Uitgaande post - 26268
3009 CE Rotterdam 14010 (tocaat tarîef) (010) 286 82 50 E
[email protected] I www-prinsatexander-nL uw brief van 1 1 juli 2013 Uw kenmerk Bijlageln) 1 oatum 1 1 septernber 2013 Besandeld door S. Kool Telefoonnummer (010) 2868320 zaaknummer 9017496 volgnummer 26268 onderwerp Uw aanvraag voor een evenementenvergunning (A - evenement) Geachte heer/mevrouw, In antwoord op uw verzoek van 11 juli 2013 deel ik u mee, dat op basis van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening van Rotterdam een vergunning verleend wordt voor: Evenement : Back to school event Datum : 15 september 2013 Locatie : Evenaarplein Tijdstip : 10:00 tot 18:00 uur Ik behoud mij te allen tijde het recht voor om op grond van de openbare orde en veiligheid alsnog te besluiten deze vergunning in te trekken cq. aanvullende voorschriften aan de vergunning te verbinden. Aan deze vergunning zijn de in de bijlage opgenomen voorschriften verbonden. De in de bijlage opgenomen voorschriften Iaten verplichtingen van vergunninghouder voodvloeiende uit andere wet- en regelgeving onverlet. Tot slot wijs ik u erop, dat u aansprakelijk bent voor alle schade die door het gebruik van deze vergunning aan eigendommen van de gemeente of van anderen mocht worden toegebracht. ABN-AMRO 64.45,11.990 * IBAN NL23A8NA0644511990 * BIC ABNANLZA A.u.b. bîj beantwoordinj datum en kenmerk vermetden.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 12
Uitgaande post - 26268
Met vriendelijke groet, de b ge eester van de gemeente Rotterdam, ond e d voor deze, XM -W S cre / lgemeen Directeur van de deelgemeente Prins Alexander he r .M.C. Besters Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschriR b# de burgemeester en de Algemene BezwaarschriRencommissie van de R dam Postbus 7001 2 3000 KP Rotterdam. Het bezwaarschriR moet onde4ekend z#n en gemeente otter , , moet bevatten: naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschr|ving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. U wordt verzocht een kopie van dit besluit mee te zenden. Desgewenst kunnen belanghebbenden, indien ze een bezwaarschriR hebben ingediend, tegen betaling van grifîierechten een verzoek om voorlopige vooaiening (o.a. schorsing) aanvrauen bij de Arrondissementsïechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. Kopie aan: Dienst Gemeentewerken, Koperstraat 23, 3067 GL Rotterdam; Digitaal exemplaar de Gemeentelijke Brandweer Rotterdam, afdeling Preventie, evenementenbureauari'lnmond.rolitie.nl', Brandweer Veiligheidregio Rotterdam Rijnmond, afdeling OI&P, ta.v. Roy Claessen, Postbus 620. 2900 AP Capelle aan den Ilssel; Digitaal exemplaar Brandweer Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, afdeling OI&P, r.claessenaveilicheidsreqio-rr.nl ; Digitaal exemplaar aan Rijnmond Politie district Oost, de evenementencoördinator Dhr. R. de Brie Do6mailboxevenementenaRi'lnmond.nolitie.nl', Digitaal exemplaar Roteb, De heer R. Metkemeijer, r.metkemei'lerarotebnl Digitaal exemplaar Stadstoezicht, dhr. J. de Groot, Gebiedscoördinator, 'Im.deqrootlorotterdam.nl Digitaal exemplaar RET, de heer A. de Bruijn, adebruiinaret.nl 2
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 12
Uitgaande post - 26268
Biilgqv 1: voorschriften behorende bii de evenementenvergunninq vqp..l Organisatie Adres organisatie Naam contactpersoon Omschrijving evenement Datum evenement Locatie evenement Tijden evenement Data en tijden op- en afbouw Aantal bezoekers (bij aanvraag) : Stichting Buurtwerk Alexander : Kobehof 5 : C. Breikers : Back to school event : 15 september 2013 : Evenaarplein : 10:00 tot 18:00 uur : 21 september 2013, 10:00 uur/18:00 uur : ca. 300 Aloemeen De voorgenomen activiteiten mogen geen gevaar of onnodige hinder opleveren voor voetgangers, omwonenden en het verkeer. 