Frank Hermans
Trauma en beschaving Een historisch-sociologisch onderzoek naar de opkomst en verbreiding van de zorg voor slachtoffers van schokkende gebeurtenissen
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 3
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
IV
Dit boek is een uitgave van Arq Psychotrauma Expert Groep en vormt een onderdeel van de Arq boekenreeks. © 2010 Stichting Arq, Diemen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. www.arq.org www.uitgeverijboom.nl ISBN 978 94 6105 333 6 NUR: 756
Afbeelding omslag
Dit boek is gedrukt op houtvrij FSC papier.
Letaief Slim, Ariana (Tunesië) Ontwerp en vormgeving Stephan Csikós, Den Haag Drukwerk Impressed druk en print, Pijnacker
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 4
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
Voorwoord raad van bestuur Arq
Psychotrauma en de huidige samenleving VI
Al in de Griekse geschiedenis beschrijft Herodotus de psychische gevolgen van oorlog, en in het bijzonder de gewelddadige confrontatie tussen Oost en West – tussen de ‘barbaren’ en de Grieken – die zijn voorlopig hoogtepunt beleefde in de Perzische Oorlogen. In Nederland duurt het evenwel tot ná de Tweede Wereldoorlog voordat medici en psychiaters aandacht vragen voor de lichamelijke en psychische problemen als gevolg van oorlogsgeweld. Maar Nederland is meer bezig met wederopbouw en herstel, dan met aandacht voor oorlogservaringen. Overlevenden van de Duitse en Japanse kampen kunnen hun belevenissen van die kampen moeilijk kwijt. Het wegduwen van de herinneringen bleek voor hen de enige oplossing. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog wordt duidelijk dat het niet verwerken van traumatische oorlogservaringen het leven op den duur ernstig kan ontwrichten. Uiteindelijk, ruim 25 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, wordt Stichting Centrum ’45 opgericht. Vier elementen waren en zijn van groot belang: • erkenning • maatschappelijke betrokkenheid • de groeiende kennis over psychotraumabehandeling en • de steeds verdere professionalisering van therapeuten. Sinds de opening is Stichting Centrum ’45 hèt landelijk behandel- en expertisecentrum voor psychotrauma dat veroorzaakt is door vervolging, oorlog en geweld. De nadruk ligt daarbij op de complexe chronische gevolgen de traumatisering. Minder ernstige gevallen worden doorverwezen naar andere instanties. Het aantal getraumatiseerden door de Tweede Wereldoorlog neemt nu af. Maar veel nieuwe groepen ontstaan als gevolg van andere oorlogen, bijvoorbeeld de veteranen uit Libanon, voormalig Joegoslavië of Afghanistan en Irak. Echter ook de vluchtelingen en asielzoekers vanuit conflictgebieden of landen in burgeroorlog. Maar ook rampen, rellen, aanslagen, gijzelingen en getroffenen van natuurgeweld en seksueel misbruik. Zoals de getroffenen van de vuurwerkramp in Enschede, de Bijlmerramp, de Schipholbrand of de aardbevingen in Haïti en overstromingen in Pakistan. En natuurlijk de beroepsgerelateerde trauma's. Mensen kunnen bij de uitoefening van hun vak in aanraking komen met buitensporig geweld of een opeenstapeling van ernstige situaties. Het gaat bijvoorbeeld om politiemedewerkers, ambulancepersoneel, treinmachinisten, bus- en trambestuurders, winkelpersoneel, baliemedewerkers, medewerkers van NGO’s, deurwaarders en journalisten. Psychisch leed kan leiden tot uitval. De vraag naar gespecialiseerde psychotraumazorg neemt hierdoor toe. Stichting Centrum ’45 sloot daarom aan op het natuurlijk proces in het huidige tijdsbestek om de kennis en ervaring over de behandeling van psychotraumaklachten te bundelen en richtte in 2007 een nieuwe organisatie op: Stichting Arq.
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 6
04-11-13 12:47
Voorwoord raad van bestuur Arq
Arq Psychotrauma Expert Groep is de ondersteunende holding die wetenschappelijk onderzoek, professioneel onderwijs, preventie en natuurlijk de hoogstaande (psychotrauma) zorg en belangenbehartiging van getroffenen van psychotrauma bij elkaar brengt en het mogelijk maakt om samen te werken op al deze terreinen. Zodat de versnippering van zorg, kennis, onderzoek en onderwijs over diverse instellingen en organisaties afneemt. Arq Psychotrauma Expert Groep ziet het ook als haar taak om de maatschappij doordrongen te laten raken van het feit dat traumatische ervaringen na schokkende gebeurtenissen niet alleen diep ingrijpen op het individuele leven, maar juist ook op onze samenleving. Het woord samenleving zegt veel: Niet alleen door de conjunctie van de woorden samen en leven, maar vooral door de associaties die het woord samenleving oproept. Wat doet een individu met de pijn en ontregeling van een ander individu? En hoe reageren wij daar als groep op? Waarbij het woord groep wat mij betreft zowel gezien kan worden als de groep mensen in de directe leefomgeving van het individu, maar ook als grotere groep: de inwoners van Nederland, Europa of misschien zelfs wel de mensheid.
