Vangnetuitkering Participatiewet 2015
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Hattem 1.2 Voorwaarden voor het rechtop een vangnetuitkering over 2015 1.3 Wat te doen? 2. Achtergrond informatie 2.1 De arbeidsmarkt in beeld 2.2 Ontwikkeling uitkeringsbestanden 3. Beleid en uitvoering 3.1 Instroombeperking 3.2 Uitstroombeleid 3.3 Overige aandachtsgebieden 4. Samenvatting
2
3 4 4 5 6 6 6 7 7 8 9 10
1. Inleiding Ieder kalenderjaar ontvangt de gemeente een uitkering uit het Fonds werk en inkomen: het inkomensdeel of wel BUIG-budget. Het inkomensdeel is een ongeoormerkt bedrag, waarvan de kosten van algemene bijstand en de kosten van de loonkostensubsidies die op grond van artikel 10d Participatiebudget worden verstrekt, betaald moeten worden. Wanneer een gemeente een tekort heeft op het inkomensdeel op grond van de Wet werk en bijstand/Participatiewet moeten deze tekorten in principe door eigen middelen worden opgevangen. Sinds 2004 was er de mogelijkheid om voor gemeenten die geconfronteerd werden met een tekort een beroep te doen op een aanvullende budget, de incidenteel aanvullende uitkering. Onderdeel van de invoering van de Participatiewet is het nieuwe verdeelmodel. Dit moet zorgen voor een betere verdeling van de middelen over de gemeenten en een adequate prikkelwerking. Dit model is niet van toepassing op de gemeente Hattem, aangezien Hattem minder dan 15.000 inwoners heeft. De bijdrage wordt voor deze gemeenten berekend op basis van de gemeentelijke lasten in het verleden, op basis van de t+2 systematiek. Her beschikbare budget is daarmee afgeleid van de werkelijke lasten. Eventuele nadelige statische afwijkingen, zoals die wel worden meegenomen in het nieuwe verdeelmodel zijn dus niet van toepassing op Hattem. Ondanks de nieuwe systematiek kan het echter niet worden uitgesloten dat er geen gemeenten meer zijn die geconfronteerd worden met een overschrijding op het bijstandsbudget. Hierin is voorzien door één integraal vangnet in te voeren, waarbij 2015 geldt als invoeringsjaar. In dit invoeringsjaar wordt volstaan met een eenvoudig vangnet, waardoor gemeenten niet belemmerd worden in een goede invoering en uitvoering van de Participatiewet. Tevens ontstaat er ruimte om op zorgvuldige wijze te werken aan de meer definitieve vormgeving van het nieuwe vangnet vanaf 2016. In voorgaande jaren gold een eigen risico van 10 % van de overschrijding. De nieuwe vangnetuitkering wordt trapsgewijs opgebouwd, met voor elke trede een afzonderlijk risico: 1. De eerste trede heeft betrekking op het tekort dat 7,5% of minder bedraagt van het aan de individuele gemeente toegekende budget; voor dit deel van het tekort wordt niet gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering, en bedraagt het eigen risico 100%; 2. De tweede trede heeft betrekking op het tekort dat meer bedraagt dan 7,5% van het aan de individuele gemeente toegekende budget, met een maximum van 12,5%; voor dit deel van het tekort wordt de helft gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering en bedraagt het eigen risico 50%. 3. De derde trede heeft betrekking op het tekort dat meer bedraagt dan 12,5% van het aan de individuele gemeente toegekende budget; voor dit deel van het tekort wordt volledige gecompenseerd vanuit de vangnetuitkering, en bedraagt het eigen risico 0%.