2. De vrije doorgang ten behoeve van hulp- en blijven. reddiensten dient volledig gehandhaafd te 3. Het evenement en de op- en afbouw wijken niet af van de afgesproken dagten) en tijdstiptpen). 4. Het evenement of de activiteiten mogen de (horecalbedrijven niet belemmeren. bereikbaarheid van woningen, winkels, 5. Een vedegenwoordiger van de organisator dient beschikbaar te zijn als aanspreekpunt voor de politie. Diens naam en (mobiele) nummer dienen te worden doorgegeven aan de coördinator van het district Rotterdam Oost van de politie Rotterdam Rijnmond, telefoon 0900-8844 of middels Do6mailboxevenementenari'lnmond.politie.nl of in de vergunning te worden opgenomen. 6. Eventuele parkeeroverlast als gevolg van de activiteiten moet worden voorkomen. 7. De organisator dient, rekening houdend met het verwachte aantal deelnemers/bezoekers, zorg te dragen voor voldoende sanitaire voorzieningen. 8. De organisatie zorgt voor voldoende geschoold EHBO persopeel. 9. De organisatie dient voldoende maatregelen te nemen ter voorkoming van vervuiling van het openbaar gebied en oppewlakte water door middel van zwerfvuil. De vergunninghouder dient er voor te zorgen dat direct na afloop van de activiteiten de in gebruik genomen grondoppewlakten en de nabije omgeving, geheel ontruimt en gezuiverd van achtergebleven afval, worden opgeleverd. 10. De organisatie dient er zorg voor te dragen dat op het gehele terrein dient een pad van 4,5 meter breed vrijgehouden te worden in verband met bereikbaarheid van politie, brandweer, ambulances of andere wettelijke hulpdiensten. 3
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 12
Uitgaande post - 26268
11. De politie heeft de bevoegdheid om namens de burgemeester het evenement dan wel de activiteiten voortijdig te beëindigen indien de voorschriften niet Forden nageleefd. 12. Het is voor het publiek verboden aanwezig namens de burgemeester wordt gegeven. te zijn of te blijven indien een bevel door of 13. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat, nadat een bevel het evenement te beëindigen is gegeven, geen publiek meer tot het evenement wordt toegelaten. 14. Vergunninghouder is aansprakelijk voor schade die ten gevolge van het gebruikmaken van deze vergunning aan eigendom van de (deelgemeente) of van anderep mocht worden toegebracht en moet de gemeente vrijwaren voor eventuele schadeaansprakeù van derden. 15. Aanwijzingen van de politie dienen onmiddellijk en stipt te worden opgevolgd. Evenemententerrein * Het evenemententerrein dient te allen tijde bereikbaar te zijn voor hulpdiensten. Inrichtinq evenemententerrein * De kleine tenten, kramen en andere objecten dienen zodanig geplaatst te worden dat er voldoende ruimte overblijft voor de deelnemers om bij calamiteiten vluchtwegen te hebben. * In verband met het drainagesysteem onder het maaiveld mogen haringen van tenten en andere objecten niet dieper dan 4ocm in de bodem gedreven worden. Veiliohvid * De deelnemers aan het skate-event dienen beschermende middelen, zoals helm, handschoenen en elleboog- en kniebescherming te dragen. * lndien door weersomstandigheden de objectentrampen) glad zijn, mogen deze niet gebruikt worden ter voorkoming van ongevallen. (|eluid 1. Muziek en ander geluid, al dan niet mechanisch/elektronisch versterkt, mogen geen ernstige geluidsoverlast voor de omgeving veroorzaken', indien van . dergelijke geluidsoverlast mocht blijken, is de politie bevoegd de geluidsuitzendiig te doen onderbreken en een verminderd geluidsniveau aan te geven; dan wel - in geval van herhaling - voodijdig te doen beëindigen. Bovendien is de politie bevoegd bij ovedreding van de voorschriften strafrechtelijk op te treden. 4
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 12
Uitgaande post - 26268
