Vastgesteld verslag Nationaal Beraad
10-02-2015
Aanwezig: Bas Eenhoorn (Digicommissaris, voorzitter), Hans van der Stelt (directeur Bureau Digicommissaris), Roger van Lier (programmamanager financiën Bureau Digicommissaris), Nicole Stolk (pSG V&J), Bernard ter Haar (DG SZW), Hanneke Schuiling (DG Fin), Bertholt Leeftink (DG EZ), Gert-Jan Buitendijk (DG BZK), Peter Heij (DG I&M), Marjan Hammersma (DG OCW), Arie Jan de Waard (Def), Willem van Ee (BZ), Hans Blokpoel (Manifestgroep/BD), Jantine Kriens (VNG), Gerard Beukema (directeur IPO), Albert Vermuë (UvW) en Dorien van den Berg (senior adviseur Bureau Digicommissaris/ verslag) Afwezig: Ronald Barendse (Manifestgroep/SVB), André van der Zande (DG VWS), Gerdine Keijzer (Klein Lef).
1.
Opening en mededelingen
De Digicommissaris heet iedereen welkom. Een aantal leden heeft een vervanger gestuurd, het merendeel van de vaste leden is aanwezig. Alleen VWS en Klein Lef ontbreken vandaag. Het vergaderschema is ter informatie meegestuurd om in de agenda’s vast te leggen.
2.
Verslag
Het verslag van 9 december 2014 wordt zonder wijzigingen vastgesteld. Bertholt Leeftink heeft naar aanleiding van het verslag de vraag hoe het Nationaal Beraad wenst om te gaan met de openbaarheid van stukken. De Digicommissaris meldt dat in het eerste Nationaal Beraad is besloten dat alle stukken openbaar zijn, tenzij…. Het Bureau maakt een inschatting welke stukken online worden gezet. Het verslag wordt na vaststelling pas op de website gepubliceerd.
3.
Verbinden van inhoud, sturing en financiën
3a. Financiering GDI 2015-2019 De Digicommissaris houdt een korte inleiding op dit agendapunt. Hierbij benadrukt hij dat hij door het kabinet is aangesteld, omdat in het verleden is gebleken dat het lastig is overeenstemming te bereiken over de prioriteiten, sturing en financiering van de GDI. De Digicommissaris ziet zijn rol dan ook in het faciliteren en –bovenal- richten van het proces, tot en met de politiek-bestuurlijke besluitvorming. De Digicommissaris stuurt zoveel mogelijk op het bereiken van consensus in het Nationaal Beraad. Zodat vanuit het beraad een gedragen, en zo mogelijk eensluidend voorstel, kan worden gedaan aan de Ministeriële Commissie Digitale Overheid. Hij hoopt dat het Nationaal Beraad overeenstemming kan bereiken over een gezamenlijk voorstel richting de Ministeriële Commissie, dat vervolgens ook aan de algemene vergaderingen van de decentrale overheden zal worden voorgelegd. De Digicommissaris heeft, sinds zijn aantreden in augustus 2014, geconstateerd dat niet iedereen even overtuigd is over de stap waar we voor staan, namelijk dat: informatie een steeds belangrijkere rol inneemt in het functioneren en presteren van de overheid, dat processen beter en goedkoper kunnen worden door digitalisering en dat ook de verhouding tussen de overheid en burgers en bedrijven fundamenteel verandert. De sense of urgency wordt (nog) niet door iedereen zo beleefd en ervaren. Maar voor hem is helder dat de wereld verandert en dat de overheid daarin mee moet. De buitenwereld verwacht dit ook. Niets doen of niet mee-ontwikkelen is geen optie. De Digicommissaris geeft verder aan begrip te hebben voor het feit dat niet ieder lid van het Nationaal Beraad mandaat heeft om ja of nee te zeggen tegen de voorstellen voor financiële bijdrage aan de ambities van de digitale overheid en dat hiervoor politieke sondering en besluitvorming nodig is. Ten aanzien van financiering liggen er 3 beslispunten voor. 1) Leidraad financiën GDI, de spelregels die er voor zorgen dat inhoud, sturing en financiële doorvertaling onlosmakelijk met elkaar worden verbonden.
Digicommissaris
1
Vastgesteld verslag Nationaal Beraad
10-02-2015
Ten aanzien van de leidraad is geconcludeerd dat het Nationaal Beraad in hoofdlijnen kan instemmen met het voorstel. Er is echter wel een relatie met de inrichting van de sturing (het financiële arrangement, zie punt 2). Het Nationaal Beraad is van mening dat de sturing nadere uitwerking behoeft zodat meer ‘comfort’ kan worden verkregen, dat de sturing –naast eenvoudigook effectief zal zijn en om de effecten ervan op bestaande (politieke) verantwoordelijkheden beter te kunnen doorgronden. Afgesproken wordt dat Gert Jan Buitendijk, Hans Blokpoel, Jantine Kriens en het Bureau Digicommissaris een nadere uitwerking maken van de financiële sturing ten behoeve van de Ministeriële Commissie. Dit zal ook voorafgaand aan de Ministeriële Commissie schriftelijk (per email) worden gesondeerd bij de leden van het Nationaal Beraad. 2) Financieel arrangement: dit arrangement, bestaande uit principes of uitgangspunten, beoogt met inbegrip van de leidraad financiën- samenhangende financiële sturing van de GDI als geheel te bewerkstelligen, inclusief dekkingsmogelijkheden. Het voorstel is om dit langs de lijn van een homogene groep vorm te geven, naar analogie van de Homogene Groep Internationale Samenwerking, zoals ook in het rapport Kuipers is gesuggereerd. Het is zaak dat er een ‘hek’ komt te staan rond de begrotingsartikelen waarin nu de elementen van de GDI zijn opgenomen. Met ‘hek’ wordt bedoeld dat het geoormerkte posten zijn, voor beleid en ambities die hun weerslag vinden in het (jaarlijkse) digiprogramma, dat door het Nationaal Beraad (ambtelijk) wordt vastgesteld. Het Nationaal Beraad discussieert over wenselijkheid van samenhangende sturing op de GDI en over de verschillende modaliteiten om dit ook in de financiële sturing tot uitdrukking te brengen. Ook komt het voorstel ter sprake om het te financieren tekort op één begrotingspost te zetten en de bestaande budgetten verdeeld te laten over de verschillende begrotingen. De discussie leert dat de constructie van een homogene groep om nadere transparantie en duiding vraagt: hoe zijn de begrotingsposten nu (politiek) verdeeld, wat betekent het voor de politieke verantwoordelijkheid en sturing indien je hierin verschuivingen aanbrengt, wat zijn de voor- en nadelen qua concrete uitvoering (interne administratieve lasten) en welke alternatieven zijn denkbaar, bijvoorbeeld de figuur van een extra comptabele post. Hoe duidelijker en eenduidiger de governance, hoe minder relevant het lijkt waar de begrotingsposten van de GDI feitelijk zijn ondergebracht, aldus het Nationaal Beraad. Ook wordt in het Nationaal Beraad het belang onderstreept om de sturing en structurele financiering nu echt tot een gezamenlijke, overheidsbrede opgave te maken. Het gaat hier immers om de generieke digitale infrastructuur van de overheid als geheel. Afgesproken wordt dat: •
Aan het Nationaal Beraad overzicht en inzicht wordt gegeven in de huidige begroting van de GDI en de verantwoordelijkheid daarvoor van partijen;
•
De mogelijke consequenties van het financieel arrangement, c.q. één of meer alternatieven om de financiële sturing op de GDI als geheel te kunnen vorm geven, worden betrokken bij de uitwerking van de governance, zoals afgesproken bij het vorige punt (leidraad financiën).
3) Het bestaande tekort. De helft van het benodigde geld (excl. Basisregistraties) zit al in begrotingen, echter de helft (ca. 80 miljoen) is nu niet gedekt. De Digicommissaris heeft een compromisvoorstel aan de leden van het Nationaal Beraad voorgelegd. De Digicommissaris geeft aan dat het uitwerken van een oplossing de hoogste urgentie heeft. De basis moet op orde worden gebracht, om de kabinetsambities ten aanzien van de digitale overheid te kunnen realiseren en verder te ontwikkelen. Binnen dit kader is elke verdeelsleutel bespreekbaar.
Digicommissaris
2
Vastgesteld verslag Nationaal Beraad
10-02-2015
In het Nationaal Beraad wordt indringend gesproken over de (mogelijke) oorzaken van de financiële situatie, het gebrek aan mandaat en middelen om in het Nationaal Beraad toezeggingen over bijdragen te kunnen doen en over de logica van het voorstel alle partijen te laten delen in de bijdragen. De Digicommissaris geeft aan dat de GDI niet langer de verantwoordelijkheid kan zijn van enkele partijen. Alle partijen maken er gebruik van (ook al is de mate waarin wisselend) en zijn er voor hun dienstverlening van afhankelijk, nu en in de toekomst. Het voorstel houdt ook rekening met de mate van gebruik: iedereen betaalt mee, echter kleine gebruikers van de GDI worden lager aangeslagen dan grote gebruikers, zoals de Belastingdienst.
3 Het probleem dient nu in gezamenlijkheid opgelost te worden. Dat is ook de opgave waar het Nationaal Beraad voor staat. Dit wordt door meerdere leden ondersteund. Er worden ook vragen gesteld over de onderbouwing van de cijfers en de kwaliteit van de afstemming met partijen. Hierop wordt door het bureau van de Digicommissaris geantwoord dat gedurende een proces van ruim drie maanden intensieve en zorgvuldige afstemming heeft plaatsgevonden met alle partijen, inclusief de financiële kolom. Verder wordt door het Nationaal Beraad een aantal suggesties gedaan om de kosten voor de overheid naar beneden te brengen. Het gaat dan om doorbelasting aan burgers en bedrijven, private financiering en het terugbrengen van externe inhuur. Deze zaken zullen in een later stadium worden meegenomen. Geconcludeerd wordt dat niet alle leden van het Nationaal Beraad het mandaat hebben om te beslissen over voorliggend dekkingsvoorstel, en dat de Ministeriële Commissie om een uitspraak zal moeten worden gevraagd. Naar de Ministeriële Commissie wordt gestuurd: het eerder genoemde governancevoorstel, een overzicht van de begrotingsposten die betrekking hebben op GDI en een voorstel van de Digicommissaris voor de dekking van de benodigde financiële middelen voor de GDI. Verder zal richting de Ministeriële Commissie worden aangegeven dat het Nationaal Beraad van mening is dat de GDI een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van centrale en decentrale overheden, dat de governance heldere uitwerking behoeft en dat deze de gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen moet ondersteunen en dat de dekking van de benodigde financiële middelen bij de besluitvorming over de Voorjaarsnota dient te worden betrokken. De decentrale overheden doen daarbij het verzoek om een bestuurlijk overleg te organiseren, voorafgaand aan de Ministeriële Commissie. Dit wordt door de Digicommissaris toegezegd. 3b. Digiprogramma Een aantal zaken zouden de leden nog graag (sterker) terug zien in het Digiprogramma: • Urgentie van de GDI nog meer benadrukken, alsook de ambitie dat de overheid wil inzetten op digitalisering in het belang van inwoners, bedrijven en instellingen; • Verduidelijking relatie met kabinetsprogramma Digitaal 2017; • Vanuit GDI ook aandacht voor dienstverlening aan internationale burgers en bedrijven in Nederland en Nederlanders in het buitenland. Het Nationaal Beraad stemt verder in met het Digiprogramma zoals dit voorligt. 3c. Sturing: regieraden De leden van het Nationaal Beraad kunnen zich vinden in voorliggend stuk. Wel zou men graag zien dat wordt gekeken naar hoe we omgaan met grote IT-programma’s en wordt verzocht om in het domein van het Rijk verbinding te leggen met het CIO-stelsel. Daarnaast wordt nogmaals aandacht gevraagd voor het belang van informatieveiligheid. Dit wordt meegenomen als thema in het Digiprogramma en komt in alle clusters terug.
Digicommissaris
Vastgesteld verslag Nationaal Beraad
10-02-2015
Ten aanzien van de deelnemerslijst voor de Regieraden wordt aangegeven om ook ruimte te geven aan nieuwe partijen.
4. eID Gert-Jan Buitendijk meldt dat de brief met de stand van zaken aan de Tweede Kamer is verzonden.
5. iNUP Het stuk is ter kennisname verstuurd; de ‘boedelbeschrijving’ zal in de regieraden aan de orde worden gesteld.
6. Instellingsbesluit Forum Standaardisatie Het Nationaal Beraad stemt in met voorliggend instellingsbesluit voor het Forum Standaardisatie.
7. Rondvraag Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. De voorzitter dankt de deelnemers aan het Nationaal Beraad voor hun constructieve inbreng en sluit de vergadering.
Digicommissaris
4
Agenda Nationaal Beraad Digitale Overheid
20150210.01.01
10 februari 2015, CAOP, melden Lange Voorhout 13, Kees Barnhoorn zaal, Den Haag, 15.00-17.00 uur
1. Opening en mededelingen Welkom door de voorzitter. Actualiteiten. Bijlage: 20150210.01.02 Deelnemerslijst (ter kennisname) 20150210.01.03 Vergaderschema 2015 (ter kennisname)
2. Verslag Vaststellen van het verslag van 9 december 2014. Bijlage: 20150210.02.01 Conceptverslag Nationaal Beraad 9 december 2014 (ter vaststelling)
3. Verbinden van inhoud, sturing én financiën Ga naar http://www.nbdigitaleoverheid.nl om digitaal door de stukken van dit agendapunt te navigeren.
3a. Financiering GDI 2015-2019 Bespreken van en besluiten over financieel arrangement ten behoeve van doorgeleiding aan de Ministeriële Commissie Bijlage: 20150210.03a.01 Oplegger, Financiering GDI 2015-2019 en Achtergronddocument Financiering GDI 2015-2019 (ter besluitvorming)
3b. Digiprogramma Bespreken van en besluiten over het nationaal meerjarig, interbestuurlijk programma Digitale Overheid: het Digiprogramma ten behoeve van doorgeleiding aan de Ministeriële Commissie. Bijlage: 20150210.03b.01 Oplegger en Digiprogramma (ter besluitvorming)
3c. Sturing: Regieraden Bespreken van en besluiten over de taakopdracht van de regieraden. Kennisnemen van de stand van zaken t.a.v. de deelnemerslijst en de was-wordt lijst van gremia. Bijlage: 20150210.03c.01 Oplegger Regieraden, Taakopdracht Regieraden (ter besluitvorming), Deelnemersoverzicht Regieraden (ter kennisname) en Was-wordt lijst (ter kennisname)
4. eID Mondelinge toelichting op stand van zaken.
5. iNUP Overzicht van de status van de resultaten van het iNUP programma aangevuld met GDI elementen. Bijlage: 20150210.05.01 Oplegger en Inventarisatie iNUP en GDI (ter kennisname)
Digicommissaris
1
Agenda Nationaal Beraad Digitale Overheid
20150210.01.01
10 februari 2015, CAOP, melden Lange Voorhout 13, Kees Barnhoorn zaal, Den Haag, 15.00-17.00 uur
6. Instellingsbesluit Forum Standaardisatie Instemmen met voorliggend instellingsbesluit voor het Forum Standaardisatie ten behoeve van doorgeleiding aan de Ministeriële Commissie. (Hamerstuk) Bijlage: 20150210.06.01 Oplegger en Notitie Mandaat Forum Standaardisatie (ter besluitvorming) 20150210.06.02 Oplegger en Notitie Adoptieafspraken (ter kennisname)
7. Rondvraag
Digicommissaris
2
Deelnemerslijst Nationaal Beraad Digitale Overheid Leden
Organisatie
Bas Eenhoorn
Digicommissaris (voorzitter)
Hans van der Stelt
Directeur Bureau Digicommissaris (secretaris)
Nicole Stolk
pSG, ministerie van Veiligheid & Justitie
Bernard ter Haar
DG Participatie en Inkomenswaarborg (P&I), ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Hanneke Schuiling
DG Rijksbegroting, ministerie van Financiën
Gert-Jan Buitendijk
DG Bestuur en Koninkrijksrelaties, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bertholt Leeftink
DG Bedrijfsleven en Innovatie, ministerie van Economische Zaken
Peter Heij
DG Ruimte en Water, ministerie van Infrastructuur en Milieu
André van der Zande
DG RIVM, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Robert de Groot
DG Europese Samenwerking, ministerie van Buitenlandse Zaken
Marjan Hammersma
DG Cultuur en Media, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Hans Blokpoel
Manifestgroep (Algemeen Directeur Belastingdienst)
Ronald Barendse
Manifestgroep (Raad van Bestuur Sociale Verzekeringsbank)
Gerdine Keijzer
Klein Lef (Directeur Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten)
Kees Jan de Vet
Directieraad Vereniging Nederlandse Gemeenten
Gerard Beukema
Directeur Interprovinciaal Overleg
Albert Vermuë
Directeur Unie van Waterschappen
Michiel Boots (agendalid)
Raadadviseur, ministerie van Algemene Zaken
Digicommissaris
1
Vergaderschema 2015 Versie 18 december 2014 Januari 2015 13 januari 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
13 januari 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
15 januari 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
15 januari 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
1
Februari 10 februari 15.00-17.00 12 februari 09.00-10.00
Nationaal Beraad Ambtelijke Commissie
19 februari 10.00-12.00
Klankbordgroep Bedrijven (onder voorbehoud) Klankbordgroep Burgers (onder voorbehoud)
19 februari 14.00-16.00 Maart 3 maart 11.45-12.30
Ministeriële Commissie
31 maart 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
31 maart 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
April 2 april 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
2 april 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
Mei 18 mei 15.00-17.00
Nationaal Beraad
Juni 10 juni 10.00-11.00
Ambtelijke Commissie
23 juni 11.00-11.45
Ministeriële Commissie
Digicommissaris
Vergaderschema 2015 Versie 18 december 2014 Juli 2 juli 10.00-12.00 2 juli 14.00-16.00 7 juli 10.00-12.00
Klankbordgroep Bedrijven Klankbordgroep Burgers Regieraad Dienstverlening
7 juli 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
9 juli 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
9 juli 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
September 8 september 15.00-17.00
Nationaal Beraad
Oktober 1 oktober 08.45-09.45
Ambtelijke Commissie
6 oktober 10.00-12.00
Regieraad Dienstverlening
6 oktober 14.00-16.00
Regieraad Interconnectiviteit
8 oktober 10.00-12.00
Regieraad Identificatie & Authenticatie
8 oktober 14.00-16.00
Regieraad Gegevens
13 oktober 11.00-11.45
Ministeriële Commissie
November 3 november 15.00-17.00 19 november 11.15-12.15
Nationaal Beraad Ambtelijke Commissie
December 1 december 11.00-11.45
Digicommissaris
Ministeriële Commissie
2
Aanbiedingsformulier Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Gevraagd besluit 1. Akkoord met ‘Leidraad Financiën’ 2. Akkoord met ‘scenario/dekkingsvoorstel’ 3. Akkoord met ‘Financieringsarrangement’ 4. Akkoord met ‘Periodiek opleveren van GDI rapportage’ Context De afgelopen jaren is de druk op het gebruik van GDI voorzieningen, de instandhouding (onderhoud en beheer) en doorontwikkeling sterk toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat er tekorten zijn ontstaan. Die tekorten konden de afgelopen jaren –met enig kunst- en vliegwerk– nog worden opgelost. Vanaf 2015 en verder vormen de tekorten een financieel knelpunt. Met het financieel arrangement wordt dit knelpunt voor de bestaande GDI opgelost en voor de toekomstige GDI voorzien van duidelijke spelregels. Voor een nadere beschrijving wordt verwezen naar de bijlage ‘Financiering GDI-2015-2019’. Samenvatting Toelichting beslispunt 1 Er is een leidraad Financiën GDI opgesteld die er voor zorgt dat de financiering voor de bestaande en toekomstige GDI gedegen is verankerd. Deze leidraad is een aanvulling op de geldende regelgeving zoals voorgeschreven in de Comptabiliteitswet en de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. De uitwerking van de leidraad is beschreven in paragraaf 4 van de bijlage ‘Financiering GDI2015-2019’. Toelichting beslispunt 2 De Digicommissaris zal vóór de behandeling in het Nationaal Beraad in gesprek gaan met alle partijen om specifiek stil te staan bij opvattingen ten aanzien van voorliggende scenario’s (zoals beschreven in paragraaf 4 van de bijlage ‘Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën’). Doelstelling van de Digicommissaris is, om na afloop van de gesprekken, één voorstel te presenteren in het Nationaal Beraad. Mocht het nodig zijn, dan wordt voorafgaand aan het overleg, aanvullende informatie aan de leden van het Nationaal Beraad verstrekt. Toelichting beslispunt 3 Het financieringsarrangement, met inbegrip van de leidraad Financiën, leidt tot financiële beheersbaarheid van de GDI. De financiële afspraken en beheersing moeten volgen op het inhoudelijke commitment dat partijen geven aan de GDI voorzieningen. De uitwerking van het financieringsarrangement is beschreven in paragraaf 2 van de bijlage ‘Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën’ Toelichting beslispunt 4 Vanaf 2015 -en met ingang van begroting 2016- is meerjarige budgettering van de GDI-voorzieningen gewenst, en wel op zodanige wijze dat een integraal overzicht en inzicht kan worden gepresenteerd. Voor het integraal en meerjarig presenteren van de benodigde budgetten van de GDI-voorzieningen zijn diverse modaliteiten van rapportage denkbaar. Periodiciteit en inrichting nog nader uit te werken. De wijze van rapportage is beschreven in paragraaf 3 van de bijlage ‘Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën’.
Digicommissaris
1
Aanbiedingsformulier Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Governance Na bespreking in het Nationaal Beraad wordt dit onderwerp ter besluitvorming geagendeerd in de Ministeriële Commissie Digitale Overheid. Vervolgens zal uitvoering gegeven worden aan het besluit van de Ministeriële Commissie. Financiering Komt voort uit het financieringarrangement zoals wordt voorgesteld. De bijbehorende dekking van dit arrangement komt uit de reeds meerjarige beschikbare middelen op diverse begrotingen van partijen. Dit naast middelen die beschikbaar komen na besluitvorming in NB/MCDO. Inhoud Digiprogramma Financiële paragraaf. Afstemming Afstemming heeft plaatsgevonden met de volgende partijen: Departementen (beleidsdirecties en directies FEZ) Ministerie van Financiën IRF Uitvoeringsorganisaties (Belastingdienst, UWV, SVB, DUO en RDW) Decentrale overheden Beheerorganisaties Logius en DICTU Adviseur Rogér van Lier, programmamanager Financiën
Digicommissaris
2
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
1. Inleiding De generieke digitale infrastructuur (GDI) is van essentieel belang voor de dienstverlening en communicatie aan burgers en bedrijven. De afgelopen jaren is de druk op het gebruik van GDI voorzieningen. Maar ook op de instandhouding (onderhoud en beheer), doorontwikkeling en het volume in gebruik sterk toegenomen. De toename in volume en gebruik onderschrijft het maatschappelijke nut en de noodzaak. In het verleden is, voor de meeste GDI voorzieningen, alleen financiële dekking geregeld voor de investering en de incidentele kosten. Kosten voor meerjarig onderhoud, beheer en doorontwikkeling zijn van tevoren niet ingecalculeerd. Dit heeft geleid tot tekorten. Deze tekorten konden de afgelopen jaren nog worden opgevangen, bijvoorbeeld door ad hoc en incidentele bijdragen van één of meerdere partijen. Vanaf 2015 is sprake van een jaarlijks tekort oplopend naar circa € 80-100 mln. Om bovengenoemde problematiek en tekorten ten aanzien van de GDI op te lossen heeft de Digicommissaris, specifiek ten aanzien van financiën, de volgende opdracht meegekregen (MR besluitvorming 21 februari 2014): ‘… De NCDO zal voor het eind van het jaar (met het oog op de Voorjaarsnota 2015/Begroting 2016) voorstellen doen voor de governance- en financieringsstructuur van de GDI. In leder geval zal een integrale, meerjarige raming van baten en lasten van de GDI hier onderdeel van zijn…’ Voor toekomstige GDI voorzieningen is het van belang dat bovengenoemde oorzaken van het tekort als ‘wijze lessen’ zijn verankerd in het voorstel voor de governance- en financieringsstructuur. Voor de bestaande voorzieningen is het echter ondoenlijk om met terugwerkende kracht batenmanagement toe te passen. Bovendien verschilt de mate van succes per voorziening. Positieve effecten worden gemerkt op het vlak van kwantiteit, maar in sommige gevallen ook op het terrein van kwaliteit. Dat is bijvoorbeeld het geval bij dienstverlening en veiligheid. Echter, baten zijn reeds ingeboekt onder andere voor taakstellingen elders. Het voorstel van de Digicommissaris is daarom tweeledig: Het is enerzijds een voorstel voor de toekomstige situatie, anderzijds is het een oplossing voor de bestaande problematiek. Beide onderdelen komen uiteindelijk samen in het financieel arrangement.
2. Toekomstige situatie – Leidraad Financiën GDI Gezien de omvang en de te verwachten groei van de GDI is het noodzakelijk om de toekomstige ontwikkeling en uitvoering van het Digiprogramma gecontroleerd te laten plaatsvinden. Vanuit dit inzicht wordt gestuurd op effectief gebruik van de GDI. Om dit te bereiken is een aantal spelregels geformuleerd. Deze afspraken zorgen ervoor dat de onderwerpen inhoud, sturing én financiën met elkaar worden verbonden. Deze leidraad is een aanvulling op de geldende regelgeving zoals voorgeschreven in de Comptabiliteitswet en de Rijksbegrotingvoorschriften van het ministerie van Financiën. De leidraad financiën maakt onderdeel uit van het financieringsarrangement voor de GDI. Kern van deze leidraad is:
Voor nieuwe GDI-voorzieningen wordt de dekking geregeld via de sturing op de GDI. Aan de hand van een afgestemd portfolio wordt inzichtelijk gemaakt, welke middelen nodig zijn om de meerjarige kosten van de betreffende voorziening af te dekken. Besluitvorming over GDI voorzieningen betreft zowel inhoudelijke commitment als afspraken over dekking van benodigde middelen. De benodigde middelen betreffen de gehele life-cycle en daarmee samenhangende kosten (incidentele kosten van programma en investering naast structurele kosten van onderhoud, beheer
Digicommissaris
1
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
en doorontwikkeling) van een voorziening en de eventuele doorwerking naar reeds bestaande voorzieningen. Voor de dekking zijn verschillende mogelijkheden aanwezig o.a. inzet van batenmanagement, bijdragen vanuit overheidspartijen en –afnemers, doorbelasting naar (private) partijen buiten de overheid. Budgettaire knelpunten gedurende uitvoering worden in de sturing tijdig naar voren gebracht. Hierdoor is het mogelijk om afspraken te maken over het bijstellen van ambities en/of overeenstemming te bereiken over het beschikbaar stellen van additionele budgetten. In de loop van 2015 wordt nog een systematiek ontwikkeld gericht op de toepassing van een gedragen business case systematiek. Dit helpt bij het in kaart brengen van kwantitatieve kosten en baten voor overheidsorganisaties, burgers en bedrijven (maatschappij in brede zin).
Naast bovengenoemde leidraad, die zich primair richt op beleidsvoornemens ten aanzien van GDI voorzieningen, moeten ook goede afspraken worden gemaakt over beleidsinitiatieven (en voornemens) van departementen en mede-overheden, die niet direct voortkomen vanuit GDI portfolio maar wel beslag leggen op de GDI voorzieningen. De betreffende beleidsverantwoordelijke partij/departement moet dan ook de kosten voor de GDI meenemen en dekken. Van belang is dat er op beleidsvoorstellen een ‘GDI-toets’ komt vergelijkbaar met een uitvoeringstoets. Dit punt wordt ook nog nader uitgewerkt.
3. Huidige situatie – oplossen bestaande tekorten GDI In tabel 1 zijn, per cluster, de meerjarige kosten die nodig zijn voor de instandhouding, doorontwikkeling en groei van de huidige GDI, benoemd. Elk cluster is opgesplitst in de categorieën: beheer en onderhoud, noodzakelijke doorontwikkeling en volumegroei. Voor het cluster Gegevens, waaronder de basisregistraties vallen, is deze uitsplitsing nog niet gemaakt. Op basis van bestuurlijke afspraken is de financiering van de basisregistraties tot en met 2015 afdoende gedekt. De Digicommissaris zorgt ervoor dat, eind 2015, er gezamenlijk afspraken zijn gemaakt met alle betrokken partijen. Dit draagt bij aan een goede borging van de financiering vanaf 2016 en verder.
Digicommissaris
2
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Tabel 1: Meerjarige kostenontwikkeling bestaande GDI voorzieningen
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
Dienstverlening Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
66,39 53,49 8,40 4,50
60,94 49,44 8,50 3,00
58,30 48,80 6,00 3,50
58,32 48,82 6,00 3,50
39,46 29,96 6,00 3,50
Identificatie en Authenticatie Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
45,50 35,70 6,50 3,30
50,80 39,90 6,00 4,90
52,10 40,10 6,00 6,00
56,10 42,60 6,00 7,50
60,50 45,10 6,00 9,40
495,57 478,00 476,80 472,27
471,52
Gegevens Interconnectiviteit Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
30,11 28,01 2,10 --
39,49 38,99 0,50 --
33,83 33,43 0,40 --
34,70 34,30 0,40 --
34,40 34,00 0,40 --
4,00
4,00
4,00
4,00
0,00
Totaal
641,56
633,23
625,03
625,38
605,87
Reeds beschikbaar in begroting
566,34 532,17 529,67 530,71
511,85
Bureau Digicommissaris
Tekort
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Alvorens in te gaan op de scenario’s voor de dekking van het bestaand tekort, is het tekort op de huidige GDI nader gespecificeerd op voorzieningenniveau in tabel 2. Het financieringsarrangement dat is uitgewerkt in de scenario’s heeft alleen betrekking op de stelselvoorzieningen en de instrumenten eOverheid en zoals gemeld blijven de basisregistraties vooralsnog buiten de scope.
Digicommissaris
3
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Tabel 2: Tekorten per GDI voorziening
2015 A. E-voorzieningen overheid 1. DigiD 2. Berichten box Burgers 3. Digipoort OTP 4. Digipoort KIS 5. eID 6. NORA 7. Overig B. Bureau Digicommissaris Totaal
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
4 -12,8 -25,2 -6,5 -14,1 -10,2 -0,4 -2,0
-19,4 -23,0 -6,5 -25,8 -11,8 -0,4 -10,2
-26,4 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 -0,4 -7,6
-30,7 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 -0,4 -2,7
-35,1 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 -0,4 -1,6
-4,0
-4,0
-4,0
-4,0
-4,0
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Volgens de begrotingsregels lost het verantwoordelijke departement de ontstane tekorten in eerste instantie zelf op. Dit gebeurt in overleg met het ministerie Financiën. Zo nodig vindt opschaling naar de ministerraad plaats. In het Besluitvormingsmemorandum 2015 heeft de ministerraad1 aan de Digicommissaris de opdracht gegeven om dekkingsvoorstellen te doen. Deze voorstellen hebben betrekking op GDI-voorzieningen. Om de bestaande financiële problematiek op te lossen is een aantal scenario’s opgesteld (zie bijlage). Scenario 1: ‘Vast bedrag per partij’ In dit scenario worden alle betrokken partijen evenredig belast. Het uitgangspunt is dat naast de departementen ook decentrale overheden, die gebruik maken en/of beleidsmatig betrokken zijn bij de GDI voorzieningen, hetzelfde bedrag betalen. Niet betalen naar gebruik, maar op basis van gemeenschappelijkheid, is de norm. Scenario 2: Naar aard van voorzieningen en gebruik In dit scenario staat de aard van de GDI voorzieningen in combinatie met het gebruik door partijen centraal. Het profijtbeginsel wordt hier toegepast: degene die gebruik maken van een voorziening en er belang bij hebben, zijn ook verantwoordelijk voor de oplossing. Dit scenario is van toepassing op de GDI voorzieningen DigiD, Mijn Overheid en Digipoort. De overige voorzieningen zijn gericht op generiek gebruik en kunnen daardoor niet op basis van individueel gebruik worden uitgedrukt. Het gaat hier met name om de stelselvoorzieningen. Tevens zijn in dit scenario budgettaire correcties (d.w.z. partijen worden gecompenseerd) doorgevoerd voor substantiële bijdragen van partijen aan bestaande voorzieningen in het verleden. Scenario 3: Staffel naar gebruik GDI voorzieningen In dit scenario is, in lijn met scenario 2, gekeken naar het gebruik van de GDI voorzieningen van de betrokken partijen. Er is daarbij meer geabstraheerd van de onderliggende cijfers. Aan de ene kant geven deze een goed, gedegen inzicht. Aan de andere kan het ook een momentopname zijn. In dit
1
Van 21 februari 2014.
Digicommissaris
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 scenario wordt de intensiteit van het gebruik van de GDI teruggebracht tot een staffelindeling opgesteld naar ‘laag gebruik’, ‘middel gebruik’ en ‘hoog gebruik’. Scenario 4: Generale dekking Deze variant is cijfermatig niet verder uitgewerkt, omdat voor generale dekking en bijbehorende bedragen alleen op politiek niveau commitment kan worden afgegeven. Redenering achter dit scenario is dat de ontstane problematiek niet toewijsbaar is aan een bepaald aantal partijen. Indien er (deels) generale middelen beschikbaar komen zal dit een doorwerking hebben naar de te dekken bedragen van overige dekkingsscenario’s.
4. Financiële arrangement Scope Het arrangement heeft betrekking op: Bestaande voorzieningen GDI, dit betreft het portfolio van huidige E-voorzieningen en stelselvoorzieningen. Doorwerking van nieuwe voorzieningen op bestaande GDI, als bijvoorbeeld komst eID voor DigiD en eHerkenning. Nieuw te ontwikkelen voorzieningen GDI, zoals bijvoorbeeld digitale kluisjes. Inhoud en financiën zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Inhoudelijke ambities zijn voorzien van (structurele) dekking.
Principes/uitgangspunten financieringsarrangement 1. Beleidswensen en -mutaties ten aanzien van bestaande maar ook toekomstige GDI voorzieningen worden inclusief financiële gevolgen en voorzien van dekking ingebracht in de governance zoals die in het Nationaal Beraad van 30 september 2014 is vastgesteld (Regieraden – Nationaal Beraad – Ministeriële Commissie Digitale Overheid). 2. Er is vooraf overeenstemming over de omvang en beschikbaarheid van financiële middelen voor de gehele life-cycle van de voorziening. Daarmee is omvang van beschikbaarheid bepalend voor de inhoud, omvang en kwaliteit van het voorzieningenniveau GDI. 3. Er is bereidheid van partijen om bij te dragen in de ontwikkeling van een voorziening en indien daartoe wordt besloten ook de investering en structurele kosten van onderhoud, beheer en noodzakelijke doorontwikkeling. Kern is dat partijen bijdragen voor besluiten die worden genomen. 4. Dekking van de financiële gevolgen is voor toekomstige voorzieningen vooraf geregeld middels een van onderstaande dekkingsmogelijkheden. Daarbij kan dekking komen van overheidsorganisatie maar ook (deels) van (private) partijen buiten de overheid. Financiering binnen de overheid
Gebruiksgerelateerde financiering binnen overheid
Gemeenschappelijk baten management binnen overheid
Dekking (deels) buiten overheid
Generaal n.a.v. ingediende claim bij Begrotingsvoorbereiding
Tarief voor gebruik door overheidsorganisatie
Inzet van baten surplus
Beprijzen van privaat gebruik
Ex-ante budgetoverheveling o.b.v. verdeelsleutel
Beprijzen registratie of inschrijving Beprijzen van ‘aanschaf middel’
Digicommissaris
5
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 5. Voor bestaande voorzieningen wordt waar mogelijk en relevant gekeken om de financiële dekking op basis van gebruik door derde partijen (privaat, burgers, etc.) van deze voorzieningen in de toekomst te regelen middels een van de onder punt 4 genoemde modaliteiten. 6. Volume ontwikkeling komt in principe voor rekening van opdrachtgever. Dan wel worden met betrokken partijen afspraken gemaakt om volumegroei anders op te vangen bijv. middels doorbelasting. 7. Naast afspraken over dekking is voldaan aan de ‘Leidraad Financiën GDI’. 8. De opdrachtnemer en opdrachtgever(s) relatie is per (groep van) voorziening verankerd in de governance waar de Digicommissaris de regie, coördinatie en eventueel de escalatie op voert. 9. Meerjarig beschikbaar stellen van middelen voor het oplossen van het financieel knelpunt (circa € 80 -100 mln. per jaar vanaf 2015) ten aanzien van bestaand portofolio GDI middels een van de te kiezen scenario’s is bij komende Voorjaarsnota 2015/ Begrotingsvoorbereiding 2016 geregeld. 10. Aandeel van de bijdrage voor de departementen wordt neergelegd op de betreffende begrotingshoofdstukken. 11. De middelen, voortkomend uit de scenariokeuze, worden centraal en voor totale omvang aangehouden op een aanvullende begrotingspost. Dit gebeurt bij een nog nader aan te wijzen partij (ministerie van Financiën, departement, gerede partij of Digicommissaris). Dit punt wordt nader uitgewerkt. 12. De middelen komen structureel beschikbaar. Deze worden bij Voorjaarsnota 2015/Begrotingsvoorbereiding 2016 structureel overgeboekt door de betreffende partijen, voor hun aandeel naar de centrale post. 13. Beschikbare middelen worden op voorhand niet meerjarig aan de partijen in de begroting toegekend. Jaarlijks wordt het bedrag bepaald dat in dat jaar beschikbaar is, eventueel met doorwerking naar opvolgende jaren (herijking). Hiervoor worden de sturingsstructuur van de Digicommissaris en het Digiprogramma gebruikt. 14. De bestaande beschikbare middelen op de begrotingen van partijen worden meerjarig ‘bevroren’. Hiermee wordt bedoeld dat er geen mutaties/uitnames worden gedaan, die leiden tot tekorten op de beschikbare GDI middelen 15. Door een passage op te nemen in het Besluitvormingsmemorandum wordt het traject van overboekingen door partijen bekrachtigd. 16. Middelen beschikbaar voor GDI worden middels rapportage inzichtelijk en transparant gepresenteerd ook richting politiek. De inrichting en periodiciteit (planning & controlcyclus GDI) van een dergelijke rapportage is nog nader uit te werken. 17. Bij eventuele geschilpunten of niet naleven van gemaakte afspraken zal dit ter besluitvorming / escalatie worden ingebracht in de governance zoals genoemd onder punt 1.
5. Vervolg Voorafgaand aan het Nationaal Beraad van 10 februari a.s. gaat de Digicommissaris met alle partijen in gesprek om nadere afspraken te maken. Belangrijk onderdeel van dit gesprek wordt de scenariokeuze.
Digicommissaris
6
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Na afloop van de gesprekken, gaat de Digicommissaris één voorstel presenteren in het Nationaal Beraad. Mocht het nodig zijn, dan wordt voorafgaand aan het overleg, aanvullende informatie aan de leden van het Nationaal Beraad verstrekt.
7
Digicommissaris
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 1: Scenario’s
Scenario 1
Buitenlandse Zaken Binnenlandse Zaken Defensie Economische Zaken Infrastructuur & Milieu Financiën Onderwijs, Cultuur rn Wetenschap Sociale Zaken Veiligheid en Justitie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wonen en Rijksdienst IPO/VNG/UvW Totaal
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
-6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3 -6,3
-8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4 -8,4
-7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9
-7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9 -7,9
-7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8 -7,8
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Scenario 2
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
Buitenlandse Zaken Binnenlandse Zaken Defensie Economische Zaken Infrastructuur & Milieu Financiën Onderwijs, Cultuur rn Wetenschap Sociale Zaken Veiligheid en Justitie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wonen en Rijksdienst IPO/VNG/UvW
-1,5 -1,5 -1,5 -1,5 -2,5 -42,9 -2,8 -11,6 -1,5 -4,1 -1,5 -2,0
-2,4 -2,4 -2,4 -2,4 -7,9 -32,5 -8,7 -18,7 -6,7 -11,1 -2,4 -3,1
-2,1 -2,1 -2,1 -2,1 -7,4 -24,5 -8,7 -20,1 -6,0 -11,2 -2,1 -7,0
-1,7 -1,7 -1,7 -1,7 -7,1 -23,0 -8,8 -21,2 -5,7 -11,4 -1,7 -8,8
-1,7 -1,7 -1,7 -1,7 -6,5 -21,5 -8,4 -22,0 -4,9 -11,3 -1,7 -10,5
Totaal
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Digicommissaris
8
Financiering GDI 2015-2019
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Scenario 3
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
Buitenlandse Zaken Binnenlandse Zaken Defensie Economische Zaken Infrastructuur & Milieu Financiën Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Sociale Zaken Veiligheid en Justitie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wonen en Rijksdienst IPO/VNG/UvW
-2,0 -2,0 -2,0 -2,0 -6,0 -17,7 -6,0 -17,7 -6,0 -6,0 -2,0 -6,0
-2,7 -2,7 -2,7 -2,7 -7,9 -24,0 -7,9 -24,0 -7,9 -7,9 -2,7 -7,9
-2,5 -2,5 -2,5 -2,5 -7,6 -22,2 -7,6 -22,2 -7,6 -7,6 -2,5 -7,6
-2,6 -2,6 -2,6 -2,6 -7,8 -21,3 -7,8 -21,3 -7,8 -7,8 -2,6 -7,8
-2,5 -2,5 -2,5 -2,5 -7,4 -22,3 -7,4 -22,3 -7,4 -7,4 -2,5 -7,4
Totaal
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Digicommissaris
9
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Aanleiding De generieke digitale infrastructuur (GDI) is van essentieel belang voor de dienstverlening naar inwoners en bedrijven. Bovendien is de GDI ook van belang voor tal van overheidsorganisaties in de communicatie naar de burgers en bedrijven maar ook voor de communicatie tussen deze organisaties onderling. In tegenstelling tot de (politieke) herkenbaarheid en concreetheid van beleidsonderwerpen zoals bijvoorbeeld onderwijs, defensie en veiligheid is het belang van de GDI niet of nauwelijks expliciet op de politieke agenda geplaatst, terwijl het randvoorwaardelijk is voor het functioneren van de publieke sector en tal van private diensten, waaronder die met groot maatschappelijk belang (denk veilig, betrouwbaar internetverkeer, diensten van banken en verzekeraars, etc.). De afgelopen jaren is de druk op het gebruik van GDI voorzieningen, de instandhouding (onderhoud en beheer) en doorontwikkeling sterk toegenomen. Dit heeft ertoe geleid dat er tekorten zijn ontstaan die de afgelopen jaren nog konden worden opgelost maar voor de komende jaren vanaf 2015 een financieel knelpunt vormen. De oorzaken van dit tekort zijn technisch van aard, hebben een financiële grondslag en zijn gelegen in het ontbreken van een integrale benadering en besluitvorming rondom de GDI. Als sprekende voorbeelden hiervan: de aannames uit verleden zijn niet altijd van toepassing op heden, volumes zijn sterker toegenomen dan verwacht, er is niet of onvoldoende gereserveerd voor de structurele kosten van de voorzieningen, baten in termen van euro’s zijn niet ingezet voor de kosten van de GDI maar ingezet voor invulling van taakstellingen uit Regeerakkoorden, onvoldoende ‘control-aandacht’ voor elementen van de GDI vanuit de financiële kolom. Daar waar het karakter van GDI voorzieningen vraagt om een integrale benadering, zijn deze vaak suboptimaal opgepakt, heeft geen integrale afweging en prioritering plaatsgevonden en is waar nodig onvoldoende (politiek) geëscaleerd. De governance die een dergelijke integrale benadering kan bewerkstelling was in verleden niet of onvoldoende aanwezig.
