HUIS DOORN EN DE EERSTE WERELDOORLOG
VAN DUITSE ADELAAR TOT DOORNSE HUISMUS In 1920 geeft de Nederlandse regering geen gehoor aan het uitleveringsverzoek van Engeland, Frankrijk en Italië. De drie landen willen de keizer berechten als oorlogsmisdadiger. Wilhelm kan nu plannen maken voor het verdere verblijf in Nederland. Hij verhuist van Amerongen naar Doorn.
V
anaf zijn nachtelijke vlucht uit Spa op 10 november 1918 moet de Duitse keizer Wilhelm II vrezen voor zijn leven. De verschillende strijdende partijen die als overwinnaars uit de Eerste Wereldoorlog zijn gekomen, wijzen hem aan als hoofdschuldige voor het ontstaan van het conflict. Tijdens zijn verblijf op Kasteel Amerongen ontsnapt Wilhelm zelfs meerdere malen aan een aanslag op zijn leven. Door de dreigende uitleveringsverzoeken bereidt hij zich in het geheim voor op een tweede vlucht. Op 20 januari 1920 publiceren de bij de Entente aangesloten landen Engeland, Frankrijk en Italië een uitleveringsnota, die moet leiden tot de berechting van Wilhelm II als oorlogsmisdadiger en aanstichter van het conflict. Groot is de opluchting bij het ex-keizerlijke paar als twee dagen later duidelijk wordt dat de Nederlandse regering geen gehoor zal geven aan het uitleveringsverzoek. Ze kunnen zich wijden aan een eigen Nederlands onderkomen.
Renovatie Wilhelm II koopt op 16 augustus 1919 het niet ver van zijn logeeradres, Kasteel Amerongen, gelegen landgoed Huis 2 6 | T H E M A T I J D S C H R I F T. N L
Doorn in Doorn voor een bedrag van 500.000 gulden. Vooral het 60 hectare grote park rondom het huis spreekt Wilhelm aan. De grootmoedige houding van de Pruisische regering maakt de aankoop mogelijk. Relatief vlot en zonder al te veel bezwaren wordt het benodigde privévermogen van de keizer vrijgemaakt. Om het huis geschikt te maken voor bewoning vinden verschillende renovatiewerkzaamheden plaats. Zo wordt de vestibule van het hoofdhuis verbouwd en krijgt de oostgevel boven de entree een balkon. Aan de oostzijde van het landgoed, aan de Langbroekerweg, wordt een nieuw poortgebouw opgetrokken, ontworpen door de Amersfoortse Architect H.A. Pothoven. Deze legt zijn ontwerpen verschillende malen in Amerongen aan Wilhelm voor, die zich actief met het ontwerpproces bemoeit. Tijdens één van deze overleggen past Wilhelm eigenhandig een ontwerptekening aan, een geplande toren op het nog te bouwen poortgebouw moet vervangen worden door een trapgevel. Zodra bouw- en verbouwwerkzaamheden op het landgoed in Doorn zijn afgerond, kan de verhuizing beginnen. De vele kunstvoorwerpen, huisraad en persoonlijke bezittingen, die al eerder in meer dan 50 treinwagons vanuit
Duitsland naar Nederland zijn vervoerd, komen uit de opslag. Het keizerlijke zilver bijvoorbeeld stond in transportkisten verpakt in de oranjerie op Kasteel Amerongen. Op 15 mei 1920 verlaat Wilhelm II Kasteel Amerongen en betrekt hij samen met zijn echtgenote Auguste Victoria de nieuwe residentie. Terwijl Auguste Victoria op is van de zenuwen en de verhuizing ziet als een volgend hoofdstuk in het treurige lot van hen tweeën, windt Wilhelm zich over deze ontwikkelingen niet al te zeer op. Hij verwacht niet veel meer van het leven en denkt in Doorn een rustig leven te
Voor alle reizen buiten een straal van 15 kilometer rondom Doorn moet Wilhelm toestemming vragen aan de Nederlandse regering gaan leiden. Daarbij weet hij zich gesterkt door zijn geloof. Hoewel zijn vleugeladjudant Sigurd von Ilsemann deze uitspraken van de keizer, zoals zovele andere, gewetensvol in zijn dagboeken noteert, relativeert hij ze meteen. Hij gelooft weliswaar dat de woorden van Wilhelm II uit het diepst van zijn hart komen, maar hij weet ook dat het rusteloze karakter van de keizer ervoor zorgt dat hij toch telkens weer op terugkeer naar Duitsland blijft hopen.
