PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN : 20.12.2010 Aanwezig :
MM. Buijs E., burgemeester-voorzitter Hendrickx W. Bouwen L. Lenders F. en Vosters B., schepenen.
Vaes A., Verstraelen F., Van Bergen J., Seels J., Noben P., Van Beers S., Wijnen J., Hendrickx K., Maes B., Slegers J., Verstraete L., Hermans A., Geukens K., Vanhoudt D. en Mertens P. en Laurijssen L., raadsleden. Lissens M., voorzitter OCMW. Wouters K., gemeentesecretaris.
Verontschuldigd : Hermans A., schepen Afwezig : Sneyers K., raadslid. Verslag gemeenteraad 08.11.2010. In het verslag van de vergadering van de gemeenteraad van 08.11.2010 is een fout geslopen : raadslid Frieda Verstraelen heeft zich onthouden bij punt 14. “Definitieve vaststelling RUP zonevreemde jeugd- en sportinfrastructuur”. Aangezien er verder geen opmerkingen worden geformuleerd op de redactie wordt het verslag van de vergadering van de gemeenteraad van 11.10.2010 als goedgekeurd beschouwd. 1. Goedkeuring gewijzigde kandidatuur operationele prezone HVZ Taxandria. Samenvatting. De hulpverleningszone Taxandria stelde haar kandidatuur als operationele prezone (hierna OPZ genoemd). Op aangeven van Binnenlandse Zaken dienden tekstuele aanpassingen te worden gedaan in de overeenkomst van het kandidaatsdossier als Operationele Prezone. Motivering. Sinds de Wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid is de hervorming van de Civiele Veiligheid (in het bijzonder de huidige organisatie van de brandweerdiensten) ingeluid. Hierin werden de laatste jaren al enkele concrete stappen gezet (en/of voorbereid), ook binnen de hulpverleningszone Taxandria. Ter voorbereiding van de hervorming werd er een prezoneraad geïnstalleerd, werd er een TaskForce opgericht, werden er projectgroepen samengesteld om een zonale visie te ontwikkelen, … Op datum van 10 maart 2009 werd door de vergadering van de burgemeesters en dienstchefs van de toekomstige hulpverleningszone 4 een ‘intentieverklaring tot samenwerking met de nieuwe hulpverleningszone 4’ voorgedragen. Deze intentieverklaring werd goedgekeurd door de respectievelijke gemeenteraden van de gemeenten die deel uitmaken van hulpverleningszone 4, in afwachting van de inwerkingtreding van de zones zoals voorzien in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Juridische grond
• Wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid • Koninklijk Besluit van 2 februari 2009 betreffende de territoriale afbakening van de hulpverlenings-zones • Ministeriële Omzendbrief van 11 maart 2009 betreffende de TaskForces • Koninklijk Besluit van 12 oktober 2010 houdende de toekenning van subsidies aan de gemeenten die een overeenkomst OPZ sloten met de Staat. Feiten en context De Ministerraad besliste in haar zitting van 20 juli 2010 om de verdeelsleutel vast te leggen voor de aanwending van de vrijgemaakte middelen in het kader van de oprichting van operationele prezones binnen de brandweer. Aansluitend hierop heeft de Minister een schrijven gericht aan de burgemeesters teneinde de faciliteiten te definiëren om in het kader van de hervorming van de Civiele Veiligheid over te gaan tot de oprichting van operationele prezones als tussenstap tussen de huidige samenwerking binnen de hulpverleningszone en de toekomstige organisatie. De voorwaarden om in te stappen werden gedefinieerd in een draaiboek, aangereikt door de Algemene Directie Civiele Veiligheid – cel Hervorming – van FOD Binnenlandse Zaken. Op basis van de verdeelsleutel door de Ministerraad vastgelegd zal de hulpverleningszone Taxandria voor het lopende jaar 2010 een subsidie kunnen genieten ten bedrage van 402.600 EUR indien zij haar opdrachten vervult als operationele prezone. Het financieel beheer zal verlopen via een beherende gemeente binnen de operationele prezone. Na de ondertekening van de overeenkomst tussen de beherende gemeente en de Minister van Binnenlandse Zaken, zal het Ministerie een provisie van 70% van de subsidie overmaken aan de beherende gemeente. De volledige onkosten, passende binnen de overeenkomst, kunnen gerecupereerd worden na voorlegging van de nodige bewijsstukken. De budgetten voor 2010 werden volgens het KB van 12 oktober 2010, houdende toekenning van subsidies voor personeelskosten, infrastructuur, materieel en uitrusting alsook coördinatie aan de gemeenten die een overeenkomst OPZ sloten met de Staat, bepaald. De prezoneraad gaat ervan uit dat FOD Binnenlandse Zaken ook voor 2011 subsidies zal vrijmaken om de werkzaamheden binnen de operationele prezone te kunnen verderzetten. De prezoneraad van 8 september 2010 besliste om een kandidaatsdossier in te dienen en de stad Turnhout voor te dragen als beherende gemeente. Overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het draaiboek moest de hulpverleningszone uiterlijk vóór 15 september 2010 een kandidaatsdossier indienen bij FOD Binnenlandse Zaken. In dit dossier werd omschreven welke verplichte en niet-verplichte doelstellingen de operationele prezone zal uitvoeren, met een bijhorende budgettering ter aanwending van de subsidies. Het dossier zal als basis dienen voor de onderhandelingen tot de afsluiting van een overeenkomst met FOD Binnenlandse Zaken. Het College van Burgemeester en Schepen stemde op 13 september 2010 – onder voorbehoud van goedkeuring door de Gemeenteraad – in dat de kandidatuur waar de stad Turnhout zal optreden als beherende gemeente en verzocht de gemeenten van de hulpverleningszone Taxandria om een onderlinge conventie af te sluiten overeenkomstig de huidge intentieverklaring tot samenwerking.
De Gemeenteraad van 1 oktober 2010 stemde in om, namens de hulpverleningszone Taxandria, het voormelde kandidaatsdossier als operationele prezone in te dienen, waar de stad Turnhout als beherende gemeente zal optreden. Na het indienen van de kandidatuur aan Binnenlandse zaken werd een onderlinge conventie afgesloten tussen de gemeenten behorende tot de hulpverleningszone Taxandria (zowel de gemeenten met brandweerdienst als de beschermde gemeenten), overeenkomstig de huidige intentieverklaring tot samenwerking. Op aangeven van Binnenlandse Zaken diende de overeenkomst van het kandidaatsdossier als Operationele Prezone tekstueel te worden aangepast alvorens deze ter ondertekening kon worden voorgelegd aan de Minister. De gemeenteraad van Turnhout keurde op 8 november 2010 de aangepaste teksten van de OPZ-overeenkomst met Binnenlandse Zaken goed. Het Prezone College besliste, mede op aangeven van Biza, ook dat de aangepaste onderliggende overeenkomst best opnieuw door iedere gemeente kan worden voorgelegd aan de respectievelijke gemeenteraden. Advies De Prezone Raad geeft gunstig advies voor de door Binnenlandse Zaken voorgestelde wijzigingen in de bijgevoegde overeenkomst van het kandidaatsdossier als Operationele Prezone alsook voor de opmaak van een onderliggende overeenkomst afgesloten tussen de gemeenten behorende tot de hulpverleningszone Taxandria. Tevens wordt voorgesteld om de aangepaste overeenkomst voor te leggen aan de gemeenteraden van de gemeenten behorende tot de hulpverleningszone Taxandria. BESLUIT : Art. 1 : De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan de onderlinge conventie met betrekking tot de operationele prezone en gaat bijgevolg akkoord met : • De inhoud van de aangepaste overeenkomst waarvan kopie in bijlage; • Het feit dat Turnhout namens de hulpverleningszone Taxandria optreedt als beherende gemeente. • Het feit dat de eigen gemeente zal participeren in de operationele prezone en zal meewerken aan de realisatie van de doelstellingen, zoals opgenomen in de overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de operationele prezone. Art. 2 : Dit besluit aan de brandweer en de financieel beheerder over te maken. 2. Goedkeuring reglement klachtenbehandeling. Raadslid Koen Geukens, onafhankelijke, vraagt of het reglement klachtenbehandeling gecommuniceerd wordt met de burger. De burgemeester antwoordt dat dit inderdaad het geval is. Gelet op artikel 2 en artikel 3 van het gemeentedecreet; Gelet op artikel 43 § 2, 16° van het gemeentedecreet; Gelet op artikel 197 en artikel 198 van het gemeentedecreet; Gelet op het bestuurlijk toezicht zoals bepaald in het gemeentedecreet; Gelet op het Vlaams klachtendecreet van 1 juni 2001 en de omzendbrief van 18 maart 2005;
Gelet op het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst; Overwegende dat de gemeente een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van de gemeentelijke bevoegdheden moet verzekeren, de inwoners zo veel mogelijk bij het beleid moet betrekken en moet zorgen voor openheid van bestuur; Overwegende dat een goed klachtenmanagement behoort tot de essentiële taken van het gemeentelijk bestuur in zijn relatie tot de burger; Overwegende dat een goed klachtenmanagement aanleiding kan geven tot verbeteringen in de werking of organisatie; Gelet op de besprekingen op het managementteam; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: De gemeenteraad stelt het systeem van klachtenbehandeling vast en geeft goedkeuring aan onderhavig reglement klachtenbehandeling. REGLEMENT KLACHTENBEHANDELING Artikel 1. Het gemeentebestuur van Arendonk organiseert een procedure voor klachtenbehandeling op ambtelijk niveau. Een goed klachtenmanagement behoort immers tot de essentiële taken van het gemeentelijk bestuur in zijn relatie tot de burger. Bovendien kan een goed klachtenmanagement aanleiding geven tot verbeteringen in de werking of organisatie. Artikel 2. Iedereen die met de gemeentelijke diensten in aanmerking komt, heeft het recht om een klacht in te dienen bij de gemeente over de handelingen en de werking van de gemeente. Artikel 3 §1. Een klacht is een manifeste uiting waarbij een ontevreden burger bij de gemeente klaagt over een door de gemeente al dan niet verrichte handeling of prestatie. §2. Het moet duidelijk zijn dat de burger ontevreden is en hij/zij moet dit mondeling, schriftelijk of elektronisch uiten aan de gemeente. De klacht moet een concrete omschrijving bevatten van de feiten waartegen ze gericht is. §3. Het gaat om al dan niet verrichte handelingen of prestaties van personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. §4. Een klacht kan slaan op o een foutief verrichten van een handeling of prestatie o het afwijken van de vastgelegde of gebruikelijke werkwijze o het niet uitvoeren van een handeling of prestatie §5. Een klacht kan betrekking hebben op o een behandelingswijze o een termijn o een beslissing Artikel 4 §1. Deze procedure voor klachtenbehandeling is niet van toepassing op vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities. Deze worden rechtstreeks door de betrokken dienst behandeld.
