Uit de bak, aan de bak! “Kansen bieden, grenzen stellen”
Actieprogramma nazorg na detentie aan jongeren tot 23 jaar
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................. 3 Wat is nazorg......................................................................................................................................... 4 Huidige situatie ..................................................................................................................................... 4
18+, coördinatie via SPAR ................................................................................................ 4 18-, coördinatie via liaisonfunctionaris............................................................................. 4 Knelpunt: nog geen informatieoverdracht uit andere JJI’s in Nederland......................... 5 Gewenste situatie.................................................................................................................................. 5
Rotterdam proeftuin in landelijke ontwikkeling nazorg 18- .............................................. 5 Knelpunten justitie ............................................................................................................. 6 Liaisonfunctie binnen SPAR............................................................................................... 6 Aanhaken regiogemeenten ................................................................................................. 6 Ontwikkelen doorzorg 18+ ................................................................................................ 7 Bewaken en sturen op voortgang ....................................................................................... 7 Doel aanpak en gewenste resultaten .................................................................................................. 8
Doel.................................................................................................................................... 8 Doelgroep........................................................................................................................... 8 Resultaten........................................................................................................................... 8 Omvang doelgroep............................................................................................................. 8 Reikwijdte........................................................................................................................... 9 Niet-gemotiveerden voor nazorg........................................................................................ 9 Verantwoordelijkheden en de rol van de gemeente bij nazorg ...................................................... 10
Nazorg 18-........................................................................................................................ 10 Nazorg 18+ ...................................................................................................................... 10 Activiteiten gemeentelijke nazorg ..................................................................................................... 11
Begeleiding....................................................................................................................... 11 Leefgebieden en actiepunten............................................................................................ 11 Identiteitsbewijs en inschrijving GBA.............................................................................. 12 Wonen............................................................................................................................... 12 School, werk ..................................................................................................................... 12 Financiën ......................................................................................................................... 14 Gezondheid....................................................................................................................... 14 Familie (thuissituatie) ...................................................................................................... 14 Vrijetijdsbesteding ........................................................................................................... 14 Overige activiteiten ............................................................................................................................. 15
Privacy ............................................................................................................................. 15 Monitor............................................................................................................................. 15 Overzicht actiepunten......................................................................................................................... 16 Bijlage 1: Afkortingenlijst................................................................................................................... 18 Bijlage 2: Beleidskaders..................................................................................................................... 19 Bijlage 3: Het landelijk project Nazorg Jeugd .................................................................................. 21
2
Inleiding Begin april 2008 heeft burgemeester Opstellen, als coördinerend bestuurder op het dossier Jeugdoverlast1, aan de gemeenteraad een actieprogramma voor nazorg na detentie aan jongeren toegezegd, nog voor het zomerreces van 2008. Dit vanuit de behoefte van de gemeenteraad aan meer inzicht in dit complexe beleidsterrein en aan een helder beeld over de voortgang, resultaten en knelpunten. Per jaar verlaten ongeveer 1.000 jongeren uit Rotterdam een gevangenis na een (tijdelijke) straf te hebben uitgezeten. Tot voor kort betekende dat, dat ze er vaak uit kwamen zonder school of baan en soms ook zonder huis om naartoe terug te gaan. De kans dat deze jongeren terugvallen in hun oude criminele gedrag is daardoor groot. De jeugdreclassering moest hen helpen hun leven weer op de rails te krijgen maar liep vaak tegen problemen aan die de gemeente zou moeten oplossen, maar waar de gemeente geen zicht op had of waar de gemeentelijke organisatie niet op afgestemd was. Dat moest anders. Daarom zijn Rotterdam en de justitiepartners in de justitiële Jeugdinrichting De Hartelborgt een pilot gestart in 2007 om de nazorg na detentie voor Rotterdamse jongeren uit De Hartelborgt te verbeteren. Rotterdam is met deze pilot een voorloper waar het gaat om de nazorg na detentie aan jongeren. Vanuit het Jeugdbeleid is het belang van deze nazorg onderkend en actief opgepakt met als doel terugval in het criminele en/of overlastgevende gedrag te voorkomen. De gemeente Rotterdam heeft, als eerste stad in Nederland, in samenwerking met de Justitiepartners een werkwijze opgezet om de nazorg aan ex-gedetineerde jongeren daadwerkelijk gestalte te geven. Bij dit baanbrekende werk sluit het landelijk (justitiële) project Nazorg Jeugd, dat als doel heeft een landelijke werkwijze op te zetten, nu aan. Rotterdam wil uiteindelijk komen tot nazorg voor alle Rotterdammers die (ook landelijk) uit detentie komen. Daarom werkt de gemeente nauw samen met het landelijke project Nazorg Jeugd en fungeert als proeftuin om het landelijke beleid te testen. Om nazorg goed, tijdig en passend georganiseerd te krijgen is samenwerking nodig met alle justitiële partners op lokaal niveau. Partners van de gemeente hierbij zijn de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), het Openbaar ministerie, de jeugdreclassering (JR), Bureau Jeugdzorg (BJZ), reclassering Nederland en de justitiële jeugdinrichting “De Hartelborgt” in Spijkenisse. Met deze partners is sinds ongeveer een jaar al intensief samengewerkt in de pilot “nazorg De Hartelborgt”. De hier opgedane ervaringen vormen de basis voor dit actieprogramma dat zich in navolging van het jeugdbeleid richt op jongeren onder en boven de 18 jaar. Het actieprogramma is nog niet af. De ontwikkelde werkwijze wordt nog voortdurend aangepast, terwijl daarnaast wordt gewerkt aan de inhoudelijke verbetering van de zorg. Knelpunten in de uitvoering zijn door de pilot zichtbaar geworden en hiervoor zijn/worden oplossingen gezocht in samenwerking met de partners. Er wordt gewerkt aan verankering van de nazorg binnen de gemeente en monitoring van de resultaten. De focus van dit actieprogramma ligt op de gemeentelijke activiteiten in de context van de landelijke ontwikkelingen. De verbeteringen die momenteel doorgevoerd worden binnen de justitiële inrichtingen, voor zowel volwassenen als jeugd, vallen buiten het kader van dit actieprogramma. (In bijlage 3 meer hierover)
1
Zie bijlage voor beleidskaders
3
Wat is nazorg Nazorg voor ex-gedetineerden is het geheel aan inzet door gemeente en justitie om de kans op een positieve stabiele situatie met voldoende toekomstperspectief te vergroten en terugval in crimineel of ander ongewenst gedrag te voorkomen. Nazorg was tot enkele jaren geleden uitsluitend een verantwoordelijkheid van Justitie. Bureau Jeugdzorg en jeugdreclassering gingen met een jongere aan de slag. Daarvoor moest de reclasseringsambtenaar regelmatig bij de gemeente aankloppen. Dat traject verliep niet altijd goed. De reclassering had soms grote moeite om nazorgzaken (tijdig) geregeld te krijgen. Mede naar aanleiding van de resultaatafspraken in het GSB-“Meerjaren Ontwikkelingsprogramma 2005-2009” is de gemeente Rotterdam al in 2005 gestart met de pilot nazorg voor volwassenen (18+). Inmiddels is dit een reguliere activiteit en ondergebracht bij het SPAR, het Samenwerkingsverband Persoonsgerichte Aanpak Rotterdam. Begin 2007 is de gemeente, samen met de justitiële jeugdpartners, in de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) De Hartelborgt in Spijkenisse, gestart met de pilot nazorg voor jongeren onder de 18 jaar (18-). Deze pilot loopt nu een klein jaar. Inmiddels is de gemeentelijke nazorgtaak voor alle ex-gedetineerden formeel vastgelegd in het bestuursakkoord Rijk-gemeenten (2007). Kern van de gemeentelijke nazorg is dat tijdig, dus vóór het verlaten van detentie, de benodigde gemeentelijke nazorgactiviteiten en -producten geregeld zijn, zoals het teruggaan naar school, stage of werk, (in het uiterste geval) een uitkering, huisvesting, schuldsanering, verslavingszorg, etcetera.
