Toelichting zorgprofielen ggz 2014
Versie 1.0
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Inhoudsopgave 1
Inleiding........................................................................................................................................... 3 1.1 Afbakening van de ggz in 2014 ................................................................................................ 3
2
Methodiek........................................................................................................................................ 6 2.1 Wijzigingen productstructuur .................................................................................................... 6 2.2 Dataselectie .............................................................................................................................. 6
3
Profielen .......................................................................................................................................... 8 3.1 Behandelgroepen ..................................................................................................................... 8 3.2 Behandeling en Verblijf............................................................................................................. 9 3.3 Nadere toelichting productgroepen .......................................................................................... 9 3.3.1
Bijzondere behandelgroepen ........................................................................................ 9
3.3.2
Korte behandelgroepen .............................................................................................. 11
3.3.3
Langdurende / intensieve behandelgroepen .............................................................. 11
Bijlage 1: Overzicht verdeling behandelgroepen.................................................................................... 27 Bijlage 2: Overzicht verdeling behandeling bij 24-uurs verblijf ............................................................... 30 Bijlage 3: Overzicht verdeling behandeling bij 24-uurs verblijf ............................................................... 31 Bijlage 4: Toelichting op de kenmerken in de profielen productgroepen ............................................... 32
© DBC-Onderhoud
2 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
1 Inleiding DBC-Onderhoud brengt, net als voorgaande jaren, de landelijke ggz-profielen uit. De landelijke ggzprofielen kunnen als ondersteuning worden gebruikt bij de zorginkoop- en verkoopgesprekken. In dit document is een beschrijving van de gemaakte bewerkingsslagen als het gevolg van de wijzigingen aan de productstructuur en de gebruikte dataset (hoofdstuk 2). Hierna wordt gestart met een beschrijving van de verdeling van de behandelgroepen in hoofdstuk 3. In dit hoofdstuk worden de algemene profielen en cijfermatige opvallendheden beschreven.
Meer informatie over de wijzigingen in de productstructuur of schoning van de data, kunt u vinden in de verantwoordingsdocumenten van de RG14a release, die op de website van DBC-Onderhoud gepubliceerd zijn.
1.1
Afbakening van de ggz in 2014
Er zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg en de bekostiging ervan. Door het onder andere afsluiten van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord zijn er een aantal afspraken gemaakt die de afbakening van de verschillende vormen van ggz dient te verduidelijken, zoals het verplaatsen van zorg naar de eerste lijn (ook wel: generalistische basis ggz), het inzichtelijk maken van de complexiteit van de zorgvraag en veranderingen met betrekking tot het hoofdbehandelaarschap. Dit alles heeft invloed op de structurering van de geestelijke gezondheidszorg en daarmee de bekostiging. Hieronder enkele korte beschrijvingen van deze ontwikkelingen die vanaf 1 januari 2014 gaan gelden.
Generalistische basis ggz en gespecialiseerde ggz Waarvan er voorheen over de eerstelijns en tweedelijns ggz werd gesproken, is dit vanaf 1 januari 2014 veranderd. Een herstructurering van de geestelijke gezondheidszorg heeft ervoor gezorgd dat er vanaf 2014 sprake is van “generalistische basis ggz” (hierna: basis ggz) en “gespecialiseerde ggz” (figuur 1.1).
Huisarts
Generalistische basis ggz (basis ggz)
Gespecialiseerde ggz
Figuur 1.1 Overzicht geneeskundige ggz
© DBC-Onderhoud
3 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
De huisarts heeft een cruciale rol; deze verwijst de patiënt naar de basis ggz ofwel naar de gespecialiseerde ggz. Basis ggz is bedoeld voor die patiënten die een stoornis hebben waarvan de behandeling binnen de gespecialiseerde ggz niet noodzakelijk of te zwaar is. Waar voorheen maximaal vijf consulten golden binnen de eerstelijns ggz, biedt de basis ggz een aantal producten die een gehele behandeltraject omvatten (van intake tot ontslag). Hierdoor zal de gespecialiseerde ggz voor die patiënten ingezet worden die een complexe zorgvraag hebben. De zorgprofielen zoals in dit document beschreven zijn alleen de producten die gelden voor de gespecialiseerde ggz (voorheen: tweedelijns curatieve ggz).
Hoofdbehandelaarschap De hoofdbehandelaar is degene die, in overleg met de patiënt, het behandelplan opstelt en daardoor verantwoordelijk is voor alle acties omtrent de behandeling van de patiënt. Dit betekent ook dat de hoofdbehandelaar verantwoordelijk is voor alle acties met betrekking tot de declaratie en registratie van de zorg. Met ingang van 1 januari 2014 zijn er nadere specificaties over de hoofdbehandelaar en medebehandelaren binnen de ggz. Er is een limitatieve lijst van beroepen beschikbaar, waarvan alleen die beroepen hoofdbehandelaar mogen zijn. Dit moet de kwaliteit en controleerbaarheid van de ggz vergroten. Daarnaast komt op de declaratie te staan wie de hoofdbehandelaar is, wat het beroep is en hoeveel tijd de hoofdbehandelaar en medebehandelaar aan de patiënt hebben besteedt. Een hoofdbehandelaar dient BIG-geregistreerd te zijn en heeft een GGZ-specifieke opleiding gevolgd. De volgende beroepen kunnen hoofdbehandelaar zijn: psychiater, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, psychotherapeut, specialist ouderengeneeskunde, verslavingsarts, klinisch geriater, verpleegkundig specialist GGZ en GZ-psycholoog.
Zorgvraagzwaarte Binnen de gespecialiseerde ggz bestaat de overtuiging dat verschillen in complexiteit van de zorgvraag van patiënten aanwezig is. Het inzichtelijk maken van verschillen in mate van complexiteit van de zorgvraag, staat ook wel bekend als “zorgvraagzwaarte”. Zorgvraagzwaarte zou een directe relatie hebben met de mate van behandelinzet. Deze informatie is van belang voor de sturingsmogelijkheden van zorgverzekeraars op het in- en verkoopproces. Daarom is, in het kader van het hoofdlijnenakkoord, zorgvraagzwaarte inzichtelijk gemaakt op basis van de patiëntkenmerken binnen de beschikbare DIS-data. Meer informatie over de uitwerking van zorgvraagzwaarte binnen de DBC-systematiek, kunt u vinden in de verantwoordingsdocumenten van de RG14a release, die op de website van DBC-Onderhoud gepubliceerd zijn.
© DBC-Onderhoud
4 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Zorg die niet onder de aanspraak valt Besloten is dat, vanaf 1 januari 2014, diagnosen en activiteiten die niet onder de aanspraak van het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw) vallen, niet langer door middel van de DBCsystematiek geregistreerd en gedeclareerd dienen te worden. Dit betekent dat de DBC-sytematiek bedoeld is voor de producten die onder de aanspraak van de Zvw vallen. De producten die niet onder de aanspraak vallen, dienen door middel van een OVP gedeclareerd te worden.
© DBC-Onderhoud
5 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
2 Methodiek 2.1
Wijzigingen productstructuur
In de productstructuur 2014 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd. Er zijn productgroepen weggevallen als gevolg van de afbakening van zorg die niet onder de aanspraak valt, zoals in het vorige hoofdstuk beschreven. Daarnaast zijn de productgroepen “indirect” en “geen behandeling bij 24-uurs verblijf” komen te vervallen. Zorg die niet onder de aanspraak valt Zoals beschreven bij de algemene ontwikkelingen, is besloten dat vanaf 1 januari 2014 zijn de activiteiten en diagnosehoofdgroepen die niet onder de aanspraak vallen, niet meer binnen de DBCsystematiek opgenomen. Deze dienen door middel van een OVP te worden geregistreerd en 1 gedeclareerd. Dit heeft tot gevolg dat activiteiten met de primaire diagnose vallend onder de volgende diagnosehoofdgroepen geen onderdeel meer van de DBC-systematiek zijn: Aanpassingstoornissen Andere aandoeningen en problemen die een reden voor zorg kunnen zijn Indirecte tijd De productgroep “Indirecte tijd” maakt onderdeel uit van de DBC-productstructuur. De productgroep wordt gebruikt voor registreren van indirecte tijd, waarbij geen directe behandeling of diagnostiek heeft plaatsgevonden. Er is besloten om vanaf 1 januari 2014 zowel initiële als vervolg-DBC’s waarin alleen maar indirecte tijd is geregistreerd te laten uitvallen. DBC’s gestart op of na 1 januari 2014 moeten minimaal directe tijd bevatten om goedgekeurd en daarmee gefactureerd te kunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat de productgroep “Indirecte tijd” hierbij komt te vervallen. Geen behandeling bij 24-uurs verblijf In de productstructuur van de ggz bestaat de productgroep “Geen behandeling bij 24-uurs verblijf”. Verblijf zonder behandeling in de tweedelijns ggz is geen verzekerde zorg en daarom is besloten om vanaf 1 januari 2014 deze productgroep af te schaffen. Vanaf 1 januari 2014 moet een DBC minimaal directe tijd bevatten waardoor afleiden naar de productgroep “Geen behandeling bij 24-uurs verblijf” niet meer mogelijk is.
