Uit het leven gegrepen
CASES
CASUSSEN Praktijkvoorbeelden
1. Donor worden? Mariska (18) is geslaagd voor haar rij-examen en gaat haar rijbewijs ophalen bij het Gemeentekantoor. Op de balie ligt een folder waarin wordt uitgelegd dat er een groot tekort is aan orgaandonoren, de ambtenaar achter de balie ziet dat Mariska interesse heeft voor de folder en spreekt haar aan: “eigenlijk zou iedereen gewoon een donorcodicil moeten invullen, als je zélf tenminste ook gebruik wil maken van levensreddende orgaandonaties, moet je ook bereid zijn je eigen organen ter beschikking te stellen als je er toch niets meer aan zult hebben”. Mariska kan hier even niets tegenin brengen, ook al voelt ze wel een zekere weerstand om meteen dan maar zo'n formulier in te vullen. Ze besluit zich eens te gaan verdiepen in het onderwerp en op basis van duidelijke informatie een keuze te maken. Het googlen op 'donor worden?' levert veel informatie (bijvoorbeeld: www.translantatiestichting.nl ) maar het valt Mariska op dat bijna al deze informatie bedoeld lijkt te zijn om haar over te halen donor te worden. Een uitzondering biedt: http://www.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Orgaandonatie/ , op deze site worden ook vragen gesteld bij de voorlichtingscampagne. Zo wordt beargumenteerd dat er altijd een tekort aan donoren zal bestaan, en wat Mariska wezenlijker vindt, dat er geen acceptabele test is waarmee 'hersendood' vastgesteld kan worden. Omdat ze genoeg heeft van al die informatie, besluit ze er maar eens over te praten met haar vriend Sjoerd en met haar beste vriendin Ellen. Sjoerd heeft al een donorcodicil ingevuld, hij vindt het 'asociaal' om wél te willen profiteren van eventuele transplantaties maar niet zelf je organen beschikbaar te stellen. Sjoerd heeft er het volste vertrouwen in dat de artsen echt wel zullen wachten tot hij echt overleden is voordat er organen weggenomen worden. Ellen heeft een andere mening over het onderwerp. Toevallig heeft Ellen net uitgebreid met haar moeder over het donor worden gepraat. De moeder van Ellen had in de bestseller 'Eindeloos bewustzijn' gelezen dat er in verschillende landen verschillende criteria gehanteerd worden voor 'hersendood'. De schrijver van het boek, cardioloog Pim van Lommel, heeft mensen geinterviewd die een zogenaamde Bijna Dood Ervaring hebben beleefd. Hij is niet tegen orgaandonatie maar heeft wel bezwaren tegen de volgens hem eenzijdige manier waarop burgers geinformeerd worden door de overheid. Toen Ellen van haar moeder hoorde dat het zogenaamde 'stoffelijk overschot' van de hersendode wél nog onder narcose gebracht wordt voordat de organen uitgenomen worden, was dat voor haar een reden om geen codicil in te vullen. Mariska weet het nu écht niet meer, had ze maar nooit dat foldertje gezien... Toch is ze vastbesloten om een keuze te maken.