3
1.1 Ontwikkeling inkomensdeel gemeente Hattem 2011
2012
2013
2014
Uitgaven
1.216.764
1.412.308
1.529.019
Rijksbijdrage
1.003.536
1.360.112
1.487.933
1.485.938
Overschrijding Af: 10% voor rekening van gemeente Rest is IAU Overschrijding in % van Rijksbijdrage IAU in % van Rijksbijdrage
213.228 100.354
1.305.68 5 1.190.60 2 115.083 119.060
Begroting 2015 1.578.123
52.196 136.011
41.086 148.793
92.185 148.594
112.874 21.2%
nvt 9.7%
nvt 3.8%
nvt 2.8%
nvt 6.2%
11.2%
nvt
nvt
nvt
nvt
De rijksbijdrage voor 2015 in de begroting bedraagt € 1.485.938. Volgens de meest recente informatie wordt dit bedrag bijgesteld naar € 1.472.268. Het is wederom de doelstelling om binnen de overschrijding van 10% te blijven, net als in de afgelopen drie jaar. Ondanks de verwachting dat het klantenbestand, evenals in 2014, wel zal stijgen onder andere als gevolg van de na-effecten van de economische crisis, de nieuwe doelgroepen die onder de participatiewet vallen (personen die voor 1-1-2015 een Wajonguitkering zouden krijgen), de verhoogde taakstelling voor de huisvesting van statushouders en de aanpassingen in de Wet Werk en Zekerheid. Gezien deze ontwikkelingen is het verstandig om het traject van het mogelijk een beroep doen op de vangnetuitkering wel te doorlopen. Mocht onverhoopt toch blijken dat er wel een overschrijding is van meer dan 10% over 2015, dan is voldaan aan reeds vastgestelde procedure. 1.2 Voorwaarden voor het recht op een vangnetuitkering over 2015 Om met succes een beroep op een vangnetuitkering over 2015 te doen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: 1. Het verzoek moet uiterlijk 15 augustus 2016 zijn ontvangen door de Toetsingscommissie aanvullende uitkering Participatiewet; 2. Bij het verzoek moet het college de volgende documenten toevoegen: • Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en omvang van het tekort, eerdere financiële resultaten van de uitvoering van de WWB en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren;
4
•
Een brief, of vergelijkbaar document waarbij het college de raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot kostenreductie te komen; • Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; • Een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert. 3. Het tekort op het inkomensdeel bedraagt meer dan 10% op basis van netto lasten, dat wil zeggen het verschil tussen de besteding en de baten op titel van de in artikel 69 PW genoemde wetten en de baten op titel van de reeds ingetrokken WWIK. 1.3 Wat te doen? Recentelijk is bekend geworden dat het toegekende voorlopige budget voor 2015 wordt bijgesteld naar € 1.472.268. In 2015 dienen zowel uitkeringen als loonkostensubsidie bekostigd te worden uit het inkomensdeel. Op dit moment is niet te voorzien hoeveel besteed zal worden aan loonkostensubsidies. In 2014 hebben we gemiddeld genomen 111 uitkeringen verstrekt. Als we dit delen door de uitgaven (€ 1.529.019) komen we uit op een gemiddelde uitkering van € 13.775,--. Indien een gemeente verwacht niet uit te komen met het beschikbare budget, wordt verwacht dat zij maatregelen treffen om het voorziene tekort te beperken of te voorkomen en dat de colleges van deze gemeenten hun raden informeren. Voor het in behandeling nemen van een verzoek met betrekking tot 2015 is voldoende dat de gemeente aantoont dat in 2015 een proces is ingezet dat gericht is op tekortreductie. De beoordeling van behaalde resultaten wordt overgelaten aan de gemeenteraad en zal voor de toekenning van de vangnetuitkering geen rol spelen. Voor gemeenten is derhalve belangrijk te onderkennen dat zij in 2015 expliciet een proces van tekortreductie in gang gezet moeten hebben, om in 2016 succesvol een beroep te doen op een vangnet uitkering over 2015. Een eventuele onjuiste inschatting van de tekortontwikkeling en de gemeentelijke sturing daarop, hoort tot het risico van de gemeente. Hattem heeft reeds in 2013 en 2014, ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Participatiewet, het re-integratiebeleid en de bijhorende werkprocessen herzien. Dit heeft als effect gehad dat de overschrijding van het inkomensdeel de afgelopen drie jaar zeer beperkt is geweest, ondanks de economisch crisis en de toename van het klantenbestand. Omdat de instroom in Hattem grillig verloopt en er wel een aantal ontwikkelingen zijn waardoor het klantenbestand toch verder op kan lopen wordt deze exercitie wel ingezet. Mocht dan toch blijken dat het nodig is om over 2015 een beroep te doen vangnet regeling dan is in ieder geval aan de voorwaarden voldaan. Het streven blijft uiteraard om binnen de overschrijding van 10% te blijven en om ruimte die ontstaat in te zetten voor re-integratie.
