Tillen op Bouwplaatsen onderzoek en maatregelen voor de uitvoer van beleidsregel “tillen op bouwplaatsen”
drs. Kees Peereboom Eur. Erg. drs. Jorrit Jansen
Datum Opdrachtgever Contactpersoon vhp projectnummer
27 juni 2005 BBC Convenant Meubelindustrie dhr. K. de Schipper 333.03
[email protected] tel 070 3844001 fax 070 3892413
vhp ergonomie Huygensstraat 13a 2515 BD ’s-Gravenhage
Tillen op de Bouwplaats
vhp ergonomie
Samenvatting Tillen op de bouwplaats In de meubelbranche worden veelvuldig montagewerkzaamheden op de bouwplaats uitgevoerd. De meubelindustrie valt daarmee onder de werkingssfeer van de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen”. In deze beleidsregel is in essentie bepaald dat handmatig tillen zoveel als mogelijk vermeden wordt. In ieder geval mag er niet meer dan 25 KG handmatig door één persoon worden getild en niet meer dan 50 KG door twee personen. Dit laatste is alleen toegestaan bij voldoende beweegruimte. De meubelindustrie heeft uitstel voor naleving tot 1 januari 2007. In deze rapportage wordt uiteengezet: • In welke situaties en bij welke werkzaamheden de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen” momenteel wordt overschreden. • Welke maatregelen zijn voorhanden om het arbo-risico als gevolg van tillen op bouwplaatsen te beperken. • Welke maatregelen momenteel al worden toegepast in de sector. • Ideeën voor het ontwikkelen van nieuwe maatregelen. Bij het beschrijven van maatregelen staat conform de opdrachtverstrekking de ergonomische toepasbaarheid centraal en worden de aanschafkosten indicatief aangeduid. Overschrijding beleidsregel Van de bedrijven in de sector geeft 93% aan dat hun medewerkers geregeld objecten die zwaarder zijn dan 25 KG handmatig tillen. In deze situaties wordt de beleidsregel overschreden. Binnen deze overschrijdingen kan in de eerste plaats onderscheid gemaakt worden in kleine- en grotere bedrijven: Bij kleine bedrijven (<10 medewerkers) is het volgende profiel van toepassing bij overschrijding van de beleidsregel: • Vooral bij werkzaamheden in woonhuizen. • Tillen van kasten, tafels en ander (op maat gemaakt) meubilair. • Gebrek aan manoeuvreerruimte en nauwe (trap)doorgangen vormen belemmeringen. • Er wordt niet dagelijks maar wel wekelijks meer dan 25 kg handmatig getild. • Kleine bedrijven beschikken over karren, steekwagens en ladders en weinig tot niet over specifieke tilhulpmiddelen. • Vaak is (te) weinig personeel aanwezig om samen te tillen. Bij middelgrote- en grote bedrijven (>10 medewerkers) is het volgende profiel van toepassing bij overschrijding van de beleidsregel: • Veel til werkzaamheden op kantoorlocaties. • Tillen van kasten, balies en barren. • Obstakels in de looproute, nauwe doorgangen en moeilijke bochten, niet aanwezig zijn van de juiste tilhulpmiddelen en onverhard terrein vormen belemmeringen. • Er wordt niet dagelijks meer dan 25 kg handmatig getild, maar wel wekelijks. • Vaak is voldoende personeel aanwezig om samen te tillen. Echter, er mag met maximaal twee werknemers tot maximaal 50 KG getild worden)). • Vooral tilproblematiek bij objecten zwaarder dan 100 kg. In de tweede plaats kan onderscheid gemaakt worden in de soorten objecten waarbij vooral overschrijding van de beleidsregel optreedt. De top 5 van mate van overschrijding binnen de bedrijven is daarbij in volgorde: Balies (77%), Kasten(69%), barren(57%), tafels(56%) en wandpanelen(31%). In de derde plaats kan onderscheid gemaakt worden in de mate waarin omgevingsfactoren bepalend zijn voor de overschrijdingen van de beleidsregel. Hier is de volgorde: obstakels in de looproute(60%), nauwe doorgangen (53%), tilhulpen vervangen niet alle handelingen(47%) en transport over een onverharde ondergrond(37%).
27 juni 2005
ii
Tillen op de Bouwplaats
vhp ergonomie
Daarnaast is in de vierde plaats het van belang te vermelden dat in een aanzienlijk deel van de gevallen de interieurbouw bedrijven slechts gedeeltelijke invloed hebben op de omgevingsfactoren. In de meeste gevallen heeft het bedrijf geen of weinig invloed op: rijroute/ondergrond/bestrating, obstakels in de rijweg en vorm en gewicht van het te plaatsen object. In een deel van de gevallen heeft het bedrijf geen invloed op: aanwezige hulpmiddelen, in te zetten hulpmiddelen en werkwijze (b.v. bij plaatsing in bijna op te leveren gebouw is geen zaag en boorwerk in het gebouw toegestaan (Bijvoorbeeld: onbestrate aanvoer, obstakels in de rijweg). Tot slot is het in de vijfde plaats van belang dat naar opgave van de interieurbouwbedrijven 59% van de architecten geen rekening houdt met gewichten en hanteerbaarheid van objecten, 31% dit soms doet en 7% dit wel doet. Maatregelen die voorhanden zijn In totaal zijn anno 2005 ten minste 46 oplossingen beschikbaar om overschrijding van de beleidsregel te voorkomen. In FysiMeubel zijn momenteel 25 interieurbouw- en tilspecifieke oplossingen opgenomen. In dit rapport worden 21 nieuwe oplossingen voor tillen op bouwplaatsen opgeleverd Maatregelen die al toegepast worden in de sector Via vragenlijst onderzoek is vastgesteld dat dit 30 oplossingen betreft. Als de keuzemogelijkheid met de nieuw gevonden oplossingen uitgebreid wordt zijn er in totaal 46 oplossingen beschikbaar. Hiermee kan op korte termijn het toepassingsgebied verder toenemen. Voor welke situaties zijn geen dan wel in onvoldoende mate hulpmiddelen beschikbaar dan wel zijn bestaande maatregelen niet toepasbaar? Dit betreft vooral: • Situaties waar objecten zwaarder dan 50 KG handmatig verplaatst worden. Indien de route gevolgd wordt van productie tot en met plaatsing zijn er in de meeste gevallen altijd wel een of enkele tilsituaties die opgelost kunnen worden met een van de 46 oplossingen. Echter, dit betreft zelden alle tilsituaties. Voor de situaties waar sprake is van ruimtegebrek om met twee personen te werken (b.v. bij de eindplaatsing op locatie) geldt dit ook voor te tillen gewichten groter dan 25 KG. • Wanneer men met zware objecten obstakels in de looproute moet passeren (b.v met een L-vormige balie door een deur of met een luchtbandenkar vanaf een onbestrate looproute over een drempel); • Wanneer men nauwe doorgangen of moeilijke bochten moet passeren. Klassiek voorbeeld is een trappenhuis in een woning waar men met een kast doorheen gaat. • Werken op onbestrate dan wel oneffen ondergronden. • Werken met door architecten zodanig ontworpen objecten dat deze zwaar zijn. In de meeste gevallen is sprake van een combinatie van genoemde omstandigheden. Ideeën voor het ontwikkelen van nieuwe maatregelen. Aanvullende en nieuwe oplossingen zijn gewenst voor het verplaatsen van zware (vitrine)kasten, balies, barren en tafels. Dit geldt zeker voor alle objecten zwaarder dan 50 kg. In deze rapportage worden zeven ideeën aangereikt die nader uitgewerkt kunnen worden om bij te dragen aan het voorkomen dan wel oplossen van til knelpunten die met de 46 beschikbare oplossingen niet dan wel deels opgelost kunnen worden. Deze ideeën betreffen:. • Gevelridder: een eenvoudig te verplaatsen ladderlift geschikt maken voor zware objecten zoals kasten en balieonderdelen; • Elektrische trappensteekwagen ontwikkelen voor grote objecten • Verreiker op/aan de vrachtwagen monteren. Bij het bezorgen van kozijnen en puien wordt dit al toegepast. • Objecten duwen en trekken door middel van speciale stukjes tapijt (stroeve bovenzijde, gladde onderzijde) onder de poten/onderzijde. In een aantal gevallen kan een deel van de tilhandeling vervangen worden door duwen of trekken; • Meer nadruk in de vakopleidingen leggen op ‘gezond en rugsparend werken’ • Vanuit of met steun van de branche regionale verhuur mogelijkheden bieden voor het huren van specifieke tilhulpmiddelen. Dit kan ook in samenspraak met een bestaande 27 juni 2005
iii
Tillen op de Bouwplaats
•
vhp ergonomie
aanbieder (bijv. BO-RENT). Dit betreft vooral de hulpmiddelen die bedrijven niet snel zelf aanschaffen, niet kunnen opslaan of vervoeren of waarvoor hoge investeringen nodig zijn; Grote objecten (barren, balies, kasten) in delen aanleveren en ter plekke monteren
Over de laatstgenoemde oplossing heeft veel discussie plaatsgevonden. Het in delen aanleveren van grote objecten zoals balies, kasten en barren wordt als problematisch ervaren vooral omdat 59% van de architecten hier geen rekening mee houdt in het ontwerp, omdat naden vaak niet acceptabel zijn voor de klant, omdat dit veel meer manuren vraagt en omdat dit constructie- en installatietechnisch erg lastig is. Logistiek bezien speelt eveneens mee dat de interieurbouwer de laatste schakel in de bouwketen is. Doordat de planning vaak uitloopt zijn voorgaande schakels (aannemer, installateur, vloerbedekking etc) nog niet altijd gereed als de interieurbouwer met zijn werk begint. Op dat moment is het niet altijd mogelijk op de locatie (verspanende) gereedschappen te gebruiken. Overlast en vervuiling door zagen, boren etc dient dan te worden vermeden. Doordat de plaatsingstijd kort is wordt zo veel mogelijk voorwerk in de werkplaats gedaan. Objecten zijn daarom zo veel mogelijk voorgemonteerd. Het in delen aanleveren van grote objecten zoals balies, kasten en barren is –met inachtneming van alle zojuist vermelde randvoorwaarden- in een deel van de gevallen wel mogelijk, maar kost extra tijd. Voorwaarde is wel dat het betreffende object in de werkplaats al een keer volledig gemonteerd moet worden voordat het naar de (bouw)locatie gebracht wordt voor eindmontage. Conclusies De bevindingen uit het huidige onderzoek zijn zowel met werkgevers als met werknemers uit de branche besproken. De uitkomsten van de enquêtes en de werkplekobservaties worden door hen onderschreven. Vervolgens is de nadruk in de discussie gelegd op de mate waarin de in dit rapport genoemde oplossingen vanuit ergonomisch oogpunt in de praktijk toepasbaar zijn. In grote lijnen kan gesteld worden dat voor de meeste tilsituaties in theorie oplossingen voorhanden zijn. Deze oplossingen lossen meestal een deel van het tilprobleem op. In de praktijk blijkt toepassing van een aantal maatregelen en oplossingen daarnaast niet altijd even eenvoudig en mogelijk te zijn. Werkgevers en werknemers zijn van mening dat er een aantal bruikbare oplossingen aangereikt wordt. Voor situaties waar momenteel geen oplossingen voorhanden zijn, zijn ideeen aangereikt . Vooral de volgende drie ideeën worden interessant gevonden: 1. Nadruk op verbetering gebruik bestaande hulpmiddelen Zowel werkgevers als werknemers geven aan dat -vooral voor kleine bedrijven- een hulpmiddel vaak duur in aanschaf is, slechts in een deel van de gevallen inzetbaar is en in het gebruik vaak tijdrovend is. Op voorhand verwacht men veel van het verbeteren van de bekendheid met het gebruik en het ontwerp de bestaande hulpmiddelen de steekwagen en het hondje cq de pianokar. Men is het er over eens dat het veel toegepaste standaard ‘hondje’ in veel gevallen beter vervangen kan worden door een wat grotere versie op luchtbanden (‘pianokar’) zodat ook kleine obstakels in de rijweg eenvoudig overwonnen kunnen worden. De motivatie voor de voorkeur voor enkele breed inzetbare eenvoudige hulpmiddelen zoals de pianokar en de steekwagen is: “iedere situatie is anders” en “één hulpmiddel lost het probleem maar deels op” en “we kunnen niet voor elke situatie een hulpmiddel meenemen”. Ruimtegebrek in de transportbus en in het magazijn wordt in dit kader als een groot probleem gezien. 2. Vanuit of met steun van de branche regionale verhuur mogelijkheden bieden voor het huren van specifieke tilhulpmiddelen. Men ziet veel perspectief in het idee om vanuit de branche regionaal via steunpunten/verhuurbedrijven specifieke tilhulpmiddelen onder acceptabele voorwaarden te kunnen huren voor tijdelijk gebruik. Dit kan ook in samenspraak met een bestaande aanbieder (bijv. BO-RENT). 3. Het met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (opdrachtgevers, architecten, opdrachtnemers/interieurbouwers) logistieke keten afspraken maken. Dit betreft de wijze waarop objecten aangeleverd worden en welke middelen en randvoorwaarden op bouwlocaties minimaal aanwezig zijn dan wel van toepassing zijn om objecten op een verantwoorde wijze te plaatsen.