Door Wendy Landewé
VAN DUITSE ADELAAR TOT DOORNSE HUISMUS
Huismus
Wilhelm met herdershond Arno in Doorn, ca. 1930 (foto: Fritz Kleimeyer)
Het dagelijkse leven van Wilhelm II als burger in ballingschap vormt een groot contrast met zijn voorbije leven als keizer van het Duitse Rijk. De omstandigheden maken van deze Duitse adelaar een Doornse huismus. De condities van Wilhelms ballingschap schrijven voor dat hij zich onthoudt van optredens in het openbaar. Hij mag niet spreken met de schrijvende pers en zich niet mengen in het publieke debat over de nasleep van de oorlog, de Vrede van Versailles en ontwikkelingen in de Duitse en wereldpolitiek. Wilhelm II wil de regering van zijn neutrale gastland niet in verlegenheid brengen en houdt zich aan deze restricties. Behalve het feit dat Wilhelm II zich niet meer als publieke figuur kan presenteren, moet hij ook het reizen opgeven, iets dat hij als keizer veel en graag deed. Niet voor niets werd het veel gebruikte ‘Wilhelm IR’, Wilhelm Imperator Rex, ook wel uitgelegd als Wilhelm Immer Reisefertig. De bootreizen naar bijvoorbeeld de Noordkaap, het Griekse Korfoe en landen rond de Middellandse Zee (het Osmaanse Rijk) maken na 1918 plaats voor bescheiden autoritjes over de Utrechtse Heuvelrug. Reizen naar het buitenland is taboe. De gevallen keizer mag zich ook in Nederland niet vrij bewegen. Voor alle reizen buiten een straal van 15 kilometer rondom Doorn moet Wilhelm toestemming vragen aan de Nederlandse regering. De Nederlandse topambtenaar en latere minister van Binnenlandse Zaken J.B. Kan (1873-1947) fungeert daarbij als aanspreekpunt. Wilhelm bezoekt met enige regelmaat een aantal protestantse aristocraten in Utrecht, Zeist en Langbroek. Meer dan 100 maal bezoekt hij ook zijn beste vriendin Catalina von Pannwitz, bewoonster van landgoed de Hartekamp bij Haarlem. ‘Panny’, zoals Wilhelm haar noemt, weet haar landgoed tot een ontmoetingscentrum voor de Duitse en Nederlandse aristocratie te maken. Bij haar ontmoet Wilhelm op JAARGANG 4 - NR 2 - 2014 | 27
HUIS DOORN EN DE EERSTE WERELDOORLOG
gezette tijden niet alleen prins Hendrik, prins Bernhard en prinses Juliana, maar ook verschillende intellectuelen.
De keizer als tuinman Vrijwel elke dag in Doorn kent hetzelfde verloop. Wilhelm begint zijn dag in de ochtend met een flinke wandeling door tuin en park. Hierna volgt een kleine dienst waarbij uit de bijbel wordt voorgelezen. Na het ontbijt sluit Wilhelm zich aan bij de werkzaamheden in het park en na afloop hiervan leest zijn vleugeladjudant Sigurd von Ilsemann hem het laatste nieuws voor uit de kranten. De middagrust na de lunch is eveneens een dagelijks ritueel. Tussen deze middagrust en de thee rond 17.00 uur besteedt Wilhelm tijd aan studie.
De ex-keizer is een groot liefhebber van tuinieren en is vanaf het voorjaar van 1920 dan ook vrijwel dagelijks in de tuin te vinden. Hij legt er samen met zijn tuinlieden paden aan, beplant er bloemenborders en kapt er bomen, die hij vervolgens in schijven zaagt. Aan het merken van deze gezaagde schijven met plaats en datum en het weggeven ervan beleeft hij veel plezier. Het exacte aantal omgezaagde bomen, waaronder ook dunne twijgjes, wordt accuraat bijgehouden. Het hogere personeel beziet deze hobby van de keizer met een dubbel gevoel. Aan de ene kant bestaat de angst dat in de bossen rond Kasteel Amerongen en Huis Doorn te grote gaten vallen, maar aan de andere kant ziet men ook wel in dat de keizer deze lichaamsbeweging wel goed kan gebrui-
ken. Op het moment dat Wilhelm voor zijn verjaardag een motorzaag krijgt, wordt er dan ook ingegrepen. Het zagen van het hout moet handmatig blijven gebeuren! Wilhelm II zaagt niet alleen bomen, hij plant ze ook. In 1932 start hij met de aanleg van een pinetum op het landgoed in Doorn. Het doel is zoveel mogelijk verschillende naaldbomen in dit bomenpark een plaats te geven. Met zijn verjaardag en voor kerst ontvangt Wilhelm geldbedragen, waarvan nieuwe bomen kunnen worden aangeschaft. In 1938 krijgt Wilhelm voor zijn tachtigste verjaardag een tuinhuisje aangeboden door de Doornse notabelen. Ook dit huisje krijgt een plaats in het naaldbomenpark. Nauwkeurig houdt Wilhelm bij hoe de natuur zich in zijn park ontwik-
Theepauze bij de houthakkershut in het park van Huis Doorn, circa 1925. Van links naar rechts: majoor M.C. van Houten, dr. Viereck, Sigurd von Ilsemann, Wilhelm II en generaal von Dommes. Op de stoel op de voorgrond zitten twee teckels van de keizer. In de tuin van Huis Doorn liggen in totaal vijf honden begraven, onder vijf kleine grafsteentjes
2 8 | T H E M A T I J D S C H R I F T. N L
VAN DUITSE ADELAAR TOT DOORNSE HUISMUS
kelt. Aantekeningen daarover schrijft hij dagelijks in de marge van de Hernhutterboekjes met verzamelde bijbelteksten, die hij elke dag doorneemt. Niet alleen het monitoren van de ontwikkelingen in de tuin behoren tot zijn dagelijkse routine. Huis Doorn is een van de eerste meetstations voor het KNMI in de provincie Utrecht. Elke dag tekent Wilhelm II persoonlijk metingen af, die door zijn personeel verzameld worden.
