Valincidenten bij ouderen en (problematisch) alcoholgebruik
FACTSHEET
Factsheet: 35 Projectnummer 10.0319 Marloes Martens (ResCon), Arlette Hesselink (ResCon) en Judith Kuiper (VeiligheidNL) April 2014
Valincidenten bij ouderen en (problematisch) alcoholgebruik Inleiding
Alcohol en ouderen
Vallen is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. In 2012 zijn in Nederland 110.000 55-plussers na een val behandeld op een afdeling voor Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis: ofwel elke 5 minuten is één 55-plusser gevallen waarvoor er een 1 behandeling noodzakelijk is . Er wordt vaak aangenomen dat alcohol een belangrijke risicofactor is voor vallen bij ouderen. In deze factsheet wordt op basis van de meest recente literatuur inzicht gegeven in de stand van zaken met betrekking tot valincidenten ten gevolge van (problematisch) alcoholgebruik.
Het alcoholgebruik onder ouderen is fors . In Nederland drinkt meer dan 70% van de 655 plussers alcohol . Van de 55-plussers drinken ouderen in de leeftijdscategorie 55 tot 64 jaar het meest. Zij drinken gemiddeld 1,2 glazen per dag. 1 Verder is 13,6% een zware en 12,3% een 2 6 overmatige drinker . Ook lijkt de alcoholproblematiek onder 55-plussers toe te nemen. Dit blijkt onder andere uit de stijging van het aantal 55-plusses dat hulp vraagt vanwege alcoholproblemen. Tussen 2002 en 2011 is het aantal 7,8 hulpvragen met 136% gestegen . Daar komt bij dat de lichaamssamenstelling van mensen verandert met de leeftijd waardoor ouderen 9 kwetsbaarder zijn voor alcohol . Het ouderwordingsproces zorgt voor een afname van lichaamsvocht, een relatieve toename van vet en een verminderde werking van de lever en nieren. Hierdoor leidt dezelfde hoeveelheid alcohol bij ouderen tot hogere bloedsuikerspiegels, lagere tolerantie en snellere intoxicatie en orgaanschade. Ouderen wordt daarom aangeraden om niet meer dan zeven glazen alcohol per week te drinken en maximaal twee tot drie glazen per 10 gelegenheid .
Cijfers over alcohol in relatie tot vallen Uit het Letsel Informatie Systeem 2012 blijkt dat 6.500 mensen na een valongeval met letselschade waarbij alcohol een rol heeft gespeeld op de Spoedeisende Hulp behandeld 4 zijn. Hiervan was 46% (2.300) 55 jaar of ouder. Uit vervolgonderzoek blijkt dat dit een onderschatting is. Er wordt geschat dat van alle valongevallen bij ouderen 7 tot 11% (mogelijk) is 2 gerelateerd aan alcoholgebruik . Dit komt neer op ongeveer 8.000 tot 12.000 ouderen. In de hiervoor beschreven gevallen is bekend dat men alcohol had genuttigd maar het is niet met zekerheid bekend of dat de reden was van het ontstaan van het ongeval
5,6
1
Een man is een zware drinker als hij minstens 1 keer
per week 6 of meer glazen alcohol op één dag drinkt. Een vrouw wordt als zware drinker geclassificeerd als zij minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol 1
2
op 1 dag drinkt. Een man is een zware drinker als hij minstens 1 keer per week 26Voor of meer alcohol één overmatige dag drinkt. Een vrouw eenglazen man geldt dat op hij een drinker is wordt als zware drinker geclassificeerd als zij minstens 1 keer per 4 ofdan meer op drinkt. 1 dag Een drinkt. als week hij meer 21 glazen glazenalcohol per week vrouw Voor een man geldt dat hij een overmatige drinker is als hij meer dan als 21 glazen per drinker week drinkt. Een vrouwals wordt als wordt overmatig geclassificeerd zij meer overmatig drinker geclassificeerd als zij meer dan 14 glazen perdan week drinkt . 14 glazen per week drinkt.
Directe relatie tussen (problematisch) alcoholgebruik en vallen
Indirecte relatie tussen (problematisch) alcoholgebruik en vallen
De literatuur is tegenstrijdig over de relatie tussen (problematisch) alcoholgebruik en vallen. Omdat er in de literatuur verschillende definities van problematisch alcoholgebruik worden gehanteerd is het lastig om de studies goed te kunnen 11 vergelijken . Bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten dient hiermee rekening gehouden te worden. In diverse studies is gevonden dat er een verhoogd risico is op vallen en letsel als gevolg van vallen wanneer er dagelijks alcohol wordt gebruikt of wanneer er gemiddeld 21 glazen per week worden 12,13 genuttigd . Daarnaast blijkt uit een onderzoek naar de invloed van alcohol op obstakel vermijdingsreacties dat zelfs lage concentraties alcohol een negatief effect hebben op de snelheid waarmee men kan reageren op een 14 obstakel . Het niet adequaat kunnen reageren op een obstakel brengt vermoedelijk een verhoogd valrisico met zich mee. Er zijn echter ook studies die vonden dat er geen relatie is tussen (problematisch) alcoholgebruik en het 12,15 valrisico of dat alcohol zelfs een 16,17 beschermend effect heeft op vallen . Zo blijkt uit een longitudinaal onderzoek uit Australië, waarin data van vijf verschillende cohorten zijn opgenomen, dat het valrisico kleiner is wanneer 16,17 men minstens 1 keer per week alcohol drinkt . Voor zover bij ons bekend zijn er geen onderzoeken uitgevoerd om te bestuderen of het verminderen van alcohol bij ouderen leidt tot een afname van het aantal valincidenten.