2 Het equivalente geluidsniveau gedurende 1 minuut (Leq, min) veroorzaakt door de aangevraagde activiteiten en bij de aangevraagde activiteiten betrokken toestellen en installaties mag op 5 meter afstand van de geluidsbron niet meer bedragen dan 70 dB(A) in de uren, waarin het evenement plaatsvindt. 3. Het meten en berekenen vàn de meetresultaten moet plaatsvinden industrielawaai. geluidsniveau-s, en het beoordelen van de overeenkomstig de Meet- en rekenvoorschriften 4. In afwijking van de Meet- en beoordeling van het equivalente muziekgeluid geen verhoging van aan de normwaarde uit voorschrift 2. 5. Het geluidsniveau, dat voodgebracht wordt door de geluids|pparatuur, dient gedurende het gehele evenement door een geluidstechnicus gemonitord te worden. Deze geluidstechnicus dient de aanwijzingen van de politie of v|n een namens de vergunningverlener controlerende instantie voor een wijziging van de instellingen van de apparatuur stipt en onmiddellijk op te volgen en tot nader order uit te voeren. rekenvoorschriften industrielawaai hoeft vgor de I idsniveau gedurende 1 minuut (Leq' 1 m'n) van ge u 10 dB toegepast te worden, voordat getoetst wordt 6. Het ten gehore brengen van muziek en ander geluid dient om uiterlijk 18.00 uur te worden beëindigd. 7. De Iuidsprekers dienen zodanig opgesteld te worden, dat de geluidsproductie van de dichtstbijgelegen woningen af gericht is. Tevens moeten Iuidsprekersystemen toegepast worden, die het geluid richten naar het bedoelde publiek. 8. Het opbouwen en afbreken van het evenement dient plaats te vinden in de uren gelegen tussen 07.00 en 21.00 uur. In ieder geval mogen tussen 21.00 en 07.00 uur geen overlast veroorzakende opbouw- en afbreekactiviteiten uitgevoerd worden. 9. Bewoners van nabijgelegen woningen dienen tenminste een week voordat het evenement plaatsvindt schriftelijk te worden ge'l'nformeerd door de vergunninghouder omtrent de te ondernemen activiteiten. Hierbij dienen de tijdstippen van het evenement, evenals overlast veroorzakende activiteiten of beperkingen kenbaar gemaakt te worden. Tevens dient minimaal één telefoonnummer te worden vermeld, waarop aanvullende informatie te verkrijgen is. Een afschrift van de informatiebrief dient gestuurd te worden naar de DCMR Milieudienst Rijnmond, t.a.v. de Meldkamer, Postbus 843, 3100 AV Schiedam. 10. Voor toestellen en installaties dient vàn gemaakt te worden, in overeenstemming geluidsarme of geluidgedempte typen gebruik met de huidige stand der techniek. 1 1. De toestellen en installaties mogen niet direct bij woningen worden opgesteld maar zo dicht mogelijk bij de activiteit. 12. De bij de aangevraagde activiteiten betrokken toestelfen en installaties mogen niet in werking zijn in de uren waarin geen evenementactiviteiten plaatsvinden. 5
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 12
Uitgaande post - 26268
13. De plaatsing van het podium dient op een dusdanige manier te geschieden dat omwonenden in de directe woonomgeving niet worden belast met ùgeluidsaanstraling''. 14. De Iuidsprekers dienen aan de buitenrand van het terras/evenemententerrein opgesteld te wotden, zodat de geluidsproductie naar het bedoelde publiek op het terras/evenemententerrein gericht is. Ten behoeve van de doorstroming van verkeer op het trottoir of de rijbaan dienen tevens de aanwijzingen van de politie met betrekking tot de opstelling van de Iuidsprekers opgevolgd te worden. Zondaqs|et Ingevolge produceren de zondagswet is het niet toegestaan om voor 13.00 uur muziek c.q. geluid te dat verder dan 200 meter hoorbaar is. De bovengenoemde voorschriften Iaten verplichtingen van de vergunningaanvrager voodvloeiende uit ander wet- en regqlgeving onverlet. 6
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 12
Uitgaande post - 26268
