TIJDSCHRIFT
NATIONALE BANK VAN BELGIE
voor Documentatie en Voorlichting VERSCHUNT MAANDELIJKS
Studiedienst
)00We Jaargang, Deel I, Nr 6
Juni 1964
Dit tijdschrift wordt als objectieve documentatie uitgegeven. De artikels geven de opvatting van de schrijvers weer, onafhankelijk van de mening der Bank.
INHOUD : Het gewijzigd nationaal budget van 1964 — Verslag van het Rentenfonds : Jaar 1968 — Literatuur in verband met de economische en financiële problemen van België — Economische wetgeving — Statistieken.
HET GEWIJZIGD NATIONAAL BUDGET VAN 1964 In. het Tijdschrift van november 1963 werd het door het Ministerie van Economische Zaken en Energie opgemaakte nationaal budget van 1964 overgenomen.
De prognostische rekeningen van dat
budget werden naderhand herzien, o.m. in het licht van de eerste ex post-statistieken, die een gedeelte van het jaar 1964 bestrijken. Aan de hand van de verbeterde cijfers, werd een nieuw parlementair document gepubliceerd ( 1 ), waarvan het gedeelte dat handelt over de vooruitzichten voor het jaar 1964 hierna wordt overgedrukt. Het julinummer van het Tijdschrift zal een ontleding van de jongste economische en financiële ontwikkeling bevatten, en aldus een nuttige aanvulling zijn van de up jaarbasis berekende macro-economische gegevens van het gewijzigd nationaal budget.
ALGEMEEN OVERZICHT
De hypotheses die de belangrijkste uitgangspunten bij het opmaken van het oorspronkelijke nationaal budget uitmaakten, betroffen de uitvoer en het loonpeil. Rekening houdend met een verdere stijging van de wereldinvoer als gevolg van de verbetering van de wereldconjunctuur en rekening houdend met het feit dat de Belgische uitvoer naar de E.E.G.-landen vermoedelijk iets minder sterk zal toenemen dan in het voorafgaande jaar, werd aangenomen dat de uitvoer van de Belgische volkshuishouding ongeveer dezelfde stijging zou vertonen als in het voorafgaande jaar. Voor de loonsom in de bedrijven werd een stijging met 7 pct. als werkhypothese aangenomen. Hiervan kwam 1 pct. op rekening van de grotere werkgelegenheid en 6 pct. werd toe( 1 ) Kamer van Volksvertegenwoordigers, zitting 1963-1964, document nr 834 van 19 juni 1964, 56 blz.
geschreven aan de stijging van de loonkosten per werknemer. De algemene hypothese voor de economische ontwikkeling in 1964 luidde als volgt : « Ondanks de volledige werkgelegenheid zal de expansie naar verwachting in een vrij evenwichtige economische ontwikkeling plaatshebben. Wel wordt met een verdere opwaartse prijsdruk gerekend, maar deze kan binnen vrij enge grenzen blijven wanneer voorzichtigheid wordt betracht. Voor de lopende rekening van de betalingsbalans wordt met een status-quo gerekend ». De huidige vooruitzichten voor het jaar 1964 wijken vrij sterk af van de eerste raming. Zulks is vooral waar voor de prijzen, die in de laatste maanden van 1963 een versnelde stijging te zien gaven. Deze stijging, samen met de sterke overspanning van het bouwbedrijf, zette de Regering
— 654 — ertoe aan in het begin van 1964 conjuncturele maatregelen te nemen. Ondanks deze afremming wordt de volumestijging van het bruto nationaal produkt in 1964 thans geschat op 5 pct. tegen 4 pct. in het nationaal budget. Er zij aan herinnerd dat de stijging van het B.N.P. 4 pct. bedroeg in 1963, in welk jaar de strenge winter ongetwijfeld de produktie nadelig heeft beïnvloed. Thans wordt aangenomen dat de stijging van de toegevoegde waarde tegen vaste prijzen 7 pct. zal bedragen in de industrie, 10 pct. in•het bouwbedrijf, 4 pct. in de dienstensector en 2 pct. in de landbouw. Verwacht wordt dat de actieve bevolking met ongeveer 25.000 eenheden zal toenemen, d.i. 0,5 pct. Deze toeneming wordt grotendeels mogelijk gemaakt door het aantrekken van vreemde arbeidskrachten, hoewel aangenomen wordt dat de aanwerving van vreemde arbeiders nog moeilijker zal worden als gevolg van het algemene personeelstekort in West-Europa. Voorts wordt rekening gehouden met een steeds grotere inschakeling van vrouwelijke arbeidskrachten in het produktieproces. Vermoedelijk zal de arbeidsbezetting in de industrie, inclusief het bouwbedrijf, met ongeveer 15.000 eenheden toenemen. Voor de dienstensector wordt een iets ruimere stijging verwacht. In verschillende sectoren zullen echter spanningen blijven bestaan; vooral met een gebrek aan geschoold personeel wordt rekening gehouden. De uitvoer zal voorzeker de grootste bijdrage leveren tot de toeneming van de eindvraag in de Belgische volkshuishouding. Door de voortzetting van de hoogconjunctuur en het aanhouden van een krachtige invoervraag in de E.E.G.-landen, ondanks de genomen anti-inflatoire maatregelen, mag worden aangenomen dat het stijgingstempo van de uitvoer groter zal zijn dan in 1963. De toeneming van het gezinsverbruik wordt naar hoeveelheid op 5 pct. geraamd. In tegenstelling tot 1963 en voor zover in het jaar normale weersomstandigheden optreden, wordt de verbruiksstructuur niet beïnvloed door een buitengewoon groot verbruik van brandstoffen. De algemene tendens met betrekking tot de verbruiksstructuur, t.w. een sterke neiging tot toeneming van de uitgaven voor reizen, persoonlijke verzorging en duurzame huishoudartikelen, blijft aanhouden. Voor, de laatstgenoemde produkten moet echter rekening worden gehouden met enige remmende invloed vanwege de nieuwe regeling inzake verkoop op afbetaling, die voorzag in een verkorting van de betalingstermijn en een verhoging van de voorschotten. Om oververhitting van de conjunctuur tegen te gaan, wordt de stijging van de overheidsuitgaven
afgeremd. Nieuwe uitgaven op de gewone begroting worden geweerd. Ten einde de overheidsinvesteringen af te remmen worden de vastleggingen met betrekking tot de buitengewone begroting getemporiseerd. Deze maatregel geldt eveneens voor de parastatale instellingen en voor de lokale overheid. De Regering blijft toezicht houden op de prijzen van de inschrijvingen op aanbestedingen van de overheid; deze prijzen mogen, behoudens bijzondere rechtvaardiging, niet meer dan 10,5 pct. hoger zijn dan die welke in het eerste halfjaar van 1962 voor vergelijkbare werken werden gevraagd. De volumestijging van de investeringen in vaste activa der bedrijven (exclusief de woningbouw) wordt op ruim 5 pet. geschat ondanks een restrictieve toepassing van de expansiewetten van juli 1959. De hulpverlening waarin deze wetten voorzien werd in beginsel voor zes maanden ingaand 1 februari 1964 geschorst. Zij bleef echter gehandhaafd voor investeringen die in bijzondere mate bijdragen tot de sectoriële doelstellingen van het expansieprogramma, die een belangrijke rationalisatie mogelijk maken of die betrekking hebben op bepaalde testgebieden waar industrialisatie en reconversie hoofdzakelijk zijn. Voor de woningbouw wordt ondersteld dat een terugkeer tot het niveau van 1962 zal optreden. Wellicht maakt de produktiecapaciteit een grotere stijging mogelijk, maar deze zal waarschijnlijk worden afgeremd door de financiële maatregelen die genomen zijn om de spanningen in het bouwbedrijf te doen afnemen. De kredietverlening door.. de parastatale instellingen wordt immers geremd. Voor. de hypothecaire leningen van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas werd de rentevoet met 0,50 pct. respectievelijk 0,75 • pct: verhoogd; het aandeel van de bouwsom waarvoor krediet wordt verleend werd verlaagd en voor appartementsgebouwen werd de kredietverlening geschorst. Ten einde de bestedingen af te remmen werden ook monetaire maatregelen genomen. De banken stemden ermede in vanaf februari aan de Nationale Bank een driemaandelijks programma van hun kredietverlening voor te leggen. De stijging ten opzichte van verleden jaar wordt beperkt tot 10 pct., d.i. de helft van de in 1963 opgetreden uitbreiding. Er wordt ook selectief tewerk gegaan, om de expansie van het verbruik, de voorraadvorming en de bouwactiviteit te remmen. Toch is het mogelijk dat de binnenlandse • bestedingen groter blijven dan de produktie. Voor de prijzen, meer in het bijzonder voor het gezinsverbruik, wordt de stijging thans groter geschat dan in de eerste raming. Zij houdt verband met de aanzienlijke inkomensstijging. Deze overtreft immers zowel voor het niet-looninkomen als voor het
— 655 — looninkomen in aanzienlijke mate de stijging van de produktie per hoofd. In de bedrijven wordt de stijging van de loonsom per arbeider geschat op 8,5 pct.
Aangenomen wordt dat de lopende rekening van de betalingsbalans een verbetering ten opzichte van 1963 zal vertonen. Niettemin wordt nog gerekend met een tekort van F 2,5 miljard.
HOOFDSTUK I
PRODTTICTIE
Voor 1964 wordt de volumestijging van het B.N.P. geraamd op 5 pct., te vergelijken met 4 pct. in 1963. Tabel I.
Verloop van de produktie in 1964 (Volume)
In het bouwbedrijf wordt een produktiestijging met ongeveer 10 pct. verwacht. Deze wordt in hoofdzaak verklaard door de keerzijde van de nadelige invloed welke in 1963 van de strenge winter is uitgegaan. De ontwikkeling in de dienstensector verschilt weinig van de in 1963 vastgestelde tendens. De volumestijging wordt op bijna 4 pct. geraamd.
Indexcijfer 1963 = 100
Landbouw Industrie Bouwbedrijf Diensten Overheid
102 107 110 104 102 Totaal ...
1. Landbouw.
105
Voor de landbouwsector is rekening gehouden met de in het verleden vastgestelde tendentie. In de industrie wordt de toeneming op 7 pct. geraamd, hetgeen niettemin slechts een geringe impuls in de tweede helft van het jaar onderstelt. Tussen einde 1963 en einde 1964 is de stijging op circa 5 pct. gesteld. Zulks houdt in dat de produktiviteitsverhoging in de voornoemde periode 3 h. 4 pct. bedraagt. Tabel II.
Ontwikkeling van de industriële produktie (1959 = 100) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek; Ministerie van Economische Zaken en Energie; Bureau voor Economische Programmatie.
Petroleumnijverheid Steenkolennijverheid Cokes en gas * Elektriciteit * IJzer- en staalnijverheid Non-ferrometalen Metaalverwerkende nijverheid Scheikundige nijverheid * Bouwmaterialen Textiel, kleding en leder Hout en papier * Voedingsnijverheid Diverse industrieën *
Verwezenlijkingen 1963
1
Vooruitzichten 1984
Programme 1965
163 94 117 150 120 127 140 124 121 125 139 111 122
176 94 124 167 134 138 151 135 127 132 151 116 128
165 86 119 162 141 145 161 158 139 128 135 123 142
1 Produktie-indexcijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek, behalve voor de sectoren met " waarvoor het verloop van de toegevoegde waarde tegen constante prijzen werd aangenomen.
Op grond van de ontwikkeling in het verleden mag de stijging van de landbouwproduktie op ongeveer 2 pct. worden gesteld. In de akkerbouw kan de opbrengst evenwel buitengewoon hoog uitvallen indien het weer in de komende maanden niet ongunstig is. De winter was immers zacht en de stand der teelten was in de lente uitstekend. De ruime oogst kan echter tot afzetmoeilijkheden leiden, met name bij de tarwe. Mede wegens de hogere binnenlandse prijs wordt door de maalderijen steeds minder inlandse tarwe ingebuild; het inmengingspercentage bedroeg in het eerste kwartaal slechts 30 á 40 pct. Het voorgaande laat vermoeden dat een groter aandeel van de oogst zal moeten worden uitgevoerd, zulks ten laste van het Landbouwfonds. In de loop van 1963 is de veestapel gedaald. Volgens de telling van 1 januari 1964 bedroeg de daling 18 pct. voor de varkens en 8 pct. voor de runderen. Mogelijkerwijze zal de varkensstapel vanaf het tweede halfjaar van 1964 toenemen, maar voor de rundveestapel zal het langer duren. Daar mag worden aangenomen dat het vleesverbruik verder een stijgende lijn zal blijven volgen, is het mogelijk dat de veestapel krimpt. De melkproduktie zal ongeveer even groot zijn als in 1963. In dit jaar werd de produktie beïnvloed door de koude, maar in 1964 moet worden gerekend met een daling van de melkveestapel. De tuinbouwproduktie blijft toenemen. Naar waarde mag de stijging in 1964 geraamd worden op ruim 12 pct. Evenals in 1963 zal de prijsstijging het grootst zijn voor de veehouderijprodukten. Voor de runderen
— 656 — immers zullen de prijzen gedurende twee h drie jaar vermoedelijk hoog zijn. Als gevolg van de grotere produktie zullen de prijzen in de varkenssector wellicht minder vast zijn, maar substitutie van rundvlees door varkensvlees kan optreden. Bij de akkerbouwprodukten kan er een neiging tot prijsdaling waar te nemen zijn in de mate dat de opbrengst overvloedig is. 2. Energie. Het globale zichtbare energieverbruik zal waarschijnlijk weinig verschillen van dat van 1963. In het laatstgenoemde jaar was het immers ondanks de minder gunstige conjunctuur in de metaalsector buitengewoon sterk toegenomen, zulks als gevolg van de harde winter. De behoeften voor verwarming van lokalen zullen minder ruim zijn en de voorraden, die in de tweede helft van 1963 door de handel en de verbruikers werden opgeslagen, zullen niet meer uitgebreid en misschien zelfs ingekrompen worden. Daartegenover staan de fundamentele stijging van het andere energieverbruik door de kleinverbruikers en het vervoer, de sterke toeneming van de behoeften in de metaalnijverheid en de verdere aangroei der industriële behoeften buiten de metaalsector. De vraag naar steenkool zal in 1964 minder klemmend zijn dan in 1963. Cokeskolen vormen hierop eeu uitzondering want, zoals dit reeds in het laatste kwartaal van 1963 het geval was, zal de vraag naar deze soort kolen toenemen. Die minder vlotte afzet zal vermoedelijk de inspanningen om het aantal . mijnwerkers op te voeren, nog niet doen verslappen; met betrekking tot de arbeidsbezetting zal de stijgende tendentie der laatste maanden van 1963 worden doorgetrokken of toch tenminste niet in een nieuwe gevoelige daling omslaan. De produktiviteit kan voor het gehele jaar ietwat hoger zijn dan in 1963. Vanaf juni 1963 viel zij voor het eerst sedert vele jaren lager uit door het inzetten van ongeschoold personeel, maar na de zomer nam zij seizoenverbeterd geleidelijk weer toe. Voortgaande op voorgaande ramingen, zou de produktie vrijwel even hoog kunnen zijn als in 1963. Er kan worden aangenomen dat de weerslag van de vermindering van de verkoop van mijngas en de lichte stijging van de verkoop van elektriciteit elkaar vrijwel zullen neutraliseren. De scherpe stijging van de produktie van steenkoolagglomeraten (40 pct.) zal vermoedelijk niet voortduren. De betere staalconjunctuur zal het cokesverbruik opdrijven, ondanks de verder gaande cokesbezuiniging in de hoogovens. De staalproduktie zal wellicht met
10 pct. stijgen. Daar het uitvoeroverschot voor cokes waarschijnlijk zal afnemen en er ook minder kleine cokes voor buitenverwarming zullen worden gevraagd, kan worden verwacht dat de cokesproduktie met 6 pct. zal toenemen. :De Belgische economie maakt zich geleidelijk gereed voor de omschakeling naar aardgas en o.m. voor verwarming en voor industrieel verbruik worden meer gasinstallaties ingeschakeld. Toch kan worden verwacht dat het groeitempo van de gasdistributie in 1964 heel wat lager zal liggen dan in 1963. In dit laatste jaar is het stijgingstempo hoog opgevoerd geweest door de uitzonderlijke winterbehoeften ( +24 pct.). Voor 1964 schijnt een toeneming met 15 pct. mogelijk. Er is daarentegen een groter verbruik door de ijzer- en staalnijverheid te verwachten. In tegenstelling met wat voorgaande jaren gebeurde, zal het aandeel der cokesfabrieken in de gasvoorziening wellicht stijgen. Naar verwachting zal de elektriciteitsproduktie met ongeveer 1 pct. toenemen. Het a normale » binnenlandse verbruik zal vermoedelijk evenveel stijgen als in 1963, of zelfs misschien iets meer door de opleving van de activiteit in de metaalsectoren, die meestal zeer elektriciteitsintensief zijn. De wintervraag zal wel geringer zijn. Voorts kan worden verwacht dat er anders dan in de laatste maanden van 1962 en de eerste van 1963 geen belangrijk uitvoersaldo zal optreden. .Na de sterke aangroei van de hoeveelheid verwerkte ruwe petroleum 'in 1963 (43 pct.), gevolg van de uitbreiding der produktiecapaciteit, kan voor 1964 nog slechts een betrekkelijk lichte stijging worden verwacht (8 pct.), 'daar geen nieuwe installaties in gebruik zullen worden genomen. Het globale zichtbare binnenlandse verbruik, ton voor ton, dat in 1963 met 12 pet. was toegenomen, kan nog met 10 pct. stijgen in 1964. De groei van het benzineverbruik, die door de koude winter geremd was . en slechts 3,7 pct. bedroeg, zal tot ongeveer 5 pct. kunnen toenemen, doch het groeitempo van alle rechtstreeks of onrechtstreeks voor verwarming aangewende petroleumprodukten, gas inbegrepen, zal waarschijnlijk kleiner uitvallen. 3. Overige nijverheidssectoren. In de staalindustrie mag een verdere groei van de produktie worden verwacht, vooral wat de eindprodukten betreft. Sedert het laatste kwartaal van 1963 is de vraag naar staal immers aanzienlijk toegenomen, zowel die vanwege de binnenlandse markt als die vanwege de andere geïndustrialiseerde landen. Hierbij zij opgemerkt dat de orders uit de E.G.K.S.-
— 657 — landen aan de Belgische staalindustrie de bestellingen die deze uit het binnenland ontvangt aanmerkelijk overtreffen. Voorts zal de vraag van de ontwikkelingslanden bevorderd worden door de hogere deviezeninkomsten van deze landen, zelf een gevolg van de stijging der grondstoffenprijzen. De verhoging van de invoerrechten tot het peil van de Italiaanse rechten zal eveneens de produktie bevorderen. De ingetreden herleving heeft tot een verhoging van de prijzen geleid, terwijl de stijging van de bezetting der' produktiecapaciteit de exploitatievoorwaarden in de staalindustrie heeft verbeterd. Beide factoren moeten een verhoging van de rendabiliteit tot gevolg hebben en de geneigdheid tot investeren, die verzwakt was, doen toenemen. In de nijverheid der non-ferrometalen is de ontwikkeling van de vraag naar zink en lood (metaal en halffabrikaten) onzeker. Het aanbod van zink- en looderts schijnt echter regelmatiger te zullen verlopen. Voorts wordt een steeds groter gamma van speciale metalen voortgebracht. Globaal wordt voor de sectoren siderurgie en nonferrometalen samen een produktiestijging met ongeveer 10 pct. verwacht. De stijging van de bedrijvigheid in de metaalverwerkende nijverheid wordt in 1964 op ongeveer 8 pct. geraamd. De twaalfmaandstotalen van de bestellingen uit het binnenland zijn tijdens het jaar 1963 voortdurend gestegen en lagen op het einde van het jaar 10 pct. hoger dan een jaar tevoren; voor de buitenlandse bestellingen die vooral tijdens de tweede helft van 1963 toenamen werd een groeitempo van 9 pct. genoteerd. De afzet van de goederen die een eerste bewerking ondergaan deelt in de gunstige ontwikkeling die de ijzer- en staalmarkt einde 1963-begin 1964 kenmerkte. De orderpositie belooft een grote bedrijvigheid in de staalgieterijen, de metaal- en draadtrekkerijen en de koudwalserijen. De vraag naar beklede platen en bandstaal is aanmerkelijk toegenomen. Alleen in de ijzergieterijen en in sommige takken van het smeed-, stamp- en zwaar perswerk is de toestand minder beloftevol. De afzet van duurzame verbruiksgoederen zal verder door de aanhoudende hoogconjunctuur bevorderd worden. Het groeitempo in deze sector zou groter kunnen zijn dan in 1963, want het volume der uitstaande orders bereikte een zeer hoog peil. De vraag naar uitrustingsgoederen is opwaarts gericht. Zelfs uitgedrukt in maanden werk daalt de orderportefeuille niet meer. Begin' 1964' vertegenwoordigde hij' in ieder geval een activiteitsduur van zeven maanden. De binnenlandse markt slorpt ongeveer twee derde van de -nationale produktie van
investeringsgoederen op; de binnenlandse behoeften worden echter voor meer dan de helft door invoer gedekt. De vraag naar motorvoertuigen blijft buitengewoon hoog. De bestellingen voor spoor- en tramwegmaterieel namen medio 1963 belangrijk toe, zodat zij begin 1964 twintig maanden werk verzekerden. Ten aanzien van de scheepsbouw zijn de vooruitzichten minder rooskleurig : hoewel in sommige andere landen de vraag naar nieuwe schepen toenam — een gevolg van de hogere zeevrachten —, werden in België weinig nieuwe orders geboekt, zodat de orderportefeuille sinds twee jaar ononderbroken daalt. Naar verwachting zal de produktie in de chemische nijverheid met 9 pct. toenemen. In de jongste jaren hebben in deze bedrijfstak belangrijke investeringen plaatsgehad. De nieuwe produktie of de produktieuitbreiding die hiervan het gevolg was betreft artikelen met een grote expansiemogelijkheid. Aan research wordt in deze bedrijfstak steeds meer aandacht gewijd. Verwacht wordt dat de stijging van de produktie in de sector der « diverse scheikundige produkten » weer zeer belangrijk zal zijn. Belangrijke maatregelen werden getroffen om het expansietempo in de sector van de fotogevoelige produkten op te voeren. De farmaceutische en de plastieknijverheid, die ook op de binnenlandse markt met een belangrijke mededinging te kampen hebben, trachten hun produktieapparaat nog verder te rationaliseren. De vraag naar verf en vernis en naar produkten in rubber blijft belangrijk. In de traditionele sectoren is de toestand hoopgevend : in de sector van de minerale scheikunde is de vraag aanmerkelijk toegenomen waarbij de prijzen, voor de eerste maal sinds meerdere jaren, stegen. Terwijl het binnenlandse papierverbruik in 1963 met 11 pct. toenam, steeg de binnenlandse produktie met slechts 6 pct., doordat de uitvoer naar de E.E.G.landen achterbleef. Vermoedelijk zal het groeitempo in de papiernijverheid hoger liggen dan in 1963. In de papierverwerkende industrie zal ook dit jaar' de expansie zeer ruim blijven, maar het is verre van zeker dat het percentage van 1963 (17 pct.) geëvenaard zal worden. Naast de drukke activiteit in de bouwnijverheid zijn de belangrijke binnenlandse vraag en de steeds grotere afzetmogelijkheden van meubelen in het buitenland een stevige waarborg voor een verdere toeneming van de bedrijvigheid in de hout- en houtverwerkende nijverheid. Voor de voedingsmiddelennijverheid is de mededinging vanwege de andere E.E.G.-landen verscherpt, zodat het groeitempo in sommige sectoren der bereide voedingswaren — die dan toch het meest dynamisch waren beperkt wordt.
— 658 — In de traditionele sectoren wordt de ontwikkeling grotendeels bepaald door de produktie van bier en tabak : het verbruik van deze twee produkten vertoont een langzaam stijgende tendentie. Globaal genomen staat een produktiestijging in het vooruitzicht. De bestellingen voor vensterglas namen na het zwakke eerste kwartaal voortdurend toe, zodat de vooruitzichten voor 1964 zeer gunstig zijn; voor spiegelglas is zulks niet het geval. In de sector van het holglas wordt een verdere groei van de activiteit verwacht zonder dat echter het tempo van 1963 (11 pct.) geëvenaard zal worden. De vraag naar andere bouwmaterialen is bijna uitsluitend afhankelijk van het verloop op de binnenlandse markt. Voor de ceramiekindustrie is de uitvoer echter belangrijk. Dank zij de export zal de activiteit in deze sector in 1964 verder toenemen. Dit geldt, hoewel in mindere mate, ook voor de steengroeven. De uitvoer van de andere produkten, zoals cement en baksteen, die bijna geheel op de omliggende landen van West-Europa geconcentreerd is, zal verder dalen doordat de produktiecapaciteit in die landen ondertussen is uitgebreid. De vraag naar cement zal hoger liggen dan in het voorbije jaar; hierbij spelen de grote openbare werken een belangrijke rol. Daar de winter veel zachter was, zal de vraag naar baksteen hoger liggen dan het voorgaande jaar en het peil van 1962 evenaren. Blijkens de desbetreffende statistiek van het Nationaal Instituut is in de jongste maanden de neiging tot dalen van het aantal toegestane bouwvergunningen voor woningen afgenomen. Daarentegen gaf de vraag naar bedrijfspanden een verzwakking te zien. De ordervoorraad, uitgedrukt in maanden werk, blijft in ieder geval aanzienlijk. Alleen voor de openbare werken daalde hij in de eerste maanden van dit jaar; hierin is de weerslag te vinden van de spreiding der vastleggingen voor overheidsinvesteringen, die tot doel heeft de overspanning in het bouwbedrijf tegen te gaan. De expansie in de textielindustrie zal vermoedelijk aanhouden. Bij een tegemoetkoming aan de wensen van de ontwikkelingslanden inzake de verlaging van de invoerrechten op industriële produkten zal de textielindustrie voorzeker het eerste getroffen worden, vooral wat de halfafgewerkte goederen betreft. Het is echter een gunstige omstandigheid dat • het aandeel van de afgewerkte en verfijnde textielartikelen een steeds grotere plaats in de totale textielproduktie inneemt. Ondanks minder goede yooruitzichten,.voor de katoenindustrie, .als gevolg van • de scherpe mededinging van .d ,ontwikkelingslanden,
schijnt deze industrie haar moeilijkheden enigermate te boven te zijn gekomen; in 1964 kon een betrekkelijk hoog activiteitspeil bereikt worden. In de wolindustrie verschillen de vooruitzichten volgens de sectoren : de kaardwolspinnerijen beschikken over een hoge orderportefeuille. Einde 1963 ging de vraag in de kamwolspinnerijen en in de wolweverijen echter aanmerkelijk achteruit. Ondanks een scherpe mededinging kwamen de orders in de vlasspinnerijen tijdens de tweede helft van 1963 zo talrijk binnen dat de orderportefeuille begin 1964 een nieuwe top bereikt; in de vlasweverijen is de toestand echter minder gunstig. Ook in de jutespinnerijen bereikten de uit te voeren orders bij het begin van dit jaar een nieuwe top. De vraag naar geweven juteprodukten is echter zwak. Zoals in de andere geïndustrialiseerde landen is, dank zij de uitbreiding van het gamma aan nieuwe produkten en van hun aanwendingsmogelijkheden, een stevige expansie van de scheikundige vezels verzekerd. In de breigoed- en de confectienijverheid duurt de expansie voort, al kan gevreesd worden dat het tempo van 1963 (respectievelijk 19 pct. en 13 pct.) niet zal geëvenaard worden. De moeilijkheden in de sector van het zwaar leder schijnen nog niet opgelost te zijn en de toekomst van deze bedrijfstak blijft onzeker. Voor de sector van het licht leder is er meer optimisme gewettigd. Verwacht wordt dat de produktie van schoenen en pantoffels verder zal toenemen.
4. Produktieprijzen. Het staat vrijwel vast dat in de industriële sector de neiging tot prijsstijging zal aanhouden, aangezien de factoren die oorzaak waren van de prijsstijgingen in 1963 hun invloed ook in 1964 doen gevoelen. De stijging van de arbeidskosten gaat door, maar het verloop van de grondstoffenprijzen wordt enigszins onzeker. De loonsverhogingen zullen vooral in de bedrijf s takken waar de rendabiliteit van de ondernemingen gering is; • in de prijzen worden doorgerekend. De stijging van de staalprijzen, die in januari 1964 Inzette als gevolg van de toeneming van de vraag, zal blijkbaar doorgaan. De stijging van de bouwprijzen kan geleidelijk verzwakken, 'dank zij de maatregelen tot afremming van de spanning in het bouwbedrijf. De stijging van de landbouwprijzen zal in de loop Nal' 1964 verzwakken en verwacht wordt dat de vee.prijzen, .met namede varkensprijzen, in het tweede lialfjaar:zelfs.een.-neiging tot .dale• zullen vertonen.
— 659 --HOOFDSTUK II
ARBEIDSMARKT
De globale stijging van de actieve bevolking, inclusief het aantal werklozen, wordt voor 1964 op 25.000 eenheden geraamd tegen 30.000 in 1963. Deze vertraging is o.m. te verklaren door het feit dat de natuurlijke aangroei van de beroepsbevolking in 1.964 trager verloopt dan in het voorgaande jaar; de uittredende groep, d.w.z. het aantal personen die de pensioenleeftijd bereiken, is immers iets ruimer dan verleden jaar, terwijl het aantal personen die de actieve leeftijd bereiken lager is dan in 1963. Bovendien neemt het schoolbezoek nog verder toe. De stijging van de actieve bevolking wordt daarentegen bevorderd door de toeneming van de activiteitsgraad van de vrouwelijke bevolking en door de aanwerving van vreemde arbeidskrachten. Het aantrekken van vreemde arbeiders wordt nochtans moeilijker als gevolg van het algemene personeelstekort in WestEuropa. Verleden jaar hebben de inspanningen om Turkse en Griekse arbeidskrachten aan •te werven evenwel succes gekend. De geregistreerde arbeidsreserve neemt nog af. Een gedeelte van de werklozen verdwijnt doordat zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Hun aantal wordt niet of niet volledig vervangen door' jongere werklozen dank zij de gunstige conjunctuur. Voorts dragen de aanzienlijke inspanningen op het gebied van de beroepsherscholing ertoe bij dat moeilijk te plaatsen werklozen in het produktieproces worden ingeschakeld. De gedeeltelijke en toevallige werkloosheid is ook geringer dan in 1963. In dat jaar was het gemiddelde hoog uitgevallen door de weerslag van het. koude weer. Naar verwachting zal de arbeidsbezetting in de industrie, met inbegrip van het bouwbedrijf, met
ongeveer 15.000 eenheden toenemen. Voor de dienstensector wordt een iets ruimere stijging verwacht. Zij betreft vooral het bankwezen en de handel. Tabel III.
Raming van de actieve bevolking (In duizenden) Bronnen : Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; Ministerie van Economische Zaken en Energie; Bureau voor Economische Programmatie.
Sectoren
1962
1968
1964
Landbouw 1 Energie Industrie Bouwbedrijf Diensten Overheid (inclusief militairen) Totaal, waaronder : zelfstandigen loon- en weddetrekkenden Werklozen (exclusief niet-gecontroleerden) . Grensarbeiders Totaal
239,5 128,1 1.184,1 259,0 1.321,5
232,0 126,5 1.195,5 272,0 1.340,0
225,0 124,0 1.205,0 277,0 1.358,0
412,4 3.544,6
418,0 3.584,0
423,0 3.612,0
(779,0)
(772,0)
(765,0)
(2.765,6) (2.812,0) (2.847,0)
47,5 57,0 3.649,1
39,0 56,5 3.679,5
36,5 56,0 3.704,5
Uitgedrukt in arbeidseenheden (volwassenen) wordt de actieve bevolking in land- en tuinbouw door het Landbouw-Ecor omisch Instituut als volgt geraamd (in duizendtallen) : 1981 : 334,8; 1962 : 371,6; 1963 : 809,0.
Vooral als gevolg van de geleidelijke vermindering van het aantal landbouwers neemt het aantal zelfstandigen af ; met een daling van ongeveer 7.000 eenheden wordt rekening gehouden. Globaal gezien zal het mogelijk zijn aan de toegenomen vraag naar arbeidskrachten te voldoen. Spanningen blijven echter optreden, met name in het bouwbedrijf en de metaalverwerkende nijverheid.
HOOFDSTUK III .
UITVOER EN INVESTERINGEN
1. Uitvoer en extern evenwicht.
• Gelet op de gunStige wereldconjunctuur kan een aanzienlijke stijging van de internationale handel Worden verwacht.- De buitenlandse vraag naar Belgische produkten wordt hierbij -bevorderd dobr een"vrij gunstige concurrentiepositie van de Belgische' nijverheid,: al is het mededingingsverningen ten opzichte van sommige. landen;'. niet -nam': van
de Verenigde Staten van Amerika, in de jongste tijd enigszins verzwakt. Naar jaargemiddelde wordt voor de uitvoer een-grotere stijging aangenomen dan in 1963. Dit resultaat kan zelfs worden bereikt met een matige expansie - in de loop van de komende maanden, gelet op het hoge niveau dat reeds is bereikt, vooral ten opzichte van het eerste kwartaal van 1963; in welk tijdvak de uitvoer door de koude -winter nadelig werd beïnvloed..• .
-
- 660 bedragen van het percentage ten opzichte van de E.E.G. De stijging van de uitvoer naar de nietE.E.G.-landen zal waarschijnlijk vooral te danken zijn aan de export naar het Verenigd-Koninkrijk en de Verenigde Staten. In deze beide landen wordt voor 1964 met een krachtige economische expansie gerekend. De vooruitzichten voor de uitvoer naar de grondstoffenlanden zijn eveneens tamelijk gunstig. Een sterke toeneming van de export wordt verwacht in de sectoren van de onedele metalen, de chemische produkten en het vervoermaterieel. Ook voor de machines en de textielprodukten staat een vrij aanzienlijke stijging in het vooruitzicht. De sterke toeneming van de consumptie vindt haar weerspiegeling in de ontwikkeling van de invoer. Toch zal de goederenuitvoer vermoedelijk
Het aandeel van de Europese Economische Gemeenschap in de Belgische goederenuitvoer zal verder stijgen. De toeneming van de uitvoer naar de E.E.G.-landen wordt geraamd op ruim 15 pct. Dit stijgingspercentage is lager dan in 1963. Opgemerkt zij dat de anti-inflatoire maatregelen in Italië en Frankrijk de invoerneiging in deze landen zullen afremmen. De onderlinge handel in de Gemeenschappelijke Markt blijft echter een aanzienlijk stijgingspercentage vertonen, doordat de bedrijvigheid en de bestedingen in dat gebied in het jaar 1964 nog een krachtige toeneming te zien zullen geven. In Nederland, de belangrijkste handelspartner van België, zullen de bestedingen zelfs een grotere stijging vertonen dan in 1963. Naar verwacht wordt zal het stijgingspercentage van de uitvoer naar derde landen ongeveer de helft Tabel IV.
Buitenlandse handel (Miljarden franken, respectievelijk indices 1963 = 100) 1968 in prijzen van 1968
Uitvoer van goederen Uitvoer van diensten Factorinkomsten Export Invoer van goederen Invoer van diensten Factoruitgaven Import
minder stijgen dan de goederenuitvoer. Zulks betekent dat de handelsbalans een verbetering vertoont, mede dank zij de ontwikkeling in de staalindustrie. Voor het saldo op de dienstenbalans wordt gerekend met een zelfde ontwikkeling als in 1963, d.w.z. een achteruitgang. Voor het saldo van de factorinkomens, hetgeen overeenstemt met de bijdrage van het buitenland tot de vorming van het bruto nationaal produkt, wordt aangenomen dat het weinig zal verschillen ten opzichte van 1963. 2. Investeringen. In het stelsel van de nationale boekhouding valt de woningbouw binnen de bedrijvensector. De bedrijfsinvesteringen in vaste activa omvatten dan ook de woningbouw. Voor deze laatste wordt een uitbreiding ten opzichte van 1963 verwacht. Het gunstige weer van de afgelopen maanden, dat schril afsteekt bij de langdurige koude in 1963, maakt het mogelijk dat in dit jaar een veel groter bouwvolume wordt ver-
197,9 42,3 15,5 255,7 203,7 45,8 10,1 259,6
Volumetnd 1964
111,0 102,5 109,5 109,0 105,0 108,5
1964 in prijzen van 1968
219,5 43,5 16,5 279,5 222,0 48,5 11,0 282,5
Prijsindex 1064
102,0 104,0 102,0 102,0 104,0 102,0
in prijzen prijzen van 1064
223,5 45,0 16,5 285,0 226,0 50,5 11,0 287,5
wezenlijkt dan in 1963. Aangenomen wordt dat de woningproduktie op zijn minst zal terugkeren tot het niveau van 1962. De stijgende bouwkosten en de afremming van het hypotheekkrediet beperken de vraag nochtans. Naar verwachting zullen de investeringen der ondernemingen (woningbouw niet inbegrepen) verder toenemen. Ook hier zal het tempo van de stijging beïnvloed worden door het feit dat de winter minder streng was dan in 1963. Voor de bedrijfspanden wordt dan ook een aanzienlijke toeneming waarschijnlijk geacht. De aankopen van uitrustingsgoederen zullen eveneens een stijging vertonen. De toestand op de arbeidsmarkt en de noodzakelijkheid het mededingingsvermogen gaaf te houden verklaren dat de inspanningen op het gebied van diepteïnvesteringen worden voortgezet. Blijkens recente inlichtingen schijnt de investeringsbereidheid in de jongste tijd te zijn toegenomen. Voor de gezamenlijke particuliere investeringen wordt een stijging naar waarde van ongeveer 13 pct. mogelijk geacht.
— 661
De prijsstijging, een gevolg van de hogere loonkosten en van de hogere invoerprijzen, wordt geraamd op 5 pct. Naar waarde geven de overheidsinvesteringen een stijging van ongeveer 10 pct. te zien. Er zij aan herinnerd dat het hier gaat om de investeringen van de centrale overheid, de lokale besturen en het
onderwijs, met inbegrip van het vrij onderwijs. De verwezenlijkte investeringen vertonen waarschijnlijk nog een verdere uitbreiding ondanks de genomen temporiseringsmaatregelen, doordat de vereffeningen der uitgaven voor openbare werken in 1964 vooral verband zullen houden met vastleggingen die v66r het ingaan van de spreiding zijn uitgevoerd.
HOOFDSTUK IV
INKOMENS, VERBRUIK EN REKENING OVERHEID.
1. Nationaal inkomen, gezinsinkomen en verbruik.
In deze nieuwe raming voor 1964 wordt het nationaal inkomen voor het lopende jaar geschat op F 604 miljard, te vergelijken met F 581 miljard in de oorspronkelijke raming. Deze wijziging houdt gedeeltelijk verband met de herziening van de gegevens voor 1963. Voorts vloeit zij voort uit de nieuwe raming van de volumestijging van het B.N.P. in 1964 en meer nog de herziening van de prijsstijging. Evenals voor de prijzen is ook voor de lonen een hogere stijging aangenomen dan in de oorspronkelijke raming. In deze werd als werkhypothese gesteld dat de stijging van de loonkosten per werknemer in de bedrijven ongeveer 6 pct. zou bedragen. Dit percentage was ongeveer als volgt ingedeeld : 1,5 pct. wegens de verhoging van diverse sociale lasten; 2 pct. voor overloop, d.w.z. de weerslag van de ontwikkeling in het voorafgaande jaar op het jaargemiddelde van 1964 en circa 2,5 pct. als gevolg van wijzigingen van het directe loon in de loop van het jaar 1964, zulks door het tot stand komen van nieuwe loonregelingen en door de aanpassing van de lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen. Voor de loonsom in de bedrijven werd een stijging van ongeveer 7 pct. aangenomen. Tabel V.
Lonen Mutaties t.o.v. het voorgaande jaar (Pct.) Omschrijving
1062
1968
9,0
10
10,0
9,0
10
10,0
6,5
8
8,5
7,5
10
10,0
1964
Inkomen uit bezoldigde arbeid in de bedrijven (nationale boekhouding)
Loonsom (R.111.Z.) Loonvoet bedrijven (nationale boekhouding)
Loonkosten
fabrieksnijverheid
(Indexcijfer v.h. I.E.S.P.O.)
In de huidige raming is dit stijgingspercentage opgevoerd tot 10 pct. De premies aan de Rijksmaatschappelijke Zekerheid, die ten laste van de werkgevers vallen, geven een aanzienlijke stijging te zien. Zulks houdt verband met verschillende premieverhogingen : 0,75 pct. voor de arbeiderspensioenen, 0,30 pct. voor de ziekte- en invaliditeitsregeling voor arbeiders en 0,60 pct. voor de ziekte- en invaliditeitsregeling voor bedienden, 0,50 pct. voor de kinderbijslag. Bovendien werd het maximumbedrag voor sommige bijdragen verhoogd. De door de overheid uitbetaalde loonsom werd ten opzichte van de oorsproukelijke raming slechts weinig verhoogd. De lonen van de grensarbeiders nemen toe evenals in 1963. Het aandeel van de loontrekkenden in het nationaal inkomen stijgt verder tot 59,50 pct. tegen 59,25 pct. in 1963. Evenals het looninkomen vertoont ook het ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen in de nieuwe raming een grotere stijging dan in het oorspronkelijk nationaal budget. Door de grotere omzet, een gevolg van de verbruiksontwikkeling en van de prijsstijging, stijgen de verdiensten van de handelaars. Voor de raming van de inkomsten uit vrije beroepen is rekening gehouden met een voortzetting van de regelmatige stijging in de voorgaande jaren. Ook voor het landbouwersinkomen werd een vrij aanzienlijke stijging aangenomen op grond van een verdere stijging der landbouwprijzen en van een normale produktiestijging. Een dergelijke stijging is des te meer waarschijnlijk daar in 1963 het produktievolume in de landbouw niet toenam. Het inkomen van particulieren uit vermogen wordt eveneens hoger geschat dan in het voorgaande jaar. Ten aanzien van de interesten wordt een ruime stijging verwacht, rekening houdend met de uitbreiding van het spaarvolume en met de stijging van de rentevoet.
- 662 — Ondanks de gestegen loonkosten, waardoor de produktiekosten en de winsten in de afgelopen maanden ongunstig werden beïnvloed, wordt een stijging van dividenden en tantièmes mogelijk geacht, rekening houdend met de toeneming van de omzet en de verhoging van de prijzen. Ook voor de winstreserveringen van de bedrijven wordt een stijging mogelijk geacht. De verbetering van de staalconjunctuur zal een stijging van deze post bevorderen. Om een volledig beeld van het inkomen der gezinnen te krijgen, is het nodig eveneens rekening te houden met de overdrachten, in het bijzonder met de overdrachten van de overheid. Het grootste deel van deze overdrachten behoort tot de sector van de sociale zekerheid. Evenals de voorgaande jaren ondergaan de uitkeringen een verdere stijging, die ten dele het gevolg is van de koppeling aan het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen. Ook de directe belastingen van de particulieren vertonen in 1964 een stijging. Naar waarde wordt de stijging van het gezinsverbruik geraamd op 8,5 pct. De prijsstijging wordt geschat op 3,5 pct. en de volumestijging op 5 pct. De verbruiksstructuur ondergaat weinig verandering. De neiging tot toeneming van de uitgaven voor reizen, persoonlijke verzorging en duurzame huishoudartikelen blijft aanhouden. Voor deze laatste produkten oefent de verscherping van de regels voor verkoop op afbetaling evenwel een remmende invloed uit.
2. Rekening overheid. De overheidsrekening, die zowel de centrale overheid als de lokale overheid en de sociale zekerheid omvat, steunt op de oorspronkelijke rijksbegroting, met dien verstande dat de gegevens werden aangepast op grond van meer recente inlichtingen omtrent de bezoldigingen, de belastingopbrengst en de gegevens voor de sociale zekerheid. De lopende ontvangsten van de centrale overheid nemen krachtig toe, zulks door de ontwikkeling van wedden en omzet en als gevolg van de snellere prijsstijging. De ontvangsten van de lokale overheid nemen verder toe, met name onder invloed van de wet van 31 juli 1963, waardoor de belastinggrondslag werd verruimd. De stijging is echter minder groot dan in 1963, in welk jaar een eerste uitbreiding had plaatsgevonden. Voor de ontvangsten van de sociale zekerheid blijft het stijgingstempo hoog (15 pct.) door de toe-
neming van de loonsom en de verhoging van tarieven en loonplafonds. Voor de gezamenlijke overheidsontvangsten wordt een stijging van ongeveer 10 pct. verwacht, d.i. evenveel als in het voorgaande jaar. De lopende uitgaven zullen minder stijgen ( +8 pct.) dan de ontvangsten. Zulks betekent dat de toeneming geringer zal uitvallen dan in het voorgaande jaar. Voor de verbruiksuitgaven wordt de stijging geraamd op ongeveer 7,7 pct.; zij is toe te schrijven aan de verdere stijging van de salarissen en lonen, o.m. een gevolg van de koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen. De aankopen van goederen en diensten blijven nagenoeg gelijk. In 1963 waren zij echter zeer hoog uitgevallen door de
weerslag van het koude weer en de toeneming van de uitgaven voor militaire uitrusting; tegenover de prijsstijging op de goederen en diensten staat aldus een volumedaling van de aankopen. Ondanks een aanzienlijk beroep op de kapitaalmarkt zal de rentelast met betrekking tot de overheidsschuld waarschijnlijk minder sterk toenemen dan in 1963. Met uitzondering vnor de globale werkloosheidsuitkeringen, die afnemen, zullen de overdrachten aan particulieren in het raam van de sociale zekerheid in 1964 nog aanzienlijk stijgen. Verschillende oorzaken zijn aan te wijzen : de verhogingen welke in 1963 plaatsvonden, bij voorbeeld inzake de pensioenen voor zelfstandigen; de maatregelen die in 1964 van kracht werden, bij voorbeeld inzake ziekteen invaliditeitsverzekering, kinderbijslag; de koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen. Voor de gezamenlijke overdrachten is de stijging even groot als in het voorgaande jaar (circa 10 pct.). Door de uiteenlopende ontwikkeling van inkomsten en uitgaven treedt in 1964 een verbetering van het spaarsaldo der overheid op; dit laatste zal groter zijn dan in 1962. Deze ontwikkeling stemt overeen met de doelstellingen van het beleid tot sanering van de overheidsfinanciën. Deze verbetering betreft de drie sectoren van de overheid : het Centraal Bestuur, de lokale besturen en de sociale zekerheid. Het werkelijke evenwicht van de gewone begroting van de Centrale Overheid in 1964 zal bijdragen tot de uitbreiding van het spaarsaldo ten opzichte van 1963. De positieve stand van dit saldo is een gevolg van de uitschakeling der aflossingen op de schuld, zij het dan dat het opnemen van de buitengewone uitgaven voor Landsverdediging enig tegenwicht vormt. Weliswaar wordt het saldo gunstig beïnvloed door de geringe
- 663 omvang van de economische afschrijvingen in de nationale boekhouding (enkel voor de gebouwen), maar niettemin ligt de ontwikkeling in 1964 in de lijn van de sanering sedert 1961. Ook voor de lokale overheden geldt hetzelfde. Bij de sociale zekerheid, die een groot deel van het spaarsaldo voor haar rekening neemt, zorgen de aanpassingen van tarieven en loonplafonds evenals de uitbreiding van de loonsom voor een regelmatige
Tabel A.
stijging van de bijdragen ( 1 ). Het spaarsaldo komt grotendeels tot stand bij de pensioenregelingen en een groot deel hiervan bevindt zich bij de particuliere instellingen die aan het stelsel medewerken. ( 1 ) De wijze van aanrekenen, met name op grond van de aanspraken, heeft tot gevolg dat aan de zijde der ontvangsten een vooruitlopen optreedt waardoor de balans van het stelsel beter uitvalt.
Middelen en bestedingen (Miljarden franken en indexcijfers)
1962
A. - Middelen Netto nationaal produkt tegen factorkosten Kostprijsverhogende belastingen minus subsidies Netto nationaal produkt tegen marktprijzen . Afschrijvingen Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen Invoer Algemeen totaal B. - Bestedingen Binnenlandse bestedingen Uitvoer
i1963 1964 VolumePrijsWaardeVolumePrijsW aarden n:erkei n werkeindexcijfer indexcijfer indexcijfer indexcijfer indexcijfer indexcijfer lijke lijke 1963 1963 1963 1964 1964 1964 prijzen prijzen
512,6
-
-
107,5
551,2
-
-
109,5
604,1
71,4 584,0 62,2 646,2 230,3
101,5 104,0 109,0
105,0 103,5 103,5
108,5 107,5 106,5 107,5 112,5
77,4 628,6 66,2 694,8 259,6
102,0 105,0 108,5
105,0 104,0 102,0
111,0 110,0 107,0 109,5 110,5
85,9 690,0 70,9 760,9 287,5
876,5
105,0
103,5
109,0
954,4
106,0
103,5
109,5 1.048,4
643,7 232,8
104,0 108,0
104,0 101,5
108,5 110,0
698,7 255,7
105,0 109,5
104,0 102,0
109,5 111,5
763,4 285,0
- 664 -
Rekening bedrijfshuishoudingen
Tabel B.
(Miljarden franken) Post
A. 101 101a 101b 101e 102 102a 1026 103 104 104a 104b
324a 222a 421 522a 522b 223a 224a 423a
1968
1962
Tegenpost
-
1064
Ontvangsten
Leveranties aan de gezinnen aan de overheid aan het buitenland Bruto-kapitaalvorming vaste activa voorraden Rente overheidsschuld Overige ontvangsten : vanwege de overheid (overdrachten) vanwege het buitenland (inkomen) Totaal ontvangsten
664,8 .
726,7 462,2 24,3 240,2
425,7 20,4 218,7 130,3 127,9 2,4
•
Bijdrage tot het B.N.P. (101+102-121)
Aandeel in het nationaal inkomen (123a+126)
794,1 501,3 24,8 268,0 155,4
137,7 154,2 1,2
136,9 0,8 7,6
7,8
8,2
7,2 4,8 814,7
7,8 5,7 885,7
7,1 6,5 971,3
583,0
626,3
685,6
21,5
27,1
28,6
B. - Uitgaven 121 121a 121b 122 122a 122b 123 123a 123b 124 125 125a 125b 125e 126
401a 203a' 301 402a 2 201a 1 201b 502 301 203a 2 402a 1 501
Lopende aankopen in het buitenland aan de overheid Betaalde lonen binnenland buitenland Belastingen : directe indirecte Afschrijvingen Overige uitgaven : gezinnen (aandeel inkomen) overheid (aandeel inkomen) buitenland (aandeel inkomen) Totaal uitgaven Besparingen Totaal (uitgaven + besparingen)
212,1
263,5 0,4 262,6
242,4 241,7 0,7
263,9
238,1 237,7 0,4
211,7 0,4
289,0 287,9 1,1
261,7 0,9 11,1 78,6 61,2
11,2 85,2 65,1
11,4 93,0 69,7
188,6 3,3 7,0 804,3 10,4 814,7
196,9 2,7 8,0 869,8 15,9 885,7
215,3 3,2 8,6 954,1 17,2 971,3
- 665 Tabel C.
Rekening overheid (Miljarden franken)
Post
201 201e 201a 1 201a 2 201b 202 203 203a 203a 1 203a 2 203b 204 205
Tegenpost
123a 321 123b 322
121b 125b 324b 221b 423c
1962
A. - Ontvangsten Belastingen : directe vennootschappen particulieren indirecte Bijdragen sociale zekerheid Overige gewone ontvangsten afkomstig van bedrijven aankopen inkomsten Particulieren Toegerekende waarde Overdrachten van het buitenland Totaal ontvangsten
54;0
221e 222 222e 222b 223 223a 223b 223c • 224 224a 224b 224e 225
301 204 502 101b 401e 103 301 4020 302 104a 402c 2 501
B.• - Uitgaven Bijdrage overheid in B.N.P. 1. Wedden en lonen 2. Toegerekende waarde kapitaalgoederen overheid 3. Afschrijvingen Aankopen van goederen en diensten : bedrijven buitenland Rente overheidsschuld bedrijven particulieren buitenland Overdrachten particulieren bedrijven buitenland Totaal uitgaven Besparingen Totaal (uitgaven + besparingen)
42,9
0,4 3,3 2,3 0,1
Verbruik (221+222-203a 1 )
11,4 48,5 85,2 50,7 5,7
0,4 2,7 2,5 0,1
3,2 2,4 198,9
- 12,9
- 15,0
2,5 1,1
2,4 1,2 24,3 20,2
76,9
15,5
69,3 65,7
7,8 11,2 1,2
68,5 7,2 1,2
-
59,5
20,4 18,5 7,6 9,7 1,2
218,0
63,1
58,0 •
93,0 59,1 6,0 0,4
180,8
54,7
59,9
57,3
78,6 42,1 6,1
2,3 1,0
1964
11,2 46,1
11,1
Aandeel in het nationaal inkomen (2030+204-223)
221 221a 221b
1963
24,8 21,1 8,2 11,6 1,3
84,9 75,9
93,2 84,9 7,1 1,2
7,8
1,2
173,8 + 7,0 180,8
192,5 + 6,4 198,9
208,4 + 9,6 218,0
78,0
87,0
93,7
- 666 -
Rekening gezinshuishoudingen
Tabel 0.
(Miljarden franken) Poet
1962
Tegenpost
1904
1908
A. - Ontvangsten 301 302 303
122a/125a 221e/223b 422/423b 1 224a 423b
Aandeel in het nationaal inkomen
504,0
539,1
591,0
Overdrachten van de overheid Overdrachten uit het buitenland Bruto-inkomen
68,5 5,3 577,8
75,9 6,1 621,1
84,9 6,1 682,0
46,1 50,7 3,5 474,0
48,5 59,1 3,5 514,3
B. - Uitgaven 321 322 323 324 324a 324b 324c
201a2 202 402b
325
501
101a 203b 401b
Directe belastingen Bijdragen sociale zekerheid Overdrachten naar het buitenland Verbruik (aankopen) bedrijven overheid buitenland Totaal uitgaven Besparingen Totaal (uitgaven + besparingen)
42,9 42,1 3,0 435,4
'
462,2 11,8
425,7 9,7
501,3 13,0 625,4 56,6 682,0
574,3 46,8 621,1
523,4 54,4 577,8
Rekening Buitenland
Tabel E.
(Miljarden franken) Poet
Tegenpost
1962
1064
1908
A. - Ontvangsten 401 401e 401b 401e 402 402e 402a 1 402a 2 402b 402e 402c 1 402e 2
121e 324c 222b 125e 122b 323 223c 224c
Verkopen van goederen en diensten bedrijven gezinnen overheid Overige ontvangsten bedrijven : inkomen lonen particulieren (overdrachten) overheid : rente overheidsschuld overdrachten kapitaaltransferten Totaal ontvangsten
221,4 211,7 9,7 -
276,5
249,5 237,7 11,8 -
13,1
263,5 13,0 16,0
15,7
7,0 0,7 3,0
8,0 0,9 3,5
8,6 1,1 3,5
1,2 1,2 -
1,2 1,2 1,2
1,3 1,2 -
234,5
265,5
292,2
218,7 5,0 14,8
240,2 5,5 16,2
268,0 6,0 17,1
B. - Uitgaven 421
101e
422 423 423a 423a 1
301 104b
423b 423b 1 423b 2 423c
301 303 205
424
501
Aankopen van goederen en diensten (bij Belgische bedrijven) Uitgekeerde lonen Overige uitgaven bedrijven : inkomen overdrachten particulieren : inkomen overdrachten overheid (overdrachten) kapitaaltransferten Totaaluitgaven Besparingen Totaal (uitgaven + besparingen)
Bijdrage tot het B.N.P. (422+423a 1 +423b 1 -402a 1 -402a 2 -402c 1 ) Uitvoer (421+422+423a 1 +423b 1 ) Invoer (401+402a 1 +402a 2 +402c 1 ) Uitvoer - Invoer
4,8 -
5,7 -
6,5 -
4,3 5,3 0,1 0,3
4,3 6,1 0,1 -
4,5 6,1 -
238,5 - 4,0 234,5
261,9 3,6 265,5
291,1 1,1 292,2
5,2 232,8 230,3 2,5
5,4 255,7 259,6 - 3,9
6,0 285,0 287,5 - 2,5
- 667 -
Rekening kapitaal
Tabel F.
(Miljarden franken) Post
1964
1963
1962
Tegenpost
Brutobesparingen
501 225 126/325 424 502 124 221e
Besparingen van overheid gezinnen en bedrijven buitenland kapitaaltransferten
9,6 73,8 -I- 1,1 -
6,4 62,7 -1- 3,6 - 1,2
69,7 1,2
65,1 1,1
61,2 1,0
70,9
66,2
62,2
Afschrijvingen bedrijven overheid
84,5
71,5
68,1 7,0 64,8 - 4,0 0,3
Bruto-investeringen
521 522 522a 522b
102 102
Overheid Bedrijven vaste activa voorraden
111,9 2,4
16,0
18,8
20,7
114,3
118,9
134,7
118,1 0,8
133,5 1,2
VERSLAG VAN HET RENTENFONDS : JAAR 1963 In 1963 stond de bedrijvigheid van het Rentenfonds in het teken van een aanhoudende hoogconjunctuur. De bedrijven deden een merkelijk groter beroep op krediet en meer bepaald op het bankkrediet. Die toeneming van de vraag naar kredieten vanwege de particuliere sector en, tot op zekere hoogte ook, de effectieve afschaffing, begin 1963, van de reglementaire bepalingen krachtens welke de banken verplicht waren een vastgesteld minimum van hun beleggingen in overheidsfondsen aan te houden, hadden een restrictieve invloed op de evolutie van de middelen waarover het Fonds kon beschikken en beperkten aldus zijn actiemogelijkheden als regulerende instelling. Voorts was 1963 het jaar van de aanpassing van de financiële markten aan het nieuwe belastingstelsel. De rentevoeten zijn gestegen, soms op aanzienlijke wijze. Die ontwikkeling was algemeen; zij viel zowel op de geld- als op de kapitaalmarkt waar te nemen.
T. DE REGULERING VAN DE MARKT VAN DE OVERHEIDSFONDSEN
De neerwaartse beweging van de rentevoeten, die kenmerkend was voor het jaar 1962, bleef tot halffebruari 1963 voortduren. De aanzienlijke hoeveelheid beschikbare gelden, nog gestijfd door de terugbetaling van twee leningen — F 5,5 miljard —, de daling van de discontovoeten in Groot-Brittannië (3 januari) en Nederland (8 januari), de zeer beperkte activiteit van de aandelenmarkt en het vooruitzicht dat het nieuwe belastingstelsel op de later uit te geven effecten zou worden toegepast, hielden de vraag naar overheidspapier tijdens die periode op een hoog peil. In maart werd de eerste staatslening uitgegeven tegen rentevoorwaarden die een weinig hoger lagen dan die van einde 1962. Na de uitgifte van bedoelde lening begonnen de rendementspercentages omhoog te gaan, ontwikkeling die evenwel niet alleen in België waarneembaar was, maar ook in het merendeel der Westeuropese landen, evenals in de Verenigde Staten en Canada.
Er dient verder op gewezen dat het verschil tussen de rentepercentages van de in 1963 uitgegeven leningen en de rentepercentages van de v66r 1963 uitgegeven leningen aanleiding gaf tot arbitrageverrichtingen, in verband met een bepaling van de fiscale hervorming volgens dewelke de roerende voorheffing niet van toepassing is op de rente van de obligaties uitgegeven van 1963 af, op voorwaarde dat die obligaties op naam zijn en aan bepaalde instellingen toebehoren. Uit hoofde van hun obligatieportefeuille van v66r de fiscale hervorming, beschikken sommige institutionele beleggers over een fictieve voorheffing die thans de door hen verschuldigde directe belasting overtreft. Die instellingen hadden er bijgevolg baat bij obligaties van v66r 1963 te arbitreren tegen nominatieve obligaties uitgegeven na de fiscale hervorming. Die arbitrageverrichtingen hebben de markt beïnvloed. Gedurende korte tijd evenwel. Zij namen een einde ingevolge een gentlemen's agreement met de Schatkist. De opwaartse beweging van de rentevoeten, die in maart na de uitgifte van de staatslening begon, duurde heel het jaar ononderbroken voort. Het reële rendement van de staatslening van maart bedroeg 5 pct. op 10 jaar en 5,27 pct. op 20 jaar. Dit rendement steeg tot 5,70 pct. op 10 jaar en 5,94 pct. op 20 jaar bij de uitgifte van een staatslening in oktober. In oktober werd ook een lening op 20 jaar zonder tussentijdse vervaldag uitgegeven en dit tegen een rentevoet van 6 pct. Een lening van het Wegenfonds, die een maand later werd uitgegeven, eveneens op 20 jaar en ook zonder tussentijdse vervaldag, had een reëel rendement van 6,09 pct. Het is bekend dat de regulering van de markt der overheidsfondsen in een periode van stijgende rentepercentages moeilijker is. Het bedrag van het papier dat afgestoten werd door de markt en aangekocht door het Rentenfonds was evenwel minder belangrijk dan op grond van de stijging van het rendement kon verwacht worden. De portefeuille van het Rentenfonds steeg inderdaad in 1963 slechts met F 627,9 miljoen : van F 7.791,9 miljoen tot F 8.419,8 miljoen. Voorts is nog van betekenis dat de uitgiften van de overheidssector in 1963 bruto F 28,2 miljard bereikten en de terugbetalingen F 7,9 miljard. De netto-uitgiften van de overheidssector bedroegen dus F 20,3 miljard, tegen F 22,2 miljard in 1962.
