Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
REGLEMENT FLYBALL NEDERLANDSE BAK
Raad van Beheer Emmalaan 16 – 18, 1075 AV Amsterdam Postbus 75901, 1070 AX Amsterdam Fax: 020 671 08 46 Email:
[email protected]
Wedstrijdsecretariaat Flyball: E-mail:
[email protected]
Druk: aangepast januari 2015 Uitgever: Raad van Beheer te Amsterdam © Raad van Beheer Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
INHOUD Hoofdstuk Omschrijving Colofon Inhoud I. Algemene bepalingen 1. Instanties 2. Algemeen 3. Officials 4. Deelnemers II. Inschrijving en toelating 1. Informatie 2. Startlicentie 3. Inschrijfprocedure 4. Toelating III. Toernooireglement 1. Competitietoernooien 2. Competitiereglement 3. Voorronde 4. Eindronde IV. Officials 1. Scheids- en lijnrechters 2. Gedelegeerde 3. Wedstrijdleider 4. Functionarissen V. Wedstrijdorganisatie 1. Organisator 2. Catalogus 3. Meten van honden 4. Wedstrijduitslagen 5. Afdracht aan Raad van Beheer VI. Flyballring en materialen 1. Inrichting Flyballring 2. Hindernissen 3. Flyballapparaat 4. Ballen VII. Wedstrijdreglement 1. Team 2. Inspringen 3. Wedstrijd 4. Starten 5. Omgooien van hindernissen 6. Vangen van de bal 7. Ballenlader 8. Scheidsrechter 9. Lijnrechter(s) 10. Coach 11. Controleur bij de apparaten VIII. Straf- en Slotbepalingen 1. Aansprakelijkheid 2. Organisator 3. Honden en/of geleider
Bijlage FB-2, FB-4, FB-5 en FB-11 formulier.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN 1. INSTANTIES a. Raad van Beheer (de Raad): de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland. b. Stichting GGB: de Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid waarbij verenigingen zijn aangesloten en derhalve erkend. c. Commissie Flyball: De Commissie Flyball van Raad van Beheer of een door haar ingestelde commissie. d. Wedstrijdsecretariaat Flyball: degene(n) die vanuit de Commissie Flyball is(zijn) aangesteld voor de begeleiding op de toernooien en verwerking van alle wedstrijdgegevens. e. Erkende vereniging: een door de Raad erkende vereniging of een vereniging die aangesloten is bij de Stichting Gedrag, Gehoorzaamheid en Behendigheid. f. Organisator: de vereniging die een wedstrijd organiseert dan wel het bestuur of de secretaris van deze vereniging. 2. ALGEMEEN a. Kynologisch Reglement (het KR): het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer. b. Toernooi: elke flyballwedstrijd die wordt georganiseerd onder auspiciën van Raad van Beheer. c. Categorieën: Klasse A, B, C (bij meer dan 15 team) en D. d. Startlicentie: voor honden die deelnemen aan flyballwedstrijden die gehouden worden onder auspiciën van Raad van Beheer. e. Wedstrijdseizoen: het wedstrijdseizoen voor de competitietoernooien loopt van 1 maart tot 31 oktober. f. Wedstrijdring: het afgebakende gedeelte van een terrein waar de wedstrijd plaatsvindt. g. EJS systeem: Het Elektronisch Jurering Systeem. 3. OFFICIALS a. Gedelegeerde: een door Raad van Beheer aangewezen persoon die haar bij een wedstrijd kan vertegenwoordigen en namens haar toeziet op de naleving van dit reglement. b. Scheidsrechter: scheidsrechter die bij een wedstrijd een oordeel moet uitspreken en in die functie benoemd is door Raad van Beheer. c. Lijnrechter: lijnrechter die bij een wedstrijd (mede) een oordeel moet uitspreken en in die functie aangewezen is door Raad van Beheer. d. Wedstrijdleider: de persoon die namens de organisator optreedt tijdens een wedstrijd. 4. DEELNEMERS a. Competitie team: een team welke uit minimaal 6 en maximaal 8 honden bestaat. b. Dagprijzen team: een team welke uit minimaal 5 en maximaal 6 honden bestaat. c. Geleider: de persoon die een hond van het team tijdens de wedstrijd laat starten. d. Rashond: iedere hond die is ingeschreven in de Nederlandse Stamboekhouding of waarvoor die inschrijving is aangevraagd en niet is geweigerd. e. Rasloze hond: iedere hond die niet geregistreerd staat als rashond. HOOFDSTUK II. INSCHRIJVING EN TOELATING 1. INFORMATIE a. Het wedstrijdprogramma wordt door Raad van Beheer op haar website www.raadvanbeheer.nl gepubliceerd. b. De volgende gegevens om in te schrijven staan tevens op deze website gepubliceerd. 1. De naam en het (eventuele) e-mailadres van het (wedstrijd)secretariaat van de organisator; 2. De wedstrijddatum; 3. Het terrein waar de wedstrijd zal worden gehouden; 4. Vanaf welke datum mag worden ingeschreven c.q. de betaling mag plaatsvinden; 5. De sluitingsdatum van de inschrijving; 6. De kosten van inschrijving en de wijze van betaling; 7. De eventuele bijzondere bepalingen. 2. STARTLICENTIE a. Honden die deelnemen aan flyball toernooien die gehouden worden onder auspiciën van Raad van Beheer dienen in het bezit te zijn van een geldige startlicentie of deze hebben aangevraagd. b. De startlicentie is één kalenderjaar geldig. c. De kosten van de licentie worden jaarlijks door Raad van Beheer vastgesteld. d. De startlicentie dient door de geleider bij Raad van Beheer aangevraagd en betaald te worden. Dit kan via: https://sport.raadvanbeheer.nl/ e. Bij verandering van vereniging wordt dit in het lopende jaar niet veranderd en ook geen nieuwe startlicentie afgegeven. Maar er mag wel worden deelgenomen aan wedstrijden bij de nieuwe vereniging. f. Voor honden, die geen startlicentie hebben, dient dit uiterlijk zes weken voor de eerst te lopen wedstrijd
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
