Versie 2015
Uitvoeringsreglement van de Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy en Administratieve en Fiscale Dienstverlening Middelloonregeling
UITVOERINGSREGLEMENT INHOUD Artikel 1.
Begripsomschrijvingen ................................................................. 3
Artikel 2.
Premievaststelling ........................................................................ 3
Artikel 3.
Premiebetaling.............................................................................. 4
Artikel 4.
Vast te leggen kenmerken van de pensioenregeling ..................... 5
Artikel 5.
Niet-nakoming van betalingsverplichtingen .................................. 5
Artikel 6.
Informatieverstrekking door de werkgever .................................. 5
Artikel 7.
Opstellen en wijzigingen van het fondsreglement ........................ 6
Artikel 8.
Voorwaardelijke toeslagverlening................................................. 6
Artikel 9.
Vermogenstekorten en premiekorting .......................................... 7
Artikel 10.
Herverzekering en uitbesteding ................................................. 8
Artikel 11.
Vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling........................ 8
Artikel 12.
Onvoorziene omstandigheden .................................................... 8
Artikel 13.
Beslechting van geschillen ......................................................... 8
Artikel 14. Tussentijdse beëindiging van een uitvoeringsovereenkomst ............................................................................... 8 Artikel 15.
Individuele en collectieve waardeoverdracht ............................. 8
Artikel 16.
Inwerkingtreding ....................................................................... 9
Bijlage - Service Level Agreement ................................................................ 10
Pagina 2 van 11
Inleidende bepalingen Dit uitvoeringsreglement is van toepassing op de werkgever die met het fonds een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan, waarin de werkgever en het fonds, met inachtneming van het in de uitvoeringsovereenkomst gestelde en de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde aanvangsdatum en duur, dit uitvoeringsreglement voor de werkgever van toepassing hebben verklaard. Het gestelde in dit uitvoeringsreglement is van toepassing, tenzij in de uitvoeringsovereenkomst, het fondsreglement of in de statuten anders is bepaald.
Artikel 1.
Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder: a.
Fonds: Stichting Pensioenfonds voor de Accountancy en Administratieve en Fiscale Dienstverlening te Den Haag.
b.
Bestuur: het bestuur van het fonds.
c.
Deelnemer: de deelnemer als bedoeld in de fondsreglement(-en) van het fonds.
d.
Fondsreglement: het geïntegreerde document waarin is opgenomen dan wel opgenomen zal worden: hetgeen tussen de werkgever en werknemer betreffende pensioen is vastgelegd (pensioenovereenkomst), én de door het fonds opgestelde dan wel nadien gewijzigde regeling met betrekking tot de verhouding tussen het fonds en de deelnemer (pensioenreglement). Algemene dan wel specifiek voor de werknemers van de desbetreffende werkgever geldende bijlagen bij en/of aanvullingen op het fondsreglement worden geacht integraal onderdeel uit te maken van het fondsreglement.
e.
Premie: de in geld uitgedrukte vastgestelde structurele prestatie die de werkgever op basis van dit uitvoeringsreglement verschuldigd is en verplicht is te betalen aan het fonds voor de verzekering van pensioen en de daaraan verbonden kosten.
f.
Pensioenregeling: de pensioenvoorziening zoals die is vastgelegd in het fondsreglement van het fonds.
g.
Statuten: de statuten van het fonds.
h.
Werkgever: de werkgever die een uitvoeringsovereenkomst is aangegaan met het fonds, zoals bedoeld in de eerste alinea van de inleidende bepalingen van dit uitvoeringsreglement.
i.
Werknemer: de werknemer als bedoeld in het fondsreglement.
Artikel 2.
Premievaststelling
1.
De premie wordt per kalenderjaar vastgesteld op basis van hierna bepaalde. De voor de werkgever vastgestelde premie is afhankelijk van de in de uitvoeringsovereenkomst overeengekomen kenmerken van de pensioenregeling als bedoeld in artikel 4.
2.