2.2
Dataselectie
Voor de ontwikkeling van de ggz-zorgprofielen 2014 is gebruik gemaakt van een dataset uit het DBC Informatie Systeem (DIS). Om een zo consistent mogelijk beeld te presenteren is zowel voor de totstandkoming van de productstructuur 2014 als voor de profielen 2014 exact dezelfde DIS-dataset gebruikt. Figuur 2.1 geeft de stappen weer die gezet zijn om tot de gebruikte dataset te komen.
1
Met uitzondering van de activiteiten uit de groepen pré intake, diagnostiek en indirecte tijd.
© DBC-Onderhoud
6 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Selectie: DBC’s gesloten in november 2011 t/m oktober 2012
ongeschoond: 902.603 − 95.831
na validatie: 806.772
− 1.736
na correctie: 805.036
Figuur 2.1: Aantal DBC’s in de dataset
De zorgprofielen zijn gebaseerd op de dataset van DBC’s gesloten in november 2011 tot en met oktober 2012. Deze dataset bestaat ui 902.603 DBC’s. Na het valideren van de DIS-dataset blijven er 806.772 DBC’s over. In verband met de bovengenoemde wijzigingen in de productstructuur, zijn er correcties toegepast. Daartoe zijn er bepaalde productgroepen uit de dataset verwijderd, als gevolg van afbakening van zorg die niet onder de aanspraak valt. Daarnaast zijn de productgroepen “indirect” en “geen behandeling bij 24-uurs verblijf” verwijderd uit de dataset. Na deze correctie komt het totaal 2 aantal DBC’s uit op 805.036 DBC’s. Dit aantal is ook gebruikt voor de productprijsberekening.
NB :Doordat vorig jaar de definitie van Crisis-DBC’s is aangescherpt en deze ‘nieuwe’ DBC’s nog niet in de dataset van DBC-Onderhoud zitten is een simulatie toegepast. Dit heeft tot gevolg dat de doorlooptijd in de profielen van Crisis-DBC’s een andere (te hoge) waarde heeft dan de 28 dagen die het maximaal kan hebben. Meer informatie over de dastaset die gebruikt is voor de productprijsberekening, kunt u vinden in de verantwoordingsdocumenten van de RG14a release, die op de website van DBC-Onderhoud gepubliceerd zijn.
2
In de PPB zijn vier DBC’s extra geschoond waardoor het aantal in het verantwoordingsdocument op 805.032 komt te staan.
© DBC-Onderhoud
7 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
3 Profielen 3.1
Behandelgroepen
De verdeling van de DBC’s over de clusters van behandelgroepen staat in tabel 3.1. Deze tabel laat zien dat het merendeel (52,4%) van de DBC’s in de lange/intensieve behandelgroepen zit. Aantal DBC’s
Percentage
Bijzondere behandelgroepen
228.125
28,30%
Korte behandelgroepen
155.237
19,50%
Lange / intensieve behandelgroepen
421.674
52,20%
Totaal
805.036
100,0%
Cluster
Tabel 3.1 Verdeling DBC’s over clusters
In figuur 3.1 is te zien hoe er een onderverdeling is binnen de bijzondere, korte en lange behandelgroepen. In de volgende paragraaf wordt nader uitgelegd wat alle subgroepen inhouden en wat de opvallende waarnemingen zijn.
Figuur 3.1 Onderverdeling binnen de behandelgroepen
© DBC-Onderhoud
8 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
3.2
Behandeling en Verblijf
In bijlagen 2 en 3 staan opnieuw een verdeling van de DBC’s naar hoofdgroep. De tabel in bijlage 2 laat vervolgens een onderverdeling zien van DBC’s met (klinisch) en zonder 24-uurs verblijf (ambulant). Wat ook dit jaar blijft opvallen is dat maar 6,3 % van het aantal DBC’s een klinische periode (minimaal 1) verblijfsdag kent. Hiermee is af te leiden dat 94% van de behandelingen in de e 2 lijns ggz ambulante trajecten zijn. Het aandeel klinische trajecten is net als in de profielen 2013 het hoogst bij de diagnosegroepen gerelateerd aan verslavingsstoornissen (28,1% bij alcohol gerelateerde stoornissen en 22,0% bij aan overige aan middel gebonden stoornissen ) schizofrenie (21,5%) en bipolaire stoornissen (17,9%). Als er in opvolgende kolommen wordt uitgesplitst naar de circuits is te zien dat het bij schizofrenie voornamelijk de opname plaatsvindt in het circuit volwassenen (volwassene kort en volwassenen lang zijn samen 63,9%). Bijlage 3 geeft het gemiddelde aantal opname dagen weer per DBC hoofdgroep. Deze is voor alle klinische DBC’s gemiddeld 54 dagen dit aantal is 9 dagen lager dan in 2013. De stoornissen in de kindertijd (Aandachtstekort, Pervasief en Overig kindertijd) kennen gemiddeld de langste klinische periodes (respectievelijk 85, 932 en 107 opnamedagen). Daarnaast kennen de groepen ‘Delirium, dementie overig’ en schizofrenie ook lange opnametrajecten (respectievelijk 84 en 76 opnamedagen).
3.3
Nadere toelichting productgroepen
De volgende sectie gaat per productgroep dieper in op de kwantitatieve bevindingen in de algemene zorgprofielen. Hierbij moet vooraf worden vermeld dat de meest opvallende waarnemingen worden vermeld en dat deze sectie is bedoeld om de lezer te ondersteunen in het beoordelen van de landelijke zorgprofielen.
3.3.1
Bijzondere behandelgroepen
De bijzondere behandelgroepen bestaan, vanaf 1 januari 2014, uit productgroep diagnostiek en productgroep crisis. Dit zijn DBC’s met specifieke kenmerken, waar het ofwel om een crisissituatie gaat ofwel om DBC’s waar geen directe tijd behandeling of begeleiding is geregistreerd, maar alleen activiteiten diagnostisch van aard. Diagnostiek De DBC’s die binnen de diagnostiek productgroepen vallen, zijn DBC’s die activiteiten bevatten zoals pre-intake, diagnostiek en algemeen indirecte tijd. Binnen deze DBC’s is geen behandeling geregistreerd. Binnen de productgroep zit een onderscheid tussen producten voor volwassenen en producten voor kinderen en jeugdigen; de producten voor volwassenen lopen tot meer dan 800 minuten, waarbij de productgroepen van kinderen en jeugdigen tot meer dan 1800 minuten lopen. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “diagnostiek” staat in tabel 3.2. Dit laat zien dat de totale verdeling van de diagnostische DBC’s ten opzichte van alle productgroepen 16,0% is.
© DBC-Onderhoud
9 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Productgroep Diagnostiek – vanaf 1 tot en met 99 minuten
Tarief
Verdeling DBC’s 8,8%
Diagnostiek – vanaf 100 tot en met 199 minuten
14,1%
Diagnostiek – vanaf 200 tot en met 399 minuten
17,7%
Diagnostiek – vanaf 400 tot en met 799 minuten
10,8%
Diagnostiek – vanaf 800 tot en met 1199 minuten
3,2%
Diagnostiek – vanaf 1200 tot en met 1799 minuten (jeugd)
1,3%
Diagnostiek – vanaf 1800 minuten (jeugd)
0,6% 16,0% van totale dataset
Tabel 3.2 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: De meeste diagnostische DBC’s liggen tussen de 100 en 800 minuten, namelijk ruim 40%. Het aandeel vervolg-DBC’s is laag; rond de 95% van de DBC’s zijn initiële DBC’s. Dit betekent dat diagnostische DBC’s als eerste binnen een zorgtraject voorkomen. De initiële DBC’s hebben ook een doorlooptijd die ver onder de 365 dagen ligt; over de gehele referentiegroep is het 164 dagen. Veelal van de diagnostische DBC’s wordt multidisciplinaire behandelinzet gehanteerd. Met het oplopen van de tijd, zijn er ook meerdere beroepen (4 of meer) betrokken bij de diagnostische DBC’s. De inzet van de GZ-psycholoog en de algemeen psycholoog stijgt naarmate de tijdsbesteding binnen de diagnostiekfase ook stijgt (gezamenlijk 42% bij meer dan 1800 minuten). De inzet van de psychiater en de SPV-er daalt echter met het oplopen van de tijd. Het relatieve percentage algemeen indirecte tijd (act 7.x) loopt op met het aantal minuten. Er wordt over het algemeen geen verblijf, dagbesteding of begeleiding binnen de diagnostiekfase ingezet. Het merendeel van diagnostische DBC’s die bij kinderen en jeugdigen worden ingezet, zijn voor mannen.