— 669 — II. DE VERRICHTINGEN VAN HET RENTENFONDS OP DE GELDMARKT
Het uitstaande bedrag Rentenfondscertificaten bedroeg einde 1963 F 6.549 miljoen, tegen F 6.440 miljoen een jaar tevoren. De portefeuille omvatte evenwel F 2,7 miljard « B »-schatkistcertificaten, tegen F 2,2 miljard einde 1962. Het Fonds ondervond ongetwijfeld meer moeilijkheden bij de plaatsing van zijn certificaten. Zoals hierboven reeds werd vermeld, houdt zulks vermoedelijk verband met de expansie van de bankkredieten aan de particuliere sector en misschien ook met de versoepeling van de reglementering betreffende de beleggingen van de banken. Het Rentenfonds kan middelen opnemen op de daggeldmarkt, zoals het ook het aanbod op die markt kan beïnvloeden door er zijn beschikbare gelden te plaatsen. Tijdens de eerste acht maanden stond het Fonds « call money » af, terwijl het tijdens het laatste kwartaal van 1963 regelmatig daggeld opnam. Het ging in geen van beide richtingen om uitzonderlijk hoge bedragen. De leningen waren het grootst in januari (F 1,4 miljard) en de opnemingen bereikten hun maximum in december (F 0,9 miljard). Beschouwt men de daggeldmarkt in haar geheel, dan stelt men vast dat het bedrag van de op die markt verhandelde kapitalen kleiner was dan in 1962. De banken en de andere instellingen, afgezien van het Rentenfonds, hebben in 1963 samen ongeveer evenveel middelen aangevoerd als tijdens het voorgaande jaar. De plaatsingen van het Rentenfonds bleven evenwel beneden het bedrag van 1962. Het verminderde aanbod van het Rentenfonds moet in verband worden gebracht met de evolutie van zijn portefeuille overheidspapier en ook met de minder goede gang van zijn uitgiften van certificaten. Het creditsaldo in rekening-courant bij de Nationale Bank in 1963, vergeleken met dat van 1962, geeft een aanwijzing nopens de veranderingen in het bedrag van de werkmiddelen van het Rentenfonds. Terwijl, in 1962, dat creditsaldo een maximum van F 8.053 miljoen bereikte, bleef in 1963 het hoogste cijfer tot F 1.643 miljoen (op 20 mei) beperkt. Terwijl bovendien de rekening-courant van het Rentenfonds bij de Nationale Bank op het einde van elk van de eerste tien maanden van 1962 een creditsaldo vertoonde, sloten in 1963 alleen de maanden april en mei met een batig saldo. Op verscheidene maandelijkse vervaldagen van het beschouwde jaar maakte het Rentenfonds niet alleen gebruik van zijn volledig bezit in rekeningcourant, maar diende het zelfs een beroep te doen op de voorschotten van de Nationale Bank. Deze
laatste bereikten in 1963 een maximum van F 979 miljoen op 29 maart, toen de daggeldmarkt de weerslag ondervond van de transacties van enkele banken waarvan het boekjaar eindigt op 31 maart. Einde 1963 vertoonde de voorschottenrekening van het Fonds bij de Nationale Bank een debetsaldo van F 600 miljoen. In de loop van het eerste kwartaal van 1963 moest het Rentenfonds nu en dan ingrijpen op de markt van de schatkistcertificaten op korte termijn, andere clan die van de « B »-tranche. Sedert 8 juli heeft het Fonds dergelijke certificaten niet meer in zijn bezit gehad. Die aankopen waren van strikt tijdelijke aard en hadden tot doel in perioden van spanning een matigende invloed uit te oefenen. Zij hadden betrekking op certificaten die korte tijd nadat zij door het Rentenfonds werden overgenomen, zouden vervallen. Altijd waren het in omloop zijnde certificaten met een vaste vervaldag en die nooit hernieuwd geweest werden. Het bedrag van die certificaten in het bezit van het Fonds bereikte een maximum van F 1.100 miljoen tijdens de periode van 11 tot 21 februari; op 31 december 1963 had het Fonds evenmin als een jaar voordien zulke certificaten in portefeuille. In het raam van de algemene stijging van de geldrente, zijn de rentepercentages toegepast bij de toewijzingen van Rentenfondscertificaten en van de schatkistcertificaten van de « B »-tranche in 1963
trapsgewijze omhoog gegaan; tussen de laatste toewijzing van 1962 en de overeenstemmende toewijzing van 1963 steeg de rentevoet van die certificaten van 3,30 tot 4,35 pct. Die stijging met 1,05 pct. is het resultaat van elf verhogingen van 0,05 pct. en van drie andere van respectievelijk 0,25, 0,10 en 0,15 pct. In feite stegen de rentepercentages van die certificaten vooral in de loop van het tweede halfjaar. Van de laatste toewijzing in 1962 tot die van 16 juli 1963 bedroeg de stijging niet meer dan 0,20 pct. Bij de toewijzing van 23 juli, de eerste na de verhoging van de rentetarieven van de Nationale Bank op 18 juli, steeg de rentevoet waartegen de certificaten werden toegewezen met 0,25 pct. Naderhand en tot begin oktober, steeg het rentepercentage van de toewijzingen driemaal met 0,05 pct. Het stijgingstempo van de percentages onderging een zekere versnelling bij de toewijzingen van 29 oktober en 5 november die respectievelijk verhogingen van 0,10 pct. en 0,15 pct. te zien gaven, in verband met de selectieve verhoging van de rentevoeten van de Nationale Bank, die op 31 oktober van kracht werd. Daarna en tot einde 1963 steeg het rentepercentage van de toewijzingen nog viermaal met 0,05 pct. Zoals de hierboven naar voren gebrachte beschouwingen betreffende de daggeldmarkt en de verrich-
- 670 tingen van liet Rentenfonds lieten vermoeden, lagen de rentevocten op die markt, ongeacht of zij in de loop van de dag of bij het afsluiten van de verrekening tot stand kwamen, in 1963 gemiddeld hoger dan in 1962. Daarenboven lagen die rentevoeten in elke maand, met uitzondering van maart, juni, oktober en december, in 1963 hoger dan in 1962. In de loop van het beschouwde jaar werden de minimumpercentages - 0,30 tot 1 pct. in de loop van de dag en 0,30 pct. bij het afsluiten van de verrekening - op 19 maart opgetekend; die dag valt in de periode waarin de banken een deel van de opbrengst van de inschrijvingen op de staatslening 1963-1983, 1 ° reeks, tijdelijk op de markt van het gewaarborgde daggeld belegden. De maximumpercentages werden genoteerd omstreeks de vervaldagen van de laatste vier maanden; in de loop van de dag lagen ze tussen 3,25 en 4,50 pct., terwijl bij het afsluiten van de verrekening een maximumpercentage van 4,50 pct. bereikt werd. Tabel I.
In de loop van de dag van 31 december 1963 evolueerden de rentepercentages tussen 4,25 en 4,50 pct.; en bij de afsluiting van de verrekening bereikte de daggeldrente 4,50 pet. Op 31 december 1962 bedroeg de rentevoet 3,50 pct., zowel in de loop van de dag als bij het afsluiten van de verrekening.
Het verslag over de verrichtingen van het Rentenfonds in de loop van het dienstjaar 1962 maakte gewag van de wijziging van het statuut van de schatkistcertificaten van de « A »-tranche en van hun omzetting in niet ter beurze verhandelbare effecten van een nieuwe lening, genaamd « Speciale conversielening 1962 »; het verslag herinnerde eveneens aan het voornemen van de Minister van Financiën om geleidelijk tot de normalisering van de effecten van die lening over te gaan door aan de banken
Evolutie van de noteringen van enkele type-obligaties gedurende het jaar 1963 Gemiddelde van de noteringen januari 1963
4 pct. Gehnificeerde schuld 4 pct. Bevrijdingslening 4 1/2 pct. Belgische 1953-1968 4 IA pct. Belgische 1954-1972 4 4 pct. Belgische 1954-1974, I 5 pct. Belgische 1958-1968 4 34 pct. Belgische 1959-1971 5 pct. Belgische 1960-1965-1970 5 IA pct. Belgische 1961-1966-1970-1973 5 pct. Belgische 1962-1967-1972-19771982, I 5 pct. Belgische 1963-1973-1978-1983, I 5 1/2 pct. Schatkistcertificaten 1958-1964 4 pct. Lotenlening 1941 4 pct. Spoorwegen 1955-1975, II 4 pct. Preferente Belgische Spoorwegen, Belgische tranche 4 % pet. R.T.T. 1959-1970
Tabel II.
Uiterste noteringen
Gemiddelde van do noteringen december 1963
hoogste
laagste
99,027 87,977 100,354 99,540 97,790 101,204 100,104 101,077 103,945
2- 1-1963 2- 1.1963 27-12-1963 23-12-1963 26-12-1963 20-12-1963 26-12-1963 5-11-1963 23-12-1963
98,70 86,00 97,90 95,70 94,90 99,50 96,70 100,00 101,40
14-3-1963 2-8-1963 7-2-1963 8-2-1963 11-2-1963 8-2-1963 4-3-1963 13-2-1963 20-2-1963
99,90 92,20 101,20 101,30 99,90 102,00 101,30 102,80 104,70
99,200 90,390 98,120 95,865 94,985 99,650 97,275 100,000 101,520
102,695 101,731 939,136 94,568
23-12-1963 5-12.1963 4-11-1963 2- 1-1963 2. 1.1963
99,90 93,00 100,10 908,00 93,30
11-2-1963 9-9-1963 24-1-1963 6-2-1963 25-2-1963
104,20 96,30 101,90 978,00 97,40
100,050 93,015 100,215 934,650 93,700
525,909 100,222
22-11.1963 14-11-1963
504,00 98,10
11-2-1963 19-2-1963
537,00 100,80
511,200 98,320
Evolutie van de rendementen van enkele leningen 17 december 1962
5 pet. Belgische 1960-1965.1970 1 5 % pct. Belgische 1961-1966-1970-1973 1 5 pct. Belgische 1962-1967-1972-1977 1982, I 1 5 pct. Belgische 1958-1968 4 y2 pct. Belgische 1953-1968 5 pct. Belgische 1957-1969 5 14 pet. Belgische 1960-1970, I 4 3% pct. Belgische 1959-1971 4 1/2 pct. Belgische 1954-1972 4 1/2 pct. Belgische 1953-1973 5 pct. Belgische 1963-1973-1978.1983,I 12 4 Vi pct. Belgische 1954-1974, I 4 pct. Belgische 1955.1975
100,80 103,50
4,45
101,80 100,40 99,20 100,40 100,50 98,80 97,50 98,50
4,40
-
96,10 93,00
4,16
4,84 4,89 4,84 5,09 4,87 5,04
4,92 -
5,02 5,08
1 Rendementen berekend op de eerste vervaldag. 2 Roerende voorheffing van 15 pet. afgetrokken (genoteerd vanaf 19 a igustus 1968). 3 Noteringen op 2 september 1968.
2 januari 1963
101,00 103,50
4,35
101,90 100,60 99,70 100,60 101,00 99,50 97,60 98,50 95,80 , 96,20 93,40
4,37 4,79
4,15
4,78 4,81 5,01
4,76 5,03 4,98 4,77 5,01 5,03
16 december 1063
100,00 101,60
4,69
100,00 99,70 98,20 99,90 100,00 97,10 95,80 98,00 93,00 95,00 91,80
4,86 4,97
4,57
5,26 4,93 5,17 5,18 5,41 5,12
5,17 5,29 5,38
- 671 Uitgiften van leningen
Tabel III.
Datum Leningen
van uitgifte
Nominaal
Nominale rentevoet Looptijd
(Miljoenen franken)
Prijs bij uitgifte
Rendement voor de inschrijver
Aflossingsprijs
(Pct•)
(Pet.)
5,50
100
Belgische lening 1963-1973-19781983, (10 emissie)
5 00 (eerste
4- 3-1963 5.900
na 10 jaar
na 10 jaar jaar)
5,25
10, 15 of 20 jaar
100,00
101
5,11
na 15 jaar
na 15 jaar
5,27
106
(laatste 10 jaar)
na 20 jaar
na 20 jaar
5,50
100
na 10 jaar
na 10 jaar
Regie van Telegraaf en Telefoon 18- 4-1963 1.350 1963-1973-1978-1983
5,50
10, 15 of 20 jaar
5,59
102
100,00
na 15 jaar
na 15 jaar
5,70
107
na 20 jaar
na 20 jaar
5,50
100
Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen 1963-197316- 5-1963 1.300 1978-1983
na 10 jaar
na 10 jaar
5,50
10, 15 of 20 jaar
5,59
102
10000 ,
na 15 jaar
na 15 jaar
5,70
107
na 20 jaar
na 20 jaar
Nationale Kas voor Beroepskrediet 30- 5-1963 1963-1968-1973
5 5,20 (eerste' 5 jaar)
350
5,50
,20 5
5 of 10 jaar
na
100,00
na 5 jaar
102
(laatste 5 jaar)
na 10 jaar
550
na 10 jaar
100
Belgische lening 1963-1973-197820- 61963 5.250 1983, (20 emissie)
(eerste 10 jaar)
5,75
10, 15 of 20 jaar
102
99,00
na 15 jaar
106
(laatste 10 jaar)
na 5 jaar
5,20
eerste 10jaar
5,40
3- 9-1963
Stad Gent 1963-1973-1983
600
5,60
5,63 na 10 jaar
5,75 na 15 jaar
5,84 na 20 jaar
115
(eerste 5 jaar) (volgende 5 jaar)
5,48 na 10 jaar
10 of 20 jaar
99,00
(volgende 5 jaar)
vol
gende 5 jaar 102,50
. 5,901 na 20 jaar
laatste 5 jaar
5,80 (laatste 5 jaar)
5,20 (eerste 6 jaar)
115
5,40 (volgende 5 jaar)
3- 9-1963 1.000
Stad Luik 1963-1973-1983
5,60
•
eerste 10 jaar
10 of 20 jaar
99,00
105 volgende 5 jaar
(volgende 5 jaar)
102,50
5,80
laatste 5 jaar
(laatste 5 jaar)
100
Belgische lening 1963 1973 1978 1983, (3 0 emissie) -
-
-
8-10-1963 3.232
5 50 (eerste' 10 jaar)
5,75
na 10 jaar
10, 15 of 20 jaar
98,50
103 na 15 jaar
108
(laatste 10 jaar)
na 20 jaar
Belgische lening 1963 1983 -
Wegenfonds 1963 1983 -
8 10 1963 4.270
6,00
20 jaar
100,00{
18 11 1963 2.500
6,00
20 jaar
99,00{
-
-
-
-
5,30 (eerste 35jaar)
11-12-1963 1.000 2
(volgende 5 jaar)
100. na 20 jaar
100 na 20 jj aar
5,70 na 10 jaar
5,84 na 15 jaar
5,94 na 20 jaar
6,00 na 20 jaar
6,09 na 20 jaar
115
5,50
Stad Brussel 1963-1973-1983
5,90 1 na 20 jaar
10 of
20 jaar
98 , 00
eerste 10 jaar
105
5,60
6,14 1 na 20 jaar
laatste 10 jaar
(volgende 5 jaar)
5,80 (laatste 5 jaar)
5,30 30 (eerste 5 jaar)
115
5,50
Stad Antwerpen 1963-1973-1983
11-12-1963 1 .400 2
(volgende 5 jaar)
5,60 (volgende 5 jaar)
5,80 (laatste 5 jaar)
28.152 2
Gemiddeld rendement. Het nominaal bedrag werd niet geheel voltekend gedurende de inschrijvingstijd.
10 of 20 jaar
98,00
eerste 10 jaar
105 laatste 10 jaar
6,14 1 na 20 jaar
— 672 — de mogelijkheid te bieden ze om te zetten in obligaties van nieuwe overheidsleningen, die ruim verhandelbaar zijn. De uitgifte van de staatslening 1963-1983, 1° reeks, in de maand maart, bood de gelegenheid tot conversie van de l e reeks van F 1 miljard van de 1° tranche van de « Speciale conversielening 1962 », Op één na, hebben alle banken die effecten van de « Speciale conversielening 1962 » bezaten, van de hun geboden gelegenheid tot omzetting gebruik gemaakt. In overeenstemming met het vroeger vastgestelde beginsel, werden de conversiemodaliteiten zodanig bepaald dat de Staat zijn lasten niet ziet veranderen, noch in actuarieel noch in fiscaal opzicht.
Tabel IV.
In 1963 gedane terugbetalingen en schrappingen
21- 1-1963
— terugbetaling op de vervaldag 3.469.512.000 1- 2-1963 Wederopbouw -
tranche
van de 5,50 pct.-obligaties, voor een totaal van .P 288.780.000, aan de oorlogsgetroffenen afgegeven door de Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade van
15- 7-1963
2 6 reeks : — aangenomen ter betaling van de inschrijvingen op de lening 1963-1968-1973 — terugbetaling op de vervaldag
15-10-1963
1962
1968
(Miljarden franken)
35,4 — 13,2
—
22,2 —
0,8 21,4
28,2 7,9 20,3
—
22.399.000 50.651.000
Schatkistcertificaten 1943 : — aangenomen ter betaling van de inschrijvingen op de leningen : 1963-1973416.134.000 1978-1983 3 0 reeks 647.346.000 1963-1983 (op 20 jaar) — terugbetaling op de ver1.437.680.000 valdag
Tabel III houdt geen rekening met de doorlopende uitgiften van de openbare nutsbedrijven.
Rekening houdend met de bewegingen van de portefeuille van het Rentenfonds bekomt men volgende cijfers :
313.000
1- 9-1963 Nationale Kas voor Beroepskrediet 1953-1963 -
haar 1960 / 1999-lening.
Het nettoberoep van de overheid op de kapitaalmarkt bereikte in 1963 dus F 20,3 miljard (uitgiften : F 28,2 miljard, min terugbetalingen : 1' 7,9 miljard) tegen F 22,2 miljard in 1962, F 20,6 miljard in 1961, F 23 miljard in 1960, F 27,9 miljard in 1959 en F 21,2 miljard in 1958.
35.136.000
Sint-Gillis 1897 : — terugbetaling op de vervaldag
1 oktober 1962 tot 30 september 1963. Die obligaties werden op 18 februari 1963 in de officiële noteringen opgenomen. De Nationale Stichting voor de financiering van het wetenschappelijk onderzoek is in 1963 begonnen met de uitgifte, tegen 2 pct. 's jaars en a pari, van een vierde tranche van F 300.000.000, – van
378.000.000
1- 6-1963 Nationale Kas voor Beroeps. krediet 1953.1963 le reeks : — terugbetaling op de vervaldag
De overheid en de openbare nutsbedrijven hebben in 1963 de leningen die in tabel III voorkomen, bij openbare inschrijvingen uitgegeven. Bij de emissies vermeld in tabel III dienen te worden gevoegd de effecten van de tiende tranche
Saldo van de ter beurze gedane verrichtingen met het Rentenfonds als tegenpartij
26
— terugbetaling op de vervaldag
Uitgiften van leningen.
Uitgiften Terugbetalingen
Schatkistcertificaten 19571963 :
17-12-1963 Stad Antwerpen 1958-1963 : — aangenomen ter betaling van de inschrijvingen op de lening 1963-1973-1983 — terugbetaling op de vervaldag 17-12-1963
Stad Brussel 1958-1963 : — aangenomen ter betaling van de inschrijvingen op de lening 1963-1973-1983 — terugbetaling op de vervaldag
115.986.000 484 .019 .000
44.162.000 755.838.000 7.857.171.000 1
0,6 19,7
Bij dit cijfer dienen gevoegd de op 1 januari 1908 terugbetaalde obligatie van de Munteaneringelening, 00 reeks — oneven nummers — voor oen bedrag van F 802.457.000.
- 673 Bewegingen van de portefeuille van het Rentenfonds gedurende het jaar 1963.
Die gezamenlijke omzet is over de vier beurzen van het land als volgt verdeeld : Tabel VI.
Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de bewegingen van de portefeuille van het Rentenfonds tijdens het jaar 1963 : Tabel V.
7.791,9 8.212,3 + 9.008,8 + 8.648,7 8 . 419 , 8
27 december 1962 1 ... 29 maart 1963 28 juni 1963 30 september 1963 27 december 1963 2
Antwerpen : Portefeuille « A » Portefeuille « B »
Beweging
420,4 796,5 - 360,1 - 228,9
+1.216,9 - 589,0
Gevraagde effecten
Totale omzet
door de effecten- door de effecten makelaars makelaars geboekte geboekte verkopen aankopen
Brussel : Portefeuille a A » Portefeuille a B »
(Nominaal kapitaal in miljoenen franken) Algemeen saldo
Aangeboden effecten
Gent : Portefeuille a A » Portefeuille a B » Luik : Portefeuille a A » Portefeuille « B »
9.210 3.181
9.888 2.674 12.391
1.134 613
12.562 24.953 1.126 400
1.747 704 288
1.526 3.273 376 157 533 1.525
992 172 70
380 159 539
+ 627,9 3
15.669
242
781
14.86330.532
1 Laatste beursdage waarde » 1962. 2 Laatste beursdage waarde » 1963. (Miljoenen franken) 3
De stijging van F 627,9 miljoen valt als volgt uiteen- : Aankopen van het Fonds op de markt (per saldo) Aankopen van het Fonds buiten beurs bij verschillende instellingen
806,7
Tabel VII.
Aantal orders geboekt door de wisselagenten-hoekmannen
214,5
Door de effectenmakelaars geboekte verkooporders
1.021,2 898,8
Inning van terugbetaalbare effecten Netto
627,9
De bewegingen van de portefeuille werden hierboven besproken. Het laagste bedrag, F 6.728,8 miljoen, werd op 12 februari opgetekend. Het hoogste bedrag, F 9.068,5 miljoen, werd op 3 juli bereikt. De portefeuille van het Fonds onderging, sedert 1956, volgende veranderingen : (Miljoenen franken)
+ 1.396
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Brussel : Portefeuille a A » Portefeuille a B »
206.779 91.419
Antwerpen : Portefeuille « A » Portefeuille « B »
20.720 .14.217
Gent : Portefeuille « A » Portefeuille a B » Luik : Portefeuille a A » Portefeuille « B »
5.087 2.593
21.260 8.164
7.680
29.424 2.479 1.080
7.120 3.930
...
3.559 127.752 ,..-........_____ 501.361
De gegevens van deze tabel, vergeleken met die van het jaar 1962, tonen aan dat :
De algemene omzet van de ter beurze op de rentenmarkt gedane verrichtingen bedraagt : Verschil
(Nominale waarde in miljoenen franken)
Aangeboden effecten (door het publiek) Gevraagde effecten (door het publiek)
14.409
34.937
- de aankooporders daalden met - de verkooporders daalden met Totale daling van het jaar
1963
102.104 9.335 5.074
11.050 373.609 _ Algemeen totaal
Omvang van de verrichtingen.
1962
73.976 28.128 298.198
- 1.818 - 801 + 1.272 + 2.071 + 270 + 870 628
Door de effecten. makelaars geboekte aankooporders
12.179 62.875 75.054
Het daggemiddelde beloopt 2.005 beursorders per zitting, op basis van 250 zittingen per jaar. Alleen voor de beurs te Brussel gaven de verrichtingen van het Fonds aanleiding tot volgende materiële bewegingen :
16.363
15.669 - 694
15.526
14.863 - 663
Binnengekomen in de safes 1.934.825 effecten tegen 1.415.829 in 1962 Uitgegaan uit de safes 1.310.209 effecten tegen 1.454.441 in 1962
31.889
30.532 - L357
Totale beweging 3.245.034 effecten tegen 2.870.270 in 1962
— 674 — Zulks betekent dat in 1963, per dag, gemiddeld 12.980 effecten verhandeld werden (tegen 11.481 effecten in 1962). De afleveringen van effecten gingen vergezeld van 69.508 cijferborderellen, d.i. een dagelijks gemiddelde van 278 borderellen.
In 1960 bedroeg dat percentage 2,37; In 1959 bedroeg dat percentage 1,70.
Algemene toestand van de portefeuille op einde 1963.
De algemene toestand van de portefeuille op 27 december 1963 kan als volgt met die van 27 december 1962 worden vergeleken :
*
**
De vereffeningen op de beurzen in de provincie gaven aanleiding tot volgende materiële bewegingen van effecten : (Nominale waarde in miljoenen franken)
Antwerpen Gent Luik
1.335 818 390
27 december 1962
(Nominale waarde in miljoenen franken)
Portefeuille « A » : (leningen uitgegeven door of ten laste van de Staat)
5.307
Portefeuille a B » : (leningen gewaarborgd door de Staat, leningen van de provincies en de gemeenten, van het Gemeentekrediet, van Kongo, enz.)
2.485
3.831
7.792
8.420
Aantal en volume van de leningen waarvan het Rentenfonds de markt controleert.
Op 31 december 1963 strekte de controle van het Fonds zich uit tot 213 leningen voor een uitstaand nominaal kapitaal van F 306.578 miljoen. Deze leningen zijn ingedeeld als volgt : Portefeuille « A » : (leningen uitgegeven door de Staat of ten laste van de Staat) : 72 leningen voor een totaalbedrag van F 234.879 miljoen; Portefeuille « B » : (leningen gewaarborgd door de Staat, leningen van de provincies en gemeenten, van het Gemeentekrediet, enz.) : 141 leningen voor een totaal van F 71.699 miljoen, onderverdeeld als volgt : a) Leningen gewaarborgd door de Staat : 51 leningen voor een totaal van F 47.939 miljoen; b) Leningen van het Gemeentekrediet : 9 leningen voor een totaal van F 9.300 miljoen; c) Niet-gewaarborgde leningen van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen : 2 leningen voor een totaal van F 1.395 miljoen; d) Leningen van de provincies : 4 leningen voor een totaal van F 456 miljoen; e) Leningen van de steden en de gemeenten : 75 leningen voor een totaal van F 12.579 miljoen. De portefeuille van het Fonds vertegenwoordigt, per 31 december 1963, 2,65 pct. van de effecten in omloop ( 1 ) : In 1962 bedroeg dat percentage 2,50; In 1961 bedroeg dat percentage 2,45; ( 1 ) Laat men de Kongolese effecten buiten beschouwing, dan is dit cijfer : 2,45 pct. voor 1963; 2,29 pct. voor 1962.
27 december 1963
5.089
Indeling van de effecten op 27 december 1963, rekening houdend met de nog resterende looptijd : (Nominale waarde in miljoenen franken)
Portefeuille a A » : Minder dan 5 jaar Van 5 tot 10 jaar Meer dan 10 jaar
2.649 1.306 1.134,1 5.089,1 Minder dan 5 jaar
Vnn 5 tot 10 jaar
Meer dan 10 jaar
Totaal
(Nominaal kapitaal in miljoenen franken)
Portefeuille a B » : Door de Staat gewaarborgde leningen 330,7 578,6 1.519,5 610,2 907,1 Leningen van Kongo 306,3 251,4 349,4 Leningen van het 141,3 207,0 Gemeentekrediet 49,8 15,9 Niet-gewaarborgde leningen op lange termijn van de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen 19,5 19,5 Leningen van de provincies en de gemeenten 431,2 78,5 167,9 677,6 1.397,5
676,5 1.256,7 3.330,7
Algemene gegevens.
A. Evolutie van de gezamenlijke portefeuille (nominale waarde) : Saldo op 27 december 1963 Saldo op 27 december 1962 Aangroei in 1963
8.419.891.333,00 7.791.907.960,50 627.983.372,50
— 675 — B.
Evolutie per portefeuille (nominale waarde) Verschil vastgesteld in de bedragen van de twee portefeuilles : Portefeuille • A »
(Vermindering)
845.690.007,50 (Vermeerdering)
Portefeuille • B •
Portefeuille « A
63.621.412,50 36.060.530,00
229.126.300,00 64.526.900,00 293.653.200,00
le halfjaar 2° halfjaar
Portefeuille a B
Per 27 december 1962 . 5.306.804.262,50 2.485.103.698,00 Per 27 december 1963 . 5.089.097.627,50 3.330.793.705,50 217.706.635,00
3. Inningen :
99.681.942,50
A » Portefeuille « B »
293.653.200,00 99.681.942,50
Totaal van de inningen
393.335.142,50
Aangroei van de portefeuille ... 627.983.372,50
C. Indeling volgens de aard van de verrichting (nominaal kapitaal) : 1. Ter beurze :
Portefeuille a A.
Portefeuille a B
halfjaar : gekocht ... 20 halfjaar : verkocht .
769.751.050 903.369.300
gekocht : 649.331.610 gekocht : 291.040.340
verkocht .
133.618.250
gekocht : 940.371.950
1°
Portefeuille a B » : gekocht Portefeuille « A » : verkocht
940.371.950 133.618.250
Verschil : gekocht
806.753.700
2. Buiten beurs :
Portefeuille Portefeuille aA. aB
Ter beurze Buiten beurs Inningen
Algemene Spaar- en Lijfrentekas Muntfonds Nationale Bank
1968
837.127.309,00 + 590.539.095,00 — 558.295.800,00
+ 806.753.700,00 + 214.564.815,00 — 393.335.142,50
869.370.604,00
627.983.372,50
Overgenomen van het Gemeentekrediet van België : 1.100.000.000,in de loop van het 1° kwartaal 2.300.000.000,20 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal 3.400.000.000,—
Totaal ... Inningen : In portefeuille op 27 december 1962 Overgenomen van het Gemeentekrediet Inningen
29.000.000 25.000.000 34.500.000
nihil 3.400.000.000,3.400.000.000,— nihil
In portefeuille op 27 december 1963
Rijkskas : Intekening Belgische 6.917.000 1963-1983, I Deelobligaties Geuni2.655 ficeerde schuld, I 95.419.655
Algemene toestand van de Portefeuille « D » : nihil nihil
In portefeuille op 27 december 1962 In portefeuille op 27 december 1963
.
114.145.160 5.000.000
20 half jaar : aangekocht
1962
Portefeuille « D » Schatkistcertificaten op zeer korte termijn
95.419.655
10 halfjaar : aangekocht
Bewegingen van de Portefeuille. Tabel VIII.
Algemene Spaar- en 30.000.000 Lijfrentekas 25.000.000 Muntfonds 30.000.000 Nationale Bank Rijkskas : Intekeningen : Belgische 1963-1983, II 8.760.000 Belgische 1963-1983, 11112.103.000 Belgische 1963-1983 13.279.000 (6 pct.)
Verschil tussen de hoogste en laagste stand (einde van de maand) (Miljoenen franken)
Hoogste stand
Laagste stand
Omvang ven het v
1956
6.237
3.693
2.544
1957
5.929
3.634
2.295
114.145.160
1958
4.112
2.436
1.676
2.500.000 2.500.000
1959
5.107
3.310
1.797
1960
6.652
4.582
2.070
1961
6.922
5.978
944
1962
7.791
6.112
1.679
1963
9.068
6.729
2.339
Deelobligaties : Geunificeerde schuld, I Geünificeerde schuld, II Intekeningen : Gent 1963-1983 Luik 1963-1983
Overzicht van de verrichtingen per soort, in vergelijking met 1962 :
2.760 400
5.000.000 209.564.815 5.000.000 Portefeuille a A » : gekocht ... 209.564.815 5.000.000 Portefeuille a B » : gekocht ... 214.564.815
--- 676 --Tabel XI.
Tabel IX.
Bewegingen van de portefeuille van het Rentenfonds in 1963
Resultaat van de toewijzingen van certificaten van het Rentenfonds
(Nominaal kapitaal in miljoenen franken)
Per maand
Aangeboden Toegewezen bedrag bedrag
Rentevoet
(Miljoenen franken)
(Pet.)
1063
27 december 1962 31 januari 1963 28 februari 1963 29 maart 1963 30 april 1963 31 mei 1963 28 juni 1963 31 juli 1963 30 augustus 1963 30 september 1963 31 oktober 1963 29 november 1963 27 december 1963
...,
7.791,9 7.061,1 6.941,2 8.212,3 8.387,1 8.604,7 9.008,8 8.690,7 8.396,0 8.648,7 8.543,3 8.562,5 8.419,8
A-1.271,1 -I- 174,8 A- 217,6 + 404,1 +
252,7
A-
19,2
-
730,8 119,9
318,1 294,7 105,4
-
142,7
3 januari 8 januari 15 januari 22 januari 29 januari
1.000 1.020 1.209 1.230 899
855 680 819 845 499
3,30 3,30 3,30 3,30 3,30
5 februari 12 februari 19 februari 26 februari
929 847 1 1.150 782
879 762 1.055 692
3,35 3,35 3,35 3,35
5 maart 12 maart 19 maart 26 maart
717 996 1.387 1.980
672 846 1.317 1.950
3,35 3,35 3,35 3,35
2 april 9 april 16 april 23 april 30 april
1.114 1.457 950 1.292 1.422
824 1.289 830 1.122 1.006
3,40 3,40 3,40 3,40 3,40
7 mei 14 mei 21 mei 28 mei
791 1.405 1.320 895
611 1.335 932 800
3,40 3,40 3,40 3,40
4 juni 11 juni 18 juni 25 juni
663 9 922 8 842 1.031
663 652 712 746
3,40 3,40
2 juli 9 juli 16 juli 23 juli 30 juli
645 698 5530 1.695 1.262
345 648 530 1.695 1.232
3,40
6 augustus 13 august us 20 augustus 27 augustus
741 616 1.279 11.290
741 566 1.129 1.165
3,80 3,80 3,80 3,80
3 september 10 september 17 september 24 september
1.324 647 706 727
1.299 622 706 727
3,80 3,80 3,85 3,85
675 880 850 481 658
675 780 540 391 658
3,90 3,90 3,90 3,90 4,00
5 november 12 november 19 november 26 november
560 1 1.125 1 1.869 1 1.312
560 1.030 1.844 1.257
4,15 4,15 4,20
3 december 10 december 17 december 24 december 31 december
683 337 5 585 1.120 731
678 212 585 1.120 731
4,25 4,25 4,30
A-2.339,5 -1.711,6 4- 627,9
Borderellen. Wij hebben in 1963 75.786 uitvoeringsborderellen ontvangen, nagezien en geregistreerd, d.i. 1.900 minder dan in 1962. Het gemiddelde aantal bedraagt 303 borderellen per beursdag.
Inning van coupons. Er werden 1.730.128 coupons afkomstig van de effecten uit de portefeuille van het Fonds geïnd.
Daggeldrente in 1963. Tabel X.
Gemiddelden van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten gewogen met de ontleende bedragen Januari
2,32
Februari
1,76
Maart
1,77
April
1,78
Mei
2,07
Juni
2,19
Juli
2,87
Augustus
2,49
September
2,55
Oktober
2,16
November
2,78
December
2,73
1 oktober 8 oktober 15 oktober 22 oktober 29 oktober
3,40
3,40 8,45
3,50 3,75 3,75
4,20
4,35 4,35
- 677 -
Evolutie van de voornaamste balansposten van het Rentenfonds
Tabel XII.
(Miljoenen
franken) Financiering
Activa van het Rentenfonds Portefeuille
Creditsaldo
(Nominale waarde)
Data Genoteerde effecten
Schatkistcertificaten B
Andere schatkistcertificaten
7.759 7.061 6.941 8.212 8.387 8.604 9.008 8.690 8.396 8.648 8.543 8.562 8.383
2.226 550 1.159 1.663 1.330 1.319 1.058 1.100 1.315 1.370 1.629 1.721 2.711
--900 100 --500 -------
1962 31 december 1963 31 januari 28 februari 29 maart 30 april 31 mei 28 juni 31 juli 30 augstus 30 September 31 oktober 29 november 31 december
Debetsaldo
bij de Nationale Bank van België
Daggeldleningen
Uitgifte van Rentenfondscertif i caten
Opgenomen daggeld
bij de Nationale Bank van België
----70 390 --------
50 1.457 154 706 973 1.408 489 71 126 -----
6.440 6.020 6.054 6.471 7.702 8.650 7.949 6.828 6.569 6.282 6.459 6.851 6.549
---------572 280 877
589 979 228 639 600
BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING OP 31 DECEMBER 1963 Balans op 31 december 1963
Resultaten op 31 december 1963
ACTIVA
CREDIT
Overheidsfondsen in portefeuille
8.892.694.351
Schatkistcertificaten, tranche B
2.711.000.000
Te vereffenen verkopen van effecten Verlopen renteprorata op overheidsfondsen Verlopen renteprorata op schatkistcertificaten, tranche B
39.233.956
Opbrengst van de overheidsfondsen Interesten op schatkistcertificaten, tranche B Interesten op schatkistcertificaten D Interesten op kortlopende beleningen
182.232.822
391.664.633
7.257.605 11.832.418.734
PASSIVA Nationale Bank van België, voorschottenrekening
599.795.787
Leningen op korte termijn
877.000.000
DEBET Interesten op voorschottenrekening bij de N.B.B. Interesten op kortlopende leningen Interesten op Rentenfondscertificaten Makelaarslonen Commissielonen op daggelclverrichtingen Algemene onkosten Saldi van de volledig vereffende posten van effecten
6.549.000.000
Rentenfondscertificaten Openbare Schatkist (art. 9 van de wet van 19 juni 1959) Te vereffenen aankopen van effecten
2.812.500.000
109.625
Verlopen renteprorata op Rentenfondscertificaten
38.636.756
797.978.664
Resultaat : op 31-12-1963
117.457.105
74.974
1.101.778 2.627.950 249.046.337 20.064.181 211.797 278.745 876.740 274.207.528
Winst op de algemene reserve over te schrijven
39.865.823
Verlopen renteprorata op voorschottenrekening bij de Nationale Bank van België Verlopen ren teprorata op leningen op korte termijn
Algemene reserve : op 31-12-1962
331.532.296 16.211.087 7.307.293 6.613.957
117.457.105 391.664.633
Onbetaalde vervallen coupons van Kongolese effecten : a) afgeknipte coupons : 11.750.104 jaar 1960 36.749.960 jaar 1961
Pro memorie :
48.500.064 b) aangehechte coupons : jaar 1962 jaar 1963
36.749.960 36.749.960
915.435.769
73.499.920
11.832.418.734
121.999.984
— 678 — (Af iijon ■t ■ n franlen n)
De hierboven gepubliceerde balans wijst op een algemene reserve van F 915,4 miljoen.
Batig resultaat op 31 december 1963, op de algemene 117,4 reserve overgeschreven min : vermeerdering van de minderwaarde volgens beursprijzen : 1.295,4 op 31 december 1963 1.209,3 op 31 december 1962 86,1 31,3
Deze reserve is gebaseerd op de boekwaarde van de overheidsfondsen in portefeuille, die F 1.295,4 miljoen hoger ligt dan de beurswaarde op 31 december 1963. Er dient echter aan herinnerd dat, in deze mindere beurswaarde van F 1.295,4 miljoen, het aandeel van de Kongo-portefeuille F 654 miljoen bedraagt.
De gunstige ontwikkeling der resultaten gedurende het dienstjaar 1963 is voornamelijk het gevolg van een stijging van het rendement van de overheidsfondsen in portefeuille en van een vermindering van de rentelast van de door het Fonds geëmitteerde certificaten. •
Het negatief verschil tussen de algemene reserve en de mindere beurswaarde bereikt F 380 miljoen op 31 december 1963, tegen F 411,3 miljoen op 31 december 1962, zegge een verbetering van F 31,3 miljoen, verdeeld als volgt :
Brussel, 20 april 1964. De voorzitter, M. D'HAEZE.
ss
1963 - Middenkoersen van de noteringen Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus I September I I
Oktober
November
December
Portefeuille « A » : 99,895 99,900 99,900 99,900 3 pct. Belgische, II 99,900 99,900 86,159 87,400 87,766 88,020 88,180 88,200 3 1/2 pct. Belgische 1937 3 1/2 pct. Belgische 1943 86,709 88,305 89,176 89,465 89,680 89,705 4 pct. Geünificeerde schuld, I 99,027 99,440 99,728 99,855 99,900 99,700 4 pct. Bevrijdingslening 91,471 91,675 91,990 87,977 89,870 91,900 4 1/2 pct. Belgische 1952-64 103,004 102,975 102,738 102,780 102,715 102,536 4 1/2 pct. Belgische 1953-73 99,872 101,685 100,847 99,635 99,635 99,594 4 1/2 pct. Belgische 1953-68 100,354 101,055 100,361 100,245 100,210 99,794 4 1/2 pct. Belgische 1954-72 99,540 101,130 100,214 99,060 98,800 98,336 4 1/4 pet. Belgische 1954-74, I 97,790 99,620 99,166 98,490 98,225 97,700 4 pct. Belgische 1955-75 94,963 96,640 95,957 95,080 95,160 94,131 4 1/1 pct. Belgische 1956.66-71 99,163 99,970 99,628 99,215 99,260 98,794 4 1/4 pct. Belgische 1956-67.73 99,122 100,170 99,595 99,305 99,245 98,168 4 3/2 pct. Belgische 1956-67 99,325 99,190 99,389 99,959 100,370 100,000 5 pct. Belgische 1957-69 100,845 101,655 101,257 100,525 100,690 100,594 5 pet. Belgische 1958-68 101,204 101,820 100,904 100,505 100,710 100,278 4 % pct. Belgische 1959-71 100,104 100,995 100,595 99,845 100,000 99,936 5 pct. Belgische 1959-70 100,886 101,600 100,938 100,320 100,500 100,200 5 pct. Belgische 1960-65-70 101,077 102,425 101,636 100,730 100,710 101,000 5 1/1 pct. Belgische 1960-65-70-75 103,772 105,000 104,114 102,835 102,965 102,810 5 1/4 pct. Belgische 1961-66-71-76-81 104,495 106,385 105,666 104,575 104,395 103,873 5 pct. Belgische 1962-67-72-77-82, I . 102,695 104,045 103,342 101,925 101,485 101,600 4 pct. Belgische lotenlening 1933 ••• 1.173,454 1.162,150 1.174,809 1.182,200 1.169,500 1.160,526 4 pct. Belgische lotenlening 1941 939,136 963,800 959,666 942,100 957,750 945,105 2 pet. Belgische lotenlening 1953 ••• 1.103,727 1.121,157 1.118,666 1.115,450 1.123,200 1.108,578 4 pct. Belg. Spoorwegen 1955-75, II . 96,814 96,425 96,210 95,742 94,568 96,310 4 1/4 pet. Wegenfonds 1955-65 99,959 100,215 99,647 99,550 99,525 99,473 5 pct. Wegenfonds 1957-67 101,118 101,935 101,561 101,010 101,100 101,100 4 pet. Belgische Spoorwegen, Belgische tranche 525,909 533,950 533,000 530,850 524,950 527,421
99,900 99,900 99,900 99,900 99,884 99,900 88,209 88,300 88,338 88,400 88,400 88,400 89,904 90,045 90,138 90,195 90,115 89,905 99,469 99,500 99,500 99,378 99,273 99,200 92,195 92,019 91,478 91,252 91,865 90,390 102,300 102,590 102,657 102,417 102,321 102,420 99,313 99,225 98,871 98,386 98,115 98,000 99,721 99,625 99,576 99,047 98,578 98,120 97,426 97,330 97,428 96,973 96,121 95,865 96,869 96,502 96,290 95,569 95,121 94,985 93,591 93,490 93,123 92,391 92,231 91,830 98,621 98,635 98,661 98,491 98,163 97,835 97,795 97,770 97,523 97,400 97,400 97,260 99,652 99,650 99,280 98,582 98,457 98,250 100,330 100,285 100,071 100,017 100,000 99,915 99,933 100,073 99,868 100,108 99,970 99,650 99,930 99,970 99,590 99,260 98,447 97,275 100,017 100,090 99,876 100,039 99,694 99,425 100,730 101,000 100,457 100,308 100,005 100,000 102,539 102,825 102,533 102,304 101,900 101,330 103,465 103,210 103,209 102,900 102,194 101,590 101,800 101,690 101,595 101,221 100,494 100,050 .164,347 1.181,150 1.184,904 1.180,782 1.139,315 .125,600 940,130 948,800 946,190 943,304 930,315 934,650 .114,391 1.127,600 1.128,952 1.121,739 1.087,421 1.061,450 94,600 94,900 94,900 94,369 93,957 93,700 99,795 99,970 99,828 98,882 98,463 98,680 101,000 101,000 100,938 100,304 100,000 100,000 524,086
528,800
525,571
518,695
506,210
511,200
66,600 102,166 102,608 97,139 99,473 102,647 104,213 99,186 101,734 99,956 100,578 101,100 89,417 95,900 100,060 868,478 99,500 95,142 101,978 95,291 100,552 89,490 99,426 97,339 99,782 99,743 101,300 819,555
66,362 102,300 102,600 97,005 99,500 102,895 104,535 99,070 101,600 100,000 100,610 101,100 89,105 95,805 100,100 872,200 99,500 95,325 102,000 95,115 100,105 89,400 99,395 97,300 99,605 99,700 101,300 812,625
66,300 102,222 102,533 96,804 99,361 102,961 104,642 98,823 101,542 99,804 100,228 101,014 88,971 95,800 99,723 872,000 99,500 95,500 101,842 95,014 99,838 89,400 99,352 97,214 99,600 99,614 101,300 808,250
66,233 101,916 102,334 96,439 98,465 102,678 104,243 98,386 101,147 99,295 99,860 100,469 88,743 95,721. 99,017 869,619 99,500 95,500 101,182 94,917 99,356 89,320 99,126 97,150 99,373 99,291 101,300 807,700
65,525 101,433 101,936 96,273 98,194 101,978 103,900 98,131 100,752 98,784 98,984 100,173 88,289 94,942 98,547 864,411 99,500 95,500 101,200 94,542 98,873 89,050 98,894 96,884 99,100 99,005 101,242 802,125
64,628 101,400 101,460 95,865 98,320 101,445 103,765 98,065 100,405 98,600 99,220 99,590 87,310 94,210 98,135 855,750 99,500 95,500 101,200 93,760 98,865 88,900 98,505 96,605 98,970 98,940 101,200 788,250
Portefeuille a B » : 3 pct. Buurtspoorwegen J.J., IV 3 1/2 pct. Regie T.T. 1943 4 1/2 pet. Regie T.T. 1953-68, I 4 1/4 pct. Regie T.T. 1954-74, I 4 % pct. Regie T.T. 1959-70 5 1/4 pct. Regie T.T. 1961-66-71 4 1/2 pct. Belg. Spoorwegen 1953-65 . 4 1/2 pct. Belg. Spoorwegen 1954-72 . 5 pct. Belg. Spoorwegen 1957-67-72 . 4 3/4 pct. Belg. Spoorwegen 1959-69, I 5 pet. N.M.K.N. 1959-69 4 1/2 Waterbedeling 1953-68 4 pet. Gemeentekrediet, I 4 pct. Gemeentekrediet, IV 5 pct. Gemeentekrediet 1957 i 4 pct. Belgische Spoorwegen 1937 4 pct. Antwerpen 1919 4 pet. Antwerpen 1931 4 1/2 pct. Antwerpen 1953-68, I 4 pct. Antwerpen 1955-75 5 pet. Antwerpen 1959-69 4 pet. Brussel 1930 4 1/2 pet. Brussel 1956-67-72 4 1/4 pct. Gent 1954-74 4 1/2 pet. Gent 1956-66-71 4 1/2 pct. Luik 1956-65-70 5 pct. Luik 1957-67 2 pet. Brussel 1905 5 pet. sedert 5 maart 1952.
65,188 102,464 102,609 96,954 100,222 103,286 104,618 99,622 101,331 100,168 101,472 101,240 89,454 96,200 100,459 835,545 99,200 94,544 101,527 92,590 100,945 85,217 99,163 95,104 99,163 99,331 100,781 824,666
67,312 67,000 66,800 102,430 102,360 102,093 103,115 103,100 103,025 99,285 99,471 98,865 100,695 100,557 100,000 104,090 103,752 102,840 104,860 104,261 104,325 101,380 100,900 100,510 102,090 102,257 102,100 100,735 100,742 100,530 102,420 102,461 101,730 102,175 101,914 101,700 90,136 92,870 93,195 96,265 96,347 96,075 101,050 101,019 100,245 880,150 869,476 863,200 99,350 99,500 99,500 94,840 95,000 95,000 192,035 102,180 102,200 94,935 95,414 95,185 101,700 101,557 101,220 87,545 89,142 89,314 100,055 100,200 100,155 97,070 97,580 97,500 99,950 100,057 100,000 99,985 100,009 99,950 101,295 101,300 101,300 856,625 861,000 854,111
66,800 102,000 103,035 98,575 99,850 102,470 104,505 100,345 102,120 100,445 101,635 101,665 90,535 96,000 100,520 862,950 99,500 95,050 102,265 95,100 101,100 89,400 99,970 97,380 99,970 99,990 101,300 850,675
66,700 102,000 102,815 97,752 99,473 102,757 104,452 99,926 102,005 100,000 101,057 101,157 89,847 95,905 100,315 866,210 99,500 95,100 102,384 95,105 100,968 89,544 99,747 97,331 99,952 99,842 101,300 845,375
LITERATUUR IN VERBAND MET DE ECONOMISCHE EN FINANCIELE PROBLEMEN VAN BELGIE
Onderstaande literatuuropgave sluit aan bij diegene die wij gepubliceerd hebben in ons juninummer 1964 van het Tijdschrift. Er weze opgemerkt dat in deze literatuuropgave noch de verslagen van de verschillende instellingen, noch de statistische bronnen zijn overgenomen.
WILMART J., Commentaire de l'arrété royal du 15 janvier 1964 relatif á l'imputation des précomptes. (Journal pratique de Droit fiscal et financier, Brussel, XXXVIII, nr 34, maart-april 1964,
blz. 69-86.)
8. BEVOLKING 1. GELD- EN KREDIETWEZEN
BOSSU W., De toestand van de verkoper op afbetaling in België en Nederland. (Economisch en
Sociaal Tijdschrift, Antwerpen, XVIII, nr 2, april 1964, blz. 111-124.)
MEUTERMANS J., Het factorsbedrijf. (Tijd, Antwer-
pen, XXXIX, nr 21, 22 mei 1964, blz. 3-5.) MORIN F., Munten van België van 1832 tot 1963.
(Boom, 1964, 120 blz.)
PERTINAX, 011 en est l'immigration en Wallonle ?
(Revue du Conseil Economique Wallon, Luik, nr 6667, januari-april 1964, blz. 1-7.)
7. PRIJZEN EN LONEN
DUPRIEZ L.-H., Productivité, rémunérations et prix dans les pays industriela (1946-1963). (Synopsis, Brussel, VI, nr 73, mei 1964, blz. 1-8.) L'égalisation des salaires masculins et féminins. (Le Progrès Social, Luik, LIZ, n* 79, april 1964,
blz. 2144.) 3. NIET-GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN 8. WERKGELEGENHEID EN WERKLOOSHEID
FAVRESSE J.-M., Les placements réglementés des investisseurs institutionnels (suite). (Revue de la
Ban que, Brussel, XXVIII, n' 3, 1964, blz. 205-265.)
Hoe duur zijn de aandelen te Brussel ? (Weekberich-
BLANPAIN R., La réservation d'avantages aux travailleurs syndiqués en Belgique. (Droit Social,
Parijs, XXVII, nr 5, mei 1964, blz. 273-277.)
ten van de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 19, 9 mei 1964, blz. 161-166.)
DECLERCQ J., Paradoxen inzake werkloosheid en tekort aan arbeidskrachten (Tijd, Antwerpen,
L'obligation convertible. (Bulletin économique de la
DECLERCQ J., Tekort aan arbeidskrachten. (Tijd, Antwerpen, XXXIX, n* 22, 29 mei 1964, blz. 11-17.)
Banque de la Société Générale de Belgique, Brussel, III, nr 27, mei 1964, blz. 1-3.) Reconstruire le marché belge des valeurs. (Epargner
et investir, Brussel, n* 124, mei 1964, blz. 9-20.)
XXXIX, nr 21, 22 mei 1964, blz. 19-27.)
DENIS F., Het onthaal en de integratie van de buitenlandse arbeiders. (E.R.V.-Mededelingen, Brussel, XI, n* 1, 1964, blz. 7-18.)
(Institut de Sociologie de FU.L.B., Brussel, 1964, 350 blz.)
SPITAELS G., L'année sociale 1963. 4. OVERHEIDSFINANCIEN
CEULEMANS C., Beknopt handboek der met het zegel gelijkgestelde taxes, 3 0 uitg. (Brussel, 1963,
248 blz.) Code des impóts sur les revenus. Arrété royal du 26 février 1964. (Journal pratique de Droit fiscal et
financier, Brussel, XXXVIII, extranummer, 1964, 79 blz.)
MERSMANN W., Réflexions sur le programme d'harmonisation des fiscalités des pays du Marché Commun dans le domaine des impóts indirects. (La Fiscalité du Marché Commun, Brussel, nr 8,
april 1964, blz. 179-186.1
9. SOCIALE VERZEKERING
DAVIN L., Aspects financiers spécifiques de la sécurité sociale. (Revue Belge de Sécurité Sociale,
Brussel, VI, nr 3, maart 1964, blz. 451472.)
DEFOSSEZ M., Les finances du pouvoir tentral et de la sécurité sociale. (Revue Belge de Sécurité Sociale, Brussel, VI, n* 3, maart 1964, blz. 401417.) FRANTZEN P., Placements á court et á long terme des organismes d'assurance sociale. (Revue Belge de Sécurité Sociale, Brussel, VI, n* 3, maart 1964,
blz. 418450.)
--- 681
—
10. ECONOMISCHE TOESTAND — ECONOMISCHE POLITIEK
POSTHUMA S., Problemi strutturali dei pagamenti internazionali. (Bancaria, Rome, XX, n* 4, april
BREGENTZER B., Le diagnostic de la conjoncture économique de la Belgique. (Recherches économi-
TRIFFIN R, The Evolution of the International Monetary System. Historical Reappraisal and Future Perspectives. (State Bank of Pakistan
ques de Louvain, Leuven, XXX, n' 3, 7 mei 1964, blz. 167-183.)
1964, blz. 410-416.)
Press, Karachi, 1964, 48 blz. + bijlagen.)
CORTENBOSCH M., Les communes et l'expansion (Mouvement communal, Brussel, économique.
XLVI, n" 384, mei 1964, blz. 265-267.) De economische toestand in België, 1 0 kwartaal 1964.
16. INTERNATIONALE ECONOMISCHE AANEENSLUITING
VANNESTE 0., Le chef d'entreprise et la politique économique régionale des pouvoirs publics. (Synop-
BARE C., La Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier fait face aux difficultés : production, consommation et politique économique. (Revue de
(Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 18, 2 mei 1964, blz. 149-157.) sis, Brussel, VI, n' 73, mei 1964, blz. 9-16.)
11. NIJVERHEID — LANDBOUW — VISSERIJ
BAUVIR L., Construisons-nous assez de logements ?
(Revue du Conseil Economique Wallon, Luik, n' 66-67, januari-april 1964, blz. 8-25.)
EVALENKO R., Perspectives charbonnières de la Belgique. (Socialisme, Brussel, XI, n' 63, mei 1964,
blz. 315-332.)
RAES G., La recherche appliquée dans l'industrie textile. (De Belgische Textielnijverheid, VI, nf 5,
la Société d'Etudes et d'Expansion, LXIII, n* 210, maart-april 1964, blz. 277-285.)
BOUTTEFEUX F., Economies régionales dans le cadre de la C.E.E. (Revue de l'Agriculture, Brussel, XVII, nr 3, maart 1964, blz. 333-341.) DEHOUSSE F., Aspects institutionnels des Communautés européennes. (Revue de la Société d'Etudes
et d'Expansion, Luik, LXIII, n" 210, maart-april 1964, blz. 257-270.)
Het beleid van de Hoge Autoriteit inzake afspraken en concentraties. (Bulletin van de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal, Luxemburg, IX, nr 47, 20 april 1964, blz. 146.)
mei 1964, blz. 23-32.) ISSING 0., Monetre Probleme der Konjunkturpolitik in der E.W.G. (Duncker & Humblot, Berlijn,
1964, 163 blz.)
15. INTERNATIONALE FINANCIELE TRANSACTIES ANGELL J., The United States InternationalPayments Deficit : Dilemmas and Solutions.
(Political Science Quarterly, New York, LXXIX, nr 1, maart 1964, blz. 1-24.) ASCHINGER F., International Liquidity - A Continental View. (The Banker, Londen, CXIV, nr 459,
mei 1964, blz. 314-323.)
MANSHOLT S., Perspectives européennes. (Revue de
la Société d'Etudes et d'Expansion, Luik, LXIII, n" 210, maart-april 1964, blz. 243-254.)
MERSMANN W., Réflexions sur le programme d'harmonisation des fiscalités des pays du Marché Commun dans le domaine des impdts indirects. (La
Fiscalité du Marché Commun, Brussel, n" 8, april 1964, blz. 179-186.)
BLONDEEL J., Une nouvelle forme de financement international : les emprunts en unités de compte européennes. (Moneta e Credito, Rome, XVII, nr 65,
SWANN D. & McLACHLAN D., Progamming and Competition in the European Communities. (The Economic Journal, Londen, LXXIV, nr 293, maart
De internationale kapitaalbewegingen in en uit België. Een colloquium van de Vereniging voor Economie. (E.R.V.-Mededelingen, Brussel, XI, nr 1, 1964,
WAER D., Common Market Antitrust. A Guide to the Law, Procedure and Literature. (Martinus Nijhoff,
1964, blz. 48-62.)
blz. 19-41.)
DEL SOLAR J., The Inter-American Development Bank. Its Operations and its Relations with Banks and Capital Markets. (Centre d'Etudes Bancaires, Brussel, Boekje nr 96, maart 1964, 25 blz.) Inflatieproblemen en kapitaalverkeer (Weekberichten van de Kredietbank, Brussel, XIX, nr 21,23 mei
1964, blz. 85-100.)
Den Haag, 1964, 67 blz.) WAUTERS-de NEEFF C., Code des lois sur les sociétés Dar actions en vigueur dans les pays du Marché Commun. (Bruylant, Brussel, 1964, 647 blz.) WOOD H., The Agricultural Policy of the Common Market and the Kennedy Round. (Cartel, Londen,
XIV, n" 2, april 1964, blz. 50-60.)
1964, blz. 181-184.)
JACOBSSON P., International Monetary Problems, 1957-1963. (Selected speeches). (International Mone-
17. DIVERSEN
Monetary Interdependence. International Co-operation on the Control of Hot Money. (Barclays
Les conséquences d'ordre interne de la participation de la Belgique aux organisations internationales.
tary Fund, Washington, 1964, XIII, 368 blz.)
Bank Review, Londen, XXXIX, n" 2, mei 1964, blz. 29-31.)
(Institut Royal des Relations internationales, Brussel, 1964, 366 blz.)
ECONOMISCHE WETGEVING Deze rubriek bevat de wetten, besluiten en andere officiële bekendmakingen die van bijzonder belang zijn voor 's lands algemene economie en via het Belgisch Staatsblad werden afgekondigd in de loop van de maand aan deze van de publikatie van ons Tijdschrift voorafgaand.
1. — Algemene economische wetgeving 2. — Geld-, krediet- en bankwezen 3. — Overheidsfinanciën 4. — Landbouw 5. — Nijverheid
Alleen de gewichtigste wetten en besluiten hebben wij a in extenso » overgenomen. Voor de andere wetteksten volstaat een eenvoudige vermelding, desnoods door een verklarende nota verduidelijkt.
6. — Arbeid
7. — Binnenlandse handel 8. — Buitenlandse handel
Anderzijds, omvat de economische wetgeving de voornaamste besluiten, richtlijnen en verordeningen voorkomend in het Publikatieblad van de Europese
9. — Verkeerswezen 10. — Prijzen en lonen
Gemeenschappen.
11. — Pensioenen, sociale verzekeringen en diverse sociale voordelen
Om het naslaan ervan te vergemakkelijken, hebben wij bovenbedoelde documentatie in de volgende rubrieken ondergebracht :
1.
—
12. — Europese Economische Gemeenschap
ALGEMENE ECONOMISCHE WETGEVING Koninklijk besluit van 29 april 1964
tot instelling van de commissie voor de inventaris van het vermogen van de Staat. (Staatsblad, 15 mei 1964, blz. 5.513).
2.
—
GELD , KREDIET EN BANKWEZEN -
Koninklijk besluit van 8 mei 1964 betreffende de verdeling van een gedeelte van het Reservefonds van de Spaarkas (Staatsblad, 15 mei 1964, blz. 5.514). Artikel 1. — De Algemene Spaar- en Lijfrentekas zal op het Reservefonds van de Spaarkas een bedrag van één miljard frank afnemen, dat zal verdeeld worden onder de spaarboekjes pondspondsgewijs de intresten, vergoed op ieder dezer boekjes voor een periode lopende over de jaren 1961 tot 1965. Zullen enkel tot het voordeel der verdeling toegelaten worden : a) de gewone spaarboekjes; b) de boekjes voor inlagen op termijn op dewelke geen intrest boven een bepaald bedrag toegekend wordt. Deze boekjes moeten op 31 december 1965 nog in omloop zijn en, op dezelfde datum, sinds minstens één jaar uitgereikt zijn.
-
Wet van 15 mei 1964 tot wijziging van de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds (Staatsblad, 27 mei 1964, blz. 5.919). Enig artikel. — De eerste twee leden van artikel 8 van de wet van 15 februari 1961, houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds, worden door de volgende bepalingen vervangen : « Art. 8. Het globaal bedrag ten belope waarvan de waarborg van het Fonds mag worden verleend is vastgesteld op F 1.500 miljoen. » Bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit mag dit bedrag op F 2 miljard worden gebracht. »
— 683 — 3. — OVERHEIDSFINANOIEN
Wet van 27 maart 1964
Koninklijk besluit van 28 april 1964
houdende de begroting van het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur voor het dienstjaar 1964 (Staatsblad, 13 mei 1964, blz. 5.371). Erratum (Staatsblad, 21 mei 1964, blz. 5.700).
houdende overdracht naar het dienstjaar 1964 van de vastleggingskredieten en van de betalingskredieten die op 31 december 1963 op de titels II (buitengewone uitgaven) van de begrotingen van het Ministerie van Landsverdediging en van de Rijkswacht voor het dienstjaar 1963 beschikbaar waren (Staatsblad, 21 mei 1964, blz. 5.673). Erratum (Staatsblad, 26 juni 1964, blz. 7.148).
Artikel I. — Voor de aan het dienstjaar 1964 verbonden (...) gewone uitgaven betreffende het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur, worden kredieten geopend die de som van F 23.199.008.000 belopen.
Koninklijk besluit van 24 april 1964 houdende overdracht naar het dienstjaar 1964 van de vastleggingskredieten en van de betalingskredieten die op 31 december 1963 op de titels II (buitengewone uitgaven) van de begrotingen van het dienstjaar 1963 en op de buitengewone begrotingen van sommige vorige dienstjaren beschikbaar waren (Staatsblad, 6 mei 1964, blz. 5.114).
Koninklijk besluit van 27 april 1964 houdende overdracht naar het dienstjaar 1964 van de vastleggingskredieten en van de betalingskredieten die op 31 december 1963 op de titel II (buitengewone uitgaven) van de begroting van het Ministerie van Financiën van het dienstjaar 1963 beschikbaar waren (Staatsblad, 27 mei 1964, blz. 5.926).
Ministerieel besluit van 8 mei 1964 betreffende de tarief contingenten (Staatsblad, 12 mei 1964, blz. 5.310).
Koninklijk besluit en ministerieel besluit van 11 mei 1964 betreffende de uitgifte van de lening 1964-1969-1975 (Staatsblad, 15 mei 1964, blz. 5.514). Artikel 1. — Onze Minister van Financiën wordt ertoe gemachtigd om onder de door hem vast te stellen voorwaarden een binnenlandse lening, genaamd « Lening 1964.1969-1975 », uit te geven. Art. 2. — De lening is vertegenwoordigd door toonderobligaties (...) welke renten tegen de hiernavermelde rentevoeten 6,25 pct. 's jaars vanaf 1 juni 1964 tot 30 november 1969; 6,50 pct. 's jaars vanaf 1 december 1969 tot 31 augustus 1975. De renten zijn betaalbaar op 1 december van de jaren 1964 tot 1974 en op 1 september 1975. Art. 6. — De houders kunnen de vervroegde terugbetaling van hun obligaties bekomen, op 1 december 1969, á pari van hun nominale waarde.
Ministerieel besluit van 28 april 1964 Koninklijk besluit van 21 mei 1964 tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 1 mei 1964, blz. 4.997).
Koninklijk besluit van 28 april 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 1963, betreffende de bepaling van het belastbaar inkomen van vennootschappen op aandelen en van niet-verblijf houders die geen natuurlijke personen zijn (Staatsblad, 20 mei 1964, blz. 5.626).
betreffende de terugbetaling van de verhoging van vennootschapsbelasting op de gereserveerde winsten (Staatsblad, 30 mei 1964, blz. 6.066).
Ministerieel besluit van 27
mei
1964
tot wijziging van het reglement betreffende de accijnsheffing op gefabriceerde tabak, vastgesteld bij ministerieel besluit van 22 januari 1948 en tot wijziging van de tabel der fiscale bandjes voor tabak (Staatsblad, 28 mei 1964, blz. 5.969).
— 684 — 4. — LANDBOUW
Wet van 15 mei 1964 tot wijziging van de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds (Staatsblad, 27 mei 1964, blz. 5.919). (Zie tekst, rubriek 2).
5. — NIJVERHEID Koninklijk besluit van 11 april 1964
Ministerieel besluit van 5 mei 1964
waarbij een maandelijkse statistiek van de bedrijvigheid en de voorraden in de nijverheid der zeep en de synthetische wasmiddelen wordt voorgeschreven (Staatsblad, 20 mei 1964, blz. 5.631).
houdende vaststelling van het bedrag der premiën toegekend aan de instellingen die uit Belgische melk zekere melkderivaten voortbrengen (Staatsblad, 14 mei 1964, blz. 5.470).
6. — ARBEID Koninklijk besluit van 20 december 1963
Koninklijk besluit van 19 mei 1964
betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid Erratum (Staatsblad, 5 mei 1964, blz. 5.066).
betreffende de arbeidsduur in het bouwbedrijf (Staatsblad, 27 mei 1964, blz. 5.935).
8. — BUITENLANDSE HANDEL Ministerieel besluit van 28 april 1964
Ministerieel besluit van 8 mei 1964
tot vaststelling van het bijzonder recht op de invoer van sommige landbouw- en voedingsprodukten (Staatsblad, 1 mei 1964, blz. 4.997).
betreffende de tariefcontingenten (Staatsblad, 12 mei 1964, blz. 5.310).
10. — PRIJZEN EN LONEN Koninklijk besluit van 21 februari 1964
Koninklijk besluit van 26 februari 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 2 september 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het cementbedrijf, tot vaststelling van de lonen in de ondernemingen voor cementagglomeraten (Staatsblad, 5 mei 1964, blz. 5.061).
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 6 november 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor de houtnijverheid, tot vaststelling van de minimumlonen toepasselijk in de bosontginningen en de mijnhoutbedrilven (Staatsblad, 6 mei .1964, blz. 5.125).
