TOELICHTING MANDAATBESLUIT GEMEENTE AMSTELVEEN ALGEMEEN. Wie het woord ‘mandaat’ of ‘delegatie’ in de mond neemt, kan vaak rekenen op een flinke portie gezucht en gesteun. Met name mandaat wordt geassocieerd met juridisering en enorme, vaak zinloos ervaren bureaucratie. Verwacht mocht worden dat de onvrede in een knelpuntenonderzoek helder en met kracht naar voren zou komen. Deze verwachting is echter niet uitgekomen. Hoewel op detailonderdelen natuurlijk wel kritiek bestaat, blijkt men over het mandaatoverzicht op zichzelf redelijk tevreden te zijn. Klachten richten zich vooral op de bureaucratie en de leesbaarheid van mandaatbesluit. Wat betreft de bureaucratie, iedereen is het er over eens dat afdelingen verantwoordelijk zijn voor het actueel houden van de mandaten en dat de afdeling juridische zaken verantwoordelijk is voor de rechtmatigheid van de inhoud en de procedure. Ter verbetering van de leesbaarheid heeft een werkgroep mandatering zich gebogen over de tekst en de lay-out van het mandaatbesluit. Het mandaatbesluit wordt in onze gemeente gezien als een instrument ter verbetering van de inzichtelijkheid en efficiency van de organisatie. Dus niet uitsluitend als middel om een taakverlichting van het college (en/of de burgemeester) te bewerkstelligen. Mandatering past ook in het streven naar vermindering van de administratieve lastendruk (deregulering) omdat beslissingen op een zo laag mogelijk niveau worden genomen. De doorlooptijd van (vergunning) aanvragen wordt zo verkort terwijl de kosten ervan omlaag gaan. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Organisatie Na de reorganisatie die op 1 januari 2006 vorm heeft gekregen, is het sectorenmodel verlaten en is de organisatie ingedeeld in afdelingen en bedrijven, die naast elkaar ressorteren onder de directie. De gemeentesecretaris maakt deel uit en is voorzitter van de directie. Bevoegdheden zo laag mogelijk Door de uitoefening van bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen komen de voordelen van mandaat tot leven. De aard van de te nemen beslissing speelt natuurlijk een rol. Beleidsmatige en politieke gevoelige zaken vereisen een hoger niveau, terwijl uitvoerende en (door regels) ingekaderde beslissingen op de werkplek kunnen worden genomen, dus niet noodzakelijk door een leidinggevende. Op basis van artikel 10:9 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de mandaatgever de mogelijkheid tot ondermandaat geven. Een bezwaar dat hiertegen nog wel eens wordt aangevoerd, is dat de leidinggevende de bevoegdheid nodig heeft om zijn gezag te doen gelden. De bevoegdheidstoedeling doet niet af aan de hiërarchische verhouding en sluit ook een aanwijzingsbevoegdheid van de leidinggevende niet uit. Omschrijving bevoegdheden zo algemeen mogelijk In dit mandaatbesluit is ervoor gekozen om de juridische vormgeving van de mandaatregeling zo algemeen mogelijk te houden. Een regeling waarin specifieke besluiten worden genoemd, is niet doelmatig. Als de regeling waarop dat in mandaat genomen besluit betrekking heeft wijzigt, moet ook het betreffende mandaat worden aangepast. Daarom is gekozen voor een meer algemene mandaatregeling waarin zo min mogelijk afzonderlijke besluiten worden genoemd. Het is van belang dat het mandaatbesluit concreet en duidelijk is geformuleerd. Een te algemeen of onduidelijk geformuleerd mandaatbesluit kan in strijd zijn met de rechtszekerheid en kan leiden tot onbevoegdheid van de gemandateerde. Afwijzende besluiten Ook afwijzende besluiten kunnen onder mandaatverlening vallen. Hierbij wordt als uitdrukkelijke voorwaarden gesteld dat het moet gaan om gebonden besluiten (bijvoorbeeld WWB besluiten) of om besluiten die volledig in overeenstemming zijn met het geldende beleid (bijvoorbeeld verzoeken om vergunning voor een speelautomatenhal). Een afwijzend besluit dient wel te worden gemotiveerd. Beleidsregels Het stellen van beleidsregels. Mandatering van de bevoegdheid om te beslissen betekent niet dat ook het stellen van beleidsregels wordt gemandateerd. Deze bevoegdheid komt toe aan de mandaatgever. Besteding van budgetten De bevoegdheid om te beslissen over de besteding van budgetten (onder bepaalde voorwaarden) is onderdeel van een verleend mandaat. Een voorbeeld ervan is het nemen van subsidiebesluiten tot een bepaald bedrag of het afhandelen van aansprakelijkheidskwesties tot een bepaald bedrag. Via de nota Aan-