2. Droom aan diggelen Ray (26) is een profvoetballer die bij een Nederlandse topclub speelt. Zijn carrière is één stijgende lijn. Al toen Ray 6 jaar was, wist hij dat hij profvoetballer zou worden. Hij heeft een fabelachtige techniek gepaard aan een groot doorzettingsvermogen. Ray heeft het thuis vroeger niet zo naar zijn zin gehad: zijn ouders hadden vaak ruzie, met zijn 2 zusjes boterde het ook niet. In voetbal vond Ray een alternatief voor 'het gedoe' thuis. Als Ray zich eenmaal iets voorgenomen heeft, doet hij het. Ray heeft alles opzij gezet voor het voetballen: hij leeft uiterst gedisciplineerd. Geen drank. Genoeg nachtrust. Trainen, trainen en nog eens trainen. Ray heeft als grote droom te gaan spelen bij een Spaanse topclub en het lijkt erop dat zijn droom gaat uitkomen: er zijn onderhandelingen gaande die er toe zullen leiden dat Ray op korte termijn zal uitkomen voor een Spaanse club met wereldsterren. De vriendin van Ray, Elisabeth, is webdesigner en kan haar werk ook vanuit Spanje doen. Ze staat 100% achter de topsportcarrière van haar vriend. De twee maken al plannen over hun nieuwe villa aan de Spaanse kust, zwembad en tennisbaan bij het huis... In het kader van de aanstaande transfer krijgt Ray een uiterst grondig medisch onderzoek en hier komt een ramp aan het licht. Er wordt bij Ray een zeldzame spierziekte geconstateerd die zich in het algemeen vóór het 28ste levensjaar openbaart. Vervolgens zal volgens de artsen de conditie van Ray eerst vrij snel en dan langzamer achteruit gaan. Uiteindelijk zal ook de hartspier aangetast worden. Er zijn geen personen bekend die ouder dan 35 geworden zijn met deze aandoening. Aanvankelijk geloofde Ray deze slechte tijding niet maar toen de second opinion hetzelfde droevige resultaat opleverde, wist Ray het meteen: “dit gaat niet gebeuren”. Ray is ervan overtuigd dat zijn leven kapot is als zijn droom op deze manier aan diggelen valt. Het ergste wat een topsporter kan overkomen. Ray wil niet gaan zitten 'wachten op het einde'. Hij heeft zijn loopbaan zélf gestuurd, dan zal hij ook nu het heft in eigen handen nemen. Dat past bij hem. Hij voelt zich niet depressief of verslagen, eerder verraden. De diagnose maakt een grote verbetenheid in hem los. Ray wil niet afwachten en ondergaan hoe de ziekte hem uiteindelijk fataal zal worden. Hij heeft er met artsen over gesproken maar volgens hen is er in deze fase van zijn ziekte nog geen aanleiding om een euthanasieplan voor te bereiden. Zij raden hem aan met een psycholoog te gaan praten. Ray voelt er meer voor om 'via via' een zogenaamde 'zelfmoordpil' te bemachtigen die hij kan gebruiken wanneer hij vindt dat het moment gekomen is. Elisabeth is het hier niet mee eens maar gaat ervan uit dat het geen zin heeft om tegen Ray in te gaan als hij zich eenmaal iets in zijn hoofd heeft gezet. Ray heeft nauwelijks contact met zijn ouders en zussen, hij heeft hen in kennis gesteld van zijn ziekte maar voelt geen behoefte om er met hen over te praten. Hij is per acuut gestopt met voetballen en verwacht zijn voetbalvrienden niet zo vaak meer te zien: “iedereen is toch uiteindelijk met zichzelf bezig”. Ray is niet zo zeer 'klaar met leven', hij wil alleen de vrijheid hebben om zélf het moment te bepalen wanneer hij wil stoppen met leven. Dat kan zijn wanneer de eerste ziekteverschijnselen zich openbaren, het kan ook later zijn. Het zit Ray alleen niet lekker dat hij via een illegaal circuit moet handelen om zo'n pil te bemachtigen. Artikel: GG Magazine – Nieuwe ontwikkelingen euthanasie http://www.goedgezien.nl/nieuweontwikkelingeneuthanasie.htm
3. Kinderwens