VII
Frank Hermans heeft in zijn historisch-sociologisch onderzoek naar de opkomst en verbreiding van de zorg voor getroffenen van schokkende gebeurtenissen onderzocht hoe ‘de mens’ in de afgelopen 150 jaar reageerde op die schokkende gebeurtenissen die in verschillende landen plaatsvonden, en meer speciaal vanaf 1945 in Nederland. Hij maakt in zijn dissertatie meer dan duidelijk dat de zorg voor psychische trauma's tegenwoordig beschouwd wordt als een vorm van beschaving. En dan niet vanuit de positie die wij in het Westen innemen, maar vanuit de gedachte dat ieder mens, waar ook ter wereld, met welke achtergrond of religie dan ook, in staat moet worden gesteld om de basisvoorwaarden van een ‘goed leven’ te kunnen omarmen. Zodat een ieder, in interactie met de ander, zijn leven kan vormgeven met de basale voorwaarden, en samenlevingen daardoor beter functioneren. Dat is dan ook een belangrijke drijfveer voor de vele experts die werkzaam zijn bij de organisaties en instellingen die partner zijn in Arq Psychotrauma Expert Groep: Dat getroffenen van de gevolgen van schokkende gebeurtenissen en psychotrauma in staat worden gesteld om autonoom, binnen hun eigen sociale context, het leven weer op te pakken en bestaansrecht krijgen. Er van uitgaande dat ieder individueel bestaansrecht uiteindelijk het bestaansrecht is van ons allemaal. Vandaag is het de ander, ongeacht of hij of zij van ver weg komt of van dichtbij. Maar morgen kunt ú het zijn, die samen met de ander in staat wordt gesteld het leven weer op te pakken en inhoud te geven. Het gaat hierbij feitelijk om existentiële vragen als: Mag ik hier zijn? Hoe verhoud ik mij tot de ander? Maar ook, hoe zie ik mijzelf? En wat herkent de ander bij zichzelf in dat wat ík heb meegemaakt? Of, zoals de kern van de filosofie van Emmanuel Levinas: ‘het gelaat van de ander’: De zodanige verschijning van de ander dat ik mij geraakt weet door het ethisch appèl dat van hem uitgaat. Geraakt door zijn kwetsbaarheid word ik onontkoom-
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 7
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
VIII
baar verantwoordelijk gemaakt voor hem. Het ‘gelaat van de ander’ kan niet worden ingekapseld door ideologie, argumenten, mooie woorden of wat dan ook. Nee. Het spreekt mij onherroepelijk aan. Tijdens zijn promotieonderzoek kwamen wij in contact met Frank Hermans. Zijn dissertatie lezende konden wij niet anders dan concluderen dat de organische ontwikkelingen die tot de oprichting van Arq Psychotrauma Expert Groep hebben geleid, naadloos aansloten op zijn uitgebreide literatuuronderzoek en de vele interviews die hij heeft afgenomen met de belangrijkste sleutelfiguren en experts in het veld van de psychotraumahulpverlening in Nederland. Wij zijn er dan ook trots op dat we in staat zijn gesteld zijn dissertatie publiek te maken middels dit boek. Opdat ieder individu de brede context krijgt aangereikt en kan begrijpen waarom wij anno 2010 als samenleving met elkaar verantwoordelijk zijn voor ieder individueel mens. En dat de gevoeligheid voor de pijn van andere gezien kan worden als een vorm van beschaving.
