TROOST
DOCUMAP
1
TROOST door SINCOLLECTIEF en t,arsenaal mechelen i.s.m. Arenberg, MAF en GEN2020 SINCOLLECTIEF werd in 2011 opgericht maar heeft al twee bijzondere voorstellingen gemaakt: H&G (grimmiger) en Troost. In oktober gaan ze in première met Rumble in da jungle, een muziektheaterspektakel rond topbokser Mohammed Ali. Meer bepaald zijn legendarische gevecht tegen George Foreman in Kinshasa in 1974. Troost is een coproductie van SINCOLLECTIEF en kadert in een traject dat SINCOLLECTIEF en t,arsenaal samen willen afleggen. De eerste samenwerking kwam er tijdens de tiendaagse De andere canon in t,arsenaal waar SINCOLLECTIEF de voorstelling H&G (grimmiger) bracht. De coproductie Troost is de volgende stap in dit gezamenlijke parcours. In het najaar van 2013 volgt een nieuwe samenwerking, Rumble in the jungle. t,arsenaal werkt ook graag samen met Ikram Aoulad en Junior Mthombeni buiten de SINCOLLECTIEF context. Beiden maakten deel uit van de cast van Verre vrienden (coproductie t,arsenaal en Theater Malpertuis) en Ikram Aoulad speelt ook mee in Rosie en Moussa, de brief van papa, een muziektheatervoorstelling van t,arsenaal. t,arsenaal gelooft in SINCOLLECTIEF en in een samenwerking op lange termijn. Voor Troost nodigde SINCOLLECTIEF de hiphopgroep NoMoBS uit om samen deze voorstelling te maken. Dit collectief verovert stilaan de muziektheaterscène. Ze doen dat op hun zeer persoonlijke manier. SINCOLLECTIEF slaagt erin om in de smaak te vallen bij een publiek dat vertrouwd is met theater maar bereikt ook doelgroepen, vooral jongeren, die nog nooit een stap in een theater hebben gezet. SINCOLLECTIEF engageert zich om culturele en sociale grenzen te verleggen
TROOST
DOCUMAP
2
INHOUDSTAFEL 1.
WIE IS SINCOLLECTIEF? 1.1 Toekomstige projecten
4 6
2.
DE VOORSTELLING 2.1 Inspiratiebronnen en referenties 2.2 Milla/Yemaya en Jabaar/Elegua
8 9 9
3.
DE CAST/BIO’S 3.1 Junior Mthombeni 3.2 Ikram Aoulad 3.3 Fikry El Azzouzi 3.4 Andrew Claes 3.5 NoMoBS
13 14 15 16 16 17
4.
DE PERS OVER SINCOLLECTIEF
25
5.
SPEELLIJST 5.1 H&G (grimmiger) 5.2 Troost 5.3 Rumble in da jungle 5.4 Jihadisten van bij ons (werktitel)
36 36 36 36 36
6.
INFO/CONTACT
37
TROOST
DOCUMAP
3
1. WIE IS SINCOLLECTIEF? SINCOLLECTIEF is een jong Vlaams/Antwerps collectief dat in 2011 werd opgericht. Drijvende krachten zijn Junior Mthombeni, Ikram Aoulad, Cynthia Schenkels, Fikry El Azzouzi en Nadia Benabdessamad. SINCOLLECTIEF is enthousiast en gelooft halsstarrig in een betere wereld. Elke reflex daar naartoe start op microniveau in hun eigen omgeving. Momenteel opereren ze nog vanuit VZW DUNIA-GLOBE, een vzw die in Mechelen zetelt en artiesten logistiek ondersteunt. In de toekomst wil SINCOLLECTIEF een autonome organisatie worden. SINCOLLECTIEF is ontstaan en werkt vanuit de noodzaak en de goesting om iets nieuws te doen, om een verhaal te brengen dat inhoudelijk dichtbij de realiteit ligt en bij wat er dagelijks te beleven valt. SINCOLLECTIEF wil zich door de stad laten inspireren; de stad tonen zoals ze is, met alle kleuren en verhalen, maar ook met de grauwheid. Tegelijkertijd wil SINCOLLECTIEF de stereotypes die heersen in de beeldvorming rond diversiteit terug in evenwicht brengen met professioneel muziektheater als belangrijkste instrument. “The single story creates stereotypes, and the problem with stereotypes is not that they are untrue, but that they are incomplete. They make one story become the only story” – Chimamanda Adichie “the danger of a single story”, ted.com 2009 – Last but not least wil SINCOLLECTIEF theater maken voor die doelgroepen die maar moeizaam lijken deel te nemen aan de ‘hogere’ cultuur, met name theater. SINCOLLECTIEF zoekt deze doelgroepen actief op in scholen, opleidingscentra en jeugdwerkingen, in samenwerking met informele partners en ervaringsdeskundigen. Voor hen wil SINCOLLECTIEF een positieve voorbeeldfunctie invullen, meer nog, SINCOLLECTIEF wil deze jongeren enthousiasmeren voor de culturele wereld. Op de vooravond van stedelijke verjonging en verkleuring wil SINCOLLECTIEF deze tendens doortrekken naar Vlaamse podia en media. Een slapende massa wakker maken, als potentieel publiek aanboren en nieuw talent toeleiden naar de juiste theater- en/of muziekopleidingen. SINCOLLECTIEF wil professioneel theater maken van hoge kwaliteit en gebruikt hiervoor hedendaagse/herkenbare muziek en tekst om zo een breder publiek aan te trekken. Het debuut van SINCOLLECTIEF, de voorstelling H&G (grimmiger), een hedendaagse remake van Grimms Hans en Grietje, ging in 2011 in coproductie in première tijdens het Mestizo Arts Festival in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. H&G (grimmiger) is urban en intercultureel muziektheater over ontwortelde jongeren, zoekend naar houvast in de gejaagdheid van het stadsleven. In een stijl en vorm vol live muziek, straatpoëzie en hip hop krijgt het sprookje van de gebroeders Grimm een verschroeiende shot sociale relevantie toegediend. H&G (grimmiger) was in november 2011 ook in t,arsenaal in Mechelen te zien tijdens de tiendaagse De andere canon. In het seizoen 2013-2014 toert deze voorstelling door Vlaanderen (speellijst zie verder). http://www.cobra.be/cm/cobra/podium/1.1137994 http://www.kifkif.be/cult/grimmiger SINCOLLECTIEF over H&G (grimmiger): “Het verplaatsen van een verhaal dat deel uitmaakt van het westerse collectieve geheugen naar de hedendaagse straatcultuur, is een beweging waarin cultureel erfgoed verbroedert met culturele diversiteit. H&G (grimmiger) doet er alles aan om deze beweging zowel in het creatieproces als in het eindproduct door te voeren. M.a.w. Grimms Hans en Grietje interculturaliseren.” TROOST
DOCUMAP
4
H&G (grimmiger) kan beschouwd worden als urban theatre. Maar wat is urban theatre? Michael De Cock schreef er in Courant 99 van VTi een artikel over. Een urban thema, in een urban verhaal verteld met urban middelen… kunnen we dan niet spreken van iets wat we urban theatre mogen noemen? “We zijn wel op zoek naar een vorm van urban theater, ja”, zegt SINCOLLECTIEF-lid Junior Mthombeni. “Ook in ons woordgebruik en onze manier van spreken. Wij gebruiken de straattaal. Die is veel korter, directer en erg beeldend. Maar ook in de vorm, door met slam poets te werken en door de muziek, rappers… En door een aantal herkenbare dingen uit de straat: het enige decor is zwerfvuil waarin gedanst wordt.” “In H&G (grimmiger) werd de jungle, of het oerwoud, een leeg en kil betonnen bos. ‘Concrete jungle’, dat was het idee,” vervolgt Mthombeni. “H&G (grimmiger) gaat heel erg over de stad. Dus om ons verhaal te vertellen zijn we op zoek gegaan naar expressiemiddelen uit die stad vandaag. Daarom doen ook rappers als Sifort en Gloria mee. Ze waren van bij het begin bij het verhaal betrokken.” Ook Gerardo Salinas van Mestizo Arts Festival (MAF) gelooft dat SINCOLLECTIEF een vorm kan zijn van urban theatre. “Zowel qua thema als qua manier van werken,” legt hij uit. “Want deze voorstelling is net zoals de hele urban scene van onderuit ontstaan. Het is geen initiatief dat van bovenuit is opgelegd. En SINCOLLECTIEF probeert ook heel erg om de urban artists van bij het begin te betrekken. Dat is een grote kracht, ook al houdt het vandaag nog een gevaar in. Want vaak wordt het om die reden in de socio-artistieke hoek gedrumd.” Ook al kiest SINCOLLECTIEF nu duidelijk voor een urban style en urban thema’s, dit sluit niet uit dat ze in de toekomst ook andere stijlen en verhalen in hun creaties zullen verwerken. Misschien gaan ze ooit zelfs nog met repertoire aan de slag. Begin 2013 ging de tweede voorstelling van SINCOLLECTIEF in Mechelen in première: Troost, een coproductie met t,arsenaal. Daarvoor, begin februari, werd al een voorstelling gespeeld in de Arenbergschouwburg in Antwerpen. In Troost krijgt de (live) muziek nog een veel prominentere en belangrijkere rol dan in H&G (grimmiger). Via t,arsenaal dat als coproducent ondersteunt en zijn netwerk ter beschikking stelt, kan SINCOLLECTIEF als opstartend theatergezelschap het reilen en zeilen van de sector beter leren kennen. Voor Troost werkten zij samen met regisseur Michael De Cock en scenograaf Stef Depover. Voor meer info zie: www.tarsenaal.be. Het blijft echter een absolute ambitie en streven van SINCOLLECTIEF om zichzelf als onafhankelijke structuur uit te bouwen en verder te ontwikkelen. Voor SINCOLLECTIEF is het belangrijk dat in het veld nieuwe initiatieven die meer kleur en diversiteit brengen en die de canon van binnenuit vernieuwen op eigen kracht kunnen bestaan. In de toekomst droomt SINCOLLECTIEF ervan om een autonoom muziektheatergezelschap te worden. ‘Dingen maken zoals Spike Lee, maar dan voor theater’ Spike Lee (Atlanta, °1957) is een Amerikaans filmmaker en -regisseur. Hij maakt sociaal bewogen films. Racisme is een belangrijk thema in zijn werk. De films Malcolm X en Do the right thing zijn daar goede voorbeelden van. De muziek in Do the right thing is van Public Enemy. Andere motieven die regelmatig in het werk van deze filmmaker/regisseur zitten verweven zijn criminaliteit, het stadsleven, en de invloed die de media op mensen hebben. SINCOLLECTIEF heeft dezelfde drijfveren, ambities en interesses. Daarom dus dat SINCOLLECTIEF ‘dingen wil maken zoals Spike Lee, maar dan voor theater’.