— 685 —
Koninklijk besluit van 29 april 1964
Koninklijk besluit van 29 april 1964
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 december 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de beslissing van 27 maart 1958 van ditzelfde comité, tot vaststelling van de beroepsindeling en de minimumuurlonen van de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld in het tabaksbedrijf, en de koppeling van deze lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 juni 1958 (Staatsblad 14 mei 1964, blz. 5.479).
waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 23 december 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van artikel 2 van de beslissing van 27 maart 1958 van ditzelfde comité, tot vaststelling van de beroepsindeling en de minimumlonen van de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld in het tabaksbedrijf, en de koppeling van deze lonen aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 juni 1958 (Staatsblad, 29 mei 1964, blz. 6.021).
Koninklijk besluit van 20 mei 1964 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de beslissing van 19 december 1963 van het Nationaal Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de minimumuurlonen van de werklieden en werksters tewerkgesteld in de vleesindustrie (Staatsblad, 29 mei 1964, blz. 6.023).
11. — PENSIOENEN, SOCIALE VERZEKERINGEN EN DIVERSE SOCIALE VOORDELEN Administratieve schikking ondertekend op 12 februari 1964, te Luxemburg, tot wijziging van de administratieve schikking houdende nadere regelen voor toepassing van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg, betreffende de sociale zekerheid der grensarbeiders, ondertekend op 16 november 1959, te Luxemburg (Staatsblad, 23 mei 1964, blz. 5.791).
Koninklijk besluit van 5 mei 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 januari 1960 ter uitvoering van artikel 2bis van de besluitwet van 10 januari 1945, betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden (Staatsblad, 13 mei 1964, blz. 5.369).
Koninklijk besluit van 8 mei 1964 Koninklijk besluit van 22 april 1964 tot wijziging van het besluit van de Regent van 28 september 1945 aangaande de toepassing der besluitwet van 28 december 1944, betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, op de werkgevers en de bij fooien bezoldigde werknemers (Staatsblad, 6 mei 1964, blz. 5.120).
Koninklijk besluit van 4 mei 1964 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1963, tot wijziging van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden (Staatsblad, 13 mei 1964, blz. 5.368).
tot vaststelling van het percentage van het bedrag der inkomsten van de ziekte- en invaliditeitsverzekering bestemd voor de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen (Staatsblad, 13 mei 1964, blz. 5.370).
Ministerieel besluit van 22 mei 1964 betreffende de toekenning van sommige voordelen aan werknemers of zelfstandigen en aan werklozen die beroepsopleiding ontvangen (Staatsblad, 30 mei 1964, blz. 6.082).
— 686 — 12.
—
EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP
Verordening w 41/64/EEG van de Commissie van 29 april 1964
Art. 2. — Het Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en van de Commissie. De Lid-Staten en de Commissie benoemen elk een lid en twee plaatsvervangende leden.
houdende vaststelling van de referentieprijzen voor pruimen (Publikatieblad, 1 mei 1964, blz. 1111/64).
Verordening w 42/64/EEG van de Commissie van 29 april 1964 houdende vaststelling van de referentieprijzen voor perziken (Publikatieblad, 1 mei 1964, blz. 1112/64).
Verordening w 43/64/EEG van de Commissie van 29 april 1964 houdende vaststelling van de referentieprijzen voor tomaten van de open grond (Publikatieblad, 1 mei 1964, blz. 1113/64).
Verordening nr 44/64/EEG van de Commissie van 29 april 1964 houdende vaststelling van de referentieprijzen voor kersen (Publikatieblad, 1 mei 1964, blz. 1115/64).
Beschikking van de Commissie van 6 mei 1964 (64/289/EEG) houdende machtiging van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek een compenserend bedrag te heffen op de invoer van sommige soorten melk bevattende veevoeders (Publikatieblad, 13 mei 1964, blz. 1165/64).
Besluit van de Raad van 8 mei 1964 (64/299/EEG) betreffende de samenwerking tussen de bevoegde dienstvakken van de Lid-Staten op het gebied van de begrotingspolitiek (Publikatieblad, 21 mei 1964, blz. 1205/64). Artikel I. — Er wordt een « Comité voor begrotingspolitiek », hierna het « Comité » genoemd, ingesteld. Het Comité bestudeert en vergelijkt de hoofdlijnen van de begrotingspolitiek van de Lid-Staten. Het advies van het Comité kan worden ingewonnen door de Raad of door de Commissie. Voorts brengt het Comité eigener beweging adviezen uit telkenmale dat het zulks noodzakelijk acht voor de goede vervulling van zijn taak.
Besluit van de Raad van 8 mei 1964 (64/300/EEG) betreffende de samenwerking tussen de centrale banken van de Lid-Staten der Europese Economische Gemeenschap (Publikatieblad, 21 mei 1964, blz. 1206/64). Artikel 1. — Ten einde de samenwerking tussen de centrale banken van de Lid-Staten te bevorderen, wordt een « Comité van presidenten van de centrale banken van de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap » (...) ingesteld. Art. 2. — Lid van het Comité zijn de presidenten van de centrale banken van de Lid-Staten. (...)
De Commissie wordt in het algemeen uitgenodigd zich door één van haar leden op de zittingen van het Comité te doen vertegenwoordigen. Art. 3. — Het Comité heeft tot taak : — overleg te plegen omtrent de algemene beginselen en de hoofdlijnen van het beleid van de centrale banken, met name op het gebied van het kredietwezen, de geldmarkt en de valutamarkt; — regelmatig inlichtingen uit te wisselen over de voornaamste maatregelen die tot de bevoegdheid van de centrale banken behoren en deze maatregelen te bestuderen. Indien de omstandigheden en met name de termijnen voor de aanvaarding van deze maatregelen zulks veroorloven, vindt deze bestudering plaats, voordat de maatregelen worden genomen. Bij de vervulling van zijn taak volgt het Comité de ontwikkeling van de monetaire situatie in de Gemeenschap en daarbuiten.
Besluit van de Raad van 8 mei 1964 (64/301/EEG) betreffende de samenwerking tussen de Lid-Staten op het gebied van de internationale monetaire betrekkingen (Publikatieblad, 21 mei 1964, blz. 1207/64). Artikel 1. — In het Monetair Comité wordt overleg gepleegd omtrent alle belangrijke besluiten en standpunten van de Lid-Staten op het gebied van de internationale monetaire betrekkingen, in het bijzonder betreffende : — de algemene werking van het internationale monetaire systeem; — het gebruik maken door een Lid-Staat van de middelen die in het kader van internationale overeenkomsten beschikbaar zijn; — de deelneming van een of meer Lid-Staten aan belangrijke maatregelen tot monetaire steunverlening aan derde landen. Art. 2. — De Lid-Staten aanvaarden bovenbedoelde besluiten en standpunten eerst nadat het in artikel 1 bedoelde overleg heeft plaatsgevonden, tenzij de omstandigheden en met name de termijnen voor de aanvaarding zulks beletten.
- 687
Beschikking van de Raad van 8 mei 1964 (64/303/EEG) houdende vaststelling van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in lijst G opgenomen aardolieprodukten (posten 27.10, 27.11, 27.12 en 27.13 B) (Publikatieblad, 21 mei 1964, blz. 1209/64).
Beschikking van de Raad van 8 mei 1964 (64/304/EEG) houdende schorsing van bepaalde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op aardolieprodukten en aanpassing van de nomenclatuur (Publikatieblad, 21 mei 1964, blz. 1211/64).
Verklaring van 8 mei 1964 (64/306/EEG) van de Vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap in het kader van de Raad bijeen, betreffende het organiseren van voorafgaand over-
—
leg tussen de Lid-Staten bij wijzigingen van hun muntpariteit (Publikatieblad, 22 mei 1964, blz. 1226/64). — (...) bij elke wijziging van de muntpariteit van een of meer Lid-Staten plegen de Regeringen van de Lid-Staten voorafgaand onderling overleg volgens een passende procedure, die, na advies van het Monetair Comité, nader zal worden bepaald; — (...) de Commissie zal bij dit overleg worden betrokken.
Verordening n* 55/64/EEG van de Raad van 21 mei 1964 houdende vaststelling van de criteria met betrekking tot de interventieregeling in de sector rundvlees (Publikatieblad, 29 mei 1964, blz. 1287/64).
Eerste gemeenschappelijk programma (64/307/EEG) ter begunstiging van de uitwisseling van jeugdige werknemers binnen de Gemeenschap (Publikatieblad, 22 mei 1964, blz. 1226/64).
STATISTIEKEN (De inhoudsopgave en de lijst van de gebruikte afkortingen komen voor op het einde van het Tijdschrift)
Na ieder hoofdstuk vindt de lezer bibliografische referenties; zij vermelden enkele statistische publikaties die meer omstandige gegevens over het onderwerp van het hoofdstuk of overeenstemmende gegevens voor het buitenland bevatten
I. - BEVOLKING EN NATIONALE REKENINGEN 1. -
BEVOLKING
Bronnen : Nationaal Instituut voor de Statistiek en Ministerie van Tewerkste tin9 en Arbeid. 1947
1961
1062
1988
9.251
9.328
Bron (duizenden, per einde jaar)
Totale bevolking
N.I.S.
Bevolking op werkbekwame leeftijd (15 tot 65 jaar) waarvan : Mannen Vrouwen Actieve bevolking 1
:
waarvan : Landbouw
Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
8.512
9.190
5.850
5.921
2.902 2.948
2.937 2.984
3.481
3.525
3.568
3.589
423
249
240
230
Extracfienijverheid
191
115
105
102
Fabrieksnijverheid
1.311
1.235
1.259
1.267
Bouwbedrijf
197
249
284
276
Vervoer
243
243
240
245
1.024 92
1.339 95
1.383 77
1.404
Handel, banken, verzekeringen en diensten Volledige werklozen 1 Incl. de werklozen en excl. de gewapende macht.
65
-- 689 -
I - 2. - - VERDELING VAN HET NATIONAAL PRODUKT OVER DE PRODUKTIEFACTOREN (Ramingen van het N.I.S., genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1954
1. Inkomen uit bezoldigde arbeid 1 a) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid b) Wedden en lonen van werknemers onderworpen aan sommige bepalingen van de Maatschappelijke Zekerheid c) Werkgeversbijdragen Maatschappelijke Zekerheid d) Werknemers niet onderworpen aan de Maatschappelijke Zekerheid e) Aanvullingen en correcties Totaal -.
2. Ondernemersinkomen van zelfstandigen en personenvennootschappen a) Land-, tuin-, bosbouw 1 b) Vrije beroepen 1 c) Handelaars en ambachtslieden 1 d) Inkomen der personenvennootschappen 2 e) Statistische aanpassing Totaal .-
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1968
108,8
115,1
124,2
135,7
137,2
136,8
144,8
152,7
166,0
180,8
8,2
8,7
9,5
10,1
10,7
10,6
11,8
12,6
14,3
15,5
16,9
18,5
20,3
23,4
23,9
23,6
26,2
28,9
31,6
36,4
44,9 10,7
48,1 10,7
50,3 13,0
53,2 14,7
58,2 13,2
60,0 13,3
63,5 15,3
64,4 16,4
68,7 20,8
19,3
189,5
201,1
217,3
237,1
243,2
244,3
261,6
275,0
301,4
326,7
19,5 9,3 69,3
20,2 9,5 71,6
19,5 10,0 73,9
22,8 10,2 73,0
21,1 11,3 72,7
22,2 11,9 74,1
22,9 12,7 76,6
26,6 13,5 79,5
24,7 15,0 82,3
28,5 15,6 87,0
5,3 1,2
6,0 0,7
6,4 1,4
6,2 1,9
5,5 1,3
5,9
6,4 0,9
7,0
0,9
7,0 1,0
7,7 -- 1,0
104,6
108,0
111,2
114,1
111,9
115,0
119,5
126,6
130,0
137,8
-
74,7
3. Inkomen uit vermogen toevloeiend aan particulieren 1 a) Intresten . b) Huur (ontvangen of toegerekend) c) Handelaars en ambachtslieden
11,4 32,9 9,3
12,6 33,5 10,8
13,6 33,7 12,4
14,4 34,1 13,4
15,8 34,1 12,3
17,2 34,3 11,4
19,1 34,1 13,2
20,8 34,2 14,3
23,0 34,0 15,6
25,8 33,8 15,0
Totaal -.
53,6
56,9
59,7
61,9
62,2
62,9
66,4
69,3
72,6
74,6
9,5
12,3
13,3
10,2
7,2
10,6
11,4
13,2
10,4
15,9
6,9
6,8
8,3
8,8
7,7
7,5
9,3
9,0
11,1
11,2
6. Inkomens uit vermogen en ondernemersinkomen toevloeiend aan de overheid -.
4,6
4,8
5,1
6,0
5,1
4,7
5,5
5,9
5,6
5,3
7. Intrest van de overheidsschuld
9,8
-10,9
-11,8
-12,6
-12,9
-13,8
-15,8
-18,4
-18,5
-20,2
358,9
379,0
403,1
425,5
424,4
431,2
457,9
480,6
512,6
551,2
36,8
38,7
42,7
45,6
50,6
53,1
56,2
58,3
62,2
66,2
395,7
417,7
445,8
471,1
475,0
484,3
514,1
538,9
574,8
617,4
41,7
46,2
50,8
54,2
55,3
60,3
65,4
73,2
78,6
85,2
5,0
- 4,1
- 6,5
- 6,5
- 6,9
- 6,6
- 7,2
- 6,7
- 7,2
- 7,8
432,4
459,8
490,1
518,8
523,4
538,0
572,3
605,4
646,2
694,8
4. Reserveringen van vennootschappen 2 5. Directe belastingen der vennootschappen
van alle juridische vormen
Netto nationaal inkomen tegen factorkosten 8. Afschrijvingen Bruto nationaal produkt tegen factorkosten 9. Indirecte belastingen 10. Subsides Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen 1 2
1955
V66r belastingaheffing. Na beleatingeheffing.
-
- 690 I - 3. - B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE VOORTBRENGING TEGEN MARKTPRIJZEN (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal instituut voor do Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding. 1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1968
31,2
82,5
31,8
35,4
33,8
35,0
36,1
39,9
38,3
42,8
16,9
17,8
18,6
21,2
18,2
14,3
14,0
14,0
14,2
15,4
31,6 13,9 5,7 4,3 6,6 11,7 6,5 10,5
82,5 13,4 6,0 4,8 6,6 12,1 7,4 13,6
33,8 14,8 6,3 5,0 6,9 13,2 8,0 15,5
35,3 15,7 7,0 5,3 7,4 13,5 8,3 15,8
37,0 12,9 6,6 5,6 7,5 13,1 8,2 13,3
37,8 14,0 6,9 5,5 7,8 13,7 9,2 14,5
39,3 15,5 7,3 6,7 8,5 14,5 10,3 18,6
41,0 16,1 7,9 6,8 9,2 14,9 10,8 17,4
42,6 16,7 8,9 8,1 9,5 15,4 11,9 19,0
44,3 18,1 9,9 9,0 10,6 15,9 12,0 19,6
29,1 8,3
29,3 9,1
31,4 9,8
35,2 10,3
33,7 10,4
33,2 11,0
36,9 12,5
42,2 13,2
46,9 14,5
51,6 16,0
128,2
134,8
144,7
153,8
148,3
153,6
170,1
179,5
193,5
207,0
23,4
25,0
27,7
31,2
30,7
30,7
33,2
36,9
42,0
45,7
8,7
8,9
9,4
10,0
10,6
10,7
11,1
11,5
12,5
13,3
62,0 9,4 35,9
66,6 11,5 36,9
70,7 12,0 37,6
75,1 13,0 38,5
75,9 13,4 39,1
82,1 15,0 39,9
86,2 16,0 40,5
93,3 17,2 41,1
100,1 19,8 41,7
110,3 21,0 42,3
107,3
115,0
120,3
126,6
128,4
137,0
142,7
151,6
161,7
173,6
7. Vervoer
27,3
30,3
33,1
34,4
34,8
36,3
39,4
39,5
42,6
46,2
8. Diensten
87,0
92,1
96,4
103,2
111,3
115,3
122,1
126,9
135,9
145,3
9. Correcties
-1,7
-2,0
0,4
-5,0
-0,3
0,2
-3,2
-0,4
0,3
0,1
Bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen
428,3
454,4
482,4
510,8
515,8
533,1
565,5
599,4
641,0
689,4
10. Saldo van de factorinkomens ontvangen van en betaald aan het buitenland
4,1
5,4
7,7
8,0
7,6
4,9
6,8
6,0
5,2
5,4
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
432,4
459,8
490,1
518,8
523,4
538,0
572,3
605,4
646,2
694,8
1.
Landbouw, bosbouw en visserij
2. Extractieve industrieën 3. Be -en verwerkende industrieën a) Voedingsmiddelen, drankenen tabak b) Textiel c) Kleding en schoeisel d) Hout en meubelen e) Papier, drukkerij, uitgeverij f) Chemie en aanverwante activiteiten g) Klei, ceramiek, glas, cement h) Ijzer, staal en non-ferrometalen i) Metaalverwerkende industrieën scheepsbouw j) Overige industrieën Totaal van de verwerkende industrieën (rubriek 3) ".
4. Bouwnijverheid 5. Elektriciteit, gas, water 6. Handel-, bank- en verzekeringswezen woongebouwen a) Handel b) Bank- en verzekeringswezen c) Woongebouwen Totaal van rubriek 6
— 691 — I - 4. — B.N.P. BEREKEND DOOR ONTLEDING VAN DE BESTEDINGEN Genormaliseerd systeem
(miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie van de Nationale Boekhouding.
TEGEN PRIJZEN VAN 1953
TEGEN COURANTE PRIJZEN
700
700
Br utonationaal produkt 600
600 Brutonationaal produkt
500
500
.40. .00 400
........0..—
oor• o• _., eo' 0"-Private consumptie
00.. e.0 ..... or•
vos•
o• ... I
Private consumptie
ro. wo .... ........... 0..
I
..... .0
00
400
....... vo*
orm
300 —
300
200
200
8rutobinneniandse kapitaalvorming Brutobinnenlandse kapitaalvorming _ _ —
100
Overheidsconsumptie ___
__
.......
•
Nettouitvoer
I
—100 1954
1
1 1956
I
1 1958
1
1 1960
100
Overheidsconsumptie
4..........
0 —
_ _ _ _ _
0
Nettouitvoer
1
1
1 1962
1954
1
I 1956
1
1 1958
1
1 1960
1
I 1962
—100
- 692 I - 4a. - BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (Ramingen in courante prijzen, genormaliseerd systeem) (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Commissie van de Nationale Boekhouding.
1954
1955
1956
91,1 22,8 30,7 42,2 16,3 21,9 14,7 16,9 21,4 22,9
93,2 23,6 31,9 43,5 17,3 23,0 15,2 17,6 23,0 24,0
6,4
.
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1063
98,4 24,0 33,3 44,5 19,0 25,1 16,0 18,4 25,2 25,0
101,7 - 26,1 36,2 45,9 20,4 27,9 17,1 19,7 27,2 27,1
102,5 27,2 34,2 46,8 18,9 27,6 17,5 22,0 27,3 30,0
105,6 28,3 35,9 47,5 18,8 28,5 18,3 23,5 28,8 29,2
107,0 29,1 38,4 48,2 19,7 32,3 19,0 25,2 33,1 29,2
111,2 30,3 40,2 49,1 20,3 34,8 19,7 26,7 34,2 31,0
117,4 31,5 42,8 50,3 24,1 38,3 21,4 28,9 36,2 32,3
122,5 32,9 48,2 51,7 27,8 42,5 22,9 31,6 40,1 34,4
9,5
6,0
9,6
4,6
10,7
13,3
13,5
12,2
19,4
307,3
321,8
334,9
358,9
358,6
375,1
394,5
411,0
435,4
474,0
2. Overheidsconsumptie a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende nettohuur d) Toegerekende afschrijvingen van administratieve en onderwijsgebouwen
33,9 16,2 1,4
36,2 13,1 1,5
37,6 14,0 1,6
40,0 13,9 1,7
44,0 14,8 1,8
46,3 16,6 1,9
49,8 17,4 2,1
51,1 16,8 2,3
54,7 19,7 2,5
59,5 23,6 2,8
0,6
0,6
0,7
0,8
0,7
0,9
0,9
1,0
1,1
1,1
Totaal _.
52,1
51,4
53,9
56,4
61,3
65,7
70,2
71,2
78,0
87,0
3. Bril tob innenlandse kapitaalvorming a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid en onderwijs j) Andere diensten k) Veranderingen der voorraden 1) Statistische aanpassing
3,7 2,5 14,0 1,7 3,5 8,4 20,9 8,8 7,4 2,1 3,0 -0,4
4,3 2,2 16,7 1,8 4,1 8,6 19,5 9,8 8,3 2,2 --0,4 0,1
4,2 3,0 21,3 2,1 4,6 9,6 21,6 10,5 9,1 2,4 4,0 -0,9
4,3 3,0 20,0 2,3 5,0 10,0 24,4 10,7 8,5 2,5 6,6 -0,2
4,0 2,7 18,3 1,9 4,9 9,0 22,5 12,0 8,5 2,5 0,8 - 0,6
4,2 1,9 18,7 2,3 6,0 10,1 24,7 11,2 12,1 2,7 4,0 -0,6
3,5 1,5 26,4 2,6 4,8 11,1 29,3 12,1 12,3 2,9 --0,2 0,2
4,0 2,0 32,2 3,3 4,5 12,2 32,2 12,2 13,8 3,3 4,2 0,1
3,9 1,5 34,6 6,2 6,6 13,0 30,7 12,8 16,0 3,4 2,4 -0,8
4,4 1,8 38,2 5,3 6,3 14,6 29,5 13,5 18,8 3,7 0,8 0,8
75,6
77,2
91,5
97,1
86,5
97,3
106,5
124,0
130,3
137,7
129,1 131,7 -2,6
155,3 145,9 4-9,4
179,7 169,9 49,8
184,6 178,2 46,4
177,3 160,3 4-17,0
176,3 176,4 -0,1
200,1 199,0 A-1,1
216,1 216,9 -0,8
232,8 230,3 A-2,5
255,7 259,6 -3,9
432,4
459,8
490,1
518,8
523,4
538,0
572,3
805,4
646,2
894,8
1. Private consumptie a) Voedingsmiddelen b) Dranken - en tabakswaren c) Kleding en ander persoonlijk goed d) Huur, taksen, water c) Verwarming en verlichting f) Duurzame huishoudartikelen g) Onderhoud van de woning h) Persoonverzorging en hygiëne i) Vervoer en verkeer j) Vrije tijdsbesteding k) Andere uitgaven en statistische aanpassing Totaal
Totaal
-
-
.
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten a) Totale uitvoer b) Totale invoer c) Netto-uitvoer Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
— 693 — I - 4b. — BESTEDING VAN HET NATIONAAL PRODUKT (In prijzen van 1953 indexcijfers, genormaliseerd systeem) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. — Commissie
van de Nationale Boekhouding. 1955
1950
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1908
a) Voedingsmiddelen b) Dranken c) Tabakswaren d) Kleding en ander persoonlijk goed e) Huur, taksen, water f) Verwarming en verlichting g) Duurzame huishoudartikelen h) Onderhoud van de woning i) Persoonverzorging en hygiëne j) Vervoer k) P.T.T.-verbindingen l) Vrije tijdsbesteding
106 103 105 111 104 111 116 108 108 119 111 105
108 103 107 112 105 118 122 111 111 125 117 106
109 111 115 120 106 117 131 114 113 131 122 111
111 109 118 112 107 108 128 115 123 132 129 117
111 114 119 117 107 110 134 118 128 137 130 114
115 117 124 125 108 117 156 119 134 152 136 114
117 122 127 129 109 123 165 121 139 156 144 119
121 125 134 136 110 145 181 126 147 166 153 121
122 131 134 149 110 161 194 129 156 182 171 126
Totaal
110
112
116
115
118
124
127
132
139
107 73
106 75
106 71
110 77
115 86
114 89
115 86
116 99
119 116
108
115
121
127
133
141
154
167
179
96
96
95
100
106
107
106
112
120
113 91 118 112 118 104 111 121 113 163 104
104 117 144 126 128 111 118 125 121 158 111
106 110 127 130 132 109 124 122 111 123 109
96 98 117 105 125 97 110 135 120 92 107
98 68 118 132 156 110 120 127 150 201 118
80 56 167 145 126 120 140 137 137 244 124
89 74 202 184 117 131 149 135 142 303 140
83 50 210 340 162 135 135 140 158 338 141
92 59 222 281 145 148 124 143 198 318 147
112
128
129
112
125
136
155
158
159
127 125
137 141
139 144
140 139
149 155
164 175
179 187
196 202
211 220
109,0
111,7
114,3
113,1
115,8
121,2
126,9
132,3
137,4
1. Private consumptie :
2. Overheidsconsumptie : a) Bezoldigingen en pensioenen b) Goederen en diensten c) Toegerekende huur van administratieve en onderwijsgebouwen (incl afschrijvingen) Totaal
3. Brutobinnenlandse kapitaalvorming : a) Landbouw, bosbouw en visserij b) Extractieve industrieën c) Be- en verwerkende industrieën d) Bouwnijverheid e) Elektriciteit, gas en water f) Handel-, bank- en verzekeringswezen g) Woongebouwen h) Vervoer en verkeer i) Overheid (excl. onderwijs) j) Onderwijs k) Andere diensten Totaal
4. Netto-uitvoer van goederen en diensten : a) Totale uitvoer b) Totale invoer
Bruto nationaal produkt tegen marktprijzen (prijzen van 1953)
.
Bibliografische referenties : Bevolking : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Publikaties van het Nationaal Centrum voor mechanische berekeningen. — Algemene telling van de bevolking, de nijverheid en de handel op 31 december 1947. — Bulletin de l'I.R.E.S.P. — Annuaire démogra— Revue Internationale du Travail (I.A.B.). — Annuaire des statistiques du Travail (I.A.B.). phique Nationaal Inkomen en B.N.P. : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van het N.LS., juni 1964, blz. 1209. —Cahiers Economiques de Bruxelles (D.U.L.B.E.A.). — Recherches Economiques de Louvain (I.R.E.S.P.). — International Financial Statistica (I.51F.). — Bulletin statistique (O.E.S.O.). — Données atatistiques (Raad van Europa). — Yearbook of International Accounts Statistica (O.V.N.).
II. - TEWERKSTELLING EN WERKLOOSHEID 1. - INDEXCIJFERS VAN DE TEWERKSTELLING IN DE NIJVERHEID (arbeiders) .Basis 1958 = 100 Bron : Minieterie van Arbeid. Fabrieksbedrijven Metaalverwerkende nijverheid Maand gemiddelden of maanden
Algemeen indexilfee
Extractie bedrijven
Nijverheid Totaal
bas i s . metalen
„1:nabind ec taagal eprodukten (exclusief machines en transportmaterieel)
der
Machinebouw (exclusief electrische machines)
Bouw van electrische machines, apparaten en toebehoren
Bouw van transportmaterieel
Textiel (excl. confectie)
Bouwni j
1960 1961 1962 1963
97,6 99,6 101,9 104,0
76,9 67,6 62,0 60,1
100,7 104,0 105,7 107,8
103,4 107,1 105,8 105,7
98,8 106,5 109,3 119,5
108,8 118,5 126,8 131,5
100,3 113,7 114,8 113,1
89,5 89,2 99,2 100,6
99,5 99,1 97,8 99,1
99,7 100,7 106,9 108,9
1962 2° kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal 1963 1 0 kwartaal ._ 20 kwartaal ._ 3° kwartaal ._ 4e kwartaal ._
102,4 103,8 103,0
62,2 61,5 61,6 60,0 59,9 60,2 60,3
105,3 106,0 106,6 105,8 107,9 108,3 109,3
105,6 105,2 105,7
107,3 108,3 112,3
125,2 127,7 130,3
113,7 112,9 114,4
99,8 101,1 100,2
96,7
103,4 105,8 105,5 106,2
113,1 118,5 120,8 124,4
127,4 131,0 132,8 134,8
113,8 110,7 111,9 113,9
97,1 101,7 102,8 100,8
99,1 98,6 98,6 100,1
107,3 109,5 110,0 83,9 116,9 118,8 116,0
1962 December 1963 Januari Februari . Maart April Mei Juni Juli Augustus September _ Oktober November ._ December
102,6
61,2 59,4 60,0 60,7 60,4 59,7 59,6 60,0 60,0 60,5 60,3 60,4 60,3
106,2 105,9 105,2 106,3 108,5 107,9 107,4 107,6 108,1 109,2 109,2 109,7 108,9
105,4
113,5
129,7
113,3
100,3
99,1
105,7 105,1 99,5 105,7 105,9 105,1 105,0 105,7 105,9 106,5 106,4 105,8
112,3 111,8 115,1 116,3 119,7 119,5 118,0 121,1 123,4 123,3 125,2 124,8
126,5 127,7 128,1 131,4 130,7 131,0 130,9 132,5 135,0 135,4 134,9 134,2
115,9 112,9 112,6 110,8 110,4 110,8 110,1 111,7 113,9 115,4 116,3 110,1
96,0 96,2 99,1 100,6 102,9 101,5 103,1 102,5 102,8 101,9 100,4 100,0
99,0 98,7
98,2 105,5 106,1 106,5 97,0 94,5 103,2 105,6 105,6 105,3 105,5 106,0 106,9 107,0 106,8 105,6
97,2 99,1
99,5 98,6 98,9 98,2 97,9 98,4 99,6
99,4 100,8 100,1
109,4 77,0 64,9 109,9 114,7 117,9 118,1 118,0 119,0 119,3 118,4 116,8 112,9
II • 2. - WERKLOOSHEID Algemene gegevens Bron : Ri ladienst voor Arbeidavoorttiening. Aantal werkdagen
p er periode 1
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 6 1963 1962 4° kwartaal 1963 1 0 kwartaal 2° kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1964 10 kwartaal 2° kwartaal 1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
304 308 302 302 302 304 308 * 252 250 62 65 61 63 61 64 62 24 19 19 25
Totaal
172,4 144,8 116,8 180,9 199,2 158,1 126,3 85,5 83,1 90,1 176,1 44,1 35,4 72,1 82,3 35,9
19 23
39,5 35,8 34,9 35,4 36,3 41,7 126,9
20 20 24 19 23 20
119,9 62,8 67,1 40,1 35,8 32,1
19
Werkaanbiedingen 4 Gemiddeld aantal Door de Maandopenbare gemiddelde werkloosheidsdagen openper maand 3 besturen Werkaanstaande van het „,, ingedurende anhi tewerkaantal de maand ft „i ", p' "er vragen Gedeelte- ges ta ld e verloren ontvangen h a 5 lijke en werk lozen Gedeelte- werkdagen Volledig ei ti d a (duizen- werklozen toevallige (duizenVolled ige lijke en maand werklozen den) 2 toevallige den) (in duieenden)
Aantal gecontroleerde werklozen (duizenden) 2
1.845 3.816 897 743 1.467 1.755
20,2 20,5 19,9 20,0 20,7 20,9 21,2 16,0 15,7 15,4 16,9 15,0 15,4 15,0 16,1
8,9 8,5 7,6 7,0 8,2 6,8 7,7 6,7 10,0 7,1 12,0 5,9 5,8 8,8 7,6
22,7 9,8 5,3 10,5 17,3 9,8 7,1 6,6 6,0 6,5 3,4 7,2 7,4 6,8 4,6
70,9 49,2 40,1 73,1 82,8 61,2 31,4 18,1 13,1 17,1 22,3 10,1 7,9 12,0 13,0
27,7 23,9 19,4 16,2 19,3 18,9 20,1 18,3 15,3 15,7 16,6 18,3 13,6 12,5 15,6
742
14,9
5,7
7,1
7,3
14,8
7,7 7,1 7,5 7,6 7,2 6,4 4,6 3,7 4,6 5,4 6,7 7,2 7,4
7,8 8,0 7,5 8,4 8,8 11,3 16,0 16,2 13,1 9,7 9,1 6,7 6,0
15,3 12,0 13,2 16,6 16,5 11,0 9,9 15,9 15,0 16,0 16,5 14,0
116,5 91,0 77,9 109,7 125,0 110,1 87,9 47,1 32,9 39,8 47,0 30,0 24,7 29,0 32,6
55,9 53,8 38,9 71,2 74,2 48,0 38,4 38,4 50,2 50,3 129,1 14,1 10,7 43,1 49,7
4.366 3.717 2.942 4.556 5.014 4.005 3.241 1.791 1.731
23,3
12,6
26,6 25,1 24,2 24,8 25,1 28,0 33,2 36,5 33,5 28,6 26,3 23,1 20,9
12,9 10,7 10,7 10,6 11,2 13,7 93,7 83,4 29,3 38,5 13,8 12,7 11,2
949 680 663 886 690 793 2.919 2.398 1.256 1.610 762 823 641
16,9 14,9 14,6 16,5 13,9 14,1 16,6 15,8 15,6 16,9 14,5 16,0 14,2
1
6,2 6,0 5,0 6,3 5,6 5,6 10,1 9,7 5,7 6,3 5,9 6,0 5,2
13,9
13,4 14,9 12,9 5,6 5,3 7,5 12,5 14,6 16,5 13,0 12,2 19,6 18,9 16,0 14,1 14,7 19,9 17,8 18,2 19,8 17,6 15,4 13,6 13,4 14,3 14,5 15,0 14,4 14,9
1 De werkloosheidsmaand omvat 4 of 5 weken. 2
Daggemiddelde per werkloosheidsmaand.
3
Gemiddelde duur van de werkloosheid =
Aantal verloren werkdagen per maand Aantal werklozen ingeschreven in de gemeentelijke stempellokalen, per maand 4 Werkaanvragen en -aanbiedingen met betrekking tot arbeiders en arbeidsters alleen. 5 Normaal arbeidsbekwame volledige werklozen. 6 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29.12.61. • Sedert 1962 worden voor een week slechte 5 werkdagen aangerekend, daar waar vroeger 6 werkdagen in aanmerking kwamen.
— 695 — II - 3. — WERKLOOSHEID Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
Volledig
gedeeltelijk werklozen (duizenden)
Bron : RijIcsdienst voor Arbeidsvoorsiening.
300
300
III
1\
h
r
g •x
200 -
-
rf
i
r
200
"x 1 ■• -,%
q _
I
\ I \ I
4 r
.
, i i
■ I
i
rr
i i
II \
■
r
.
r 1 , I -4. lk \
100 1964
r •
••••.,,
..
.
**. '.....,. ..... 1961 .."..... ....,
.
.i
\ \,...
■
1.1
.
1
if i -- 100
/
/
'''.........._:- --.-...„_ 1962 - ...-•-•
''•
,d ...* -1963
42.A
54
A
56
dt
58
d
A
A
60
.d.■
62
I
1 M
1
D
Jaar
le kwartaal
2e kwartaal
Se kwartaal
4e kwartaal
1955
172
280
152
116
137
1956 1957
145 117 181
247 144
122
95
115
96 166 182
88 149
138 204 171
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964
1
199 158
204 292 221
126
177
149 111
85 83
141 176
64 44
82
36
150 123
137
90
124
52 35
90 72
I
I
1 1
i
I
I S
i
i
1901
1962
1963
1964
Januari Februari Maart
226 160 135
158 151 1 113
246 219 86
120 63 67
April Mei Juni
120 109 102
49 45 40
40 36 32
36 42 127
Juli Augustus ... SSeptember ...
93 89 88
71 62 57 .., '54 50 51
Oktober November December ...
93 102 176
51 66 144
36 35 35
Bibliografische referenties : Maandelijkse berichten van de R.1 , .A. — Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. — Statistisch Jaarboek voor Belgje. — Arbeidsblad. — Recherches économiques de Louvain des Statietiques du Travail (I.A.B.).
(I.R.E.S.P.). — Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Informations Statiatiques
(E.G.N.S.). — Annuaire
1 Sedert februari 1962 bevatten de cijfers niet meer de werklozen die van de gemeentecontrole ontslagen zijn ingevolge het ministerieel besluit van 29.12-61.
- 696 -
III. - LANDBOUW EN VISSERIJ 1. -
LANDBOUW-PRODUKTIE
Bronnen : M inisterie van Landbouw ( plantaardige produktie) - Nationaal Institul t voor de Statistiek (aantal dieren, dierlijke produktie en betaald areaal).
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1901
1962
1908
Beteeld areaal 1 (duizenden hectaren)
Broodgranen waarvan : tarwe rogge Andere granen Nijverheidsgewassen Wortel- en knolgewassen Groenten geteeld voor het zaad Hooi- en weiland Diversen
272
260
280
296
270
273
256
252
246
191
188 68
208 66
219 69
200 62
203 63
206 44
209 39
200 41
254 99 151 14 818 132
238 92 145 13 814 137
240 94 141 12 811 128
255 88 134 12 816 137
252 96 131 11 819 134
263 92 120 11 821 142
260 93 116 10 829 135
255 94 114 10 825 134
1.731
1.728
1.719
1.722
1.712
1.716
1.705
1.695
1.678
714 1.013 2.495 272 95 2.184
596 998 2.305 235 54 2.034
751 969 2.600 182 51 2.043
779 992 3.200 170 56 1.956
789 1.034 1.500 124 43 1.47
773 1.056 3.063 214 55 1.894
722 1.011 2.703 196 60 1.789
835 1.083 2.019 231 37 1.872
759 1.039 2.135 240 47 1.530
195 2.393
189 2.413
182 2.485
178 2.596
170 2.649
159 2.696
148 2.728
141 2.832
132 2.805
74 234 98 152 13 815 147
Totaal Plantaardige produktie (duizenden tonnen)
Tarwe Andere graangewassen Suikerbieten Vlas (zaad en stro) Cichorei Aardappelen Aantal dieren 1 (duizenden stuks)
Landbouwpaarden Totaal der runderen waarvan : melk en trekkoeien Varkens -
985
974
977
996
1.015
1.024
1.025
1.051
1.044
1.420
1.471
1.366
1.423
1.450
1.749
1.772
2.053
1.795
1.168
1.198
1.277
1.319
1.303
1.420
1.538
1.630
1.644
392
400
391
412
424
441
429
462
505
Dierlijke produktie Melkleveringen aan de melkerijen (miljoenen liters) (nettogewicht vlees duizenden tonnen)
Slachtingen
-
van
liet
-
1 Telling op 15 mei van ieder jaar.
III - 2. - ZEEVISSERIJ Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens (maandgemiddelden in tonnen) Bron : Nationaal Instituut voor da Statistiek.
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962
1968
Schelvis
546
519
445
374
232
262
285
300
221
Kabeljauw
870
764
662
834
653
689
698
868
728
Pladijs
392
379
427
451
381
390
291
346
424
Tong
323
299
289
315
257
350
314
347
631
Rog
312
314
356
337
342
323
328
310
298
1.650
716
254
201
260
528
409
273
153
178
266
84
64
89
39
80
48
76
Haring Garnaal Bibliografische referenties :
Landbouwtijdschrift (Ministerie van Landbouw). - Statietisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. Données etatistigues (Baad van Europa). - Bulletin mensuel Economie et statistiques agricoles
IV. - NIJVERHEID IV - 1. — RESULTATEN DER CONJUNCTUURENQUETES ( 1 ) Gezamenlijke nijverheid : Textiel — IJzer en Staal — Metaalverwerkende nijverheid — Papier — Hout — Leder. [1
Percentage van de antwoorden "in stijging" op vragen A en B. Percentage van de antwoorden "Hoger dan normaal" op vragen C en D. Percentage van de antwoorden - in doling".op vragen A en B. Percentage van de antwoorden "Lager dan normaal - op vragen C en D. Verschil der antwoorden "in stijging" en - in daling" op vragen A en B uitgedrukt in percentages. Verschil der antwoorden "Hoger" en "Lager - dan normaal op vragen C en D uitgedrukt in percentages.
-{
+60
A - INSCHRIJVINGEN VAN 'BESTELLINGEN BINNENLANDSE MARKT
+60
(3)
111111áidi " .1.7 1111IIIIII 60 +60
(2 )
1111111111111111111/11111111111111111111 lillarlir"1011/11111151111111,11151111111 11111111111
B= _
k
g
1 11111111111
11
0
1111111
111111111
1111111111
INSCHRIJVINGEN VAN BESTELLINGEN BUITENLANDSE MARKT (2)
' 60 +60
(3)
111311111/ illiiiiiiillii iiiilli Fr 191 11 wiai ■imiiiiiiIiill m fr T E►iiii r
1 111111 1111 11 11 11:1111 di"1M15115=11 -2 1111011 -
0
M I
- 60
1111111111
1111111111
+60
t
111111111
11111
1
111111111
C - OORDEEL OVER ORDERPOSITIE
60
+60
(3)
■ 1i11111111
lidlilimm....miam EliiiiiIIEB§1150mii.ffildedidiiimallim il 0Mgi Eigki§mi 6;11 .dd _bmgdommaRagg illiql0P12: .. R 60 +60
1
111111111
t
11111111111
t
1111
t
t
t
z
t
t
t
1111i
(3) -?agE;;;219g
z
1111111i,
ffillia
■
■
■
11111111
t
1
1
1
1
111111
t
t
t
..I."'. '"". «.
■ ,./
_60
5
. , ••• .. ..... . . .,„. ■
■ •••• ..
111til
E - GEMIDDELDE VERZEKERDE ACTIVITEITSDUUR (in maanden)
■
•••
11111111
—60 +60 0
_.amaimme i grOal2ESm°2'"adliimaagm-asáige!wdigiligE alliffill.....::::25:111MOMIRredaS5EUM ■
60 t li 1 1 1 1 t t t 5
2 :3
t
D - OORDEEL OVER DE VOORRAAD AFGEWERKTE PRODUKTEN
INEEMMWMME
3
1/111
0
..,
... I
****
/"".
1960
1111111(111
1961
11111111111
1962
11111111111
1963
11111111111
1964
111111•111-11
De antwoorden der deelnemers zijn gewogen met de omzetcijfers en geven de wijzigingen tegenover de vorige maand voor de vragen A tot Seizoenbewegingen uitgeschakeld. Staking in de ijzer- en staulnijverheid en in de metaalverwerkende nijverheid.
3
D aan.
— 698 --
IV - 1. a. — ALGEMENE INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE Basis 1953 = 100 Bron Maandgemiddelden of maanden
.
Bron : /.R.P..8.P.
N.I.S.
waarvan : fabrieksnijverheid alleen
Algemeen indexcijfer
Bron : Agcfi
waarvan : fabrieksnijverheid alleen
Algemeen indexcijfer
Algemeen indexcijfer
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
120 114 115 125 130 138 v 147
126 121 126 139 146 155 v 167
124 116 122 129 135 v 143 v 152
129 122 131 140 147 v 157 v 167
130 125 131 143 152 162 172
1962 4° kwartaal 1963 le kwartaal 25 kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal 1964 1° kwartaal 2° kwartaal
146 v 137 v 149 v 140 v 161
166
v 149
v 163
v 155 v 169 v 159 v 183
143 157 145 161 v 161
v 158 v 173 v 161 v 177
169 164 173 166 184 182 v 185
1963 Juli Augustus September Oktober November December
v 129 v 139 v 151 v 169 v 155 v 159 v 156 v 152
133 144 160 161 162 160 v 157 v 160 v 164 v 167
v 148 v 158 v 176 v 177 v 177 v 177
1964 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli
v v v v
v 148 v 157 v 172 v 192 v 176 v 181
v 176
v v v v v v
v 176 v 173
155 169 172 188 181 182 185 179 182 189 v 177 188 170 I
v 172 v 177 v 179
1 Programma.
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (Voornaamste sectoren) Basis 1953 = 100 Bron : Institut de 1?echerchas Economiques, Sociales et Politiques (Centre de Recherches Economiques).
124 116 122 129 135 v 143 v 152
1962 35 kwartaal 4 5 kwartaal
v 149
v 137
1963 1° kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal
v 143 v 157
1964
v 161 v 158 v 158
1°
kwartaal
1963 April Mei Juni Juli Augustus . September . Oktober November . December . 1964 Januari Februari Maart April
v 145 v 161
v 156 v 133 v 144 v 160 v 161 v 162 v 160
v v v v
157 160 164 187
v
104 99 88 89 88 89 93 81 94 98 94 83 99
121 117 131 143 144 156 159
214 205
158 161
202 218
122 167 170 176
209 186 206 220
131 126 136 148 148 156 162 148 158 160 164 155 171
98
v 173 162 168 170 159 169 182 181 183 165 164 v 176 v 179
v 237
v 181
189 184 184 196 206 215 208 227
165 163 165 144 152 168 174 167 172 178 180 v 185 v 193
97 96 88 73 85 90 96 100 101 102 v 96 v 96 v 105
130 148 186 212
184
224 241 247 v 222 v 223
Metaalverwerkende n ijverheid
135 127 132 140 150 v 159 v 178 v 151 v 165 v 158 v 192 v 171 v 193 v 190 v 189 v 194 v 192 v 156 v 160 v 194 v 191 v 195 v 194 v 179 v 193 v 198
Textielnijverheid : Voedings nijverhe id
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Totaal
waarvlink : glas
IJzer- en s taa lnijverhe id en non -ferrometalen
Maandgemiddelden of maanden
Brandstof en energie
Algemeen indexcijfer
waarvan : Bouwmaterialen
Totaal
Spinnerijen
W. averijen
goed nijverbeid
113 115 116 122 127 135 v 140 152 139 127 138 154 V 141
123 101 114 122 131 134 144 123 147 140 149 132 156
122 100 118 129 136 139 148
119 96 108 117 122 124 131
139 128 139 149 160 169 200
136 141 164 180 195 226 215
128 152
113 134
159 191
229
146 154 137 154
126 135 120 142
192 201 175 229
224 219 206 209
v 129
v 151
v 155
v 141
v 195
131 141 142 155 164 145 v 147 v 143 v 134 v 131 v 127 v 129
151 150 147 110 133 152 157 159 153 147 v 151 v 154
160 153 149 119 137 153 153 .156 154
135 136 134 109 113 138 142 145 139
202 206 196 97 204 224 236 239 213
235
154
136 v 141 v 145
186 196 v 204
v 225 v 207 v 222
Brei.
v 155 v 156
Chemische bedrijven
225
22
218 216 207 203 201 215 208 204 215
— 699 —
IV - 2. — INDEXCIJFERS VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE (I.R.E.S.P.) Basis 1953 = 100 GEZAMENLIJKE NIJVERHEID
180
■.1
180
1964
om. 400
ke. 140
••■ 1962
****" 1963
0••• ••• -
•wir
• ••■■•
140
/.• \
./.
/1961
■•
\ dt
100 54
d/AA 56
58
■, 60
\./
A 62
1
5
M
D
100
D
IJZER—EN STAALNIJVERHEID EN NON FERROMETALEN
180
180
140
100 54
56
58
60
62
METAALVERWERKENDE NIJVERHEID
180
180
140
140
100 54
56
58
60
62
D.
M
5
e
100
TEXTIELNIJVERHEID 180
180
140
140
100
100 54
06
58
60
62
D
M
D
IV - 3. - ENERGIE Bronnen : Algemene Directie van het Mijnwezen [kol. (1), (2) en (N] - Administratie van de Nijver? cid [kol. (8) en (9)] - Berekeningen door de N.B.B. [kol. (4)] - N.I.S. [kol. (8), (8) en (7)). Steenkool Elektriciteit Ruwe petroleum Gas Totale produktie
Maandgemiddelden of maanden
Voorraden per einde periode op de mijnterreinen
WaarneemDagelijks baar rendement verbruik per onder- en van ruwe bovengrondse g steenkool arbeider beer id 1
Nettoinvoer
(duizenden tonnen) (1)
(2)
(8)
(4)
- 287 35 126 221 233 159 122 182 474
2.702 2.777 2.738 2.319 2.410 2.472 2.479 2.580 2.664
1955 1956 1957 1958 1959 1960 • 1961 1962 1963 1962 3e kwartaal 46 kwartaal 1963 le kwartaal 26 kwartaal 30 kwartaal 4° kwartaal
2.498 2.463 2.424 2.255 1.896 1.872 1.794 1.769 1.785
371 179 1.413 6.928 7.496 6.565 4.394 1.351 454
1.615 1.869 1.863 1.801 1.569 1.907
1964 le kwartaal 20 kwartaal
v 1.871 v 1.812
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
1.611 1.331 1.663 1.712 1.964 1.855 1.901 2.022 v 1.799 v 1.793 v 2.001 v 1.643 v 1.791
2.002 1.351 974 631 460 454 v 888 v 1.207 631 563 473 460 466 481 454 592 v 726 v 888 v 1.049 v 1.093 v 1.207
Steenkolenproduktie steenkolen).
(kg)
180 309 362 456 496 561 •
508 515 437 536 524 549 609 578 422
Produktie der cokesfabrieken
Totale p roduktie
Verwerking
(miljoenen kWh)
(duizenden tonnen)
(5) 826 841 838 841 907 1.019 1.090 1.149 1.166
(0) 912 987 1.051 1.043 1.097 1.174 1.247 1.368 1.483
2.312 2.807 2.648 2.727 2.435 2.781
1.145 1.187 1.185 1.166 1.119 1.184 v 1.179
1.253 1.565 1.588 1.392 1.332 1.621 1.647
n.b. n.b. 445 542 546 579 660 705 1.013 688 728 971 996 1.031 1.054 1.022
2.504 2.342 2.480 2.482 2.723 2.790 2.831 2.812 v 2.401
1.132 1.092 1.114 1.150 1.176 1.176 1.200 v 1.179 v 1.185 v 1.174 v 1.186 v 1.155
1.316 1.253 1.324 1.420 1.608 1.553 1.702 1.715 1.555 1.670 1.605
1.021 1.024 1.047 1.022 1.058 1.045 1.060 1.088 1.090 889 1.064
netto-invoer van steenkolen, cokes en agglomeraten
rech rechtstreekse leveringen aan do nijverheid
(7)
Totaal liikbaar beso gas
(miljoenen m3)
(8)
(9)
92 99 97 100 103 109 102 104 102
168 182 180 182 188 200 196 214 224
]01 105 101 102 100 104 95
189 233 255 206 196 241 259
100 96 101 101 108 99 106 100 82 103
189 178 201 207 224 220 279 274 233 269
voorraadbeweging (1,3 ton cokes en 0,9 ton agglomeraten = 1 ton ruwe
IV - 4. - METAALPRODUKTIE Bronnen : N.I.S.
[kol. (1) en (2)]. - Fabrimétal [kol. (8) tot (0)]. ijzer- en staalnijverheid
Metaalverwerkende nijverheid (miljarden franken)
(duizenden tonnen)
Maandgentiddelden of maanden
Produktie ven ruwstaal (1)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 40 kwartaal 1963 10 kwartaal 26 kwartaal 36 kwartaal 4e kwartaal 1964 16 kwartaal 2e kwartaal 1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1.964 Januari Februari Maart April Mei Juni 1 Raming op basis Agefi-cijfer.
492 532 523 501 536 599 584 613 627 614 612 620 615 663 703 v 724 604 589 627 628 696 630 663 706 682 722 v 758 v 678 740 1
Produktie van afgewerkt staal
Binnengekomen bestelli, gen voor de binnenlandse markt
Totaal
4,34 3,87 3,44
1,96 2,78 2,27 1,99
3,98
2,55
4,40 5,43
2,93 3,76
5,45 7,12 6,14 5,43 6,53 7,33 9,19 9,09 9,99 9,41 8,89 9,86 10,44 10,75 11,33
(0) 5,54 6,32 6,63 6,62 6,69 7,26 8,09 8,94 v 10,25 9,63 v 8,82 v 10,78 v 9,74 v 11,67 v 10,84 v 10,90 v 9,22 v 9,26 v 10,74 v 12,03 v 10,28 v 12,70 v 10,42 v 10,68 v 11,43 v 12,17
(2)
(8 )
366 397 371 350 386 407 405 451 477 462 469 483 451 504 537
3,49
468 418 445 489 544 476 490 546 532 533 v 576 v 502
Totaal der verzendingen
voor de uitvoer (4)
(5)
5,35
3,74
v 5,91
v 4,08
5,74
3,67
v 5,05 v 5,83 v 6,28 v 6,52
v 3,84 v 4,03 v 4,16 v 4,28 v 4,81
v v v v v
v 5,47 v 5,59
v 4,18 v 4,98
v 6,30 v 6,94 v 6,83 v 5,50 v 7,09
v 3,77 v 3,73 v 4,22 v 4,41 v 4,22
v 6,29
v 4,40
v 6,55 v 6,73
v 5,47 v 4,54 v 4,60
9,65 10,57 10,07 10,67 11,05 9,91 11,31 v 10,69 v 12,02 v 11,27 v 11,17
v 6,47
v 6,57
v
v v v v v v v
- 701 IV - 5. - BOUWNIJVERHEID : jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn
Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd Begonnen gebouwen
Toegestane bouwvergunningen Nieuwbouw of volledige herbouw
Jaar
Aantal
Te bouwen volume (duizenden
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Aantal
m3)
38.600
1954
25.220
8.752
Te bouwen volume (duizenden m3)
1.114
Nieuwbouw en volledige herbouw
Nieuwbouw of volledige herbouw
Aantal Aantal
32.783
Begonnen gebouwen
Toegestane bouwvergunningen
3.288
Verbouwingen, vergrotingen of gedeeltelijke herbouw Te bouwen volume (duizenden m3)
Nieuwbouw en verbouwingen
Te bouwen volume (duizenden m3)
Aantal
7.450
2.318
2.791
5.029
3.731
5.422
Aantal
1955
36.615
23.564
9.468
1.220
31.698
3.588
8.561
2.569
1956
33.742
22.793
9.266
1.226
32.604
3.921
10.997
3.123
4.482
5.982
1957
34.904
24.063
9.407
1.318
31.724
3.618
9.255
3.009
3.772
6.090
1958
32.329
21.732
9.368
1.192
30.605
2.636
6.059
2.619
2.843
4.809 5.209
1959
38.989
26.683
9.724
1.368
35.333
3.036
8.661
3.135
4.951
1960
41.102
28.881
9.645
1.230
34.800
3.151
11.805
3.567
6.360
5.530
1961
44.552
31.603
10.436
1.407
38.010
3.498
12.785
3.958
7.071
6.170
1962
t>
39.017
32.178
5.169
1963
0
36.619
23.355
5.384
IV - 6. - BOUWNIJVERHEID : maandcijfers Bron : Nationaal Instituut toot de Nijverheid. Gebouwen hoofdzakelijk of uitsluitend voor huisvesting bestemd 1 Maandgemiddelden of maanden
Toegestane bouwvergunningen
Begonnen gebouwen
1962 3e kwartaal
3.320
3.226
4e kwartaal
2.943
2.337
kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal
2.636 2.426
4e kwartaal
3.135 3.303 2.901 2.867
1964 le kwartaal
1963 Maart April
1963
10
Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
Toegestane bouwvergunningen
Begonnen gebouwen
1.010 897
476 486
2.052
692 940 908 745
158 593 490 553
4.081
1.934
851
421
3.717 3.435
1.674
3.280 3.195 3.211
2.875 2.779 2.152
777 920 981
347 411 712
919 976
2.989 2.502 2.931
2.354
655 383 555
2.748 2.923 3.637
2.189 1.336 1.265 1.894 2.644
3.960 4.645
656
2.254
2.773 2.632
1 Nieuwbouw of volledige wederopbouw waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd. Nieuwbouw, herbouw, verbouwing en uitbreidingen, waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd.
2
Gebouwen die niet hoofdzakelijk voor huisvesting bestemd zijn 2
963 786 802 742 691 673 827 1.053
531 644 629 387 385 399 480
— 702 — IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN
Algemene indexcijfers van de industriële produktie (niet aangepast voor seizoenschommelingen) Basis 1953 = 100 Bron :
0.E.S.O.
Gezamenlijke E.E.G.-landen
1062
België
West-Duitsland 1
1963
Schonnnel. in pet. *
1962
1963
Schommel. in pet. *
1962
1968
Schommel. in pet.*
le kwartaal
189
193
+ 2,1
140
143
+ 2,7
188
192
+ 2,1
20 kwartaal
197
209
+ 6,1
146
157
-i- 8,0
203
213
+ 4,9
30 kwartaal
182
191
+ 4,9
137
145
+ 5,7
192
198
+ 3,1
4 0 kwartaal
207
220
+ 6,3
149
161
+ 8,3
214
224
+ 4,7
1963
1964
1963
1964
1963
1964
le kwartaal
193
214
143
161
192
213
2e kwartaal
209
157
213
3e kwartaal
191
145
198
40 kwartaal
220
161
224
+ 10,9
Frankrijk
+ 12,2
+10,9
Nederland
Italië
1962
1963
Schommel. in pct. *
1962
1963
Schommel. in pet.*
1962
1963
Schommel. in pet. "
le kwartaal
196
196
--
220
233
+ 5,9
164
168
+ 2,4
20 kwartaal
199
213
+ 7,0
226
250
+ 10,6
170
181
+ 6,5
3°
kwartaal
168
178
+ 6,0
206
226
+ 9,7
163
170
+ 4,3
4°
kwartaal
207
223
+ 7,7
234
255
+ 9,0
180
192
+ 6,7
1963
1964
1963
1964
1963
1964
le kwartaal
196
222
233
250
168
184
20 kwartaal
213
250
181
kwartaal
178
226
170
40 kwartaal
223
255
192
3°
+13,3
+ 7,3
4-
9,5
• Schommelingspercent tegenover het indexcijfer van het overeenstemmend kwartaal van het vorige jaar 1 Suarland en West-Berlijn uitgesloten.
Bibliografische referenties : Statistisch Jaarboek voor België. — Statistisch Tijdschrift van hel N.I.S. — Annalen der Mijnen van Bolgiá. — Arbeidsblad. — Itecherches dconomiques de Louvain (I.B.E.S.P.). — Industrie, tijdschrift van het V.B.N. — Bulletin van Fabrimdtal. — Maandelijks statistisch tijdschrift van Fdddchar. — Maandelijks tijdschrift van het M.E.Z. (Administratie van de Nijverheid - Dienst : Elektrische energie). — Energie. — Figae, van het Verbond der Gasnijverheid. — Agence dconomique et financière. — Het Bouwbedrijf. — Statistiques gdndrales (O.E.S.O.).
informatieblad
IV - 7. — VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE INDUSTRIELE PRODUKTIE DER E.E.G.-LANDEN Algemene indexcijfers van de industriële produktie (O.E.S.O.) Basis 1953 = 100 (Niet aangepast voor seizoenschommelingen) GEZAMENLIJKE E.E.G. - LANDEN
,w.reAoAA
A
A . WEST-DUITSLAND (excl. Saarland en West-Berlijn)
1961
1962
V. - DIENSTEN 1. - VERVOER a). - Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de SABENA Bronnen : N.M.B.S., N.M.B. en SABENA. N.M.B.S. Reizigersvervoer Marmdgemiddelden of .maanden
Aantal reizigers-km
SABENA N.M.B. Vervoerde ton•km
Goederenvervoer (volledige wagonladingen) Aantal produktieve t-km i
waarvan : Totale tonnenmaat
bramlstoffen en minerale
2
ertsen
(miljoenen
oliën
(miljoenen)
713 755 710 715 724 746 751
548 486 505 525 538 539 569
1962 30 kwartaal 40 kwartaal 1963 10 kwartaal 2° kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
766 739 718 760 765 760
505 569 617 552 511 594
1964 1° kwartaal 1963 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei
v 770 767 756 756 782 752 762 764 755 761 v 779 v 744 v 786 v 738
585 580 555 522 499 507 528 605 573 604 618 578 558 575
5.558 4.818 4.874 5.070 5.115 5.189 5.444 4.897 5.499 5.615 5.428 4.967 5.766 5.566 5.612 5.519 5.153 4.718 5.022 5.161 6.012 5.597 5.689 5.837 5.472 5.389 5.682 5.132
(miljoenen
passagiers-
(duizenden tonnen)
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Geregeld en betalend luchtverkeer
(duizenden)
km)
2.321 1.876 1.866 1.935 1.937 1.998 2.212
966 959 1.043 1.155 1.177 1.209 1.151
797 618 364 294 225 212 171
77,4 99,7 88,7 108,7 98,2 115,4 112,2
10,0 12,2 11,3 13,8 12,9 13,7 13,8
1.856 2.149
1.173 1.198
2.358 2.216 1.922
188 191 181 166 162 173
173,0 88,2 74,3 112,6 174,7 87,0
151 175 169 153 152 162 171 186 154 180 157 144 153 167
87,0 91,0 99,2 147,6 189,2 175,3 159,5 115,0 68,2 77,9 82,9 76,8 101,4 107,7
18,8 11,4 10,5 13,5 19,2 11,9 12,1 11,4 12,2 16,9 20,2 19,1 18,3 14,4 10,1 11,3 11,6 11,0 13,6 :14,0
2.353
1.090 1.162 1.135 1.217
2.125
1.234
2.429 2.225 1.995 1.772 1.977 2.016 2.403 2.305 2.351
1.153 1.172 1.162 1.102 1.158 1.261 1.132 1.258
2.416 2.084 1.956 2.098
1.241 1.246 1.214 1.271
1.144
1 De produktieve ton-km hebben betrekking op het commercieel vervoer (met uitsluiting van het dienstvervoer : het is de so n van de vermenigvuldigingen van liet gewicht van elke verzend ng met de afstand van het traject. De vervoerde ton•km worden berekend door optelling van de resultaten bekomen door vermenigvuldiging van de vervoerde tonnage mot hot aantal kilometers van het vervoer.
2
V - 1 c). - Binnen scheepvaart
V - 1 b) - Zeevaart [kol. (ij], te Gent [kol. (4 , N.I.S. (overige kolommen). even van Gent liav en van Antwerpen Laadvermogen Laadvermogen Goed eren Goederen van de binnenvan de binnengekomen gekomen (duizenden ree trieko tonnen) (duizenden metrieke tonnen) schepen schepen (duizenden (duizenden Binnen. BinnenregisterregisterVertrokken Vertrokken gekomen gekomen tonnen) tonnen)
Bronnen : Havenbestuur to Antwerpen
Maandgemiddelden of maanden
(1)
(2)
(2)
(5)
(6
79 82 83 75 61 70 67
4.642 4.269 4.534 5.097 5.426 5.553 5.400
383 361 402 436 456 452 433
161 137 151 179 180
71
5.336 2.699 6.512 6.493 5.896
452 198 532 525 478
6.156 6.900 6.405 6.174 6.903 5.372 5.414
510 562 510 504 572 431 430
1.828 1.723 1.668 1.816 1.936 2.159 2.602
1.227 1.210 1.266 1.288 1.284 1.300 1.282
1962 4e kwartaal 1963 1° kwartaal ••• 2e kwartaal ••• 30 kwartaal • • • 4e kwartaal • •• 1964 le kwartaal 20 kwartaal
4.133 4.225 4.367 4.448 4.384 4.558
2.394
1.189
146
2.363 2.482 2.703 2.858
1.228 1.202 1.290 1.408
150 149 150 155 185 165
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December
4.444 4.386 4.329 4.630 4.574 4.273 4.305 4.797 4.436 4.442 4.639 4.428
2.500 2.593 2.703 2.814 2.845 2.849 2.880 3.277 2.845
1.193 1.348 1.263 1.258 1.592 1.306 1.325
158 166 166 119 147 168 151 214 135 206 164 152 178
1- uitvoer + doorvoer.
(1)
(miljoenen ton•km)
209 169 152 166 167 143 162
3.296 3.545 3.622 3.774 3.846 4.167 4.356
-
(duizenden metrieke tonnen)
(4)
1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1 Binnenlands vervoer + 'nvoer
Totaal verkeer
(3 )
171 163 145 150 139 137 151
1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
Bron : N.I.S.
1.521 1.665
191 206 132 198 163 208 169 245 136
55 79 59 73
100 53 80 44 110 24 85 117 58
5.238
— 705 -V - 2. — TOERISME ( duizenden overnachtingen)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
waarvan land van gewone verblijfplaats Maandgemiddelden of maanden
Totaal Frankrijk
België
VerenigdKoninkrijk
Nederland
WestDuitsland
U.S.A.