Artikel 10 Kleine blusmiddelen. Brandweer voo|aarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 10 Kleine blusmiddelen 10.1 In een besloten ruimte moeten voldoende kleine blusmiddelen aanweziy zijn. Het aantal blustoestellen berekent men als volgt: oppe|lakte van de besloten rulmte delen door 200, uitkomst naar boven afronden, met een minimum van één blustoestel van minimaal 6 kg/liter. 10.2 De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat bij elke bak- en braadlocatie een draagbaar doeltre|end blustoestel aanwezig is. 10,3 Een draagbaar blustoestel moet voor iedereen bereikbaar zijn aangebracht, voor direct gebruik onderhoud verkeren. duidelijk zichtbaar en gemakkelijk gereed zijn en in goede staat van 10.4 Ten minste eenmaal per twee jaar wordt overeenkomstig NEN 2559:2001, inclusief wijzigingsblad A2: 2004, op adequate wijze het nodige onderhoud aan een bij of krachtens wettelijk voorschri| aanwezig draagbaar of verrijdbaar blustoestel verricht, en de goede werking van dat blustoestel gecontroleerd (bouwbesluit artikel 1.16). 10.5 Na gebruik van een blustoestel moet dit terstond gevuld c.q. vervangen worden. Dit geldt ook indien het blustoestel niet geheel Ieeg is. Toelichting: 10.1 Kleine blusmiddelen zijn minibrandslanghaspels en draagbare blustoestellen. Bij een tijdelijk evenement zal het veelal niet realistisch zijn om minibrandslaghaspels te eisen. Draagbare blustoestellen zijn dan een goed alternatief. Voor een evenemententerrein zal via maatwerk in voldoende blusmiddelen moeten worden voorzien. De vuistregel vpor een aanvaardbare loopafstand is een afstand van maximaal 50 meter tot het blusmiddel.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 12
Uitgaande post - 26268
Artikel 15 Afval. Brandweer voo|aarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 15 Afval 15.1 Afval moet dagelijks worden verzameld in veilig opgestelde en goed af te sluiten containers. 15.2 Asbakken moeten regelmatig worden geleegd in afsluitbare asvecamelaars van onbrandbaar materiaal. 15.3 De inhoud van deze asvecamelaars mag slechts in onbrandbare vaten, die van een deksel zijn voocien, worden gedeponeerd. 15.4 De aanwezige asbakken, papierbakken en/of afvalbakken moeten van onbrandbaar materiaal zijn vervaardigd, indien de aard van het evenement daar aanleiding toe geeft. 15.5 Voor iedere voorstelling moet de ruimte onder de tribunes van papier en ander afval zijn ontdaan.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 12
Uitgaande post - 26268
Artikel 17 Gelijkwaardigheid en algemene voorschriften Brandweer voo|aarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 17 Gelij|aardigheid en algemene voorschrioen: 17.1 lndien niet is voldaan aan enig voorschriû, gegeven bij of krachtens deze artikelen van de werkinstructie (brandlveiligheid evenementen, moet de inrichting een mate van veiligheid bieden die ten minste gelijk is aan de mate van veiligheid die is beoogd met het desbetre|ende bij of krachtens de in deze artikelen gegeven voorschriften. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente zal moeten beoordelen of een toereikende veiligheid wordt bewerkstelligd. 17.2 lndien toepassing is gegeven aan het eerste Iid en het betre|ende voorschriq tevens valt te herleiden tot ove|egingen van gezondheid, moeten die ove|egingen daarbij in ten minste dezelfde mate in acht zijn genomen. 17.3 In het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand het beperken van ! brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand moet zijn voldaan aan de bepalingen van de gemeentelijke Brandbeveiligingsverordening en aan het Bouwbesluit. 17.4 De inrichting moet geschieden overeenkomstig de goedgekeurde (situatie-) tekeninglen), 17.5 Er is door de VRR, afdeling brandveiligheid, niet getoetst op de constructieve veiligheid. 17.6 Alle aanwijzingen gegeven door of namens het bevoegd gezag in het belang van de (bràndlveiligheid, moeten dired worden opgevolgd. 17.7 Indien het evenement in een gebouw gehouden wordt, waarvoor een gebruiksvergunning of gebruiksmelding is afgegeven, zijn de gebruikseisen genoemd in deze gebruiksvergunning of gebruiksmelding onverkod van toepassing. Vergunninghouder dient zich op de hoogte te stellen van de inhoud hiervan en hiernaar te handelen. Uitgave VRR 0512-1 .30