Opdracht Om bovengenoemde problematiek en tekorten ten aanzien van de GDI op te pakken heeft de Digicommissaris van het Kabinet de volgende opdracht meegekregen: De Digicommissaris organiseert en regisseert de interbestuurlijke besluitvorming en versterkt de governance ten aanzien van de GDI en de financiering hiervan, met als doel een solide en toekomstbestendig digitale overheid. En specifiek ten aanzien van Financiën: De Digicommissaris stuurt op het realiseren en op een effectief gebruik (baten) van de generieke digitale infrastructuur (GDI). Om dit te realiseren is een aanpak langs 4 sporen gekozen.
Spoor1: Basis op Orde om de omvang van de financiële problematiek van de huidige GDI eenduidig helder maken. Spoor 2: Systematiek en scenario’s voor de uitwerking van een voorstel voor dekking van de financiële problematiek van de huidige GDI. Spoor 3: Afwegingskader: eenduidige spelregels en een methodiek voor opname van toekomstige onderwerpen in het Digiprogramma. Spoor 4: Rapportage over de wijze waarop de GDI gepresenteerd en gepositioneerd kan worden vanuit de criteria: helder-/eenduidigheid, controlwaardigheid en integraliteit.
1
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Leeswijzer De bovengenoemde sporen komen hierna niet één op één terug maar zijn verwerkt in de volgende hoofdstukken. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de scope-afbakening van de GDI waarop het financieel arrangement betrekking heeft. Daarna wordt in hoofdstuk 2 het voorstel voor structurele financierings /bekostiging voor 2015 en verder uitgewerkt en toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt een voorstel gedaan omtrent de wijze van rapporteren over de GDI met ingang van 2015. In hoofdstuk 4 wordt tot slot ingegaan op de actuele financiële problematiek van de bestaande voorzieningen van de GDI. Aan de hand van een aantal scenario’s wordt aangegeven hoe dit tekort kan worden gedekt.
2
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
1. Generieke Digitale Infrastructuur (scope) Bij de afbakening van de bestaande GDI is een onderscheid gemaakt naar: a. b. c.
Basisregistraties. Stelselvoorzieningen: Instrumenten e-overheid
In het Digiprogramma is een nadere uitwerking opgenomen wat wordt verstaan onder bovengenoemde onderwerpen en ook wat de ambities op deze onderdelen zijn.
Basisregistraties Het bekostigings-/financieringsarrangement dat in dit voorstel nader wordt uitgewerkt heeft in eerste instantie alleen betrekking op de stelselvoorzieningen en de instrumenten e-overheid. Hoewel de afzonderlijke basisregistraties ook deel uitmaken van de GDI worden deze in dit stadium buiten beschouwing gelaten. De financiering van de basisregistraties is tot en met 2015 afdoende afgedekt en geregeld middels gemaakte afspraken. In de financiering en dekking van de stelselvoorzieningen en de instrumenten e-overheid is daarentegen per 1 januari 2015 niet meer voorzien. Najaar 2015 zal voor de basisregistraties in beeld moeten zijn gebracht welke financieringsbehoefte er meerjarig is. Zowel ten aanzien van het gebruik (volume ontwikkeling) als ten aanzien van (door)ontwikkeling. In genoemd meerjarig beeld zal rekening worden gehouden met geldende beleidsuitgangspunten zoals het niet beprijzen van gebruik binnen de overheid en de consequenties van open data beleid. De Digicommissaris zal in overleg met en vanuit de verantwoordelijk van de betrokken partijen zorgen dat eind 2015 afdoende afspraken zijn gemaakt zodat de financiering voor 2016 en verder is geborgd.
3
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Standard Business Reporting (SBR) SBR is conform besluitvorming in het Nationaal Beraad van 30 september 2014 vooralsnog buiten beschouwing gelaten. Het hiervoor benodigde bedrag ad € 22 mln. voor 2015 is gedekt evenals de structureel benodigde middelen.
eID Het financieringsarrangement dat uitgewerkt is in de scenario’s heeft alleen betrekking op de stelselvoorzieningen en de instrumenten e-overheid. Het gebruik van eID is daar nog geen onderdeel van. Wanneer eID langs de ‘leidraad financiën GDI‘ wordt gelegd, wordt zichtbaar dat de inhoudelijke besluitvorming over het publieke middel grotendeels nog moet plaatsvinden en dat daarnaast nog keuzes gemaakt moeten worden over de wijze waarop de benodigde middelen beschikbaar komen (dekking door betrokken partijen dan wel doorbelasting naar afnemers). Om voortgang te kunnen boeken en om in 2015 de gewenste pilots te kunnen starten, zijn de kosten voor het eID stelsel en de pilots voor 2015 en 2016 meegenomen in de bestaande problematiek en voorzien van dekking middels een verdeelsleutel. Voor de kosten van 2017 en verder wordt in eerste instantie bezien of die doorbelast kunnen worden aan afnemers. Mocht dat niet het geval zijn dan zullen deze kosten - volgens de gehanteerde verdeelsleutel 2015 en 2016 - ook bij betrokken partijen neerslaan.
4
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
2. Financieringsarrangement / Bekostigingsvoorstel 2015 e.v. Bestaande versus toekomstige GDI Het presenteren van één financieel arrangement dan wel bekostigingssystematiek voor de GDI zou wenselijk en overzichtelijk zijn. Echter kijkend vanuit financieel perspectief kent het dossier van de GDI ‘twee werelden’: de situatie tot en met 2014 en de situatie vanaf 2015. Kenmerkend voor de situatie tot en met 2014 is dat nut en noodzaak van voorzieningen onvoldoende integraal werden afgewogen en besloten. Inhoudelijke besluiten om te komen tot voorzieningen waren niet altijd gebaseerd op de noodzakelijke ontwikkeling en ‘life cycle’ van voorzieningen en de financiële middelen die daarvoor (langjarig) benodigd zijn. Naast incidentele kosten voor ontwikkeling gaat het dan ook om toekomstige structurele kosten voor onderhoud, beheer, exploitatie en noodzakelijke doorontwikkeling. Met noodzakelijke doorontwikkeling wordt de ontwikkeling bedoeld die minimaal nodig is om een voorziening operationeel te houden. Ook is niet of onvoldoende voorzien in afspraken hoe om te gaan met (onvoorziene) toename van de kosten als gevolg van bijvoorbeeld volume toenames. Tot slot zijn de baten voorkomend uit de GDI niet in samenhang met de kosten van de GDI voorzieningen gebracht. Het is zaak dat op korte termijn deze bestaande problematiek structureel wordt opgelost. Zodat met een schone lei en afdoende middelen de basis aanwezig is om de toekomstige ambities en mogelijkheden van de GDI te benutten. Zonder dat deze vermengd en verstrikt raken in de bestaande problematiek. De bestaande problematiek is enerzijds bepaald door de vastgestelde definitie van de GDI in het Nationaal Beraad van 30 september jl. Anderzijds is de omvang van het tekort ingegeven door alleen onoverkoombare kosten op te nemen. Daar waar er sprake is van nog te maken keuzes zijn de daarvoor benodigde middelen niet meergenomen. Voor een ordentelijk management van de GDI-voorzieningen is dan ook van groot belang dat inhoud, governance en financiering vanaf heden onlosmakelijk bij elkaar worden gebracht. Het financieringsarrangement en bijbehorende afspraken moeten daarop toezien. De GDI voorzieningen staan niet op zichzelf en zijn op onderdelen sterk met elkaar verweven en verbonden waardoor besluitvorming over nieuwe of bestaande voorzieningen doorwerking kan hebben naar (afbouw) andere voorzieningen (zie onderstaande figuur).
5
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Scope financieringsarrangement van voorzieningen GDI Het arrangement heeft betrekking op: -
Bestaande voorzieningen (betreft gehele portfolio van huidige E-voorzieningen en stelselvoorzieningen). Doorwerking van nieuwe voorzieningen op bestaande voorzieningen uit portfolio (bijvoorbeeld evt. consequenties komst eID voor DigiD en E-herkenning). Nieuw te ontwikkelen toekomstige voorzieningen GDI, die er op dit moment nog niet zijn (bijvoorbeeld digitale kluisjes en eID).
Principes / uitgangspunten financieringsarrangement 1. Beleidswensen en -mutaties ten aanzien van bestaande maar ook toekomstige GDI voorzieningen worden inclusief financiële gevolgen en voorzien van dekking ingebracht in de governance zoals die in Nationaal Beraad van 30 september 2014 is vastgesteld (Regieraden – Nationaal Beraad – Ministeriële Commissie Digitale Overheid). 2. Er is vooraf overeenstemming over de omvang en beschikbaarheid van financiële middelen voor de gehele life-cycle van de voorziening. Daarmee is omvang van beschikbaarheid bepalend voor de inhoud, omvang en kwaliteit van het voorzieningenniveau GDI. 3. Er is bereidheid van partijen om bij te dragen in de ontwikkeling van een voorziening en indien daartoe wordt besloten ook de investering en structurele kosten van onderhoud, beheer en noodzakelijke doorontwikkeling. Kern is dat partijen bijdragen voor besluiten die worden genomen. 4. Dekking van de financiële gevolgen is voor toekomstige voorzieningen vooraf geregeld middels een van onderstaande dekkingsmogelijkheden. Daarbij kan dekking komen van overheidsorganisatie maar ook (deels) van (private) partijen buiten de overheid.
6
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Financiering binnen de overheid
Gebruiksgerelatee rde financiering binnen overheid
Gemeenschappe lijk baten management binnen overheid
Dekking (deels) buiten overheid
Generiek n.a.v. ingediende claim bij Begrotingsvoorbereiding
Tarief voor gebruik door overheidsorganisatie
Inzet van baten surplus
Beprijzen van privaat gebruik
Ex-ante budgetoverheveling o.b.v. verdeelsleutel
Beprijzen registratie of inschrijving Beprijzen van ‘aanschaf middel’
5. Voor bestaande voorzieningen wordt gekeken om de financiële dekking op basis van gebruik van deze voorzieningen in de toekomst te regelen middels een van de onder punt 4 genoemde modaliteiten. 6. Naast afspraken over dekking is voldaan aan de ‘Leidraad Financiën GDI’ (zie hierna). 7. De opdrachtnemer en opdrachtgever(s) relatie is per (groep van) voorziening verankerd in de governance waar de Digicommissaris de regie, coördinatie en eventueel de escalatie op voert. 8. Meerjarig beschikbaar stellen van middelen voor het oplossen van het financieel knelpunt (circa € 80 -100 mln. per jaar vanaf 2015) ten aanzien van bestaand portofolio GDI middels een van de te kiezen scenario’s (zie hoofdstuk 4) is bij komende Begrotingsvoorbereiding 2016 geregeld. 9. Beschikbaar te stellen bedragen gebeurt voor Rijk op departementaal niveau en wordt neergelegd op betreffende begrotingshoofdstukken. 10. Middelen beschikbaar voor GDI worden middels rapportage inzichtelijk en transparant gepresenteerd ook richting politiek. De inrichting en periodiciteit (planning & controlcyclus GDI) van een dergelijke rapportage is nog nader uit te werken, zie ook hoofdstuk 3. 11. Bij eventuele geschilpunten of niet naleven van gemaakte afspraken zal dit ter besluitvorming/escalatie worden ingebracht in de governance zoals genoemd onder punt 1. De werking van het financieel arrangement zal ook moeten worden bezien in relatie tot de bestaande rollen en verantwoordelijkheden. De komst van de Digicommissaris, het vaststellen en hanteren van de leidraad Financiën en de voorgestelde financieringsmethodiek (zie hoofdstuk 4) maakt dat ook het ‘huidige landschap’ en rollen en verantwoordelijkheden tegen het licht gehouden moet worden.
7
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Leidraad Financiën (toekomstige) GDI Zoals hiervoor is aangegeven maakt de leidraad een onderdeel uit van het financieringsarrangement. Om te borgen dat vanuit het financieel perspectief de juiste vragen op juiste moment worden gesteld ten aanzien van de GDI-voorzieningen is een leidraad Financiën opgesteld die er voor zorgt dat Financiën gedegen is verankerd. Deze leidraad moet worden gezien als aanvulling op de geldende regelgeving zoals die is voorgeschreven in de Comptabiliteitswet en de Rijksbegrotingvoorschriften van het Ministerie van Financiën. Onderstaand de nadere uitwerking. Voor een nadere toelichting van deze Leidraad Financiën zie bijlage 2. A.
Voorafgaand
1. Voorstel moet passen binnen inhoudelijke definitie GDI. 2. Voorstel is via Regieraden geaccordeerd in het Nationaal Beraad. 3. De opdrachtgever van een voorziening is uiteindelijk verantwoordelijk voor de te maken afspraken over beschikbaar zijn van voldoende budget en verstrekking van de opdracht. 4. Voorstel is financieel onderbouwd met een financieel overzicht waarin de financiële ‘life cycle’ van het voorstel is opgenomen. Dat wil zeggen inzicht in de incidentele kosten (investering, noodzakelijke (door-)ontwikkeling en vervanging) en de structurele kosten (beheer en onderhoud). 5. Voorstel is ‘prijs x volume’ onderbouwd in de zin dat helder is welke uitgangspunten eronder liggen i.i.g. met betrekking tot aantallen/volumes en prijs. Hierbij rekeninghoudend met feit dat ICT investeringen vaak te maken hebben met plateauplanningen en –financiering. Echter indien het gaat kostencomponenten met een evident structureel karakter en onomkeerbare besluiten moet wel zijn voorzien in een dergelijk onderbouwing. 6. Voorstel is financieel gedekt middels afspraken die vooraf zijn gemaakt. Dit voor totaal aan incidentele en structurele kosten over de jaren. Specifiek zijn er afspraken gemaakt over hoe om te gaan met (onvoorziene) volumegroei en kosten van doorontwikkeling. De dekking kan geschieden via de mogelijkheden zoals opgenomen in de tabel op pagina 7. 7. Voor volumegroei geldt dat de veroorzaker zorgt voor de dekking van de kosten tenzij door partijen anders overeengekomen. 8. In geval investeringen (deels) plaatsvinden op titel van negatieve business case dan wel op titel van kwalitatieve baten is sluitende en bindende dekking van de kosten eveneens vooraf geregeld. 9. Het in kaart brengen van de kosten en baten gebeurt aan de hand van een vooraf heldere en geaccepteerde methodiek waarvan externe validatie deel uit maakt. Hierbij wordt ook de impact (in kosten of baten) van het voorstel op de bestaande voorzieningen meegenomen in het totaal. Overigens kan waar baten kwantitatief niet kunnen worden uitgedrukt wellicht wel de kosten en baten van een generieke voorziening versus een ‘eigen’ voorzieningen tegenover elkaar worden gezet. 10. Vooraf zijn heldere afspraken gemaakt over hoe en welke bijdragen partijen/organisaties leveren die eventueel in later stadium willen toetreden tot gebruik van betreffende voorziening.
8
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 B.
Tijdens uitvoering
11. Gedurende het traject is opdrachtgever verantwoordelijk voor de monitoring van de voortgang als het gaat om de geraamde kosten, veronderstelde baten en overige relevante aannames. De uitvoerder signaleert ook tijdig in geval van knelpunten richting de opdrachtgever. 12. Mocht er sprake zijn van budgettaire knelpunten gedurende de uitvoering dienen deze tijdig in overleg tussen opdrachtgever en afnemers op tafel te komen zodat additioneel budget beschikbaar komt en/of ambities worden bijgesteld. Het kan geen probleem van de uitvoerder worden/zijn. 13. Vanaf 2019 is de financiering 2019 ev. geregeld via de governance.
Beheersing van de kosten GDI Door het financieringsarrangement met inbegrip van de leidraad zal er sprake moeten zijn van een financiële beheersbaarheid van de GDI. De financiële afspraken en beheersing moeten volgen op het inhoudelijke commitment dat partijen geven aan de GDI voorzieningen. Uitgaande van deze noodzakelijke verbinding tussen inhoud en financiën is het voorts van belang dat de afgesproken governance wordt gehanteerd voor beleidswensen, prioriteitstelling, aanpassingen in GDI voorzieningen etc. Inhoudelijk commitment zonder financiële dekking is ongewenst (daardoor is huidige situatie ontstaan). Op die manier kan integraal, transparant en in gezamenlijkheid worden gestuurd op de GDI.
9
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Samenvattend ziet het financieel arrangement GDI er voor de toekomst als volgt uit.
Dynamiek en Regie De vraag is wat het realiteitsgehalte is van de meerjarencijfers naarmate we verder in de toekomst kijken. Er zijn een aantal zaken die maken dat de hardheid van de cijfers naarmate we verder in de toekomst kijken sterk afneemt, te weten: -
-
aannames over onderhoud en beheer zijn door (technische)ontwikkeling achterhaald. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de huidig geraamde kosten voor onderhoud en beheer door technische ontwikkeling achterhaald zijn. kosten van te nemen veiligheidsmaatregelen. er zullen wijzigingen optreden in bestaand portfolio bijv. integratie van voorzieningen. er zullen wijzigingen optreden in bestaand portfolio als gevolg van toekomstige ontwikkelingen. Dit kan zijn doorontwikkeling en volumegroei maar ook komst van nieuwe ambities als bijv. e-id en digitale kluisjes hebben hun doorwerking naar noodzaak en omvang bestaand portfolio en daarvoor benodigde instandhoudingskosten beheer en onderhoud.
Kortom er zit en komt een dynamiek op de GDI die maakt dat de exactheid en daarmee de omvang van de benodigde middelen verder in de tijd ter discussie gesteld kan worden. Het is echter wel van groot belang dat er zekerheid en rust komt op financieel gebied als het gaat om het meerjarig beschikbaar hebben van voldoende middelen om het bestaande voorzieningenniveau. Het is onwenselijk om jaarlijks een exercitie te doorlopen als waar de Digicommissaris bij zijn aanstelling voor staat als het gaat om de financiën. Van belang is dat partijen voor bestaande GDI weten waar ze aan toe zijn en dat middelen meerjarig beschikbaar zijn. Het beschikbaar hebben van deze middelen is een uitvloeisel van het te kiezen scenario (zie hierna). Middels de scenario’s worden de benodigde middelen opgehaald, die de voorziene meerjarige kosten van de bestaande GDI voorzieningen voor 2015 en verder moeten afdekken. Door eenmalig te voorzien in een meerjarige reeks aan benodigde middelen voor het bestaand portfolio wordt voorkomen dat de financiële bijdrage discussie gaat overheersen en
10
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 overheidspartijen alleen met elkaar in gesprek zijn en blijven en er onvoldoende tijd en energie is om de gezamenlijke ambities ten aanzien van de GDI te realiseren. Het beschikbaar hebben van deze middelen wil vervolgens nog niet zeggen dat deze middelen ook daadwerkelijk meerjarig aan de partijen in de respectievelijke begroting wordt toegekend. Voorstel is om jaarlijks te bezien welk bedrag in dat jaar met eventueel doorwerking naar latere jaren beschikbaar wordt gesteld. De middelen worden vooralsnog aangehouden op -bijvoorbeeld- een aanvullende begrotingspost bij een van de partijen (Financiën, departement, gerede partij afnemers of Digicommissaris) en hierover zullen sluitende afspraken met het ministerie van Financiën over moeten worden gemaakt. Van belang is wel dat het totale bedrag op deze te creëren post wordt gehouden. Tevens dat er mogelijkheden zijn om over de jaren heen met de beschikbare middelen te kunnen schuiven als de gewijzigde / geactualiseerde inzichten daartoe aanleiding geven. Het aanhouden en niet meteen toekennen van de middelen heeft een aantal voordelen: -
-
-
-
de noodzakelijke samenhang van de financiën met de governance en inhoud is geborgd. Immers middelen worden niet buiten governance om opgehaald middels scenario’s en verdeeld. De governance vervult een expliciete rol in integrale afweging en prioritering op basis van inhoud. Waarbij inhoud van bestaande GDI ook in verband wordt gebracht met inhoud van toekomstige GDI. jaarlijks is er een scherp beeld van wat aan bestaande en toekomstige ambities gewenst is. Daardoor kan ook worden bezien wat de gevolgen van bijvoorbeeld nieuwe ambities zijn op het bestaand portfolio van GDI voorzieningen. er blijft een noodzaak aanwezig om met elkaar het gesprek aan te gaan over de bestaande voorziening in relatie tot gewenste toekomstige ontwikkelingen (doorontwikkeling, volume en nieuwe ambities). doelmatigheid van middelen is op deze wijze geborgd; immers als in toekomst blijkt dat kosten voor onderhoud en beheer van bestaande GDI ook lager uitpakken zijn er ook minder middelen nodig en kan geld voor andere zaken worden ingezet binnen de GDI.
11
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Concreet betekent dit dat de middelen die meerjarig via de scenario’s zijn opgehaald alleen voor 2015 worden toegekend. Eventueel kan een meerjarige reeks worden toegekend als het evident is dat er in 2015 kosten worden gemaakt die 100% doorwerking zullen hebben naar latere jaren. Denk bijvoorbeeld aan compensatie rentekosten als gevolg van een beroep op de leenfaciliteit. Vraag die ook nog speelt is of alleen de benodigde middelen voor het opvangen van de tekorten wordt vrijgemaakt en gereserveerd op een aanvullende post of dat ook de reeds beschikbare budgetten voor e-overheid binnen de diverse begrotingen van partijen worden opgenomen in deze post. Daarmee is de totale omvang van het budget e-overheid centraal of decentraal gemarkeerd. Van belang is dat naast het meerjarig oplossen van de tekorten ook de reeds aanwezige middelen in de begrotingen van diverse partijen meerjarig beschikbaar blijven voor de GDI. Concreet betekent dit dat de volgende middelenreeksen meerjarig worden ingezet voor de GDI en als zodanig worden geoormerkt. De Digicommissaris zal deze reeksen nog inzichtelijk maken.
12
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
3. Wijze van rapportage GDI middelen Integraal en (politiek) zichtbaar Kenmerkend voor de situatie in het verleden is o.a. dat de GDI voorzieningen niet integraal werden afgewogen en er geen afdoende meerjarig inzicht in de kosten en benodigde dekking aanwezig was. Dit heeft ook consequenties voor de wijze waarop de GDI in budgettaire zin is/wordt gepresenteerd. In financiële zin zijn de GDI voorzieningen ‘weggestopt’ in de begrotingen van de diverse partijen. Aan de voorkant zijn er geen budgetten vrijgemaakt en geoormerkt voor de ambities op het GDI domein. Als er gedurende de uitvoering knelpunten optreden (bijv. Mijn Overheid in 2014) worden er binnen de bestaande begrotingen middelen vrijgemaakt dan wel loopt een tekort mee naar latere jaren. Dit zorgt er voor dat benodigde middelen voor GDI voorzieningen niet of onvoldoende zijn geraamd en dat onverwachts opkomende kosten voor de GDI budgettaire niet inzichtelijk en transparant zijn. Daarmee zijn de benodigde middelen voor de GDI binnen de begrotingen van de betrokken partijen continue ‘in concurrentie’ met andere aanwendingen, waar voor veelal wel aan de ‘voorkant’ is gebudgetteerd. Kortom vanaf 2015 -en zeker met ingang van begroting 2016- is meerjarige budgettering van de GDI voorzieningen gewenst en zodanig dat een integraal overzicht en inzicht kan worden gepresenteerd. Voor het integraal en meerjarig presenteren van de benodigde budgetten van de GDI voorzieningen zijn diverse modaliteiten van rapportage denkbaar (zie onderstaande tabel).
De verschillende modaliteiten kunnen beschouwd worden op een continuüm met een verloop van een gedeelde (politiek-bestuurlijke) verantwoordelijkheid voor (elementen) van de GDI (varianten 1, 2 en 3) naar een gebundelde (politiek-bestuurlijke) verantwoordelijkheid (varianten 4, 5 en 6). De modaliteiten 4, 5 en 6 betekent dat de rapportage GDI in begrotingstermen onder één politiek verantwoordelijke bewindspersoon komt te vallen. Voor 2015 -en gegeven de politieke en
13
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 bestuurlijke verantwoordelijkheden- is het echter zaak eerst de basis op orde te krijgen en de werking van de nieuwe governance op de GDI (samenhang tussen inhoud, governance en financiën) zich te laten bewijzen. Modaliteit 1 is in lijn met de huidige situatie. De modaliteiten 1, 2 en 3 sluiten hier bij aan, waarbij vanaf variant 3 een coördinerend bewindspersoon is verondersteld overeenkomstig de minister van Buitenlandse Zaken ten aanzien van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS)1. Om recht te kunnen doen aan de ambitie om de GDI integraal te besturen is het jaarlijks opstellen van een extracomptabel overzicht –als onderdeel van het Digiprogramma- een wezenlijke (eerste) stap (modaliteit 2). In dat overzicht worden dan opgenomen de kosten behorende bij de GDI voorzieningen (basisregistraties, stelselvoorzieningen en instrumenten e-overheid). Tevens moeten de kosten (uitgesplitst naar incidentele kosten zoals programmakosten en doorontwikkeling/ investeringen versus meerjarige kosten van onderhoud, beheer en exploitatie) en de kwantitatieve baten inzichtelijk zijn. Door middel van dit overzicht kan dan ook inzichtelijk worden gemaakt wat de eventuele financiële impact is op bestaande portfolio van te nemen beslissingen. Dit voorstel kan periodiek worden geagendeerd voor Nationaal Beraad en ook extern worden gepresenteerd richting de Tweede Kamer. Een dergelijk overzicht zal de Digicommissaris in overleg met de betrokken partijen uitwerken.
1
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende departementen op het gebied van buitenlands beleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming binnen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlands beleid.Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) en de overige uitgaven voor het buitenlands beleid (non-ODA). De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlands buitenlands beleid en daarmee de HGIS. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS. Twee keer per jaar wordt er verantwoording afgelegd aan de Tweede Kamer over de HGIS. Parallel aan het rijksbegrotingsproces wordt op Prinsjesdag de HGIS-nota aangeboden. Op de derde woensdag van mei (verantwoordingsdag) wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven aan internationale samenwerking die op de verschillende departementale begrotingen staan.
14
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
4. Bestaande financiële problematiek en scenario’s Omvang bestaande problematiek Het bestaande voorzieningenniveau van de GDI -dat wil zeggen: de stelselvoorzieningen en de instrumenten e-overheid- kampt vanaf 2015 en verder met een structureel tekort van circa € 80100 mln. (zie onderstaande tabel).
Totstandkoming en toelichting bij de cijfers De cijfers opgenomen in bovenstaande tabel zijn tot stand gekomen door uitvraag te doen bij Logius en de directie Burgerschap en Informatiebeleid en een toets vanuit de directie Financieel Economische Zaken van BZK. Voorts zijn deze cijfers in combinatie met de inhoud besproken met vertegenwoordigers van uitvoeringsorganisaties namens de leiding van deze organisaties. Vertegenwoordigers van de betrokken FEZ directies en de Inspectie Rijksfinanciën zijn meegenomen en reacties zijn meegenomen in de cijferopstelling en onderbouwing van de
15
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 scenario’s. Aan geen van de partijen is een voorkeur gevraagd voor genoemde standpunten in deze nota. De cijfers voor 2015 als het gaat om de beschikbare middelen voor de GDI zijn voor 2015 onderbouwd middels beschikbare opdrachtbrieven, die door de opdrachtgever(s) en Logius en DICTU als opdrachtnemer zijn ondertekend. Waar overigens ook zoals reeds opgemerkt opdrachtbrieven zijn ondertekend die niet voorzien zijn van (voldoende) beschikbare dekking. De benodigde middelen voor 2016 en verder zijn gebaseerd op een inschatting van huidige informatie en extrapolatie inzicht 2015. Daarbij is de lijn van de Digicommissaris dat de meerjarig benodigde middelen die beschikbaar moeten komen er toe dienen dat het bestaande portfolio van voorzieningen in stand kan worden gehouden qua onderhoud en strikt noodzakelijke doorontwikkeling (must haves). Waar keuzes te maken zijn in de toekomst (bijv. upgrades of doorontwikkeling) dan wel sprake is van beleidswensen zijn hiervoor geen middelen meerjarig opgenomen in bovenstaande tabel. Te maken keuzes en wensen zullen inclusief dekkingsvoorstel onderdeel uitmaken van de leidraad en via de governance moeten worden ingebracht. Kortom er wordt voorgesteld om meerjarig het tekort op te lossen uitgaande van de vastgestelde GDI definitie. Het gaat om kosten die onoverkomelijk gemaakt worden om het bestaande portfolio in de lucht te houden op basis van reeds gemaakte keuzes. Zo zijn alleen die kosten van doorontwikkeling meegenomen die zich hoe dan ook zullen voordoen. Daar waar er nog keuzemogelijkheden zijn, zijn deze kosten niet meegenomen. Het tekort op het bestaande voorzieningenniveau is in hoofdzaak terug te voeren op volgende oorzaken: -
De discussie over de voorziening is gevoerd over de inhoudelijke specificaties zonder dat is afgesproken waar en hoe in de benodigde dekking van de kosten is voorzien. Opdrachtbrieven zijn ondertekend zonder dat de benodigde middelen zijn gedekt. Destijds zijn geen of onvoldoende middelen geraamd voor de kosten van onderhoud en beheer. De kosten van technische doorontwikkeling en veiligheidsaanpassingen zijn niet voorzien of te laag geraamd. De toename van volumes is groter dan destijds geraamd.
Het hierboven genoemde tekort zal vervolgens door middel van een te kiezen scenario (zie hierna) moeten worden gedekt. Uitdrukkelijk zij nogmaals vermeld dat het hier gaat om een tekort dat de bestaande situatie betreft. Echter ook voor het bestaande portfolio kunnen hernieuwde / andere financieringsarrangement worden afgesproken. Daarmee kan voor de (middel-)lange termijn een aantal maatregelen /acties worden genomen waarmee dit tekort verder te mitigeren.
Beleidskeuzes Bezien in hoeverre gemaakte beleidskeuzes uit het verleden heroverwogen kunnen worden (i.c. wel kiezen om kosten door te berekenen naar afnemers en gebruikers). Bijvoorbeeld of richting de toekomst private partijen niet mee zouden moeten betalen aan de instandhouding van voorzieningen. Er is een aantal beleidsmatige keuzes voorhanden die maakt dat de omvang van het tekort zeker in latere jaren deels of geheel kan worden afgewenteld door andere politiek- / beleidsuitgangspunten te kiezen.
Efficiency De doorrekening van de meerjarig benodigde kosten voor het in stand houden van de bestaande GDI portfolio is berekend met kennis en stand van dit moment. Door toename van gebruik, integrale regievoering op (niveau van) GDI-voorzieningen etc. is er wellicht ook efficiency te
16
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 behalen. De opdrachtgevers, afnemers en uitvoerders kunnen een taakstelling op deze titel meekrijgen waarmee het tekort kan worden gereduceerd.
Basis op orde en rust Voorstel is om genoemd tekort van circa € 80-100 mln. per jaar vanaf 2015 en later jaren middels te kiezen scenario te dekken en de middelen die op deze wijze bij de betrokken partijen worden opgehaald alvast op een aanvullende post te zetten. Dit conform de werking van de systematiek zoals in vorige hoofdstuk beschreven. In 2015 zal de Digicommissaris voor (groepen van) de GDI voorzieningen bekijken met betrokken partijen of en hoe verdere nuancering tussen partijen in financiële dekking van voorzieningen kan worden gerealiseerd. Dit naast uit te werken businesscase methodiek. Het gaat dan om afspraken omtrent: -
-
het feit dat ‘vroeg intredende partijen’ veelal worden geconfronteerd met de ontwikkelkosten en relatief hogere kosten /bijdragen. Partijen die later intreden kunnen door de groei in volumes / gebruik maken van een voorziening tegen lagere kosten. het gegeven dat doorontwikkelkosten periodiek opkomen en wellicht beter structureel in het tarief verdisconteerd kunnen worden. partijen uitgaan van een dalende prijsstelling bij een toename van gebruik en volumes, die door de uitvoerende partij wordt gehanteerd. bij aanvang er onvoldoende tot geen middelen aanwezig zijn en afspraken gemaakt moeten worden over voorfinanciering. Dit kan tussen partijen onderling maar ook met het ministerie van Financiën.
Het is van belang dat voor het bestaand portfolio helder en zeker is dat de benodigde middelen meerjarig beschikbaar zijn en dat dit niet afhankelijk wordt gemaakt in afwachting van verdere discusie, beleid etc. Helder is dat in de toekomst zowel binnen het bestaand portfolio veranderingen kunnen optreden dan wel nieuw beleid ten aanzien van de GDI en voorzieningen doorwerking heeft op het bestaande portfolio. In het voorstel om jaarlijks over de aanwending van de GDI middelen te spreken in het licht van nieuwe ontwikkelingen en beleidswensen op dat moment hoort ook de mogelijkheid dat indien er aanvullende financiering wordt gerealiseerd ten aanzien van bestaande voorziening middelen (bijv. door verrekening private partijen, doorbelasting, etc.) kunnen terugvloeien naar partijen die bijgedragen hebben aan het dekken van de bestaande problematiek.
17
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Specificatie en oorzaken tekort GDI Alvorens in te gaan op de scenario’s voor dekking zal het tekort op de huidige GDI nader worden gespecificeerd op voorzieningenniveau.
Tabel 2: tekorten per GDI voorziening
A. E-voorzieningen overheid 1. DigiD 2. Berichten box Burgers 3. Digipoort OTP 4. Digipoort KIS 5. eID Stelsel 6. eID middel 7. NORA 8. Overig B. Bureau Digicommissaris
Totaal
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
-12,8 -25,2 -6,5 -14,1 -10,2 pm -0,4 -2,0
-19,4 -23,0 -6,5 -25,8 -11,8 pm -0,4 -10,2
-26,4 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 pm -0,4 -7,6
-30,7 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 pm -0,4 -2,7
-35,1 -21,0 0,0 -26,4 -9,5 pm -0,4 -1,6
-4,0
-4,0
-4,0
-4,0
0,0
-75,2
101,1
-95,4
-94,7
-94,0
Scenario’s voor dekking bestaand tekort Binnen de GDI is een dekkingsprobleem ontstaan. Volgens de begrotingsregels lost het verantwoordelijke departement dit in eerste instantie zelf op in overleg met Financiën. Eventueel vindt opschaling naar de MR plaats waar op een generale manier dekking kan worden geregeld (meevallers, EMU-saldo). Voor de GDI is in afwijking hierop door de Ministerraad (21 februari 2014) in het Besluitvormingsmemorandum 2015 de opdracht gegeven aan de Digicommissaris om dekkingsvoorstellen te doen ten aanzien van de GDI. Hieronder een duiding van de verschillende scenario’s. Onafhankelijk van het te kiezen scenario zal het toe te delen bedrag op het niveau van departement worden neergelegd en niet op de onderliggende uitvoeringsorganisaties. Het gebruik van de voorzieningen vindt veelal plaats door uitvoeringsorganisaties, ZBO’s, gemeenten, provincies en waterschappen en in mindere mate door een of meerdere departementen op Rijksniveau. Kortom het aandeel van de Manifest partijen en Klein LEF is doorvertaald naar departementsniveau. Het is vervolgens aan het betrokken departement of en hoe het bedrag verder te verrekenen met de betrokken partijen. De Digicommissaris is niet bevoegd te oordelen hoe binnen de begrotingshoofdstukken deze bedragen door te vertalen. Voor medeoverheden zal maatwerkafspraken moeten worden gemaakt omtrent hun eventuele bijdragen.
18
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Er kan gekozen worden voor allerlei technische rekengrondslagen zoals budgettaire omvang, ICTbudget, formatie etc. Dit leidt tot discussies over details en definities (die niet eenduidig blijken te zijn). Om een dergelijke discussie te voorkomen is naast het generale scenario gekozen voor een drietal relatief simpele en herleidbare voorstellen. Bovendien blijkt dat kijkend naar de GDI voorzieningen ook specifiek naar die voorzieningen waar de tekorten zitten met name de Belastingsdienst, UWV en SVB relatief grote afnemers daarvan zijn. De private partijen maken eveneens gebruik van de GDI voorzieningen. Zo is circa 8% van de totale authenticatie van burgers bij DigiD toe te rekenen aan private organisaties met een publieke taak met name de zorgverzekeraars. De verwachting is dat dit gebruik komende jaren zal toenemen. In het verleden is de beleidslijn gekozen deze partijen niet te belasten voor gebruik GDI specifiek DigiD. Voor doorbelasting aan oa private partijen moet de beleidslijn gewijzigd worden, waardoor ook de financieringsdruk bij de huidige partijen afneemt. Overigens opgemerkt dat de keuze om deze organisaties te laten bijdragen een wettelijke aanpassing betekent en niet met onmiddellijke ingang is te realiseren. In de scenario’s zij IPO/VNG/UVW opgenomen als entiteit voor de lokale overheid. De verdeelsleutel tussen deze organisaties van het genoemde bedrag zal in overleg met deze organisaties plaatsvinden na besluitvorming. Als uitgangspunt hiervoor kan dezelfde lijn gekozen worden als de verdeel systematiek tussen partijen in de scenario’s.
Scenario I: ‘Vast bedrag per partij’ In dit scenario is de totale problematiek gedeeld door betrokken departementen plus lokale overheden, die gebruik maken en/of beleidsmatig betrokken zijn bij de GDI voorzieningen. Deze variant slaat alle deelnemers gelijk aan ongeacht gebruik. Redenering hierbij is dat de GDI voorzieningen door alle partijen worden gebruikt en dat vanuit die gezamenlijkheid naar de GDI wordt gekeken. Daarmee moet de energie gaan zitten in samen met elkaar de GDI verder brengen en de kansen van de GDI voor de overheid, burgers, bedrijven en uiteindelijk de gehele samenleving benutten. Daar waar anders de energie dreigt weg te lopen in het interne spel en discussie over de cijfers tussen de diverse partijen.
19
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Scenario II: Naar aard van voorzieningen en gebruik Bij dit scenario wordt rekening gehouden met de aard van de GDI voorzieningen en is het profijtbeginsel leidend. De grondslag van het profijtbeginsel kan op vele manieren worden ingevuld, bijv. begrotingsomvang, aantal fte, etc. In scenario II, is gekozen voor het gebruik van de GDI voorziening door partijen. Uitgangspunt is dat degene die er gebruik van maken hebben er ook het meeste belang bij hebben en dus verantwoordelijk voor de oplossing. Zo zijn er allereerst gemeenschappelijke voorzieningen waaronder bijvoorbeeld de stelselvoorzieningen die feitelijk door alle partijen worden gebruikt bijvoorbeeld als er gebruik wordt gemaakt van het ophalen van informatie uit de basisregistraties. Daarnaast zijn er voorzieningen waar gebruik goed valt af te meten en waar alle partijen directie dan wel indirect voordeel hebben. Voorbeeld is hiervan is Digid dat burgers in staat stelt om overheid relatief eenvoudig en eenduidig te benaderen. Mede daardoor wordt de randvoorwaarde gerealiseerd waarmee overheidsorganisatie in kwestie door deze voorziening processen versnellen of ontlasten, en efficiency kunnen realiseren ten opzichte van fysieke dienstverlening en voorkomen van fraude als indirect effect. De voorzieningen die door alle partijen worden gebruikt zijn naar alle partijen omgeslagen. Daar waar er specifieke gebruikerscijfers zijn van voorzieningen (bijv. DigiD, Berichtenbox, Digipoort) deze naar gebruikende partijen zijn omgeslagen. In dit scenario is een correctie doorgevoerd voor de Belastingdienst omdat deze in het verleden relatief fors heeft bijgedragen aan de ontwikkeling en bijgedragen in de kosten van een voorziening. Hierdoor kunnen andere partijen ‘relatief goedkoop’ aanhaken. Deze bijdrage was noodzakelijk omdat er onvoldoende middelen bij nieuw beleid beschikbaar zijn gesteld.