Diemen, november 2010 Arq Psychotrauma Expert Groep drs. Jan-Wilke Reerds MBA voorzitter raad van bestuur
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 8
drs. Jan Schaart MHA raad van bestuur
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
Inhoudsopgave
Voorwoord Frank Hermans
6
Inleiding
8
• Een sociologisch perspectief op psychische trauma’s • De opkomst en verbreiding van het traumaregime: mogelijke verklaringen • De verbreiding van het traumaregime: de stand van zaken • Historisch-sociologisch onderzoek naar psychische trauma’s • Probleemstelling en onderzoeksopzet
Deel I De opkomst en verbreiding van het internationale traumaregime Hoofdstuk 1
De opkomst van een kring van traumaspecialisten: 1850-1914 Inleiding
19
1.1. Spoorwegongelukken: toenemende ophef en afnemende risico’s 1.2. Rechtszaken als aanjager van publieke verontrusting 1.3. Artsen als getuige-deskundigen 1.4. De dynamiek in de medische figuratie: de zoektocht van neurologen 1.5. Medische controversen in ontwikkelingsperspectief 1.6. Processen van civilisering, rationalisering en psychologisering 1.7. Conclusies Hoofdstuk 2
De emancipatie van slachtoffers van extreem geweld: 1914-1940 Inleiding
34
2.1. De confrontatie met de traumatische gevolgen van de Eerste Wereldoorlog 2.2. Medische inzet als uitweg: een figuratieperspectief 2.3. Een mislukte doorbraak: Charles Myers 2.4. Opvangkansen: een vergelijking 2.5. Verschuivingen in de machtsbalans: de veteranenbeweging in de VS 2.6. De opkomst van de VS als centrum van psychiatrie en psychologie 2.7. Conclusies Hoofdstuk 3
Machtskansen voor specialisten in de Verenigde Staten: 1940-1960 Inleiding
50
3.1. De Tweede Wereldoorlog: omvang en psychische gevolgen 3.2. Een coalitie van specialisten en legerleiding 3.3. Een unieke kans: Roy Grinker en John Spiegel
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 2
04-11-13 12:47
Inhoudsopgave
3.4. Geestelijke weerbaarheid als opgave: de beweging voor geestelijke volksgezondheid 3.5. Conclusies Hoofdstuk 4
De strijd om erkenning: coalities en controversen na 1960 Inleiding
60
4.1. Home from the War: een coalitie van slachtoffers en specialisten 4.2. De sociogenese van de diagnose ‘posttraumatische stress-stoornis’ 4.3. Veranderingen in de aard en beleving van schokkende gebeurtenissen 4.3.1. Ervaringen met extreme gebeurtenissen 4.3.2. Toenemende gevoeligheid voor inbreuken in de persoonlijke levenssfeer 4.4. De publieke arena en de interacties in het traumaregime 4.5. De vestiging van een internationaal traumaregime en de rol van specialisten 4.6. Conclusies
Deel II De verbreiding van het traumaregime in Nederland na 1945 Hoofdstuk 5
Een voorzichtig begin: 1945-1965 Inleiding
75
5.1. De Tweede Wereldoorlog in Nederland 5.2. Gebrek aan medische betrokkenheid 5.3. De reacties in een figuratieperspectief 5.4. Artsen als slachtoffers 5.5. Artsen en keuringen 5.6. De watersnoodramp en ‘Harmelen’ 5.7. Conclusies Hoofdstuk 6
Een stroomversnelling: 1965-1985 Inleiding
90
6.1. De erkenning van vervolgingstrauma’s 6.2. Opvattingen en interacties binnen het traumaregime 6.3. De uitbreiding van de traumazorg voor oorlogsslachtoffers 6.4. Kennisontwikkeling onder specialisten 6.5. Veranderingen in de beleving van rampen en ongelukken 6.6. Kindermishandeling: het regime van de vertrouwensartsen 6.7. De beweging tegen seksueel geweld 6.8. Bredere maatschappelijke ontwikkelingen 6.9. Conclusies Hoofdstuk 7
De vorming van nieuwe arrangementen vanaf 1985 Inleiding
110
7.1. Arrangementen bij trauma’s door oorlog en vervolging 7.1.1. Nieuwe impulsen: de ‘holocaust’ als symbool 7.1.2. Onverwerkte rouw 7.1.3. Verruiming en afgrenzing: transgenerationele traumatisering 7.1.4. Integratie: het bijzondere en het algemene 7.2. Arrangementen bij trauma’s door seksueel misbruik
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 3
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
7.2.1. Seksueel misbruik: publieke verontwaardiging en morele paniek 7.2.2. De reactie van specialisten: controversen en nieuwe concepten 7.3. Arrangementen voor genoegdoening en conflictbeslechting na misdrijven 7.3.1. Versterking van de positie van slachtoffers van misdrijven 7.3.2. Slachtofferhulp 7.3.3. De beweging van het herstelrecht 7.4. Arrangementen voor risico- en crisisbeheersing bij rampen en calamiteiten 7.4.1. De psychosociale kosten van rampen 7.4.2. De dynamiek in het traumaregime: de Bijlmerramp 7.4.3. Nieuwe arrangementen: Enschede en Volendam 7.4.4. Nieuwe problemen: rampen buiten Nederland met Nederlandse slachtoffers 7.4.5. Omgaan met verontrusting en een mediahype 7.4.6. De regulering van risico-informatie 7.4.7. Nieuwe arrangementen voor de afwikkeling van rampen 7.4.8. Crisisbeheersing na de eeuwwisseling 7.5. Arrangementen bij confrontaties in riskante beroepen 7.6. Conclusies
Deel III Het traumaregime: de stand van zaken Hoofdstuk 8
Het traumaregime als professioneel kennisregime Inleiding
139
8.1. Afbakening van het professionele veld 8.2. Relatieve autonomie 8.2.1. Relatieve autonomie en de inhoud van het werk 8.2.2. Relatieve autonomie en het bereik van de activiteiten 8.3. Interne samenhang 8.4. Wetenschappelijke basisinzichten en werkwijzen 8.4.1. Consensus over basisinzichten en werkwijzen 8.4.2. Controverses (1): de interpretatie van traumatische verschijnselen 8.4.3. Controverses (2): de adequaatheid van diagnoses 8.4.4. Controverses (3): de effectiviteit van behandelingen 8.5. Maatschappelijke erkenning 8.5.1. Maatschappelijke acceptatie van specialistische hulp 8.5.2. Traumaregime en slachtoffercultuur 8.5.3. Slachtoffercultuur: een nadere beschouwing 8.5.4. De emancipatie van het slachtoffer: mechanismen ter verklaring 8.6. Conclusies Hoofdstuk 9