aangevraagd te worden. Op deze licentie kan de schofthoogte van de hond nog niet ingevuld worden, omdat de hond nog niet officieel is gemeten. g. Handlers die voor het eerste met een hond willen deelnemen aan een flyballwedstrijd en onderdeel zijn van een dagteam kunnen doormiddel van een proef startlicentie meedoen. De proef startlicentie kan aangevraagd worden door de coach op www.flyballcompetitie.nl. De proef startlicentie is 1 wedstrijdseizoen geldig en men kan maximaal 3 keer deelnemen aan een wedstrijden , daarna zal er een startlicentie via Raad van Beheer aangevraagd moeten worden. 3. INSCHRIJFPROCEDURE a.Inschrijven voor een wedstrijd kan via www.flyballcompetitie.nl, hierop staan tevens de volgende wedstrijdformulieren FB-2 en FB-4 gepubliceerd, welke men kan downloaden. b.Iedere wedstrijd gaat 8 weken voor de wedstrijddatum open. De eerste 2 weken zijn gereserveerd voor de competitieteams. Na week 2 gaat de inschrijving open voor alle teams; indien de wedstrijd het maximaal aantal inschrijvingen haalt, incl. ‘dagteams’ is er ook voor de competitieteams geen mogelijkheid meer tot inschrijven. Sluiting inschrijving 3 weken voor aanvang van de wedstrijd c.De inschrijvingen dienen op volgorde van inschrijving behandeld te worden. d.Betaling inschrijfgeld o.v.v. Flyball/ wedstrijddatum/ naam team(s) aan organiserende vereniging. e.Op de wedstrijddag dient het wedstrijdformulier FB-2 Voorronde (minimaal 1 uur voor aanvang wedstrijd) ingeleverd te worden bij het wedstrijdsecretariaat van de organiserende vereniging. f. Aanmelding voor de competitie dient minimaal 8 weken voor aanvang van het eerste classificatie toernooi plaats te vinden. Het FB-4 formulier dient min 1 uur voor aanvang van het eerste classificatietoernooi worden ingeleverd bij het wedstrijdsecretariaat. g. Honden, die aan de oren gecoupeerd zijn en die in Nederland geboren zijn na 30 april 1989 of honden die aan de oren gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn nadat daar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, dan wel honden die aan de oren gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn na 30 september 1996, mogen niet voor krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven worden ingeschreven. h. Honden, die in Nederland geboren zijn en na 31 augustus 2001 aan de staart gecoupeerd zijn dan wel honden die aan de staart gecoupeerd zijn en in het buitenland geboren zijn nadat daar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, mogen niet voor krachtens dit hoofdstuk gereglementeerde wedstrijden, examens en praktijkproeven worden ingeschreven, tenzij ten aanzien van deze honden een “medische verklaring geamputeerde staart of geboorte staartloze pup” kan worden overgelegd. i. Honden dienen voldoende te zijn ingeënt, middels (reguliere) vaccinaties, waarvan de geldigheid aantoonbaar is. j. Een dagteam mag op de wedstrijddag uit minimaal 5 of uit maximaal 6 honden bestaan. k.Het minimaal aantal honden per competitieteam, actief op een wedstrijd, is 6. Ieder competitieteam mag per wedstrijdseizoen maximaal 3 wedstrijden met 5 honden deelnemen. Bij een langdurige blessure e/o overlijden van een hond, mag deze met een doktersverklaring vervangen worden voor de rest van het seizoen. l. Indien een team door wat voor reden dan ook uit minder dan 5 honden gaat bestaan, wordt dit team voor de rest van die dag uitgesloten. m.Voor aanvang van het classificatietoernooi moet het team, welke wil deelnemen aan de competitie, minimaal 6 tot maximaal 8 honden opgeven. Aan elk toernooi mogen nooit meer dan 6 honden deelnemen. n.Het aantal honden, gemeld bij het eerste classificatietoernooi is bepalend voor dat seizoen. Het is niet toegestaan om de opgave voor een team van 6 of 7 honden tijdens het competitiejaar uit te breiden naar 7 of 8 honden. o.Het is mogelijk dat in een team welke zich inschrijft voor de dagklasse D, honden (met een maximum van twee) zijn opgenomen welke ook in de jaaropgave voor de competitieklassen zijn ingeschreven. Als het betreffende competitie team(s) ook op deze wedstrijd heeft ingeschreven dient het uit 6 honden te bestaan. p.Organiserende verenigingen mogen een toernooi voor de erkende competitie doorgang laten vinden indien zij in totaal minimaal 10 inschrijvingen hebben. Het aantal per klasse doet niet ter zake. q.Geclassificeerde teams krijgen bij inschrijving voor een competitietoernooi voorrang t.o.v. niet geclassificeerde teams. Zie Hoofdstuk II punt 3 b. r.Bij over inschrijving is het de organiserende vereniging toegestaan om een limiet te stellen van 2 teams per klasse per inschrijvende vereniging. s.Indien een toernooi buiten de schuld van de organiserende vereniging geen doorgang kan vinden, dan wel gestaakt wordt (na sluitingsdatum), volgt er geen restitutie van inschrijfgeld. 4. TOELATING a. Om tot een wedstrijd te kunnen worden toegelaten dient de geleider op de dag van de wedstrijd te kunnen overleggen:
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