20
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Scenario III:
Staffel naar gebruik GDI voorzieningen
In dit scenario is in lijn met scenario 2 gekeken naar het gebruik van de GDI voorzieningen van de betrokken partijen. Er is daarbij meer geabstraheerd van de onderliggende cijfers omdat die aan de ene kant een goed gedegen inzicht geven maar aan de andere kant ook een moment opname zijn. In dit scenario wordt de intensiteit van het gebruik van de GDI teruggebracht tot een staffelindeling gemaakt naar ‘laag gebruik’, ‘middel gebruik’ en ‘hoog gebruik’. De onderlinge verhouding van de staffels is factor 3 van ‘laag naar middel’ en van ‘middel naar hoog’.
21
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Scenario IV: Generale dekking Deze variant is cijfermatig niet verder uitgewerkt omdat hiervoor en qua bedragen alleen op politiek niveau commitment kan worden afgegeven. Indien er deels generale middelen beschikbaar komen zal dit een doorwerking hebben naar de te dekken bedragen van overige dekkingsscenario’s. Redenering achter dit scenario is dat de ontstane problematiek niet toewijsbaar is naar bepaald aantal partijen. Daarbij zijn ten aanzien van de investeringen in de GDI voorzieningen destijds een aantal aannames gehanteerd zoals kosten gaan voor de baten, GDI verdient zichzelf terug, geen inzicht en raming in structurele kosten etc., die zich deels hebben gemanifesteerd dan wel zijn deze niet inzichtelijk gemaakt en geoormerkt voor de GDI. Voorts belangrijk inhoudelijk punt is dat lang niet alle generieke voorzieningen zelfs maar baten genereren, anders dan maatschappelijke baten. Zo leveren voorzieningen als DigiD en Digipoort geen enkele noemenswaardige overheidsbesparing op (integendeel: meestal ook aan zijde gebruikende overheidsdiensten extra investeringen), maar zijn ze nodig voor administratieve lastenverlichting richting burgers en bedrijven, soepel logistiek proces in de mainports, voldoen aan EU-verplichtingen, betere veiligheid en betrouwbaarheid van private en overheidsdienstverlening, fraudebestriiding en fraudepreventie etc. Voor zover het aan overheidszijde baten oplevert zijn dat baten die in de algemene middelen vallen zoals minder belastingderving en minder ten onrechte uitkeren van toeslagen of uitkeringen als gevolg van fraudebestrijding etc. Dan wel zijn deze baten ten aanzien van bestaand portofolio ingezet voor de invulling van andere taakstellingen. Het onderliggende uitgangspunt van generale dekking is het solidariteitsprincipe. Dekking op MRniveau ligt in deze casus voor de hand gezien de ambities uit het Regeerakkoord en het cruciale belang van de GDI voor het functioneren van de overheid naar burgers en bedrijf. Wanneer dit onwenselijk wordt geacht gezien de financiële positie van de rijksfinanciën, dan kan aan een generieke omslag worden gedacht volgens een van de andere scenario’s. Het generieke financieren voorkomt aantal perverse prikkels:
Voorlopers/launching customers van GDI-voorzieningen worden niet gestraft voor hoge (aanvangs-)kosten. De kosten staan in veel gevallen niet in verhouding tot de mate van gebruik. Veel vaste kosten en veel variabel per burger (vergeten wachtwoord) i.p.v. per login bijvoorbeeld. Voorkomt dat eigen voorzieningen worden ontwikkeld. Als wordt betaald naar gebruik kan een partij naast weging van haalbaarheid, doorlooptijd etc. zelf voor de goedkoopste optie kiezen. Voorkomt oeverloze discussies over wat een rechtvaardige kostenverdeling is. Wie in welke staffel? Wie maakt hoeveel gebruik van welke voorziening?
Vanuit het ministerie van Financiën, Inspectie Rijksfinanciën is aangegeven dat dit scenario politiek onhaalbaar is en daarmee is generale dekking volgens hen geen optie. Dit in tegenstelling tot de overige partijen.
Voorjaarsnota 2016 /Begrotingsvoorbereiding 2016 Doel is dat de Ministeriële Commissie Digitale Overheid de voorkeur voor een scenario uitspreekt dan wel één scenario krijgt voorgelegd als het Nationaal Beraad daartoe besluit. Vervolgens zullen de departementen de uitkomsten mee moeten nemen in hun Begrotingsvoorbereidingstraject 2016 en uiteindelijk verwerken in hun begrotingen. De uiteindelijke afhechting van de gemaakte afspraken zal plaatsvinden in het Besluitvormingsmemorandum 2016.
22
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
5. Vervolgtraject Op basis van deze notitie is ook een 2-pager opgesteld en een aanbiedingsnota met daarin een 4tal beslispunten voor het Nationaal Beraad van 10 februari 2015 en de Ministeriële Commissie Digitale Overheid (MCDO) van 3 maart 2015, te weten: 1. 2. 3. 4.
Akkoord Akkoord Akkoord Akkoord
te te te te
gaan gaan gaan gaan
met met met met
‘Leidraad Financiën’. scenario/dekkingsvoorstel. ‘Financieringsarrangement’. ‘Periodiek opleveren van GDI rapportage’.
De uitkomsten van de MCDO zullen uiteindelijk verwerkt worden in het begrotingsvoorbereidingstraject 2015/2016. Hierbij ook rekeninghoudend met de afwijkende tijdspaden en momenten die gelden voor gemeenten, provincies en waterschappen.
23
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 1 :
Verklarende woordenlijst
Authenticatie
Identificatie &
Index eID-Stelsel DigiD (incl. DigiD Buitenland) eHerkenning DigiD machtigen
Overheid.nl Antwoord voor Bedrijven Digitaal Ondernemersplein
Dienstverlening
Mijnoverheid.nl (incl. Lopende Zaken, Mijn gegevens) Berichtenbox voor burgers Berichtenbox voor bedrijven Ondernemingsdossier Standard Business Reporting eFactureren Samenwerkende Catalogi
Digikoppeling Digilevering Digimelding
Gegevens
Stelselcatalogus Basisregistratie Personen (BRP) (=GBA + RNI) Handelsregister (NHR) Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) Basisregistratie Topografie (BRT) Basisregistratie Kadaster (BRK) Basisregistratie Voertuigen (BRV) Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen (BLAU)
24
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Basisregistratie Inkomen (BRI) Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Basisregistratie Ondergrond (BRO) Beheervoorziening BSN
Interconnectiviteit
Diginetwerk
Digipoort
Certificering/PKI Overheid
Standaarden incl. ‘pas toe of leg uit’-lijst
Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA)
25
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Identificatie& Authenticatie
eID-Stelsel Het eID-Stelsel wordt de nieuwe standaard waarmee de identiteit en bevoegdheid van iemand, die online een transactie wil doen, met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Met het eID-Stelsel kunnen gebruikers digitale diensten bij publieke en private organisaties afnemen met een eID-middel van hun keuze. Zo'n middel kan bijvoorbeeld DigiD zijn, maar ook een bankpas/reader.
Meer informatie: http://www.eidstelsel.nl
DigiD (incl. DigiD Buitenland) DigiD is een legitimatiemiddel voor het internet. Met DigiD kunnen gebruikers inloggen op websites van de overheid en van de zorgsector. Een DigiD bestaat uit een gebruikersnaam en een wachtwoord dat de gebruiker zelf kiest.
Meer informatie: https://www.digid.nl/
eHerkenning eHerkenning is een soort DigiD voor bedrijven. Ter vergelijking: burger loggen met DigiD in bij de overheid, bedrijven gebruiken eHerkenning als identificatiemiddel. Een belangrijk verschil is dat DigiD wordt verstrekt door de overheid en eHerkenning door commerciële bedrijven. Het beheer van het afsprakenstelsel wordt verzorgd door de overheid.
Meer informatie: https://www.eherkenning.nl
DigiD machtigen Met DigiD machtigen kan iemand een andere persoon machtigen om zaken met de overheid te laten regelen. Daarbij hoeft de verstrekker niet de eigen, persoonlijke DigiD af te geven.
Meer informatie: https://www.digid.nl/machtigen
26
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Dienstverlening Overheid.nl De website Overheid.nl is een platform waarop informatie en diensten van alle overheden staan.
Meer informatie: https://www.overheid.nl/ Antwoord voor Bedrijven Antwoord voor bedrijven is een informatieloket van de Nederlandse overheid gericht op bedrijven. Het bevat vooral informatie waarvan de overheid de afzender is. Bijvoorbeeld vergunningen, vereisten, wetten, regels, belastingen en subsidies. Antwoord voor Bedrijven is onderdeel geworden van Ondernemersplein.nl. Op deze website is ook andere informatie, specifiek gericht op ondernemers, ondernemers, te vinden.
Meer informatie: http://www.ondernemersplein.nl
Digitaal Ondernemersplein Op Ondernemersplein.nl staat alle informatie van de (semi-)overheid op het vlak van ondernemen. Van wetgeving tot belastingregels, van subsidies tot branche-informatie.
Meer informatie: http://www.ondernemersplein.nl/
Mijnoverheid.nl (incl. Lopende Zaken, Mijn gegevens) MijnOverheid.nl is een persoonlijke website voor overheidszaken. Deze internetpagina geeft burgers onder meer toegang tot post (berichtenbox), inzicht in persoonlijke gegevens (hoe staat een burger geregistreerd in bepaalde basisregistraties) en lopende zaken (status van een aanvraag).
Meer informatie: https://mijn.overheid.nl/?r=1 Berichtenbox voor burgers De Berichtenbox van MijnOverheid.nl is de persoonlijke brievenbus waarin burgers post van onder meer de Belastingdienst, RDW, SVB en UWV kunnen ontvangen.
Meer informatie: https://mijn.overheid.nl/?r=1 Berichtenbox voor bedrijven De Berichtenbox voor bedrijven is een beveiligd e-mailsysteem. Hiermee kunnen ondernemers digitaal berichten uitwisselen met overheidsorganisaties.
27
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Meer informatie: https://www.ondernemersplein.nl/berichtenbox-voor-bedrijven/
Ondernemingsdossier Het Ondernemingsdossier stelt ondernemers in staat om bepaalde bedrijfsgegevens eenmalig vast te leggen en meerdere keren beschikbaar te stellen aan overheden. Het gaat om informatie die van belang is voor toezichthouders en/of vergunningverleners.
Meer informatie: http://www.ondernemingsdossier.nl Standard Business Reporting SBR is de nationale standaard voor de digitale uitwisseling van alle bedrijfsmatige rapportages. Bedrijven in Nederland zijn verplicht om jaarlijks (financiële) rapportages aan te leveren. Meestal aan banken en overheden. Het eenmalig inrichten van de bedrijfsadministratie volgens SBR zorgt voor efficiënt hergebruik van gegevens. Met Standard Business Reporting wordt rapporteren beter, sneller en eenvoudiger.
Meer informatie: http://www.sbr-nl.nl eFactureren Onder eFactureren wordt verstaan het digitaal verzenden, ontvangen en verwerken van facturen tussen bedrijven en overheden. Het gaat niet om facturen die per mail als PDF of Officedocument worden verzonden en ontvangen. eFactureren gaat een stap verder, het maakt van een factuur een gestructureerd digitaal bestand dat elektronisch wordt aangeleverd.
Meer informatie: http://www.e-factureren.info https://www.logius.nl/diensten/e-factureren Samenwerkende Catalogi Samenwerkende Catalogi is een verwijsmechanisme voor productinformatie van overheidsorganisaties (zowel lokaal, regionaal als landelijk). Deelnemende organisaties publiceren enerzijds metadata over hun producten conform de Standaard voor Samenwerkende Catalogi. Anderzijds tonen zij de producten van andere organisaties op hun eigen website.
Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/samenwerkende-catalogi
28
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Gegevens Digikoppeling Digikoppeling is een set van (koppelvlak)standaarden die elektronisch berichtenverkeer tussen overheden regelt. De verschillende koppelvlakstandaarden omvatten logistieke afspraken. Digikoppeling is als het ware een digitale postbode: het regelt niet de inhoud, maar de logistiek van zaken.
Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digikoppeling
Digilevering Digilevering is een generieke abonnementenvoorziening voor het verstrekken van gebeurtenisberichten. Een gebeurtenisbericht is bijvoorbeeld de geboorte van een persoon, het starten van een bedrijf of een verandering in iemands inkomen. Afnemers van basisregistraties ontvangen via Digilevering wijzigingen in de vorm van deze gebeurtenisberichten. Dit zorgt voor actuele en accurate gegevens over burgers en bedrijven. Digilevering maakt onderdeel uit van het Stelsel van Basisregistraties.
Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digilevering
Digimelding Digimelding is één van de instrumenten om de kwaliteit van basisregistraties te borgen. Met Digimelding kunnen overheden (vermeende) onjuistheden in de gegevens van Basisregistraties terugmelden aan de bronhouders van die Basisregistraties. Bronhouders onderzoeken de fout en verbeteren deze zo nodig in de Basisregistratie.
Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digimelding
Stelselcatalogus De Stelselcatalogus geeft gebruikers, afnemers, leveranciers en anderen een volledig beeld van de beschikbare gegevens, begrippen en hun betekenis binnen het Stelsel van Basisregistraties. De nieuwe Stelselcatalogus is een instrument om de overheidsdoelstelling van ’eenmalige gegevensaanlevering en meervoudig gebruik’ te realiseren.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/stelselvoorzieningen/stelselcatalogus
29
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Basisregistratie Personen (BRP) (=GBA + RNI) De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens over alle ingezetenen en nietingezetenen van Nederland. Met deze laatste categorie worden personen die niet in Nederland wonen, of hier slechts kort verblijven, maar die een relatie hebben met de Nederlandse overheid, bedoeld. In de BRP staan onder andere de volgende persoonsgegevens: naam, voornamen, geboortedatum, burgerlijke staat en familiebanden. Uiterlijk in 2016 moeten alle gemeenten met deze registratie werken.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-personen
Handelsregister (NHR) Het Handelsregister is de basisregistratie waarin alle rechtspersonen en ondernemingen in Nederland zijn opgenomen.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/handelsregister
Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is de registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistraties-adressen-en-gebouwen
Basisregistratie Topografie (BRT) De Basisregistratie Topografie bestaat uit digitale topografische bestanden, veelal kaarten, op verschillende schaalniveaus.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-topografie
30
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Basisregistratie Kadaster (BRK) De Basisregistratie Kadaster (BRK) bevat informatie over percelen, eigendom, hypotheken, beperkte rechten (zoals recht van erfpacht, opstal en vruchtgebruik) en leidingnetwerken. Daarnaast staan er kadastrale kaarten in met perceel, perceelnummer, oppervlakte, kadastrale grens en de grenzen van het rijk, de provincies en gemeenten.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-kadaster
Basisregistratie Voertuigen (BRV) In de Basisregistratie Voertuigen (BRV) staan gegevens van voertuigen, kentekenbewijzen en personen aan wie het kentekenbewijs is afgegeven.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-voertuigen
Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen (BLAU) BLAU is de beoogde Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen. BLAU bestaat voor een deel uit de gegevens van de huidige Polisadministratie van UWV. Deze polisadministratie bevat gegeven over lonen, uitkeringen en arbeidsverhoudingen van alle werknemers in Nederland.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-voor-lonen-arbeidsverhoudingen-en-uitkeringen
Basisregistratie Inkomen (BRI) In de Basisregistratie Inkomen staat het verzamelinkomen of het belastbaar jaarloon van burgers. Overheidsorganisaties gebruiken de BRI om de hoogte van toeslagen, subsidies of uitkeringen te bepalen.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-inkomen
31
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) De Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) maakt het mogelijk dat de in de WOZbeschikking vastgestelde WOZ-waarde door alle overheidsorganisaties, die daarvoor een wettelijke taak hebben, gebruikt kan worden.
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-waarde-onroerende-zaken
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt de gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en natuur zijn hierin vastgelegd.
Meer informatie: http://www.svb-bgt.nl/Home2/default.aspx http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-grootschalige-topografie
Basisregistratie Ondergrond (BRO) In de basisregistratie Ondergrond (BRO) worden alle relevante bodem- en ondergrondgegevens op een centraal punt beheerd en beschikbaar gesteld. Dit maakt hergebruik van data mogelijk en voorkomt dubbel onderzoek.
Meer informatie: http://www.broinfo.nl/ http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-ondergrond
Beheervoorziening BSN De Beheervoorziening burgerservicenummer (BV BSN) omvat alle voorzieningen die zorgen voor het genereren, distribueren, beheren en raadplegen van het BSN. Via de BSN zijn ook de originele registraties, die vaak zogenoemde identificerende gegevens bevatten, raadpleegbaar.
Meer informatie: http://www.bprbzk.nl/BSN/Beheervoorziening_BSN_BV_BSN
32
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Interconnectiviteit Diginetwerk Diginetwerk is het besloten netwerk van de overheid. Diginetwerk maakt het veilig uitwisselen van gegevens, die een hoge mate van beveiliging vereisen, tussen overheden mogelijk. Diginetwerk bestaat uit een aantal aan elkaar gekoppelde, specifieke, besloten overheidsnetwerken.
Meer informatie: https://www.logius.nl/diensten/diginetwerk
Digipoort Digipoort regelt het berichtenverkeer tussen overheid en bedrijfsleven. Overheden kunnen Digipoort inzetten om bedrijfs- en ketenprocessen te automatiseren. Digipoort bestaat uit twee onderdelen: Digipoort OTP en Digipoort PI. OTP staat voor OverheidsTransactiePoort en regelt basaal de logistieke kant van het berichtenverkeer. PI staat voor ProcesInfrastructuur en kan ook berichten inhoudelijk ‘uitlezen’ en daarop controles uitvoeren.
Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digipoort
Certificering/PKI Overheid Digitale certificaten zijn nodig om de betrouwbaarheid van informatie-uitwisseling, via e-mail en websites en over netwerken, conform Nederlandse wetgeving te waarborgen. Een certificaat is als het ware een legitimatiebewijs van een website of ICT-systeem. PKIoverheid is het certificaat dat waarborgt dat een dienstafnemer met een officiële overheidsinstantie communiceert.
Meer informatie: https://www.logius.nl/diensten/pkioverheid
Standaarden incl. ‘pas toe of leg uit’-lijst Standaarden bevorderen het uitwisselen van gegevens tussen overheidsorganisaties. Forum Standaardisatie beheert de ‘pas toe of leg uit’-lijst met verplichte open standaarden die gelden voor de gehele publieke sector.
Meer informatie: https://www.forumstandaardisatie.nl
33
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) De Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) bevat principes, beschrijvingen, modellen en standaarden voor het ontwerp en de inrichting van de elektronische overheid. Het is een instrument dat door overheidsorganisaties kan worden gebruikt in de verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. In 2009 is NORA door het kabinet vastgesteld als norm voor de overheid.
Meer informatie: http://www.noraonline.nl/wiki/NORA_online
34
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 2 : Toelichting Leidraad Financiën (toekomstige) GDI In de presentatie in het Nationaal Beraad van 30 september jl. is onder agendapunt 5 gesproken over de financiën. Daarbij is aangegeven dat financieringsvraagstuk moet worden bezien in samenhang met afspraken en een voorstel daartoe zal worden ingebracht voor de Voorjaarsnota/Begrotingsvoorbereiding 2015/2016. Middels bijgaand toetsingskader wordt invulling gegeven aan deze afspraken. Dit kader regelt de financiële randvoorwaarden waaraan investeringen binnen de GDI moeten voldoen. Voor de voorstellen ten aanzien van de GDI is afgesproken dat die via de governance structuur van Regieraden, Nationaal Beraad uiteindelijk in de Ministeriële Commissie komen. Het voorliggende stuk beoogd ‘het reglement’ te zijn waaraan de stukken die worden ingebracht aan moeten voldoen. Naast deze financiële randvoorwaarden zijn er ook nog EU-aanbestedings-, project- en ICTvoorwaarden e.d., die vanzelfsprekend ook nog van belang zijn maar hier buiten beschouwing zijn gelaten. Door de Commissie Elias zijn tien BIT-regels opgesteld en waar het gaat om financiële regels /aspecten zijn deze doorvertaald en meegenomen in deze spelregels (bijvoorbeeld toon meerwaarde aan van investering/project en beleg verantwoordelijkheid én budget bij één partij). Hieronder volgt puntsgewijs een nadere toelichting op leidraad Financiën. Ad1] In het Nationaal Beraad van 24 september jl. is de definitie vastgesteld en deze vormt het uitgangspunt waarbinnen investering op titel van de GDI plaatsvinden. Ad2] Om te zorgen dat afwegingen en prioriteitstelling voor de GDI integraal kunnen plaatsvinden is het van belang dat voorstellen worden ingebracht via de Regieraden, Nationaal Beraden en uiteindelijk de Ministeriële Commissies. Overigens kan besloten worden dat doorgeleiding niet nodig is en kan worden volstaan met agendering in bijvoorbeeld de Regieraden. Ad3] Voor aanvang is helder wat inhoudelijk wordt beoogd met het voorstel en wie de verantwoordelijke opdrachtgever is van een bepaalde investering / dossier. Daarbij is ook helder wie de gebruikers zijn. Dit kunnen bepaalde overheidsorganisaties zijn maar ook breder burgers en/of bedrijven. Door dit vooraf scherp te definiëren is de scope helder en ook het commitment van de doelgroep waarvoor betreffende investering wordt gedaan. De opdrachtgever heeft ook de benodigde middelen geregeld waaronder de financiën. Het commitment is niet alleen financieel van aard maar geldt ook voor gebruik en afname van de voorziening. Dit betekent dat partijen ook daadwerkelijk gebruik ervan maken. Ad4] Niet alleen de inhoud is van belang maar ook in financiële zin de zogenaamde life cycle van de betreffende investering en de daarvoor aanwezige middelen. In het verleden werd vaak de incidentele investering gedaan en financieel afgedekt. Echter zicht op en dekking van de structurele kosten van onderhoud, beheer en doorontwikkeling was niet geregeld. Gevolg hiervan is dat een gedegen meerjarige dekking niet aanwezig was, wat tot onnodig veel gedoe leidde in de zin van verkrijgen van additionele middelen dan wel dreiging dat zaken ‘op zwart gaan’. De kosten voor aansluiting en implementatie liggen bij de betrokken partijen.
35
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Ad5] Van belang is dat bij de beschikbare middelen ook helder is welke aannames er zijn gehanteerd. Hoe groot is de doelgroep in relatie tot beschikbare middelen, welke aantallen volumes gaan we vanuit, hoe zijn benodigde en reeds voorziene technische upgrades meegenomen. Dergelijke aannames zijn van belang in de nulsituatie zodat mochten hier in de loop van de tijd afwijkingen optreden ook helder kan worden herleid op titel waarvan de kosten- en/of batenontwikkeling anders verloopt dan gepland. In geval van bijsturing en eventuele additionele financiering zijn dergelijke aannames van belang (zie ook onder punt 10 en 11). Ad6 en 7] Het financiële plaatje moet vooraf sluitend zijn. Concreet betekent dit dat alle voorziene kosten (incidentele als structurele) bij aanvang gedekt dienen te zijn. Dekking kan via diverse wegen worden gerealiseerd.
Financiering binnen de overheid
Gebruiksgerelatee rde financiering binnen overheid
Gemeenschappe lijk baten management binnen overheid
Dekking (deels) buiten overheid
Generiek n.a.v. ingediende claim bij Begrotingsvoorbereiding
Tarief voor gebruik door overheidsorganisatie .
Inzet van baten surplus
Beprijzen van privaat gebruik
Ex-ante budgetoverheveling o.b.v. verdeelsleutel
Inzet van vermeden apparaatskosten
Beprijzen registratie of inschrijving Beprijzen van ‘aanschaf middel’
Ad8] Om de kosten en baten in kaart te brengen is het gewenst dat er een methodiek wordt gehanteerd die vooraf door alle partijen wordt gedragen. Voorkomen moet worden dat met terugwerkende kracht de methodiek ter discussie wordt gesteld gegeven bepaalde uitkomstenDe uitwerking van een dergelijke methodiek leidt tot een gestandaardiseerde werkwijze hoe investeringen in de GDI te beoordelen. Vooruitlopend op een dergelijke methodiek is het vooral zaak dat de life cycle van een investering in beeld is gebracht en dekking is voorzien. Onderdeel van de methodiek is een doelmatigheidstoets op de ingebrachte kostenraming. Tevens is er een risico-analyse gemaakt, met aandacht voor de financiele impact van de risico’s.Ad9] Onder punt 3 is aangegeven wie opdrachtgever is en wie de betrokken afnemers zijn. Het op te stellen financieel plaatje zal vervolgens door deze partijen gedragen moeten worden. Voorkomen moet worden dat partijen die vroeg in stappen de kosten moeten dragen en partijen die later meedoen als zogenaamde free-riders kunnen meeliften.
36
Samen op weg met ambities voor de GDI: verbinden van inhoud, sturing én financiën
20150210.03a.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Ad10 en 11] Bij de start is op basis van de dan geldende en bekende parameters een kosten en baten plaatje gemaakt. Het is echter ondoenlijk om met 100% zekerheid de ontwikkeling richting de toekomst te voorspellen. Het aanvangsplaatje is daarmee ook niet statisch maar dynamisch en zal zich gedurende de tijd (anders) ontwikkelen. Bij de Regieraden is de monitoring en bijsturing in de governance belegd. Middels de bovengenoemde ‘Leidraad Financiën’ is geborgd dat beslissingen om te investeren in de GDI vanuit financieel perspectief volledig en transparant plaatsvinden en er voor aanvang gedegen afspraken zijn gemaakt voor zowel de incidentele als ook de structurele kosten. Financiën in verbinding met de governance en de inhoud en concreet vormgegeven door de ‘Leidraad Financiën’ zorgt daarmee voor een goede beheersing, regie en control van het GDI portfolio.
37
Aanbiedingsformulier Digiprogramma
20150210.03b.01
Nationaal Beraad 10 februari 2015
Gevraagd besluit Het Nationaal Beraad wordt gevraagd: In te stemmen met de inhoud van Programma Digitale Overheid (Digiprogramma).
Context Hierbij ontvangt u de eerste versie van het nationaal, meerjarig Digiprogramma. Het Digiprogramma wordt in samenwerking met medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en het Rijk opgesteld.
Samenvatting De Missie van de Digitale Overheid is: Burgers en bedrijven in staat stellen om op een veilige, betrouwbare en eenvoudige manier, digitaal zaken te doen met de overheid. Nu en in de toekomst. Samen met medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en Rijk geeft de Digicommissaris invulling aan deze missie via een gedragen visie en aanpak die is vastgelegd in het programma Digitale Overheid, “het Digiprogramma”. Het Digiprogramma is nationaal, meerjarig met een interbestuurlijk karakter. In de kern is het Digiprogramma gericht op de verbinding tussen de inhoud, de sturing én de financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Gezamenlijk met alle partijen worden inhoudelijke keuzes gemaakt voor prioritering, doorontwikkeling, aansluitingen en effectief beheer van de voorzieningen via integrale sturing. Deze eerste versie van het Digiprogramma beschrijft de ambities voor de komende twee jaar uitgevoerd door de benodigde en verantwoordelijke partijen. Sturing vindt plaats op de invulling van benodigde randvoorwaarden en de gemaakte afspraken in relatie tot de inhoudelijke ambities. In het Digiprogramma is opgenomen: de visie en beleidsdoelstellingen van de Digitale Overheid als basis; de tijdelijke sturingstructuur van de Digicommissaris; de beschrijving, ambities, prioritering en aanpak van de vier clusters van de GDI: o Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit; de verschillende integrale thema’s; de aanpak van het financieringsvraagstuk en de beschrijving van de strategische verkenningen die worden opgepakt in het komend jaar.
Adviseur Bianca Rouwenhorst, plv. directeur/programmamanager Digiprogramma Caroline Schoots, senior adviseur
Digicommissaris
1
Digiprogramma 2015
Colofon
Inlichtingen:
Bianca Rouwenhorst plv. directeur Bureau Digicommissaris
Contactgegevens:
Bureau Digicommissaris Postadres Postbus20011 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Turfmarkt 147 2511 DP DEN HAAG T. 06-15894662 @
[email protected]
Versie:
1.0
Datum:
Januari 2015
2
Inhoud Voorwoord ..................................................................................................................... 5 1.
Inleiding .............................................................................................................. 6 1.2
Doel ................................................................................................................ 6
1.3
Scope en uitgangspunten .................................................................................... 6
1.4
Leeswijzer ........................................................................................................ 7
2.
Visie en beleidsdoelstellingen .................................................................................. 8 2.1
Visie ................................................................................................................ 8
2.2
Huidige beleidsdoelstellingen Kabinet 2017 ............................................................ 9
3.
Gezamenlijke invulling Visie en Missie ..................................................................... 10 3.1
Aanleiding ....................................................................................................... 10
3.2
Samen op weg naar een veilige, betrouwbare, eenvoudige digitale overheid ............... 10
3.3
Invulling Sturingstructuur .................................................................................. 11
3.4
Omgevingscomplexiteit...................................................................................... 12
3.5
Prioriteiten en uitgangspunten 2015 .................................................................... 13
3.5.1
Inrichting Sturing .......................................................................................... 13
3.5.2
Evaluatie ..................................................................................................... 13
4.
Clusters Generieke Digitale Infrastructuur ................................................................ 14 4.1
GDI Algemeen ................................................................................................. 14
4.2
Cluster Identificatie & Authenticatie ..................................................................... 15
4.2.1
Achtergrond Identificatie & Authenticatie ........................................................... 15
4.2.2
GDI-voorzieningen binnen het cluster Identificatie & Authenticatie ......................... 15
4.2.3
Actuele ambities Identificatie & Authenticatie ..................................................... 16
4.2.4
Prioriteiten Regieraad Identificatie & Authenticatie 2015 ...................................... 17
4.2.5
(Rand)voorwaarden cluster Identificatie & Authenticatie....................................... 17
4.3
Cluster Dienstverlening...................................................................................... 18
4.3.1
Achtergrond Dienstverlening ........................................................................... 18
4.3.2
GDI- voorzieningen binnen het cluster Dienstverlening ........................................ 18
4.3.3
Actuele ambities Dienstverlening...................................................................... 18
4.3.4
Prioriteiten Regieraad Dienstverlening 2015 ....................................................... 20
4.3.5
(Rand)voorwaarden cluster Dienstverlening ....................................................... 21
4.4
Cluster Gegevens ............................................................................................. 22
4.4.1
Achtergrond Gegevens ................................................................................... 22
4.4.2
GDI-voorzieningen binnen het cluster Gegevens ................................................. 22
4.4.3
Actuele ambities Gegevens ............................................................................ 22
4.4.4
Prioriteiten Regieraad Gegevens 2015 ............................................................... 25
4.4.5
(Rand)voorwaarden cluster Gegevens ............................................................... 26 3
4.5
Cluster Interconnectiviteit .................................................................................. 26
4.5.1
Achtergrond Interconnectiviteit ........................................................................ 26
4.5.2
GDI-voorzieningen binnen het cluster Interconnectiviteit ...................................... 26
4.5.3
Actuele ambities Interconnectiviteit .................................................................. 26
4.5.4
Prioriteiten Regieraad Interconnectiviteit 2015 ................................................... 27
4.5.5
(Rand)voorwaarden cluster Interconnectiviteit.................................................... 28
5.
Integrale thema’s ................................................................................................ 29 5.1
Toegang tot de Digitale Overheid voor burgers ...................................................... 29
5.1.1
Digivaardigheid ............................................................................................. 30
5.2
Toegang en voordelen Digitale Overheid voor bedrijven .......................................... 30
5.3
Wetgeving ....................................................................................................... 31
5.4
Internationaal/Europa ....................................................................................... 32
5.5
Informatieveiligheid .......................................................................................... 33
5.6
Fraude ............................................................................................................ 34
5.7
Privacy ........................................................................................................... 34
5.8
Mobiel ............................................................................................................ 36
6.
Financiering ........................................................................................................ 37 6.1
Algemeen ........................................................................................................ 37
6.2
Financieel inzicht .............................................................................................. 37
6.2.1
Bestaande GDI voorzieningen .......................................................................... 37
6.2.2
Nieuwe GDI voorzieningen .............................................................................. 38
6.3
Spelregels ....................................................................................................... 38
6.3.1
Leidraad Financiën......................................................................................... 38
6.3.2
Dynamiek en Regie ........................................................................................ 39
6.3.3
Leidraad/Spelregels ....................................................................................... 39
7.
Strategische verkenningen .................................................................................... 40 7.1
Wat is de gezamenlijke toekomstvisie 2017-2022 voor de Digitale Overheid?.............. 40
7.2
Hoe ziet de toekomstige sturing eruit ................................................................... 40
Bijlage 1
Sturingstructuur............................................................................................ 42
Bijlage 2
Overzicht wetgeving eOverheid en eID-stelsel .................................................... 45
Bijlage 3
Verklarende woordenlijst ................................................................................ 47
4
Voorwoord
De digitalisering zorgt voor een radicale verandering van onze samenleving. Om met filosoof Floridi te spreken: “Een vierde revolutie is op handen”. Burgers en bedrijven verlangen steeds meer naar andere vormen van dienstverlening. De overheid heeft moeite het tempo van deze maatschappelijke veranderingen bij te houden. Burgers en bedrijven willen snel en gemakkelijk digitaal zaken doen met de overheid: met de smartphone in de hand in het café of vanaf het vakantieadres. De praktijk is dat de overheid met haar dienstverlening hier nog nauwelijks aan tegemoet komt. De afgelopen maanden hebben we met elkaar gewerkt aan versteviging van het fundament van de digitale overheid. U hebt bijgedragen aan de contouren van dit Digiprogramma, waarin inhoud, sturing en financiën met elkaar worden verbonden. Het Digiprogramma is van u, van ons allemaal en stippelt onze gezamenlijke route uit. Het is een dynamisch document dat we in het komende jaar samen verder vormgeven. Voor nu: het resultaat mag er zijn. We weten van elkaar wat de basis is, zowel qua inhoud, qua sturing als qua financiën. Bovendien weten we nu wat we de komende jaren moeten doen om die basis op orde te brengen. We zijn hard op weg om een vorm van samenwerking te ontwikkelen die voor de overheid uniek is. Dit moet en gaat ons lukken. De digitalisering van de samenleving dwingt ons om in korte tijd veel tot stand te brengen. We hebben de eerste stap gezet om de basis op orde te brengen. Dit Digiprogramma biedt een fantastisch uitgangspunt om onze gezamenlijke missie te verwezenlijken. Dit wil ik graag samen met u doen. Bas Eenhoorn Digicommissaris
5
1. Inleiding Het programma Digitale Overheid (Digiprogramma) is een product van het Nationaal Beraad onder voorzitterschap van de Digicommissaris. Het Digiprogramma is nationaal, meerjarig en heeft een interbestuurlijk karakter. De Digicommissaris is door het kabinet1 aangesteld om als overheidsbrede regisseur een nationaal programma op te stellen dat wordt uitgevoerd door alle overheden. Het Digiprogramma is in samenwerking met medeoverheden, uitvoeringsorganisaties en Rijk opgesteld. Het is een belangrijk middel om te komen tot een gedragen visie en aanpak voor het bereiken van onderstaand, gezamenlijke doel.
Doel: Burgers en bedrijven in staat stellen om op een veilige, betrouwbare en eenvoudige manier, digitaal zaken te doen met de overheid. Nu en in de toekomst. Het is van belang dat alle partijen bij de realisatie en uitvoering van het Digiprogramma betrokken zijn. Van beleidsafdelingen tot uitvoerings- en beheerorganisaties, vanuit verschillende overheidslagen en op uiteenlopende niveaus. Maar ook burgers en bedrijven hebben een aandeel in het Digiprogramma. Juist de gezamenlijkheid moet zorgen voor het succesvol bereiken van de uiteindelijke doelstelling: een klantgerichte, effectieve en efficiënte digitale dienstverlening van en door de overheid. In de kern is het Digiprogramma gericht op het op orde krijgen van de (inhoudelijke) ambities, de sturing en de financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (hierna: GDI). Zodra deze basis op orde is, is snellere doorontwikkeling en vernieuwing mogelijk. Hierdoor kan de overheid sneller inspelen op actualiteiten en trends. Het Digiprogramma is een meerjarig programma dat jaarlijks wordt herijkt. In deze eerste versie van het Digiprogramma zijn de ambities aangegeven voor de komende twee jaren, deze ambities zijn gericht op het orde krijgen van de basis. De ambities worden binnen de sturing van de Digicommissaris uitgevoerd door de benodigde en verantwoordelijke partijen. Er wordt gestuurd op de invulling van de benodigde randvoorwaarden en afspraken die gemaakt zijn ten aanzien van de ambities.
1.2
Doel
Het Digiprogramma is een belangrijk middel om te komen tot een gedragen visie en aanpak voor het bereiken van de missie. Daarbij is het van belang dat alle partijen betrokken zijn. Dit om gezamenlijk met alle partijen inhoudelijke keuzes te maken ten aanzien van prioritering, doorontwikkeling, aansluitingen, etc. Op deze wijze kan integraal gestuurd worden en gezamenlijk stappen worden gezet naar een klantgerichte, effectieve en efficiënte digitale dienstverlening van en door de overheid.
1.3
Scope en uitgangspunten
Dit document beschrijft de meerjarige agenda voor de leden van het Nationaal Beraad op het gebied van Digitale Overheid en specifiek ten behoeve van de integrale sturing. Dit document wordt jaarlijks herijkt.
1
Brief Instelling Nationaal Commissaris Digitale Overheid aan TK, mei 2014, kenmerk 2014-0000287834
6
1.4
Leeswijzer
In de volgende hoofdstukken komt achtereen volgens aan de orde:
Visie en beleidsdoelstellingen. In dit hoofdstuk wordt de visie van de digitale overheid beschreven en de beleidsdoelstellingen die het kabinet rondom de digitale overheid heeft opgesteld. De visie en beleidsdoelstellingen dienen als basis voor de verdere hoofdstukken; Gezamenlijke invulling visie, in dit hoofdstuk gaat het over hoe de verschillende partijen binnen de digitale overheid samen op weg gaan naar een veilige, betrouwbare en eenvoudige digitale overheid en hoe de invulling van de sturing hierin is. Uitgangspunt hierin is dat de Digicommissaris geen (beleids)verantwoordelijkheden overneemt en zich richt op het aanjagen van voldoende functionele realisatie van de voorzieningen, beheer en het gebruik daarvan en ook op de invulling van (rand)voorwaardelijke thema’s; Clusters Generieke Digitale Infrastructuur, in hoofdstuk 4 wordt de GDI voor effectieve besturing ingedeeld in vier clusters, te weten: Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit. In dit hoofdstuk worden de verschillende clusters beschreven; Integrale thema’s, in dit hoofdstuk worden de overkoepelende thema’s die raakvlakken hebben met de GDI voorzieningen beschreven. Per thema wordt beschreven wat er onder een thema wordt verstaan en wat de relatie is ten opzichte van de GDI en het Digiprogramma; Financiering, in dit hoofdstuk wordt het financiële vraagstuk behandeld. De meerjarige kosten die nodig zijn voor de instandhouding, doorontwikkeling en groei van de huidige GDI zijn in kaart gebracht en onderverdeeld in de verschillende clusters. Elke cluster is opgesplitst in de categorieën: beheer en onderhoud, noodzakelijke doorontwikkeling en volumegroei. Tevens worden in dit hoofdstuk de spelregels rondom financiering beschreven; Strategische verkenningen, in dit hoofdstuk worden twee strategische verkenningen beschreven, te weten: wat is de gezamenlijke toekomstvisie 2017-2022 voor de Digitale Overheid? En Hoe ziet de toekomstige sturing eruit?
Als bijlagen zijn opgenomen de sturingstructuur, een overzicht van wetgeving eOverheid en eIDstelsel en een verklarende woordenlijst per voorziening.
7
2. Visie en beleidsdoelstellingen
2.1
Visie
De samenleving verandert. We zijn op weg naar een informatiesamenleving die andere en nieuwe mogelijkheden geeft en daarnaast vraagt om andere verhoudingen tussen burger/bedrijf en overheid. De maatschappij ontwikkelt zich van een verzorgingsstaat in een participatiesamenleving, waarin van burgers en bedrijven meer zelfredzaamheid wordt verwacht. Door verplaatsing van centrale Rijkstaken naar de lokale overheden, maar ook door sluiting van fysieke kantoren en de gevolgen van de vergrijzing, wordt er meer verantwoordelijkheid bij burgers gelegd. Deze veranderingen zijn mogelijk door de snelle opkomst van nieuwe technologie. Er is als ware een nieuwe revolutie gaande, de zogenoemde 4e Revolutie van Floridi. Het tempo waarin deze ontwikkelingen elkaar opvolgen en parallel lopen, neemt echter razendsnel toe. Om goed contact te houden, en aan te kunnen sluiten op behoeften van burgers, bedrijven en instellingen, moet de overheid mee ontwikkelen. Om dit te realiseren is aandacht voor de behoeften van de verschillende doelgroepen: burgers, bedrijven en instellingen belangrijk. De overheid moet toegankelijk, veilig en vraaggericht opereren. Niet alleen de techniek verandert gestaag, ook de rol van informatie wijzigt. Informatie heeft, maatschappelijk gezien, een cruciale rol. Informatie delen wordt steeds vanzelfsprekender. Het karakter van informatieoverdracht verandert: informatie gaat steeds goedkoper en sneller de wereld rond, de selectiviteit in gerichtheid van informatie neemt af (iedereen kan en mag alles vinden en publiceert dit ook op het internet en via open data), terwijl de mogelijkheden om tot maatwerk te komen en zelfs zaken te voorspellen door het slim combineren van gegevens steeds verder toenemen (big data). Dit begint alle facetten van de samenleving te veranderen en te beïnvloeden, er ontstaat een informatiesamenleving! Deze veranderingen hebben ook invloed op de verhouding tussen overheid, burgers en bedrijven. Met de decentralisaties en de verschuiving naar een participatiesamenleving en toenemende digitalisering, neemt de noodzaak toe om de informatiepositie van burgers en bedrijven te verbeteren en hen regie over hun eigen gegevens en dienstverleningsvraag te geven. Tegelijk zorgt de toenemende digitalisering voor andere maatschappelijk verwachtingen ten aanzien van digitale dienstverlening. Burgers en bedrijfsleven zien de overheid als één, samenwerkend geheel en niet als instanties die afzonderlijke opereren. De opvatting is dat ‘paarse krokodillen’, de metafoor voor de kastje-naar-de-muur-mentaliteit, niet past in een digitale samenleving. Van de overheid wordt verwacht dat het organisatieoverstijgend opereert: uitvoeringsprocessen zijn op elkaar afgestemd, informatie is makkelijk vindbaar en transacties zijn eenvoudig uitvoerbaar. Deze maatregelen leiden tot een eenduidig en samenhangende digitale overheidsdienstverlening. Het werkt ook andersom: door slim te digitaliseren en gebruik te maken van generieke voorzieningen kan de overheid het openbaar bestuur anders en beter organiseren, waardoor het geheel efficiënter wordt. Bijvoorbeeld doordat effectievere beleidsvorming mogelijk wordt door informatie slim te gebruiken. Of doordat burgers en bedrijven zelf delen van het proces digitaal voor hun rekening nemen. 8
Verkenningen en inschattingen over toekomstige kansen, bedreigingen en mogelijk opkomende kwesties en de gevolgen hiervan voor de Digitale Overheid zijn onderdeel van de strategische verkenning, hoofdstuk 7.