Huidige situatie 18+, coördinatie via SPAR Binnen 10 dagen na binnenkomst in de Penitentiaire Inrichting (PI) ontvangt de gemeente de informatie die nodig is om de gemeentelijke nazorg tijdig en passend te realiseren of in gang te zetten. Landelijk zijn hiervoor in alle PIʼs Medewerkers Maatschappelijke Dienstverlening (MMDʼer) aangesteld. De informatie over ex-gedetineerden, dus ook over de groep in de leeftijd 18-23 jaar, komt binnen bij het SPAR. Vanuit het SPAR wordt de informatie geverifieerd op juistheid. Dit blijkt nodig, omdat gedetineerden hun eigen situatie niet altijd juist beoordelen. Na verificatie worden de nazorgvragen doorgezet naar GGD en het Steunpunt Basisvoorzieningen ex-gedetineerden van SoZaWe en in uitvoering genomen. De DOSA-regisseur wordt op de hoogte gesteld wanneer de jongere uit detentie komt. Het SPAR monitort de voortgang via terugkoppeling door GGD en SoZaWe. Door goed te monitoren krijgt SPAR een goed zicht op de uitstroom uit detentie, de nazorgvragen en knelpunten die zich daarbij voordoen. Aan de hand van deze informatie kan de nazorg verbeterd worden. 18-, coördinatie via liaisonfunctionaris Sinds augustus 2007 draait in de JJI De Hartelborgt een pilot om tijdig sluitende nazorg te realiseren voor alle Rotterdamse jongeren die uitstromen uit De Hartelborgt. Samenwerkingspartners in deze pilot zijn het OM, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK)
4
(regie), Bureau Jeugdzorg (BJZ), Jeugdreclassering (JR)2, Reclassering Nederland (RN), De Hartelborgt en de gemeente Rotterdam. Uniek aan deze pilot is dat de gemeente samen met justitiële partners vanaf dag één na instroom betrokken is bij het vormgeven van passende en tijdige nazorg. Daarnaast is het bijzonder dat vanuit Justitie naast de jeugdreclassering ook de reclassering voor volwassenen aan tafel zit. Dit om het toezicht door de reclassering van 18- naar 18+ naadloos op elkaar te laten aansluiten. In de pilot is een werkwijze ontwikkeld die landelijk navolging krijgt. De werkwijze is vastgelegd in een procesbeschrijving. In het kort komt het neer op het volgende. De Hartelborgt meldt direct een nieuwe “Rotterdammer” aan bij de partners in het samenwerkingsverband. Deze bespreken binnen 10 dagen de nieuwkomer in het Traject Overleg (TO) aan de hand van informatie, die vooraf door iedere partner verzameld is. In het TO participeren RvdK (regie), JJI, BJZ JR, RN en een door de gemeente aangewezen liaisonfunctionaris. De liaisonfunctionaris verzamelt voorafgaand aan het trajectoverleg relevante informatie bij de DOSA-regisseur en gemeentelijke diensten. De bevindingen in het TO dienen als basis voor een door Jeugdreclassering op te stellen nazorgplan. De Hartelborgt voegt hier zonodig aanvullende informatie aan toe. Uitgangspunt bij het nazorgplan is dat zo veel mogelijk wordt voortgebouwd op trajecten die al in gang waren gezet. De gemeentelijke liaisonfunctionaris gebruikt de verkregen informatie om tijdig acties op de diverse leefgebieden uit te zetten bij gemeentelijke diensten. De diensten zijn zelf voor deze acties verantwoordelijk. De Jeugdreclassering heeft, als casemanager, de taak om op de voortgang van het totale plan te sturen. In het plan is aangegeven wie waarvoor verantwoordelijk is en de bijbehorende tijdsplanning. Belangrijk hulpmiddel om dit proces te ondersteunen is een goed werkend digitaal monitorsysteem, waarin de gegevens over de jongeren door alle betrokken partners worden vastgelegd. Dit systeem is ontwikkeld en najaar 2008 operationeel. Rotterdam heeft als uitgangspunt gesteld dat goede nazorg vanaf dag één in detentie begint. Het is belangrijk dat jongeren tijdens detentie een begeleidingstraject krijgen, vanaf de eerste dag. Daartoe financiert de gemeente extra inzet door Interne trajectbegeleiders (ITBʼers) in De Hartelborgt. Normaliter start een begeleidingtraject binnen een justitiële inrichting nl. pas na zes weken of later. Knelpunt: nog geen informatieoverdracht uit andere JJIʼs in Nederland In tegenstelling tot de nazorg voor volwassenen, is er op dit moment nog geen landelijke infrastructuur voor het doorgeven van informatie over ex-gedetineerde jongeren. Dat betekent dat de gemeentelijke nazorg voor jongeren die elders in het land uitstromen nog niet zoals bij uitstroom uit de Hartelborgtʼ geregeld kan worden.
Gewenste situatie Rotterdam proeftuin in landelijke ontwikkeling nazorg 18Zoals in de inleiding al aangegeven loopt Rotterdam voorop met het vormgeven van nazorg na detentie voor 18-. Vanuit de goede ervaringen met de pilot De Hartelborgt maar ook de ervaren knelpunten, is Rotterdam gevraagd om proeftuin te zijn in het landelijk justitiële project nazorg jeugd dat in april jl. van start is gegaan. Het landelijke project moet ervoor zorgen dat in alle JJIʼs een soortgelijke overleg- en infrastructuur wordt ontwikkeld als in de pilot De Hartelborgt. In het kader van proeftuin Rotterdam/Hartelborgt begint in juli het 2
Waar Jeugdreclassering wordt vermeld worden alle jeugdreclasseringsinstellingen bedoeld.