Lies en Harrie willen niets liever dan zwanger worden en kinderen krijgen. Ze zijn nu vijf jaar getrouwd en Lies is de dertig al gepasseerd. Echter in hun geval heeft de dokter aangegeven dat er vooraf goed moet worden nagedacht. Er is een duidelijk complicerende factor. In de familie van Lies was er sprake van de ziekte van Huntington, een erfelijke ziekte die de hersenen kan aantasten. Haar broer was op veel te jonge leeftijd overleden aan een longontsteking, maar iedereen wist dat dit het gevolg van deze ongeneeslijke ziekte was die hij uiteindelijke niet meer kon bevechten. Toen de dokter had gezegd dat er altijd sprake zou kunnen zijn dat zij, Lies, ook drager kon zijn van de ziekte heeft ze dit laten onderzoeken. Dit was in zeer lichte vorm het geval. Lies had er (nog) geen last van en het zou zomaar kunnen dat ze er zonder hier last van te krijgen oud zou worden. Echter toen ze zwanger wilden worden kregen Harrie en zij toch zo haar vragen. Is dit wel verantwoord? Kan dit wel? De mogelijkheden werden bekeken en de uitslag kwam hier op neer dat er een zwangerschap mogelijk was door IVF. Lies zou zwanger kunnen zijn van een door het zaad van Harrie bevruchte eicel van zichzelf. De ingebrachte bevruchte eicel, we spreken dan al van een embryo, zou vooral gecontroleerd worden op de mogelijkheid van de ziekte. Honderd procent kon uiteraard niet geboden worden, maar als het embryo gegroeid zou zijn konden er opnieuw testen gedaan worden of deze baby drager zou zijn van de erfelijke ziekte. Zo ja, dan moet er geaborteerd worden en kan eventueel een nieuwe poging worden gedaan. Het zijn allemaal zorgen waar deze mensen mee te maken krijgen. Wat zetten ze in gang? Wat weten ze er zelf van? In hoeverre ben je overgeleverd aan de medische besluiten die een arts neemt. Lies en Harrie zouden ook kunnen besluiten om gewoon ‘zwanger’ te worden en op hoop van zegen maar te verwachten dat hun baby net als Lies deze ziekte hooguit in de zeer lichte vorm zal hebben, of wonder bij wonder helemaal niet! Ze zouden ook nog gewoon zwanger kunnen worden en een abortus overwegen als het kindje toch drager blijkt te zijn. Allemaal moeilijke vragen met nog moeilijker beslissingen. Lies en Harrie willen graag kinderen, de kinderwens is heel groot en Lies zou het erg moeilijk vinden als Harrie en zij geen kinderen krijgen. Wat moeten zij doen?
4. Vlees eten? Peter (16) woont met zijn vader Ben (43) en moeder Ankie (42) in een middelgrote stad in de provincie Utrecht. Zijn vader is tuinarchitect en zijn moeder werkt als docente wiskunde. Al enige tijd verdiept Ankie zich in het Boeddhisme, ze gaat naar bijeenkomsten, beoefent meditatie en leest veel boeken over Oosterse filosofie. Peter kan het prima met zijn ouders vinden. Ze geven hem de ruimte om zijn eigen keuzes te maken, bovendien is Peter ook een rustige jongen, geïnteresseerd in sport (voetbal), muziek maken (gitaar spelen) en vrienden. Op school gaat alles ook zijn gangetje; hij vindt niet alle vakken even leuk, maar hij heeft zijn vrienden en gaat niet met tegenzin naar school. Ankie, de moeder van Peter, heeft onlangs besloten om geen vlees meer te eten: vanuit haar religie vindt ze dat dieren niet onnodig hoeven te lijden. Ben heeft respect voor die visie maar blijft graag zijn stukje vlees eten. Ben vindt dat dieren een 'dierwaardig' leven moeten hebben, dus geen onnodig leed, maar dat het nu eenmaal de natuur is dat sterkere dieren zwakkere dieren eten. Dus de mens staat in zijn recht. Ankie en Ben zijn er inmiddels uit dat er creatief gekookt gaat worden, maaltijden met een vlees en een vegetarische variant. De vraag rijst, je voelt hem al aankomen, met wie eet Peter mee? Peter is eigenlijk nooit zo bezig geweest met de vraag wat wel of niet te eten maar nu wordt hij voor de keus gesteld. Aanvankelijk heeft hij helemaal geen zin om zich hierin te verdiepen maar om nu elke dag opnieuw te moeten zeggen wat hij wil eten, staat hem ook tegen. Hij gaat eens wat zoeken op internet en belandt bij de site van wakker dier (“Kip: het meest mishandelde stukje vlees!”). Hij wil ook de andere kant horen (het productschap pluimvee: “Kip: het meest veelzijdige stukje vlees”). http://www.parool.nl/parool/nl/34/ETEN-DRINKEN/article/detail/24031/2008/07/23/Wakker-Dier-wilchoqueren.dhtml Peter ziet een filmpje over kuikens die op elkaar gepakt in korte tijd vetgemest worden, hun snavels gekapt. Hier wordt hij niet vrolijk van. Aan de andere kant leest hij discussies op internet waarin hij het gevoel heeft dat actievoerders ook wel een beetje doorslaan. Het wordt tijd om een eigen standpunt te bepalen. Artikel met pro- en contra-argumenten op animalfreedom daarnaast: produktschap pluimvee