§2. Deze procedure voor klachtenbehandeling is niet van toepassing op algemene klachten over de regelgeving, algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid of klachten over beleidsvoornemens of verklaringen. Dergelijke beleidsklachten worden op politiek niveau behandeld. Voor klachten over de werking of de beslissingen van het college van burgemeester en schepenen of de gemeenteraad, bestaat de mogelijkheid van administratief beroep. Artikel 5 §1. Een klacht is niet ontvankelijk en moet door de gemeente niet behandeld worden: 1° indien de identiteit en het adres van de klager niet bekend zijn. Anonieme klachten worden enkel behandeld indien de klacht ernstige feiten betreft en de indiener van de klacht gegronde redenen heeft om anoniem te blijven; 2° indien de klacht geen concrete omschrijving bevat van de feiten waartegen ze gericht is; 3° indien de klacht betrekking heeft op feiten die langer dan 6 maanden vóór de indiening van de klacht hebben plaatsgevonden; 4° indien de klacht betrekking heeft op feiten die niet onder de bevoegdheid van de gemeente vallen; 5° indien de klacht betrekking heeft op feiten waarvoor een georganiseerd administratief beroep is voorzien of waarover een gerechtelijke procedure aanhangig is. §2. Als de klacht niet in behandeling wordt genomen, stelt de klachtencoördinator de klager daarvan schriftelijk in kennis. De weigering om een klacht te behandelen wordt gemotiveerd. Artikel 6. De stafmedewerker (of bij diens afwezigheid de gemeentesecretaris) treedt op als klachtencoördinator. De klachtencoördinator dispatcht de klachten, doet het ontvankelijkheidsonderzoek, ziet er op toe dat de behandeling van een klacht conform de klachtenprocedure verloopt en zorgt voor de registratie en rapportering. Artikel 7 §1. Een ambtenaar die inhoudelijk goed op de hoogte is over de materie waarover de klacht gaat, treedt op als klachtenbehandelaar. Dit is eerstelijnsklachtenbehandeling. §2. De gemeentesecretaris (of bij diens afwezigheid de stafmedewerker) behandelt klachten die betrekking hebben op feiten waarvoor reeds eerder een klacht werd ingediend en waaraan volgens de klager niet of onvoldoende tegemoet is gekomen op de eerste lijn. Dit is tweedelijnsklachten-behandeling. §3. De persoon die de klacht behandelt is verplicht het beroepsgeheim te respecteren en een strikte neutraliteit in acht te nemen. Artikel 8. De indiener van de klacht wordt zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen 5 werkdagen na ontvangst van de klacht, behoudens bij overmacht) op de hoogte gebracht dat de klacht ontvangen is en door de juiste dienst behandeld zal worden. Indien het e-mailadres van de indiener gekend is, gebeurt deze ontvangstbevestiging via e-mail. Zoniet gebeurt deze ontvangstbevestiging per brief. Indien een mondelinge klacht meteen beantwoord werd, gebeurt nadien geen ontvangstbevestiging meer. Artikel 9 §1. Uiterlijk binnen 20 werkdagen na ontvangst van de klacht, ontvangt de indiener van de klacht een antwoord per brief. Indien een mondelinge klacht meteen beantwoord werd, wordt nadien geen schriftelijk antwoord meer verstuurd.
§2. Indien het niet mogelijk is om binnen de termijn van 20 werkdagen na ontvangst van de klacht het onderzoek af te ronden, wordt de indiener van de klacht hiervan op de hoogte gebracht, met opgave van de redenen. Artikel 10. Alle klachten, evenals het gevolg dat er wordt aan gegeven, worden door de klachtencoördinator geregistreerd in een centraal databestand. Artikel 11 §1. Wanneer een onderzoek over een eerstelijnsklacht volledig is afgerond, brengt de klachtencoördinator verslag uit aan het managementteam. Wanneer een onderzoek over een tweedelijnsklacht volledig is afgerond, brengt de gemeentesecretaris verslag uit aan het managementteam. §2. Driemaandelijks wordt van de behandelde klachten een verslag gemaakt en gerapporteerd aan het managementteam en aan het college van burgemeester en schepenen. §3. Jaarlijks wordt een verslag gemaakt en gerapporteerd aan de gemeenteraad. §4. Bij rapporteringen worden alle privacygegevens over de indiener van de klacht weggelaten. Artikel 12. Deze regeling treedt in werking vanaf 1 januari 2011 en zal na een jaar geëvalueerd worden. 3. Vestiging recht van opstal Allco-Finishing/ES Finance. Gelet op het verzoek van notaris Tom Coppens uit Vosselaar dd. 09.11.2010 om toelating te verlenen aan Allco-Finishing tot het vestigen van een recht van opstal door ES Finance op het dak van de gebouwen, Hoge Mauw 750, sectie C nr. 1778/e, voor het plaatsen van zonnepanelen, en het verlenen van een hypothecaire volmacht tot verlenging van dit recht van opstal; Gelet op de thans geldende bijzondere verkoopsvoorwaarden vastgelegd bij raadsbesluit van 13.11.89. BESLUIT: Aan Allco-Finishing wordt toelating verleend tot het vestigen van een recht van opstal door ES Finance op het dak van de gebouwen, Hoge Mauw 750, sectie C nr. 1778/e, voor het plaatsen van zonnepanelen, en het verlenen van een hypothecaire volmacht tot verlenging van dit recht van opstal. 4. Vestiging recht van opstal Vechem Industries/Suncop I. Gelet op het verzoek van notaris Tom Coppens uit Vosselaar dd. 29.11.2010 om toelating te verlenen aan Vechem Industries tot het vestigen van een recht van opstal door Suncop I op het dak van de gebouwen, Hoge Mauw 430, voor het plaatsen van zonnepanelen; Gelet op de thans geldende bijzondere verkoopsvoorwaarden vastgelegd bij raadsbesluit van 13.11.89. BESLUIT: Aan Vechem Industries wordt toelating verleend tot het vestigen van een recht van opstal door Suncop I op het dak van de gebouwen, Hoge Mauw 430, voor het plaatsen van zonnepanelen.
5. Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst over de behandeling van milieuklachten en milieuovertredingen tussen de Politie Kempen N.O. en de gemeenten Arendonk, Ravels en Retie. Gelet op het feit dat de gemeente Arendonk verder wil werken aan een actief milieubeleid; Overwegende dat een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Arendonk en de plaatselijke politiezone een mogelijkheid schept om het milieubeleid verder uit te werken; Overwegende dat vanuit de politiezone Kempen Noord-Oost een ontwerp samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Arendonk, Ravels en Retie enerzijds en de politiezone anderzijds werd voorgesteld teneinde de behandeling van milieuklachten en milieuovertredingen verder uit te werken; Overwegende dat dit voorstel tot samenwerkingsovereenkomst op 24/11/2010 werd besproken door vertegenwoordigers van de Politiezone Kempen Noord-Oost en de gemeentebesturen van Arendonk, Ravels en Retie; Overwegende dat uit dit overleg bleek dat alle betrokken partijen zich akkoord kunnen verklaren met de ontwerptekst en dat het derhalve wenselijk is dat de gemeente Arendonk dit samenwerkingsprotocol afsluit met de politiezone Kempen Noord-Oost; Gelet op het feit dat de gemeenteraad voorliggende samenwerkingsovereenkomst over de behandeling van milieuklachten en milieuovertredingen tussen de Politie Kempen N.O. en de gemeenten Arendonk, Ravels en Retie derhalve kan goedkeuren. BESLUIT : De gemeenteraad van Arendonk hecht goedkeuring aan volgende overeenkomst: Artikel 1 [doel] Deze overeenkomst regelt de samenwerking en de taakverdeling tussen de gemeentelijke milieudienst en de politieambtenaren bij de behandeling van milieuklachten en ambtshalve vastgestelde milieuovertredingen, overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst 2008 – 2013, meer bepaald : art. 2.4 Samenwerkingsovereenkomst met een aangrenzende gemeente, een intergemeentelijke vereniging of een politiezone. Als de gemeente niet beschikt over een persoon met een Vlarem bekwaamheidsbewijs, of als de gemeente niet meer beschikt over deze persoon wegens personeelsverloop of langdurige afwezigheid, sluit de gemeente binnen het jaar na ondertekening van de overeenkomst een overeenkomst af, hetzij met een aangrenzende gemeente, hetzij met een intergemeentelijke vereniging of politiezone waarvan de gemeente deel uitmaakt. In deze overeenkomst moet de vorm van samenwerking inzake milieuhandhaving worden afgesproken. Deze samenwerkingsovereenkomst bevat onder meer: 1° de taakverdeling en de wijze van samenwerking; 2° de middelen die voor de uitoefening van het toezicht ter beschikking worden gesteld; 3° de opmaak van een lijst waarin de toezichtacties op milieuovertredingen worden beschreven; 4° het aanduiden van een aanspreekpunt per gemeente voor de opvolging van milieuovertredingen; 5° de bemiddelingsrol die de gemeente opneemt.