27 juni 2005
iv
Tillen op de Bouwplaats
vhp ergonomie
Inhoudsopgave Samenvatting ..............................................................................................ii 1 Inleiding ..................................................................................................1 2 Vraagstelling ..........................................................................................1 3 Aanpak....................................................................................................2 4 Uitkomsten enquêtes ............................................................................3 5 Werkplekobservaties .............................................................................7 6 Overzicht oplossingen ..........................................................................9 6.1 6.2 6.3 6.4
Overzicht best practices Fysimeubel.......................................................... 9 Overzicht aanvullende oplossingen ........................................................... 9 Overzicht oplossingen die momenteel al toegepast worden .................... 18 Overzicht ideeën nader te ontwikkelen oplossingen ................................ 18
7 Koppeling knelpunten en oplossingen ..............................................21 8 Conclusies............................................................................................26 Bijlage A: Enquête ‘tillen op locatie door interieurbouwers’ ................29 Bijlage B: Uitkomsten enquêtes ..............................................................31 Bijlage C: Uitkomsten Werkplekobservaties ..........................................35 Bijlage D: Definities en toelichting ..........................................................60
27 juni 2005
v
1
Inleiding
Tillen op de bouwplaats In de meubelbranche worden veelvuldig montagewerkzaamheden op de bouwplaats uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn fysiek belastend, onder andere door het handmatig tillen van lasten. De meubelindustrie valt in principe onder de werkingssfeer van de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen”. In deze beleidsregel is in essentie bepaald dat er niet meer dan 25 kg handmatig door één persoon mag worden getild en niet meer dan 50 kg door twee personen. Deze beleidsregel “tillen op bouwplaatsen” is van toepassing op alle situaties waar op de bouwplaats montagewerkzaamheden uitgevoerd worden1. Sectie interieurbouw Het deel van de meubelsector dat in hoofdzaak met deze beleidsregel te maken heeft betreft de sectie interieurbouw. Deze sectie bestaat uit bedrijven die zich projectmatig bezighouden met betimmeringen, inrichtingen en maatmeubilair voor onder andere winkels, kantoren, banken, zorginstellingen, schepen, hotels en horecagelegenheden. Uit een eerder enquêteonderzoek onder de leden van de Centrale Bond voor Meubelfabrikanten (CBM)2 blijkt de uitvoering van de beleidsregel op praktische bezwaren te stuiten. Vanwege deze reden heeft de sector tot 1 januari 2007 uitstel gekregen om te onderzoeken op welke wijze invulling gegeven kan worden aan deze beleidsregel. De BBC heeft hierbij vhp ergonomie gevraagd om de praktische problemen bij het uitvoeren van de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen” te inventariseren en onderzoek te verrichten naar mogelijkheden om eventuele knelpunten die het invulling geven aan de beleidsregel in de weg staan op te lossen. Opbouw rapportage Hoofdstuk 2 en 3 bevatten de verschillende deelvraagstellingen en de gevolgde aanpak voor dit project. In Hoofdstuk 4 en 5 worden de problemen en mogelijkheden nader in kaart gebracht met betrekking tot het uitvoeren van de beleidsregel. Hoofdstuk 4 presenteert daarbij in hoofdlijnen de uitkomsten van een branchebreed uitgezette enquête. Deze enquête is in essentie gericht op de mate waarin bedrijven kunnen voldoen aan de gestelde beleidsregel en de oplossingen die reeds worden toegepast dan wel bekend zijn. De details hiervan zijn terug te vinden in Bijlage B. In Hoofdstuk 5 worden in hoofdlijnen de uitkomsten van werkplekobservaties besproken. De details hiervan zijn terug te vinden in Bijlage C. Tijdens werkplekobservaties is in essentie de tilproblematiek nader in kaart gebracht en is gekeken naar de oplossingen die reeds toegepast worden en de randvoorwaarden die daarbij gelden. Hoofdstuk 6 en 7 beschrijft oplossingen voor het uitvoeren van de beleidsregel. Hoofdstuk 6 richt zich daarbij op beschikbare en nog te ontwikkelen oplossingen voor het kunnen uitvoeren van de beleidsregel. In Hoofdstuk 7 is een overzicht opgenomen van meest geëigende oplossingen in relatie tot de gevonden knelpunten. Hoofdstuk 8 bevat tot slot de conclusies in relatie tot de vraagstelling.
2
Vraagstelling
Als resultaat van dit project wordt door de opdrachtgever minimaal een antwoord verwacht op de volgende vragen3: 1. In welke situaties en bij welke werkzaamheden wordt de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen” momenteel overschreden? 2. Welke maatregelen zijn zowel technisch als organisatorisch voorhanden om het arborisico als gevolg van tillen op bouwplaatsen te beperken? Lever een overzicht aan met relevante maatregelen die gebruikt kunnen worden door relevante bedrijven om eventuele knelpunten op te lossen dan wel te voorkomen. 3. Welke zowel technische als organisatorische maatregelen worden momenteel al toegepast in de sector? 1
De definitie van bouwplaats is in Bijlage D opgenomen Mw. Ir. S.F. Vuijk, januari 2002 3 Bron: Startnotitie d.d. 21 mei 2004 2
27 juni 2005
1
4. Voor welke werkzaamheden waar momenteel geen maatregel voorhanden is, kunnen in samenwerking met de bedrijven nieuwe maatregelen/ hulpmiddelen worden ontwikkeld?
3
Aanpak
In overleg met opdrachtgever is de volgende aanpak gevolgd: •
Oriëntatie Via bestudering van het CBM onderzoek4, interviews met CBM medewerkers en een opstartgesprek met het sectiebestuur interieurbouw is een representatief overzicht van soorten bedrijven, werksituaties, werkzaamheden en te verwerken materialen verkregen. In overleg met de CBM en het sectiebestuur is de enquête opgesteld.
•
Schriftelijke enquête bij 700 bedrijven5. De respons is verwerkt in SPSS6. De enquête is als Bijlage A bijgevoegd. De uitkomsten van de enquête zijn in Bijlage B bijgevoegd.
•
Telefonische interviews bij 30 bedrijven. Telefonische interviews zijn vooral benut om nadere informatie te verkrijgen over al toegepaste maatregelen binnen bedrijven en de bestaande kennis en ideeën over maatregelen te vergroten. Op basis hiervan heeft vhp ergonomie gericht gezocht naar aanvullende oplossingen en is met een aantal bedrijven een afspraak gemaakt voor een observatie in de praktijk.
•
Werkplekobservaties. Op basis van de enquête-uitkomsten en de telefonische interviews en na overleg met het sectiebestuur is een aantal representatieve werkzaamheden en locaties geselecteerd. Vastgelegd zijn: ○ de situatie waarin gewerkt wordt (logistiek, werkplek, organisatie van het werk, beschikbare mankracht, aanwezige hulpmiddelen). Dit vooral met als doel het kunnen selecteren en beschrijven van gewenste maatregelen indien sprake is van knelpunten. ○ de tilbelasting. Nadruk is hierbij gelegd op de drie meest bepalende factoren. Dit zijn: tilgewicht, frequentie en horizontale reikafstand. Daarnaast is vastgelegd: verticale werkhoogte, verticale verplaatsingsafstand, rompdraaiing en contact met de te tillen last7. Wij achten het noodzakelijk om niet uitsluitend naar het te tillen gewicht te kijken. ○ Verzamelen nadere informatie om te bepalen in welke mate voldoen aan de beleidsregel haalbaar is en welke uitzonderingen dan wel aanpassingen wenselijk zijn. Enerzijds wordt informatie ingewonnen vanwege technisch inhoudelijke achtergronden (specificatie oplossingen), anderzijds biedt dit de branche de mogelijkheid om als gesprekspartner beslagen ten ijs te komen. De uitkomsten van de werkplekobservaties zijn als Bijlage C bijgevoegd.
•
Oplossingen voor geconstateerde knelpunten ○ Nieuw gevonden oplossingen worden uitgewerkt in het format van FysiMeubel. Deze oplossingen kunnen door Humatix toegevoegd worden aan de oplossingendatabank. Ieder bedrijf uit de sector dat via internet ingelogd is, heeft dan meteen de beschikking over deze oplossingen. ○ Voor situaties waar geen kant en klare oplossingen te koop zijn, zijn ideeën aangereikt hoe deze ontwikkeld zouden kunnen worden.
4
Ir. S. Vuijk, januari 2002 Zoals afgesproken op 16 en 18 augustus 2004 6 Statistisch softwarepakket 7 Er is gewerkt vanuit de methodiek van NIOSH. Dit is zowel wereldwijd als in Nederland de standaard. Ook de Arbeidsinspectie hanteert deze methode. 5
27 juni 2005
2
•
Bespreking met werkgevers en werknemers uit de branche ○ Bespreken conclusies enquête en werkplekobservaties en toepasbaarheid en haalbaarheid maatregelen met werkgevers en werknemers uit de branche.
In Figuur 1 is de aanpak schematisch weergegeven.
enquêtes (± 700) interviews observaties (12)
Voor knelpuntsituaties: bestaande oplossingen of nieuw te ontwikkelen oplossingen Figuur 1: Trechtermodel aanpak
4
Uitkomsten enquêtes
Algemeen In dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen weergegeven. Voor details wordt verwezen naar Bijlage B. Voor de in de enquête gehanteerde vraagstelling wordt verwezen naar Bijlage A. Er zijn 700 enquêtes verstuurd en 144 retour ontvangen. De respons is daarmee 20,5%. Respons naar bedrijfsomvang 83
< 10 medewerkers 10-20 medewerkers 20-50 medewerkers
35
> 50 medewerkers 21 5
Figuur 2. Respons naar bedrijfsomvang
27 juni 2005
3
Bij het interpreteren van de uitkomsten is rekening gehouden met het feit dat de meeste medewerkers werkzaam zijn bij de grotere (> 50 medewerkers) bedrijven. In het vervolg van dit hoofdstuk wordt op een aantal punten een uitsplitsing beschreven voor zowel kleine (< 10 medewerkers) als middelgrote- en grote bedrijven. Percentage bedrijven dat de beleidsregel handhaaft
7%
wel in staat tot hanteren beleidsregel niet in staat tot hanteren beleidsregel
93%
Figuur 3. Percentage bedrijven dat de beleidsregel handhaaft. NB> Bij de 93% van de bedrijven die niet in staat zijn aan de beleidsregel te voldoen lukt dit vaak wel, maar soms niet. In Bijlage B is dit nader per soort bedrijf en per soort object procentueel uitgesplitst. Figuur 3 geeft aan dat de sector op dit moment niet voldoet aan de in de beleidsregel gestelde eisen. Dit betreft bedrijven die aangeven dat hun medewerkers: “geregeld objecten die zwaarder zijn dan 25 KG handmatig tillen”. Een nadere uitsplitsing van de enquêtegegevens geeft in dit kader aan: •
•
Kleine bedrijven (<10 medewerkers) geven aan dat er vaak naast het standaard hondje en de steekwagen geen specifieke hulpmiddelen voorhanden zijn, dat wel aanwezige hulpmiddelen niet altijd gebruikt worden en dat er vaak geen tijd is om hulpmiddelen te gebruiken. Tevens geven zij aan dat er vaak te weinig personeel beschikbaar is Middelgrote- en grote bedrijven (>10 werknemers) vertonen hetzelfde beeld waar het aanwezigheid en gebruik van hulpmiddelen betreft. Tevens is de aanvulling dat er vaak wel een tilhulpmiddel aanwezig is, maar dat deze niet alle tilhandelingen kan vervangen. Ook komt het voor dat een wel aanwezig tilhulpmiddel in gebruik is bij collega’s.
27 juni 2005
4
De locaties waar projecten uitgevoerd worden Woonhuizen
52,10%
Kantoren
41,00%
Winkels
28,50%
Zorginstellingen
26,40%
Horeca
12,50% 9,70%
Overig Schepen
9,00%
Figuur 4. De locaties waar projecten uitgevoerd worden Bij de informatie weergegeven in figuur 4 dient aangetekend te worden dat projecten in woonhuizen vooral uitgevoerd worden door kleine bedrijven (<10 medewerkers). De kleine bedrijven voeren 65% van hun werk op locatie uit in woonhuizen. Dit betreft dus qua aantal absoluut bezien minder medewerkers dan figuur 4 doet vermoeden. De grote bedrijven (>50 werknemers) voeren 40% van hun werk op locatie uit in kantoorlocaties. De overige 60% van het werk van grote bedrijven is evenredig verdeel over horeca, winkels en woonhuizen. De ‘bulk’ van de werkzaamheden betreft daarbij vooral het plaatsen van balies en kasten in kantoren en winkels en in mindere mate in zorginstellingen. Bij plaatsing van welke objecten hebben bedrijven moeite met de beleidsregel? 77.10%
Balies Kasten
68.80% 56.90%
Tafels
55.60%
Barren 31.90%
Wandpanelen Deuren
25.70%
Vloerdelen
25.70%
Luifels
22.20%
Zitmeubelen
21.50%
Podia
18.80%
Trapdelen
18.80% 13.90%
Kozijnen Keukens Overig
8.30% 2.80%
Figuur 5. Overzicht van objecten waarmee bedrijven moeite hebben om te voldoen aan de bedrijfsregel Dat de meeste problemen om aan de beleidsregel te voldoen in de praktijk optreden tijdens het plaatsen van balies en kasten, wordt onderschreven door het sectiebestuur interieur-
27 juni 2005
5
bouw. Bij de objecten die zwaar zijn en ook relatief vaak geplaatst worden is het beeld dat deze niet dagelijks, maar wel wekelijks handmatig getild worden. Top vier van ervaren belemmeringen
60.40% 52.80% 47.20% 37.50%
Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Tilhulpmiddel vervangt niet alle tilhandelingen Onverharde ondergrond, nog niet bestraat
Figuur 5. Overzicht van ervaren belemmeringen bij het plaatsen van objecten Uit figuur 5 blijkt dat er diverse soorten belemmeringen ervaren worden. Bij het kiezen van oplossingen dient terdege rekening gehouden te worden met het soort belemmeringen dat in de praktijk optreedt. Vooral kleine bedrijven (<10 werknemers) geven relatief vaak aan last te hebben van obstakels in de looproute en nauwe doorgangen. Houdt de architect rekening met gewicht en afmetingen van het object?
Ja Soms Nee
Figuur 5. Mate waarin architecten rekening houden met gewicht en afmetingen van objecten. Uit de enquête blijkt dat de architect in 7% van de gevallen rekening houdt met gewicht en afmetingen van het object. Ongeveer eenderde (31%) van de bedrijven geeft aan dat dit soms het geval is. In meerderheid (59%) wordt door bedrijven aangegeven dat architecten geen rekening houden met gewicht en afmetingen. Het feit dat 7% van de respondenten aangeven dat de architect (soms) wel rekening houdt met gewicht en afmetingen, impli-
27 juni 2005
6
ceert dat betere of andere afspraken met architecten het knelpunt tillen mogelijk kunnen inperken.
5
Werkplekobservaties
Organisatie werkplekobservaties Tijdens de telefonische interviews en de daaropvolgende werkplekbezoeken is de praktijksituatie nader in kaart gebracht. Onderzoekers zijn de bedrijven ingestapt om te kijken waar niet aan de beleidsregel voldaan wordt en waarom niet. Ook is bekeken waar wel aan de beleidsregel voldaan kan worden en hoe dit gerealiseerd wordt. Op basis van de uitkomsten van de enquête is nadruk op volgende aspecten gelegd: • • • •
Waarom en waardoor het 93% van de bedrijven niet lukt de beleidsregel te hanteren; Waarom en waardoor het 7% van de bedrijven wel lukt de beleidsregel te hanteren; In welke mate bestaande oplossingen het percentage van 93% zouden kunnen verlagen; In welke mate nieuw te realiseren oplossingen het percentage van 93% zouden kunnen verlagen.