TROOST
DOCUMAP
5
1.1 TOEKOMSTIGE PROJECTEN In het najaar van 2013 staat een nieuwe samenwerking tussen SINCOLLECTIEF en t,arsenaal gepland. In oktober 2013 openen ze het MESTIZO ARTS FESTIVAL met Rumble in da jungle. Een muziektheaterspektakel dat inzoomt op de epische bokswedstrijd tussen Mohammed Ali en George Foreman in Kinshasa 1974. Deze keer werken ze samen met de muzikanten van de urban big band B.U.R.K.A. en spoken word artiesten uit Antwerpen. De aftrap van dit ambitieuze muziektheaterproject werd gegeven met een boksmatch waarin Junior de handschoen opnam tegen de Belgische en Europese bokskampioen Sugar Jackson, tijdens de openingsavond van het Mestizo Arts Festival op 20 oktober 2012. Rumble in da jungle speelt op 19 oktober 2013 tijdens het MAF in Antwerpen, en op 11 december tijdens het GEN2020 festival in Mechelen. SINCOLLECTIEF plant in het najaar van 2014 een theaterproductie rond identiteit en radicalisering. Van oktober 2013 tot oktober 2014 doen ze in samenwerking met Kif Kif uitgebreid research rond het fenomeen en meer bepaald naar de "ingredienten, kenmerken en voedingsbodem." Wat gebeurt er momenteel met jongeren die radicaliseren? Wat werkt en wat niet? Zijn er al jongeren teruggekeerd? Worden ze (op)gevolgd? Hoe herken je radicalisering? Kan er een profiel geschetst worden van geradicaliseerde jongeren? En waarom vertrekken ze naar een andere uithoek van de wereld om een oorlog te voeren die (schijnbaar) niet van hen is? Waar ligt onze verantwoordelijkheid als maatschappij? Tal van vragen over iets wat we kennen of niet meer herkennen. Op 23 oktober, tijdens MAF 2013, geeft het SINCOLLECTIEF (i.s.m. Monty, t,arsenaal mechelen, Kif Kif, MAF en Arenberg) het startschot aan het researchtraject door opiniemakers en deskundigen uit te nodigen voor een open gesprek.
TROOST
DOCUMAP
6
1.
TROOST
DOCUMAP
7 foto: Lucila Guichon
2. TROOST – DE VOORSTELLING Stap binnen in de wereld van SINCOLLECTIEF en ontdek een bijzonder universum… SINCOLLECTIEF laat zich voor Troost opnieuw inspireren door de stad, met alle kleuren en verhalen, maar ook met de (g)rauwheid. Dit keer krijgen SINners Ikram Aoulad en Junior Mthombeni versterking van de NoMoBS. Deze hiphoppers mixen Engels, Frans, Nederlands en Arabisch in hun teksten en injecteren een brok energie en dynamiek op de scène. Zij, een keiharde zakenvrouw die haar brood verdient met drugsdealen. Hij, een ogenschijnlijk slungelige, maar gevaarlijk verslaafde jongeman. Ze delen een verleden. In hun kindertijd waren ze de beste vrienden. Tot hebzucht, imago en verslaving zich kwamen moeien. De rauwe grootstad wordt het bevreemdende decor van ‘Troost’. Tegen deze achtergrond is de constante spanning te snijden. Het onheil is nooit veraf... In een vertroebelde wereld van consumptie, individualiteit en lijden zijn wij allemaal op zoek naar troost. Troost om gehoord en erkend te worden. Troost om niet te vergaan van verlatenheid en isolement. Maar wat als troost je raison d’être wordt, als je er afhankelijk van wordt? In Troost volgen we het verhaal van Milla, een sterke en gewiekste zakenvrouw/muziekproducente, en Jabaar, haar oude jeugdvriend en notoire koffiedrinker. Een moeizaam gesprek, een oude vriendschap die zwaar op de proef wordt gesteld door gulzigheid en destructie. Milla’s affectie voor haar oude vriend kan het onmogelijk halen van haar principes. “Eten of gegeten worden” Troost vertelt het verhaal van een gebroken vriendschap tussen een man en een vrouw. Je voelt constant een spanning tussen deze twee personages, Milla en Jabaar. Enerzijds is er de vertrouwdheid vanuit het verleden, anderzijds is er de breuk en de spanning die nu tussen beiden hangt. In Troost wordt koffie als een metafoor voor destructie gebruikt. Meer centraal staat de vreemde vriendschapsband tussen de twee hoofdpersonages.
TROOST
DOCUMAP
8
2.1 INSPIRATIEBRONNEN EN REFERENTIES Fikry El Azzouzi, auteur van de roman Het Schapenfeest, schreef de tekst voor Troost. De theatertekst In de eenzaamheid van de katoenvelden van de Franse auteur Bernard-Marie Koltès (19481989) inspireerde de auteur en de makers. Deze briljante, duizelingwekkende dialoog tussen een gebruiker en een dealer zette hen aan het denken. Samen met Fikry El Azzouzi besloot SINCOLLECTIEF de karakters (gebruiker/dealer) te verwerken in een heel nieuwe tekst, waarin meer ruimte kon gemaakt worden voor muziek en de personages nog meer te manoeuvreren in een alledaagse herkenbare realiteit. Fikry El Azzouzi en de makers lazen ook werk van de hedendaagse Britse auteur Dennis Kelly (°1970) die met zijn stukken zoals Puin een eigen, bijzonder universum creëert gebaseerd op de harde realiteit, de onderbuik van de stad. Tegelijk rauw en poëtisch. Ook de wereld van de goden en de geesten, gebaseerd op de Yoruba, djins, sangoma en Sukuya overtuigingen, vormen een bron waaruit SINCOLLECTIEF inspiratie put voor een omkaderend verhaal in Troost. Bijna al deze overtuigingen hebben muzikaliteit als belangrijkste component. Muziek als instrument om de religieuze band tussen goden en mensen te versterken, muziek als directe lijn naar de godenwereld om hen aan te spreken en op te roepen.
2.2 MILLA/YEMAYA EN JABAAR/ELEGUA Troost vertelt het verhaal van Milla en Jabaar maar ook dat van Yemaya en Elegua. Yemaya en Elegua wonen in de wolken. De koningen en koninginnen die daar wonen hebben elk een functie: ze heersen over water, aarde, vuur en lucht. Vanuit de wolken kijken ze neer op de aardbewoners. Ze bekijken hun werk op de aarde fronsend, glimlachend en soms verbijsterd. Yemaya is de koningin van het water; zij wordt beschouwd als de godin van de vruchtbaarheid. Ze is ziedend op haar zoon Elegua, die al geruime tijd op de aarde dwaalt en begerig is geworden naar aardse geneugten zoals… koffie. Yemaya besluit neer te dalen en Elegua een les te leren. Ze zoekt en vindt Elegua in de vorm van Jabaar. Zij zelf neemt de vorm aan van Milla, de oude jeugdvriendin van Jabaar. Milla en Jabaar hebben, net als Yemaya en Elegua, een vertrouwensrelatie, maar die van Milla en Jabaar is verstoord door hun verleden. Vroeger waren ze vrienden. Ze speelden samen, hadden dezelfde herkenbare zorgen en beslommeringen. In elkaars gezelschap konden ze vluchten voor de realiteit. In hun gezamenlijke verleden nam Milla de rol op van oudere zus, of zelfs van een moederfiguur, die Jabaar bewaakte en beschermde. Ze vonden troost bij elkaar. Tot die dag, de dag met de hond en de oude man. Een onuitwisbare gebeurtenis die hen uit elkaar drijft en de vriendschap tussen hen tekent… In het heden waar Troost zich afspeelt, staan de confrontatie en het conflict tussen de twee personages centraal. De spanning is te snijden. De dialoog is vlijmscherp en gespijsd met straattaal waarin je als toeschouwer ook een zekere poëzie kunt ontdekken. Stukken tekst worden “slammend” (spoken word) op de bühne gebracht, ondersteund door de muzikanten.
TROOST
DOCUMAP
9
Zij: een sterke en sluwe zakenvrouw. Een vrouw die ‘straat’ leeft, kauwt en vervolgens uitspuugt. ‘Straat’ is een plek die zij domineert en waar zij lucratieve zaakjes kan doen. Ze dealt in koffie. Koffie als metafoor voor heroïne. Maar alleen de beste koffie. Milla is hard, steenhard. Haar lijf is beplakt met stukjes beton. Ze leidt een leven waarin ze op een wrede manier anticipeert op mogelijke risico’s, dat is het referentiekader dat zij kent en als norm hanteert. Milla is een militant lesbische jonge vrouw die getraumatiseerd is door haar jeugd.
Ikram Aoulad als Milla in Troost “Heb je nooit een moment gehad: nu is het genoeg geweest. Ik moet ermee ophouden. Stoppen om met hem rond te trekken. Als kind was hij wel leuk, lang en stuntelig en een beetje kinderachtig, maar als je een kind bent, dan is kinderachtig zijn niet zo erg. Tenzij je opgroeit in de wijk waarin wij zijn opgegroeid. Daar ben je gezien als je kinderachtig bent. Jabaar is altijd al een bleiter geweest. Ik heb veel gasten voor hem in elkaar moeten slaan. Als zo een man slaag krijgt van een meisje, weet je wel hoe vernederend dat is? Zeker als het van zo een schattig meisje is. Weet je waarom Jabaar zo een sissy is? Dat komt omdat zijn vader zijn vriend is. Het enige wat ik kan herinneren van mijn vader is dat hij grote handen had. Grote harige handen. Ze waren even groot als mijn hoofd. Hij sloeg mij daar ook mee. Maar mijn vader deed het liever met de kabel. Tot ik er paars uitzag. Mijn vader had vreselijke driftbuien, en dan kon hij heel lief zijn. Hij kuste mijn paarse plekken en zei: “Kijk eens Milla, wat een mooie paarse kleuren heb je gekregen. Je bent net een prinsesje nu. Mijn klein regenboogprinsesje.” Ik mocht ook touwspringen met vaders kabel. Of we speelden cowboy en indiaantje met zijn kabel. Vader maakte eens een schommel van de kabel en dan duwde hij mij. Maar hij moest harder duwen. Harder, riep ik. Harder. Mijn vader werd kwaad, sloeg mij met zijn harige handen en kuste daarna mijn gele plekken. Dat vond ik raar. Waarom krijg ik van een kabel paarse plekken en van harige handen gele? Heel vreemd? Mijn vader bedoelde het goed, hij zag een afranseling als training, zodat ik later nooit nog slaag ging krijgen. Van niemand. Een vrouw die kan incasseren, die laat zich nooit doen. Ik heb mij nooit laten doen en ik val nog liever dood dan dat ik mij ooit laat doen.”