5
2. Achtergrond informatie 2.1 De arbeidsmarkt in beeld Hattem maakt onderdeel uit van de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek 1. In 2014 heeft het UWV wederom een arbeidsmarktanalyse opgesteld voor de regio 2. Zorg & Welzijn, zakelijke diensten, industrie en detailhandel zijn in de arbeidsmarktregio belangrijke sectoren (49% van alle banen). Ten opzichte van Nederland valt het op dat het aandeel banen in de industrie, de bouw, onderwijs en zorg & welzijn hoog is. Dit maakt de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek een conjunctuurgevoelige regio. Vooral de bouw en industrie hebben een hoog aandeel in de banen in de regio. Als er sprake is van een economische recessie wordt dat in IJsselvechtstreek gevoeld. Gaat het economisch beter, dan merkt de regio dit ook bij de sectoren als bouw en industrie. Kanssectoren volgens de Arbeidsmarktmonitor In de regio IJssel-Vecht laat een aantal sectoren een groei in ontstane vacatures zien. De landbouw is een opvallende uitschieter naar boven. Dat is echter wel een relatief kleine sector in de regio. Andere sectoren die een groei laten zien zijn: vervoer & dienstverlening, detailhandel, zakelijke dienstverleningen (vooral door vacatures en banen via uitzendconstructie), bouwnijverheid, industrie, nutsbedrijven en delfstoffen en de publieke sector: onderwijs (door vergrijzing). Voor laagopgeleiden (zonder startkwalificatie –vmbo) zijn de meeste vacatures in de detailhandel, gevolgd door horeca, zakelijke dienstverlening en transport (vervoer & opslag). Voor werkzoekenden op middelbaar beroepsniveau (mbo, havo en vwo) zijn vooral kansen in de detailhandel, zakelijke diensten, zorg & welzijn en industrie. Voor hoogopgeleiden (hbo & wo) liggen kansen in de zakelijke diensten, ICT en onderwijs. De meeste vacatures worden geboden in de techniek, detailhandel en zakelijke dienstverlening (waaronder glazenwassen en schoonmaken). 2.2 Ontwikkelingen uitkeringsbestanden Het percentage WW-uitkeringen per maart 2015 in Hattem is 5.2% . Dit is 0.2% lager dan het gemiddelde in de arbeidsmarktregio IJsselvechstreek. In 2014 zijn er in totaal 58 uitkeringen toegekend, maar er zijn ook 46 uitkeringen beëindigd. Het aantal uitkeringen dat verstrekt werd is als volgt: 1-1-2014 1-7-2014 1-1-2015
105 113 117
Het gemiddeld aantal uitkeringen komt daarmee uit 111. 1 De arbeidsmarktregio IJsselvechstreek bestaat uit de volgende 14 gemeenten: Dalfsen, Hardenberg, Hattem, Heerde, Kampen, Meppel, Oldebroek, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Westerveld, Zwartewaterland en Zwolle. 2 Regio in beeld 2014 – IJsselvechtstreek, UWV, oktober 2014
6
Doordat onder andere ingezet wordt op het verkrijgen van part-time, als opstap naar fulltime werk of omdat dat het hoogst haalbaar is, is de stijging van de uitkeringslast in verhouding lager dan de stijging van het aantal verstrekte uitkeringen.