© DBC-Onderhoud
10 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
3.3.2
Korte behandelgroepen
Veel DBC’s zullen niet in één van de ‘bijzondere’ productgroepen vallen. Als er sprake is van direct patiëntcontact op activiteiten zoals behandeling en begeleiding, dan komen DBC’s in één van de groepen voor de korte of voor de langdurende behandelingen terecht. Afhankelijk van de hoeveelheid directe tijd valt deze binnen de productgroep categorieën behandeling kort of langdurende en/of intensieve behandeling. De korte behandelgroepen zijn DBC’s waar tot 250 minuten directe tijd (inclusief dagbesteding) voorkomt. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “behandeling kort” staat in tabel 3.4. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 19,4% is. Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Behandeling kort – vanaf 1 tot en met 99 minuten
18,4%
Behandeling kort – vanaf 100 tot en met 199 minuten
26,4%
Behandeling kort – vanaf 200 tot en met 399 minuten
39,6%
Behandeling kort – vanaf 400 minuten
15,6% 19,4% van totale dataset
Tabel 3.4 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Veel van de kortdurende productgroepen zijn vervolg-DBC’s. Wanneer de tijd oploopt, neemt het aandeel vervolg-DBC’s af; respectievelijk 90% in de laagste groep tot 50% in de hoogste groep. Gemiddeld heeft een kortdurende productgroep een doorlooptijd van 233 dagen. De doorlooptijd van de activiteiten is korter, namelijk 191 dagen. Dit is echter opvallend te noemen door het lage aantal directe minuten die besteedt mag worden in deze groepen (maximaal 250 minuten). Het relatieve aandeel van indirecte tijd neemt toe wanneer de tijd oploopt binnen de behandelgroep, van 39 % in de laagste groep tot 62% in de hoogste groep. In de laagste groep wordt er vooral monodisciplinair behandeld (inzet van 1 functie is 77%). Wanneer de tijd oploopt, is er een verschuiving naar multidisciplinair te zien. Het aandeel van farmacotheraptie is in de laagste groep hoog (30%); dit daalt naar 7% in de hoogste groep. Dit aandeel in de laagste groep kan hoogstwaarschijnlijk worden toegeschreven aan de psychiater. Het aandeel van de psychiater is namelijk hoog in de laagste groep (45%). Deze neemt echter ook af naarmate de tijd oploopt. Het relatieve aandeel van algemeen indirecte tijd stijgt naarmate de tijdsbesteding ook toeneemt. Respectievelijk van 18% in de laagste groep naar 37% in de hoogste groep. Binnen de kortdurende groepen is er een aandeel van begeleiding te vinden. Gemiddeld wordt gezamenlijk 4% begeleiding geregistreerd. Ook zijn er verblijfsdagen geregistreerd op kortdurende behandelgroepen. Gemiddeld worden er nog 15 verblijfsdagen geregistreerd.
3.3.3
Langdurende / intensieve behandelgroepen
Indien een DBC directe tijd heeft op bijvoorbeeld behandeling of begeleiding en er minimaal 250 minuten directe tijd (inclusief dagbesteding) is geregistreerd, valt de DBC in de langdurende
© DBC-Onderhoud
11 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
behandelgroepen. Deze behandelgroepen zijn opgedeeld op basis van de diagnosen. Dit betekent dat er een onderscheid wordt gemaakt in totaal 14 subgroepen: Aandachtstekort- en gedragsstoornissen Pervasief Overige stoornissen in de kindertijd Delirium, dementie en overig Alcohol Overig aan een middel Schizofrenie Depressie Bipolair en overig Angst Restgroep diagnoses Persoonlijkheid Somatoforme stoornissen Eetstoornissen
© DBC-Onderhoud
12 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Aandachtstekort- en gedragsstoornissen De productgroepen aandachtstekort- en gedragstoornissen zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk stoornissen in de kindertijd. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “aandachtstekort- en gedragsstoornissen” staat in tabel 3.5. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 5,4% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 250 tot en met 799 minuten
23,3%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
44,8%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
18,7%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
9,5%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
2,9%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0, 6%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,1%
Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 24000 minuten
0,1% 5,4% van totale dataset
Tabel 4.5 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: De meeste DBC’s vallen onder de productgroep van 800 tot en met 1799 minuten, namelijk bijna 45%. Een groot deel van de patiënten met een diagnose vallend onder deze productgroep hebben een korte ofwel lange behandelgroep, waarvan relatief vaak een vervolg-DBC die in behandeling kort valt. Het aandeel van indirecte tijd laat een afwijkend patroon zien; de productgroepen tot 12.000 minuten laten een stijgende lijn zien met het oplopen van de tijd. Vanaf 12.000 minuten daalt het aandeel van het aandeel indirecte tijd echter bij oplopen van de tijdsbesteding. Over het algemeen wordt over bij alle productgroepen multidisciplinair behandeld (2 of meer betrokken functies bij de behandeling). In de patiëntenpopulatie vallend onder deze productgroepen komen vaak studie/scholingsproblemen en problemen binnen de primaire steungroep voor bij de psychosociale factoren. De studie/scholingsproblemen is te verklaren door de lage leeftijdspopulatie; veelal hebben patiënten een leeftijd tussen de 5 en 20 jaar. Daarvan zijn het merendeel van deze patiënten man (circa 65%). Tot 6000 minuten wordt veelal diagnostiek en algemeen indirecte tijd geregistreerd. Opvallend is de relatieve hoge inzet van de psycholoog (zonder specialisatie) tot 3000 minuten. Vanaf 6000 minuten valt de inzet van de gedragstherapeut en SPV-er op. Daarbij worden in de groepen vanaf 6000 minuten meer activerende begeleiding geregistreerd.
© DBC-Onderhoud
13 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Pervasief De productgroepen pervasieve stoornissen zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk stoornissen in de kindertijd. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “pervasieve stoornissen” staat in tabel 3.6. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 3,9% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Pervasief - vanaf 250 tot en met 799 minuten
18,8%
Pervasief - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
38,1%
Pervasief - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
22,0%
Pervasief - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
14,2%
Pervasief - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
5,2%
Pervasief - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
1,1%
Pervasief - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,4%
Pervasief - vanaf 24000 minuten
0,3% 3,9% van totale dataset
Tabel 5.6 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: De meeste DBC’s vallen onder de productgroepen tot 6000 minuten, gezamenlijk beslaat dit ruim 90% van alle DBC’s binnen pervasieve stoornissen. Een groot deel van de patiënten met een diagnose vallend onder deze productgroep hebben een korte ofwel lange behandelgroep, waarvan relatief vaak een vervolg-DBC die in behandeling kort valt. De doorlooptijd van de activiteiten ligt tussen de 300 en 1.500 dagen. Vooral bij de productgroepen van 6000 tot 24000 minuten ligt de doorlooptijd van activiteiten relatief hoog. Vergelijkbaar met aandachtstekort- en gedragsstoornissen komt de diagnose pervasieve stoornissen voor het merendeel voor bij mannen (circa 80%) en zijn de patiënten vaak tussen de 5 en de 20 jaar (circa 65%). Daarnaast komen ook hier vaak studie/scholingsproblemen en problemen binnen de primaire steungroep voor op as 4 (aanwezigheid van psychosociale factoren). Bij patiënten met een diagnose vallend onder pervasieve stoornissen, wordt er over het algemeen multidisciplinair behandeld (2 of meer betrokken functies bij de behandeling). Opvallend is het hoge gebruik van de administratieve sluitreden, wat er op kan wijzen dat er sprake is van zorgtrajecten met meer dan één DBC. De inzet van de GGZ-agoog en SPV-er stijgt bij productgroepen vanaf 6.000 minuten. Opvallend is de stijging van het aantal verblijfsdagen vanaf 6.000 minuten.
© DBC-Onderhoud
14 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Overige stoornissen in de kindertijd De productgroep overige stoornissen in de kindertijd zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk stoornissen in de kindertijd. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “overige stoornissen in de kindertijd” staat in tabel 3.7. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 2,3% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met 799 minuten
10,8%
Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
33,8%
Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
36,8%
Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
16,1%
Overige kindertijd - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
1,9%
Overige kindertijd - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,4%
Overige kindertijd - vanaf 18000 minuten
0,2% 2,3% van totale dataset
Tabel 6.7 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: De meeste DBC’s vallen onder de productgroepen tot 6.000 minuten, gezamenlijk beslaat dit ruim 90% van alle DBC’s binnen overige stoornissen in de kindertijd. Opvallend is dat een relatief groot deel van de patiënten met een diagnose vallend onder overige stoornissen in de kindertijd een diagnostiek DBC hebben. Dit is ook te zien in de productgroepen tot 1.800 minuten; hier is het aandeel diagnostiek groot. Het patiëntenprofiel is vergelijkbaar met pervasieve ontwikkelingsstoornissen en aandachtstekorten gedragsstoornissen; het merendeel is man (circa 60%) en de patiënten zijn vaak tussen de 5 en de 20 jaar (circa 90%). Daarnaast komen ook hier vaak studie/scholingsproblemen en problemen binnen de primaire steungroep voor op as 4 (aanwezigheid van psychosociale factoren). Wel is opvallend dat ook vaak geen factor op as 4 is geregistreerd. De inzet van een pedagoog (waaronder orthopedagoog) is relatief hoog bij groepen tot 6.000 minuten. Bij groepen vanaf 6.000 minuten is de inzet van SPV-ers relatief hoog. Opvallend is de stijging van het aantal verblijfsdagen bij groepen vanaf 6.000 minuten.