5. Voor het grijpen Gert had een geweldig jaar achter de rug in Havo 4. Dit gold meer de gezelligheid dan de resultaten. Vlak voor de toetsweek was zijn mentor bij hem langs geweest en had tegen hem gezegd wat hij zelf allang dacht. “Er moet een wonder gebeuren, Gert, als je deze cijfers nog ophaalt voor een overgang naar Havo 5”. “Ik ga daar voor zorgen,” had Gert beloofd en hij had zich ook voorgenomen om dit wonder te laten gebeuren. Hij moest er toch niet aan denken om volgend jaar in een andere klas te zitten met die kinderen die nu in Havo 3 zitten. Zijn ouders wisten niet wat hen overkwam. Van het ene op het andere moment was Gert aan de studie gegaan. Hij liep met boeken en aantekeningen en nam niet eens tijd om naar zijn favoriete programma op TV te kijken. Het zou kunnen lukken. De vier voor geschiedenis was niet meer op te halen omdat hij dit het vorige halfjaar al afgesloten, maar de 4 voor wiskunde moest kunnen. Toen de toetsweek aanbrak zat het hoofd van Gert vol met informatie voor de biologie- en natuurkundetoets, die ook belangrijk waren. Over zijn wiskunde maakte hij grote zorgen. Hij besloot hier een gesprek over aan te vragen bij zijn docent wiskunde, De Groot. Die begreep hem en trok tijd voor uit om hem te helpen. Toen hij bij zijn bureau zat, zag hij hoe de man de toetsen die ze morgen zouden krijgen uit zijn tas haalde om te kijken wat er nog besproken kon worden. Dit vond Gert helemaal te gek. Wat een leuke man was die De Groot en wat deed hij zijn best ondanks het feit dat hij, Gert, er het afgelopen jaar zo weinig had uitgevoerd! Toen werd de De Groot opgeroepen door de intercom. Of hij zich wilde melden bij de receptie; er was iemand aan de telefoon die hem dringend moest spreken. Snel stopte De Groot de toetsen terug in zijn tas en vroeg Gert even te wachten. Hij moest even weg, maar zou binnen enkele minuten weer terug zijn. Toen de deur achter De Groot dichtviel, keek Gert naar de tas. Als hij nu eens een van die toetsen mee naar huis nam. Niemand zou dit merken en…Het zou een kleine moeite zijn om nu zijn wiskunde op te halen. Zou hij zijn probleem zo oplossen?
6. Vriend en dief Karin was nooit de meest populaire van de klas geweest. Ze was stil en vond het moeilijk om snel te reageren als anderen een grap uithaalden. Haar cijfers waren ok, maar de gezelligheid in te klas ging aan haar voorbij. Nee, dan Malon, die had het voor elkaar. De jongens zwegen zelfs even als ze binnenkwam in haar nieuwste outfit. En een nieuwe outfit was wat Malon betreft een dagelijks gebeuren. Ze werkte in een kledingzaak en haar ouders gaven haar zoveel zakgeld dat dat werken in haar vrije tijd eigenlijk niet eens nodig was. Maar ja, Malon moest iets met haar tijd, want waar ze het niet aan besteedde was aan haar schoolwerk. In de klas verstoorde ze graag de les, was nooit op tijd met de handelingsdelen en zat vaak haar tijd te verdoen in het straflokaal. Malon en Karin spraken nooit met elkaar tot die week voor het inleveren van de PO voor aardrijkskunde. “Zou je me kunnen helpen, Karin?” Malon leek een beetje in paniek en greep haar bij de arm. Karin zag hoe haar wimpers een afdruk maakten boven haar ogen en besloot hier niets over te zeggen. “Wat bedoel je precies, Malon, waarmee kan ik jou helpen?” Ik begrijp niets van de opdracht van Bergsma en ben er ook nog niet aan begonnen. De