TUSSENBALANS MODULE TRAPPENBERG-KLOOSTERSCHUUR tussentijdse versie III
Document 6487-437 24 november 2005
TRAPPENBERG-KLOOSTERSCHUUR Module van het Offensief van Teylingen Procesbegeleiding Bureau Mentink Postbus 233, 2640 AE Pijnacker tel 015-3615111, e-mail :
[email protected]
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
3
1. OPGAVEN / AMBITIES/ AANPAK
5
2. BEVINDINGEN / VOORNEMENS VOOR DE KORTE TERMIJN
7
2.1.
Onderzoekingen
7
2.2.
Afweging
10
2.3.
Overleg / communicatie
12
3. DE CONTOUREN VAN ONS PLAN
15
FIGUREN
17
1. Studiegebied 2. Relevante delen uit de Samenwerkingsovereenkomst Knoop Leiden-West 3. Kaart PEHS 4. Glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg 5. Ruimtelijke kwaliteiten 6. Ruimtelijke knelpunten 7. Scenario Rijnsburgerweg / Voorhouterweg 8. Scenario Elsgeesterpolder 9. Scenario A 44 10. “Staalkaart” natuur, landschap en cultuurhistorie 11. “Staalkaart” glastuinbouw 12. Eerste proeve van de Structuurplankaart 13. Projectorganisatie
Mentink, 6487-437
2
24 november 2005
VOORWOORD
De module “Trappenberg-Kloosterschuur” wordt aangepakt volgens de werkwijze van het Offensief van Teylingen. Deze module was aanvankelijk vooral gericht op lokalisering van de zogenaamde Pact-hectares en op landschappelijke inpassing van het glastuinbouwgebied. De opgave van deze module is nadien aanmerkelijk bijgesteld, als gevolg van de besluitvorming over de Knoop Leiden-West. Daarbij wordt een voorgenomen bedrijventerrein in Oegstgeest verschoven naar Klei-Oost-Zuid in Rijnsburg, waardoor glasareaal verloren gaat. Het zoeken naar een locatie voor compensatie van dit areaal maakt sindsdien deel uit van de module. Hoewel de bedoelingen van het Offensief anders waren, is de module uitgegroeid tot een complexe opgave. In de (nog niet ondertekende!) samenwerkingsovereenkomst voor de Knoop Leiden-West is bovengenoemde compensatie ingebed in een groot aantal voorwaarden. Bij de module zijn voorts twee gemeenten betrokken, beide staan ook nog aan de vooravond van een gemeentelijke herindeling. Het glastuinbouwgebied grenst bovendien aan gebieden met hoge landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden. Wij hebben zelf de complexiteit nog verhoogd, door niet te volstaan met een systematische afwikkeling van alle gestelde voorwaarden, maar daar onze eigen ambities en recente ontwikkelingen (waaronder een noordelijke rondweg om Rijnsburg), aan toe te voegen. De zo gegroeide complexiteit hebben wij op een transparante en slagvaardige wijze aangepakt. De voorliggende Tussenbalans geeft een overzicht van onze vele bevindingen tot op heden èn van onze voornemens in het volgende jaar. Op deze wijze verankeren we de resultaten, welke in goed overleg tussen de beide huidige gemeenten tot nog toe zijn bereikt. Met de nieuwe gemeenten Teylingen en Katwijk wordt het proces in 2006 voortgezet; in 2006 kan dit proces tot afronding komen met de publicatie van het Ontwerp Structuurplan c.a. Dit structuurplan is de basis voor de realisatie. Het voorliggende document is een tussentijdse versie van bovengenoemde Tussenbalans. Deze versie geven wij vrij voor overleg met diverse partijen in de komende weken. De resultaten van dit overleg verwerken wij medio december in de definitieve Tussenbalans.
Rijnsburg / Voorhout, 18 november 2005 Het Bestuurlijk Overleg voor de module Trappenberg-Kloosterschuur, D. Binnendijk, Wethouder van Rijnsburg
Mentink, 6487-437
L. van Steijn, wethouder van Voorhout
3
24 november 2005
Mentink, 6487-437
4
24 november 2005
1. OPGAVEN / AMBITIES/ AANPAK
De formele opgaven De formele opgaven voor de module zijn uitputtend beschreven in de Samenwerkingsovereenkomst voor de Knoop Leiden-West. Aan deze bepalingen is veel vooroverleg vooraf gegaan, alleen de letterlijke teksten, met alle bijzinnen, gelden. Er wordt dan ook van afgezien een samenvatting van deze overeenkomst in de Tussenbalans op te nemen. Verwezen wordt naar figuur 2, waar de desbetreffende delen van deze overeenkomst integraal zijn weergegeven. Het betreffen opgaven en voorwaarden inzake: oppervlakte (i.c. “de eerste 10 ha”en “de tweede 10” ha); planinhoud; onderbouwing; realisering/fasering; overleg/instemming; voortgang; financiële aspecten.