© DBC-Onderhoud
15 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Delirium, dementie en overig De productgroep delirium, dementie en overig zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Delirium, dementie en amnestische en andere cognitieve stoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “delirium, dementie en overig” staat in tabel 3.8. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 2,0% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Delirium dementie en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten
22,2%
Delirium dementie en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
50,3%
Delirium dementie en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
16,0%
Delirium dementie en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
8,2%
Delirium dementie en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
2,7%
Delirium dementie en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,4%
Delirium dementie en overig - vanaf 18000 minuten
0,2% 2,0% van de gehele dataset
Tabel 7.8 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: De meeste DBC’s vallen onder de productgroepen tot 3.000 minuten, gezamenlijk beslaat dit bijna 90% van alle DBC’s binnen delirium, dementie en overig. Naast de korte en lange behandelingen, is het opvallend dat er ook relatief vaak diagnostiek en crisis DBC’s voorkomen bij patiënten met een diagnose vallend onder delirium, dementie en overig. Ongeveer 90% van de patiënten zijn ouder dan 40 jaar. De inzet van een SPV-er is relatief hoog. Bij de groepen vanaf 3.000 minuten wordt de koppositie van de SPV-er gedeeld met de verpleegkundige (art. 3). Vanaf 3.000 minuten wordt er relatief veel dagbesteding en activerende begeleiding gegeven. Ook is er een stijging in het aantal verblijfsdagen te zien, tot ongeveer 85% met een gemiddelde van 259 dagen in de hoogste groep. Het aandeel groepsactiviteiten is vanaf 6.000 minuten relatief hoog. Opvallend is dat vanaf 18.000 bij alle DBC’s 4 of meerfuncties worden ingezet bij de behandeling.
© DBC-Onderhoud
16 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Alcohol De productgroep alcohol zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Aan een middel gebonden stoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “alcohol” staat in tabel 3.9. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 2,1% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Alcohol - vanaf 250 tot en met 799 minuten
21,6%
Alcohol - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
37,4%
Alcohol - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
17,1%
Alcohol - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
15,6%
Alcohol - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
6,9%
Alcohol - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
1,1%
Alcohol - vanaf 18000 minuten
0,3% 2,1% van totale dataset
Tabel 8.9 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Opvallend is dat er relatief veel crisis-DBC’s worden geregistreerd bij patiënten met een diagnose vallend onder “aan alcohol gebonden stoornissen”. Patiënten zijn vaak mannelijk en de leeftijd van de patiënten ligt over het algemeen tussen de 20 en 65 jaar (circa 90%). Te zien is dat DBC’s in de laagste groep vaker worden afgesloten met de reden liggend bij de patiënt (ongeveer 20% ten opzichte van 6% van de referentiegroep). Dit kan er op wijzen dat er bij deze patiënten vaker sprake is van drop-out. In de hogere groepen wordt de DBC administratief afgesloten, wat er op kan wijzen dat er sprake is van een behandeling langer dan 365 dagen. Er wordt vaak multidisciplinair behandeld. Het aantal functies dat wordt ingezet bij de behandeling loopt zelfs op tot 98% bij de productgroepen tot 18.000 minuten. Een van de functies die dan relatief vaak wordt ingezet is de maatschappelijk werkende en verpleegkundige (art. 3). Vanaf 1.800 minuten zijn er relatief veel verblijfsdagen te zien, dat oploopt tot 81% met gemiddeld 120 dagen. Ook wordt er veel dagbesteding en activerende begeleiding gegeven.
© DBC-Onderhoud
17 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Overig aan een middel De productgroep overig aan een middel zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Aan een middel gebonden stoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “alcohol” staat in tabel 3.10. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 2,3% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Overige aan een middel - vanaf 250 tot en met 799 minuten
18,5%
Overige aan een middel - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
35,7%
Overige aan een middel - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
18,9%
Overige aan een middel - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
17,9%
Overige aan een middel - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
7,1%
Overige aan een middel - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
1,3%
Overige aan een middel - vanaf 18000 minuten
0,5% 2,3% van totale dataset
Tabel 9.10 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Er is een vergelijkbaar patiëntenprofiel te zien als “aan alcohol gebonden stoornissen”; patiënten zijn vaak mannelijk en de leeftijd van de patiënten ligt over het algemeen tussen de 20 en 65 jaar (circa 90%). Ook hier is te zien dat in de laagste groep vaker wordt afgesloten met een reden liggend bij de patiënt (ongeveer 20% ten opzichte van 6% van de referentiegroep). Dit kan er op wijzen dat er bij deze patiënten vaker sprake is van drop-out. In de hogere groepen wordt de DBC administratief afgesloten, wat er op kan wijzen dat er sprake is van een behandeling langer dan 365 dagen. Er wordt vaak multidisciplinair behandeld. Het aantal functies dat wordt ingezet bij de behandeling loopt zelfs op tot 93% bij de productgroepen tot 18.000 minuten. Ook bij deze groep is een van de functies die dan relatief vaak wordt ingezet is de maatschappelijk werkende en verpleegkundige (art. 3). Vanaf 1.800 minuten zijn er relatief veel verblijfsdagen bij veel DBC’s te zien, dat oploopt tot 80% met gemiddeld 163 dagen. Ook wordt er veel dagbesteding, activerende en structurerende begeleiding gegeven. Bij dagbesteding hebben ongeveer de helft van het aantal DBC’s in de hoogste groepen dagbesteding, die oploopt tot gemiddeld 487 uur tegenover gemiddeld 107 uur dagbesteding bij de referentiegroep.
© DBC-Onderhoud
18 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Schizofrenie De productgroep overig aan een middel zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Schizofrenie en andere psychotische stoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “schizofrenie” staat in tabel 3.11. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 4,9% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Schizofrenie - vanaf 250 tot en met 799 minuten
15,0%
Schizofrenie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
32,3%
Schizofrenie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
19,9%
Schizofrenie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
20,2%
Schizofrenie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
10,6%
Schizofrenie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
1,7%
Schizofrenie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,3%
Schizofrenie - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten
0,1%
Schizofrenie - vanaf 30000 minuten
0,0% 4,9% van de totale dataset
Tabel 10.11 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Opvallend is het relatief hoge aandeel van crisis-DBC’s (circa 30%) en bij de lange behandelgroepen het grote aandeel van vervolg-DBC’s (circa 55% waarvan 30% vervolg DBC’s). Het patiëntenprofiel is over het algemeen dat er vaak sprake is van mannelijke patiënten (circa 60%) en dat de gemiddelde leeftijd tussen de 20 en 65 jaar ligt. Er wordt veelal multidisciplinair behandeld, namelijk ongeveer 80% van de DBC’s hebben 2 of meer betrokken functies bij de behandeling. Daarbij zijn de meest betrokken functies die van de psychiater en SPV-er (gezamenlijk ongeveer 60%). Het aandeel van de psychiater verschuift in de hogere groepen echter naar de verpleegkundige. Naast reguliere zorg, is het opvallend dat er ook relatief vaak sprake is van bemoeizorg bij patiënten met schizofrenie. Er lijken langere trajecten te zijn dan 365 dagen; veel DBC’s worden namelijk afgesloten vanwege administratie redenen. Dit lijkt er op te duiden dat er vaak sprake is van meerdere DBC’s in één zorgtraject. Vanaf 3.000 minuten is er relatief meer sprake van verblijf, dagbesteding en begeleiding.
© DBC-Onderhoud
19 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Depressie De productgroep overig aan een middel zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Stemmingsstoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “depressie” staat in tabel 3.12. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 10,2% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Depressie - vanaf 250 tot en met 799 minuten
27,6%
Depressie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
42,1%
Depressie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
16,3%
Depressie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
9,4%
Depressie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
3,8%
Depressie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,7%
Depressie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,1%
Depressie - vanaf 24000 minuten
0,1% 10,2% van de gehele dataset
Tabel 11.12 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Depressieve stoornissen is een veelvoorkomende diagnose bij patiënten. Het merendeel van alle DBC’s valt onder de 1.800 minuten, namelijk ongeveer 70%. Veelal is er sprake van lange, intensieve behandelgroepen, waar ongeveer de helft bestaat uit initiële DBC’s. De patiënten die een depressieve stoornis hebben, zijn merendeels vrouwelijk (circa 60%). Monodisciplinaire behandeling neemt af naarmate de minuten oplopen. In de hoogste groepen heeft ongeveer 80% van de DBC’s meer dan twee betrokken functies. De inzet van psychiaters is hoog in de laagste groepen. Deze inzet neemt echter af bij het oplopen van de minuten. Het aandeel van psychotherapie in de groep van 1.800 tot 3.000 minuten is relatief hoog.
© DBC-Onderhoud
20 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Bipolair en overig De productgroep overig aan een middel zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Stemmingsstoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “bipolair en overig” staat in tabel 3.13. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 2,0% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Bipolair en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten
29,4%
Bipolair en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
35,4%
Bipolair en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
15,3%
Bipolair en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
12,6%
Bipolair en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
6,1%
Bipolair en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,9%
Bipolair en overig - vanaf 18000 minuten
0,2%
Totaal
2,0%
Tabel 12.13 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Net als bij schizofrenie, is bij deze diagnose te zien dat er relatief vaker sprake is van een crisissituatie. Ongeveer 20% van de patiënten heeft een crisis-DBC. Daarnaast zijn er bij de korte en lange/intensieve behandelgroepen relatief vaak vervolg-DBC’s. Dit lijkt erop dat zorgtrajecten langer duren dan 365 dagen. Een hoog percentage van het aantal patiënten is tussen de 40 en 65 jaar (circa 60%). Ook is een groot deel van de patiënten vrouwelijk. De gemiddelde doorlooptijd is relatief lang; van gemiddeld 324 dagen in de kortste groep tot 355 dagen in de langste groep. De GAF-score ligt in 80% van de DBC’s tussen de 31 en 70. De inzet van de psychiater en SPV-er is relatief hoog; gezamenlijk bieden zij ongeveer 40% van de behandeling. In de hogere groepen is er ook een lichte verschuiving naar de verpleegkundige (art. 3) te zien. Vanaf 3.000 minuten is er sprake van veel verblijf, dagbesteding en begeleiding. Verblijf loopt zelfs op naar gemiddeld 187 dagen en begeleiding is in 70% van de DBC’s te vinden met gemiddeld 3.000 minuten.
