bijgevoegde notitie is ter informatie.
1