Deze overeenkomst is slechts bindend tussen de Politie Kempen N.O. en de gemeenten en doet geen afbreuk aan de algemene opsporingsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie. Artikel 2 [aanspreekpunt in de gemeenten] Tijdens de kantooruren is de gemeentelijke milieudienst het aanspreekpunt voor de burger bij milieuovertredingen. In de avonduren en gedurende het weekend worden de milieuklachten ontvangen door de Politie (101). Artikel 3 [ontvangst, registratie en doorzenden van milieuklachten] De gemeentelijke diensten en de politie registreren de door hen ontvangen milieuklachten op eenvormige wijze. De politie zal bovendien iedere aangifte en klacht verder registreren in ISLP (politie informatica systeem). Alle gemeenten van de Politie Kempen N.O., zullen voor de uniformiteit, eenzelfde meldingsfiche gebruiken voor het registreren en doorgeven van milieuklachten. Deze meldingsfiche wordt elektronisch of per fax aan de Politie Kempen N.O. overgemaakt. Zie model in bijlage 1. Bezwaren ontvangen door de gemeentelijke milieudienst n.a.v. een openbaar onderzoek over een milieuvergunningsaanvraag worden in principe niet opgenomen als milieuklacht, tenzij hierin zaken worden vermeld die buiten het raam vallen van de doelstellingen van het milieuvergunningsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Artikel 4 [ambtshalve vaststellingen] De gemeentelijke milieudienst en de politie kunnen ambtshalve milieuovertredingen1 vaststellen, los van enige ontvangen milieuklacht. De gemeentelijke milieudienst en de politie registreren de door hen vastgestelde milieuovertredingen1 op de wijze als in art. 3. De gemeentelijke milieudienst en de politie sturen de door hen milieuovertredingen1 in voorkomend geval door naar de bevoegde overheid.
vastgestelde
Artikel 5 [overleg] De gemeentelijke milieudienst en de politie overleggen regelmatig over de planning van de toezichtshandelingen die op eigen initiatief zullen gebeuren en over de behandeling van concrete milieuklachten of milieuovertredingen1. Artikel 6 [conflictbemiddeling] Bij elke klacht zal onderzocht worden of kan bemiddeld worden tussen de betrokken partijen. De lokale politie wordt hierbij eventueel ingeschakeld. De gemeentelijke milieudienst staat in voor de conflictbemiddeling bij hinderlijke inrichtingen klasse 2 en 3, zodat milieuklachten en ambtshalve vastgestelde milieuovertredingen1 zoveel mogelijk administratief worden opgelost. Artikel 7 [plaatsbezoek, verhoor]
Als de milieuambtenaar ter plaatse een bezoek wil brengen, kan hij de bijstand van de politie vragen, met dien verstande dat de administratieve taken vervuld worden door de milieuambtenaar van de betrokken gemeenten. Dit geldt ook wanneer de milieuambtenaar toezicht wil uitoefenen op een hinderlijke inrichting los van een milieuklacht of een ambtshalve vastgestelde milieu- overtreding1, bijvoorbeeld n.a.v. een melding of een vergunningsaanvraag. Dit moet evenwel beperkt blijven tot de noodzakelijke gevallen. Als de politie ter plaatse een bezoek wil brengen, kan zij de bijstand van de milieuambtenaar inroepen. De politie neemt eventuele verhoren af. Artikel 8 [wederzijdse bijstand] De milieuambtenaar staat alle politieambtenaren bij in de uitoefening van de in deze overeenkomst bedoelde taken met o.a. deskundig advies inzake het milieubeleid. Op verzoek van de politie zullen alle administratieve gegevens in de daartoe aangewezen dossiers aan de politie worden overgemaakt. De aangestelde politieambtenaren staan de milieuambtenaar bij in de uitoefening van de in deze overeenkomst bedoelde taken. Artikel 9 [proces-verbaal] De politie stelt het proces-verbaal op. De milieuambtenaar zorgt voor de technische ondersteuning en de eventueel voor het procesverbaal noodzakelijke metingen en monsternemingen. Artikel 10 [relatie met andere overheden en andere betrokkenen] § 1.De milieuambtenaar en de politie onderhouden de contacten met de andere toezichthoudende diensten inzake milieumisdrijven (zoals bv. de milieu-inspectie, de mestbank, de OVAM, de boswachters, de natuurwachters enz...). De milieuambtenaar neemt een planning en rapportering over de behandeling van milieuklachten op in het milieujaarprogramma. De milieuambtenaar en de politie onderhouden de contacten met de andere politiediensten en de gerechtelijke overheden. § 2.De gemeentelijke milieudienst is de initiatiefnemer voor communicatie met klager, slachtoffer, dader , met betrekking tot de aspecten van bestuurlijke politie. Met betrekking tot de aspecten van gerechtelijke politie blijft artikel 458 (beroepsgeheim) en de omzendbrief Col 7/99 van 03/05/1999 van het College van Procureurs-generaal integraal van kracht. Artikel 11 [lijst toezichtacties] De Politie Kempen N.O. kan, op vraag van de burgemeester van de betrokken gemeenten, een lijst opmaken waarin de toezichtacties op milieuovertredingen worden beschreven. Deze lijst wordt dan overgemaakt aan de burgemeester/ gemeentelijke milieudienst. Artikel 12 [niet vernoemde taken] Onderzoeksdaden waarvoor de milieuambtenaar wettelijk niet bevoegd is en onderzoeksdaden waarvoor hij wel bevoegd is, maar die deze overeenkomst niet vernoemt als taken van de milieuambtenaar, zijn in principe taken van de politie, tenzij de gemeentelijke milieudienst en de politie anders overeenkomen voor een concrete milieuklacht of milieuovertreding. Artikel 13 [aanwijzing politieambtenaren voor milieutoezicht]
Voor de uitoefening van de taken die bij deze overeenkomst aan de politie worden toegewezen, stelt de Politie Kempen N.O. één of meerdere politieambtenaren aan die hoofdzakelijk milieumisdrijven behandelen. Zij zijn bevoegd om op te treden over het hele grondgebied van de Politie Kempen N.O. Artikel 14 [duur van de overeenkomst] §1. Deze overeenkomst treedt in werking 10 dagen na de ondertekening en is geldig voor onbepaalde duur. §2. De overeenkomst kan door beide partijen jaarlijks worden opgezegd per aangetekend schrijven, uiterlijk 3 maanden voor het einde van het kalenderjaar. Artikel 15 [slotbepaling] §1. Deze overeenkomst is opgesteld in vijf exemplaren te Arendonk en wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van alle partijen. Alle partijen verklaren een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen §2. Eén ondertekend exemplaar wordt aan de Vlaamse regering, CAPLO, toegestuurd. 6. Meubilair gemeentehuis - Referentie : 2010/14 (leveringen) - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het KB van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, inzonderheid art. 120; Gelet op het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, inzonderheid art. 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat het nodig is een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Meubilair gemeentehuis”; Gelet op het algemeen en bijzonder bestek nr. 2010/14 opgemaakt door technische dienst; Overwegende dat de uitgave voor de opdracht met als voorwerp “Meubilair gemeentehuis”in het algemeen en bijzonder bestek met nr. 2010/14 wordt geraamd op € 51.854,81 excl. BTW, hetzij € 62.744,32 incl. BTW; Overwegende dat derhalve voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op het krediet dat voorzien is in de begroting van 2010 op artikel 104/741/51 van de buitengewone dienst. BESLUIT: Art. 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het algemeen en bijzonder bestek met nr. 2010/14 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Meubilair gemeentehuis”, opgemaakt door de ontwerper (technische dienst), voor een bedrag indicatief geraamd op € 51.854,81 excl. BTW, hetzij € 62.744,32 incl. BTW. Art. 2: De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gegund worden bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure. Art. 3: De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal beheerd worden: - enerzijds, door de algemene aannemingsvoorwaarden in hun geheel,