TROOST
DOCUMAP
10
Hij: een slungel, een beruchte koffiedrinker. Afhankelijk van zijn koffietjes. In Milla’s wereld heeft Jabaar het gemakkelijk gehad in vergelijking met haar. Maar Jabaar is gulzig en verslaafd. Dat maakt hem onvoorspelbaar en gevaarlijk. Ondanks het feit dat hij zich maar al te graag manifesteert als een sukkel. Hij teert op zijn verleden met Milla en verwacht eindeloos krediet.
Junior Mthombeni als Jabaar in Troost “Ben je tegen mij bezig? Praat je tegen mij? Ben je tegen mij bezig? Praat je tegen mij? Ben je tegen mij bezig? Praat je tegen mij? Ben je tegen mij bezig? Praat je tegen mij? Als kind keek ik graag naar Robert De Niro en Al Pacino. Jackie Chan was ook oké. Allemaal films van mijn vader. Ik keek altijd samen met Jackie. Jackie is mijn hond. Gekregen van mijn vader. Jackie is een… hoe kan ik nu weten van welk ras Jackie is? Ik hoef dat toch niet te weten? Ik ben toch geen racist? Films, popcorn en Jackie, dat was mijn vaders opvoeding. Zo hield hij mij koest. Hoe moest hij het anders doen? Ik had geen moeder, ik hoef geen moeder. Wat ben je met een moeder als je films, popcorn en Jackie hebt. Ik hoorde wel verhalen over mijn moeder. Dat ze hippie is bij een of andere sekte. Dat ze zich laten ombouwen heeft als man. Of dat ze dood is? Met al die verhalen heb je echt geen moeder nodig. Mijn vader was een player. Dus ik had veel interim-moeders. Af en toe waren er wel moeders bij die mij tips gaven. Maar de meesten kwamen gewoon naast mij zitten om mijn popcorn op te vreten. Eigenlijk haat ik moeders. Ik zie het nut van een moeder niet in. Weet je wat ik nog meer haat? Honden. In het begin viel het wel mee met Jackie. Ik ging er mee wandelen. Af en toe speelde ik met hem. Jackie at samen met mij popcorn, Jackie keek graag naar maffiafilms. Maar een hond kan niet mijn beste vriend zijn. Een hond moet zijn plaats kennen. Dat had Jackie niet, hij kende zijn plaats niet. En daardoor kon ik hem niet meer rieken of zien. Jackie moest dood. Maar dan ook echt dood. Zelf kon ik het niet. Ik heb daar een te goed hart voor. Dus vroeg ik het aan Mila. Zij draait haar hand er niet voor om. Meer nog, zij geniet van zulke dingen. Ze deed rattenvergif in Jackies hondenbrokken. “Kom lelijk mormel, hier is je laatste avondmaaltijd,” zei Milla en ze schoot in de lach. Dat was niet grappig. Mila is niet grappig, dat weet iedereen, want als ze een grap vertelt, dan doet iedereen alsof. Gelukkig kan ze met haar eigen grappen wel lachen. Want dat zou pas zielig zijn. Mijn vader was mijn vriend. Hij heeft voor mijn ontmaagding gezorgd. Hij bracht mij naar de hoeren. Het was een lelijke oude vrouw met grijze haren en valse tanden. Voor mijn eerste keer wou hij niet te veel geld uitgeven.
TROOST
DOCUMAP
11
“Op een oude fiets heb ik leren rijden en jij zult op een nog oudere fiets leren rijden,” zei mijn vader. Voor we begonnen legde de oude hoer haar vals gebit in een glas water. Voor die prijs kon ze het best zonder tanden doen. Niet dat het oog ook wat wilt, ik hield ze gesloten. Al bij al viel het mee, het was snel voorbij. Ik heb er geen trauma’s aan overgehouden en ik ontdekte dat ik een machtig wapen heb. Mijn vader bedoelde het allemaal goed. Mijn vader was mijn vriend.”
TROOST
DOCUMAP
12
3. DE CAST/BIO’S Ikram Aoulad en Junior Mthombeni (spel en concept), NoMoBS (live muziek door Salahdine Ibnou Kacemi, Saïd Boumazoughe, Mike De Ridder en Jahya Affane), Fikry El Azzouzi (tekst), Michael De Cock (regie), Stef Depover (vormgeving), Andrew Claes (soundscape), Lotte Stek (kostuums) en Felix Goossens (technische leiding) met dank aan WALPURGIS, CC Deurne en ccBe Berchem
foto: Stef Depover
TROOST
DOCUMAP
13
3.1 JUNIOR MTHOMBENI Muzikant en acteur Junior Mthombeni (°1972) groeide op in Mechelen. Hij heeft een Zuid-Afrikaanse vader en een Vlaamse moeder. Junior zette als zesjarige zijn eerste stappen in de wereld van de percussie en trad als kind van nog geen tien al op met grote namen zoals o.a. Dudu Pukwana en Johnny Dyani. Als twintiger kwam Junior via zijn muziek in het theater terecht. Voor het stuk Abjater wat so lag van Tone Brulin in de KNS, kreeg Junior zowel voor zijn acteerprestaties als voor de muziek uitstekende recensies. Junior stond vervolgens op de planken met Rif Raf (KNS), Carmen 1936 met Alida Neslo (de Nieuwe Amsterdammer), Blauwe Dozen (Arca Theater) en Stemmen Uit Het Niets (Zuidpooltheater). Later werd Abjater wat so lag nog gespeeld op het Grahamstown Festival in Zuid-Afrika. Hoewel zijn acteercarrière op rolletjes liep, droomde Junior nog steeds van een carrière als muzikant. Hij liet het theater achter zich en speelde bij groepen als Baba Sissoko, Afrobeat Association, Wawadadakwa, Chris Joris & Bob Stewart Band, Kellvyn Bell, Dean Bowman, El Tattoo Del Tigre, Neppy Noya, Zeker Weten, Divan Express, Descarga des Amberes, African Jazz Pioneers, maar vooral bij de Internationals. Junior ging echter opnieuw als acteur aan de slag en in 2011 maakt hij samen met o.a. Ikram Aoulad deel uit van SINCOLLECTIEF. Beiden speelden in het seizoen 2012-2013 ook mee in Verre vrienden, een coproductie van t,arsenaal mechelen en Theater Malpertuis (herneming najaar 2013). “Junior Mthombeni is vol energie en heeft een goede komische feeling. Door Ikrams en Juniors aanwezigheid krijgt de voorstelling in een bredere context een extra betekenis." Johan Thielemans – Cobra.be In de zomer van 2013 maakten Junior en Ikram ook deel uit van de bijzondere locatievoorstelling Hannibal, van t,arsenaal mechelen, Le Manège Mons Maubeuge, Zomer van Antwerpen, Moussem, GEN2020 en Steunpunt Tewerkstelling vzw/Metaalbad. In het seizoen 2013-2014 is Junior Mthombeni ook een van de drijvende krachten achter het spetterende theaterconcert Amigos (6+), een productie van GEN2020, t,arsenaal mechelen en Davidsfonds/Infodok. Naast muzikant en acteur is Junior ook een jongerencoach, die (artistieke) processen begeleidt in opdracht van VDAB, ccBe, Kras vzw, Stad Antwerpen, enz.
foto’s: Stef Depover
TROOST
DOCUMAP
14
3.2 IKRAM AOULAD Na wat omzwervingen kwam Ikram Aoulad (°1978) terecht bij Off Tv vzw voor de opleiding van videoreporter. Daarna verzorgde ze voor het Zuiderpershuis in Antwerpen enkele jaren heel wat camerawerk. Tezelfdertijd werd het satirische sketchprogramma De Fatima’s opgestart, waar Ikram mee verantwoordelijk is voor concept, redactie, productie, camerawerk en spel. De Fatima’s is een driekoppig collectief van jonge Marokkaans-Belgische vrouwen die maatschappijkritische filmpjes maken. In 2006 en 2007 deed Ikram redactie- en productiewerk voor tv en radio, o.a. voor Radio Donna, Thuis en Kaat & Co. In 2006 volgde ze een workshop acteren bij OPENDOEK. Hierna speelde ze mee in de productie Club Ah!med, een jongerenproject van Union Suspecte i.s.m. HETPALEIS in Antwerpen, en vertolkte ze enkele gastrollen in o.a. de tv-series Witse en Los. In 2011 vormde Ikram Aoulad samen met Junior Mthombeni en Nadia Benabdessamad het theatercollectief SINCOLLECTIEF. Vorig seizoen vroeg regisseur en auteur Michael De Cock haar om voor t,arsenaal mechelen mee te werken aan de muziektheatervoorstelling Rosie en Moussa, de brief van papa. Deze voorstelling toert nog volop door Vlaanderen. Ikram maakt ook deel uit van de cast van Verre vrienden, een coproductie van t,arsenaal en Theater Malpertuis die zeer goed onthaald werd door pers en publiek en die in het najaar van 2013 opnieuw door Vlaanderen reist. "Ikram Aoulad is een fijne verschijning, kwetsbaar en niet zonder dreiging. Zonder veel te zeggen draagt ze een mysterie in zich.” Johan Thielemans – Cobra.be In de zomer van 2013 maakten Junior en Ikram ook deel uit van de bijzondere locatievoorstelling Hannibal, van t,arsenaal mechelen, Le Manège Mons Maubeuge, Zomer van Antwerpen, Moussem, GEN2020 en Steunpunt Tewerkstelling vzw/Metaalbad. In het seizoen 2013-2014 wordt de samenwerking tussen Ikram en t,arsenaal verder gezet met het spetterende theaterconcert Amigos (6+) van GEN2020, t,arsenaal mechelen en Davidsfonds/Infodok én met De handen van Fatma (Moussem, t,arsenaal mechelen en SINCOLLECTIEF), dat in de context van de herdenking van 50 jaar Marokkaanse migratie past.