De totale jaarpremie is minimaal gelijk aan de zogeheten kostendekkende premie zoals voorgeschreven op grond van wettelijke regels, de daarop gebaseerde lagere regelgeving en beleidsinvulling door de toezichthouder. Hierbij zij in het bijzonder gewezen op artikel 128 van de Pensioenwet. De jaarpremie is aldus minimaal gelijk aan de som van de volgende onderdelen:
Pagina 3 van 11
a. b. c.
de premies en koopsommen benodigd voor inkoop dan wel risicodekking van aanspraken gerelateerd aan het betreffende kalenderjaar en/of ten bate van overige aanspraken voortvloeiend uit het fondsreglement; de opslag die nodig is voor de uitvoeringskosten van het fonds; de opslag die eventueel nodig is voor het tot stand brengen of in stand houden van het eventueel vereiste eigen vermogen zoals voorgeschreven op grond van wettelijke regels, de daarop gebaseerde lagere regelgeving en beleidsinvulling door de toezichthouder
Er wordt geen afzonderlijke premie in rekening gebracht ter financiering van toeslagen. In de actuariële en bedrijfstechnische nota van het fonds zijn de precieze componenten vastgelegd waaruit de premie is opgebouwd en de grondslagen waarop de premie is gebaseerd. 3.
De pensioenregeling betreft een uitkeringsovereenkomst. Meer concreet betreft het een middelloonregeling. Er wordt jaarlijks een bepaald percentage van de pensioengrondslag als bedoeld in artikel 6 van het fondsreglement aan ouderdomspensioen opgebouwd. Het uitgangspunt per 31 december 2014 voor de premievaststelling is 17,5% van de totale pensioengrondslagsom van alle werknemers van alle werkgevers samen. Deze premie (van 17,5% van de totale pensioengrondslagsom) is vervolgens omgezet in een leeftijdsafhankelijke staffel (bestaande uit leeftijdsafhankelijke premiepercentages) aan de hand van het totale bestand (actieve) deelnemers per 31 december 2014. Deze leeftijdsafhankelijke staffel geldt gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst met een minimumduur van 5 jaar. De individuele werkgever is een vaste opbouw overeengekomen ten gevolge waarvan bovengenoemde leeftijdsafhankelijke staffel wordt vermenigvuldigd met een jaarlijks te bepalen correctiefactor, zodat deze overeengekomen opbouw kan worden gerealiseerd. De correctiefactor is gelijk aan het overeengekomen vaste opbouwpercentage, gedeeld door het voor dat jaar door het bestuur vastgestelde opbouwpercentage voor de CDC-regeling. De overeengekomen opbouw is opgenomen in de met de werkgever gesloten uitvoeringsovereenkomst. De jaarpremie wordt vermenigvuldigd met een factor 1,02 en in twaalf maandelijkse termijnen bij de werkgever in rekening gebracht.
Artikel 3.
Premiebetaling
1.
De werkgever zal met inachtneming van het hierna bepaalde het fonds in staat stellen diens financiële verplichtingen - voortvloeiende uit de statuten en het fondsreglement - voor alle door de desbetreffende werkgever aangemelde deelnemers na te komen. De werkgever is verplicht alle in het fondsreglement bedoelde werknemers bij het fonds als deelnemer aan te melden. De werkgever is voor iedere deelnemer bij achterafbetaling voor elke loonbetalingstermijn aan het fonds premie verschuldigd, welke premie met in achtneming van het hierna gestelde bij de werkgever geheven wordt.
2.
De werkgever is gerechtigd bij iedere loonbetaling de bij die periode behorende (eventuele) deelnemersbijdragen voor de deelname van de desbetreffende deelnemer aan de pensioenregeling op het loon van die deelnemer in te houden. Een dergelijke overeenkomst doet niets af aan de verplichting van de werkgever tegenover het fonds tot betaling van de gehele jaarpremie.
3.
De werkgever is voor iedere deelnemer de premie onverminderd aan het fonds verschuldigd indien en zolang op hem de verplichting tot loondoorbetaling rust gedurende een ziekteperiode van de deelnemer, een en ander met inbegrip van eventueel contractueel overeengekomen wachtdagen.
4.
Het bestuur factureert per kalendermaand de premie. De hoogte van de maandelijkse premie wordt aan het einde van de betreffende kalendermaand berekend op basis van de door de werkgever aangeleverde gegevens. Het eventueel te veel of te weinig betaalde wordt maandelijks vastgesteld en in de eerstvolgende maand verrekend.
Pagina 4 van 11
5.