Onze eigen ambities De veelheid aan formele opgaven en voorwaarden, zoals hierboven aangegeven, zou leiden tot een technocratische aanpak, met mogelijk een uitkomst waar geen nee tegen gezegd kan worden, maar waar publieke noch private partijen “warm” van worden. Daarom hebben wij ons bij de werkzaamheden laten leiden door drie ambities: Kwalitatief hoogwaardig plan, bezien vanuit de publieke belangen Daarbij denken wij zowel aan de ruimtelijke / landschappelijke kwaliteit, als aan de cultuurhistorische en ecologische kwaliteiten (behouden c.q. mitigeren c.q. compenseren). Dit noodzaakt o.a. tot het in beschouwing nemen van een ruim begrensd studiegebied (figuur 1). Geen concessies aan tuinbouwtechnische eisen, ook niet voor de langere termijn Wij streven in dit verband naar voldoende grote kavels met een goede lengtebreedte-verhouding, naar adequate randvoorwaarden voor duurzame water- en energiesystemen (bijvoorbeeld bredere bermen) en naar (bestemmings-)bepalingen die voldoende flexibiliteit bieden om toekomstige innovaties toe te kunnen passen. Uiteraard moeten bedrijfswoningen een andere indeling op de langere termijn niet in de weg staan en moet rekening gehouden worden met ander beleid, zoals bijvoorbeeld een noordelijke rondweg.
Mentink, 6487-437
5
24 november 2005
Trappenberg-Kloosterschuur vervult een rol in een groter geheel; voor verstandige besluiten moeten de luiken wat verder worden open gezet Op twee punten willen we de blik verruimen. Ten eerste liggen, naast onze module, rond Rijnsburg nog meer gespecialiseerde glastuinbouwgebieden, tezamen vormen zij “het glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg” (zie figuur 4; opgemerkt wordt dat de status van de daarin aangegeven deelgebieden sterk uiteen loopt). Wij zullen een beroep doen op de Greenportorganisatie i.o. om onze module, samen met de Stuurgroep Pact van Teylingen, in deze bredere context te plaatsen. Ten tweede biedt de glastuinbouw onvermoede perspectieven voor de nabije verstedelijking; vooral de warmteleverende kas spreekt hierbij tot de verbeelding: met gewonnen zonnewarmte niet alleen de eigen kas in de winter verwarmen, maar ook naburige woningen en / of bedrijfsgebouwen. Deze perspectieven mogen o.i. niet onbenoemd blijven.
Aanpak Onze aanpak is gericht op twee achtereenvolgende producten: eerst een (definitieve) Tussenbalans medio december 2005 en vervolgens een Ontwerp Intergemeentelijk Structuurplan c.a. in 2006. De daartoe te verrichten werkzaamheden hebben we verdeeld in zes “sporen”. - visie op de Greenport - inbreiding - ruimtelijk onderzoek - exploitatie - structuurplan c.a. - uitvoeringsovereenkomst c.a. Wij hebben er voor gekozen de daartoe benodigde organisatie overzichtelijk en slagvaardig te houden. Daarbij onderscheiden wij twee organen en twee groepen belendende partijen (zie ook figuur 13): - Bestuurlijk Overleg - Ambtelijk Overleg - Belendende Partijen - overlegpartners - te horen partijen
Mentink, 6487-437
6
24 november 2005
2.
2.1.