jongens zeiden dat zij er ook weinig van begrepen, maar er ook al heel lang aan hadden gezeten. Wil jij me helpen. Je mag bij mij komen, ik kan bij jou komen, maar we moeten het samen doen” Karin had er wel tijd voor en vond het leuk dat Malon haar vroeg. “Ik ga je helpen, maar we moeten het wel echt samen doen!” “Dat beloof ik,” riep Malon blij. “Wanneer zullen we beginnen? Vanavond? Ik ga mijn werk afzeggen en kom naar jou, is dat ok.” Zo groeide de vriendschap van Karin en Malon. Twee hele verschillende meiden, maar ze vulden elkaar goed aan. De PO kwam af en…. De vriendschap bleef. School was nog nooit zo leuk geweest voor Karin. Elke morgen kwam Malon langs om haar op te halen en ze vertelden elkaar hun diepste geheimen.Toen het einde van het jaar in zicht kwam hadden ze het zelfs over samen op vakantie gaan. Tot Karin iets ontdekte. Toen zij bij Malon op haar kamer kwam zag ze hoeveel kleding er bij Malon op haar kamer lag. Er zaten nog labels aan en Karin vroeg of ze die kleding pas gekocht had. Malon keek haar aan en zei toen iets wat ze liever niet had willen horen. “Nee, deze kleding neem ik mee van de winkel waar ik werk”. Ik weet gewoon dat die kleding weer afgevoerd wordt als ze niet verkocht wordt en daarbij vind ik ook dat ik onvoldoende verdien terwijl ik wel heel hard werk in de zaak.” Karin was verbijsterd. “Dat meen je niet, je steelt gewoon van je eigen baas!” “Ja,” zei Malon “en dat zal ik blijven doen ook, Karin. Ik hoop dat je het me niet kwalijk neemt!” Karin dacht geen moment na. “Je moet dit terugbrengen, Malon en alles eerlijk opbiechten. En je moet mij beloven dit nooit meer te doen!” “Dit gaat me mijn baan kosten,” schreeuwde Malon, respecteer wie ik ben, Karin en doe net of je neus bloedt. Je hebt dit niet gezien, toch! Je weet van niets”. Karin slikte, het zou haar vriendschap met Malon kosten als ze bij haar voorstel bleef, maar de vriendschap zou nooit zo blijven als hij was, wetend dat Malon zoveel kleding steelt, en niet eenmaal, maar steeds weer. Wat moet er nu gebeuren?
7. Waarom zou je? Mark was niet opgevoed met een of andere godsdienst. Zijn ouders hadden daar niet zulke prettige ervaringen mee, maar spraken hier nauwelijks over. Op school had hij theoretisch wel zo’n beetje gehoord hoe het allemaal in elkaar zit, maar het had hem niet echt geraakt. Eigenlijk begreep hij niet wat anderen bezielden om bijvoorbeeld op een zondag zo moeilijk te doen in een kerk of te worstelen met al die onzinnige regeltjes. En als hij er goed over nadacht vond hij het allemaal maar flauwekul. Bij Marianne, zijn vriendin lag dit geheel anders. Haar ouders gingen elke zondag naar de kerk en Marianne ging braaf mee. Nooit had Mark gedacht dat hij verliefd zou kunnen worden op zo’n gelovig meisje, maar Marianne was op een of ander manier anders. Naast dat ze er leuk uitzag, was ze ook heel gevat en lag ze goed in de klas. Toen Mark haar op een schoolfeest probeerde te versieren was hij al gewaarschuwd door andere jongens: met haar valt niets te beginnen. Zij is mooi maar van binnen van ijs. De hele avond had hij met haar gedanst en toen het feest op zijn hoogtepunt was, vertelde Marianne dat het wat haar betreft afgelopen was. Ze zou haar vader bellen of hij haar op kwam halen. Mark was verbijsterd. Hoe kan iemand dit op zo’n moment zeggen. Hij was nog van alles van plan om met haar te bespreken. “Zal ik je naar huis brengen?” hoorde hij zichzelf vragen. Hij had haar instemming niet verwacht. “Ok, dan ga ik mijn vader bellen dat jij dat doet, dan kan hij thuisblijven!” Ze liepen samen naar huis en Mark had voorzichtig een arm om haar schouder gelegd. Marianne had hier geen bezwaar tegen gemaakt en vlak voor haar huis had ze hem een klein kusje op zijn wang gegeven. “Ik moet nu naar binnen, bedankt voor het thuisbrengen!” Die nacht kon hij niet slapen en waren er steeds maar beelden van Marianne. Toen