1.084 1.186 1.341 1.249 1.307 1.387 . 1.437 1.498
815 898 877 979 982 1.061 1.083 1.110
66 71 84 55 69 74 82 89
35 33 37 30 33 34 37 38
71 81 102 82 99 89 98 105
23 25 69 27 33 38 41 48
19 18 51 20 25 21 23 27
1962 30 kwartaal 40 kwartaal
3.590 412
2.852 248
199 30
70 22
238 16
82 23
38 16
1963 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
334 1.422 3.793
446
196 1.009 2.981 255
24 83 214 35
17 41 73 23
14 125 260 20
21 50 94 26
12 31 45 20
1964 le kwartaal
458
267
37
22
29
26
15
379 1.272
219 912 520 1.593 4.224 4.033 686 267 254 245
29 102 53 95 212 313 117 37 40 28
20 35 36 51 70 110 38 26 22 22
16 89 69 217 295 364 122 27 16 17
25 43 41 67 82 149 52 34 26 19
15 20 33 40 51 46 37 30 19 12
198 204 399
25 29 58
18 19 30
15 15 57
20 22 37
13 14 16
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1963 Maart April Mei Juni
832 2.163
Juli
5.066
Augustus September Oktober November December
5.172
1.142 499 440 399 348
1964 Januari Februari Maart
360
667
V - 3. — BINNENLANDSE HANDEL
a). — Verkoopindexcijfers Basis 1953 = 100
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Warenhuizen met veelvuldige afdelingen
Coopers-
Grote ondernemingen gespecialiseerd in kleding
Groothandel
4
Maandgemiddelden of maanden
meen
Me en l eubiSleden ",\ oeding d en Kleding Index cijfer Voe lering -
imilden '-' . 1
Algemeen
Index-
Heren 2
cijfer
Ondergoed en bijkomt. S i ge kledingstukken
Algemene ':<)edingswaren
Ondernemingenbijmet huizen
\ ,oeding
3
119 121 128 131 143 145 151 156
121 117 121 120 125 130 135 140 v
126 122 129 132 142 147 154 156
173 187
162 193
149 155
130 140
147 164
169 176 183 187
189 186 185 214
150 160 156 158
140 157 142 v 155 136 v 153 140 v 157
181
210
162
141
186 v 167 v 185 v 181 v 183 v 190 v 170 v 202
192 181 180 186 189 202 196 244
160 165 151 169 149 155 160 158
147 142 132 144 131 136 141 144
195 215 219 v 287 v 128 v 195 v 211 v 262 v 131 v 183 v 215
150 175 161 159 168
141 v 160 145 v 156 137 v 165 v 166 v 156
133 132 140 145 159 160 172 177
120 126 138 149 159 164 172 185
114 124 129 126 141 145 154 164
127 139 149 150 162 165 171 179
131 132 138 144 152 161 v
123 125 132 136 144 168 166 186
1962 3 0 kwartaal 4° kwartaal
159 205
153 195
157 209
159 153
172 191
143 167
136 181
135 159
1963 1 0 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 40 kwartaal
156 176 171 216
182 167 159 199
148 195 174 224
155 165 172 166
157 171 182 206
160 159 153 173
158 224 161 200
147 138 121 150
174
190
165
184
187
163 188 211 250
191 203 198 164 159 211 199 262
173 156 177 162 176 162 160 177
169 187 185 175 188 182 249
156 147
Augustus September Oktober November December
172 153 147 167 162 183 188 227
179
Juli
177 174 178
v v v v 165 v 165 v
179 191 199 189 181
164 153 179 196 217
176 193 182 184 184
174 206 181 189 190
169 v 175 v 244 v 182 162 v 170 v 124 v 168 165 v 246 v 144 v 192
kwartaal
1963 Mei Juni
1964 Januari Februari Maart April Mei
172
166 173 182
187 193
158
153 165 158 195
Groothandel in algeWaren- Coëpehuizen ratieven mere moe. dingswaren
120 123 131 138 144 152 172 193
124 129 139 144 156 161 170 180
le
(berekeningen door de N.B.B.)
132 131 139 145 155 163 173 179
125 125
97 105 105 104 106 116 142 139
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1.964
Verkoopindexcijfers na uitschakeling van de prijsen seizoen • bewegi•ngen
197
v
v v
171
217 137 132 v 196 148 v 175 108 v 150 v 158 108 v 222 154 v 180 v 126 v 199 v 171
v
v v v v
v 160 166 146 v 157 v 149 v 153 v 164 v 157 v 150
v
1 H nishoudartikelen en huishoudtoestellen. — 2 Omvat hoofdzakelijk bovenkleding. — 3 Onderkleding : heren en/of dames. 4 'Daar een zeker aantal nieuwe firma's in de statistiek werden opgenomen, zijn de indexcijfers vanaf 1962 niet meer volledig vergelijkbaar met deze van vorige periode.
- 706 -
V - 3 b). - Verkoop op afbetaling 1° - Algemene resultaten Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. Aantal lopende contracten op einde halfjaar
in de loop van het halfjaar (miljarden franken)
(miljarden franken)
(duizenden)
Totaal
Krediet verleend
Uitstaande kredieten op einde halfjaar
Financiering door financieringsorgaverkopers banken nismen of particulieren
Totaal
Financiering door financleringsorganiamen verkopers banken of particulieren
Totaal
Financiering door financieringsorga. verkopers banken nismen of porti. culieren
1961 2° halfjaar
1.430
625
169
636
11,75
2,92
3,80
5,03
4,99
1,67
1,51
1,81
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
1.405 1.373
634 646
170 163
601 564
11,86 11,94
3,15 3,30
3,91 3,96
4,80 4,68
5,29 5,24
1,73 1,87
1,65 1,47
1,91 1,90
1963 1° halfjaar 2° halfjaar
1.361
641 699
166 171
554 534
12,74 13,67
3,60
4,19 4,51
4,95 5,11
5,70 6,28
2,03 2,16
1,73 1,93
2,19
1.404
4,05
1,94
2° - Achterstallige betalingen Aantal schuldenaars welke in gebreke gebleven zijn met het betalen van drie of meer vervallen termijnen in de loop van het halfjaar
Totaal der bedragen van drie termijnen welke door de schuldenaars, bedoeld in voorgaande kolommen, niet werden betaald (miljoenen franken)
(duizenden)
Financiering door
Financiering doet. Totaal
verkopers
banken
financieringsorganismen of particulieren
Totaal
financieringsorganismen of
banken
verkopers
particulieren
1961 1° halfjaar 2° halfjaar
55 50
27 26
1 1
27 23
87,1 81,8
31,4 30,0
6,3 5,9
49,4
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
53 54
27 31
1 1
25 22
84,6 87,9
30,3 33,8
6,2 7,6
48,1 46,5
1963 1° halfjaar
57
32
1
24
100 ,1
35,7
8,3
56,1
45,9
3° - Indeling van de kredieten verleend tijdens het halfjaar, volgens de aard der goederen
Totaal
Vrachtwagens, bestelwagens, autobussen, zwaar vervoermaterieel
Wagens voor Landbouwpersonenvervoer materieel, landbouw- behalve autobussen tractoren, vee
nieuw
reeds gebruikt
nieuw
Moto'a scooters, bromfietsen, rijwielen
1962 1° halfjaar 2° halfjaar 1963 1° halfjaar 2° halfjaar
829
3,5
Boeken
(duizenden)
1,2
2,6
24,4
12,6
14,4
433,1
19,6
9,5
299,1
8,9
30,5 26,6
15,3 14,1
15,8 15,6
337,6 368,6
21,4 17,3
8,0 7,2
300,6 319,2
5,1 5,1
35,3 34,6
16,4 16,9
14,0 14,8
347,8 401,1
19,7 16,2
8,2 9,3
277,7 342,9
5,9
781
3,7 3,5
1,2 1,1
2,8 2,2
732
4,1
1,2
846
4,2
1,2
1,8 1,7
742
H uishoudartikelen Diensten en voor(reizen, werpen voor per- herstellen soonlijk van gebruik, motorniet rijtuigen) elders vermeld
reeds gebruikt
Aantal contracten 1961 2° halfjaar
Textielwaren, bontartikelen, kleding
3,4
Verleend krediet (miljoenen franken) 1961 2° halfjaar
4.991
419
66
123
1.268
334
124
354
39
444
1.751
69
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
5.290
5.238
475 463
76 66
89 106
1.626 1.407
411 353
122 108
294 384
45 38
423 428
1.689 1.855
40 30
1963 le halfjaar 2° halfjaar
5.696 6.280
636 712
81 84
82 103
1.820 1.873
442 462
108 105
308 326
42 40
473 538
1.656 1.994
48 44
Verleend krediet - Percentsgewijze verdeling t.o v. het totaal 1961 2° halfjaar
100,0
8,4
1,3
2,4
25,4
6,7
2,5
7,1
0,8
8,9
35,1
1,4
1962 1° halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
9,0 8,8
1,4 1,3
1,7 2,0
30,7 26,9
7,8 6,7
2,3 2,1
5,6 7,3
0,8 0,7
8,0 8,2
31,9 35,4
0,8 0,6
1963 1° halfjaar 2° halfjaar
100,0 100,0
11,2 11,3
1,4 1,3
1,4 1,6
32,0 29,8
7,8 7,4
1,9 1,7
5,4 5,2
0,7 0,6
8,3 8,6
29,1 31,8
0,8 0,7
Bibliografische referenties ;
Statistisch Jaarboek voor MOE. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Bulletin van de Kamer van Koophandel van Antwerpen. - Recherches dconomiques de Louvain (1.B.E.S.1".)• - Maandotatist,ek over de internationale trafiek der havens (N.f.S.). - Vervoerkroniek (tweemaandelijks). - Leo transport. maritimea, Etude Annuelle (0.E.S.0.). - Bulletin grindral de Statistiques (Office statistique des Communnutds Euro-
pdennes).
707 -
VI. - INKOMENS 1. -
BEZOLDIGINGEN VAN DE ARBEIDERS (mannen + vrouwen)
Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur Basis 1953 = 100 180
180
170
110
160
160
150
150
140
140
130
130
120
120
110
110
100
100 1958
1956
1954
1962
1960
1964
Indexcijfer van de bezoldigingen in de nijverheid
Algemene gemiddelden van de uurlonen der arbeiders
Basis 1953 = 100
(sociale lasten inbegrepen)
Bronnen : kol. (1) - (2) - (3) : N.B.B. (wijze van opstelling, zie berekeR.M.Z. Novembernummer 1057, blz. 415). - kol. (4) nincen N.B.B. ( zie noot). - kol. (5) : 1.R.E .S.P. GemidType-uurloon 1 IndexIndexdelde cijfer cijfer brutovan de der verGeOngeloonarbeidsdienge gehooid echogd kosten ge =kt arbeider arbeider massa 2 9 Uur
(1)
(2)
(3)
(4)
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
106 115 125 131 133 138 143 154 167
105 114 125 129 131 135 140 149 161
106 114 125 129 132 137 141 151 163
108 118 129 125 121 128 134 146
1962 Sept. Dec. 1963 Maart Juni Sept. Dec. _. v 1964 Maart _. v
156 159 160 167 168 172 177
152 153 156 160 163 164 169
153 154 158 162 165 166 173
Bron : Verbond der Belgisch Nijverheid.
België (BF)
WeetDuitsland
GrootBrittannië
Nederland
Frankrijk
Italië
percentage in verhouding tot de Belgische lonen
(5)
106 114 125 132 135 141 148 159 v 175 161 165 168 176 177 v 183 v 189
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1960 August.-Oktob. 1961 Februari-April August.-Oktob. 1962 Februari-April August.-Oktob. 1963 Februari-April An gu st.-Oktob.
29,91 32,68 35,67 37,04 38,30 39,71 41,76 44,72 49,20 39,93 41,20 42,32 43,72 45,73 48,09 50,30
90,1 89,7 92,2 95,1 98,9 105,2 115,1 119,6 116,3 106,7 107,4 116,8 120,0 119,2 115,4 117,1
98,4 97,6 93,7 95,0 95,0 98,4 100,6 98,9 93,3 99,5 100,0 101,3 100,3 97,5 94,6 92,1
71,9 n.b. 84,2 72,5 n.b. 82,4 n.b. 70,4 78,7 70,2 101,4 80,4 89,8 80,7 70,4 73,8 92,8 81,5 96,3 82,0 82,4 98,8 84,5 82,9 v 97,6 v 8: 35 n.b. 75,6 81,4 78,0 96,6 82,4 97,7 81,7 83,6 84,6 99,9 88,4 99,3 90,1 84,7 83,3 98,6 95,7 82,6 v 98,4 v101,3
939
1 Excl. de transportarbeiders. en Het betreft het eenvoudig indexcijfer van de totale bezoldigingen betaald een de arbeiders die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid behorend tot de extractiebedrijven, de fabrieksnijverheid, het bouwbedrijf, het vervoer en het verkeer. (Voor de bepaling van de totale bezoldigingen, zie XVe Jaarverslag B.111.Z., blz. 141.) 3 Dit indexcijfer, waarin de steenkolenmijnen niet werden opgenomen, geeft de arbeidskosten per uur en niet de kosten per geproduceerde eenheid. 4 De jaarcijfers zijn gemiddelden van de uurlonen van februari-april en augustus-oktober. b Het V.B.N. publiceert de buitenlandse uurlonen uitgedrukt in Belgische franken op basis van de wisselkoersen. De bekomen percentages houden geen rekening met de veranderingen van het Belgisch en buitenlands prijspeil : zij geven dus niet de verhouding van de reële lonen weer. 2
- 708 --VI - 2. - GEMIDDELDE VERDIENDE BRUTO-UURLONEN IN DE NIJVERHEID
(mannen + vrouwen - in frank per uur) Bron : N.I.S. 1958 oktober
1959 oktober
1960 oktober
1961 oktober
1982 oktober
Steenkolenwinning (onder- en bovengr.) 1
39,24
39,89
40,09
41,29
45,70
46,26
48,39
Groeven 1
30,99
31,83
34,61
34,79
37,58
38,53
39,84
Totaal extraktieve nijverheid 1
38,63
39,36
39,72
40,81
45,10
45,69
47,76
Voedingsmiddelen (behalve dranken)
24,25
25,24
25,98
27,67
29,41
30,73
32,75
Dranken
27,79
29,05
29,21
30,27
32,30
32,93
34,80
Tabak
21,10
21,54
22,27
22,94
26,12
26,64
29,50
Textielindustrie
23,09
23,96
25,04
26,94
27,55
30,26
31,16
Schoeisel, kleding
18,92
19,20
20,09
21,23
23,16
24,11
25,39
Hout (behalve meubelen)
25,13
25,07
26,67
28,25
30,47
31,42
32,82
Meubelindustrie
26,14
26,08
27,59
30,05
31,38
33,56
35,27
Papier, papierwaren
27,82
26,99
28,98
30,85
33,39
35,07
35,87
Druk- en boekbindersbedrijf
31,85
32,58
32,85
34,97
37,02
38,86
39,47
Leder (behalve schoeisel, kleding)
22,53
23,25
24,34
25,80
27,82
29,03
30,90
Rubberindustrie
28,50
30,19
30,85
31,65
34,16
35,78
36,93
Chemische industrie
29,14
30,92
31,64
32,84
35,08
37,66
38,49
Derivaten van petroleum en steenkool
42,54
44,20
45,29
47,48
49,97
54,25
53,74
Steen, glas, aardewerk, enz.
28,03
29,23
30,37
32,05
34,43
35,84
37,31
Metallurgische basisindustrie
37,45
39,19
41,11
42,13
45,11
45,98
47,96
Metaalverwerkende industrie, behalve machines en transportmaterieel
31,61
30,12
31,08
32,72
35,92
37,89
38,85
Machines, behalve elektrische
32,36
32,46
33,66
34,92
37,70
40,79
40,42
Elektronische industrie
28,44
28,89
29,60
30,18
33,57
35,45
35,48
Pransportmaterieel
37,06
36,61
37,36
37,58
42,06
44,68
45,07
Diamantindustrie
23,88
24,90
25,42
25,99
26,72
28,01
31,50
Potaal fabrieksnijverheid waarvan : mannen vrouwen
27,91 31,60 18,58
28,56 32,20 19,13
29,59 33,30 20,00
31,01 34,63 21,10
33,26 37,13 22,78
35,11 38,95 24,39
36,20 40,10 25,45
Bouwnijverheid 1
30,42
30,72
32,76
33,17
36,21
37,81
38,66
29,75 32,51
30,24 32,98
31,36 34,16
32,40 35,14
35,00 37,99
36,67 39,60
37,82 40,81
Bedrijfsgroepen en -sektoren
1963 april
1968 oktober
Extraktieve nijverheid :
Fabrieksnijverheid :
Algemeen gemiddelde voor de nijverheid :
Potaal (mannen + vrouwen) waarvan : mannen 1 Mannen alleen.
Bibliografische referenties • Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Recherches économiquea de Louvain (I.R.E.S.P.). -
Jaarvers/apen van de - Arbeidsblad. - Industrie, tijdschrift van het V.B.N. - Le CoLit de la main•d . ceuvre dans l'Industrie europdenne, Etude. et Documents, nouvelle eérie, nr 62, 1959 (I.A.B.). - Annuaire des statiatiques du Travail (I.A.B.).
- 709 ---
VII. - PRIJZEN EN PRIJSINDEXCIJFERS 1. - GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Daggemiddelden
Tarwe te New-York cents per 60 Ibe
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 4 0 kwartaal 1963 10 kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal 1964 1 0 kwartaal 2e kwartaal 1963 juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
Merinos 64 S Katoen Koffie wol 15/16 te in middling N ew-Yo rk Verenigd(New-York Santos IV Koninkrijk Spot) cents cents d per lb per lb per lb
Rubber
te Londen
«SPot.... .,. price n 1 d per lb
Koper te Londen
Tin te Londen slotkoers
£ per long ton
Oudijzer in de Verenigde Staten
Ruwe petroleum te Weet-Texas
$ per long ton
$ per barrel
270 272 256 251 252 254 267 269
57,9 56,4 48,2 36,8 36,5 35,8 34,0 34,3
113 125 89 91 89 90 93 107
35,5 36,4 36,2 34,6 33,2 34,3 35,4 35,4
29 26 23 30 31 24 23 21
329 219 197 238 246 230 234 234
788 755 735 785 797 888 897 910
53,5 47,7 37,8 40,3 33,0 35,3 29,4 27,0
2,65 2,90 2,90 2,78 2,77 2,86 2,89 2,89
273 279 273 253 270 272 v 253
33,5 33,9. 33,5 33,6 35,8 47,3 v 48,2
93
34,9
24
234
863
25,0
2,89
103 107 104 111 117
35,5 35,9 35,2 35,1 35,3 v 35,4
23 22 20 20 20 v 21
234 234 234 235 253 v 302
853 898 913 976 1.072 v 1.084
28,3 28,7 25,3 25,7 29,7
2,89 2,89 2,89 2,89 2,89
258 248 252 259 269 270 272
34,0 34,1 33,8 33,8 33,2 36,8 37,3 45,4 46,7 49,9 48,9 v 48,4
109 108 103 102 106 , 115 113 115 119 118 111
35,8 35,4 35,1 35,0 34,9 35,9 35,2
22 21 20 20 20 21 20 19 20 20 20 v 21 v 21
234 234 234 234 234 234 236
907 901 905 934 940 975 1.010 1.041 1.109 1.073 1.043 v 1.055 v 1.155
25,0 25,0 25,0 26,0 26,0 25,0 26,0 29,0 29,0 31,0 32,0
2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89 2,89
275 273 26'i 275 v 265 v 220
v 47,3
35,3 35,3 35,4 35,4 v 35,4 v 35,4
238 252 270 312 v 300 v 293
VII - 2. - INDEXOLIFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN OP DE WERELDMARKTEN Basis 1953 = 100 Bronnen : Comtel Reuter - Moody's Investors Service - Der Volkswirt - Chamber of Shippiny. Maandgemiddelden of maanden
Reuter-indexcijfer
Volkswirt-indexcijfers (oude Schulze-indextij ere)
Moody-indexcijfer Algemeen
Nijverheid
Voeding
Vrachtprijzen G root-Brittannié (bevrachting per reis) 1 2
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
98 93 84 84 85 84 84 94
102 100 96 93 90 90 89 90
105 104 98 100 99 99 98 100
108 107 100 103 104 103 101 103
100 98
95
203 145 87 93 95 102 85 104
1962 4° kwartaal
85
89
97
101
89
83
1963 1° kwartaal 2 0 kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal
91 94 92 98
90 91 89 90
99 100 100 103
102 103 102 104
93 95 100
91 101 101 125
1964 le kwartaal 20 kwartaal
98 96
92 91
104 103
105 106
100 97
110
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December
95 94 91 91 97 99 98
91 90 88 88 90 90 90
101 100 99 100 102 103 103
103 102 102 102 103 104 104
96 92 94 100 101 100
101 97 100 106 129 123 122
1964 Januari Februari Maart April Mei
99 98 96 97 96 94
94 91 90 91 92 89
104 104 104 104 103 102
104 105 105 106 106 106
102 100 99 99 98 94
Juni
96 94 90 90 90
94
95
1 Bevrachting per reis voor droge ladingen. 1 Gezien de uitbreiding van de statistiek, zijn de gegevens, vanaf 1960, niet meer volledig vergelijkbaar met de cijfers der vorige periodes.
123 106 102 105
- 710 VII • 3. - INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken en van Energie.
Algemeen indexcijfer
Metalen en metaalp rodukten
Textielp rodukten
Scheikund ige produkten
Bouwmaterialen
Grondstoffen
Hal ffabrikaten
Fabrikaten
102,9 105,4 108,3 103,2 103,0 105,4 104,5 103,8 105,4
100,7 105,8 112,1 105,8 103,7 101,4 99,4 97,7 99,7
105,0 111,6 114,4 109,6 109,8 110,2 109,1 108,5 109,4
97,7 95,8 98,2 87,5 84,9 92,2 93,3 90,5 95,4
104,6 105,6 108,9 107,9 107,6 107,0 104,5 104,5 105,1
105,4 106,9 111,9 115,0 115,4 121,4 121,7 125,6 130,0
102,9 104,2 105,6 96,3 96,3 101,4 100,2 97,5 98,8
103,9 107,0 109,2 102,4 102,4 103,0 103,0 103,1 104,6
102,0 104,7 109,2 108,4 107,8 108,9 108,5 108,6 110,7
1962 4" kwartaal ._ 1963 10 kwartaal _. 20 kwartaal -. 3" kwartaal -. 4" kwartaal ._ 1964 le kwartaal ._ 2e kwartaal ._
103,8 105,5 105,1 105,0 107,4 109,3 110,5
108,7
92,9 102,0 94,5 108,2 94,7 104,9 93,5 105,2 95,6 109,7 98,5 109,3 99,1 110,8
95,9 104,0
111,3 109,9 109,9 112,6 115,3 116,7
126,2 125,4
105,0 105,0 105,2 104,7 104,8 ._ 105,4 108,2 107,4 108,7
110,1 109,6 110,0 109,5 109,5 110,7 111,3 112,5 113,9
94,5 95,2 94,3 93,4 93,4 93,6 94,4 95,5 96,8
104,7 104,5 105,5 104,3 104,6 106,7 107,7 109,0 112,4
110,7 113,6 116,3 115,7 119,7 120,8 120,8 124,3 130,1
109,2 109,2 109,8 110,2 110,3 111,1
115,6 115,0 115,3 116,3 116,3 117,4
97,7 98,6 99,2 98,6 99,1 99,6
112,5 107,2 108,1 110,4 110,8 111,1
129,7 123,5 125,3 124,1 126,5 125,7
1963 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
Dierlijke
90,3 93,5 94,5 98,9 94,1 86,8 81,5 95,1 97,5
Algemeen indexcijfer
99,4 101,8 94,0 97,7 103,5 103,3 97,2 101,0 107,4 102,2 98,7 103,1 105,4 93,9 96,0 92,8 104,7 95,2 95,0 95,9 105,0 96,5 92,2 98,2 105,0 94,8 94,3 110,2 108,7 92,7 100,7 106,9 110,9 94,5 107,0 117,8
Ingevoerde
101,0 103,5 108,3 101,8 101,4 102,8 102,4 103,2 105,8
esweequi
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
108,7
GmamenliPm industriele produkten inde dneproduktiedadia
Industriele produkten
Plantaardige
Maandgemiddelden of maanden
Landbouwprodukten
uaII0;silaa
Algemeen Intiem
Produkten
98,2 108,2
114,5 102,3 104,9 98,3 113,5 97,2 105,1 99,6 118,7 93,7 104,9 99,4 125,1 96,9 106,9 101,9
108,5 108,9 109,7 110,6
91,0 104,4 128,6
97,3
94,4 94,4 94,6 98,4
105,8 105,3 103,9 105,3
129,0 98,2 130,0 98,4 130,1 97,6 131,1 100,9
95,3 109,3 103,0 113,1 100,6 108,1 135,4 103,5 98,4 110,4 103,7 115,4 98,6 108,7 139,9 103,9 99,1 105,0 99,2 108,8 93,8 106,4 129,9 98,3 96,4 105,1 99,6 109,0 94,3 105,5 129,9 98,3 96,1 105,1 99,9 108,9 95,2 104,1 130,1 98,7 94,5 104,8 99,1 109,6 94,6 103,9 130,1 97,6 92,0 104,8 99,2 109,7 94,4 104,0 130,1 97,5 94,7 105,0 99,9 109,9 94,9 103,8 130,1 97,7 96,8 105,9 100,6 110,2 96,5 104,6 130,6 99,2 96,1 107,0 101,8 110,6 99,1 105,1 130,6 101,4 97,9 107,8 103,4 110,0 99,7 106,2 132,1 102,2 98,3 108,4 102,9 111,6 100,3 107,7 132,1 102,7 93,7 109,6 103,3 113,5 101,1 108,2 136,2 104,1 94,0 109,9 102,9 114,1 100,3 108,3 137,8 103,7 98,8 110,1 103,0 114,6 99,1 109,3 138,2 103,5 97,7 110,1 103,9 115,1 98,4 108,3 138,2 104,1 98,8 111,0 104,3 116,5 98,3 108,5 143,2 104,2
103,1 109,3 103,9 103,9 104,1 106,3 108,4 109,9 103,6 104,0 104,0 1.04,0 104,2 104,2 105,2 106,5 107,3
110,2 110,6 110,5 111,5 114,0 115,3 110,8 110,6 110,4 110,4 110,3 110,8 111,0 111,4 112,1
107,6 108,6 109,1 109,7 109,7 11.0,3
112,9 114,3 114,9 114,9 114,7 116,4
— 711
VII - 3. — INDEXCIJFERS VAN DE GROOTHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 INHEEMSE EN INGEVOERDE PRODUKTEN
Bron. M.E.Z.
120
120
/ /
110
/
P / ,,,
.........P -- "‘ \ \
\
\I
P\
... ..•
//
110
/
Inheemse produkten I' P• .... ......--....... ....
........- ....--....% ....
■.--
-...., Algemeen indexci Ier 100 —
100
-
1 Ingevoerde produkten
90f 1958
1956
1954
I
rL
1962
1960
80
1964
LANDBOUW- EN INDUSTRIELE PRODUKTEN
Bron. M.E.Z.
120
120
110
110 ....'s Industriele produkten ".... /./ \,..........-+,..
/ 1 /
♦
,----/
,"
100
/
%.
r..----
Algemeen inden jIer
109
Landhou produkten r1.,
90 ...r 1962
1960
195B
1956
1954
90
1964
PRIJZEN IN DE DRIE PRODUKTIESTADIA
Bron. I.R.E.S.P.
120
120
-■
110
110 Fahrieaten
\
p*".**\ .... ...
...* /
. •••• •\ .......... `,..........""
.,
100
' ....• ..P I ...
Haltfahrikaten 100
T
/ —
6 ondstotten
90
90
r‘., eo
80J 1954
1956
1958
1960
1962
1964
- 712 VII - 4. - INDEXCIJFERS VAN DE KLEINHANDELSPRIJZEN IN BELGIE Basis 1953 = 100 Bron : Ministerie van Economische Zaken en Energie.
150
150
140
140
130
130 Diensten
120
120 Voedingswaren
Algemeen lndesti'fer
...0
110 .... .. or• .•
..." ,.. .. • ..... ----- ............------- ---------r •-• ..... Produkten andere dan voedingswaren
......" 110
, ......... ,,
... .. .... --rre
100
100
-J'
Maandgemiddelden of maanden
1956:
1960
Algemeen inde:elger 85 produkten
Voedingswaren 85 produkten
101,30 100,80 103,65 106,93 108,31 109,64 109,97 111,06 112,62 115,05
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1964
1962
Produkten andere dan voedingswaren 25 produkten
102,7 101,6 104,2 107,0 107,9 109,5 109,3 110,5 112,5 114,7
Diensten 5 produkten
99,2 99,2 101,5 104,5 106,2 106,6 107,0 107,4 108,3 109,9
100,0 101,0 105,5 111,7 114,6 120,0 122,6 125,7 128,5 136,3
1968
1984
117,90 118,86
113,7 113,6 114,6 117,0
118,8 119,1
109,3 109,6 110,0 110,8
111,6 112,2
134,5 136,2 137,0 137,5
137,9 144,6
4° kwartaal
114,13 114,26 115,07 116,70
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
113,19 114,58 114,63 114 42 114,10 114,27 114,91 114,77 115,54 116,02 116,57 117,51
118,11 117,98 117,61 118,21 118,50 119,88 120,84
112,4 114,4 114,4 113,9 113,3 113,5 114,7 114,1 115,1 115,9 116,8 118,2
119,4 119,0 118,0 118,6 118,8 119,8 121,4
109,1 109,3 109,4 109,5 109,6 109,6 109,7 110,0 110,3 110,6 110,8 111,1
111,3 111,7 111,8 111,9 112,0 112,8 113,5
132,5 135,4 135,6 135,8 136,2 136,6 136,6 137,2 137,3 137,4 137,5 137,5
137,6 138,0 138,0 142,4 142,5 149,0 149,3
1* kwartaal
2° kwartaal 8° kwartaal
1968
1904
1988
1964
1968
1964
Bibliografische referenties t..Statietisch Jaarboek voor. Belgiè. - Statistisch Tijdschrift van .het N.I.S. - A heideblad. - Industrie, tijdschrift van bel V.B.N. - Recherches économigues de Louvain (I.R.E.B.P.). - De Belgische Textielnijverheid, tijdschrift van Febeltex. - Der Volkawirt. - Wirtechaft und Statietik. - Bulletin mensuel de statiatique (O.V.N.). - Monthly Dig est of Statistica. - Bulletin statistigue de 1'I.N.S.E.E. - Bulletins statie. tiques : statistiques génsfrales (0.E.8.O.). - Donnetes statistigues (Raad van Europa). - Financiële dagbladen : Agefi, Het Financieel. Dagblad, The Financial Time., L'Informaties.
VIII. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U.
26 _.
26
I
I
INVOER, UITVOER EN HANDELSBALANS
Bron. N.I.S.
—
Miljarden franken
/ / /
22 — —
In oer .• •••• .." ■
18 —
/..
A / / \,/ ,. / ••• ‘ / /
— 22
/..., _ — 18
%/ ...•
—
_
/ 14 —
/ ...
/..."'" " ■
*u.
•
— 14
......*".
Uitvoer
...—
.....
.... ....-,... 10 — ♦
—
10
v4
+4
Uitvoeroverschot 0 Invoeroverschot
—
` ‘_.
1
—4
—
—4
I INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME 220 —
Basis 1953 = 100
Bron. I.R.E.S.P.
INVOER ^ / / ‘1
.." 1.80 —
Maandgemiddelden i1
—
/ /
140 —
.0...,
...
■- s ".....# I
••.' e..
•■•• ...
,—... ....
/
— — 180
.e
\,...• ♦
— 220
\i/
„,. / *** .
...
/ ,—..1
—
... ••., 4
—
140
/ ..1
—
I
100
100
....n UITVOER — 220
220 —
Maandgemiddelden
180 —
— 180
— 140
140 —
—
_
100
100 —
,J—'
v
Basis 1953= 100
INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID EN VAN DE RUILVOET 110
—
^
110
Uitvoer
106
\
...
..—
..... — — ....
......
..
..., ........... .....—
...
100
..• .... —.. Invoer
90 —
—
no
90
110 Ruilvoet 100
100
90 j",
1 1954
1
1.
1
1
1
1
I 1 1956
1
1
1
1
1 1958
I
1
1
I
11 1960
1
1
1
1
1
I 1962
1
I
I
I
" (-\_, 90 1964
VIII - 1. - BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. - ALGEMENE TABEL Bron : 1.R.E.S.P.
Bron : N.I.9. Waarde (miljarden f anken) Maandgemiddelden of maanden Invoer
Uitvoer
Handelsbalans
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
13,6 14,3 13,0 14,3 16,5 17,6 19,0 21,3
•13,2 13,3 12,7 13,7 15,7 16,4 18,0 20,2
-
0,4 1,0 0,3 0,6 0,8 1,2 1,0 1,1
1962 30 kwartaal 4 0 kwartaal
17,6 20,8
17,0 18,7
-
0,6 2,1
1963 le kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 4e kwartaal
19,4 21,2 21,0 23,6
18,1 20,6 19,9 22,0
-
1,3 0,6 1,1 1,6
98 95
1964 le kwartaal
v24,1
22,8
v-
1,3
v95
19,9 24,4
18,9 23,2
-
1,0 1,2
95
21,6 19,9 20,0 20,6 20,9 24,2 22,1 22,8
21,1 19,7 21,0 18,1 20,5 24,7 20,3 21,0
24,6 23,7 v24,0 25,5
22,5 22,4 23,4 24,4 21,3
1963 Januari april 1964 Januari april -
v
-
L963 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December L964 Januari Februari Maart April Mei
v v
j + -
0,5 0,2 1,0 2,5 0,4 0,5 1,8 1,8
v-
2,1 1,3 0,6 1,1
--
Indexcijfers basis 1958 =100
Percentage uitvoer
pri • zen
hoeveelheid
ruilvoet 1
invoer
invoer
uitvoer
bij invoer
bij uitvoer
97
135 137 131 145 160 171 185 203
135 132 133 146 164 169 189 204
100 102 96 93 96 97 98 99
101 105 98 95 97 96 95 97
173 200
179 196
98 98
94 95
96 97
188 202 201 222
183 216 203 211
98 99 99 101
96 94 96 102
98
93
97 96 95 93 95 95
97 90 93 93
95 98
99 105
101 103 102 102 102
99 97 98
95 97 101
indexcijfer van de uitvoerprijzen indexcijfer van de invoerprijzen
a Ruilvoet
N. B. - Wegens de verbeteringen van de cumulatieve cijfers, stemmen de kwartaalcijfers en de cijfers van de eerste x maanden niet noodzakelijk overeen met het gemiddelde van de maandcijfers.
88 98 102 92
92 92 94 v97 95
VIII - 2. - UITVOER VAN DE B.L.E.U. VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljarden franken) Bron : N.1.8. (indeling van de N.B.B. volgens de Type-classificatie voor de internationale handel van de O.V.N.). IJzer- en staalprodukten
Metaalverwerking
Non-ferro metalen
Textiel
1955 1956
2,5 3,0
2,1 2,3
1,1 1,2
1,9 2,1
0,9 1,0
0,5 0,5
0,3 0,4
0,3 0,3
0,5 0,6
1957 1958 1959 1960
3,1 2,8 2,8 3,5
2,5 2,6 2,7 3,2
1,0 0,9 1,1 1,3
2,2 1,8 2,1 2,4
1,0 1,0 1,2 1,2
0,5 0,3 0,2 0,2
0,4 0,5 0,5 0,5
0,3 0,3 0,4 0,5
1961 1962 1963
3,5 3,1 3,20 3,21
3,2 3,8 4,34 5,03
1,3 1,3 1,36 1,54
2,4 2,6 2,92 3,23
1,2 1,2 1,28 1,46
0,2 0,2 0,22 0,25
0,5 0,4 0,46 0,66
1962 3e kwartaal 40 kwartaal
3,03 3,14
4,19 4,35
1,18 1,42
2,72 3,16
1,20 1,25
0,22 0,22
1963 le kwartaal ._ 20 kwartaal . 30 kwartaal . 40 kwartaal .
2,99 3,35 3,24 3,25
4,34 5,35 4,96 5,46
1,33 1,62 1,51 1,71
3,04 3,23 3,02 3,65
1,33 1,49 1,41 1,60
1964 le kwartaal
3,67
6,07
1,68
3,63
L963 Maart April Mei Juni
3,47 8,49 3,30 8,27 3,43 3,18 3,10 3,71 2,96 3,08
4,82 5,42 5,69 4,95 5,75 4,30 4,81 6,06 5,14 5,13
1,58 1,72 1,54 1,60 1,60 1,23 1,69 1,93 1,43 1,83
3,34 3,28 3,23 3,18 3,07 2,73 3,26 4,14 3,26 3,55
3,70 3,61 3,69
5,95 5,77 6,50
1,66 1,64 1,74
3,53 3,64 3,72
Maandgemiddelden of maanden
ScheikunParels Steen- Petroleum-1 Glas- en dige kolenen edelgo- Landbouw produkten nijverheid nijverheid spiegelglas sfeersten produkten
Diversen
Totaal
0,3 0,3
1,2 1,5
11,6
0,5 0,5 0,7 0,7
0,3 0,4 0,4 0,4
1,5 1,6 1,6 1,8
13,2 13,3 12,7 13,7 15,7
0,5 0,4 0,52 0,50
0,7 0,8 0,83 0,96
0,4 0,5 0,68 0,89
1,8 2,1 2,20 2,43
16,7 16,4 18,01 20,16
0,47 0,41
0,47 0,51
0,78 0,88
0,62 0,96
2,14 2,35
17,02
0,16 0,28 0,26 0,29
0,51 0,67 0,80 0,66
0,47 0,47 0,53 0,55
0,90 0,90 0,96 1,08
0,91 0,80 0,80 1,03
2,16 2,39 2,71
18,14 20,85 19,88 21,99
1,52
0,32
0,69
0,59
1,10
0,74
2,79
22,80
1,49 1,53 1,46 1,50 1,45 1,43 1,35 1,84 1,42 1,51
0,20 0,33 0,27 0,24 0,24 0,26 0,27 0,28 0,28 0,31
0,69 0,60 0,79 0,63 0,75 0,91 0,74 0,78 0,63 0,57
0,46 0,49 0,49 0,43 0,53 0,49 0,56 0,60 0,51 0,53
0,96 0,78 1,15 0,79 1,02 0,60 1,27 1,13 1,11 1,01
1,06 0,96 0,72 0,71 0,74 0,72 0,96 1,33 0,91 0,86
2,42 2,52 2,47
20,49
1,61 1,48 1,47
0,37 0,37 0,23
0,78 0,71 0,58
0,58 0,57 0,62
1,01 1,11 1,19
0,78 0,70 0,75
2,57 2,84 2,93
Oude reeks
1960
Nieuwe reeks
-
-
Juli Augustus September Oktober November December L964 Januari Februari Maart
2,49
2,41 2,45 2,28 2,46 2,91 2,62 2,62
18,65
21,12 21,11 19,71 21,03 18,13 20,47 24,71 20,27
21,00 22,54
22,44 23,42
N. B. - De inhoud van elke rubriek stemt met de benaming overeen, zelfs indien de produkten worden vervaardigd door een nijverheidstak die een andere hoofdactiviteit heeft. - Voor een overzicht van de buitenlandse handel van 1948 tot 1957 : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXIVe Jaargang, Deel II, nr 1, juli 1959. Voor de analyse van 1959 : XXXVe Jaargang, Deel II, nr 1, juli 1980; van 1960 : XXXVIe Jaargang, Deel II, nr 1. augustus 1961; van 1961 : XXXVIIe Jaargang, Deel II, nr 1, juli 1962; van 1962 : XXXVIIIa Jaargang, Deel II, nr 1 - 2, juli-augustus 1968.
VIII -
3. -
INVOER VAN DE B.L.E.II VOLGENS GOEDERENGROEPEN (miljoenen franken)
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek. - Berekeningen van de N.B.B. Verbruiksgoederen
Produktiegoederen bestemd voor
niet duurzame
diverse produktiesectoren de
de ledernijverheid
de napier en gre." fische ., •• 9 e! ahevid
de tabaksnijverheid
mantnijverheld
de houtnijver, ..i . "e."'
1957 1958 1959 1960
7.197 8.238 9.434 9.814 8.596 9.682 11.453
1.033 912 1.089 1.045 1.059 1.170 1.278
293 417 507 532 451 675 773
194 240 196 227 193 206 271
118 116 124 124 106 142 172
103 127 132 147 121 244 244
74 74 78 88 94 98 105
1960 2° kwartaal
11.707 3.931 1.214 1.216
912
342
170
293
Maandgemiddelden
Totaal
1
de textielbedrij_, v°-
voedingsbedrijven 2
die-
3
4
de bouwbedrij-ven
de rubbernijverbeid
5
6
de P etr°leumraffinadenen 7j
vloeibare
andere
8
Uitentrage.
voedingsmiddelen
Brandstoffen scheikundige produkten
metaalprodukten
andere pro_ dukten
9
10
Totaal
dierlijke produkten
plantaardige produkten
643 637 735 767 742 751 804
duurmin e
goede.
andere 11
12
13
1] ,7,1.Ei3
de metaalnijverheid
de landebnoudwa
275 313
1.271 1.361 1.434 1.673 1.665 1.567 1.609
1.164 1.245 1.647 1.644 1.683 1.690 1.950
10.624 11.850 13.635 14.302 13.037 14.341 16.488
ren
Oude reeks 1954 1955 1956
1.957 2.540 3.065 2.827 2.437 2.858 3.808
1.212 1.211 1.277 1.427 935 1.088 1.270
227
541 649 809 1.022 957 897 946
439 474 612 717 700 677 652
250 306 367 401 410 445 666
983 1.172 1.178 1.257 1.133 1.071 1.041
2.554 2.844 2.758 2.969 3.085
349 369 385 404 351 376 359
107
232
894
672
696
1.028 3.109
380
761
315
1.653 1.897 16.713
111
Nieuwe reeks
2.263 2.367
---.-.....---.---...
1962 1963
11.549 12.070 12.987 14.395
3.922 4.045 4.388 4.700
1.271 1.472 1.581 1.662
1.300 1.245 1.464 1.480
773 793 771 938
272 283 267 316
172 196 197 219
245 247 237 265
104 109 103 119
222 242 253 290
88 81 75 82
595 623 659 933
351 344 415 393
685 724 782 960
667 696 764 898
235 277 311 344
647 691 720 796
3.089 3.285 3.423 4.019
353 395 377 462
798 812 846 920
307 309 314 360
1.630 1.769 1.886 2.277
1.850 2.224 2.571 2.886
1962 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4" kwartaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal
12.758 13.115 11.948 14.127 13.373 14.187 14.051 15.968
4.259 4.461 4.233 4.597 4.435 4.723 4.494 5.147
1.683 1.566 1.316 1.761 1.666 1.561 1.621 1.798
733 1.505 1.523 792 686 1.289 1.541 874 843 1.485 1.297 945 913 1.373 1.763 1.052
194 206 344 323 168 291 434 369
222 182 171 215 234 217 194 231
220 226 239 263 220 260 277 304
94 100 102 114 109 118 121 127
213 259 271 268 203 309 319 329
79 72 57 92 84 87 71 87
627 765 474 768 855 898 986 994
457 720 765 396 368 720 923 438 520 756 366 1.013 312 973 375 1.097
756 766 702 835 809 941 848 993
308 313 293 330 304 344 344 386
688 723 683 785 682 817 771 916
3.281 3.411 3.268 3.731 3.582 4.011 4.018 4.463
742 367 346 914 754 365 432 936 808 394 374 1.003 512 892 568 975
337 313 319 321 336 372 354 376
1.835 1.838 1.830 2.042 2.044 2.262 2.260 2.544
2.472 18.511 2.542 19.068
1960 (•) 1961
2.370 2.900 2.449 2.976 2.949 3.174
16.488 17.579 18.981 21.300
17.586 20.758 19.404 21.174 21.018 23.605
• Benaderende cijfers verkregen aan de hand van de oude tariefposten. 1 Rubriek vanaf 1960 gewijzigd : UitDuurzame verbruiksgoederen », hetzij bij de a) door opneming van sommige produkten die voordien ingedeeld waren hetzij bij de e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten a, hetzij bij de rustingegoederen »; b) door uitsluiting van produkten die voortaan opgenomen worden bij de e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieeectoren : andere produkten ». Die rubriek omvat, zowel ',ddr als na 1960, de losse stukken van autovoertuigen. 2 Rubriek gewijzigd wegens opneming van produkten die voordien deel uitmaakten van de rubriek « Niet duurzame verbruiksgoederen - andere dan voedingsmiddelen ». Die rubriek omvat, zowel v66.7 als na 1980, de graangewassen. 3 De nieuwe reeks omvat de schoenen van alle aard, behalve die van rubber. Rubriek die vanaf 1959 gewijzigd werd door opneming van produkten die voordien gerangschikt waren onder het hoofd e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten ». 5 Vanaf 1959, nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieeectoren : andere produkten ». a Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek e Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : scheikundige en andere produkten ». Produktiegoederen bestemd voor diverse produktieeectoren : vloeibare brandstoffen e. 1 Vanaf 1960 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien voorkwam onder de rubriek 5 Rubriek gesplitst sedert 1960 : zie noot 7. 1960 nieuwe rubriek waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder de rubriek « Produktiegoederen bestemd voor diverse produktiesectoren : andere produkten a. Vanaf 10 Gewijzigde rubriek, zie noot 1, 4, 5, 6 en 9, 11 Vanaf 1959 nieuwe rubriek, waarvan de inhoud voordien hoofdzakelijk voorkwam onder het hoofd s Duurzame verbruiksgoederen s. 12 Rubriek gewijzigd. a) in 1959 • zie noot 11. b) in 1960 door opneming van produkten uit de rubriek e Uitrustingsgoederen » en door overplaatsing van andere produkten naar de s Produktiegoederen bestemd voor de metaalindustrie en de metaalverwerkende nijverheid s. 13 Gewijzigde rubriek : zie noot 12 b) en door de produkten gaande naar « Produktiegoederen bestemd voor metaalbedrijven s.
vm -
4
a.
- INDEXCIJFERS VAN DE GEMIDDELDE WAARDEN PER EENHEID Basis 1953 = 100
Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1961 1954
1955
1956
1957
1959
1958
1960
1961
1962 le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 1 4e kwart. le kwart. 12e kwart. 13e kwart. 14e kwart.
INVOER (C.I.P.)
Produktiegoederen Verbruiksgoederen Uitrustingsgoederen Totaal
94,5 98,4 93,6
96,8
101,3
96,7 95,9
95,7 94,3
95,1
96,7
99,1
104,7 97,3 102,3
95,7 94,1 101,6
94,4 91,2 93,6
96,5 91,3 99,1
95,9 93,3 102,8
94,5 93,2 108,4
102,8
96,1
93,6
95,6
96,1
95,7
104,4
95,9 94,6 105,1
96,8
95,9
96,5
103,6 98,3 91,8
103,5 98,3 94,7
102,3 98,8 91,1
82,8 91,3 92,1
82,8 88,9
83,5 88,5
100,8 100,2 92,7 83,4
89,0
87,0 167,7 114,5
95,8 92,9 103,9
96,6 93,3 106,7
95,9
95,6 92,8
94,3
108,8
94,7 94,7 108,1
93,7 93,3 110,3
94,3 108,4
96,5
96,1
95,3
95,7
98,5
97,6 99,3 91,8
96,6 99,7 90,1 82,7
96,8 99,3 91,1
95,5 93,0
UITVOER (F.O.B.)
IJzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven
88,5 90,1
98,9 94,0
Non-ferro metalen Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid
95,7 94,5
110,7 90,0 99,0 92,6
96,9
90,5 93,2 97,9
Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten
105,4 100,1 99,9 96,4
Cement Steengroeven Ceramiek Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen
Totaal
104,0 104,1 83,6
88,2 97,9 112,0
90,8 93,4
82,0 90,9
130,5 210,3 110,1 108,0 101,6
127,1 202,5 111,3
102,0 111,7 110,1
102,9 103,7 82,5 98,9 94,5
98,4 92,8
118,0 107,5 99,2
170,6 108,2 113,2
105,1
97,0 89,4
Totaal
1 Indexcijfers van de ruilvoet •
94,8 101,2 101,9 96,9
110,2 97,3 121,1
105,7 83,2
96,9 99,1 93,1 77,7
96,8 97,5 82,1
98,6 92,5 83,1
97,4 99,1 91,4 82,7
89,6 104,0
89,2 94,8
89,6 89,3
85,9 91,4
172,4 110,7
172,4 112,5
105,9 100,1
104,7 97,0
113,8 111,3 99,6
120,3 100,5 101,5
106,9 101,6 116,3 103,7 102,5
96,7
93,7 89,5
93,3 88,6 91,7
88,9 86,3 83,5
95,1 91,3 89,3
94,8 89,3 93,8 78,4 83,5 92,3 96,2
113,8 103,2 86,0
108,7 89,2 95,8 94,7
93,0 101,4 84,2
96,7
96,7 93,0 96,6
96,7 85,1
94,0 87,6
100,5 106,5
102,5
101,6
82,1 83,5 97,7
92,8
96,6
101,5
105,8
98,3
94,8
97,1
97,6
I
99,9
1
92,7
102,4 i 102,9
I
102,4
190,1 111,4
106,6 102,6 118,4
120,3 114,5
107,1
102,3
I
168,3 111,0 111,9
177,9 111,8 106,2 99,4
indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de uitvoer f.o.b.) indexcijfer van de gemiddelde waarden per eenheid bij de invoer (c.i.f.)
101,6
I
100,1
170,5 112,2 116,6
105,2 119,0
100,8 113,0
102,3 95,9 91,4
104,4 98,1 98,3 92,6
109,0 100,2 93,2
96,5 78,1
97,9 76,4
84,3 92,5
82,7 86,9
103,3 101,8 95,9 92,4 89,1
100,8 104,0 90,4 91,8 93,8 77,7 83,4
90,0
79,6 83,4 92,7
95,1
78,4 84,0 89,3
94,9
96,5
96,5
95,8
96,5
99,9
100,0
108,9 100,1 93,5 92,1 104,2 76,4 82,1
99,2
1
100,6
I
99,7
103,1 115,2 103,9 101,0 96,2 90,8 95,9
1
82,8 87,7 89,2
86,7 171,5 113,3 112,5
170,7 113,2 108,7 104,8
121,6
100,9 114,7
INDEXCIJFERS VAN DE RUILVOET 101,3
90,8 89,9
175,5 113,5 107,8 98,3 116,3
104,0
100,0 92,8 82,8 87,1
113,8 104,1
I
92,5 103,8 78,4 81,3
82,6 85,5
85,4 93,5 166,2
97,3 167,6
110,1
108,7
109,0 100,6 116,6
112,2 98,2 112,6
111,4
108,4 100,7 96,2
100,1 93,5 92,8 114,7
99,8
76,0 82,2 85,6
95,5
95,4
94,5
99,0
99,3
99,2
90,4 101,5 74,6 84,0 93,2 94,9
I
99,2
-1 cn
VIII - 4 b. - INDEXCIJFERS VAN HET VOLUME Basis 1953 = 100 Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek - Berekeningen door de N.B.B. 1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
I
1961 1961
1962
1962 le kwart. 12e kwart.
8e kwart. 14e kwart.
le kwart. 12e kwart. 18e kwart. 14e kwart.
INVOER (C.I.F.)
Produktiegoederen Verbruiksgoederen IIitrustingsgoederen Totaal
113,6 101,2 110,5
124,5 108,4 114,4
136,7 118,7 142,8
137,4 129,1 137,4
131,6 129,2 141,7
146,5 143,3 159,4
163,8 157,1 174,2
172,3 165,6 209,4
191,6 170,4 228,9
172,0 169,2 200,5
173,5 166,7 208,3
163,8 160,4 197,4
184,4 173,9 215,1
186,9 168,4 219,7
192,1 169,7 227,2
178,3 165,8 215,7
206,6 188,0 243,5
110,6
119,7
133,8
135,7
132,4
147,5
163,9
175,2
191,5
174,6
175,9
166,7
185,7
186,9
191,7
180,1
207,3
168,6
169,4 231,8 166,9 184,4
182,1 250,2
187,7 263,7 174,5 194,3 223,1 71,1
171,4 232,3 145,9
176,6
204,3 149,3 160,7 199,6 80,1
185,5 283,1
186,7 246,8
216,1
295,5 73,8
UITVOER (F.O.B.)
131,2
143,3 137,8 118,8 133,2 137,6
140,1 137,4
140,8 149,1
110,5 134,9 152,5
128,0 153,9
121,0 160,3 163,6
108,7 140,3 145,6
122,0 122,6 161,2 78,9 171,3
112,9 91,4 103,1
131,1 103,7 114,8
151,7 89,4 126,4
119,5 110,5 107,6
135,8 162,0 123,8 146,8
147,6 187,1
131,5
172,0 181,2 97,2
IJzer- en staalnijverheid Metaalverwerkende bedrijven Non-ferro metalen
107,0 114,9 107,2
Textiel Scheikundige produkten Steenkolennijverheid Petroleumnijverheid Glas en spiegelglas Landbouwprodukten Cement Steengroeven Ceramiek
110,2 115,7 130,0
131,6 110,3 119,8 125,2 163,7
104,8 117,0
Hout en meubelen Huiden, leder en schoeisel
125,9 89,0 121,9
Papier en boeken Bewerkte tabak Rubber Voedingsbedrijven Diversen Totaal
74,3 85,6
148,4 96,0 94,8
109,4
125,7
128,0 180,4
156,0 162,7 135,8 146,6 186,3 62,2 171,5
179,4 194,6 151,7 158,8
165,4 210,6
198,7 71,6 166,4 231,7
161,0 170,4
159,6
207,8
185,7 65,0 177,8 229,4
137,1 94,3
191,1 66,1 116,1 112,9 158,4
191,3 71,5 136,5
211,2
125,8 124,9
185,2 75,7 129,3 136,3 205,0 139,8
195,0 257,1 143,9 274,7
259,0 325,5 185,2
179,6 113,9 202,8 244,2
110,8
167,4 92,7 85,9
135,3
131,8
115,6 206,0 295,2 167,7
234,8 372,5 196,2
436,6 209,3
73,6 152,7
288,7 527,8
86,8
113,1 1 01 , 9
130,9 120,2
248,4 154,6 128,4
134,7
150,3
168,3
175,0
100,3
179,1 245,6 165,0 194,3 209,8 69,5 183,4
146,4 205,1
178,1 232,7
174,0 167,8 198,1 58,2
155,9 169,8
195,0 76,8 170,2 226,6
214,0
194,2 258,5
183,5 83,4 161,5
199,1 89,7 165,2
281,2 333,7 188,9
297,6 326,8 179,2
297,8 520,4
277,7 511,3
133,4
232,7 142,2 138,7
276,5 143,1 120,4
226,0 159,3 123,7
540,9 266,6 174,4 135,2
195,3
167,6
179,9
173,0
185,1
269,5 263,8 72,3 178,7 221,7 454,7 203,3 333,2 493,5 277,7 186,4
136,5 200,7
204,6 71,2 164,8
237,2 47,5 122,0 189,5 276,4 185,6 274,4 537,9
271,3 73,6 165,7 290,6 408,3 190,7 284,9
167,0 194,3 219,4 76,8 193,5 275,3 250,9 57,7 149,5 229,0 417,3 195,8
78,5 191,3 245,5 460,9
180,5 205,5 66,8
195,5 206,9 427,1
237,3 172,8 211,6 202,3 63,4 164,1 272,0 320,4 79,0 188,7 235,4
207,4 334,6 425,9
197,2 343,6 474,5
545,5 204,1 373,3 524,1
179,0 156,3
281,7 185,4 96,6
259,3 170,1 155,0
304,3 213,5 125,2
197,7
200,4
186,9
198,8
328,0 548,4 274,5
- 718 -VIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor
de Statistiek.
Frankrijk
West-Duitsland 1 Maandgemiddelden ot maanden
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
0,28 0,69 0,87 0,77 0,52 0,33 0,63 0,37 0,37
1,47 1,62 1,70 1,51 1,80 2,24 2,59 2,77 3,20
1,16 1,41 1,46 1,34 1,25 1,64 1,84 2,24 2,94
-- 0,31 - 0,21 -- 0,24 - 0,17 - 0,55 - 0,60 - 0,75 -- 0,53 - 0,26
1,56 1,78 2,02 2,05 2,26 2,45 2,69 2,80 3,14
2,40 2,89 3,02 2,63 2,92 3,35 3,83 4,11 4,55
3,21 3,56 3,25 3,90 3,78 4,00 4,19
0,27 0,23 0,31 0,19 0,32 0,66 v- 0,50
2,49 3,10 2,93 3,31 2,89 3,70 v 3,89
1,97 2,53 2,59 3,12 2,72 3,32 3,53
- 0,52 - 0,57 - 0,34 - 0,19 -- 0,17 - 0,38 v- 0,36
2,64 3,07 2,92 3,12 3,10 3,42 v 3,59
3,85 4,36 3,98 4,72 4,54 4,98 5,24
+ 1,21 + 1,29 1,06 + 1,60 + 1,44 + 1,56 V+ 1,65
4,02 3,68 3,60 3,75 3,99 4,36 3,81 3,82 3,80 4,16 4,62 4,64 4,62
- 0,18 - 0,18 - 0,28 - 0,24 - 0,37 - 0,30 - 0,71 - 0,75 - 0,65 - 0,48 V- 0,35 - 0,49
3,43 3,11 2,95 2,74 2,91 3,95 3,36 3,74 3,75 3,98 v 3,95 3,82
3,02 2,91 2,92 2,09 3,15 3,39 3,25 3,34 3,54 3,56 3,48 3,71 3,33
- 0,41 - 0,20 - 0,03 - 0,65 + 0,24 - 0,56 - 0,11 - 0,40 - 0,21 -- 0,42 v- 0,47 - 0,11
3,26 2,96 2,80 2,97 3,44 3,74 3,29 3,18 3,71 3,48 v 3,57
4,95 4,49 5,15 3,91 4,55 5,36 4,79 4,78 5,04 5,13 5,55 5,84 4,68
+ 1,69 + 1,53 + 2,35 + 0,94 + 1,11 + 1,62 + 1,50 + 1,60 + 1,33 + 1,65 V+ 1,98 + 2,11
handelsbalans
invoer
uitvoer
1,64 2,03 2,23 2,23 2,34 2,81 3,14 3,55 4,10
1,36 1,34 1,36 1,46 1,82 2,48 2,51 3,18 3,73
-
1962 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal 1964 1 0 kwartaal
3,48 3,79 3,56 4,09 4,10 4,66 v 4,69
-
1963 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei
4,20 3,86 3,88 3,99 4,36 4,66 4,52 4,57 4,45 4,64 v 4,97 5,13
1965 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Nederland
Europese Economische Gemeenschap
Ital ie
Maandgemiddelden of maanden
3,73
handelsbalans + 0,88
+ 1,11 + 1,00 + 0,58 + 0,66 0,90 + 1,14 + 1,81 1,41
Totaal 0.E.S.0.-landen (moederlanden) 2
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
invoer
uitvoer
handelsbalans
0,18 0,20 0,27 0,28 0,34 0,39 0,48 0,56 0,74
0,25 0,26 0,28 0,29 0,36 0,48 0,53 0,72 1,04
+ 0,07 + 0,07 + 0,01 + 0,01 + 0,02 + 0,09 + 0,05 + 0,16 + 0,30
4,87 5,63 6,22 6,01 6,74 7,89 8,90 9,68 11,18
5,17 5,90 6,12 5,72 6,35 7,95 8,71 10,25 12,26
+ 0,30 + 0,27 - 0,10 - 0,29 - 0,39 + 0,06 - 0,19 + 0,57 + 1,08
6,78 7,75 8,47 8,03 8,94 10,35 11,51 12,50 14,33
+ 0,66 + 0,51 -- 0,05 - 0,11 -- 0,23 + 0,43
1962 3e kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal :1064 1. 0 kwartaal
0,57 0,57 0,62 0,71 0,82 0,79 v 0,89
+ + + + + +
+ + + + + +
1963 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei
9,18 10,53 10,03 11,23 10,91 12,57 v 13,06 11,63 10,61 10,41 10,52 11,51 13,30 11,87 12,21 12,74 13,05 v 13,40 13,69
9,66 11,31 10,75 12,73 12,12 13,44 13,96
0,74 0,68 0,78 0,82 0,80 0,95 0,70 0,72 0,83 0,95 v 0,90 1,01
0,63 0,86 0,93 0,99 1,08 1,14 1,00 0,95 1,04 0,98 1,02 1,25 1,33 1,07 1,01 0,96 1,03 1,00 0,93 0,74
7,44 8,26 8,42 7,92 8,71 10,78 11,68 13,25 15,51 12,47 14,45 13,83 16,05 15,21 16,97 17,36 16,34 15,34 15,86 13,88 15,91 18,67 15,75 16,48
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
0,06 0,29 0,31 0,28 0,26 0,35
v+ 0,11 + 0,21 + 0,36 + 0,20 + 0,20 + 0,45 + 0,38 + 0,37 + 0,29 + 0,13 + 0,08 v+ 0,10 - 0,08
12,94 12,12 12,65 10,77 12,94 14,44 12,92 12,95 13,34 13,87 14,65 15,12 13,37
0,48 11,77 0,78 13,68 0,72 12,94 1,50 14,40 1,21 13,85 0,87 16,14 V+ 0,90 v 16,45 + 1,31 14,87 + 1,51 13,85 + 2,24 13,24 13,54 + 0,25 + 1,43 14,34 + 1,14 17,05 + 1,05 15,27 + 0,74 15,60 + 0,60 16,05 + 0,82 16,52 v+ 1,25 v 16,79 + 1,43
17,01 17,13 17,93
1 Het Saargebied wordt gerekend bij Frankrijk tot op het einde van het le halfjaar 1969 en bij Weet-Duitsland vanaf het 2e halfjaar 1959. Incl. Spanje vanaf 1980.