- en anderzijds, door het bestek dat bij onderhavige beslissing gevoegd is. Art. 4: De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancieerd worden op art. 104/741/51 van de buitengewone dienst in de begroting van dienstjaar 2010. 7. Renovatie Vrijheid 31: aanstellen ontwerper - Referentie : 2010/13 (diensten) Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, §1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Renovatie Vrijheid 31: aanstellen ontwerper” een bijzonder bestek met nr. 2010/13 werd opgesteld door de ontwerper ( technische dienst ); Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 41.322,31 excl. btw of € 50.000,00 incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op artikel 124/724/60 van de buitengewone dienst; BESLUIT: Art.1 : Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2010/13 en de raming voor de opdracht “Renovatie Vrijheid 31: aanstellen ontwerper”, opgesteld door de ontwerper. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 41.322,31 excl. btw of € 50.000,00 incl. 21% btw. Art.2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art.3 : De opdracht waarvan sprake in artikel 1 zal gefinancierd worden op artikel 124/724/60 van de buitengewone dienst. 8. Wijziging financiële bijdrage 2010 aan de politiezone Kempen Noord-Oost. Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid; Gelet op het K.B. van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente – politiezone; Overwegende dat het aandeel van de gemeente Arendonk 34,95 % bedraagt; Gelet op het besluit van de politieraad van 22 november 2010, houdende goedkeuring begrotingswijziging 1/2010 met als gevolg de verhoging van de gemeentelijke bijdrage voor 2010 tot 877.513,00 EUR. BESLUIT :
De dotatie van de gemeente Arendonk aan de politiezone Kempen Noord-Oost wordt, na wijziging 1/2010 van de politiebegroting 2010, vastgesteld op 877.513,00 EUR. 9. Financiële bijdrage 2011 aan de politiezone Kempen Noord-Oost Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid artikel 40, derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid; Gelet op het K.B. van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeente-politiezone; Overwegende dat het aandeel van de gemeente Arendonk 34,95 % bedraagt; Gelet op het besluit van de politieraad van 22 november 2010, houdende de vaststelling van de politiebegroting voor het dienstjaar 2011; Overwegende dat in de politiebegroting voor het dienstjaar 2011 een dotatie van 926.917,00 EUR is ingeschreven voor de gemeente Arendonk. BESLUIT : De dotatie van de gemeente Arendonk aan de politiezone Kempen Noord-Oost wordt vastgesteld op 926.917,00 EUR voor het dienstjaar 2011. 10. Aanvullende belasting op de personenbelasting. Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd. BESLUIT : met 14 stemmen voor en 7 onthoudingen (fractie A+, Vlaams belang en Kristof Hendrickx, onafhankelijke, Ann Hermans, onafhankelijke en Koen Geukens, onafhankelijke). Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2011 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2 : De belasting wordt vastgesteld op 7,5 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Die belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3 : De vestiging en inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen in artikel 466 en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4 : Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gestuurd. 11. Opcentiemen onroerende voorheffing. Gelet op de financiële situatie van de gemeente; Gelet op artikel 3,5° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten; Gelet op het decreet van 09.06.1998 houdende de bepalingen tot wijziging van het wetboek van de inkomstenbelastingen waar wat betreft de onroerende voorheffing. BESLUIT : met 14 stemmen voor en 7 onthoudingen (fractie A+, Vlaams belang en Kristof Hendrickx, onafhankelijke, Ann Hermans, onafhankelijke en Koen Geukens, onafhankelijke).
Artikel 1 : Voor het dienstjaar 2011 worden de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vastgesteld op 1.400 opcentiemen. Artikel 2 : Deze gemeentelijke opcentiemen worden ingevorderd door het Vlaams Gewest, overeenkomstig de regels voor de heffing van de gewestbelasting waar zij bijkomen. Artikel 3 : Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gestuurd. 12. Goed te keuren algemene toelagen 2011. Overwegende dat de gemeente op 1 januari 2010 13.169 inwoners telt; Gelet op het voorstel van het schepencollege betreffende de toekenning van subsidies 2011 als volgt : 334/332/02 : Dierenasiel vzw De Heyde Ravels 1.317,00 EUR Overwegende dat de gemeente in het kader van de wet van 14 augustus 1986 op de dierenbescherming inzonderheid artikel 9, de verplichting heeft de opvang te verzekeren van zwervende, verloren of achtergelaten dieren; Overwegende dat de gemeente hiervoor is toegetreden tot het dierenasiel vzw De Heide in Ravels; Overwegende dat een tussenkomst in de werking voorzien wordt van 0,10 EUR per inwoner. 561/321/01 : Toerisme Arendonk 4.675,00 EUR Overwegende dat de oprichting van de VVV een gemeentelijk initiatief is geweest en dat bijgevolg voor de werking ervan de gemeente de nodige middelen dient ter beschikking te stellen. 561/332/02 : Samenwerking Land van Turnhout 2.152,00 EUR Overwegende dat de gemeente is toegetreden tot de samenwerking Land van Turnhout ten einde in een breder kader en met meer middelen het toerisme in de gemeente en de regio te promoten; Overwegende dat hiertoe de samenwerking Land van Turnhout financieel dient gesteund haar werkingskosten. 562/435/01 : Toerisme Provincie Antwerpen promotiecampagne 1.160,00 EUR Overwegende dat de gemeente heeft ingetekend bij Toerisme Provincie Anwerpen op de participatie in de promotiecampagne Antwerpse Kempen 2011; Overwegende dat de inbreng 1.160,00 EUR bedraagt. 764/332/02 : Bevrijdingsprijs Arendonk 575,00 EUR Overwegende dat de gemeente sedert de bevrijdingsfeesten 40 – 45 de wielerclub ondersteunt die de “gemeentelijke bevrijdingsprijs” inricht; Overwegende dat deze traditie in stand dient gehouden door toekenning van een billijke toelage. 778/434/01 : Erfgoedcel Noorderkempen 3.943,00 EUR Overwegende dat de gemeente is ingeschreven voor de deelwerking cultureel erfgoed Noorderkempen; Overwegende dat voor deze werking een bijdrage wordt gevraagd. 811/332/02 : Centrum AlgemeenWelzijnswerk Kempen vzw 659,00 EUR Gelet op het voorstel van het schepencollege, verwijzende naar het sociale karakter van de instelling, tot het verlenen van een toelage van 0,05 EUR per inwoner.
833/321/01 : Federatie Vlaamse Gehandicapten 1.215,00 EUR Overwegende dat de gemeente, zoals in het verleden, steeds een belangrijke rol wenst blijven te spelen in de begeleiding en verzorging van gehandicapten d.m.v. ter beschikkingstelling van gebouwen, lokalen, vervoer en toelagen; Overwegende dat de gemeente een lokaal ter beschikking stelt aan de K.V.G.; Overwegende dat bijgevolg een tussenkomst van 1.215,00 EUR in de werking van de federatie van Vlaamse Gehandicapten – afd. Arendonk billijk is. 844/332/02 : Dienst Vroeg- en Thuisbegeleiding Provincie Antwerpen 330,00 EUR Overwegende dat de gemeente, zoals in het verleden, steeds een belangrijke rol wenst blijven te spelen in de begeleiding en de verzorging van gehandicapten d.m.v. ter beschikkingstelling van gebouwen, lokalen, vervoer en toelagen; Gelet op de werking van de Dienst Vroeg- en Thuisbegeleiding – Provincie Antwerpen vzw opgericht op 12 januari 1988, met o.a. als belangrijke doelstelling de opvang van pasgeboren en jonge gehandicapte kinderen; Gelet op het voorstel van het schepencollege, verwijzende naar het sociale karakter van de instelling, tot het verlenen van een toelage van 0,025 EUR per inwoner; 84401/332/03 : Talander vzw Arendonk 375,00 EUR Gelet op het voorstel van het schepencollege, verwijzende naar het sociale karakter van de instelling, tot het verlenen van een toelage van 375,00 EUR. 871/332/02 : Ispahan Palliatieve Zorgen Kempen vzw Turnhout 659,00 EUR Gelet op het voorstel van het schepencollege, verwijzende naar de medewerking van deze instelling aan sommige gezondheidsprojecten, tot het verlenen van een tussenkomst in de werkingskosten van 0,05 EUR per inwoner. 871/435/01 : LOGO Noorderkempen vzw 659,00 EUR Gelet op het raadsbesluit van 14 september1998 houdende de toetreding tot LOGO Noorderkempen; Gelet op het voorstel van het schepencollege, verwijzende naar de medewerking van deze vereniging aan sommige gezondheidsprojecten, tot het verlenen van een tussenkomst in de werkingskosten van 0,05 EUR per inwoner. 87901/332/01 : Stichting Kempens Landschap 1.252,00 EUR Overwegende dat de gemeente is toegetreden tot de Stichting Kempens Landschap vzw; Gelet op het voorstel van het schepencollege om hiervoor 0,10 EUR per inwoner te voorzien zoals voorgesteld door het provinciebestuur. BESLUIT : Artikel 1 : Verleent goedkeuring aan de navermelde toekenning van toelagen waarvoor kredieten worden vastgelegd in de gemeentebegroting 2011. 334/332/02 : Dierenasiel De Heyde vzw Ravels 1.317,00 EUR 561/332/02 : Toerisme Arendonk 4.675,00 EUR 561/332/02 : Samenwerking Land van Turnhout 2.152,00 EUR 562/435/01 : Toerisme Provincie Antwerpen promotiecampagne 1.160,00 EUR 764/332/02 : Bevrijdingsprijs Arendonk 575,00 EUR 778/434/01 : Erfgoedcel Noorderkempen 3.943,00 EUR 811/332/02 : Centrum Algemeen Welzijnswerk Kempen vzw 659,00 EUR 833/321/01 : Federatie Vlaamse Gehandicapten 1.215,00 EUR