1
bestedings- en inkoopbeleid is een aantal bevoegdheden met betrekking tot de besteding van budgetten gemandateerd. Het mandaatbesluit geeft voor de gemeente Amstelveen geen limiet aan tot welk bedrag de gemandateerde mag gaan. Gescheiden verantwoordelijkheden. Om ervoor te zorgen dat het actueel houden van mandaatbesluiten goed verloopt, worden verantwoordelijkheden gescheiden neergelegd. De functionele afdelingen zijn verantwoordelijk voor de inhoud, terwijl de juridische afdeling ervoor zorgt dat het proces regelmatig plaats vindt. Omdat de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de mandaatbesluiten bij de functionele afdelingen ligt, is ervoor gekozen om de regie- en coördinatietaak bij Juridische Zaken te leggen om de concernkwaliteit op dit gebied te borgen. De afdeling juridische zaken zorgt voor een periodieke actualisatie die te zien is aan het actuele mandaatbesluit op internet. JURIDISCHE UITGANGSPUNTEN Mandaat is geen vrij rechtsfiguur. De Awb schept het juridisch kader voor de inrichting ervan. Dit kader is dwingendrechtelijk, zodat er niet van afgeweken kan worden. Wel is het mogelijk om voor zaken die in de Awb niet geregeld zijn aanvullende regels vast te stellen, voor zover die niet strijdig zijn met andere wettelijke bepalingen. Afdeling 10.1.1 Awb is het algemene toetsingskader bij verlening van mandaten. Artikel 10:1 Awb betreft een begripsomschrijving van de term mandaat. “Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen”. Artikel 10:2 Awb Toerekening aan de mandaatgever. Bij mandaat betekent geen bevoegdheidsverschuiving in juridische zin. Het gaat dus om een bevoegdheidsuitoefening waarvoor het mandaterende bestuursorgaan verantwoordelijk blijft en waarover het dan ook zeggenschap behoudt. Het blijven juridisch gesproken besluiten van het orgaan zelf. De rechtsgevolgen zijn dan ook dezelfde als wanneer de mandaatgever zelf het besluit tot stand had gebracht. Artikel 10:3 Awb Bevoegdheid tot mandaatverlening. Een wettelijk verbod op mandaatverlening is zeldzaam. Vaak zal uit het stelsel van de bepalingen afgeleid moeten worden dat mandaat niet geoorloofd is. In de praktijk kunnen zich twee gevallen voordoen waarin de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet: 1. het geval dat de bevoegdheid een zodanig karakter heeft dat mandaatverlening uitgesloten moet worden geacht, omdat de besluitvorming door het orgaan dat de wetgever heeft aangewezen moet plaatsvinden (bijvoorbeeld het geven van noodbevelen door de burgemeester). Het gaat in die gevallen immers om een zeer zware bevoegdheid. 2. het geval dat de aard van de bevoegdheid niet ten principale aan mandaatverlening in de weg staat, maar dat de mandaatverlening in concreto, gelet op de aard van de bevoegdheid, niet is toegestaan (bijvoorbeeld het beslissen op bezwaar geldt dat dit niet gemandateerd mag worden aan degene die het primaire besluit in mandaat heeft genomen). De mandaatgever kan aan zijn ondergeschikte aanwijzingen geven bij het uitvoeren van het mandaat. (Onder)mandaat aan anderen dan ondergeschikten ligt daarom minder voor de hand, maar is wel mogelijk. Artikel 10:4 van de Awb stelt als voorwaarde dat de gemandateerde moet instemmen met het mandaat. Daarmee verplicht hij zich overeenkomstig de aanwijzingen van de mandaatgever te handelen en staat ook tegenover derden vast dat hij over de gemandateerde bevoegdheid beschikt. Zo ontstaat een rechtsverhouding tussen de (onder)mandaatgever en de (onder)gemandateerde, waarbij de laatste zich onderwerpt aan de verplichtingen die aan het mandaat zijn verbonden. In de Centrumregeling ambtelijke samenwerking Aalsmeer en Amstelveen, waar later dieper wordt ingegaan, is het principe gehanteerd van mandaat aan een niet-ondergeschikte. Zo heeft het college en de burgemeester van Aalsmeer aan het college en de burgemeester van Amstelveen een ruim mandaat verleend, waarmee het college en de burgemeester van Amstelveen heeft ingestemd. Indien een bevoegdheid wordt gemandateerd aan bijvoorbeeld een of meer wethouders, blijft de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid rusten bij het college. Het college kan hieromtrent aanwijzingen geven die het nodig acht. Artikel 10:5 Awb Algemeen en bijzonder mandaat. Het bestuursorgaan kan een algemeen mandaat of een mandaat voor een bepaald geval verlenen. Een algemeen mandaat moet schriftelijk verleend worden. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in ieder geval schriftelijk verleend indien de gemandateerde een niet-ondergeschikte is. Een schriftelijk ver-
2
leend mandaat is een besluit dat op basis van artikel 3:42 Awb bekend gemaakt moet worden (publicatie). Artikel 10:6 van de Awb bepaalt dat de mandaatgever de gemandateerde instructies kan geven ter zake de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid en dat de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen verschaft over de uitoefening van de bevoegdheid. De mandaatgever kan zowel per geval als in het algemeen instructies geven over de wijze waarop de bevoegdheid moet worden uitgeoefend. Deze inherente instructiebevoegdheid hangt samen met het feit dat de mandaatgever volledig verantwoordelijk blijft voor het namens hem genomen besluit. Artikel 10:7 Awb Uitoefening bevoegdheid door mandaatgever. De mandaatgever blijft te allen tijde bevoegd om die gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Artikel 10:8 Awb Beëindiging mandaat. De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde beëindigen. Een algemeen mandaat moet schriftelijk worden beëindigd. Artikel 10:9 Awb Ondermandaat. De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. De mandaatgever en dus niet de gemandateerde bepaalt of ondermandaat wordt verleend en tot hoever dat reikt. Het toestaan van ondermandaat behoeft niet op het moment van de mandaatverlening geregeld te worden, maar kan ook op een later moment. Voor ondermandaat gelden dezelfde regels als voor gewoon mandaat. De gemeente Amstelveen heeft gekozen geen ondermandaat te verlenen ten aanzien van organisatorische en personele aangelegenheden. Artikel 10:10 Awb Vermelden mandaatgever. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Dit geldt ook voor besluiten die krachtens ondermandaat zijn genomen. Artikel 10:11 Awb Ondertekeningmandaat. Gemandateerde besluiten worden namens het bestuursorgaan ondertekend door de gemandateerde. Uit het besluit moet blijken dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen. Een afdoeningmandaat impliceert tevens ondertekeningmandaat. Wie het besluit mag nemen mag het dus ook ondertekenen. Is alleen het ondertekenen gemandateerd, dan wordt het besluit door het bestuursorgaan zelf genomen. MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING. Omdat de Awb in beginsel alleen het optreden van de gemeente binnen het publiekrechtelijke kader regelt, moet ook worden stilgestaan bij het privaatrechtelijke en feitelijke handelen van de gemeente. De bestuursorganen zullen ook niet al hun privaatrechtelijke bevoegdheden (en al helemaal niet alle feitelijke handelingen) zelf willen uitvoeren. De hiervoor genoemde artikelen zijn van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoording volmacht verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. In artikel 10:12 van de Awb is bepaald dat afdeling 10.1.1, over mandaat, ook van toepassing is op volmacht en machtiging. Mandaat, volmacht en machtiging zijn vergelijkbare rechtsfiguren, waarbij centraal staat dat een bevoegdheid aan een ander wordt toegekend. Bij mandaat gaat het om het overdragen van de bevoegdheid tot het nemen van besluiten in de zin van de Awb, bij volmacht om het overdragen van de bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en bij een machtiging om het overdragen van de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen die geen besluiten in de zin van de Awb en geen privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn. In het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen is een vergelijkbare bepaling opgenomen. Waar in het besluit, de toelichting en het mandatenoverzicht over mandaat gesproken wordt, wordt in sommige gevallen volmacht of machtiging bedoeld. CENTRUMREGELING Vanaf 1 januari 2013 zijn de gemeente Aalsmeer en de gemeente Amstelveen een Centrumregeling ambtelijke samenwerking Aalsmeer en Amstelveen (hierna te noemen: Centrumregeling) aangegaan. Deze regeling is getroffen ten behoeve van het vormen van een gemeenschappelijke ambtelijke organisatie die belast is met de uitvoering van de door de bestuursorganen van de gemeenten opgedragen taken, be-