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 12
Uitgaande post - 26268
Artikel 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid. Brandweer voo|aarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid 1.1 Afhankelijk van de aard èn omvang van het evenement moet ten behoeve van de hulpverlenende diensten, naast de reguliere toegang, één of meerdere toe- of (noodluitgangen tot het terrein aanweâig zijn. Dit ter beoordeling en goedkeuring van het bevoegd gezag. 1 .2 De opstelling van alle tijdelijke inrichtingen op het terrein dîent zodanig te zijn dat alle inrichtingen door de hulpverlenende diensten onbelemmerd bereikt kunnen worden. 1.3 De bij het bouwwerk behorende brandkranen, andere bluswate|inplaatsen en aansluitpunten moeten worden vrijgehouden voor blusvoeduigen, en wel zodanig dat hiervan onbelemmerd gebruik kan wotden gemaakt. 1.4 Indien het terrein (tjdelijk) is afgesloten dient duidelijk de (brandweer-lingang te zijn aangegeven en het toegangshek snel door de brandweer te openen zijn met het door de brandweer in gebruik zijnde sleutelsysteem, dan wel door een (eventueel Manwezige) bewaking geopend te worden. 1 .5 Een (tijdelijk) bou|er|tent is tot op ten minste 40 meter door hulpverleningsvoeduigen onbelemmerd te benaderen. 1.6 Indien |e toegang van een (tijdelijk) bou|erk/tent meer dan 40 meter is verwijderd van een openbare weg, moet een verbindingsweg tussen die toegang en het openbare wegennet aanwezig zijn die geschikt is voor de hulpdiensten, tenzij de aard, de Iigging en het gebruik van het bouwwerîde inrichting dat niet vereisen. 1.7 Een geschikte verbindingsweg moet: a. een breedte hebben van ten minste 3,5 meter (opstelplaats redvoeduig 4,5 tot 6 meter) en over qen breedte van ten minste 3,25 meter zijn verhard of eventueel 3 meter indien Iangs beide kanten van de rijbaan sprake is van een obstakelvrije ruimte van 0,50 meter breed; b. een vrije hoogte boven de kruin van de weg hebben van ten minste 4,20 meter; c. zijn verhard op een wijzq die geschikt is voor moto|oeduigen met een massa van ten minste 14.600 kg en zijn voorzien van de nodige kunstwerken. 1.8 Een geschikte opstelplaats voor een brandwee|oeduig moet verhard zijn op een wijze die geschikt is voor motoœoeduigen met een asbelasting van 10 ton (100kN) en een totaalgewicht van 15 ton.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 12
Uitgaande post - 26268
1.9 Atlto's; trekkers aanhangwagens en aggregaten e.d. mogen op het terrein van de inrichting uitéluitend zijn opgesteld conform een door het bevoegd gezag goedgekeurde tekening. Toelichting: 1.1 Dit betekent tegelijkedijd dat de aanwezige personen in principe in twee richtingen kunnen vluchten en dus bij een calamiteit altijd een ontvluchtingsmogelijkheid hebben. 1.2 Zo moeten op het bij het bouwwerk behorende terrein / op het terrein van de inrichting de beplanting, de parkeerplaatsen, de laad- en Iosplaatsen en plaatsen waar goederen en afvallen worden opgeslagen of gedeponeerd, zodanig zijn gelegen dat bij brand het oprijden en opstellen van de voertuigen en andete hulpmiddelen van de brandweer niet worden bemoeilijkt of belemmerd. 1.3 De maatstaf (NVBR) voor de vrije ruimte rond een brandkraan is een straal van 1,80m. De maatstaf (NVBR) voor de afstand tussen een brandkraan en een droge blusleiding is 35m waarbij de horizontale afstand tussen de opstelplaats van het blusvoeduig en de wate|inplaats niet meer dan 5m mag bedragen. Ook eventuele brandkraanbordjes moeten zichtbaar blijven. 