2.2
Huidige beleidsdoelstellingen Kabinet 2017
Het is van groot belang om een stabiele basis onder de hierboven beschreven veranderende samenleving te leggen. De GDI is nodig om deze kabinetsdoelstellingen te kunnen realiseren. Dit aangezien de GDI de stabiele en robuuste infrastructuur is die enerzijds de continuïteit van bestaande overheidsdienstverlening borgt en anderzijds een belangrijke pijler vormt voor nieuwe beleidsdoelstellingen. De beleidsdoelstellingen van het kabinet rondom de Digitale Overheid richten zich o.a. op: de ambitie uit het Regeerakkoord dat burgers en bedrijven in 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen; het terugdringen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers en bedrijven, en efficiencydoelstellingen voor overheidsdienstverleners; het laten toenemen van het verdienvermogen van Nederland door het verlagen van transactiekosten en het versnellen van processen, zoals het klaren van schepen in de havens door de Douane en het verlenen van vergunningen aan bedrijven; het uitvoeren van de decentralisaties in het sociale domein, op een efficiënte wijze en met voldoende waarborgen voor de privacy van de burgers die het betreft; de realisatie van ambities op het terrein van bijvoorbeeld de digitalisering van de rechtsgang; het delen van belangrijke gegevens in het kader van de Omgevingswet. Door alle overheden aan te sluiten op de GDI, die gebaseerd is op bestaande behoeftes en voorzieningen, ontstaat een samenhangende basis voor deze doelstellingen. Dat is ook een gezamenlijk vertrekpunt van waaruit kan worden doorontwikkeld. Ook de groei van de digitale economie wordt gestimuleerd door een vooruitstrevende digitale overheid, wanneer daadkrachtig en gezamenlijk wordt doorontwikkeld en geïnnoveerd op de bestaande basis.
9
3. Gezamenlijke invulling Visie en Missie
3.1
Aanleiding
In hoofdstuk 2 is het belang aangegeven van de digitale infrastructuur voor de veranderende samenleving. Omdat deze infrastructuur van groot belang is, is een centrale en stevige interbestuurlijke regie nodig met een sturingstructuur die daar recht aan doet. De Digicommissaris organiseert en regisseert de interbestuurlijke besluitvorming en versterkt daarmee de sturing ten aanzien van de GDI en de financiering hiervan, met als doel een solide en toekomstbestendig digitale overheid. Hij doet dit samen met alle betrokken partijen door een Nationaal Programma Digitale Overheid (het Digiprogramma) op te stellen en actueel te houden en door te sturen op de uitvoering en realisatie van dit programma samen met de departementen, de uitvoeringsorganisaties en de decentrale overheden. In dit hoofdstuk gaat het over hoe we samen op weg gaan naar een veilige, betrouwbare en eenvoudige digitale overheid en hoe de invulling van de sturing hierin is. Uitgangspunt hierin is dat de Digicommissaris geen (beleids)verantwoordelijkheden overneemt en zich richt op het aanjagen van voldoende functionele realisatie van de voorzieningen, beheer en het gebruik daarvan, en ook op de invulling van (rand)voorwaardelijke thema’s. Daarnaast signaleert de Digicommissaris wanneer zaken anders kunnen en moeten.
3.2
Samen op weg naar een veilige, betrouwbare, eenvoudige digitale overheid
Een gezamenlijke aanpak is nodig om de missie te realiseren en betekent een ingrijpende verandering. Effectieve samenwerking is simpelweg de enige manier om succesvol te zijn. De overheid kan alleen de beleidsdoelstellingen -tegen acceptabele kosten- realiseren als naadloze coördinatie en afstemming tussen alle partijen plaatsvindt. Dit geldt zeker voor de verdere ontwikkeling van de GDI en de Digitale Overheid en vraagt vooral ook om een cultuuromslag en commitment om het ook samen te doen. Samenwerken is namelijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Eén van de belangrijkste huidige uitdagingen is daarom het creëren van helderheid over rollen, verantwoordelijkheden en verwachtingen: “Waar ben ik verantwoordelijk voor (en waarvoor niet), wat wordt er van mij verwacht, hoe vul ik dat goed in, van wie ben ik dan afhankelijk en met wie doe ik dit samen?”. De nieuwe manier van samenwerken betekent ook dat rollen als beleidsverantwoordelijkheid, (vertegenwoordigend) afnemer en opdrachtgeverschap niet altijd bij één partij belegd worden. Vanuit rolzuiverheid met elkaar werken in de keten komt de nieuwe samenwerking ten goede. Het gezamenlijk bereiken van de missie vraagt zo om gezamenlijk commitment, vertrouwen en met voldoende politiek-bestuurlijke aandacht voor het maatschappelijk belang van het doorontwikkelen en realiseren van de GDI hierbinnen. Voor effectief samenwerken zijn verschillende succesfactoren van belang: Duidelijke en gedeelde afspraken en spelregels én Gedrag en competenties.
10
Naarmate meer wordt samengewerkt, neemt automatisch het gezamenlijk inzicht toe. Dit leidt tot wenselijke en structurele aanpassing op het gebied van afspraken, spelregels, gedrag en competenties. De Digicommissaris is voor vier jaar aangesteld. Hij heeft de opdracht gekregen om voor het einde van deze periode te adviseren over hoe de sturing op de GDI kan worden ingericht en geborgd.2. 3.3
Invulling Sturingstructuur
Een voorstel voor de invulling van de sturingstructuur van de Digicommissaris is besproken en geaccordeerd in het Nationaal Beraad van 9 september 20143. Uiteraard heeft dit nadere invulling nodig en zal dit werkenderwijs verder worden vormgegeven in overleg met alle partijen. Het gaat niet zo zeer over het invullen van overlegstructuren, maar juist om gezamenlijk en organisch vormgeven aan sturing. Toch is een bepaalde ordening wel nodig om juiste en tijdige besluitvorming op de verschillende niveaus voor elkaar te krijgen, met vooral de juiste en actuele bestuurlijke aandacht en samenwerking. Politieke en bestuurlijke aandacht voor het maatschappelijk en economische belang van de digitale infrastructuur is een eerste vereiste voor de invulling van de sturing: In de Ministeriele Commissie Digitale Overheid (MCDO) wordt de politieke besluitvorming geadresseerd. De MCDO bestaat uit de Minister President als voorzitter, vice-premier, vier verantwoordelijke ministers en met als adviserende leden: de Digicommissaris, vertegenwoordiger Uitvoeringsorganisaties (MFG/Klein LEF) en vertegenwoordiger decentrale overheden (VNG/IPO/UvW). De MCDO heeft als agendacommissie (voorportaal) een Ambtelijke Commissie; In het Nationaal Beraad, voorgezeten door de Digicommissaris, vindt de gezamenlijke inhoudelijke afstemming plaats over het geheel van de GDI op bestuurlijk niveau. Dit gaat over de gezamenlijke ambities, de voortgang van de te maken afspraken, sturing op de invulling van de randvoorwaardelijke thema’s, de benodigde financiering en eventuele ontstane probleempunten. Indien nodig worden naast de voortgang en verantwoording, besluitvorming over knelpunten voorgelegd aan de MCDO; Onder het Nationaal Beraad zijn op dit moment vier regieraden ingericht die sturing geven aan clusters van voorzieningen: Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit. De regieraden sturen op strategisch niveau op visievorming, strategische doorontwikkeling in samenhang, de samenhang tussen de voorzieningen, voortgang van aansluiting door overheidsorganisaties en het stimuleren van gebruik door burgers en bedrijven. En tenslotte worden voorstellen voor nieuwe ontwikkelingen met een voorstel voor de benodigde financiering besproken in de regieraden; Onder de regieraden is op dit moment een veelheid aan overleggen aan de orde. Van belang is in 2015 vast te stellen welke overleggen als tactische overleggen in afstemming met de regieraden kunnen plaatsvinden waarbij uitdrukkelijk de verbinding moet worden gezocht, de mate waarin dit vorm kan krijgen en wat darvoor nodig is alsmede of er overleggen uitgefaseerd kunnen worden. Dit is een in 2015 lopend proces. Tenslotte zal ook, naast betrokkenheid van het bedrijfsleven bij publiek-private samenwerkingsverbanden in bovenstaande overleggen, via de klankbordgroep voor bedrijven en een klankbordgroep voor burgers overleg plaatsvinden en input worden verzameld. De opbouw van de sturingstructuur lijkt wellicht topdown maar niets is minder waar, er is uitdrukkelijk ruimte voor gezamenlijke interbestuurlijke initiatieven die bijdragen aan deze gezamenlijke doelstellingen en die via de ingerichte sturing mogelijk een plaats krijgen binnen de GDI.
2 3
Zie strategische vraagstukken in hoofdstuk 7 In bijlage 1 vindt u de voorgestelde structuur
11
3.4
Omgevingscomplexiteit
Sturing op de verbinding tussen informatie- en communicatiestromen van overheden is nodig. Met name over de grenzen van beleidsterreinen heen. Dit geldt voor alle overheidslagen, maar ook specifiek voor de samenwerking tussen de publieke en private sector. Tevens zijn Europese en Internationale factoren van belang. Dit maakt de sturing op de omgeving van de GDI zeer complex en omvangrijk. Het werkgebied van de sturing op de GDI richt zich op de digitaliseringactiviteiten binnen de huidige staatsinrichting cf. het Huis van Thorbecke. Binnen deze inrichting heeft iedere bestuurslaag zijn eigen taken, bevoegdheden en een eigen geografisch afgebakend werkgebied. Er is sprake van een grote mate van autonomie. Dit betekent hiërarchische, één afhankelijkheidsrelaties. De veranderende maatschappij en de doelstellingen van de Digitale Overheid vragen echter om meer organisatieoverstijgende dienstverlening. Uitgangspunten zijn ketenvorming, eenduidigheid en uniformiteit. Dit vraagt aanpassingen aan ‘gevoelde’ verantwoordelijkheden en daarnaast is gezamenlijke sturing nodig. Uiteraard verschilt de complexiteit per bestuurslaag en zijn vaak aanvullende activiteiten nodig. Een voorbeeld is de drie decentralisaties binnen de gemeenten. Voor de uitvoering van deze nieuwe taken kiezen veel gemeenten voor het aangaan van samenwerkingsverbanden met andere gemeenten. Ook ontplooien gemeenten regionale samenwerkingsverbanden op verschillende terreinen. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden, kunnen leiden soms tot nieuwe oplossingen, die dan weer afzonderlijk op de voorzieningen uit de GDI kunnen aansluiten en/of nieuwe gezamenlijke voorzieningen bewerkstelligen. De sturing op de GDI kent een groot aantal stakeholders. We benoemen en kennen op dit moment: • Rijksoverheid (departementen); • Decentrale overheden; • Uitvoeringsorganisaties (Rijk, ZBO, agentschappen etc.); • Beheerorganisaties (Logius, DICTU, andere); • Private partijen als afnemer; • Private (markt) partijen als leverancier; • Koepelorganisaties bedrijven en burgers; • Sectorale knooppunten voor gegevensuitwisseling (BKWI/RINIS etc.); • Etc. Het speelveld is erg complex en het handelt zeker over verschillende belangen die samen moet komen om de (beleids)doelstellingen van de Digitale Overheid en het resultaat inclusief de opdracht van de Digicommissaris voor elkaar te krijgen. Omdat de belangen van de verschillende stakeholders uit elkaar lopen en er toch een gezamenlijke koers bepaald moet worden, is het van groot belang iedere partij goed te betrekken, wat zeker een uitdaging is. Dit betekent tevens dat qua sturing en invloed aanpassingen nodig zijn. De doelstelling van de Digitale Overheid kan echter alleen maar bereikt worden door samenwerking, gezamenlijke afspraken, draagvlak en betrokkenheid. Het in kaart brengen en monitoren van ontwikkelingen en vragen in de verschillende domeinen zoals zorg, onderwijs, politie, justitie vraagt extra aandacht de komende tijd. Die uitkomsten kunnen aanleiding geven om het Digiprogramma te herijken.
12
3.5
Prioriteiten en uitgangspunten 2015
3.5.1
Inrichting Sturing
Het doel is om, conform het advies uit het rapport Kuipers, de bestuurlijke drukte te verminderen en bovenal een effectieve besturingsstructuur voor de Digitale Overheid in te richten. Dit is alleen realiseerbaar als er een omslag in cultuur plaatsvindt en de focus meer komt te liggen op gezamenlijk, bestuurlijk commitment. Meer dan dat er een zogenaamd organigram wordt opgesteld. Uitgangspunt, bij het maken van deze omslag, is het verminderen van overlegstructuren en het verbeteren van de gezamenlijke sturing. In 2014 is er een start gemaakt met het herinrichten van de sturing. In 2015 wordt dit traject verder gezamenlijk (gefaseerd) uitgewerkt. Naar verwachting wordt er meer via vertegenwoordigingsconstructies en vanuit rollen4 gewerkt. Hierdoor neemt, naar verwachting, het aantal deelnemers per overleg af. Verantwoordelijkheid nemen, zonder zelf alle taken uit te voeren en alle overleggen bij te wonen, wordt de norm. Het verbeteren van de samenwerking tussen organisaties is van groot belang. Alleen dan kunnen de beleidsdoelstelling worden bereikt tegen acceptabele kosten. 3.5.2
Evaluatie
Aan het eind van 2015 wordt geëvalueerd of de gekozen route succesvol is geweest. In deze analyse worden onder meer de effecten van de herziene sturing onderzocht. Voorbeelden zijn: Heeft de verbetering geleid tot betere interbestuurlijke samenwerking? Is er sprake van vermindering van bestuurlijke drukte? Is er voldoende aandacht op politiek/bestuurlijk niveau geweest? Zo ja, heeft dit bijgedragen aan de verbeterde sturing op de ambities? Heeft dit ook effect gehad op de missie, benodigde financiering, en het op het juiste niveau adresseren van mogelijke knelpunten? Indien noodzakelijk zullen aanpassingen plaatsvinden en worden opgenomen in het Digiprogramma 2016.
4
Beleidsverantwoordelijk, opdrachtgever, beheerorganisatie, afnemers en gebruikers
13
4. Clusters Generieke Digitale Infrastructuur 4.1
GDI Algemeen
De GDI van de overheid bestaat uit standaarden, producten en voorzieningen die gezamenlijk gebruikt worden door meerdere overheden, vele publieke organisaties en in een aantal gevallen ook door private partijen.
De GDI is een onmisbaar deel van de (digitale) basisvoorzieningen waarmee organisaties hun primaire processen inrichten. De GDI is, naar zijn aard, niet organisatie-, sector- of domeinspecifiek.
De GDI bestaat uit herbruikbare digitale basisvoorzieningen, standaarden en producten die het overheden, publieke organisaties en private partijen mogelijk maken om hun primaire processen doelmatig in te richten en te blijven ontwikkelen. De GDI vormt een dynamisch geheel en kan de komende jaren ook nog wijzigen door de ontwikkeling van nieuwe generieke voorzieningen en standaarden of door het uit productie nemen van al opgenomen voorzieningen. De GDI is voor een effectieve besturing op samenhang ingedeeld in vier clusters5: Identificatie & Authenticatie
eID stelsel eHerkenning DigiD (incl. DigiD buitenland) DigiD machtigen
Dienstverlening
Gegevens
Websites o Overheid.nl o Antwoord voor Bedrijven o Digitaal Ondernemersplein o Samenwerkende Catalogi
Stelselvoorzieningen basisregistraties o Digikoppeling o Digilevering o Digimelding o Stelselcatalogus
Gepersonaliseerde portalen o Mijnoverheid o Berichtenbox Burger o Lopende Zaken o Persoonlijke Gegevens o Berichtenbox bedrijven o Ondernemingsdossier
Basisregistraties (BRP, NHR, BAG, BRT, BRK, BRV, BLAU, BRI, WOZ, BGT BRO)
Gestandaardiseerd berichtenverkeer overheidbedrijven o SBR (Standard Business Reporting), eFactureren
Interconnectiviteit
Netwerken, incl. generieke koppelstandaarden: o Diginetwerk o Digipoort
Certificering
PKI overheid
Standaarden incl. ‘pas toe of leg uit’lijst zoals geformuleerd door College en Forum Standaardisatie
NORA
Beheervoorziening BSN
(informatieveiligheid)
5
De verdeling van voorzieningen over de verschillende regieraden wordt in de zomer van 2015 geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Op dit moment wordt de in het Nationale Beraad vastgestelde indeling behouden.
14
Naast sturing in clusters op een samenhangend geheel van voorzieningen is tevens aandacht nodig voor belangrijke overkoepelende thema’s, die soms ook randvoorwaardelijk zijn voor het proces van realisatie en toename van gebruik van de generieke voorzieningen. Deze thema’s komen nagenoeg in alle clusters terug en zijn in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt. De volgende paragrafen in dit hoofdstuk beschrijven per cluster de achtergrond, de ambities voor de komende twee jaar, de prioriteiten in 2015 en de belangrijkste randvoorwaarden voor het cluster.
4.2
Cluster Identificatie & Authenticatie
4.2.1
Achtergrond Identificatie & Authenticatie
Veilige toegang voor burgers en bedrijven tot de digitale dienstverlening van de overheid staat bovenaan de agenda’s van alle uitvoeringsorganisaties, de decentrale overheden en rijksdepartementen. ● Burgers en bedrijven willen gemakkelijke en betrouwbare digitale dienstverlening waarbij zij ervan uitgaan dat de overheid zorgvuldig gebruik van persoons- en bedrijfsgegevens waarborgt en voorkomt dat er misbruikt van wordt gemaakt. ● Overheidsorganisaties willen weten met wie zij digitaal zaken doen, en de identiteit met een hoge mate van zekerheid digitaal kunnen vaststellen (elektronische Identificatie), en ook zekerheid hebben over wie er namens die persoon/bedrijf mag handelen (machtigen). Voor de digitale identificatie en authenticatie van burgers heeft de overheid DigiD (plus DigiD Machtigen) in gebruik. Bedrijven identificeren zich bij de overheid in toenemende mate met eHerkenning. Ook gebruiken overheidsdienstverleners nog veel niet-generieke voorzieningen zoals naam-wachtwoordcombinaties. Ontwikkelingen die spelen in dit domein: Er is behoefte aan een middel met een hoog betrouwbaarheidsniveau voor burgers. DigiD midden is voor een aantal diensten niet veilig genoeg; De dienstverlening aan met name burgers lijdt onder het zogenaamde “single point of failure”6 en de organisatorische en financiële gevolgen voor de dienstverlening bij uitval van DigiD kunnen heel groot zijn. Een multimiddelenstrategie is daarom een uitdrukkelijke vereiste voor de toekomst; Burgers en bedrijven doen niet alleen digitaal zaken met de overheid, maar ook in het private (commerciële) domein: ze bankieren digitaal, kopen online, maken gebruik van social media, waarbij ze zich ook digitaal identificeren. Aansluiting tussen het publieke en private domein is gewenst; Brede acceptatie van generieke voorzieningen door overheidsorganisaties, met name in het bedrijvendomein. De uitdaging voor de Regieraad I&A ligt juist op het bepalen van de koers en het in samenhang sturen op deze ontwikkelingen en op het gebruik van de generieke voorzieningen. De ontwikkeling van het eID afsprakenstelsel met daarin het ontwikkelen van, naast private middelen, een publiek middel (nader in te vullen) is daarbij één van de belangrijkste uitdagingen de komende 2 jaar. 4.2.2 ● ● ● ●
6
GDI-voorzieningen binnen het cluster Identificatie & Authenticatie eID-stelsel DigiD (inclusief DigiD Buitenland) DigiD Machtigen (Afsprakenstelsel) eHerkenning
Afhankelijkheid van één specifiek elektronisch identificatiemiddel (lees DigiD).
15
4.2.3
Actuele ambities Identificatie & Authenticatie
1. Afsprakenstelsel eID en publiek middel
7
De vormgeving van het eID-Stelsel met daarin een publiek middel en private middelen voor burgers8, is de belangrijkste ambitie voor de komende twee jaar. Dit bevordert veilige, betrouwbare en eenvoudige toegang tot de digitale overheidsdienstverlening voor burgers en bedrijven. Uitleg Voorkomt “single point of failure” voor de overheidsdienstaanbieders en voor dienstverlening aan burgers doordat invulling wordt gegeven aan multimiddelenstrategie; Voldoet aan de hogere eisen voor identificatie en authenticatie (informatieveiligheid) draagt bij aan gemak voor burgers en bedrijven; Wordt vormgegeven via een publiek/privaat stelsel; Is noodzakelijk en dus randvoorwaardelijk voor verdere digitalisering van processen dienstverlening.
de de en
en
De Regieraad I&A voert regie op de realisatie, inhoudelijke samenhang en financiering van het eID-stelsel en het publieke middel daarbinnen. 2. Samenhang op doorontwikkeling van DigiD (middellange termijn) Inzet op vormgeving, realisatie en financiering van het eID stelsel is cruciaal (zie hierboven), maar in de tussentijd willen overheidsorganisaties dóór met digitale dienstverlening aan burgers en worden zij daarin beperkt door de beperkingen van DigiD. Op korte termijn moeten daarom maatregelen genomen worden als het doorontwikkelen van DigiD voor een hoger authenticatieniveau (publiek middel), het realiseren van een alternatief voor de sms-functie, appfunctionaliteit etc. De uitdaging voor de Regieraad I&A is dit met elkaar en met het eID stelsel in lijn te brengen en te houden. 3. Adequate machtigingsfunctionaliteit voor burgers en bedrijven Op dit moment is de machtigingsfunctionaliteit binnen de GDI-voorzieningen nog onvoldoende. Dit gaat met name om het machtigen van bewindvoerders, curatoren, mentoren en overige gemachtigden zoals advocaten voor burgers. Bij bedrijven gaat het over zowel horizontale (via intermediairs etc.) als verticale vertegenwoordiging (binnen het bedrijf). Het toekomstige eIDstelsel beoogt daarin verandering te brengen. Echter ook hiervoor geldt dat tijdelijke oplossingen kunnen worden gezocht binnen de huidige voorzieningen op middellange termijn. Dit betreft complexe materie. De regieraad voert regie over de doorontwikkeling en financiering van machtigingsfunctionaliteit binnen DigiD Machtigen en eHerkenning (in lijn met de ontwikkelingen eID). 4. Europese Verordening eID en Europese elektronisch identiteiten In september 2014 is de verordening elektronische identiteiten en vertrouwensdiensten (910/2014) in werking getreden. Deze Europese wet zorgt ervoor dat burgers en bedrijven hun nationale elektronische identiteit (zoals DigiD voor burgers en eHerkenning voor bedrijven) ook kunnen gebruiken voor toegang tot digitale overheidsdiensten in andere EU-landen. De verordening regelt de voorwaarden waaronder nationale elektronische identiteiten in het buitenland erkend worden. De lidstaat moet aangemelde elektronische identiteiten met hetzelfde betrouwbaarheidsniveau uit andere lidstaten toegang bieden tot de online diensten die toegankelijk zijn voor burgers en bedrijven uit die lidstaten. Om het betrouwbaarheidsniveau van grensoverschrijdend gebruik van elektronische identiteiten hoog te houden, zijn er nationale toezichthouders. Deze controleren de werking van vertrouwensdiensten, waarmee stukken veilig en digitaal kunnen worden verstuurd. In Nederland is Agentschap Telecom aangesteld als de nationale toezichthouder. 7 8
Ambities Nationaal Beraad 09-12-2014 het eHerkenningstelsel voorziet daar al in voor bedrijven
16
De verordening biedt een juridisch kader voor een Europese markt voor vertrouwensdiensten. Hierdoor krijgen de elektronische diensten dezelfde juridische status als op papier en kunnen deze diensten in andere lidstaten worden erkend en is gebruik in andere lidstaten mogelijk. In Nederland wordt de komende jaren een stelsel elektronisch identiteiten (eID) ingevoerd. In dit stelsel worden de elektronische identiteiten voor burgers (DigiD) en bedrijven (eHerkenning) ondergebracht. Dit stelsel zal het grensoverschrijdend gebruik van elektronische identiteiten ondersteunen. Daardoor kunnen Nederlandse burgers en bedrijven op termijn met hun eigen elektronische identiteit terecht bij buitenlandse overheden en andersom. De verordening maakt het mogelijk sneller en gemakkelijker grensoverschrijdende zaken te doen voor zowel burgers als bedrijven.
4.2.4
op
een
veilige
manier
Prioriteiten Regieraad Identificatie & Authenticatie 2015
1. Samenhang en voortgang creëren tussen de ontwikkelingen op het eID-stelsel, de lopende pilots daarbinnen, de ontwikkeling van een publiek middel en de huidige ontwikkelingen op DigiD, DigiD Machtigen en eHerkenning. 2. Bevorderen aansluiting en gebruik DigiD, DigiD Machtigen en eHerkenning inclusief benodigde doorontwikkeling.
4.2.5
(Rand)voorwaarden cluster Identificatie & Authenticatie
De belangrijkste (rand)voorwaarden voor het cluster I&A zijn: Wetgeving voor het te vormen eIDstelsel (hoofdstuk 5 onder thema wetgeving), financiering voor doorontwikkeling en volumegroei voor de huidige voorzieningen DigiD en DigiD machtigen en de financiering van het eID-stelsel en publiek middel (hoofdstuk 6 financiering en spelregels) en privacybescherming, fraudebestrijding en informatieveiligheid (hoofdstuk 5).
17
4.3
Cluster Dienstverlening
4.3.1
Achtergrond Dienstverlening
De overheid: Biedt vraaggerichte, vindbare, begrijpelijke, veilige en efficiënte dienstverlening die op een wordt ingevuld met voorzieningen die breed beschikbaar en betrouwbaar zijn; Sluit vraaggericht aan op de behoeftes van burgers, bedrijven en instellingen; Bevordert het terugdringen van administratieve lasten en regeldruk voor burgers en bedrijven. Samenhangende en organisatieoverstijgende digitale overheidsdienstverlening draagt hier in grote mate aan bij. In het cluster Dienstverlening9 zijn voorzieningen opgenomen die bijdragen aan het verstrekken en uitwisselen van berichten en informatie tussen overheid, burgers en bedrijven ter ondersteuning en uitvoering van de overheidsdienstverlening. De Regieraad Dienstverlening stuurt op de samenhang tussen deze voorzieningen, op een zodanige manier dat deze zowel bijdragen aan (beleids)doelstellingen van departementen, medeoverheden en uitvoeringsorganisaties als ook aan een goede vraaggerichte dienstverlening aan burgers en bedrijven. De regieraad stuurt tevens op brede aansluiting door overheidsdienstverleners op de generieke voorzieningen en op een gedegen financiële onderbouwing van activiteiten en plannen. 4.3.2
GDI- voorzieningen binnen het cluster Dienstverlening Websites Overheid.nl Digitaal Ondernemersplein Antwoord voor bedrijven Samenwerkende Catalogi
Gepersonaliseerde portals: MijnOverheid: o ▪Persoonlijke Gegevens o ▪Lopende Zaken o ▪Berichtenbox voor Burgers Berichtenbox voor Bedrijven Ondernemingsdossier Gestandaardiseerd berichtenverkeer overheid-bedrijven: Standard Business Reporting eFactureren 4.3.3
Actuele ambities Dienstverlening
1. Verbreden gebruik berichtenboxen voor burgers en bedrijven Aansluiting op én het gebruik van de berichtenboxen voor burgers en bedrijven, leveren resultaten op in termen van (soms al ingeboekte) besparingen voor de overheid. Ook levert dit gebruikersgemak, lastenverlichting en veilige toegang tot overheidscorrespondentie op voor burgers en bedrijven. Het is nodig dat het aantal aansluitingen op en het gebruik van de 9
Dienstverlening is het leveren van een dienst of pakket van diensten aan een andere partij. Dienstverlening wordt door de Van Dale gedefinieerd als: "hulp die een persoon, instantie of onderneming biedt aan het publiek". Onder een dienst verstaat men in de economie niet-fysieke goederen. Dit onderscheid tussen goederen en diensten wordt wel gemaakt in het dagelijks spraakgebruik of in statistieken, maar niet in de economische wetenschap. Zowel goederen als diensten worden vaak aangeduid als producten.
18
berichtenboxen sterk wordt vergroot, zowel aan de kant van overheidsorganisaties als aan de kant van burgers en bedrijven. De afspraken die de afgelopen jaren hierover al zijn gemaakt, moeten nu worden omgezet in daadkracht. In de Regieraad Dienstverlening worden de afspraken over het verbreden van het gebruik vastgelegd en spreken partijen elkaar aan op elkaars verantwoordelijkheden en commitment. 2. Integratie/harmonisatie berichtenboxen (één gezamenlijke berichtenbox) Er zijn nu twee berichtenboxen ontwikkeld en in gebruik. De twee berichtenboxen verschillen van elkaar qua concept, wettelijke inbedding en sturing. Dit leidt tot diffuse overheidsdienstverlening, zowel voor overheidsdienstaanbieders die moeten aansluiten op twee berichtenboxen als voor ondernemers. Bijvoorbeeld zzp’ers (ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid) ontvangen nu afhankelijk van de afzender berichten van de overheid in twee verschillende berichtenboxen. In het kader van samenhangende dienstverlening aan burgers en bedrijven loopt een onderzoek naar de mogelijkheden voor één gezamenlijke berichtenbox voor burgers en bedrijven. De uitkomsten van dit onderzoek worden ter besluitvorming geagendeerd in de Regieraad Dienstverlening. 3. Overheidsbrede Portaalfunctie voor burgers en bedrijven en toeleiding Binnen de overheid zijn meerdere portalen voor verstrekking van informatie. Twee portalen ontwikkelen zich tot de brede informatieportalen voor burgers of bedrijven: overheid.nl voor burgers en het digitaal ondernemersplein voor bedrijven. Het gaat dan over niet-gepersonaliseerde informatie van de hele overheid, inclusief toeleiding naar diensten en transacties en overheidsorganisaties. Voor die toeleiding zijn verschillende keuzes te maken, steeds vaker gebeurt dat met Google(-achtige) technologie. Relevante vragen op dit thema zijn: Hoe verhouden de portals voor burgers en bedrijven zich tot elkaar? Wat is wenselijk? Kunnen burgers en bedrijven makkelijk informatie vinden, die over overheidsorganisaties heen gecombineerd is (levenssituaties, thema’s)? Is “no wrong door” een uitgangspunt en blijft toegang via organisatiespecifieke portalen mogelijk? Hoe moet aansluiting gevonden worden op de opkomst van mobile devices en daarmee samenhangend de komst van “responsive design” en/of apps. De Regieraad Dienstverlening stuurt op visieontwikkeling over de toekomst van overheidsportalen én de inrichting daarvan, rekening houdend met de huidige zoekfuncties, opkomst van mobile devices en aansluiting op de vraag en het zoekgedrag van burgers en bedrijven. Deze visieontwikkeling komt tot stand met gezamenlijke inbreng van zowel beleidsdepartementen als uitvoerders. 4. Verkenning functie Lopende zaken van MijnOverheid in relatie tot dienstverlening Er is géén gezamenlijke ambitie over de vorm van het verstrekken van statusinformatie en/of procesinformatie en ook over de urgentie daarvan wordt verschillend gedacht binnen de overheid10. De functie Lopende zaken binnen MijnOverheid staat daarmee ter discussie11. Een nadere detaillering in ambities is nodig, namelijk: Gaat het over het verstrekken van procesbeschrijvingen op hoofdlijnen aan de hand van registratiemomenten (aanvraag is ontvangen, aanvraag is in behandeling, document is verzonden) of Gaat het over individuele informatie per persoon of bedrijf op basis van informatie uit een klantsysteem?
10
Input vanuit de workshops voor de ambities Nationaal Beraad De functionaliteit “Lopende zaken” van MijnOverheid wordt door ca. 60 gemeenten gebruikt en kan door organisaties, die geen eigen MijnDomein hebben, worden ingezet.
11
19
Gezien de diversiteit van de processen van overheidsorganisaties en de context waarbinnen processen plaatsvinden, zullen organisaties zoveel mogelijk zelf hun vorm van proces/statusinformatie bepalen en ontsluiten. Identieke processen generiek maken en standaardiseren kan helpen om procesinformatie gemakkelijker aan te bieden (voornamelijk gemeenten). Dit thema zal in de regieraad worden geagendeerd zodat er een gezamenlijke beeld kan worden bepaald en er afspraken kunnen worden gemaakt over de te zetten vervolgstappen. 5. Regie op gegevens door burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven de mogelijkheid bieden om zelf over hun eigen gegevens te kunnen beschikken en uit te wisselen met de overheid en private partijen. Er is –in het kader van SGO9 een strategische verkenning onderweg. Deze verkenning geeft inzicht in de bestaande vraagstukken hierover, onderzoekt de juridische mogelijkheden (ook gezien de verschillen tussen burgers en bedrijven), vormt het kader voor een aantal pilots en geeft scenario’s weer. De strategische verkenning en vervolgactiviteiten worden binnen de sturing van de Regieraad Dienstverlening geagendeerd. Er ligt een relatie met de Regieraad Gegevens omdat het hier gaat om uitwisseling van gegevens tussen burgers/bedrijven en de overheid. , op een manier die bij het Ondernemingsdossier al wordt toegepast. Voor de Regieraad Dienstverlening is interessant: ‘hoe gaan we om met afsprakenstelsels en initiatieven op dit terrein’ en ‘wat is de relatie met andere voorzieningen uit dit cluster zoals ondernemersplein’. 6. Borgen visie op dienstverlening (wat is dienstverlening, gemeenschappelijke kaders) Vanuit verschillende gremia en programma’s zijn al eerder visiedocumenten opgesteld zoals de overheidsbrede visie op dienstverlening, de visie op overheidsdienstverlening 202012, de visie “dienstverlening samen doen” van de BRG13. Beleidsdoelstellingen zijn opgenomen in bestuurlijke brieven aan de Tweede Kamer14. Belangrijke thema’s die terugkomen in de verschillende visies zijn: Burgers en bedrijven beter betrekken bij beleids- en ontwerpcriteria voor digitale overheidsdienstverlening; Initiatieven voor gemeenschappelijk gebruik worden bij gemeenten en uitvoeringsorganisaties in pilotvorm vanuit burgerperspectief ontwikkeld. Succesvolle initiatieven worden gestandaardiseerd en vervolgens breed ingezet; Vraaggericht ontwerpen van digitale dienstverlening met aandacht voor behoeften (wensen/eisen) burgers en bedrijven. Deze kunnen worden opgepakt met de klankbordgroep(en) voor burgers en bedrijven. De Regieraad Dienstverlening stuurt op het beter betrekken van burgers en bedrijven bij de dienstverlening van de overheid, onder andere door de inbreng uit de klankbordgroepen burgers en bedrijven te bespreken en van vervolgacties te voorzien. 4.3.4 1. 2. 3. 4.
Prioriteiten Regieraad Dienstverlening 2015
Verbreden gebruik berichtenboxen voor burgers en bedrijven Integratie/harmonisatie berichtenboxen (één gezamenlijke berichtenbox) Regie op gegevens door burgers en bedrijven. Overheidsbrede portaalfunctie
12
Overheidsbrede Dienstverlening 2020 “Van organisaties…… naar organiseren”, februari 2014, Initiatief Vereniging Directeuren Publieksdiensten (VDP) samen met Gemeenten, Uitvoeringsinstellingen,koepelorganisaties en ministeries. 13 "Dienstverlening: “samen doen, een overheidsbrede visie op dienstverlening, mei 2010, de Bestuurlijke Regiegroep dienstverlening en eOverheid. 14 Visiebrief Digitale overheid, 23 mei 2013, MinBZK; Digitale agenda; Beleidsnota, 17 mei 2011, MinEZ
20
4.3.5
(Rand)voorwaarden cluster Dienstverlening
De belangrijkste voorwaarden voor het cluster dienstverlening zijn voldoende financiering voor doorontwikkeling en groei (hoofdstuk 6), wetgeving (hoofdstuk 5, Wet eOverheid), fraudebestrijding en informatieveiligheid. Europese ontwikkelingen Het Electronic Simple European Networked Services (e-SENS) project is gestart op 1 april 2013 met als doel om publieke digitale dienstverlening te verbeteren. Het project biedt generieke en herbruikbare oplossingen die elektronische interacties met overheidsorganen binnen de EU bevorderen. Het zorgt voor versteviging, verbetering en uitbreiding van bestaande ontwikkelingen en steunt daarbij op Europese normen. Burgers, bedrijven en overheden kunnen dan eenvoudig, snel en veilig hun grensoverschrijdende zaken digitaal regelen. e-SENS bouwt verder op proefprojecten, omdat gebleken is dat zij allen dezelfde bouwstenen nodig hebben. Deze oplossingen zijn uitwisselbaar: ze kunnen worden hergebruikt voor andere grensoverschrijdende processen. e-SENS brengt de bouwstenen samen en ontwikkelt ze verder, zodat burgers en bedrijven in de hele EU deze bouwstenen kunnen gaan gebruiken. De bouwstenen worden uiteindelijk onderdeel van de Europese digitale infrastructuur. Het gaat om de volgende bouwstenen: e-Documenten, e-Bezorging, e-Identiteit, e-Handtekening en Semantiek. Er nemen twintig landen deel aan het project, dat een looptijd heeft van drie jaar.
21
4.4
Cluster Gegevens
4.4.1
Achtergrond Gegevens
Het cluster Gegevens richt zich op de uitwisseling van gegevens binnen de overheid. Het accent ligt op doorontwikkeling naar een Stelsel van Overheidsgegevens en de rol die de verschillende Basisregistraties en Stelselvoorzieningen van de GDI daarin spelen. De Programmaraad Stelsel van Basisregistraties (PSB) heeft de afgelopen jaren een duidelijke koers neergezet en belangrijke stappen zijn gezet om te komen tot een Stelsel van Basisregistraties. De Regieraad Gegevens neemt de taken van de Programmaraad Stelsel van Basisregistraties over en verbreedt tegelijkertijd de scope naar het realiseren van een overheidsbreed Stelsel van Overheidsgegevens in aansluiting op “de Visie op het Stelsel van Overheidsgegevens uit 2014”, van de PSB. De Regieraad gegevens koerst op de invulling van afspraken voor een gezamenlijke agenda: de activiteiten en de bijbehorende prioritering. Belangrijke uitgangspunten voor de Regieraad Gegevens zijn: Alle overheidsorganisaties gaan voor hun dienstverlening gebruik maken van de authentieke gegevens uit de voor hen relevante basisregistraties; De regieraad ziet toe op de doorontwikkeling van het Stelsel van Basisregistraties, inclusief de oplevering van de laatste drie basisregistraties (BLAU, BRO en BGT), waarbij de sectorale departementen SZW en I&M eindverantwoordelijk zijn; De Visie op het Stelsel van Overheidsgegevens ( o.a. rotondemodel) biedt de gezamenlijke stip op de horizon t.b.v. de doorontwikkeling van het Stelsel van Basisregistraties naar een Stelsel van Overheidsgegevens; De regieraad voert regie op de verbinding tussen basisregistraties en de gemeenschappelijke overheidsbrede aspecten en benodigde afstemming!; De regieraad is niet verantwoordelijk voor de oplevering en realisatie van afzonderlijke basisregistraties. 4.4.2
GDI-voorzieningen binnen het cluster Gegevens
Stelselvoorzieningen basisregistraties o Digikoppeling o Digilevering o Digimelding o Stelselcatalogus Basisregistraties (BRP, NHR, BAG, BRT, BRK, BRV, BLAU, BRI, WOZ, BGT BRO) Beheervoorziening BSN
4.4.3
Actuele ambities Gegevens
15
De drie16 belangrijke thema’s voor het Clusterplan Stelsel van Overheidsgegevens zijn 1. Versterken informatiepositie van de burgers en bedrijven; 2. Gebruik van authentieke gegevens; 3. Kwaliteit gegevens17.