Om tot een evenwichtige indeling van werkplekbezoeken te komen, zijn op basis van de enquête-uitkomsten 120 bedrijven telefonisch benaderd voor een werkplekbezoek. Het overgrote deel van de bedrijven reageerde afhoudend op dit verzoek. Bij bedrijven die wel toestemming gaven, bleek het niet altijd eenvoudig om daadwerkelijk op het moment dat de tilhandelingen plaatsvinden op de locatie aanwezig te zijn. Na samenspraak met de CBM en het sectiebestuur interieurbouw, zijn uiteindelijk acht locaties bezocht. Op enkele locaties zijn meerdere soorten werkzaamheden geobserveerd (bijvoorbeeld plaatsing van kasten en balies en deuren en wandpanelen). Hierdoor is toch een ruime hoeveelheid tilwerkzaamheden geobserveerd. Het uitgangspunt hierbij was dat relevante tilsituaties zo mogelijk bij een bedrijf werden beoordeeld waarbij de activiteit als knelpunt geldt (knelpuntsituatie) als ook bij een bedrijf waarbij de activiteit op een vooruitstrevende manier wordt uitgevoerd (best-practice-situatie), dit betreft vooral bedrijven die aangaven de norm beleidsregel ‘tillen op bouwplaatsen’ niet te overschrijden). In tabel 1 is weergegeven welke situaties bezocht zijn. Er zijn twaalf observaties verricht op acht locaties. Essentie uitkomsten werkplekobservaties Alle werkplekobservaties zijn in detail beschreven in Bijlage C. In dit hoofdstuk worden de uitkomsten op hoofdlijnen beschreven. Met nadruk wordt gesteld dat dit een indruk betreft op grond van observatie op acht locaties met inachtneming van de informatie die via interviews en enquêtes gegenereerd is. • Bij middelgrote (>10 medewerkers) en grote bedrijven (> 50 medewerkers) die ofwel seriematig op locatie werken (bv 180 kasten plaatsen op een locatie) ofwel seriematig op soortgelijke locaties werken (bv 35 bankfilialen restylen) is de logistieke organisatie goed te noemen, zijn voor een deel de juiste hulpmiddelen aanwezig en worden indien nodig op maat hulpmiddelen aangeschaft dan wel zelf gemaakt. Bij zware balies en (vitrine)kasten geldt echter dat altijd met meerdere (tot 4) medewerkers handmatig getild wordt. Bij de modellen zwaarder dan 50 kg mag worden aangenomen dat de beleidsregel overschreden wordt. De Arbeidsinspectie staat het tillen van gewichten zwaarder dan 50 Kg met meer dan twee mensen niet toe. Ook kunnen wel beschikbare tilhulpmiddelen niet altijd ingezet worden, vooral door lastige bereikbaarheid. • Bij middelgrote (>10 medewerkers) en grote bedrijven (> 50 medewerkers) is de mate van gebruik van aanwezige hulpmiddelen verschillend. Er zijn locaties bezocht waar aanwezige hulpmiddelen consequent gebruikt worden, er zijn echter ook locaties bezocht waar wel aanwezige hulpmiddelen in het geheel niet gebruikt worden (‘zonder hulpmiddel gaat het sneller’). • Kleine bedrijven beschikken over het algemeen uitsluitend over standaard hulpmiddelen (hondje/karren, steekwagen, ladders) en niet over specifieke tilhulpmiddelen. • Bedrijven die vaak dezelfde objecten plaatsen beschikken eveneens vooral over standaard hulpmiddelen (hondje/karren, steekwagen, ladders) en niet over specifieke tilhulpmiddelen. 27 juni 2005
7
• •
Interieurbouwers beschikken over het algemeen over weinig kennis betreffende mogelijke tilhulpmiddelen buiten de direct binnen het eigen bedrijf beschikbare middelen. Dit geldt in versterkte mate voor de medewerkers van de kleine bedrijven. Op locatie kan rollend materieel vaak een uitkomst bieden. Opvallend is in dit kader dat rollend materiaal veelal niet optimaal geschikt is voor het gebruik op bouwlocaties. Vaak zijn de wielen te klein (diameter 12 cm) en is het loopvlak te hard (bijv. wit nylon) voor gebruik op straat over drempels en over oneffen terrein. BALIES
-
BARREN
+
HORECA
-
+
KASTEN VITRINES
-
+
TAFELS KEUKENBLAD
-
+
WANDEN PLAFONDS DEUREN
-
+
X
KANTOREN
WINKELS
X
X
WOONHUIZEN
ZORG
X
X
X
X
X
X
plafond
Deur Glaswand
X
X
X
Tabel 1. Overzicht werkplekobservaties in de praktijk (X in ‘groene’ kolom: best practice situatie, X in ‘rode’ kolom: knelpunt situatie)
27 juni 2005
8
6 6.1
Overzicht oplossingen
Overzicht best practices Fysimeubel Op dit moment zijn de in tabel 2 opgenomen 25 oplossingen voor de branche beschikbaar via het programma FysiMeubel. Overzicht huidige oplossingen FysiMeubel Heffer Heftafel Heftruck Pallethefwagen Bok Transportwagen Bestelbus met aangepaste laadvloer Bedrijfswagen met laadlift / goederenlift Taakroulatie Werkoverleg Rolkoevoet Meubelrollers Montagelift mobiel Voethefboom Inzet van zwaarder materieel zoals hoogwerkers of bouwliften Werkafspraken over verticaal transport Inschakelen verhuisbedrijf Hefhulp Panel Crane Kanalenlift Platendragers Werkinstructie tillen en dragen van zware producten Gedemonteerd in onderdelen aanleveren van producten bij de klant Verlengde elektrische palletwagen Hefhulpmiddel MultiMatePro Autolaadkraan met verreiker Tabel 2. Momenteel beschikbare oplossingen in het programma FysiMeubel die geschikt zijn om knelpunten betreffende tillen op bouwplaatsen op te lossen Deze oplossingen zijn aan de branche ter beschikking gesteld en worden in FysiMeubel nader toegelicht. Dit programma kan gratis gedownload worden via www.gewoondoen.nu
6.2
Overzicht aanvullende oplossingen Op basis van dit project zijn een aantal nieuwe, aanvullende oplossingen in kaart gebracht. Dit betreft enerzijds oplossingen die gevonden zijn bij ‘best practice’ situaties in de praktijk en anderzijds door vhp ergonomie aanvullend gevonden oplossingen. De 22 gegenereer27 juni 2005
9
de aanvullende oplossingen zullen na goedkeuring door opdrachtgever na afloop van dit project opgenomen worden in FysiMeubel. In tabel 3 worden deze oplossingen globaal beschreven. Aan dit rapport is een Excel bestand toegevoegd waarbinnen de oplossingen uitgebreid beschreven zijn. Via dit Excel format kan de programmeur de oplossingen eenvoudig verwerken in FysiMeubel. Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 1. Tillium
Afbeelding(en):
Een hulp bij het plaatsen van bijvoorbeeld (boven)kasten, keukens en aanrechtbladen. De tilhulp tilt tot 250 kg zonder daarbij zijn stabiliteit te verliezen. Om het apparaat inzetbaar te houden is het demontabel. Niet alleen tijdens de montage is de tilhulp een grote hulp maar ook bij het in- en uitladen van de zware onderdelen voor het transport toont het apparaat goede inzetmogelijkheden. Door zijn relatief geringe afmeting kunnen de onderdelen snel en gemakkelijk door deuren en gangen rechtstreeks de keuken ingereden worden om ook hier zoveel mogelijk fysieke belasting te voorkomen. Dit is een al langer bekende oplossing. Tot voor kort was deze oplossing echter niet verkrijgbaar in de vrije verkoop. Kanttekeningen logistiek: • Neemt veel ruimte in de laadruimte van de transportbus8 • Nauwelijks inzetbaar op niet bestrate ondergrond Investering: • Kostprijs indicatie € 2500 2. Verrijdbare heftafel De heftafel is geschikt voor het op hoogte brengen en (horizontaal en verticaal) positioneren van onder andere aanrechtbladen. Objecten kunnen met een handbediend systeem op hoogte worden gebracht. Na het blokkeren van de wielen kan gestart worden met de plaatsing.
Kanttekeningen logistiek: • Neemt veel ruimte in de laadruimte van de transportbus • Nauwelijks inzetbaar op niet bestrate ondergrond • Bij voorkeur uitrusten met grote wielen (minimaal 16 cm diameter) • Bij voorkeur uitrusten met blokkeerbare rollers bovenop om eenvoudig materialen te kunnen verschuiven ipv tillen. Investering: • Kostprijs indicatie € 450
8
Ook ruimtegebrek in het magazijn wordt in de praktijk als probleem gezien. Dit knelpunt treedt vooral op als men meerdere hulpmiddelen moet stallen/opslaan en wordt verder niet genoemd bij de beschrijving per oplossing. 27 juni 2005
10
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 3. Transportwagen kantelbaar en in hoogte instelbaar
Afbeelding(en):
De kantelbare transportwagen is een handig transportmiddel, waar plaatwerk door smalle doorgangen verplaatst moet worden. De rollen op de dragers, maken het mogelijk om het plaatmateriaal relatief gemakkelijk te plaatsen. De variant de Easylift is tevens uitgerust met een hydraulisch systeem voor het op hoogte positioneren. De Easylift is binnenkort leverbaar. Kanttekeningen logistiek: • Neemt veel ruimte in de laadruimte van de transportbus • Werknemers geven aan: ideaal hulpmiddel als het zodanig aangepast wordt dat vele soorten en afmetingen materiaal er op vervoerd kunnen worden • Opletten dat voldoende transportbreedte aanwezig is bij het passeren van deurdoorgangen. Investering: • Kostprijs: onbekend (Easylift nog niet leverbaar) . 4. Vacuümapparatuur (handmatig, met handpomp of op accu) Omschrijving: Vacuümapparatuur (eventueel met accu) om plaatmateriaal te tillen en te plaatsen. De draagkracht van de apparatuur is maximaal 140 kg. Uitvoeringen met handpomp kunnen tot maximaal 200 kg tillen. Accu uitvoeringen kunnen tot maximaal 400 kg tillen. Kanttekeningen logistiek: • Werknemers geven de voorkeur aan een handmatige toepassing (minder zwaar, minder randvoorwaarden voor toepassing). Investering: • Kostprijs indicatie: van € 40 voor de goedkoopste handmatige toepassing tot € 1800 voor de meest geavanceerde accutoepassing. 5. Kastenkar Zelf ontworpen kar voor het transporteren en plaatsen van kasten. De draagbeugel is kantelbaar en vast te zetten in een gewenste hoek (specifiek voor transport in liften en smalle doorgangen) Voorbeeld: Gielissen Neos. Kanttekeningen logistiek: • Neemt veel ruimte in de transportbus • Alleen inzetbaar op locaties met ruime toegang • Dergelijke op maat toepassing is alleen geschikt bij grote series. Investering: • Kostprijs indicatie: eigen productie Gielissen Neos .
27 juni 2005
11
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 6. Hondje/dolly (reeds in FysiMeubel)
Afbeelding(en):
Platform met wielen waarmee bijvoorbeeld kasten horizontaal kunnen worden verplaatst. Eventueel leverbaar met trekstang. Kanttekeningen logistiek: • Ongeschikt voor oneffen of onverhard buitenterrein. Investering: Kostprijs indicatie: vanaf €25,7. Pianokar Door grotere luchtbanden van minimaal 16 cm doorsnede onder karren te plaatsen kunnen kleine obstakels als stoeptegels en drempels eenvoudig overwonnen worden. In de praktijk wordt met grote regelmaat gewerkt met karren (‘hondjes’) met kleine (12 cm doorsnede) wielen met een hard loopvlak (bijv. wit nylon). Luchtbanden vragen i.t.t. nylon wel enig onderhoud. Kanttekeningen logistiek: • Een of twee van dergelijke karren meenemen is mogelijk. Investering: • Kostprijs indicatie € 150-200 per stuk. 8. Til-up Til up is een greep die in een betere houding tillen mogelijk maakt. Is een nieuwe ontwikkeling in de woonbranche.Bron: prijsvraag arboconvenant woonwerk.. Investering: • Kostprijs indicatie € 20.
9. Plafondplatenlift Handtakel en stempel voor plafonddelen tot 65 kg Kanttekeningen logistiek: • Is goed demonteerbaar en neemt daardoor weinig ruimte in • Is een lichtgewicht toepassing die op wielen verplaatst kan worden • Inzetbaar tot ca 4 meter hoogte. Investering: • Kostprijs indicatie: onbekend, huur voor € 20 per dag.
27 juni 2005
12
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 10. Draagsysteem met bussen
Afbeelding(en):
Door op transportkisten bussen aan te brengen kunnen deze kisten met 2 of 4 man getild worden met gebruik van draagstangen. Tillen met meerdere personen mag tot maximaal 50 KG handmatig uitgevoerd worden. Kanttekeningen logistiek: • Wordt vooral toegepast voor glastransport. hierover dienen afspraken gemaakt te worden met de toeleverancier. Investering: • Kostprijs indicatie: Opnemen in kosten verpakkingsmateriaal, systeem geschikt voor hergebruik.
11. Drempels in de route verwijderen of neutraliseren Als een drempel te hoog is om er met een kar overheen te rijden, wordt de last er vaak overheen getild. Door de drempel te verwijderen of te neutraliseren met een lichtgewicht profiel kan men tillen vermijden. Voorbeeld boven: Interwand Situatie onder: lichtgewicht profiel (De Nijs). Kanttekeningen logistiek: • Snel en eenvoudig aan te brengen, breed toepasbaar, bevordert efficiënt werken. Investering: • Kostprijs indicatie lichtgewicht profiel: € 40.