1. Een rashondenlogboek van de Raad voor de door hem/haar ingeschreven rashond of 2. Een werkboekje van Cynophilia of van Raad van Beheer voor de door hem/haar ingeschreven rasloze hond en 3. Een geldige startlicentie. b. Tot een wedstrijd mogen ondanks inschrijving niet worden toegelaten: 1. Honden die niet getatoeëerd of gechipt zijn; 2. Loopse- en zichtbaar drachtige teven; 3. Gewonde- en zichtbaar zieke honden; c. Als de scheidsrechter constateert dat een hond in strijd met het KR is ingeschreven, moet hij de betreffende combinatie alsnog uitsluiten van deelname aan de wedstrijd. HOOFDSTUK III TOERNOOIREGLEMENT 1. COMPETITIETOERNOOIEN a.Voor het organiseren van competitietoernooien is voorafgaande schriftelijke toestemming van de Commissie Flyball vereist. b.Aanvragen voor een competitiewedstrijd dienen vóór 1 oktober van ieder jaar schriftelijk te worden ingediend bij het wedstrijdsecretariaat, via
[email protected] c.Bij de aanvraag dient de organisator minimaal drie voorkeurdata op te geven. d.De wedstrijdkalender zal uiterlijk 15 januari van ieder jaar bekend worden gemaakt door de Commissie Flyball. e.Na bekendmaking van de wedstrijdkalender aan de organiserende verenigingen moeten deze binnen 4 weken het informatie wedstrijdformulier FB-5 ingevuld opsturen naar het wedstrijdsecretariaat:
[email protected] f.De toernooien worden gewoonlijk in het weekeinde georganiseerd. g.De organisator dient te beschikken over een terrein waar minimaal één ring kan worden uitgezet. h.Als er meer dan 16 teams hebben ingeschreven dient de organisator de nagekomen aanmeldingen te annuleren, of, in overleg met het wedstrijdsecretariaat Flyball, een 2e ring met EJS Systeem in te plannen. i.De indeling van de voorronde wordt gemaakt door het wedstrijdsecretariaat Flyball en dient deze minimaal 2 weken voor aanvang wedstrijd te sturen naar de organiserende vereniging. j.De indeling van de eindronde dient in overleg plaats te vinden met het wedstrijdsecretariaat Flyball. k. Op een competitietoernooi dient voor een wedstrijd 6 minuten ingepland te worden. Daarvan zijn 2 minuten beschikbaar voor: plaatsing apparaat instellen juiste hindernishoogte inspringen De scheidsrechter geeft d.m.v. een fluitsignaal het einde van deze 2 minuten aan. Deze regel geldt alleen bij de 1e run als beide teams in de ring aanwezig zijn. De teams dienen dan klaar te staan om de wedstrijd te starten. Het fluitsignaal dient tegelijkertijd als signaal voor de lijnrechter, om het EJS systeem binnen 30 seconden te starten. (Dit kan dus na bijv. 5, 25 of 30 seconden zijn.) l. Op competitietoernooien mag naast de competitieklassen ook een dagklasse worden opengesteld. m. De organiserende vereniging is verplicht het laatst uitgegeven reglement Flyball te hanteren zoals die door Raad van Beheer worden uitgegeven. Raad van Beheer zal op haar website www.raadvanbeheer.nl melding maken welk reglement geldig is bijv. Druk: januari 2015. n. Een Flyballtoernooi dient te worden georganiseerd zoals beschreven in het reglement Flyball Nederlandse Bak. o.De verantwoordelijkheid betreffende de organisatie, inschrijfgelden, verzekeringen en eventuele andere kosten berust geheel bij de organiserende vereniging. p.Een toernooi bestaat uit een voorronde en een eindronde. 2. COMPETITIEREGLEMENT a. De competitie is onderverdeeld in minmaal 2 klassen: klasse A klasse B klasse C (bij meer dan 15 competitie teams) De grens tussen de competitie klassen is variabel. Deze wordt door de Commissie Flyball vastgesteld na de classificatietoernooien. Er wordt hierbij gekeken naar het grootste verschil en het aantal competitieteams per klasse. Dagprijzenteams worden ingedeeld in de D-klasse. b.Ieder jaar worden er drie classificatietoernooien gehouden teneinde te bepalen in welke klasse een team dat desbetreffende jaar zal moeten uitkomen.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
c.Per team wordt per competitietoernooi de gemiddelde tijd bepaald van de zes snelste tijden van de voorronde. d.De klasse-indeling van een team wordt bepaald door, de gemiddelde tijd van de snelste gemiddelde tijd van de eerste drie gelopen toernooien. e.De maximale speeltijd per race is 60 sec. f.Als een team op een toernooi in de voor- en/of eindronde een gemiddelde tijd heeft gelopen welke valt in een hogere klasse, terwijl dit team in een lagere klasse was geplaatst, wordt het team voor alle wedstrijden van de rest van het wedstrijdseizoen in de betreffende klasse geplaatst. M.u.v. de laatste competitiewedstrijd, hierbij geldt alleen promotie n.a.v. de gemiddelde tijd van de voorronde. g.Om de einduitslag van enig jaar te bepalen in alle competitie klassen tellen alle (dus ook van de classificatietoernooien) wedstrijden mee. h.Raad van Beheer stelt jaarlijks de wedstrijdkalender vast waarop de competitiewedstrijden staan aangegeven. Het aantal wedstrijden dat bepalend is voor de totaaleinduitslag is de helft + 1 (naar beneden afgerond: 13 toernooien = 6½ + 1 = 7½ = 7; 14 toernooien = 7 + 1 = 8). i.Om het winnende flyballteam van de competitieklassen vast te stellen wordt de navolgende procedure gehanteerd: 1. om mee te mogen dingen naar de hoogste plaats in de competitie dient men aan minimaal de helft + 1 van het aantal georganiseerde toernooien te hebben deelgenomen. 2. Na het voor de competitie meetellende laatste toernooi wordt van ieder team de zes snelste tijden uit de op ieder toernooi gelopen voorronde geselecteerd en opgeteld. Het team met de laagste totaaltijd is winnaar van de competitie. 