15
Jaarplan PSB 2015
16
Genoemde drie thema’s geven tevens invulling aan de geformuleerde ambitie van het Nationaal Beraad16 (d.d. 9/12/2014)
22
Deze thema’s geven invulling aan de geformuleerde ambitie van het Nationaal Beraad18 , kwaliteitsverbetering en gebruik van gegevens uit het stelsel van basisregistraties. En met betrekking tot regie op gegevens voor burgers en bedrijven transparante informatie. Tevens wordt zoveel als mogelijk invulling gegeven aan de aanbevelingen zoals geformuleerd in de eindrapportage SGO3 (Versnelde effectieve inzet van basisregistraties) als ook de rapportage van de Algemene Rekenkamer omtrent basisregistraties. Onderstaande ambities komen voort uit het Jaarplan PSB 2015. 1. De positie van burgers versterken Burgers kunnen op een eenvoudige, toegankelijke en begrijpelijke manier nagaan welke gegevens uitvoeringsinstellingen en andere overheden gebruiken bij het nemen van besluiten en op welke manier basisgegevens daarbij worden gehanteerd. Het gaat dan om het regelen van: Inzage (digitaal); Digitaal kunnen corrigeren van gegevens; Regie op het delen van gegevens met derden; Regelen van een meldpunt voor burgers bij problemen. 2. Gebruik Stimuleren van het gebruik en het centraal stellen van de basisregistraties en de stelselvoorzieningen is en blijft een belangrijk thema. De afgelopen jaren zijn daarvoor instrumenten ontwikkeld, gericht op het overdragen van kennis over gebruik van authentieke gegevens en ondersteuning bij de implementatie in de processen. Specifieke aandacht heeft de communicatie naar en met nieuwe aan te sluiten partijen, zowel de kleinere partijen (al dan niet georganiseerd in samenwerkingsverbanden) en naar knooppunten en intermediairs. De Regieraad Gegevens heeft behoefte om de scope te verbreden (van basisgegevens naar gegevens) en nieuwe vraagstukken aan te pakken. Er wordt aan de volgende activiteiten gedacht: Communicatie en kennis als smeerolie voor het gebruik; o Algemene communicatie en invulling kennisfunctie; o Ondersteunen van (potentiële) afnemers met kennis; o Ontwikkelen van de architectuur; o Het organiseren en stimuleren van onderlinge contacten; In gesprek gaan met nieuwe potentiële (kleinere) afnemers en knooppunten/intermediairs; Vergroten van het gebruik van de bestaande stelselvoorzieningen; Nieuwe verbindingen tussen afnemers en registraties; Het uitvoeren van een klein aantal concrete ketenprojecten. 3. Kwaliteit Het verhogen van de kwaliteit van de gegevens uit de basisregistraties is van groot belang voor een steeds efficiëntere en effectiever (compacte) overheid.
Transparantie over de borging van kwaliteit; Vergroten aantal verbindingen tussen basisregistraties; Het aansluiten van overige registraties; Organische harmonisatie van begrippen in de uitvoering; Concrete kwaliteitsprojecten uitvoeren; Aandacht voor het proces van het terugmelden; Invloed voor afnemers; Monitor.
17
Genoemde drie thema’s geven tevens invulling aan de geformuleerde ambitie van het Nationaal Beraad17 (d.d. 9/12/2014) 18 d.d. 9/12/2014: http://www.digicommissaris.nl/nieuws-item/stukken-van-het-nationaal-beraad-openbaar
23
24
Overige relevante thema’s De genoemde thema’s hebben sterke raakvlakken met het cluster Gegevens en raken ook andere clusters. Deze beleidsinitiatieven kunnen echter worden geagendeerd in de Regieraad Gegevens door de verantwoordelijke beleidsdepartementen: Open Data Uitgangspunt voor openbare overheidsdata is dat deze herbruikbaar beschikbaar is. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Economische Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben inmiddels het politieke statement: “openbaar tenzij” bekrachtigd. De verwachting is dat dit een leidend principe wordt voor overheidsorganisaties. Big Data Big Data is de enorme toename van mogelijkheden om data te genereren, delen, combineren en analyseren, dit leidt wellicht tot nieuwe inzichten en een nieuwe manier van redeneren. Kan grote kansen bieden voor zowel de beleidsontwikkeling als de uitvoering (dienstverlening) van de overheid, echter vraagt ook om aandacht met name op het gebied van privacy. Deze ontwikkeling heeft impact op het geheel van overheidsgegevens inclusief het stelsel van basisregistraties. Informatieveiligheid Het op orde hebben van de informatieveiligheid is een voorwaarde voor de continuïteit van de overheidsdienstverlening. De overheid moet ervoor waken dat er geen weeffouten in de digitale infrastructuur ontstaan waarvan misbruik gemaakt kan worden en dient bij gegevensuitwisseling duidelijke afspraken te maken over ieders verantwoordelijkheid m.b.t. de veiligheid in de keten. Privacy Het thema privacy raakt het vraagstuk van regie op gegevens en gebruik van persoonlijke gegevens. In het rapport ‘Basisregistraties, vanuit het perspectief van de burger, is de aanbeveling van de Rekenkamer om privacybescherming zo eenduidig mogelijk in te richten (voor het gehele stelsel) en te zorgen voor toezicht op de handhaving. Duurzame toegankelijkheid Het doel is de duurzame digitale toegankelijkheid van de gegevens te kunnen garanderen en tegelijkertijd compliant te zijn aan de archiefwetgeving. De genoemde inhoudelijke aandachtspunten (actuele thema’s) en de aanverwante thema’s moeten binnen de Regieraad Gegevens nader worden bepaald. Deze kunnen leiden tot agendering van strategische vragen die via de beleidsverantwoordelijke partijen worden ingebracht in de Regieraad Gegevens. 4.4.4
Prioriteiten Regieraad Gegevens 2015
1. Het versterken van de positie van de burger zodat de door de Rekenkamer gesignaleerde problemen van burgers bij gegevensuitwisseling ( over de grenzen van organisaties en ketens heen), gericht opgelost worden. 2. Centraal stellen van het gebruik van de basisregistraties en de stelselvoorzieningen Met een scherpe blik op . Het opheffen van belemmeringen die het gebruik niet bevorderen en bijgedragen aan het bereiken van maatschappelijke baten. 3. Gemeenschappelijke informatievoorziening en kennisfunctie met betrekking tot het stelsel van basisregistraties borgen, moet qua kosten onderbouwd!. 4. Een structurele aanpak voor de verbetering van de kwaliteit van het stelsel van overheidsgegevens19. 5. Concretiseren van de “Visie op het stelsel van overheidsgegevens” met inclusief de uitwerking van het zogenaamde rotondemodel.
19
Binnen deze structurele aanpak krijgen de doorontwikkelactiviteiten, die vanuit het Ministerie van BZK onder de stuurgroep Digimelding tot de zomer van 2015 georganiseerd zijn ook een plek.
25
4.4.5
(Rand)voorwaarden cluster Gegevens
De belangrijkste voorwaarden voor het cluster gegevens zijn voldoende financiering voor doorontwikkeling en groei (hoofdstuk 6), wetgeving (hoofdstuk 5, Wet eOverheid), fraudebestrijding en informatieveiligheid. Daarnaast stelt Europese regelgeving kaders/randvoorwaarden zoals de Europese algemene verordening gegevensbescherming in algemene zin. Daarnaast is er diverse Europese regelgeving met betrekking tot de verschillende onderdelen. Zoals INSPIRE regelgeving voor het Geo-domein.
4.5
Cluster Interconnectiviteit
4.5.1
Achtergrond Interconnectiviteit
De voorzieningen die onder de Regieraad Interconnectiviteit vallen vormen de infrastructuur- basis voor de digitale overheid. Zonder fysieke netwerken, standaarden, architectuur en gegevensuitwisseling kan er geen eOverheid zijn. De producten en standaarden in dit cluster zijn dus VITAAL20 voor de BV Nederland. Dit houdt in verantwoordelijkheid voor een adequate infrastructuur op het gebied van borging van continuïteit, informatieveiligheid, privacybescherming en via borging door voldoende wettelijke kaders en beleidsplannen. De GDI-voorzieningen binnen het cluster Interconnectiviteit vormen daarmee de noodzakelijke basisinfrastructuur voor vrijwel alle andere onderdelen van de GDI. De Regieraad Interconnectiviteit heeft een aantal specifieke doelstellingen geformuleerd21 en richt zich op de afspraken over een gezamenlijke agenda, thema’s en bijbehorende prioritering. De Regieraad Interconnectiviteit vult de infrastructurele randvoorwaarden in. Zonder beveiligde netwerken, koppelvlakken en standaarden is er geen veilige en betrouwbare toegang tot dienstverlening. In deze Regieraad komen de onderwerpen met betrekking tot de connectiviteit (infra), informatieveiligheid en continuïteit van dienstverlening primair aan de orde komen. De Regieraad ontwikkelt concrete (beleids) plannen voor integrale continuïteit en veiligheid van de eOverheid en jaagt indien nodig de totstandkoming van wetgeving aan. Ketensamenwerking, ook in een publiek-private context, is essentieel om deze doelstelling te bereiken. 4.5.2
4.5.3
GDI-voorzieningen binnen het cluster Interconnectiviteit Standaarden (‘pas toe of leg uit’-lijst); PKIoverheid (certificaten)22; Digipoort (overheidstransactiepoort (OTP) & ProcesInfrastructuur (PI)); Diginetwerk; Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA).
Actuele ambities Interconnectiviteit
1. Verhoging gebruik voorzieningen In kaart brengen van de belemmeringen die grootschalig gebruik van de voorzieningen binnen interconnectiviteit tegenhouden en formuleren van oplossingsrichtingen. Gedacht wordt aan harmoniseren van beleid, instellen van wettelijke verplichtingen tot gebruik en het ontsluiten van nieuwe sectoren.
20
In 2015 vinden gesprekken plaats om de GDI als vitale sector te kenmerken gezien de mogelijke ontwrichting van de samenleving bij het uitvallen van de GDI. 21 Deze zijn mede afkomstig uit de workshops die in het kader van de voorbereiding van het eerste Nationale Beraad van 9 december 2014 gehouden zijn en de doelstellingen uit opdrachtbrieven. 22 Wordt belegd bij de Regieraad I&A.
26
Dit betekent concreet voor de voorziening Digipoort; het vergroten van het gebruik door uitvragende organisaties, het verhogen van berichtvolumes en het initiëren van nieuwe berichtstromen.
Onderzoek naar mogelijkheden voor het verhogen van de berichtstroom van overheid naar bedrijven en het inzetten van Digipoort in nieuwe sectoren (Topsectoren beleid), evenals het oplossen van juridische belemmeringen indien van toepassing.
Identificatie van benodigde doorontwikkeling in 2015 en agendering in de Regieraad voor het jaarplan interconnectiviteit 2016.
2.
Getoetste standaarden en voorzieningen en overheidsbrede inzet Aandacht voor verbetering van het standaardisatieproces binnen de sturing van de GDI met gezamenlijke aandacht voor de nog te bepalen standaardisatie. Succesvolle initiatieven, beproefd en bewezen in de uitvoering (pilots), breder inzetten in de overheidsbrede uitvoering door standaardisatievoorstellen. Bindende adoptie afspraken met betrekking tot overheidsbrede standaarden worden in de Regieraad gemaakt.
De Regieraad Interconnectiviteit vervult met betrekking tot standaarden en architectuurraamwerken zoals NORA een essentiële rol. Op de agenda van de regieraad staat “Standaardisatie & Architectuur” als vast onderdeel. Het onderwerp wordt steeds onder de aandacht gebracht en er wordt consequent op gestuurd. De bovenstaande thema’s en doelstellingen moeten in concrete activiteiten worden uitgewerkt met ene bijbehorende aanpak en prioritering met bijbehorend tijdspad. Dit resulteert in een uitgewerkt clusterplan dat wordt gebruikt voor de integrale sturing.
4.5.4
Prioriteiten Regieraad Interconnectiviteit 2015
1. Vaststellen rol en scope Regieraad (eigenaarschap, opdrachtgeverschap, rol afnemers, rol beheerders en eindgebruikers) in relatie tot de beleidsdoelstellingen) inclusief relatie met andere gremia/overleggen; 2. Verhoging gebruik voorzieningen in het bijzonder Digipoort inclusief besluitvorming omtrent (door) ontwikkeling. Inclusief het realiseren van de benodigde financiële dekking voor deze voorziening; 3. Meer en beter gebruik standaarden inclusief verbeteren proces rondom standaardisatie, pilots en adoptie afspraken. 4. Informatieveiligheid als thema met betrekking tot GDI versterken en uitwerken. 5. Via gesprekken met diverse belanghebbenden zijn een aantal inhoudelijke thema’s vastgesteld welke van invloed zijn op de voorzieningen en standaarden vallend binnen Interconnectiviteit. Deze thema’s zijn hieronder beschreven. Vitale infrastructuur en continuïteit De voorzieningen van de Regieraad Interconnectiviteit vormen zonder uitzondering de ruggengraat van de eOverheid dienstverlening. Zonder Digipoort is er geen gegevensuitwisseling tussen bedrijfsleven en overheid, zonder Diginetwerk geen (beveiligde) verbindingen en zonder PKIoverheid is er geen vertrouwen. De Regieraad Interconnectiviteit geeft antwoord op de vraag hoe de vitale infrastructuur continuïteit geboden kan worden. Inclusief bestuurlijke afspraken, weten regelgeving die daarvoor noodzakelijk is. Als ook aansluiting bij internationale afspraken, weten regelgeving (EU, NAVO e.a.) die van invloed zijn op het domein van deze Regieraad. Patriot act De Patriot act verplicht Amerikaanse bedrijven om mee te werken aan het doorgeven van gegevens aan de Amerikaanse overheid. Dit betreft ook gegevens van Nederlandse bedrijven en overheid die op servers staan van bedrijven in Amerikaanse handen. De Regieraad
27
Interconnectiviteit beziet wat de gevolgen zijn van de Patriot act (of soortgelijke wetgeving van andere landen) en formuleert daaromtrent zo nodig gezamenlijk maatregelen/voorstellen. Informatieveiligheid / beveiligde koppelvlakken Informatieveiligheid is een aspect dat in alle clusters van belang is. In algemene zin komt het echter hier aan de orde. Daarnaast wordt in dit cluster invulling gegeven aan beveiligde koppelvlakken zoals op de Digipoort en het Diginetwerk. Deze koppelvlakken zorgen voor een beveiligde verbinding tussen het bedrijfsleven en de overheid. De Regieraad Interconnectiviteit heeft aandacht voor juiste toepassing van de beveiligde koppelvlakken opdat de informatieveiligheid ook op netwerk- en voorzieningsniveau bij bedrijfsleven en overheid is geborgd. Standaardisatie Een aantal standaarden (‘pas toe of leg uit’-lijst) en voorzieningen is voor de overheid verplicht. Het toezicht op juistheid van standaarden en de adoptie/implementatie van standaarden of (verplicht) gebruik van voorzieningen is nog niet goed geregeld. De Regieraad Interconnectiviteit stimuleert beleidsontwikkeling voor toezicht en op juiste implementatie van standaarden en (verplicht) gebruik van voorzieningen. In een later stadium ziet de Regieraad ook toe op de daadwerkelijke uitvoering van het ontwikkelde beleid. Europese koppelingen / gegevensuitwisseling Gegevensuitwisseling met Europese lidstaten en bedrijven is een belangrijk aandachtspunt voor een integrale benadering van de overheid als geheel. De Regieraad Interconnectiviteit ziet toe op beleidsontwikkeling op dit vlak, waarbij ook het sTESTA netwerk en relevantie Europese initiatieven worden betrokken.
4.5.5
(Rand)voorwaarden cluster Interconnectiviteit
De belangrijkste voorwaarden voor het cluster Interconnectiviteit zijn: dekkende financiering voor doorontwikkeling en groei (hoofdstuk 6), wetgeving (hoofdstuk 5, Wet eOverheid), fraudebestrijding en informatieveiligheid. Daarnaast stelt diverse Europese regelgeving maar ook andere internationale wet/regelgeving (NAVO e.a.) randvoorwaarden.
28
5. Integrale thema’s Overkoepelende thema’s hebben raakvlakken met de GDI voorzieningen. De Digicommissaris voert regie op deze overkoepelende thema’s. Hij neemt geen activiteiten of verantwoordelijkheden, die al belegd zijn bij verschillende partijen of programma’s, over. Hieronder zijn deze overkoepelende thema’s, die soms ook randvoorwaardelijk zijn voor het proces van realisatie en toename van gebruik van de generieke voorzieningen, opgenomen. Per thema staat beschreven wat er onder een thema wordt verstaan en wat de relatie is ten opzichte van de GDI en het Digiprogramma.
5.1
Toegang tot de Digitale Overheid voor burgers
De missie van de Digitale Overheid houdt in dat burgers (en bedrijven) snel en gemakkelijk al hun zaken digitaal kunnen regelen met de overheid. Zij hebben daarmee een sleutelpositie in de activiteiten vanuit het Digiprogramma: alle activiteiten moeten uiteindelijk bijdragen aan de dienstverlening van de overheid aan burgers (en bedrijven). Doordat steeds meer overheidsdiensten digitaal beschikbaar zijn, doen steeds meer burgers een beroep op digitale overheidsdienstverlening. Gelijkertijd geven burgers - als ze de keuze hebben nog steeds de voorkeur aan klassieke kanalen als telefoon en balie. Deze voorkeur heeft grofweg drie oorzaken: 1. Er is sprake van gewoontegedrag, burgers doen zaken met de overheid zoals ze altijd gewend zijn. 2. Vervolgens hebben burgers het gevoel weinig controle en grip te hebben op de gang van zaken bij digitale dienstverlening. “Is het wel veilig en wat gebeurt er met mijn persoonlijke gegevens”? 3. Tenslotte ontbreekt het een grote groep burgers aan voldoende vaardigheden om digitaal overheidsdiensten af te kunnen nemen. Deels betreft dit een groep die ook nu al onvoldoende bureaucratische vaardigheden heeft. Zij hebben moeite om hun weg in de overheidsdienstverlening te vinden, ongeacht of die digitaal of via de klassieke kanalen wordt aangeboden. Een grote en groeiende groep burgers weet zich echter wel uitstekend te redden via het digitale kanaal. Deze burger verlangt digitale beschikbaarheid van overheidsdiensten, zeven dagen per week en 24 uur per dag. En dan nog het liefst via apps en geschikt voor mobiele apparaten. Het zogenoemde ‘responsive design’ (aanpassing aan het apparaat dat de burger gebruikt) wordt dan ook steeds belangrijker. De digitale overheidsdienstverlening moet voor een zo groot mogelijke groep burgers binnen bereik komen. Het gaat om een toegankelijke digitale overheid in de zin van het aanbieden van eenvoudige en vraaggerichte overheidsdienstverlening. Een overzichtelijk aanbod van diensten, begrijpelijke regelgeving en aandacht voor gemak is dan randvoorwaardelijk. Toegankelijke overheidsdienstverlening vraagt ook om veel inzicht in de behoeften van verschillende doelgroepen en onderzoek naar bijvoorbeeld gedragsbeïnvloeding. Deze uitgangspunten hebben ook een positief effect op bureaucratische vaardigheden en meer specifiek de digivaardigheid van burgers. Toegankelijkheid van de digitale overheid gaat dus om een breed scala van aandachtspunten met een breed perspectief op verantwoordelijkheden van alle overheidspartijen en verschillende “sporen” met betrekking tot een aanpak op dit thema. Voor de Digicommissaris als overheidsbrede regisseur, is een toegankelijke digitale overheid een zeer belangrijke doelstelling. Vanuit zijn regiefunctie en samen met het Nationaal Beraad, spoort hij alle partijen aan om bij het digitaliseren van de dienstverlening niet aanbodsgericht, maar vanuit het perspectief van de burger (en bedrijf) als eindgebruiker te redeneren. 29
Klankbordgroepen voor burgers en bedrijven (zie hoofdstuk 3 en bijlage 1) leveren daar een zinvolle bijdrage aan.
5.1.1
Digivaardigheid
De overheid moet toegankelijk zijn. Dit geldt ook voor mensen die minder digivaardig zijn. De overheidsdienstverlening moet, voor verschillende doelgroepen, intuïtief en bruikbaar zijn. Om dit te realiseren is o.a. inzicht in de verschillende doelgroepen noodzakelijk. Hulp aan niet-digivaardigen beperkt zich immers niet alleen op het verlenen van fysieke hulp. Het uitgangspunt is om digitale vaardigheden aan te leren, waardoor deze groep zelfstandig gebruik kan maken van digitale overheidsdienstverlening.. Aangezien digivaardigheid verschillende vormen kent, verschilt de aanpak van dit fenomeen per organisatie: •
• •
In principe zijn alle departementen verantwoordelijk voor het vereenvoudigen van processen (door vereenvoudiging van wetgeving), waardoor burgers beter in staat zijn om zaken zelfstandig met de overheid te regelen. Het ministerie van BZK is verantwoordelijk voor het burgerperspectief en de coördinatie op het punt van landelijke hulplijnen voor niet-digivaardige burgers. Uitvoeringsorganisaties (al dan niet ZBO’s) en de decentrale overheden staan aan de lat voor het bieden van gemakkelijke, vraaggerichte digitale dienstverlening met aandacht voor usability-aspecten (in afstemming met burgers) en accessability (bijvoorbeeld door toepassing van de webrichtlijnen).
De afgelopen jaren zijn veel verschillende initiatieven ontstaan die digivaardigheid stimuleren. Deze initiatieven vinden zowel plaats op landelijk niveau als via gezamenlijke lokale initiatieven door Gemeenten samen met uitvoeringsorganisaties en door de organisaties zelf voor hun eigen dienstverlening. Recent is bijvoorbeeld het Digitaal Hulplein ontstaan een gezamenlijk landelijk initiatief van departementen,organisaties, stichtingen en uitvoeringsorganisaties. Via deze hulpvoorziening worden computercursussen landelijk aangeboden. Deze trainingen worden op centrale locaties, zoals bibliotheken, georganiseerd. Het concept van het Digitaal Hulpplein wordt de komende jaren doorontwikkeld en aangevuld. Al deze initiatieven dragen bij aan veilige, betrouwbare en gemakkelijke overheidsdienstverlening.
5.2
Toegang en voordelen Digitale Overheid voor bedrijven
Digitaal zakendoen met de overheid heeft voordelen voor bedrijven. Het digitale loket is altijd open, waardoor ondernemers tijd- en plaatsonafhankelijk een vergunningsaanvraag, subsidieaanvraag of aangifte kunnen doen. Veel overheidsorganisaties hebben de traditionele, papieren dienstverlening vervangen door digitale dienstverlening. In sommige gevallen is het papieren kanaal zelfs afgeschaft, waardoor het gebruik van het digitale kanaal verplicht is. Een voorbeeld hiervan is de aangifte van omzetbelasting bij de Belastingdienst. Robuustheid en voortdurende beschikbaarheid van digitale dienstverlening is voor bedrijven mogelijk nog belangrijker dan voor burgers. Uitval van voorzieningen kan voor grote economische schade zorgen, zowel aan bedrijfs- als overheidszijde. Goed werkende digitale dienstverlening bespaart ondernemers en overheden tijd en geld. In de ontwikkeling van digitale dienstverlening voor bedrijven is het belangrijk om rekening te houden met de diversiteit binnen het ‘bedrijven’ domein. Het domein omvat multinationals maar ook zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). De verschillende voorzieningen uit de GDI zijn 30
afhankelijk van de doelgroep relevant. Zzp’ers worden door de overheid bijvoorbeeld gezien als zowel burgers (in de zin van ‘betalen inkomstenbelasting’) als bedrijven (‘staan ingeschreven in het Handelsregister‘). Door het vele gebruik van intermediairs en de vaak hoge automatiseringsgraad (van machine naar machine berichtenverkeer) is specifieke aandacht voor digitale dienstverlening en generieke voorzieningen voor bedrijven nodig. Het is belangrijk dat bedrijven worden betrokken bij het doorontwikkelen en toekomstbestendig maken van de GDI. Daarnaast heeft een specifieke tak van het bedrijfsleven nog een extra rol in de digitale infrastructuur. Veel voorzieningen zijn of worden door het (ICT-)bedrijfsleven ontwikkeld. Datzelfde geldt vaak voor het in de lucht brengen of houden van netwerken waarlangs digitale dienstverlening wordt aangeboden. Vanuit dat perspectief is het ook belangrijk dat overheid en bedrijven samen optrekken. In verschillende overlegvormen vindt er afstemming tussen bedrijfsleven en overheid plaats. In het Nationaal Beraad worden, afhankelijk van de agenda, private partijen uitgenodigd. Koepelorganisaties van bedrijven nemen onder meer deel aan regieraden. Bovendien levert de klankbordgroep voor bedrijven, vanuit gebruikersperspectief, input aan het Nationaal Beraad en de regieraden. Uitdaging in 2015 is het vormgeven van deze publiek-private sturing en het bouwen van wederzijds vertrouwen.
5.3
Wetgeving
De doelstelling van het kabinet is dat bedrijven en burgers in 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Eén van de belangrijkste randvoorwaarden voor digitale overheidsdienstverlening is het realiseren van wetgeving, waarin de waarborgen en verantwoordelijkheden voor de benodigde digitale infrastructuur zorgvuldig wordt ingebed. Dit is een veelomvattend, intensief en complex traject. De ministeries van BZK en EZ zijn verantwoordelijk voor de nieuwe wetgeving voor de digitale dienstverlening de zgn. Wet eOverheid. De Wet eOverheid moet vooral zorg dragen voor een eenduidige rechtsgrond voor digitale transacties met de overheid onder andere: moet de ministeriële verantwoordelijkheid voor digitale voorzieningen als DigiD en MijnOverheid (waaronder de berichtenbox) een wettelijke basis krijgen; zal op termijn (naar verwachting) het nieuwe eID Stelsel in deze wet worden geregeld; is ook wetgeving noodzakelijk voor de introductie van een nieuw publiek eID-middel en; wordt overwogen de gegevenshuishouding anders te organiseren, wat mogelijk aanpassingen in wetgeving vergt. Naast dit wettraject voor de wet eOverheid zal de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) worden aangepast om het digitale rechtsverkeer van de overheid met burgers en bedrijven gelijk te schakelen met het traditionele rechtsverkeer. Tenslotte zal ook sectorale wetgeving nodig zijn, denk bijvoorbeeld aan de digitalisering van de Burgerlijke Stand en de digitalisering van de rechtspraak. Wetgeving is randvoorwaardelijk voor een goed functionerende GDI. • Het doel is immers om toegankelijke, veilige en betrouwbare digitale overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven te bieden met voldoende behoud van privacybescherming. • Daadwerkelijk gebruik van de GDI door alle overheden kan ook een middel zijn om eenduidige dienstverlening aan burgers en bedrijven te bieden. Door het vormgeven van een wettelijke verplichting op aansluiting op de GDI wordt het gebruik van bouwstenen en standaarden
31
•
gemaximaliseerd, wat resulteert in duidelijkheid en rechtszekerheid voor burgers en bedrijven en een uniforme en veilige inrichting van de eOverheid. Overheidsorganisaties verplichten andersom, in het kader van doelmatigheid, effectiviteit en efficiency, de digitale dienstverlening steeds meer aan burgers en bedrijven.
Vanuit zijn regiefunctie vindt de Digicommissaris dat deze randvoorwaardelijke wetgeving tijdig, in samenhang en afgestemd met alle betrokken overheidspartijen gerealiseerd wordt. Alleen dan kan uiteindelijk de veilige, betrouwbare en toegankelijke digitale overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven (cf. Regeerakkoord) slagen. De Digicommissaris hecht hier veel belang aan en zal dit traject uitdrukkelijk volgen, echter de verantwoordelijkheid is en blijft bij de betrokken departementen. Wel zal de Digicommissaris stimuleren dat er voortgang en gezamenlijkheid wordt gecreëerd ten aanzien van de beleidsvorming ter voorbereiding van de wetgevingstrajecten. Voor een goed functionerende GDI is het van belang dat de volgende zaken goed in wetgeving geregeld worden: • Veilige en betrouwbare toegang tot de gepersonaliseerde overheidsdienstverlening: Identificatie, authenticatie en de vormgeving van het eID-stelsel (cluster I&A); • Toegankelijkheid tot algemene overheidsinformatie en verwijsfunctie naar overheidstransacties en gepersonaliseerde informatie en toegankelijke gegevensuitwisseling tussen overheid en burgers/bedrijven (cluster Dienstverlening); • Voorwaarden voor en waarborgen bij het hergebruik van gegevens en de daarvoor te maken generieke afspraken over uitwisseling (cluster gegevens); • Het gebruik van standaarden om overheidsbrede, veilige en betrouwbare dienstverlening te borgen, wat tevens bijdraagt aan effectiviteit en efficiency (cluster Interconnectiviteit). Dit wetgevingstraject is juridisch complex en raakt ook vrijwel alle departementen, decentrale overheden en overheidsorganisaties met mogelijke grote impact op de bedrijfsprocessen van bestuursorganen. Dat vereist een intensief afstemmingstraject. Niet de noodzaak tot het vormgeven van eenduidige overheidsdienstverlening met gebruik van een GDI staat zo zeer ter discussie; wel moeten in dit verband nog de nodige beleidskeuzes worden gemaakt. Aandacht voor de mogelijkheden van het inpassen in de bedrijfsprocessen van uitvoeringsorganisaties en lokale overheden en benodigde functionaliteit in de GDI, kortom de implementatie, is voorts een grote uitdaging. Vanwege deze complexiteit wordt gewerkt in tranches. Het is wel belangrijk tijdig vast te stellen wat echt op korte termijn geregeld moet worden om de voortgang op de digitale overheid niet te vertragen. De Digicommissaris zal daar vanuit zijn regiefunctie nadrukkelijk de aandacht op vestigen.
5.4
Internationaal/Europa
In de (internationale) handel is Nederland niet alleen afhankelijk van de fysieke infrastructuur zoals havens, wegen en vliegvelden, maar ook van de digitale infrastructuur. Daarnaast is Nederland gebonden aan diverse Europese en internationale verdragen en regels. Afspraken die niet alleen van effect hebben op het Nederlandse bedrijfsleven maar ook op de burger. Deze grensoverstijgende afspraken kunnen daarnaast ook van invloed zijn op de realisatie van de GDI.
De digitale infrastructuur moet in lijn lopen met Europese en mondiale regels. Voorzieningen als eHerkenning, eID23, Digipoort24 en hiervan gebruikmakende diensten als SBR en eFactureren, 23 in 2014 is de EU Verordening eIDAS vastgesteld (werkt direct door in NL recht en dus ook in de GDI); in 2015 worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld.
32
moeten voldoen aan Europese regelgeving en mondiale afspraken. Handel en gegevensuitwisseling beperken zich nu eenmaal niet tot de landsgrenzen. Het Nationaal Beraad omarmt de vele goede initiatieven die er in Nederland zijn om met Europese lidstaten, en in breder internationaal verband, handel te drijven en gegevens uit te wisselen. Om beperkte middelen beter te benutten wordt onderzocht hoe de diverse initiatieven elkaar door samenwerking kunnen versterken. De Digicommissaris heeft hierin een regisserende en verbindende rol. De Digicommissaris jaagt aan en draagt bij aan een Nederland dat op Europees en Internationaal gebied toonaangevend is en blijft. Onderstaande aandachtsgebieden zijn van invloed op het sterk houden en verbeteren van de positie van Nederland. Nederland blijft koploper in digitalisering en dient als gidsland; In Europese en internationale overleggen wordt het Nederlandse beleid eenduidig uitgedragen; Nederlandse initiatieven (standaarden) worden in Europees en Internationaal verband uitgedragen. Hierdoor zijn Nederlandse investeringen, in de desbetreffende initiatieven, succesvol en winstgevend; Leren van Europese en Internationale (landelijke) voorbeelden van eOverheid en waar mogelijk de vertaalslag maken naar Nederlandse (bestaande) initiatieven; Aanjagen van beleidsontwikkeling voor gegevensuitwisseling met Europa en het stimuleren van wetgeving die juridische belemmeringen wegneemt. Dit maakt grootschalige Europese en internationale gegevensuitwisseling mogelijk.
De Digicommissaris maakt zich in 2015 hard voor het aanbrengen van regie op bovenstaande aandachtsgebieden. Dit doet zij door de ontwikkelingen op Europees en internationaal gebied nauwlettend te volgen en door te sturen op een samenhangend van de aandachtspunten en een uitvoering ervan door bedrijven en overheid in gezamenlijkheid.
5.5
Informatieveiligheid
Overheidssystemen moeten veilig zijn en weerstand kunnen bieden aan pogingen tot misbruik en aanvallen van binnen en buiten. Dat is essentieel omdat de informatie die de overheid via deze systemen met elkaar deelt een van de belangrijkste productiefactoren (naast arbeid, grondstoffen en kapitaal) voor de toekomst is. De financiële sector heeft de afgelopen jaren laten zien dat de samenleving in grote mate afhankelijk is van het goed voeren van risicomanagement door de banken. Iets soortgelijks geldt voor de GDI. Het stelsel van basisregistraties en de verbinding daarmee met belangrijke overheidsystemen vormen inmiddels informatieketens waarin risico’s steeds meer bij elkaar gaan optellen, transponeren en verborgen raken. Je kan je dan ook af vragen of de klassieke, betrekkelijke statische opvatting (op basis van ISO normen en de code voor informatiebeveiliging) van informatieveiligheid nog wel toereikend is voor de GDI. Naast de inspanningen die verschillende overheden vanuit hun eigen verantwoordelijkheid op dit gebied leveren, zal dit thema ook op centraal niveau blijvend de nodige aandacht vragen. Binnen de overheid zijn verschillende organisaties, programma’s en gremia reeds aan de slag met dit onderwerp. De GDI moet genoemde inspanningen ondersteunen en faciliteren. Daarnaast biedt de sturingsfunctie van de Digicommissaris de mogelijkheid om overheidsbreed afspraken te maken, en daarop regie te voeren. Het onderwerp informatieveiligheid raakt alle regieraden, maar komt primair in de Regieraad Interconnectiviteit aan de orde. Aandachtspunten bij de invulling zijn enerzijds het voorkomen van 24
Inclusief bijbehorende standaarden.
33
dubbelingen en anderzijds het optimaal aansluiten op lopende initiatieven. In 2015 zal worden bezien welke concrete bestuurlijke afspraken kunnen worden gemaakt die bijdragen aan de informatieveiligheid. Een concreet voorbeeld daarvan zijn afspraken/maatregelen die overheden kunnen helpen om beter en efficiënter weerstand te bieden aan DDoS-aanvallen en hackpogingen.
5.6
Fraude
Om misbruik te voorkomen, moet de overheid het ontstaan van weeffouten in de digitale infrastructuur (beveiliging op orde) voorkomen. Dankzij de digitalisering van haar informatiehuishouding heeft de overheid, steeds meer mogelijkheden om fraude te signaleren en op te sporen. Het onrechtmatig doen van een beroep op overheidsvoorzieningen, zoals subsidies, uitkeringen, studiefinanciering of inkomensafhankelijke regelingen, wordt hierdoor efficiënter en effectiever voorkomen. Doordat informatie binnen de overheid beter wordt benut, wordt het uitvoeren van controles eenvoudiger. Het is sneller duidelijk of een burger of bedrijf, die een bepaalde voorziening aanvraagt, daar wel recht op heeft. Bovendien gebruiken controleurs informatie uit basisregistraties om verdachte gevallen snel te identificeren. Het vergelijken van basisregistraties met registraties van andere overheden heeft ook een positief effect op het signaleren van fraude. Verdachte zaken, die relevant zijn voor vervolgonderzoek, worden eenvoudig achterhaald. Organisatieoverstijgende samenwerking wordt de komende jaren verder geoptimaliseerd. Hierdoor gaat de overheid, ook als het gaat om fraudebestrijding, steeds meer opereren als één geheel. Om dit te laten slagen is het belangrijk dat gegevens vergelijkbaar zijn en gekoppeld kunnen worden. In dit kader heeft de Regieraad Gegevens harmonisatie van begrippen in de uitvoering benoemd als een actie om op te sturen in 2015. Het kabinet zet breed in op fraudebestrijding en heeft verschillende activiteiten ontplooid, zoals het verbeteren van de kwaliteit van de Basis Registratie Personen, extra adresonderzoeken en een aanpassing van de SUWI-wet. In verschillende samenwerkingsverbanden worden daarnaast effectieve methoden om fraudeurs op te sporen en te vervolgen verkend. Aangezien het benutten van de informatie uit de basisregistraties steeds meer leidend wordt voor de dienstverlening van de overheid, wordt ingezet op het verhogen van de kwaliteit van de gegevens uit de basisregistraties. Dit leidt ertoe dat overheidsorganisaties met zo accuraat mogelijke gegevens kunnen werken. Wijzigingen in gegevens worden zo snel mogelijk doorgespeeld aan betrokken instanties, zodat zij hun wettelijke taken goed kunnen uitvoeren. Bovendien wil het kabinet zich ervoor inspannen om door middel van wetgeving betere gegevensuitwisseling bij de aanpak fraude mogelijk te maken. De minister van V&J heeft de Tweede Kamer december 2014 laten weten dat een combinatie van bepalingen en noodzakelijke wijzigingen in de bestaande sectorale wetten dit mogelijk moet maken. Zonder op de stoel van de beleidsdepartementen te gaan zitten ondersteunt de Digicommissaris vanuit zijn regiefunctie de fraudeaanpak van het kabinet door ten behoeve van betere gegevensuitwisseling de GDI verder op orde te brengen en in 2015 vanuit de Regieraad Gegevens o.m. in te zetten op het verhogen van de kwaliteit van de gegevens uit de basisregistraties en harmonisatie van begrippen in de uitvoering.
5.7
Privacy
Het delen van persoonlijke informatie op internet via bijvoorbeeld sociale media is in ons digitale tijdperk normaal geworden: we hebben een profiel op LinkedIn, reageren op berichten van vrienden op Facebook en delen foto’s via Instagram. Persoonsgegevens zijn de olie van het internet en het nieuwe betaalmiddel in de digitale wereld geworden25. De mogelijkheden met 25
Citaat Meglena Kuneva, EU Commissaris Consumentenbescherming 2007-2010 (2009).
34
bijvoorbeeld digitale identiteiten zijn groot. De economische waarde van digitale identiteit in Europa werd in 2013 geschat op circa 315 miljard euro. Naar verwachting neemt dit jaarlijks toe met circa 14% tot 997 miljard euro in 202026. Dit bestaat uit directe waarde voor het bedrijfsleven (inkomsten) en indirecte waarde voor burgers (meerwaarde en gemak van een digitale identiteit). Persoonsgegevens zijn dus (economisch) zeer waardevol en dienen dan ook goed beschermd te worden. Ook binnen de GDI worden persoonsgegevens uitgewisseld. Op enig moment geeft een burger of bedrijf zijn/haar gegevens aan de overheid (eenmalige gegevensuitvraag), die deze gegevens gebruikt om haar taken uit te voeren en daarmee rechten en plichten van burgers en bedrijven bewaakt. De overheid verandert steeds meer van een eOverheid in een iOverheid, die wordt gekenmerkt door informatiestromen en –netwerken. Deze iOverheid is niet alleen gericht op dienstverlening, maar ook controle en zorg. De iOverheid brengt vergaande veranderingen in de relatie tussen burgers en overheden met zich mee, onder andere op het gebied van privacy.27 Zowel burgers, bedrijven als de overheid ondervinden voordelen en gemak van gegevensuitwisseling, toch is er ook sprake van bezorgdheid over privacy. Dit heeft deels te maken met vertrouwen: mogen de gegevens gebruikt worden op de manier waarop de andere partij dit doet? En anderzijds met transparantie: is helder wat er met jouw gegevens gebeurt en waarom? En hoe kom je daar achter? Het recht op bescherming van persoonsgegevens is binnen de Europese Unie verankerd in artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Daarin is vastgelegd dat persoonsgegevens eerlijk moeten worden verwerkt, voor bepaalde doeleinden en met toestemming van betrokkene of op basis van een andere gerechtvaardigde grondslag waarin de wet voorziet. Een ieder heeft volgens dat artikel recht van inzage in de over hem verzamelde gegevens en op rectificatie daarvan. Daarnaast is het recht op bescherming van persoonsgegevens ook verankerd in artikel 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Hierin is bepaald dat iedereen recht heeft op respect voor zijn privéleven. Inmenging van de overheid is alleen toegestaan voor zover hier bij wet in is voorzien. Dan gaat het om inmenging in het belang van nationale en openbare veiligheid of het economisch welzijn van een land.28 Algemene waarborgen voor het recht op bescherming van persoonsgegevens zijn vastgelegd in de Europese privacyrichtlijn uit 1995.29 Deze richtlijn is in Nederland in onder meer de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geïmplementeerd. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) ziet toe op naleving van deze wet en hanteert onder andere de beginselen proportionaliteit, subsidiariteit en dataminimalisatie. In 2012 is aangekondigd dat de EU-richtlijn zal worden vervangen door een Algemene Verordening gegevensbescherming (Europese dataprotectie Verordening). In het voorstel voor deze verordening worden de rechten van burgers versterkt, met name het recht om te worden vergeten. Het regime voor de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen wordt verruimd en verder wordt onder meer voorzien in de bevoegdheid tot het vaststellen van bestuurlijke boetes door toezichthouders.30 De wijzigingen die vanuit de EU worden doorgevoerd, hebben vanwege de aard van een Verordening (verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat) direct
26
‘The Value of our Digital Identity’, onderzoek Boston Consultancy Group (2013). iOverheid’, rapport nr. 86 Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (2011). 28 Zie ook ‘Privacy beleidskader DG Rechtspleging en Rechtshandhaving’, Ministerie Veiligheid en Justitie, 22 april 2013. 29 Richtlijn 95/46/EG van het Europees parlement en de Raad van 24 oktober 1995, betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. 27
30
Kamerstukken I 2011-2012, 22 112, FI.