hij haar de volgende dag belde, was het duidelijk. Marianne vond hem ook leuk. Het is nu drie maanden later en Marks leven is totaal veranderd. Hij bezoekt de hangplekken niet meer, maar zit ’s avonds bij Marianne TV te kijken. Als ze op de bank zitten raken ze elkaar voorzichtig aan. Als ze wandelen ligt zijn arm om haar schouders en als hij aan zijn toekomst denkt, past daar helemaal zijn lieve Marianne in. “Kom je morgen voor tien uur naar ons huis en ga mee naar de kerk?” vroeg Marianne op een warme zaterdagavond in september. Hier was Mark bang voor geweest. Dit had ze niet van hem moeten vragen. Hij had duidelijk laten weten dat hij niets voor welke godsdienst dan ook voelde en toch vroeg ze hem naar de kerk te komen. Nooit had hij met Marianne gedeeld dat hij de kerk absoluut niet zag zitten, maar nu was het gesprek daar. Het was bijna een discussie geworden. Tenslotte had Marianne gezegd: “Als jij niet eens de moeite neemt om te onderzoeken of geloven in God, wat voor mij zo belangrijk is, misschien ook iets voor jou is, dan gaat het niets worden tussen ons.” Het was alsof Mark een klap in zijn gezicht kreeg. Hij wist direct dat wanneer hij nu inging op haar verzoek die kerk te bezoeken dat hij zichzelf geweld aandeed. Had hij niet tegen iedereen gezegd dat de kerk en alles wat erbij hoorde allemaal onzin was? Moest hij daar nu op terugkomen of zichzelf blijven, met de grote kans Marianne te verliezen? Was het wel eerlijk om nu zo’n kerk te bezoeken? Moest hij niet van Marianne verwachten dat zij respecteerde dat hij gewoon echt niet meeging?
8. Wel of niet vertellen? Anouk (17) heeft sinds kort (en voor het eerst voor haar gevoel serieuze) verkering met Ruud (21). Ze hebben elkaar leren kennen op de korfbalvereniging. Anouk heeft twee jongere broertjes (van 11 en van 13). Ze kan het prima vinden met haar ouders. Haar moeder Trudy (49) is echt een vertrouweling van Anouk, over en weer vertellen ze elkaar (bijna) alles. Ruud, de nieuwe vriend van Anouk, studeert biologie en is daarnaast activist bij een organisatie die de bio-industrie bestrijdt. In het verleden heeft Ruud weleens vastgezeten als acties (zoals het 'bevrijden' van dieren of het vernielen van eigendommen) uit de hand liepen. Kees (61) de vader van Anouk is hartpatiënt, hij is reeds twee keer geopereerd, en heeft van zijn arts het advies gekregen het wat rustiger aan te gaan doen en zich vooral niet druk te maken. Het rustig aan doen is niet makkelijk voor Kees die als kleine zelfstandige zijn eigen slagerij draaiende houdt. Sinds zijn laatste operatie lukt het Kees wel beter zich niet over van alles en nog wat op te winden, hij heeft namelijk een nogal opvliegend karakter. Als er één onderwerp is waar Kees laaiend over wordt, dan is dat wel het dierenactivisme: “Deze mensen maken de branche helemaal kapot, ze liegen en bedriegen, ik zou ze het liefst...”. Anouk heeft eigenlijk altijd de belangrijke dingen die ze meemaakte gedeeld met haar ouders. Ze heeft haar moeder over Kees verteld. Trudy ziet de bui al hangen: “Praat alsjeblieft niet met je vader over Ruud, daar komen nog ongelukken van: of hij doet die jongen iets aan of hij krijgt zelf weer een hartaanval. Het is nog maar je eerste echte verkering dus je hoeft daar nog niet zoveel drukte over te maken”. Ruud staat er echter op om kennis te maken met de ouders van zijn vriendin: “het voelt voor mij als een serieuze verkering en dan wil ik ook dat je ouders mij kennen”. Anouk is bang dat haar vader boos wordt (ook op haar) of dat er nare dingen zullen gebeuren. Aan de andere kant voelt ze zich oneerlijk omdat ze iets wat voor haar belangrijk is, niet vertelt aan haar vader. Ze moet er helemaal niet aan denken dat Ruud haar vader zou ontmoeten, Ruud is een enorme prater en gaat onmiddellijk met iedereen in discussie, het liefst over zijn stokpaardje: het leed van dieren in de bio-industrie.