3. Beleid en uitvoering In het beleid Werk & Inkomen 2015-2016 maar ook al in het re-integratiebeleid 2014 is de focus gelegd op werk. Samenvattend is onze visie op werk: • Werk leidt tot economische zelfstandigheid • Werkloosheid beïnvloedt de gezondheid, het welzijn, de financiële situatie en de woonomgeving van betrokkene en gezin • Werk leidt tot integratie, zowel in de eigen directe leefomgeving als in maatschappelijk verband • Werk structureert het leven • Werk bevordert de persoonlijke ontwikkeling • Werk, tenzij. Dat is de kern bij het verstrekken van bijstand. Mensen die geen betaald werk hebben en geen eigen mogelijkheden hebben om in hun eigen levensonderhoud te voorzien worden door de gemeente bijgestaan met (aanvullend) inkomen tot het moment dat zij aan het werk zijn. Bij elke aanspraak op bijstand staat de kortste weg naar werk voorop. Ontheffing van de arbeidsplicht gebeurt op puur individuele gronden en niet omdat de werkzoekende tot een bepaalde groep behoort. Ontheffing is altijd tijdelijk. Het aanvaarden van werk is voor iedere werkzoekende, die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, een verplichting. Er is geen sprake van vrijblijvendheid. Natuurlijk kunnen er omstandigheden zijn waardoor iemand de arbeidsmarkt (nog) niet kan betreden. De gemeente kan gerichte ondersteuning bieden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Waarbij we uitgaan van eigen verantwoordelijkheid (zelfregie), eigen netwerk en eigen mogelijkheden. 3.1
Instroombeperking
Om instroom te beperken is het volgende georganiseerd: • Project WW-WWB In H2O-verband3 wordt het project WW-WWB uitgevoerd. Groepsgewijs worden de personen uitgenodigd waarvan de WW-uitkering binnen drie maanden afloopt. Tijdens deze bijeenkomsten wordt uitleg gegeven over de rechten en plichten van de Participatiewet. •
WorkFast Bij iedere uitkeringsaanvraag wordt in eerste instantie beoordeeld of er belemmeringen zijn om te kunnen werken. Zijn deze belemmeringen er niet dan wordt de betreffende persoon als eerste gesproken door WorkFast om te bezien of er direct mogelijkheden zijn om werk te vinden.
3 H2O: Hattem, Heerde en Oldebroek
7
•
Jongeren tot 27 jaar gaan terug naar school Jongeren die nog onderwijs kunnen volgen, hebben in principe geen recht op bijstand maar studiefinanciering. Dat geldt vooral voor jongeren die geen startkwalificatie hebben. (Startkwalificatie is minimaal mbo-niveau 2 opleiding of en havodiploma). Van jongeren die al wel een startkwalificatie hebben behaald wordt verwacht dat ze via een opleiding de kans op werk vergroten.
•
Zoekperiode jongeren Jongeren moeten binnen de Participatiewet (en voorheen binnen de WWB) actief op zoek naar werk of naar een opleiding. In de eerste vier weken na de melding, de zogenaamde zoekperiode, mag nog geen uitkering worden aangevraagd. Ook dan wordt WorkFast ingezet om hier in te ondersteunen.
3.2
Uitstroombeleid
Zoals reeds beschreven ligt de focus op werk, voor iedereen die in staat is om (gedeeltelijk) te werken. Om dit zoveel mogelijk te bewerkstelligen en te stimuleren zijn er diverse instrumenten. Deze worden in beperkte mate beschreven, aangezien hier in de Notitie Werk en Inkomen 2015-2016 uitvoerig bij stil is gestaan. •
Inzet WorkFast Naast de rol die WorkFast heeft in het intakeproces worden zij ingezet om klanten met het perspectief op werk die geen belemmeringen hebben om op korte termijn aan het werk te kunnen te ondersteunen om dit te realiseren. Daarbij passen zij hun ondersteuning aan op de situatie van de betreffende persoon.