© DBC-Onderhoud
21 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Angst De productgroep angst zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Angststoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “bipolair en overig” staat in tabel 3.14. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 7,8% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Angst - vanaf 250 tot en met 799 minuten
25,7%
Angst - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
43,9%
Angst - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
17,6%
Angst - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
9,3%
Angst - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
2,7%
Angst - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,5%
Angst - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,1%
Angst - vanaf 24000 minuten
0,0% 7,8% van totale dataset
Tabel 13.14 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Naast depressieve stoornissen is angststoornissen ook een veelvoorkomende diagnose bij patiënten. Patiënten met een angststoornis zijn vaak vrouwelijk (circa 65%) en vallen in de leeftijdscategorie tussen de 20 en 40 jaar. Het merendeel van de patiënten zit in de productgroep 800 tot 1800 minuten. Bijna 65% heeft een lange / intensieve behandelgroep , waar ongeveer 60% een initiële DBC heeft en ongeveer 40 % een vervolg-DBC. In de productgroepen tot 1.800 minuten wordt de afsluitreden “afsluiten DBC administratief of vanwege openen vervolg-DBC” minder gebruikt in vergelijking met de referentiegroep. Binnen deze groepen wordt de DBC vaker gesloten omdat het in onderling overleg is beëindigd (circa 50% tegenover 28% bij de referentiegroep). Wanneer de tijdsbesteding oploopt wordt de DBC echter wel vanwege administratieve redenen gesloten. Dit wijst erop dat wanneer patiënten in hogere productgroepen vallen ze ook vaker te maken hebben met zorgtrajecten met meer dan één DBC. Psychotherapie wordt relatief vaker gegeven bij patiënten met een angststoornis. Hierdoor is het hogere aandeel van de psychotherapeut ook te verklaren. Bij het oplopen van de tijdsbesteding, stijgt tevens het aantal verblijfsdagen en het aandeel dagbesteding en begeleiding (activerend en ondersteund). Dit loopt op naar rond de 200 verblijfsdagen, 2.000 minuten begeleiding en 400 uur dagbesteding. Vanaf 6.000 minuten is het aandeel groepscontacten relatief groot in vergelijking met de referentiegroep.
© DBC-Onderhoud
22 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Restgroep diagnoses De productgroep “restgroep diagnoses” is een verzamelnaam voor verschillende diagnosehoofdgroepen op As1 en As2 van de DSM-IV-TR. De hoofdgroepen die hier onder vallen zijn: Psychische stoornissen door een somatische aandoening Nagebootste stoornissen Dissociatieve stoornissen Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Slaapstoornissen Stoornissen in de impulsbeheersing Zwakzinnigheid (stoornissen inde kindertijd) Zwakbegaafdheid (bijkomende problemen die een reden voor zorg kunnen zijn) DC;03 Kinder- en jeugdstoornissen De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “restgroep diagnoses” staat in tabel 3.15. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 1, 7% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot en met 799 minuten
30,4%
Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
40,0%
Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
15,5%
Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
10,1%
Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
2,9%
Restgroep diagnoses - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
0,7%
Restgroep diagnoses - vanaf 18000 minuten
0,2% 1,7% van totale dataset
Tabel 14.15 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Patiënten met een primaire diagnose vallend onder de restgroep diagnoses, vallen ze vaak in
de productgroep van 250 tot 1.800 minuten (circa 70%).
Bijna 60% van de patiënten heeft een lange / intensieve behandelgroep , waar het vaak een initiële DBC betreft. Ook zijn er relatief vaak diagnostiekproducten, namelijk rond de 10%. De productgroep 250 tot 800 minuten zijn vaak diagnostiekproducten; het aandeel diagnostiek is relatief hoog en er is vaak sprake van een initiële DBC. Hoe hoger de productgroepen, hoe vaker de afsluitreden “afsluiten DBC administratief of vanwege openen vervolg-DBC” wordt gebruikt. Dit kan betekenen dat dit patiënten zijn die langer dan een jaar behandeld zijn en worden. Bij de groepen vanaf 3000 minuten zijn er relatief meer nevendiagnosen en psychosociale factoren aanwezig bij patiënten. Rond de 45%heeft meer dan 1 nevendiagnose en heeft rond de 60% psychosociale factoren die van invloed zijn op de behandeling. Daarvan is dit vaak “problemen binnen de primaire steungroep”.
© DBC-Onderhoud
23 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Persoonlijkheid De productgroep “persoonlijkheid” zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Persoonlijkheidsstoornissen op As 2. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “persoonlijkheid” staat in tabel 3.16. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 5,7% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Persoonlijkheid - vanaf 250 tot en met 799 minuten
19,7%
Persoonlijkheid - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
38,0%
Persoonlijkheid - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
20,0%
Persoonlijkheid - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
13,9%
Persoonlijkheid - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
6,5%
Persoonlijkheid - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
1,4%
Persoonlijkheid - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
0,3%
Persoonlijkheid - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten
0,1%
Persoonlijkheid - vanaf 30000 minuten
0,0%
Totaal
5,7% van totale dataset
Tabel 15.16 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Het merendeel van de DBC’s vallen in de productgroepen tussen de 800 en 3.000 minuten (circa 60%). De patiënten met een persoonlijkheidsstoornis zijn over het algemeen vrouwelijk (ongeveer 70%) tussen de 20 en 40 jaar. Veelal hebben patiënten met een persoonlijkheidsstoornis een lange / intensieve behandelgroep, waarvan het aandeel initieel en vervolg ongeveer even groot is. Ook is opvallend dat er relatief vaak sprake is van crisis-DBC’s. Opvallend is dat er relatief vaker sprake is van monodisciplinaire behandeling tegenover multidisciplinaire behandeling. Vanaf 800 minuten wordt er steeds meer multidisciplinair behandeld, waar het aantal functies grotendeels 4 of meer functies zijn. Het aandeel van psychotherapeuten is relatief groot (circa 20%) in de groepen tot 3.000 minuten. Na 3.000 minuten verandert het functieprofiel, waarin de verpleegkundige ook een steeds groter aandeel krijgt. Bij het oplopen van de tijdsbesteding, wordt het aandeel van verblijf, dagbesteding en begeleiding ook steeds groter.
© DBC-Onderhoud
24 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Somatoform De productgroep “somatoform” zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Somatoforme stoornis op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “somatoform” staat in tabel 3.17. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 1,3% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Somatoforme - vanaf 250 tot en met 799 minuten
29,1%
Somatoforme - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
44,7%
Somatoforme - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
15,3%
Somatoforme - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
8,0%
Somatoforme - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
2,4%
Somatoforme - vanaf 12000 minuten
0,6%
Totaal
1,3% van totale dataset
Tabel 16.17 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Veel van de patiënten met een somatoforme stoornis hebben een lange / intensieve behandelgroep, waar het aandeel initiële DBC’s groot is. Opvallend is dat het vaak vrouwelijke patiënten betreft (ongeveer 60%), waar de leeftijd over het algemeen hoger ligt dan de andere groepen (tussen 40 en 65 jaar). De patiënten met een somatoforme stoornis hebben vaak te maken met werkproblemen op psychosociaal gebied. Tot 1.800 minuten word veelal door één functie behandeld. Naarmate de tijdsbesteding oploopt, is te zien dat er meerdere functies worden ingezet bij de behandeling. De functies die een groot aandeel hebben bij de behandeling van somatoforme stoornissen zijn: psycholoog (geen verdere specialisatie) en GZ psycholoog. Het aandeel van de verpleegkundigen is opvallend laag tot 1.800 minuten. Na de 1.800 minuten is echter ook te zien dat het aantal verblijfsdagen stijgt en daarbij de inzet van de verpleegkundigen. Dit lijkt te wijzen op dat de patiënten in de hogere groepen een behandeling krijgen met een verplegend karakter. Het valt op dat tot 3.000 minuten er relatief veel psychotherapie wordt geboden. Vanaf 6.000 minuten is te zien dat de patiënten vaak te maken hebben met een nevendiagnose. Ongeveer 40% heeft één nevendiagnose, waarvan ruim 60% zelfs meerdere nevendiagnosen heeft.
© DBC-Onderhoud
25 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Eetstoornissen De productgroep “eetstoornissen” zijn DBC’s waarbij de primaire diagnose is gesteld in het kader van een specifiek onderdeel binnen de DSM-IV-TR, namelijk Eetstoornissen op As 1. De verdeling van de DBC’s binnen de productgroep “eetstoornissen” staat in tabel 3.18. Dit laat zien dat de totale verdeling van deze productgroep ten opzichte van de gehele dataset 1,0% is.