1.4 Er moet voorkomen worden dat bij een calamiteit de brandweer in haar opkomst gehinderd wordt door afgesloten hekwerken en/of slagbomen. Om dit te voorkomen zullen in overleg m|t de brandweer passende voocieningen moeten worden getro|en. Het snel kunnen openen betekent dat de vedraging, als gevolg van het moeten openen van het hekwerk, maximaal 30 seconden bedraagt. 1.5 Een groep van kleine tenten van 1000 m2 dient als totaal tot op 40 meter benaderd te kunnen worden en dus niet elke individuele tent (Handreiking Brandveiligheid Kampeedefreinen NVBR). 1.6 Met name ambulances en brandwee|oeduigen moeten in verband met de te verrichte taken een objed tot op maximaal 40 meter kunnen benaderen. Dit betreft niet alleen gebouwen, maar ook bou|erken, die geen gebouw zijn, zoals de tribunes van spodvelden, of afgebakende Iocatie, zoals een evenemententerrein. 1 .7 De afmeting voor de verbindingsweg van 3,5 meter is en de afmeting voor de rijloper afkomstig is afkomstig uit bijlage 2 van de 'Handleiding Bluswatewoocîening en bereikbaarheid' NVBR, 2003. Tevens wordt hierin gesteld dat bochten minimaal een buitenstraal van 10m en een binnenstraal van 4,5m dienen te hebben. Deze handleiding is te bestellen bij de NVBR (w|.nvbr.nl, tel. 026 - 3552455 , fax 026 3515051 ). Met kunstwerken' wordt bedoeld bouwwerken waarvoor andere materialen dan aarde en zand gebruikt zijn, zoals bij sluizen, viaducten enz. 1.8 De gewichten zijn gebaseerd op een opstelplaats voor een tankautospuit volgens bijlage 2 van de 'Handleiding Bluswate|oociening en bereikbaarheid' van de NVBR. Daarbij is het uitgangspunt dat bij evenementen doorgaans een brandweerinzet met tankautospuitlen) wordt gedaan. Het bepalen van opstelplaatsen voor een evenement is maatwerk. De brandweer bepaalt deze afhankelil'k van de situatie ter plekke. Daarbij zal medebepalend zijn of een opstelplaats geschik't is voor een tankautospuit en of een doel.trecende verbinding tussen de tankautospuit en de bluswatervoorziening kan worden gelegd. Uiteraard dient maatwerk te worden toegepast als het evenement de inzet van een redvoeduig zou kunnen vereisen (bijv. reuzenrad o.i.d.).
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 12
Uitgaande post - 26268
Artikel 5 Elektrische installaties en toestellen. Brandweer voo|aarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 5 Elekrische installaties en toestellen 5.1 Het is verboden een verlichtingsinstallatie of een verlichtingstoestel te gebruiken, indien dat gebruik door de eigenschappen van die installatie of dat toestel gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. 5.2 Het is verboden een verlichtingsinstallatie of een verlichtinjstoestel op zodanige wijze te gebruiken, dat het gebruik door de wijze waarop die Installatie of dat toestel is opgesteld of aangebracht, gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. 5.3 Indien een ruimte de mogelijkheid met zich meebrengt dat deze tijdens de aanwezigheid van personen wordt verduisterd, is in die ruimte, indien er meer dan vijftig personen gelijktijdig verblijven, elektrische verlichting aanwezig van zodanige sterkte dat een redelijke oriëntering mogelijk is. 5.4 Alle voocieningen t.bv. de elektra dienen ten minste te voldoen aan het gestelde in het normblad NEN 1010 (Veiligheidsbepalingen voor Iaagspanningsinstallaties), 5.5 Het gebruik van andere verlichting dan elektrische binnen een besloten ruimte is verboden. 5.6 Bij gebruik van verlengsnoeren' dienen deze geheel afgerold te zijn. 5.7 De opstelling van een (nood-) stroomaggregaat dient op minimale afstand van 5 meter buiten de tijdelijke inrichting te geschieden.
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 12