+ 0,17 + 0,75 1,18 + + + + + + v+
0,70 0,77 0,89 1,65 1,36 0,83 0,91
1,47 + 1,49 2,62 + 0,34 + 1,57 A- 1,62 0,48 -F 0,88 + 0,96 + 0,61 v4- 1,14
- 719 VIII - 5. - GEOGRAFISCHE SPREIDING VAN DE BUITENLANDSE HANDEL VAN DE B.L.E.U. (miljarden franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Maandgemiddelden of maanden
handelsbalans
invoer
uitvoer
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1,31 1,70 1,77 1,29 1,35 1,63 1,56 1,88 1,97
1,01 1,26 1,09 1,17 1,81 1,49 1,50 1,72 1,71
• -
1962 3 0 kwartaal 4e kwartaal
1,67 2,00
1,61 1,52
1963 1 5 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal
1,77 1,97 1,90 2,23
1,53 1,72 1,83 1,77
1964 10 kwartaal
uitvoer
0,30 0,44 0,68 0,12 0,46 0,14 0,06 0,16 0,26
1,00 1,10 1,17 0,98 1,19 1,21 1,33 1,53 1,76
0,74 0,84 0,74 0,72 0,81 0,87 0,86 0,90 1,16
-----
-
0,06 0,48
1,44 1,65
0,87 0,99
-
0,24 0,25 0,07 0,46
1,69 1,84 1,62 1,89
1,04 1,23 1,11 1,24
v 2,16
1,88
1,79
1,24
:1 . 963 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1,78 2,07 1,88 1,88 1,86 2,23 2,08 2,27
1,88 1,53 2,00 1,54 1,96 2,42 1,44 1,47
+ + + + -
0,10 0,54 0,12 0,34 0,10 0,19 0,64 0,80
1,88 1,94 1,60 1,64 1,54 2,06 1,85 1,71
1,28 1,23 1,21 1,09 1,04 1,54 0,94 1,26
1964 Januari Februari Maart April Mei
2,24 2,15 2,09 2,15
1,88 1,90 1,86 2,14 1,79
v-
0,36 0,25 0,23 0,01
1,70 1,88 1,80 2,02
1,39 1,24 1,09 1,32 0,96
v
Latijns-Amerika 1 Maandgemiddelden of maanden
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 3 0 kwartaal 4e kwartaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4 0 kwartaal 1964 le kwartaal 1 . 963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
invoer
0,60 0,70 0,65 0,63 0,63 0,75 0,72 0,85 0,92 0,83 0,91 0,89 0,86 0,98 0,96 0,93 0,86 0,90 0,74 0,93 1,01 0,95 1,06 0,74 0,83 1,05 0,93
uitvoer
0,55 0,55 0,80 0,77 0,72 0,68 0,64 0,58 0,46 0,55 0,51 0,44 0,45 0,46 0,51 0,56 0,46 0,45 0,44 0,47 0,48 0,52 0,38 0,59 0,44 0,50 0,59 0,58 0,52
handelsbalans
invoer
v- 0,28 v
Landen van het sterl'nggebied exclusief het Verenigd-Koninkrijk
Verenigd - Koninkrijk
Verenigde Staten van Amerika
uitvoer
0,26 0,26 0,43 0,26 0,38 0,34 0,47 0,63 0,60
1,12 1,14 1,18 0,95 1,11 0,95 0,94 1,14 1,29
0,80 0,94 0,87 0,80 0,68 0,83 0,81 0,74 0,81
-
0,32 0,20 0,31 0,15 0,43 0,12 0,13 0,40 0,48
-
0,57 0,66
0,93 1,17
0,68 0,78
-
0,25 0,39
--
0,65 0,61 0,51 0,65
1,19 1,37 1,42 1,19
0,86 0,80 0,73 0,84
--
0,33 0,57 0,69 0,35
v- 0,55 ---v-
0,99
0,60 0,71 0,39 0,55 0,50 0,52 0,91 0,45
1,32 1,16 1,49 1,35 1,00 0,93 1,06 1,28
0,82 0,76 0,85 0,68 0,67 0,96 0,71 0,83
▪ -
0,50 0,40 0,64 0,67 0,33 0,03 0,35 0,45
0,31 0,64 0,71 0,70
1,65 1,20
1,09 0,99 0,88
-
0,56 0,21
Kongo en Ruanda - Urundi handelsbalans
invoer
▪ ▪ ▪ -
0,05 0,15 0,15 0,14 0,09 0,07 0,08 0,27 0,46 0,28 0,40 0,45 0,41 0,52 0,45
0,97 1,01 0,79 0,69 0,81 1,11 0,96 0,76 0,71 0,77 0,71 0,72 0,67 0,72 0,72
---
0,47 0,41 0,46 0,27 0,45 0,49 0,57 0,47 0,30 0,33 0,46 0,35
0,60 0,76 0,89 0,30 0,63 0,85 0,61 0,79 0,70 0,53 0,92 0,86
uitvoer
0,55 0,59 0,58 0,49 0,38 0,26 0,19 0,21 0,21 0,20 0,16 0,17 0,18 0,20 0,27 0,27 0,16 0,18 0,17 0,20
0,19 0,18 0,23 0,26 0,31 0,23 0,28 0,29 0,24
handelsbalans
invoer
Oost-Europa
handelsbalans
invoer
uitvoer
- 0,42 - - 0,42 - 0,21 - 0,20 - 0,43 - 0,85 - 0,77 - - 0,55 - 0,50 - 0,57 - 0,55 - 0,55 - - 0,49 - - 0,52 - 0,45
0,36 0,43 0,44 0,39 0,46 0,50 0,56 0,61 0,67 0,65 0,78 0,52 0,63 0,76 0,78
-
0,51 0,51 0,63 0,72 0,71 0,84 0,68 0,75 0,63 0,81 0,75 0,60
0,41 0,45 0,40 0,37 0,37 0,57 0,55 0,50 0,46 0,46 0,44 0,38 0,47 0,47 0,53 0,52 0,45 0,44 0,56 0,41 0,46 0,41 0,52 0,52 0,44 0,62 0,55 0,43 0,58
0,44 0,58 0,72 0,10 0,44 0,67 0,38 0,53 0,39 0,30 0,64 0,57
handelsbalans
+ 0,05 0,02 - 0,04 - - 0,02 -- 0,09 0,07 - - 0,01 - - 0,11 - 0,21 - - 0,19 - 0,34 - 0,14 - 0,16 - - 0,29 - 0,25 ---
0,06 0,07 0,07 0,31 0,25 0,43 0,16 0,23 0,19 0,19 0,20 0,17
1 Omvat : Midden-Amerika, Zuid-Amerika en Mexico. BlbllograflaChe referenties : Maandelijks bulletin over de buitenlander, handel van de B.L.E.U. - Statistisch Jaarboek voor Belgiii. - Statietisoh Tijdschrift van het N.I.S. - Industrie, tijdschrift van de V.B.N. - De Belgische Textielnijverheid, maandelijks tijdschrift van Febeltex. - Belgisch Handelotijdschri f 1 van de Belgiache Dioriet voor de buitenlandse handel. - Handelsoverzicht van de Nederlandsche Kamer van Koophandel voor Belgje. en Luxemburg. - Bulletins statistique : Commerce extéricur (0.E.S.0.). - Statistical Papers : Direction of International Trade (O.V.N.). - Algemeen Statistisch Bulletin (Statistisch Bureau van de Europese Gemeenschappen). - Recherches économiques de Louvain (1.R.E.S.P.). - Cir. N. B. van tabel V111-9.
- 720 -
IX. - BETALINGSBALANS IX - 1. -
BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE * Jaarcijfers - Oude reeks arden franken)
1952
1958
1955
1954
1956
1957
1958
1959
1960
1961
A. Goederen- en dienstentransacties. 1. Goederentransacties 1 : 1.1. Uitvoer - Invoer (f.o.b.) 2 1.2. Loonwerk 1.3. Arbitrage
+ 11,1 + 3,1 + 1,1
2. Niet monetair goud
-
0,1
8. Vervoer 2
-
4,6
4. Verzekeringspremies -uitkeringen 5. Reisverkeer i a
+ +
1,7 2,1 1,5
-
2,3
+ +
5,9 1,6 1,7
+ + +
1,5 2,0 1,4
+ + +
...
-
0,1
-
-
2,7
+
1,1
+
...
1,0 2,6 1,9
+ +
6,4 2,6 2,6
0,8
-
1,1
0,8
+
+ + +
0,9 2,4 1,2
+ +
4,2 1,8 0,6
+ +
1,9 2,6 0,6
+ +
5,7 3,4 2,8
...
-
0,6
-
0,6
-
1,1
3,0
+
2,8
+
2,5
+
1,2
-
0,6 0,7
en -
0,2
...
-
0,1
-
0,7
-
0,6
-
0,6
-
0,7
-
0,7
-
0,9
-
-
1,5
-
0,8
-
0,2
+
0,3
+
1,0
+
1,1
+
3,3
-
1,4
-
1,4
-
1,1
6. Investeringsopbrengsten .
+
0,8
+
1,1
4-
1,1
+
2,1
+
8,5
+
3,3
+
2,5
+
1,1
+
2,8
+
2,4
7. Overheidstransacties niet elders vermeld
+
0,6
-
0,4
-
1,1
-
0,2
-
1,0
+
0,1
-
0,6
-
2,2
-
2,4
-
2,7
+
0,6
+
0,5
+
1,8
+
2,4
+
3,6
+
3,9
+
5,7
+
4,3
+
5,4
+
5,6
...
-
3,8
+
9,8
+ 12,0
+
8,5
+ 17,5
+
1,2
+
4,9
+
1,8
+
1,0
+
1,1
+
+
1,5
+
1,2
+
3,2
+
3,1
+
3,5
...
-
0,8
-
2,5
-
0,8
+
2,4
+
0,6
+
2,7
8. Overige Totaal goederen- en dienstentransacties
+ 10,9
B. Overdrachten. 9. Particuliere 10. Staat
+
0,2
+
0,4
+
0,4
+
0,2
+
0,6
+
0,6
1,3 ...
...
...
+
1,1
+
1,3
+
1,5
+
1,2
11. Staat
+
2,3
-
3,8
+
0,8 6 +
1,2
-
3,0
+
3,2
-
5,8
12. Andere overheid
+
0,2
+
0,2
-
0,2
...
-
0,8
+
1,7
+
0,1
Totaal overdrachten
+
1,0
0. Kapitaalverkeer.
13. Parastatale bedrijven
-
3,7
+
1,4
+
2,6
14. Parastatale kredietinstellingen 15. Overige : 15.1 Geregistreerd kortlopend kapitaalverkeer. 15.2 Gekende effecten. transacties 4 a) Belgische effect. b) buitenl. effect. 15.3 Overige 1 3 4
-
1,3
-
1,5
Totaal kapitaalverkeer
-
6,5
D. Niet bepaalde transacties 1
+
0,4
+
0,5
-
...
...
...
...
1,0
0,5
+
...
+
1,8
-
0,1
-
0,1
+
1,9
+
0,8
-
0,6
-
0,5
+
0,1
+
0,2
-
0,9
-
0,1
-
1,2
+
0,2
-
1,3
- 2,4
- 3,9
- 7,2
- 9,0
- 6,6 6 - 4,9
- 0,3
+ +
0,5 4,5 1,3
+ +
1,5 4,7 5,5
-
-
-
5,2
- 11,6
-
6,1
-
2,6
-
5,9
+
2,4
-
2,6
-
1,3
-
1,8
-
2,2
-
0,7
-
1,9
-
2,1
-
1,9
...
+
0,5
+
0,4
+
0,5
+
0,1
+
0,4
+
0,6
4,4
+
0,4
+
2,1
+ 15,9
-
4,1
+
6,2
+
0,6
0,6 -
-
E. Vergissingen en weglatingen
-
1,6
+
0,1
Totaal overeenstemmend met de bewegingen van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen
+
3,4
+
0,1
0,8 -
...
-
3,6
+
• De balansen voor de jaren 1952 tot 1954 zijn niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. 1 Do niet bepaalde transacties blijken vooral goederentransacties (rubriek 1), reisverkeer (rubriek 5) en kapitaalverkeer (rubriek 15.8) te omvatten, die niet over die verschillende rubrieken kunnen ingedeeld worden voor al de jaren door bovenstaande tabel. Een dergelijke verdeling ie nochtans mogelijk voor 1961 en werd nu doorgevoerd in tabel IX 2, hetgeen niet het geval ie voor deze tabel want als gevolg van deze verdeling zouden de cijfers van 1961 niet meer vergelijkbaar geweest zijn met die van de voorgaande jaren. 2 De rubriek 1.1 ■ F.O.B.-uit- en invoer • omvat in beginsel de andere vervoeruitgaven dan die welke op de goedereninvoer betrekking hebben. 3 Het ie niet steeds eenvoudig een scheiding te maken tussen het reisverkeer en de kapitaalbewegingen die onder de rubriek 15.8 ■ Overige • moeten geregistreerd worden. Het schijnt dat in 1955, 1956 en 1957 het saldo van de eerste ven die rubrieken in werkelijkheid minder gunstig en het saldo van de tweede gunstiger waren dan uit bovenstaande tabel blijkt, terwijl in 1958 zich het omgekeerde schijnt voorgedaan te hebben. Men beschikt evenwel niet over voldoend nauwkeurige gegevens om de cijfers te kunnen verbeteren. 4 Voor het jaar 1960 en 1981 konden de geleende effectentransacties (rubriek 15.2) van het andere kapitaalverkeer van de particuliere sector (rubriek 15.8) afgezonderd worden; voor de periode 1952-1959 kon die verdeling bij gebrek aan inlichtingen niet gedaan worden. 3 De kapitaalinvoer opgenomen onder rubriek 11 ■ Staat • en de kapitaaluitvoer geteld onder rubriek 15.8 ■ Overige omvatten het deel van de lening van $ 80 miljoen van de Belgische Staat op de Amerikaanse markt, waarop Belgisch-Luxemburgse ingezetenen inschreven; het bedrag van die inschrijvingen ie echter niet gekend.
— r21 —
IX — BETALINGSBALANS VAN DE B.L.E.17. 1 (miljarden franken) +20
+20
1
Saldo van de lopende ekening (2) Nettobeweging van het particulier kapitaal Nettobeweging van het overheidskapitaal (3)
+10
+10
0
/4
/4
-1 0
—10 — Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van d geldscheppende instellingen: —3,6
1954
+4,4
+0,4
+2,1
1956
+15,9
—4,1
+6,2
1960
1958
+0,6
+4,0
—0,2
1962
+10 le kwartaal
+2,4
+0,4
—10 1963
1964
1 De balans voor het jaar 1954 is niet volledig vergelijkbaar met die van de volgende jaren. Bovendien kunnen de balansen van de jaren 1981 tot 1963 niet helemaal vergeleken worden met die van de vorige jaren wegens de verdeling, voor die laatste drie jaar, van de rubriek ■ Niet bepaalde transacties over het « Saldo van do lopende transacties • en de Nettobeweging van de kapitalen van de particuliere sector s. 2 De lopende rekening omvat de goederen- en dienstentransacties, de particuliere transfers en de transfers van de Staat. 3 De overheidssector omvat de Staat, de lagere overheid, de parastatale bestuurs- en kredietinstellingen en de parastatale bedrijven.
- 722 IX - 2. - ALGEMENE BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers - Nieuwe reeks * (Miljarden franken)
1961 Jaar
A. Goederen- en dienstentransaeties : 1. Goederentransacties : 1.1 Uit- en invoer 1 1.2 Loonwerk 1.3 Arbitrage 2. Niet-monetair goud 3. Vervoer- en verzekeringskosten van goederen 2 4. Andere vervoerkosten 5. Reisverkeer 6. Opbrengsten uit investeringen 7. Overheidstransacties niet elders vermeld 8. Overige : 8.1 Grensarbeiders 8.2 Overige
1962 le halfjaar
1963
2e halfjaar
Jaar
le halfjaar
20 halfjaar
Jaar
+ + -
6,1 2,7 2,3 0,9
-I-I-
2,9 2,0 2,0 0,2
+ + -
3,5 1,8 1,1 0,3
+ + -
6,4 3,8 3,1 0,5
+ --F -
2,7 1,7 0,9 0,1
+ + -
5,6 1,6 1,5 0,6
+ + -
8,3 3,3 2,4 0,7
-
0,4 3
-I-
+
2,4 1,8
-
0,4 0,1 1,2 0,4
4+
0,3 0,1 1,0 1,1
4+
0,7 0,2 2,2 0,7
+ -
... 0,4 1,1 0,7
+ +
0,3 0,4 2,1 0,1
+ -
0,3 0,8 3,2 0,6
-
0,4
+
0,6
-
1,2
-
0,6
-
0,7
-
0,7
-
1,4
+ +
3,3 1,8
+ +
1,9 0,7
+ +
1,8 0,8
+ +
3,7 1,5
+ +
1,9 0,6
+ -
2,1 0,5
+ +
4,0 0,1
Totaal goederen- en dienstentransacties
+
1,7
+ 2,8
+
0,8
+
3,6
+
0,2
-
4,1
-
3,9
B. Overdrachen : 9. Particulieren 10. Staat
+
3,0 2,1
+ -
1,3 0,7
+ -
1,3 0,7
+ -
2,6 1,4
+ -
1,4 1,3
+ -
1,1 1,4
+ -
2,5 2,7
+ 0,9
+
0,6
+
0,6
+
1,2
+
0,1
-
0,3
-
0,2
+ + +
5,8 0,1 1,9 0,2
+ + -
1,3 0,3 0,3 0,6
+ -
1,5 0,1 0,4 0,1
+ -
2,8 0,4 0,1 0,7
+
2,9 ... ... + 0,5
+ +
0,9 0,1 0,1 0,2
+ + +
2,0 0,1 0,1 0,7
-
1,3
-
0,3
+
0,1
-
0,2
-
0,8
+
0,8
+ +
1,5 4,7 5,4
+ +
0,6 1,4 1,8
+ +
0,2 1,6 1,6
+ +
0,8 3,0 3,4
+ +
0,4 2,7 1,9
+ +
0,4 2,4 3,0
-
2,7
-
0,6
-
1,6
-
2,2
+
2,2
+
1,1
+
3,3
+ 0,7
+
1,3
+
0,1
+
1,4
+
1,4
-
0,8
+
0,6
0,6
+
4,1
-
0,1
+
4,0
+
3,9
-
4,1
-
0,2
Totaal overdrachten C. Kapitaalverkeer : 11. Staat 12. Andere overheid 13. Parastatale bedrijven 14. Parastatale kredietinstellingen 15. Overige : 15.1 Geregistreerd kortlopend 15.2 Gekende effectentransacties : a) Belgische effecten b) buitenlandse effecten 15.3 Overige
Totaal kapitaalverkeer 16. Vergissingen en weglatingen
... + +
0,8 5,1 4,9
17. Totaal overeenstemmend met de
mutaties van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen
+
" Diverse wijzigingen ten einde rekening te houden met de richtlijnen van het « Balance of Payments Menuet ■ van het Internationale Monetaire Fonds hebben geleid tot een onderbreking van de continuïteit van de inzake betalingsbalans beschikbare reeksen. Do nieuwe reeks verschilt voornamelijk van de reeks 1955-1061 van tabel IX-1 op de volgende punten : - de invoer omvat voortaan de waarde van zekere goederen waarvoor vroeger slechts liet maakloon geboekt werd, en de uitvoer, diezelfde waarde vermeerderd met de vervoerkosten vanaf het land van herkomst tot in de B.L.E.U. en mot de bewerkingskosten; - de vervoer- en verzekeringskosten zijn thans ingedeeld volgens het nieuwe schema voorgeschreven door de 80 uitgave van liet « Balance of Paymente Manna' s; - de voorheen gebruikte methode voor het bekomen van een f.o.b.-raming van de invoer werd opgegeven. Hieruit volgt dat een deel van do uitgaven voor vervoer en verzekering die op do invoer betrekking hebben thans daarin begrepen zijn; - de transacties die voorheen voorkwamen onder de rubriek « Niet bepaalde transacties » konden thans ingedeeld worden in « Goederentransacties (rubriek 1) « Beisverkeer a (rubriek 6) en « Overig kapitaalverkeer a (rubriek 15); - de lopende uitgaven van de Europese instellingen waarvan de zetel in de B.L.E.U. gevestigd is, zijn overgedragen van rubriek 8 « Overige diensten » naar rubriek 7 . Overheidstransacties niet elders vermeld s. Tijdschrift voor Een volledigere beschrijving van de verschillen tussen de oude en de nieuwe reeksen komt voor in het meinummer 1963 van het Documentatie en Voorlichting blz. 432 tot 435. 1 Voor een deel van do invoer zijn liet c.i.f.-cijfers, d.w.z. inclusief de vervoer- en verzekeringskoeten van deze invoer. Deze rubriek vermeldt, in uitgaven, slechts een deel van de koeten van het vervoer en de verzekering van de invoer. Het andere deel kan niet gescheiden worden van de invoer waarop het betrekking heeft en is dus begrepen in de uitgaven van de rubriek 1.1 a Uit- en invoer a (zie noot 1) . Voor 1961, zijn alleen do cijfers beschikbaar die terzelfder tijd betrekking hebben op de rubrieken 3. a Vervoer en verzekeringskosten van goederen » en 4. 3 « Andere vervoerkoeten s. Daarenboven, kunnen deze cijfers niet helemaal worden vergeleken met de gecombineerde cijfers van do rubrieken 8 en 4 voor 1962. Zij omvatten niet do ontvangsten en uitgaven voor do verzekering van het goederenvervoer die in 1062 begrepen zijn in rubriek 3 en ook niet de nahen verkopen van boordproviand en de ontvangsten en uitgaven voor het personenvervoer die in 1962 opgenomen zijn in rubriek 4. 2
-- 723 IX - 3. - BETALINGSBALANS VAN DE BELGISCH-LUXEMBURGSE ECONOMISCHE UNIE Cijfers per kwartaal (miljarden franken) 1963
1962 Saldi (credit min debet)
1. Goederen- en dienstentriinsacties en particuliere overdrachten 2. Staatsoverdrachten 3. Kapitaalverkeer van de overheid en van de parastatale bedrijven en kredietinstellingen 4. Ander kapitaalverkeer : 4.1 Geregistr. kortlop. kapitaalverk. 4.2 Overige 5. Vergissingen en weglatingen 6. Totaal overeenstemmend met de bewegingen van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen Blbllograrlscbe referenties :
2e kwartaal 3e kwartaal
4e kwartaal
le kwartaal 2e kwartaal
1964
8e kwartaal
4e kwartaal
le kwartaal v
+ -
0,4 0,4
-1-
1,7 0,2
+ -
0,4 0,5
+ -
1,2 1,0
+ -
0,4 0,3
-
1,3 0,3
-
1,7 1,1
-
0,7 0,2
-
4,2
-
1,8
-
0,1
+
2,1
+
1,3
-
0,9
+
0,2
+
4,9
+ + +
0,9 0,5 0,3
+ -
1,7 1,8 0,6
+ +
1,8 1,6 0,7
+
1,0 0,3 1,4
+ -
0,2 0,1 ...
+ + -
0,4 0,9 1,0
+ + +
0,4 0,1 0,2
+
1,7 2,1 0,2
-
2,5
-
0,8
+
0,7
+
2,4
+
1,5
-
2,2
-
1,9
+
0,4
Belgische Economische Statistieken 1941-1990 en 1051-1960 (N.B./3.). - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichti Ig, (N.B.B.) a De betalingsbalans van de B.L.E.U. voor 1963 0. - Statistisch Jaarboek voor Beluid. - De Bel( ische EconoXXXIXe Jaargang, deel I, nr 5, blz. 517 - Cahiers Economigues de Bruxelles - Bulletin statiatique mie in 1963 (5I.E.Z.). - Recherches economigues de Louvain (O.E.S.O.). - International Financial. Statistica (1.1)1.F.).
X. - VALUTAMARKT 1. - OFFIOIELE WISSELKOERSEN VASTGESTELD DOOR DE IN VERREKENINGSKAMER TE BRUSSEL VERGADERDE BANKIERS (Be gische franken) 1 U.S. dollar
Daggemiddelden
1 Franse frank of 100 oude Franse franken
1 pond sterling
140,33 139,98 139,72
1959 1960 1961
49,96 49,86 49,86
10,19 10,17 10,16
1962 1963
49,76 49,86
10,15 10,18
1963 2 0 kwartaal ._ ge kwartaal ._ 4° kwartaal ._
49,86 49,90 49,87
._
1964
1e kwartaal 2° kwartaal
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
._ .-
1 Zwitsame frank
1 Nederl. gulden
11,56 11,54 11,54
139,71 139,62
13,24 13,22 13 191 ' 13,852 13,81 13,85
10,17 10,18 10,18
139,64 139,69 139,50
13,87 13,84 13,84
11,53 11,55 11,56
49,82
10,17
139,39
13,82
49,80
10,16
139,33
13,78
49,90 49,90 49,89 49,90 49,93 49,85 49,83
10,18 10,18 10,18 10,18 10,19 10,17 10,17
139,74 139,76 139,69 139,61 139,70 139,46 139,34
49,82 49,82 49,82 49,79 49,77 49,85
10,16 10,17 10,17 10,16 10,16 10,17
139,40 139,37 139,40 139,36 139,33 139,29
100 1 1 -mRaZweedse Noorse ian kroon kroon lirese s
1 Deense kroon
11,96 11,96 11 951 ' 12,512 12,45 12,51
8,05 8,03 8,03
1 Deutsche mark
1 Canadese dollar Kabel
Post
100 escudo
100 Oostenr. schilling
174,98 174,41
193,14 192,11
174,21 174,19 174,05
192,32 192,77 193,09
9,66 9,65
7,01 6,99
7,25 7,23
8,02 8,02
9,65 9,65 9,61
6,98 6,97 6,97
7,22 7,21 7,22
52,110 52,108 51,427 51,425 50,469 9 r0,468 2 48:153 4 48,149• 46,553 46,552 46,227 46.226
8,03 8,03 8,01 8,00
9,61 9,62 9,60 9,63
6,98 6,98 6,97 6,96
7,22 7,23 7,22 7,21
46,277 46,164 46,244 46,118
46,276 46,163 46,243
174,06 174,09 173,95
193,10 193,37 192,99
11,52
12,51 12,53 12,54 12,54
46,118
173,80
192,83
11,53
12,53
7,97
9,69
6,97
7,21
46,073
46,072
173,70
192,79
13,86 13,85 13,83 13,83 13,86 13,84 13,83
11,54 11,54 11,56 11,56 11,57 11,55 11,55
12,54 12,53 12,52 12,54 12,55 12,54 12,54
8,03 8,03 8,04 8,02 8,02 8,01 8,01
9,63 9,63 9,61 9,62 9,61 9,60 9,59
6,99 6,98 6,98 6,97 6,98 6,96 6,96
7,23 7,23 7,22 7,23 7,23 7,22 7,22
46,277 46,221 46,075 46,196 46,320 46,251 46,162
46,276 46,219 46,073 46,196 46,320 46,250 46,160
174,18 174,20 174,09 173,98 174,11 173,94 173,79
193,38 193,38 193,37 193,37 193,28 192,77 192,91
13,83 13,82 13,82 13,80 13,78 13,77
11,54 11,52 11,51 11,52 11,53 11,55
12,53 12,54 12,54 12,53 12,52 12,55
8,00 8,00 7,99 7,97 7,97 7,98
9,60 9,61 9,68 9,69 9,69 9,70
6,96 6,96 6,96 6,97 6,96 6,97
7,21 7,20 7,22 7,22 7,21 7,21
46,114 46,133 46,108 46,061 46,049 46,110
46,114 46,134 46,107 46,060 46,048 46,109
173,84 173,76 173,81 173,74 173,71 173,65
192,87 192,81 192,80 192,72 192,69 192,97
11,51 11,54
1 Gemiddelde van 1 januari tot 8 maart 1981. - 2 Gemiddelde van 8 maart tot 81 december 1961. - 3 Gemiddelde van 1 januari tot 20 juni 1961. - • Gemiddeld. van 21 juni tot 81 december 1961.
- 2. - VALUTA'S VAN DE LIDSTATEN VAN DE E.M.A. parikoers tegenover de dollar, marges van de aan- en verkoopkoersen van de centrale banken en uiterste noteringen te Brussel op 30 juni 1964
Land
Parikoers (of gemiddelde koers)
Marges van de koers van de U.S. - dollar in pet. van de parikoers (of van de gemiddelde dollarkoers)
Uiterste noteringen to Brussel
aankoop
•
verkoop 5
tegenover de U.S.-dollar
Oostenrijk België Denemarken Frankrijk Duitsland Griekenland IJsland Italië Nederland Noorwegen Portugal Spanje Zweden Zwitserland Turkije Verenigd-Koninkrijk
26,ach. 50,BF 6,90714 DK 4,93706 FF 4,DM 30,Dr. 43,IJsl.K. 625,Lires 3,62 F1. 7,14286 NK 28,75 Esc. Pesetas 60,5,17321 Z.K. 4,37282 Z.F. 9,T.P. 2 2,80
in Belgiecl e franken
voor :
Verkoop (+)
Aankoop (-)
-I- 0,769 0,750 + 0,729 + 0,748 0,750 + 0,333 0,140 0,720 0,760 + 0,800 + 1,148 0,750 + 0,759 1,765 0,889 + 0,714 2
-- 0,769 -- 0,750 - 0,719 -- 0,751 --- 0,750 - 0,333 - 0,116 - 0,720 - 0,760 -- 0,740 - 1,148 -- 0,750 - 0,739 - 1,780
189,4080
195,2519
100 ach.
7,1325 9,9769 12,3139
7,3459 10,2806 12,6889
1 DB 1 FF 1 DM
7,8832 13,6052 6,8924 170,6499
8,1184 14,0223 7,1050 177,2519
100 Lires 1 Fl. 1 NK 100 Eec.
9,5203 11,1517
9,8101 11,7287
1 Z.K. 1 Z.F.
- 0,714 2
137,9575
142,0575
1
1 I.M.F. - parikoers, behalve voor Zwitserland, waar de aangeduide parikoers diegene is die toegepast wordt door de centrale bank. 2 Notering uitgedrukt in U.S.-dollar per pond sterling. 3 De marges van het Verenigd-Koninkrijk kunnen niet geheel met die van de andere landen vergeleken worden; zij zijn de grenzen waartussen het pond, uitgedrukt in U.S.-dollars, schommelt, terwijl voor de andere landen de marges de grenzen aanduiden van de U.S.-dollarschommelingen, uitgedrukt in
nationale munt.
• (Parikoers van de 131 , tegenover de U.S.-dollar - marge uitgedrukt in BF van de aankoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S..dollar) :
(Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar -I- marge, uitgedrukt in de munt van deze lidstaat, van de verkoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.) 3 (Parikoers in 13F tegenover de U.S.-dollar + marge uitgedrukt in BF van de verkoopkoers van de Nationale Bank van België voor de U.S.-dollar) : (Muntpariteit van de lidstaat tegenover de U.S.-dollar - marge, uitgedrukt in de munt van deze Bataat, van de aankoopkoers van de centrale bank van deze lidstaat voor de U.S.-dollar.)
Bibuogransabe referenties : Koerslijst der Fondsen - en Wisselbeurs van Brussel.
XI. - RIJKSFINANCIEN 1. - STAND VAN DE SCHATKIST 1 (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën.
Uitvoering van de buitengewone begroting
Ui voering val de gewone begro ing
Financiering van het begrotingssaldo ,
Totaal
begroTijdvak
1958
1959 1960 1961 1962 1963 1962 Eerste 3 m Eerste 6 in. -. Eerste 9 m. .1963 Eerste 3 m Eerste 6 m. . Eerste 9 in. ._ 1964 Eerste 3 na. _. 1963 Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart
._
OntUitgav e° vangsten
tingesaldo
B i nnen-
Binnen-
geveltigde leningen
vlottende schuld
Uitgaven 4
Octvangsten
Saldo
(1)
(2)
(g) =(2) - (1)
(4)
(5)
(8)
(9)
101,4 108,4 111,2 126,0 130,1 143,0 37,6 68,6 97,7 39,8 73,4 105,3 40,6
94,3 100,2 108,1 120,4 131,2 139,5 30,9 61,7 93,8 32,6 63,8 103,8 38,4 9,9 10,0 10,7 10,5 18,8 10,4 10,8 12,0 10,2 13,5 15,7 11,3 11,4
- 7,1 - 8,2 - 3,1 - 5,6 + 1,1 - 3,5 -- 6,7 -- 6,9 -- 3,9 - 7,2 -- 9,6 - 1,5 -- 2,2
18,0 18,1 23,7 14,6 17,8 22,1 3,3 7,2 11,7 5,5 9,2 15,4 5,7
0,4 0,2 0,3 0,4 0,5 0,5
-17,6 -17,9 -23,4 -14,2 --17,3 -21,6
-24,7 -26,1 -26,5 -19,8 -16,2 -25,1
1-10,7 1-20,3 A-27,1 A-13,0
4-12,8
A-17,4
+ 0,2 - 9,4 + 5,5 + 6,0 + 2,4
0,1 0,2 0,3 0,2 0,3 0,3 0,1
-- 3,2 -- 7,0 -11,4 -- 5,3 -- 8,9 -15,1 - 5,6
-- 9,9
+ 7,2 + 7,7 + 9,9 + 4,9 + 6,0 +10,1 +11,8
+ 4,1 +13,6 +14,3 + 6,3 + 7,5 + 3,4 - 4,3
- 5,0 -- 1,9 + 1,3 - 1,8 + 4,7 + 2,7 + 0,7 - 0,9 + 0,2 - 1,3 + 1,1 - 1,5 - 1,8
1,5 1,3 1,2 1,1 2,4 2,1 1,7 2,3 2,3 2,0 1,2 2,5 2,0
...
-- 1,5
-- 1,2 - 1,2 - 1,1 - 2,4 - 2,1 - 1,7 - 2,3 - 2,3 - 1,9 - 1,1 - 2,5 - 2,0
-- 6,5 -- 3,1 + 0,1 - 2,9 + 2,3 + 0,6 - 1,0 - 3,2 - 2,1 -- 3,2
+ 4,9
0,1
+ 1,5 + 3,5 - 1,9 - 0,2 - 3,7
14,9 11,9 9,4 12,3 14,1 7,7 10,1 12,9 10,0 14,8 14,6 12,8 13,2
... ... ... ... ... ...
0,1 0,1 ... ...
Saldo
( 6 ) .= (7) = (5) - ( 4 ) (3) -i- (6)
-13,9 -15,3 -12,5 -18,6 -16,6 - 7,8
A-20,1
... ...
+ 1,1 + 4,1 ... ...
+ 7,3 ...
... ...
...
- 4,0 - 3,8
A-11,8 ...
Gelden van derden (11)
- 1,1
+ 0,7 - 2,9 - 0,5 + 2,4 + 1,4 - 9,2 + 3,5
+ 3,9 + 5,2 A-10,6 + 3,4 - 9,3 +10,5 -- 1,8 -- 6,7 -- 8,4 + 3,6 + 6,7 + 7,5 + 1,3 + 2,1 + 0,6 + 2,1 + 0,3 + 0,3 + 0,3 + 0,2 + 1,5 + 0,8 + 0,7 - 0,2 + 1,5
-1,7 -1,0 -0,2 -2,5 -0,5 -3,7 -0,7 -1,0 -0,3 -2,6 -1,6 -5,4 +0,4 -0,9 -1,4 A-0,3 A-2,1 -1,6 -0,5 A-1,2 -2,3 A-0,8 +0,3 -1,2
- 1,0 + 1,4 - 1,6 -4- 0,4 - 0,1 - 1,5 2 + 1,1 + 0,3 -- 0,2 + 0,3 -- 1,2 2 - 1,9 2 - 1,4 ,
...
- 0,1: - 1,3'
A-1,6
...
Incasso en andere schatkistverrichtingeu 3 (12)
-- 1,1 + 0,5 - 0,5 , - 0,4 , - 1,4 , + 0,8' - 1,2' + 0,4 , + 1,0' - 0,2 ...
1 De gegevens van deze tabel stemmen niet overeen met de cijfers van de officiële stand van de Schatkist, die aan het Parlement wordt medegedeeld. Alle boekhoudverrichtingen geven inderdaad niet gelijktijdig aanleiding tot beweging van gelden. Bijv. de begrotingsaanwijzing van een overschrijving op de begroting voor orde brengt op het ogenblik van de verrichting geen enkele betaling teweeg. De cijfers vanonderhavige tabel vertegenwoordigen de werkelijke uitgaven en ontvangsten. De boekhoudcijfers over de uitvoering van de begrotingen worden iedere maand in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd in de vorm van een tabel getiteld : Overzicht van de uitvoering van de begrotingen s, opgesteld door het Bestuur der Thesaurie en Staatsschuld. 2 Incl. do voorschotten aan gemeenschappen. 3 Stijging : -; daling • +. 4 Van 1963 af. Inclusief de door de gewone begroting gefinancierde uitgaven van de Zelfstandige Kus voor Oorlogsschade. XI •
2. - BELASTINGONTVANGSTEN (per begrotingsjaar) 1 (miljarden franken) A : werkelijke ontvangsten. B : verschillen ten opzichte van de begrotingsramingen.
Bron : Ministerie van Financiën. Directe belastingen
2
Douanen en Accijnzen
Begrotingsjaar A
1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1963 Eerste 3 maanden ._ 1964 Eerste 3 maanden ._
2
.9..r., á
4
ág 4
-,
1963 Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart 1964 Januari Februari Maart April Mei
32,7 30,3 32,2 35,0 38,5 36,1 39,5 41,4 44,0 51,4 54,2 6,2 7,1 3,5 3,7 11,1 3,7 3,6 4,2 3,1 3,4 5,7 1,6 1,3 2,9 2,2 2,1 3,9 3,7
B
- 1,5 - 3,4 - 1,6 + 2,8 + 3,9 - 1,8 + 0,8 + 0,9 + 1,4 + 2,2 + 1,0 ...
+ 0,5 + 0,1 - 0,1 + 0,8 + 0,7 - 0,1 + 0,1 - 0,3 - 0,1 + 0,4 ...
- 0,3 + 0,1
+ + + +
0,2 0,2 0,4 0,3
A
B
Totaal
Registratierechten A
B
13,2 13,4 15,7 16,6 17,6 18,1 19,6 22,0 23,8 24,5 25,9 5,6 6,3 2,3 2,1 2,0 2,4 2,2 2,4 2,1 2,3 0,5
+ 0,3 + 0,4 + 0,6 + 1,0 + 1,0 - 0,3 - 0,6 - 0,9 + 1,1 - 0,2 - 0,1 - 0,1 + 0,1
24,0 24,7 28,0 31,4 33,2 32,9 35,9 38,5 44,6 48,5 52,5 11,7 14,6
- 0,1 - 0,6 + 2,6 + 1,7 + 1,8 - 2,0 + 0,2 - 0,1 - 1,9 - 0,5 + 1,0
+ 0,1 - 0,1 - 0,2 + 0,2
4,5 4,3 4,3 4,4 4,6 4,9 4,5 5,0
+ 0,3 + 0,2
... ...
... ...
1,8 2,2 2,2 2,5 2,3
...
+ 0,2 - 0,1 - 0,1 + 0,1
+ 0,1 + 0,1
- 0,2 + 0,2 ...
. .. ... ...
4,6 4,7 5,3 5,3 4,9
- 0,6 + 1,6
...
+ 0,3 + 0,3 + 0,3 ...
+ 0,3 . .. . .. ...
+ + + + +
0,3 0,6 0,7 0,6 0,4
A
69,9 68,4 75,9 83,0 89,3 87,1 95,0 101,9 112,4 124,4 132,6 23,5 28,0 10,3 10,1 17,4 10,5 10,4 11,5 9,7 10,7 6,2 1,6 1,3 9,3 9,1 9,6 11,7 10,9
B - 1,3 - 3,6 + 1,6 + 5,5 + 6,7 - 4,1 + 0,4 - 0,1 - 2,2 + 1,5 + 1,9 - 0,7 + 2,1 + 0,5 ...
+ 0,6 + 1,2 + 0,2 + 0,6 - 0,4 + 0,1 + 0,5 ...
- 0,3 + 0,5 + 0,9 + 0,7 + 1,2 + 0,7
1 Ezel. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen. de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Kongo en Rwanda-Burundi. S Ind. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting.
- 726 XI - 3. - INDELING VAN DE BELASTINGONTVANGSTEN 1 (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Boekjaar 1968
2
Boekjaar 1963: mei 1968
Boekjaar 1964 : mei 1964
Opbrengsten
Begrotingsramingen
I. Directe belastingen 3 Grondbelasting Onroerende voorheffing Mobiliënbelasting Roerende voorheffing Bedrijfsbelasting 3 Bedrijfsvoorheffing Aanvullende personele belasting Nationale crisisbelasting Verkeersbelasting op autovoertuigen Diversen 4
54,2 0,2 0,9 0,6 4,4 17,8 22,1 3,3 0,2 3,3 1,4
53,2 0,1 0,8 0,4 5,0 15,5 20,6 3,5 0,2 3,3 3,8
3,5 ... 0,1 0,5 0,1 1,8 ... ... 0,1 0,9
3,4 ... ... 0,1 0,7 0,1 1,8 0,1 ... ... 0,6
3,7 ... ... 0,6 0,1 2,0 0,1 .. . ... 0,9
3,4 ... ... 0,6 0,1 1,8 0,1 ... ... 0,8
II. Douanen en accijnzen waarvan : douanen accijnzen bijzondere verbruikstaksen
25,9 7,0 17,6 1,0
26,0 6,8
2,3 0,6 1,6 0,1
2,2 0,6
2,3 0,7 1,5 0,1
2,3 0,6
[II. Registratie waarvan : registratie erfenissen zegel en gelijkgent. taksen
52,5 4,7 2,4 44,8
51,5 4,4 2,4 44,2
4,5 0,4 0,2 3,9
4,2 0,4 0,2 3,6
4,9 0,5 0,2 4,0
4,5 0,4 0,2 3,8
130,7
10,3 ---____.--------..--1- 0,5
9,8
10,9
Totaal
18,9
132,6
Verschil t.o.v. de begrotingsramingen
-{- 1,9
Opbrengsten
Begrotingsrotmagen
1,5
Opbrengsten
Begrotingsramingen
1,7
10,2 ----------.....--I- 0,7
1 Excl. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de munteaneringsbelastingen.
2 3
Eet op 1 januari 1963 aangevangen begrotingsjaar 1963 werd op 81 maart 1964 afgesloten. Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. Incl. de geinde of terugbetaalde bedragen betreffende de afgesloten dienstjaren. N. B. - De termijn van invordering der directe belastingen is langer dan het kalenderjaar. Voor deze belastingen zijn de cijfers dus maar definitief het afsluiten van het begrotingsjaar. - De statistieken betreffende de stand van de Rijksschuld zijn opgenomen onder hoofdstuk XVI. - Het Belgisch Staatsblad publiceert maandelijks volledige en omstandige gegevens over de fiscale ontvangsten. 4
na
XI - 4. - BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR 1 (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Financiën. 3
Directe belastingen
Douanen en accijnzen
Registratierechten
Totaal
waarvan : vooruitbetalingen op de bedrijfsbelasting
COCO00 C... CD Cq C—0 ,NCr0 0 rial 0,0qU% CO0% ,J, CD 02 UZ Cp cID C—0 0%02 . . . . . . . . . . . .. . . .. . . . . . . . . . .. . . Cq Cq Cq Cq 0%02 CO ,J , mec CO CO CO 0% ..dc ,*, .1, ,1, ..c ,t, ',ic ..C., ,J., . l , U% 'cic ..c1C U% U2 ..
Maandgemiddeldeu
6,3 6,9 7,4 7,3 7,9 8,5 9,3 10,3 10,9 9,9 9,8 10,0 10,3 10,1 11,0 12,4 9,4 10,3 10,1 17,4 10,5 10,4 11,5 9,7 10,7
0,33 0,41 0,41 0,35 0,40 0,51 0,53 0,69 0,93 0,38 0,25 0,71 0,65 0,41 1,18 0,71 0,20 0,08 0,22 8,14 0,04 0,03 0,23 0,03 0,20
15,5 10,7 10,8 11,7 10,9
1,95 0,06 0,12 0,28 0,10
2
cn
co
c.
Cq
e. ,: e,
1964 Januari Februari Maart April Mei
lc2-
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1962 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 1963 Eerste 3 maanden Eerste 6 maanden Eerste 9 maanden 1964 Eerste 3 maanden 1963 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1 Ezel. de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, de ontvangsten van de muntsaneringsbelastingen en de ontvangsten voor rekening van Rongo en
Rwanda-Burundi. Incl. de bij voorbaat betaalde bedrijfsbelasting. Alleenlijk jaarlijkse en trimestriële cijfers. Bibliografische referenties : Tijdschrift voor Documentatie (Ministerie van Financiën). - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgisch Staatsblad (zie noot 1, van tabel XI - 1). Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.13.13.). : X XXVI f le jaargang, Deel 11, Nr 6. november 1963 : a De begrotingen voor 1963 en 1964 s.
2 3
—
727 —
XI - 4. — BELASTINGONTVANGSTEN ZONDER ONDERSCHEID VAN BEGROTINGSJAAR (miljarden franken) TOTALE ONTVANGSTEN
22
22
1B
18
4
/I
i
1964
1
i
14 11
Ik
I
1
/ •
I A. 1 10
—../
,
\ • \
•-
\•
.
1962 /
.
11
•
...../‘ .0.'" I. ,.. .‘ 1963 — IN, .■
., /
r
14
1 lit
1,
/
#d — 10 .....***.'
•
\-7
1961 6 DIRECTE BELASTINGEN'
16
12 ,
8
4
r
0
r r
r r
A dA dAAA AA • DOUANEN EN ACCIJNZEN
4
4
r
.
V
r r '
fl44 d4 ,gei
0 REGISTRATIERECHTEN
6 1964
1962
1961
1 54
56
58
60
62
M
1
.
l
2
XII. - VORDERINGEN EN SCHULDEN IN DE BELGISCHE ECONOMIE 1 a. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1960 I Bron : Nationale Bank van Belgii.
(Voorlopige cijfers)
(Miljarden franken) VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet-financiële nationale sectoren
...
Ir)) tic ( 1)
..___ -
Nihil of beneden P 50 miljoen Niet gedane verrichting
Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
le
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
dis
Sta
na
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen
( 4)
VE
Geld op zeer korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen
(5;
;oe i, ze k,
Totaal Reserves van de sociale verzekering Diversen
(8)•.• ( 1) tot ( 5)
Totaal Niet-financiële nationale sectoren samen .
( L)
pusiunIn fl
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) Accepten en handelspapier Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal _.
Pamstafels bedrijven
staat
(1)
(2)
(3)
Sociale verzekering
(5)
Geldscheppende instellingen
Rentenenfonds
(7)
(8)
(9)
...
2,4 0,2 1,0 68,2 1,6 (0,7)
__________
0,2
26,1 25,2 . • .
73,5
(6) = (1) tot (5)
1,5 (...)
0,2
7,5 (. .)
14,7 (154,7)
(0,4)
(-)
1,2
1,5
0,2
7.5
33,2
0,2
51,3
-
-
...
-
0,1
0,1
...
15,2 ...
0,1 0,3
... ...
15,3 0,3 0,1 9,5 (17,2)
3,0 0,1 1,4 1,0
... 0,7 1,0 1,5 0,3 ... ... (...)
... 0,7 ... (--)
8,0 10,4 4,3 (154,6)
... 0,1 1,1 (0,1)
22,8
5,1 (0,7)
...
4,3 (13,2)
20,3
0,4
4,3
1,9 101,5 1,3
•• • 0,3 2,2 0,3 0,6
104,8 16,1 ... ----1,5
...
... ... 0,1 0,1 0,1 (3,2)
...
... ... ____ (...)
Inst. voor verzekering Niet-geldSpaarkassen, op het leven scheppende hypotheektegen openbare en -kapitaliarbeidskredietsatiemaatongevallen, instellingen scheppijen pensioen• fondsen (11) (12) (10)
Buitenland
8,0
yinanciele instellingen ns samen same (13) = (8) tot (12)
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen (14)
Totaal van de schulden
(15) = (6) + (7) + (13) 4- (14)
13,1 22,9 6,3 (2,0)
2,9 0,1 ... 68,2 0,5 (-)
31,4 25,6 14,1 159,3 8,4 (3,1)
42,3
71,7
238,8
... - • • 4,9 3,1 0,2 ... (...)
... 0,1 0,1 0,6 •- • 2,2 ... (...)
... 0,8 1,1 10,9 4,9 2,4 0,1 (...)
... ... 0,2 0,1 0,4 (0,9)
29,2 5,6 4,0 11,0 (18,0)
6,6 ... ... ... ... (...) 6,6 ...
38,0 25,6 - 22,4 169,8 23,0 (157,8) 278,8 0,1 0,9
1,1
0,4
0,1
25,4
5,6
3,5
0,8
4,6
8,3
3,0
20,2
0,7
51,9
-
0,6 2,5 1,4 ...
... ... 0,5 0,5 0,5
2,6 2,8 105,6 2,1 1,1
... 33,8 8,3 11,5
31,0 42,3 26,3 37,2
... 2,6 3,7 ... ...
... 2,0 27,3 2,5 0,1
... 0,3 34,5 2,6 1,7
0,4 10,2 5,3 0,5 0,1
31,4 57,4 97,1 42,8 1,9
5,4 - 0,1 1,4 0,8
39,4 93,8 212,4 57,2
3,3
-
4,5
1,6
114,2
53,6
136,9
6,3
31,9
39,0
16,5
230,6
7,5
405,8
•• •
-
...
...
... 1,0 ... -
... 1,0 2,8 0,6 ...
... ... 6,2 7,1 ... ...
... ... 1,0 ... 39,4 ...
... 2,1 10,2 9,9 39,9 ...
... ... - 0,6 ... ... 1,6
... 2,1 26,6 9,9 44,1 6,9
4,3
13,3
40,4
62,1
1,0
89,6
0,3 ... 4,2 0,4
... ...
•• • 0,2 ...
... ...
16,5 ... 4,2 5,3
3,3
0,5 ... ____
T-I
:re
Totaal
Bedrijven en particulieren
Nietfinanciële nationale sectoren samen
0'3
(2)
Totaal
. S SE
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar Overheidese ctor n iet elders 1r. . vermeld (o. m. lagere overhe id)
-
17,6
4,9
3,3
0,2
...
26,0
0,5
3,2
1,0
9,4 3,2
-
1,9
-
-
9,4 5,1
-
-
...
...
0,6
...
0,6
1,0
9,4 6,8
12,6
...
1,9
...
-
14,5
________
.. •
...
...
0,6
...
0,6
1,0
16,2
178,0
9,8
11,0
213,3
59,9
194,9
8,0
114,2
131,6
552,4
16,8
842,3
-
...
...
... 1,7
0,2 7,2 1,1
... 0,6 ...
0,2 7,8 1,1
9,5
...
• .. 1,0
84,9 5,7
... - 0,1
84,9 16,0
-
1,3 (0,1)
15,8 9,0 (0,4)
1,3
25,8
9,5
5,3 ...
-
9,2 ...
... ...
...
-
0,2 5,1 1,1
... -
... 10,5
-
84,9 0,9
0,9
15,8 10,3
-
4,4 (0,8)
(--)
(. .)
96,6
0,9
0,8
36,6
I
(
--)
--
... 0,4
103,6
...
0,4
3,3
0,2
-
(1,2)
0,5 (--)
3,3
2,4
4,4 0,5 (2,0) 104,0
20,2 ... (. .)
10,8
0.5
141.1
• Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
205,3 7,2
Totaal ...
254,6
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Di versen
and
•
Totaal
gen P b rbe 1 de
3EC1
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatie maatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
18,7 7,6 0,2 (5,8)
1,9 ... -
_____ .... ... -
2,3 -
7,4 ... -
0,7 ... -
0,2
... -
-
0,2 (0,2) 2,7
-
• .. -
2,8 -
••• ... -
.•. -
-
...
2,8
...
.• •
2,7 104,3 0,6 8,0 0,4 4,0 (1,1)
7,4
0,7
1,9
0,1 3,1
0,6 -
0,2
-
-
217,5 ... -7,2 15,6 18,8 0,2 7,6 0,3 (6,0)
...
0,3 8,0
... ...
•• • (0,1)
•• •
•• (0,6)
7,5 _________._
•• •
(0,5) 2,3
1,2
13,3
0,4
...
•• • •• • •• • •• •
•• • 5,8 •• • •• • •• -
2,8
...
5,8
-
•• •
•• •
•• •
...
-
... ...
0,3 ... 0,1 •• •
•• -
2,8 104,3 4,3 8,0
... 0,2
0,4 4,2 (1,1)
... ... ...
... ... 0,6
... ... ...
. • . 0,1 0,9
... 0,1 16,7 118,8 1,7
0,1
0,3 -
•• • •• • •- • •• •
... ... 16,7 118,8 0,2
0,4 ...
-
•• • •• • •• • •• •
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
-
•• • ... •• • •• •
-
124,0
...
2,9 2,0 -
•• • 5,8 .. •
3,2
1,0
0,4 ... __
••• ... --
...
...
0,9 ... __
••. ... 2,8 -
0,2
0,6
1,6 0,7 __
...
0,6
...
8,0 -
... ... __ ... •• •
9,3
120,0
135,7
-
1,3 --
21,8
267,3
Totaal ...
Totaal
0,2 21,5 -
137,2
...
0,1
0,1
5,8
0,1
8,7
0,3 ... ...
0,6 •• • 0,1
... ... 0,4 ...
3,4 104,3 4,8 8,0
-
0,3
0,3
...
0,2
0,4
•• • 0,8 ...
. • • ... ...
•• • 0,2 -
•• • 4,3 0,5
0,1
0,8
...
0,2
4,8
0,1
0,1
... 0,1 ...
1,7 ...
. 5,4 ...
(...)
0,5 9,1 7,8 0,2 (...)
... ... ... . • • ... 12,8 8,6 ... (...)
... •• • .. • .. 0,2 ... ... (...)
...
309,9 • ••-5,8 •• • •• • 2,8 0,1
0,2 . • . 0,1 ______ _____
7,5
220,5 2,3 21,5 7,2 15,6 19,1 8,3 7,6 7,9 (6,6)
•• • ... -
•• • ... ...
_
--•• •
... 1,7 _
0,4 6,1 (1,1)
1,0
2,1
127,0
•• • 5,4 0,5
•- • 0,4 0,4
•• • 5,9 16,7
5,9
0,8
144,1
... 0,4 •• • •• • ... ... 1,9 3,0 (...)
1,4 0,8 3,3 3,5 0,5
...
118,8 2,6
(...)
55,6 0,4 12,9 (1,4)
(0,2)
62,3
0,3
10,1
3,1
1,3
77,1
1,8
5,5
0,4
17,7
21,4
0,2
45,1
5,3
129,4
572,6
2,7
16,4
10,6
6,2
608,5
23,8
21,6
0,4
20,4
27,8
0,9
71,1
15,8
719,1
- 4,2
2,2
1,1
- 1,2
- 0,8
- 2,9
4,2
7,3
0,4
0,5
- 0,2
- 2,0
6,0
Totaal van de vorderingen
755,9
16,0
54,3
14,6
14,6
855,4
87,9
320,4
9,7
135,9
134,4
133,0
733,5
33,1
1.709,9
16. Totaal van de schulden [kolom (15)] 17. Saldo der vorder.(±)ender schuld.(-)[(15)-(16)]
278,8
51,9
405,8
89,6
16,2
309,9 +10,5
8,7 + 1,0
127,0 + 8,9
- 9,7
129,4 + 3,6
+14,4
7,4 +25,7
1.709,9
-351,5
141,1 -53,2
719,1
- 1,6
842,3 +13,1
144,1
-75,0
(15
(...)
... ... 10,1 (0,7)
... 0,4 ... (-)
Am !d ie
0,9 3,3 0,9 ... 54,6 ... 2,6 (0,6)
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
=( n)
( 61) 101( 8)
Financiële instellingen samen
.:§5ág g, ....,: z o. .., gi 1.1 ..--, záu .2 g ' + ( L) + ( 0) - ( 01)
( v() + ( 0 -()
+477,1
2,3
0,2 ...
-35,9
0,2 ... 0,2 (...)
0,8 0,4
1,4 0,1 3,3 3,5
0,2 •• • •• • 0,5 27,8 16,4 0,2 (0,2)
85,1 18,8 16,0 (1,5)
7,4
-
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge ijk aan de som van de posten. Kas voo • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationa e Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Kredietverenigingen van de Nationale en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvig Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdisconteringbeid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (ezel. haar levensverzekeringskoe), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen. 1 Voor de jaren 1957 tot 1959, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963.
XII - 1 b. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1961 ( Miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van Belgii.
(Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Nlet-financiële nationale sectoren -
-
Nihil of beneden F 50 miloen j
Pasm Bedrijven en tatale particulieren bedrijven
Niet gedane verrichting
frij tic
( 1)
(1)
Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
(4) ( 5:
( 9) 404( t) ( g)
( 7)
(5)
(6) = (1)tot(5)
(7)
... 0,1 1,0 (0,1)
(8)
(9)
30,5 28,9 ...
1,9 0,2 1,0 76,2 1,8 (0,7)
. .Fmanciele instellingen samen (13) (8) tot (12)
1,6 (. .)
0,2
7,9 (0,1)
0,5
(-)
0,2
7,9
33,9
0,2
59,4
--
81,2
46,5
79,4
...
...
0,1
...
... ...
4,5 (13,8)
2,3 2,8 1,1 1,6
(...)
14,7 0,3 0,1 9,7 (18,7)
•• 0,6 ... (--)
•- • 0,1 -• • 3,2 1,3 •• • ... (...)
- - •
... 0,1 0,1 0,2 (4,2)
•• • 0,7 1,3 1,6 1,0 ... ... (...)
•• • . 4,9 3,5 0,2 ... (...)
•• • 0,5 0,1 0,5 •• • 2,5 0,1 (...)
- • 1,2 1,3 10,8 5,8 2,7 0,1 (...)
8,1 10,4 4,7 (162,1)
Renten. f onds
Inst. voor verzekering Niet-geldSpaarkassen, op het leven scheppende hypotheek- . e tegen openbare en kap .:arbeids re e kredietsatiemaatongevallen, lingen instellingen scheppijen '" pensin• fondsen (11) (12) (10)
...
23,2
1,1
1,6
...
...
8,1 10,5 15,3 (162,4)
0,2
Niet bepaalde sectoren
Totaal van de schalden
en aanPassingen (14)
(15) = (6) (7) + (13) -I- (14)
43,5 29,2
13,3 26,4 6,8 (2,2)
3,3 0,1 ... 75,5 0,5 (--)
35,7 29,2 14,3 178,2 9,1 (3,4)
7,8 ... ... ... ... (...)
188,7 24,4 (165,8)
266,4
7,8
308,3
22,6
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-
0,1
-
14,5 . • •
0,1 0,3
... ...
Totaal ...
19,6
0,5
4,5
0,4
. • •
25,0
7,8
4,5
0,6
4,6
8,6
3,6
21,9
0,3
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen
1,9 ... 105,4 ...
... 0,3 2,2 0,3 0,8
-
0,2 2,7 1,4 ...
... ... 0,8 0,5 0,4
2,0 3,0 109,8 0,8 1,2
... 19,9 9,0 16,7
31,1 51,5 30,3 36,8
... 1,1 3,8 ... ...
... 4,3 28,5 2,5 0,1
... 0,6 35,6 2,7 0,6
0,4 12,2 6,4 0,5 0,1
31,6 69,7 104,6 42,5 0,7
7,0 - 0,1 1,4 0,6 ...
40,5 92,5 224,8 60,5 1,9
Totaal ...
107,3
3,6
-
4,3
1,6
116,8
45,7
149,7
4,9
35,4
39,4
19,7
249,0
8,8
420,4
-
•• •
-
. • . 3,4 0,6 ...
... 1,2 ... -
••• ... 6,0 7,4 ... ...
... ... 1,1 ... 44,2 ...
... 3,4 9,9 10,1 44,7 ...
... ... - 0,1 ... ... 3,7
Geld op zeer korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op half. en lange termijn Diversen
5,1 (0,7)
15,3 ... ..... ------ ___ 1,6
0,4
... •• •
. ••
. 0,1
... ...
• ..
25,9
0,5
3,9
1,2
4,3
13,4
45,3
68,2
3,6
98,1
-
-
...
...
0,6
...
0,6
1,1
9,6 6,5
...
...
0,6
...
0,6
1,1
16,1
125,4
108,6
148,0
606,2
21,5
897,9
...
...
...
...
...
0,7
9,7
...
... 9;0 2,0
...
2,0
... - 0,5
96,2 16,4
5,1
3,7
9,6 2,4
•• •
2,3
•• .
-
9,6 4,8
Totaal ...
12,1
...
2,3
...
-
14,4
Niet-financiële nationale sectoren samen .
179,1
10,3
12,0
9,6
216,0
•• •
-
•• •
•• •
Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) Accepten en handelspapier Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
-
5,0
•• •
0,9
-
9,0
54,2
217,5
6,7
-
... 5,4 2,0
-
9,9
-
96,2 1,5
0,9
8,0 ... (0,9)
(--)
..... 9,0
...
3,4 26,1
...
16,9
Reserves van de sociale verzekering Diversen
0,1 1,3 1,3 27,8 8,8 4,1 11,7 ( 19 , 5 ) 55,0
0,5 ...
3,7 0,1
•- • - • •- • - - - 0,2 0,1 0,4 (0,9)
15,8 ... 4,4 5,7
4,4 0,4
Totaal ... ;ocii zek
(3)
Sociale` verzekering
Nietfinanciële oosnland Geldschepnationale "" " pende instel. sectoren samen hagen
1-4
ree ve ere
:C!
Sta
(8
na
2)
e 1
Totaal _.
(2)
Staat ,, , ,.,..„.„ , '-'c'-`5 "'" ,
Overhe ide ee ctor n ie t e lderi ■;: ve rme ld (o.m. lagere overhe id)
...
Buitenland
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar
1,1 (0,1)
12,2 10,7 (0,4)
-
-
12,2 11,8
(--)
1,1
23,8
...
...
33,9
--
113,1
0,9
0,4
3,9
... 0,2
96,2 6,9
-
-
-
(...)
(1,3)
(--)
8,0 0,4 (2,2)
1,4
3,9
3,1
122,5
10,1
49,1 9,4
20,2 12,2
... (...)
________
0,3
156.7
Geld
'L11,4
aen
Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v./d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen ... Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
9)
nfc
Totaal ...
8,0 16,3 27,0 8,6 0,1 (6,1)
age ap arb onc
ECI
le
, 1 isa )pi 0)
Totaal
12
Lsd liet
_LINO
...
... -
... -
-
-
-
0,2 (0,2)
-
zwt,0
... -8,0 16,3 27,0 ... 8,6 0,3 (6,3)
... 35,3 -
1,4 -10,5 -
...,„
, ,. .
-,-
0,6 -
-
... -
4,6 -
... ... ...
-
0,3 -
0,3 13,7
... ...
...
... (0,1)
...
... (0,6)
8,5
...
(0,5)
.___ _______ _____ ...
...
__. , 4,6 35,3 8,0 16,3 27,3 13,8 8,6 8,8 (6,9)
10,3
0,6
294,5
35,3
12,0
5,8
2,2
1,4
0,4
21,8
8,5
360,2
-
... -
2,8 -
. . . ... -
... -
. . . ... 2,8 -
... ... -
... 11,0 ... ... ••.
-
. . . ... ... •••
... ... ... •••
... ... ... ...
... 11,0 ... ... ...
... ... ... 0,1
... 11,0 ... ... 2,8 0,1
-
...
2,8
...
...
2,8
...
11,0
-
...
...
...
11,0
0,1
13,9
0,2 ... ...
0,8 ... 0,1
... ... 0,3 ...
3,9 113,4 4,7 9,0
2,8 113,4 0,6 9,0
Totaal ... Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves Diversen
-
... ...
0,5 ... 0,1
0,2
...
0,1
...
...
0,3
... 1,9
0,2
...
0,1
0,6
0,2
1,2
2,2
137,9
... ... ...
... 0,1 ...
... 5,0 0,9
... ... ...
... 6,0 0,9
... 0,9 0,9
... 7,1 17,2 128,5 3,7
...
0,1
5,8
...
6,9
1,8
156,5
... 0,3 ... ... 0,5 8,9 7,6 0,3 (...)
... ... ... ••• ... 14,4 9,8 •• • (...)
... ... ... ••• 0,1 0,3 .». •• . (...)
... 0,8 ... ••• 0,6 30,8 17,9 0,3 (0,1)
... 0,2 ... ••• ... ... 2,1 3,3 (...)
0,3
3,1
...
3,1
4,3 9,0
...
0,6
0,5 4,3 _____________ (1,2)
...
...
...
...
130,5
0,6
...
...
3,4
134,5
... ... 17,2 128,5 0,4
... ... ...
... ... 0,6
...
... 0,1 1,0
... 0,1 17,2 128,5 2,0
... 0,1 ...
... 0,9 ...
147,7
0,1
0,9
0,4
...
0,5 4,3 (1,2)
146,1 1,0 3,8 1,4 ... 62,6 ... 2,5 (0,8)
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (Aandelen en deelnemingen)
...,,,
2,6 3,2 ...
3,6
Direct opvraagbare deposito's Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal
U,0
0,3
... -
2,7
277,3
Geld op zeer korte termijn Certificaten op korte termijn Verpl. in rek.•courant of voorschottenrek. Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Diversen
I
Z,1
...
0,6
...
-
(...)
...
1,1
0,5 ...
...
2,5
0,4 0,1 ...
...
... ... 10,3 (0,7)
0,1 ... 0,2 (...)
1,0 0,4 (...)
0,5 6,5 (1,2)
1,5 1,4 3,8 4,3 0,6 96,7 20,7 16,7 (1,7)
63,9 0,4 13,0 (1,5)
2,0 0,3
6,7 0,5
(...)
(0,1)
0,5 0,5 ... (-)
7,3
0,9
17,6
24,2
0,5
50,4
5,7
145,8
18,2
814,2
1,5 0,1 3,8 4,3
71,4
0,5
10,3
3,3
1,5
87,1
2,6
625,4
3,8
17,3
13,6
6,6
666,7
38,1
31,3
6,7
19,9
32,1
1,1
91,2
4,2
2,4
1,3
- 1,5
- 1,3
- 3,2
4,2
9,9
0,5
1,0
- 0,8
- 3,2
7,4
809,2
17,7
54,4
17,1
14,9
913,3
96,5
371,8
14,8
147,8
143,9
149,1
827,4
40,0
1.877,2
308,3
55,0
420,4
98,1
16,1
897,9
156,7
360,2
13,9
137,9
156,5
145,8
814,2
8,4
1.877,2
+500,9
-37,3
-366,0
-81,0
- 1,2
+15,4
-60,2
+11,6
+ 0,9
9,9
-12,6
+ 3,3
+ 13,2
+ 31,6
Totaal (
° ( 91
u ) %011
Financiële instellingen samen
.4 g a ,,,,_., gatg..2,2,r, ` 7°
-
)
(n +OT) +(L) + ( g)=( 91)
Totaal van de vorderingen
16. Totaal van de schulden [kolom (15)] 17.Saldodervorder.(+)enderschuld.(-)[(15)-(16)]
+
-
8,4
-
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge•jk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvighe d), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvigheid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (excl. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen.
-
2. - BEWEGING VAN DE VORDERINGEN EN SCHULDEN IN 1961
1
(Miljarden franken)
Bron : Nationale Bank van Belgii.