De premievervaldag is 14 dagen na de notadatum waarop de desbetreffende termijnbetaling betrekking heeft. De werkgever voldoet uiterlijk op de premievervaldag de termijnbetaling, met inbegrip van de (eventueel) op het loon van de deelnemer ingehouden deelnemersbijdrage, welke over de betrokken termijn verschuldigd is aan het fonds.
Artikel 4.
Vast te leggen kenmerken van de pensioenregeling
In de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het fonds is bepaald het opbouwpercentage, de franchise en het maximaal in aanmerking te nemen pensioengevend salaris. Het opbouwpercentage gaat niet uit boven 1,875% van de pensioengrondslag als bedoeld in artikel 6 van het fondsreglement. De franchise bedraagt minimaal het bedrag als bedoeld in artikel 18 lid 8 van de Wet op de loonbelasting 1964 (2015: € 12.642). Het maximaal in aanmerking te nemen pensioengevend salaris gaat niet uit boven het maximaal in aanmerking te nemen pensioengevend loon als bedoeld in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 1964 (2015: €100.000,-).
Artikel 5.
Niet-nakoming van betalingsverplichtingen
1.
De werkgever dient de premie uiterlijk te voldoen op de premievervaldag, te weten 14 dagen na de notadatum. Bij niet betalen ontvangt de werkgever 21 dagen na de notadatum een betalingsherinnering van het fonds. Indien de werkgever binnen 11 kalenderdagen na de betalingsherinnering nog niet heeft voldaan aan de betalingsverplichting, ontvangt de werkgever een tweede herinnering van het fonds. Indien de betaling van de premie door de werkgever 43 dagen na de notadatum nog steeds uitblijft, gaat het fonds over tot minnelijk incassotraject. De vordering wordt dan verhoogd met wettelijke (handels)rente en met de buitengerechtelijke incassokosten.
2.
Het bestuur informeert, zoals vastgesteld bij of krachtens de Pensioenwet, elk kwartaal schriftelijk het verantwoordingsorgaan, bij het ontbreken daarvan, de deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, wanneer sprake is van een premieachterstand ter grootte van minimaal 5% van de totale door het fonds van alle bij het fonds aangesloten werkgevers te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens wettelijke bepalingen geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen van het fonds. Gedurende de in de vorige volzin bedoelde situatie informeert het fonds tevens elk kwartaal, indien aanwezig, de ondernemingsraad van de onderneming die nog premie aan het fonds verschuldigd is.
Artikel 6.
Informatieverstrekking door de werkgever
1.
De werkgever is verplicht aan het fonds gegevens te verstrekken, respectievelijk bescheiden aan te leggen, die voor een goede administratieve uitvoering van de statuten en het fondsreglement door het fonds nodig wordt geacht. Dit moet geschieden binnen de door het fonds gestelde termijn.
2.
De werkgever is verplicht aan het fonds op door of namens het bestuur vast te stellen wijze en tijdstippen de gegevens te verstrekken, welke naar het oordeel van het fonds nodig zijn voor het berekenen van de verschuldigde premie. Indien de werkgever naar het oordeel van het fonds niet, niet juist of niet volledig aan deze verplichting voldoet, is het fonds bevoegd de verschuldigde premie naar beste weten vast te stellen. Het fonds is tevens bevoegd schade als gevolg van onjuiste of niet tijdig door de werkgever versterkte informatie te laag verzekerde uitkeringen waarvoor het fonds aansprakelijk wordt gesteld, op de betrokken werkgever te verhalen.
3.
Het bestuur bepaalt overeenkomstig de Service Level Agreement met de werkgever de wijze waarop de informatie als bedoeld in lid 1 en lid 2 worden verstrekt, alsmede de mutaties en de termijnen waarbinnen de informatie moet worden verstrekt door de werkgever aan het fonds. De Service Level Agreement (SLA) is als bijlage aan dit uitvoeringsreglement gehecht.
4.
Het fonds en de werkgever handelen bij de verstrekking en/of verwerking van informatie conform de wettelijke bepalingen die daarom van toepassing zijn, in het bijzonder de Wet bescherming persoonsgegevens.
Pagina 5 van 11
Artikel 7.
Opstellen en wijzigingen van het fondsreglement
1.