3. Indien een team meer dan de helft + 1 van het aantal georganiseerde toernooien gelopen heeft, tellen de beste resultaten van de gelopen toernooien. j.Ieder flyballteamlid dient zich te houden aan het reglement Flyball Nederlandse Bak. k.Honden die voor een wedstrijd in enig team ingeschreven kunnen worden dienen minimaal de leeftijd van 15 maanden bereikt te hebben. l.Een hond die deelneemt aan de erkende competitie mag niet tijdens de competitie deelnemen bij een team van een andere vereniging met uitzondering van art. III.2.m. m.De eigenaar van een hond die verhuist naar een andere provincie mag vanaf verhuisdatum direct uitkomen in een team van een andere vereniging in de regio waarheen men verhuisd is. n.Per team welke deelneemt aan het toernooi zijn niet meer dan twee honden van hetzelfde ras of variëteit, conform rasindeling FCI toegestaan. Een hond zonder stamboom, die het uiterlijk vertoont van een rashond, wordt beschouwd als zijnde een exemplaar van het ras waarop hij/zij lijkt. Bijv. een kruising Border Collie met het uiterlijk vertoon van een Border Collie wordt aangemerkt als zijnde van het ras Border Collie. o. De prijsuitreiking op het eindtoernooi v.w.b. de competitiewinnaars in de klasse A en B en indien van toepassing C geschiedt door een vertegenwoordig(st)er van Raad van Beheer. 3. VOORRONDE a. De wedstrijden in de voorronde bestaan altijd uit 5 x 2 races b. Bij de indeling van de voorronde dienen de competitie teams, zoveel mogelijk in een en dezelfde voorrondepoule te lopen. De D teams dienen in een aparte voorrondepoule te lopen. Dit alles indien het aantal inschrijvingen voor het toernooi dit toelaat. c. Indien in de voorronde een team dusdanig benadeeld wordt dat de race gestaakt moet worden, krijgt het veroorzakende team een tijd van 60 seconden. Het gedupeerde team krijgt geen tijd toegemeten, maar mag overracen. Indien het gedupeerde team gebruik wil maken van de mogelijkheid om over te racen, zal dit direct na de betreffende race geschieden met diezelfde honden welke in desbetreffende race hebben gelopen. d. Lid c is eveneens van toepassing indien een team gedupeerd wordt door een defecte tijdwaarneming. De coach bepaalt of er wordt overgelopen of dat de handtijdwaarneming geldt. e. Een team zal in de voorronde niet meer dan 3 wedstrijden per uur racen. Na ieder toernooi-uur is er een pauze van 15 minuten. f. De pauze tussen de voorronde en eindronde is minimaal 45 minuten. g. Alle ingeschreven honden van een team dienen tijdens de voorronde in elke wedstrijd minimaal 1 maal ingezet te worden. 4 EINDRONDE a. In de eindronde worden zowel de A-, de B- , de C-, als de D- klasse in een aparte eindrondepoule ingedeeld. Hiervan zijn de drie classificatietoernooien per jaar uitgezonderd. Met de uitzondering als er in de ochtend in de D- klasse door een team een gemiddelde tijd van een hogere klasse wordt gelopen, dan loopt dat team ’s middags mee in de betreffende klasse. b. Het plaatsingscijfer voor de eindronde wordt per team bepaald door het totaal van de 4 snelste tijden uit de voorronde. Het team met het laagste totaal van de 4 snelste tijden krijgt voor de eindronde plaatsingscijfer 1, het team met de daaropvolgende totaaltijd nr. 2, enz, enz. Vervolgens worden de teams ingedeeld in het
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
eindrondeschema voor de A klasse, de B klasse, de C klasse en de D (dagprijzenteams) klasse. c. Indien een team door toernooiresultaat in de eindronde 2 x achtereen een wedstrijd heeft gelopen zal de daarop volgende wedstrijd voor dat team minimaal 10 minuten later zijn. d. De wedstrijden in de eindronde bestaan uit maximaal 3 wedstrijden, ofwel welk team als eerste 2 wedstrijden gewonnen heeft t.w. “Best of Three”. e. De toernooien die voor de competitie aangemerkt worden zijn op zichzelf staande toernooien voor wat de eindronde betreft. f. Het aantal poules in de eindronde is afhankelijk van het aantal deelnemende teams en/of aantal teams in een bepaalde klasse. HOOFDSTUK IV OFFICIALS 1. SCHEIDS- EN LIJNRECHTERS a. Officials worden uitgenodigd en ingedeeld door het wedstrijdsecretariaat. b. De scheids- en lijnrechters hebben recht op een onkostenvergoeding, welke door Raad van Beheer is vastgesteld t.w. € 50,00 per dag per official. Deze kosten komen ten laste van de organisator. c. Ten minste één week vóór de dag van de wedstrijd informeert de organisator de scheids- en lijnrechters over het aantal teams welke zijn ingeschreven. Tevens dient aan de scheids- en lijnrechters de routebeschrijving, de informatie over de plaats, de aanvangstijd en de dagindeling van de wedstrijd te worden gezonden. 2. GEDELEGEERDE a. Tenminste één week voor de dag van de wedstrijd zendt de organisator aan de gedelegeerde (indien aangewezen) een routebeschrijving, evenals informatie over de plaats, de aanvangstijd en de dagindeling van de wedstrijd. 