Het hedendaagse traumaregime in Nederland: percepties van specialisten Inleiding
167
De onderzoeksopzet 9.1. Uitgangspunten en onderzoeksvragen 9.2. Selectie van de respondenten De onderzoeksresultaten 9.3. Wetenschappelijke fundering en legitimering 9.3.1. Wetenschappelijke fundering 9.3.2. Medische legitimering
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 4
04-11-13 12:47
Inhoudsopgave
9.3.3. Centrum en periferie 9.3.4. Crisisbeheersing in het centrum van het veld 9.4. Samenhang 9.4.1. De invloedsverdeling 9.4.2. De integrerende rol van invloedrijke specialisten 9.4.3. Samenhang binnen het veld 9.5. Relatieve autonomie en maatschappelijke erkenning 9.5.1. Maatschappelijke erkenning 9.5.2. De rol van slachtoffers 9.5.3. De rol van het publiek 9.5.4. Crisisbeheersing, gezondheidszorg en conflictbeslechting 9.6. Conclusies
Deel IV Conclusies: traumaregime en civilisatieproces Hoofdstuk 10
De sociogenese van het traumaregime
193
10.1. Veranderingen in de aard en beleving van schokkende gebeurtenissen 10.2. Interacties van slachtoffers, specialisten, overheid en publiek 10.3. De rol van specialisten 10.3.1. Initiatieven van specialisten 10.3.2. Kennisontwikkeling en de rol van specialisten 10.4. Conclusies Hoofdstuk 11
De verbreiding van het traumaregime als civilisatieproces
213
11.1. Civilisatieproces, traumaregime en maatschappelijke ontwikkelingen 11.2. De verbreiding van het traumaregime als onderdeel van het civilisatieproces 11.3. De bijdrage van het traumaregime aan het civilisatieproces 11.4. Tenslotte Bijlage 1
Lijst van geïnterviewde sleutelfiguren en experts
222
Bijlage 2
Lijst van geïnterviewde experts op deelgebieden
224
Bijlage 3
Vragenlijst sleutelfiguren en experts
226
Bijlage 4
Vragenlijst experts op deelgebieden
229
Bijlage 5
Scores experts op deelgebieden
236
Bijlage 6
Het netwerk van traumaspecialisten in Nederland
239
Literatuurlijst
246
Samenvatting
264
Summary
269
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 5
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
Voorwoord Frank Hermans
6
Dit proefschrift gaat over pijn, de onvoorstelbare pijn die mensen kan treffen door schokkende gebeurtenissen als oorlogen, rampen, geweld, misbruik of ernstig verlies en de veranderingen in de gevoeligheid voor deze pijn bij slachtoffers, omstanders en de bredere samenleving. Zo’n studie is hoog gegrepen, zeker wanneer zij de veranderingen in een breed maatschappelijk kader plaatst, een periode van 150 jaar beslaat en ook een beeld wil schetsen van het veld van traumaspecialisten op dit moment in Nederland. Ik heb me dan ook pas aan deze studie gewaagd op latere leeftijd, na meer dan dertig jaar ervaring in het onderwijs in de gezondheidszorg. Langzamerhand ging ik steeds meer beseffen dat de emotionele gevolgen van schokkende gebeurtenissen niet alleen verantwoordelijk zijn voor zeer veel gezondheidsproblemen, maar in toenemende mate het functioneren van hele samenlevingen raken. Ze hebben ertoe geleid dat in moderne samenlevingen steeds meer arrangementen voor de opvang van deze gevolgen zijn ontwikkeld. Een verklaring van deze verandering was naar mijn idee pas mogelijk door uit te gaan van een perspectief op lange termijn en een relatie te leggen met het bredere proces van beschaving in Westerse samenlevingen. Het lag daarom voor de hand het onderzoek te verrichten aan de bakermat van deze benadering in Nederland: de afdeling Sociologie van de Universiteit van Amsterdam. Hier was ik echter een volstrekte buitenstaander. Op aanraden van Johan Goudsblom, de grondlegger van deze ‘Amsterdamse School’, heb ik Nico Wilterdink gevraagd als promotor op te treden. Nico leerde mij het brede onderwerp af te bakenen, meer afstand te nemen van het onderwerp, het betoog meer gestructureerd op te zetten en zeer goed te letten op de formuleringen. Vooral in dat laatste was hij een meester. Voor de talloze herzieningen en de vele gesprekken, ben ik hem zeer dankbaar. Hij heeft ongelooflijk veel tijd geïnvesteerd om de hoge eisen, die hij stelt op het gebied van theoretische onderbouwing, samenhang en scherpte in de formuleringen, terug te zien in de tekst. De vele reizen vanuit Nijmegen naar zijn kamer op de eerste verdieping van het Spinhuis aan de Oudezijds Achterburgwal, in het hart van Amsterdam, en de talloze mails die wij elkaar stuurden, zullen mij altijd bijblijven. Ondanks zijn aanvankelijke twijfels over het slagen van een zo breed opgezette studie over een zo lastig onderwerp, heeft hij zich steeds meer achter het plan geschaard en tot op het laatste moment veel herzieningen voorgesteld. Zonder hem was het project nooit tot een goed einde gekomen. Eric Vermetten, psychiater en hoofd onderzoek in het Centraal Militair Hospitaal was copromotor. Hij heeft als deskundige in het traumaveld, werkend met ernstig getraumatiseerde veteranen en met veel internationale ervaring grondig meegedacht, veel literatuursuggesties gedaan en contacten met sleutelfiguren gelegd. In de laatste twee jaar heeft hij aan vrijwel alle gesprekken meegedaan. Ook hem ben ik veel dank verschuldigd. Enkele inspiratiebronnen kunnen niet onvermeld blijven. Een voorname inspiratiebron was de nu vijf jaar geleden overleden psychiater Andries van Dantzig, die er onvermoeid op hamerde dat psychische problemen zoveel voorkomen en nog veel te weinig aandacht krijgen.