Het fondsreglement van het fonds wordt vastgesteld door een besluit van het bestuur. Het bestuur bestaat op basis van de statuten uit (algemene) werkgever- en werknemervertegenwoordigers en vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden.
2.
In het fondsreglement kunnen naar een besluit van het bestuur wijzigingen worden aangebracht, met in achtneming van het in het fondsreglement en statuten bepaalde.
3.
Een wijziging van het fondsreglement treedt in werking per het moment waarop de wijziging van het fondsreglement van kracht is geworden, welk moment door het bestuur wordt bepaald.
4.
Het fonds informeert de werkgever en de deelnemer binnen drie maanden na een wijziging in het fondsreglement over die wijziging.
Artikel 8.
Voorwaardelijke toeslagverlening
1. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt met in achtneming van de toeslagruimte als bedoeld in lid 2 jaarlijks per 1 juli toeslag verleend van maximaal de stijging van de prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagtoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en hangt af van de financiële positie van het fonds per 31 december van het voorafgaande jaar. De toeslagverlening wordt voor zover daartoe ruimte bestaat toegekend aan deelnemers, aan de gewezen deelnemers en aan pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden. Onder prijsindex wordt verstaan: de consumentenprijsindex, alle huishoudens, totaal bestedingen, zoals die index (dan wel een daarvoor in de plaats tredende index) wordt vastgesteld door het CBS en wordt gepubliceerd in het Statistisch Bulletin van het CBS. Er wordt uitgegaan van de ontwikkeling van de prijsindex waarbij geldt dat dit het percentage betreft waarmee het indexcijfer zoals dat geldt op de 1ste april voorafgaand aan de 1ste juli, is gewijzigd ten opzichte van het desbetreffende indexcijfer op de 1 ste april van het weer daaraan voorafgaande jaar. Ingeval de procentuele ontwikkeling van de CPI negatief is, wordt voor de toepassing van dit artikel een procentuele ontwikkeling van 0% gehanteerd. In het jaar of de jaren hierna wordt, zolang de negatieve procentuele ontwikkeling in voorafgaande jaren nog niet is verrekend, slechts een procentuele verhoging toegekend voor zover deze hoger is dan het restant van de negatieve procentuele ontwikkeling uit voorafgaande jaren. Een besluit om in enig jaar op basis van dit artikel een toeslag te verlenen, vormt geen garantie voor in toekomstige jaren te verlenen toeslagen en houdt geen inperking in van de beleidsvrijheid die het Bestuur heeft op grond van dit artikel. 2. De toeslagruimte wordt als volgt bepaald. Het bestuur van het fonds zal, rekening houdend met een evenwichtige belangenafweging, er naar streven de voorwaardelijke toeslag als bedoeld in lid 1 te verlenen. Hiertoe zal het bestuur jaarlijks beoordelen of en in hoeverre het verlenen van een toeslag mogelijk is. Het bestuur zal in zijn beoordeling onder meer betrekken: de financiële positie van het fonds en de eisen die de Pensioenwet daaraan stelt in het algemeen; én de beleidsdekkingsgraad van het fonds en de vrije reserve van het fonds in het bijzonder. Voor de toe te kennen toeslag zal het bestuur de onderstaande leidraad hanteren. Het bestuur kan besluiten om van deze leidraad af te wijken. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan 110% worden geen toeslagen verleend.
Pagina 6 van 11
Als de beleidsdekkingsgraad boven de 110% is dan wordt er (gedeeltelijke) toeslag verleend voor zover deze in de toekomst te realiseren is. Als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan het in de actuariële en bedrijfstechnische nota opgenomen bepaalde percentage wordt een volledige toeslag verleend. Inhaaltoeslagen worden verleend als dit wettelijk is toegestaan.
3. Het bestuur behoudt zich het recht voor om het toeslagenbeleid als vastgelegd in dit artikel volgens de bepalingen uit de statuten en conform de uitvoeringsovereenkomst en uitvoeringsreglement aan te passen. Toekomstige wijzigingen in dit artikel zijn direct van toepassing op de nog toe te kennen (toekomstige) toeslagen ten behoeve van alle deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden van het fonds.
Artikel 9.
Vermogenstekorten en premiekorting
1.