•
Inzet eigen consulenten Medio 2014 is een splitsing gemaakt in de werkzaamheden op het gebied van rechtmatigheid en doelmatigheid. Eén consulent houdt zich expliciet bezig met doelmatigheid en één consulent houdt zich expliciet bezig met rechtmatigheid. Dit zorgt ervoor dat de focus van de consulent die zich bezighoudt met doelmatigheid volledig is gericht op het vinden van betaald werk of het zetten van stappen om dichterbij betaald te werk te komen.
•
Wegwijsmethode en taalmeter Om meer zicht te krijgen de situatie van de klant, wat zijn sterke punten en wat zijn aandachtspunt, maar ook wat is een grove inschatting van de loonwaarde kan de Wegwijsmethode ingezet worden. De consulenten worden getraind om deze methode af te mogen nemen en kunnen de informatie die voortkomt uit deze test inzetten bij de begeleiding van de betreffende klant. Met de komst van het taalpunt en de taalpuntdocent is het mogelijk om doormiddel van de taalmeter inzicht te krijgen in het taalniveau van de klant.
•
Werkmakelaar
8
Vanaf september 2014 is in Hattem de Werkmakelaar van start gegaan. Met de focus op de vraag van de ondernemer wordt ingezet op het realiseren van matches tussen vacatures van werkgevers en klanten van de gemeente. Naast het vervullen van vacatures wordt ook ingezet op het werven van werkervaringsplaatsen. •
Stekker4 Doormiddel van de technische ontsluiting Stekker4 is het mogelijk dat informatie wordt gedeeld tussen het UWV en gemeenten binnen de arbeidsmarktregio over beschikbare vacatures en beschikbare kandidaten. Hierdoor kunnen er snelle “matches” worden gemaakt en kan de uitstroom naar werk bespoedigd worden.
•
De re-integratie instrumenten Ter voorbereiding op de inwerkingtreding van de Participatiewet is in arbeidsmarktregioverband de re-integratieverordening opgesteld. Dit is in arbeidsmarktregioverband opgesteld om te voorkomen dat er ongelijkheid ontstaat tussen uitkeringsgerechtigden uit de verschillende gemeenten. De instrumenten die in deze verordening zijn opgenomen kunnen worden ingezet om (gedeeltelijke) uitstroom naar (betaald) werk te bewerkstelligen. 4
•
Loonkostensubsidie Met de komst van de Participatiewet kan loonkostensubsidie ingezet worden voor personen met een beperkte loonwaarde en die dus niet in staat zijn om zelf het wettelijk minimumloon kunnen verdienen5. Dit kan ingezet worden vanuit het inkomensdeel.
•
Inkomstenvrijlating Parttimewerk wordt gezien als eerste stap richting volledig uitstroom uit de uitkering door betaald werk of is soms het hoogst haalbare. Om dit te stimuleren en te belonen wordt gedurende 6 maanden inkomstenvrijlating toegepast.
•
Participatieproject Voor klanten die geen perspectief op betaald werk hebben en die niet zelfstandig in staat zijn om vrijwilligerswerk te vinden en te behouden of een deel te nemen aan andere activiteiten is het Participatieproject van Stichting Welzijn Hattem tot stand gekomen.