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 6
04-11-13 12:47
Voorwoord Frank Hermans
Niet alleen zijn werk, maar ook zijn steun bij een eerste schriftelijke poging, hielpen mij verder. Een andere inspiratiebron was het werk van Norbert Elias en een aantal sociologen die zijn inzichten verder hebben uitgewerkt. Elias’ civilisatietheorie bood een belangrijk aanknopingspunt om de reacties op schokkende gebeurtenissen in te passen in een sociologisch kader. Johan Goudsblom, Abram de Swaan en Paul Schnabel zetten mij op het goede spoor en Nico Wilterdink hield mij er met veel geduld op. Johan Goudsblom dank ik met name voor de gesprekken bij de aanvang en het beoordelen van de conceptversie van het eindresultaat. Abram de Swaan dank ik voor een kritisch commentaar op een eerdere versie, waardoor het project een belangrijke wending kreeg. Een derde inspiratiebron waren de gesprekken met enkele zeer geïnteresseerden in mijn werk, van wie ik in het bijzonder de heer Kabel, mijn beste vriend Paul Wessing en mijn zoon Erik wil noemen. Dank gaat ook uit naar mijn leidinggevende Thijs Lemmen, die het project op de voet volgde en mij veel faciliteiten ter beschikking stelde.
7
Verder dank ik allen die ik tijdens mijn onderzoek heb geïnterviewd en die mij vaak materiaal ter beschikking stelden en steun gaven via de mail. In alfabetische volgorde waren dit (en ik neem de vrijheid ze bij hun voornaam te noemen): Petra Aarts, Bettina Aler, Evert Bloemen, Jan van de Bout, Martijn van Driel, Iris Engelhard, Louis van Gasteren, Berthold Gersons, Mariëtte Groenendijk, Anton Hafkenscheid, Onno van der Hart, Arend Jan Heerma van Voss, Herman Holtmaat, Hans Hovens, Rafaële Huntjens, Roel HuijsmanRubingh, Ruud Jongedijk, Rolf Kleber, Wil Langeland, Peter van Loon, Agnes van Minnen, Carlo Mittendorff, Adri van Montfoort, Antony Pemberton, Grieteke Pool, Jan-Wilke Reerds, Martijne Rensen, Tom de Ridder, Magda Rooze, Rob Sardemann, Bas Schreuder, Jaap Smit, Cees van der Staak, Bas van Stokkom, Harry Stroeken, Wil van Tilburg, Arend Jan Veeninga, Wijbrand op den Velde, Peter van den Velden, Desirée Verwey, Margreet Visser, Maaike de Vries, Jos Weerts, Ineke Wessel, Jolande Withuis en Joris IJzerman. Aan al deze mensen mijn oprechte dank. Voor hun hulp bij het onderzoek wil ik enkele geïnterviewden speciaal bedanken. Op de eerste plaats Jos Weerts (Veteraneninstituut), die delen van kritisch commentaar voorzag. Verder: Anton Hafkenscheid (Sinai Centrum), Wil van Tilburg (emeritus hoogleraar psychiatrie VU) en Evert Bloemen (Pharos) voor de uitgebreide gesprekken en de informatie nadien. Herman Holtmaat en Ans Withaar dank ik voor de gelegenheid die zij mij boden om over het onderwerp van gedachten te wisselen op een ‘diner pensant’ in de Essenburgh met onder anderen Berthold Gersons, Jaap Smits en Magda Rooze. Berthold Gersons stuurde mij naar aanleiding van het proefschriftmanuscript enkele feitelijke correcties, waarvoor dank. Jan-Wilke Reerds, voorzitter raad van bestuur Arq Psychotrauma Expert Groep en Stichting Centrum ’45, wil ik bedanken, omdat hij mij niet alleen veel informatie ter beschikking stelde over het traumaveld in Nederland, maar ook bereid was zorg te dragen voor de uitgave van het proefschrift. Hierdoor kan dit proefschrift in de Arq-boekenreeks verschijnen. Ik dank daarbij ook Jan Schaart, lid raad van bestuur van Arq en Dorine Holman, hoofd marketing & corporate communicatie, voor hun steun bij de uitgave. Tot slot wil ik Eke, mijn vrouw, bedanken, die dit alles mogelijk heeft gemaakt en mij liet zien wat echte empathie betekent, en mijn kinderen Irene en Erik, die altijd sterk hebben meegeleefd. Zonder mijn gezin had ik dit proefschrift nooit kunnen schrijven en zij weten waarom.