35
effect op het Nederlandse beleidskader: staand beleid op het gebied van privacy en gegevensuitwisseling zal wijzigen. Dit zal ook direct de onderdelen uit de GDI raken en is dan ook iets waar alle GDI-partijen (eigenaar, afnemer en beheerder) zich van bewust moeten zijn. De regieraden bieden een platform om hierover van gedachten te wisselen en waar nodig gemeenschappelijk afspraken te maken over hoe om te gaan met privacyvraagstukken met betrekking tot de voorzieningen van het betreffende cluster. Daarbij kan bijvoorbeeld concreet gedacht worden aan huidige uitdagingen voor gemeenten in het kader van de decentralisaties, gegevensuitwisseling binnen het stelsel van basisregistraties en privacy by design (structureel aandacht besteden aan privacyverhogende maatregelen) en pseudonimisering (versleuteling van identificerende gegevens, zoals bijvoorbeeld het burgerservicenummer) binnen het afsprakenstelsel eID. Waar persoonsgegevens uitgewisseld worden spelen per definitie ook privacyvraagstukken. Privacy is een integraal onderdeel van de GDI en daarmee ook integraal onderdeel van het Digiprogramma. Een privacybestendige digitale overheid is klantgericht en is veilig, betrouwbaar en legitiem. Het maatschappelijk verantwoord omgaan met data is een teken van goed bestuur. Ambitie van de Digicommissaris is om op het vlak van GDI-sturing toe te zien op het goed gebruik en uitwisseling van gegevens en waar nodig de discussie over huidig en nieuw beleid en wetgeving aan te jagen. De Digicommissaris vervult ook een signaleringsfunctie, zowel met betrekking als dingen die op dit gebied goed gaan (met als taak die verder te verspreiden) als zaken die beter kunnen. Binnen de regieraden zal privacy regelmatig een punt van aandacht zijn; startpunt zullen de regieraden van april zijn.
5.8
Mobiel
Door de opkomst van mobiele apparaten als de smartphone en de tablet, neemt de vraag naar Apps toe. De burger van nu verwacht dat de overheid meegaat met de tijd. De actuele en efficiënte dienstverlening die bijvoorbeeld door banken wordt aangeboden, wordt als voorbeeld gezien. App’s hebben een aantal voordelen voor dienstverleners. Via een App kan relevante, gepersonifieerde informatie worden aangeboden. Hierdoor zijn burgers minder snel geneigd om gebruik te maken van traditionele, meer kostbare, vormen van overheidsdienstverlening. Zoals via een loket of telefoon. Op dit moment is het voor een groot aantal overheden onmogelijk verregaande stappen te maken in het aanbieden van Apps aan hun doelgroep. De oorzaak moet worden gevonden in het niet kunnen gebruiken van gegevens zonder DigiD. Organisaties willen in de Apps gebruik maken van gepersonifieerde gegevens. Deze gegevens worden opgehaald uit de eigen backofficesystemen, met behulp van het BSN. Voor dit BSN en ook voor de authenticatie en autorisatie is een koppeling met DigiD nodig. In de huidige DigiD gebruiksvoorwaarden, die Logius stelt aan het gebruik van DigiD door overheidsdeelnemers, is koppeling met een App niet voorzien en ook niet toegestaan. Nieuwe technologie is niet alleen een antwoord op gebruikerswensen en functionaliteit, maar ook een vraagstuk van beheersbaarheid en veiligheid. Voor dat laatste geldt: hoe kan de veilige werking worden gegarandeerd? Hoe wordt het downloaden van onveilige frauduleuze Apps door burgers voorkomen? Deze ontwikkeling raakt alle regieraden. Het wordt in 2015 in de diverse clusterprogramma’s verder uitgewerkt. 36
6. Financiering 6.1
Algemeen
In tegenstelling tot beleidsonderwerpen als onderwijs, defensie en veiligheid is de GDI (en de ontwikkeling naar een Digitale Overheid) de afgelopen jaren nauwelijks expliciet op de politieke agenda geplaatst. De afgelopen jaren is daarentegen de druk op het gebruik, de instandhouding (onderhoud en beheer) en noodzaak tot doorontwikkeling van GDI voorzieningen, sterk toegenomen. Dit heeft geleid tot financiële tekorten. Deze tekorten waren de afgelopen jaren (soms en soms niet) oplosbaar, vanaf 2015 vormen zij in ieder geval een financieel knelpunt. Bovendien staan deze tekorten continuïteit en doorontwikkeling in de weg. De tekorten zijn voornamelijk ontstaan door het ontbreken van een volledige werkwijze en besluitvorming rondom de GDI (o.a. dus sturing). Voorbeelden van oorzaken zijn: De aannames uit het verleden zijn niet altijd van toepassing op het heden; Volumes (groei in gebruik van bepaalde voorzieningen) zijn sterker toegenomen dan verwacht; Er is niet of onvoldoende geld gereserveerd voor de structurele kosten van de voorzieningen; Baten in termen van euro’s zijn niet ingezet voor de kosten van de GDI maar ingezet voor invulling van taakstellingen uit (voormalige) regeerakkoorden; Er is onvoldoende ‘control-aandacht’ geweest voor elementen van de GDI vanuit financiële oogpunt. De financiering van de GDI wordt gefaseerd op orde gebracht. De fasen zijn: Fase 1: richt zich op het op orde brengen van de basis: De omvang van de financiële problematiek van de huidige GDI wordt inzichtelijk gemaakt; Fase 2: heeft betrekking op de uitwerking van een dekkingsvoorstel. De financiële problematiek van de huidige GDI wordt aan de hand van begrotingssystematiek en verschillende scenario’s uitgewerkt; Fase 3: richt zich op een afwegingskader (lees Spelregels). Binnen dit kader worden heldere afspraken gemaakt over de opname van toekomstige investeringen binnen het Digiprogramma; Fase 4: staat in het teken van een eenduidige rapportage. Dit document vormt het uitgangspunt over de wijze waarop de GDI gepresenteerd en gepositioneerd wordt. Op basis van de criteria: helder-/eenduidigheid, controlwaardigheid en integraliteit.
6.2
Financieel inzicht
6.2.1 Bestaande GDI voorzieningen De bestaande GDI voorzieningen zijn beschreven in Hoofdstuk 4. In onderstaande tabel zijn, per cluster, de meerjarige kosten die nodig zijn voor de instandhouding, doorontwikkeling en groei van de huidige GDI, benoemd. Elk cluster is opgesplitst in de categorieën: beheer en onderhoud, noodzakelijke doorontwikkeling en volumegroei. De volgende voorbehouden zijn op dit moment aan de orde: Voor het cluster Gegevens, waaronder de basisregistraties vallen, is deze uitsplitsing nog niet gemaakt. In 2015 wordt hiermee gestart. De meerjarige kostenontwikkeling van de GDI wordt gevormd door reeds bestaande GDI voorzieningen en mogelijk nieuw te ontwikkelen GDI voorzieningen. In onderstaande tabel zijn 37
alleen de kosten van bestaande GDI-voorzieningen opgenomen. (laatste zijn niet opgenomen in onderstaande tabel).
Meerjarige kostenontwikkeling bestaande GDI voorzieningen
2015
2016
2017
2018
bedragen x€mln. 2019
Dienstverlening Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
66,39 53,49 8,40 4,50
60,94 49,44 8,50 3,00
58,30 48,80 6,00 3,50
58,32 48,82 6,00 3,50
39,46 29,96 6,00 3,50
Identificatie & Authenticatie Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
45,50 35,70 6,50 3,30
50,80 39,90 6,00 4,90
52,10 40,10 6,00 6,00
56,10 42,60 6,00 7,50
60,50 45,10 6,00 9,40
495,57 478,00 476,80 472,27
471,52
Gegevens Interconnectiviteit Onderhoud en beheer Noodzakelijke doorontwikkeling Volumegroei
30,11 28,01 2,10 --
39,49 38,99 0,50 --
33,83 33,43 0,40 --
34,70 34,30 0,40 --
34,40 34,00 0,40 --
4,00
4,00
4,00
4,00
0,00
Totaal
641,56
633,23
625,03
625,38
605,87
Reeds beschikbaar in begroting
566,34 532,17 529,67 530,71
511,85
Bureau Digicommissaris
Tekort
-75,2
-101,1
-95,4
-94,7
-94,0
1 Financieel overzicht GDI januari 2015
6.2.2 Nieuwe GDI voorzieningen De digitale wereld is dynamisch. (door)Ontwikkeling van (nieuwe) voorzieningen moet op verantwoorde wijze worden gefinancierd. Dit geldt de komende jaren onder meer voor de voorzieningen: eID, OTP KIS en digitale kluisjes. De financiering van deze projecten en nieuwe ambities wordt besproken in de betreffende regieraden met inachtneming van de geformuleerde Spelregels. Zie paragraaf 6.3.
6.3
Spelregels
6.3.1 Leidraad Financiën Een leidraad Financiën GDI is opgesteld om vanuit financieel perspectief grip te houden op GDIvoorzieningen. Deze leidraad zorgt ervoor dat de financiering correct én in samenhang met de beleidmatige en/of inhoudelijke noodzaak, wordt vastgelegd door middel van het vaststellen van spelregels. 38
6.3.2 Dynamiek en Regie De GDI is continu in ontwikkeling (zowel vanuit voortschrijdende beleidsaspecten als technologie) en dermate dynamisch dat het lastig is om de exacte omvang van benodigde middelen op middellang en lange termijn te voorspellen. Naarmate er verder in de toekomst wordt gekeken, neemt de hardheid van cijfers af. aannames over de huidige geraamde kosten voor onderhoud en beheer zullen door (technische)ontwikkeling achterhaald zijn. er zullen wijzigingen optreden in het bestaande portfolio zoals integratie van voorzieningen. er zullen wijzigingen optreden in het bestaande portfolio als gevolg van toekomstige ontwikkelingen. Dit kan zijn doorontwikkeling en volumegroei maar ook komst van nieuwe ambities als bijv. eID en digitale kluisjes; nieuwe ambities hebben hun doorwerking naar noodzaak en omvang bestaand portfolio en daarvoor benodigde instandhoudingskosten beheer en onderhoud. Kortom er zit en komt een dynamiek op de GDI die maakt dat de exactheid en daarmee de omvang van de benodigde middelen verder in de tijd meer bandbreedte heeft.
6.3.3 Leidraad/Spelregels Om grip te houden op de financiering van GDI-voorzieningen is een leidraad Financiën opgesteld. Deze leidraad is een aanvulling op de geldende regelgeving zoals voorgeschreven in de Comptabiliteitswet en de Rijksbegrotingvoorschriften van het ministerie van Financiën. De leidraad financiën maakt onderdeel uit van het financieringsarrangement voor de GDI. Samengevat betekent dit:
Voor bestaande GDI voorzieningen worden de totale dekkingskosten eenmalig geregeld. Op basis van scenario’s worden de benodigde middelen, die voorziene meerjarige kosten van de bestaande GDI voorzieningen moeten afdekken, geïnventariseerd. Indien nodig is het mogelijk om, over jaren heen, met beschikbare middelen te schuiven; Voor nieuwe GDI voorzieningen wordt de dekking van kosten geregeld via sturing. Aan de hand van een afgestemd portfolio wordt inzichtelijk gemaakt welke middelen nodig zijn om de meerjarige kosten van de betreffende voorziening af te dekken; Beschikbare middelen worden op voorhand niet meerjarig aan de partijen in de begroting toegekend. Jaarlijks wordt het bedrag bepaald dat in dat jaar beschikbaar is, eventueel met doorwerking naar opvolgende jaren (herijking); De middelen worden aangehouden op een aanvullende begrotingspost bij een nog nader aan te wijzen partij (Financiën, departement, gerede partij afnemers of Digicommissaris).
Voor het komende jaar betekent dit concreet dat de middelen die meerjarig via de scenario’s worden afgesproken, in beginsel alleen voor 2015 worden toegekend aan de betrokken medeoverheden. Het is mogelijk om een meerjarige reeks toe te kennen. Dit kan alleen als blijkt dat er in 2015 kosten worden gemaakt die 100% doorwerken in opvolgende jaren. Denk aan de kosten voor onderhoud en beheer als gevolg van doorontwikkeling. Dit is ook het geval bij de compensatie van rentekosten, zoals als gevolg van een beroep op de leenfaciliteit.
39
7. Strategische verkenningen In dit hoofdstuk worden twee strategische verkenningen geadresseerd. Samen met de leden van het Nationaal Beraad wordt via verschillende (creatieve) werkvormen de dialoog met elkaar gevoerd om te bepalen wat de verkenningen vanuit de verschillende partijen exact inhouden en wat de mogelijke gezamenlijke richting is. Deze worden uiteindelijk ter besluitvorming voorgelegd in de Ministeriele Commissie Digitale Overheid.
7.1 Wat is de gezamenlijke toekomstvisie 2017-2022 voor de Digitale Overheid? Dit Digiprogramma richt zich in eerste instantie op het op orde krijgen van realisatie, doorontwikkeling, adequaat beheer en vooral gebruik van de GDI door overheidsorganisaties en burgers en bedrijven en/of instanties, soms in samenwerking met private partijen. Beleidsontwikkelingen op thema’s hebben daar ook invloed op. De eerste focus is gericht op de invulling van de afspraken in het Regeerakkoord inzake Digitaal 2017 en de Digitale Agenda met als uiteindelijk doel de digitale overheidsdienstverlening aan burgers en bedrijven optimaal te regelen via een ‘werkende’ GDI. Naast dat de basis op orde wordt gebracht is het van essentieel belang om gezamenlijk beelden/visie/toekomstverwachtingen te ontwikkelen over de digitale dienstverlening na 2017 tot ca. 2022. Technologie schrijdt fors voort, organisaties en samenwerkingsverbanden veranderen en met name de verwachtingen van burgers en bedrijven richting overheid worden alleen maar hoger. Belangrijk is om dit voortschrijdend inzicht gezamenlijk en vanuit het interbestuurlijke perspectief te ontwikkelen. Het ontwikkelen en bereiken van een ‘digitale overheid’ staat al decennia op verschillende agenda’s. Het is van belang nu al gezamenlijk verder vorm te geven aan een toekomstvisie voor de Digitale Overheid na 2017, welke toekomstige ontwikkelingen in beeld zijn en welke ondersteuning dit vraagt vanuit een functionele en beheersbare GDI voor de Digitale Overheid. Afgelopen jaren zijn verschillende visies vanuit verschillende partijen ontwikkeld. Doel van het beantwoorden van deze strategische vraag is om gezamenlijk, overheidsbreed voor burgers, bedrijven en overheid één visie Digitale Overheid te ontwikkelen. In april 2015 zal vanuit de regiefunctie van het Nationaal Beraad een strategische verkenning worden ingezet met betrokkenheid van de departementen, decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties samen met het bedrijfsleven en de wetenschap. Deze visie is leidend voor de ontwikkelagenda GDI 2016 e.v. en zal als uitgangspunt dienen voor het Digiprogramma 2016.
7.2
Hoe ziet de toekomstige sturing eruit
In 2017 is de verandering naar steeds meer digitalisering niet afgerond. De technologische veranderingen en de gevolgen daarvan gaan heel snel en overschrijding van organisatiegrenzen zal steeds meer gaan plaatsvinden. Ook de informatiesamenleving raakt meer en meer de verhouding tussen burgers en bedrijven en overheid. Dit geldt zeker voor de digitale overheid. De GDI is hierbij wezenlijk, van groot maatschappelijk belang, ondersteunt de vormgeving van de Digitale Overheid en raakt alle betrokken partijen. 40
Stilstaan is geen optie. Deze verandering hebben ook invloed op de sturing- en verantwoordingsstructuur (sturing) van alle partijen die betrokken zijn bij de Digitale Overheid in zijn algemeen en de GDI in het bijzonder. Daarom is het van belang om samen met de leden van het Nationaal Beraad een strategische verkenning uit te voeren naar de gevolgen van de maatschappelijke verandering voor de huidige sturing- en verantwoordingsstructuur. Toekomstige Sturing De benoeming van de Digicommissaris en het ondersteunende bureau is van tijdelijke aard. In de opdracht van de Digicommissaris is het ontwerpen van een sturingsmechanisme opgenomen met duidelijkheid over rollen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Deze sturing moet tevens gericht zijn op het kunnen uitvoeren van de transformatie naar een nieuwe digitale overheid met mogelijk nieuwe portefeuilles op politiek niveau en het eventueel ontstaan van of samengaan van verscheidene overheidsorganisaties, indien nodig voor. Deze beoogde transformatie naar een nieuwe besturing van de digitale overheid (na 2018) is te vergelijken met de sturing binnen een groot concern en gaat vooral over sturen met mandaat. Iemand (een persoon of een gremium) moet verantwoordelijk zijn voor de regievoering op ketensamenwerking. Door de hele overheid heen, is meer doorzettingsmacht en minder gepolder nodig om te komen tot samenhang tussen digitale overheidstrategieën en sturing op de doelstellingen Digitale Overheid. Dat vergt wijzigingen in de sturing en daarmee het slopen van , soms, heilige huisjes. In april 2015 zal vanuit de regiefunctie van het Nationaal Beraad ook op dit onderwerp een strategische verkenning worden ingezet met betrokkenheid van de departementen, decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties samen met het bedrijfsleven en de wetenschap. Het gaat binnen deze strategische verkenning om een analyse uit te voeren en de mogelijke scenario’s op te stellen die opportuun zijn ten aanzien van dit vraagstuk. Deze worden ter besluitvorming geagendeerd. Deze besluitvorming is op dit moment voorzien in 2016. Na besluitvorming van de nieuwe sturingsstructuur, taken en verantwoordelijkheden zal bepaald worden wat het migratiescenario is ten aanzien van de taken van de Digicommissaris en het bureau Digitale Overheid.
41
Bijlage 1
Sturingstructuur
Ministeriële Commissie Digitale Overheid (MCDO) De MCDO geeft sturing aan de Digicommissaris en daarmee legt de Digicommissaris verantwoording af aan deze commissie. De Digicommissaris heeft de bevoegdheid om besluitvorming namens het Nationaal Beraad Digitale Overheid of zelfstandig voor te leggen aan de MCDO. De Digicommissaris rapporteert de MCDO over de voortgang op de uitvoering van het opgestelde (meer)jarige Digiprogramma, zowel op resultaten, sturing als financiën. Na akkoord van de MCDO biedt de Digicommissaris de voortgangsrapportages, via de Ministerraad, aan de Tweede Kamer aan. De MCDO is tevens de escalatiemogelijkheid voor de Digicommissaris en het Nationaal Beraad Digitale Overheid. Eventuele knelpunten worden door de Digicommissaris met verschillende oplossingen voorgelegd, de MCDO beslist hierover of kan escaleren naar de Ministerraad. Afspraken die gemaakt worden in de MCDO worden tweejaarlijks bestendigd met de decentrale overheden in een separaat bestuurlijk overleg. De MCDO vooraf gegaan door een Ambtelijke Commissie. De Ambtelijke Commissie Digitale Overheid (ACDO) is het formele agendaoverleg voor de MCDO en geleidt de conceptagenda door aan de voorzitter van de MCDO. Deelnemers De vaste leden van de MCDO zijn: De Minister President (vz), de vicepremier, de Ministers van Binnenlandse Zaken, Economische Zaken, Wonen en Rijksdienst en Financiën. Adviserend leden van de MCDO zijn: De Digicommissaris, een bestuurder namens de uitvoeringsorganisaties en een vertegenwoordigend bestuurder namens de decentrale overheden. De vaste leden van de ACDO zijn: SG BZK of SG EZ (alternerend vz), de Digicommissaris, DG BK, DG B&I, DG RBG, bestuurder namens de uitvoeringsorganisaties en een vertegenwoordigend bestuurder/directeur namens de decentrale overheden. Dit zijn behalve de voorzitter dezelfde personen die ook plaatsnemen in het Nationaal Beraad Digitale Overheid. Nationaal Beraad Digitale Overheid (NBDO) Het NBDO heeft vooral tot doel om verbindend, invulling te geven aan een veilige, betrouwbare en eenvoudige Digitale Overheid. Het NBDO bereikt daartoe overeenstemming over de visie en het beleid ten aanzien van de GDI in relatie tot het digitale overheidsbeleid en de ambities van het kabinet. Samen met het NBDO regisseert de Digicommissaris de samenhang en integraliteit van de GDI. Het NBDO is gezamenlijk verantwoordelijk voor de GDI als geheel. Het Nationaal Beraad Digitale Overheid stelt het Digiprogramma op. Binnen het Digiprogramma vallen de (meer) jaren plannen van de clusters. Op basis van deze (meer)jarenplannen geeft het Nationaal Beraad Digitale Overheid mandaat aan de regieraden. Het Nationaal Beraad Digitale Overheid accordeert de voortgangsrapportages van het Digiprogramma voor de Tweede Kamer (via de MC/AC en de MR). Het Nationaal Beraad Digitale Overheid bespreekt de volgende zaken: 42
de stand van zaken tav de uitvoering van het Digiprogramma (visie/beleid/plannen) en de financiële begroting en uitputting. Deelnemers Vaste leden: Digicommissaris (vz), Bureau Digitale Overheid (secr), departementen op DG-niveau, directieleden van VNG, IPO en UvW, bestuurder(s) namens Manifestgroep en een bestuurder namens Klein LEF. Daarnaast kunnen, als de agenda daarom vraagt, één of meer private partijen zoals VNO/NCW, Nederland ICT en CIO Platform Nederland worden uitgenodigd. Regieraden De regieraden dragen zorg voor doorzettingskracht op de doorontwikkeling/innovatie, het gezamenlijk gebruik en de zorg voor continuïteit, waarbij de ontwikkelingen op zowel maatschappelijk als technologisch gebied continu betrokken worden. De Regieraad draagt tevens zorg voor de integraliteit van de GDI elementen in een cluster. Deze clusters zijn: Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit. De regieraden worden ingesteld door en met mandaat van het NBDO en voeren regie op de totstandkoming en instandhouding van een samenhangende set generieke voorzieningen, waarmee overheidsorganisaties de digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven effectief en efficiënt in kunnen richten. De regieraden sturen op de invulling van de noodzakelijke (rand)voorwaarden, waaronder financiering en wetgeving. Ze zijn het besluitvormend gremium op onderwerpen die de samenhang van de voorzieningen uit het cluster betreffen en op onderwerpen die vanuit de afnemersraden van de verschillende voorzieningen ter besluitvorming worden voorgelegd. De regieraden beperken zich daarbij niet tot proces maar hebben een inhoudelijke rol in de besluitvorming. Voor onderwerpen die uitsluitend spelen binnen één voorziening uit de GDI, hebben de regieraden ((on)gevraagd) een adviserende rol. Informatie en escalatie naar het NBDO vindt plaats als een onderwerp de volle breedte van de GDI aangaat, of als in de regieraad geen eensgezindheid kan worden bereikt op een bepaald onderwerp. De deelnemers van de regieraden zijn voor de eigenaar, opdrachtgever en beheerder van een voorziening het eerste aanspreekpunt in geval van een calamiteit bij de voorziening De regieraden stellen een (meer)jarenplan (clusterplan) op (als één van de onderdelen van het Digiprogramma), met doelstellingen ten aanzien van innovatie en doorontwikkeling, beheer & exploitatie, aansluiting, implementatie en gebruik van de elementen in het cluster. De uitwerking van genoemde doelstellingen vindt plaats in nader overleg tussen beleidseigenaar en opdrachtgever. Er is één samenhangend financieel overzicht van de GDI. De regieraden hebben de verantwoordelijkheid hun deel van dit overzicht actueel te houden. Als er onoplosbare knelpunten ontstaan worden deze voorgelegd aan het NBDO, ondersteund met mogelijke oplossingen. In de regieraden wordt de voortgang van het clusterplan, de benodigde noodzakelijke generieke randvoorwaarden én de mandaten voor de afnemersraden besproken en vastgesteld. Ook worden indien nodig inhoudelijke bespreekpunten geagendeerd. Deelnemers De volgende rollen dienen in de regieraad vertegenwoordigd te zijn: beleidsverantwoordelijken, opdrachtgevers van de GDI elementen, (vertegenwoordigers van) afnemers, beheerders en leveranciers/marktpartijen (indien van toepassing) van de GDI elementen. De directeur Bureau DO is voorzitter. Het secretariaat ligt ook bij het Bureau DO. Afnemersraden De sturing van de Afnemersraden wordt ingericht door de “gedelegeerd” opdrachtgevers vanuit de Regieraad. De Afnemersraden sturen op de innovatie, implementatie, doorontwikkeling, gebruik en exploitatie van de afzonderlijke GDI elementen. Het gaat om: stand van zaken en eventuele 43
knelpunten tav. aansluiten, beheer, implementatie, beveiliging etc. Ook de releasekalenders, wijzigingsvoorstellen en doorontwikkeling. Eventuele knelpunten op operationeel niveau worden geëscaleerd naar de Regieraad van het betreffende cluster met mogelijke oplosvoorstellen. De regieraden stellen het mandaat van de Afnemersraden vast. Deelnemers De volgende rollen dienen in de Afnemersraden vertegenwoordigd zijn: de opdrachtgevers van de GDI elementen, de afnemers en de beheerders van de GDI elementen. Het gaat dan om medewerkersniveau (niet altijd op basis van vertegenwoordiging, maar uiteraard wel op betrokkenheid). Op onderwerpen worden de Afnemersraden uitgebreid met vertegenwoordiging vanuit private partijen in de rol van afnemer en/of leverancier. Klankbordgroepen Burgers en Bedrijven Er worden twee klankbordgroepen ingericht, één voor burgers en één voor bedrijven. Deze geven input vanuit gebruikersperspectief aan de regieraden en het NBDO. De digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven kan niet los worden geïmplementeerd en ontwikkeld vanuit de uiteindelijke gebruikers. Om voeling te houden met de uiteindelijke afnemers en onderwerpen te kunnen toetsen op veiligheid, betrouwbaarheid en eenvoud, worden de Klankbordgroepen ingezet.
44
Bijlage 2
Overzicht wetgeving eOverheid en eID-stelsel
Overheidsbrede wetgeving; Wet elektronische overheid De wetgeving eOverheid behelst regels mbt. elektronische toegang tot overheidsinformatie en elektronisch verkeer tussen burgers/bedrijven en bestuursorganen. Om een en ander mogelijk te maken, is een GDI nodig. Daarnaast kan in sectorale wetgeving voor specifieke beleidsdomeinen digitale informatieverstrekking en digitale communicatie (verplichtend) worden opgelegd. . Met de wet eOverheid wordt uiteindelijk beoogd een wettelijk kader te realiseren voor een volledig digitale overheid; hier wordt in tranches naar toe gewerkt. Parallel aan de wet eOverheid wordt momenteel gewerkt aan een wijziging van de Awb, waarbij wordt voorzien in het recht op digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven richtingbestuursorganen. Dit traject loopt onder de verantwoordelijkheid van de Ministeries BZK en VenJ. De wetgeving
eOverheid is in eerste instantie gericht op het realiseren van een wettelijk kader
voor GDI-voorzieningen: Waarmee voor burgers en bedrijven algemeen toegankelijke informatie (Overheid.nl, Ondernemersplein.nl) alsmede specifieke communicatie (Berichtenbox) elektronisch wordt ontsloten en verkeer met bestuursorganen veilig en efficiënt kan worden afgehandeld. Wordt voorzien in waarborgen rondom een ‘overheidstoegangsvoorziening’. Nu betreft dit DigiD(-machtigen) en eHerkenning en in de toekomst het eID Stelsel, waarbinnen publieke en private authenticatie- en autorisatiediensten en -middelen zullen worden aangeboden. Planning Verantwoordelijk Betrokken departementen Stand van zaken/proces
Indiening bij TK van een eerste tranche najaar 2015, inwerkingtreding 2017. BZK en EZ Alle departementen, via programmastructuur (diverse werkgroepen, Regieberaad) en gebruikelijke lijn (voorportaal, onderraad). o nodig wordt het NCDO ingeschakeld voor de afstemming. Outline met opzet wetsvoorstel is opgesteld en beleidsvragen zijn geadresseerd. Besluitvorming in het Regieberaad Wet eOverheid over outline en opstelling wetteksten vindt de komende maanden plaats; afstemming met uitvoeringsorganen en decentrale overheden geschiedt vervolgens in de consultatiefase
eID-stelsel Het eID Stelsel is een publiek-privaat stelsel van afspraken inzake hoog betrouwbare identificatie en autorisatie, waarbij toegelaten publieke en private eID-middelen bruikbaar zijn in het publieke en/of private domein (multimiddelenstrategie). In
de
wet
eOverheid zullen naar verwachting de publieke taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden en het toezicht tbv het te vormen stelsel worden verankerd. Het eID Stelsel is randvoorwaardelijk voor de doelstelling van Digitaal 2017 en mag geen vertraging oplopen. Alvorens wetgeving ter zake kan worden geformuleerd, zijn beleidsmatige keuzes nodig inzake: het publiek-private karakter, al dan niet verplichte deelname, de verantwoordelijkheidsverdeling, sturing, effectiviteit en uitvoerbaarheid en toezicht. De rol van de overheid is legitiem vanwege beschermenswaardige belangen als veiligheid, privacy, toegankelijkheid. De vraag is evenwel, hoever taken en verantwoordelijkheden van de overheid moeten reiken; rekening moet worden gehouden met initiatieven uit de markt en de wens tot een gelijk speelveld. Planning Verantwoordelijk Betrokken departementen
Indiening bij TK maart 2016, inwerkingtreding 2017 BZK en EZ Alle departementen, via programmaorganisatie (BAO eID, Stuurgroep-eID) en gebruikelijke lijn (voorportaal, onderraad).
45
Stand van zaken/proces
Outline voor wettelijk kader en geadresseerde beleidsvragen is in voorbereiding voor de Stuurgroep eID. Nieuwe wetgeving wordt voorzien mogelijk bij wijze van een volgende tranche van de wet eOverheid.
Publiek eID-middel Ontwikkeling van een hoog betrouwbaar authenticatiemiddel voor, in eerste instantie, het publieke domein (geplaatst op bestaande dragers als NIK en rijbewijs), waarbij DigiD in de toekomst wellicht wordt uitgefaseerd. Het publieke middel wordt één van de onder het eID Stelsel toegelaten middelen. Hiervoor is tevens wetgeving noodzakelijk. Het betreft in ieder geval een wijziging van de Paspoortwet, de Wegenverkeerswet 1994 en de Vreemdelingenwet 2000. Planning
Verantwoordelijk
Betrokken departementen Stand van zaken/proces
Bij wijze van een volgende tranche, integreren, samen met de stelselwetgeving, in de voorgenomen wet eOverheid . Misschien kan ook de aanpassing van sectorregelgeving hierin meegenomen worden (coördinatie BZK). De wijziging van de Paspoortwet (eNIK en eventueel ook ePaspoort) zal een parallel rijkswetgevingstraject zijn. BZK (wijziging eigen wetgeving en coördinatie) en betrokken departementen (IenM, VenJ, BuZa en BZK gezamenlijk) in de vorm van een verzamelwet die door BZK zal worden gecoördineerd. De departementen die een ‘eigen’ c.q. bestaande publieke drager hebben waarop een eID zal worden geplaatst, te weten, naast BZK (NIK en paspoort): IenM (rijbewijs), BuZa (geprivilegieerdenpas), VenJ (vreemdelingenkaart). • Politieke principe-besluitvorming ten aanzien van al dan niet ontwikkelen van een publiek middel op bestaande dragers in voorjaar 2015 •
Beleidsbeslissingen zoals: welke informatie op de drager komt mede in relatie tot het stelsel, wie de kaart ‘aan/uit’ kan zetten, de kosten etc.
Tijdelijk: Pilotfase/introductieplateau Tijdelijk juridisch kader om de pilots eID te faciliteren. Dit betreft twee ministeriële besluiten: een besluit van EZ ter vervanging van het huidige Instellingsbesluit eHerkenning en een besluit van BZK, dat de taakopdracht met betrekking tot het BSN-koppelregister behelst. Laatstgenoemde voorziening maakt het mogelijk dat private middelen in het publieke domein kunnen worden gebruikt, naast het publieke middel DigiD. In het BSN-koppelregister wordt (eenmalig) het BSN aan het pseudo-id van het private middel gekoppeld. Planning
Stand van zaken/proces
EZ-besluit: afstemmen binnen EZ, in eID-platform, Stelselraad eHerkenning, BAO eID, Stuurgroep-eID, vaststelling door de minister van EZ. BZK-besluit: afstemmen binnen BZK (beleid/B&I en Agentschap BPR), BAO eID, Stuurgroep-eID, vaststelling door minister van BZK. Vaststelling/publicatie Staatscourant: Q1 2015 (pilots starten medio 2015).
Beleidsafronding, voorbereiding uitrol pilots, nader bezien van de juridische aspecten.
46
Bijlage 3
Verklarende woordenlijst
Identificatie& Authenticatie
Index eID-Stelsel DigiD (incl. DigiD Buitenland) eHerkenning DigiD machtigen
Overheid.nl
Dienstverlening
Antwoord voor Bedrijven Digitaal Ondernemersplein Mijnoverheid.nl (incl. Lopende Zaken, Mijn gegevens) Berichtenbox voor burgers Berichtenbox voor bedrijven Ondernemingsdossier Standard Business Reporting eFactureren Samenwerkende Catalogi Digikoppeling Digilevering Digimelding Stelselcatalogus Basisregistratie Personen (BRP) (=GBA + RNI)
Gegevens
Handelsregister (NHR) Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) Basisregistratie Topografie (BRT) Basisregistratie Kadaster (BRK) Basisregistratie Voertuigen (BRV) Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen (BLAU) Basisregistratie Inkomen (BRI) Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Basisregistratie Ondergrond (BRO)
Interconnectiviteit
Beheervoorziening BSN Diginetwerk Digipoort Certificering/PKI Overheid Standaarden incl. ‘pas toe of leg uit’-lijst Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA)
47
Identificatie& Authenticatie eID-stelsel Het eID-Stelsel wordt de nieuwe standaard waarmee de identiteit en bevoegdheid van iemand, die online een transactie wil doen, met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. Met het eID-Stelsel kunnen gebruikers digitale diensten bij publieke en private organisaties afnemen met een eID-middel van hun keuze. Zo'n middel kan bijvoorbeeld DigiD zijn, maar ook een bankpas/reader. Meer informatie: http://www.eidstelsel.nl
DigiD (incl. DigiD Buitenland) DigiD is een legitimatiemiddel voor het internet. Met DigiD kunnen gebruikers inloggen op websites van de overheid en van de zorgsector. Een DigiD bestaat uit een gebruikersnaam en een wachtwoord dat de gebruiker zelf kiest. Meer informatie: https://www.digid.nl/
eHerkenning eHerkenning is een soort DigiD voor bedrijven. Ter vergelijking: burger loggen met DigiD in bij de overheid, bedrijven gebruiken eHerkenning als identificatiemiddel. Een belangrijk verschil is dat DigiD wordt verstrekt door de overheid en eHerkenning door commerciële bedrijven. Het beheer van het afsprakenstelsel wordt verzorgd door de overheid. Meer informatie: https://www.eherkenning.nl
DigiD machtigen Met DigiD machtigen kan iemand een andere persoon machtigen om zaken met de overheid te laten regelen. Daarbij hoeft de verstrekker niet de eigen, persoonlijke DigiD af te geven. Meer informatie: https://www.digid.nl/machtigen
48
Dienstverlening Overheid.nl De website Overheid.nl is een platform waarop informatie en diensten van alle overheden staan. Meer informatie: https://www.overheid.nl/
Antwoord voor Bedrijven Antwoord voor bedrijven is een informatieloket van de Nederlandse overheid gericht op bedrijven. Het bevat vooral informatie waarvan de overheid de afzender is. Bijvoorbeeld vergunningen, vereisten, wetten, regels, belastingen en subsidies. Antwoord voor Bedrijven is onderdeel geworden van Ondernemersplein.nl. Op deze website is ook andere informatie, specifiek gericht op ondernemers, ondernemers, te vinden. Meer informatie: http://www.ondernemersplein.nl
Digitaal Ondernemersplein Op Ondernemersplein.nl staat alle informatie van de (semi-)overheid op het vlak van ondernemen. Van wetgeving tot belastingregels, van subsidies tot branche-informatie. Meer informatie: http://www.ondernemersplein.nl/
Mijnoverheid.nl (incl. Lopende Zaken, Mijn gegevens) MijnOverheid.nl is een persoonlijke website voor overheidszaken. Deze internetpagina geeft burgers onder meer toegang tot post (berichtenbox), inzicht in persoonlijke gegevens (hoe staat een burger geregistreerd in bepaalde basisregistraties) en lopende zaken (status van een aanvraag). Meer informatie: https://mijn.overheid.nl/?r=1
Berichtenbox voor burgers De Berichtenbox van MijnOverheid.nl is de persoonlijke brievenbus waarin burgers post van onder meer de Belastingdienst, RDW, SVB en UWV kunnen ontvangen. Meer informatie: https://mijn.overheid.nl/?r=1
Berichtenbox voor bedrijven De Berichtenbox voor bedrijven is een beveiligd e-mailsysteem. Hiermee kunnen ondernemers digitaal berichten uitwisselen met overheidsorganisaties. Meer informatie: https://www.ondernemersplein.nl/berichtenbox-voor-bedrijven/
49
Ondernemingsdossier Het Ondernemingsdossier stelt ondernemers in staat om bepaalde bedrijfsgegevens eenmalig vast te leggen en meerdere keren beschikbaar te stellen aan overheden. Het gaat om informatie die van belang is voor toezichthouders en/of vergunningverleners. Meer informatie: http://www.ondernemingsdossier.nl
Standard Business Reporting SBR is de nationale standaard voor de digitale uitwisseling van alle bedrijfsmatige rapportages. Bedrijven in Nederland zijn verplicht om jaarlijks (financiële) rapportages aan te leveren. Meestal aan banken en overheden. Het eenmalig inrichten van de bedrijfsadministratie volgens SBR zorgt voor efficiënt hergebruik van gegevens. Met Standard Business Reporting wordt rapporteren beter, sneller en eenvoudiger. Meer informatie: http://www.sbr-nl.nl
eFactureren Onder eFactureren wordt verstaan het digitaal verzenden, ontvangen en verwerken van facturen tussen bedrijven en overheden. Het gaat niet om facturen die per mail als PDF of office-document worden verzonden en ontvangen. eFactureren gaat een stap verder, het maakt van een factuur een gestructureerd digitaal bestand dat elektronisch wordt aangeleverd. Meer informatie: http://www.e-factureren.info https://www.logius.nl/diensten/e-factureren
Samenwerkende Catalogi Samenwerkende Catalogi is een verwijsmechanisme voor productinformatie van overheidsorganisaties (zowel lokaal, regionaal als landelijk). Deelnemende organisaties publiceren enerzijds metadata over hun producten conform de Standaard voor Samenwerkende Catalogi. Anderzijds tonen zij de producten van andere organisaties op hun eigen website. Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/samenwerkende-catalogi
50
Gegevens Digikoppeling Digikoppeling is een set van (koppelvlak)standaarden die elektronisch berichtenverkeer tussen overheden regelt. De verschillende koppelvlakstandaarden omvatten logistieke afspraken. Digikoppeling is als het ware een digitale postbode: het regelt niet de inhoud, maar de logistiek van zaken. Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digikoppeling
Digilevering Digilevering is een generieke abonnementenvoorziening voor het verstrekken van gebeurtenisberichten. Een gebeurtenisbericht is bijvoorbeeld de geboorte van een persoon, het starten van een bedrijf of een verandering in iemands inkomen. Afnemers van basisregistraties ontvangen via Digilevering wijzigingen in de vorm van deze gebeurtenisberichten. Dit zorgt voor actuele en accurate gegevens over burgers en bedrijven. Digilevering maakt onderdeel uit van het Stelsel van Basisregistraties. Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digilevering
Digimelding Digimelding is één van de instrumenten om de kwaliteit van basisregistraties te borgen. Met Digimelding kunnen overheden (vermeende) onjuistheden in de gegevens van Basisregistraties terugmelden aan de bronhouders van die Basisregistraties. Bronhouders onderzoeken de fout en verbeteren deze zo nodig in de Basisregistratie. Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digimelding
Stelselcatalogus De Stelselcatalogus geeft gebruikers, afnemers, leveranciers en anderen een volledig beeld van de beschikbare gegevens, begrippen en hun betekenis binnen het Stelsel van Basisregistraties. De nieuwe Stelselcatalogus is een instrument om de overheidsdoelstelling van ’eenmalige gegevensaanlevering en meervoudig gebruik’ te realiseren. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/stelselvoorzieningen/stelselcatalogus
Basisregistratie Personen (BRP) (=GBA + RNI) De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens over alle ingezetenen en nietingezetenen van Nederland. Met deze laatste categorie worden personen die niet in Nederland wonen, of hier slechts kort verblijven, maar die een relatie hebben met de Nederlandse overheid, bedoeld. In de BRP staan onder andere de volgende persoonsgegevens: naam, voornamen, geboortedatum, burgerlijke staat en familiebanden. Uiterlijk in 2016 moeten alle gemeenten met deze registratie werken.