3. WEDSTRIJDLEIDER a. De organisator wijst voor de wedstrijd een wedstrijdleider aan. b. Deze is belast met de voorbereiding en met de zorg voor een ordelijk verloop van het toernooi. c. Deze zorgt er voor dat het hindernismateriaal en de overige - voor de wedstrijd benodigde – attributen in goede orde en tijdig op het terrein aanwezig zijn. 4. FUNCTIONARISSEN NAMENS DE WEDSTRIJDLEIDER a. De wedstrijdleider wijst voor iedere wedstrijd tenminste 2 mensen aan voor het wedstrijdsecretariaat die zorgen voor de verwerking van de wedstrijdformulieren (FB-2 en FB-3)van zowel de voor- als de eindronde. b. De wedstrijdleider wijst voor iedere ring 2 schrijvers aan welke de tijden van de races en de lopende honden opschrijft. HOOFDSTUK V WEDSTRIJDORGANISATIE 1. ORGANISATOR a. De organisator is verantwoordelijk voor de gehele organisatie van de wedstrijd. b. Inschrijfgelden komen aan hem ten goede. Alle kosten, die van verzekeringen daaronder begrepen, komen voor zijn rekening. c. De organisator moet beschikken over een wedstrijdterrein waarop ringen van tenminste 20 x 45 meter kunnen worden uitgezet. d. Indien er twee ringen worden uitgezet, moet er tussen de ringen een gesloten afscheiding of een tussenruimte van tenminste vijf meter aanwezig zijn. e. De organisator is tijdens competitiewedstrijden verplicht elektronische- en indien nodig handmatige tijdwaarneming toe te passen. f. Op het wedstrijdterrein moet humane- en veterinaire hulp aanwezig zijn of op zeer korte termijn beschikbaar kunnen komen. g. De organiserende vereniging dient te beschikken over een kantine. h. De bodemgesteldheid van het terrein dient zodanig vlak te zijn dat het geen gevaar oplevert voor de honden of hun geleiders. i. De organisator stelt voor iedere categorie bekers of gelijkwaardige prijzen beschikbaar. j. Als prijzen mogen geen geldbedragen beschikbaar worden gesteld. k. Het afgelasten van een wedstrijd voor of tijdens de wedstrijddag zal worden gedaan door de aanwezige officials en organiserende vereniging. 2. CATALOGUS a. De organisator is verplicht een catalogus te maken. b. Per team moeten er minimaal 2 catalogi gratis beschikbaar zijn. c. De volgende gegevens dienen minimaal in een catalogus te worden vermeld: 1. Alle ingeschreven teams; 2. Inspringschema; 3. De naam van de gedelegeerde indien deze is aangewezen; 4. De namen van de scheids- en lijnrechter(s);
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
5. De wedstrijdschema’s; 6. Ruimte voor het invullen van wedstrijdresultaten; 7. Wedstrijdkalender voor de rest van het seizoen. 3. METEN VAN HONDEN a. Op de eerste wedstrijddag van een deelnemende hond, dient voor aanvang van de wedstrijd door de scheidsrechter de schofthoogte van de hond opgemeten te worden. Dit indien dit nog niet eerder door een keurmeester show, agility, gedrag & gehoorzaamheid of scheidsrechter flyball is gebeurd. b. De schofthoogte dient in het rashondenlogboek c.q. werkboekje te worden genoteerd en door de scheidsrechter te worden gedateerd en afgetekend. 4. WEDSTRIJDUITSLAGEN a. In de rashondenlogboeken c.q. werkboekjes dienen te worden genoteerd en door de scheidsrechter te worden afgetekend: 1. Aard van de wedstrijd; 2. Organiserende vereniging; 3. Plaats en datum waar het toernooi wordt gelopen; 4. Het totaal van de 6 snelste tijden in de voorronde; 5. De plaatsing van het team in de eindronde; 6. Naam van de scheidsrechter. b. De organisator draagt er zorg voor dat de wedstrijduitslagen (FB-2 en FB-3 formulieren), de uitslag van de eindronde en een ingevulde catalogus binnen twee werkdagen na de wedstrijd ter kennisgeving aan het wedstrijdsecretariaat worden gestuurd. c. De organisator dient de wedstrijduitslagen welke op het scorebord worden vermeld, de uitslagen en de catalogus minimaal één jaar te bewaren. d. De uitslag van een toernooi is slechts rechtsgeldig als de gegevens akkoord zijn bevonden door het wedstrijdsecretariaat van de Commissie Flyball. e. De Commissie Flyball verplicht zich om in geval van wijziging van de uitslag dat binnen 14 dagen na toernooidatum aan de organiserende vereniging mede te delen. 5. AFDRACHT AAN RAAD VAN BEHEER a. Uiterlijk zes dagen na de wedstrijd dient de organisator een catalogus naar het sport secretariaat van Raad van Beheer te Amsterdam te zenden. b. Raad van Beheer zendt aan de hand van het aantal ingeschreven combinaties een rekening met vermelding van de BTW aan de betreffende vereniging m.b.t. de afdracht. Deze afdracht wordt jaarlijks door Raad van Beheer vastgesteld en aan de verenigingen medegedeeld. HOOFDSTUK VI FLYBALLRING EN MATERIALEN 1. INRICHTING FLYBALLRING a. Een flyballring bestaat uit: - 2 flyballbanen met scheidingswanden; - 2 tafels; - 4 stoelen; - 2 partytenten o.i.d. - Reservebank v.v. een 6 m lang dichte afscheiding, incl. een dicht middenstuk. Partytent of parasol t.b.v. zonnewering. c. Op 1,5 m vanaf de buitenkant van de flyballbanen (links en rechts) staan in het verlengde van de start/finishlijn tafels voor de besturing van de EJS met ieder 2 stoelen voor de lijnrechters en schrijvers. d. De tafels en stoelen voor de officials onder een partytent o.i.d. zetten bij kans op slecht weer. e. Afmetingen van de ring met een open afscheiding (bijv. lint): lengte van tenminste 45 meter en breedte van tenminste 20 meter. f. Een flyballbaan bestaat uit 4 hindernissen met daarachter een flyball-apparaat. g. De afstand tussen twee wedstrijdbanen is minimaal 5 meter en maximaal 6 meter. h. Om ieder flyballapparaat staat een doorzichtige(*) scheidingswand van minimaal 100 cm. hoog (* b.v. geplastificeerd gaas), waarbij de veiligheid voorop dient te staan. Een scheidingswand van b.v. perspex is derhalve ongewenst). i. De afstand tussen de balhouder en de achterscheidingswand is minimaal 1.50 meter. j. De breedteafstand tussen de scheidingswanden bij ieder apparaat is minimaal 3 meter. De voorzijden van de apparaten dienen evenwijdig te staan met de uiteinden van de scheidingswanden. k. De afstand voor de start/finishlijn is minimaal 12 meter.(de inkomende honden moeten een goede gelegenheid hebben om uit te rennen) De afstanden van 1 t/m 12 m dienen duidelijk aangegeven te worden. l. Eventueel te gebruiken matten onder de flyballbaan op een buitenterrein zijn 90 cm. breed. Op binnenterrein (b.v. sporthal) dient de mat minimaal 1.50 meter breed te zijn.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