5
uittesten van informatie-uitwisseling tussen De Hartelborgt en gemeente Rotterdam en 3 andere JJIʼs in het land. Daarnaast is het streven om de jongeren zoveel mogelijk regionaal te plaatsen. Dus Rotterdamse jongeren en jongeren uit de regiogemeenten, zoveel mogelijk in De Hartelborgt of een JJI in de regio, dan wel de laatste fase in De Hartelborgt of regio. Behalve wanneer er jongeren zijn die om specifieke, bijvoorbeeld behandeltechnische, redenen toch elders geplaatst moeten worden. Waar een jongere ook geplaatst wordt, de gemeente van herkomst moet altijd de informatie om nazorg te kunnen regelen tijdig ontvangen. De geconstateerde justitiële knelpunten worden door de justitiemarinier dan wel de projectleider ʻnazorg jeugd” aangepakt. De justitiemarinier is op verzoek van Rotterdam bij het Ministerie van Justitie aangesteld om een aantal knelpunten binnen de justitieketen op te lossen o.a. op het gebied van nazorg. Het gaat hier om landelijke knelpunten die niet op lokaal niveau kunnen worden opgelost, zoals de volgende voorbeelden aangeven. Knelpunten justitie - het niet tijdig informeren van de gemeente over de datum van in vrijheidstelling. Hierdoor wordt het tijdig realiseren van nazorg bemoeilijkt; - het uitschrijven uit het GBA van woonplaats naar de JJI of PI; hierdoor wordt het regelen van bijvoorbeeld school of huisvesting bemoeilijkt; - het uitschrijven uit de oorspronkelijke school, waardoor terugkeer naar de school van herkomst bemoeilijkt wordt; - het niet goed doorgeven van dossierinformatie tussen de verschillende justitiële jeugdinrichtingen in geval van overplaatsing, waardoor een jongere de kans loopt op inconsistenties in het behandeling- of begeleidingstraject. Hoewel een puur justitieel knelpunt, kan dit ook voor het nazorgtraject consequenties hebben; - het niet goed doorgeven van overplaatsingen aan de gemeente waardoor een jongere uit het zicht verdwijnt; - het niet plaatsen van jongeren in de regio, waardoor het opstarten van persoonlijke contacten en nazorg bemoeilijkt wordt. Liaisonfunctie binnen SPAR De coördinatiefunctie (liaisonfunctionaris) voor het doorgeven van nazorginformatie richting gemeentelijke diensten én voor de afstemming met justitiepartners (reclassering) wordt ingebed in het SPAR. Hierdoor wordt de functie beter geborgd en ontstaat één loket nazorg voor alle ex-gedetineerden. Aanhaken regiogemeenten Ook zullen de Rijnmondgemeenten op eigen verzoek (commissie Integrale Veiligheid Regionaal College, 7 maart 2008) in de loop van dit jaar aansluiten op de systematiek van de werkwijze in de pilot De Hartelborgt en de liaisonfunctie. De liaisonfunctionaris zet zaken door naar de regiogemeenten, naar de GOSA-regisseurs3. De gemeentelijke liaisonfunctie wordt daartoe formatief uitgebreid met financiering door de regiogemeenten. Een jaar na invoering wordt de werkwijze geëvalueerd en wordt de benodigde inzet (geld) definitief vastgesteld. Voor 18+ wordt aanhaking bij het SPAR door de regiogemeenten besproken met de regiogemeenten.
3
Functie analoog aan Rotterdamse DOSA-regisseur
6
Ontwikkelen doorzorg 18+ Voor alle ex-gedetineerde meerderjarigen, dus ook 18-23 jaar, wordt met DJI intensief gesproken over het afstemmen van zorg tijdens detentie met de zorg vòòr en na detentie. Rotterdam wordt mogelijk pilotgemeente voor een tweetal pilots. Eén pilot zou als doel hebben afstemming van de psychische zorg bij veelplegers door tijdens detentie zorgtrajecten aan te bieden. De andere pilot zou als doel hebben het voorkomen van detentieschade bij de zogenaamde zelfmelders, die niet aansluitend aan het vonnis gedetineerd worden, door nog vòòr detentie eventuele hulpvragen in kaart te brengen. Bewaken en sturen op voortgang 18-: de procesbewaking en het sturen op de voortgang en knelpunten van het integrale werkproces wordt gedaan in de stuurgroep nazorg jeugd. Hierin hebben de partners uit de justitiële jeugdketen en gemeente (DV) zitting. 18+: de procesbewaking en sturing hiervan wordt gedaan door de Stuurgroep PGAVolwassenen (DV, GGD, SoZaWe, OM en politie). Voor wat betreft de gemeentelijke nazorg 18- taken vindt voortgangsbewaking ook in deze stuurgroep plaats. Voor beiden geldt dat op bestuurlijk niveau regelmatig over de voortgang wordt gerapporteerd aan de Stuurgroep Veiligheid. De verkregen informatie wordt werkprocessen te verbeteren.
tevens gebruikt door de diensten om de eigen
7
Doel aanpak en gewenste resultaten Vanuit bovenbeschreven gewenste situatie is het doel voor nazorg detentie jongeren als volgt geformuleerd. Doel Doel van nazorg na detentie voor jongeren tot 23 jaar is: “Het tijdig bieden van passende nazorg bij uitstroom uit detentie op die leefgebieden waarop de jongere problemen heeft”. Het hogere doel is het voorkomen van recidive, ofwel terugval in crimineel gedrag. Momenteel recidiveert bijna 80% van de jongeren binnen vijf tot zeven jaar na vrijkomen uit detentie. Nazorg moet bijdragen aan de doelstelling om de recidive te verminderen met tenminste 10%. Doelgroep De doelgroep op wie de aanpak zich richt zijn: • ex-gedetineerden, • die Rotterdam-binding4 hebben, • legaal in Nederland verblijven, • jonger zijn dan 23 jaar • en problemen hebben op één of meer leefgebieden. Resultaten Voor eind 2009 zijn als resultaten geformuleerd: • Tijdig en passende nazorg voor alle ex-gedetineerden uit Rotterdam • Coördinatie van nazorg detentie 18+ én 18- door SPAR Voor eind 2010 is het te behalen resultaat: • Doorlopende zorg, dat wil zeggen aansluitende zorg vóór, tijdens en na detentie. Dit laatste beoogde resultaat is opgenomen vanwege de constatering dat het voorkomt dat met het overzetten van jongeren van de ene naar de andere voorziening (bijv. van DOSA/JCO naar een JJI) helemaal opnieuw met intakes en diagnosestellingen gestart wordt, alsof een jongere voor die tijd nog nergens in een traject heeft gezeten. Het merendeel is echter bekend bij DOSA en JCO. De bedoeling is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten op eerder ingezette trajecten/behandelingen. Dat betekent dat het niet alleen gaat om nazorg, maar ook om ʻvoorzorgʼ en zorg tijdens detentie. Vandaar de term ʻdoorzorgʼ. Omvang doelgroep 18 – 23: Van de ongeveer 3.000 Rotterdammers die per jaar uitstromen uit detentie behoren naar schatting zoʼn 600 tot de leeftijdscategorie 18 – 23 jaar. 18-:
De omvang van deze doelgroep wordt geschat op zoʼn 450 per jaar voor de regio Rotterdam Rijnmond.