Frank Hermans Nijmegen, september 2010
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 7
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
Inleiding
Een sociologisch perspectief op psychische trauma’s 8
Op 13 mei 2000 brak in een vuurwerkfabriek in Enschede brand uit, gevolgd door een grote ontploffing, waarbij 23 doden vielen, 950 mensen gewond raakten en 1250 mensen dakloos werden. Om de betrokkenen te helpen, werd een netwerk gevormd van professionals, die hun activiteiten afstemden op een speciaal vuurwerkteam van ongeveer dertig hulpverleners, geschoold in het herkennen en behandelen van mensen met posttraumatische stressklachten. Er werd een informatie- en adviescentrum ingericht voor minstens drie jaar en een platform waar de getroffenen georganiseerd hun stem konden laten horen. Van de slachtoffers werden gegevens verzameld bij hun huisartsen, evenals van een controlegroep van niet-getroffenen om op die manier hun klachten adequaat te kunnen interpreteren.1 Tussen 1979 en 2010 werden ongeveer 100.000 Nederlandse militairen uitgezonden in het kader van internationale missies, met verschillende doden en honderden gewonden. Uit onderzoek onder de 67.000 militairen die tot 2001 zijn uitgezonden, werd vastgesteld dat ongeveer 20% van hen aanpassingsproblemen had bij terugkeer en ongeveer 4% posttraumatische klachten ontwikkelde. Het merendeel van de getroffen veteranen werd sinds 1994 met gerichte programma’s behandeld.2 Sindsdien is een scala aan maatregelen ontwikkeld bij uitzendingen: voorlichting vooraf, screening, signalering tijdens de missie, ondersteuning, repatriëring naar gespecialiseerde voorzieningen, terugkeergesprekken, nazorgvragenlijsten en voorlichting en begeleiding van het thuisfront.3
Deze voorbeelden staan niet op zichzelf. Er heeft zich de afgelopen dertig jaar in Nederland en andere landen een uitgebreid stelsel van specialistische zorg ontwikkeld om de emotionele gevolgen van schokkende gebeurtenissen te verlichten. Het gaat om een scala aan gebeurtenissen die miljoenen mensen kunnen treffen, maar ook beperkt kunnen zijn tot enkelingen, zoals oorlog, vervolging, huiselijk geweld, rampen, ingrijpend verlies en confrontaties in riskante beroepen. Met de uitbreiding van dit stelsel groeide het besef dat de gevolgen niet alleen ingrijpend waren voor de slachtoffers en hun directe omgeving, maar ook voor het functioneren van samenlevingen als geheel. Om deze gevolgen te beperken is het stelsel van specialistische zorg zich niet alleen gaan uitstrekken tot individuele psychische opvang en hulp, maar ook tot maatregelen bij collectieve verwerking, het terugbrengen van maatschappelijke onrust en het vergroten van veerkracht, sinds kort wel omschreven als ‘mentaal kapitaal’.4 De recente ontwikkeling van dit stelsel is opmerkelijk te noemen. Gedurende de gehele geschiedenis van de mensheid hebben zich schokkende gebeurtenissen voorgedaan, die te maken hebben met dood, verwonding en menselijk lijden. De overweldigende ervaringen die zij teweegbrachten, zijn terug te vinden in talloze mythen en verhalen. Om deze ervaringen het hoofd te bieden en van betekenis te voorzien, is in verschillende samenlevingen een grote variatie aan collectieve rituelen ontstaan.5 Sommige van deze rituelen zijn uitgegroeid tot omvangrijke geloofssystemen onder leiding van religieuze specialisten, gericht op verlossing van het lijden. Deze rol is vooral in westerse landen 1 Gersons, Huijsmans-Rubingh, Olff (2004), 1429. Het cijfer van 950 gewonden moet enigszins worden gerelativeerd, omdat het ook licht gewonden betreft, zoals mensen met schaafwonden. Mededeling Joris IJzermans in een gesprek d.d. 31 januari 2007. 2 De Kloet, Vermetten, Unck (2002), 37, 41 en 42; Schok, Mouthaan, Weerts (2003), 56. Zie verder: Zie Gersons (2005), 13 en defensie.nl. 3 Nota Veteranenzorg (2005), 24-25 en Kamerbrief Moties veteranenzorg 3-11-2005. 4 Weehuizen (2008). Zie over de plaats die psychische trauma’s in de samenleving zijn gaan innemen: Igodt (1997). 5 Henri Ellenberger (1970, 5) noemt als voorbeelden: het terugbrengen van de gestolen ziel, het uitdrijven van geesten, het doen van een bekentenis of het vervullen van een (droom)wens.