Gorgo Tijd is er ook voor wetenschap en studie. Veel tijd besteedt Wilhelm aan zijn Vergleichende Geschichtstabellen. Gedreven door zijn persoonlijk streven naar rechtvaardigheid en erkenning probeert hij hierin nauwgezet de verschillende gebeurtenissen in de Eerste Wereldoorlog te reconstrueren. Ook houdt hij zich net als tijdens zijn keizerschap bezig met fotografie en film en volgt hij de ontwikkelingen in de autoen luchtvaartindustrie. Zijn vleugeladjudant geeft hij zelfs de opdracht na te denken over het vervangen van de paarden in het leger door automobielen. Het
Opgraving van timpaanbeelden van de Artemistempel in Garitsa op Korfoe in 1911. In het midden bekijken keizer Wilhelm II en de archeoloog Wilhelm Dörpfeld een van de brokstukken. Links vooraan, met grote witte hoed, staat keizerin Auguste Victoria (Foto: Th. Jürgensen)
Het interieur van de houtschuur van de keizer in het park van Huis Doorn, 1933 (Foto: J. Gutschmidt)
lijkt hem nuttig dit plan paraat te hebben als hij terugkeert op de Duitse troon. Met passie richt Wilhelm zich daarnaast op de bestudering van verschillende kunsthistorische, theologische, archeologische en etnologische onderwerpen. Het meest intensief werkt hij samen met etnoloog Leo Frobenius aan een publicatie over de Gorgo, een motief uit de klassieke Griekse mythologie. Tijdens zijn keizertijd raakte Wilhelm per toeval betrokken bij de opgraving van de Artemistempel op het Griekse eiland Korfoe. De vondst van een groot Gorgohoofd dat ooit deel uitmaakte van het fronton van deze tempel fascineert Wilhelm ook later in zijn leven nog altijd mateloos. Om in Doorn met gelijkgestemden van gedachten te kunnen wisselen over de Gorgo en andere cultuurhistorische onderwerpen richt Wilhelm de zogenaamde Doorner Arbeitsgemeinschaft (D.A.G.) op. In de oranjerie van Huis Doorn overleggen de leden van deze werkgroep met elkaar. Bijzonder zijn deze studiemiddagen, waarbij ook Wilhelm presentaties geeft, voorzien van lichtbeelden.
Wederzijds wantrouwen Hoewel het dagelijkse leven op het landgoed in Doorn over het algemeen wordt gekenmerkt door rust en regelmaat, is er toch ook regelmatig sprake van spanningen. De familieverhoudingen zijn bepaald niet altijd harmonieus te noemen. De relatie tussen Wilhelm II en zijn oudste zoon, voormalig kroonprins Wilhelm, wordt gekenmerkt door wederzijds wantrouwen. Regelmatig lopen de emoties hoog op. Bovendien laat de gezondheid van Auguste Victoria zeer te wensen over. Na haar overlijden in april 1921 wordt Wilhelm als gevolg hiervan geplaagd door een groeiende eenzaamheid. Het is dan ook wellicht niet verwonderlijk dat Wilhelm al enkele maanden na de dood van zijn vrouw de wens uit te willen hertrouwen. In 1922 verlooft hij zich met de twintig jaar jongere Duitse prinses Hermine von Schönaich-Carolath, dochter van vorst Hendrik XXII Reuss ältere Linie. Hoewel niet alle leden van het gezin en de vorstelijke hofhouding over de voorgenomen verbintenis evenzeer te spreken zijn, zet het paar door en amper twee jaar na het overlijden van Auguste Victoria is het JAARGANG 4 - NR 2 - 2014 | 29
HUIS DOORN EN DE EERSTE WERELDOORLOG
huwelijk een feit. De wereldpers verzamelt zich in Doorn om een glimp te kunnen opvangen van het bruidspaar. Hermine herinnert zich later: ‘Het dorp Doorn werd door vreemde journalisten belegerd. […] De rustige omgeving was een Babylon geworden, alle mogelijke talen waren door elkaar te horen. […] Een roekeloze journalist huurde zelfs een vliegtuig met als doel in het park van Huis Doorn te landen.’