Kunststofmodel voor toepassing binnen (€ 40)
Stoeprandmodel (prijs onbekend)
Aluminium drempelplaat incl. scharniertoepassing (€130-180)
27 juni 2005
13
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving:
Afbeelding(en):
12. Transport op bokken Gebruik transportbokken tot op de plek waar de materialen verwerkt worden. Dit voorkomt tillen. Voorbeeld: Interwand. Kanttekeningen logistiek: • Is toepasbaar als onderdeel van een logistiek systeem (met kraan of verreiker). • Vooral geschikt voor wanden en panelen. Veel toegepast in de bouw en de glashandel. • Duidelijke afspraken over bokkengebruik zijn nodig. Soms moeten de bokken meteen mee retour met de toeleverancier, er kan gewerkt worden met een statiegeldsysteem en ook kunnen bokken in eigen beheer toegepast worden (optie voor grote bedrijven) • Bij voorkeur wordt gewerkt met bokken op wielen. Investering: • Kostprijs indicatie: zeer divers vanaf ca € 200 per bok. 13. Schouder en heupbanden Door het lichaam op meerdere plekken via banden te ondersteunen tijdens tillen wordt de rug minder belast. Kanttekeningen logistiek: • Kan in bepaalde situaties de rugbelasting beperken, maar het gewicht wordt wel handmatig getild. Medewerkers geven aan dat dit veel tijd kost en alleen toegepast kan worden als de veiligheid gegarandeerd blijft. Investering: • Kostprijs indicatie: € 40-80 • Een instructie voor juist gebruik is nodig.
14. Handstapelaar Met dit type hefhulpmiddel kunnen objecten zowel verplaatst als op hoogte gebracht worden. Kantekeningen logistiek • De heftafel moet op de locatie beschikbaar zijn. Er moet voldoende capaciteit beschikbaar zijn in de laadruimte. Investering: • Kostprijs indicatie: vanaf € 750,-
27 juni 2005
14
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 15. Kastenverplaatser / Diepladerkar/ teckel
Afbeelding(en):
Diepladerkar om relatief hoge objecten in één keer onder de deurpost naar binnen te kunnen rijden. het laadvermogen is 150 kilo, het eigen gewicht is 7 kilo en de afstand tot de vloer is 3 cm. Kanttekeningen logistiek: • Door de harde en kleine wielen (diameter 10 cm van polipropyleen) niet geschikt voor onbestraat terrein en het passeren van drempels • Moeilijk bochten draaien (ruime draaicirkel is nodig). Investering: • Verhuur, bijvoorbeeld via www.Roldorent.com. 16. Gebruik van twee pompkarren tijdens het laden en lossen van een vrachtwagen De pompkarren (waarvan een met schaarmogelijkheid) kunnen ervoor zorgen dat een lange lading, zoals een kast of balie, vlak blijft Bron: toepassing De Nijs, Castricum Kanttekeningen logistiek: • De meeste werknemers werken liever met een ‘hondje’en of een steekwagen • Twee pompkarren nemen veel ruimte in in de laadruimte. Investering: • Kostprijs indicatie: vanaf € 500 per stuk. 17. Lichtgewicht Rolsteiger Vooral geschikt om plafonddelen e.d. te plaatsen Kanttekeningen logistiek: • De flex variant (rechter afbeelding) neemt weinig ruimte in. Investering: Kostprijs indicatie: € 750.
27 juni 2005
15
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: 18. Rijplaten
Afbeelding(en):
Er zijn vele soorten kunststof rij platen. Met behulp van rij platen kan een onbestrate ondergrond begaanbaar gemaakt worden voor rollend materiaal. Een nieuwe ontwikkeling is het zogenaamde ‘catwalk’ systeem waarbij een complete looproute rondom het bouwobject aangelegd wordt. Kanttekeningen logistiek: • Neemt in verhouding weinig ruimte in in de transportbus • Voorkeur voor een systeem dat in elkaar gepast kan worden om drempelvorming tussen de platen te voorkomen • ‘catwalk’ systeem (afbeelding onder) Dit is een voorziening voor bredere toepassing op de bouwplaats. Investering: • Kostprijs indicatie: € 35 per meter rijplaat bij 2 cm dikke plaat. 19. Bouwlift Kanttekeningen logistiek: • Bij voorkeur een hulpmiddel dat via een verhuurbedrijf ingezet wordt • Inzetbaar tot hefhoogtes van maximaal 21 meter • Bij voorkeur een eenvoudig verplaatsbaar model (zoals in de onderste afbeelding) • Kritische factor zijn de afmetingen van het platform gekoppeld aan de toegangsmogelijkheden van het gebouw op hoogte. Investering: • Kostprijs indicatie: € 5000-€10000 • Huren: prijsindicatie € 60 per dag.
20. Lossen met heftafel (zonder schaar) bij laden en lossen met bus zonder laadklep Bedrijven werken graag met bussen met een maximaal gewicht van 3500 KG. Hier kan ook met een klein rijbewijs op gereden worden. Een laadklep weegt al gauw 350 Kg en is bovendien kostbaar. Door het object op een pallet of wielen te plaatsen kan men vanaf de straat de heftafel er onder zetten, deze een klein beetje extra liften, de auto wegrijden en vervolgens de lading weer laden zakken. Zo is laden en lossen zonder laadklep en zonder tillen mogelijk. Kantekeningen logistiek
27 juni 2005
16
Nr.
Naam hulpmiddel inclusief korte omschrijving: • De heftafel moet op de locatie beschikbaar zijn. Er moet voldoende capaciteit beschikbaar zijn in de laadruimte.
Afbeelding(en):
Investering: • Kostprijs indicatie heftafel: vanaf € 750.
21. Instructie gebruik hulpmiddelen Werknemers geven aan dat vooral instructie over fysieke belasting in combinatie met het ‘creatief’ en ‘handig’omgaan met de standaard hulpmiddelen aanbeveling verdiend. Dit kan bijvoorbeeld toegepast worden door middel van een toolbox meeting. Investering: Prijsindicatie: € 300. Tabel 3. Overzicht aanvullende oplossingen
27 juni 2005
17
6.3
Overzicht oplossingen die momenteel al toegepast worden Soort hulpmiddel <10 20 9 6 13 6 1 19 6 22 1 2 2 4 3 8 3 2 1 1 1
Aantal medewerkers 10-20 20-50 >50 4 6 1 3 2 5 1 6 8 7 1 2 1 1 4 8 7 1 3 1 8 7 2
1 Steekwagen 2 Vacuümhandgreep 3 Tillift 4 Transportkar 5 Platenwagen 6 Platenlift 7 Palletwagen 8 Vorkheftruck 9 Hondje 10 Kruiwagen 11 Elektrische takel 1 12 Bouwlift 1 13 Elektrische stapelaar 2 14 Meubelrollers 1 15 Platendrager 1 2 1 16 Hydraulische laadklep 1 1 17 Kanalenlift 3 1 1 18 Rollenbaan 19 Kooiaap 20 Inhuren verhuisbedrijf 1 21 Vacuümkraan 1 22 Heftafel 2 2 1 23 Autolaadkraan 1 1 1 24 Glijdoppen 1 25 Goederenlift 3 26 Stelvoetje 1 27 Deken 1 28 Ladderlift 1 29 Hoogwerker 1 30 Bovenloopkraan 1 Tabel 4. Oplossingen die momenteel al toegepast worden in de branche . De getallen in de kolommen betreffen het aantal bedrijven dat in de enquête aangegeven heeft van deze hulpmiddelen gebruik te maken. Er is daarbij onderscheid gemaakt naar soorten bedrijven op basis van de aantallen medewerkers Het overzicht in tabel 4 is samengesteld op grond van de uitkomsten van de vragenlijsten.
6.4
Overzicht ideeën nader te ontwikkelen oplossingen In deze paragraaf zijn in tabel 6 ideeën weergegeven die mogelijk in de toekomst een oplossing kunnen bieden voor tilproblematiek. Deze oplossingen dienen echter nog uitontwikkeld te worden.
27 juni 2005
18
Nr. 1
Naam hulpmiddel en Korte omschrijving: Gevelridder
Afbeelding(en):
Deze al langer bekende toepassing geschikt maken voor zware objecten zoals kasten en balieonderdelen. De uitdaging is het ontwikkelen van een relatief eenvoudig te transporteren systeem dat ook zware objecten aan kan.
2
Elektrische trappensteekwagen voor grote objecten Dit is een bekende toepassing, maar nog niet geschikt voor objecten groter dan wasmachines. Door deze toepassing verder te ontwikkelen wordt de toepasbaarheid voor de interieurbouwbedrijven vergroot.
3
Verreiker op vrachtwagen Object direct vanuit laadruimte op etagehoogte kunnen plaatsen. Dit is een nieuw te ontwikkelen oplossing voor de interieurbouw. Glaszetters werken al wel met dit soort oplossingen (kozijnen en puien heffen)
4
Objecten duwen en trekken door middel van speciale stukjes tapijt (stroeve bovenzijde, gladde onderzijde) Eenvoudige toepassing geschikt voor verplaatsen in de laadruimte en bij plaatsen/ stellen op linoleum, tegelvloeren en een deel van de tapijtvloeren.
5
Meer nadruk in vakopleiding leggen op ‘gezond en rugsparend werken’
27 juni 2005
In een aantal praktijksituaties viel op dat wel aanwezige hulpmiddelen niet gebruikt worden en dat medewerkers vaak weinig kennis hebben van zowel de risico’s van tillen als van de oplos19
Nr.
Naam hulpmiddel en Korte omschrijving:
6
Vanuit of met steun van de branche regionale verhuur mogelijkheden bieden voor het huren van specifieke tilhulpmiddelen. Dit kan ook in samenspraak met een bestaande aanbieder (bijv. BO-RENT)
7
Grote objecten (barren, balies, kasten) in delen aanleveren en ter plekke monteren
Afbeelding(en): singsmogelijkheden. Een aanbevolen insteek is ‘rugsparend werken’een onderdeel te laten zijn van het vakmanschap van de interieurbouwer. Leg nadruk op het goed gebruiken van hondje/pianokar en steekwagen Uit het onderzoek is gebleken dat tillen van zware objecten niet dagelijks, maar vooral wekelijks plaatsvindt. Tevens blijkt tillen vaak weer andersoortige en anders gevormde objecten te betreffen. (Kleine) bedrijven kunnen daardoor niet snel een kosteneffectieve investering doen in een specifiek en kostbaar hulpmiddel. Ook de beperkte ruimte in de laadruimte van de transportbus is een groot obstakel. Door deze op huurbasis tegen een aantrekkelijk tarief ter beschikking te stellen kunnen deze wel ingezet worden.