844/332/02 : Dienst Vroeg- en Thuisbegeleiding prov. Antwerpen 330,00 EUR 84401/332/03 : Talander vzw Arendonk 375,00 EUR 871/332/02 : Ispahan Palliatieve Zorgen Kempen vzw Turnhout 659,00 EUR 871/435/01 : LOGO Noorderkempen vzw 659,00 EUR 87901/332/01 : Stichting Kempens Landschap 1.252,00 EUR Artikel 2 : Verleent vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 betreffende controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toekomst van de hierna vermelde verenigingen die een toelage trekken van 1.239,47 EUR of meer. Vermelde verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgend uit de bepalingen van artikel 3 en 7, eerste lid van deze wet. De toegekende toelagen worden in éénmaal uitbetaald. Artikel 3 : Aan de verenigingen vermeld in artikel 1, wordt een verantwoording van de besteding van de toelagen opgevraagd. 13. Toelage activiteitencentrum De Rusthuif – werking. Overwegende dat de algemene doelstellingen van het project “Activiteitencentrum De Rusthuif” vzw o.a. het volgende voorhouden : “Met alle middelen voorzien in het geestelijk en maatschappelijk welzijn van gehandicapten in de Kempen”; Overwegende dat vanaf het dienstjaar 2003 de SIF-middelen werden opgenomen in het gemeentefonds; Gelet op het raadsbesluit van heden houdende de toekenning van een toelage voor vakantieopvang voor het activiteitencentrum De Rusthuif. BESLUIT : Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan de toekenning van een toelage van 10.000,00 EUR aan het activiteitencentrum De Rusthuif vzw p.a. Reenstraat 14 te 2370 Arendonk voor het dienstjaar 2011. Artikel 2 : Verleent vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toekomst van de verenigingen die een toelage genieten van 1.239,47 EUR of meer. Vermelde verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgende uit de bepaling van artikelen 3 en 7, eerste lid van deze wet. Artikel 3 : Aan de vereniging wordt een jaarlijkse verantwoording van de besteding van de toelage opgevraagd. Artikel 4 : De uitgave wordt geboekt onder artikel 844/332/03. 14. Toelage activiteitencentrum De Rusthuif – vakantieopvang. Overwegende dat de algemene doelstellingen van het project “Activiteitencentrum De Rusthuif” vzw o.a. het volgende voorhouden : “Met alle middelen voorzien in het geestelijk en maatschappelijk welzijn van gehandicapten in de Kempen”; Overwegende dat De Rusthuif opvang voorziet voor gehandicapte kinderen tijdens de schoolvakanties; Gelet op het raadsbesluit van heden houdende de toekenning van een werkingstoelage voor het activiteitencentrum De Rusthuif. BESLUIT : Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan de toekenning van een bijkomende toelage 2.000,00 EUR aan het activiteitencentrum De Rusthuif vzw p.a. Reenstraat 14 te 2370 Arendonk voor het dienstjaar 2011.
Artikel 2 : Verleent vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toekomst van de verenigingen die een toelage genieten van 1.239,47 EUR of meer. Vermelde verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgend uit de artikelen 3 en 7,eerste lid van deze wet. Artikel 3 : Aan de vereniging wordt een jaarlijkse verantwoording van de besteding van de toelage opgevraagd. Artikel 4 : De uitgave wordt geboekt onder artikel 844/332/03. 15. Toelage ontwikkelingshulp Overwegende dat de gemeenteraad het belangrijk vindt dat de gemeente financieel bijdraagt aan Derde Wereldprojecten, waaronder niet-gouvernementele organisaties, die steeds de armste groepen of de meest verdrukten steunen; Overwegende dat het tevens belangrijk is dat er een ontwikkelingswerking bestaat op gemeentelijk vlak en hiervoor de nodige gelden ter beschikking worden gesteld; Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 14 oktober 1996 houdende de oprichting van een gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking; Gelet op het voorstel van de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking tot verdeling van toelagen aan plaatselijke verenigingen die zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking; Gelet op het voorstel van het schepencollege. BESLUIT : Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan navermelde verdeling van toelagen aan plaatselijke verenigingen die zich inzetten voor ontwikkelingssamenwerking : - OXFAM Wereldwinkel Afdeling Arendonk 900,00 EUR - Missiekring Centrum 900,00 EUR - Actie Broederlijk Delen Centrum 900,00 EUR - Actie Broederlijk Delen De Lusthoven 900,00 EUR - Actie Broederlijk Delen Voorheide 900,00 EUR - Wereldsolidariteit 900,00 EUR Artikel 2 : Aan de verenigingen vermeld in artikel 1, wordt een jaarlijkse verantwoording van de besteding van de toelagen opgevraagd. Artikel 3 : De uitgave wordt geboekt onder artikel 849/332/02. 16. Buitengewone investeringstoelage Talander vzw Overwegende dat conform de statuten onder artikel 3 Talander vzw, De Lusthoven 88 te 2370 Arendonk tot doel heeft :”Het tot stand brengen, verzorgen en stimuleren van heilpedagogisch en socio-therapeuthisch werk volgens de grondslagen en inzichten van de anthroposofie, geïnaugureerd door R. Steiner”; Overwegende dat de vereniging een gemeenschap wil vormen waarin adolescenten en volwassenen met ontwikkelingsstoornissen zicht kunnen krijgen op een eigen levensopgave en waarin hun ontwikkelingsmogelijkheden geboden worden; Overwegende dat de gemeente, zoals in het verleden, steeds een belangrijke rol wenst blijven te spelen in de begeleiding en de verzorging van gehandicapten d.m.v. ter beschikkingstelling van gebouwen, lokalen vervoer en toelagen; Overwegende dat de gemeente bij raadsbesluit van 11 december 2006 een éénmalige subsidie van 10.000,00 EUR heeft toegekend aan Talander vzw als tussenkomst in de investeringswerken aan haar hoofdgebouw;
Gelet op de aanvraag van Talander vzw dd. 1 maart 2010 voor een financiële tussenkomst in de verbouwing van haar uitbreidingsproject; Gelet op het voorstel van het schepencollege om een éénmalige investeringstoelage toe te kennen van 10.000,00 EUR aan Talander vzw als tussenkomst in de voorgestelde verbouwingswerken. BESLUIT : Artikel 1 : Goedkeuring wordt verleend aan de toekenning van een éénmalige investeringstoelage van 10.000,00 EUR aan Talander vzw, De Lusthoven 88 te 2370 Arendonk als tussenkomst in de voorgestelde verbouwingswerken. Artikel 2 : Verleent vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toekomst van de verenigingen die een toelage genieten van 1.239,47 EUR of meer. Vermelde verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgend uit de bepaling van artikelen 3 en 7, eerste lid van deze wet. Artikel 3 : De toelage wordt pas uitbetaald na voorlegging van een verantwoording waaruit de voortgang der werken blijkt en een financiële nota die de toegezegde toelage staven. Artikel 4 : De uitgave wordt geboekt onder artikel 844/522/52 van het dienstjaar 2011. 17. Goed te keuren gemeentebegroting dienstjaar 2011 – meerjarig financieel beleidsplan. Schepen Luc Bouwen licht toe aan de hand van de begrotingsdocumenten. Raadslid Benny Maes verwijst naar het budget m.b.t. “verbouwing gebouwen academie”. Hij argumenteert dat de kostprijs per m² van een nieuw administratief gebouw niet veel hoger is dan de kostprijs voor renovatie. Hij vraagt of er een kostenefficiëntieanalyse uitgevoerd werd en of de piste van nieuwbouw overwogen werd. De burgemeester antwoord dat de “gebouwen academie” in eigendom zijn van de gemeente, dat rekening dient gehouden met ‘Monumenten en Landschappen’, dat er in het gebouw elementen zijn die bijgevolg moeten behouden blijven en dat dit uiteraard zijn weerslag heeft op de kostprijs. Hij argumenteert verder dat de gebouwen, ondermeer omwille van de nabije parking, ideaal gelegen zijn. Schepen Wim Hendrickx vult aan dat het een loutere raming betreft, dat de pannen op het dak van het gebouw volgens ‘Monumenten en Landschappen’ moeten behouden blijven en dat een ‘groen dak’ tot de mogelijkheden behoort. De burgemeester antwoordt verder dat Arendonk als kantonhoofdplaats de plicht heeft om het vredegerecht te huisvesten en dat gestreefd wordt naar een langlopend contract om het nadien te verwerven in eigendom. Raadslid Leo Laurijssen van A+ vraagt wat de reden van aankoop is van het voormalig schoolgebouw Begijnhof. De burgemeester antwoordt dat de marktprijs van het gebouw een veelvoud is, dat het een aanzet is en dat, desgevallend, de eigendom kan opgesplitst worden. Raadslid Leo Laurijssen vraagt naar de bestemming van de gebouwen, gelegen Hokken 55. De burgemeester antwoordt dat in die gebouwen het heemmuseum gevestigd is, evenals het deeltijds onderwijs Arendonk (Dona) en dat de eigenaar van de gebouwen akkoord gaat om de schattingsprijs te aanvaarden.