9. Wie ben ik? Randy stond voor de spiegel om zijn kin eens nader te bestuderen. Zou hij het scheerapparaat maar weer eens uit de kast halen of is het wel aardig om dit groeisel nog even te laten staan? Hij zuchtte en vond dat je op zijn leeftijd maar over grote dingen moest nadenken. Dit nadenken betrof niet zijn donsgroei onder zijn onderlip, maar de herinneringen aan gisteravond. Het was een topfeest bij Mirella thuis. Ze had veel mensen uitgenodigd en hij was ook van de partij. Daar was hij Jef ook weer tegengekomen. Jef was echt een leuke gast, zag er goed uit en kleedde zich echt helemaal top. Randy kende hem van de korfbal en had een grote bewondering voor hem gehad. Soms lag hij in bed wel eens te dromen over Jef. Hij zou het echt helemaal te gek vinden als Jef zijn vriend zou zijn. Hij was altijd een beetje bang geweest dat Jef hem maar een sulletje vond. Hij was niet goed in korfbal en zag te vaak pukkels als hij in de spiegel keek. Maar gisteren gebeurde het dat Jef naar hem toegekomen was. Hij had hem aangesproken en zijn hand op zijn arm gelegd. ‘Wauw, Jef zag hem zitten!,’ schoot door hem heen. Ze zijn samen naar buiten gelopen en hebben de hele avond samen zitten kletsen over de mensen die ze kennen van de korfbal. Jef heeft verteld over de Kleinkunstacademie waar hij na zijn examen naar toe zou gaan. Hij schijnt echt talent te hebben. Randy vertelde over de vakantie die hij had gehad en hoe hij met een paar vrienden enkele dagen in een huisje in Renesse had gezeten. Jef vroeg hem ook of hij verkering had, maar daar had Randy nog niet zo veel over te vertellen. Hij vond het leuk om met meisjes op te trekken. Hij had ook goede vriendinnen, maar er waren nog geen vonken geweest en toen een meisje een poging had gedaan om hem te versieren had hij dit afgehouden. Hier had hij gewoon geen zin in. Jef vertelde toen dat hij net een relatie had uitgemaakt. Hij had een intiem contact gehad met een andere jongen. Samen waren ze de hele scene ingedoken van kroegjes en hangplekken die vooral door homo’s bezocht werden en voor Jef was het inmiddels duidelijk. Hij viel op jongens, maar Rikkie, zijn laatste vriend was niet de man waar hij verder mee wilde. Toen had Jef zijn hand op zijn bovenbeen gelegd en er was een schok door het lijf van Randy gegaan. Wat is dit? Wat voelde hij? Na deze ervaring bekeek hij Jef met andere ogen. Hij kon eigenlijk zijn ogen niet van hem afhouden. Het was spannend, maar was het meer dan dat? Randy zuchtte weer. Jef had hem uitgenodigd om vanavond met hem mee te gaan naar een kroegje, de Rose Pint en Randy wist dat dit de homotent van de stad was. Zou hij meegaan? Zou hij met zijn moeder praten? Was hij wel homo? Moest hij dat nu gaan uitzoeken? Zou hij door Jef nu een bepaalde richting op gepraat worden? Wilde hij wel homo zijn? Wat moet hij hiermee? Toen hij vannacht thuis kwam, zat zijn moeder op hem te wachten. Dat doet ze altijd omdat het haar niet lukt om te gaan slapen als haar kind nog niet in bed ligt. Hij had aangegeven dat hij vragen had over zichzelf en zij had voor hem een kop thee gemaakt. Ze was niet boos geworden toen hij haar vertelde van zijn verwarring over zichzelf. Ze had gezegd dat hij vooral rustig aan moest doen om te ontdekken of dit wel de gevoelens waren die zo bepalend zijn voor je geaardheid. Ze vertelde dat pa in zijn diensttijd wel eens bij een maat in bed was gekropen om van alles uit te proberen. Maar jouw vader is echt geen homo. Neem de tijd Randy om te ontdekken welke gevoelens je nog meer hebt! Laat je niet direct in met een homoscene waar je nog maar een kant op kunt. Randy pakte zijn mobiel en belde Jef om te zeggen dat hij hier nog niet uit was en tijd nodig had om na te denken of hij zich niet door zijn gevoelens liet bedriegen. Vannacht was de hele impact van het homo-zijn langs hem getrokken afgewisseld door het vriendelijke en lieve gezicht van Jef. Toen Jef de telefoon opnam met “Hé, Randyboy, ben je daar!”, voelde hij de warmte weer in zijn hoofd schieten. “Jef, ik heb nog eens nagedacht, maar voorlopig…..” “Je gaat me niet melden dat je vanavond niet met me meegaat!” riep Jef, “Ik heb me er zo op verheugd,” en toen zachtjes, “ik verlang naar je, Ran!” “Ik ben nog niet zo ver, Jef…ik..”. “Geef je zelf de kans om te ontdekken wie je bent, Ran, en kom!” Randy dacht aan de woorden van zijn moeder… Hoe moet hij nu verder?