(Voorlopige cijfers)
VORDERINGEN PER SECTOR EN PER SOORT Niet financiële nationale lectoren
Financiële instellingen
Gegevens niet beschikbaar
• •• -
Nihil of beneden P' 60 miljoen Niet gedane verrichting
,...
cra
... t; .c, gom,
Bedrijven en particulieren
Pamstelall bedrijven
Staat (Schatkist)
(1)
(2)
(8)
.' -'7" . ".2 ,o E °-;, -0 2 , :,,3 °m 5
‘ , So c i ale verzekering
r2.1 '› ° °
le
(2)
( 1)
rij -tic
0
Geld op zeer korte termijn Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal ...
Sti cl»
ne
Gelden van derden Certificaten op korte termijn Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen Totaal Geld op zeer korte termijn Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Andere leningen op balfl. en lange termijn Diversen Totaal (5
les( I v■ er e
:C'
3oci rzek
Accepten, handelspapier en promessen Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties Andere leningen op halfl. en lange termijn Diversen (Aandelen en deelnemingen) Totaal
(4)
(5)
Niet. financiële .„,„,„., , Geldactie n ationale `'-'""^" m. pende sectoren instelsamen lingen (6) (1) tot (5)
(7)
+ 0,1 ... ... ... • .. - 0,1 + 0,1 + 0,3 (+ 4,2) (+0,1) (...) + 0,4 - 0,1 + 0,1 - 0,6 ... (. .) - 0,6 ... + 4,6 - 1,3 + 3,2 - 0,7 ...
+ 0,1 ... ...
... - 0,1 (...) - 0,1
-
...
... ...
...
+ 0,2 (+ 0,5) (+ 1,0) + 0,2 + 0,2 ...
...
... ...
... _______ - 0,7 + 2,7 - 0,3 + 0,6
+0,2 (. .) (+1,5) - 0,1 -0,4
Financiële instellingen samen
Niet bepaalde s ecto ren aa n Wanden
Totaal
van de
schulden
(15) = (6) (13) (8) tot (12)
(8)
(9)
+ 4,4 + 3,6 ...
-
- 0,5 - 0,1
______
+ 0,4 ...
+ 4,3 + 3,6
+ 1,2 ...
+ 8,1 + 0,2 (...) + 7,7
+ 3,4 + 0,3 (+ 0,2) + 3,9
+ 7,3 ... (-) + 7,7
+18,7 + 0,5 (4- 0,3) +27,3
... ... (...) + 1,2
+0,1 ... ... - 0,2 +0,1 ___ ... (...) (+4,3) (+ 1,5)(+0,1) - 0,2 +0,1 ... + 8,0 --• .. • -0,6 ...
Renenfonds
Inst. voor verzekering Niet-geldSpaarkassen, o het leven sch eppende hypotheekPen tegen openbare alien ka naliarbeidskredietsatiemaatongevallen, instellingen scheppijen pensioen• fondsen (11) (10) (12)
(14)
(131 + (14)
+ +
5,4 3,6
+ 18,7 + 0,6 (4- 6,0) + 28,5
... -
... + 0,1
... ________
... + 0,3
... + 0,4
... ...
+ 2,2
... ... + 0,2 + 0,1 + 0,7 ... ... (•••) + 0,9
- 0,1 ... (-) - 0,2
... - 0,2 ... ... (•-•) - 0,1
... + 0,4 ... ... (•••) + 0,4
- 0,1 ... + 0,3 ... (...) + 0,6
- 0,1 + 0,9 + 0,3 ... (..•) + 1,7
... - 0,4 ... ... (•••) - 0,5
1,5 3,2 ... + 0,8 (+ 1,5) + 3,1
+
... 0,4
+
-
- 0,5 + 0,2 ... ... _______ - 0,3
... ... - 0,2 ... - 0,2 - 0,4
-0,5 +0,2 +4,4 -1,4 +0,1 +2,8
... - 9,9 + 0,6 + 5,1 ____ - 4,2
+ 0,1 + 9,2 + 4,0 - 0,8 ... +12,5
... - 1,5 + 0,1 ... ... - 1,4
... + 2,3 + 1,2 - 0,1 ... + 3,5
... + 0,3 + 0,9 + 0,1 - 1,2 + 0,1
... + 2,0 + 1,1 ... ... + 3,2
+ 0,2 +12,3 + 7,3 - 0,7 - 1,2 +17,9
+ 1,6 - 0,3 + 0,1 + 0,3 ... + 1,6
+ 1,2 + 2,3 + 12,4 + 3,3 - 1,1 + 18,1
...
-
...
...
•- .
...
... + 0,2 ... + 0,2
...
_ _ _____ ...
... + 1,3 ... ... ... ... + 1,2
+ 0,1 - 0,1 ... ... ...
... ... - 0,2 + 0,3 ... ... + 0,2
... ... + 0,1 ... + 4,8 ... + 4,9
... + 1,3 + 0,2 + 0,2 + 4,8 ... + 6,6
... ... ... ... ... + 2,1 + 2,1
+ + + + +
... 1,3 0,5 0,2 5,0 2,5 8,5
-
-
... ...
...
...
... ...
... ...
... ...
... ...
+ -
0,2 0,8 0,7
- 2,0
+22,7
- 1,4
+11,2
+ 4,5
+16,4
+53,4
+ 4,4
+ 57,6
.
+ 0,3 + 0,9
-
... + 0,6
...
-
+ 0,8
+ 1,8 + 0,9
... + 0,1
+
... -0,1
--
+11,3 + 0,1
-...
...
+ 0,7
. ...
+11,3 + 0,7
... - 0,4
+ 11,3 + 0,3
--• +1,5 (-1,7)
-
+ 3 ,6 (+0,1)
(-)
0,1 (...)
+ 3,6 - 0,1 (-1- 0,2)
- 3,6 ... (...)
+ 0,1 ... + 0,1
- 0,7
+ 0,2
Reserves van de sociale verzekering Diversen Totaal ...
+ 0,2 - 1,3 - 1,1
-
Niet-financiële nationale sectoren samen .
+ 1,1
... ... + 0,4 + 0,4
... ... ...
...
... +0,1 +0,4 -0,2
-
+0,2 -0,9 -0,7 +1,7
...
+ 0,4 + 0,4
...
--
+ 0,6
+ 1,0
- 0,3
- 0,6
...
( 7)
Buitenland
)
(e t ee( —
... + 0,1 ... + 0,2 + 0,3
• Geld op zeer korte termijn (Belg. franken) Accepten en handelspapier Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Overige verplichtingen op korte termijn (incl. de goudvoorraad van de N.B.B.) Obligaties Verplichtingen van de internationale kredietinstellingen uit hoofde van de inschrijving van België Diversen (Aandelen en deelnemingen)
-
...
-
...
...
... - 0,1 (- 1,7)
- 0,2 (. .)
•• + 1,7 (. .)
-
-
...
(...)
(+ 0,1)
0,1 1,9
... + (-
1,4 1,5)
p en
Geld Geld op zeer korte termijn Brutoverplicht. tegenover het buitenland Deviezendeposito's van de ingezetenen Inlagen op spaarboekjes v. /d. ingezetenen Termijndeposito's van de ingezetenen ... Verplichtingen niet elders vermeld Obligaties (incl. kasbons) Diversen (Aandelen en deelnemingen)
Totaal ...
(6
4.1
list ppi 10)
1, 1
yiet P 13 rbe ade
+ 2,9
...
+26,7
- • •
1-
kI,z
+ 2,4 + 14,3 + 0,7 + 0, 6 + 8,0 •• • + 5,5 + 1,0 .. . + 1,0 + 1,0 --- ( + 0,3) + 50,3 + 0,9 ... - 0,1
... -
••• -
+ 2,6 -
-
-
•••
+ 5,7
•• •
•• . (• •)
.. •
... (•• •)
- 0,2
+ 0,2
...
+ 8,4
... -
... -
... -
... + 6, 2
. .. -
- 0,2 -
+ 2,7
+ 5,8
... + 5,2
-
(. +14,2
• • •
+ 2,6 + 3,2 . . •
+ 0,2 + 2,5 •)
... . . .
... . . .
... ...
Verpl. in rek.-courant of voorechottenrek.
-
-
-
-
-
-
-
...
-
•••
• ..
•••
•••
• ..
Verrichtingen met recht van wederinkoop Dotatie Dive rsen
-
-
. . . -
-
. . . -
-
-
... ...
-
... ...
... ...
... ...
... ...
.. • . . .
-
...
+ 0,1 + 9,1
Termijndeposito's Obligaties (incl. kasbons) Wiskundige reserves van de kapitalisatiemaatschappijen Diversen (Aandelen en deelnemingen)
. . .
...
... + 0,2
- 0,2
+ 0,1 + 1,0 + 0,3 (+ 0,1)
- 0,2
-
...
...
+ 5,2
+ 0,2 + 9,1 - 0,2 + 1,0
-
-
...
5,2 ••• •• • ...
+
5,2
+ + +
0,4 9,1 0,1 1,0
-
...
...
...
+ 5,2
-
... ... ...
+ 0,2 . . . . . .
. . . ... ...
+ 0,2 .. . ...
... ... + 0,1
. . .
+ 0,3
...
+ 0,2
+ 0,4
+ 10,9
(+
(+0, 1 ) . . .
. . . +
+10,3
0,1)
Totaal ...
+10,5
+ 0,1
- 0,2
Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Reserves van de sociale verzekering Wiskundige reserves
. . . . . . + 0,1 + 8,7 + 0,3
... ... . ..
... . . . . . .
. . . ... . . .
. . . . . . + 0,1
. . . . . . ... ... + 0,1 + 8,7 + 0,3 _______
. .. + 0,1 ...
. . . ... . . .
... - 0,2 ...
... + 0,7 + 0,4
... ... ...
... + 0,6 + 0,4
. . . + 0,5 --+ 0,2
+ + + +
+ 9,0
. . .
. . .
...
+ 0,1
+ 9,1
...
+ 0,1
...
- 0,2
+ 1,0
...
+ 1,0
+ 0,8
+ 10,8
...
...
...
- 0,1
+ 0,2
- 0,1
+ 0,2
... • + 0,3 ...
______ + 0,3 + 0,3
... ... + 1,4 + 0,5
... + 0,2 ... . . : - 0,2 - 0,2 + 0,1 (...)
. . . . .. . . . ... ... + 1,6 + 1,1 . . . (...)
... ... ... ... + 0,1 + 0,1 ... ... (...)
... + 0,6 ... . . . + 0,1 + 3,0 + 1,4 + 0,1 (•••)
... - 0,2 ... . . . . . . . . . + 0,2 + 0,4 (• • •)
Totaal
( 11
-
- 0,2 +14,4 --
(+0,4)
•)
+ 0,9
... + 0,7 + 0,6 + 8,0 - 0,2 + 1,0
. .. ...
Diversen
Direct opvraagbare deposito's Geld op zeer korte termijn Inlagen op spaarboekjes Termijndeposito's Verpl. in rek.-courant of voorschottenrek. Obligaties verkrijgbaar door elke belegger Oblig. niet verkrijgbaar door elke belegger Diversen (A andelen en deelnemingen) Totaal
= (ei)
( W 101( 8 )
Financiële instellingen samen
g 5 tg ..,^ 2:1,...,52.'4), zCS§ 14.J2' a.( 13) + ( 1 4)
+ 0,8
-
+16,5
-
Inlagen op spaarboekjes
2cli ■
(•
... ... -
... • -
Direct opvraagbare deposito's
lds
+ 2,9 ... -
-
(+ 0,4) +22,2
+ 1,0 -
-
Totaal
( 1 5) = ( 6) +( 7) +
+ 0,8 ... -
Certificaten op korte termijn
Geld op zeer korte termijn
3X C7
+11,8 + 0,7 + 0,6 + 8,0 + 1,0
... 1,2 0,1
87 0,9
(-)
. . . . . . + 0,2 (...)
(•..)
(...)
+ 0,5 + 0,1 ... (-)
+ 9,1
+ 0,2
+ 0,2
+ 0,1
+ 0,2
+ 9,9
+ 0,8
+ 1,8
+ 0,6
- 0,1
+ 2,8
+ 0,3
+ 5,3
± 0,3
+ 0,1 + 0,6 + 0,6 + 0,8 + 0,1 + 11,6 + 1,9 + 0,6 (+ 0 , 2 ) + 16,4
+50,9
+ 1,1
+ 0,9
+ 3,0
+ 0,2
+56,1
+15,0
+ 9,8
+ 6,4
- 0,5
+ 4,2
+ 0,2
+20,1
+ 2,4
+ 93,6
+ 0,2
+ 0,3
- 0,2
+ 0,2
+ 0,4
- 3,6
+ 2,9
+ 0,1
+ 0,5
- 1,5
- 1,3
+ 0,8
+16,1
+92,3
+ 3,0
+164,3
+ 0,1 + 0,6 + 0,5 . • • + 8,0 . . . i - 0,1 (+ 0,2)
.
+ . + .
0,1 .. 0,1 ..
- 0,1 . . . (-)
(-)
+ 0,1 ... + 0,6 + 0,8 + 8,3 ... + 0,1 (+0, 2 )
-
-
2,4
Totaal van de vorderingen
+52,0
+ 1,7
+ 3,7
+ 2,4
- 0,3
+59,6
+ 9,4
+51,4
+ 5.0
+11,8
+ 7,9
16. Totaal van de schulden [kolom (15)] 17. Saldo der vorder.(±)en der schuld.(-) [(16)- (16)]
+28,5
+ 3,1
+18,1
+ 8,5
- 0,7
+57,6
+15,6
+50,3
+ 5,2
+10,9
+10,8
+16,4
+93,6
- 2,4
+164,3
+23,5
- 1,4
-14,4
- 6,1
+ 0,4
+ 2,0
- 6,2
+ 1,1
- 0,2
+ 0,9
- 2,9
f - 0,3
- 1,3
+ 5,4
...
Noot : Wegens de afrondingen zijn de totalen niet noodzakelijk ge ijk aan de som van de posten. • Nationale Maatschappij voor 'Krediet aan de Nijverheid, Gemeentekrediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationa e Kas voor Beroepsk ediet (voor zijn niet-geldscheppende bedrijvigheid), Kredietverenigingen van de Nationale Kas voor Beroepskrediet (voor hun niet-geldscheppende bedrijvigheid), Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, Herdiscontering- en Waarborginstituut (voor zijn bedrijvigheid gefinancierd met behulp van niet-monetaire middelen), Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (excl. haar levensverzekeringskas), Huisvestingsfonds en Studiefonds van de Bond der Grote Gezinnen. 1 Voor de jaren 1958 tot 1960, cf. Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1963.
XII - 3. - UITSTAANDE VORDERINGEN EN SCHULDEN OP 31 DECEMBER 1961 Totalen per sector (Miljarden franken)
Bedrijven en particulieren
Parastatale bedrijven
(1)
(2)
Staat (Schatkist)
Overheidssector niet elders vermeld
Sociale verzekering
Buitenland
samen (g ) =-(1) tot (5)
(5)
(4)
(3)
Nietfinanciële nationale sectoren
(7)
Geldscheppende instellingen
23,2
1,1
1,6
0,2
7,9
33,9
0,2
59,4
2. Parastatale bedrijven
19,6
0,5
4,5
0,4
...
25,0
7,8
4,5
107,3
3,6
4,3
1,6
116,8
45,7
149,7
16,9
5,1
3,7
0,1
...
25,9
0,5
3,9
2,3
...
...
14,4
...
54,2 -
4. Overheidssector meld
niet
elders
-
(9)
(8)
1. Bedrijven en particulieren
3. Staat (Schatkist)
Rentenfonds
Instellingen voor Spaarkassen, overzekering pi leven hypotheeken ka p• en tegen arbeidssatiemaatongevallen, schaPPijen pensioenfondsen (10)
-
Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
(11)
(12)
Financiële instellingen samen
(13 ) -= (8) tot (12)
Niet bepaalde sectoren en aanpassingen
(14)
Totaal van de schulden (15) (6) ÷ (7) + (13 (14) +
81,2
46,5
79,4
266,4
7,8
308,3
0,6
4,6
8,6
3,6
21,9
0,3
55,0
4,9
35,4
39,4
19,7
249,0
8,8
420,4
1,2
4,3
13,4
45,3
68,2
3,6
98,1
...
...
0,6
...
0,6
1,1
16,1
217,5
6,7
125,4
108,6
148,0
606,2
21,5
897,9
113,1
0,9
1,4
3,9
3,1
122,5
0,3
156,7
5,8
2,2
1,4
0,4
21,8
8,5
360,2
...
...
...
11,0
0,1
13,9
ver12,1
5. Sociale verzekering 6. Niet-financiële nationale sectoren samen
'
179,1
10,3
12,0
5,0
9,6
216,0
9,0
1,1
23,8
•• •
•• •
33,9
277,3
2,7
3,6
10,3
0,6
294,5
35,3
12,0
-
•• •
2,8
•• •
•• .
2,8
.. •
11,0
10. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen
130,5
0,6
...
...
3,4
134,5
...
0,2
...
0,1
0,6
0,2
1, 2
2,2
137,9
11. Instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen
146,1
...
0,6
...
1,1
147,7
0,1
0,9
...
0,1
5,8
...
6,9
1,8
156,5
12. Niet-geldscheppende openbare kredietinstellingen
71,4
0,5
10,3
3,3
1,5
87,1
2,6
7,3
0,9
17,6
24,2
0,5
50,4
5,7
145,8
625,4
3,8
17,3
13,6
6,6
666,7
38,1
31,3
6,7
19,9
32,1
1,1
91,2
18,2
814,2
4,2
2,4
1,3
3,2
4,2
9,9
0,5
1,0
3,2
7,4
809,2
17,7
54,4
17,1
14,9
913,3
96,5
371,8
14,8
147,8
143,9
149,1
827,4
40,0
37,3
- 366,0
- 81,0
1,2
1-- 15,4
- 60,2
± 11,6
9,9
- 12,6
3,3
+ 13,2
-1- 31,6
7. Buitenland 8. Geldscheppende instellingen 9. Rentenfonds
13. Financiële instellingen samen 14. Niet bepaalde sectoren en aanpassingen 15. Totaal van de schulden 16. Saldo van schulden
de
vorderingen
-
-
1,5
-
1,3
-
-
-
0,8
-
-
8,4 1.877,2
en -4- 500,9
-
-
+
0,9
-1-
-1-
-
XIII. - GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN 1. -
GEZAMENLIJKE BALANSEN VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken,
Quasi-monetaire liquiditeiten Geldhoeveelheld
Einde periode
In handen van de bedrijven en particulieren Deposito's 1 in Belgische
In handen van de Schatkist
de quasimonetaire liquiditeiten
(8)
(4)
(5) = (1) tot (4)
Deposito's inbin bulsteengeldsoorten
(1)
(2)
Totaal van de geldhoeveelheid en van
1958 Juni September 3 December
206,1 202,0 209,5
25,0 26,9 27,4
2,5 2,6 2,6
0,5 0,5 0,6
234,1 232,0
1959 Maart Juni September December
209,7 214,0 209,6 216,3
30,1 29,2 30,9 31,5
3,3 3,1 3,1 4,3
0,7 0,7 0,6 0,5
243,8 247,0
Discontokredieten, voorschotten en acceptkredieten aan bedrijven en particulieren gevestigd in 13elgió
Vorde Vorderingen op de overheid Goudvoorraad en nettodeviezenpositie
240,1
244,2 252,6
Vorderingen op pd Staat
Nettovorderingen o het op Rentenfonds
Vorderingen op de andere openbare besturen 6
Totaal
Gefinancierd door de geldscheppende iprwtel
(10) = (7) tot (9)
(6)
(7)
(8)
(9)
66,2 70,1 72,1
125,0 120,4 126,4
2,0 3,7 4,1
2,2 1,7 2,1
129,2
70,3 69,7 71,2 70,7
129,5 129,6 128,0 132,4
3,9 5,0 2,0 4,6
2,9 3,9 4,0 4,0
136,3 138,5
gen liegen (11)
Pro
memorie : gefinancierd door en buiten de geldscheppende instellingen (12)
Diversen 2
(13)
(14)
(15)
+ 3,0 + 3,6 + 4,1
- 4,2 - 4,7 - 5,9
59,6
- 6,8 - 6,9 - 6,9 - 6,9
+ + + +
4,4 4,7 5,3 5,1
-
5,6 3,8 4,5 5,4
60,1 61,2 60,0 65,4
-
6,9 7,0 7,2 7,6
+ + + +
5,6 5,6 5,3 4,9
-
6,0 5,6 8,2 9,0
+ + + +
5,4 6,1 6,3 6,8
-
5,9 5,5 7,2 6,9
58,3
55,9
141,0
45,2 44,8 45,1 48,1
4,3 4,5 3,7 4,7
139,9 142,8 150,3 146,4
48,5 49,2 48,8 53,0
134,0
Vorderingen en schulden tegenover niet geldscheppende financiële instellingen
- 5,8 - 6,3 - 6,6
45,7 43,5 43,8
125,8 132,6
Obligatieleningen van de depositobanken
55,8 56,3 55,8
55,9
1960 Maart Juni September December
212,5 219,9 214,2 220,4
36,1 33,5 33,7 34,7
4,8 5,8 8,0 7,2
0,5 0,3 0,3 0,2
253,9 259,5 256,2 4 262,5 4
72,8 74,5 67,2 74,8
133,6 136,2 142,7 135,9
2,0 2,1 3,9 5,8
1961 Maart Juni September December
222,6 226,8 228,6 237,4
37,5 38,0 41,1 43,6
7,9 7,9 8,4 8,0
0,1 0,1 ... ...
268,1 4 272,8 4 278,1 4 289,0
73,3 68,2 70,9 77,8
143,6 149,3 154,3 147,4
4,0 4,1 3,4 5,2
4,2 4,7 4,2 6,1
151,8 158,1 161,9 158,7
51,4 54,1 54,6 61,2
64,5 67,3 75,2
- 7,9 - 8,2 - 8,4 - 8,6
1962 Maart Juni September December
236,3 245,0 246,7 254,5
47,5 47,9 50,4 48,5
8,2 7,9 8,0 7,4
0,1 ... ... ...
292,1 300,8 305,1 310,4
84,6 82,4 80,9 80,5
147,3 151,9 154,8 149,0
3,2 4,4 5,8 7,0
5,6 5,5 6,6 7,7
156,1 161,8 167,2 163,7
61,7 63,5 66,8 72,9
73,9
- 9,1
77,8
- 9,8 -10,4
+ 7,0 + 8,9 + 9,0
--11,1
A-10,1
262,6 273,2
50,7 51,3
7,4 8,3
0,1 ...
320,8 332,8
83,8 84,4
159,8 164,5
7,2 7,5
6,0 6,4
173,0 178,4
74,5 78,7
88,6
-11,1
A-10,3
92,5
-11,2
+10,2
- 9,7 -- 7,7
272,3 267,8 279,0 274,3
51,3 53,1 55,0 58,3
8,2 8,4 9,1 10,1
... ...
331,8 329,3 343,1 342,7
81,6 79,1 77,6 77,1
167,6 166,6 171,7 v 174,6
7,5 6,9 7,4 7,0
5,0 5,1 5,8 4,9
180,1 178,6 184,9 v 186,5
79,0 82,2 91,1 90,3
92,8
-11,2 -11,3 -11,4 -11,2
+10,2 A-10,1 A-11,0 H 9,9
- 7,9 - 9,4 -10,1 V 9,9
1963 Maart Juni 5
(r.)
69,7
78,6 86,7
- 8,2 - 6,0 - 8,4 - 5,7
Nieuwe recta 5
Juni September December 1964 Maart
...
v
v
95,7 104,1 107,6
-
-
1 Deze deposito's omvatten de termijndeposito's en de spaarboekjes. de Deze rubriek omvat voornamelijk het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van het Muntfonds, van de niet elders ingedeelde vorderingen op en schulden tegenover ingezetenen, de salderingsrekeningen, verschillen tussen de vastleggingen en participaties eensdeels en de eigen middelen anderdeels. Zij omvat, daarenboven, tot 8u juni 1963 (oude reeks) het saldo van de verrichtingen op halflange en lange termijn van de N.K.B.K. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, sedert augustus 1958, de rekeningen op meer dan een maand van de financiële maatschappijen bij de banken niet meer opgenomen onder de rubriek e Geldhoeveelheid s doch onder de rubriek gr Quasi-monetaire liquiditeiten in handen van de bedrijven en particulieren : deposito's in Belgische franken s In beginsel zouden de deposito's van de Kongolese ingezetenen in de Belgische banken niet moeten opgenomen worden in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten. De toepassing van dit beginsel stuit op statistische moeilijkheden. Zo waren tot einde juli 1960 de deposito's bij de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet-bankiers in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten begrepen ; zij werden eruit verwijderd voor een bedrag van F 0,2 miljard in augustus en F 0,7 miljard in september doch deze bedragen werden er nadien gedeeltelijk weder in opgenomen en wel ten belope van 1' 0,3 miljard in november en december 1960, en van aanvullende bedragen van F 0,2 miljard in januari en februari 1961, F 0,1 miljard in september 1961 en F 0,2 miljard in oktober 1961. Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) • opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177. Incl. de vorderingen op de pensioenfondsen. N. B. - Voor de wijze van opstelling van deze tabel, zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXIVe jaargang, deel II, ar 6, december 1949 - XXXe jaargang, deel II, nr 5, november 1955 - XXXLIIe jaargang, deel II, nr 5, november 1958 - XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963. - Voor de indeling van de s Geldhoeveelheid s, zie tabel 4, hoofdstuk XIII. - Voor de indeling van de s Goudvoorraad en nettodeviezenpositie s, zie tabel 5, hoofdstuk XIII. 2
XIII - 2. - DE BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE, DE GELDSCHEPPENDE OPENBARE INSTELLINGEN EN DE DEPOSITOBANKEN a) - Nationale Bank van België - Activa - Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken)
31-3-60
30-6-60
30-9-60
31-12-60
31.3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-63
30-6-63
30-9-63
31-12-63
31-3-64
59,1 4,4 0,1 ... 5,5
59,5 4,4 0,1 ... 5,5
54,7 4,4 0,1 0,6 4,1
58,5 4,4 0,1 2,4 3,5
56,6 4,4 0,1 0,9 3,1
53,7 4,4 0,1 2,7 2,4
58,3 7,4 0,1 1,2 0,7
62,4 8,0 0,1 2,4 0,4
64,9 7,2 0,1 0,3 0,4
66,8 7,5 0,1 2,3 0,3
67,1 6,7 0,1 0,8 0,3
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,6 6,7 0,1 3,0 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
68,6 7,0 0,1 4,1 0,1
68,8 8,2 0,1 3,0 0,1
5,6 0,1 74,8
7,8 ... 77,3
6,2 0,4 70,5
12,6 ... 81,5
15,5 ... 80,6
19,9 0,2 83,4
19,3 ... 87,0
20,4 0,1 93,8
18,2 ... 91,1
13,4 ... 90,4
14,3 0,1 89,4
12,8 ... 92,0
17,8 ... 96,4
19,5 19,6 21,6 20,9 1,5 1,5 1,5 1,5 99,5 100,5 103,0 102,6
0,7
0,7
0,7
0,6
0,7
0,6
0,6
0,5
0,6
0,5
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,2
0,3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
...
...
1,7
...
...
0,1
...
...
...
...
...
1,3
0,3
0,2
1,5
0,3
...
9,0
8,4
9,4
6,0
8,4
7,2
9,7
6,5
6,4
8,1
9,9
5,2
8,8
9,9
8,2
9,3
9,6
2,3 34,0
2,3 34,0
2,2 34,0
2,3 34,0
2,2 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,1 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,3 -
... 2,5
... 2,4
1,2 3,5
1,0 3,4
... 2,8
... 2,1
... 1,7
0,2 2,5
... 2,0
... 1,7
... 1,7
2,7 3,6
0,1 2,4
... 2,5
0,5 1,5
1,7 3,5
... 3,0
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
.• • -
... -
... -
•- • -
... -
... -
- • -
-.-
... -
•- -
•- -
•- • -
•- -
- - -
6,5
8,4
12,5
22,0
25,6
26,6
28,6
28,6
27,0
23,6
22,6
19,9
28,2
33,4
34,4
36,4
36,5
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : -- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
129,9 134,0 136,2 150,9 154,4 156,4 164,0 168,6
163,6 160,8 160,5
162,7 174,5 182,4 184,2 192,3 188,6
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de B.B.U. 2 Voor de data v6dr 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek 6a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek s 6b) in Belgische franken niet enkel
betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
a) -
Nationale Bank van België - Passiva - Driemaandelijkse cijfers
... 0,8 1,0
••• 0,6 0,8
••• 0,8 1,0
... 0,6 0,8
• .. 0,6 0,8
2,4
2,3
2,6
2,5
2,5
2,6
2,8
3,2
-
-
-
-
-
2,5
0,1
0,1
1,6
. 2,2
2,1
2,1
2,4
2,3
-
-
-
-
1,8
0,2
0,4
4,0
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
2,2
2,0
2,4
2,2
-
-
-
-
1,8
0,4
0,3
1,0
2,0
••• 0,8 1,0
••• 0,9 1,1
... 0,8 1,0
... 0,7 1,0
... ... ••• 0,5 0,6 0,4 0,7 0,8 0,6
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,5 0,8
0,2 0,2 -
0,2 -
0,2 -
31-3-64
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
31-12-63
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 0,1
31-12-61
30-9-63
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 0,1
31-12-60
0,2 -
30-9-62
30-9-61
80-9-60
30-6-63
30-6-62
30-6-61
30-6-60
31-3-63
31-3-62 •
31-3-61
31-3-60
(Miljarden franken)
31-12-62
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
0,1
1,4
144,1 147,7
145,4
• 113,9 117,1
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes . - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
-
2,3
0,1
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector :
1. Chartaal geld 3
-
-
118,5 121,7
120,4 122,6 123,8 126,7
125,5
129,7
131,0 135,9
138,0 143,8
0,4 -
0,5 -
0,7 -
0,5 -
0,4 -
0,4 -
0,6 -
0,4 -
0,4 -
0,4 -
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,1 -
... -
0,1 -
... -
... -
... -
••• -
••• -
••• -
• .• -
••• -
••• -
••. -
-
36,1
38,2
37,3
0,5 -
0,3 -
0,3 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
2,7 -
2,9 -
... -
... -
1,6 -
1,9 -
6,4 -
3,2 -
3,2 -
2,1 -
1,7 -
... -
... -
••• -
7,9
9,7
13,8
23,9
26,9
28,3
29,8
30,6
29,0
25,3
24,3
21,1
30,5
34,9
163,6 160,8 160,5
162,7
174,5
182,4
129,9 134,0 136,2 150,9 154,4 156,4 164,0 168,6
1 Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. 1 Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 3 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonde hetwelk onder C5a voorkomt.
0,5
0,5
0,3 -
184,2 192,3 188,6
a) - Nationale Bank van België - Activa - Maandelijkse cijfers 81.10 - 62 80-11-62 31-12-62
81-1-63
28-2-63
81-3-68
30-4-63
31-5-63
80-6-63
81 - 7 - 63
81 - 8 - 63
30 - 9 - 63
67,7 6,8 0,1 5,0 0,1
68,2 6,8 0,1 4,2 0,1
68,4 7,0 0,1 3,8 0,1
(Miljarden franken) 81 - 10 - 63 30 - 11 - 63 31 - 12 - 63
31 - 1 - 64
29 - 2 - 64 131 - 3 - 64
68,6 7,1 0,1 3,1 0,1
68,7 7,1 0,1 1,5 0,1
30 - 4 - 64
31 - 5 - 64
69,4 8,2 0,1 3,1 0,1
69,6 8,2 0,1 2,2 0,1
A. Vorderingen op het buitenland :
1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buiten! B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA ...
67,1 6,7 0,1 2,0 0,3
67,0 6,7 0,1 3,0 0,3
68,3 6,7 0,1 3,8 0,3
68,1 6,7 0,1 3,5 0,2
68,2 6,7 0,1 1,6 0,2
68,6 6,7 0,1 3,0 0,2
68,6 6,7 0,1 2,7 0,2
68,6 6,7 0,1 2,3 0,2
68,6 6,5 0,1 3,1 0,2
13,7
13,1
12,8
14,4
15,7
17,8
19,0
19,5 20,3 20,2 19,6 20,9 21,5 21,6 21,2 21,0 20,9 20,0 20,9 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 ---99,5 101,5 101,1 100,5 102,0 101,6 103,0 101,7 100,0 102,6 102,4 102,6
89,9
90,2
92,0
93,0
92,5
96,4
97,3
19,4 1,5 -98,8
0,4
0,4
0,3
0,4
0,4
0,4
0,4
0,3
0,3
0,3
-0,1
-0,1 0,2
• • •
0,1 0,3
68,3 7,1 0,1 4,0 0,1
0,3
0,3
0,3
0,3 1,1
0,4
0,2 1,5
0,2 0,8
68,3 7,1 0,1 3,0 0,1
0,3
68,6 7,0 0,1 4,1 0,1
0,2
0,3
0,3
0,3
0,3
0,7 1,0
0,2 0,9
68,8 8,2 0,1 3,0 0,1
0,3
0,3
0,2
0,3 1,5
1,3
0,1
9,5
4,6
5,2
7,3
9,2
8,8
8,6
9,3
9,9
6,1
9,2
8,2
8,0
9,2
9,3
6,4
7,8
9,6
9,0
9,9
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,3 34,0
2,4 34,0
2,4 34,0
2,3 34,0
2,4 34,0
2,4 34,0
0,2
0,2
0,2 --
0.2 --
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2 -
0,2 -
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3
0,3
0,3
0,7 1,6
2,7 3,6
• • •
1,7
2,5
2,4
0,1 2,4
2,2
2,1
2,5
1,0 3,1
2,
4
0,5 1,5
0,3 1,9
1,7
1,7 3,5
3,1
3,2
3,0
2,7 •• •
2,8 •• •
0,2
0,6
0,6
-
0,5
0,8
0,7
36,4
36,4
36,2
36,5
36,5
39,4
0,6
1,0
0,5
1,0
0,6
0,3
21,6
19,5
19,9
21,5
26,6
0,3
0,3
0,3
28,2
30,5
31,6
0,1
33,4
33,9
33,8
160,1 156,3 162,7 161,6 167,6 174,5 175,8 179,0 182,4 183,9
183,9
34,4
35,2
184,2 185,2 186,5
192,3 186,7
0,1 1,2
0,2
37,2
186,4 188,6 188,9 191,6
1 Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de E-B Voor de data vóár 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 6a) in buitenlandse valuta's » uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 6b) in Belgische franken » niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
a) -
Nationale Bank van België - Passiva - Maandelijkse cijfers
81-10-82 30-11-62 81-12-62 81-1-68
28-2-63
31-3-63
80-4-63
31-5-63
80-6-63
81-7-63
81-8-63
30-9-63
(Miljarden franken)
31-10-63 30-11-63 31-12-63
31-1-64
29-2-64
31-3-64
30-4-64
31-5-64
A. Verplichtingen aan het buitenland :
1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 1 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,8 1,0
... 0,7 0,9
... 0,7 0,9
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,6 0,8
... 0,4 0,6
... 0,7 0,9
... 0,8 1,0
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,6 0,8
... 0,7 0,9
... 0,6 0,8
... 0,5 0,7
... 0,5
2,3
2,2
2,6
2,4
2,4
2,5
2,5
2,4
2,5
2,5
2,3
2,6
2,5
2,4
2,8
2,4
2,5
3,2
2,6
2,7
... 0,1
... 0,1
... 1,6
... 0,1
... 0,1
... 2,2
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 0,1
... 2,3
... 0,1
... 0,1
-
... 0,1
-
... 0,1
141,8 143,8
144,7
144,7
144,1
144,5
144,7
0,7
B. Verplichtingen aan de binnenlandse
geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken C. Verplichtingen aan de binnenlandse 132,2 131,8 135,9 134,7
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA 1 2
0,1
.
niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld s
-1,4
136,9 138,0 139,7
147,7145,3 145,6
145,4 147,5
148,7
0,4 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,3 -
0,4 -
0,3 -
0,3 -
0,2 -
0,3 -
0,5 -
0,3 -
0,4 -
0,5 -
0,3 -
0,3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
... -
... -
... -
... -
... -
... -
-
... -
... -
... -
... -
.. -
... -
... -
-
-
.. -
.. -
... -
... -
... -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... -
... -
•.• -
... -
--
-
--
-
-
23,4
21,1
21,1
23,2
27,0
30,5
32,3
33,7
34,9
35,6
35,6
36,1
37,1
38,2
38,2 37,8
36,9
37,3
37,7
39,1
160,1 156,3 162,7
161,6
183,9 183,9 184,2 185,2 186,5
192,3 186,7
167,6 174,5
175,8 179,0 182,4
Incl. de verplichtingen in Belgische franken aan de andere internationale instellingen dan het I.M.F. en de E.B.U. Incl. de munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale
Bank.
Bank. $ De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor het bedrag van munten en biljetten van de Schatkist aangehouden door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen behalve dit van het Rentenfonds hetwelk onder C5a voorkomt.
186,4 188,6 188,9 191,6
b) - Geldscheppende openbare instellingen 1 - Activa - Driemaandelijkse cijfers 30-9-60 31-12-60 31-3-61
30-8-61
30-9-61 31-12-611 31-3-62
30-6-83
30-6-63 2
0,1 -
0,1 -
0,1 -
... -
0,2 -
0,1 -
0,2
0,1
0,1
0,1
...
0,2
0,1
...
...
...
...
0,1
0,1
0,1
...
...
...
...
31-8-60
30-6-60
1,2 -
1,4 -
__
0,4 -
1,7 -
1,2 -
__
0,9 -
1,6 -
0,5 -
0,4 -
0,2 -
__ 0,2 -
0,2 -
-
1,4
0,9
0,4
1,7
1,2
1,6
0,5
0,4
0,2
0.2
0,1
0,1
30-6-62
(Miljarden franken)
80-9-62 31-12-62 31-3-63
30-9-63 31-12-63
31-3-64
A. Vorderingen op het buitenland :
1 . Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. IIitvoeraccepten in Belgische franken 5. V@rdering op de E.B.I.J. 6. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl.
1,2
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . _overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
29,2
30,9
32,0
34,4
33,2
33,4
34,2
34,0
34,9
36,6
36,8
37,5
40,0
41,2
41,2
40,2
44,3
42,9
4,8
4,9 -
4,9 -
5,1 -
5,1 -
5,1 -
5,1 -
5,1 -
5,2 -
5,2 -
5,1 -
5,3 -
5,5 -
5,5 -
5,6 -
5,7 -
5,7 -
5,7 _.
2,1
1,9
0,9
2,1
1,5
2,1
1,6
3,4
2,6
2,5
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
0,1 -
0,1 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,2 -
0,1 -
0,2 -
0,1 -
... -
... -
... -
... _
1,1 0,4
2,1 0,4
0,4 0,4 0,1
0,4 0,3 ...
0,8 0,6 ...
1,2 0,6 ...
0,8 0,5 ...
1,8 0,5 0,1
0,1 0,6 0,1
0,5 0,7 0,1
0,2 0,7 0,1
0,1 0,9 0,1
0,2 0,8 0,1
0,1 0,7 0,1
0,1 0,7 0,1
0,1 0,8 0,1
0,5 0,8 0,1
0,2 0,9 0,1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
_
- • •
•- •
- - •
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
... 0,2
•• • 0,2
•• • 0,2
•• • 0,2
--0,2
-•• 0,2
•- 0,2
. . . 0,2
3,4
3,9
3,5
2,8
3,7
3,6
4,4
42,5
45,8
43,5
46,2
47,0
47,6
48,6
-
-
-
-
-
-
-
___
-.- • • 0,2 0,1
•• 0,1
•• • 0,1
- • 0,1
... 0,1
-. • 0,1
--• 0,1
.- 0,1
... 0,1
5,0
4,8
4,6
4,7
4,7
5,0
5,2
4,5
3,1
3,1
3,6
51,1
49,1
50,8
51,4
53,8
55,3
56,9
56,2
53,6
59,3
56,9
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (activa op korte termijn en obligaties), Nationale Kas voor Beroepskrecliet (activa op korte termijn), Gemeentekrediet van Belgili (activa die de tegenwaarde vormen van de direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- en Waarborginstituut (activa gefinancierd door een beroep op de geldscheppende instellingen). Met betrekking tot het Belgische Muntfonds is de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa opgenomen in rubriek D - Andere s. Wat de Nationale Kas voor Beroepskrediet betreft werd de tegenwaarde van het overschot van de getelde passiva op de getelde activa tot 80 juni 1968, oude reeks. opgenomen in de rubriek e D - Andere s; van 80 juni 1983 af, nieuwe reeks, is deze tegenwaarde ondergebracht in de rubriek : C5a - Vorderingen op de parastatale kredietinstellingen - op ten hoogste één jaar 2 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel e Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting. XXXVIlle jaargang, deel II, nr 8, september 1968, blz. 174477.
b) - Geldscheppende openbare instellingen 1
-
Passiva - Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken)
31-3-60
30-6-60
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-8-62
30-6-62
30-9-62
31-12-62
31-3-83
30-6-63
40- 6 -63 5
30-9-63
31-12-63
31-3-64
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,8 0,8
0,9 0,9
0,7 0,7
1,5 1,5
1,3 1,3
1,3 1,3
1,3 1,3
2,0 2,0
2,0 2,0
2,0 2,0
2,0 2,0
1,9 1,9
2,6 2,6
2,6 2,6
2,6 2,6
2,5 2,5
3,1 3,1
3,1 3,1
0,7
0,7
0,7
0,6
0,7
0,6
0,6
0,5
0,5
0,5
0,4
0,3
0,4
0,3
0,3
0,4
0,3
0,3
2,1
1,5
2,2
2,8
2,1
1,5
2,1
1,8
0,8
1,0
0,9
2,6
0,7
0,6
0,6
0,5
3,3
2,3
4,9
5,0
5,1
5,2
5,1
5,3
5,3
5,5
5,5
5,6
5,7
5,8
5,8
5,9
5,9
6,0
6,0
6,0
25,5 7,5
26,8 8,2
25,6 8,6
28,2 7,3
27,2 8,7
28,6 8,4
28,5 9,6
29,5 10,0
29,3 9,6
30,6 10,4
31,1 11,0
32,4 10,6
33,2 12,5
34,5 12,7
33,8 12,7
32,6 11,2
34,1 12,1
33,8 11,3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2. E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen b) in Belgische franken 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 3 2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 4 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist
. -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0,9 ... -
2,5 •• • -
... •• • -
... ... -
1,9 ... -
1,9 ... -
1,1 0,1 -
1,8 ... -
1,1 0,3 -
0,7 ... -
0,3 ... -
0,1 0,1 -
... ... -
0,1 0,1 -
0,1 0,1 -
... 0,3 -
... 0,3 -
... -
42,5
45,8
43,5
46,2
47,0
47,6
48,6
51,1
49,1
50,8
51,4
53,8
55,3
56,9
56,2
53,6
59,3
56,9
D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
1 Bestuur der Postchecks, Belgisch Muntfonds (munten en biljetten), Nationale Kas voor Beroepskrediet (direct en op ten hoogste één maand opeisbare pase'va), Gemeentekrediet van Belgis (direct en op ten hoogste één maand opeisbare passiva), Herdiscontering- 'en Waarborginstituut (passiva t.o.v. geldscheppende instellingen). 2 Alleen de munten en biljetten in de handen van de Nationale Bank van Belgié. 3 De cijfers zijn overschat voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van Belgié worden aangehouden. 4 Incl. de direct opeisbare tegoeden van de parastatale instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. opgenomea 5 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel • Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk RUI) • in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIHe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177.
c) - Depositobanken - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-3-60
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.3.1.1?. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl. B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van Belgié b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken C. Vorderingen op de binnenlandse niet. geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : -- oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : -- verkrijgbaar door elke belegger -- overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 5. ()p de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . -- overige
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30-6-62
--1,0 0,8 --
--0,9 0,5 --
--0,9 0,5 --
--1,2 0,6 --
-1,3 0,5 --
-1,3 0,7 -_
-1,5 0,6 --
-1,3 2,2 --
9,4 2,2 -0,7 12,5
10,4 2,3 -0,3 14,2
12,4 2,8 -0,3 16,3
11,8 2,4 -0,9 14,7
12,2 2,2 -0,5 15,7
14,0 2,4 -0,2 18,0
14,2 2,3 -0,3 18,2
15,2 1,9 -0,4 18,8
2,0
2,2
2,0
2,4
2,2
2,1
2,1
1,8 2,1 2,2
0,4 1,5 2,1
0,3 2,2 1,7
1,0 2,8 2,1
1,8 2,1 2,3
0,2 1,5 2,7
33,1
35,0
39,4
32,9
39,0
18,1 3,1
17,6 3,1
17,7 3,1
18,0 3,2
18,3 3,2
-
--
-
-
1,5 0,7
1,6 0,8
1,7 0,8
1,5 0,8
1,6 0,9
1,5 0,9
1,4 0,9
1,4 0,9
1,6 1,0
1,6 1,0
1,9 1,1
1,8 1,1
1,2 1,1
1,6 1,0
1,0 18,6 24,8
0,8 17,2 25,9
0,6 17,0 25,6
1,4 20,3 26,2
1,2 19,6 26,4
1,1 21,0 28,1
1,5 22,0 28,1
2,1 24,1 30,0
3,8 25,1 30,0
4,1 25,4 31,1
5,1 27,2 31,8
3,0 26,9 35,6
3,5 32,2 35,1
2,0 0,3
1,9 0,3
1,6 0,3
1,6 0,3
1,9 0,7
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,0
2,4 0,9
2,9 0,9
2,9 0,9
2,7 1,2
2,7 1,2
6,1
7,5
3,9
5,8
8,4
10,0
11,7
11,0
8,0
8,6
8,6
6,4
6,5
5,1
5,3
5,3
5,4
5,6
5,9 0,3
6,1 0,5
6,7 0,5
7,6 0,6
8,3 0,7
8,5 0,7
8,9 0,7
9,3 0,7
23,6
23,7
24,4
25,4
29,6
28,1
31,1
29,7
0,7 0,9
20,2
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
(Miljarden franken)
30-6-60
22,0
20,5
155,4 159,5 160,0
21,9
22,0
30-9-62
31-12-62
31-3-63
--1,2 2,2 --
-1,1 2,1 --
-1,1 0,8 --
-1,1 1,1 --
-1,1 2,1 --
-0,7 2,1 --
-0,8 1,7 --
16,0 2,2 +0,3 22,0
15,7 2,5 -0,4 21,2
16,3 2,2 +0,6 22,3
19,5 2,2 +0,1 23,7
19,3 3,3 +0,7 25,5
23,9 3,4 -0,1 30,4
24,0 3,8 30,6
25,4 4,1 32,0
2,3
2,2
2,3
2,2
2,6
2,5
2,5
2,5
2,6
2,8
3,1
0,4 2,1 3,7
4,0 1,8 3,0
2,5 0,8 3,4
0,1 1,0 3,2
0,1 0,9 3,4
1,6 2,6 3,3
2,2 0,8 4,2
0,1 0,5 4,1
0,1 0,5 3,7
0,1 0,4 5,9
2,3 3,3 4,7
1,4 2,3 5,3
45,6
46,8
42,1
39,0
39,4
39,0
14,4
19,1
22,1
22,1
24,0
22,4
v25,5
19,3 2,4
19,7 2,4
20,7 2,8
22,9 2,6
23,6 2,6
25,0 2,7
28,5 21,9
29,9 20,2
29,2 20,3
32,2 20,3
32,0 20,3
32,3 21,3
v32,6 v22,0
-
--
-
0,3 1,0
0,4 1,1
0,3 1,1
v 0,3 v 1,2
4,9 32,9 37,5
4,9 33,4 37,3
4,3 35,1 39,7
3,9 38,1 42,4
3,8 38,8 43,5
2,9 1,2
2,2 1,2
2,1 1,1
2,1 1,0
v 1,9
7,9
6,3
6,8
-
9,9 0,5
9,9 0,5
10,1 0,5
10,3 0,5
v 9,6
32,5
31,4
31,5
31,7
v37,5
-
30-6-63
311-63 130-9-63
-
162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6
7,9
31-12-63
--0,9 1,2 --
31-3-64
-v 0,9 1,6 --
23,4 v28,5 4,0 4,5 29,5 v35,5
v 1,1
v 0,5
242,0 242,0 249,5 256,8 266,0
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hocfdstuk XIII) • opgenomen in het Tijdschrift SOOT Documentatie en Voorlichting, XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 3, september 1963, blz. 174-177. Voor de data vóór 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek c 6a) in buitenlandse valuta's » uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek Bb) in Belgische franken niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen.
2
c) - Depositobanken - Passiva - Driemaandelijkse cijfers
(Miljarden franken)
31-3-60
30-6-60
30-9-60
31-12.60
31-3-61
30-6-61
30-9-61
31-12-61
31-3-62
30.6-62
30-9.62
31-12-62
31-3-63
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
30-0 -63
30- 6 -63
r
1
30-9-63
31-12-63
31-3-64
-
-
-
-
-
29,1 16,1 45,2
32,4 17,6 50,0
34,4 16,9 51,3
40,5 16,7 57,2
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2: E.B.U. 3. Andere : a) in deviezen 2 • b) in Belgische franken 1 2 3 4. Statistische aanpassing Totaal der verplichtingen aan het buitenland
9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 6,9 9,1 5,6 9,2 10,0 10,7 11,2 10,8 10,5 10,9 11,5 10,9 11,1 11,2 12,4 12,3 13,5 -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 +0,6 +0,6 14,0 16,5 19,0 19,3 22,5 32,4 33,5 32,2 26,3 26,6 28,3 32,5 34,6 42,2
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c.) aan de depositobanken
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,7
...
...
0,1
...
...
...
...
...
1,3
0,3
0,2
0,2
1,5
0,3
...
2,2
2,1
1,7
' 2,1
2,3
2,7
3,7
3,0
3,4
3,1
3,4
3,3
4,3
4,1
3,7
5,9
4,7
5,3
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
60,4 -
62,4 -
55,8 -
57,4 -
60,7 -
61,4 -
60,9 -
65,1 -
66,1 -
68,3 -
67,5 -
69,3 -
72,9 -
76,0 -
75,8 -
73,6 -
78,5 -
77,3
20,3
17,7
18,1
19,1
21,7
22,3
25,2
27,3
30,6
30,5
31,9
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
26,4
15,8 4,8 6,9
15,7 5,8 7,1
15,6 8,0 7,3
15,7 7,2 7,6
15,8 7,9 7,9
15,7 7,9 8,2
15,9 8,4 8,4
16,3 8,0 8,6
16,9 8,2 9,1
17,4 7,9 9,8
18,4 8,0 10,4
19,9 7,4 11,1
22,1 7,4 11,1
23,4 8,2 11,2
23,4 8,2 11,2
26,4 8,4 11,3
29,2 9,1 11,4
31,9 10,1
0,6 ...
... ... -
... 0,1 -
... 0,7 -
0,9 0,4 -
2,2 0,2 -
0,7 0,4 -
0,8 0,6 -
0,5 1,1 -
1,3 0,2 -
0,7 0,3 -
... 0,2 -
0,2 0,1 -
0,2 0,3 -
0,2 0,3 -
... 0,3 -
... 0,2 -
0,4 -
30,4
32,2
32,7
33,3
32,8
34,1
37,2
37,7
39,6
42,5
43,5
44,2
46,0
48,0
45,6
45,5
46,3
46,2
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere TOTAAL DER PASSIVA
155,4 159,5 160,0 162,4 172,9 187,2 194,3 199,9 201,8 207,6 212,4 218,1 227,6 242,0
1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij la het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting,
de
-
-
11,2
242,0 249,5 256,8 266,0
lezer naar het artikel « Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) e opgenomen
XXXVIIle jaargang, deel fl, lir 3, september 1963. bie. 174-177.
Voor de data vddr 30 juni 1963 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 3a) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek 8b) in Belgische franken » niet enkel king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. 3 Incl. de verrichtingen in Belgische franken aan de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U. 2
betrek-
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Activa - Driemaandelijkse cijfers 31-8-60
30-8-60
30-9-60
31-12-60
31-3-61
30-6-61
30.9-61131-12-81
31-3-62
30-8-62
30-9-62
31-12-62
31 - 3 - 63
30 - 6 63
30 - 6 - 63
(Miljarden franken) 30 - 9 - 63
31 - 12 - 63
31 - 3 - 64
A. Vorderingen op het buitenland : 1. Goud 2. Deelneming in het I.M.F. 3. Obligaties 4. Uitvoeraccepten in Belgische franken 5. Vordering op de E.B.U. 1 6. Andere : a) in deviezen 2 b) in Belgische franken 2 7. Statistische aanpassing Totaal van de vorderingen op het buitenl
59,1 4,4 0,8 2,1 5,5
59,5 4,4 1,1 2,2 5,5
54,7 4,4 1,0 2,0 4,1
58,5 4,4 1,0 3,3 3,5
56,6 4,4 1,3 3,2 3,1
53,7 4,4 1,4 4,4 2,4
58,3 7,4 1,4 3,5 0,7
62,4 8,0 1,6 3,5 0,4
66,8 7,5 1,3 4,7 0,3
67,1 6,7 1,2 3,1 0,3
68,6 6,5 1,2 5,3 0,2
68,6 6,5 0,8 5,3 0,2
68,4 7,0 0,9 5,5 0,1
68,6 68,8 7,1 8,2 1,0v 1,0 5,5 4,7 0,1 0,1
24,4 18,6 27,7 15,0 18,2 33,9 33,5 32,3 35,6 34,2 29,1 30,6 37,1 43,4 2,3 2,3 3,2 2,4 2,2 2,6 2,3 2,5 2,2 2,0 2,2 2,3 3,3 4,9 0,7 - 0,3 - 0,3 - 0,9- 0,5 - 0,2 - 0,3 - 0,4 0,3 -- 0,4 + 0,6 + 0,1 + 0,7 -0,1 88,5 92,9 87,7 96,6 98,0 102,6 106,8 113,1 113,5 111,8 111,9 115,9 122,0 130,0
43,5 5,3
45,0 5,6
44,9v 49,4 5,5 6,0
130,2 132,5
132,7 v138,2
64,9 7,2 1,4 2,9 0,4
68,3 6,7 1,2 4,8 0,3
68,6 6,7 1,2 4,2 0,2
(6)
B. Vorderingen op de binnenlandse geldscheppende sector : 1. Munten en biljetten 2. Andere : a) op de Nationale Bank van België b) op de openbare instellingen c) op de depositobanken
2,7
2,9
2,7
3,0
2,9
2,7
2,7
2,8
2,8
2,9
2,7
2,9
2,9
2,8
2,8
3,0
3,1
3,5
1,8 2,1 2,2
0,4 1,5 2,1
0,3 2,6 3,4
1,0 3,1 2,1
1,8 2,1 2,3
0,2 1,5 2,8
0,4 2,1 3,7
4,0 1,8 3,3
2,5 0,8 3,4
0,1 1,0 3,2
0,1 0,9 3,4
1,6 2,6 4,9
2,2 0,9 4,5
0,1 0,6 4,7
0,1 0,6 4,3
0,1 0,6 7,4
2,3 3,4 5,0
1,4 2,4 5,3
71,3
74,3
80,8
73,3
80,6
86,2
90,7
82,6
80,3
84,1
85,7
57,1
67,9
73,2
73,2
72,4
76,0v 78,0
(7)
25,2 37,1
24,8 37,1
24,8 37,1
25,4 37,2
25,6 37,2
26,7 36,4
27,1 36,4
28,1 36,8
30,4 36,6
31,1 36,6
32,4 36,7
36,1 55,9
37,7 54,2
37,0 54,3
40,1 54,3
40,0 54,3
40,3v 40,6 55,3v 56,0
(7) (7)
2,1
1,8
0,9
2,1
1,5
2,1
1,6
3,4
2,6
2,5
3,2
4,5
3,3
3,4
3,4
3,4
4,3
3,1
(9)
1,6 0,7
1,9 0,8
2,0 0,8
1,8 0,8
1,9 0,9
1,8 0,9
1,7 0,9
1,8 0,9
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,1
2,1 1,1
1,6 1,1
1,9 1,0
0,5 1,0
0,6 1,1
0,5v 1,1 v
0,6 1,2
(9) (9)
2,1 21,5 24,9
2,9 20,0 26,3
2,2 20,9 25,7
2,8 24,0 26,2
2,0 23,0 26,4
2,3 23,7 28,1
2,3 24,2 28,1
4,1 27,1 30,1
3,9 27,7 30,1
4,6 27,8 31,2
5,3 29,6 31,9
5,8 31,4 35,7
3,8 35,4 35,2
5,0 36,1 37,6
5,0 36,6 37,4
4,9 37,4 39,8
4,0 42,7 43,6
(11) (11) (11)
2,0 0,3
1,9 0,3
1,6 0,3
1,6 0,3
1,9 0,7
2,0 1,0
2,0 1,0
2,3 1,0
2,4 0,9
2,9 0,9
2,9 0,9
2,7 1,2
2,7 1,2
2,9 1,2
2,2 1,2
2,1 1,1
2,1 v 1,0 v
1,9 1,1
(15) (15)
6,1
7,5
3,9
5,8
8,4
10,0
11,7
11,0
8,0
8,6
8,6
7,0
7,5
7,9
7,9
6,9
7,4
0,2
0,1
0,7
0,3
5,1 0,2
5,3 0,2
5,3 0,2
5,4 0,2
5,6 0,2
5,9 0,5
6,1 0,7
6,7 0,7
7,6 0,8
8,3 0,8
8,5 0,8
8,9 0,8
9,3 0,8
9,9 0,6
9,9 0,6
30,1
34,3
36,5
46,7
51,3
53,8
56,7
58,0
57,2
57,8
55,4
55,7
62,9
71,1
69,3
69,0
327,8 339,3 339,7 359,5 374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4
481,3
C. Vorderingen op de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Op de Staat : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 2. Op de lagere overheid en de administratieve parastatale instellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige 3. Op de bedrijven, particulieren en parastatale bedrijven : a) accepten b) handelspapier c) voorschotten d) obligaties : - verkrijgbaar door elke belegger - overige 4. Op het Rentenfonds : op ten hoogste één jaar 3 5. Op de parastatale kredietinstellingen : a) op ten hoogste één jaar b) op meer dan één jaar : - oblig. verkrijgbaar door elke belegger . - overige
D. Andere TOTAAL DER ACTIVA
0,1
6,1 42,4 42,5
(8)
0,8
0,1
(14)
10,1
10,3 v
0,6
0,6 v
9,6 0,6
(14) (14)
71,2 v 77,6
(15)
480,6 487,3 508,4
511,5
Bilateraal gemaakte vorderingen op de debiteurlanden, bij de vereffening van de B.B.D. Voor de data vddr 80 juni 1988 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek « 8a) in buitenlandse valuta's r. uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 13b) in Belgische franken • niet enkel betrekking hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechte geringe bedragen. 3 De date, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de vorderingen op het Itentenfonds begrepen in rubriek D.. Andere 9. d Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel « Geldscheppende Instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVILle jaargang, deel II, nr 8, september 1963, blz. 174-177. 1 2
d) - Totaal der geldscheppende instellingen - Passiva - Driemaandelijkse cijfers 80-6-60
80-9-60
0,2 0,1
0,2 0,1
0,2 --
31-12-60
1
31-8-61
30-6-61
0,2
0,2
0,2
--
--
--
80-9-62 j 31-12-62
81-3-63
30-6-63
30-9-61 181-12-61
31-3-62
30-6-62
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
--
--
--
--
--
--
--
__
3. Andere : 9,2 12,4 22,4 23,0 21,3 15,5 16,4 17,2 20,4 21,7 28,1 9,1 5,6 6,9 a) in deviezen 2 10,5 11,6 12,0 13,5 12,7 12,3 13,0 14,4 13,3 13,7 13,7 15,1 15,7 16,7 b) in Belgische franken 1 2 4. Statistische aanpassing -0,8 -0,4 -0,8 -1,1 -0,7 -0,5 -0,4 -0,6 -0,1 -0,9 -0,1 -0,3 A-0,6 A-0,6 Totaal der verplichtingen aan het buitenland 15,6 18,4 20,5 21,8 24,6 34,4 35,8 35,3 28,9 29,4 31,0 35,4 38,2 45,6
0,2
80-9-63
31-12-63
0,2
0,2
31-3-84 1
0,2
-
__
__
-
29,1 19,3
32,4 20,9
34,4 20,6
40,5 20,4
--
--
--
-
48,6
53,5
55,2
61,1
3,0
3,1
3,5
1,6
0,3 0,1 10,3
. Bolom van tabelX11 « Ge zamenl ijke balansei de geldschep. inste l. de rubriekbeg repen
A. Verplichtingen aan het buitenland : 1. I.M.F. 2 . E.B.U.
81-8-60
(Miljarden franken) 30-6-68
(6)
B. Verplichtingen aan de binnenlandse geldscheppende sector :
1. Munten en biljetten 3 2. Andere : a) aan de Nationale Bank van België b) aan de openbare instellingen c) aan de depositobanken
2,7
6,1
2,9
4,0
3,0
2,9
2,7
2,7
2,1
...
... ...
0,1 ...
... ...
4,2
0,3 5,9
6,2
4,4
6,2
2,7
2,9
2,8
2,9
2,7
2,9
2,9
2,8
2,8
...
... ...
... ...
... ...
0,4
6,7
4,2
4,4
1,3 0,3 7,5
0,3 0,3 4,8
0,3 0,3 4,4
0,3 8,8
...
7,2
...
6,5
...
0,1 9,0
C. Verplichtingen aan de binnenlandse niet geldscheppende sector : 1. Chartaal geld 4
2. Giraal geld : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren 5 b) aangehouden door de overheid 3. Quasi-monetaire liquiditeiten : a) aangehouden door de bedrijven en particulieren : - deposito's in Belgische franken op meer dan één maand - deposito's in Belgische franken op depositoboekjes - deposito's in deviezen b) aangehouden door de Schatkist 4. Obligatieleningen 5. Andere : a) tegenover het Rentenfonds 6 b) tegenover de parastatale kredietinstellingen c) tegenover de Schatkist D. Andere
118,8 122,1 123,6 126,9 125,5 127,9 129,1 132,2 131,0 135,3 136,7 141,7 143,8 149,7
149,7 150,1 153,7 151,4
(1)
109,9 106,5 113,1 111,6 12,7 11,2 12,1 11,3
(1)
86,2 7,5
89,6 8,2
81,9 8,6
86,4 7,3
88,4 8,7
90,4 8,4
89,8 9,6
95,2 10,0
95,8 9,6
99,3 10,4
99,0 102,2 106,4 110,8 11,0 10,6 12,5 12,7
20,3
17,7
18,1
19,1
21,7
22,3
25,2
27,3
30,6
30,5
31,9
28,6
28,6
27,9
27,9
26,6
25,8
26,4
(2)
15,8 4,8 0,5 6,9
15,7 5,8 0,3 7,1
15,6 8,0 0,3 7,3
15,6 7,2 0,2 7,6
15,8 7,9 0,2 7,9
15,7 7,9 0,2 8,2
15,9 8,4 0,1 8,4
16,3 8,0
17,4 7,9
18,4 8,0
19,9 7,4
22,1 7,4
23,4 8,2
23,4 8,2
26,4 8,4
29,2 9,1
...
...
...
...
..•
.••
•••
•••
8,6
16,9 8,2 0,1 9,1
9,8
10,4
11,1
11,1
11,2
11,2
11,3
11,4
31,9 10,1 •.• 11,2
(2) (3) (4) (13)
4,2
5,4
...
...
0,7
8,2 0,5
5,8 0,6
4,8 1,4
4,1 0,2
2,7 0,3
0,1 0,3
0,2 0,1
0,3 0,4
0,3 0,4
--
0,1
6,0 0,2
...
... --
4,4 0,4
...
... --
(8) (14)
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
--
---
38,4
42,1
46,7
57,5
59,7
62,4
67,0
68,3
68,6
67,8
67,8
65,3
76,5
82,9
...