Raadslid Leo Laurijssen vraagt of het de intentie is om opnieuw te verhuren aan Dona. De burgemeester antwoordt dat dit niet de bedoeling is. Deeltijds onderwijs is immers geen kernactiviteit van de gemeente. Raadslid Kristof Hendrickx vraagt waarom er geen budgetten voorzien zijn voor verbouwing. De burgemeester antwoordt dat het dossier nog in onderzoek is en dat dit ten gepaste tijde zal bekeken worden. Raadslid Laurijssen vraagt of er met het bestuur van Retie wordt afgestemd of er een enkel of dubbel fietspad voorzien wordt. Hij stelt dat er een extra oversteek moet komen. Nu is er gevaar voor de zwakke weggebruiker. De burgemeester antwoordt dat gestreefd wordt naar een zo veilig mogelijke oversteek. Raadslid Koen Geukens wijst op de slechte verlichting bovenaan de brug. De burgemeester antwoordt dat dit al verschillende keren werd voorgelegd aan AWV. Raadslid Sylvie van Beers vraagt waarom het vervoer van leerlingen naar het zwembad wordt afgeschaft. Schepen Luc Bouwen antwoordt dat de leerlingen in het lager onderwijs naar het zwembad kunnen fietsen en/of veilig – met enig voorbehoud ingeval van sneeuw - naar het zwembad kunnen stappen. De keuze werd gemaakt om de kosten te schrappen. De burgemeester stelt dat de afweging werd gemaakt of de uitgaven daaromtrent verantwoord zijn. Schepen Luc Bouwen vult aan dat bovendien rekening dient gehouden met het gegeven van de maximumfactuur, wat impliceert dat er hoedanook keuzes gemaakt moeten worden. De burgemeester stelt voor dat het betrokken raadslid zelf eens een prioriteitenlijst maakt i.f.v. de maximumfactuur. Raadslid Benny Maes verwijst naar de geplande investeringen m.b.t. de uitbreiding van de schoolgebouwen en m.b.t. de infrastructuur “sportpark Heikant”. Hij vraagt of de geplande investeringen kaderen in een bredere visie, of dit gebeurt in samenspraak met de Arendonkse clubs en of er verder werk wordt gemaakt van het sportbeleidsplan, bepaaldelijk ook wat betreft sportinfrastructuur voor binnensporten. Schepen Bart Vosters antwoordt dat het overleg met de clubs werd opgestart, dat de plannen werden uitgewerkt en dat in januari a.s. de noden van de clubs worden opgelijst. Hij stelt verder dat het sportpark wèl voor iedereen is : Arac, voetbal, Finse piste. De locatie voor de eventuele bouw van een sporthal is voorzien. Dit betreft evenwel een grote investering. Alvorens daaromtrent een beleidskeuze te maken, dient eerst de behoeftestudie afgewacht. De burgemeester verwijst naar het bevoegde orgaan, met name de sportraad. Het sportbeleidsplan wordt stapsgewijs uitgevoerd. Leo Laurijssen vraag of het budget voor “de beeldentuin Karel I” en voor het “fontein Deroissart” niet beter kunnen gebruikt worden voor andere prioriteiten. De burgemeester antwoordt dat de gronden in eigendom achter de academie mooi aansluiten bij het achterliggend natuurgebied. We moeten fier zijn op onze academie. Het is de bedoeling de openbare ruimte te ontwikkelen als parkgebied. De helft van de kosten worden ten andere betaald door de “vzw Noord-Zuid”. De burgemeester stelt dat er al jaren sprake is van de aanleg van een fontein. Een fontein zal de aantrekkingskracht van het centrum verhogen.
Raadslid Kristof Hendrickx vraagt wat het college van burgemeester en schepenen verstaat onder een ‘aanvaardbaar’ peil van belastingen. Hij stelt dat de ‘overschotten’ gestegen zijn. De burgemeester antwoordt dat er helemaal geen overschotten zijn, dat er bij een bepaald gemeentebestuur recent 5 personen werden ontslagen om de gewone dienst sluitend te krijgen. De burgemeester stelt verder dat we tot dusver het geluk gehad hebben om niet te moeten gaan lenen. Er zal evenwel binnen een aantal jaren wel moeten geleend worden om de wedden te kunnen betalen.
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en zijn daaropvolgende wijzigingen; Gelet op het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit en zijn wijzigingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2010/04 van 16 juli 2010 houdende de instructies voor het opstellen van de budgetten voor 2011 en de bijbehorende meerjarenplannen van de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Vlaamse Gewest; Gelet op het algemeen beleidsprogramma 2007 – 2012, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 14.05.2007; Gelet op de begrotingen van de ondergeschikte instellingen : OCMW, Politiezone Kempen Noord-Oost, kerkfabrieken en de vzw Arendonkse Sport- en Cultuurinstellingen; Gelet op de beleidsnota 2011; Gelet op de geldende toelage- en belastingreglementen; Gelet op het verslag van de raadscommissie financiën van 9 december 2010; Gelet op het meerjarig financieel beleidsplan over de periode 2011 – 2016; Gelet op de voorgestelde gemeentebegroting 2011; Gelet op de toelichting van schepen Bouwen. BESLUIT : met 14 stemmen voor, 4 stemmen tegen (fractie A+ en Vlaams belang) en 3 onthoudingen (Kristof Hendrickx, Ann Hermans en Koen Geukens, onafhankelijken) Artikel 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het meerjarig financieel beleidsplan 2011 – 2016. Artikel 2 :De gemeentebegroting dienstjaar 2011 wordt vastgesteld met volgende uitslag : - de gewone dienst met algemeen batig begrotingsresultaat ad 56.003,00 EUR. - de buitengewone dienst met algemeen batig begrotingsresultaat ad 41.363,00 EUR. Artikel 3 : Dit besluit aan de hogere overheid over te maken.
18. Toelage voor de aankoop en installatie van een thermisch en/of fotovoltaïsch zonneenergiesysteem. Gelet op het gemeenteraadsbesluit dd. 11.04.2005 houdende de vaststelling van een toelage voor de aankoop en installatie van zonnepanelen en/of zonnecellen; Overwegende dat het reglement in zitting van de gemeenteraad 21.12.2009 aangepast werd aan de veranderde marktsituatie en betoelaging; Gelet dat de federale belastingvermindering over verschillende jaren gespreid kan worden; Overwegende dat de financiële return van een PV-installatie hoog is; Gelet op de dalende kostprijs voor de aankoop van een PV-installatie; Gelet dat het rendement van PV-panelen stijgt. Gelet op de financiële situatie van de gemeente; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen dd. 02.12.2011;
Gelet op de desbetreffende artikelen van het gemeentedecreet; BESLUIT : Art. 1 : Vanaf 01.01.2011 wordt de toelage toegekend voor de aankoop en installatie van een thermisch en/of fotovoltaïsch zonne-energiesysteem afgeschaft. 19. Premie milieuvriendelijke verwarming. Raadslid Kristof Hendrickx suggereert om een nieuwe premie in te voeren voor een zgn. lage energiewoning en een passiefwoning. De burgemeester antwoordt dat overwogen wordt om een toelage te voorzien voor verbouwingswerken, gelet op het gegeven dat heel veel verbouwd wordt. Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 18.12.2001 houdende de vaststelling van een toelage voor het plaatsen van een milieuvriendelijke verwarming, voor woningen dewelke woningverwarming gebruiken via aardgas-gas-electriciteit of een warmtewisselaar; Overwegende dat de toelage werd vastgesteld op 125,00 EUR per nieuwe aansluiting; Overwegende dat, gelet op de premies die de afgelopen jaren werden uitbetaald, deze premie de gemeentebegroting aanzienlijk belast; Overwegende dat de gemeentelijke premie slechts als stimulatiemaatregel geldt en niet de uiteindelijke beslissing tot het gebruik van een milieuvriendelijke verwarming beïnvloedt; Gelet op de financiële situatie van de gemeente, Gelet op de desbetreffende artikelen van het gemeentedecreet. BESLUIT: Vanaf 01.01.2011 wordt de toelage toegekend voor het plaatsen van milieuvriendelijke verwarming via aansluitingen op aardgas-gas-electriciteit of een warmtewisselaar, afgeschaft. 20. Reglement toelagen verenigingen. Gelet op het raadsbesluit van 18.12.2001 houdende de vaststelling van het reglement op de toekenning van toelagen aan verenigingen; Overwegende dat de toelage volgens het huidig reglement slechts wordt toegekend tot 100jarig jubileum; Gelet op het voorstel van het college om vanaf 100 jaar de toelage toe te kennen om de 25 jaar; Gelet op de desbetreffende artikelen van het gemeentedecreet. BESLUIT: Artikel 1: Het reglement op de toekenning van toelagen aan verenigingen wordt vastgesteld als volgt: - 50-jarig jubileum 125,00 EUR - 60-jarig jubileum 150,00 EUR - 75-jarig jubileum 185,00 EUR - 100-jarig jubileum 250,00 EUR - vanaf 100 jaar om de 25 jaar 250,00 EUR Artikel 2: Bij speciale prestaties of gelegenheden kan door de gemeenteraad een gepaste toelage worden vastgesteld. Artikel 3: De toelage wordt uitgekeerd, na aanvraag door de vereniging, door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 4: Jaarlijks zullen de nodige kredieten voorzien worden. Artikel 5:
Het besluit van de gemeenteraad, in zitting van 18., houdende de vaststelling van het reglement op de toekenning van toelagen aan verenigingen, wordt met ingang van 01.01.2011 opgeheven. 21. Aanpassing modaliteiten geboortepremie. Gelet op het besluit van de gemeenteraad dd. 09.12.2002 houdende de toekenning van een geboortepremie van € 100/125 aan de moeder die op het ogenblik van de bevalling in de gemeente woont. Gelet op de vraag van de dienst burgerzaken tot aanpassing van Art.1 van het desbetreffende toelagereglement; Gelet op de financiële situatie van de gemeente. Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op Art. 42 § 1 van het gemeentedecreet; BESLUIT : Artikel 1.: Met ingang van 01.01.2011 wordt een gemeentelijke geboortepremie enkel toegekend aan de moeder die op het ogenblik van de bevalling haar hoofdverblijfplaats heeft en ingeschreven is sinds één jaar in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente als volgt: € 100 voor het 1ste en het 2de kind € 125 vanaf het 3de kind. Onder gelijklopende voorwaarden zal bij adoptie een gemeentelijke adoptiepremie van hetzelfde bedrag uitgekeerd worden aan de adoptant van een minderjarig kind, behalve indien met betrekking tot hetzelfde kind reeds voordien een geboortepremie of adoptiepremie uitgekeerd werd door de gemeente Arendonk. Bij gelijktijdige adoptie door twee echtgenoten zal de premie niet toegekend worden aan de adopterende vader. Artikel 2.: Jaarlijks zullen de nodige kredieten voorzien worden op begrotingsartikel 825/331/01. 22. Goedkeuring BUDGET 2011 en het MEERJARENPLAN 2011-2013 - OCMW. Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid de bepalingen aangaande financiering, planning en financieel beheer; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de inwerkingtreding van de meeste artikelen van bovenvermeld decreet; Gelet op de omzendbrief BB 2010/04 van 15 juni 2010 aan de OCMW-besturen betreffende de instructies voor het opstellen van budgetten 2011 en de bijhorende meerjarenplannen van de gemeenten en van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van het Vlaamse Gewest; Gelet op het samenwerkingsprotocol tussen gemeente en OCMW; Overwegende het voorliggend ontwerp van meerjarenplan voor het OCMW dat betrekking heeft op de jaren 2011-2013; Gelet op het adviezen van het managementteam van het OCMW van 21 oktober 2010 en 15 november 2010; Gelet op de adviezen van het Vast Bureau van het OCMW van 21 oktober 2010 en 15 november 2010; Gelet op de vraag om bijkomende inlichtingen vanwege het College van Burgemeester en Schepenen in zitting van 28 oktober 2010 omdat het budget 2011, buiten de normen van het goedgekeurde meerjarenplan 2011-2013, wordt ingediend met een gemeentelijke bijdrage van
€ 1.312.000 waardoor het na vaststelling door de OCMW-raad ter goedkeuring aan de gemeenteraad gezonden moet worden; Overwegende de verduidelijking van het ingediende budget 2011 en Meerjarenplan 20112013 door de OCMW-voorzitter, secretaris en ontvanger op 18 november 2010; Gelet op de beslissing van de OCMW-Raad in zitting van 29 november 2011 tot goedkeuring van het ontwerp van aangepast meerjarenplan 2011-2013, buiten de normen van het reeds goedgekeurde meerjarenplan 2007-2013, met verhoging van de gemeentelijke bijdrage en vaststelling van het budget 2011, buiten de normen van het goedgekeurde meerjarenplan 2011-2013, met een gemeentelijke bijdrage van € 1.312.000 waardoor deze ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden gezonden; Gelet op het advies van het College van Burgemeester en Schepenen d.d. 09 december 2010 over het door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vastgestelde budget 2011 en aangepast Meerjarenplan 2011-2013; Gelet op de toelichting door de voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. BESLUIT: met 18 stemmen voor en 3 onthoudingen (Kristof Hendrickx, An Hermans en Koen Geukens,onafhankelijken) Art.1.Het door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vastgestelde budget 2011 en aangepast Meerjarenplan 2011-2013 wordt goedgekeurd met een gemeentelijke bijdrage voor 2011 van 1.312.000 EUR. Art.2.Dit besluit over te maken aan het OCMW en de toezichthoudende overheid. 23. Goed te keuren begroting 2011 vzw Arendonkse Sport- en Cultuurinstellingen. Gelet op de ingediende begroting 2011 van de vzw Arendonkse Sport- en Cultuurinstellingen, goedgekeurd in de algemene vergadering dd. 26.10.2010, waarbij het uitbatingstekort en de gemeentelijke tussenkomst worden vastgesteld op 229.740,00 EUR; Gelet op de overeenkomst met de vzw goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 20.03.78, zoals gewijzigd op 09.09.85, inzonderheid art. 9 inzake het tekort; Gelet op het voorstel van het schepencollege. BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de begroting dienstjaar 2011 ingediend door de vzw Arendonkse Sport- en Cultuurinstellingen met een uitbatingstekort en gemeentelijke tussenkomst van 229.740,00 EUR. Artikel 2: Dit besluit aan de VZW en de hogere overheid over te maken. 24. Goedkeuring cultuurbeleidsplan 2011-2013. Gelet op het decreet van13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, zoals gewijzigd bij de decreten van 21.03.2003, 23.12.2005 en 13.07.2007; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11.01.2002 ter uitvoering van het decreet van 13.07.2001, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28.04.2004, 15.09.2006 en 07.12.2007; Overwegende dat het cultuurbeleidsplan 2011-2013 werd voorbereid door een stuurgroep; Overwegende dat het door de stuurgroep opgemaakte cultuurbeleidsplan 2011-2013 door het schepencollege werd goedgekeurd in de zitting van 09.12.2010; Gelet op het positief advies van de gemeentelijke cultuurraad van 23.11.2010 over het ontwerp van het cultuurbeleidsplan 2011-2013; Gelet op het positief advies van het beheersorgaan van de bibliotheek van 30.11.2010 over het ontwerp van het cultuurbeleidsplan 2011-2013;
Overwegende dat het cultuurbeleidsplan 2011-2013 ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan de gemeenteraad; Overwegende dat het cultuurbeleidsplan 2011-2013 voor 31.12.2010 dient te worden ingediend bij het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk om in aanmerking te komen voor de subsidie voor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan. BESLUIT: Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het cultuurbeleidsplan 2011-2013, opgemaakt volgens het decreet van13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid, zoals gewijzigd bij de decreten van 21.03.2003, 23.12.2005 en 13.07.2007. Art. 2: Dit besluit wordt als bijlage bij het cultuurbeleidsplan 2011-2013 overgemaakt aan het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk. 25. Subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen. Gelet op het decreet van13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid dat bepaalt dat een gemeente, om in aanmerking te komen voor de subsidie voor de uitvoering van het cultuurbeleidsplan, moet beschikken over een subsidiereglement ter ondersteuning van particuliere verenigingen of instellingen voor een totaalbedrag dat minstens gelijk is aan 0,8 euro per inwoner; Gelet op het positief advies van de gemeentelijke cultuurraad van 23.11.2010 over het ontwerp van voorliggend subsidiereglement. BESLUIT: Art. 1: Goedkeuring wordt verleend aan het subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen. Art. 2: Dit besluit wordt samen met het subsidiereglement overgemaakt aan het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk. 26. Recht van opstal Okido Sporthal vzw. Gelet op de overeenkomst tussen de gemeente Arendonk en Okido Sporthalvzw betreffende recht van opstal Okido Sporthal van 13.05.82; Overwegende dat dit recht van opstal voor een termijn van 20 jaar werd opgemaakt in 1982 en dat de overeenkomst stilzwijgend verlengd werd voor telkens drie jaar; Overwegende dat het recht van opstal tussen de gemeente Arendonk en Okido Sporthal vzw, dat stilzwijgend verlengd werd, zal eindigen op 13.05.2011; Gelet op vraag van Okido Sporthal vzw van 21.10.10 om het recht van opstal te vernieuwen; Gelet op het ontwerp van overeenkomst; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het ontwerp van overeenkomst recht van opstal voor de Okido Sporthal tussen de gemeente Arendonk en Okido Sporthal vzw. 27. Retributiereglement gemeentelijke sportinfrastructuur. Raadslid Benny Maes vraagt waarom er een retributiereglement dient goedgekeurd m.b.t. slechts een gedeelte van de sportinfrastructuur en of er overleg is geweest met de clubs. Schepen Bart Vosters antwoordt dat dit ingegeven is vanuit praktische overwegingen : men kan al aan de slag. Begin 2011 zal er overleg gepleegd worden met de overige clubs en zal het reglement opnieuw voorgelegd worden aan de gemeenteraad. Met Arac en met voetbalclub Verbroedering Arendonk werd drie of vier keer overlegd m.b.t het reglement.