TROOST
DOCUMAP
15
3.3 FIKRY EL AZZOUZI Fikry El Azzouzi is geboren en getogen in het Waasland (°1978). Geïnspireerd door zijn verwondering en ergernis over de actualiteit schrijft hij een wekelijkse column voor De Morgen. In april 2010 presenteerde Fikry zijn debuutroman Het Schapenfeest, uitgegeven door Van Gennep. Deze tragikomische roman vertelt over de doldwaze verwikkelingen in het leven van de elfjarige Ayoub. Het boek werd lovend onthaald in Vlaanderen en Nederland, en intussen is de auteur volop bezig aan zijn tweede roman. Sinds februari 2012 maakt hij deel van het SINCOLLECTIEF. Samen met en voor hen schreef hij het scenario voor Troost. In opdracht van GEN2020 (traject + platform voor grensverleggend theater, www.gen2020.be) schreef Fikry de tekst IJdele Dagen die geregisseerd werd door Mesut Arslan (Platform 0090) en die tijdens het Mestizo Arts Festival 2012 in de Arenbergschouwburg gespeeld werd. De voorstelling was ook te zien tijdens het GEN2020festival, begin december 2012 in t,arsenaal in Mechelen en in augustus 2013 op Theater aan Zee in Oostende. Na zijn theatertekst Troost schrijft hij in het seizoen 2013-2014 mee aan de tekst van De handen van Fatma (Moussem, t,arsenaal mechelen en SINCOLLECTIEF). Fikry El Azzouzi schreef ook één van de verhalen voor het boek Verre vrienden (verschijnt eind oktober 2013, Davidsfonds/Infodok), waar Michael De Cock en Gerda Dendooven 10 nieuwe/jonge pennen en penselen zochten om de kinderliteratuur meer te kleuren en te kruiden. Hij werkt ondertussen ook verder aan een tweede roman.
3.4 ANDREW CLAES Saxofonist, producer en electronica whizzkid Andrew Claes (°1982, Antwerpen) verzorgt de soundscape van Troost. Hij is onder andere bekend van groepen als BRZZVLL en STIJN. Hij werkte mee als gastmuzikant op platen van o.a. Dez Mona, Othin Spake, Butsenzeller, The Go Find, Marco Bailey. Daarna leverde hij een bijdrage aan de soundtrack van de film My Queen Karo en aan theaterproducties van o.a. Wunderbaum, In Vitro, Jan Fabre, Barre Weldaad, nOna en KunstZ.
TROOST
DOCUMAP
16
3.5 NoMoBS Het collectief NoMoBS (No Mo’ BullShit) is begin 2012 opgestart door producer/rapper Salahdine Ibnou Kacemi. Nadat ze in hun jonge jaren samen op school hebben gezeten, kwamen Salah en Said Boumazoughe a.k.a EazyLo elkaar via kennissen terug tegen in de Antwerpse muziekwereld. Samen maakten ze hun eerste hits bekend, “AK up in this b****” en “Straatsoldaat”. Dit was Eazy-Lo’s introductie bij het Kielse publiek, tevens ook die van Salah die toen beter gekend was onder de naam ‘IMAM’. Na een tijdje bracht Eazy-Lo een oude bekende mee; de Franse rapper Yahya Affane a.k.a. ‘R8’. Het klikte meteen tussen de drie, waardoor er een aantal nummers als “Imma gorro” zijn uitgebracht. Na deze laatste samenwerking werd het eventjes stil, maar dat hield Salah niet tegen. Tijdens deze periode besloot hij om het NoMoBS-project te ontwikkelen. In de zomer van 2011 stelde Mike De Ridder a.k.a. pirriporro, ook een oud klasgenoot van Salah, zijn mixtape “Check” voor aan het grote publiek. De gelijknamige videoclip gaf de doorslag; Mike werd als laatste puzzelstuk bij de groep toegevoegd. De eerste officiële track “The anthem” is in januari 2012 gelanceerd. Een paar maanden later volgde de hit “Zehma”; deze twee tracks verschenen samen in mei op de “No Mo’ BullShit EP”. De eerste videoclip “Zehma” is in juli uitgebracht. Na 1,5 maand op youtube hebben deze gasten al meer dan 60 000 hits. Ondertussen staat de teller op meer dan 285 000 hits. Zoals veel jongeren willen zij hun wijk vertegenwoordigen, en ook dienen als voorbeeldfiguren. Hun teksten zijn vaak een maatschappijkritiek op de verloedering van de hiphopcultuur. De hiphopcultuur is in de Verenigde Staten gestart als de stem van verzet, op dit moment vertegenwoordigt zij vaak de oppervlakkige en materialistische schijn (bling-bling cultuur). Net deze thema’s kaarten zij aan; voor alle duidelijkheid “zehma” is het Marokkaanse woord voor “zogezegd”. Ze mixen Frans, Nederlands, Arabisch en Engels in hun teksten. Op “straat” wordt deze lingo nog uitgebreid met Lingala, Turks, Wolof en Slavische talen, afhankelijk van de wijk waar je bent opgevoed.
TROOST
DOCUMAP
17
“zehma patron?! OH, zehma ghataar (bangelijk) beetje cash, beetje coke, zehma Escobar zehma Pablo?! OH, zehma shefaar (gangster) zehma poppin' bottles, zehma mokkes m3ak fe dar (bij u thuis) circus-act astemblief, met puberkak op den beat in de club met schapen als fans, m'n IQ da zakt a'k da zie maar ok ik haat, cava! voorwa? speciaal omda ge kuddengedrag promoot en solo nergens sta, voorda! (haha) qua level kaka, wilde mij testen ofwa? moete kik mijn skills degraderen, maar blijf den beste, nana! verfoei da karikatuur van Amerika, bah! blabla van begin tot eind op track, wa zegge ze dan? nada! c'est ça!”
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=wmlJ6Cpk1Ts
foto: Stef Depover
TROOST
DOCUMAP
18
TROOST
DOCUMAP
19
TROOST
DOCUMAP
20
TROOST
DOCUMAP
21
TROOST
DOCUMAP
22
TROOST
DOCUMAP
23
TROOST
DOCUMAP
24
4. DE PERS OVER SINCOLLECTIEF Grimmiger O, Kif Kif – 19.02.2012 Op een bepaald moment applaudisseren we met overtuiging, we fluiten en roepen, maar het is lang nog niet gedaan. We lachen hard, maar het verhaal is nog altijd tragisch. We zitten allemaal in een volle zaal, maar af en toe zouden we liever staan, want zitten werkt vaak belemmerend als je zo veel energie voorgeschoteld krijgt. Dat is de ervaring van de theaterproductie H&G (grimmiger): veel van wat in de o zo serieuze theaterwereld NOT DONE is, vindt hier zonder moeite een plaats. Het vertrekpunt is eenvoudig: Hans en Grietje zouden vandaag de dag dakloze kinderen zijn. Ongetwijfeld. En hun drama, verloren in een betonnen bos, zou geen happy ending kennen. That’s life. Zij zouden eeuwig gevangen blijven in een verleidelijk peperkoekenhuis, verslaafd aan de hedendaagse vertaling van snoep in spuit- snuif- of smoorformaat. De Val van een Rolmodel Ikram Aoulad en Junior Mthombeni geven Hans en Grietje een al te menselijke geest. Junior, de strenge en voorbeeldige oudere broer, neemt ons mee in zijn destructieve draaikolk terwijl Ikram, de onvolwassen en explosieve jonge zus, ons laat ervaren hoe frustrerend het kan zijn om je eigen rolmodel onvermijdelijk te zien vallen. Het stuk is een portret van het pijnlijke groeiproces van twee slachtoffers van het kwaad dat aan de rand van de samenleving heerst. Het kwaad is Dex (Manou Kersting), een videopersonage dat zich ergens tussen een zwart geverfde blanke ‘stille film’- acteur en die creepy clown uit Stephen King’s It situeert. Dex is de bekoring van de wanhopigen. Dex is de gemakkelijke verlossing van de radelozen. De eindeloze Nooduitgang van de kansarmen. Moord, drugs, mensenhandel en alles watons ten dele valt na een periode van extreme pech. De tekst van Ikram en Junior heeft podiumvorm gekregen onder de respectvolle regie van Manou Kersting. Fritz Standaert zorgt voor de beats en de animatiefilms die een geprojecteerde context in de achtergrond zetten. Cynthia Schenkels en Nadia Benabdessamad geven visie en logistieke steun vanuit Theatercollectief SIN, een jong theatergezelschap dat heel de productie in eigen handen neemt. Storytelling Verschillende volwaardige narratieve stijlen die vaak gemarginaliseerd en gestigmatiseerd worden krijgen een ernstige functie in het kader van Grimmiger. Gloria Boateng (HUMO Rock Rally en Kif Kif Awards Finaliste 2010) en Sifort (undergroundheld en oprichter van Bagdad 2060) zorgen niet alleen voor een groot concertgehalte, zij beschrijven ook de wereld van Hans en Grietje en brengen de storytelling status van de rapper tot het niveau van de subsahariaanse griot of de middeleeuwse minstreel. En als Junior de MC wordt van een onzichtbaar Dancehall Soundsystem, vloeit dat op zo een natuurlijke manier samen met de rest van de voorstelling dat het voor het publiek nog een extra manier wordt om het verhaal te interpreteren. Nog een vertelgenre, zeg maar. Iedereen ervaart Grimmiger op een andere manier, natuurlijk. Veel mensen zullen zich laten meeslepen door de feestelijke beats van een hip hop track. Sommingen zullen lachen met de karikatuur die gemaakt wordt met het beeld dat in de cultuurwereld heerst over wat een “artiest van allochtone origine” is. Anderen zullen moeiteloos herkennen wat we vaak ‘probleemjongeren’ noemen, jongeren met een sombere toekomst die toch strijdlustig blijven en te trots zijn om zichzelf als slachtoffers te zien. Maar tussen de mensen die lachen met de slapstick die noodzakelijk wordt om dit verhaal te verteren, zijn er nog altijd een paar die een alcoholische vader herkennen. Of een depressieve moeder. Of het drama van hun eigen verslaving. Die zullen niet altijd even hard lachen. En daar ligt de sterkte van Grimmiger: terwijl we aan de oppervlakte een grappig verhaal voorgeschoteld krijgen, voelen we dat de authenticiteit van een dagelijkse tragedie ons onder het vel kruipt. Een stuk dat met aandrang vraagt om een herneming. TROOST