Alle nazorg wordt gemonitord. Eind 2009 zal de exacte omvang bekend zijn.
4
Definitie plan Maatschappelijke Opvang
8
Reikwijdte Uiteraard heeft niet iedereen een vraag voor nazorg, Sommigen zullen zichzelf prima redden als ze uitstromen uit detentie. Daarnaast wordt, behalve naar de doelgroep-criteria zoals hierboven genoemd, ook gekeken naar de proportionaliteit en of de nazorgvraag realistisch is. Een volwassen iemand die bijvoorbeeld slechts heel kort gedetineerd heeft gezeten, en een woning wil, wordt verwezen naar de reguliere kanalen om dat zelf te regelen. Niet-gemotiveerden voor nazorg Zolang jongeren nog onder toezicht vallen van de reclassering, voelen ze nog een justitiële stok achter de deur en passen ze soms hun gedrag, tot zolang het toezicht duurt, aan. Het wordt lastiger als de periode van toezicht is afgelopen. Uiteraard wordt toch geprobeerd om ook deze jongeren te motiveren. Er zijn diverse gemeentelijke trajecten waarbij jongeren een mentor/coach krijgen bijvoorbeeld vanuit het Marokkanen- en Antillianenproject, of werk/leertrajecten. Als jongeren desondanks niets willen rest de gemeente niet anders dan terughoudendheid met faciliteiten en het beter in de gaten houden van de jongere door leerplicht, de DOSA-regisseur en zijn partners. De DOSA-regisseur kan doorverwijzen naar JCO of de politie om adoptie verzoeken. Blijft de jongere opduiken in de systemen van politie en justitie, dan rest slechts een hard en repressief aanbod als alternatief. Uit de monitoring moet de omvang en aard van deze groep blijken en kan vervolgens met de justitiële partners over een gerichtere aanpak worden overlegd.
9
Verantwoordelijkheden en de rol van de gemeente bij nazorg De rol van de gemeente bij de nazorg aan 18- is anders dan die aan 18+. Bij 18- ligt de regie tijdens de toezichtperiode door justitie bij de Raad voor de Kinderbescherming, bij 18+ ligt die bij de gemeente.
Nazorg 18+
Regie gemeente Voor
detentie
Regie DJI Detentie
PI/JJI
Regie gemeente
Regie DJI
Regie gemeente Toezicht
Regie RvK
Regie gemeente Afloop
toezicht
Regie gemeente
Nazorg 18Nazorg 18Voor 18- ligt de regie op de nazorg voor een individuele jongere formeel bij de Raad voor de Kinderbescherming. De RvdK is daarbij casusregisseur. De uitvoering echter, ligt bij de Jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg. Deze is casemanager. De gemeente regelt in dit verantwoordelijkheidskader5 slechts faciliteiten, zoals een plaats op een school of huisvesting. Dit betekent dat formeel de reclasseringsambtenaar de persoonlijke begeleiding van de jongere op zich neemt, het nazorgplan opstelt met daarin de te ondernemen acties en de voortgang van de nazorgactiviteiten voor de jongere monitort. De reclasseringsambtenaar werkt echter nauw samen met de gemeente bij de opstelling van het nazorgplan en de gemeente monitort zelf de voortgang van de nazorg. In de praktijk kan het dus gaan om parallelle trajecten. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld naast de begeleiding door jeugdreclassering ook coaching bieden aan de jongere op een bepaald leefgebied. Goede nazorg is dan ook vooral een zaak van ketensamenwerking, waarbij de partners elkaar tijdig en goed informeren en respecteren. De gemeente zal geen gemeentelijke coach inzetten zonder voorafgaand overleg met de Jeugdreclassering. Nazorg 18+ Voor 18+ ligt dit anders. Hier heeft de gemeente zelf de regie, ook als de ex-gedetineerde toezicht door Reclassering opgelegd krijgt. Reclassering is dan verantwoordelijk voor de in het vonnis opgenomen voorwaarden. Er moet dus afstemming plaatsvinden met Reclassering. Reclassering kan het OM voorstellen het toezicht te wijzigen indien Reclassering en gemeente dat van belang achten. Is er geen toezicht dan bepaalt de gemeente in overleg met de ex-gedetineerde welke hulp hij of zij nodig heeft. Indien nodig, als er geen reclasseringstoezicht is, biedt de gemeente ook begeleiding.