Indien: a. het fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de bij of krachtens artikel 132 van de Pensioenwet gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen; b. het pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan artikel 131 of artikel 132 van de Pensioenwet zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgevers onevenredig worden geschaad; en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 138 of artikel 139 van de Pensioenwet; kan het fonds de verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten verminderen, zulks met inachtneming van de leden 3 tot en met 6 van dit artikel.
2.
Het herstelplan als genoemd in lid 1 onder c wordt opgesteld binnen de wettelijk voorgeschreven termijn en conform de wettelijke en door de toezichthouder opgestelde (beleids)voorschriften.
3.
Tot het verminderen van de verworven pensioenaanspraken en de pensioenrechten van de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en andere aanspraakgerechtigden, binnen daartoe door de wet gegeven mogelijkheden, zal slechts worden overgegaan op grond van een door het bestuurgenomen besluit. Dit besluit zal zijn gebaseerd op een desbetreffend rapport van de actuaris dan wel of zomede een rapport van een of meer andere deskundige(n), die door het bestuur tot het instellen van een desbetreffend onderzoek zijn aangewezen.
4.
Indien een in lid 3 bedoeld besluit wordt genomen, worden de bij het fonds verkregen pensioenrechten en -aanspraken verminderd conform de wettelijke bepalingen met dien verstande, dat een procentueel gelijke vermindering van de verkregen pensioenrechten en -aanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden wordt toegepast volgens algemeen geldende normen en maatstaven. Van een procentueel gelijke vermindering kan worden afgeweken als het gaat om een onderscheid tussen de vóór 1 januari 2015 opgebouwde aanspraken en rechten waarop een herverzekeringscontract van toepassing is en de aanspraken en rechten die zijn opgebouwd na 1 januari 2015, een en ander met inachtneming van artikel 105 van de Pensioenwet.
5.
Het fonds informeert de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever schriftelijk over het besluit tot vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten.
6.
De vermindering bedoeld in lid 4 kan op zijn vroegst een maand nadat de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, de werkgever en De Nederlandsche Bank hierover schriftelijk zijn geïnformeerd worden gerealiseerd.
7.
Indien in de volgende jaren het vermogen van het fonds dat toelaat, kan het bestuur besluiten de in lid 4 bedoelde vermindering geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken, met inachtneming van artikel 137 lid 2 onder c van de Pensioenwet.
Pagina 7 van 11
8. Het fonds kan uitsluitend korting verlenen op de kostendekkende premie of de gedempte premie indien ten aanzien van de pensioenverplichtingen wordt voldaan aan artikel 129 van de Pensioenwet.
Artikel 10. Herverzekering en uitbesteding Het fonds kan de uit de pensioenregeling voortvloeiende risico’s herverzekeren bij een of meerdere verzekeraar(s), als bedoeld in de Pensioenwet, en kan de uit de pensioenregeling voortvloeiende administratie uitbesteden aan dezelfde verzekeraar(s), dan wel andere externe partij(en). Hiertoe zal een uitbestedingsovereenkomst worden opgesteld.
Artikel 11. Vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling Vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling door de deelnemer na beëindiging van het dienstverband is uitsluitend mogelijk voor zover en onder de voorwaarden waarin het fondsreglement, dan wel de statuten, hierin voorziet. Ten tijde van de vaststelling van dit uitvoeringsreglement is deze mogelijkheid niet aanwezig.
Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden Indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van opstellen van dit uitvoeringsreglement niet voorzienbaar waren en nakoming van het uitvoeringsreglement substantieel beïnvloeden, zullen partijen in gezamenlijk overleg en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden, die recht doet aan de belangen van beide partijen in het kader van dit uitvoeringsreglement. In voorkomende gevallen kan het bestuur – alvorens een beslissing te nemen – in contact treden met de werkgeversvereniging.
Artikel 13. Beslechting van geschillen Alle geschillen welke tussen het fonds en de werkgever kunnen ontstaan, waaronder geschillen over de uitleg of toepassing van dit uitvoeringsreglement zullen worden beslecht overeenkomstig de klachten- en geschillenregeling van het fonds.