Productgroep
Tarief
Verdeling DBC’s
Eetstoornis - vanaf 250 tot en met 799 minuten
14,7%
Eetstoornis - vanaf 800 tot en met 1799 minuten
31,7%
Eetstoornis - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
19,6%
Eetstoornis - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten
18,9%
Eetstoornis - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten
12.0%
Eetstoornis - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten
2,2%
Eetstoornis - vanaf 18000 minuten
1,0%
Totaal
1,0% van totale dataset
Tabel 17.18 Verdeling DBC’s
De meest opvallende waarnemingen zijn als volgt: Veel van de patiënten met een somatoforme stoornis hebben een lange / intensieve behandelgroep, waar het aandeel initiële DBC’s groot is. Opvallend is dat het vaak vrouwelijke patiënten betreft (ongeveer 90%), waar de leeftijd merendeels tussen de 20 en 40 jaar ligt. Opvallend is dat er na 6.000 minuten ook een verschuiving te zien is in leeftijd; er is dan steeds meer sprake van jongere patiënten tussen de 5 en 20 jaar. Er is vaak sprake van problemen op psychosociaal gebied (circa 70%), waar het vaak gaat om problemen binnen de primaire steungroep. De patiënten hebben relatief minde sprake van een nevendiagnose. Opvallend is dat de behandeling psychologisch van aard is; de inzet van de psycholoog (zonder verdere specialisatie) en GZ-psycholoog beslaat ongeveer 30% van de totale inzet. Het aandeel van het aantal verblijfsdagen wordt na 6.000 minuten relatief groot; in ongeveer 1 op de 5 behandeling is er dan sprake van verblijf oplopend naar 1 op de 2 behandelingen, waarvan de gemiddelde aantal verblijfsdagen rond de 100 dagen ligt. Daarbij wordt veel ondersteunende behandeling geboden met ongeveer 1.300 minuten gemiddeld. Na 6.000 minuten is er ook vaak sprake van een administratieve sluitreden. Dit wijst erop dat er bij de hoogste groepen zorgtrajecten zijn die langer dan een jaar duren. Het aandeel van groepsactiviteiten is bij hoogste groepen relatief hoog (tussen de 30 en 50%).
© DBC-Onderhoud
26 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Bijlage 1: Overzicht verdeling behandelgroepen
Behandelgroep Diagnostiek - vanaf 0 tot en met 99 minuten Diagnostiek - vanaf 100 tot en met 199 minuten Diagnostiek - vanaf 200 tot en met 399 minuten Diagnostiek - vanaf 400 tot en met 799 minuten Diagnostiek - vanaf 800 tot en met 1199 minuten Diagnostiek (jeugd) - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten Diagnostiek (jeugd) - vanaf 1800 minuten Crisis - vanaf 0 tot en met 99 minuten Crisis - vanaf 100 tot en met 199 minuten Crisis - vanaf 200 tot en met 399 minuten Crisis - vanaf 400 tot en met 799 minuten Crisis - vanaf 800 tot en met 1199 minuten Crisis - vanaf 1200 tot en met 1799 minuten Crisis - vanaf 1800 minuten Behandeling kort - vanaf 0 tot en met 99 minuten Behandeling kort - vanaf 100 tot en met 199 minuten Behandeling kort - vanaf 200 tot en met 399 minuten Behandeling kort - vanaf 400 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 250 tot en met 799 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Aandachtstekort - en gedrag - vanaf 24000 minuten Pervasief - vanaf 250 tot en met 799 minuten Pervasief - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Pervasief - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Pervasief - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Pervasief - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Pervasief - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Pervasief - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Pervasief - vanaf 24000 minuten Overige kindertijd - vanaf 250 tot en met 799 minuten Overige kindertijd - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Overige kindertijd - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Overige kindertijd - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Overige kindertijd - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Overige kindertijd - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Overige kindertijd - vanaf 18.000 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten
© DBC-Onderhoud
Aantallen 20.072 32.158 40.451 24.618 7.378 2.977 1.269 9.493 16.252 27.328 26.758 10.276 5.802 3.293 28.601 40.964 61.435 24.237 10.249 19.667 8.216 4.166 1.271 243 56 61 5.925 12.035 6.959 4.481 1.632 331 117 99 1.960 6.149 6.701 2.924 346 71 44 3.578 8.118 2.586
27 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Delirium dementie en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Delirium dementie en overig - vanaf 18000 minuten Alcohol - vanaf 250 tot en met 799 minuten Alcohol - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Alcohol - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Alcohol - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Alcohol - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Alcohol - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Alcohol - vanaf 18000 minuten Overige aan een middel - vanaf 250 tot en met 799 minuten Overige aan een middel - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Overige aan een middel - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Overige aan een middel - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Overige aan een middel - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Overige aan een middel - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Overige aan een middel - vanaf 18000 minuten Schizofrenie - vanaf 250 tot en met 799 minuten Schizofrenie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Schizofrenie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Schizofrenie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Schizofrenie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Schizofrenie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Schizofrenie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Schizofrenie - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten Schizofrenie - vanaf 30000 minuten Depressie - vanaf 250 tot en met 799 minuten Depressie - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Depressie - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Depressie - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Depressie - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Depressie - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Depressie - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Depressie - vanaf 24000 minuten Bipolair en overig - vanaf 250 tot en met 799 minuten Bipolair en overig - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Bipolair en overig - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Bipolair en overig - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Bipolair en overig - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Bipolair en overig - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Bipolair en overig - vanaf 18000 minuten Angst - vanaf 250 tot en met 799 minuten Angst - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Angst - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Angst - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Angst - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Angst - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Angst - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten
© DBC-Onderhoud
1.314 415 64 27 3.573 6.207 2.860 2.582 1.123 159 50 3.397 6.612 3.491 3.320 1.309 225 81 5.883 12.697 7.909 7.920 4.004 593 100 20 17 22.570 34.498 13.347 7.675 3.085 518 90 37 4.804 5.794 2.518 2.051 957 130 34 16.083 27.433 11.036 5.788 1.691 329 78
28 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Angst - vanaf 24000 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot en met 799 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Restgroep diagnoses - vanaf 18000 minuten Persoonlijkheid - vanaf 250 tot en met 799 minuten Persoonlijkheid - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Persoonlijkheid - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 18000 tot en met 23999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 24000 tot en met 29999 minuten Persoonlijkheid - vanaf 30000 minuten Somatoforme - vanaf 250 tot en met 799 minuten Somatoforme - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Somatoforme - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Somatoforme - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Somatoforme - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Somatoforme - vanaf 12000 minuten Eetstoornis - vanaf 250 tot en met 799 minuten Eetstoornis - vanaf 800 tot en met 1799 minuten Eetstoornis - vanaf 1800 tot en met 2999 minuten Eetstoornis - vanaf 3000 tot en met 5999 minuten Eetstoornis - vanaf 6000 tot en met 11999 minuten Eetstoornis - vanaf 12000 tot en met 17999 minuten Eetstoornis - vanaf 18000 minuten