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 8
04-11-13 12:47
Inleiding
sinds anderhalve eeuw voor een groot deel overgenomen door wetenschappelijk opgeleide specialisten, zoals psychiaters en psychologen. Daarmee ontstond een stelsel dat zich de afgelopen dertig jaar sterk heeft verbreid. Deze ontwikkeling vraagt om een nadere verklaring. De verklaring die hier gezocht wordt, is sociologisch van aard. Dat wil zeggen, schokkende gebeurtenissen en de reacties daarop worden in deze studie gezien als deel uitmakend van maatschappelijke processen en in verband gebracht met bredere maatschappelijke ontwikkelingen. Sociologische studies naar psychische en sociale gevolgen van schokkende gebeurtenissen als zodanig zijn betrekkelijk zeldzaam. Er is wel een ‘sociology of disasters’ met als onderwerp de desorganiserende gevolgen van rampen en er zijn verhandelingen over de moderne samenleving als een ‘risicomaatschappij’.6 Daarnaast zijn er de medische sociologie, waaronder de ‘sociologie van de psychiatrie en psychotherapie’, en een nieuwe tak: de ‘sociology of suffering’, waarin de professionele aandacht voor menselijk leed een van de onderwerpen is.7 In Nederland zijn enkele sociologische studies verricht naar de reacties op schokkende gebeurtenissen en de beleving van het slachtofferschap, met meestal een kritische teneur.8 Toch is er een leemte. Wat ontbreekt, is een historisch-sociologisch onderzoek vanuit een ontwikkelingsperspectief naar het verband tussen veranderingen in de aard en beleving van schokkende gebeurtenissen, de interacties tussen verschillende individuen en groepen die betrokken zijn bij de emotionele gevolgen van deze gebeurtenissen, de ontwikkeling van specialistische hulp en de betekenis hiervan voor het functioneren van moderne samenlevingen. In deze leemte probeert deze studie te voorzien.
9
Om te verduidelijken waar het in deze studie over gaat, is het nodig het begrip schokkende gebeurtenissen nader te omschrijven. In de Nederlandstalige medische en psychologische literatuur wordt de term veelvuldig gebruikt, maar wordt ook gesproken van ‘schokkende ervaringen’ of ‘(psycho)traumatische ervaringen’.9 In de Engelstalige literatuur gaat het vaak over ‘overweldigende ervaringen’ (overwhelming experiences) met al dan niet traumatische gevolgen (trauma, traumatic stress).10 Het meest gebruikte classificatiesysteem van psychiatrische stoornissen, vastgesteld door de American Psychiatric Association (APA), de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, spreekt in de laatste versie uit het jaar 2000 (DSM IV TR) van een ‘traumatische gebeurtenis (traumatic event), die wordt omschreven als een gebeurtenis waarbij iemand geconfronteerd wordt met de dood, de dreiging van dood, een ernstige verwonding of een bedreiging van de fysieke integriteit van zichzelf of anderen, en reageert met intense angst, hulpeloosheid of afschuw.11 De reactie op de gebeurtenis vormt dus onderdeel van deze omschrijving: het al dan niet ‘traumatisch’ of ‘schokkend’ zijn van een gebeurtenis hangt niet louter af van de gebeurtenis zelf. De Gezondheidsraad in Nederland sluit zich hierbij aan met de opmerking: “In strikte zin hangt de vraag of bepaalde gebeurtenissen te beschouwen zijn als traumatisch, (…) af van de reactie erop. Het taalgebruik hieromtrent is echter, ook in de wetenschap, niet consistent: bepaalde ingrijpende en schokkende gebeurtenissen worden betiteld als ‘trauma’ of ook wel ‘traumatisch’ als ze duidelijk de potentie hebben om traumatiserend te zijn.” 12 Hiermee wordt gewezen op 6 Een overzicht van het sociologisch onderzoek naar rampen: Dynes (1988); Kreps (1989) en het handboek: Rodriguez, Quarantelli, Dynes (eds) (2006), Over de ‘risicomaatschappij’: Beck (1986). 7 Een aanzet tot een ‘sociology of suffering’ geeft Wilkinson (2001 en vooral 2005). Daarnaast verzamelbundels van Kleinman, Das, Lock (1997) en Das, Kleinman, Ramphele, Lock (2001). Verder: Kleinman, Kleinman (1991); Sznaider (1996; 1998 en vooral 2001); Frank (1992; 2001); Bendelow en Williams (1995). Over de sociologie van de gezondheidszorg, de psychiatrie en psychotherapie zie de paragraaf in deze inleiding over het historisch-sociologisch perspectief op psychische trauma’s. Van belang is ook de bredere sociologie van emoties: zie: Barbalet (2001); Williams (2001); Boersema e.a. (2009). 8 Withuis (2002); Mooy (2002); Withuis&Mooij (eds.) (2010); Beunders (2002) en meer breder: Boutellier (1993;2002). 9 Zie hierover Aarts, Visser (2007) en de inleiding van Gersons op het boek van Schreuder (2003). 10 Zie o.a. Van der Kolk e.a. (1996); Herman (1993). 11 APA classification DSM IV TR, APA. 12 De Gezondheidsraad (2004, 34) voegt hier aan toe: “Of een ervaring ook werkelijk traumatiserend is, hangt af van allerlei factoren: de aard en ernst van de gebeurtenis, vroegere ervaringen, de eigen reactie tijdens de gebeurtenis, de reactie van de omgeving, andere interfererende problemen.”