DOCUMAP
25
Er is meer dan witneuzentheater Lander Kennis, StampMedia.be – 20.01.2013 "We voelden een gemis aan verhalen en kleur in het Vlaamse theaterlandschap." SIN is een beetje een vreemde eend in de bijt van de theaterwereld. Meer gekleurd ook. En dat was de bedoeling toen het in 2011 een geheel eigen draai aan Hans en Grietje gaf. Junior Mthombeni en Ikram Aoulad vonden dat er meer dan witneuzentheater moest bestaan. “We voelden een gemis aan verhalen en kleur in het Vlaamse theaterlandschap”, zegt Mthombeni over het ontstaan van het Antwerpse theatercollectief SIN. Samen met Aoulad, Cynthia Schenkels, Fikry El Azzouzi en Nadia Benabdessamad wilde hij die leemte opvullen met verhalen uit hun eigen kleurrijke en stedelijke context. “Het was frustrerend om als actrice enkel gevraagd te worden voor steeds dezelfde soort stereotiepe rollen zonder inhoud. Dan schrijf ik liever mijn eigen rollen”, vult Aoulad aan. “Dan kan je ook spelen met de clichébeelden die er zijn, maar er tegelijkertijd een extra laag aan toevoegen.” Volgens Mthombeni is er niks mis met clichés: “Er zit altijd een kern van waarheid in. Maar een cliché is maar een fractie van het hele verhaal. Wij willen ook de rest van het verhaal brengen, zonder daarbij te willen fungeren als spreekbuis van ‘allochtone theatermakers’.” Statement De eerste voorstelling van SIN was H&G (grimmiger). Meteen een statement van formaat. “We kozen heel bewust voor Hans en Grietje, een oerwesters sprookje, om het dan vervolgens te interculturaliseren. Dat bleek makkelijker dan gedacht. Al snel kwamen we bij thema’s als hangjongeren en ontworteling”, zegt Aoulad. “Positieve reacties van theaterbonzen laten me eerlijk gezegd koud. Als na de voorstelling een gast van 15 jaar, die voordien nog nooit een theater van binnen heeft gezien, me vertelt dat hij zich herkende in de voorstelling en er echt iets aan gehad heeft... Dat pakken ze je nooit meer af.” Troost Ondertussen zijn onder de vleugels van t,arsenaal mechelen de repetities voor de nieuwe voorstelling Troost aan de gang. Troost gaat over de destructieve vriendschap tussen de sterke zakenvrouw Milla en de afhankelijke loser Jabaar. Fikry El Azzouzi schreef de tekst, Aoulad en Mthombeni acteren. De Antwerpse rapgroep NoMoBS zorgt voor de muziek. Mthombeni: “De NoMoBS fungeren als Grieks koor: ze bekijken alles van op een afstand en geven commentaar .” Uiteindelijk is ook Troost een echt stadsverhaal. “De stad heeft zoveel te bieden, maar we krijgen er maar een fractie van te zien. Hoe komt dat? Er lopen zoveel fantastische kunstenaars rond die zoals NoMoBS onder de radar blijven. We zijn geïnteresseerd in wat er onder de radar gebeurt”, zegt Mthombeni. Rosie en Moussa Aoulad en Mthombeni zijn artistieke veelvraten. Zo speelt Aoulad mee in Rosie en Moussa, de brief van papa. Een voorstelling van Michael De Cock (t,arsenaal) over Rosie, een jong meisje waarvan de vader plotsklaps verdwenen is. Uiteindelijk komt ze erachter dat hij eigenlijk in de gevangenis zit en gaat ze hem stiekem bezoeken. Aoulad fleurt helemaal op als ze erover vertelt: “Ik was meteen verliefd op Rosie en haar kijk op de wereld. Ondanks alle miserie blijft ze vol goesting in het leven staan.” Aoulad speelt dolgraag voor kinderen: “Om tien uur ‘s ochtends voor een volle zaal kinderen spelen, dat is de beste drug die er bestaat.” Rosie en Moussa, de brief van papa is een heel intense voorstelling. “We hebben al meegemaakt dat kinderen plots de zaal uitliepen omdat het te herkenbaar was. De voorstelling heeft geen happy end. Dat is voor sommige kinderen wel even slikken”, zegt Aoulad. Ze speelde de voorstelling ook binnen de muren van verschillende gevangenissen. “Dat was eigenlijk heel surrealistisch. En voor de gedetineerden in het publiek bijzonder confronterend. Ze zagen voor het eerst hun eigen situatie door de ogen van een kind.”
TROOST
DOCUMAP
26
TROOST: een gesprek met het SINCOLLECTIEF Orlando Verde, Kif Kif – 01.02.2013 De hegemonie van de experts moet een nieuw evenwicht zoeken: mensen die tot voor kort geen kans kregen om voor zichzelf te spreken vinden nu stilaan een eigen stem vinden. Een luide stem. Een mooie stem, ook. Het zijn complexe tijden en tegenstrijdige boodschappen vliegen heen en weer. Kunstenaars en artiesten worden beschuldigd van een soort elitaire wereldvervreemding, maar tegelijkertijd wordt hiphop, de hoeksteen van de straatcultuur (the real thing, weet je?), gedemoniseerd. Gelukkig zijn er mensen die ingaan tegen zo’n uitnodiging om te kiezen voor het middelpunt en gewoon opteren om hun ding te doen. Zo goed mogelijk. Zo authentiek mogelijk. Gewapend met talent, passie en koppige volharding. Zo’n mensen horen spreken is inspirerend. Drie van hen zitten met mij aan tafel en vertellen over hun wereld. Ikram Aoulad, Junior Mthombeni en Nadia Benabdessamad zijn een deel van SIN, een collectief dat werd opgericht omdat acteurs Ikram en Junior clichérollen van inbrekers en onderdanige moslima’s beu waren en omdat zij zagen dat, hoewel zij van veel producties uit eigen bodem konden genieten, veel verhalen tegelijkertijd onverteld bleven. Zij moesten dan maar rollen voor zichzelf creëren. Nadia, een Antwerpse met jaren ervaring in het werken met jongeren, heeft hen verder inzicht gegeven in het publiek met wie zij met hun eerste stuk, H&G (grimmiger) - in dialoog zouden treden, niet alleen tijdens de uitvoeringen, maar ook tijdens het creatieproces. Troost, het meest recente stuk van SIN, is op een heel organische manier gegroeid. Ze benaderden schrijver Fikry El Azzouzi na een voorstelling van H&G en al snel waren zij aan het brainstormen over verhaallijnen. Met elke wekelijkse schrijfsessie kreeg de reünie van twee duistere vrienden, de assertieve en louche businesswoman Milla en de naïeve loser Jabaar, meer vorm. Ook de muziek, de bijdrage van het Kielse hiphop collectief NoMoBS, is samen met de verhaallijnen gegroeid. Het was meteen duidelijk dat ze allemaal op dezelfde golflengte zaten. Het grootste verschil tussen H&G en Troost is dat, ongeacht hoe geweldig H&G ook was, je bij Troost snel kan horen dat achter de dialogen deze keer de pen zit van een goede schrijver. Gelijkenissen zijn er ook: de verhalen van de onzichtbare mensen, de aanwezigheid van de muziek, van de straat, van een wereld waarover de meesten onder ons alleen maar hebben horen spreken. “Het zijn geen verhalen waar je vrolijk van wordt, maar het zijn echte verhalen”, zegt Ikram, trots. “In essentie gaat het over een vriendschap, over hoe vrienden uiteen groeien”. Junior en Ikram vervolledigen vaak elkaars zinnen, zij zitten echt op één lijn. “De chronologie is onbelangrijk en waar de personages zich bevinden maakt ook niet uit” zegt Junior. Ikram pikt de draad op: “Het is geen verhaal van A tot Z”. En inderdaad, Troost schommelt tussen narratieve fragmenten, flarden uit het verleden en een energiek concert. Meer dan een voorstelling is Troost een ervaring, een sterk geheel dat uit die synergie ontstaat. En dat komt ook door de invloed van t,arsenaal directeur Michael De Cock, die ook meegewerkt heeft in de zoektocht naar de juiste ordening van de onderdelen van de puzzel. Troost schenkt ook een groot belang aan spiritualiteit. Tijdens de hele voorstelling hangen meertalige Yorubágeesten rond, de NoMoBS, een troep zwevende (en rappende) demonen. Of engelen. Of beide. De muziek is een mengeling van Zuid-Afrikaanse muziek, gnawa, blues en andere invloeden die samenvloeien in opzwepende hiphop beats: ieders wereld werd meegepakt in de wereld van nu. Troost is muziektheater pur sang. Een voorstelling waarin de straat de theaterzaal overneemt als een overstroming. En in deze gepolariseerde tijden is dat zelfs een vorm van activisme. Wat leeft er nu? Het zijn boeiende tijden, ook. Vroeger betekende een vermelding in de krant jouw doorbraak. “Wat je nu regelmatig ziet, is de omgekeerde beweging” vertelt Junior. “Pak nu de NoMoBS, met een Youtube-film die al bijna tweehonderdduizend kijkers heeft (naar Vlaamse normen een overweldigend succes, nvdr). Ineens komen die in de mainstream media terecht”. TROOST
DOCUMAP
27