Voorbeeld: Bij toepassing van 2 cm MDF afgewerkt met formica weegt een balie gemiddeld ongeveer 50 kg per meter. Dit mag precies getild worden door 2 man. Door balies in onderdelen te maken en in delen aan te leveren kan de tilbelasting beperkt blijven. Afhankelijk van de te verwerken materialen kunnen balies ook zwaarder dan 50 Kg per meter zijn. Op beperkte schaal wordt dit in de praktijk toegepast. En zijn echter vele randvoorwaarden waar rekening mee gehouden dient te worden, bijvoorbeeld: • De kostprijs gaat omhoog (‘in situ’ uren zijn duurder dan werkplaats uren, ‘ in situ’ werken kost meer tijd, voorafgaand aan plaatsing geheel monteren en demonteren in werkplaats is nodig, stellen kost veel tijd); • Klanten willen een zo kort mogelijke plaatsingstijd en een zo kort mogelijke aanwezigheid van de interieurbouwer op de locatie, gebruik van verspanende gereedschappen (zagen, boren, frezen) op locatie dient vermeden te worden, men wil vaak geen naden zien. • 59% van de architecten houdt hier geen rekening mee. Alvorens dit op een branche brede schaal toe te kunnen passen dienen deze aspecten goed met elkaar in evenwicht gebracht te worden. Tabel 5. Overzicht ideeën nader te ontwikkelen oplossingen
27 juni 2005
20
7
Koppeling knelpunten en oplossingen
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de meest geëigende oplossingen in relatie tot de in Hoofdstuk 4 en 5 geschetste knelpunten. Daarnaast wordt kort weergegeven of met de betreffende oplossingen idealiter aan de beleidsregel gehoor kan worden gegeven. Voor een beter begrip van de tabel, volgt hierbij een voorbeeld: om de mogelijke oplossingen te bekijken bij het overwinnen van de onverharde ondergrond bij het plaatsen van kasten in woonhuizen, moet gekeken worden bij Type locatie: “Woonhuizen” >> Type object: “Kasten” >> Type belemmering/ knelpunt: “Onverharde ondergrond, nog niet bestraat”, zijn de oplossingen weergegeven in de kolommen “Oplossing a”, “Oplossing b” en “Oplossing c”. De nog te ontwikkelen oplossingen zijn vervolgens voor de betreffende situatie weergegeven in de kolommen “Oplossing op termijn a” en “Oplossing op termijn b”. De volgordes (a,b,c) zijn willekeurig omdat iedere situatie en ieder object anders is. Er kan niet op voorhand een beste oplossing voor een soort situatie in zijn geheel bepaald worden. Tabel 6 oplossingen en uitvoerbaarheid beleidsregel per type locatie, object en knelpunt. Type Locatie
Type object
Kasten
Woonhuizen
Tafels
Wandpanelen
27 juni 2005
Type belemmering/ knelpunt Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel
Oplossing a
Oplossing b
Oplossing c
Rijplaten aanleggen
Til up
Pianokar
Grotere wielen met luchtbanden Kastenkar
Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Rolkoevoet
Werkinstructie tillen en Tillium dragen Pianokar Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Transportwagen kantelbaar Platendragers
Oplossing op termijn Oplossing op termijn a b Regionale verhuur mogelijk maken Trappensteek-wagen Verreiker op vrachtelektrisch wagen Gevelridder Regionale verhuur mogelijk maken Regionale verhuur mogelijk maken
Pianokar Rolkoevoet Heffer
palletwagen
Gezond werken in vakopleiding Regionale verhuur mogelijk maken
Pianokar Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Rolsteiger
Heftafel
Plafondplatenlift
Regionale verhuur mogelijk maken
21
Type Locatie
Type object
Balies
Kasten
Kantoren
Tafels
Wandpanelen
27 juni 2005
Type belemmering/ knelpunt Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute
Oplossing a Rijplaten aanleggen
Grotere wielen met luchtbanden Nauwe doorgangen of moei- Diepladerkar/ Teckel lijke bochten Problemen in gebruik tilIn onderdelen aanlevehulpmiddel ren Onverharde ondergrond, Rijplaten aanleggen nog niet bestraat Obstakels in looproute Grotere wielen met luchtbanden Nauwe doorgangen of moei- Kastenkar lijke bochten Problemen in gebruik tilWerkinstructie tillen en hulpmiddel dragen Onverharde ondergrond, Pianokar nog niet bestraat Obstakels in looproute Grotere wielen met luchtbanden Nauwe doorgangen of moei- Diepladerkar/ Teckel lijke bochten Problemen in gebruik tilIn onderdelen aanlevehulpmiddel ren Onverharde ondergrond, Rijplaten aanleggen nog niet bestraat Obstakels in looproute Grotere wielen met luchtbanden Nauwe doorgangen of moei- Transportwagen kantellijke bochten baar Problemen in gebruik tilPlatendragers hulpmiddel
Oplossing b Schouder + heupbanden Pianokar
Oplossing c Pianokar
Oplossing op termijn Oplossing op termijn a b Gevelridder
Drempelplaten
Autolaadkraan met verreiker palletwagen
Regionale verhuur mogelijk maken
Heftruck
Pianokar
Pianokar
Drempelplaten
Trappensteek-wagen elektrisch Gevelridder
Til up
Regionale verhuur mogelijk maken
Diepladerkar/ Teckel Rolkoevoet
Verreiker op vrachtwagen
Rijplaten aanleggen Pianokar Inzetten zwaarder materieel Heftafel
Drempelplaten
palletwagen
Gezond werken in vakopleiding Regionale verhuur mogelijk maken
Pianokar Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Transport op bokken
Tillium
Plafondplatenlift
Gevelridder
21
Type Locatie
Type object
Balies
Kasten
Winkels
Tafels
Wandpanelen
27 juni 2005
Type belemmering/ knelpunt Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel
Oplossing a Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Kastenkar
Oplossing b
Oplossing c
Grotere wielen met luchtbanden Pianokar
Pianokar
Draagsysteem met bussen Grotere wielen met luchtbanden Pianokar
Palletwagen
Oplossing op termijn Oplossing op termijn a b Gevelridder
Drempelplaten
Regionale verhuur mogelijk maken
Pianokar Drempelplaten
Trappensteek-wagen elektrisch
Verreiker op vrachtwagen
Speciale stukjes tapijt
Regionale verhuur mogelijk maken
Diepladerkar/ Teckel
Transportwagen
Til up
Pianokar
Rijplaten aanleggen
Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel
Pianokar
In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen
Bedrijfswagen met laadlift Pianokar
Palletwagen
Grotere wielen met luchtbanden Transportwagen kantelbaar Platendragers
Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Transport op bokken
Tillium/ pneumatische lift
Plafondplatenlift
Drempelplaten Gezond werken in vakopleiding
Gezond werken in vakopleiding Regionale verhuur mogelijk maken
21
Type Locatie
Type object
Balies
Kasten
Zorginstellingen
Tafels
Wandpanelen
27 juni 2005
Type belemmering/ knelpunt Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel
Oplossing a Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Kastenkar
Oplossing b Schouder + heupbanden Pianokar Autolaadkraan met verreiker Heftafel Grotere wielen met luchtbanden Pianokar
Rolkoevoet
Pianokar
Rijplaten aanleggen
Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel
Pianokar
Grotere wielen met luchtbanden Transportwagen kantelbaar Platendragers
Pianokar Drempelplaten
Afspraken over verticaal transport Pianokar Drempelplaten
Oplossing op termijn Oplossing op termijn a b Regionale verhuur mogelijk maken Gevelridder
Speciale stukjes tapijt Regionale verhuur mogelijk maken Trappensteek-wagen elektrisch
Verreiker op vrachtwagen
Diepladerkar/ Teckel
Meubelrollers
In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen
Oplossing c
Inzetten zwaarder materieel Heftafel
Bestelbus, aangepaste laadvloer Heftruck
Speciale stukjes tapijt Regionale verhuur mogelijk maken
Autolaadkraan met verreiker
Verlengde elektrische palletwagen
Pianokar Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Bok
Hefhulpmiddel Multi Mate Pro
Kanalenlift
Gezond werken in vakopleiding Regionale verhuur mogelijk maken Regionale verhuur mogelijk maken
Trappensteek-wagen elektrisch
Regionale verhuur mogelijk maken
21
Type Locatie
Type object
Balies
Kasten
Horeca
Tafels
Barren
Wandpanelen
27 juni 2005
Type belemmering/ knelpunt Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Problemen in gebruik tilhulpmiddel
Oplossing a Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel Met twee pompkarren werken Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Kastenkar
Oplossing b Grotere wielen met luchtbanden Pianokar
palletwagen Grotere wielen met luchtbanden Pianokar Diepladerkar/ Teckel Til up
Pianokar
Rijplaten aanleggen
Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel
Pianokar
In onderdelen aanleveren Rijplaten aanleggen
Heftafel
Draagsysteem met bussen Rijplaten aanleggen Grotere wielen met luchtbanden Transportwagen kantelbaar Vacuümapparatuur
Pianokar
Oplossing op termijn Oplossing op termijn a b Regionale verhuur mogelijk maken
Heftruck Gevelridder
Rolkoevoet
Grotere wielen met luchtbanden Diepladerkar/ Teckel
Oplossing c
Inschakelen verhuisbedrijf Pianokar Schouder + heupbanden Bok
Regionale verhuur mogelijk maken Regionale verhuur mogelijk maken Trappensteek-wagen elektrisch
Verreiker op vrachtwagen
Regionale verhuur mogelijk maken Gevelridder Drempelplaten
Verlengde palletwagen Pianokar
Grotere wielen met luchtbanden Pianokar
Heftruck
Bouwlift
Inzetten verhuisbedrijf
Heftafel
Afspraken over verticaal transport
Gezond werken in vakopleiding Regionale verhuur mogelijk maken
Verreiker op vrachtwagen
Regionale verhuur mogelijk maken
Pianokar Pianokar
Drempelplaten
Diepladerkar/ Teckel
Bok
Hefhulp panel crane
Plafondplatenlift
Regionale verhuur mogelijk maken
21
8
Conclusies
Conclusies worden getrokken naar aanleiding van de vraagstelling. Bij het beantwoorden van deze vragen wordt waar relevant een onderscheid gemaakt tussen enerzijds kleine bedrijven (< 10 medewerkers) en anderzijds middel- en grote bedrijven (> 10 medewerkers). 1. In welke situaties en bij welke werkzaamheden wordt de beleidsregel “tillen op bouwplaatsen” momenteel overschreden? In de eerste plaats hebben kleine en grote bedrijven een ander profiel waar het overschrijding van de beleidsregel betreft. Kleine bedrijven verrichten ongeveer tweederde van de locatiegebonden tilwerkzaamheden in woonhuizen. Overschrijding van de beleidsregel vindt plaats door het tillen van kasten, tafels en ander (op maat gemaakt) meubilair. Logistiek gezien vormen het gebrek aan manoeuvreerruimte en nauwe (trap)doorgangen de grootste belemmeringen. Er wordt niet dagelijks meer dan 25 kg handmatig getild, maar wel wekelijks. Kleine bedrijven beschikken over karren, steekwagens en ladders en weinig tot niet over specifieke tilhulpmiddelen. Overschrijding van de beleidsregel wordt in de hand gewerkt door: • Onvoldoende in de markt beschikbare hulpmiddelen die in meerdere til situaties toepasbaar zijn. Efficiënt gebruik is daardoor moeilijk te realiseren. • Onvoldoende ruimte in de transportbus en in het magazijn om (meerdere) til hulpmiddelen mee te nemen dan wel te stallen. • Onvoldoende personeel om zodanig samen te tillen dat er minder dan 25 kg per persoon getild wordt. Gezien de beperkte manoeuvreerruimte is dit is in de praktijk ook vaak niet mogelijk. Middel- en grote bedrijven verrichten 40% van de locatie gebonden tilwerkzaamheden uit op kantoorlocaties. De overige 60% van het werk van grote bedrijven is evenredig verdeeld over horeca, winkels en woonhuizen. Overschrijding treedt vooral op bij kasten, balies en barren. Logistiek gezien dragen meer factoren bij aan overschrijding van de beleidsregel, namelijk: obstakels in de looproute, nauwe doorgangen en moeilijke bochten, niet aanwezig zijn van de juiste tilhulpmiddelen en onverhard terrein. Er wordt niet dagelijks meer dan 25 kg handmatig getild, maar wel wekelijks. Meestal is voldoende personeel aanwezig om (tot en met 4 werknemers) samen te tillen. Er mag daarom vanuit gegaan worden dat bij plaatsen van barren, kasten en balies van > 50 kg de tilnorm van 25 kg per persoon overschreden wordt. Bij situaties waar objecten van < 50 kg geplaatst worden hangt de overschrijding samen met het al dan niet aanwezig zijn van voldoende personeel en het juiste tilhulpmiddel. Vooral bij seriematig werk zijn veelal de juiste tilhulpmiddelen beschikbaar (bijv. 100 dezelfde kasten plaatsen in een kantoorgebouw). Bij meer incidentele plaatsingen vaak niet (bijv. een unieke balie plaatsen). Overschrijding van de beleidsregel wordt in de hand gewerkt door: • Onvoldoende in de markt beschikbare hulpmiddelen die in voldoende tilsituaties toepasbaar zijn. Bij seriematige plaatsing is dit niet het geval, dan wordt vaak zelf een tilhulpmiddel ontwikkeld • Onvoldoende ruimte in de transportbus en in het magazijn om (meerdere) til hulpmiddelen mee te nemen dan wel op te slaan. • Onvoldoende manoeuvreerruimte om bij gewichten > 50 KG zodanig samen te tillen dat er minder dan 25 Kg per persoon getild wordt. In de tweede plaats kan onderscheid gemaakt worden in de soorten objecten waarbij vooral overschrijding van de beleidsregel optreedt. De top 5 van mate van overschrijding binnen de bedrijven is daarbij in volgorde: Balies (77%), Kasten(69%), barren(57%), tafels(56%) en wandpanelen(31%). In de derde plaats kan onderscheid gemaakt worden in de mate waarin omgevingsfactoren bepalend zijn voor de overschrijdingen van de beleidsregel. Hier is de volgorde: obstakels
27 juni 2005
26
in de looproute(60%), nauwe doorgangen (53%), tilhulpen vervangen niet alle handelingen(47%) en transport over een onverharde ondergrond(37%). Daarnaast is in de vierde plaats het van belang te vermelden dat in een aanzienlijk deel van de gevallen de interieurbouw bedrijven slechts gedeeltelijke invloed hebben op de omgevingsfactoren. In de meeste gevallen heeft het bedrijf geen of weinig invloed op: rijroute/ondergrond/bestrating, obstakels in de rijweg, vorm en gewicht van het te plaatsen object. In een deel van de gevallen heeft het bedrijf geen invloed op: aanwezige hulpmiddelen, in te zetten hulpmiddelen en werkwijze (b.v. bij plaatsing in bijna op te leveren gebouw is geen zaag en boorwerk in het gebouw toegestaan (Bijvoorbeeld: onbestrate aanvoer, obstakels in de rijweg). Tot slot is het in de vijfde plaats van belang dat naar opgave van de interieurbouwbedrijven 59% van de architecten geen rekening houdt met gewichten en hanteerbaarheid van objecten, 31% dit soms doet en 7% dit wel doet. 2. Welke maatregelen zijn zowel technisch als organisatorisch voorhanden om het arborisico als gevolg van tillen op bouwplaatsen te beperken? Lever een overzicht aan met relevante maatregelen die gebruikt kunnen worden door relevante bedrijven om eventuele knelpunten op te lossen dan wel te voorkomen. In onderhavige rapportage is een overzicht opgenomen met 25 al bekende oplossingen die in de branche toegepast kunnen worden. Deze oplossingen zijn opgenomen in FysiMeubel. Dit project heeft in aanvulling 21 nieuwe oplossingen voor tillen op bouwplaatsen opgeleverd. Deze worden in het FysiMeubel format aangeleverd en kunnen in het programma geplaatst worden. Via internet zullen dan 46 oplossingen direct beschikbaar zijn. Zowel kleine- als middel- en grote bedrijven kunnen zelf oplossingen selecteren die in hun eigen bedrijfsvoering passen. Een overzicht van mogelijkheden per situatie in weergegeven in Hoofdstuk 7. Tevens zijn 7 ideeën voor oplossingen aangereikt die verdere uitwerking behoeven. 3. Welke zowel technische als organisatorische maatregelen worden momenteel al toegepast in de sector? Dit betreft 30 oplossingen. In FysiMeubel zijn momenteel 25 interieurbouw- en tilspecifieke oplossingen opgenomen. Als de 21 nieuwe oplossingen toegevoegd worden zal het toepassingsgebied toenemen. Daarmee nemen ook de mogelijkheden voor bedrijven in de sector om oplossingen te kiezen verder toe. 4. Voor werkzaamheden waar geen maatregel voorhanden is, in samenwerking met de bedrijven werken aan het vinden dan wel ontwikkelen van nieuwe maatregelen. In grote lijnen kan gesteld worden dat – inclusief de nieuw gevonden oplossingen- voor de meeste tilsituaties in theorie oplossingen voorhanden zijn. Deze oplossingen lossen echter meestal een deel van het tilprobleem op. In de praktijk blijkt toepassing van genoemde maatregelen en oplossingen daarnaast niet altijd even eenvoudig en mogelijk te zijn. Tilsituaties die ook met de huidige beschikbare en nieuw gevonden oplossingen zeker problematisch blijven betreffen vooral situaties waarbij zware (vitrine)kasten, balies, barren en tafels geplaatst worden. Dit geldt zeker voor alle objecten zwaarder dan 50 kg. Bij gewichten kleiner dan 50 kg hangt dit samen met de beschikbaarheid van voldoende personeel en de aanwezigheid van adequate tilphulpmiddelen. Gewichten zwaarder dan 50 KG mogen niet met meer dan twee mensen getild worden. Werken met hulpmiddelen is dan noodzakelijk. In deze rapportage zijn zes ideeën aangereikt die nader uitgewerkt kunnen worden om bij te dragen aan het voorkomen dan wel oplossen van til knelpunten. Met de combinatie van de in deze rapportage aangeleverd oplossingen en de ideeën voor nieuwe oplossingen is het mogelijk het percentage bedrijven en werkzaamheden waarbij voldaan wordt aan de beleidsregel te vergroten. Kort gesteld wordt de meeste winst verwacht van de volgende (combinaties van) oplossingen:
27 juni 2005
27
In de huidige situatie: • Beschikbaarheid en juist gebruik van steekwagen en ‘hondjes’ branchebreed realiseren. Tevens de ‘hondjes’ bij voorkeur vervangen door een grotere versie uitgerust met luchtbanden (‘pianokar’). Medewerkers instrueren in ‘handig’ gebruik. • Waar mogelijk aanschaffen en inzetten van één of meerdere van de 46 in dit rapport genoemde hulpmiddelen. Daarbij kan de tabel in hoofdstuk 7 als leidraad gebruikt worden. Voor de nabije toekomst: • Nader ontwikkelen van het idee om vanuit de branche regionaal via steunpunten/verhuurbedrijven specifieke til hulpmiddelen onder acceptabele voorwaarden te kunnen huren voor tijdelijk gebruik. • Het waar mogelijk in delen aanleveren van grote objecten zoals balies, kasten en barren. • Het met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (opdrachtgevers, architecten, opdrachtnemers/interieurbouwers, evt. andere aanwezige aannemers) logistieke keten afspraken maken over hoe objecten aangeleverd worden en welke middelen en randvoorwaarden op bouwlocaties minimaal aanwezig zijn dan wel van toepassing zijn om objecten op een verantwoorde wijze te plaatsen.