TOTAAL DER PASSIVA ._ 327,8 339,3 339,7 359,5 374,3 391,2 406,9 419,6 414,5 419,2 424,3 434,6 457,4 481,3
0,6
0,5
0,4
--
--
--
--
80,5
81,6
84,5
83,5
(1)
(7)
(15)
480,6 487,3 508,4 511,5
Voor de N.B.B., inbegrepen de verbintenissen in Be gische franken tegenover de internationale instellingen andere dan het I.M.F. en de E.B.U.; voor de andere geldscheppende instellingen, inbegrepen de verbintenissen in Belgische franken tegenover de internationale instellingen gevestigd in de B.L.E.U., sedert men deze: heeft kunnen verwijderen uit de binnenlandse niet geldscheppende sector, t.t.z. sedert juni 1958. ■ niet enkel betrekVoor de data v66r 80 juni 1968 hebben de bedragen opgenomen in de rubriek s 8e) in buitenlandse valuta's • uitsluitend betrekking op de convertibele vreemde geldsoorten, terwijl die van rubriek « 8b) in Belgische franken king hebben op de Belgische franken doch ook op de niet-convertibele buitenlandse valuta's. Deze laatste vertegenwoordigen slechts geringe bedragen. alleen de munten en biljetten van de Schatkist in de Geldscheppende openbare instellingen : 3 N.B.B. : inclusief de munten en biljetten van de Schatkist die door andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank worden aangehouden. handen van de Nationale Bank van België. 4 De cijfers van deze rubriek zijn onderschat voor de Nationale Bank van België en overschat voor de openbare instellingen voor een bedrag gelijk aan de munten en biljetten van de Schatkist, die door de andere geldscheppende instellingen dan de Nationale Bank van België worden aangehouden. Geldscheppende openbare instellingen : inclusief de rekeningen op zicht van de parasta5 N.B.B. : inclusief de rekeningen op zicht van de parastatale instellingen, behalve die van het Rentenfonds, hetwelk onder C5a of D • Andere • voorkomt. tele instellingen, behalve deze van bepaalde administratieve parastatale instellingen welke in rubriek C2b begrepen zijn. Op de data, waarop het Rentenfonds geen cijfers heeft gepubliceerd, zijn de verplichtingen aan het Rentenfonds begrepen in rubriek D.. Andere •. 1 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks (voorgaande kolom) verwijzen wij de lezer naar het artikel e Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) • opgenomen XXXVIIIe jaargang, deel II, nr 8, september 1963, blz. 174-177. in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, 1
2
— 746 —
XIII - 3. — GELDHOEVEELHEID EN QUASI-MONETAIRE LIQUIDITEITEN (Veranderingen in miljarden franken) A.- VERANDERINGEN Geldhoeveelheid
Quasi-monetaire liquiditeiten
+20
+10
1
1
1
II
B.— OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN Kredieten aan bedrijven en particulieren
Transacties met het buitenland
+ 10
"011 :***< ■❖ >>>•.<4V C$» -„11221121wh011os
0
10
Geldschepping ten behoeve van de overheid
Tegeldemahing van overheidspapier•
+20
tio
***:
56
58
60
•::"N
...
.1
. . . .
.
0
111111111
11 5$
r:94
62
54
56
58
60
4 62
XIII - 3. - OORZAKEN VAN DE VERANDERINGEN IN DE GELDHOEVEELHEID (miljarden franken)
Tijdvak
1958
le kwartaal 20 kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Totaal
1959 1° kwartaal
Quasimonetaire liquiditeiten
(1)
(2)
(8)
(4)
Tegeldemaking van overheidspapier
Geldschepping ten behoeve van de overheid
door nettooverdracht van deviezen
van de andere overheid.. instellingen 3
aankoop op de markt door de geldschepp ende instellingen
door tussenkomst van h et Rentenfoncis
Discontokredieten, voorschotten en acceptekredieten aan in België gevestigde bedrijven en particulieren
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
van de Staat door overdracht van effecten van de schuld (5)
Obligatieleningen van de depositobanken (11)
Kredieten aan
niet geldscheppende financiële instellingen (12)
Diversen
(13)
- 1,0 + 9,1 - 2,7 1 + 7,5 +12,9 1
+ 1,9 - 0,8 + 0,7 1 + 0,6 + 2,4 1
+ 0,9 + 8,3 - 2,0 + 8,1 +15,3
+ 3,9 + 5,6 + 2,8 + 2,6 +14,9
- 0,6 + 2,7 - 4,9 + 7,1 + 4,3
+ 0,4 + 0,3 + 0,8 - 0,1 + 1,4
+ 0,2 - 0,1 - 0,6 + 0,4 - 0,1
+ + + + +
0,3 0,4 1,0 0,2 1,9
- 04 + 1,4 + 1,3 - 0,4 + 2,2
3,6 - 3,0 - 2,2 + 0,4 - 8,4
-
0,4 0,5 0,5 0,3 1,7
+ 0,5 + 0,1 + 0,6 + 0,5 + 1,7
+ 0,3 + 1,4 - 0,3 - 2,3 - 0,9
+ 0,2 + 4,3 - 4,4 + 6,7 + 6,8
+ 3,4 - 0,9 + 1,6 + 1,7
+ 3,6 + 3,4 - 2,8 + 8,4 +12,6
- 2,1 + 0,3 - 0,3 + 2,8 + 0,7
+ 1,2 + 0,3 - 2,2 + 7,7 + 7,0
+ 0,1 - 1,1 + 0,3 - 3,3 - 4,0
+ 0,4 + 1,1 - 0,8 ... + 0,7
+ 1,3 + 0,2 + 0,7 - 0,4 + 1,8
+ 1,2 + 0,9 - 0,4 - 0,3 + 1,4
+ 1,4 - 0,4 + 0,3 + 3,1 + 4,4
- 0,2 - 0,1 ... ... - 0,3
+ 0,2 + 0,3 + 0,6 - 0,2 + 0,9
+ 0,1 + 1,9 - 1,0 - 1,0
+ 4,7 - 0,1 - 4,6 + 6,1 2 -I- 1,6 +10,5 2 + 1,6
- 2,8 + 3, 7 + 7,3 - 5,2 + 3,0
- 3,9 + 1,3 - 1,8 + 5,3 + 0,9
+ 1,7 - 0,1 - 0,7 + 1,3 + 2,2
+ 1,0 - 0,5 ... - 0,3 + 0,2
+ + + + +
0,2 0,2 1,0 0,5 1,9
+ 0,4 + 0,7 - 0,5 + 4,1 + 4,7
-
... 0,2 0,2 0,3 0,7
+ 0,6 + 0,1 - 0,4 - 0,4 - 0,1
... - 6,4 - 1,5 + 0,6 - 7,3
- 0,6 + 0,6 - 0,4 + 2,5 + 2,1
+ 1,1 - 0,1 + 0,4 + 0,1 + 1,5
- 0,5 + 0,3 ... + 0,6 + 0,4
- 1,6 + 2,7 + 0,5 + 6,6 + 8,2
-
0,3 0,3 0,2 0,2 1,0
+ 0,8 + 0,7 + 0,4 + 0,5 + 2,4
+ 2,8 + 0,7 - 2,0 + 0,5 + 2,0
-
1
20 kwartaal 3e kwartaal 4° kwartaal Totaal
Geldhoeveelbeid
Transacties Totaal van de met het geldhoeveelbuitenland beid (excl. de transfers en van de en de kapitaalquasitransacties monetaire liquiditeiten ovveaAedied)
1961 1" kwartaal 2° kwartaal 3° kwartaal 40 kwartaal Totaal
+ 2,1 2 + 4,1 + 1,7 2 + 8,8 2 +16,7 2
+ 3,3 2 + 0,4 + 3,6 2 + 1,8 2 + 9,1 2
+ 5,4 2 + 4,5 + 5,3 2 +10,6 2 +25,8 2
- 1,5 + 4,5 + 5,6 + 9,0
+ 5,2 + 5,9 + 3,6 - 6,2 + 8,5
1962 le kwartaal 2e kwartaal
- 1,1 + 8,7 + 1,6 + 7,9 +17,1
+ 4,2 ... + 2,6 - 2,5 + 4,3
+ 3,1 + 8,7 + 4,2 + 5,4 +21,4
+ 4,0 + 2,0 + 0,4 - 0,2 + 6,2
- 1,2 + 4,0 + 4,4 - 4,3 + 2,9
+ 2,3 - 4,1 - 2,2 + 0,1 - 3,9
- 0,2 - 0,1 + 0,9 + 1,6 + 2,2
+ 0,2 + 0,6 + 0,4 - 0,7 + 0,5
- 0,6 + 0,5 - 0,1 + 0,9 + 0,7
+ 0,4 + 1,8 + 3,3 + 6,1 +11,6
-
0,5 0,7 0,6 0,6 2,4
- 0,2 + 2,3 - 0,2 + 0,6 + 2,5
- 1,1 + 2,4 - 2,1 + 1,9 + 1,1
+ + + +
+10,3 +12,1 - 2,6 +13,8 +33,6
+ 3,0 + 0,4 - 1,0 - 1,0 + 1,4
+ 9,8 + 5,2 - 0,7 + 7,3 +21,6
+ 0,8 + 0,8 - 1,2 - 1,0 - 0,6
- 1,3 + 0,1 + 0,1 + 0,9 - 0,2
-
0,2 0,4 0,9 0,1 1,6
+ 0,2 + 0,9 - 0,3 - 0,9 - 0,1
+ 1,6 + 4,2 + 3,2 + 9,0 +18,0
-
0,1 0,1 0,1 0,1 0,4
+ 0,5 ... - 0,2 + 0,3 + 0,6
- 4,0 + 1,0 - 1,5 - 0,6 - 5,1
- 0,4
v - 2,7
v + 3,2
v + 0,2
v + 0,3
v - 1,6
+ 0,1
- 0,9
+ 0,2
v + 0,4
v + 0,4
30 kwartaal 4e kwartaal
30 kwartaal 4e kwartaal Totaal 1963 le kwartaal 2e kwartaal .
1964
3e 4e
kwartaal kwartaal Totaal
+ 8,1 +10,6 - 4,5 +11,1 +25,3
le
kwartaal
- 4,7
(r.)
2,2 1,5 1,9 2,7
+ 8,3 + 4,3
+ 1,2 + 5,6 - 2,4 2
+ 0,4
L'% I
1960 le kwartaal 2° kwartaal
. _ ,o •c)c>clc> 1 +1 1
Totaal
- 3,9 + 7,4 - 5,2 2 + 6,1 2 + 4,4 2
+ 5,8 + 5,1 - 1,8 + 2,8 2 ... 2 + 6,1 2
- 3,2
N. B. - Voor de indeling van de • Geldhoeveelheid s, zie tabel 4, hoofdstuk XIII.
- Voor de indeling van de « Transacties met het buiten and zie tabel 5, hoofdstuk XIII. - Voor de wijze van opstelling, zie opmerking onderaan tabel' 1, hoofdstuk XIII. bankrekeningen op meer dan één maand van de financiële vennootschappen die tot juli 1958 in de geldhoeveelheid begrepen waren, konden van augustus 1958 af bij de quasi-monetaire liquiditeiten ingedeeld worden. De 1 De cijfers van de kolommen (1) en (2) van bovenstaande tabel wat betreft de veranderingen van de geldhoeveelheid en van de quasi-monetaire liquiditeiten in Let derde kwartaal van 1958 en in het jaar 1958 houden geen rekening met de boekhoudkundige bewegingen die het gevolg waren van deze wijziging van de statistiek. - 2 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's in de Belgische banken van Kongolese ingezetenen, niet banken, die tot dan toe in de monetaire statistieken niet van de rekeningen van ingezetenen waren onderscheiden in « financiële • buitenlandse rekeningen omgezet ; later werd een deel van deze rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen veroorzaakten in de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten een louter boekhoudkundige vermindering van F 0,9 miljard in het derde kwartaal van 1960 en boekhoudkundige vermeerderingen van F 0,3, F 0,2 F 0,1 en F 0,2 miljard, respectievelijk in het vierde kwartaal van 1960 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de wijzigingen van de geldhoeveelheid en de quasi-monetaire liquiditeiten, zoals ze in kolommen (1) tot (3) van onderhavige tabel voorkomen. - 3 Incl. de pensioenfondsen.
XIII - 4. - GELDHOEVEELHEID (miljarden franken) Chartaal geld
Giraal geld in handen van de bedrijven en particulieren 1
Biljetten en munten van de Schatkist
Einde periode periode
Biljetten van de N.B.B.
Chartale geldhoe-
veelheid 2
in handen van de Schatkist en de lagere overheid
Rekeningen courant bij de N.B.B. 2
Deposito's direct opeisbaar Tegoeden ten hoogste op post- 30 da gen bij de rekening banken en 2 parastatale instellingen
Girale
Totale
geldTotaal
hveeloe held
hoeveelheld
Procent chartaal geld
•
2
(10) 44
(11) ex•
(2)
(8)
(4)
(5)
(6)
(7)
1953 Juni December
5,8 5,9
98,4 101,6
102,6
105,9
6,9 7,1
0,6 0,6
19,6 19,9
46,1 46,8
66,3 67,3
73,2 74,4
180,3
58,4 58,7
1954 Juni December
5,9 5,9
100,2 102,7
104,3 106,7
8,1 7,4
0,7 0,5
20,2 20,6
49,0 48,4
69,9 69,5
78,0 76,9
182,3 183,8
57,2 58,1
1955 Juni December
5,8 5,6
105,3 107,6
108,6
110,7
7,3 7,9
0,6 0,6
20,4 20,8
50,7 52,5
71,7 73,9
79,0 81,8
187,6 192,5
57,9 57,5
1956 Juni December
5,4 5,4
108,4 111,5
111,4 114,3
6,7 6,5
0,3 0,6
22,6 21,3
54,1 55,6
77,0 77,5
83,7
195,1 198,3
57,1 57,7
1957 Juni December
5,3 5,4
111,2 112,7
113,9 115,5
7,9 6,4
0,4 0,9
23,0 22,0
56,7 53,2
80,1 76,1
88,0
82,5
201,9 198,0
66,4 58,3
1958 Juni December
5,5 5,5
115,8 117,4
118,1 120,3
7,6 7,2
0,4 0,5
23,2 24,0
56,8 57,5 8
80,4 82,0
88,0 89,2
206,1 209,5
57,3 57,4
1959 Juni December
5,5 5,6
117,5 118,3
120,3 121,3
7,8 7,6
0,4 0,5
24,9 25,8
60,6 61,1
85,9 87,4
93,7 95,0
214,0 216,3
56,2 56,1
1960 Juni December
5,7 5,8
119,3 124,1
122,1
8,2 7,3 5
0,4 0,7
25,7 26,9
63,5 58,7 4
89,6 86,3
97,8
219,9
128,8
93,6
220,4
55,5 57,5
1961 Juni December
5,9 6,0
124,8 129,1
127,9
8,5 10,0
0,4 0,6
27,3 27,9
62,7 4 66,7
90,4 95,2
98,9 105,2
228,8 237,4
56,4 55,7
1962 Juni December
6,1 6,2
132,1 138,5
135,3
10,4 10,6
0,4 0,5
29,1 30,4
69,8 71,3
99,3 102,2
109,7 112,8
245,0
141,7
254,5
55,2 55,7
1963 April Mei Juni
6,2 6,2 6,2
142,2 144,2
145,5
11,4
147,6 149,6
11,7
0,3 0,3 0,4
32,2 31,9 32,2
73,5 75,7 78,2
106,0 107,9 110,8
117,4 119,6 123,6
262,9 267,2 273,2
55,4 55,3 54,8
007
(0) ,=,
(1)
32,2 34,2 30,9 31,3 33,3 31,1 32,9 34,1 31,8 32,6 35,2 33,7
77,3 73,1 75,2 74,9 75,4 77,0 79,8 76,0 75,8 78,6 77,0 81,3
109,9 107,7 106,4 106,5 108,9 108,4 113,2 110,4 108,0 111,6 112,5 115,4
122,7 118,3 116,5 117,7 118,2 119,2 125,3 119,9 118,5
272,3 269,0 267,2 267,8 268,6 269,8 279,0 271,2 270,1
122,9
274,3
122,5
276,1
127,2
282,0
54,9 56,0 58,4 56,1 66,0 55,8 55,1 55,8 56,1 55,2 55,6 54,9
(r.)
e
Nieuwe reelcs
12,8
(41 4- ( 8 ) (8 ) 4- (0) lal : (10)
84,0
175,8
e
COc1
0
mIn CO
C;
d;d C; 000 0
•.:14 •ct,
153,6 154,8
12,8 10,6 10,1 11,2 9,3 10,8 12,1 9,5 10,5 11,3 10,0 11,8
07
149,6 150,7 150,7 150,1 150,4 150,6 153,7 151,3 151,6 151,4
wa)
146,2 147,3 147,1 146,8 146,9 147,1 150,5 147,7 148,1 148,6 150,2 151,5
wd,
Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei
146,2
132,2
(8)
1 Incl, administratieve parastatale instellingen. 2 Na aftrek van de kasvoorraden der geldscheppende instellingen. 3 Dank zij een nieuwe indeling werden, vanaf augustus 1958, de rekeningen op meer dan één maand van de financial° maatschappijen bij de banken uit do geldhoeveelheid verwijderd (cf. tabel XIII - 1, noot 4). 4 In beginsel zouden de deposito's in de Belgische banken van de Kongolese ingezetenen niet in de geldhoeveelheid mogen begrepen zijn. De toepassing van dit beginsel stuit nochtans op moeilijkheden van statistische aard. De deposito's op hoogstens één maand in de Belgische banken van do Kongolese ingezetenen, niet-banken, waren dan ook tot einde juli 1960 in de geldhoeveelheid begrepen; zij werden eruit verwijderd in augustus 1960 ten belope van F 0,1 miljard en in september voor een aanvullend bedrag van F 0,4 miljard, maar deze bedragen werden er vervolgens gedeeltelijk terug in opgenomen en wel in december 1960, januari, september en oktober 1961 telkens voor F 0,1 miljard. Dit heeft tot gevolg dat de beweging van de cijfers van de kolom (7) van bovenstaande tabel voor de periode juli 1960-oktober 1961 beinvloed wordt door louter boekhoudkundige factoren. Het cijfer van de girale geldhoeveelheid in honden van de Schatkist en de lagere overheid per einde december 1960 is abnormaal laag terwille van de wanorde, door de stakingen veroorzaakt. Zonder deze laatste had dit cijfer ongetwijfeld tussen F 8 miljard en F 9 miljard gelegen. Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel ■ Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevene (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVIIle jaargang, deel II, nr 8, september 1968, blz. 174-177.
XIII - 5. - GOUDVOORRAAD EN NETTODEVIEZENPOSITIE VAN DE GELDSCHEPPENDE INSTELLINGEN (miljarden franken)
Tijdvak
N.B.B.
Overige geldschep pende instellingen (2)
(1)
1953 Jaar 1954 Jaar 1955 Jaar 1956 Jaar 1957 Jaar 1958 Jaar 1959 le 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
1960 le kwartaal 2e kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal 1961 le kwartaal 26 kwartaal 30 kwartaal 40 kwartaal
Goudvoorraad en nettodeviezenposi ie na statistische aanpassing
Totaal N.B.B. (3 ) = (1) + (2)
52,7 50,9 57,2 57,8 58,4 75,5
-
2,4 2,6 2,5 3,8 2,3 3,4
50,3 48,3
70,6 73,5 74,7 78 72,3 7
-
0,3 3,8 3,5 1,6
70,3 69,7
74,0 76,3 69,7 80,5 79,7 82,6 86,0 92,7
-
1,2 1,8 2,5° 5,7 9
- 6,4° -14,4 -15,1° -14,9 8
54,7
54,0 56,1 72,1
(4)
+ 1,1 - 1,8 + 6,3 + 0,6 + 0,6 4-17,1
3° kwartaal 40 kwartaal
90,5 89,6 88,6 91,0
- 5,9 - 7,2 - 7,7 -10,5
95,4 2e kwartaal (r) 98,6
+ 0,9 - 2,1 + 6,7 - 0,7 + 1,8 A-16,3
+ 1,9 + 2,6 + 2,4 - 3,8 + 0,7 + 1,4
... ... +0,2 +0,3 -0,2
- 2,0 - 0,8 - 0,7 7° - 0,6 7
+ 0,1
...
- 1,1 + 0,3
...
- 0,8
- 1,0 9
+ 2,9 + 3,4 + 6,7
- 8,6 - 0,4 9 - 0,4 8 -10,4 8
+ + +
+ 8,8 - 1,2 - 0,7
-11,6 -14,2
83,8
+ 4,4
84,4
+ 3,2
-17,0 -20,5 -24,6
81,6
(9) ° (6) - ( 7 ) - (8)
- 0,2 - 0,3 + 0,4 - 1,3 + 1,2 - 0,8
68,2 70,9°
- 2,2 - 0,9 - 1,0 + 2,4
overheid)
(8)
- 3,3 - 4,178 - 4,0 1,9 1,6 6,3° 7,1'
+ 4,3° 1,8° 5,7 3,0°
van de
Andere .
(7)
73,3°
84,6 82,4 80,9 80,5
2
.
(6)
+ + +
- 1,7 1963 le kwartaal
Staat
+ 0,2 - 0,7 + 0,3° - 3,7 8 - 3,9 9
77,8°
Transacties met het buitenland 4 (excl. de transfers en de kapitaal-
Totaal
+ 1,7 + 2,3 - 6,6 +10,8 + 8,2
74,5 67,2' 74,8°
Transfers en kapitaaltransacties van de overheid met hetbuitenland
(5)
- 4,9 + 2,9
+12,2 1962 1" kwartaal 2" kwartaal
Overige geldscheppende instelhingen
+ 2,9 - 3,7 71,2 78 - 1,6 18 + 0,9 70,7' - 2,5 7 + 1,9 - 6,178 + 2,0 72,8
Evolutie
Evolutie
Bedragen per einde tijdvak 1
...
-0,7 9 -0,1
- 1,0 - 4,7 + 4,1 + 2,8 + 1,3 4-14,9
+ + -
0,8 1,5 2,3 1,1 0,3 0,4
netto deviezenpositie volgens de betalingsbalans van de B.L.E.U. 6 (11)
+ 0,1 - 3,6 + 4,4 + 0,4 + 2,1 +15,9
-0,88
+ 2,8 + 0,7
- 4,1
3,9 1,3 1,8 5,3 + 0,9
+1,1 +0,4 +0,1 +0,2 +1,8
+ 4,7 - 0,1 - 4,6 + 1,6 + 1,6
+ 1,9
+ + + +
3,4 1,7 6,0 7,1 6,2
... - 6,4
-0,3 +0,3 ... +0,1
+ + +
+ -
0,6 0,7 0,8 0,3 1,2
+ + +
1,2 6,4 2,2 6,0 0,6
+ + +
0,4 0,9 0,8 1,3
+ + +
6,6 2,5 0,8 0,7 4,0
+ +
-
1,5
1,5 0,4 4,5 5,6
+ 9,0
+ 6,6 - 2,1 - 1,7
+ 2,3 - 4,1 - 2,2
+0,3 ... +0,1
+ 4,0 + 2,0 + 0,4
- 2,5 + 4,4
- 0,1 + 2,7
+ 0,1 - 3,9
... +0,4
- 0,2 + 6,2
- 0,6 - 2,0
+ 3,8 + 1,2
+ 0,8 + 0,8
...
+ 3,0
...
+ 0,4
- 1,2
... +0,1 +0,1
- 1,0 - 1,0 + 1,4
v+ 0,2 v+2,2
v - 2,7
1,8°
5 (10)
Goude voorraad n et t
- 2,1 + 0,3 - 0,3
+ 0,6 - 7,3 +0,1
6,3°
Verschil tussen de cijfers van de geldscheppende instell. [kol. (8)) en die v.d. betalingsbalans [kol. (11))
- 1,4 + 0,3
+ 2,4 + 1,5
-
1,1
- 2,2 - 1,9 - 0,2
+ 0,7
+ 0,4
Nieuwe reeks 10
20 kwartaal 3e kwartaal 45 kwartaal 1964 le kwartaal
98,6 99,6 102,2 101,8
79,1
+ 1,0
77,6
+ 2,6 +11,2
- 3,2 - 4,5 -10,3
- 2,2 - 1,9 + 0,9
- 0,4
+ 0,1
v- 0,3
v-24,7 v77,1
- 1,0 - 0,6
Een indeling van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie per voornaamste categorie van vorderingen en verplichtingen wordt gegeven in tabel XIII-2 en, voor de periode 1950-1960, in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting van juli 1961, blz. 20 tot 27. Deze kolom is dezelfde ah, kolom (6) van tabel XIII-3. 3 Deze bedragen omvatten inzonderheid de buitenlandse leningen van de lagere overheid en van de administratieve parastatale instellingen en de bewegingen van de door de N.M.K.N. aangehouden vorderingen in internationale akkoorden (zie noot 8 hierna). 4 Cijfers van deze kolom die, berekend zoals onderhavige tabel het aantoont, worden hernomen in kolom (4) van tabel X III - 3. 5 Dit verschil omvat : a) de schommelingen van de nettotegoeden van de Luxemburgse banken tegenover de andere landen dan België; b) tot 81 december 1960, de schommelingen van de verplichtingen der Belgische banken tegenover de Kongolese maatschappijen; c) de schommelingen van de verplichtingen van de Luxemburgse banken en, tot het tweede kwartaal van 1958, van de Belgische banken tegenover de in de B.L.E.U. gevestigde internationale instellingen; d) sedert het derde kwartaal 1963 de gezamenlijke nettotegoeden van de Luxemburgse ingezetenen bij de Belgische banken. 6 Zie tabel 1X • 1, totaal, en tabel IX - 2. rubriek 6. 7 Krachtens de wet van 19 juni 1959 mocht de N.B.B. in haar boeken, als eigen bezit, de vordering aantekenen die de Belgische Staat op het Internationale Monetaire Fonds bezit tot terugbetaling van zijn quotum als lid van het Fonds en zulks tot beloop van de door haar, ten gunste van het Fonds en ter ontlasting van de Staat, uitgegeven biljetten, verleende kredieten of gestorte goudbedragen. Een gedeelte van de vordering die de N.B.B. krachtens deze wettelijke beschikkingen boekt, vloeit niet voort uit verrichtingen met het Fonds, doch uit eenvoudige overnamen van vorderingen van de Belgische Stant. Dergelijke overnamen hadden plaats ten bedrage van F 2,8 miljard in het derde kwartaal van 1959 en van F 0,1 miljard in het vierde kwartaal van hetzelfde jaar. In het verloop van de a Goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing • [kol. (4) en (6)] wordt met die bedragen geen rekening gehouden. 8 Ten gevolge van de Conventie van 1 juli 1959, kocht de N.M.K.N. van de N.B.B. verscheidene gevestigde vorderingen in betalingsakkoorden af. Deze afkopen verklaren, voor ongeveer 0,6 miljard, de vermindering van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de N.B.B. [kol. (1)1 tijdens het derde kwartaal van 1959. Evenals de latere terugbetalingen door het buitenland van afgekochte vorderingen, oefenen ze echter geen invloed uit op het saldo van de transacties met het buitenland opgenomen in kolom (9); in de evolutie van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie worden zij inderdaad gelijkgesteld met kapitaaltransacties van de overheid (andere dan de Staat) met liet buitenland en komen dan ook voor in de kolom (8). 9 Tijdens het derde kwartaal van 1960 werden de deposito's van de Kongolese ingezetenen bij de Belgische banken, waarmee tot dan toe geen rekening kon gehouden worden voor de berekening van de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen zoals deze in kolommen (2) en (3) van onderhavige tabel voorkomt, in bilaterale s of • financiële s buitenlandse rekeningen omgezet; later werd een deel van de financiële rekeningen opnieuw met rekeningen van ingezetenen gelijkgesteld. Deze omzettingen brachten in de goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen tijdens het derde kwartaal van 1960 een loutere boekhoudkundige vermindering teweeg van 1,3 miljard en boekhoudkundige vermeerderingen van F 0,3, F 0,2, 1' 0,1 en 0,2 miljard respectievelijk in het vierde kwartaal van 1900 en het eerste, derde en vierde kwartaal van 1961. Deze boekhoudkundige vermindering en vermeerderingen werden geweerd uit de evolutie van de « goudvoorraad en nettodeviezenpositie na statistische aanpassing ». [kol. (5) en (6)]. 1 0 Voor de verklaring van de verschillen tussen de nieuwe en de oude reeks verwijzen wij de lezer naar het artikel s Geldscheppende instellingen - Herziening van sommige statistische gegevens (hoofdstuk XIII) s opgenomen in het Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXXVine jaargang, deel II, nr 8, september 1968, blz. 174-177. 1
2
XIII - 6. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (1951-1958) (miljoenen franken) Posten
1955 1958 1957 1958 1951 1952 1953 1954 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 31 december 81 december 81 december
A CTIVA
Goudvoorraad Tegoed op het buitenland Te ontvangen deviezen en goud Vorderingen op het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) b) c) d)
E.B.U landen, leden van de E.B.U. landen, leden van het E.M.A. andere landen .
Debiteuren termijnverkopen dev. en goud Handelspapier op België Voorschotten op onderpand Mobilisering van spec. rekeningen E.B.U.
31.771 178
35.180 1.431 2.492
38.787 903 1.994
38.911 3.338
46.385 259
46.247 995 2.986
45.767 1.923 350
63.487 1.415 280
15.202 4.709
14.951 1.640
13.440 942
8.596 709
9.138 712
9.743 422
6.825 1.744
868 2.170 8.890 345
646 1.476 9.152 394
804 20 8.319 721
580 1.448 9.511 291
821 1 8.399 210
772 89 11.395 453
879 1.464 14.384 2.726
7.806 1.312 44 774 72 4.103 510
166
227
6.460
6.035
7.970
7.895
8.800
5.900
6.615
7.840
1.824 69
445 225
1.183 44
783 118
1.836 89
202
345
247
548
700 1
690 1
42 1 1.325 673 1
11
70
650 2
1
1.018
2 803
2 468
2 240
34.860 1.221 365 740
34.763 1.478 167 889
34.660 1.678 130 967
34.660 1.792 151 1.061
34.660 1.914 171 1.179
34.660 2.072 395 1.318
34.456 2.239 210 1.416
34.243 2.379 175 1.468
633 165 111.691
674 225
707 270
810 224
885 197
957 244
113.579
112.826
744 176 111.880
115.285
121.145
124.241
1.003 239 127.813
(K.B. van 22-3-1952 en 26-7-1952)
Overheidseffecten (art. 20 der statuten. Overeenkomsten van 14 september 1948 en 15 april 1952) : a) schatkistcertificaten b) papier uitgegeven door instellingen waarvan de verbintenissen door de Staat gewaarborgd zijn c) andere overheidseffecten
Rekening-courant van de Schatkist Deel- en pasmunt Tegoed bij de Dienst der Postchecks Rekening A Rekening B
• • •
Geconsolideerde vordering op de Staat (art. 3, § b van de wet v. 28 juli 1948)
Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Te innen waarden Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen
PASSIVA
Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant en diversen : gewone rekening rekeningen Akkoord voor Econ. Samenwerking . Schatkist buitengewone conjunctuurtaks (Wet van 12-3-1957) Organismen door een bijzondere wet beheerd en openbare besturen Banken in België Banken in het buitenland : gewone rekeningen Particulieren Te betalen waarden
94.967
97.784
101.592
102.679
107.556
111.533
112.670
117.353
30
24
27
29
11
11
19
8
1.044
1.341
193
88
57
28
20
--
--
__
__
__
__
--
209
632
310 1.805
405 2.446
364 2.143
269 1.997
277 1.888
320 1.663
524 2.546
313 2.876
475 393 831
476 253 447
920 261 465
1.035 280 362
171 348 390
229 321 450
179 340 654
181 174 474
644 -1.120 101.619
1.471 -879 105.526
352 -695 107.012
71 -462 107'.272
277 -747
752 -273 115.580
268 -268 117.697
231 137 302 122.681
1.079
3.872
2.817
2.478 633 122 400
---
1.483 674 106 400
---
208 228 61.6 251 111.691
Verbintenissen tegenover het buitenland in het kader van betalingsakkoorden : a) landen, leden van de E.B.U. b) landen, leden van het E.M.A. c) andere landen Totaal der verbintenissen op zicht
111.722
Speciale provisie : voor E.B.U.-voorschotten : a) speciale rekeningen (K. B. van 15-9-1951,22-3-1952 en 26-7-1952) b) Schatkist c) Overeenkomst van 14-9-54 : N.M.K.N.
Te leveren deviezen en goud Pensioenkas van het Personeel Overgangsrekeningen Kapitaal Reservefonds : a) Statutaire reserve b) voorzorgsfonds c) rekening der afschrijvingen op gebouwen, materieel en meubelen
Te verdelen nettowinst
4.057
-
32 707 200 400
----
1.498 744 143 400
----
---
---
--
71 810 284 400
275 1.551 885 289 400
475 1.850 957 537 400
500 370 1.003 446 400
232 234
256 243
283 243
315 245
349 247
385 248
425 254
789 263 113.579
867 292
961 336
112.826
111.880
1.079 359 115.285
1.208 361 121.145
1.306 386 124.241
1.353 381 127.813
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor hot verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij do voor naamste balansposten.
- 751 --XIII - 6. - BALANSEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (sedert 1959) (Miljoenen franken)
Posten
1959 31 december
1980 31 december
1961 81 december
1962 81 december
1983 31 december
62.424 20.432 6.856
68.248 12.848 2.935
68.566 21.532 10.924
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.B.U. b) E.M.A. e) I.M.F d) andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen .
Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
56.693 4.407 224
58.525 12.605 6.775
1.500
4.388
3.509 ... 4.388 ...
413 ... 7.989 ...
251 --. 6.738 ...
118 ... 7.064 ...
1.205 7.560 ‘, 102
11.821 6.773 51
18.494 5.086 74
12.341 10.083 3.022
21.093 9.290 1.655
8.215 645 2
6.040 617
5.140 326 2
9.275 247
1
6.515 490 2
34.030 2.469 1.508
34.000 2.519 1.519
34.000 2.568 1.539
34.000 2.627 1.593
34.000 2.703 1.657
1.032 515 128.531
1.075 698 150.916
1.168 544 168.594
1.278 1.778 163.210
1.430 1.186 192.241
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
5.536
1
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buitenl. : gew. rekening Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden Totaal der verbeteringen op zicht
118.325
124.091
129.078
138.481
150.508
7
24
1
5
3
494
185
25
27
17
1 252 3.161
308 2.606
445 8.338
387 3.474
309 3.298
344 224 122.808
249 263 127.726
200 365 138.452
185 413 142.972
126 333 154.594
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen
1.436 1.032 767 400 2.088 128.531
18.644 1.075 938 400 2.133 150.916
25.376 1.168 1.007 400 2.191 168.594
15.271 1.278 1.016 400 2.273 163.210
32.000 1.430 1.453 400 2.364 192.241
1.512
2.114
2.170
1.911
1.500
Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15) N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in naumste balansposten.
bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens eet beknopte toelichting bij de voor-
- 752 -
XIII - - WEEKSTATEN VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE (miljoenen franken)
Posten
1963 8 april
I 1
1964 6 april
1963 6 mei
1964 4 mei
1963 10 juni
1964 8 juni
1963 8 juli
1964 6 juli
69.568 19.964 12.299
68.665 20.237 9.355
69.607 21.146 13.113
68.643 20.523 9.867
69.658 20.459 12.965
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
98
175 ... 6.738 ...
94
170
90
8.214
15.488
8.215
ACTIVA Goudvoorraad Vreemde valuta's Te ontvangen vreemde valuta's en goud Activa in het buitenland, in Belgische franken Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.B.13. b) E.M.A. c) I.M.P. d) andere akkoorden Debiteuren wegens termijnverkopen van vreemde valuta's en goud Handelspapier Voorschotten op onderpand Overheidseffecten (Art. 20 der statuten Overeenkomsten van 14-9-1948, 15-41952 en 1-2-1963) Deel- en pasmunt Tegoed bij het Bestuur der Postchecks Geconsolideerde vordering op de Staat (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) . Overheidsfondsen (art. 18 en 21 der stat.) Gebouwen, materieel en meubelen Waarden van de Pensioenkas van het Personeel Diversen Orderekening : Bestuur der Postchecks : Tegoed voor rekening van de Minister van Nationale Opvoeding en Bultuur (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
68.605 18.765 8.195
68.926 20.543 12.738
68.608 19.332 8.200
1.500
6.738
102 ... 8.214 ...
179 ... 6.738
8.214
18.349 4.191 244
20.069 6.971 1.973
18.536 4.572 277
19.329 6.206 1.058
19.955 3.868 280
20.725 4.680 2.297
20.642 8.341 1.156
20.249 ].0.252 3.785
8.175 367 2
6.575 276 2
9.525 347 2
9.575 281 2
9.500 328 2
9.900 255 2
6.325 312 1
8.050 278 2
34.000 2.702 1.593
34.000 2.794 1.657
34.000 2.702 1.593
34.000 2.793 1.657
34.000 2.702 1.593
34.000 2.793 1.657
34.000 2.703 1.593
34.000 2.792 :1.657
1.329 990 174.454
1.493 1.046 188.879
1.336 785 176.732
1.502 1.225 189.271
1.338 1.073 181.309
1.503 1.104 192.590
1.347 1.368 184.979
:1.512 1.564 197.028
1.345
1.091
1.255
909
1.128
727
903
611
141.157
148.785
142.386
150.225
143.934
151.325
147.730
156.004
3
24
1
2
12
10
10
24
16
26
15
25
15
24
14
... 549 782
... 343 875
... 353 1.726
316 883
263 2.122
303 768
257 695
346 853
146 212 142.873
128 317 150.488
112 269 144.873
127 275 151.843
114 321 146.791
102 330
:1.34 352
152.843
127 302 149.145
157.713
26.541 1.329 1.008 400 2.303 174.454
32.832 1.493 1.273 400 2.393 188.879
26.738 1.336 1.082 400 2.303 176.732
31.668 1.502 1.465 400 2.393 189.271
29.292 1.338 1.185 400 2.303 181.309
33.886 1.503 1.565 400 2.393 192.590
30.490 1.347 1.294 400 2.303 184.979
33.249 1.512 1.761 400 2.393 197.028
1.345
1.091
1.255
909
1.128
727
903
6 1.1
209
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Rekeningen-courant : gewone rekening buitengewone conjunctuurtaks (Wet van Schatkist 12-3-1957) speciale rekening vereffening E.B.U. Banken in het buitenl. : gew. rekening Diverse rekeningen-courant Internationale akkoorden (Wetten van 28-7-1948 en 19-6-1959) : a) E.M.A. b) andere akkoorden Totaal der verbintenissen op zicht
Te leveren vreemde valuta's en goud Pensioenkas van het Personeel Diversen Kapitaal Reserves en afschrijvingsrekeningen Orderekening : Minister van Nationale Opvoeding en Kultuur : Tegoed voor zijn rekening bij het Bestuur der Postchecks (Schoolpakt, wet van 29 mei 1959, artikel 15)
N. B. - Het Jaarverslag van de N.B.B. bevat, in bijlage, al de weekstaten voor het verslagjaar. Het geeft eveneens een beknopte toelichting bij do voornaamste balans. posten.
- 753 XIII - 7. - VERRICHTINGEN IN POSTREKENING Bron :
Bestuur der Postcheeks.
Debet
Credit Duizenden rekeningen
Totaal tegoed 1
Tegoed van particulieren 2
Stortingen en diversen
Giro's
Cheques en diversen
Giro's
Algemene b eweging
(maandgemiddelden of maanden)
(daggemiddelden) (einde tijdvak)
(miljarden
Percentages van de verrichtingen uitgevoerd zonder gebruik van chartaal geld
franken)
1956
742
29,8
22,2
32,7
81,9
32,7
81,9
229,3
91
1957
765
30,4
22,4
36,0
89,1
36,0
89,1 .
250,2
91
1958
789
31,2
23,5
37,4
93,0
37,3
93,0
260,8
91
1959
819
33,1
25,1
39,4
97,9
39,1
97,9
274,3
91
1960
855
37,1
26,9
42,4
103,3
41,6
103,3
290,7
92
1961
882
40,3
29,2
45,7
111,2
46,0
111,2
314,2
92
1962
907
43,4
31,7
49,8
118,4
49,4
118,4
335,9
92
1963
933
47,9
34,8
54,8
130,5
54,6
130,5
370,3
92
1962 4e kwartaal
907
44,2
31,6
54,7
128,4
52,8
128,4
364,3
92
1963 le kwartaal
913
48,8
34,5
52,1
127,5
52,9
127,5
359,8
93
2e kwartaal
915
46,8
35,0
52,0
121,8
51,5
121,8
347,0
92
3e kwartaal
924
48,5
34,6
56,6
133,8
57,6
133,8
381,7
91
4e kwartaal
933
47,7
35,1
58,4
139,0
56,4
139,0
392,7
93
1964 le kwartaal
937
49,1
36,1
57,8
140,0
58,5
140,0
396,4
93
20 kwartaal
939
50,1
37,0
62,3
146,0
61,5
146,0
415,8
93
915
46,4
35,6
52,2
118,6
48,9
118,6
338,4
92
69,8
159,6
458,0
93
1963 Juni Juli
917
53,5
35,3
69,1
159,6
Augustus
919
45,8
34,5
49,9
123,6
53,4
123,6
350,3
89
September
924
46,2
34,0
50,8
118,2
49,5
118,2
336,7
92 93
Oktober
929
48,0
34,7
60,0
145,9
59,0
145,9
410,7
November
931
45,9
34,9
51,5
127,4
53,0
127,4
359,2
92
December
933
49,1
35,7
63,7
143,7
57,2
143,7
408,3
93
935
51,6
36,5
61,7
153,6
64,9
153,6
433,8
93
936
47,5
36,0
53,9
132,7
55,8
132,7
375,2
93
133,7
380,2
93
1964 Januari Februari
1
2
Maart
937
48,3
35,8
57,9
133,7
54,9
April
937
49,8
36,4
63,0
150,1
63,1
150,1
426,4
93
Mei
938
48,8
37,2
58,7
139,0
58,3
139,0
395,1
93
Juni
939
51,8
37,3
65,1
148,9
63,0
148,9
425,9
93
Omvat het tegoed van de particulieren en van de Bijkerekenprchtigen. Deze tegoeden omvatten de vrije tegoeden en, tot en met juni 1961, de effecten van de Muntsaneringslening waarin de definitief geblokkeerde tegoeden werden omgezet; vanaf juli 1961, alleen de vrije tegoeden. De c'jfers over de vrije tegoeden der particulieren per einde tijdvak, worden in de stand van de Staatsschuld gepubliceerd (cf. tabel 8, hoofdstuk XVI van onderhavig Tijdschrift).
- 754 XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Activa
1960 1961 1982 1963 81 december 31 december 31 december 31 december
Posten
A. Spaargelden (art. 15, N.B. 42)
-
1963 80 april
1964 80 april
1963 81 mei
1964 81 mei
-
-
-
-
-
-
-
7.851
3.254
3.513
3.230
3.786
B. Beschikbare en vlottende middelen :
Kas, Nationale Bank, Postrekening, N.K.B.K.
5.933
7.533
6.523
Daggeld
1.277
1.214
1.272
2.095
1.448
518
856
1.636
Bankiers
8.103
10.782
13.192
16.665
13.073
20.344
14.024
21.309
Moedermaatsch., filialen en dochtermaatschappijen
3.236
4.287
4.717
6.286
6.171
5.634
5.831
5.733
9.629
10.277
Andere te innen waarden op korte termijn Wissels a) Overheidspapier 2 b) Handelswissels 3 Prolongaties en voorschotten op effecten
6.742
8.248
8.787
8.813
9.285
66.088
46.685
72.460
58.683
80.979
60.235
81.660
33.627 21.528
40.213 25.875
16.569 30.116
29.415 43.045
22.592 36.091
35.858 45.121
23.251 36.984
35.912 45.748
1.168
1.237
1.317
1.230
1.218
1.267
1.168
1.187
Debiteuren wegens verstrekte accepten
12.682
14.318
17.927
18.784
17.535
19.875
18.424
20.928
Diverse debiteuren
26.064
30.726
38.608
45.661
39.423
46.928
40.254
46.124
Effecten a) Belegde wettelijke reserve b) Belgische overheidsfondsen 2 4 c) Buitenlandse overheidsfondsen 4 d) Bankaandelen e) Andere fondsen
39.274
53.444
75.148
72.105
76.978
72.399
77.323
73.366
401 36.199 275 1.291 1.108
429 50.094 473 1.261 1.187
468 71.460 317 1.282 1.621
541 67.875 556 1.545 1.588
511 73.260 299 1.485 1.423
569 68.050 543 1.593 1.644
512 73.697 235 1.485 1.394
570 69.091 506 1.593 1.606
1.570
1.552
2.339
2.576
2.008
2.073
1.868
2.357
7
9
9
160.486
197.932
215.985
254.500
228.613
262.815
20
19
17
18
17
17
18
16
1.190
1.251
1.301
1.434
1.361
1.535
1.372
1.538
Participaties in dochtermaatsch. voor immobiliën
258
273
265
255
265
265
265
265
Vorderingen op dochtermaatsch. voor immobiliën
345
278
312
336
311
349
313
351
Materieel en meubilair
153
166
200
289
207
302
207
307
Totaal vastgelegde middelen
1.966
1.987
2.095
2.332
2.161
2.468
2.175
2.477
Totaal der activa
162.452
199.919
218.080
256.832
230.774
265.283
235.026
270.840
Diversen Niet gestort kapitaal Totaal beschikbare en vlottende middelen 1
6.017 55.155
-
9
-
9 232.851
-
268.363
Vastgelegde middelen :
Oprichtings- en eerste inrichtingskosten Gebouwen
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechte de bestanddelen der activa van de Belgische zetels De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek Moddermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen •. 2 Sedert juni 1963 bevat de rubriek • Overheidspapier • de effecten door de Staat of onder zijn waarborg op hoogstens één jaar uitgegeven. Behalve het herdisconteerbare of ten belope van 95 pct. mobiliseerbare overheidspapier bij de N.B.B., omvat ze dus ook overheidspapier in deviezen en effecten op hoogstens één jaar uitgegeven onder staats. waarborg, actiefbestanddelen die tot nog toe onder de Belgische overheidsfondsen waren opgenomen. Wissels herdIsconteerd door de banken bij de N.B.B. en bij de parastatale Instellingen (Uitstaande bedragen in miljoenen franken)
1960 81 december 1961 81 december
6.647 0.999
1
1962 81 december 1968 81 december
8.986 8.678
I
1963 80 april 1963 81 mei
0.824 6.861
I
1969 80 april 1969 81 mei
10.496 11.082
di Uit de rubriek Belgische overheidsfondsen s worden daarenboven sedert juni 1968 naar de rubriek « Buitenlandse overheidsfondsen • overgeheveld, diegene onder de effecten van de Kongolese schuld die niet onder waarborg van de Belgische Staat werden uitgegeven.
- 755 XIII - 8. - ALGEMENE STAAT DER BANKEN 1 (miljoenen franken)
Passiva 1963 1962 1960 1961 31 december 31 december 31 december 31 december
posten
A. Spaargelden (art. 15, K. B. 42)
1963 30 april
1964 30 april
-
--
--
1963 31 mei
1964 31 mei
--
B. Opvraagbaar : Bevoorrechte of gewaarborgde schuldeisers Daggeld a) Gedekt door reële zekerheden b) Niet gedekt door reële zekerheden Bankiers Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatsch. . Geaccepteerde wissels Andere te betalen waarden op korte termijn Crediteuren wegens wissels ter incasso Deposito's en crediteuren a) Dadelijk opvraagbaar b) Op hoogstens dertig dagen c) Op meer dan dertig dagen d) Op meer dan een jaar e) ()p meer dan twee jaar f) Bankboekjes g) Andere op boekjes ingeschreven deposito's -. Obligaties en kasbons Nog te storten bedragen op fondsen en participaties Diversen Totaal opvraagbaar -.
1.747
804
563
1.742
568
2.320
330
398
1.332
2.110
871
1.406
2.805
1.835
2.185
1.648
1.247
1.986
1.232 174
2.595 210
1.658 177
2.082 103
1.355 293
85
124
815 56
14.208
28.067
26.553
38.661
31.842
43.570
32.181
44.197
3.165
3.911
4.300
7.884
4.371
6.622
4.686
6.312
12.683
14.319
17.928
18.784
17.535
19.874
18.424
20.928
2.382
2.776
3.875
4.901
5.353
5.072
5.110
5.055
990
967
1.095
1.216
1.035
1.173
1.051
1.248
103.790
121.118
130.986
150.290
135.448
152.436
139.295
155.824
61.080 4.873 19.200 956 1.975 14.115 1.591
66.746 6.112 27.902 1.529 2.495 14.613 1.721
71.259 5.532 29.392 2.201 2.671 17.937 1.994
81.543 5.159 30.007 1.138 3.049 2.039
72.980 5.865 29.627 1.521 2.973 20.472 2.010
79.090 6.256 30.744 1.096 3.101 30.138 2.011
75.002 6.573 30.347 1.535 2.995 20.831 2.012
82.839 6.081 30.218 1.094 3.098 30.479 2.015
7.573
8.619
11.060
11.433
11.144
11.151
11.211
11.220
635
615
689
672
690
687
691
696
4.940
6.007
6.104
6.809
6.512
6.654
6.113
6.904
217.298
250.816
221.515
256.352
27.355
152.028
188.907
205.208
242.860
6.201
6.520
7.636
8.221
7.760
8.289
8.011
8.489
Niet beschikbare reserve wegens uitgiftepremie
284
292
785
838
793
919
793
919
Wettelijke reserve (art. 13, K. B. 185)
406
428
467
541
511
568
512
570
3.363
3.652
3.828
4.179
4.232
4.388
4.011
4.206
C. Niet opvraagbaar : Kapitaal
Beschikbare reserve Reservefonds Totaal niet opvraagbaar
Totaal der passiva ".
170
120
156
193
180
303
184
304
10.424
11.012
12.872
13.972
13.476
14.467
13.511
14.488
162.452
199.919
218.080
256.832
230.774
265.283
235.026
270.840
1 De algemene staat bevat, wat betreft de banken welke hun bedrijvigheid gedeeltelijk in het buitenland uitoefenen, slechts de bestanddelen der passiva van de Belgische zetels. De saldi van de rekeningen geopend door deze laatste op naam van de in het buitenland gevestigde zetels zijn opgenomen onder de rubriek « Moedermaatschappij, filialen en dochtermaatschappijen ..
XIII - 9. - GEZAMENLIJKE BETALINGEN DOOR MIDDEL VAN DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN EN VAN TEGOEDEN IN POSTREKENING 1 Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2 (herleid in type-maanden van 25 dagen)
Maandgemiddelden per kwartaal DIRECT OPEISBARE BANKDEPOSITO'S
POSTREKENINGEN
2,1
3,3
2.2
3,1
2,0
2,9
I.8
2,7
1,6
J'
5B
60
62
64
2,5 ..r`
ti
58
60
Gezamenlijke betalingen herleid tot type-maanden van 25 dagen door middel van Maandgemiddelden of maand
direct opeisbare bankdeposito's 3
tegoeden in postrekening
Totaal
1962 3 0 kwartaal 40 kwartaal 1963
1 ° kwartaal 20 kwartaal 3 0 kwartaal 40 kwartaal 1964 P kwartaal ]963 April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1964 Januari Februari Maart April Mei
83,2 89,8 85,7 90,3 99,4 106,9 119,0 132,5 112,3 130,1 117,8 133,8 131,1 147,4 150,2 132,9 138,8 129,9 143,6 118,9 130,7 139,9 138,2 164,1 146,3 154,2 150,1 159,3 154,6
70,3 76,6 80,4 83,4 87,2 93,0 99,3 107,1
bruto
1,98 2,10 2,01 1,93 2,09 2,19 2,25 2,25
115,0 103,9 109,3 103,5 113,2 103,8 97,5 111,8 113,0 117,1
153,5 166,4 166,1 173,7 186,6 199,9 218,3 239,6 210,3 235,4 221,6 239,4 235,9 261,4 265,2 236,8 248,1 233,4 256,8 222,7 228,2 251,7 251,2 281,2
120,5 114,9 109,7 122,3 131,9
266,8 269,1 259,8 281,6 286,5
2,30 2,34 2,07 2,47 2,08 2,17 2,46 2,16 2,60 2,42 2,52 2,45 2,64 2,26
98,0 105,3 103,8 105,6 104,8 114,0
61
Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid 2
direct opeisbare bankdeposito's 3
(miljarden franken)
1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
62
2,12 2,36 2,12 2,24 2,24 2,41 2,46
herleid tot type-maanden van 25 dagen direct opeisbare bankdeposito's 3
1,95 2,08
tegoeden in postrekening 4
2,09 2,26 2,18 2,38 2,43
3,01 3,25 3,25 3,13 3,04 2,96 2,89 2,85 2,84 3,09 2,78 2,80 2,80 3,05 2,99
2,30 2,34 2,15 2,38 2,00 2,17 2,28 2,25 2,60
2,74 2,97 2,68 2,93 2,81 2,66 3,03 3,07 3,04
2,33 2,52 2,45 2,54 2,45
3,10 3,03 2,85 3,13 3,32
1,99
1,91 2,06 2,18 2,23 2,23 2,10 2,34
1 Benaderende gegevens volgens het totaal der debetverrich ingen (incl. de rekeningen van vreemdelingen en do debetverrichtingen met betrekking tot betalingen aan het buitenland). 2 De verhouding van de omzet tot de hoeveelheid wordt bekomen door deling van het bedrag der debiteringen OP de rekeningen van do direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken of op de postrekeningen van de particulieren en de buitengewone Rijksrekenplichtingen door de gemiddelde tegoeden op deze rekeningen tijdens de beschouwde periode. 3 De telling omvat niet alle banken. 4 Uit de brutogegevens werden de dubbel getelde overschrijvingen verwijderd, die voortvloeien uit de inrichting van de Rijksboekhouding en waarvan een telling mogelijk was. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting, XXVe jaargang, deel II, n? 4, oktober 1950, blz. 222. Bibliografische referenties 2 Jaarverslagen van de N.B.B. - Belgisch Staatsblad : algemene staat der banken. - Statistisch Jaarboek voor België. Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (cf. N. B. van tabellen 1 en 9, hoofdstuk XIII). - Jaarverslag van de Bankcommissie.
- 757 XIV. - NIET GELDSCHEPPENDE FINANCIELE INSTELLINGEN 4. - VOORNAAMSTE ACTIVA EN PASSIVA VAN HET RENTENFONDS (miljoenen franken) Bron : Jaarverslagen van het Rentenfonds. Activa Portefeuille
... . Einde periode Genoteerde waarden 1 9
-
Andere Schatkistschatkistcertificaten certificaten tranche 13 nominale waarde
Passiva Creditsaldo bij de Nationale Bank van België
1954
5.023
1955
4.533
1956
5.930
---
1957
4.112
1.242
1958
3.311
1.370
1959
4.582
623
2.700
1960
6.653
1.403
1.200
6
1961
6.923
1.086
...
3.201
1962
7.792
2.226
...
...
1963
8.420
2.711
...
1962 Januari
6.149
200 220
Februari Maart April Mei Juni Juli ._.
6.235 6.188
Augustus September Oktober
6.803 6.910 7.233
November December 1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
6.112 6.215 6.701 6.887
Te leen Begeven op eer korte termijn
1.000
2.039
1.000
--
2.631
1.327
4
920
800
2
1.998
585
.
1.237
200
--
...
45
4.608
72
--
...
...
15
5.812
...
--
...
...
3.069
10.996
...
--
...
...
50
6.440
...
--
589
...
...
...
6.549
877
--
600
...
...
6.831
75
9.996
...
...
...
...
3.300
2.696
9.253
...
...
...
...
3.188 3.521 3.003 2.108 2.069 2.041
1.600 1.878 2.192 2.923 1.972
7.961 9.391 . 8.492 8.589 8.336
...
...
...
...
...
...
...
...
... ...
1.401 1.681 2.564
8.593 8.623 9.248
790
8.905 6.440
...
...
... ...
1.175
1
--
1.200 2.100
1
...
...
•
7.061 6.941 8.212 8.387
550 1.159 1.663
50
--
...
...
--
...
...
--
...
...
...
--
...
...
...
...
...
...
...
...
...
589
...
...
...
1.457
900
...
154
100
...
706 973
6.020 6.054 6.471 7.702
1.408 489
8.650 7.949 6.828 6.569 6.282
... ...
6.459 6.851 6.549
572 280 877
...
70
...
390
500
...
...
...
1.315
...
...
71 126
1.370 1.629 1.721
...
...
...
...
...
...
...
...
...
2.711
...
...
...
--
...
--
...
...
...
...
...
979
...
...
...
...
...
...
...
...
...
1 (ncl. de verrichtingen met recht van terugkoop. Incl. de kasbons die elders dan bij de Nationale Bank van België gedisconteerd werden. Het betreft nominale waarden voor de gegevene einde jaar en boekhoudkundige waarden voor de andere maanden.
2 3
2
274
1.175 2.226
1.100
Discnotering van ne 2 kenbons
2.457
7.946 7.792
1.330 1.319 1.058
Voorschotten
486 ...
1.724 796
8.646 8.543 8.562 8.420
2.248
Krediet ontvangen van de Na ionale Bank
4.059
--
1.100
9.008 8.690 8.396
op ezeer korte termijn
'
130 1.018 280 11 . 438 _ ... 200
Te leen genol.mien
. Verrichtingen met recht van terugkoop
--
248 572
8.604
Bij de banken geplaatste certificaten
--
...
...
228 639
...
...
...
...
...
600
...
- 758 -XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5 a. - Beweging van de inlagen
Alleen de spaarboekjes van particulieren (miljoenen franken)
Overschotten of tekorten van de stortingen t.o.v. de terugbetalingen (maandgemiddelden of maanden) +1200
+1200
A it 1 +900
.800
►
+400
.400
1962
1964 1993
-
111111111
400
56
54
Tijdvak
58
60
I
L
62
-400
Inleggingen
Opvragingen
Overschot of tekort
(1)
(2)
(8) = (1) - (2)
13.204 13.383 13.624 14.518 16.783 18.912 21.939 21.840 22.799 25.995
1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
23.788 1984
1983
aldi van de inlagen S por einde tijdvak (4)
45.493 1 49.459 1 52.354 1 56.132 1 60.144 1 66.700 1 74.442 1 78.887 1 84.633 1 92.654 1 97.980 1
3.520 2.619 1.448 2.223 2.328 4.596 5.707 2.054 3.214 5.278 2.600
9.684 10.764 12.176 12.295 14.455 14.316 16.232 19.786 19.585 20.717
26.388 1988
0
S
1
M
1984
1988
1984
1988
1964
Januari Februari Maart
2.388 2.020 2.016
v 2.798 v 2.207 v 2.115
1.600 1.556 2.047
v 2.032 v 2.517 v 2.431
788 464 - 81
v 766 v -310 v -316
93.442 93.906 93.875
v 98.746 v 98.436 v 98.120
April Mei Juni
2.051 2.168 2.199
v 2.225 v 2.108 v 2.356
2.260 2.304 2.095
v 2.558 v 2.356
-209 -135 103
v -333 v -248 v -166
93.666 93.531 93.684
v 97.787 v 97.539 v 97.373
Juli Augustus September
2.640 2.254 2.122
2.013 1.765 1.877
627 489 245
94.261 94.749 94.995
Oktober November December
2.293 2.047 2.191
2.082 1.926 2.262
211 120 - 71
94.206 95.326 97.980
1 Deze inlagen bevatten de gekapitaliseerde rente van bet boekjaar
v 2.522
--- 759 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS
5 b. - Voornaamste posten uit de balansen van de Spaarkas (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1957
1958
1959
1980
1961
1962
ACTIVA Beschikbaar 1 Voorlopige beleggingen : Wissels op België Voorschotten aan de nijverheid Exportkrediet Beleningen Bankaccepten Schatkistcertificaten Daggeldleningen Totaal van de voorlopige beleggingen Definitieve beleggingen : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en effecten met staatswaarborg Effecten van Kongo of door Kongo gewaarborgd Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Voorschotten aan de Staat voortvloeiende uit de betaling van de bijkomende vergoeding aan de politieke gevangenen en voorschotten aan het Nationaal Werk voor Oorlogsinvaliden Hypothecaire leningen Landbouwkrediet Voorschotten aan de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, aan de erkende vennootschappen en aan de gemeenten, bestemd voor de bouw van volkswoningen Totaal van de definitieve beleggingen
0,5
0,3
0,3
0,2
0,3
0,3
7,6 --... 0,4 1,5 1,3 10,8
7,7 2,0
9,1 3,3 0,2
10,8 5,2 0,4
15,1 8,6 0,7
1,6 5,2 0,8 17,3
1,7 4,3 1,1 19,7
2,4 2,0 0,8 21,6
12,4 7,3 0,5 ... 2,5 4,3 0,7 27,7
18,4
17,3
19,7
20,0
20,2
23,4
13,6 0,3
15,4 0,3
16,5 0,3
17,8 0,3
16,6 0,3
14,8 0,2
1,9 1,5
1,8 1,2
1,8 1,2
1,7 1,0
1,7 1,0
1,6 0,9
0,6 2,8 3,4
0,6 2,9 3,4
0,6 3,3 3,5
0,6 3,8 3,6
0,6 4,3 3,6
0,6 4,8 3,8
18,3 60,8
19,9 62,8
21,3 68,2
22,2 71,0
22,7 71,0
24,0 74,1
60,0 0,2 4,6 0,2
66,5 0,2 4,9 0,2
74,3 0,2 3,8 0,2
78,7 0,2 3,7 0,2
84,5 0,2 3,7 0,1
92,5 0,2 4,9
65,0
71,8
78,5
82,8
88,5
97,6
1,9
3,5
3,7
3,0
3,4
4,1
6,2
6,7
7,3
7,9
8,7
9,4
3,0 6,2 0,9 34,5
PASSIVA Opvraagbaar : Inlagen op spaarboekjes 2 Particulieren Dotatie voor Krijgsgevangenen Openbare en andere instellingen Rekening c Lijfrentezegels :
Totaal der inlagen op spaarboekjes Inlagen op rekeningen-courant 2 Niet opvraagbaar : Dotatiefonds, fonds voor diverse voorziene uitgaven en reservefonds
1 Deze post omvat de kasmiddelen, de rekeningtegoeden bij de Nationale Bank van België en het Bestuur der Postchecks. 11 Omvat de gekapitaliseerde rente.
- 760 XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS 5 c. - Voornaamste posten uit de balansen van de Lijfrentekas * Bron
(miljarden franken) Verslagen van de A.S.L.K.
1957
1958
1959
1960
1961
1982
7,2
7,5
7,7
7,3
7,1
6,4
9,1 0,1
10,1 0,1
11,0 0,1
11,6 0,1
12,5 0,1
13,9 0,1
1,3 1,4 0,3
1,2 1,3 0,2
1,2 1,2 0,2
1,1 1,1 0,2
1,0 1,0 0,2
1,0 0,9 0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
19,5
20,5
21,5
21,5
22,0
22,5
13,2 6,7
13,5 7,4
13,8 8,2
13,1 1
8,8
13,4 9,4
13,6 10,1
19,9
20,9
22,0
21,9
22,8
ACTIVA Effectenportefeuille : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Door Kongo gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Voorschotten aan erkende vennootschappen en aan de openbare kassen van lening met het oog op de bouw van volkswoningen Totaal
PASSIVA Rentenfonde 1 Wiskundige reserves 3 Totaal
I
23,7
• De A.S.L.K. publiceert afzonderlijk :
a)
Sedert 1957 :
1) Een balans over de uitvoering van de e Algemene Wet e. Het betreft renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865 en de samen geordende wetten van 1940 met betrekking tot de verzekering tegen ouderdom en vroegtijdig overlijden van de arbeiden; en de vrijwillig verzekerden. Sinds 1980 evenwel komen de renten gevestigd krachtens de wet van 16 maart 1865 niet meer voor in de balansen van do Lijfrentekassen doch wel in de balansen van de Levensverzekeringskas. 2) Een balans over het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wetten van 1925 en 1980 op het bediendenpensioen. Op deze verzekeringen wordt het kapitalisatiebeginsel toegepast. 8) Een balans betreffende de door de wet van 12 juli 1957 vastgestelde pensioenen van de bedienden eveneens opgevat volgens het kapitalleatiebeginsel. Krachtens de wet van 8 april 1962 werd het beheer hiervan overgenomen door de Nationale Kas voor Bediendenpensioenen. De erop betrekking hebbende middelen werden in 1963. overeenkomstig de slottoestand per 81 december 1962 overgedragen. 4) Een balans met betrekking tot het beheer vee de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wet von 80 juni 1958 op het pensioen der zelfstandigen. Sinds 1960 heeft deze balans evenwel ook betrekking op het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het kader van de wet van 28 maart 1960 op het pensioen der zelfstandigen. b) Sinds 1958: Een balans betreffende het beheer van de verzekeringen tot stand gekomen in het raam van de wetten op het bediendenpeneloen (aanvullende stortingen). C) Sinds 1950 : Een balans betreffende de door de wet van 22 februari 1960 en later, door de wet van 8 april 1962 vastgestelde pensioenen van de bedienden opgevat volgens het kapitalisatiebeginsel. 1 Het Rentenfonds omvat de reserves betreffende de uit de e Algemene Wet s voortvloeiende renten. Deze reserves omvatten de wiskundige reserves, de veiligheid;- en beheersreserves evenals de provisies. Sinds 1960 evenwel bevat het Rentenfonde niet meer do reserves betreffende de renten gevestigd krachtens
XIV - 5. - ALGEMENE SPAAR- EN LIJTRENTEKAS 5 d. - Voornaamste posten uit de balansen van de Levensverzekeringskas (miljarden franken) Bron : Verslagen van de A.S.L.K. 1b58
1959
1980
1961
1982
2,0
1,9
2,2
3,0
2,9
2,8
0,7
1,1
1,3
2,0
2,6
3,4
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,6 0,1
0,1 0,5 0,1
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
3,6
4,0
4,5
6,0
6,5
7,1
1957
ACTIVA Effectenportefeuille : Directe Belgische staatsfondsen Indirecte Belgische staatsfondsen en door de Staat gewaarborgde effecten Obligaties van het Gemeentekrediet, van provincies, steden en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Hypothecaire leningen Volkswoningen : Voorschotten aan erkende vennootschappen Totaal voor de effectenportefeuille
PASSIVA Wiskundige reserves en provisies 1 Reservefonds
5,3 4,9 1,8 I 2,0 balans onder de rubriek « Wiskundige reserves en provisies s de reserves betreffende de krachtens de wet van 16 maart 1866 2,7 1,0
2,91,2
3,2 1,4
1 Sedert 1900 vermeldt deze gevestigde renten, die voorheen voorkwamen in de balans over de uitvoering van de • Algemene Wet s.