“Als je onder de radar kijkt, zie je dat er veel leeft bij onze jongere generatie wat betreft muziek, woordkunst en poëzie, maar je moet wel de moeite nemen om te gaan rondneuzen. Slam poetry battles. Theatergroepen. Film. Bij de NoMoBS zijn er filmmakers bij, bijvoorbeeld”. Hun werk is volgens Junior vaak ook buurtgericht. “Het gaat om empowerment, niet over bling-bling. Zij willen hun buurt mobiliseren”, vertelt hij overtuigd. “En in de kijker zetten”, voegt Ikram ook toe. “Terwijl je, als het over het Kiel gaat, alleen maar over veiligheidscamera’s en criminaliteit hoort spreken, willen zij de wereld insturen dat het Kiel ook een buurt is waar de mensen wel met elkaar kunnen samenleven”. “Overal zie je van die collectieven bezig die op een creatieve manier dingen willen vertellen”. En die collectieven in 2060, Borgerhout, Hoboken zijn niet geïsoleerd, hun netwerk is enorm en ze mobiliseren ook een breed publiek: we mogen gerust spreken over een beweging. “Ik zit al vrij lang in de culturele sector. Dit was er een aantal jaren geleden niet. Nu zie je het bruisen: er is een serieuze verandering bezig”, aldus Mthombeni. Het is dan dat ik het noodzakelijk vind om een ongemakkelijke vraag te stellen: Er zijn, neem ik aan, heel veel jongeren die veel kunnen produceren, maar die daar niet onmiddellijk hun beroep van kunnen maken… Ikram neemt het woord en gaat zonder aarzelen een confronterende situatie aan: “Je hebt mensen zoals ik, die heel lang twee, drie jobs hebben gehad om daarnaast hun passie of hun hobby uit te oefenen. Ik heb het geluk dat het nu mijn beroep begint te worden, maar je hebt mensen die dat geluk niet hebben en toch blijven volhouden”. “Bekijk het als de punkbeweging destijds, die had ook zoiets van ‘we doen dat, gewoon’”. Junior is ook wakker. “We horen al te lang dat je uit het Conservatorium moet komen, dat je mooi Nederlands moet spreken, dat dat de regels zijn. Awel, fuck de regels, we doen het. We zoeken wel naar ‘andere’ regels.” “Vroeger, als ik ging spelen, was het inleven in wat de blanke regisseur vertelde over hoe een zwarte zich onder het lijden moest voelen. Nu komen die verhalen van ons”. De hegemonie van de experts gaat nu een nieuw evenwicht moeten zoeken met de ervaring van mensen die tot voor kort geen kans kregen om voor zichzelf te spreken en die nu stilaan een eigen stem vinden. Een luide stem. Een mooie stem, ook. Dat evenwicht gaat het resultaat nog beter maken, daar geloven zij unaniem in. To urban or not to urban Nadia heeft lang bij De8 gewerkt, waar zij met honderden jongeren spraken over hun noden op vlak van cultuur, participatie, voorbeeldfiguren en dergelijke zaken. “Je moet iets willen doen aan het aanbod, je moet de mensen erin betrekken, je moet jouw markt onderzoeken. En zij zullen komen”, vertelt zij, uit eigen ervaring, over de jongeren die voor de meeste culturele centra nog altijd onbereikbaar en raadselachtig blijven, ondanks mooie reflexen en inspanningen. Maar is dat niet exact dezelfde manier van werken naar andere bevolkingsgroepen toe? Jawel. Dezelfde. Die inspanning moet opnieuw gedaan worden als we nieuwe mensen willen aanspreken. Nieuw aanbod zal nieuwe mensen aanspreken. Nieuwe makers zullen nieuwe mensen aantrekken. We moeten ons werk doen en de mensen zullen komen. Het zal in het begin niet evident zijn, het zal misschien trager of ingewikkelder worden, maar het zal leiden tot een beter resultaat. “Pak die mensen mee in je verhaal”, zegt Junior, “en dan zal je meer mensen bereiken”. Veel culturele huizen veronderstellen echter nog steeds dat er een soort genrefundamentalisme leeft bij hun publiek, waarbij wat moeilijk te klasseren valt, niet kan verkocht worden. Werken aan de promotie van nieuwe vormen van muziek of aan de opbouw van een publiek voor cultuur dat iets anders is, lijkt een brug te ver. En de nood aan duidelijke labels en bekende gezichten maakt het voor het publiek niet alleen gemakkelijk om te onderscheiden wat zij willen zien, maar ook wat zij opzij zullen duwen. Misschien is het daarom dat we zo vaak het label ‘urban’ beginnen horen. Maar de huidige invulling van het containerbegrip ‘urban’ (hiphop, grafitti, slam poetry, nobudget films, b-boying) houdt geen rekening met heel veel andere kunstvormen die groeien als gevolg van de stedelijkheid. TROOST
DOCUMAP
28
Binnen een bredere, stedelijke, definitie van ‘urban’, binnen de salad bowl van de stedelijkheid, voelt SIN zich wel thuis. “De stad is de plek waar we ons verhaal vandaan halen”, vat Ikram samen. “Als je een verhaal vertelt over de ghetto’s van de stad kom je hiphop tegen. Maar ‘urban’ gaat eerder over de ontmoetingen tussen mensen, geschoold of niet, van hier en daar. Over het samenvloeien van verschillende kunsten en genres en achtergronden.” Evenwaardig De mainstream zit al lang te wachten tot het publiek klaar is voor diversiteit, en ondertussen wordt wat naar diversiteit ruikt vaak geklasseerd als sociaal-artistiek. De mainstream zit al jaren te wachten op een generatie van geschoolde artiesten met een migratie-achtergrond, en blijven herhalen dat ze “hen” niet vinden. Maar SIN begrijpt al lang en heel goed dat het niet draait om een opleiding, maar om het raken van de ziel. Om authenticiteit en energie. “We gaan niet wachten op de mainstream. We doen ons ding. Er zijn genoeg mensen die oprecht geïnteresseerd zijn en oprecht luisteren naar wat we te zeggen hebben. Mensen die het evenwaardig vinden wat onder de radar beweegt”. Die mensen zijn uitgenodigd om de première van Troost bij te wonen.
TROOST
DOCUMAP
29
[CULT critics/kunstkritiek] – Theaterrecensies Troost van SINCOLLECTIEF – In het voorjaar 2012 hield Kif Kif een workshop kunstkritiek met freelancerecensent Wouter Hillaert. Zo wil Kif Kif mensen opleiden en wapenen om kritisch verslag uit te brengen van culturele evenementen. Elke twee weken krijgen de deelnemers de keuze uit twee voorstellingen/boeken/tentoonstellingen, schrijven ze daar een recensie over en geven ze elkaar feedback. De resultaten krijgt u op onze site kifkif.be. We bundelen ze samen in het dossier CULT Critics/Kunstkritiek.
Als troost een verslaving wordt door SINCOLLECTIEF Annelies Thoelen, Kif Kif – 27.02.2013 Wanneer was de laatste keer dat u iemand tegenkwam uit uw kindertijd? Een jeugdvriend uit een ver verleden die kwajongensverhalen en toekomstdromen met u deelde? Het overkomt Milla (Ikram Aoulad) en Jabaar (Junior Mthombeni), ooit samen opgegroeid in een achtergestelde wijk van de stad, nu gepokt, gemazeld en gevormd door het meedogenloze stadsleven. Ver van een blij weerzien gaat de theatervoorstelling Troost van SIN en t,arsenaal over een gespannen vriendschap in een destructieve sfeer. SIN is een vierkoppig gezelschap opgericht om het “gemis aan kleur in het Vlaamse theaterlandschap” mee op te lossen, “om te laten zien wat er onder de radar gebeurt”, en als “spreekbuis voor allochtone theatermakers”. Het is duidelijk dat hun muziektheater zijn scènes rechtstreeks uit de dagelijkse realiteit van de stad haalt. De aanwezigheid van de NoMoBS, hip-hop-jongens rechtstreeks uit de ‘blokken’ van het Antwerpse Kiel, doet hier nog een schep bovenop. Het moeizame gesprek tussen de twee hoofdpersonages – zij: sluw, assertief en louche, hij: een slungel, naïef en verloren – voelt koud en warm tegelijk, surreëel en tergend herkenbaar, maar steeds realistisch, bevreemdend en onheilspellend. Op de scène brengen Ikram en Junior, in een overigens zeer goede vertolking, hun kinderherinneringen aan een harde en rauwe wereld tot leven. Ze vertellen hun verhalen over dode honden, blauwe plekken en gestolen juwelen niet rechtstreeks tegen elkaar, maar vaak in het ijle naar het publiek. Dat dient, als een ter plekke opgerichte volksjury, zelf te oordelen over waarheid en leugen. Daarbij worden ze vergezeld van de als Afrikaanse krijgers uitgedoste NoMoBS die, met hun Engelse, Franse, Nederlandse en Arabische rap dienst doen als Grieks koor. Hun ritmische en bezwerende commentaar zet de rauwheid van de dialogen kracht bij. Tegelijk komt de energieke en opzwepende hiphop tussen de zware verhalen vaak als een welkome afwisseling. En toch wordt snel duidelijk dat deze gangsta’s de spanning steeds maar kort van de boog kunnen halen. De stroeve verhouding tussen de twee hoofdpersonages wordt er namelijk niet beter op, de spanning tussen beiden is vaak te snijden. Het schrale decor draagt bij aan die grimmige sfeer. Een halfduistere scène met een ondersteboven gehangen pop, een stapel tv schermen, een draaitafel en een stuk of zes microfoons: meer is er niet nodig om het uncanny gevoel op te roepen waar dit stuk zo dankbaar gebruik van maakt. In de zaal zit een relatief gekleurd publiek. Geregeld kan men een speld horen vallen, maar soms laat men oorverdovend enthousiast van zich horen. Het minste dat er over Troost gezegd kan worden, is dan ook dat het werkelijk een ervaring is. Deze narratieve mozaïek is een beklijvende voorstelling over een destructieve vriendschap, met een erg herkenbare ondertoon.
TROOST
DOCUMAP
30
[CULT critics/kunstkritiek] – Theaterrecensies Troost van SINCOLLECTIEF – In het voorjaar 2012 hield Kif Kif een workshop kunstkritiek met freelancerecensent Wouter Hillaert. Zo wil Kif Kif mensen opleiden en wapenen om kritisch verslag uit te brengen van culturele evenementen. Elke twee weken krijgen de deelnemers de keuze uit twee voorstellingen/boeken/tentoonstellingen, schrijven ze daar een recensie over en geven ze elkaar feedback. De resultaten krijgt u op onze site kifkif.be. We bundelen ze samen in het dossier CULT Critics/Kunstkritiek.