27 juni 2005
28
Bijlage A: Enquête ‘tillen op locatie door interieurbouwers’ Naam bedrijf Contactpersoon Straatnaam en nummer • Postcode en plaats • Telefoonnummer
• •
Vraag 1 Hoeveel medewerkers heeft uw bedrijf?
Minder dan 10 medewerkers 10 tot 20 medewerkers 20 tot 50 medewerkers Meer dan 50 medewerkers
Vraag 2 Op welke locaties voert u het merendeel van de projecten uit? U kunt maximaal twee mogelijkheden aankruisen.
Horeca Kantoren Schepen Winkels Woonhuizen Zorginstellingen Anders, namelijk:
•
Vraag 3 3A Kruis aan hoe vaak u onderstaande producten plaatst op locatie? 3B Kruis aan of bij dit product geregeld per persoon meer dan 25 kg handmatig wordt getild? Dagelijks Balies/ controletafels Barren/ buffetten Deuren Kasten/ vitrines Kozijnen/ ramen Luifels Podia Tafels/ werkbladen Vloer-/ plafonddelen Trappen Wandpanelen Zitmeubelen Anders, namelijk:
27 juni 2005
3A Wekelijks
Soms
Nooit
3B Handmatig tillen meer dan 25 kg
nee nee nee nee nee nee nee
ja ja ja ja ja ja ja
nee
ja
nee nee nee nee
ja ja ja ja
nee
ja
29
Vraag 4 Welke punten uit onderstaande lijst ervaart u in de praktijk als belangrijkste belemmeringen om de beleidsregel ‘tillen op bouwplaatsen’ (= maximaal tillen van 25 kg per persoon) te handhaven? • U kunt maximaal drie mogelijkheden aankruisen. • Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute (zoals drempels, paaltjes, kolommen, treden, trappen, kabels) Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Geen of te kleine hulpmiddelen voor verticaal transport aanwezig (zoals (bouw)liften) Geen tilhulpmiddel voorhanden Tilhulpmiddel vervangt niet alle tilhandelingen Tilhulpmiddel onhandig in gebruik Gebruik tilhulpmiddel is tijdrovend / handmatig tillen gaat sneller Tilhulpmiddel beschadigt product Tilhulpmiddel beschadigt vloer of andere objecten Onvoldoende personeel per project Werktechniek/manier van tillen door medewerkers • Anders, namelijk: Vraag 5 Houdt de architect bij het productontwerp rekening met gewicht en/of afmetingen van onderdelen? • Ja Soms Nee Vraag 6 Geef de namen (en zo mogelijk aanvullende gegevens) van de beste technische hulpmiddelen die u gebruikt om het handmatig tillen van producten van meer dan 25 kg op bouwlocaties te verlichten Naam hulpmiddel
Merk/ type
Fabrikant/ leverancier
Telefoon/ internet
1. 2. 3. Heeft u nog opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst? • • ……………………………………………………………………………………………………………………… ……… • • ……………………………………………………………………………………………………………………… ……… Hartelijk dank voor het invullen! U kunt de ingevulde enquête per post toesturen aan: vhp ergonomie t.a.v. dhr. J.P. Jansen Huygensstraat 13-a 2515 BD ‘s-Gravenhage
Of fax naar: 070-389 24 13
27 juni 2005
30
Bijlage B: Uitkomsten enquêtes Respons enquête (20,5%) Aantal respondenten onderverdeeld naar aantal medewerkers < 10 medewerkers 10-20 medewerkers 20-50 medewerkers > 50 medewerkers Totaal
83 35 21 5 144
Percentage bedrijven dat beleidsregel handhaaft In onderstaande tabel zijn de respondenten weergegeven (in %) waar medewerkers geregeld meer dan 25 KG handmatig tillen (vraag 3b). Wél in staat tot hanteren beleidsregel Níet in staat tot hanteren beleidsregel
% van totaal 6.9% → 93.1%
Locaties projecten Onderstaande tabel toont de locaties waar projecten worden uitgevoerd in de sectie interieurbouw (in %) onderverdeeld naar het aantal medewerkers. Aantal medewerkers Locatie % van totaal < 10 10-20 20-50 > 50 Horeca 12.0% 14.3% 9.5% 20% → 12.5% Kantoren 32.5% 57.1% 47.6% 40% → 41.0% Schepen* 6.0% 11.4% 4.8% 60% 9.0% Winkels 27.7% 25.7% 38.1% 20% → 28.5% Woonhuizen* 65.1% 37.1% 33.3% 20% → 52.1% Zorginstellingen* 18.1% 34.3% 52.4% 0% → 26.4% Andere locaties 4.8% 17.1% 14.3% 20% 9.7% * = verschillen in percentages tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Frequenties van te plaatsen objecten In onderstaande tabellen is de frequentie (dagelijks, wekelijks of soms) weergegeven waarmee producten worden geplaatst én waarbij de beleidsregel ‘tillen op bouwplaatsen’(= maximaal tillen van 25 kg per persoon) wordt overschreden. De tabellen zijn onderverdeeld naar het aantal medewerkers per bedrijf. De verschillen tussen de groepen zijn getoetst met SPSS 12.0 met de zogenaamde Kruskal Wallis Test (non-parametrisch). Daar waar de verschillen tussen de groepen significant zijn, is dit weergegeven met een * in de betreffende tabel. De kans dat de gevonden verschillen op toeval berusten is hierbij gesteld op maximaal 5% (p<0.05). Aantal medewerkers Balies/ controletafels* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Dagelijks 1 2 0 0 Wekelijks 12 12 13 2 Soms 50 14 4 1 % van (groeps)totaal 75.9% 80.0% 81.0% 60% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
27 juni 2005
Totaal 3 39 69 → 77.1%
31
Barren/ buffetten > 25 kg Wekelijks Soms % van (groeps)totaal
Deuren > 25 kg
Dagelijks Wekelijks Soms % van (groeps)totaal
Aantal medewerkers < 10 10-20 0 2 43 20 51.8% 62.9%
20-50 5 7 57.1%
> 50 0 3 60%
Totaal 7 73 → 55.6%
Aantal medewerkers < 10 10-20 0 0 3 5 21 1 28.9% 17.1%
20-50 0 1 4 23.8%
> 50 1 0 1 40%
Totaal 1 9 27 25.7%
Aantal medewerkers Kasten/ vitrines* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Dagelijks 7 1 7 2 Wekelijks 27 12 8 2 Soms 24 7 2 0 % van (groeps)totaal 69.9% 57.1% 81.0% 60% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test. Kozijnen/ ramen > 25 kg Dagelijks Wekelijks Soms % van (groeps)totaal
Aantal medewerkers < 10 10-20 1 0 0 4 13 0 16.9% 11.4%
20-50 0 0 2 9.5%
> 50 0 0 0 0%
Totaal 17 49 33 → 68.8%
Totaal 1 4 15 13.9%
Aantal medewerkers < 10 10-20 20-50 > 50 Dagelijks 0 0 1 0 Wekelijks 1 1 3 0 Soms 14 10 2 0 % van (groeps)totaal 18.1%* 31.4%* 28.6%* 0% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Totaal 1 5 26 22.2%
Aantal medewerkers < 10 10-20 20-50 > 50 Wekelijks 0 1 0 0 Soms 15 8 2 1 % van (groeps)totaal 18.1% 25.7% 9.5% 20% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Totaal 1 26 18.8%
Luifels* > 25 kg
Podia* > 25 kg
Tafels > 25 kg
Dagelijks Wekelijks Soms % van (groeps)totaal
Aantal medewerkers < 10 10-20 8 3 19 9 25 3 62.7% 42.9%
20-50 5 5 1 52.4%
> 50 0 2 2 80%
Aantal medewerkers Vloerdelen* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Dagelijks 0 2 0 1 Wekelijks 2 4 1 0 Soms 15 6 5 1 % van (groeps)totaal 20.5% 34.3% 28.6% 40% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
27 juni 2005
Totaal 16 35 31 → 56.9%
Totaal 3 7 27 25.7%
32
Aantal medewerkers Trapdelen* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Wekelijks 0 2 0 1 Soms 13 4 5 2 % van (groeps)totaal 15.7% 17.1% 23.8% 60% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Totaal 3 24 18.8%
Aantal medewerkers Wandpanelen* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Dagelijks 0 2 2 0 Wekelijks 5 3 6 0 Soms 19 7 1 1 % van (groeps)totaal 28.9% 34.3% 42.9% 20% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Totaal 4 14 28 → 31.9%
Aantal medewerkers Zitmeubelen* < 10 10-20 20-50 > 50 > 25 kg Dagelijks 1 0 0 0 Wekelijks 0 1 1 0 Soms 14 9 1 4 % van (groeps)totaal 18.1% 28.6% 9.5% 80% * = verschillen tussen groepen zijn significant volgens non-parametrische Kruskal Wallis Test.
Totaal 1 2 28 21.5%
Keukens > 25 kg Dagelijks Wekelijks Soms % van (groeps)totaal
Aantal medewerkers < 10 10-20 3 0 5 1 2 0 12.0% 2.9%
20-50 1 0 0 4.8%
> 50 0 0 0 0%
Totaal 4 6 2 8.3%
Overige producten > 25 kg Dagelijks Soms % van (groeps)totaal
Aantal medewerkers < 10 10-20 3 0 1 0 4.8% 0%
20-50 0 0 0%
> 50 0 0 0%
Totaal 3 1 2.8%
Ervaren belemmeringen In onderstaande tabel zijn de belemmeringen weergegeven die bedrijven ervaren bij het handhaven van de beleidsregel ‘tillen op bouwplaatsen’ (= maximaal tillen van 25 kg per persoon) onderverdeeld naar aantal medewerkers. Ook hierbij zijn de verschillen tussen de groepen getoetst met SPSS 12.0 met de zogenaamde Kruskal Wallis Test (non-parametrisch). Bij geen van de ervaren belemmeringen bleek er echter een significant verschil te bestaan tussen de verschillende groepen (aantal medewerkers).
Ervaren belemmeringen Onverharde ondergrond, nog niet bestraat Obstakels in looproute Nauwe doorgangen of moeilijke bochten Geen of te kleine hulpmiddelen aanwezig voor verticaal transport Geen tilhulpmiddel voorhanden Tilhulpmiddel vervangt niet alle tilhandelingen Tilhulpmiddel onhandig in gebruik Gebruik tilhulpmiddel is tijdrovend/ handmatig tillen gaat sneller Tilhulpmiddel beschadigt product
27 juni 2005
Aantal medewerkers < 10 10-20 20-50
> 50
% van totaal
30
10
13
1
→ 37.5%
52
22
10
3
→ 60.4%
51
16
7
2
→ 52.8%
19
11
8
2
27.8%
13
2
3
0
12.5%
40
18
9
1
→ 47.2%
7
2
3
2
9.7%
7
6
1
0
9.7%
8
7
2
0
11.8%
33
Tilhulpmiddel beschadigt vloer of andere objecten Onvoldoende personeel per project Werktechniek/ manier van tillen door medewerkers Overige belemmeringen
7
3
2
1
9.0%
11
7
2
0
13.9%
9
2
4
0
10.4%
9
5
5
0
13.2%
Productontwerp Onderstaande tabel toont de frequenties en percentages van de situaties waarin de architect al dan niet rekening houdt bij het productontwerp met het gewicht/ de afmetingen van onderdelen. Productontwerp aangepast aan formaat en gewicht Ja Soms Nee Totaal respons Missing Totaal
Aantal
% van totaal
10 45 85 140 4 144
6.9% 31.3% → 59.0% 97.2% 2.8% 100%
Praktijkonderzoek Op basis van de resultaten uit de enquêtes is richting gegeven aan de praktijkbezoeken. In onderstaande tabel is de verdeling zoals de enquête hier aanleiding toe geeft weergegeven. Balies/ controletafels KPS BPS Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen X
Barren/ buffeten KPS BPS X X
Kasten/ vitrines KPS BPS X
Tafels (evt. aanrechten) KPS BPS
Wandpanelen KPS
BPS
X
X
X X
X
X
KPS = knelpuntsituaties/ BPS = best-practice-situatie
27 juni 2005
34
Bijlage C: Uitkomsten Werkplekobservaties 1.