3
houdens met betrekking tot de E-dienstverlening, Werk en Inkomen en de voorzieningen krachtens de Wet maatschappelijk ondersteuning, voor zover het de gemeente Aalsmeer betreft (artikel 2 van de Centrumregeling) waarbij de gemeente Amstelveen aangewezen is als centrumgemeente als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De gemeenteraad van Amstelveen heeft 8 februari 2012 besloten om de voorgenomen ambtelijke samenwerking met de gemeente Aalsmeer goed te keuren. Op 16 februari 2012 heeft de gemeenteraad van Aalsmeer met de ambtelijke samenwerking ingestemd. Beide gemeenten zullen zelfstandig blijven voortbestaan, met een eigen raad en een eigen college van B&W. De ambtelijke uitvoering van de bestuursbesluiten worden vanaf 1 januari 2013 uitgevoerd door de centrumgemeente Amstelveen. In hoofdstuk 2 van de Centrumregeling is, voor zover van toepassing, de volgende centrumconstructie opgenomen. De volgende bevoegdheden van college en burgemeester van de gemeente Aalsmeer worden gemandateerd volgens de artikelen 4 en 6 van de Centrumregeling: 1. Het college alsmede de burgemeester van de centrumgemeente wordt mandaat verleend om binnen de beleidskaders van de gastgemeente namens het college alsmede de burgemeester van de gastgemeente alle besluiten te nemen ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen, provinciale verordeningen en gemeentelijk verordeningen, de gastgemeente betreffende, tenzij een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. 2. Het college van de centrumgemeente wordt mandaat verleend om namens het college van de gastgemeente alle besluiten te nemen ter uitvoering van de artikelen 230 tot en met 257 van de Gemeentewet in samenhang met de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en door de raden van de gastgemeente vastgestelde belastingverordeningen. 3. Geen mandaat wordt verleend ter uitvoering van de wetten, genoemd in artikel 6, eerste en tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Aalsmeer-Uithoorn. 4. Het college van de centrumgemeente wordt mandaat verleend om namens het college van de gastgemeente alle feitelijke en rechtshandelingen te verrichten ter voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van het college van de gastgemeente. De burgemeester van de centrumgemeente wordt mandaat verleend om namens de burgemeester van de gastgemeente alle feitelijke en rechtshandelingen te verrichten ter voorbereiding en uitvoering van de beslissingen van de burgemeester van de gastgemeente. 5. De bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in het eerste en het derde lid van de Centrumregeling wordt niet opgedragen aan het college alsmede aan de burgemeester van de centrumgemeente. Het college van de centrumgemeente kan wel namens het college van de gastgemeente alle handelingen ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar verrichten. De burgemeester van de centrumgemeente kan wel namens de burgemeester van de gastgemeente alle handelingen ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar verrichten. 6. Ten aanzien van de bevoegdheden die in dit artikel in mandaat worden opgedragen aan het college van de centrumgemeente, kan dit college ondermandaat verlenen aan medewerkers van de centrumgemeente. Ook ten aanzien van de bevoegdheden die in dit artikel in mandaat worden opgedragen aan de burgemeester van de centrumgemeente, kan deze burgemeester ondermandaat verlenen aan medewerkers van de centrumgemeente. DE SPELERS. In de organisatie zijn er medewerkers, afdelingshoofden, de directeur van het Facilitair Bedrijf, het hoofd van de staf, directeuren, de gemeentesecretaris, de griffier en de directie.