Sissende gal, theaterrecensie TROOST (SIN en t,arsenaal) Griet Minnebach, Kif Kif – 28.02.2013 SIN staat voor microverhalen die, uitvergroot op een podium, een spiegel vormen van de echte wereld. In Troost gebeurt dat op een meesterlijke manier. ‘Is het niet vreemd dat als mijn vader me slaat met z’n hand, ik gele plekken krijg, en wanneer hij me slaat met z’n riem, er paarse plekken komen?’ Het jonge collectief SIN creëerde bij t,arsenaal mechelen de rauwe muziektheatervoorstelling Troost. Wat gebeurt er als vrienden vervallen in een troostrelatie? Mila (Ikram Aoulad) en Jabaar (Junior Mthombeni) worstelen elk op hun manier met een harde thuisloze situatie. Op straat vervallen zij in de puurste versie van zichzelf: de harteloze Mila lijnrecht tegenover de wankele Jabaar. Hun eenzaamheid dwingt hen in een vriendschap die even verslavend als destructief blijkt.
SIN staat voor microverhalen die, uitvergroot op een podium, een spiegel vormen van de echte wereld. In Troost gebeurt dat op een meesterlijke manier. Rauw versus rauw. Een ijzersterk spelende Aoulad mist slechts heel af en toe die fijne lijn tussen haar personage bezitten en haar personage imiteren. Haar vertolking krijgt het roerige publiek bij momenten muisstil: ze voelt als de best denkbare versie van Mila. Mthombeni’s invulling van de labiele Jabaar is dan weer aangrijpend. Heerlijk lelijk smijt hij de waanzin en het groteske van zijn personage het publiek in. Geen amateurs hier op het podium. De flanken worden bezet door de gasten van NoMobs. Met hun Antwaarpse, Franse en Arabische rap plakken zij de statische teksten van de hoofdpersonages schijnbaar moeiteloos aan elkaar. Hun rol op scène is dubbel, in een dankbaar evenwicht: soms als toeschouwer en als getuige, dan weer als geweten of als een Grieks koor dat een tragedie bezingt. Maar steeds even scherp, rauw en boos. Ze vertalen de emoties van beide hoofdpersonages muzikaal: eerlijk en hard. Hun dreiging is het draagvlak voor de dialogen van Mila en Jabaar. Troost brengt Antwaarps in alle talen. Intussen bewijst de tekst van Fikry El Azzouzi dat woorden vlijmscherp kunnen zijn, en dat roepen niet altijd het verste reikt. Aoulad sist haar gal uit. El Azzouzi’s surreële vertaling van de pijn van jongeren zonder thuis vind je ook in de kostumering, de make-up en het decor. Door het hedendaagse karakter van de dialogen waarvoor El Azzouzi koos, vraagt hij vooral bij aanvang nogal wat van zijn publiek. Zinnen worden herhaald of overgenomen door andere personages, er worden flarden van woorden geroepen of gefluisterd. Wel voelen ritme en spel vanaf het begin juist aan en wordt het geheel mooi ontrafeld doorheen de avond. Met SIN heeft Michael de Cock als artistiek leider van t,arsenaal een ijzersterk project binnengehaald. Troost bewijst dat de kruisbestuiving alvast zijn vruchten heeft afgeworpen. GEN2020, het platform voor allochtone acteurs en theatermakers, mag een springplank zijn, maar geen excuus, daarvoor hebben de mensen van SIN de lat zelf hoog genoeg gelegd. Hun muziektheaterstuk is er een zonder compromissen, zonder excuses en op niveau. Een universeel verhaal in een uitzonderlijk frakske.
TROOST
DOCUMAP
31
[CULT critics/kunstkritiek] – Theaterrecensies Troost van SINCOLLECTIEF – In het voorjaar 2012 hield Kif Kif een workshop kunstkritiek met freelancerecensent Wouter Hillaert. Zo wil Kif Kif mensen opleiden en wapenen om kritisch verslag uit te brengen van culturele evenementen. Elke twee weken krijgen de deelnemers de keuze uit twee voorstellingen/boeken/tentoonstellingen, schrijven ze daar een recensie over en geven ze elkaar feedback. De resultaten krijgt u op onze site kifkif.be. We bundelen ze samen in het dossier CULT Critics/Kunstkritiek.
In de waan van de vader Btisam Akarkach, Kif Kif – 10.05.2013 ‘Blijf één meter achter mij, zeg ik u, want ik voel uw adem… Shmetta…’ Zo opent de koelbloedige Mila haar dialoog met de kwetsbare Jabar in Troost van het jonge collectief SIN en t,arsenaal. Ondersteund door de Kielse vierkoppige band NoMoBs, gaat ook deze muziektheatervoorstelling zelf dicht op je huid zitten. Net als in H&G (Grimmiger, het vorig stuk van SIN, behandelt ook Troost thema’s als verwaarlozing, verslaving en grootstad. Het sobere decor toont enkele opgestapelde defecte televisies, een oud vat en een omgekeerd hangende pop die, naargelang het verhaal vordert, duidelijk het dwarse, contraire leven van Mila symboliseert. Samen met de dorre belichting heeft dit decor veel weg van een verlaten donkere straat ergens in een grote stad. Troost is opgebouwd als een opeenvolging van herinneringen uit de bikkelharde realiteit van beide vertellers. Mila en Jabar, vertolkt door Ikram Oulad en Junior Sephunyane Mthombeni, delen hun gedachten en visioenen in een dialoog, waarbij de onverschillige Mila – met een bontkraag en een Marilyn Manson white lens – duidelijk de dominante partij speelt. Jabar buigt onder haar woorden, vaak trillend door zijn drugverslaving. Centraal in Troost staat de relatie met hun vader, die hen heeft getekend voor het leven. Mila kampt met nare herinneringen aan de harige grote hand waarmee ze werd voorbereid op de harde wereld van buiten. Jabar daarentegen vertroeft nog in een ontkenningsfase, en geeft het publiek een geromantiseerd beeld over zijn overbezorgde vader. De belichting blijft beperkt tot enkele spotlights, wat de vertellingen een overwegend verlaten gevoel geeft. Extra heftig zijn daarom de muzikale intervals van NoMoBs. De vier bandleden dragen gezichtstekeningen die inheemse culturen van alle continenten van de wereld samenbrengen. Hun agressieve en laaiende dansstijl kan je haast plaatsen onder het hiphopgenre Krumping. De muziek zorgt niet enkel voor overgangen naar de volgende scene, maar geeft ook een soort resumé van het stuk. Zo sluit het lied Zehma het stoere verhaal van Jabar af, die pronkt met zijn lief uit het verleden. Helaas sloeg het noodlot toe en stierf zij in een auto-ongeluk. Uiteraard reageert Mila daar genadeloos - zo niet vernederend - op. Naarmate het verhaal vordert, geeft Jabar toe dat hij slechts verwaarlozing heeft gekend. Hij staat zo zwak in het leven dat hij zelfs aan de denigrerende gesprekken van Mila troost heeft. Met een coherente regie van Michael De Cock creëert SIN een rauwe sfeer, die goed aansluit bij de totale tekst van Fikry El Azzouzi. Troost accentueert stereotypen in de stad, en hoe relaties met elkaar verwikkeld zijn in een zoektocht naar ‘zichzelf’. Opzet geslaagd: na afloop blijf je als toeschouwer achter met het bizarre gevoel dat je zowel verpozing als een aangrijpende boodschap hebt meegekregen.
TROOST
DOCUMAP
32
Theater aan Zee: Ice Ice Baby Els Van Steenberghe, Focus Knack – 04.08.2013 The Play = Troost Gezelschap = SIN en t,arsenaal mechelen In een zin = Troost is een pittig pleidooi voor meer empathie tussen de zogeheten autochtonen en allochtonen dat evenwel sterker zou overtuigen mochten zang, vertelling en dans iets beter in evenwicht zijn. Hoogtepunt = De scène waarin Jabar vertelt hoe zijn vriendin koelbloedig zijn hond en beste vriend Jackie vermoordde. Score = ** Kent u hem nog, die ‘übercoole’ rapper Vanilla Ice die met Ice Ice Baby een paragraafje in de popmuziekgeschiedenis afdwong? Net zo cool staan de dame en heren van SIN op de scène. We kregen het er, ondanks de zomerse hitte, zowaar koud van. Typische hip hop moves met de handen, een tengere vrouw die haar best doet om moordlustig te kijken en enkele stoer getatoeëerde performers (onder wie eentje met een wit gepoederd hoofd) die rappend over het podium dollen op stevig dreunende muziek… Toegegeven: dit ís een imponerend scènebeeld. Belangrijk minpuntje: zoveel ‘coolheid’ creëert eerder een muur tussen het publiek en de performers dan een brug te slaan. Hierdoor blijf je als toeschouwer wat verweesd - 'koel' - naar de personages staren. Die personages dolen door de stedelijke onderwereld. Ze zijn op zoek naar warmte, troost en liefde. Ze zoeken al zó lang dat ze amper nog weten hoe warmte voelt en hoe ze liefde moeten geven (en krijgen). Huisauteur Fikry el Azzouzi schreef een beklijvend verhaal over mensen die verharden door de bikkelharde omgeving waarin ze trachten te overleven. We volgen een vreemde jongeman die drie wezens koestert: zijn vader, zijn hond en zijn staalharde straatvriendinnetje. Dat vriendinnetje is een weinig dankbare rol voor de frêle Ikram Aoulad. Ze staat zo stoer en strak mogelijk op de scène (met gekruiste armen en haast bevroren mimiek). Maar die houding beperkt haar eerder als actrice. Het maakt haar personage niet enkel kil maar ook vlak. Junior Mthombeni brengt het er als de wit gepoederde Jabar beter van af. De live DJ van hiphopgroep NoMoBS jaagt zijn confraters aan een sneltreinvaart door de voorstelling. Het ritmeverschil tussen de (te vaak slordig gearticuleerde) rapscènes en de gesproken scènes is echter zo groot dat rap en vertelling elkaar amper versterken maar eerder afbreken. SIN is een jong collectief dat een artistieke stek wil veroveren door in te zetten op een multimediale en multiculturele theatertaal. Ze willen ‘dingen maken zoals cineast Spike Lee’ (lees: geëngageerde, tegen racisme strijdende kunst maken). Troost is het opmerkelijke bewijs van die integere zoektocht. De dolende personages verbeelden de talloze individuen die gedwongen worden tot dolen omdat ze niet mogen/kunnen thuiskomen in onze samenleving. Troost is een pittig pleidooi voor meer empathie tussen de zogeheten autochtonen en allochtonen. Nu nog dans, zang en spraak tot een iets coherenter geheel componeren én die 'coole' factor onder controle houden zodat die het publiek niet 'bevriest' maar net warm maakt voor en opzuigt in het verhaal.