Gelet op de uitbreiding en herinrichting van het Sportpark Heikant met sportvelden en realisatie van een sanitair gebouw met kleedkamers; Gelet op de collegebesluiten van 10.12.09 en 04.11.10; Gelet op de besprekingen met de verschillende betrokken sportverenigingen; Overwegende dat het opportuun is om voor het gebruik van gemeentelijke sportinfrastructuur een retributie te vragen; Overwegende dat in de toekomst verschillende verenigingen gebruik zullen maken van de sportvelden en kleedkamers in het Sportpark Heikant; Gelet op het positief advies van de gemeentelijke sportraad van 15.11.2010; Gelet op het ontwerp van het retributiereglement gemeentelijke sportinfrastructuur; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen. BESLUIT : met 17 stemmen voor en 4 onthoudingen (A+ en Vl. belang) Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan het ontwerp retributiereglement gemeentelijke sportinfrastructuur. 28. Goedkeuring gemeentereglement leegstandsheffing. Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd, (hierna Vlaamse Wooncode); Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals gewijzigd; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd, (hierna DGPB), inzonderheid artikel 3.2.17 t.e.m. 3.2.26; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, (hierna VCRO); Gelet op het door de Gemeenteraad van 20.12.2010 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen; Gelet op de financiële toestand van de gemeente Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden; Overwegende dat de gemeente met dat oogmerk een leegstandsheffing kan invoeren; Overwegende dat ten minste een equivalent van de inkomsten uit deze belasting bestemd zullen worden voor de operationalisering van het gemeentelijk woonbeleid; BESLUIT : 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Definities
§1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden; 2° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 3° Kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: WC, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 4° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van de VCRO, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
5°
6° 7° 8°
In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: – hetzij de woonfunctie; – hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en nietoccasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; Studentenkamer: elke individuele kamer in een studentenof studentengemeenschapshuis; Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten: a) de volle eigendom; b) het recht van opstal of van erfpacht;
c) het vruchtgebruik. §2. De overige definities van artikel 1.2 van het DGPB zijn eveneens van toepassing op dit reglement.
2. LEEGSTANDSHEFFING Artikel 2: Belastbare grondslag §1. Er wordt voor de aanslagjaren 2011 tot en met 2013 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. §2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag. De aanslag kan worden gevestigd vanaf dat ogenblik tot uiterlijk de laatste dag van het kwartaal volgend op het verstrijken van de nieuwe periode van 12 maanden. Artikel 3: Belastingplichtige §1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door degene die op het ogenblik van de opname in het leegstandsregister houder is van dat recht. §2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting. §3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting. §4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: – naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; – datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; – nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 4: Berekening van de leegstandsheffing §1. Het bedrag van de basisbelasting wordt forfaitair vastgesteld op: 1° 1090,00 euro voor een leegstaand gebouw; 2° voor een leegstaande woning: a) 1090,00 euro voor een eengezinswoning;
b) 300,00 euro voor een kamer of studentenkamer; c) 1090,00 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b). §2.Voor elke bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat, wordt de forfaitaire basisbelasting verhoogd met: 1° 20 % voor een leegstaand gebouw; 2° voor een leegstaande woning: a) 20 % voor een eengezinswoning; b) 20 % voor een kamer of studentenkamer; c) 20 % euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b). §3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke akte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden. Artikel 5: Vrijstellingen §1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning. Deze vrijstelling geldt voor een periode van 5 jaar na verwerving van de woning. 2° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; 3° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; 4° de belastingplichtige die sinds minder dan 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het aanslagjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. §2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument; 4° deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap; 5° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 6° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 7° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning; 8° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode;
9° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode; 10° ingeschreven staat in het gemeentelijk register van 2de verblijven. 11° vervat is in een sociaal woonproject dat aangemeld is bij de VMSW met het oog op opname van die woning of dat gebouw in een uitvoeringsprogramma, conform artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende de procedure voor de planning, de vaststelling en de goedkeuring van de uitvoeringsprogramma’s in het kader van de planmatige realisatie van sociale woonprojecten en houdende de financiering van verrichtingen in het kader van sociale woonprojecten. Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend. §3. De schorsingen en de vrijstellingen die vóór 1 januari 2010 toegekend werden door het Vlaamse Gewest worden omgezet in een vrijstelling en dit tot uiterlijk 01.01.2012. §4. Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast. Artikel 6: Aangifte Het gemeentebestuur bezorgt de belastingplichtige een aangifteformulier dat hij, behoorlijk ingevuld en ondertekend, dient terug te sturen vóór de daarin vermelde datum. De belasting kan ambtshalve gevestigd worden bij gebrek aan aangifte binnen de in het eerste lid gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige. Artikel 7: Inkohiering De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 8: Betaling van de belasting De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9: Bezwaar tegen de aanslag §1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven. §2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 3. SLOTBEPALINGEN Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken
1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 11 Onderhavig reglement treedt in voege op 01.01.2011 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet. Artikel 12 Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid en aan het Agentschap Wonen Vlaanderen, Lange Kievitstraat 111-113 bus 54, 2018 Antwerpen toegezonden. 29. Goedkeuring gemeentereglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen. Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd (hierna Vlaamse Wooncode); Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals gewijzigd; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd, (hierna DGPB), inzonderheid artikel 2.2.6 t.e.m. 2.2.9; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, (hierna Besluit leegstandsregister); Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, (hierna VCRO); Overwegende dat de gemeente een register van leegstaande gebouwen en woningen dient bij te houden. Overwegende dat de (inter)gemeentelijke administratie de leegstand van een gebouw of een woning aan de hand van objectieve indicaties dient te beoordelen. Overwegende dat die indicaties in een reglement dienen te worden vastgelegd. Overwegende dat de langdurige leegstand in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden. BESLUIT : Artikel 1: Definities §1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 9° Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak en de opbouw van het leegstandsregister; 10° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 11° Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het
gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van de VCRO, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; 12° Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: – hetzij de woonfunctie; – hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en nietoccasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; 13° Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; §2. De overige definities van artikel 1.2 van het DGPB en van artikel 1 van het Besluit leegstandsregister zijn eveneens van toepassing op dit reglement. Artikel 2: Wijze van inventarisatie §1. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning op basis van volgende indicaties: 1° het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning; 2° het ontbreken van een aangifte als 2de verblijf; 3° het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen; 4° de aanwezigheid van een attest dat de waterleiding reeds meer dan 1 jaar afgesloten is; 5° de aanwezigheid van een attest dat de elektriciteit reeds meer dan 1 jaar afgesloten is; 6° de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992; 7° een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of de functie van het gebouw kan worden uitgesloten; 8° de onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bv. door een geblokkeerde toegang; 9° verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw; 10° geblindeerde (bv. dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bv. dichtgetimmerd, gemetseld) of gesupprimeerde raamopeningen 11° de winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (bv. belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden);
12° de waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd: zeer zware infiltraties via dak/gevel(s) 13° onafgewerkte ruwbouw; 14° ernstige inpandige vernielingen: de woning of het gebouw is deels vernield of gesloopt; 15° het langdurig aanbieden van de woning of het gebouw als ‘te huur’ of ‘te koop’; 16° langdurig neergelaten rolluiken; 17° ernstig vervuild glas- en/of buitenschrijnwerk; 18° uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus; 19° storende omgevingsaanleg: langdurig niet of slecht onderhouden omgeving/tuin; 20° de woning of het gebouw is helemaal/gedeeltelijk niet bemeubeld; 21° getuigenissen (bv. van omwonende(n), postbode, wijkagent) . §2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister, aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden. De administratieve akte, bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand. Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk vastgesteld kan worden dat de leegstand al minimaal 12 opeenvolgende maanden aanhoudt, voert de administratie een 2de controle uit. Artikel 3 Tegen de beslissing tot opname van een gebouw of woning in het leegstandsregister kan beroep worden ingesteld overeenkomstig artikel 2.2.7 van het DGPB en de bepalingen van hoofdstuk 3 van het Besluit Leegstandsregister. Een gebouw of woning wordt uit het leegstandregister geschrapt overeenkomstig artikel 2.2.8 van het DGPB en de bepalingen van hoofdstuk 4 van het Besluit Leegstandsregister. Artikel 4 Onderhavig reglement treedt in voege op 01.01.2011 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet. Artikel 5 Dit reglement wordt aan het Agentschap Wonen Vlaanderen, Lange Kievitstraat 111-113 bus 54, 2018 Antwerpen toegezonden. VARIA Raadslid Koen Geukens vraagt wanneer de boom – waarover hij tijdens een vorige raadszitting reeds informeerde – vervangen zal worden. De burgemeester antwoordt dat op advies van specialisten de bewuste boom in het voorjaar zal vervangen worden. Raadslid Koen Geukens is bekommerd om “slippertjes” ten gevolge van de gevaarlijke weersomstandigheden. Het voetpad dient sneeuw- en ijsvrij gehouden. Het is ook wenselijk eens naast de eigen deur te vegen.
De burgemeester deelt de bekommernis van het raadslid maar stelt dat dit in de regel goed verloopt. Hier en daar dient de wijkagent ingeschakeld. Hij stelt dat niet overal mag/kan gestrooid worden.