BEVINDINGEN / VOORNEMENS VOOR DE KORTE TERMIJN
Onderzoekingen
Visie op de Greenport In de Nota Ruimte van het Kabinet is de Duin- en Bollenstreek aangewezen als Greenport. Daarmee is tot uitdrukking gebracht, dat de tuinbouw in deze regio van nationaal belang is. De nadere uitwerking van deze aanwijzing is opgedragen aan de provincie en de regio. De Visie op de Greenport wordt in opdracht van de Greenport-organisatie i.o. opgesteld door Ecorys, in samenwerking met het Landbouw Economisch Instituut. In hoofdlijnen worden ten behoeve van deze visie de economische clusters van de glastuinbouw, de bollenteelt en het toerisme, in onderlinge samenhang, geanalyseerd en voorzien van een actieprogramma om deze clusters vitaal te houden c.q. te maken. Wij hebben met de Greenport-organisatie afgesproken, dat over de ruimtebehoefte/kritische massa van de gespecialiseerde glastuinbouw op voorhand wordt gerapporteerd. De betreffende notitie mondt uit in een benodigde groei van het Glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg, met een aanmerkelijke oppervlakte. Over deze notitie loopt nog een discussie in de begeleidingscommissie voor bovengenoemde opdracht. Ook moeten deze hectares nog worden toegedeeld aan de verschillende gebiedsdelen van het glastuinbouwcomplex. Terzake hebben wij als actiepunt genoteerd: a.
De Greenport-organisatie i.o. rondt de discussie over de benodigde groei van het areaal af en deelt deze, in overleg met de Stuurgroep Pact van Teylingen, toe aan de deelgebieden van het ”glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg”, zoals aangegeven in figuur 4.
Inbreiding In opdracht van ons Bestuurlijk Overleg heeft Bureau Overwater “keukentafel gesprekken” gevoerd met de tuinbouwondernemers in het te reconstrueren gebied. Dit vanwege de opgave om zicht te bieden op de mogelijkheden om te komen tot vitalisering en met name verdichting in dit gebied. Met de resultaten van deze gesprekken wordt vertrouwelijk omgegaan, dat is ook aan de respondenten beloofd. Samengevat zijn er twee hoofdlijnen uit gekomen. De eerste is, dat opmerkelijk veel ondernemers (meer dan 50% van de oppervlakte) te kennen hebben gegeven hun grond beschikbaar te willen stellen ten behoeve van de reconstructie; voorwaarden zijn van financiële aard of van het aanbieden van vervangende ruimte voor niet-glastuinbouw-activiteiten. Met het woord
Mentink, 6487-437
7
24 november 2005
reconstructie duiden wij op een geïntegreerde aanwending van deze gronden; het aankopen van buurmans grond leidt immers nog niet tot duurzaam glas. De tweede is, dat veel respondenten hebben aangegeven, dat voor de reconstructie ook de medewerking nodig is van de eigenaren van niet met glas bezette percelen; voor deze groep is planologische duidelijkheid van doorslaggevend belang om tot zaken te komen. Bureau Overwater schat in, dat in de komende 3 à 5 jaar de realisering van nieuwe glaskavels met een totale oppervlakte van 10 à 15 ha haalbaar is. Dit is meer dan tot voor kort werd ingeschat. Gelet op de cruciale rol van de open gronden, hebben wij besloten tot het volgende actiepunt. b.
Wij achten het gewenst dat aan Bureau Overwater opdracht wordt gegeven ook met de eigenaren van de open gronden keukentafelgesprekken te voeren
Ruimtelijk Onderzoek In opdracht van ons Bestuurlijk Overleg voert BoschSlabbers een ruimtelijk onderzoek uit. De opdracht is vooral gericht op het te reconstrueren gebied, lokalisering van de “tweede 10 ha”, de landschappelijke inpassing en de implicaties van een noordelijke rondweg. Bij dit onderzoek wordt gewerkt volgens de zogenaamde lagenbenadering. Daarbij springen met name de invloed van de zee (strandwallensysteem en waterstructuur), de relatief hoge natuurwaarden in de omgevende polders (met name weidevogels; zie ook PEHS, figuur 3) en de kleinschalige menging van de occupatie (organisch gegroeid i.s.m. nijvere bevolking) in het oog. Een impressie van het studiegebied wordt gegeven in de figuren 5 en 6. Uit het onderzoek zijn in hoofdzaken drie beleidsrelevante lijnen naar voren gekomen. Ten eerste zijn drie locaties denkbaar voor kwalitatief hoogwaardige nieuwe glaslocaties; zie de figuren 7, 8 en 9: - rond de Rijnsburgerweg / Voorhouterweg - rond de strandwal in de Elsgeesterpolder - langs de A 44. Ten tweede zijn locaties verkend voor economische dragers van de reconstructie (zie verderop in deze paragraaf, onder exploitatie). Ten derde zijn voorstellen ontwikkeld voor de landschappelijke inpassing: - op micro schaal (“tuinderstijl” binnen het glasgebied) - op meso schaal (water en riet langs de buitenrand van het glasgebied; beide gemeenten zien kansen om het fietspad Voorhout-Katwijk, gedeeltelijk in combinatie met de landschappelijke inpassing op meso-niveau, aan te leggen) - op macro schaal (polder Hoogeweg, ecologische verbinding Kaag-Duinen). Op grond van de resultaten tot op heden, hebben wij besloten nog de volgende aanvullende werkzaamheden te laten verrichten. c.