51
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-personen
Handelsregister (NHR) Het Handelsregister is de basisregistratie waarin alle rechtspersonen en ondernemingen in Nederland zijn opgenomen. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/handelsregister
Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) De Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) is de registratie waarin gemeentelijke basisgegevens over alle gebouwen en adressen in Nederland zijn verzameld. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistraties-adressen-en-gebouwen
Basisregistratie Topografie (BRT) De Basisregistratie Topografie bestaat uit digitale topografische bestanden, veelal kaarten, op verschillende schaalniveaus. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-topografie
Basisregistratie Kadaster (BRK) De Basisregistratie Kadaster (BRK) bevat informatie over percelen, eigendom, hypotheken, beperkte rechten (zoals recht van erfpacht, opstal en vruchtgebruik) en leidingnetwerken. Daarnaast staan er kadastrale kaarten in met perceel, perceelnummer, oppervlakte, kadastrale grens en de grenzen van het rijk, de provincies en gemeenten. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-kadaster
Basisregistratie Voertuigen (BRV) In de Basisregistratie Voertuigen (BRV) staan gegevens van voertuigen, kentekenbewijzen en personen aan wie het kentekenbewijs is afgegeven. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-voertuigen
Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen (BLAU) BLAU is de beoogde Basisregistratie voor Lonen, Arbeidsverhoudingen en Uitkeringen. BLAU bestaat voor een deel uit de gegevens van de huidige Polisadministratie van UWV. Deze polisadministratie bevat gegeven over lonen, uitkeringen en arbeidsverhoudingen van alle werknemers in Nederland. 52
Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-voor-lonen-arbeidsverhoudingen-en-uitkeringen
Basisregistratie Inkomen (BRI) In de Basisregistratie Inkomen staat het verzamelinkomen of het belastbaar jaarloon van burgers. Overheidsorganisaties gebruiken de BRI om de hoogte van toeslagen, subsidies of uitkeringen te bepalen. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-inkomen
Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) De Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (WOZ) maakt het mogelijk dat de in de WOZbeschikking vastgestelde WOZ-waarde door alle overheidsorganisaties, die daarvoor een wettelijke taak hebben, gebruikt kan worden. Meer informatie: http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-waarde-onroerende-zaken
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) wordt de gedetailleerde grootschalige digitale kaart van heel Nederland. Alle fysieke objecten zoals gebouwen, wegen, water en natuur zijn hierin vastgelegd. Meer informatie: http://www.svb-bgt.nl/Home2/default.aspx http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-grootschalige-topografie
Basisregistratie Ondergrond (BRO) In de basisregistratie Ondergrond (BRO) worden alle relevante bodem- en ondergrondgegevens op een centraal punt beheerd en beschikbaar gesteld. Dit maakt hergebruik van data mogelijk en voorkomt dubbel onderzoek. Meer informatie: http://www.broinfo.nl/ http://www.e-overheid.nl/onderwerpen/stelselinformatiepunt/stelsel-vanbasisregistraties/basisregistratie-ondergrond
Beheervoorziening BSN De Beheervoorziening burgerservicenummer (BV BSN) omvat alle voorzieningen die zorgen voor het genereren, distribueren, beheren en raadplegen van het BSN. Via de BSN zijn ook de originele registraties, die vaak zogenoemde identificerende gegevens bevatten, raadpleegbaar. Meer informatie: http://www.bprbzk.nl/BSN/Beheervoorziening_BSN_BV_BSN
53
Interconnectiviteit Diginetwerk Diginetwerk is het besloten netwerk van de overheid. Diginetwerk maakt het veilig uitwisselen van gegevens, die een hoge mate van beveiliging vereisen, tussen overheden mogelijk. Diginetwerk bestaat uit een aantal aan elkaar gekoppelde, specifieke, besloten overheidsnetwerken. Meer informatie: https://www.logius.nl/diensten/diginetwerk
Digipoort Digipoort regelt het berichtenverkeer tussen overheid en bedrijfsleven. Overheden kunnen Digipoort inzetten om bedrijfs- en ketenprocessen te automatiseren. Digipoort bestaat uit twee onderdelen: Digipoort OTP en Digipoort PI. OTP staat voor OverheidsTransactiePoort en regelt basaal de logistieke kant van het berichtenverkeer. PI staat voor ProcesInfrastructuur en kan ook berichten inhoudelijk ‘uitlezen’ en daarop controles uitvoeren. Meer informatie: http://www.logius.nl/diensten/digipoort
Certificering/PKI Overheid Digitale certificaten zijn nodig om de betrouwbaarheid van informatie-uitwisseling, via e-mail en websites en over netwerken, conform Nederlandse wetgeving te waarborgen. Een certificaat is als het ware een legitimatiebewijs van een website of ICT-systeem. PKIoverheid is het certificaat dat waarborgt dat een dienstafnemer met een officiële overheidsinstantie communiceert. Meer informatie: https://www.logius.nl/diensten/pkioverheid
Standaarden incl. ‘pas toe of leg uit’-lijst Standaarden bevorderen het uitwisselen van gegevens tussen overheidsorganisaties. Forum Standaardisatie beheert de ‘pas toe of leg uit’-lijst met verplichte open standaarden die gelden voor de gehele publieke sector. Meer informatie: https://www.forumstandaardisatie.nl
Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) De Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) bevat principes, beschrijvingen, modellen en standaarden voor het ontwerp en de inrichting van de elektronische overheid. Het is een instrument dat door overheidsorganisaties kan worden gebruikt in de verbetering van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. In 2009 is NORA door het kabinet vastgesteld als norm voor de overheid. Meer informatie: http://www.noraonline.nl/wiki/NORA_online
54
Aanbiedingsformulier Sturing: Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Gevraagd besluit Het Nationaal Beraad wordt gevraagd: in te stemmen met de taakopdracht van de regieraden. En hiermee mandaat te verlenen aan de Regieraden om deze opdracht uit te voeren. kennis te nemen van de voorgestelde deelnemerslijst van de regieraden op het niveau van organisaties. In het volgend Nationaal Beraad zal een lijst worden voorgelegd op deelnemersniveau om vast te stellen. kennis te nemen van de was-wordt lijst van gremia en de voortgang daarop.
Context In het Nationaal Beraad van 30 september 2014 is ingestemd met het governancevoorstel van de Digicommissaris. De nieuwe governancestructuur beoogt een efficiënte en effectieve overlegstructuur in te richten, voor adequate sturing op de GDI. Onderdeel van deze nieuwe governancestructuur is de instelling van de regieraden op de clusters: Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit. Samenvatting De taakopdracht Regieraden betreft een beschrijving van de doelstelling en rol van de regieraden in de nieuwe governancestructuur. De regieraden vormen het strategisch niveau van de governance. Zij sturen op de continuïteit, doorontwikkeling, innovatie en implementatie/gebruik per cluster. En bewaken de samenhang tussen clusters. Besluiten uit de regieraden worden ter kennisname aan het Nationaal Beraad voorgelegd. Ook kunnen de regieraden zaken, voorzien van een advies of analyse, ter besluitvorming voorleggen aan het Nationaal Beraad. Dit gebeurt in elk geval als een onderwerp de volle breedte van de GDI aangaat, als in de regieraad geen eensgezindheid kan worden bereikt op een bepaald onderwerp of als een onderwerp vraagt om agendering in de Ministeriële Commissie. In de regieraden zitten de deelnemers met een specifieke rol aan tafel. Deze rollen zijn: beleidsverantwoordelijke, opdrachtgever, beheerder, afnemers en gebruikers. Om te voorkomen dat iedereen aan tafel zit, zal meer met vertegenwoordigingsconstructies worden gewerkt. In voorliggend document wordt een overzicht gegeven van de deelnemers op het niveau van de organisatie ter informatie. In het volgend Nationaal Beraad zal een deelnemerslijst met namen worden voorgelegd om vast te stellen. Om het aantal overleggen terug te brengen door de inrichting van de nieuwe governancestructuur is een eerste overzicht gemaakt van gremia die op kunnen gaan in deze structuur. Er worden stappen gezet, maar niet alle gremia zullen in één keer kunnen opgaan. Met de voorzitters van de gremia die overgaan in de nieuwe governancestructuur worden transitieafspraken gemaakt. Governance De regieraden maken onderdeel uit van de nieuw in te richten governancestructuur. Financiering Er is één samenhangend financieel overzicht van de GDI. De regieraden hebben de verantwoordelijkheid hun deel van dit overzicht actueel te houden. Het financieel overzicht sluit aan bij de (departementale) begroting(en). Als er onoplosbare knelpunten ontstaan worden deze voorgelegd aan het Nationaal Beraad Digitale Overheid, ondersteund met mogelijke oplossingen.
Digicommissaris
1
Aanbiedingsformulier Sturing: Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Inhoud Digiprogramma De regieraden stellen een (meer)jarenplan (clusterplan) op (als één van de onderdelen van het Digiprogramma), met doelstellingen ten aanzien van innovatie en doorontwikkeling, beheer & exploitatie, aansluiting, implementatie en gebruik van de elementen in het cluster, toekomstige ontwikkeling en financiële consequenties. Afstemming In de voorbereidende Regieraden van Interconnectiviteit (13 januari 2015) en Gegevens (15 januari 2014) is een concept taakopdracht besproken met de mogelijke deelnemers aan de regieraden. In de eerste Regieraden van Dienstverlening (13 januari 2015) en Identificatie & Authenticatie (15 januari 2014) is de concept taakopdracht besproken met de aanwezige (en soms voorlopige) deelnemers aan de regieraden. Adviseur
Dorien van den Berg, senior adviseur
Digicommissaris
2
Taakopdracht Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
1. Doelstelling en rol regieraden In het Nationaal Beraad van 30 september 2014 is ingestemd met het governancevoorstel van de 1 Digicommissaris . De nieuwe governancestructuur (zie bijlage 1) beoogt een efficiënte en effectieve overlegstructuur in te richten, voor adequate sturing op de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) (zie bijlage 2). Uitgangspunt bij de invulling van de governancestructuur is gezamenlijke sturing vanuit alle betrokken partijen, op basis van een duidelijke rolverdeling en het nemen van verantwoordelijkheid. Uiteraard is de structuur op zichzelf niet de oplossing voor het versterken van de governance. Vooral gedragsaspecten als onderling vertrouwen en het nakomen van afspraken maken immers het echte verschil. Een goede structuur met heldere mandaten en rolverdeling is wel een noodzakelijk middel. De hoeveelheid betrokken partijen bij de GDI noodzaakt tot rolzuiverheid en het nemen van verantwoordelijkheid. Deze governancestructuur kent naast de Ministeriële Commissie Digitale Overheid op het politieke niveau en het Nationaal Beraad op bestuurlijke niveau, ook een aantal regieraden op strategisch niveau. Deze sturen op de continuïteit, doorontwikkeling, innovatie en implementatie/gebruik per cluster. Daarbij worden de ontwikkelingen op zowel maatschappelijk als technologisch gebied continu betrokken. Deze clusters zijn: Identificatie & Authenticatie, Dienstverlening, Gegevens en Interconnectiviteit. De regieraden dragen tevens zorg voor de integraliteit van de GDI elementen in een cluster en leggen waarnodig verbindingen met andere clusters. De regieraden worden ingesteld door en met mandaat van het Nationaal Beraad Digitale Overheid. Uiteindelijk gaat het er om gezamenlijke doorzettingskracht te organiseren door een juiste bezetting en inhoud te realiseren in de regieraden en afspraken te maken in het Digiprogramma (afspraken over waar je met elkaar naar toe werkt). Die afspraken gaan over inhoud, randvoorwaarden, gebruik en implementatie. Met de mogelijkheid om onderwerpen te agenderen op het bestuurlijke (Nationaal Beraad) en het politieke niveau (Ministeriële Commissie), indien gewenst of noodzakelijk. Rol van de regieraden: Besluitvormend De regieraden zijn het besluitvormend gremium op onderwerpen die de samenhang van de voorzieningen uit het cluster betreffen en op onderwerpen die vanuit de afnemersraden van de verschillende voorzieningen ter besluitvorming worden voorgelegd. De regieraden beperken zich daarbij niet tot proces maar hebben een inhoudelijke rol in de besluitvorming. De besluitenlijst van de regieraden wordt aan het Nationaal Beraad gestuurd. De regieraden nemen - binnen het door het Nationaal Beraad verleende mandaat - beslissingen over individuele voorzieningen op strategisch niveau.
Sturend
De regieraden sturen op de totstandkoming, instandhouding en financiering van een samenhangende set generieke voorzieningen, waarmee overheidsorganisaties de digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven effectief en efficiënt in kunnen richten. De regieraden sturen op de invulling van de noodzakelijke (rand)voorwaarden, waaronder financiering, wetgeving, privacy, veiligheid en informatiebeleid. Adviserend De regieraden kunnen zaken, voorzien van een advies of analyse, ter besluitvorming voorleggen aan het Nationaal Beraad. Dit gebeurt in elk geval als een onderwerp de volle breedte van de GDI aangaat, als in de regieraad geen eensgezindheid kan worden bereikt op een bepaald onderwerp of als een onderwerp vraagt om agendering in de Ministeriële Commissie.
1
Oplegger en Uitwerking Governancestructuur op hoofdlijnen; Nationaal Beraad 30 september 2014
Digicommissaris
1
Taakopdracht Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Agenderend De regieraden kunnen onderwerpen en vragen agenderen in afnemersraden en in de klankbordgroepen voor burgers en bedrijven. Geïnformeerd De deelnemers van de regieraden worden door de beleidsverantwoordelijke, opdrachtgever en beheerder van een voorziening geïnformeerd in geval van een calamiteit bij de voorziening.
2. Onderwerpen De regieraden stellen een (meer)jarenplan (clusterplan) op (als één van de onderdelen van het Digiprogramma), met doelstellingen ten aanzien van innovatie en doorontwikkeling, beheer & exploitatie, aansluiting, implementatie en gebruik van de elementen in het cluster, toekomstige ontwikkeling en financiële consequenties. De financiële consequenties zijn afgestemd met de 2 directies FEZ van de “moederorganisaties”. De uitwerking van genoemde doelstellingen vindt plaats in nader overleg tussen beleidsverantwoordelijke en opdrachtgever. Er is één samenhangend financieel overzicht van de GDI. De regieraden hebben de verantwoordelijkheid hun deel van dit overzicht actueel te houden. Het financieel overzicht sluit aan bij de (departementale) begroting(en). Als er onoplosbare knelpunten ontstaan worden deze voorgelegd aan het Nationaal Beraad Digitale Overheid, ondersteund met mogelijke oplossingen. Ieder cluster kent thema’s en onderwerpen die de inhoud van meerdere voorzieningen raken. Er zijn ook thema’s die spelen op het niveau van de GDI als geheel en die in die samenhang moeten worden bezien: wetgeving, vernieuwing van de GDI, etc. Het is de taak van het Bureau van de Digicommissaris om scherp te zijn op de juiste en tijdige agendering en bespreking van deze thema’s, ook de leden van de verschillende regieraden hebben hier een (agenderende) rol. Ambities ten aanzien van gebruik en implementatie van voorzieningen verschillen vaak per overheidsorganisatie. In de regieraden worden hierover met elkaar heldere afspraken gemaakt (bijvoorbeeld in te accorderen aansluitkalenders). De deelnemers aan de regieraden maken en monitoren de gezamenlijke afspraken, helpen elkaar bij de realisatie hiervan en spreken elkaar zo nodig aan op ieders verantwoordelijkheid. Hieronder volgt een (niet volledige) opsomming van de onderwerpen die in de regieraden aan de orde komen: Opstellen clusterplan (jaarlijks, onderdeel van het meerjarig Digiprogramma) Bewaken voortgang clusterplan Inregelen governance door transitie naar nieuwe structuur te stimuleren op het niveau van de regieraden en afnemersraden Bespreken en vaststellen mandaten afnemersraden Aansluiting op en gebruik van de voorzieningen (voortgang, samenhang, belemmeringen en randvoorwaarden om die samenhang te realiseren) Bespreken van strategische ontwikkelingen die impact hebben op de onderwerpen en voorzieningen van de betreffende regieraad Nieuwe dienstverlening of functionaliteit en de realisatie daarvan. Scope van het cluster: welke voorzieningen horen in dit cluster (GDI is dynamisch van opzet) Wetgeving Europese/internationale ontwikkelingen die GDI raken Financiering Releasekalenders en aansluitkalenders tbv. sturing op samenhang Privacy en informatieveiligheid
2
Dit is in lijn met de uitspraak van de Inspectie Rijksfinanciën van 3 december 2014
Digicommissaris
2
Taakopdracht Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
3. Deelnemers Deelnemers aan de regieraad hebben in gezamenlijkheid de verantwoordelijkheid om te sturen op de GDI vanuit het maatschappelijke belang. Daarnaast zitten deelnemers aan tafel vanuit een bepaalde rol en met een bepaalde achterban. In de regieraad zijn in ieder geval de volgende rollen vertegenwoordigd: Beleidsverantwoordelijken van een voorziening, (het departement waar de ministeriële verantwoordelijkheid en dus de beleidsopdracht ligt) Opdrachtgevers van de GDI elementen (de partij die stuurt op realisatie, binnen de kaders van de beleidsopdracht3 en de bijbehorende financiën) (vertegenwoordigers van) Beheerders van de GDI elementen (vertegenwoordigers van) Afnemers (vertegenwoordigers van) Leveranciers/marktpartijen (indien van toepassing) Het is belangrijk dat de deelnemers aan de regieraad met gezag en mandaat kunnen opereren in de regieraad, zodat besluiten die worden genomen ook daadwerkelijk leiden tot opvolging en uitvoering. Qua gevraagd niveau van de deelnemers moet rekening worden gehouden met de positionering t.o.v. het Nationaal Beraad en het gegeven dat leden van de regieraad gevraagd worden om een achterban te vertegenwoordigen die breder is dan hun eigen organisatie. In concreto gaat het om directeuren beleidsdepartementen, divisiedirecteuren, e.d. Onafhankelijk voorzitter van de regieraden is Hans van der Stelt, Directeur Bureau Digicommissaris. Het secretariaat van de regieraden wordt ingevuld door de Coördinerend 4 Adviseurs van het Bureau Digicommissaris. De samenstelling van de regieraad wordt, per regieraad, vastgesteld door het Nationaal Beraad.
4. Overige afspraken
De agenda en stukken voor een regieraad worden ruim van te voren verstuurd, zodat afstemming met de achterliggende partijen mogelijk is. De stukken zijn openbaar en na verzending voor iedereen op internet toegankelijk. Om onderling vertrouwen en samenwerking te bevorderen, vindt in principe geen vervanging plaats van deelnemers aan een regieraad. Daar waar vervanging toch echt noodzakelijk is, vindt vervanging in de regieraad plaats op gelijk of bovenliggend niveau. Mogelijke spoedeisende actuele ontwikkelingen en/of calamiteiten kunnen te allen tijde tijdens de regieraad aan de orde worden gesteld; er kan ook –na overleg met voorzitter en secretariseen regieraad voor worden bijeengeroepen. De regieraden komen in elk geval voorafgaand aan elk Nationaal Beraad bijeen (vier keer per jaar). Daarnaast worden vergaderingen gepland naar behoefte.
3
De opdrachtgever kan de beleidsverantwoordelijke zijn, maar dit kan ook elders worden belegd, bijvoorbeeld bij de uitvoeringsorganisatie die het meeste baat heeft bij de voorziening 4 De programmanager financiën en de coördinator financieel advies van het Bureau Digicommissaris nemen op uitnodiging deel aan de regieraad.
Digicommissaris
3
Taakopdracht Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 1: Overzicht van governance
4
Digicommissaris
Taakopdracht Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 2: Definitie van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) De GDI van de overheid bestaat uit standaarden, producten en voorzieningen die gezamenlijk gebruikt worden door meerdere overheden, vele publieke organisaties en in een aantal gevallen ook door private partijen.
De GDI is een onmisbaar deel van de (digitale) basisvoorzieningen waarmee organisaties hun primaire processen inrichten. De GDI is, naar zijn aard, niet organisatie-, sector- of domeinspecifiek.
5
De GDI bestaat uit herbruikbare digitale basisvoorzieningen, standaarden en producten die het overheden, publieke organisaties en private partijen mogelijk maken om hun primaire processen doelmatig in te richten en te blijven ontwikkelen. De GDI vormt een dynamisch geheel en kan de komende jaren ook nog wijzigen door de ontwikkeling van nieuwe generieke voorzieningen en de standaarden of door het uit productie nemen van al opgenomen voorzieningen. GDI is voor vanuit een sturingsprincipe op samenhang ingedeeld in 4 clusters:
Identiteit & Authenticatie eID stelsel eHerkenning DigiD (incl. DigiD buitenland) DigiD machtigen
Dienstverlening
Websites o Overheid.nl o Antwoord voor Bedrijven o Digitaal Ondernemersplein o Samenwerkende Catalogi
Gepersonaliseerde portalen o Mijnoverheid o Berichtenbox Burger o Lopende Zaken o Persoonlijke Gegevens o Berichtenbox bedrijven o Ondernemingsdossier
Digicommissaris
Gestandaardiseerd berichtenverkeer overheidbedrijven o SBR (Standard Business Reporting) o eFactureren
Gegevens
Stelselvoorzieningen basisregistraties o Digikoppeling o Digilevering o Digimelding o Stelselcatalogus
Basisregistraties (BRP, NHR, BAG, BRT, BRK, BRV, BLAU, BRI, WOZ, BGT BRO)
Interconnectiviteit
Netwerken, incl. generieke koppelstandaarden: o Diginetwerk o Digipoort
Certificering
PKI overheid
Standaarden incl. pas-toe-of-leguitlijst zoals geformuleerd door College en Forum Standaardisatie
NORA
Beheervoorziening BSN
(informatieveiligheid)
Deelnemerlijst Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad 10 februari 2015 Hieronder volgt een overzicht van de (beoogde) deelnemers aan de verschillende regieraden op het niveau van organisatie. Conform de taakopdracht regieraden gaat het om invulling op het niveau van directeuren beleid, divisiedirecteuren etc.
Regieraad Identificatie & Authenticatie Voorziening DigiD DigiD machtigen eHerkenning eID
Beleidsverantwoordelijke Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van EZ Ministerie van BZK en EZ
Opdrachtgever Ministerie van BZK Ministerie van BZK Stelselraad Ministeries van BZK en EZ
Beheerder Logius Logius Logius nvt
Aan verschillende koepelorganisaties is gevraagd om vertegenwoordiging van de afnemers in de regieraad: uitvoeringsorganisaties, medeoverheden en bedrijven.
Regieraad Dienstverlening Voorziening Overheid.nl Digitaal ondernemersplein Antwoord voor bedrijven Samenwerkende catalogi Mijn Overheid
Beleidsverantwoorde lijke Ministerie van BZK Ministerie van EZ Ministerie van EZ Ministerie van BZK Ministerie van BZK
Berichtenbox voor bedrijven Ondernemingsdossier Standard Business Reporting eFactureren
Ministerie van EZ Ministerie van EZ Ministerie van EZ Ministeries van EZ/BZK
Opdrachtgever
Beheerder
Ministerie van BZK KvK RVO Ministerie van BZK Bestuurlijk Overleg Mijn overheid1 RVO Ministerie van EZ Belastingdienst2 Ministeries van EZ/BZK
Logius KvK Dictu Logius Logius Dictu Dictu Logius Logius
Aan verschillende koepelorganisaties is gevraagd om vertegenwoordiging van de afnemers in de regieraad: uitvoeringsorganisaties, medeoverheden, inspecties, bedrijven.
Regieraad Gegevens Voorziening Digimelding Digikoppeling Digimelding Stelselcatalogus Beheervoorziening BSN BAG
Beleidsverantwoordelijke Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK
Opdrachtgever Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK
Beheerder Logius Logius Logius Logius Agentschap BPR
Ministerie van I&M
Ministerie van I&M
Kadaster
1
Vertegenwoordiging moet nog worden bepaald
2
Moet nog worden afgestemd
Digicommissaris
1
Deelnemerlijst Regieraden
20150210.03c.01
Nationaal Beraad 10 februari 2015 BRP NHR
Ministerie van BZK Ministerie van EZ
Ministerie van BZK Ministerie van EZ
BRT BRI
Ministerie van I&M Ministerie van Financiën
BRV BRK BGT BRO BLAU WOZ
Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie
Ministerie Ministerie Financiën Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie Ministerie Financiën
van van van van van van
I&M I&M I&M I&M SZW Financiën
van I&M van
Agentschap BPR Kamer van Koophandel Kadaster Belastingdienst
van van van van van van
RDW Kadaster Kadaster TNO UWV Kadaster
I&M I&M I&M I&M SZW
Regieraad Interconnectiviteit Voorziening Digipoort OTP Digipoort PI Diginetwerk PKI overheid NORA Standaardenlijst
Beleidsverantwoordelijke Ministerie van BZK Nader te bepalen Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van EZ
Opdrachtgever Ministerie van BZK Nader te bepalen Nader te bepalen Ministerie van BZK Ministerie van BZK Ministerie van EZ/BZK
Expert
Organisatie BKWI
Naam Bert Uffen
Expert
Ministerie van BZK
Edgar Heijmans
Expert
Stichting RINIS
Rob Verweij
Expert
NCSC
ntb
Digicommissaris
Beheerder Logius Logius Logius Logius ICTU Bureau Forum Standaardisatie Expertgebied Suwi-domein / netwerken Rijkscloud / datacenters Gegevensuitwisseling / (Europese) netwerken Informatieveiligheid
2
Voorstel was/wordt-lijst gremia
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Cluster Dienstverlening: Was en voorstel wordt-lijst Cluster Identificatie & Authenticatie: Was en voorstel wordt-lijst Cluster Interconnectiviteit: Was-lijst Cluster Gegevens: Was-lijst Algemene overleggen
Legenda S=strategisch T= tactisch O=operationeel
1
Dienstverlening Naam voorziening Overheid.nl
Naam overleg WAS S: Programmaraad eOverheid voor burgers (opgeheven in 2013)
Naam overleg WORDT S: Regieraad dienstverlening
MijnOverheid.nl
S: Programmaraad eOverheid voor burgers (opgeheven in 2013)
S: Regieraad dienstverlening
S: Bestuurlijk overleg (BO) MijnOverheid/berichtenbox burgers T: Opdrachtgeversoverleg verkenning integratie berichtenboxen (tijdelijk) O: Afnemersoverleg MijnOverheid/berichtenbox burgers
S: Wordt besloten in BO Mijnoverheid 12 februari 2015 S: Regieraad dienstverlening
Samenwerkende Catalogi Berichtenbox voor bedrijven
S: Programmaraad eOverheid voor burgers O: Change Advisory Board (bedrijfsleven)
S: Regieraad dienstverlening
Digitale Ondernemersplein
S: Partnerraad Digitaal Ondernemersplein O: Regulier Overleg ontwikkeling DOP O: Gebruikersgroep Antwoord voor Bedrijven (AvB)
S: Regieraad dienstverlening (op termijn) O: Regulier Overleg ontwikkeling DOP S: Regieraad dienstverlening O: Gebruikersgroep Antwoord voor Bedrijven (AvB) S: Beraad Ondernemingsdossier (In beginsel gaat het Beraad Ondernemingsdossier eind 2015 over naar de Regieraad Dienstverlening) S: Regieraad dienstverlening (tav. samenhang van voorzieningen) O: Werkgroepen
Antwoord voor bedrijven Ondernemingsdossier
Digicommissaris
S: Beraad ondernemingsdossier O: Werkgroepen
O: Afnemersoverleg MijnOverheid/berichtenbox
S: Regieraad dienstverlening O: Change Advisory Board
Voorstel was/wordt-lijst gremia
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 eFactureren
SBR
S: Stuurgroep DigiInkoop
Nader te bepalen
S: Stuurgroep SMeF
Nader te bepalen
O: Afnemersoverleg DigiInkoop
Nader te bepalen
S: SBR Stuurgroep S: SBR Beraad T: Projectleidersoverleg T: Platform Expertgroepen O: Werkgroepen projectboard internationaal
Nader te bepalen
Identificatie & Authenticatie Naam voorziening eID
eHerkenning
DigiD
DigiD machtigen
1
Naam overleg WAS S: Stuurgroep eID T: eID Platform met zakelijke partners
Naam overleg WORDT S: Regieraad Identificatie & Authenticatie T: eID Platform met zakelijke partners
S: Stelselraad eHerkenning
S: Stelselraad eHerkenning1
T: Tactisch overleg eHerkenning
Nader te bepalen
O: Operationeel overleg eHerkenning S: Stuurgroep eID
Nader te bepalen
T: Afnemersoverleg DigiD
T: Afnemersoverleg DigiD
O: Operationeel overleg DigiD machtigen
O: Operationeel overleg DigiD machtigen
S: Bestuurlijk overleg DigiD
S: Regieraad Identificatie & Authenticatie
T: Afnemersoverleg DigiD
T: Afnemersoverleg DigiD
O: Operationeel overleg DigiD machtigen
O: Operationeel overleg DigiD machtigen
I.v.m. wettelijke basis kan evt. overgang pas op termijn aan de orde zijn.
Digicommissaris
S: Regieraad Identificatie & Authenticatie
2
Voorstel was/wordt-lijst gremia
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Interconnectiviteit Naam voorziening Diginetwerk
Naam overleg WAS T: Logius intern overleg T: ICCIO
Digipoort
O: Afnemersoverleg Digipoort PI
Naam overleg WORDT S: Regieraad Interconnectiviteit O: Afnemersoverleg Interconnectiviteit O: Afnemeroverleg Digipoort
O: Afnemersoverleg Digipoort OTP
O: Afnemeroverleg Digipoort
S: Bestuurlijk Overleg Digipoort
S: In BO Digipoort zal hierover worden besloten
T: Overleg Logius met CSP’s
ntb
O: Logius intern overleg
ntb
PKI Overheid NORA
Standaardisatie
S: Bestuurlijke Regiegroep eOverheid ntb (zie boven bij algemene overleggen) ntb T: Architectuur Board O: Gebruikersraad
ntb
Bestuurlijk: College Standaardisatie
Bestuurlijk: Nationaal Beraad
T: Forum Standaardisatie
T: Forum Standaardisatie (wel relatie met Regieraad)
Gegevens Naam voorziening Stelsel van Basisregistraties
Digikoppeling
Digimelding
Digilevering
Stelselcatalogus
BRP (personen) GBA plus RNI
Digicommissaris
Naam overleg WAS S: Programmaraad Stelsel van basisregistraties
Naam overleg WORDT
Stelseloverleg (voorportaal PSB) S: Programmaraad Stelsel van basisregistraties T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
ad hoc
T: Stuurgroep Digimelding T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
T: Stuurgroep Digimelding T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen
S: Stuurgroep Operatie BRP T: Gebruikersoverleg BRP (voor bronhouders en gebruikers van de
S: Stuurgroep Operatie BRP T: Gebruikersoverleg BRP (voor bronhouders en gebruikers van de
S: Regieraad Gegevens
S: Regieraad Gegevens T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Regieraad Gegevens
S: Regieraad Gegevens T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Regieraad Gegevens T: Afnemersoverleg Stelselvoorzieningen S: Regieraad Gegevens
3
Voorstel was/wordt-lijst gremia
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
NHR (handelsregister)
BRP)
BRP)
S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties Voorportaal Gebruikersraad
S: Regieraad Gegevens Voorportaal Gebruikersraad
S: Gebruikersraad NHR S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
S: Gebruikersraad NHR S: Regieraad Gegevens
S: Stuurgroep BAG
S: Stuurgroep BAG
S: BAGBAO T: BAG Bronhouders en Afnemersoverleg, T: BAG Gebruikersoverleg
S: BAGBAO T: BAG Bronhouders en Afnemersoverleg, T: BAG Gebruikersoverleg
S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties T: Tactisch overleg basisregistraties Kadaster en topografie T: Gebruikersraad (de geo-informatie kamer)
S: Regieraad Gegevens T: Tactisch overleg basisregistraties Kadaster en topografie T: Gebruikersraad (de geoinformatie kamer)
S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
S: Regieraad Gegevens
S: Strategische gebruikersraad T: Tactisch overleg basisregistraties Kadaster en topografie
S: Strategische gebruikersraad T: Tactisch overleg basisregistraties Kadaster en topografie T: Gebruikersoverleg BRK S: Regieraad Gegevens
BLAU (lonen etc)
T: Gebruikersoverleg BRK S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
O: Werkgroepen BLAU
BRI (inkomen) WOZ (onroerende zaken)
O: Werkgroepen BLAU S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
BAG (adressen/gebouwen
BRT (topografie)
BRK (Kadaster)
BRV (voertuigen)
S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
S: Regieraad Gegevens S: Regieraad Gegevens
T: Commissie benchmarking T: Commissie benchmarking T: Commissie financien, personeel en T: Commissie financien, personeel organisatie en organisatie
BGT (grootschalige topografie)
BRO (ondergrond) Beheervoorziening BSN PIVA
Digicommissaris
T: Commissie gegevensuitwisseling
T: Commissie gegevensuitwisseling
T: Commissie klankbord T: Commissie Regelgeving en controle
T: Commissie klankbord T: Commissie Regelgeving en controle
Geschillencommissies S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
Geschillencommissies
S: Gebruikersgroep BGT S: Programmaraad Stelsel van Basisregistraties
ntb
T: Gebruikersoverleg BSN
T: Gebruikersoverleg BSN
T: Gebruikersoverleg PIVA
T: Gebruikersoverleg PIVA
S: Regieraad Gegevens
S: Regieraad Gegevens
4
Voorstel was/wordt-lijst gremia
20150210.03c.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Algemene overleggen
S: Klankbordgroep eOverheid voor Bedrijven
Naam overleg WORDT Nationaal Beraad Digitale Overheid stopt stopt S: Klankbordgroep Bedrijven (ten aanzien van het bedrijven gedeelte) S: Klankbordgroep Burgers: nader te bepalen S: Klankbordgroep Bedrijven
S: Programmaraad Logius
Nader bespreken met eigenaar
S: S: S: S:
Naam overleg WAS DB BRG en BRG Stuurgroep iNUP Stuurgroep comm. iNUP Klankbordgroep gebruikers eOverheid
Digicommissaris
5
Aanbiedingsformulier Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI 20150210.05.01 Nationaal Beraad 10 februari 2015 Gevraagd besluit Kennis te nemen van de inventarisatie en akkoord te gaan met doorgeleiding naar de respectievelijke regieraden. Extra bestuurlijke aandacht te vestigen op –waar nodig- de aansluiting en het gebruik van de generieke GDI-voorzieningen binnen uw domein. Context Per 1 januari 2015 is het Programma i-NUP afgerond. In opdracht van Gert-Jan Buitendijk (eindverantwoordelijke voor het i-NUP-programma, namens het dB, Bestuurlijke Regiegroep) en Hans van der Stelt (Directeur Bureau Digicommissaris) is een overzicht opgesteld waarin de status van de resultaten van het i-NUP programma zijn opgenomen. In dit overzicht staan tevens de overige GDI-componenten die niet binnen het Programma i-NUP opgenomen waren, zodat een totaaloverzicht ontstaat. Dit overzicht draagt bij aan een zorgvuldige afronding van het i-NUP-Programma, borging van de bijbehorende i-NUP-bouwstenen binnen de governance van de Digicommissaris en komt tegemoet aan de aanbeveling van de Gatewayreview op het programma i-NUP. Het statusoverzicht in combinatie met het financieel overzicht, kan worden gezien als het leidende document ten aanzien van de status van de GDI-voorzieningen. Samenvatting Met het i-NUP-programma zijn grote stappen gezet richting de realisatie en doorontwikkeling van de i-NUP-bouwstenen binnen de nieuwe definitie van de GDI; Op een aantal bouwstenen zoals DigiD, MijnOverheid en de stelselvoorzieningen is doorontwikkeling nodig om te kunnen voldoen aan de huidige eisen voor een generieke digitale infrastructuur. Dit is essentieel in het kader van toekomstige overheidsdienstverlening en/of van volumegroei. Door de Regieraden zal binnen de nieuwe governance gekoerst worden op de noodzakelijke doorontwikkeling en prioriteitstelling; De aansluiting van overheidsorganisaties, gemeenten en overige decentrale overheden loopt nog fors achter op de oorspronkelijke doelstelling. In samenspraak met de betrokken organisaties en het Nationaal Beraad zal hierop meer focus moeten komen. Aansluitingen zullen echter gefaseerd plaatsvinden in verband met afstemming met functionele releases en verandercapaciteit. De extra overige kosten vanuit het i-NUP-programma bedragen: iNUP-monitor €220.000 per jaar, in de huidige situatie, wellicht aan te passen op toekomstige monitoring van de gehele GDI; Kosten voor aansluitondersteuning vanuit Logius ca €8.000.000 over 4 jaar (zie bijlage 2); Onderzoekskosten voor onderzoeken tbv. de GDI door externe bureaus op basis van 2014: €558.000 euro. Ondersteuning voor het stelsel van basisregistraties vanuit helpdeskondersteuning en kenniscentrum ca. €2,3 mln per jaar, wordt echter nader onderzocht! Governance Het overzicht wordt ter beschikking gesteld aan de Regieraden en als statusdocument gehanteerd voor borging van de te bereiken resultaten. Binnen de Regieraad worden nadere afspraken gemaakt over vereiste aansluitingen en vaststelling van benodigde doorontwikkeling, met inachtname van de spelregels voor financiële investeringen. Financiering
1
In de besluitvorming over de structurele financiering van de GDI worden de aanpalende kosten voor aansluitondersteuning (Logius, ca. €8 mln verspreid over 4 jaar)1, Monitor (€220.000) en onderzoekskosten (€558.000) meegenomen.
Zie bijlage 2
Digicommissaris
1
Aanbiedingsformulier Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI 20150210.05.01 Nationaal Beraad 10 februari 2015
De kosten voor de voortzetting van een Kenniscentrum/Helpdeskfunctie voor het Stelsel van Basisregistraties, thans begroot op ca. €2,3 mln., wordt nader onderzocht en valt nu buiten het financieel arrangement.
Afstemming B&I/BZK en EZ Adviseur Caroline Schoots
Digicommissaris
2
Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI
20150210.05.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Inleiding Per 1 januari 2015 is het Programma i-NUP afgerond. In opdracht van Gert-Jan Buitendijk (eindverantwoordelijke voor het i-NUP-programma, namens het dB, Bestuurlijke Regiegroep) en Hans van der Stelt (Directeur Bureau Digicommissaris) is een overzicht opgesteld waarin de status van de resultaten van het i-NUP programma zijn opgenomen. In dit overzicht staan tevens de overige GDI-componenten die niet binnen het Programma i-NUP opgenomen waren, zodat een totaaloverzicht ontstaat. Dit overzicht draagt bij aan een zorgvuldige afronding van het i-NUP-Programma, aan een goede borging van de bijbehorende i-NUP-bouwstenen binnen de governance van de Digicommissaris op de Generieke Digitale Infrastructuur en komt daarmee tegemoet aan de aanbeveling van de Gatewayreview op het programma i-NUP. Deze opdracht is, in samenwerking met de ministeries van BZK en EZ, uitgevoerd door het programmabureau i- NUP (tot 1 januari 2015) en het Bureau Digicommissaris. Dit statusoverzicht (zie bijgaand Excelsheet), in combinatie met het financieel overzicht, kan worden gezien als het leidende document ten aanzien van de status van de GDI-voorzieningen. Gevraagd beslispunt:
Kennis te nemen van de inventarisatie en akkoord te gaan met doorgeleiding naar de respectievelijke regieraden. Extra bestuurlijke aandacht te vestigen op –waar nodig- de aansluiting en het gebruik van de generieke GDI-voorzieningen binnen uw domein.
Toelichting 1
Het overzicht geeft inzicht in de volgende vragen: Is de voorziening in beheer? Is doorontwikkeling nodig op de voorzieningen? Vindt afstemming plaats met de afnemers in een overlegstructuur? Wie zijn de huidige eigenaren en opdrachtgevers van de voorzieningen? Wat is de financiële status van een voorziening? Separaat opgenomen in het financiële overzicht. Tenslotte is een overzicht opgesteld van de status van aansluitingen voor de iNUP-voorzieningen2. Vervolg
Het overzicht wordt ter beschikking gesteld aan de Regieraden en als statusdocument gehanteerd voor borging van de te bereiken resultaten. Per Regieraad geldt dit voor de GDIvoorzieningen die betrekking hebben op het cluster. Binnen de Regieraad worden nadere afspraken gemaakt over vereiste aansluitingen en vaststelling van benodigde doorontwikkeling, met inachtname van de spelregels voor financiële investeringen. In de besluitvorming over de structurele financiering van de GDI worden de aanpalende kosten voor aansluitondersteuning (Logius, ca. €8 mln. verspreid over 4 jaar)3, Monitor (ca. €220.000) en onderzoekskosten (€558.000) meegenomen. De kosten voor de voortzetting van een Kenniscentrum/Helpdeskfunctie voor het Stelsel van Basisregistraties , thans begroot op ca. €2,3 mln., wordt nader onderzocht en valt nu buiten het financieel arrangement.
1
Zie de formele opdrachtformulering in bijlage 1
2
Zie bijlage 2
3
Zie bijlage 2
Digicommissaris
1
Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI
20150210.05.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Resultaat inventarisatie
De meeste voorzieningen van i-NUP, en een groot deel van de GDI-voorzieningen, zijn in beheer bij Logius, Dictu of anderszins in het geval van het ondernemersplein (bij KvK) en de basisregistraties. Doorontwikkeling bij bepaalde voorzieningen is nog nodig , omdat deze soms niet één-op-één implementeerbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat deze niet naadloos aansluiten op de systemen of processen van de afnemers. Een andere reden kan zijn dat doelgroepen (burgers of bedrijven) ten aanzien van een voorziening functionele eisen en wensen hebben, waarvoor aanpassing c.q. maatwerk nodig is. Eigenaarschap en opdrachtgeverschap is nog veelal belegd bij de beleidsministeries BZK en EZ. Voor publiek-private samenwerking geldt vaak een andere manier van governance en bij bijvoorbeeld MijnOverheid en SBR is dit al ingericht vanuit betalende afnemers. Vrijwel elke voorziening kent, in de huidige situatie, een vorm van een afnemers(overleg)structuur. In de nieuwe (te vormen) governancestructuur van de Digicommissaris worden deze overleggen,via de Regieraden, gemigreerd of (soms) uitgefaseerd. Het financieel overzicht mbt de voorzieningen komt tot stand via het financiële traject. Het financiële document geeft inzicht in de mate van beschikbaar budget voor beheer en exploitatie, voorziene doorontwikkeling en volumegroei. Dit financiële overzicht maakt onderdeel uit van het financieel arrangement dat separaat aan het Nationaal Beraad wordt voorgelegd. De aanpalende kosten voor het beheer van de huidige monitor, de kosten tbv de aansluitondersteuning iNUP en de onderzoekskosten voor externe onderzoeken voor de GDI zijn opgenomen in het financieel overzicht als overige kosten. De kosten voor de voortzetting van een Kenniscentrum/Helpdeskfunctie voor het Stelsel van Basisregistraties wordt onderzocht en later bepaald. Het statusoverzicht van aansluiting op de iNUP-voorzieningen (bijlage 2) geeft de stand van zaken over de aansluitingen en de kosten voor aansluitondersteuning weer.