Plaatsen balies, deuren, wandpanelen, glaspanelen, plafonddelen, kasten en vitrinekasten in een bankfiliaal
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
7 december 2004 Ede, filiaal grote bank organisatie. Anoniem. Dit betreft een groot bedrijf dat momenteel 35 filialen van een bank compleet opnieuw inricht
Welke locatie wordt beoordeeld? Kantoren Filiaal/ontvangstruimtes/spreekkamers Welke activiteit wordt beoordeeld? Plaatsen van: Balies/ controletafels Kasten/ vitrines Tafels/ werkbladen
Nadere specificatie (indien noodzakelijk) 2x Info balie Archiefkasten en kasten voor foldermateriaal ed Voor vergadertafels Glaspanelen (ca. 3 meter hoog, dubbellaags met harslaag erGlaspanelen en deutussen, enigszins rond) ren Deuren met ingebouwde staalplaat (ivm beveiliging kluisruimte) Plafondelementen voor plaatsing boven Deels ronde vormen, Gewicht ca. 80 KG balies
Infobalies
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? De afmetingen zijn:
Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
27 juni 2005
175 KG (verdeeld over 1x 125 KG en 1x 50 KG) kg 1x: 202 breed, 100 diep en 105 hoog; 1x: 100breed, 50 diep en 105 hoog; 4 personen (uit laadruimte naar locatie) en 2 personen plaatsing in filiaal (niet tillen, maar schuiven
35
Kasten/vitrines
Foto links: Massief en zeer zware vitrine kast (> 250 KG), wordt vanaf werkplaats op wielen verplaatst; Foto midden: archiefkast en bijbehorend onderstel. Kast ca. 80 KG. Foto rechts: vlonderopstelling info balie waar kastdeel nog op geplaatst moet worden Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? > 250 kg en 80 kg Vitrinekast: wordt niet De afmetingen zijn: getild. Kast: ca. 220 breed en 270 hoog 2 personen plaatsing in Met hoeveel personen wordt het object geplaatst? filiaal (beperkt tillen, veel kantelen en schuiven
27 juni 2005
36
Tafelbladen
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
< 30 KG 2
kg personen
Glaspanelen en deuren
Foto links: deur verplaatsen door op punten te kantelen Foto midden: plaatsing deur met stalen kern Foto rechts: glaspanelen nog in de doos Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object?
De afmetingen zijn:
Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
27 juni 2005
Deur: 100 kg Glaspanelen onbekend, zwaar, tevens afgeronde vorm. Deur: standaard maat (80 x210) Glaspanelen rond en van geëtst glas: ca. 100 breed en 270 hoog Deur: vast team van 2 ervaren personen (kort tillen, veel kantelen en schuiven Glaspanelen: vast team van 2 ervaren personen (kort tillen, veel kantelen en schuiven
37
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
35-55 kg kg 2 of 3 personen met hulpmiddel, er wordt nauwelijks getild
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie?
1.
Knelpuntsituatie o Deuren o Glaspanelen o Balies Best practice o Tafelbladen o Vitrines o Plafondelementen Naam hulpmiddel Merk/ type Macc, handmatig bedien- Macc de lift om plafonddelen omhoog te brengen (tot 65 KG)
Fabrikant
http://www.macc.fr/ 2.
Bus voor stang om zo onbekend zware boxen met 4 man te kunnen tillen
Eigen product glasleverancier 3.
Uitladen uit bus zonder laadklep zonder te tillen: Transportbus tot 3500 kg zonder laadklep (ivm max. beladingsvermogen benutten) Zware vitrinekast al in werkplaats op wielen plaatsen, lepels handstapelaar in laadruimte transportbus onder vitrinekast plaatsen, vervolgens bus wegrijden en elektrische stapelaar laten zakken.
27 juni 2005
divers
Voorbeeld: heftafel zonder schaar
38
4
1
Transportkar wandplaten met twee zwenkwielen
divers
Naam hulpmiddel dieplader kar om hoge kasten in een keer onder de deur naar binnen te kunnen rijden.
Merk/ type
Fabrikant www.roldorent.nl/
Kastenverplaatser of dieplader Technische gegevens: • • • • • •
Luchtbanden
2
Buitenmaat: 705 * 610 * 100 mm Binnenmaat: 595 mm Laadvermogen: 150 kilo Gewicht: 7 kilo Afstand vanaf vloer: 3 cm Wielen: Diameter 100 mm, polipropyleen
Met karren met grote luchtbanden kunnen obstakels en onbestraat terrein veel beter gepasseerd worden
divers
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? • •
Er bevinden zich obstakels in de looproute
27 juni 2005
39
• • • • • • • •
Foto links: zware gereedschapskar (> 80 kg) met kleine harde wielen. Foto rechts drempel van 1,5 cm. Door kleine wielen moet kar getild worden bij drempel Het tilhulpmiddel wordt wel gebruikt, maar vervangt niet alle tilhandelingen. ○ Intillen van zware deur (100 kg) geschiedt geheel handmatig met 2 man
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting Deze beoordeling is gemaakt voor de deur en de kasten. Voor de glasplaten is deze beoordeling niet gemaakt (deze zaten nog in de transportbox) Deur 100 Kasten Kg 80 KG Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling 30 30 Cm Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling 30 30 Cm Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling 75 75 Cm Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling 75 95 Cm Verticale reisafstand D 10 20 Cm Frequentiefactor F 1 x pd 1 x p.d. X p.m. Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling 50 graden 0 graden ° Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling 50 graden 50 graden ° Contactfactor C
27 juni 2005
slecht
gewoon 40
Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) • • •
2
nvt
nvt
meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? Hefmiddel voor deur (rolkoevoet, voetpomp oid) Bij kasten geldt dat er slechts heel kort getild wordt (veel op de kar en kantelen en schuiven) Plaatsen kasten in zorginstelling
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
5 november 2004 Schagen De Nijs Interieurbouw (Castricum)
Welke locatie wordt beoordeeld? Zorginstelling, verpleegtehuis Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen Welke activiteit wordt beoordeeld? Plaatsen van kasten (zie onderstaande foto’s)
1. Kast vanuit opslag op hondje laten zakken
2. Kast op hondje transporteren van opslag naar kamer
3. Kast vanaf hondje omhoog duwen
4. Kast op plint tillen
5. Kast nauwkeuriger plaatsen op plint
5. Kast nauwkeuriger plaatsen op plint, achteraanzicht
27 juni 2005
41
6. Kast helemaal goed plaatsen op plint
Plaatsen van: Balies/ controletafels Barren/ buffetten
Kasten/ vitrines
Tafels/ werkbladen Wandpanelen
6. Kast helemaal goed plaatsen op plint, achteraanzicht
Nadere specificatie (indien noodzakelijk) Twee kasten naast elkaar in de hoek van de kamer op een plint van 7 cm hoogte. De kasten worden één voor één geplaatst.
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
50 kg 1 persoon
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Knelpuntsituatie Knelpuntsituatie Best practice Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? 1.
Naam hulpmiddel Hondje
Merk/ type ---
Fabrikant ---
Welke andere tilhulpmiddelen kennen de medewerkers? Naam hulpmiddel Merk/ type Fabrikant 1. Steekwagen ----Toelichting: Wordt nu niet gebruikt omdat de kasten te hoog zijn om met een steekwagen door de deuropening te kunnen rijden. 2. Pompkar -----
27 juni 2005
42
Toelichting: Wordt gebruikt voor het plaatsen van lange kasten in de vrachtwagen.
3.
‘Domme kracht’ Toelichting: Een ‘domme kracht’ is een soort krik, verkrijgbaar in verschillende uitvoeringen.
---
---
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? Het product moet handmatig over onverharde weg worden getransporteerd
• •
• • • • •
Er bevinden zich obstakels in de looproute
• Er is geen tilhulpmiddel voorhanden. Er wordt wel een hondje gebruikt, als vervanging voor het handmatig dragen. Het tilhulpmiddel wordt niet gebruikt. Vraag naar de reden hiervan (bijv. gebruik tilhulpmiddel is tijdrovend, beschadigt het product of beschadigt de vloer of andere objecten).
27 juni 2005
43
• •
•
Er wordt aangegeven dat een steekwagen het tillen van de kast op de plint zou kunnen verlichten. Echter, de kast kan niet rechtop staand op de steekwagen door de deuropening. De kast zou dus in de kamer vanaf het hondje op de steekwagen gekanteld moeten worden. Dit kost volgens de gebruiker teveel tijd. Gebruik van een bouwlift die niet goed aansluit op het gebouw.
•
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting)(Maak vooral goede saggitale foto’s hiervan (met ijklat in beeld van 1 meter!): Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing)
27 juni 2005
41 41 115 122 7 30 kasten per 4 uur = 0,125 kast per minuut 0 0 Gewoon Van hondje naar plint: 1,5
Cm Cm Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
44
• • • •
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? - De kast kan in twee delen gemaakt worden, beide delen wegen dan ongeveer 25 kg. Het probleem hierbij is dat de architect dit vaak niet toelaat. - Gebruik van een voethefboom om de daadwerkelijke tilhandeling (het tillen van de kast op de plint) te elimineren. Aandachtspunt blijft het nauwkeurig plaatsen van de kast, dit is vaak millimeterwerk.
Overige informatie Kantelen kast Hoogte kast = 271 cm H begin = 30 cm V begin = 18 cm Assymetrie begin = 0 graden H eind = 47 cm V eind = 174 cm Assymetrie eind = 15 graden Frequentie = twee keer per kast (eerst op hondje laten zakken, daarna omhoog duwen)
begin
27 juni 2005
eind
45
3.
Plaatsing 180 kasten in kantoor
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
15 –11 -04 Apeldoorn Belastingkantoor nieuwbouw Gielissen Neos
Welke locatie wordt beoordeeld? Kantoren Welke activiteit wordt beoordeeld? Plaatsen van: Kasten/ vitrines Eigen ontwerp Gielessen NEOS Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
-
kg personen
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Best practice Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? Naam hulpmiddel 1.
Kastenkar
Merk/ type
Fabrikant
Eigen ontwerp / uitvoering Steun voor de kast is kantelbaar / vergrendelbaar. Door de kast in een hoek te plaatsen is de kast gemakkelijker te transporteren door deuren, liften etc.
Welke andere tilhulpmiddelen kennen de medewerkers? • Bij groot project wordt zo mogelijk zelf een maatwerk hulpmiddel ontworpen. • Organisatie: Plaatsen van zware deuren e.d. wordt uitbesteed aan expertbedrijf. • Organisatie: Samenwerking met de hoofduitvoerder op de bouw. • Organisatie: Interieurbedrijf plaatst meubels e.d. pas aan het einde van de werkdag als de bouwlocatie grotendeels leeg is (geen bouwvakkers / andere disciplines)
27 juni 2005
46
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit?
•
Er bevinden zich obstakels in de looproute Het object moet door nauwe doorgangen of moeilijke bochten worden getransporteerd •
Beoordeling tillen: Tilbelasting is niet beoordeeld. •
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? • Ontwerp van de kar: advies: keuze voor betere en grotere wielen; geschikt voor bouwkenmerken.
• • 4.
Kasten en vitrines plaatsen in kantoor
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
8-11-04 Nieuwbouw kantoor Pols te Dordrecht Intriplo
Welke locatie wordt beoordeeld? Kantoren; nieuwbouw Activiteit : Plaatsen van: Kasten/ vitrines Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
55 2
kg personen
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Knelpuntsituatie Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? foto’s Naam hulpmiddel
Merk/ type
Fabrikant
1.
Platte koevoet
Stanley
Stanley
2.
Stelvoeten
Onbekend
Onbekend
Welke andere tilhulpmiddelen kennen de medewerkers? 27 juni 2005
47
1. 2. 3.
Naam hulpmiddel Deken Steekwagen Schragen
Merk/ type Onbekend Onbekend Onbekend
Fabrikant Onbekend Onbekend Onbekend
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit?
•
• •
Er bevinden zich obstakels in de looproute: bouwfase Het object moet door nauwe doorgangen of moeilijke bochten worden getransporteerd Het object moet handmatig over de trap worden getransporteerd bij gebrek aan geschikt verticaal transport. Anders, namelijk economisch aspect (algemeen / niet specifiek voor deze klus) • De opdracht is te klein / de afstand tot de klant te groot om meerdere medewerkers naar de klus te sturen (bijvoorbeeld 80 kg kast naar Almere). •
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting) Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) •
30 45 85 100 15 0,05 0 0 Gewoon 2
Cm Cm Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? • Stelvoetjes: Huidige werkwijze: plaats plint + stelvoet waterpas tegen de muur; plaats /til kast. Plaats sierplint. Alternatief: ‘verrijdbaar stelvoetje’. Werkwijze: plaats plint + stelvoet + kast. Rol / duw geheel tegen de muur. Waterpas stellen (stelvoet bereikbaar via plint). Daarna wordt een sierplint geplaatst.
• •
Vaste ‘maat’ is i.v.m. werktechniek (tillen , dragen, positioneren) over de trap e.d. volgens medewerkers erg belangrijk. ‘Belangrijker is een goede bekende vaste maat dan een goed hulpmiddel’.
•
Werktechniek: ‘dompen’(kantelen).
• •
27 juni 2005
48
Beoordeelde tilsituatie
Niet beoordeelde draagsituatie 5.
Plaatsen keuken en aanrechtblad in woonhuis (flat)
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
22 november 2004 Jan Ligthartstraat 101, Heemskerk Martens BV, Uitgeest
Welke locatie wordt beoordeeld?
Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen
Welke activiteit wordt beoordeeld? Maak foto’s hiervan! Plaatsen van: Balies/ controletafels Barren/ buffetten Kasten/ vitrines Tafels/ werkbladen Wandpanelen Keukenbladen van marmer
Nadere specificatie (indien noodzakelijk) Keuken onderkasten
Maten eenmaal 212x64,5 en twee stuks 150x60
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
50-70 2
kg personen
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie?
Knelpuntsituatie Best practice
27 juni 2005
49
Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? Maak foto’s hiervan! Naam hulpmiddel 1.
steekwagen
Merk/ type
Fabrikant
Standaard type
Welke andere til hulp middelen kennen de medewerkers? geen Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? Maak foto’s hiervan! Het product moet handmatig over onverharde weg worden getransporteerd • Er is geen tilhulpmiddel voorhanden, alleen een transporthulpmiddel. • Vaak meerdere keren optillen bladen is niet handig. Het dragen is niet z’n groot probleem, maar het steeds weer vanaf de grond optillen wel • Ander probleem:hoek carrousel kast van 90 bij 90 door de deur krijgen
NB> ik kon alleen nog foto’s maken van het plaatsen van het blad, rest van het werk was al uitgevoerd
27 juni 2005
50
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting)(Maak vooral goede saggitale foto’s hiervan (met ijklat in beeld van 1 meter!): Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) •
6.
30 40 0 92 92 6 x in 2 uur tillen 20 0 gewoon 2x4 (bij auto en in flat)
Cm Cm Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. til hulp middelen, werktechniek als logistiek? 1 keer tillen ipv steeds neerzetten. Vanuit de auto in 1x op zijn plek leggen, dat kan best. Tillium is ideaal hulpmiddel hier Met kraan omhoog brengen. BV op bok en dan uitlopen vanaf de galerij Plaatsen boekenkast in woonhuis
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
27 november 2004 Woonhuis Overveen Aannemer &interieurbouwer PH Kooijman & Zn Ruigeweg 117, Schagerbrug
Welke locatie wordt beoordeeld?
Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen
Welke activiteit wordt beoordeeld? Maak foto’s hiervan! Plaatsen van: Balies/ controletafels Barren/ buffetten
Kasten/ vitrines
Tafels/ werkbladen Wandpanelen Keukenbladen van marmer
Nadere specificatie (indien noodzakelijk) Boekenkast op maat gemaakt in 6 delen, maten 3 maal 120x100 en 3 maal 120 x 170 cm Steeds 32 breed
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
3x 25 kg en 3 x 50 kg 2
kg personen
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Knelpuntsituatie 27 juni 2005
51
Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? Maak foto’s hiervan! Naam hulpmiddel geen
Merk/ type
Fabrikant
Welke andere til hulp middelen kennen de medewerkers? geen Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? Maak foto’s hiervan! Vier pluspunten • 1. kast op maat maken in 6 onderdelen met gewichten die binnen de tilnorm vallen • 2 werken met hanteerbare maatvoering • 3 niet manoeuvreren in trappenhuis met draaitrap, maar met twee ladders via balkon naar bovenetage • 4 werken met relatief licht materiaal (meubelplaat)
27 juni 2005
52
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting) (Maak vooral goede saggitale foto’s hiervan (met ijklat in beeld van 1 meter!): Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) •
7.
30 40 0 0 bij benedenkast 100 bij bovenkast 0 of 100 6 x in 3 uur tillen 20 0 gewoon 6x 50
Cm Cm Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. til hulp middelen, werktechniek als logistiek? Van auto naar woning met kar met luchtbanden werken Plaatsen wandpanelen in een zorginstelling
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
23 november 2004 Leiderdorp, nieuwbouw Rijnland Ziekenhuis Spanjaart BV
Welke locatie wordt beoordeeld? Zorginstelling, verpleegtehuis Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen Welke activiteit wordt beoordeeld? Plaatsen van wandpanelen (zie onderstaande foto’s)
1A. Tillen begin zonder hulpmiddel
27 juni 2005
1B. Tillen eind zonder hulpmiddel
53
2C. Hulpmiddel Nadere specificatie (indien noodzakelijk)
2A. Tillen begin met hulpmiddel
Plaatsen van: Balies/ controletafels Barren/ buffetten Kasten/ vitrines Tafels/ werkbladen Wandpanelen
2B. Tillen eind met hulpmiddel
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
< 25 kg kg (ongeveer 20 kg) 1 persoon
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Knelpuntsituatie Knelpuntsituatie Best practice Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? 1.
Naam hulpmiddel Glaszuiger/zuigheffer
Merk/ type ---
Fabrikant Verborg
Welke andere tilhulpmiddelen kennen de medewerkers? Naam hulpmiddel Merk/ type Fabrikant 1. Schaarhoogwerker Verschillende types, Te huur bij Borent afhankelijk van hefVoor het op hoogte vermogen. brengen van wandpanelen, in plaats van wandpanelen plaatsen op steiger.
27 juni 2005
54
2.
Knikgiekhoogwerker Voor het op hoogte brengen van wandpanelen, in plaats van wandpanelen plaatsen op steiger.
3.
‘Motorenlift’
Verschillende types, afhankelijk van hefvermogen.
Te huur bij Borent
---
---
---
Internet: Muyen Constructie BV
Zoals gebruikt door monteurs in garages. 4.
Glasplaatser Glaszuiger waaraan een plaat opgehesen kan worden.
(www.arbouw.nl/arbovriendelijkehulpmid delen)
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? • Het tilhulpmiddel wordt niet gebruikt. Vraag naar de reden hiervan (bijv. gebruik tilhulpmiddel is tijdrovend, beschadigt het product of beschadigt de vloer of andere objecten). • • Er wordt aangegeven dat de wandpanelen zo licht zijn dat het gebruik van een zuigheffer niet nodig is. • De platen moeten vanuit de vrachtwagen op een platenwagen naar de verschillende verdiepingen worden gebracht met een bouwlift. • • De platen worden eerst van de vrachtwagen op de platenwagen getild, dan van de platenwagen in de bouwlift, dan van de bouwlift op een platenwagen op de verdieping en dan van de platenwagen op een grote stapel wandpanelen.
27 juni 2005
55
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting)(Maak vooral goede saggitale foto’s hiervan (met ijklat in beeld van 1 meter!): Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) Tillen met glaszuiger: Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) •
40 34 120 134 14 (plinthoogte) 20 panelen per dag = 0,04 paneel per minuut 0 0 Gewoon n.v.t.
Cm Cm Cm Cm Cm
25 21 86 – 168 (hand aan zuiger – hand aan plaat) 90 – 182 (hand aan zuiger – hand aan plaat) 14 20 panelen per dag = 0,04 paneel per minuut 0 0 Gewoon n.v.t.
Cm Cm
X p.m. ° ° meter
Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel
27 juni 2005
56
• • • 8.
m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? Geen sprake van een knelpunt, omdat de panelen lichter zijn dan 25 kg.
Plaatsen wandpanelen in een hogeschool
Datum meting Locatie meting Naam interieurbouwbedrijf
2004 Haarlem, Hogeschool In Holland, nieuwbouw Veltzichtlaan Interwand
Welke locatie wordt beoordeeld? Zorginstelling, verpleegtehuis Horeca Kantoren Winkels Woonhuizen Zorginstellingen Welke activiteit wordt beoordeeld? Plaatsen van wandpanelen (zie onderstaande foto’s)
1A. Tillen begin zonder hulpmiddel
Plaatsen van: Balies/ controletafels Barren/ buffetten Kasten/ vitrines Tafels/ werkbladen Wandpanelen
1B. Een plaat wordt vaak wel drie keer getild voorafgaand aan verwerking
Nadere specificatie (indien noodzakelijk)
Wat is (bij benadering) het gewicht van het te plaatsen object? Met hoeveel personen wordt het object geplaatst?
30 kg
kg
1 persoon
Gaat het om een knelpuntsituatie of om een ‘best practice’ situatie? Knelpuntsituatie (bv alleen >25 kg tillen) en Best practice (bv werken met verreiker) Welke tilhulpmiddelen worden tijdens de activiteit gebruikt? 1.
Naam hulpmiddel Verreiker
27 juni 2005
Merk/ type Manitou
Fabrikant Via verhuurbedrijf
57
2.
Rijplaten
Standaard
Standaard
3
Materialen aanleveren op bokken
Interwand
Onbekend
4
Handpallettruck in laadruimte
BT
BT
5
Platenkar
onbekend
onbekend
6
Materialen tot op de verwerkingsplek aanleveren op de bok
Interwand
Onbekend
Welke andere tilhulpmiddelen kennen de medewerkers? geen
27 juni 2005
58
Welke knelpunten signaleer je bij het uitvoeren van de te beoordelen activiteit? • Opvallend is dat plaatmateriaal vaak tot driemaal toe getild wordt en daarna pas verwerkt wordt. Door alles tot verwerking op een bok met wielen te laten staan hoeft maar een keer getild te worden • • Hulpmiddelen als bv zuigheffers worden niet gebruikt • Platenkar staat er wel, maar wordt niet gebruikt. Sjouwen gaat sneller
Bepaal tijdens het handmatig tillen van het object de volgende aspecten (zie voor verklaring het Handboek Fysieke Belasting)(Maak vooral goede saggitale foto’s hiervan (met ijklat in beeld van 1 meter!): Horizontale afstand H aan het begin van de tilhandeling Horizontale afstand H aan het eind van de tilhandeling Verticale afstand V aan het begin van de tilhandeling Verticale afstand V aan het eind van de tilhandeling Verticale reisafstand D Frequentiefactor F Asymmetriefactor A aan het begin van de tilhandeling Asymmetriefactor A aan het eind van de tilhandeling Contactfactor C Draagafstand bij benadering (indien van toepassing) • •
40 34 115 125 14 (plinthoogte) 16 panelen per dag = 0,03 paneel per minuut 0 0 Slecht Gemiddeld 5
Cm Cm Cm Cm Cm X p.m. ° ° meter
Hoe zou de situatie naar jouw deskundig oordeel verbeterd kunnen worden (zowel m.b.t. tilhulpmiddelen, werktechniek als logistiek? Bokken op wielen tot aan de plek van verwerken, met twee man tillen, werker met zuigheffers, werken met hefboompjes voor bereiken plinthoogte, gebruik maken van platenkar. Dan is er geen sprake meer van een til knelpunt. De oplossing is eigenlijk eenvoudig te realiseren.
27 juni 2005
59
Bijlage D: Definities en toelichting • Beleidsregel 5.3. Tillen op bouwplaatsen Grondslag: Arbobesluit artikel 5.3, eerste lid.Aan het bepaalde in artikel 5.3, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt voor wat betreft tillen op bouwplaatsen als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, onder a, van het Arbeidsomstandighedenbesluit voldaan als het volgende in acht wordt genomen. Algemeen Handmatig tillen wordt zoveel als redelijkerwijs mogelijk is vermeden of beperkt. Het maximale gewicht dat door één persoon met de handen wordt getild, bedraagt 25 kilogram. Als de bewegingsruimte dit toelaat bedraagt het maximale gewicht dat door twee personen samen met de handen wordt getild 50 kilogram. De punten 2 en 3 zijn tot 1 januari 2007 niet van toepassing op werkzaamheden in de installatie- en isolatiebranche, de meubelindustrie, de sector afbouw en onderhoud en de timmerindustrie voor wat betreft het stellen van trappen. Specifiek Dakrollen zwaarder dan 25 kilogram worden mechanisch getransporteerd. In situaties waarin dat technisch of organisatorisch niet mogelijk is, worden dakrollen, mits niet zwaarder dan 35 kilogram, handmatig getransporteerd – in afwijking van punt 2 – tot een maximum van 5 rollen per persoon per dag. Wanneer het in nieuwbouwsituaties (gedeeltelijk) onmogelijk is het transport van zware materialen voor liftinstallaties van de aanvoerplaats naar de liftschacht met transporthulpmiddelen te verrichten, zijn voor dat gedeelte van het transporttraject tot uiterlijk 1 juli 2007 de punten 2 en 3 niet van toepassing. Straatstenen zwaarder dan 4 kilogram worden niet handmatig verwerkt. Stoeptegels zwaarder dan 9,5 kilogram worden niet handmatig verwerkt. Er wordt alleen zonder mechanische tilhulpmiddelen gemetseld en gelijmd als de vrije werkruimte tenminste 0,60 meter bedraagt; de diepte van het stavlak van een metselconsole tenminste 0,40 meter bedraagt; de elementen lichter zijn dan 14 kilogram; de elementen van 4 tot 14 kilogram tweehandig worden getild en worden verwerkt tot maximaal 1,50 meter boven en niet beneden het stavlak en de elementen lichter dan 4 kilogram worden verwerkt tot maximaal 1.70 meter en vanaf tenminste 0,20 meter boven het stavlak, met uitzondering van het van binnenuit metselen of lijmen direct onder en vanaf een verdiepingsvloer of het metselen of lijmen vanaf het maaiveld. Betonstaal en gereedschap voor de verwerking hiervan zwaarder dan 17 kilogram worden niet met één hand getild; 20 kilogram worden niet getild vanaf minder dan 50 cm boven de grond. Steigerelementen zwaarder dan 23 kilogram worden niet door één persoon handmatig getild en getransporteerd. Toelichting Algemeen Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van de Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving. Allereerst wordt de beleidsregel tillen op bouwplaatsen vervangen door een nieuwe aan de huidige actuele situatie aangepaste tekst. In grote lijnen zijn de volgende wijzigingen aangebracht: De overgangsbepalingen voor de installatie- en isolatiebranche, de meubelindustrie, de sector afbouw en onderhoud en de timmerindustrie zijn aangepast omdat in al deze branches inmiddels convenanten zijn totstandgekomen met afspraken over het terugbrengen van fysieke belasting. De overgangsbepaling voor de zonweringsbranche is geschrapt omdat de branche inmiddels aan de beleidsregel kan voldoen. De overgangsbepaling voor de liftenbranche is aangepast en heeft nu alleen nog betrekking op het transport van materialen in nieuwbouwsituaties van de aanvoerplaats naar de liftschacht in situaties waarin het technisch of operationeel gezien onmogelijk is om hulpmiddelen in te zetten. Er is alsnog een gewichtsgrens voor handmatige verwerking van stoeptegels toegevoegd, die in de vorige versie van de beleidsregel per abuis niet was opgenomen. De normering en om-
27 juni 2005
60
schrijving van het begrip ‘vrije werkruimte’ bij het metselen op steigers is verduidelijkt Ten slotte zijn nog wat kleine redactionele verbeteringen aangebracht Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een aantal noodzakelijke wijzigingen aan te brengen in de bijlagen 2 en 3, behorende bij beleidsregel 33 Arbowet 1998, respectievelijk de Lijst van ernstige beboetbare feiten en de Lijst van direct beboetbare feiten. Uit: Staatscourant 21 juni 2004, nr. 115 / pag. 15 4, zie ook: http://www.arbo.nl/content/network/szw/docs/arbobeleidsregels/wijziging_9_jun_2004.pdf • Artikel I, onderdeel A (beleidsregel 5.3 Tillen op bouwplaatsen) Toepassingsgebied Deze beleidsregel heeft betrekking op tillen op bouwplaatsen. Het gaat hier om bouwplaatsen zoals omschreven in het Arbeidsomstandighedenbesluit. Een bouwplaats wordt in artikel 1.1, tweede lid, onder a, omschreven als elke tijdelijke of mobiele arbeidsplaats waar civieltechnische werken of bouwwerken tot stand worden gebracht, waarvan een niet-uitputtende lijst is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn nr. 92/57/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (PbEG L 245). In de bedoelde bijlage worden de volgende civiel-technische werken en bouwwerken opgesomd: • Graafwerken • Grondwerken • Bouw • Montage- en demontage van geprefabriceerde elementen • Inrichting of outillage • Verbouwing • Renovatie • Reparatie • Ontmanteling • Sloop • Instandhouding • Onderhouds-, schilder- en reinigingswerken • Sanering. Uit: Staatscourant 21 juni 2004, nr. 115 / pag. 15 4, zie ook: http://www.arbo.nl/content/network/szw/docs/arbobeleidsregels/wijziging_9_jun_2004.pdf
27 juni 2005
61