m. De afstand van de start/finishlijn tot aan de eerste hindernis is 1.80 meter. n. De afstand tussen de hindernissen is 3 meter (gemeten van schot tot schot). o. De afstand van de laatste hindernis (4e) tot aan de voorzijde van het flyballapparaat is 4.55 meter. p. De start/finishlijnen dienen tezamen één ononderbroken streep te vormen. De start/finishlijn moet gemaakt worden van materiaal waar honden niet over kunnen struikelen (bij voorkeur krijtlijnen). 2. HINDERNISSEN a. De hindernissen hebben een binnenmaat van 60 cm. De schotten en de binnenzijde van de staanders dienen wit te zijn. Materiaal van de hindernissen dient flexibel te zijn (bijv. geen Trespa) c. Minimum hindernishoogte is 20 cm. d. Maximum hindernis hoogte is 35 cm. De hoogte van de hindernissen zal 10 cm. lager zijn dan de schofthoogte van de kleinste deelnemende hond van het team. Dit met een minimum van 20 cm. en afgerond op veelvouden van 5 cm. Naar beneden. Voorbeeld: De kleinste hond van de vier die aan de start staan heeft een schofthoogte van 39 cm. De hindernishoogte is dan voor ALLE honden die aan de start staan: 39 cm. - 10 cm. = 29 cm. = afgerond: 25 cm. e. Indien honden ouder dan 8 jaar (8+) meedoen binnen een team in de D-klasse dan mag men de spronghoogte extra verlagen met 10 cm. 3. FLYBALLAPPARAAT a. Het flyballapparaat heeft de navolgende afmetingen: - Onderplank 80 cm. lang bij 30 cm. breed - Trapplank 20 cm. breed bij 18,5 cm. hoog en met de lange zijde aan de onderplank bevestigt. De trapplank dient te worden voorzien van antislip materiaal. - Het huis 60 cm. lang bij 15 cm. breed en 22,5 cm. hoog. f. De bovenkant van het huis dient geheel gesloten te zijn en bekleed met antislip materiaal. g. Huis + stang in onderste stand: 104.5 cm. h. De kleur van het apparaat is vrij. i. Een plank t.b.v. de stabiliteit van het flyballapparaat – achter het apparaat - is toegestaan. (max. 50 cm. breed en maximaal 90 cm. lang). j. De bal moet na de lancering een vrije slag hebben van minimaal: 60 cm. l. Het flyballapparaat dient tijdens toernooien als volgt afgesteld te zijn: Arm zwevend, nadat deze geheel naar beneden is gedrukt en het ijkgewicht in de bovenste cup is geplaatst. Tevens is in dit reglement een tekening opgenomen met een aantal aanbevelingen voor het flyballapparaat. m. De scheidsrechter/lijnrechters heeft het recht voor het inspringen de flyballbakken te controleren.
4. BALLEN a. Iedere balsoort is toegestaan mits daarbij de veiligheid voor honden in acht wordt genomen. b. Het is verboden ballen dusdanig te bewerken dat zij minder stuiteren. Voorbeeld: Het prikken van een gaatje in een tennisbal. HOOFDSTUK VII WEDSTRIJDREGLEMENT 1. TEAM a. Ieder team bestaat uit minimaal 5 honden en maximaal 6 honden. Een ballenlader en coach maken tevens deel uit van het team. Uitgezonderd II.3.n. b. Om de wedstrijd snel te laten verlopen is het toegestaan maximaal 2 helpers in de ring te hebben, om het team te assisteren. 2. INSPRINGEN a. Voor aanvang van het toernooi krijgt ieder team de gelegenheid om max. 5 minuten in de desbetreffende ring waarin men loopt in te springen. 2. BETREDEN WEDSTRIJDRING a. Om calamiteiten te voorkomen dient de wedstrijdring betreden te worden aan de kant van de apparaten en
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
dient het uitlopen aan de kant van de reservebanken plaats te vinden. Wachtende teams dienen op een gepaste afstand klaar te staan aan de zijkant van de ring. 3. RACE a. Tijdens de race bestaat een team uit 4 honden, en maximaal 2 reservehonden. b. Tijdens een race van het team dienen de reservehonden zich in de gereserveerde wachtruimte te bevinden. c. Vier honden moeten achtereenvolgens over vier hindernissen springen, het apparaat in werking stellen d.m.v. de trapplank, de bal vangen en met de bal in de bek weer terug over de vier hindernissen naar de geleider. d. Het team dat als eerste vier honden reglementair over de finish heeft, is winnaar van de race. e. Teams zijn zelf verantwoordelijk voor de juiste hindernishoogte tijdens de wedstrijd. 4. STARTEN a. Honden mogen uit staande of rennende positie starten op het startsignaal van het EJS-systeem. b. Na het activeren van het EJS systeem zal de rode lamp gaan branden gevolgd door de 1e gele lamp, 2e gele lamp en groene lamp. Op het moment dat de groene lamp gaat branden wordt de tijd in werking gesteld. c. De hond heeft 3 seconden nadat de rode lamp gaat branden om over de startlijn te gaan, indien de hond binnen deze 3 seconden de startlijn passeert en zodoende de 1e rij sensoren verbreekt is er sprake van een valse start en zal er een witte lamp gaan branden op de betreffende baan. De lijnrechter zal dit aangeven door de rode foutlamp te laten branden en moet de desbetreffende hond achteraan aansluiten en overracen. d. De tweede hond mag starten als de eerste hond met welk deel van zijn lichaam dan ook, de start/finishlijn passeert (op de grond of in de lucht). e. Handlers mogen niet meelopen met de honden en dienen achter de start/finishlijn te blijven staan. 