26 3.824 5.045 1.963 1.274 374 80 28 9.020 17.396 9.159 6.363 2.901 622 145 47 16 3.140 4.807 1.643 855 255 63 1.203 2.580 1.601 1.533 976 173
Totaal
79 805.036
© DBC-Onderhoud
29 │ 37
vo lw as se ne n %
fo re ns is ch %
fo re ns is ch
je ug d
rg %
%
%
ki nd
ou de re n
er en
ve rs la vi ng sz o
je ug
d
ko rt se ne n %
vo lw as
se ne n vo lw as %
A
%
an t
kl in is ch e
D
B
al kl in is ch e
C
D
's
B
la ng
C
C B D e bu la nt al am an t
Crisis
Crisis
91.899
7.303
7,4
31,2
45,0
10,6
3,9
8,5
0,0
0,8
Diagnostiek
Diagnostiek
127.528
1.395
1,1
16,3
50,5
5,3
19,9
7,8
0,1
0,1
Behandeling kort
Behandeling kort
152.311
2.785
1,8
18,7
45,5
8,1
4,5
22,1
0,1
1,1
Behandeling lang
Aandachtstekort - en gedrag
43.072
857
2,0
9,2
23,3
0,6
61,3
3,4
1,2
1,1
Behandeling lang
Alcohol
11.909
4.662
28,1
6,0
14,5
3,6
0,1
74,9
0,0
0,8
Behandeling lang
Angst
60.060
2.412
3,9
20,9
52,9
11,7
11,7
2,2
0,1
0,7
Behandeling lang
Bipolair en overig
13.377
2.922
17,9
30,0
50,9
16,8
1,4
0,7
0,0
0,2
Behandeling lang
Delirium dementie en overig
14.547
1.564
9,7
9,8
27,4
58,1
0,0
4,6
0,0
0,2
Behandeling lang
Depressie
75.327
6.515
8,0
19,0
53,6
22,0
4,4
0,7
0,0
0,2
Behandeling lang
Eetstoornissen
7.483
662
8,1
11,8
69,3
0,3
17,7
0,9
0,0
0,0
Behandeling lang
Overige aan een middel
14.385
4.064
22,0
5,0
9,8
0,7
1,7
81,7
0,0
1,2
Behandeling lang
Overige kindertijd
17.954
241
1,3
2,9
7,5
0,0
88,8
0,0
0,4
0,4
Behandeling lang
Persoonlijkheid
41.927
3.758
8,2
27,8
60,1
4,2
3,8
2,0
0,0
2,0
Behandeling lang
Pervasief
30.059
1.524
4,8
14,8
20,3
0,8
61,7
0,7
0,7
1,1
Behandeling lang
Restgroep diagnoses
11.925
668
5,3
20,7
42,7
12,3
8,4
12,3
0,0
3,7
Behandeling lang
Schizofrenie
30.761
8.416
21,5
43,6
42,5
8,3
1,8
1,8
0,0
2,1
Behandeling lang
Somatoforme stoornissen
10.174
590
5,5
12,7
72,4
8,6
5,8
0,3
0,0
0,2
754.698
50.338
6,3
23,0
40,8
10,7
7,1
17,3
0,1
1,0
Totaal
A
H
oo fd
gr oe p
dp ro du ho of C D
B
's
's
ct gr oe p
ni et sk
Bijlage 2: Overzicht verdeling behandeling bij 24-uurs verblijf
Tabel 4. Voorkomen van deelprestaties 24-uursverblijf met DBC hoofdproductgroepen procentueel
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
as se n or en si sc h bi jf ag en
al d aa nt em id de ld G
G
em id de ld
aa nt
al d
ag en
bi jf
bi jv ag en al d aa nt em id de ld
G
vo lw
d or en si sc h
je ug
sz or g er sl av in g
je ug d bi jk ag en G
em id de ld
aa nt
al d
ag en al d aa nt em id de ld G
G
em id de ld
aa nt
al d
ag en
bi jv
bi jo
ud
in de r
er en
en
en as se n ol w
as se n ol w ag en G
em id de ld
aa nt
al d G
em id de ld
aa nt
al d
ag en
to t
bi jv
aa l
ve rb lij fs da ge n rs
Crisis
Crisis
7.303
146.909
20
22
18
28
20
15
18
29
Diagnostiek
Diagnostiek
1.395
41.102
29
17
25
23
57
23
2
26
Behandeling kort
Behandeling kort
2.785
32.973
12
15
9
18
19
11
3
15
Behandeling lang
Aandachtstekort - en gedrag
857
72.431
85
56
48
51
103
60
135
81
Behandeling lang
Alcohol
4.662
244.488
52
59
51
80
82
51
56
66
Behandeling lang
Angst
2.412
137.259
57
52
49
78
83
43
229
75
Behandeling lang
Bipolair en overig
2.922
170.265
58
58
50
82
56
64
0
59
Behandeling lang
Delirium dementie en overig
1.564
131.005
84
111
85
76
0
118
0
100
Behandeling lang
Depressie
6.515
369.479
57
50
49
79
68
59
28
57
Behandeling lang
Eetstoornissen
662
43.252
65
57
66
30
67
72
0
0
Behandeling lang
Overige aan een middel
4.064
225.846
56
59
54
66
55
55
0
92
Behandeling lang
Overige kindertijd
241
25.777
107
65
82
0
110
0
38
317
Behandeling lang
Persoonlijkheid
3.758
213.714
57
52
55
81
73
58
0
91
Behandeling lang
Pervasief
1.524
141.587
93
81
75
94
102
73
140
73
Behandeling lang
Restgroep diagnoses
668
41.259
62
69
52
69
79
60
0
71
Behandeling lang
Schizofrenie
8.416
641.641
76
74
73
91
75
81
0
124
Behandeling lang
Somatoforme stoornissen
590
33.395
57
49
55
84
56
35
0
86
50.338
2.712.382
54
53
48
69
80
48
112
86
Totaal
A
To
ta al aa nt al 24 -u u
al kl in is ch e an t
gr oe p H
oo fd
D
B
C
ho of
dp ro du
D
B
C
's
ct gr oe p
en
ko rt
la ng
en
ni et sk
Bijlage 3: Overzicht verdeling behandeling bij 24-uurs verblijf
Tabel 5. Voorkomen van deelprestaties 24-uursverblijf bij DBC-hoofdproductgroep naar aantal dagen
© DBC-Onderhoud
31 │ 37
Bijlage 4: Toelichting op de kenmerken in de profielen productgroepen Het onderstaande overzicht bevat alle kenmerken die mogelijk in een informatieset terecht kunnen komen. Niet al deze kenmerken komen dus voor in ieder productgroep profiel. Voor het productgroep profiel overzicht wordt de waarde van ieder kenmerk berekend voor de productgroep en voor de referentiegroep waarmee de productgroep vergeleken wordt. Wanneer wordt een kenmerk getoond op het overzicht? Van ieder kenmerk is aangegeven of deze altijd op het overzicht moet voorkomen (bv. Aantal DBC’s, (Gemiddeld) Tarief) of dat deze alleen op het overzicht moet voorkomen onder bepaalde voorwaarden. Voorwaarden waardoor een kenmerk getoond wordt zijn: Het kenmerk (of kenmerkwaarde) komt bij 40% van de DBC’s in de productgroep voor. De waarde van het kenmerk voor de productgroep is opvallend ten opzichte van de referentiegroep. Wanneer is een waarde opvallend? Een waarde is opvallend als: De waarde meer dan 10% afwijkt van de waarde in de referentiegroep. Er minimaal 5 DBC’s zijn waarop de waardes berekend zijn. De waarde significant verschilt van de waarde in de referentiegroep. ○ Als de waarde numeriek is wordt de significantie d.m.v. een t-toets bepaald. ○ Als de waarde uit categorieën bestaat, dan wordt de significantie d.m.v. een Chi2-test bepaald. Er wordt getoetst met een betrouwbaarheid van 95%. Definitie tijd Bij de kenmerken betreffende tijd, wordt gebruik gemaakt van de volgende definities: Kenmerk Directe tijd Indirecte tijd
Berekenwijze aantal minuten directe tijd + aantal uur dagbesteding * 6 aantal minuten indirecte tijd + aantal minuten reistijd Totale tijd aantal minuten directe tijd + aantal uur dagbesteding * 6 + aantal minuten indirecte tijd + aantal minuten reistijd
Voorbeeld Stel een DBC bevat 700 minuten directe tijd, 60 minuten indirecte tijd, geen reistijd, 8 uur dagbesteding. De kenmerken directe tijd, indirecte tijd en totale tijd hebben dan de volgende waarde:
Directe tijd = 700 + (8 * 6) = 748 minuten Indirecte tijd = 60 + 0 = 60 minuten Totale tijd = 700 + (8 * 6) + 60 + 0 = 808 minuten
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Definitie restgroep diagnoses De volgende tabel bevat de diagnoses uit de DSM-IV classificatie die onder de diagnoseclassificatie groep “een restgroep diagnose” vallen. Alle diagnoses die hiërarchisch onder de diagnose vallen, horen bij de restgroepdiagnoses. De tabel bevat de codes die voorkomen in de CL_DIAGNOSES codelijst. Diagnose code as1_3 as1_9 as1_10 as1_11 as1_13 as1_14 as1_18 as1_19 as2_01 as2_17 as2_18 as2_19
Diagnose niveau 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Diagnose omschrijving Psychische stoornissen door een somatische aandoening Nagebootste stoornissen Dissociatieve stoornissen Seksuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen Slaapstoornissen Stoornissen in de impulsbeheersing Bijkomende codes/ geen diagnose (1) DC:0-3 Kinder- & Jeugdstoornissen primaire diagnosen Stoornissen in de kindertijd (LET OP: As II) (2) Bijkomende problemen die een reden voor zorg kunnen zijn (As II) Bijkomende codes/ geen diagnose (3) DC:0-3 Kinder- & jeugdstoornissen ouder/ kindrelatiestoornissen
Ad (1) Hier vallen de volgende codes niet onder (ondanks dat ze er wel hiërarchisch onder vallen): ○ as1_18.02 / Geen diagnose of aandoening op As I ○ as1_18_03 / Diagnose of aandoening op As I uitgesteld
Ad (2) Dit is niet de Stoornissen in de kindertijd op As I. Het betreft hier de verstandelijk gehandicapten. De volgende codes vallen er onder: ○ as2_01.01 / Zwakbegaafdheid/ zwakzinnigheid ○ as2_01.01.01 / Lichte zwakzinnigheid ○ as2_01.01.02 / Matige zwakzinnigheid ○ as2_01.01.03 / Ernstige zwakzinnigheid ○ as2_01.01.04 / Diepe zwakzinnigheid ○ as2_01.01.05 / Zwakzinnigheid, ernst niet gespecificeerd
Ad (3) Hier vallen de volgende codes niet onder (ondanks dat ze er wel hiërarchisch onder vallen): ○ as2_18.02 / Geen diagnose of aandoening op As II ○ as2_18_03 / Diagnose of aandoening op As II uitgesteld
Kenmerken In de tabel wordt als er een verzameling DBC’s bedoeld wordt verwezen naar de dataset. Als een kenmerk berekend wordt voor een productgroep, dan is de dataset de verzameling DBC’s die tot de productgroep behoren. Als een kenmerk berekend wordt voor een referentiegroep, dan is de dataset de verzameling DBC’s die tot de referentiegroep behoren.