Samenvattend
Met het i-NUP-programma zijn grote stappen gezet richting de realisatie en doorontwikkeling van de i-NUP-bouwstenen binnen de nieuwe definitie van de GDI; Op een aantal bouwstenen zoals DigiD, MijnOverheid en de stelselvoorzieningen is doorontwikkeling nodig om te kunnen voldoen aan de huidige eisen voor een generieke digitale infrastructuur. Dit is essentieel in het kader van toekomstige overheidsdienstverlening en/of van volumegroei. Door de Regieraden zal binnen de nieuwe governance gekoerst worden op de noodzakelijke doorontwikkeling en prioriteitstelling; De aansluiting van overheidsorganisaties, gemeenten en overige decentrale overheden loopt nog fors achter op de oorspronkelijke doelstelling. In samenspraak met de betrokken organisaties en het Nationaal Beraad zal hierop meer focus moeten komen. Aansluitingen zullen echter gefaseerd plaatsvinden in verband met afstemming met functionele releases en verandercapaciteit; De extra overige kosten vanuit het iNUP-programma bedragen: iNUP-monitor ca. €220.000 per jaar, in de huidige situatie, dit aan te passen op toekomstige monitoring van de gehele GDI. Kosten voor aansluitondersteuning vanuit Logius ca. €8.000.000 over 4 jaar (zie bijlage 2). Onderzoekskosten voor onderzoeken tbv de GDI door externe bureaus op basis van 2014: €558.000. Ondersteuning voor het stelsel van basisregistraties vanuit helpdeskondersteuning en kenniscentrum ca. €2,3 mln. per jaar, wordt echter nader onderzocht!
Digicommissaris
2
Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI
20150210.05.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015
Bijlage 1: Opdrachtformulering 1. Beantwoord de onderstaande vragen (voor de stelselvoorzieningen: Digikoppeling, Digimelding, Digilevering en de Stelselcatalogus voor 31-12-2014, en voor alle overige voorzieningen van de GDI voor 31-01-2015): Stel voor elke voorziening vast of deze bij een beheerorganisatie in beheer is genomen en het dienstenniveau via een SLA tussen afnemer en beheerder zijn vastgelegd; Welke middelen zijn voor beheer en exploitatie in 2015 beschikbaar; Zijn er groeiverwachtingen beschikbaar in volume en kosten en zijn de hiervoor benodigde middelen beschikbaar in het beheer en exploitatiebudget?; Is er een gedragen doorontwikkelagenda, wat is het hiervoor in 2015 benodigde budget en in welke mate is hier financiële dekking voor; Wie is de huidige eigenaar en opdrachtgever. 2. De aansluitondersteuning bij Logius voor de stelselvoorzieningen en MijnOverheid stopt na iNUP. Beantwoord de onderstaande twee vragen; Breng in beeld wat per ultimo 2014 de resterende aansluitopgave per voorziening is. Wat is het bijbehorende vraagstuk van de door Logius verzorgde ondersteuning in 2015 en daarna.
Bijlage 2: Overzicht aansluitingen en aansluitondersteuning Vraag: De aansluitondersteuning bij Logius voor de stelselvoorzieningen en MijnOverheid stopt na iNUP. Beantwoord de onderstaande twee vragen; Breng in beeld wat per ultimo 2014 de resterende aansluitopgave per voorziening is. Wat is het bijbehorende vraagstuk van de door Logius verzorgde ondersteuning in 2015 en daarna.
Digicommissaris
3
Inventarisatie Status afronding i-NUP en GDI
20150210.05.01
Nationaal Beraad, 10 februari 2015 Aansluitopgave per voorziening na 2014 Totalen: basisregistraties, manifestpartijen, waterschappen, provincies en gemeenten.
Totaal restopgaaf na 2014
2015 (te realiseren uit verlenging opdracht BZK aan Logius)
2015
2016
2017
4
DK
186
52
79
55
0
DM
411
45
83
187
96
DL
430
45
56
159
170
MOLZ
345
24
36
120
165
MOBB
460
23
57
160
220
Kosten aansluitopgave per voorziening na 2014 Totaal restopgave
Stelselvoorzieningen
2015 (te realiseren uit verlenging opdracht BZK aan Logius)
2015
2016
2017
€ 6.585.480
€ 982.310
€1.287.338
€ 2.279.020
€ 2.036.812
MOLZ
€ 776.000
€ 54.000
€ 81.000
€ 270.000
€ 371.000
MOBB
€ 2.785.000
€ 230.000
€ 240.000
€ 1.015.000
€ 1.300.000
Totaal
€ 10.146.480
€ 1.266.310
€1.608.338
€ 3.564.020
€ 3.707.812
Van de in totaal benodigde €10.146.480 is €1.266.310 reeds gedekt door verlenging van de opdracht van BZK aan Logius.
Digicommissaris
Boedelbeschrijving i-NUP en GDI
Cluster
Voorzieningen/Vragen
Beheerder
iNUP
Ja
Vastgelegde afspraken
Afgestemde SLA?
Is de voorziening in beheer? (ja/nee)
Is er een afgestemde SLA? (ja/nee)
Ja
Ja
Afnemersoverleg (ja/nee)
B&E budget 2015 ev (ja/nee)
Voor gemeenten (iNUP) (ja/nee)
Zie financieel overzicht
(als gevolg van toename aansluitingen en toename gebruik door afnemers en eindgebruikers) en budget (Zie financieel overzicht)
Gedragen plan inclusief begroting beschikbaar voor de gewenste doorontwikkeling/in beheername?
Zie financieel overzicht
Nee betreft content
N.v.t.
Ja
N.v.t.
Ja
Ja
BZK
BZK
Inschatting autonome groei 2015
Doorontwikkeling/ in beheername
Middelen voor doorontwikkeling/in beheername zie financieel overzicht Eigenaar
Implementeerbaarheid voorziening
Opdrachtgever
Dienstverlening
Overheid.nl (incl. Overheidsorganisaties (Staatsalmanak))
Logius
Dienstverlening
Antwoord voor Bedrijven
Dictu (overgang van RVO)
Niet duidelijk vanwege overgang beheer PM
Niet duidelijk vanwege overgang beheer PM
Gebruikersgroep AvB
Ja
Ja
Nee AvB gaat op in Ondernemersplein
Nee
Nee
EZ
EZ
Dienstverlening
Digitaal Ondernemersplein
KvK
Niet duidelijk of KvK SlA's afsluit of hoe beheer contractueel is geregeld?
Niet duidelijk?
Partnerraad (Strategisch) Beheeroverleg (ROOD) Regieoverleg (vergl Afnemers) Tactisch Bureau dOP (Project of beheer?) Redactieraad?
nvt
Ja
Groei wel voorzien maar geen extra kosten
Ja
Ja, Zie financieel overzicht
EZ
EZ voor Programma 2014
Dienstverlening
MijnOverheid (inzage, LZ en BB)
Logius
Ja
Ja
Ja
Ja
ja, door KING/iNUP.
Ja
Ja volumegroei zeker te verwachten. Zie ook bijlage aansluitondersteuning
Ja
Ja, Zie financieel overzicht
BZK/DGOBR
Bestuurlijk Overleg MO
Dienstverlening
Berichtenbox bedrijven
Dictu
nee
In beheer bij Dictu per 1-12-2014. contracten met externe leveranciers met SLA
Ja
Client Advisory Board
nvt
Ja
Autonome groei lift mee met Ondernemingsdossier.
Aan plan voor 2015 wordt gewerkt
Ja, Zie financieel overzicht
EZ
EZ
Dienstverlening
Ondernemingsdossier
Dictu
nee
De applicatie is in beheer bij DICTU onder Er is geen SLA, maar een aansturing van het programmabureau gebruikersovereenkomst die gebruikers Ondernemingsdossier in opdracht van EZ moeten accepteren
Er is een brancheoverleg en een gebruikersoverleg. Op strategisch niveau is er een Beraad Ondernemingsdossier, met vertegenwoordigers uit bedrijfsleven en (mede-) overheden
nvt
De applicatie is aangekocht door Kosten voor beheer en doorontwikkeling EZ en zal weer terug gaan naar wel voor 2015 voorzien, inclusief kosten de markt. Gedurende de looptijd faciliterende rol. van het programma zijn de beheerkosten opgenomen in het programmabudget
EZ is eigenaar van de applicatie en doorontwikkeling vind plaats in afstemming met EZ. Voor 2015 ligt een voorstel bij EZ
plan is in bespreking
EZ is beleidsverantwoordelijke en faciliteert EZ de invoering. EZ heeft structureel een rol bij het beheer van het Ondernemingsdossier als stelsel van afspraken. EZ is eigenaar van de applicatie (technische voorziening) voor het Ondernemingsdossier. De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor de gegevens in de applicatie en blijft hiervan eigenaar.
Dienstverlening
e-Factureren via Digipoort
Logius
Nee
Ja
Ja
Ja
In vier jaar tijd zijn 5 gemeenten aangesloten op Digipoort voor de ontvangst van e-facturen. Gemeenten ervaren Digipoort niet als een aantrekkelijk kanaal zo blijkt uit een recent in opdracht van EZ door KING uitgevoerd onderzoek "Business cases e-factureren"
Niet duidelijk!
Te verwachten groei indien meer berichten en aansluitingen
Nee
Ja, Zie financieel overzicht
EZ is beleidseigenaar van het onderwerp eFactureren. Marktpartijen hebben begin 2014 een stichting opgericht. Nieuwe participanten kunnen toetreden tot het open afsprakenstelsel. Een deel van de facturenstroom loopt via Digipoort.
BZK/DGOBR
Dienstverlening
Samenwerkende Catalogi
Logius
Ja
Ja
Ja
Nee
ja, blijkend uit praktijk (wordt gebruikt bij gemeenten)
Ja
N.v.t.
plan om uitvoering van de nog op te Zie financieel overzicht stellen wettelijke voorschriften te ondersteunen moet nog opgesteld worden
BZK
BZK
Dienstverlening
Standard Business Reporting via Digipoort*
Logius voor Digipoort
Nee
Ja
Ja
Voor Digipoort: BO AO/OTP en AO/PI nvt inzake beheer/exploitatie/doorontwikkeling,imp lementatie en financiering KIS. SBR-stuurgroep en PLO voor standaardisatie van gegevens, procesen en techniek,verbredingsvraagstukken en financiering SBR-programma
In ieder geval EZ-bijdrage bekend
Groei wel te voorzien in aantallen berichten en nieuwe domeinen
Door meerder partijen betaald voor Programma SBR 2015 -2018
Zie financieel overzicht
EZ neemt als beleidsverantwoordelijke deel BO voor Digipoort? voor elektronisch zaken doen tussen overheid en bedrijfsleven samen met berichtenleveranciers?
Identiteit & Authenticatie
eHerkenning
Logius beheert het afsprakenstelsel eHerkenning. Middelen via Marktpartijen
Nee
In dit geval is beheer voldoende geborgd via instellingsbesluit en ISO-certificering?
Deze afstemming gaat via een instellingsbesluit en afsprakenstelsel.
Er is een governance via Stelselraad, Tactisch Overleg en Operationeel Overleg, waarin overheidsorganisaties, commerciële bedrijven en eindgebruikers zeggenschap hebben;
Ja blijkt uit praktijk
Ja
Ja wel toename groei voorzien echter gebruikers betalen kosten middelen. Kosten Stelsel nemen niet toe.
Ja Meerjarenplan Tactisch Jaarplan 2015 Opdrachtbrieven 2015
Ja dekking vanuit onderuitnutting 2012/2013/2014
EZ voor opdrachtbrieven! Daarnaast governance via Stelselraad, Tactisch Overleg en Operationeel Overleg, waarin overheidsorganisaties, commerciële bedrijven en eindgebruikers zeggenschap hebben.
Identiteit & Authenticatie
Digid (incl. Digid buitenland)
Logius
Ja
ja
ja
ja; afnemersoverleg DigiD
ja, blijkend uit praktijk (wordt gebruikt bij gemeenten)
Ja
Ja zeker grote toename verwacht
Ja Doorontwikkeling nodig
Tekort via financieel overzicht
EZ is beleidsverantwoordelijk voor het bestaan van een afsprakenstelsel en eigenaar van het merk eHerkenning en tekent de opdrachtbrieven! Binnen het stelsel is een samenwerkingsverband met 8 commerciële bedrijven, die gezamenlijk bindende afspraken vastleggen via het Afsprakenstelsel. BZK
Identiteit & Authenticatie
Digid machtigen
Logius
Ja
ja
ja
ja; afnemersoverleg DigiD
ja; maar nog niet bij gemeenten in gebruik
Ja
Wel te verwachten.
Ja Doorontwikkeling nodig
Nee?
BZK
BZK
Gegevens
Digikoppeling
Logius
Ja
ja
ja
ja voor stelselvoorz
Ja
Ja
131 aansluitingen
Ja: jaarplan gegevens 2015
Zie financieel overzicht
BZK
BZK
Gegevens
Digilevering
Logius
Ja
ja
ja
ja voor stelselvoorz
Digilevering is als zodanig implementeerbaar. Ja Naast LV BAG is ook het Handelsregister aangesloten en de WOZ voor einde dit jaar. Het nut voor gemeenten t.a.v. NHR is nu nog zeer beperkt, omdat de gebeurteniscatalogus nog niet is afgerond binnen NHR (planning Q2 2015)
101 aansluitingen
Ja: jaarplan gegevens 2015:
Zie financieel overzicht
BZK
BZK
Gegevens
Digimelding
Logius
Ja
ja
ja
ja voor stelselvoorz
Ja, aansluiting op het webportaal voor terugmelding op het Handelsregister is mogelijk. GBA is eind december mogelijk en BAG volgt begin volgend jaar.
Ja
128 aansluitingen
Ja: jaarplan gegevens 2015:
Zie financieel overzicht
BZK
BZK
Gegevens
Stelselcatalogus
Logius
Ja
nee, wordt in januari opgestart/ingebracht nee in AO
ja voor stelselvoorz
Ja
Ja
n.v.t
Ja: jaarplan gegevens 2015
Zie financieel overzicht
BZK
BZK
Gegevens
BRP (GBA+RNI)
agentschap BPR
Ja
Ja, gepubliceerd op de BPR-site: ja Dienstverleningsafspraken GBA-V en TMV;
Ja, er is een Gebruikersoverleg BRP Nee, BRP voorziening begin 2017 beschikbaar. (artikel 1.15 van de Wet BRP). De afnemers –ingedeeld in zes sectoren– zijn hierin per sector vertegenwoordigd.
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
BZK
BZK
Gegevens
BAG
Kadaster
Ja
Ja
ja
ja, er is een gebruikersoverleg waar bronhouders en afnemers komen.
ja
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
I&M
I&M
Gegevens
BRT
Kadaster
Ja
ja met IT Kadaster
nee, alle data is beschikbaar via PDOK er bestaat voor PDOK een algemene Producten en Diensten Catalogus waarin de te verwachten dienstverlening is beschreven.
ja, er is BRT gebruikersoverleg, hierin zitten afnemers en IenM.
ja
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
I&M
I&M
BZK
Gegevens
BRK
Kadaster
Ja
Ja
ja, in die zin dat de beschikbaarheid altijd ja in de leveringscontracten wordt vermeld. Deze contracten zijn er altijd, BRK bevat immers getarifeerde producten waarvoor leveringsvoorwaarden gelden. Dat is niet echt afgestemd, maar ze zijn wel kenbaar gemaakt en vindbaar.
ja, uitgaande van massale output. BRK Levering is nog niet implementeerbaar.
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
I&M
I&M
Gegevens
BRV
RDW
Ja
SLA’s per afnemer
Ja
Ja, impactanalyse in 2012
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
RDW
I&M
Gegevens
BLAU
UWV
Ja
n.v.t: nog geen voorzieining
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
Gegevens
BRI
Belastingdienst
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
Financien
Financien
Gegevens
Woz
Kadaster
Ja
Voor de LV WOZ is er vanuit Kadaster een SLA met deWaarderingskamer
De Waarderingskamer heeft afspraken met afnemers en bepaalt ook welke afnemers in welke mate gebruik van de LV WOZ mogen maken
Dit loopt via de reeds bekende kanalen bij de Waarderingskamer.
Gemeenten zijn registratiehouder
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
Financien
Financien
Gegevens
BGT
Kadaster
Ja
Ja, de Diensten Niveau Overeenkomst (DNO) is onderdeel van de beheerovereenkomst BGT met IenM.
Nog niet. De wet BGT is nog niet Ja, Gebruikersgroep BGT als onderdeel ingevoerd, gebruik is nog in opbouw en van het gebruikersspoor van IenM nog niet verplicht. Functionaliteit is nog in ontwikkeling. Afstemming is op een later moment voorzien.
n.v.t: nog geen voorzieining
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
I&M
I&M
Gegevens
BRO
beoogd:TNO
Ja
n.v.t: nog geen voorzieining
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
Gegevens
NHR
Kamer van Koophandel
Ja
In beheer bij KvK op basis Wet op de Kamer van koophandel en Handelsregisterwet
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
KvK
EZ
Gegevens
Beheervoorziening BSN
agentschap BPR
Ja
Ja, er is een SLA zowel voor het technisch- Ja, er zijn Dienstverleningsafspraken als applicatiebeheer van de BV BSN gemaakt met de afnemers. Via de website bprbzk.nl beschikbaar.
Ja, er is een gebruikersoverleg BV BSN (3x per jaar). Verslagen via de website bprbzk.nl beschikbaar.
a, alle gemeenten kunnen gegevens online inzien FIN-Overzicht via HR Inzien. En een aantal gemeenten ontvangen gegevens digitaal in de eigen applicaties middels HR dataservices. Gebeurtenisgedreven levering middels HR ja, blijkend uit praktijk (wordt gebruikt bij FIN-Overzicht gemeenten)
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
BZK
BZK
Interconnectiviteit
NORA (Nederlandse Overheids Referentie Architectuur)
ICTU
Nee
Er is een contract voor de looptijd van 2015-2018
Er is een gebruikersraad NORA met (lead)architecten en infoprofessionals vanuit alle bestuurslagen en sectoren van de overheid)
Gemeenten zijn via dochter Gemma aangesloten op de NORA en vertegenwoordigd via KING in de gebruikersraad en via de VNG in de architectuurboard
ja
n.v.t
Ja, definitieve besluitvorming zal in januari/februari plaatsvinden in de architectuurboard en bij de NCDO
Ja
BZK
BZK
Interconnectiviteit
Diginetwerk
Logius
Nee
Er bestaat een Opdrachtovereenkomst Opvragen Logius tussen Logius en BZK. Bevat SLA elementen. Er zijn wel SLA's tussen Logius en technische uitvoerders.
Nee, niet van toepassing.
nvt
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
W&R/dgOBR
Logius
Interconnectiviteit
Digipoort OTP
Logius
Nee
Ja
Ja
Er is een afnemersoverleg Digipoort OTP en Bestuurlijk Overleg Digipoort
nvt
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
BZK
Interconnectiviteit
Digipoort PI
Logius
Nee
Ja
Ja
Ja
nvt
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
FIN-Overzicht
Interconnectiviteit
PKI overheid- certificaten
Logius
Ja
n.v.t. /Logius met KPN
zie kolom C
ja/ Logius met Certificate Service Providers= Certificaatdienstverlener)
n.v.t. Praktijk leert dat gemeenten certificaten weten aan te schaffen.
FIN-Overzicht
Geen invloed op budget, is stelsel
Nee
Nee
Min BZK/ OBR
"Digipoort PI: verschillend (beleidsdepartementen, uitvoeringsorganisaties) Min BZK/DGBK
Interconnectiviteit
Standaarden incl. pas-toe-of-leg- Logius (Bureau uitlijst zoals geformuleerd door Standaardisatie) College en Forum Standaardisatie
Nee
nvt
nvt
ja Forum als adviesraad
nvt
FIN-Overzicht
nvt
nvt
nvt
EZ
EZ
Interconnectiviteit
Webrichtlijnen
Logius
Ja
Opdrachtovereenkomst Logius
Ja
Nee
FiN-Overzicht
nvt
Nee
fiN-Overzicht
BZK
BZK
Nvt Overig
14+ netnummer samenhangend stelsel van basisregistraties Helpdeskondersteuning en kenniscentrum
n.v.t Nee Tijdelijk bij ICTU, Ja beoogde beheerder is Logius na regeling van structurele financiering
n.v.t n.v.t
n.v.t n.v.t
n.v.t
Ja (er is een toepassingskader vastgesteld i.o.m. alle overheden om het pas-toe-of-leg-uit regime te concretiseren. Gemeenten maken hier gebruik van) n.v.t n.v.t
n.v.t FiN-Overzicht Overige kosten
n.v.t n.v.t
n.v.t ja, jaarplan gegevens 2015
n.v.t FIN-Overzicht Ovreige kosten
n.v.t BZK
n.v.t BZK
Overig
Monitor (stuurinformatie incl releease kalender)
Tijdelijk bij ICTU, Ja beoogde beheerder is Logius na regeling van structurele financiering
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
Fin-overzicht Overige kosten
n.v.t
n.v.t
Fin-overzicht overige kosten
BZK
Bureau Digicommissaris na overdracht
Overig
Aansluitondersteuning Logius
Logius
nee, opdrachtovereenkomst
nee
het ondersteuningsaanbod is afgestemd n.v.t met een stuurgroep (opgeheven) waarin afnemers vertegenwoordig waren
Fin-Overzicht Overige kosten
Stelselvoorzieningen en MijnOverheid
n.v.t
n.v.t
n.v.t
BZK 1e helft 2015
Ja
Ja er is een vastgestelde Dienstenniveau Beschrijving (DNB) afgestemd met gebruikers
n.v.t
Nee niet voor BRV, wel voor voertuigbranche
Gebruikersraad Handelsregister
SZW
I&M
BZK
Aanbiedingsformulier Mandaat Forum Standaardisatie 20150210.06.01 Nationaal Beraad 10 februari 2015 Gevraagd besluit Het Nationaal Beraad wordt gevraagd: - in te stemmen met het bijgevoegde mandaat van het Forum Standaardisatie voor de periode 2015 tot en met het eind van 2017; - dit mandaat ter bekrachtiging voor te leggen aan de Ministeriële Commissie Digitale Overheid van 17 maart 2015. Context Het Forum Standaardisatie ondersteunt het Nationaal Beraad op het gebied van afspraken over standaarden en gestandaardiseerde voorzieningen die overheidsbreed gebruikt moeten worden (volgens de zogenoemde ‘pas toe of leg uit’-lijst). Standaarden zijn noodzakelijk voor veiligheid en betrouwbaarheid van elektronische gegevensuitwisseling tussen overheden en burgers, tussen overheden en bedrijven en tussen overheden onderling, en voor vindbaarheid en herbruikbaarheid van gegevens. Dat maakt het werk van het Forum Standaardisatie relevant voor de Generieke Digitale Infrastructuur en voor de digitale overheidsdienstverlening. Boven het Forum Standaardisatie was tot en met oktober vorig jaar het hoogambtelijke en overheidsbrede College Standaardisatie gepositioneerd. In dit College Standaardisatie werden afspraken over standaarden gemaakt op advies van het Forum Standaardisatie. De functie van het College Standaardisatie is begin oktober vorig jaar ondergebracht in het Nationaal Beraad. Sindsdien adviseert het Forum Standaardisatie het Nationaal Beraad. Samenvatting Het bijgevoegde mandaat van het Forum Standaardisatie omschrijft de taken, werkwijze en samenstelling (deskundigen uit de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid) van het Forum Standaardisatie voor de periode van 2015 tot en met 2017. Het Forum Standaardisatie wordt bijgestaan door een secretariaat, het Bureau Forum Standaardisatie. Governance Het Forum Standaardisatie adviseerde tot begin oktober vorig jaar het College Standaardisatie. De functie van het College Standaardisatie is per oktober vorig jaar ondergebracht in het Nationaal Beraad. Sindsdien adviseert het Forum Standaardisatie het Nationaal Beraad. Financiering Dit voorstel brengt geen financiële consequenties met zich mee. De minister van Economische Zaken is gemandateerd opdrachtgever voor het Bureau Forum Standaardisatie, en voorziet meerjarig (in ieder geval tot en met eind 2017) in de financiering van het bureau. In de bezetting van dit bureau wordt voorzien door de directeur van Logius. Inhoud digiprogramma Dit voorstel heeft geen consequenties voor de inhoud van het Digiprogramma. Afstemming Dit voorstel is afgestemd tussen het ministerie van Economische Zaken in afstemming met het ministerie van BZK, het afdelingshoofd van het Bureau Forum Standaardisatie en adviseurs van het bureau Digicommissaris. Adviseurs Erik Jonker, coördinerend adviseur Bureau Digicommissaris Patrick Rinzema, senior adviseur Bureau Digicommissaris
Digicommissaris
1
Mandaat Forum Standaardisatie Hierbij stelt de Ministeriële Commissie Digitale Overheid1 de doelen, taken, werkwijze en samenstelling van het Forum Standaardisatie voor de periode 2015 – 2017 vast.
Taken Forum Standaardisatie 1. Het Forum Standaardisatie heeft tot taak om te adviseren over veilige en betrouwbare elektronische uitwisseling en (her)gebruik van gegevens tussen overheidsorganisaties en bedrijven, tussen overheidsorganisaties en burgers en tussen overheidsorganisaties onderling, door: 2. voorstellen te doen aan het Nationaal Beraad van de Digicommissaris (NCDO2) voor het opnemen van standaarden op de lijst met open standaarden waarvoor een ‘pas-toe-of-leg-uit’ regime geldt en voor het opnemen van standaarden op de lijst met gangbare open standaarden, evenals het onderhouden van de procedures voor toetsing van standaarden en het beheer van de genoemde lijsten;
3. adoptie en implementatie van open standaarden van de genoemd lijsten te bevorderen door ondermeer voorlichting voor overheden en bedrijven, netwerkbijeenkomsten en praktische handreikingen;
4. te adviseren over de naleving van overheidsbrede afspraken voor de toepassing van open
standaarden en de adoptie daarvan, ondermeer aan de hand van een jaarlijkse monitor en desgevraagd advies bij grote ICT-investeringen van de overheid;
5. de samenhang tussen relevante open standaarden functioneel inzichtelijk te maken en het doen van onderzoek naar ontbrekende of achterblijvende open standaarden en standaardisatieactiviteiten; 6. voorzieningen met overheidsbrede werking te toetsen op kwaliteit en bruikbaarheid en de procedures daarvoor te onderhouden; 7. te adviseren over Nederlandse standpunten inzake internationale ontwikkelingen op het gebied van standaardisatie voor elektronische gegevensuitwisseling met een publiek belang. Werkwijze Forum Standaardisatie 1. Het Nationaal Beraad kan aanwijzingen geven voor agendering en prioriteitstelling voor het Forum. 2. Het Forum kan zich laten adviseren door externe deskundigen en kan werkgroepen instellen. 3. Het Forum wordt bijgestaan door een secretariaat, het Bureau Forum Standaardisatie (onderdeel van Logius3). 4. De Minister van Economische Zaken is gemandateerd opdrachtgever voor het Bureau Forum Standaardisatie. De minister van Economische Zaken vervult deze functie in afstemming met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 5. In de personele bezetting van het Bureau Forum Standaardisatie wordt voorzien door de directeur van Logius.
1
Brief van MinBZK aan TK van 28 mei 2014 – KST 26 643-314: “Het kabinet zal een ministeriële commissie Digitale Overheid instellen”.
2
Ook wel Digicommissaris genoemd.
3
Instellingsbesluit baten-lastendienst Logius, Staatscourant 2012 nr. 27097.
6. Het Bureau Forum Standaardisatie stemt haar werkzaamheden af met het Bureau van de NCDO. 7. Het Forum legt jaarlijks een werkplan voor aan het Nationaal Beraad Digitale Overheid en een rapportage over de uitvoering van de werkzaamheden en resultaten van het voorgaande jaar. Samenstelling Forum Standaardisatie 1. Het Forum Standaardisatie bestaat uit een voorzitter en leden met deskundigheid en affiniteit met standaardisatie én procesvernieuwing voor een betere elektronische (overheids)dienstverlening én met een achtergrond in het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid (rijksoverheid, decentrale overheid, zowel vanuit beleid als uitvoering). 2. De Minister van Economische Zaken kan in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de samenstelling van het Forum Standaardisatie veranderen. 3.
Het Forum Standaardisatie is als volgt samengesteld: de heer drs. E. Bleumink, te Amersfoort (SURFNet) de heer mr. G.J. Bronkhorst, te Den Haag (Ministerie van BZK) de heer ir. B. Feijen , te Den Haag (Ministerie van Financiën/ Belastingdienst) de heer drs. C. Franke, te Velserbroek (Franke Interim Management) de heer mr. drs. G.B.J. Hartsink, te Hilversum (CLS Group – ‘Banksector’) de heer drs. G.W.J.M. Linssen, te Den Haag (Ministerie van Economische Zaken) de heer drs. S.B. Luitjens, te Pieterburen, tevens secretaris (Logius) mevrouw ing. A. de Man, te Zoetermeer (Interprovinciaal Overleg) de heer drs. W. van Nunspeet, te Rotterdam (Centraal Bureau voor de Statistiek) de heer ing M. Reuvers, te Beuningen (Geonovum) de heer em. prof. dr. P. Ribbers, te Tilburg (Universiteit Tilburg) de heer N. Romijn, te Den Haag (Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten, KING) de heer W.H.G. Sijstermans, te De Kwakel (Ministerie van BZK en CTO Rijksdienst) de heer S. Spoormaker RI, te Barendrecht (COPAS – ‘Logistieke sector’) de heer ing. M.J.A. Steltman, te Leimuiden (Dutch Hosting Providers Association) de heer ing. B.J. Uffen, te Monnickendam (BKWI) de heer drs. N.J. Westpalm van Hoorn, te Den Haag, tevens voorzitter
TOELICHTING In de visie van het Kabinet hebben standaarden grote economische en maatschappelijke voordelen voor burgers, bedrijven (ICT-gebruikers en -aanbieders) en overheden. Standaarden en gestandaardiseerde voorzieningen zijn noodzakelijk voor het overheidsbreed veilig en betrouwbaar elektronisch kunnen vinden, uitwisselen en hergebruiken van gegevens. Ze vormen randvoorwaarden voor het bereiken van excellente, lastenarme en kostenefficiënte dienstverlening en éénmalige gegevensaanlevering. Om maatschappelijke problemen aan te pakken zullen overheidsorganisaties immers in steeds wisselende verbanden moeten samenwerken. Bovendien zijn overheden door open standaarden minder afhankelijk van ICTleveranciers. Open standaarden gaan leveranciers-afhankelijkheid en eilandautomatisering tegen en zorgen voor het benutten van schaalvoordelen. Begin oktober 2014 is de functie van het College Standaardisatie ondergebracht in het Nationaal Beraad, het hoogambtelijk en overheidsbrede gremium dat onder de verantwoordelijkheid valt van de Digicommissaris4. Het Forum Standaardisatie (deskundigen uit de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid) adviseert sindsdien het Nationaal Beraad zoals het voorheen aan het College Standaardisatie adviseerde. Aan het Nationaal Beraad nemen hoge ambtenaren deel met gezag om besluiten het goede gewicht te kunnen geven en om de (eigen) organisaties/achterban te binden aan afgesproken standaarden. Beslissingen hierover zijn een publieke verantwoordelijkheid, omdat de overheid zélf bepaalt welke standaarden zij overheidsbreed gebruikt, afwegende wat de soms
4
Brief van Min BZK aan TK van 28 mei 2014 – KST 26 643-314.
tegengestelde belangen zijn binnen en buiten de overheid. Een voordeel is dat standaardisatie daarmee onderdeel wordt van een integrale agenda voor elektronische overheidsdienstverlening. Door het Nationaal Beraad kunnen prioriteiten worden gesteld voor het uitwerken van standaardisatievraagstukken. Het Forum Standaardisatie heeft als taak standaardisatie te bevorderen voor het verbeteren van (werk)processen tussen overheden en bedrijven en tussen overheden en burgers. Dat gaat over afspraken over organisatorische, semantische en technische standaarden en de kwaliteit van generieke voorzieningen, die veilige en betrouwbare uitwisseling en hergebruik van gegevens (interoperabiliteit) tussen overheidsorganisaties en burgers en bedrijven en tussen overheidsorganisaties onderling mogelijk maken. Technische standaarden zijn afspraken over transport en logistiek van de gegevensuitwisseling. Semantische standaarden zijn afspraken over de eenduidige betekenis van gegevens in ketens en werkprocessen. Organisatorische standaarden zijn afspraken over het hanteren van eenduidige werkprocessen. Het Forum wijst overheidsorganisaties en marktpartijen de weg naar toekomstvaste keuzen bij complexe standaardisatievraagstukken met bovensectorale werking. Door duidelijk te maken welke open standaarden door overheidsorganisaties gebruikt moeten worden. Hiertoe worden lijsten met open standaarden en voorzieningen bijgehouden gericht op overheidsbrede toepassing, waaronder de lijst met standaarden waarvoor een ‘pas-toe-of-leg-uit’ regime geldt (via bestuurlijke afspraken zoals NUP, of de rijksinstructie5). Bij advisering wordt zo veel mogelijk informatie betrokken over de publiek/private meerwaarde van standaarden en de economische impact (kosten en baten). Om adoptie van standaarden te ondersteunen wordt de functionele samenhang tussen verschillende open standaarden en de toepassingen inzichtelijk gemaakt. Hierbij wordt ook een relatie gelegd met het beheer van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA), dat een overheidsbreed kader geeft voor interoperabiliteit voor elektronische overheidstoepassingen. Onderzoek wordt gedaan naar ontbrekende of achterblijvende open standaarden en standaardisatieactiviteiten, bijvoorbeeld voor open overheidsdata. Brede toepassing bij overheden en bedrijven wordt bevorderd door onder meer informatiebijeenkomsten. Het Forum adviseert over de naleving van de gemaakte afspraken en de mate van adoptie, mede op basis van informatie uit een jaarlijkse monitor. Ieder jaar legt het Forum een werkplan voor aan het Nationaal Beraad en een rapportage over de werkzaamheden, de bevindingen en de resultaten over de werkzaamheden en de resultaten van het afgelopen kalenderjaar. Het Forum 6 heeft haar gezag, nut en noodzaak de afgelopen jaren nadrukkelijk bewezen. Kenmerkend en uniek voor het Forum zijn de deskundigheid, de onafhankelijke positie en de brede scope door inbreng van het bedrijfsleven (o.a. logistiek, financiële dienstverlening, midden- en kleinbedrijf), de overheid en de wetenschap, die allen ook zitting hebben in het Forum. Bovendien hanteert het Forum een beproefde, open en robuust gebleken werkwijze. Het Forum wordt ondersteund door een secretariaat, dat is ondergebracht bij Logius, de dienst digitale overheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Forum werkt nauw samen met partijen met een voorbeeldfunctie, bijvoorbeeld de Rijksdienst (ICCIO), VNG/KING en Logius en met relevante doelgroepen, zoals overheidsorganisaties (beleid en uitvoering), beheerders, burgers, bedrijven (ICT-gebruikers en ICT-aanbieders) en internationale standaardisatie-organisaties. Mede daardoor is een steeds minder vrijblijvend regime voor adoptie van standaarden en gestandaardiseerde voorzieningen mogelijk geworden. Het Forum bestaat uit vertegenwoordigers die deelnemen vanuit de overheid, het bedrijfsleven en de onderzoekswereld. De deelnemers van het Forum worden nemen op persoonlijke titel deel op basis van gezag en een brede blik op en/of deskundigheid met betrekking tot standaardisatie én procesvernieuwing voor een betere elektronische (overheids)dienstverlening en een kwalitatief uitstekende Digitale Infrastructuur.
5
Instructie rijksdienst bij aanschaf ICT-diensten of ICT-producten, Staatscourant 2008 nr. 837.
6
Instellingsbesluit College en Forum Standaardisatie 2012, Staatscourant 2011, nr. 23581.
Aanbiedingsformulier adoptieafspraken
20150210.06.02
Nationaal Beraad 10 februari 2015
Gevraagd besluit Geen besluit. De bijgevoegde notitie over monitoren van en afspraken over open standaarden is ter kennisname.
Context Het Forum Standaardisatie monitort jaarlijks de naleving van de afspraken over adoptie van open standaarden door overheden. Deze standaarden zijn relevant voor de Generieke Digitale Infrastructuur en voor de digitale overheidsdienstverlening.
Samenvatting Uit de ‘Monitor Open Standaarden 2014’ blijkt dat de adoptie van open standaarden in de eoverheidsvoorzieningen uit de Generieke Digitale Infrastructuur redelijk op orde is. Tegelijkertijd blijkt dat in meer dan de helft van de ICT-aanbestedingen ontrecht niet naar relevante open standaarden wordt gevraagd. Het Forum Standaardisatie zal daarom in mei 2015 de resultaten van de monitor nader toelichten en een uitgewerkte advies voor de opname van adoptieafspraken in het Digiprogramma ter besluitvorming voorleggen aan het Nationaal Beraad. Het gaat hier om: 1. herbevestiging van de overheidsbrede ‘pas toe of leg uit’-afspraak; 2. aanvullende adoptieafspraken om brede toepassing te stimuleren.
Governance De notitie heeft geen gevolgen voor de governancestructuur rond de Generieke Digitale Infrastructuur.
Financiering Dit voorstel brengt geen financiële consequenties met zich mee.
Inhoud digiprogramma Dit voorstel heeft op dit moment geen invloed op het Digiprogramma. Bij positieve besluitvorming door het Nationaal Beraad in mei 2015 zullen adoptieafspraken over open standaarden in het Digiprogramma worden opgenomen.
Afstemming De notitie is afkomstig van het Forum Standaardisatie en is afgestemd tussen het ministerie van Economische Zaken, afdelingshoofd van het Bureau Forum Standaardisatie en adviseurs van het bureau Digicommissaris.
Adviseur Erik Jonker, coördinerend adviseur Bureau Digicommissaris Patrick Rinzema, senior adviseur Bureau Digicommissaris
Digicommissaris
1
Monitor en afspraken open standaarden Nationaal Beraad Digitale Overheid op 10 februari 2015 Status: Ter informatie Afzender: Forum Standaardisatie Het Forum Standaardisatie monitort jaarlijks de naleving van de afspraken over adoptie van open standaarden door overheden. Uit de “Monitor Open Standaarden 2014” 1 blijkt dat de adoptie van open standaarden in de centrale e-overheidsvoorzieningen uit de GDI redelijk op orde is. Voor het derde jaar op rij blijkt evenwel dat in meer dan de helft van de ICT-aanbestedingen onterecht niet naar relevante open standaarden wordt gevraagd. De parlementaire commissie ICT-projecten (commissie Elias) beveelt aan dat er daadwerkelijk wordt toegezien op de naleving van het ‘pas toe of leg uit’-beleid rondom open standaarden (aanbeveling 9) 2. Het Forum Standaardisatie zal daarom in mei 2015 – in afstemming met de Regieraad Interconnectiviteit– de resultaten van de monitor 2014 nader toelichten en een uitgewerkt advies voor de opname van adoptie-afspraken in het Digiprogramma (ter besluitvorming) uitbrengen aan het Nationaal Beraad. Het betreft: 1. Herbevestiging van overheidsbrede ‘pas toe of leg uit’-afspraak ‘Pas toe of leg uit’ betekent dat overheden bij aanschaf van ICT moeten kiezen voor de relevante open standaarden van de zogeheten ‘pas toe of leg uit’-lijst. Afwijken mag alleen bij zwaarwegende reden en hierover moet via het jaarverslag worden verantwoord. Voor het Rijk is het 'pas toe of leg uit'-principe vastgelegd in een Rijksinstructie.3 De ‘pas toe of leg uit’afspraak voor decentrale overheden komt terug in resultaatverplichting 20 van i-NUP en in bestuursakkoorden.4 Nu i-NUP per eind 2014 formeel is afgelopen, is het noodzakelijk deze afspraak te herbevestigen en daarmee te verlengen. 2. Aanvullende adoptieafspraken ter stimulering van brede toepassing Deze aanvullende adoptieafspraken zijn er op gericht om het daadwerkelijk gebruik van open standaarden slim en direct te stimuleren. Te denken valt bijvoorbeeld aan nadere focus op standaarden met prioriteit uit de ‘pas toe of leg uit lijst’ en een verplichte ‘standaarden-check’ bij grote ICT-investeringen (in lijn met BIT-advies Elias). Eerder werd de ambitie om adoptieafspraken te maken al opgenomen in de notitie "Uitwerking Ambities vertrekpunt 2017" van het Nationaal Beraad van 9 december 2014.
1
Monitor Open Standaarden beleid, https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/beleid-enmonitoring/ 2 Rapport Commissie Elias, ‘Parlementair onderzoek naar ICT-projecten bij de overheid’, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/33326/kst-33326-5 3 ‘Instructie rijksdienst bij aanschaf ICT-diensten of ICT-producten’, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2008-837.html 4 'Pas toe of leg uit'-regime, https://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/voor-overheden/pas-toeof-leg-uit-regime/