10. Zwanger, wat nu? Cora is 15 jaar en heeft al drie maanden verkering met Joris. Joris is haar eerste vriendje en ze hebben veel lol samen. Ze zitten op het Beukenplein-College in de Dapperbuurt van Amsterdam. Joris doet 6 VWO en Cora zit in Havo 4. Ze praten veel samen en als Joris haar naar huis brengt na hun lange gesprekken staan ze vaak nog een uur te praten buiten onder de lantaarnpaal. Op een zaterdag bracht Joris haar weer thuis en de ouders van Cora waren (nog) niet thuis. Het regende dat het goot en praten onder de lantaarnpaal was duidelijk niet aan de orde. “Kom even binnen,” zei Cora tegen Joris, “want ik vind het niet leuk op dit tijdstip alleen in huis te zijn”. Joris had hier geen bezwaar tegen. In de koelkast vonden ze iets te drinken en Cora maakte het gezellig in de kamer door enkele kaarsjes aan te steken. De telefoon ging. Het waren Cora’s ouders. Ze stonden met autopech op een landweggetje te wachten op de Wegenwacht. “Ga maar alvast slapen, morgen willen we met elkaar naar de kerk,” zei haar vader nog. Cora en Joris vonden het niet zo heel erg, ook al was het niet leuk voor haar ouders dat die in deze regen met autopech langs de weg stonden. “Ik ben moe, Joris, ik ga alvast op bed liggen”.”Nou,” zei Joris, “dan kom ik er gezellig naast liggen. Ik ga in dit weer echt niet naar huis.” Cora en Joris hebben die nacht elkaar ontdekt, gevonden, maar niemand was daarop voorbereid. Het was allemaal zo opwindend dat de pil, die Cora wilde gaan slikken maar even ter sprake kwam en het condoom dat Joris eigenlijk altijd op zak wilde hebben nog in zijn bureaula lag. Natuurlijk hadden ze op tijd hun verstand moeten gebruiken, maar ja. Enkele weken later ontdekte Cora dat ze zwanger was. Dit kon ze haar ouders niet vertellen en dus heeft ze het probleem voor haar uitgeschoven. Met Joris sprak ze er wel veel over. De gesprekken gingen niet meer over leuke dingen, maar over moeilijke dingen en op een avond bedachten ze dat ze misschien geen keuze hadden. Of juist een hele moeilijke keuze. Stiekem een abortus regelen met de huisarts of het kindje samen ontvangen. Het feit dat ze zwanger was kon Cora thuis niet melden. Haar ouders zouden niet alleen boos zijn, maar ook heel verdrietig. Cora was hun enig kind en ze waren zo trots op haar. Maar een abortus zou echt helemaal niet kunnen. Dit zou de relatie met de ouders hier helemaal verstoord door raken. Haar moeder zou er zeker voor kiezen dat zij desnoods het kindje op zou voeden. En daarbij: Cora was al bijna 10 weken zwanger en in de boeken had ze al wel gezien dat het kindje nog heel klein, maar al helemaal compleet was. Maar ze wilde na haar Havo graag een HBOstudie in de verpleging doen. Dit was niet te combineren met een kindje. En als ze haar moeder geheel voor hun kind zal gaan zorgen, zou haar baan op moeten zeggen. Cora wist dat zij nu een besluit moest nemen. Wat moest ze doen. Joris was erg duidelijk. “Ik wil nog geen vader zijn, mijn leven gaat daaraan kapot. Ik wil na mijn VWO een wereldreis maken. Ik mag van mijn ouders een jaar naar Amerika. Ik kan de vader niet zijn, Cora!” Cora dacht zelf steeds aan dat jonge weerloze leven dat in haar buik groeide en vond zichzelf gemeen om maar net te doen alsof dat kindje er niet was. Wat moet er nu gebeuren?………..