5
Justitieel verantwoordelijkheidkader nazorg (zie bijlage)
10
Activiteiten gemeentelijke nazorg Begeleiding Begeleiding is een belangrijke component van nazorg. Immers, de gedetineerde komt vanuit een zeer gestructureerde omgeving van de inrichting in een situatie waarin hij zijn leven weer geheel zelf moet gaan opbouwen en structureren. Daarbij is persoonlijke begeleiding vaak onontbeerlijk. De begeleiding van gedetineerden onder de 18- is, zoals boven al gesteld, een zaak van Justitie. In strafzaken neemt het OM altijd verplicht toezicht op in zijn eis. Wordt dit niet door de rechter gehonoreerd, dan zorgt de Raad voor de Kinderbescherming voor toezicht op vrijwillige basis, onder de noemer ʻhulp en steunʼ en ʻtoezicht en begeleidingʼ, Gedetineerden boven de 18 jaar krijgen alleen reclasseringstoezicht opgelegd als dit door de rechter wordt toegewezen op voorspraak van het OM. Dit gebeurt voor ongeveer 1/3 van alle gedetineerden. Wordt er geen toezicht opgelegd en acht de gemeente dit toch noodzakelijk, dan start de gemeente met intensieve trajectbegeleiding. Voor jeugdigen tot 23 jaar regelt de DOSA-regisseur deze begeleiding. Hiervoor kan worden aangesloten bij tal van projecten, zoals het programma ʻVoorkomen criminele loopbaan allochtone jongerenʼ, dat zich specifiek richt op Marokkaanse jongeren, het actieprogramma Integrale aanpak Antillianen voor Antilliaanse jongeren of bij het Jongerenloket dat intensieve individuele coachingstrajecten aanbiedt voor jongeren op diverse leefgebieden. Soms wordt, parallel aan het reclasseringstoezicht, begeleiding via een gemeentelijke project geboden. Leefgebieden en actiepunten Om te bepalen welke faciliteiten nodig zijn om de ex-gedetineerde in een positieve, stabiele situatie te brengen, is de nazorg opgedeeld in leefgebieden. Die leefgebieden zijn: IDbewijs/GBA, wonen, school/werk, inkomen, gezondheid, familie en sociaal netwerk en vrije tijd. Per leefgebied wordt bepaald hoe de situatie is en of die situatie verbetering behoeft. Dat gebeurt samen met de ex-gedetineerde. Globaal is de gewenste situatie per leefgebied als volgt: Leefgebied
Gewenste situatie
Uitgezet via:
Leverende Dienst
Id-bewijs/GBA
Geldig ID-bewijs en geldige inschrijving (woonadres) GBA Terug naar huis, zelfstandig wonen of begeleid kamerwonen (18-) Terug naar huis, zelfstandig wonen of (begeleid) kamerwonen (18+)
Jongerenloket
SoZaWe Publiekszaken Stadsregio (18-)
Jongerenloket (18+)
SoZaWe/GGD/ Woningbouwcorporaties (18+)
Terug naar oude school of passende onderwijsvoorziening. Regulier werk of leerwerktraject. Regulier inkomen (18+) en schuldenvrij
Jongerenloket
SoZaWe JOS
Jongerenloket
SoZaWe ism CWI/UWV KBR
Fysiek gezond, geestelijk stabiel
BJZ GGD nazorg 18+ BJZ (reclassering) DOSA-regisseur DOSA-regisseur
Diverse zorginstellingen
Wonen 18-: begeleid wonen 18+: begeleid en niet-begeleid Werk, school Financiën Uitkering Schulden Gezondheid (w.o. verslaving) Familie (thuissituatie) Vrijetijdsbesteding en sociale netwerk
Stabiele gezinssituatie en ondersteunend sociaal netwerk Zinvolle vrije tijdsbesteding
BJZ (18-)
Centrum voor Jeugd en Gezin Jongerenwerk
11
Identiteitsbewijs en inschrijving GBA Een inschrijving in het GBA en/of een identiteitsbewijs is nodig voor bijvoorbeeld het openen van een bankrekening, het regelen van een ziektekostenverzekering, de inschrijving in school, het krijgen van werk, het aanvragen van een uitkering, regelen woning, etc. Jongeren worden standaard ingeschreven in het GBA van de gemeente waar de justitiële inrichting is gevestigd. Hoewel dit een administratief knelpunt is, pakt Rotterdam dit praktisch op. Ook voor deze jongeren, die formeel dus niet in Rotterdam gevestigd zijn, regelt Rotterdam de nodige zaken. Zo regelt de gemeente bijvoorbeeld dat gedetineerden die in de regio geplaatst zijn en niet over een ID-bewijs beschikken, dit tijdens detentie kunnen regelen. De automatische overschrijving van de jongere naar de vestigingsplaats van de justitiële inrichting waardoor de gemeente dit niet kan regelen, is een van de knelpunten voor de justitiemarinier.
Wonen Uitgangspunt is dat jongeren na detentie terug naar huis gaan, tenzij dat onmogelijk of ongewenst is. Bijvoorbeeld vanwege gedragsproblemen van de jongere die het gezin niet meer aankan, het ontbreken van een stabiele gezinssituatie of - ingeval de jongere zelfstandig woont – het ontberen van woonruimte. Een minderjarige kan in dat geval met een indicatie van Bureau Jeugdzorg (BJZ) in een voorziening voor jeugdhulpverlening worden geplaatst. Voor een meerderjarige zoekt de gemeente een meer of mindere (met begeleiding) zelfstandige woonvorm. In overleg met de partners nazorg en de stadsregio wordt onderzocht of het voor een deel van de uitstromers nodig is om te komen tot een zogeheten “overbruggingshuis”. Dat is een voorziening met circa 15 plaatsen waar jongeren tijdelijk terecht kunnen (1 week tot max. 3 maanden) tot een definitieve woonvoorziening is geregeld. Een deel van de uitstromers blijkt nl. (nog) niet te passen in de reguliere woonvormen, al dan niet met begeleid wonen. Dat geldt vooral voor die groep voor wie de overgang van een 7 dagen/24 uurs strak structuurregime van een inrichting naar de vrijheid (ook al is die met woonbegeleiding) te groot is. In dit overbruggingshuis kunnen jongeren onder begeleiding wennen aan die vrijheid en van daar uit doorstromen naar de reguliere woonvormen. Ook is een overbrugging nodig voor jongeren die plotseling vrijkomen en die niet terug naar huis kunnen. In het overbruggingshuis kan bepaald worden in welke woonvoorziening de jongere ʻdefinitiefʼ geplaatst kan worden. In het najaar moet duidelijk zijn hoe het overbruggingshuis eruit gaat zien. Een en ander is mede afhankelijk van de bijdrage die vanuit de stadsregio - die de woonvoorzieningen voor minderjarigen financiert - en door de justitiepartners (bijvoorbeeld reclasseringspartners) in dit concept geleverd kunnen worden. Voor kortdurend gedetineerde 18+ʼers die zelfstandige woonruimte hebben is het mogelijk bijzondere bijstand te verstrekken voor het doorbetalen van de huur tijdens detentie. Dit om verlies van woonruimte te voorkomen.
School, werk Toekomstperspectief en een zinvolle dagbesteding zijn belangrijke factoren bij het voorkomen van recidive van een ex-gedetineerde. Uit dit oogpunt heeft dit leefgebied naast wonen een hoge prioriteit.
Werk Het Jongerenloket coacht de jongeren tussen de 17 en 23 jaar naar duurzame, economische zelfstandigheid. Hierbij wordt de jongerenladder gevolgd, wat inhoudt dat de grootste
12
prioriteit ligt bij scholing (startkwalificatie) gevolgd door werk en tenslotte inkomen (uitkering, alleen indien nodig). De jongere in detentie wordt, na een signaal van de liaisonfunctionaris, zo mogelijk nog voor vrijlating door het Steunpunt Basisvoorzieningen ex-gedetineerden bezocht, dat intensief samenwerkt met het Jongerenloket. Aan de hand van een intake in de gevangenis wordt een voorlopig trajectplan opgesteld. De bijbehorende acties worden voor de vrijlating al uitgezet. Via het Jongerenloket zijn diverse trajecten mogelijk voor jongeren op allerlei instapniveaus, zoals: • BOL: vier dagen per week naar school, en één dag werk of “praktijkBOL”: twee of drie dagen naar school en overige dagen stage of werken. • BBL: arbeidscontract voor vier dagen per week en één dag naar school • Werkproject: trajecten door werkgevers, branches of sectoren opgezet, waarin jongeren direct aan het werk kunnen, al dan niet aangevuld met gerichte trainingen. • Werkstage met uitkering: Praktijkassessments. Jongeren leren in praktijk basisvaardigheden zoals op tijd komen, omgaan met collegaʼs, zelfstandig uitvoeren opdrachten, omgaan met leidinggevenden en begeleiders. • Stage en leren werken: Trajecten die beginnen met een stage met behoud van uitkering. Daarna gaan jongeren, onder begeleiding, aan het werk. Vaak met een loonkostensubsidie. Soms aangevuld met scholing of gerichte trainingen. • Activeringsstage met uitkering: voor jongeren die nog geen leef – en arbeidsritme hebben en nog geen keuze (kunnen) maken voor een opleiding of werk.