Artikel 14. Tussentijdse beëindiging van een uitvoeringsovereenkomst Het fonds kan de uitvoeringovereenkomst en de aansluiting van een aangesloten werkgever bij het fonds gedurende de looptijd van de uitvoeringsovereenkomst beëindigen, als sprake is van een of meer van de volgende situaties: a. indien de werkgever niet voldoet aan zijn verplichtingen jegens het fonds, uit hoofde van dit uitvoeringsreglement of bovenbedoelde uitvoeringsovereenkomst; b. indien de werkgever in staat van faillissement verkeert of in liquidatie is getreden; c. indien met inachtneming van de statutaire bepalingen tot opheffing van het fonds is besloten; d. indien de werkgever niet meer actief is in de in de statuten bedoelde bedrijfstak.
Artikel 15. Individuele en collectieve waardeoverdracht 1.
Indien bij individuele aanvang van het dienstverband van een deelnemer de waarde van de bij een vorige werkgever verworven pensioenaanspraken ingevolge het wettelijk recht op waardeoverdracht wordt overgedragen aan het fonds en de benodigde inkoopsom bij het fonds hoger dan wel lager is dan de door de andere pensioenuitvoerder beschikbaar gestelde overdrachtswaarde, komt het verschil als koopsom ten laste dan wel ten gunste van het fonds.
2.
Het vorenstaande is op overeenkomstige wijze van toepassing indien bij individuele beëindiging van het dienstverband van een deelnemer de waarde van de door die deelnemer
Pagina 8 van 11
bij het fonds opgebouwde pensioenaanspraken ingevolge het wettelijk recht op waardeoverdracht wordt overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder. 3.
Bij het tot stand komen en voorafgaand aan het aangaan van de uitvoeringsovereenkomst met de werkgever kan de werkgever een verzoek indienen bij het fonds om inkomende collectieve waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenrechten en pensioenaanspraken van de oude pensioenuitvoerder van de werkgever, met in achtneming van het gestelde in dit artikel.
4.
Een inkomende collectieve waardeoverdracht als bedoeld in lid 1 kan in beginsel uitsluitend geschieden op 1 januari van enig jaar, en uiterlijk één jaar na het aangaan van de uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de betrokken werkgever.
5.
Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst kan de werkgever - uiterlijk drie maanden daarna – een verzoek indienen bij het fonds om uitgaande collectieve waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenrechten en pensioenaanspraken van het fonds naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de werkgever.
6.
Een uitgaande collectieve waardeoverdracht kan in beginsel uitsluitend geschieden op 31 december van enig jaar, en uiterlijk één jaar na de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
7.
De overdrachtwaarde van de uitgaande collectieve waardeoverdracht zal in beginsel op analoge wijze worden bepaald als een inkomende collectieve waardeoverdracht.
8.
Een collectieve waardeoverdracht kan in beginsel uitsluitend geschieden voor zover aan alle ter zake geldende wettelijke vereisten en voorschriften wordt voldaan, waaronder het bepaalde in artikel 83 van de Pensioenwet.
9.
Eventuele kosten (waaronder: arbeidskosten, kosten voor een actuaris, kosten voor levering van deelnemersbestanden, kosten inzake beleggingen) die voor het fonds gepaard gaan met de collectieve waardeoverdracht zullen in rekening worden gebracht bij de werkgever. Desgevraagd zal het fonds vooraf een opgave van die kosten verstrekken.
10. Indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van opstellen van dit uitvoeringsreglement niet voorzienbaar waren, zullen het fonds en de werkgever in overleg treden om te bezien of en zo ja onder welke voorwaarden de beoogde collectieve waardeoverdracht kan worden gerealiseerd. 11. Collectieve waardeoverdrachten zijn alleen mogelijk voor zover het bestuur oordeelt dat de waardeoverdracht het belang van de collectiviteit niet schaadt.
Artikel 16. Inwerkingtreding Dit reglement is door het bestuur vastgesteld op 6 juni 2015, treedt in werking op 1 januari 2015 en vervangt het voordien geldende uitvoeringsreglement van het fonds.