Langs de zijlijn Uiteraard volgt Wilhelm vanuit Doorn de gebeurtenissen in het vaderland op de voet. De jonge democratie heeft ernstig te lijden onder de strijd tussen de verschillende politieke partijen. De bepalingen van de Vrede van Versailles uit 1919 drukken zwaar op de Duitse economie en de beurskrach in 1939 doet de situatie
geen goed. Armoede en werkeloosheid nemen hand over hand toe. Dit is een heel ander Duitsland dan in 1913, toen het optimisme overheerste. Het schitterende schip dat hem als schaalmodel voor zijn 25-jarige ambtsjubileum werd geschonken en dat pas in de jaren twintig op Huis Doorn arriveert, herinnert Wilhelm hier dagelijks aan. Telkens weer vlamt bij de ex-keizer de hoop op dat hij door zijn volk, dat hem in zijn ogen in 1918 verraden heeft, als keizer naar Duitsland zal worden teruggeroepen. De opkomende nationaalsocialisten beloven het Duitse volk een betere toekomst en het is niet ondenkbaar, zo laten zij aanvankelijk doorschemeren, dat de monarchie weer zal worden ingevoerd. Wilhelm II hoopt dat samenwerking mogelijk is, maar moet al snel erkennen dat beide partijen niet hetzelfde doel nastreven. Uiteindelijk dringt het besef door dat de
Foto van de werkkamer (torenkamer) van Wilhelm II in Huis Doorn, september 1933. Links de lessenaar waaraan de keizer werkte, bedekt met schrijfmateriaal, een bril, een wekker en een groot aantal foto’s. Aan de muur foto’s, aquarellen en tekeningen, o.a. van keizerin Auguste Victoria, prinses Hermine en de moeder van de keizer. Op een klein tafeltje rechts naast de deuropening staat een vaas met dahlia’s en een fotoportret van Hermine (Foto: Oscar Tellgmann).
rol van monarchisten uitgespeeld raakt... Ondanks deze grote teleurstelling is Wilhelm trots op de prestaties van het Duitse leger, zijn leger, in de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog. Hartelijk begroet hij de Duitse soldaten, die op 14 mei 1940 Huis Doorn met een bericht van Hitler bezoeken. Hoezeer het wringt tussen Hitler en de gevallen keizer blijkt wel uit het feit dat bij het poortgebouw van Huis Doorn bewakers worden geposteerd, die moeten voorkomen dat Duitse soldaten contact zoeken met de voormalige vorst. Een uitnodiging van het Engelse koningshuis, waaraan Wilhelm nauw verwant is, om naar Engeland te vluchten, accepteert hij echter niet. Zijn gezondheid laat het niet toe, zo reageert hij, en hij wil toch ook graag blijven genieten van zijn prachtige park. In zijn testament bepaalt Wilhelm II dat hij, na zijn overlijden, begraven wil worden in dit park, tussen de rododendrons ten noorden van het hoofdhuis. Daar wordt na zijn dood in 1941 een klein mausoleum gebouwd. Huis Doorn moet volgens datzelfde testament in het bezit blijven van zijn familie. De loop van de geschiedenis is echter anders. Het landgoed wordt samen met het huis, de inboedel en de bijgebouwen in 1945 door de Nederlandse regering geconfisqueerd als compensatie voor geleden oorlogsschade. In 1953 wordt het gehele ensemble in de Stichting tot Behoud van Huis Doorn ondergebracht. Nog steeds beheert deze stichting het landgoed, als plaats van herinnering. Het huis is opengesteld als museum, waar het verleden spreekt.
Wendy Landewé-Van der Veen is conservator van Huis Doorn sinds 2008 en daarnaast werkzaam als vrijgevestigd onderzoeker. Ze schreef verschillende artikelen over Huis Doorn en Wilhelm II.
3 0 | T H E M A T I J D S C H R I F T. N L