© DBC-Onderhoud
33 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Algemene kenmerken Onderscheidend kenmerk
Aantal DBC’s Gemiddelde kosten (Gemiddeld) Tarief Aandeel vervolg zorgtype
Tijdsbesteding Doorlooptijd DBC (dagen)
Doorlooptijd Act (dagen)
Gem. totale tijd (minuten) Gem. totale tijd functies (minuten)
Gemiddelde tijd direct (minuten) Gemiddelde tijd indirect: (minuten) Mediaan totale tijd (minuten) Aandeel indirecte tijd
Aantal betrokken functies
© DBC-Onderhoud
Berekenwijze Als een productgroep twee varianten heeft, dan wordt dit kenmerk getoond. Als de variant het onderscheidende kenmerk wel heeft dan wordt er “met Activiteit” vermeld. Als de variant het onderscheidende kenmerk niet heeft dan wordt er “zonder Activiteit” vermeld. Het onderscheidende kernmerk is altijd een activiteit. De activiteit hoeft niet op het laagste hiërarchische niveau te zijn. Een hoger hiërarchisch niveau kan ook voorkomen. Het aantal DBC’s in de dataset. De kosten van iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. Het voor de productgroep vastgestelde tarief. Voor de referentiegroep wordt het (gewogen) gemiddelde tarief getoond. Het aantal DBC’s in de dataset met een vervolg zorgtype wordt gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. Een DBC kan hoogstens 1 zorgtype hebben. Berekenwijze Van iedere DBC in de dataset wordt het aantal dagen bepaald tussen de sluitdatum en de opendatum. De duur die hoort bij iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. Van iedere DBC in de dataset wordt het aantal dagen bepaald tussen de datum van de eerste activiteit en de datum van de laatste activiteit. De duur die hoort bij iedere DBC in de dataset worden opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. De totale tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. De totale tijd, besteed is door functies, bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. Exclusief de tijd die besteed wordt aan dagbesteding (die onderdeel is van de totale tijd). De directe tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. De indirecte tijd die hoort bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset. De mediaan van de totale tijd van de DBC’s in de dataset. De indirecte tijd van de DBC’s in de dataset gedeeld door de totale tijd van de DBC’s in de dataset. Indirecte tijd en totale tijd volgens de eerder geformuleerde definitie. Het aantal verschillende functies dat betrokken is bij iedere DBC in de dataset wordt opgeteld en gedeeld door het aantal DBC’s in de dataset.
34 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Aandeel groepsactiviteiten
Het aantal geregistreerde groepsactiviteiten van de DBC’s in de dataset gedeeld door het totale aantal geregistreerde activiteiten van de DBC’s in de dataset.
DBC typering Zorgtype
Berekenwijze Per zorgtype wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Zorgvraag Per zorgvraag waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Omdat er meer dan één zorgvraag bij een DBC geregistreerd kan worden, kan de som van de berekende percentages per zorgvraag een waarde meer dan 100% opleveren. Aantal zorgvragen Het aantal verschillende zorgvragen dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Diagnose Per diagnose op productstructuur niveau wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. As3 Per as3 waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Aantal As3 diagnosen Het aantal verschillende as3 waardes dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. As4 Per as4 waarde wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Aantal As4 diagnosen Het aantal verschillende as4 waardes dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Start GAF De volgende GAF categorieën zijn gedefinieerd: • Laag (GAF tussen 0 en 30) • Middel (GAF tussen 31 en 70) • Hoog (GAF tussen 71 en 100) Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Hoogste GAF Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Eind GAF Per GAF categorie wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Gemiddelde GAF toename GAF-score wordt in categorieën geregistreerd. Van iedere categorie wordt de middelste waarde genomen als nominale GAF-score. Van de categorie “Begin GAF-score 41-50” is 45.5 de nominale waarde. Voor iedere DBC in de dataset wordt de nominale GAF-score berekend voor de GAF start en de GAF eind. De gemiddelde GAF toename is het verschil tussen de nominale GAF eind en de nominale GAF start gedeeld door de nominale GAF start. Aandeel DBC’s toename GAF Het aantal DBC’s in de dataset met een toename van de GAF-score wordt gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. Een toename van de GAF-score betekent dat het kenmerk “As5: gemiddelde GAF toename” groter dan 0 moet zijn. Nevendiagnose Per nevendiagnose (As1 of As2) op productstructuur niveau wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. Omdat er meer dan één nevendiagnose bij een DBC geregistreerd
© DBC-Onderhoud
35 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
Aantal nevendiagnosen Sluitreden
kan worden, kan de som van de berekende percentages per nevendiagnose een waarde meer dan 100% opleveren. Het aantal verschillende nevendiagnosen op productstructuur niveau dat bij een DBC uit de dataset is geregistreerd. Per sluitreden wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft.
Voor de kenmerken die onder “Algemene behandelkenmerken” vallen wordt meer getoond dan de tijdsbesteding in de productgroep en de tijdsbesteding in de referentiegroep. Voor ieder van deze activiteiten wordt het percentage van de DBC’s in de dataset vermeld met de activiteit. Voor de DBC’s in de dataset met de activiteit, wordt de gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit vermeld. Er wordt dus alleen op basis van de DBC’s met de activiteit berekend wat de gemiddelde tijdsbesteding is. Algemene behandelingskenmerk Berekenwijze Dagbesteding (uren) • Het percentage voorkomen van de activiteit Dagbesteding (in uren). Het aantal DBC’s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. • De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC’s waarop meer dan 0 uur van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal uur geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC’s waar meer dan 0 uur op geregistreerd is. Verblijf • Het percentage voorkomen van de activiteit Verblijf (in dagen). Het aantal DBC’s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. • De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC’s waarop meer dan 0 dagen van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal dagen geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC’s waar meer dan 0 dagen op geregistreerd is. Verblijf zonder nacht( dagen) • Het percentage voorkomen van de activiteit Verblijf zonder nacht (in dagen). Het aantal DBC’s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. • De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC’s waarop meer dan 0 dagen van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal dagen geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC’s waar meer dan 0 dagen op geregistreerd is. Activerende begeleiding (min) • Het percentage voorkomen van de activiteit activerend begeleidingscontact (in minuten). Het aantal DBC’s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset. • De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC’s waarop meer dan 0 minuten (totale tijd) van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal minuten geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC’s waar meer dan 0 minuten op geregistreerd is. Ondersteunende Begeleiding (min) • Het percentage voorkomen van de activiteit ondersteunend begeleidingscontact (in minuten). Het aantal DBC’s met de activiteit gedeeld door het totale aantal DBC’s in de dataset.
© DBC-Onderhoud
36 │ 37
Toelichting ggz zorgprofielen 2014 | v1.0
• De gemiddelde tijdsbesteding aan de activiteit, van de DBC’s waarop meer dan 0 minuten (totale tijd) van de activiteit is geregistreerd. Totaal aantal minuten geregistreerd op de activiteit in de dataset gedeeld door het aantal DBC’s waar meer dan 0 minuten op geregistreerd is. Patiëntkenmerken Geslacht Leeftijdklasse
Berekenwijze • Per geslacht wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft. • Per leeftijd klasse wordt aangegeven welke percentage van de DBC’s in de dataset dit heeft.
Daarnaast bevat het productgroep profiel informatie over het voorkomen van activiteiten en functies bij het productgroepprofiel. Activiteiten en functies Een activiteit wordt getoond in het productgroep profiel als: de activiteit deel uitmaakt van de verzameling activiteiten die samen 90% van de geregistreerde tijd verklaren. De activiteiten worden gesorteerd op het aantal minuten dat ze bijdragen aan de totale tijd. Van deze gesorteerde lijst worden de activiteiten getoond die samen 90% van de geregistreerde tijd verklaren. De volgorde waarin de activiteiten getoond worden is in de volgorde waarin ze in de activiteitenhiërarchie voorkomen. de activiteit opvallend meer of minder voorkomt in het profiel van de productgroep ten opzichte van de referentiegroep (zie definitie “Wanneer is een waarde opvallend?”) Per activiteit wordt ook de “Gemiddelde tijd in productgroep per DBC” getoond (evenzo voor de referentiegroep). Dit is de tijd die gemiddeld per DBC besteed wordt aan de activiteit (in minuten). Dit staat los van het “Percentage DBC’s waarbij de activiteit voorkomt”. Het is dus niet zo dat de gemiddelde tijd die getoond wordt alleen geldt voor de DBC’s waarbij de activiteit voorkomt. De getoonde tijd geldt voor de “gemiddelde DBC” in de productgroep. Als de getoonde tijd in het activiteiten profiel van de productgroep opgeteld wordt, dan bedraagt dit 90% (of iets meer) van de tijd die onder het kenmerk “Gem. totale tijd (min)” getoond wordt. De activiteiten worden op een van tevoren ingesteld hiërarchisch niveau geaggregeerd. Dit niveau is niet hetzelfde voor iedere activiteit. Sommige activiteiten worden op een lager niveau weergegeven dan andere activiteiten. In Bijlage 2 wordt de activiteitenhiërarchie getoond. Er wordt aangegeven welke activiteit op welk niveau terug kan komen in de overzichten. Functies worden op dezelfde wijze getoond als activiteiten. Voor functies wordt altijd het laagste hiërarchische niveau gehanteerd. Omdat dagbesteding niet gekoppeld is aan een functie, kan de tijd die besteed wordt aan dagbesteding niet getoond worden onder “Voorkomende functies”. De som van de tijd per functie bedraagt 90% (of iets meer) van de tijd die onder het kenmerk “Gem. totale tijd functies (min)” getoond wordt.
© DBC-Onderhoud
37 │ 37