3.3 Overige aandachtsgebieden Naast aandacht voor uitstroom, zijn er diverse andere aandachtsgebieden waar op ingezet is of waar nog extra aandacht aan besteed dient te worden. • Handhavings- en sanctiebeleid In 2015 zetten we het bestaande handhavingsbeleid voort. Er is iedere maand overleg met de sociale recherche om opvallende zaken bij zowel de intake als in de reguliere 4 Re-integratieverordening Participatiewet 2015 5 Verordening loonkostensubsidie 2015
9
begeleiding van klanten te bespreken. Tevens is er ieder jaar een bijscholingsmoment voor de consulenten gericht op fraudealertheid. Het totale handhavings- en sanctiebeleid zal in 2016 worden herzien. •
Signalering en sturing Met de komst van de participatiewet is een intervisietraject gestart met de consulenten om hen ondermeer op deze manier te trainen. Tevens biedt dit de mogelijkheid om aandachtspunten te signaleren en daar waar mogelijk verbeter acties door te voeren. In H2O-verband wordt gewerkt aan het “bouwen” van management informatie. Dit wordt in H2O-verband opgepakt omdat wij hetzelfde automatiseringssysteem gebruiken en één gezamenlijke uitkeringsadministratie hebben.
•
Social Return on Investment De gemeente heeft in haar inkoopbeleid (inkoopsamenwerking Noord Veluwe) haar ideële en ethische uitgangspunten vastgelegd. Eén daarvan is het stellen van maatschappelijke eisen aan leveranciers en opdrachtnemers van de gemeente; indien niet gegund kan worden aan een SW-bedrijf, moeten sociale aspecten binnen aanbestedingen worden meegenomen. Met behulp van zogenaamd “contract compliance” en Social Return on Investment” kunnen leveranciers en opdrachtnemers gevraagd worden zich tijdens de uitvoering van hun opdracht in te zetten voor mensen in een uitkeringssituatie in Hattem. Hetzelfde geldt voor de gemeente zelf als werkgever en aanbieder van leer/werkplekken.
4. Samenvatting De inzet/wijzigingen die sinds medio 2013 zijn doorgevoerd hebben er voor gezorgd dat ondanks de economische crisis de overschrijding op het inkomensdeel zeer beperkt is en er geen beroep gedaan hoefde te worden op een aanvullende uitkering. De maatregelen die getroffen zijn om dit te bereiken willen we continueren in combinatie met de hiervoor genoemde aandachts-/actiepunten. Dit in combinatie met de aandacht voor de nieuwe doelgroepen. Aan de voorwaarden die gesteld worden om indien nodig een beroep te kunnen doen op een vangnetuitkering over 2015 kan worden voldaan. Voorwaarde 1: Het verzoek moet uiterlijk 15 augustus 2016 zijn ontvangen door de Toetsingscommissie aanvullende uitkering Participatiewet. Mocht blijken dat het nodig is om een aanvraag in te dienen dan kan dit voor 15 augustus 2016 worden ingediend. Voorwaarde 2: Bij het verzoek moet het college de volgende documenten toevoegen:
1
• • • •
Een globale analyse van de mogelijke oorzaak en omvang van het tekort, eerdere financiële resultaten van de uitvoering van de WWB en van de verwachte ontwikkelingen van dat tekort in de komende jaren; Een brief, of vergelijkbaar document waarbij het college de raad heeft geïnformeerd over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot kostenreductie te komen; Een document waaruit de opvattingen van de gemeenteraad hieromtrent blijken; Een overzicht wat de gemeente in 2015 feitelijk heeft gedaan om het tekort het hoofd te bieden en hoe zij het effect daarvan kwalificeert.
Dit document dient als globale analyse en wordt door het college gebruikt om de raad te informeren. De reeds ingezette maatregelen worden gecontinueerd en de nieuwe instrumenten die de participatiewet met zich mee brengt. Tevens wordt de raad gevraagd om deze notitie vast te stellen. Mocht onverhoopt blijken dat er toch een overschrijding ontstaat dan zal een analyse gemaakt worden. Voorwaarde 3: Het tekort op het inkomensdeel bedraagt meer dan 10% op basis van netto lasten, dat wil zeggen het verschil tussen de besteding en de baten op titel van de in artikel 69 PW genoemde wetten en de baten op titel van de reeds ingetrokken WWIK. Indien blijkt dat bovengenoemd tekort, ondanks de ingezette acties en maatregelen toch realiteit is in Hattem, wordt een beroep gedaan op de vangnetuitkering.
1