Beter in beeld brengen van andere locaties voor woningbouw, als economische drager(s) voor het te reconstrueren gebeid.
d.
Nadere voorstellen te ontwikkelen voor het te reconstrueren gebied, mede gelet op de bevindingen van eerdergenoemde keukentafel gesprekken.
Mentink, 6487-437
8
24 november 2005
e.
Het maken van een eerste proeve van een structuurplankaart, in samenwerking met Kuiper Compagnons (zie verderop in deze paragraaf, onder bestemmingsplan)
Wij stellen ons voor, dat wij in de eindversie van de Tussenbalans nog geen keuze maken uit bovengenoemde scenario’s c.q. een mengvorm samenstellen. Wel willen wij de thans lopende overlegronde benutten om de “plussen en minnen” van de verschillende scenario’s te completeren en de scenario’s verder te perfectioneren. Het huidige overzicht van plussen en minnen is opgenomen in de figuren 7, 8 en 9. Na de eindversie van de Tussenbalans, dus in 2006, dienen de ruimtelijke beslissingen te worden genomen: A.
Het maken van een keuze uit de drie scenario’s c.q. een mengvorm samenstellen.
Exploitatie Door Arcadis is, in opdracht van de Ontwikkelingsmaatschappij Floris V, een eerste exploitatieberekening uitgevoerd aan de hand van het scenario Elsgeesterpolder. In hoofdzaken is daaruit gebleken, dat alle drie eerdergenoemde scenario’s een exploitatietekort zullen opleveren. Het “inbouwen” van een kostendrager is dus van cruciaal belang; uiteraard is daarbij de financiële bijdrage van de gemeente Oegstgeest al meegerekend, overige subsidies nog niet. Wij zouden gaarne zien, dat Floris V: f.
alle scenario’s op uniforme wijze doorrekent en daarbij in het bijzonder aangeeft welke externe bijdragen/subsidies te verwachten zijn en hoeveel woningen per saldo nodig zullen zijn om tot een sluitende exploitatie te komen.
In 2006 zal: B.
het uiteindelijk gekozen scenario / mengvorm doorgerekend moeten worden.
C.
een second opinion over deze doorrekening door Floris V ingewonnen moeten worden.
Voorontwerp bestemmingsplan / Structuurplan Namens ons Bestuurlijk Overleg is inmiddels aan Kuiper Compagnons opdracht verstrekt om een intergemeentelijk structuurplan voor te bereiden. De bevindingen van het hierboven omschreven ruimtelijk onderzoek vormen de belangrijkste bouwsteen voor dit structuurplan. Met ons voornemen om een structuurplan te publiceren, in plaats van een voorontwerp bestemmingsplan, wijken wij bewust af van het gestelde in de formele opgaven van de onderhavige module. De argumenten daarvoor zijn de volgende: - een structuurplan is een beter middel voor bewaking van de samenhang bij voor de door ons voorgestane ontwikkelings-planologische-aanpak;
Mentink, 6487-437
9
24 november 2005
-
-
-
een structuurplan kent een kortere voorbereidingstijd, dan een bestemmingsplan, waardoor snel planologische duidelijkheid kan worden verschaft; voorgestaan wordt een structuurplan en een procedure daarvan conform de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waardoor wellicht een basis voor toepassing van andere instrumenten wordt verkregen; met een structuurplan kan relatief snel de procedure voor de eventuele wijziging van de rode contour (i.v.m. de woningbouw) in gang worden gebracht.
Tegen deze achtergrond hebben wij het voornemen om ten behoeve van de definitieve Tussenbalans een eerste proeve van een structuurplankaart op te laten stellen, met varianten voor de verschillende scenario’s; zie actiepunt e. hierboven. In 2006 kan, mede op basis van de vorderingen op de overige sporen: D.
het structuurplan integraal worden opgesteld.