4
Hoofden Het Mandaatbesluit maakt geen onderscheid tussen afdelingshoofden en het hoofd van de staf. Onder het Facilitair Bedrijf vallen drie afdelingen, elk met een eigen hoofd. De directeur van het Facilitair Bedrijf is boven hen geplaatst, maar heeft gelijke bevoegdheden bijvoorbeeld over werkvelden en medewerkers. Directie De directie bestaat uit de gemeentesecretaris en twee directeuren. De secretaris is voorzitter van de directie. Anders dan voor de reorganisatie hebben de directeuren geen afdelingen onder zich. In het Mandaatbesluit 2007 waren aan de directeuren een gering aantal mandaten verleend, om de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen. Ook nu zijn de mandaten van de secretaris en de directeuren beperkt tot het hoognodige. College en burgemeester In het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen worden bevoegdheden van het Amstelveense college en de burgemeester gemandateerd. De voorwaarden die het college en de burgemeester van Aalsmeer aan de mandaatverlening stellen zijn eveneens in het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen terug te vinden. ORGANISATIEVERORDENING. Bij het opstellen van het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen is naast de Centrumregeling ambtelijke samenwerking Aalsmeer en Amstelveen ook uitgegaan van de Organisatieverordening 2005. Hierin staat het uitgangspunt om de bevoegdheden laag in de organisatie te leggen. Dit blijkt met name uit artikel 1.3 van de Organisatieverordening. Dit bepaalt dat de werkwijze van de ambtelijke organisatie is gebaseerd op integraal management, op integrale advisering en op consequente doorvoering van het mandateren van taken en bevoegdheden op een zo laag mogelijk niveau. Hoofdstuk 6 van de Organisatieverordening gaat over mandaat. De bepalingen zijn grotendeels vergelijkbaar met het in de Algemene wet bestuursrecht over mandaat bepaalde. De letterlijke tekst van dit artikel is als volgt: 6.1
6.2 6.3 6.4
Burgemeester en wethouders kunnen de uitoefening van één of meer van hun bevoegdheden mandateren (opdragen) aan een ambtenaar, tenzij de regeling waarop die bevoegdheid steunt zich daartegen verzet. Ondermandaat is mogelijk tenzij het oorspronkelijke mandaatbesluit zich daartegen verzet. Taken en bevoegdheden worden in het kader van integraal management op die plaatsen in de organisatie gelegd waar zij functioneel zijn. Besluiten tot mandatering worden door het bevoegde orgaan schriftelijk vastgelegd in het zogenaamde “mandaatbesluit”. De opgedragen bevoegdheid wordt uit naam en onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders uitgeoefend. OPZET MANDAATBESLUIT 2013.