TROOST
DOCUMAP
33
De bruine Jan Decleir Orlando Verde, rekto:verso (nr. 57) – mei/juni 2013 Recensies over intercultureel theater? Ze zeggen alles over hoe er in Vlaanderen gekeken wordt naar taal en etnische achtergrond: als een belemmering. Naar mijn gevoel zit veel volk te wachten op de bruine Jan Decleir of de allochtone Dimitri Verhulst. En dat is precies waar zo goed als iedereen de bal mis slaat: die zullen niet komen. (Kif Kif) Zoals het pijnlijk zwart op wit werd gesteld door De Morgen (18/07) in zijn recensie over Michael De Cocks theatervoorstelling Hannibal: ‘een intercultureel theaterveld waarin de taal of de etnische achtergrond van de speler geen belemmering vormen bij het vertellen van een verhaal’ is vandaag een ‘droom’. De recensie legt vast, al is dat misschien niet de bedoeling, wat de huidige visie is van een groot deel van het Vlaamse theaterveld over intercultureel theater: 1) taal belemmert de vertelling van een verhaal; 2) etnische achtergrond belemmert de vertelling van een verhaal; 3) een intercultureel theaterveld waarin de taal of de etnische achtergrond van de speler geen belemmering vormen bij het vertellen van een verhaal, is een droom. Zo’n visie verklaart voor mij waarom er op zo'n betuttelende manier gekeken wordt naar vele producties, waarom er met een zekere minachting over gesproken wordt, als er tout court al over gesproken wordt. Cool theater? Liever niet! Waarschijnlijk het meest duidelijke voorbeeld heb ik onlangs gelezen in de recensie die Knack gepubliceerd heeft over Troost, respectloos getiteld ‘Ice, ice, baby’. Over de voorstelling van SIN collectief (in samenwerking met t,arsenaal en het Kielse hiphopcollectief NoMoBS) schrijft de recensente: ‘zoveel ‘coolheid’ creëert eerder een muur tussen het publiek en de performers dan een brug te slaan’. Gekker kan het niet worden: een voorstelling die ‘te cool’ is voor het publiek. Als je iets ‘cool’ maakt, moet je het dan minder ‘cool’ maken om het niveau van ‘coolheid’ van jouw publiek te bereiken? Maar natuurlijk zit er meer achter, want met de vergelijking tussen Troost en blanke rapper Vanilla Ice scoort het artikel een poging tot vernedering, die integendeel het gebrekkige referentiekader van de recensente blootstelt. Verder klaagt de recensente over het taalgebruik van ‘slordig gearticuleerde rapscènes’… Als de personages van Troost, de verharde wezens die leven aan de rand van onze samenleving, perfect gearticuleerd ABN spraken, zou ze dan gelukkig zijn met hun zuiver uitgesproken, maar beperkte geloofwaardigheid? Haar inhoudelijke feedback wordt gekenmerkt door betutteling: ‘Troost is het opmerkelijke bewijs van die integere zoektocht [om ‘dingen maken zoals cineast Spike Lee’]’, ‘Troost is een pittig pleidooi voor meer empathie tussen de zogeheten autochtonen en allochtonen’ (say what?), of de slotzin: ‘Nu nog dans, zang en spraak tot een iets coherenter geheel componeren én die 'coole' factor onder controle houden zodat die het publiek niet 'bevriest' maar net warm maakt voor en opzuigt in het verhaal.’ Nog een schouderklopje, misschien? Volgende keer beter, jongens? Zucht. De Marokkaanse Tom Barman De droom van ‘een intercultureel theaterveld waarin de taal of de etnische achtergrond van de speler geen belemmering vormen bij het vertellen van een verhaal’: een zeer ongelukkige zin, die jammer genoeg veel blootlegt over het Vlaamse theaterveld. En niet alleen over het theaterveld, want het is precies alsof taal en etnische achtergrond gezien worden als een belemmering voor alles. Het is precies alsof een almaar grotere groep mensen geen volwaardige burgers zijn, behalve na een totaal taalmimetisme, na het uitvegen van die belemmerende etnische achtergrond (!). Of kan je die houding nergens anders herkennen dan in het Vlaamse theaterveld? Ik heb het niet over een samenleving die wat niet blank is, vies vindt, want naar mijn gevoel zit veel volk net te wachten op de bruine Jan Decleir, de allochtone Dimitri Verhulst, de zwarte Michaël Roskam of de Marokkaanse Tom Barman. En dat is precies waar zo goed als iedereen de bal mis slaat: die zullen niet komen. Dat zou ook een totaal tijdverlies zijn, trouwens. Wat is het punt van iets nieuws dat het oude alleen maar herkauwt?
TROOST
DOCUMAP
34
Maar als je daar toch op wacht… ga je dan iets nieuws kunnen zien als het niet lijkt op wat je verwacht? Volgens mij niet. Volgens mij is er al veel nieuws aan de hand dat niet gezien wordt door wie naar de andere kant blijft kijken. Op alle vlakken. Want nieuw is per definitie anders. En dat is niet meer dan logisch: het Nederlands zal, bijvoorbeeld, nooit mijn moedertaal worden. Ik zal gebroken Nederlands spreken tot dag van mijn dood. Word ik dan mijn recht ontzegd om te spreken? Heb ik daarom minder te vertellen? Belemmert de taal mij in mijn vertelling van een verhaal? Niet op een onoverbrugbare manier, neen. De keuze om die brug wel of niet te slaan, is aan ons. Maar uiteraard heb je de keuze om naar de andere kant te kijken en mijn teksten te negeren omdat ik het Nederlands niet onder de knie heb. De ambitie om perfect Nederlandstalig te zijn heb ik in ieder geval niet. Dat zou een vloek zijn, een keuze voor een ongelukkig bestaan. Dus de ambitie om een nieuwe Verhulst te worden zal ik niet koesteren. Vernieuwing spreekt anders En die perfect Nederlandstalige schrijvers die hier geboren zijn, maar ‘belemmerd’ worden door hun etnische achtergrond, wat kunnen zij doen? De rijkdom van hun invloeden overboord gooien? Neen. Dat zou pas dom zijn. Wat komt, wat nu al genegeerd wordt, zal niet lijken op wat er is. En gelukkig maar, niet omdat wat er is slecht zou zijn, maar omdat er niks saaiers is dan een leven zonder vernieuwing. Wie zich stoort aan een ‘slordig gearticuleerd’ accent zal daar niet van genieten, wie zich stoort aan andere kledij zal zich verzetten, wie zich stoort aan een grammaticale uitdaging zal het fout vinden. Op dezelfde manier als iedereen ooit oud is geworden en zich stoorde aan de vernieuwing in de muziek, de dans, de literatuur of de samenleving. De vernieuwing spreekt anders, handelt anders, communiceert anders en doet vooral niet de minste poging om te lijken op wat er is. En veel mensen misvatten dat als gebrek aan talent. Het is daarom dat ik persoonlijk overal een stoel zal vrijhouden voor wie op de bruine Jan Decleir wacht. Een comfortabele stoel, een mooie stoel, een stoel met een goed uitzicht en gunstig geplaatst, akoestisch gezien, want die persoon zal lang wachten. En vooral zal die persoon wat hij al gewoon is, zien verdwijnen. Zijn soort nostalgie verteer je beter met dikke kussentjes. Orlando Verde is geboren in Venezuela in 1977 en woont in Antwerpen sinds 2001. Mestieze melomaan. Verwend kind. Informaticus van opleiding. Schrijft en maakt films af en toe. Eigenlijk vertelt hij vooral graag verhaaltjes.Deze tekst verscheen oorspronkelijk bij Kif Kif, waarmee rekto:verso graag artikels uitwisselt.
TROOST
DOCUMAP
35
5. SPEELLIJST SINCOLLECTIEF PRODUCTIES 5.1 H&G (grimmiger) 29 november 2013 31 januari 2014 10 februari 2014 14 februari 2014 25 februari 2014 18 maart 2014 25 maart 2014
13.30u 13.30u school 20.30u 10.00u + 14.00u school school
CC Asse CC Hasselt CC Heusden-Zolder CC Oudenaarde CC Heule Kortrijk CC Opwijk CC Leopoldsburg
13.30u 13.30u 13.15u 20.00u school + 20.15u 12.40u school school + 20.15u school 14.00u + 20.30u 13.30u school + avond 13.30u 13.30u + 20.15u 20.30u school
CC Bilzen CC Vilvoorde CC Beersel CC Bierbeek CC Willebroek Bozar CC Strombeek CC Mortsel CC Bree CC Berchem CC Lommel CC Nova Antwerpen CC Genk CC Genk CC Luchtbal Antwerpen CC Bornem
5.2 TROOST 4 november 2013 5 november 2013 9 januari 2014 16 januari 2014 23 januari 2014 28 januari 2014 4 februari 2014 6 februari 2014 11 februari 2014 18 februari 2014 20 februari 2014 27 februari 2014 20 maart 2014 21 maart 2014 26 maart 2014 1 april 2014
5.3 RUMBLE IN DA JUNGLE 19 oktober 2013 11 december 2013
20.30u 20.15u
Arenbergschouwburg t,arsenaal mechelen
5.4 JIHADISTEN VAN BIJ ONS – werktitel 10 mei 2014 (work in progress) 10 oktober 2014 première 11 oktober 2014
Monty Antwerpen Monty, Antwerpen Monty, Antwerpen
Info/aanvangsuren: zie speellijsten Collage Producties/Huub Colla via www.huubcolla.be
TROOST
DOCUMAP
36
6. INFO/CONTACT SINCOLLECTIEF via Nadia Benabdessamad
[email protected]
t,arsenaal mechelen via Inge Geens
[email protected]
TROOST
DOCUMAP
37