Na het structuurplan kunnen vervolgens: E.
projectprocedures c.q. artikel 19-Wro-procedures worden gestart voor zich voordoende kansen.
F.
bestemmingsplannen in procedure worden gebracht voor “uitgekristalliseerde“ delen van het plangebied
Uitvoeringsovereenkomst e.d. Vanwege de ligging van het plangebied in (minstens) twee (toekomstige) gemeenten, is het voor de realisatie van onze plannen van belang, dat goede afspraken tussen de betrokken gemeenten worden gemaakt (publieke kader) en dat de gemeente Rijnsburg, binnen het publieke kader, goede afspraken maakt met de ontwikkelaar Floris V (publiek-privaat). Dit onderwerp klinkt in verschillende hoofdstukken van deze Tussenbalans door, maar is nog niet uitgewerkt in de vorm van concepten voor deze overeenkomsten, i.c. wie doet wat, wanneer en wie draagt de kosten en de risico’s. In deze overeenkomsten wordt ook een zodanige fasering geregeld, dat “schuifruimte” ontstaat. G.
2.2.
in 2006 worden overeenkomsten voor de realisatie voorbereid en de hoofdlijnen daarvan worden verankerd in het structuurplan
Afweging
Gevolgen voor natuur en landschap en de compensatie daarvan
Mentink, 6487-437
10
24 november 2005
Wij zijn, vooralsnog, van mening dat de scenario’s Rijnsburgerweg / Voorhouterweg en A 44 de minste inbreuk doen op de aanwezige waarden op het gebied van landschap, natuur en cultuurhistorie in met name de Elsgeesterpolder. Bij het scenario Elsgeesterpolder wordt een nieuwe occupatie-as geïntroduceerd, met relatief veel gevolgen voor landschap en natuur. Aan deze occupatie-as ligt een zorgvuldige landschappelijke analyse ten grondslag en deze is ook vanuit de historische ontwikkeling van de tuinbouw rond Rijnsburg goed beargumenteerd. Desalniettemin realiseren wij ons, dat bij dit scenario de meeste natuurwaarden verloren gaan. Compensatie zal bij dit scenario dan ook omvangrijker zijn, dan bij de beide andere scenario’s. Zo het Bestuurlijk Overleg in 2006 tot dit scenario besluit, dan achten wij het nodig, dat de volgende activiteit wordt uitgevoerd: H.
bezien of het verlies aan waarden in de Elsgeesterpolder gecompenseerd kan worden door een versnelde / betere uitvoering van de reservaatvorming in de polder Hoogeweg en door een versnelde uitvoering van de ecologische verbinding Kaag-Duinen; het ligt in de rede een deel van de kosten van compensatie te laten drukken op de exploitatie van de module.
Aan de overlegpartners in de lopende overlegronde verzoeken wij: g.
de informatie en de argumentatie, vanuit natuur, landschap en cultuurhistorie, voor de uiteindelijke afweging op een rij te zetten (figuur 10).
Glastuinbouw zelve nadrukkelijker in beschouwing nemen Als gevolg van alle vooroverleg zijn de formele opgaven en voorwaarden voor de module Trappenberg-Kloosterschuur nogal vergaand ingekaderd. De glastuinbouw zelve is een resultante van andere overwegingen geworden. Dit is, vanwege het economische belang, een te eenzijdige voorstelling van zaken. Wij zijn, indachtig onze ambities, zo vrij geweest ook de sector zelve nadrukkelijk in onze beschouwingen te betrekken. Dit mondt uit in twee punten. Ten eerste is de aandacht te sterk gericht op de locatie TrappenbergKloosterschuur. De andere gebiedsdelen van het glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg (kaart 4) hebben geen plaats gekregen in de formele opgaven. Om een “verstandig” plan voor deze module te maken hebben wij dan ook als actiepunt voor 2006 genoteerd: I.
aan de Greenportorganisatie i.o. te vragen een doorkijk te maken naar de ontwikkelingen na de “tweede 10 ha” in de verschillende delen van het glastuinbouwcomplex rond Rijnsburg.