Naast een directe relatie kan alcohol ook indirect van invloed zijn op vallen. Zo is bekend dat er een relatie is tussen (problematisch) alcoholgebruik en depressie, de kwaliteit van spier- en bindweefsel en andere aandoeningen die de kwaliteit van de hersenen of het 10,18 beweegapparaat verminderen . Uit onderzoek blijkt dat deze aandoeningen geassocieerd zijn 16 met vallen . Verder gebruikt een groot deel van de ouderen medicatie zoals kalmeermiddelen, slaapmiddelen en antidepressiva. In Nederland gebruikt ongeveer 45% van de 65-plussers vijf of 19 meer medicijnen . Alcohol en medicatie kunnen elkaar negatief beïnvloeden. Zo kan alcohol de (bij)werking van kalmeermiddelen, slaapmiddelen en antidepressiva versterken. Voorbeelden van deze bijwerkingen die een relatie met vallen hebben, zijn minder controle over bewegingen en een verminderd coördinatievermogen.
Conclusie en aanbevelingen Of (problematisch) alcoholgebruik leidt tot een verhoogd valrisico is op basis van de literatuur niet goed vast te stellen. Ook kan niet worden vastgesteld dat er valpreventie gerealiseerd kan worden door het reduceren van alcoholconsumptie bij ouderen. Omdat voor andere factoren zoals mobiliteit, spierkracht, balans en medicatie wel directe relaties en deels preventiemogelijkheden bekend zijn om het aantal valincidenten te reduceren, wordt geadviseerd om daar de focus op te leggen.
2
Geraadpleegde bronnen 1 2 3
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
14
15
16 17 18 19
Letsel Informatie Systeem 2012, VeiligheidNL. Continu LIS Vervolg Onderzoek 2004-2009, VeiligheidNL Vitale S. A trip to the emergency room: Substance abuse among the emergency patients in The Netherlands: prevalence rates and methodological considerations. 2007. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. VeiligheidNL. Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol. Februari 2014. Amsterdam: VeiligheidNL. Laar MW van, Cruts AAN, Ooyen-Houben MMJ van, Meijer RF, Croes EA, Ketelaars APM, et al. 2013. Nationale Drugsmonitor. Jaarbericht 2012. Trimbos-Instituut, Utrecht/WODC, Den Haag. CBS. 2014. Statline. http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81177ned&D1=913&D2=0-12,26-38&D3=0&D4=a&HDR=T&STB=G1,G2,G3&VW=T. geraadpleegd in februari 2014. Trimbos Instituut. Alcohol en ouderen in de verslavingszorg 2003-2012. Factsheet mei 2013. Trimbosinstituut, Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie en IVZ. Wisselink DJ, Kuijpers WGT, Mol A. Kerncijfers Verslavingszorg 2012: Landelijk alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). 2013. Houten: Stichting Informatie Voorziening Zorg. Vestal R, McGuire E, Tobin JD, Andres R, Norris AH, en Mezey E. Aging and alcohol metabolism. Clinical Pharmacology and Therapeutics. 1977. 21, 343–354. NIGZ. Factsheet alcohol en ouderen. 2005. Woerden: NIGZ. Baarsen C van. Ouderen, alcohol en valincidenten: Literatuurstudie. 2009. Zeist: Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie. Reid MC, Boutros NN, O’Conner PG, Cadariu A, en Concato J. The Health-Related Effects of Alcohol Use in Older Persons: A Systematic review. Substance Abuse. 2002; 23 (3), 149-164. Mukamal KJ, Mittleman MA, Longstreth WT, Newman AB, Fried LP, en Siscovick DS. Self-Reported Alcohol Consumption and Falls in Older Adults: Cross-Sectional and Longitudinal Analyses of the Cardiovascular Health Study. Journal of the American Geriatrics Society. 2004; 52, 1174-1179. Hegeman J, Weerdesteyn V, Bemt BJF van den, Nienhuis B, Limbeek J van, Duysens J. Even low alcohol concentrations affect obstacle avoidance reactions in healthy senior individuals. BMC Research Notes. 2010; 3:243. Stel VS, Pluijm SMF, Deeg DJH, Smit JH, Bouter LM, en Lips P. A Classification Tree for Predicting Recurrent Falling in Community-Dwelling Older Persons. Journal of the American Geriatrics Society. 2003; 51, 1356-1364. Coutinho E, Fletcher A, Bloch K, en Rodrigues L. Risk factors for falls with severe fracture in elderly people living in a middle-income country: a case control study. BMC Geriatrics. 2008; 8, 21. Tait RJ, French DJ, Burns RA, ,Byles JE, en Anstey KJ. Alcohol, hospital admissions, and falls in older adults: a longitudinal evaluation. International Psychogeriatrics. 2013; 25:6, 901-912. Blow FC. Late-life depression and alcoholism. Current Psychiatry Reports. 2007; 9, 14-19. Dijk C van, Verheij R, Schellevis F. Huisartsenzorg in cijfers: polyfarmacie bij ouderen. Huisarts en Wetenschap: 2009, 52(7),315.
VeiligheidNL wil Dr. Vivian Weerdesteyn bedanken voor het verstrekken van inhoudelijke input bij het opstellen van deze factsheet.
Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.
3