5. OMGOOIEN VAN HINDERNISSEN a. Een hond die een hindernis omgooit behoeft niet over te rennen mits de hond de hindernis neemt alsof hij rechtop zou staan. Dit geldt ook voor de eventuele honden die daarna racen. b. Een helper mag tijdens de race omgevallen hindernissen recht zetten of verloren ballen oprapen. Na bedoelde handeling dient hij/zij zich zo spoedig mogelijk weer achter de start/finishlijn te begeven. 6. VANGEN VAN DE BAL a. Een hond die de bal niet in één keer vangt behoeft niet over te rennen, mits hij/zij met de bal in de bek over de vier hindernissen en de start/finishlijn terugkomt. 7. BALLENLADER a. Tijdens de wedstrijd dient de ballenlader de volgende houding achter het apparaat in te nemen tijdens de race t.w. 1. STIL te staan; 2. RECHTOP te staan; 3. Met de handen OP DE RUG te staan, de bal moet daarbij voor de hond niet zichtbaar zijn; 4. De eenmaal ingenomen houding te handhaven per hond, tijdens de dan te lopen race. Uitzonderingen op bovenstaande regels zijn: 1. De ballenlader de handen achter de rug vandaan haalt om een bal in het apparaat te doen, dit op het moment dat de hond zich in teruggaande richting bevindt en voordat de volgende hond de start/finish lijn passeert; 2. Als de bal in de balhouder terugvalt of vast komt te zitten mag de ballenlader het apparaat opnieuw laden en de hond helpen het apparaat in werking te stellen; 3. Indien de ballenlader bemerkt dat het apparaat niet functioneert, maakt hij dit kenbaar door voor het apparaat te gaan staan. b. De ballenlader mag een hond verbaal aanmoedigen mits hij daarbij het andere team niet hindert. d. De ballenlader blijft op zijn plaats totdat de scheidsrechter de race beëindigd heeft verklaard. De ballenlader mag dan van zijn plaats om ballen op te halen. e. De ballenlader dient gebruik te maken van een ballenzak dan wel ballenhouder die op het lichaam gedragen kan worden. f. Het is niet toegestaan om ballen in emmers, bakken of iets dergelijks op het wedstrijdterrein te hebben. 8. SCHEIDSRECHTER a. Per ring is 1 scheidsrechter vereist welke verantwoordelijk is voor het verloop van de race. b. Start: De scheidsrechters geeft d.m.v. een fluitsignaal het einde van de 2 minuten voorbereidingstijd aan. De teams dienen dan klaar te staan om de wedstrijd te starten. Het fluitsignaal dient tegelijkertijd als signaal voor de lijnrechter, om het EJS systeem binnen 30 seconden te starten. (Dit kan dus na bijv. 5, 25 of 30 seconden zijn.) c. Bij races in de voorronde van een competitietoernooi zal de scheidsrechter de race beëindigen wanneer beide teams de race voltooid hebben, dan wel de 60 seconden grens bereikt is. d. In de eindronde zal de scheidsrechter de race beëindigen met twee korte fluitsignalen wanneer één van de teams een race op reglementaire wijze heeft beëindigd.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
e. Indien de scheidsrechter tijdens een race onreglementaire hindernissen bemerkt wordt de race gestaakt en het desbetreffende team als verliezer van die race aangewezen. In een voorronde is de straf 60 sec. voor die race. f. Indien de scheidsrechter voor de wedstrijd van mening is dat de juiste hindernishoogte niet gehanteerd wordt mag hij de schofthoogte van de honden meten. g. Indien de scheidsrechter van mening is dat naar aanleiding van deze meting de hindernishoogte aangepast dient te worden is het betreffende team verplicht om onverwijld de hindernissen aan te passen volgens de aanwijzingen van de scheidsrechter. h. Wanneer een reservehond moet worden ingezet dan wel ingezet wordt, blijft de regel gelden dat teams zelf verantwoordelijk zijn voor de reglementaire hindernishoogte. i. Wanneer een flyballapparaat tijdens de wedstrijd volgens de ballenlader niet functioneert, zal de scheidsrechter de wedstrijd staken. De scheidsrechter zal, nadat hij zelf geconstateerd heeft dat het apparaat niet functioneert, gelegenheid geven om, binnen een redelijke tijd, een ander apparaat te plaatsen indien een team dat wil. Indien na onderzoek van de scheidsrechter blijkt dat het apparaat wel functioneert wordt het desbetreffende team als verliezer aangemerkt, dan wel volgt er een 60 sec. tijd. j. Wanneer de scheidsrechter van mening is dat een team door het gedrag van leden dan wel honden van het concurrerende team benadeeld wordt, is hij gerechtigd het team dat zich niet gedraagt als verliezer aan te merken. Gebeurt dit in de voorronde, dan kan er een sanctie van 2 x 60 seconden volgen. In de eindronde zal dat team als verliezer van de wedstrijd aangemerkt worden. k. De scheidsrechter bepaalt op welk moment er vier ballen reglementair zijn overgebracht. l. Indien een hond tijdens een race de ring verlaat (dit geldt niet voor honden die een lange uitloop hebben en om die reden de ring uitlopen) zal de scheidsrechter voor dat team de race staken als het een race in de voorronde is. Er wordt een tijd genoteerd van 60 seconden. Gebeurt het in de eindronde, dan zal de scheidsrechter het desbetreffende team als verliezer van die race aanmerken. m. Indien er door de scheidsrechter (of lijnrechter) geconstateerd wordt dat een hond zijn behoefte doet in de ring, dan zal de scheidsrechter het desbetreffende team, ongeacht de stand op dat moment, de volgende