Ten tweede zouden wij nadrukkelijker aandacht willen besteden aan lange termijn ontwikkelingen in deze innovatieve sector. Het meest tot de verbeelding sprekend is het perspectief van de warmteleverende kas. Nieuwe technologieën maken het mogelijk met kassen zonnewarmte te winnen in zodanige hoeveelheden, dat niet alleen de eigen kas in de winterperiode daarmee kan worden verwarmd, maar per ha glas ook nog 100 woningen. Bestaande naburige woningbouwlocaties kunnen dus profiteren van deze innovatieve warmtevoorziening; hetzelfde geldt voor bedrijfsgebouwen; van belang is wel, dat bij de bouw al rekening wordt gehouden met deze wijze van verwarming (o.a. muurverwarming in plaats van convectoren). Dit type ontwikkelingen plaatst de glastuinbouw in een geheel nieuwe positie ten opzichte van andere bestaande/lopende ruimtelijke ontwikkelingen in een ruime omgeving en dient naar onze mening dan ook bij de onderhavige module mede in beschouwing te worden genomen:
Mentink, 6487-437
11
24 november 2005
J.
In 2006 wordt een globale verkenning uitgevoerd naar de potenties voor symbiose tussen glas en stedelijke ontwikkeling
Een bijzonder punt bij het scenario Elsgeesterpolder is nog, dat daarbij bollengrond verloren gaat, hetgeen volgens het Pact van Teylingen gecompenseerd moet worden. Terzake zullen wij ons wenden tot de Stuurgroep Pact van Teylingen. Aan de overlegpartners in de lopende overlegronde verzoeken wij: h.
de informatie en de argumentatie, vanuit de tuinbouwsector, voor de uiteindelijke afweging op een rij te zetten (figuur 11).
Op enkele punten wijken wij bewust af van de formele opdracht Onderdeel van de formele opgaven is, dat het voorontwerp van het bestemmingsplan voor Trappenberg-Kloosterschuur nog in 2005 wordt gepubliceerd. Gelet op de gemeentelijke herindeling en de verdere onderzoekingen stellen wij voor het uiteindelijke plan aan de nieuwe gemeenteraden voor te leggen. Dientengevolge verschuift de publicatie naar 2006. In de formele opgave wordt ingezet op een voorontwerp bestemmingsplan. Zoals uit het voorgaande duidelijk moge zijn geworden, lijkt het ons verstandiger eerst te kiezen voor een Structuurplan.
2.3.
Overleg / communicatie
Gemeenten De voorliggende tussentijdse versie van de tussenbalans is geaccordeerd door het voor deze module ingestelde Bestuurlijk Overleg. Dit overleg bestaat uit de wethouders Van Steijn van Voorhout en Binnendijk van Rijnsburg. De gemeente Voorhout heeft bij bovengenoemde accordering aangegeven geen medewerking te verlenen aan de “rood voor glas benadering”, indien het rood in de gemeente Voorhout wordt gelokaliseerd; dit past naar haar mening niet in de afspraken, gemaakt in KLW- en Offensiefverband. De gemeente Rijnsburg heeft bij de accordering geen kanttekeningen geplaatst. De raadscommissies van beide gemeenten worden, in december geïnformeerd aan de hand van de dan beschikbare versie van de Tussenbalans; de raadscommissies worden in de gelegenheid gesteld hun gevoelens kenbaar te maken. Met de gemeente Oegstgeest hebben wij het overleg geopend, vanwege het derde scenario: nieuw glas nabij de A 44; de gemeente Oegstgeest heeft aangegeven verdere ontwikkelingen af te wachten. In de lopende overlegronde informeren wij ook de gemeenten Noordwijk en Valkenburg, vanwege het gestelde over glastuinbouw in paragraaf 2.2.
Mentink, 6487-437
12
24 november 2005
Provincie Zuid-Holland Met de provincie Zuid-Holland heeft op ambtelijk niveau tweemaal overleg plaats gevonden. Daaruit zijn geen principiële bezwaren naar voren gekomen. Wel zijn kritische vragen gesteld over het aantal te bouwen woningen ter dekking van het exploitatietekort, over de daarvoor in beschouwing genomen locaties en over het zoeken naar financiële bijdragen/subsidies, gewezen is daarbij op de trits: eerst zoeken naar locaties binnen de rode contour uit het streekplan, vervolgens naar locaties grenzend aan deze contour en uiteindelijk naar locaties in de module. Voorts zijn kritische vragen gesteld over eerdergenoemde notitie over de benodigde groei van het glasareaal. Een bijzondere afspraak met de provincie betreft de bepalingen in de bestemmingsplan(nen). Wij zijn er voorstander van dat in bestemmingsplannen enerzijds de publieke belangen gewaarborgd worden. Anderzijds dienen deze plannen voldoende flexibiliteit te bieden voor toepassing van innovatieve ontwikkelingen in deze sector. Een bekend voorbeeld is de dakgoothoogte, die vaak zo gering is vastgelegd, dat dubbel grondgebruik niet tot de mogelijkheden behoort. K.