Pagina 9 van 11
Bijlage - Service Level Agreement
De werkgever en het fonds maken door middel van deze Service Level Agreement nadere afspraken over de verplichtingen van de werkgever om een goede uitvoering van de statuten en het fondsreglement door het fonds te kunnen waarborgen, in aanvulling op hetgeen is opgenomen in het uitvoeringsreglement. Deze bijlage maakt onderdeel uit van het uitvoeringsreglement. Hetgeen in het uitvoeringsreglement is geregeld, is dus van overeenkomstige toepassing op deze bijlage, tenzij in het uitvoeringsreglement of deze bijlage uitdrukkelijk anders is bepaald. Verstrekking van gegevens door de werkgever Overeenkomstig artikel 4 van het uitvoeringsreglement is de werkgever verplicht om de hierna genoemde gegevens tijdig, adequaat en volledig aan te leveren bij het fonds op een door het fonds aan te geven wijze. 1.
Aanmelding nieuwe deelnemers
De werkgever is verplicht tot het aanmelden van nieuwe deelnemers aan de in het fondsreglement omschreven pensioenregeling binnen vier weken na aanvang van het deelnemerschap. De werkgever verstrekt de volgende gegevens van betrokkene aan het fonds: naam, geslacht, geboortedatum, woonadres, datum indiensttreding, Burgerservice-nummer, fulltime jaarsalaris, deeltijd percentage, burgerlijke staat, (eventuele) partner: naam, geslacht, geboortedatum, datum aanvang partnerschap (voor definitie “partner” zie fondsreglement), 2.
Afmelding deelnemers
De werkgever is verplicht tot het afmelden van personen binnen vier weken nadat die personen niet meer aan de vereisten voor deelnemerschap voldoen. Daarbij geeft de werkgever aan per welke datum het dienstverband is geëindigd en wat de status is geworden van betrokkene (zoals nieuw dienstverband elders, werkloos, overleden). De werkgever verstrekt de volgende gegevens van betrokkene aan het fonds: naam, polisnummer, datum uitdiensttreding, datum overlijden 3.
Flexibiliseringsmogelijkheden
Indien een deelnemer gebruik maakt van één van de in het fondsreglement opgenomen flexibiliseringsmogelijkheden, zoals de mogelijkheid tot uiruil of de mogelijkheid om eerder met pensioen te gaan, is de werkgever verplicht om vóór de gewenste ingangsdatum van het ouderdomspensioen hiervan schriftelijk melding te maken aan het fonds. Daarbij dient een verzoek: tot uitruil uiterlijk 6 weken, tot vervroegde pensioeningang of variabilisering van de pensioenen uiterlijk 6 maanden voor de beoogde pensioeningangsdatum bij het fonds (door de werkgever) te zijn ingediend. De werkgever verstrekt de volgende gegevens van betrokkene aan het fonds: naam, polisnummer, datum pensioeningang, in geval van deeltijd pensioen de percentages deeltijd pensioen en deeltijd doorwerken. Pagina 10 van 11
4.
Arbeidsongeschiktheid
Indien een deelnemer een (wijziging in een) uitkering verkrijgt krachtens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), dan wel krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), is de werkgever verplicht om hiervan binnen vier weken na het verkrijgen (wijzigen) van die uitkering melding te doen aan het fonds. De werkgever verstrekt de volgende gegevens aan het fonds: naam, polisnummer, mate van arbeidsongeschiktheid volgens de beschikking van het UWV, ingangsdatum van de WIA- dan wel WAO-uitkering. 5.
Individuele wijziging van gegevens
De werkgever verplicht zich om binnen vier weken na wijziging van de reeds verstrekte gegevens melding hiervan te doen aan het fonds. De werkgever verstrekt de volgende gegevens aan het fonds: naam, polisnummer, wijziging(en), ingangsdatum van wijziging(en). 6.
Groepsgewijze wijziging van gegevens ten behoeve van premievaststelling
De werkgever is verplicht om uiterlijk 1 mei van ieder jaar aan het fonds van alle (aspirant-) deelnemers gegevens te verstrekken die benodigd zijn voor vaststelling van de premie voor dat jaar. Tevens dient de werkgever dan een verklaring omrent de juistheid en volledigheid van de versterkte gegevens te overleggen. 7. Wijze van aanlevering Voor de aanlevering van de gegevens is er een werkgeversportaal beschikbaar op het internet. Voor een adequate uitvoering van de pensioenregeling is het noodzakelijk dat de gegevens via dit portaal worden aangeleverd. Voor het juiste gebruik van het werkgeversportaal is er de ‘Handleiding Werkgeversportaal’ beschikbaar via de website www.pfaccountancy.nl.
Pagina 11 van 11