School Voor Rotterdamse leerlingen tot 23 jaar is het uitgangspunt dat de schoolloopbaan tijdens en na detentie niet mag worden onderbroken. De detentiescholen zorgen voor onderwijs op maat. Hierbij wordt het onderwijsprogramma dat de leerling op zijn oorspronkelijke school volgde zo veel mogelijk overgenomen en voortgezet. De intentie is dat ex-gedetineerde leerlingen na detentie zoveel mogelijk hun onderwijsloopbaan voortzetten op hun oorspronkelijke school. Als scholen aannemelijk kunnen maken dat terugkeer niet mogelijk is (ook niet met ambulante begeleiding vanuit het cluster 4 REC Rijndrecht) wordt de leerling aangemeld voor plaatsing in een onderwijsopvangvoorziening (OOVR). Als dat ook niet mogelijk blijkt en de leerling is jonger dan 16 jaar, gaat hij of zij door naar speciaal onderwijs (een cluster 4 school). Over het aanvragen van de indicatiestelling voor Cluster 4 moeten landelijk afspraken gemaakt worden via het project Nazorg jeugd. In het uiterste geval volgt plaatsing in het Educatief Centrum dat onderwijs en begeleiding biedt voor alle ex-gedetineerde leerlingen van 15 jaar en ouder die niet geplaatst kunnen worden in het reguliere voortgezet onderwijs. Door de inadequate screening komt het regelmatig voor dat pas laat ontdekt wordt dat jongeren een laag IQ hebben. Dit is belangrijke informatie om een passend schoolaanbod te bepalen, en regelmatig de reden waarom jongeren na detentie uiteindelijk naar een andere school gaan. Aan de justitiemarinier is gevraagd of het mogelijk is dat alle jongeren die in een JJI instromen hierop getest kunnen worden om te kunnen achterhalen hoe vaak dit voorkomt. Ook komt het voor dat een aantal scholen een (te) hoge drempel inbouwt voor terugkeer na detentie. JOS gaat in overleg met de schoolbesturen over een eenduidig terugkeerbeleid op alle VO-scholen en gaat o.a. inventariseren wat scholen nodig hebben om exdetentieleerlingen zo goed mogelijk te kunnen bedienen. De justitiemarinier is daarnaast op landelijk niveau bezig om de problemen die ontstaan door het uitschrijven door de oude school op te lossen. Met ingang van het nieuwe schooljaar worden alle Rotterdamse leerlingen die in detentie gaan actief door JOS gemonitord. Deze registratie start op het moment dat een leerling in detentie gaat en bevat alle mutaties gedurende de detentie tot en met een jaar na het
13
verlaten van de penitentiaire inrichting. Dit om schooluitval snel te kunnen signaleren. De resultaten van de monitoring worden met de leerplichtambtenaren besproken. Indien nodig ondernemen zij actie.
Financiën Uitkering Jongeren onder de 18 jaar hebben geen recht op een uitkering. In individuele gevallen kan een uit huisgeplaatste jongere financieel ondersteund worden. Hiervoor kan (bijzondere) bijstand ingezet worden of een vergoeding via Jeugdzorg. In principe wordt geen uitkering verstrekt zonder leer- of werktraject. Het Steunpunt Basisvoorziening helpt bij het weer opstarten van WAJONG-uitkeringen. Deze uitkering is niet gekoppeld aan een dagbesteding. Met het UVW moet worden overlegd of deze verplichting voor actieve veelplegers opgelegd kan worden. Schulden Een veel voorkomend probleem bij jongeren zijn de opgebouwde schulden. Om financiële problemen te voorkomen en/of op te lossen werkt het jongerenloket samen met de Kredietbank Rotterdam. Deze heeft hiervoor een speciaal jongerenteam. Ook zijn er inloop spreekuren op locaties, zoals het Albeda- en Zadkine college. De schuldbemiddelaars van het jongerenteam adviseren en begeleiden jongeren tot 27 jaar die schulden hebben of vragen over hun budget. Er worden afspraken gemaakt met de jongere welk traject gestart wordt om uit de problemen te komen via bijvoorbeeld een budgettraining, schuldregeling en budgetbeheer.
Gezondheid Jeugdreclassering verwijst jongeren met medische of psychische problemen door naar de huisarts. Wordt binnen de jeugdinrichting geconstateerd dat een jongere psychische problemen of een persoonlijkheidsstoornis heeft, dan start de behandeling al in de inrichting en/of wordt het OM geadviseerd in de eis als voorwaarde het volgen van een bepaald traject op te nemen. Voor 18+ geldt dat de GGD deelneemt aan het zorgoverleg in de penitentiaire inrichtingen in de regio. Daarmee wordt het zorgtraject tijdens detentie afgestemd op dat voor en na detentie. Na detentie zorgt de afdeling Nazorg van de GGD voor de toeleiding naar een passend (zorg)traject. Ook voor meerderjarigen wordt door het OM zo veel mogelijk de voorwaarde tot het volgen van een zorgtraject in de eis opgenomen.
Familie (thuissituatie) Uitgangspunt in het nazorgbeleid is dat de gedetineerde jongeren na detentie zoveel mogelijk terugkeren naar de eigen familie. Indien nodig kunnen daarbij gezinsbegeleidende trajecten worden gestart (voor zover die niet al lopen). Afhankelijk van de problematiek zijn verschillende trajecten beschikbaar. De jeugdreclassering kan hiervoor een indicatie aanvragen bij BJZ. De DOSA-regisseur kan een traject aanvragen bij de Centra voor Jeugd & Gezin. De DOSA-regisseur en de reclasseringsambtenaar hebben hierover nauw contact. Extra aandacht is er voor gedetineerde moeders en hun kinderen. Zij kunnen extra begeleiding tijdens en na detentie krijgen om de terugkeer in het gezin te vergemakkelijken.