sanctie opleggen: In de voorronde, een sanctie van 2 x 60 seconden, in de eindronde zal dat team als verliezer van de wedstrijd aangemerkt worden. n. Loopse en/of geblesseerde honden worden door de scheidsrechter uit de wedstrijd genomen. o. De door de scheidsrechter genomen beslissingen zijn niet discutabel. p. De scheidsrechter heeft bij een wedstrijd de eindverantwoordelijkheid wat betreft de naleving van de spelregels. q. Bevoegdheden scheidsrechter: • De scheidsrechter is bevoegd in de niet genoemde gevallen beslissingen te nemen die een sportieve voortzetting van de wedstrijd waarborgen; • Beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Protesten over de rangschikking, in welke vorm ook, zijn niet mogelijk; 9. LIJNRECHTER(S) a. Per ring zijn 2 lijnrechters vereist. b. De lijnrechters zitten op de start/finishlijn met de gezichten naar elkaar toe achter de bediening van het EJS systeem. c. De lijnrechters dienen op hun plaats te blijven tijdens de wedstrijd. d. De lijnrechters maken fouten kenbaar door het activeren van één van de foutlichten van het EJS systeem. e. De volgende fouten kunnen worden gesignaleerd: 1. Als de hond te vroeg start. 2. Een begeleider of een voorwerp van hem/haar over/op de start/finishlijn komt tijdens een race met uitzondering voor het pakken van een losse bal of het rechtzetten van een hindernis. 3. Als de hond niet alle vier de hindernissen heen en terug neemt. 4. De hond zonder bal de finishlijn passeert. 5. Een hond het flyballapparaat niet reglementair in werking stelt. 6. De bal door toedoen van de hond achter/naast de afscheidingwand terecht komt. 7. Een ballenlader niet, met de handen op de rug, rechtop staat op het moment dat een hond de start/finishlijn passeert richting het flyballapparaat. f. De hond waar dit signaal betrekking op heeft moet over racen en achteraan aansluiten. Betreft het de laatste hond van het team dan moet deze opnieuw starten vanaf de start/finishlijn. g. Ieder teamlid is verantwoordelijk voor het opmerken van lichtsignalen m.b.t. zijn/haar hond. h. De witte lampen zijn bedoeld als hulpmiddel voor de juryleden en niet voor de teams. Het is aan de jury om een fout toe te kennen aan de hond als er een witte lamp brandt. i. Indien Vll.9.e.2 van pas is mag men niet tussen de sensoren van het EJS lopen. Als dit gebeurt moet de hond die op de baan is overlopen.
Raad van Beheer Reglement Flyball – NL Bak
HOOFDSTUK VIII STRAF- en SLOTBEPALINGEN 1. AANSPRAKELIJKHEID a. Tijdens wedstrijden is de geleider aansprakelijk voor alle schade die de hond aanricht. b. Raad van Beheer noch de organisator of namens deze optredende functionarissen kunnen voor deze schade aansprakelijk worden gesteld. 2. ORGANISATOR a. Indien de organisator één of meer bepalingen van dit reglement niet naleeft, kan Raad van Beheer de organisator voor twee jaar uitsluiten van het organiseren van wedstrijden. 3. HONDEN EN/OF GELEIDER a. Iedere deelnemer wordt geacht de belangen van zijn/haar hond boven het wedstrijdresultaat te stellen. b. Het is verboden honden op het wedstrijdterrein buiten de wedstrijdring los te laten lopen. c. Het dragen van een prikband is totaal verboden. d. Het is verboden honden op het wedstrijdterrein te koop aan te bieden. e. Het gebruik van voer of het gooien van een bal in de ring is verboden. De lengte van het voorwerp c.q. balletje (inclusief touw) mag maximaal 15 cm bedragen. Bij niet nakomen van deze regel kan een scheidsrechter dit beoordelen als hinderen en een tijd geven van 60 sec, dan wel bepalen dat een wedstrijd verloren is. f. Het slingeren of zwaaien van het voorwerp om de hond terug te roepen is wel toegestaan. g. De korte riemen (handvaten) welke tijdens een race aan het tuig c.q. halsband blijft zitten mogen geen gevaar opleveren voor de honden. Dit naar inzicht van de scheidsrechter. h. Indien de hond of de geleider tijdens de wedstrijd handelt in strijd met het KR, met dit reglement of met de ter uitvoering daarvan gestelde bepalingen, dan wel zich op andere wijze duidelijk misdraagt, kan de official de combinatie uitsluiten van verdere deelname aan de wedstrijd. i. Indien een deelnemer zowel in of buiten de wedstrijdring zijn hond zichtbaar lichamelijke straf toebrengt, kan - mits dit door een official is geconstateerd - men van verdere deelname worden uitgesloten. j. Als vorenbedoeld handelen aan de geleider verweten kan worden, kan de betreffende official aan Raad van Beheer voorstellen om alle behaalde resultaten van de betreffende dag van het team waarvan de geleider deel uit maakt te laten vervallen. k. Voornoemde beslissingen worden door de betreffende official binnen 24 uur schriftelijk aan Raad van Beheer meegedeeld onderscheidenlijk voorgelegd. l. De betreffende official stelt de geleider ter plaatse van de voorgenomen beslissing in kennis. m. Raad van Beheer neemt over deze voorstellen ten spoedigste een beslissing, doch niet eerder dan nadat de geleider en de betreffende official in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt tegenover Raad van Beheer toe te lichten. n. Raad van Beheer kan getuigen en deskundigen horen. o. De beslissing van Raad van Beheer wordt onverwijld schriftelijk aan de geleider en aan de betreffende official meegedeeld. p. De official kan zijn: 1. De gedelegeerde; 2. De scheidsrechter; 3. Een lijnrechter; 4. De wedstrijdleider.