de provincie Zuid-Holland aggregeert de expertise met betrekking tot het bestemmen van glastuinbouw bij de verschillende stedenbouwkundige bureaus
Overige overleg-partners Over de voorliggende versie van de Tussenbalans wordt in november overleg gevoerd met: - natuur- en milieuorganisaties - tuinbouwbedrijfsleven - procesteam Offensief van Teylingen - ontwikkelingsmaatschappij Floris V In december wordt de tussentijdse versie van de tussenbalans voorgelegd aan: de Stuurgroep Pact van Teylingen (- de desbetreffende raadscommissies van Rijnsburg en Voorhout, zoals hiervoor, onder gemeenten, is aangegeven.)
Eindversie Tussenbalans Zo ontstaat een Tussenbalans die niet alleen op onderzoek, maar ook op interactie is gebaseerd: i.
verwerken van de bevindingen van de hierboven aangegeven overlegronde in de definitieve Tussenbalans (medio december 2005).
Parallel aan deze overlegronde wordt ook een communicatietraject over de definitieve Tussenbalans voorbereid: L.
Mentink, 6487-437
opstellen (in 2005) en tot uitvoering brengen (in 2006) van het communicatietraject over de Tussenbalans.
13
24 november 2005
Mentink, 6487-437
14
24 november 2005
3. DE CONTOUREN VAN ONS PLAN
Om een indruk te geven van het uiteindelijke product van onze werkzaamheden, geven we onderstaand een korte aanduiding van de componenten. Planinhoudelijk De gedachten gaan er naar uit het plangebied in te delen in zones; naast de glasgebieden worden ook de polders Elsgeest en Hoogeweg als zone onderscheiden. Voor elke zone wordt aangegeven welke ruimtelijke functies aan de orde zijn. Per zone worden in de vorm van een programma de beoogde kwantiteiten (oppervlaktes, aantallen, lengtes e.d.) en kwaliteiten (ruimtelijk, functioneel, milieu, ecologie e.d.) aangegeven. Een eerste proeve van deze zoneringskaart wordt in de definitieve Tussenbalans als figuur 12 opgenomen. Financieel De kosten van de ruimtelijke veranderingen worden bepaald, almede de te verwachten opbrengsten. Geregeld wordt hoe omgegaan wordt met verwachte positieve en negatieve saldi. Verevening c.q. introductie van kostendragers en subsidies vormen de hoofdzaak van deze financiële component. Uitvoeringsmodaliteiten Daarbij gaat het vooral om de volgorde waarin de verschillende onderdelen in uitvoering worden genomen en om het verkrijgen van “schuifruimte”. Het bieden van hervestiginglocaties voor activiteiten waar in het plan geen plaats meer voor is, maakt hier ook deel uit van de uitvoeringsmodaliteiten. Overeenkomsten / enveloppen De betrokken gemeenten leggen onderling de belangrijkste punten uit het bovenstaande vast in een publiek-publieke samenwerkingsovereenkomst. Mede op basis daarvan wordt door de gemeente Rijnsburg met de Ontwikkelingsmaatschappij Floris V een publiek-private overeenkomst voor de feitelijke realisatie gesloten. Aan de overige betrokken partijen wordt een enveloppe uitgereikt met taken, bijdragen en tijdschema’s. Uiteraard worden deze overeenkomsten eerst gesloten nadat de Samenwerkingsovereenkomst voor de Knoop Leiden-West is ondertekend!
Mentink, 6487-437
15
24 november 2005
Mentink, 6487-437
16
24 november 2005
FIGUREN In de verzorgde versie van de definitieve Tussenbalans, worden de figuren in de tekst geplaatst, veelal op de linkerpagina, zodat op de rechterpagina’s een doorlopende tekst komt te staan.
Mentink, 6487-437
17
24 november 2005
Mentink, 6487-437
18
24 november 2005