Het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen bestaat uit twee delen: een besluit met algemene bepalingen over mandaten; mandatenoverzichten, waarin de gemandateerde bevoegdheden zijn opgenomen. De bepalingen uit het besluit zijn van toepassing op de mandaten uit de overzichten en op in de toekomst te verlenen mandaten (artikel 15 van het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen). Per organisatieonderdeel is een overzicht opgenomen van de aan het organisatieonderdeel te verlenen mandaten. Een afdelingshoofd vindt alle aan hem verleende mandaten in één overzicht. ONBEVOEGD GENOMEN BESLUITEN. Bevoegdheidsgebreken kunnen tot vernietiging van een besluit leiden. Een besluit dat genomen wordt zonder dat degene die het neemt daarvoor gemandateerd is, of een besluit dat genomen wordt buiten de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid, is vernietigbaar. Het vertrouwensbeginsel beschermt echter degene die redelijkerwijs op de aanwezigheid van mandaat mocht vertrouwen. Dit vertrouwen kan onder andere gebaseerd zijn op het gedrag van het bestuursorgaan. Een onbevoegd genomen besluit kan in de meeste gevallen alsnog bekrachtigd worden door het bevoegde bestuursorgaan. Of dit mogelijk is, is onder andere afhankelijk van de tijd die is verstreken, de aard van het besluit, rechtsbescherming en de vraag of de van toepassing zijnde regelgeving inmiddels gewijzigd is.
5
Indien geen bezwaar wordt ingediend tegen een onbevoegd genomen besluit, wordt het gebrek door het verstrijken van de bezwaartermijn voor bezwaar vanzelf geheeld. Wordt wel een bezwaarschrift ingediend, dan kan het gebrek worden hersteld doordat het bevoegde orgaan alsnog het besluit neemt. Soms wordt gebrekkig mandaat gepasseerd door toepassing van artikel 6:22 van de Awb (Een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, kan, ondanks schending van een vormvoorschrift, door het orgaan dat op het bezwaar of beroep beslist in stand worden gelaten indien blijkt dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld). Jurisprudentie over dit onderwerp is grillig en casuïstisch. Er wordt niet altijd aangenomen dat het gebrek van een onbevoegd genomen besluit hersteld kan worden in bezwaar. Er is wel geoordeeld dat het nieuwe besluit, genomen door het bevoegde orgaan, een nieuw primair besluit is. Volgens andere uitspraken kan een bevoegdheidsgebrek wel hersteld worden in bezwaar. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zelfs een keer een besluit omgezet in een besluit van het bevoegde orgaan. BELANGRIJKE WIJZIGINGEN TEN OPZICHTE VAN HET MANDAATBESLUIT 2007. Het Mandaatbesluit gemeente Amstelveen is grotendeels een herschikte versie van het Mandaatbesluit 2007. Hieronder wordt een aantal in het oog springende wijzigingen genoemd. Algemene mandaten In het mandaatbesluit 2007 waren alle gemandateerde bevoegdheden per afdeling te zien. In het mandaatbesluit gemeente Amstelveen is ervoor gekozen om de gemandateerde bevoegdheden die voor alle hoofden gelden apart te benoemen in Algemene mandaten. Geen ondermandaat aan andere afdelingen/bedrijven In het mandaatbesluit 2007 kwam de constructie voor dat aan het hoofd van de afdeling Ruimtelijk Ordening en Vergunningen mandaten waren gegeven voor het verlenen van vergunningen en ontheffingen die vervolgens op grond van artikel 10:4 Awb ondermandaat verleende aan hoofden en medewerkers van andere afdelingen waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. In het huidige mandaatbesluit is van deze constructie afgestapt. De betreffende afdelingshoofden hebben nu rechtstreeks van het college mandaat gekregen om in hun naam de werkzaamheden uit te kunnen voeren. Slechts in een enkel geval is nog sprake van een ondermandaat aan een andere afdeling. Werken voor twee gemeenten Vanaf 1 januari 2013 is de Centrumregeling van kracht geworden. Het gevolg is dat Aalsmeer bevoegdheden heeft gemandateerd die Amstelveen niet kent. Een voorbeeld is het snelvarenbeleid Westeinderplassen. Ook heeft het college en de burgemeester van Aalsmeer een lijst opgesteld met voorwaarden ten aanzien van bepaalde mandaten. Deze voorwaarden zijn in de kolom specifieke bepalingen achter de betreffende mandaten opgenomen.
6