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 9
04-11-13 12:47
Trauma en beschaving
10
het feit dat een gebeurtenis die zeer ontwrichtend kan zijn, niet altijd als zodanig wordt ervaren. De betekenis die aan bepaalde gebeurtenissen wordt toegekend varieert per persoon en per cultuur en verandert in de loop van de tijd. Strikt genomen moet er dus een onderscheid worden gemaakt tussen de aard van de gebeurtenis en de beleving ervan, waar betekenistoekenning een centrale rol in speelt. Dit onderscheid zal in deze studie worden aangehouden. Schokkende gebeurtenissen staan buiten de ‘normale’ ervaring en laten zich daarom moeilijk in termen van die ervaring beschrijven; ze zijn ‘onvoorstelbaar’, de gevolgen ‘onuitsprekelijk’. Het overweldigende karakter van de gebeurtenissen leidt niet alleen op emotioneel niveau tot intense reacties, maar verstoort ook op cognitief niveau een aantal basisveronderstellingen over een betekenisvolle wereld, die mensen goedgezind is.13 Binnen de categorie schokkende gebeurtenissen wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen natuurrampen en ‘man made disasters’. ‘Man made disasters’ worden in de literatuur aangemerkt als extra schokkend, vooral als de daders bekenden zijn en de slachtoffers, zoals bij (seksueel) geweld tegen kinderen, voor de eigen veiligheid van de daders afhankelijk – en zeker als de daders ontkennen en de omgeving de reacties miskent.14 Het onderscheid is echter niet scherp, omdat menselijk toedoen bij natuurrampen een rol kan spelen, waarbij deze rol in de loop van de tijd groter is geworden. Desondanks is het onderscheid van belang voor het begrijpen van de gevolgen van schokkende gebeurtenissen. Belangrijk is verder het onderscheid dat in de literatuur wordt gemaakt naar reikwijdte van de directe effecten, ofwel het aantal slachtoffers: enerzijds zijn er gebeurtenissen in de privé-sfeer (bv. kindermishandeling), anderzijds grootschalige rampen en oorlogen met duizenden slachtoffers tegelijkertijd. Sociologisch van belang is dat terugkerende schokkende gebeurtenissen op microniveau als maatschappelijk probleem kunnen worden gedefinieerd, als probleem dat de samenleving aangaat. En omgekeerd kan bij grootschalige gebeurtenissen de aandacht zich richten op individueel leed. Dezelfde gebeurtenissen kunnen dus op verschillende niveaus worden benaderd. De reacties op schokkende gebeurtenissen bestaan niet alleen uit reacties van slachtoffers, maar ook van directe omstanders, familie en bekenden en het bredere publiek, deskundigen en – steeds vaker – overheidsinstanties en andere belanghebbenden als verzekeraars of advocaten. De reacties hangen af van normen van wat als acceptabel wordt beschouwd. Deze normen en de bijbehorende omgangsregels en omgangspraktijken ontwikkelen zich in interacties tussen verschillende partijen Als de belangrijkste vier partijen worden in deze studie onderscheiden: slachtoffers, specialisten, overheden en het grote publiek. In schema:
specialisten slachtoffers
publiek overheden
Deze partijen nemen ten opzichte van elkaar bepaalde posities in en beïnvloeden elkaar. Bij elk van de partijen worden de reacties bepaald door belangen, drijfveren en mogelijkheden. Zij variëren tussen en binnen deze partijen en veranderen in de loop van de tijd. 13 14
Janoff-Bulman (1992); Hafkenscheid (2007). Zie ook: van der Kolk, McFarlane, Weisaeth (1996); Herman (1992); Aarts en Visser (2007). Nicolaï (2003), hoofdstuk 1. Allen (2001) stelt een indeling voor van psychische trauma’s, waarin hij de mate van hechting als uitgangspunt neemt.
S.034.032 FH_VersieArq_57_wt.indd 10
04-11-13 12:47