Vrijetijdsbesteding Een goede vrijetijdsbesteding is voor jongeren van groot belang bij nazorg na detentie, vooral vanwege de grote overstap van een strak gestructureerde dagindeling naar vrijheid. Dat betekent dat in overleg met de DOSA-regisseur en de reclasseringsambtenaar aan de jongere een aanbod wordt gedaan, dat aansluit bij zijn behoefte en belangstelling. Dit om te voorkomen dat een jongere niet weet wat te doen met zijn herwonnen vrijheid en direct weer terugvalt in oud gedrag. Belangrijke randvoorwaarden om dit te realiseren zijn een alert
14
jongerenwerk en een voldoende en passend aanbod vanuit voorzieningen voor jongeren. In het actieprogramma jeugdoverlast ʻruimte bieden, grenzen stellenʼ wordt dit nader uitgewerkt. Daarbij kan worden aangesloten bij de trajecten Lifecoaching van het Jongerenloket: intensieve individuele coachingstrajecten voor jongeren die begeleiding nodig hebben op meerdere leefgebieden, zoals wonen, werken, vrije tijd, gezondheid, schulden enzovoort. Overige activiteiten Privacy Bij de nazorg wordt gevoelige informatie uitgewisseld over personen. Uiteraard wordt in de procedures rekening gehouden met privacywetgeving. Uitwisseling gaat uitsluitend op ʻneed to knowʼ-basis. Een convenant met privacyreglement is in ontwikkeling. Monitor Het monitoringsysteem is najaar 2008 operationeel. Twee maal per jaar wordt een voortgangsrapportage opgesteld waarin bijstellingen en (oplossing van) knelpunten worden vermeld. Er wordt, door de jeugdconsul, stadsmarinier PGA en Directie Veiligheid, een onderzoek naar de wijze van monitoring van de recidive gestart in het najaar 2008.
15
Overzicht actiepunten Overzicht actiepunten 1
2 3
4
5
6
actiepunt
Resultaat
verantwoordelijk
gereed
Datum in vrijheidstelling wordt niet altijd aan gemeente gemeld
-datum altijd tijdig bekend
justitiemarinier
Najaar 08
-noodprocedure voor uitzonderingsgevallen -oplossing; nog nader uit te werken - school kan leerling na detentie niet weigeren (zonder geldige reden) -landelijk dekkend netwerk informatie-uitwisseling voor ʻdoorzorgʼ
gemeente (DV/SPAR) justitiemarinier
September 08 Najaar 08
justitiemarinier ism min. OCW
Najaar 08
Min. Justitie: justitiemarinier ism projectleider nazorg
2 kwartaal 09
-proeftuin Rotterdam: 4 JJIʼs in regio wisselen succesvol uit met gemeente Rotterdam -gedetineerden (18-) worden in Hartelborgt, regio, dan wel tijdens laatste fase in HB geplaatst SPAR: -ontvangt tijdig informatie over gedetineerden uit HB en alle alle PIʼs -zet informatie tijdig en bij juiste partner in gemeente uit -monitort op voortgang/ knelpunten Idem als hierboven, + - ontvangt tijdig uit alle JJIʼs + PIʼs Coördinatiefunctie regio aangehaakt SPAR Zie 2 -sept: helderheid over nut/noodzaak + bijdragen partners (stadsregio/reclassering) -okt: besluitvorming -schoolloopbaan wordt niet onderbroken Informatieoverdracht vindt tijdig plaats
Min. Justitie: projectleider nazorg
Najaar 08
Min. Justitie: projectleider nazorg
2 kwartaal 09
gemeente DV/ SPAR justitie: SPAR = wel afhankelijk van correcte (tijdig en compleet) aanleveren door PIʼs Min. justitie: projectleider nazorg
September 08
JOS ism detentieschool
Volgt
Informatieoverdracht vindt tijdig plaats
Eerst: Min. Justitie / projectleider nazorg; dan: JOS ism SPAR JOS
Volgt
JOS
Volgt
justitiemarinier
Volgt
Uitschrijving GBA woonplaats bij detentie Uitschrijving school woonplaats bij detentie Informatie-uitwisseling JJIʼs gemeente van herkomst JJI JJI bij overplaatsing Gemeente JJI Proeftuin Rotterdam ikv landelijk project: testen werkwijze uitwisseling informatie 4 JJIʼs gemeente Plaatsing gedetineerden (18-) in regio
7
Informatiecoördinatie JJI (HB) + PIʼs gemeente via SPAR
8
Informatiecoördinatie alle JJIʼs in NL + PIʼs gemeente via SPAR
9
Uitbreiding informatiecoördinatie uit JJIʼs / PIʼs naar regio-gemeenten Leefgebied ID/GBA Leefgebied wonen: Onderzoeken nut/noodzaak ʻoverbruggingshuisʼ
10 11
12
12b
Leefgebied school/werk: zie hieronder Verbeteren informatieoverdracht over niveau + leerstof van oude school naar detentieschool (Hartelborgt) en vv Idem met alle JJIʼs/detentiescholen
12c
Terugkeer naar oude school
12d
LL-monitorsysteem bij terugkeer op school na detentie
12e
Verzoek om meer landelijke mogelijkheden tot adequatere
12a
Intentieverklaring Rʼdamse VO-scholen Monitor / signalering (dan ingrijpen leerplicht) op uitval tot 1 jaar na uitstroom uit detentie Meer diagnosestelling detentie en leerlingen met laag IQ in
Regiogemeenten
Gemeente: DV+SoZaWe
e
e
e
2 kwartaal 09 1 januari 09 Oktober 08
JOS
16
12f 13
14
15 16
screening in JJIʼs Meer mogelijkheden voor 12 jaar t/m 15 jaar en IQ vanaf 65 Leefgebied gezondheid Verzoek om meer mogelijkheden landelijke screening lichamelijke en/of geestelijke gezondheid om nazorgaanbod beter passend te maken Ontwikkelen aanpak voor begeleiding in vrije tijdsbesteding
Opstellen privacyconvenant Onderzoek Monitoring recidive
kaart Instroomcriteria Educatief Centrum aangepast
JOS
Volgt
Meer diagnosestelling bij alle instroom in JJIʼs en meer inzicht in lichamelijk en geestelijke gezondheid
justitiemarinier
Volgt
Er is een begeleidingsaanbod beschikbaar dat jongeren helpt ontdekken welk (wat spreekt ze aan) aanbod past + structuur om het vol te houden Privacyconvenant gereed Opzet recidive monitor
JOS ism Jongerenwerk
Volgt
DV DV, PGA-marinier, Jeugdconsul
Volgt Volgt
17
Bijlage 1: Afkortingenlijst BJZ BZK CJG CWI DJI DOSA DV EC
Bureau Jeugdzorg Ministerie van Binnenlandse Zaken Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Werk en Inkomen Dienst Justitiële Inrichtingen Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak Directie Veiligheid Educatief Centrum Vier grote gemeenten (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, G4 Utrecht) GBA Gemeentelijke Basisadministratie GGD Gemeentelijke Geneeskundige Dienst GSB Grote stedenbeleid ITB Intensief Trajectbegeleider JCO Justitieel Casusoverleg JJI Justitiële Jeugdinrichting JOS Jeugd, Onderwijs en Samenleving JR Jeugdreclassering KBR Kredietbank Rotterdam MMD Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OM Openbaar Ministerie OOVR Onderwijsopvangvoorziening PGA Persoonsgerichte Aanpak PI Penitentiaire Inrichting RN Reclassering Nederland RvdK Raad voor de Kinderbescherming SoZaWe Sociale Zaken en Werkgelegenheid SPAR Samenwerkingsverband Persoonsgerichte Aanpak Rotterdam TO Trajectoverleg VO Voortgezet onderwijs UVW Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen WAJONG Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten WSG William Schrikker Groep WWB Wet Werk en Bijstand
18
Bijlage 2: Beleidskaders Gemeente - Jeugdactieprogramma “Ruimte bieden door grenzen te stellen, Rotterdam doet het”, vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam in december 2007; www.rotterdamveilig.nl Onderdeel hiervan is het organiseren van nazorg na detentie voor jeugd/jongeren en specifiek het aanstellen van een justitiemarinier voor de aanpak van een aantal hardnekkige knelpunten op landelijk niveau. - Vijfjarenactieprogramma Veiligheid Rotterdam “Samen werken aan veiligheid: voorkomen en handhaven”, vastgesteld door de gemeenteraad in november 2005. www.rotterdamveilig.nl Nazorg na detentie is hierin een van de vele activiteiten op het terrein van de persoonsgerichte aanpak. - “Ieder Kind Wint in Rotterdam”, vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam in september 2007. www.iederkindwint.nl Ex-detentiejongeren behoren tot de categorie ʻrisicojongerenʼ en met het oog daarop slaan de Rotterdamse ketenpartners de handen ineen. Om de keten sluitend te maken, zijn een tiental afspraken gemaakt. - Resultaatafspraken uit het “Meerjaren Ontwikkelingsprogramma van Rotterdam” 20052009. www.kei-centrum.nl/
Landelijk - “Verantwoordelijkheidskader nazorg jeugd”, vastgesteld in mei 2007 door de minister van justitie. www.justitie.nl/images/ Hierin worden directe verantwoordelijkheden van de justitiële partners voor de directe uitvoering van de nazorg omschreven (jeugdinrichting, RvdK, BJZ/JR, RN en OM). Voor de gemeente zijn enkele algemene taken aangegeven in de zorg voor voorzieningen van haar burgers. - Bestuursakkoord rijk en gemeenten ”Samen aan de slag” afgesloten op 4 juni 2007. www.vng.nl/
19
“Een visie op de justitiële jeugdinrichtingen in het strafrechtelijk traject”, december 2006. www.justitie.nl/ In de begeleidende brief bij dit document van Directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties van 26 januari 2007 wordt de visie gepresenteerd op de justitiële jeugdinrichtingen in het strafechtelijke traject. Hierin wordt aangekondigd dat er een trajectbenadering moet komen door het instellen van netwerkberaden in elke JJI. - “Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen: opdracht met risicoʼs”, Rapport van de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie van Onderwijs, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie voor Sanctietoepassing. - Aanbiedingsbrief van de staatssecretaris van 10 september 2007 bij het rapport Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen. http://www.minjus.nl/ Hierin worden de verbeteracties aangekondigd. - “Detentie, behandeling en nazorg criminele jongeren”, rapport Algemene Rekenkamer, oktober 2007. www.rekenkamer.nl/ - Brief van 4 oktober 2007 van de staatssecretaris met reactie op rapport Algemene Rekenkamer: Detentie, behandeling en nazorg criminele jeugdigen en de stand van zaken verbetering PIJ-maatregel. http://www.minjus.nl/ Hierin worden beleidsvoornemens genoemd om de nazorg te verbeteren. - Beleidsreactie van de staatssecretaris van 10 december 2007 op het Inspectierapport Jeugddetentie, nazorg en reclasseringstoezicht, Casus R http://www.minjus.nl/
Volwassenen - Beleidsbrief van 31 maart 2003 van de minister met de kaders voor het nazorgbeleid voor veelplegers. http://www.justitie.nl/ - Brief van 22 september 2003 van de minister aan de G30 waarin de aanpak van veelplegers wordt medegedeeld. http://www.justitie.nl/
20
Bijlage 3: Het landelijk project Nazorg Jeugd Het landelijke project Nazorg Jeugd van het ministerie van Justitie heeft een soortgelijke doelstelling als het Rotterdamse project. Aan alle jongeren die op strafrechtelijke titel een JJI binnenkomen, wordt na beëindiging van het verblijf in de JJI een passend nazorgtraject aangeboden. Met ʻpassendʼ wordt hier bedoeld: toegesneden op de persoonlijke omstandigheden van de jongere. Dus op die leefgebieden waarop dat nodig is, en op maat gemaakt. Het landelijk project regelt een aantal zaken die niet door lokale initiatieven zoals die in Rotterdam geregeld kunnen worden. Het regelt met name de procedures, verantwoordelijkheden en de informatieoverdracht voor die jongeren, die niet regionaal geplaatst zijn. Voor Rotterdam betekent dat, dat het landelijk project regelt dat wij ook nazorg kunnen bieden aan die jongeren die wel uit Rotterdam komen, maar niet in De Hartelborgt (of in De IJssel) zijn geplaatst. Het landelijk project (dat op 1 september a.s. van start gaat) regelt dat we in Rotterdam op tijd weten welke jongere in welk JJI verblijft en wanneer hij (bij benadering) vrij komt. Rotterdam levert aan de betreffende JJI alle relevante informatie die wij over die jongere hebben. De JJI meldt ons wanneer de jongere vrijkomt of vrij gekomen is en geeft een update van de relevante informatie terug aan Rotterdam. De Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering gaan met het justitiële deel van het nazorgtraject aan de gang en de gemeente regelt haar deel van de nazorg. Voordeel van het landelijk project is ook dat de informatieoverdracht voor een belangrijk deel wordt gestandaardiseerd. Dat betekent dat De Hartelborgt ook informatie aan gemeentelijke trajectoverleggen kan verschaffen over jongeren uit andere gemeenten, die in De Hartelborgt verblijven. Samen met het Rotterdamse project zorgt het landelijk project Nazorg Jeugd ervoor dat wij aan onze doelstelling van nazorg aan alle jongeren kunnen voldoen.
21
Directie Veiligheid Postbus 70012 3000 KP Rotterdam
[email protected] www.rotterdamveilig.nl