4,6 1 1,5
XIV - 6. - PARTICULIERE SPAARKASSEN Indeling en bestemming van de werkmiddelen (miljarden franken) Bron :Centraal Bureau voor de kleine spaarders. Vorderingen op de bedrijven en particulieren
Deposito's
Einde tijdvak
p ". 2 jaar
op 2 jaar en meer
Obligaties en kasbons
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
0,3
3,8
9,5
25,4
0,4
5,4
11,4
29,8
0,3
5,6
12,8
33,2
0,4 0,4
6,1 6,4
13,9 14,4
36,5 37,4
0,4 0,4 0,5 0,5
6,6 7,2 7,3 7,4
15,3 16,0 16,8 17,5
38,9 40,6 42,4 44,4
0,6 0,6 0,5 0,5
7,9 8,3 8,6 8,7
18,8 19,6 20,3 20,6
46,6 48,0 49,6 51,1
0,5
8,8
21,1
52,7
0,5
0,5
8,8
21,1
56,7
.
n.b.
.
000 0O00000 0000
•
.
•
n.b.
to c) s0rt, eM rt. rt. u) u) u) u) u) u)
n.b.
n.b.
0
.
•
...
r-4 C9 01
.
0,5
•
10,8
.
35,6
0,4
•
10,8
•
31,6
.
9,4 9,8 10,2 10,4
riririei Nri
27,8 28,4 29,3 30,5
.
7,6 7,6 8,1 8,7
cq
23,6 24,6 25,6 26,9
.
6,7 6,9
0 0 0 0 CD C) CD CD CD CD • • • •
22,6 23,0
ri
6,2
to u) u)
5,0
20,4
.
31,2
18,4
.
•0
4,0
52,2
4,7
.
9,9
n.b.
15,9
.
10,3
27,2
13,7
07 C9C9 C9 C9 C9c)c)c)
32,0
48,5
n.b.
.
10,3
24,3 24,9 25,7 26,4
11,7
0000 CD CD0000000 0 CD
32,0
Nieuwe reeks 1 le kwartaal
20,9 21,9 22,7 23,9
stendige Kas
sector C9 C9
1964 le kwartaal
42,6 44,0 45,4 47,4
18,0
Staat
,C1to tototon CID V/ ,t,
8,0 8,7 9,3 9,9
C) 0 CD CD C) CD CD C) CD CD CD CD CD
28,3 29,0 29,9 31,4
15,9
Totaal de GeOverige van vordemeente paraLagere en krediet natale op de portioven- Rwandaculieren heid voor van instelUrundi Oorloge• België ae Tingen heideo deovéren v . schade heideheldeZelf.
Kongo
C9 C) c) eMU5
1968 le kwartaal 20 kwartaal 80 kwartaal 4e kwartaal
36,3 37,5 38,8 41,1
12,0
C> 0 0
6,7 7,0 7,2 7,4
19,6 20,3
C9C9 C9 C9C9 0)cc0)e0
24,1 24,8 25,7 27,4
u)ri C9C9 eMc) CO CD Cl OD C) . .. ..
1962 le kwartaal 20 kwartaal 30 kwartaal 4e kwartaal
33,3 34,7
.
22,1 23,1
1961 30 kwartaal
30,6
13,8
rg01 C9
4' kwartaal
6,1 6,4
27,8
ODri CO
5,0 5,6
10,4
.
18,5 20,2
24,0
ri eM
1959 1960
20,6
ri ri1-4cl
4,4
O
3,8
15,7
18,5
O
13,7
1958
OezamenTotaal lijk. Disvan de depoconto, vordevoorsito's, obli- schotten Hypo- Diverse ringen theekdebiop de gaties en en kas- leningen nemers teuren bedrijven en bons met partiborgculieren tocht
O
1957
ri
3,4 Cr) CO
12,4
< 0 , O tj ef) CO".
t- ri c»cocor.1N11)c-C09c)c) N
1956
Gezamenlijke vorderingen op de bedrij-
Vorderingen op de overheidssector
1 Het verschil voor het le kwartaal 1904 tussen de twee reeksen vloeit voort uit het feit dat in de tweede reeks rekening werd gehouden met onlangs aangenomen maatschappijen.
XIV
-
7. - NATIONALE MAATSCHAPPIJ VOOR KREDIET AAN DE NIJVERHEID
Voornaamste balansposten (miljarden franken) Bron : Verslagen van de N.111.1C.N. 1959
1960
1961
1962
1963
6,7
8,6
9,8
10,5
10,9
11,7
5,1 7,1
5,5 7,8
6,2 10,5
6,7 13,1
7,2 15,7
19,6
Herstelkredieten (oorloge- en waterschade) (besluitwet van 30 november 1944, wetten van 1 oktober 1947, 6 januari 1950, 24 maart 1953 en 26 juni 1956)
1,9
2,0
1,8
1,7
1,6
1,5
Handelskredieten op halflange termijn
1,0
0,8
0,8
1,3
1, 0
1,5
Kredieten voor de financiering op halflange termijn van de 'uitvoer
0,6
0,8
0,9
1, 1
1,3
1,3
Kredieten beheerd voor rekening van de Staat 2
2,4
2,5
2,7
2,7
2,8
2,7
24,9
30,1
35,9
37,5
39,4
7,3
8,4
1958
ACTIVA Portefeuille : Investeringskredieten op lange en halflange termijn : 1° door de Staat gewaarborgd 2° door banken en financieringsmaatschappijen gewaarborgd 8° andere dan deze sub 10 en 20 vermeld 1
8,0
PASSIVA Obligaties
21,4
Kasbons
4,1
5,7
6,3
6,9
Belgische Staat : Fonds Marshall-hulp Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen
1,9
1,9
1,8
1,7
1,7
1,4
0,7
0,8
1,1
1,2
1,2
1,3
1 Deze rubriek omvat al de andere investeringskredieten; het risico van deze verrichtingen wordt gedragen door de N.M.E.N. die, zo nodig, zakelijk en/of persoonlijke waarborgen vraagt. 1 Betreft kredieten gefinancierd door de Marehell•hulp en door heb Fonds voor het uitreden en het aanbouwen van zeeschepen.
XIV - 8. - GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE Bron : Gemeentekrediet
(miljoenen franken)
van België.
Financiering van de investeringsuitgaven van de gewestelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren Rekeningen e Toelagen en leningsgelden • Stortingen
Opvragingen
Leningen Periode
Saldo beschikbaar bij de aanvang van de
ter beschikking gesteld van de kredietnemers
periode
Leningen waarvan de lasten door de kredietnemers gedragen worden
(1)
(2)
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
1.320 1.701 2.120 1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.453 3.880
3.650 4.315 3.562 2.603 3.594 5.640 5.410 6.182 6.526 7.481
1962 Juni Juli Augustus September Oktober November December
3.368 3.490 3.837 3.991 3.844 3.846 3.849 3.880 3.773 4.180 4.459 4.796 4.695 4.576 4.691 4.549 4.525 4.463 4.439 4.416 4.714 4.902 4.674 4.784 4.615
745 865 715 521 682 633 551 479 675 820 599 566 562 724 432 692 689 516 727
1963 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April
Mei Juni
891 651 538 664 578 673
1waarvan de lasten door de Staat aan de kredietnemers worden terugbetaald (8)
290 1.262 1.365 1.517 88 141 105 125 147 154 118 155 214 154 69 28 59 125 130 112 148 160 163 174 219 159 151 130 258
1 IncL de consolidatie van gewone tekorten van de gemeenterekeningen.
Kapitaaltoelagen gestort door de Staat en de provincies
Totaal
Voor de terugbetaling van leningen
(4)
(2) + (8) + (4) = (5)
(6)
2.146 2.261 2.330 2.389 2.196 2.819 2.306 1.858 1.320 1.351
5.796 6.576 5.892 4.992 5.790 8.459 8.006 9.302 9.211 10.349
116 109 126 105 114 83 146
949 1.115 946 751 943 870 815 690 1.029 1.052 778 676 686 1.022 665 914 1.029 743 1.065 1.179 966 845 895 805 1.052
56 140 78 110 82 65 173 103 110 192 67 175 114 96 148 80 97 121
.
Voor betaling van buitengewone uitgaven
Totaal
Saldo beschikbaar op het einde van de periode
Schuld op korte, halflange en lange termijn tegenover het GemeenteG krediet van België
Verrichtingen in tekening-courant van de geweetelijke en plaatselijke overheid en van de organismen van de provinciale en gemeentelijke sectoren (gewone uitgaven) Kredietverplichtingen van het Gemeentekrediet van België
(op het einde van de periode)
Gemiddelde van de gezamenlijke dagelijkse saldi
Credit
Debet
Totaal van de over het debet van die rekeningen uitgevoerde betalingen
(7)
(6) + ( 7) = (8)
(1) + (5) - (8) = (9)
(10)
(11)
(12)
(13)
165 363 343 547 547 624 604 1.011 363 241
5.250 5.794 5.759 4.984 4.803 7.147 7.311 7.427 8.421 9.572
5.415 6.157 6.102 5.531 5.350 7.771 7.915 8.438 8.784 9.813
1.701 2.120 1.910 1.371 1.811 2.499 2.590 3.454 3.880 4.416
22.868 26.192 28.531 29.631 32.802 36.777 41.756 46.849 52.178 58.516 ,
1.850 1.563 1.699 835 2.133 2.463 4.398 5.231 7.337 6.827
1.785 1.700 1.411 1.588 1.587 1.262 1.267 1.504 1.350 1.589
349 388 701 810 638 1.129 1.424 1.519 2.288 3.214
15.518 14.061 15.934 16.609 19.044 19.016 20.451 21.917 24.877 26.300
30 35 34 17 24 40 31 13 15 15 26 20 17 27 13 16 38 17 24 11 19 26 25 19 23
797 733 758 881 917 827 753 784 607 758 415 757 788 880 794 922 1.053 750 1.064
827 768 792 898 941 867 784 797 622 773 441 777 805 907 807 938 1.091 767 1.088 893 778 1.073 785 974 1.112
3.490 3.837 3.991 3.844 3.846 3.849 3.880 3.773 4.180 4.459 4.796 4.695 4.576 4.691 4.549 4.525 4.463 4.439 4.416 4.714 4.902 4.674 4.784 4.615 4.555
7.050 6.798 6.536 6.855 6.682 6.654 7.337 7.352 6.848 7.632 7.582 7.930 8.156 7.892 7.999 7.736 7.323 6.962 6.827
1.725 1.404 1.334 1.188 1.067 1.164 1.333 1.059 1.273 1.419 1.496 1.689 1.644 1.557 1.692 1.726 1.628 1.922 1.959 1.489 1.945 1.657 1.614 2.187 1.878
1.579 2.158 2.368 2.543 3.234 3.456 3.086 4.235 3.778 3.797 3.282 2.824 3.081 3.512 3.299 3.002 2.892 2.459 2.409 2.817 2.339 2.386 2.504 1.999 2.355
1.801 3.202 1.458 1.460 2.338 1.390 2.247
870 759 1.047 760 955 1.089
52.178 52.158 53.033 53.984 54.035 54.611 55.174 55.672 56.216 57.066 1 57.385 , 58.061 , 58.516 , 58.883 , 59.731 , 60.404 , 60.599 , 61.294 , 61.177 ,
6.724 6.813 6.616 7.305 7.603 7.719
(14)
3.781 1.944 1.992 2.401 1.743 1.574 3.470 1.121 1.842 2.589 1.583 2.260 4.967 2.512 2.214 2.469 1.687 2.138
- 763 XIV
-
9.
-
LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN Voornaamste balansposten (miljarden franken)
Bron : Ministerie van Economische Zaken, Dienst van de Versekeringen. 1959
1960
1
1961
I
1962
1
1963
1959
1
1960
1
1961
I
1962
1
1963
Buitenlandse maatschappijen
Belgische maatschappijen
ACTIVA Onroerende goederen Hypothecaire leningen Voorschotten op polissen Effecten : Belgische overheidsfondsen Buitenlandse effecten Effecten gewaarborgd door Kongo Effecten van de parastatale kredietinstellingen Effecten van de overige para statale instellingen Effecten van de provincies en gemeenten Obligaties van Belgische vennootschappen Aandelen van Belgische vennootschappen Totaal voor de effecten
1,7 7,8 1,0
2,3 9,0 1,1
2,6 10,5 1,2
3,1 11,4 1,3
12,1 1,4
1,1 2,0 0,4
1,2 2,3 0,5
1,4 2,7 0,5
1,6 3,2 0,5
3,6 0,5
3,5 0,8
4,8 1,3
5,3 1,9
5,7 1,5
5,9 1,9
3,1 0,3
3,2 0,4
3,4 0,4
3,6 0,4
3,7 0,5
0,4
0,1
0,1
0,1
0,1
3,1
4,2
4,2
4,6
5,0
0,4
0,7
0,7
0,8
0,8
1,2
1,4
1,4
1,6
1,6
1,0
0,9
1,0
1,1
1,1
1,7
1,4
1,7
1,8
1,9
0,6
0,5
0,5
0,5
0,5
7,2
7,2
7,4
8,1
9,0
0,6
0,5
0,6
0,6
0,6
1,7
2,1
2,2
2,3
2,9
0,5
0,5
0,6
0,7
0,7
6,5
6,7
7,2
7,7
7,9
19,6
22,5
24,2
3,5
25,7
28,3
1,7
PASSIVA Neergelegde waarborgen Wiskundige reserves
0,2
0,3
0,3
0,3
0,4
31,0
35,3
38,7
41,7
45,3
1 Deze reserves omvatten eveneens de schadereserves, de technische participatiereserve en
,
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
9,8
10,7
11,6
12,6
13,6
de waarborgreserve.
XIV - 10. - HYPOTHEEKINSCHRIJVINGEN Bron : Belgisch Staatsblad. Maandgemiddelden
Miljarden franken 1
1955
1,67
1956
1,80
1957
1,78
1958
1,77
1959
2,13
1960
2,50
1961
2,78
1962
3,03
1963
3,33
1962 Be kwartaal
3,13
40 kwartaal
3,41
1963 le kwartaal
3,05
2e kwartaal
2,99
3° kwartaal
3,48
4° kwartaal
3,80
1964 le kwartaal
3,68
1 Bedragen berekend volgens de geinde inschrijvingsrechten, incl. de vernieuwingen na vijftien jaar, die ongeveer 1 excl. de wettelijke hypotheken.
1h pet. van het totaal bedragen, doch
Belgisch Staatsblad : a) Verslag van het Rentenfonds over de verrichtingen van bet jaar; b) Ministerie van Verkeerswezen : Postchecka. - Verslagen over de verrichtingen en de toestand van de A.S.L.K. van België. - Statistisch Jaarboek voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S.
Bibliografische referenties
XV. - BELANGRIJKSTE VORMEN VAN DE IN HET BINNENLAND BESCHIKBARE BESPARINGEN (miljarden franken)
Bron : Algemene Spaar- en Lijfrentekaa. Spaarvormen
1954
1. Sparen in depositovorm 1 : Spaarkassen Banken Parastatale kredietinstellingen
1980
1961
1962
6,0 -0,7 0,3 7,0
5,5 1,1 -0,5 5,6
9,8 4,6 2,2 6,1
9,9 5,1 0,3 16,6
6,6 4,0 1,2 15,3
9,3 10,4 1,7 11,8
14,2 5,9 1,7 21,4
21,8
5,1
5,0
3,2
2,5
3,0
1,9
1,0 0,1 3,1
1,1 0,3 3,4
1,2 0,1 3,5
1,0 0,4 3,5
1,1 -0,1 3,8
0,9 -0,1 5,4
0,7 -0,1 6,8
1,1 -0,1 4,9
1,0 0,2 4,6
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,1
0,2
0,2
0,2
0,2
0,3 7,9
0,3 9,0
0,4 8,8
0,4
0,3 10,6
10,3
0,4 9,9
0,5 10,5
1,2 9,6
9,1
2,9
2,9
1,8
2,1
1,8
1,8
1,1
2,4
3,3
5,2
6,2
6,5
7,0
7,4
8,5
9,2
9,9
12,5
7,3
Dubbeltellingen 2 Netto-totaal (1 tot 4)
Totaal
1959
3,5
(1 tot 4)
Algemeen totaal (1 tot 5 )
1958
3, 7
4. Effectenemissies : Nieuwe beleggingen van particulieren
5. Interne besparingen van de ondernemingen : Afschrijvingen Nettobesparingen
1957
3, 4
Totaal
Totaal
5,0 2,2 -0,2 8,3
Totaal 3. Sparen in hypotheek- en woningbouwsectoren : Hypotheekleningen verleend door de particulieren Afbetalingen op hypotheekschulden door particulieren Woningbouw (kapitalen door de particulieren geïnvesteerd)
1956 •
5,0 3,0 0,3
Totaal 2. Sparen door fondsvorming 1 : Pensioeninstellingen Instellingen voor verzekering tegen arbeidsongevallen Kassen voor jaarlijks verlof Levensverzekeringsmaatschappijen Instellingen voor verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid Diverse verzekeringen, maatschappijen voor kapitalisatie en bouwsparen
1956
7,9
7,4
8,9
9,1
10,3
11,4
15,4
17,0
13,1
10,5
7,9
44,7
43,5
38,0
0,6
0,2
-0,6
0,2
-1,4
0,6
45,3
43,7
37,4
48,5
60,0
59,8
23,8 7,8 3
25,4 9,6 3
15,7
28,5 10,0
18,0
18,3
20,6
13,6
16,2
48,3
61,4
30,9 9,2
29,8 5,2
12,5
13,8
21,7
24,8
29,6
13,4
17,0
13,8
18,1
59,2
61,0
69,6
78,6
0,1
0,1
-0,2
61,1
69,7
78,4
30,7 5,2
35,0 7,7
35,9 8,4
34,3 6,0
31,6
35,0
38,5
40,1
35,0
35,9
42,7
44,3
40,3
76,9
78,7
75,9
88,6
95,0
95,7
103,8
114,0
118,7
1 Jaaraccres. Aangroei of vermindering, bij de A.S.L.B. en de parastatale kredietinstellingen, van de tegoeden van verschillende instellingen waarvan de reaerves - eigen of opvraagbare - in een der rubrieken van deze tabel reeds sla besparing werden geteld. 3 Deze cijfers rijn niet vergelijkbaar met die van de jaren na 1955. Bibliografische referenties : Aanvullende Studién bij de Verslagen van de A.S.L.K. 2
XVI. - EMISSIES EN SCHULDEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR 1. - EMISSIES IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN ' (miljarden franken) Totale nettoemissies o p lange en half-
Niet door elke belegger verkrijgbare effecten
Door elke belegger verkrijgbare effecten 2 • • Emissies per grote tranches Brutoemissies
Aflossingen 3
Nettoemissies
Doorlopende nettoemissies ,
(1)
(2)
(B) = (1) - (2)
(4)
18,2 20,8 27,5 13,4 26,0 18,6
8,9
Emittenten
1. Staat (directe schuld alleen)
2. Zelfstandige fondsen en instellingen voor maatschappelijke zekerheid
3. Parastatale kredietinstellingen
-.
4. Lagere overheid en Gemeentekre• diet
5. Parastatale bedrijven
Totaal 1 tot 5 : totaal der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector
6. Kongo en Rwanda-Burundi
Totaal 1 tot 6 : totaal der emissies in Belgische franken van de Belgische overheidssector, Kongo en Rwanda-Burundi 7. Aan te brengen verbeteringen om : a) de evolutie te bekomen van het uit staande bedrag, eensdeels van de door elke belegger verkrijgbare effecten en anderdeels van de door elke belegger niet verkrijgbare effecten - correctie : conversie van niet verhandelbare effecten van de Muntsaneringslening in verhandelbare effecten 6 b) uitgaande van het nominale bedrag, het effectieve bedrag van de emissies te berekenen - correctie : verschil tussen de nominale waarde en de uitgifteprijs 7
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1958 1959 1960 1961
1958 1959 1960 1961 1962 1963
3,3 3,7
7,5
12,6 7,4
12,5 13,5 1,1 1,2
0,9 3,6
1,3 1,5
3,4
/,5 1,4 ...
3,0 ...
2,0 2,4 5,4 ...
0,4 2,4 1,2 1,3 0,8 2,8 2,9
0,1 0,2 2,2
2,7 0,1 1,6 1,0 2,1 1,6 2,3 2,5
... 4,2 3,8
1,9 1,1
4,3 4,0
2,9
2,7
1,0 13,5 10,9 20,7 15,6 22,3 18,5 0,4 0,6
23,9 31,9 35,9 27,5
36,2 27,6 4,0 ..
4,5 3,3
... .. .. .. 27,9 31,9
1,5 ... ... 13,9 11,5
35,9 27,5 36,2 27,6
22,2 15,6 22,3 18,5
2,1 1,6 1,8
--
9,3 13,3 14,9 6,0 13,5 5,1 2,2 2,5 - 0,4 2,1 1,9 1,6
... 1,9 2,2 3,2 - 2,7 0,3 0,8 0,2 - 0,8 - 0,8 0,5 0,4 - 1,9 3,1 - 0,7 1,4 0,7 1,7 10,4 21,0 15,2 11,9 13,9 9,1 3,6 - 0,6 - 1,5
... -
0,5
0,2 - 0,4 - 0,5 - 0,3 -
--
... 5,4 3,5 3,8 4,4 6,9 4,1 4,8 4,1 5,0 4,7 5,9 2,6
(6)
9,3 13,3 14,9 6,0 13,5 5,1 2,2 2,5 - 0,4 2,1 1,9 1,6 5,4 6,4 6,0 1,6 4,2 4,4 5,6 4,3 4,2
6,2 0,7 2,7 2,6 2,7 1,9 3,9 3,4 2,2 2,3 2,0 1,8 2,9 2,8 ...
...
...
g
3,9
(7)
2,7 1,7 1,4 1,0 1,8 2,0 0,3 0,4 0,4 0,8 0,7 1,0 0,4 0,6 0,4 0,6 1,1 1,2
0,2 0,7 2,3
Netto-
termijn (meer jd an een jaar) 1 (9) = (8) = (9) -- (7) (5) + (8) emissies
- 2,5 - 1,0
6,8 12,3
0,9
15,8
- 1,0 4,4 - 2,2 2,4 2,2 2,3 1,1 g 3,2 2,4 1,8
5,0
17,9 2,9
g
1,7 1,6
1,2 1,8 1,6
4,6 4,7 1,9 3,2 5,1 4,0 7,2 7,1 7,6 8,8 6,0
6,0 5,6
...
..
0,1
- 0,1
..
...
...
4,2 4,2
...
3,9
..
6,4 3,0 1,3 4,2 0,3 1,7 1,1 1,5 22,9 32,5 29,2 22,6 36,5 17,4 3,6 0,6 1,5
••• 0,7 1,3 0,5 0,5 0,5 0,2 5,8 6,9 7,5 4,2 13,5 7,1
0,1 0,2 0,1 0,2 0,4 0,4 3,5 3,0 2,3 2,6 4,0 5,5
0,6 1,1 0,4 0,3 0,1 - 0,2 2,3 3,9 5,2 1,6 g 9,5 1,6
... ... ...
... ... ...
... .. ... .. ••• •••
••• •••
... ... ... ... ... ...
10,2
24,2
5,8
3,5
2,3
26,5
7,6
28,0
6,9
3,0
3,9
31,9
13,7
8,8
22,5
7,5
2,3
5,2
11,9
9,1
21,0
4,2
2,6
1,6
13,9 9,1 2,1 1,6 1,8 1,4
13,1 6,7
27,0 15,8 2,1 1,6 1,8 1,4
g 13,5
4,0 5,5
g 9,5
27,7 22,6 36,5 17,4
... -
... ... ... ...
(5) = (3) -I- (4)
Aflossingen
... ...
0,5 0,2 - 0,4 - 0,5 - 0,3
-
-----
Brutoemissies 5
... -••
... ... ... 14,0 20,4
1,4
--
Totale netto elnleslas
6,4 3,0
... ... ... ...
- 1,9 3,1 - 0,7
0,3 -10,2 7,6 8,8 9,1 13,1 6,7
1,0 1,7 20,6 28,6 24,0 21,0 27,0 15,8 3,6 - 0,6 - 1,5
... ... ... ... ...
1,4
-----
-------
g
7,1 - 2,1 - 1,6 - 1,8 1,4 -
-----
1,6 - 2,1 - 1,6 - 1,8 -
1,4
-
g -
... ... ...
g
-
-
... 0,5 0,2 - 0,4 - 0,5 - 0,3
-
-
1 Voor do doorlopende emissies van de parastatale kredie instellingen en het Gemeentekrediet van België, werd de totale verandering van het uitstaande
bedrag dezer effecten vermeld, aangezien het in bepaalde gevallen niet mogelijk is de emiaises van kasbons op maximum één jaar en de e op meer dan één jaar te splitsen. - Pro memorie : Netto-emissies op korte termijn (maximum één jaar) van de Staat in 1958 : 11,4; in 1959 : 8,9; in 1960 : - 8,9; in 1961 : 2,7; in 1062 : 2,3; in 1963 : 8,8. 2 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd : de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van België, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet en de Nationale Maatschappij der Waterleidingen. 3 De door de Amortisatiekas der •Staatsschuld op de Beurs , ingekochte effecten worden in kolom (2) « Aflossingen , opgenomen, niet op het tijdstip van deze inkopen, doch op het ogenblik waarop zij worden vernietigd. 4 Aangekondigd bij een wettelijk bericht. ' • • • • 5 In beginsel per grote .tranches, doch met inbegrip van de• doorlopende emissies van de parastatale instellingen voor. de. huisvesting. 6 In de loop van het jaar 1961 werd de laatste schijf van de Munteaneringslening vrijgegeven. 7 De plaatsingscommissie is in de uitgifteprijs begrepen.
XVI - 2. - VOORNAAMSTE EMISSIES OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN
VAN DE OVERHEIDSSECTOR Leningen in Belgische franken Openingsdatum van de intekening Emittenten Maand
Emissiekoers
Nominale rentevoet
8 24 2 20 11
Belgische Staat 1961-1973 Stad Antwerpen Belgische Staat 1961-1981 N.M.K.N. Wegenfonds
1962 Februari Maart Maart Mei Mei Juni Augustus September November
Belgische Staat 1962-1982, le r. Stad Luik 1962-1982 R.T.T. 1962-1982 N.M.B.S. 1962-1982 Stad Brussel 1962-1982 Belgische Staat 1962-1982, 2 0 r. Stad Antwerpen 1962-1982 Wegenfonds Belgische Staat 1962-1982, 3e r.
1963 Maart April Mei Mei Juni September September Oktober Oktober November December December
1 1 29 2 28 14 27 24 12 4 18 16 30 20 3 3 8 8 18 11 11
Belgische Staat 1963-1983, le r. R.T.T. 1963-1983 N.M.B.S. 1963-1983 N.K.B.K. 1963-1968-1973 Belgische Staat 1963-1983, 2° r. Stad Luik 1963-1973-1983 Stad Gent 1963-1973-1983 Belgische Staat 1963-1983, 3e r. Belgische Staat 1963-1983 Wegenfonds 1963-1983 Stad Brussel 1963-1973-1983 Stad Antwerpen 1963-1973-1983
1964 Februari April Mei
17 13 25
Belgische Staat 1964-1969-1974 Wegenfonds 1964-1969-1974 Belgische Staat 1964-75
Looptijd
pct.
Dag
1961 Juni Augustus Oktober November December
Uitgageven bedrag 1 (miljoenen frank")
5,25-5,50-5,75 5,25-5,50-5,75-6,00 5,25-5,50.5,75 5,25-5,50-5,75 5,25-5,50-5,75
a 4 h 5 5
5,00-5,25-5,50 5,25-5,50-5,75 5,00-5,25-5,50 5,00-5,25-5,50 5,00-5,25-5,50 5,00-5,25 5,00.5,25-5,50 5,00-5,25 4.75-5,00.5,25
6 5 6 6
5,83 5,83 5,75 5,88 5,78
10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar
7.450 800 2.500 1.550 1.000 8.100 1.000 2.500 10.480
5,54 5,75 5,54 5,48 5,43 5,26 5,37 5,20 5,06
10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 5 of 10 jaar 10, 15 of 20 jaar 10 of 20 jaar 10 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 20 jaar 20 jaar 10 of 20 jaar 10 of 20 jaar
5.900 1.350 1.300 350 5.250 1.000 600 3.232 4.270 2.500 516 781
5, 5, 5, 5, 5,
9 of 12 jaar 6 maand. 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar 10, 15 of 20 jaar
98,50 98,50 98,50 99,00 0 99,50 7 100,00 6 100,00 7 100,00 8 98,50
5, 5, 5, 5, 5, 5, 5,
100,00
100,00 100,00 100,00 99,00 99,00 99,00 98,50 100,00 99,00 98,00 98,00
6,25-6,50 14 100,00 6,25-6,50 1, 100,00 6,25-6,50 15 100,00
ment bij do
uitgifte
7.007 800 6.000 2.650 2.500
98,50 98,00 98,50 98,50 98,50
5.00-5,25 7 5,50 5,50 5,20-5,50 10 5,50-5,75 11 5,20-5,40.5,60-5,80 12 5,20-5,40-5,60-5,80 12 5,50-5,75 11 6,00 6,00 5,30-5,50-5,60.5,80 13 5,30-5,50.5,60-5,80 13
Gemiddalel ronde-
5 of 10 jaar 5 of 10 jaar 5 jaar 6 maanden of 11 jaar 3 maanden
2
5,09 0 5,55 ° 5,55 0 5,49 2 0 5,72 6 5,90 5,90 ° 5,80 0 6,00 0 6,12 0 6,14 0 6,14 0
12.000 6,44 5.000 6,44 7 .085 6,41
0 5 5
1 Deze bedragen verschil en van de gegevens uit de voorgaande tabel [XVI 1 - kolom (1)] omdat zo niet de obligaties omvatten die door de Z.K.0 S. aan de geteisterden ter betaling worden overhandigd. liet rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd. 3 Interesten : 5,25 pet, gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pet. de volgende 4 jaar en 5,75 pct. de laatste jaren. 4 Intereeten : 5,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. van het 6e tot het 10e jaar, 5,75 pct. van het Ile tot het 150 jaar en 6 pct. van het 160 tot het 20e jaar. 5 Interesten : 5,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. gedurende de volgende 5 jaar en 5,75 pet. gedurende de laatste 10 jaar. 6 Interesten : 5 pet. gedurende do eerste 5 jaar, 5,25 pet. gedurende de volgende 5 jaar en 5,50 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 7 Interesten : 5 pet. gedurende do eerste 10 jaar, 5,25 pet. gedurende de laatste 10 jaar. 8 Interesten : 4,75 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5 pct. gedurende de volgende 5 jaar en 5,25 pet. gedurende de laatste 5 jaar. 0 Rendement op basis van de nominale interestvoeten van de lening. l e Interesten : 5,20 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 1 Interesten : 5,50 pet. gedurende de eerste 10 jaar, 5,75 pct. gedurende de laatste 10 jaar. 12 Interesten : 5,20 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 5,40 pct. van liet 6e tot het 10e jaar, 5,60 pct. van het Ile tot het 15e jaar en 5,80 pct. gedurende de laatste 5 jaar. 13 Interesten : 5,80 pct. gedurende de eerste 5 jaar, 5,50 pct. van het 6e tot het 105 jaar, 5,60 pet. von het lle tot hot 150 jaar en 5,80 pet. gedurende de laatste 5 jaar. 14 Interesten : 6,25 pet. gedurende de eerste 5 jaar, 6,50 pet. gedurende de laatste 5 jaar. 15 Interesten : 6,25 pet. gedurende 5 jaar en 6 maanden, vervolgens 6,50 pct. gedurende 5 jaar en 9 maanden. 2
Leningen in vreemde valuta's Datum van het besluit 1
Emittenten Maand
Dag
Nominale rentevoet
Emissiekoere pct .
Looptijd
Uitgegeven bedrag (in miljoenen
Gemiddeld rendement> bij de uitgifte
eenheden vreemde voiuta's)
1961 Mei Mei Juli
16 18 3
Juli Juli Oktober November November December 1962 Maart
12 12 3 14 28 12 27 10 20
1963 Mei September
12 jaar 20 jaar 20 jaar
Zw. F N. gld. N. gld.
4 jaar 15 jaar 20 jaar 3 jaar 15 jaar 20 jaar 15 jaar
8 U.S. $ U.S. $ 20 of D.M. 80 N. gld. 22 U.S. $ 30 U.S. $ 25 Lux.F 250 U.S. $ 30
N.M.B.S. Belgische Staat 1961-1981 Nationale Maatschappij der Waterleidingen N.M.B.S. N.M.B.S. Sabena Belgische Staat 1961-1964 Belgische Staat 1961-1976 Sabena 1961-1981 3 Belgische Staat 1962-1977
4,50 4,75 4,75
100,0 100,0 100,0
5,00 5,25 4,75 5,50 5,50 5,00 5,25
100,0 100,0 99,0 100,0 98,0 100,0 98,5
2, 3,
Belgische Staat Belgische Staat
4,875 5,00
100,0 100,0
3, 4, 5 jaar 35 maanden
U.S. lis U.S. $
50 75 50
20 11
4,50 2 4,75 4,75 5,00 2 5,32 2 4,92 5,61 2 5,88 5,06 5,55 4,97 24 5,24 '
De juiste uitgiitedeturn van de leningen in vreemde valuta's is over het algemeen niet gekend. Meestal echter wordt een lening uitgegeven of opengesteld, korte tijd nadat het betrokken besluit werd uitgevaardigd. De datum van dit besluit, die in deze tabel is opgenomen, benadert zo dicht mogelijk het tijdstip van de uitgifte. Zijn er verscheidene besluiten, bijv. een koninklijk besluit gevolgd door een ministerieel besluit, dan wordt het jongste besluit vermeld. 2 Het rendement bij de uitgifte van deze leningen is berekend op hun langste looptijd. 1
3 Conversielening. 4 Deze lening is vrijgesteld van alle huidige en toekomstige belastingen en taxen ten bate van
de Belgische Staat, de provincies of de gemeenten of van alle
Belgische overheden welke de macht hebben om belastingen te heffen.
• Leningen van de Staat, de provincies, de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, zoals de N.M.B.S., de N.M.B., de Nationale Maatschappij der Waterleidingen, het Gemeentekrediet, enz. (exclusief de doorlopende uitgiften), waarvan een besluit in het Belgisch Staatsblad verschenen ie.
- 767 XVI - 3. - STAATSSCHULD (miljarden franken) Bron : Ministerie van Financiën. Directe schuld buitenlandse
binnenlandse
Indirecte schuld
Totale schuld
242,7
11,9
254,6
17,9
253,3
13,0
266,3
7,1
20,8
269,4
12,9
282,3
14,8
6,6
21,4
286,4
11,8
298,2
272,1
16,5
6,9
23,4
295,5
16,1
311,6
7,9
24,4
301,0
16,8
317,8
geves• bigde incl. M.S.L. 1
op halflange termijn
P korte termijn
Vrije tegoeden van de partieu• inlieirz t• rekening
1951
106,5
33,9
68,0
19,4
227,8
12,8
2,1
14,9
1952
119,2
27,9
69,1
19,2
235,4
13,3
4,6
1953
130,6
29,7
67,1
21,2
248,6
13,7
1954
155,2
24,8
62,6
22,4
265,0
1955
157,2
24,9
67,2
22,8
Einde tijdvak
°
totaal
geven.. bigde d 2
op halflange en korte kt termijn
totaal
2
Totale directe schuld
2
2
1956
167,2
23,4
62,1
23,9
276,6
16,5
1957
170,1
24,6
60,9
23,7
279,3
17,5
8,8
26,3
305,6
18,0
323,6
1958
175,5
26,1
70,5
25,4
297,5
17,0
12,5
29,5
327,0
18,6
345,6 373,6
1959
190,8
23,0
75,8
29,1
318,7
17,7
16,5
34,2
352,9
20,7
1960
211,6
18,1
68,6
32,3
330,6
17,4
27,0
44,4
375,0
21,1
396,1
1961
217,4
17,4
70,8
32,8
338,4
18,8
28,3
47,1
385,5
25,5
411,0
1962 Juni
220,7
20,0
82,4
32,7
355,8
19,9
20,1
40,0
395,8
25,3
421,1
Juli Augustus September
223,8
20,0
79,3
34,0
357,1
19,8
19,9
39,7
396,8
25,2
422,0
20,0
82,0
32,3
357,9
19,8
19,0
38,8
396,7
25,2
421,9
223,4
20,0
82,8
32,4
18,4
38,1
396,7
25,2
421,9
Oktober November December 1963 Januari Februari
222,9
22,0
82,3
33,1
27,5
424,5
20,9
76,3
33,0
36,7 36,4
397,0
232,2
398,8
27,5
426,3
251,6
20,9
50,0
36,1
37,1 37,6
395,7
27,5
423,2
398,5
27,5
426,0
223,6
250,7
16,7
56,1
37,4
249,9
16,8
60,2
Maart
254,6
16,7
60,5
April
253,9
16,3
63,4
34,4 35,4 36,4
Mei Juni Juli
253,8
16,2
61,9
35,8
Augustus September Oktober November December 1964 Januari
Februari
358,6 360,3
19,7 19,7
17,0
362,4 358,6
19,7
16,7
19,5
17,6
360,9 361,3 367,2 370,0
19,5
18,1
27,5
427,4
27,5
435,2
411,1
27,4
438,5
410,9
27,4
438,3
24,3
43,2 43,3
411,0
27,4
438,4
19,1
19,3
21,2
19,2
21,9
19,2
24,0
19,0
38,6 40,5 41,1
254,0
16,2
61,4
36,1
367,7 367,7
257,7
15,8
56,0
37,8
367,3
18,9
24,6
43,5
410,8
27,2
438,0
257,5
15,7
58,3
34,3
365,8
18,9
24,9
409,6
27,2
436,8
256,7
15,7
58,3
25,1
409,7
27,1
436,8
13,3
55,9
365,9 370,1
18,7
263,5
35,2 37,4
43,8 43,8
18,6
26,6
415,3
27,0
442,3
368,2 370,2 370,1
18,6
27,4
45,2 46,0
414,2
27,9
442,1
18,4
28,1
29,3
446,0
27,9
416,4
29,2
445,6
371,2 373,1
18,4
29,3
46,5 46,3 47,7
416,7
18,4
418,9
29,2
448,1
18,1
29,3
47,4
420,5
29,1
449,6
18,1
29,8
419,0
34,1
453,1
18,1
30,4
47,9 48,5
419,4
34,0
453,4
17,9
30,4
48,3
424,0
33,9
457,9
262,3
13,7
57,1
35,1
261,6
13,7
55,1
39,8
260,2
14,3
56,7
38,9
270,6
9,0
55,0
36,6 38,2
Maart
270,1
9,8
55,0
April
269,3
6,0
56,2
39,6
Mei Juni
269,0
6,0
57,9
38,0
371,1 370,9
275,4
5,8
54,6
39,9
375,7
1 M.S.L. : Muntsaneringslening. Exclusief de uit de oorlog 1914-1918 voortvloeiende intergouvernementele schuld.
2
399,9 407,7
19,5
XVI - 4. - INDELING VAN DE SCHULDEN IN BELGISCHE FRANKEN OP LANGE EN HALFLANGE TERMIJN VAN DE OVERHEIDSSECTOR a) Volgens de debiteuren (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Verkrijgbaar door elke belegger 1
Niet verkrijgbaar door elke belegger
Totaal
Debiteuren
A. Belgische Overheidssector (Belgische overheidsfondsen) : 1. Staat 2 2. Niet geldscheppende openbare kredietinstel. 3. Parastatale bedrijven 4. Pensioenfondsen 5. Overheidssector niet elders vermeld B. Kongolese Schatkist (Kongolese overheidsfondsen) Totaal
1958
1959
1960
1961
1962
1958
1959
1960
1961
1962
170,6 64,9 23,5
187,7 74,2 26,8
204,2 84,5 26,2
216,2 96,1 25,4
231,8 106,0 26,5
48,7 15,6 4,1 3,1 8,3
45,9 17,3 5,3 4,4 9,2
44,9 18,9 5,5 5,9 9,9
42,5 20,2 6,0 7,1 10,1
66,6 7 21,9 6,5 9,8 10,6
--
--
--
--
--
26,2
27,0
26,2
25,7
26,2
1958
1959
1960
1981
1962
219,3 80,5 27,6 3,1 34,5
233,6 91,5 32,1 4,4 36,2
249,1 103,4 31,7 5,9 36,1
258,7 116,3 31,4 7,1 35,8
298,4 7 127,9 33,0 9,8 36,8
12,8
12,2
10,8
10,8
10,8
1,3
1,3
1,3
1,3
1,3
14,1
13,5
12,1
12,1
12,1
298,0
327,9
351,9
374,2
401,3
81,1
83,4
86,4
87,2
116,7
379,1
411,3
438,3
461,4
518,0
1962
1958
1959
1960
1961
1962
b) Volgens de houders (nominale waarden op het einde van het jaar, miljarden franken) Verkrijgbaar door elke belegger 1
Niet verkrijgbaar door elke belegger
Houders
I
Totaal
1958
1959
1960
1961
1962
A. Niet-financiële nationale sectoren : 1. Privébedrij ven en particulieren 3 2. Parastatale bedrijven 3. Overheidssector niet elders vermeld 4 4. Sociale verzekering
163,4 1,7 1,4 1,1
180,2 2,2 1,6 1,0
194,9 2,5 1,8 1,0
207,0 2,8 1,6 1,3
214,7 3,1 1,7 1,4
9,9 0,2 0,1 0,6
8,7 0,2 0,1 0,6
6,3 0,5 0,1 1,0
5,5 0,5 0,1 1,0
7,7 0,4 0,1 0,9
173,3 1,9 1,5 1,7
188,9 2,4 1,7 1,6
201,2 3,0 1,9 2,0
212,5 3,3 1,7 2,3
222,4 3,5 1,8 2,3
B. Buitenland : Kongo en Rwanda-Burundi
4,1
4,0
3,4
2,6
2,6
1,1
0,7
0,3
0,3
0,2
5,2
4,7
3,7
2,9
2,8
31,5 3,3
35,4 4,5
35,6 6,6
41,1 6,9
49,9 7,8
36,5
36,3
37,7
37,6
59,6
--
--
--
--
--
68,0 3,3
71,7 4,5
73,3 6,6
78,7 6,9
109,5 7 7,8
34,6
38,8
40,7
41,9
45,4
12,7
13,6
14,8
14,2
14,8
47,3
52,4
55,5
56,1
60,2
51,4 5,5
53,7 6,5
58,3 7,1
60,8 8,2
64,8 9,9
20,0
23,2
25,7
-
-
-
28,0 -
30,7 2,3
71,4 5,5
76,9 6,5
84,0 7,1
88,8 8,2
95,5 12,2
298,0
327,9
351,9
374,2
401,3
81,1
83,4
86,4
87,2
116,7
379,1
411,3
438,3
461,4
518,0
C. Financiële Instellingen : 1. Geldscheppende instellingen 6 2. Rentenfonds 3. Spaarkassen, hypotheek- en kapitalisatiemaatschappijen 4. instellingen voor verzekering op het leven en tegen arbeidsongevallen, pensioenfondsen . 5. Niet-geldscheppende openbare kredietinstell. Totaal
1958
1959
1960
1961
1 Worden als door elke belegger verkrijgbare effecten beschouwd de effecten, die het voorwerp uitmaakten van een openbare uitgifte, die welke ter beurze genoteerd worden of waarvan de opneming in de koerslijst is voorzien en deze welke gewoonlijk het voorwerp van verhandelingen buiten de beurs uitmaken, alsook de obligaties en kasbons welke doorlopend uitgegeven worden door het Gemeentekrediet van Belgis, de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid, het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet, de Nationale Kas voor Beroepskrediet, het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet. 2 Belgische gevestigde en halflange binnenlandse directe en indirecte overheidsschuld. 3 Incl. de niet-ingezetenen, behalve deze opgenomen onder de rubriek Buitenland « Kongo en Rwanda-Burundi ». 4 Ezel. de zelfstandige fondsen en de parastatale instellingen die de kenmerken vertonen van geldscheppende instellingen of van instellingen voor het spaarwezen, de maatschappelijke zekerheid, de verzekeringen of de kapitalisatie. 5 Staat, parastatale instellingen, Centrale Bank van Belgisch-Kongo en van Rwanda-Burundi. 6 Excl. het bezit van de pensioenkassen door deze instellingen beheerd. r Incl, de speciale conversielening van 1962, hetzij 19,8 miljard.
Bibliografische referenties : Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Statistisch Jaarboek voor België. - Tijdschrift voor Documentatie van het Ministerie van Financiën. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting : XXXVIe Jaargang, Deel I, nr 8, maart 1961 : « Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen • - XXXVe Jaargang, Deel II, nr 2, augustus 1960 : • Raming, voor de jaren 1960 tot 1975, van de aflossingen van de gevestigde en halflange Staatsschuld uitgegeven tot op 80 juni 1960 a. - XXXVIIIe Jaargang, Deel I, nr 4, april 1963: • Inventaris en onderbrenging der Belgische overheidsfondsen ..
XVII. - EFFECTEN VAN DE PARTICULIERE SECTOR 1. - EVOLUTIE VAN DE OMZET, DE NOTERINGEN EN HET RENDEMENT VAN DE BEURSWAARDEN Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt Basis 1953 = 100 200
200
1 \.."
180
4
1 1
k , J . .•. 41 1 1
%..,I
,1
I'. ♦ I %. 1 I 1 01 /- 1
i
160
I
%
Belgische maatschappijen k I. 1 .1 I ■ • J
1
v
%
1
‘
1 I i I
‘,
i
(
1
1 , 1 .01 i
■
•
1:1
1 -I
110
1
.0.. . »j1 160
i
140
140
120
120
Belgische en Kongolese maatschappi en 100
100
gemiddelde per beursdag -
(miljoenen franken)
Contantmarkt Belgische en Kongolese
effecten
15
Belgische en Kongolese effecten
Belgische effecten
5
46
108 141 139 133 117 129 116 115 113 116
o
mCr)"
116 146 158 158 145 166 162 169 171 174
118 157 164 155 135 137 121 120 119 121
C C".
.. .. .. . .
Termijnmarkt
(Basis 1953 = 100) 2 4
110 152 113 106 70 105 93 103 82 88
. . . .
Belgische effecten
a, co ,c; ooi d dpi
1954 Maandgemiddelde 1955 Maandgemiddelde 1956 Maandgemiddelde 1957 Maandgemiddelde 1958 Maandgemiddelde 1959 Maandgemiddelde 1960 Maandegmiddelde 1961 Maandgemiddelde 1962 Maandgemiddelde 1963 Maandgemiddelde
Rendementspercentage 3
Globaal indexcijfer van de aandelennoteringen
Omzet
Tijdvak
1964
1962
1900
1958
1963
1964
1963
1964
1963
1964
1963
1964
1963
1964
1963
1964
Januari Februari Maart
93 89 79
137 118 83
117 119 120
128 129 127
167 169 170
191 190 187
113 117 116
118 115 113
2,9 2,9 2,9
2,4 2,5 2,5
3,2 3,1 3,2
2,7 2,7 2,8
April Mei Juni
89 83 83
82 85 72
117 117 118
128 127 123
168 168 170
188 187 181
114 114 114
117 115 110
2,9 2,8 2,7
2,5 2,6 2,6
3,2 3,1 3,0
2,9 3,0 3,0
Juli Auguetus September
89 84 87
122 123 125
124
176 178 179
182
116 118 119
115
2,5 2,5 2,5
2,9 2,8 2,8
Oktober November December
85 95 98
124 125 126
2,4 2,4 2,4
2,8 2,7 2,7
179 182 184
116 117 117
1 Bron Beurscommissie te Brussel : deze gegevens hebben betrekking op de transacties in vennootschapsobligaties en in aandelen (termijn- en kontant. markt). Nationaal Instituut voor de Statistiek : Voor de jaarcijfers : gemiddelde van de indexcijfers op do 10e en 25e van iedere maand; voor de maandcijfers • uitsluitend indexcijfers op de 10e van iedere maand. 3 Bron : «Kredietbank : Verhouding van het laatst aangekondigde of betaalde nettodividend tot de notering per einde maand. Beurs te Brussel en te Antwerpen. 5 Beurs te Brussel. • Tot 1958, gemiddelde einde kwartaal. 2 Bron
-
770 -
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Jaarcijfers Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar
Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Reserves
(1)
(2)
(8)
Winst
Obligatiekninwm Betaalbaar gestelde brutodividenden
Verlies
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(8)
(9)
(miljoenen franken)
1
(4 )
1
(5 )
1
(7 )
(6)
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Banken 51 50 49 48 48 51 52 53 54
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
2.649 2.704 2.967 3.261 3.414 3.514 3.624 3.967 4.390
2.878 3.265 3.404 3.406 3.628 4.029 4.572 4.742 5.353
4
661 644 695 817 829 835 814 1.043 1.318
1 0,3 38 0,1 5,5 0,4
299 306 321 330 355 377 423 492 549
Financiële vennootschappen en maatschappijen voor onroerende goederen 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1.286 1.327 1.359 1.430 1.413 1.464 1.456 1.483 1.543
11.004 11.694 12.366 14.690 22.664 24.053 26.589 28.302 33.477
9.118 9.721 10.112 11.430 10.330 12.126 12.968 16.075 18.567
1.793 2.095 2.181 2.660 2.726 2.598 2.913 3.611 4.815
37 33 36 43 46 45 48 57 70
2.759 3.653 3.972 4.710 6.410 6.626 7.264 8.293 v10.800
75 119 157 163 212 307 305 363 447
5
50 39 94 169 59 93 189 190 539
1.239 1.357 1.484 1.878 1.907 1.903 2.006 2.138 3.180
90 99 104 129 124 114 132 140 164
4.044 4.811 4.793 5.800 8.173 9.151 10.170 11.200 v12.928
149 214 249 233 298 414 467 531 602
234 299 429 448 409 499 499 470 443
923 1.247 1.065 1.255 1.110 1.267 1.533 1.670 1.795
101 88 111 113 106 100 107 121 133
1.426 2.007 2.005 1.778 1.733 2.030 1.917 1.937 v 1.856
86 89 101 100 99 101 120 114 117
53 46 23 17 37 139 25 44 523
410 653 1.324 1.445 1.057 623 992 1.277 940
33 51 85 94 72 39 58 75 54
2.303 2.226 2.158 2.269 3.133 4.729 4.886 4.763 v 5.437
114 123 120 116 119 172 282 294 286
371 298 363 242 268 614 255 265 339
252 291 286 348 321 272 452 492 405
48 55 52 67 59 45 64 76 83
503 522 510 529 500 482 453 386 v 346
27 28 27 27 27 27 26 25 24
Metaalverwerkende nijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1.213 1.218 1.233 1.250 1.245 1.275 1.271 1.281 1.300
10.926 11.324 11.416 12.204 13.211 14.681 15.432 15.989 16.480
7.587 8.101 8.520 8.954 9.489 10.334 10.785 11.024 12.038
2.032 2.063 2.194 2.480 2.402 2.370 2.619 3.066 3.400
IJzer en staalnijverheid -
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
108 106 106 100 100 103 100 97 100
10.332 9.313 10.026 10.862 12.364 12.952 13.918 15.826 15.985
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
1.105 1.081 1.087 1.094 1.041 1.047 1.009 982 988
10.285 10.299 10.753 10.894 11.560 11.954 12.138 12.358 11.265
7.522 6.732 10.072 10.774 12.409 12.560 12.628 13.880 15.576
660 1.135 2.369 2.734 1.621 858 1.928 2.242 2.023
Textielnjverheid
Noten : zie onderaan tabel XVII-2.
9.324 9.119 9.365 9.160 9.300 10.077 9.853 10.249 9.864
660 793 804 1.156 894 721 1.098 1.260 1.121
- 771 XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 (vervolg) Jaarcijfers Boon : Nationaal Instituut voor de Statarick (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Nettoresultaat van het boekjaar
Tijdvak 2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
(1)
(2)
Obligatieleningen
Reserves Winst
Verlies
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Betaalde tantièmes
Uitstaande obligatieschuld op 81/12
(7)
(8)
Brutobedrag van de uitbetaalde coupons 3
(miljoenen franken) 1
(g)
I
(4)
(5)
(g)
1
1
(9)
Voedingsnijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
750 742 731 730 701 725 725 713 722
7.200 7.359 7.837 7.907 8.881 9.479 9.591 9.926 9.969
3.900 4.069 4.115 4.577 4.833 5.058 5.505 5.983 6.374
799 881 954 1.014 1.077 1.211 1.381 1.335 1.470
55 59 66 59 57 54 63 70 67
765 792 789 906 925 992 892 805 v 751
41 45 48 48 58 58 62 55 52
502 932 750 810 543 577 711 927 1.065
59 63 68 57 61 65 76 88 87 v
1.091 1.006 1.038 1.305 1.384 1.313 1.290 1.110 962
59 58 56 55 71 82 76 75 66
0,7 0,1 2,6 0,1
1.165 1.164 1.251 1.365 1.458 1.511 1.539 1.608 1.690
88 85 82 79 83 86 85 86 82 v
4.764 4.494 4.434 5.543 5.871 5.525 5.441 5.703 6.997
257 265 253 248 330 345 330 326 340
196 122 153 186 96 702 1.023 1.450 710
723 716 937 1.007 876 93 63 93 106
72 1.073 70 1.015 92 972 97 985 940 85 11 860 7 477 471 10 13 v 398
49 59 56 54 55 51 50 30 27
65 82 98 91 200 155 179 165 110
394425 446 516 466 638 720 695 667
200 52 52 200 124 179 245 360 209
0,3
Scheikundige nilverhel 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
546 560 561 552 538 545 534 540 544
9.270 9.501 10.015 11.285 11.690 12.650 13.309 14.239 15.930
4.907 5.395 5.582 6.087 5.405 6.121 6.442 6.883 7.064
1.036 1.258 1.468 1.729 1.354 1.212 1.639 1.749 1.888
Elektriciteit 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
54 52 51 47 44 41 40 36 36
12.754 13.525 15.382 16.784 17.016 17.422 17.132 18.581 20.056
2.909 2.968 2.207 2.454 2.722 3.609 3.628 4.260 3.320
1.456 1.503 1.558 1.581 1.637 1.748 1.808 1.800 2.053
Steenkolennijverheid 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
61 55 54 54 53 55 49 44 41
8.268 8.131 8.592 8.616 8.739 8.840 8.530 8.109 7.679
4.927 4.747 4.263 4.335 4.339 4.663 4.367 3.018 2.065
900 870 1.212 1.356 1.192 260 107 124 146
Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
76.018 13.171 112.207 77.313 13.268 114.978 81.666 13.397 123.605 86.852 13.487 131.010 13.408 146.913 90.013 98.462 13.891 156.056 13.816 162.844 102.221 13.926 171.069 108.305 14.142 185.420 114.895
Noten : zie onderaan tabel XVII.2, volgende bladzijde.
15.095 17.092 20.764 22.389 20.202 18.207 21.788 24.169 26.823
1.800 1.518 1.748 1.810 1.936 3.512 3.243 3.936 3.906
8.231 9.674 10.869 11.970 10.981 10.292 11.778 12.954 14.090
6
941 990 1.136 1.203 1.153 1.015 1.128 1.258 1.343
21.443 23.506 24.930 28.457 33.241 36.138 37.521 39.625 v45.172
1.003 1.144 1.238 1.285 1.535 1.802 1.989 2.096 2.259
XVII - 2. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN ' (vervolg) Jaarcijfers Bron :
Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.13.). Nettoresultaat van het boekjaar Aantal getelde Tijdvak 2
Gestort kapitaal
Obligatieleningen Betaalbaar gestelde brutodividenden
Reserves Winst
Verlies
vennoot-
Betaalde tantièmes
schappen
Uitstaande obligatie. schuld op 81/12
Brutobedrag van do uitbetaalde coupons 3
(8)
(9)
(miljoenen franken)
(1)
(2)
1
(3)
(4)
I
I
(5)
1
(6 )
(7)
1
1
B. --- Totaal der vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 7 (incl. de vennootschappen waarvan d e voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt) 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
487 527 552 579 563 560 442 336 302
29.262 32.018 34.880 42.986 45.670 49.530 48.024 40.721 38.822
16.173 20.039 21.254 19.520 20.620 22.740 21.895 18.636 '19.383
8.246 9.356 10.897 12.222 9.733 8.296 9.900 7.192 5.865
156 289 423 287 320 452 348 958 644
429 393 433 428 415 380 346 212 172
1.659 1.883 2.241 2.799 3.177 3.351 1.628 1.096 v 1.019
73 91 95 107 125 151 78 56 35
1.370 1.383 1.569 1.631 1.568 1.395 1.474 1.470 1.515
23.103 25.389 27.171 31.256 36.418 39.489 39.123 40.721 v46.191
1.076 1.235 1.333 1.392 1.660 1.953 2.067 2.152 2.294
4.917 5.567 6.801 7.575 6.492 6.318 7.284 4.397 3.048
C. - Algemeen totaal der vennootschappen op aandelen 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962
13.658 13.795 13.949 14.066 13.971 14.451 14.258 14.262 14.444
141.469 146.996 158.485 173.996 192.583 205.586 210.868 211.790 224.242
92.191 97.352 102.920 106.372 110.633 121.202 124.116 126.941 134.278
23.341 26.448 31.661 34.611 29.935 26.503 31.688 31.361 32.688
1.957 1.806 2.171 2.097 2.256 3.964 3.591 4.894 4.550
13.148 15.241 17.670 19.545 17.473 16.610 19.062 17.351 17.138
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootscl appen en commanditaire vennootschappen op aandelen onder Belg'sch recht. Kongolese vennootschappen aandelenvennootschappen met beperk e nansprake ijklieid onder Kongolees recht. Vanaf 1981 zijn de vennootschappen ouder Kongolees recht die veranderd werden in vennootschappen onder Belgisch recht die in Kongo hun bedrijf uitoefenen geleidelijk in de statistieken opgenomen ; de vennootschappen onder Kongolees recht zijn in de statistiek niet meer begrepen. 2 Voor de kolommen (1) tot (7) : jaar waarin het dividend werd betaald. 3 Bedrag van de vervallen rente voor het betrokken jaar; dit bedrag houdt verband met de op 81/12 van het voorgaande jaar uitstaande obligatieschuld. 4 Excl. do N.B.B. 3 Excl. de N.111.K.N. Excl. de N.B.B.. de N.M.K.N. en de Sabena. 7 Netto eindtotaal, na aftrek van de dubbeltellingen.
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN Cumulatieve maandcijfers Bron :
5
Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B.). Aantal getelde vennootschappen
Tijdvak 2
(1)
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Nettoresultaat
Gestort
Reserves
kapitaal
Winst
I
Verlies
Brutoobligatiecoupons 3
( miljarden franken)
(2)
I
(3)
1
(4)
1
(5)
1
(0)
II
(7)
A. - Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1,6
1959 12 maanden
13.927
156,2
98,6
18,2
3,5
10,3
1960 12 maanden
13.858
163,5
102,5
21,9
3,3
11,8
1,9
1961 12 maanden
13.957
172,8
109,1
24,3
3,9
13,1
2,4
1962 Januari
151 390 2.198 5.582 9.506 11.500 12.189 12.408 12.786 13.369 13.760 14.174
4,0 4,8 19,9 55,9 122,1 139,6 147,2 148,1 150,0 157,2 171,2 186,2
1,0 2,9 12,9 33,5 71,5 84,6 91,0 91,6 92,9 96,7 107,5 115,2
0,4 1,0 3,6 8,9 17,7 20,8 22,1 22,2 22,5 23,6 25,1 26,9
... 0,3 1,0 2,5 2,8 3,0 3,0 3,0 3,2 3,7 3,9
0,2 0,8 2,0 4,5 9,2 10,6 11,2 11,2 11,3 11,8 12,8 14,1
0,4 0,8 1,1 1,5 1,8 2,2 2,6 2,9 3,2 3,6 3,9 4,3
103 263
2,2 2,9 19,9 52,3 116,9 138,7 143,7 145,0 146,9 156,3 167,4 183,5
0,7 2,5 11,4 29,4 70,2 85,4 90,1 91,0 92,2 98,6 105,9 113,9
0,2 0,8 3,1 7,7 15,0 18,5 19,1 19,3 19,6 20,8 22,0 23,7
... 0,1 0,4 0,9 1,7 2,2 2,3 2,3 2,4 2,6 2,7 2,8
0,1 1,0 2,1 4,2 8,1 9,8 10,1 10,2 10,3 10,6 11,4 12,7
0,3 0,4 0,6 0,8 1,0 1,3 1,4 1,6 1,7 1,9 2,2 2,4
Eerste
2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste te 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 rasenden Noten : zie volgende bladzijde.
v v v v
v v v v v
v v v
4.089 6.875 8.455 9.021 9.290 9.662 10.145 10.501 10.877
- 773 -
XVII - 3. - RENDEMENT VAN DE VENNOOTSCHAPPEN OP AANDELEN 1 5 ( vervolg) Cumulatieve maandcijfers Bron : .Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevene gewijzigd door do N.B.B.). Nettoresultaat Tijdvak
2
Aantal getelde vennootschappen
Gestort kapitaal
Reserves
(1)
(2)
(3)
Winst
I
Verlies
Betaalbaar gestelde brutodividenden
Brutoobligatiecoupons 3
(miljarden franken)
B.
(4 )
1
(5)
(0)
11
(7)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland
(incl. de vennootschappen waarvan de voornaamste bedrijvigheid in Kongo uitgeoefend wordt)
1959 12 maanden 1960 12 maanden 1961 12 maanden 1962 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
560 446 340 3 8 17 41 87 194 237 240 250 267 285 305 2 6 24 45 85 192 228 231 240 255 273 291
49,5 48,1 41,7 ...
0,1 0,3 1,3 19,8 30,0 33,5 33,6 34,3 34,7 37,1 38,9 ...
0,1 1,7 2,8 20,2 31,2 34,4 34,4 34,7 35,7 38,6 40,7
22,7 22,1 19,2
8,3 9,9 7,2
...
...
...
...
0,1 0,5 11,8 14,4 16,2 16,2 17,1 17,2 18,2 19,4 ...
0,5 0,3 1,0
6,3 7,3 4,4
0,2 0,2 0,1
0,1 0,2 0,3 0,3 0,5 0,5 0,6 0,6
2,4 2,8 2,9 2,9 2,9 2,9 3,0 3,1
0,1
0,1 0,3 0,4 0,4 0,4 0,4 0,6 0,6
0,8 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,2 1,2
0,1
...
0,1 4,4 5,4 5,6 5,6 5,6 5,6 5,8 5,9 ...
...
0,6 0,9 15,8 22,1 23,9 24,0 24,0 24,4 26,0 27,4
...
2,0 2,7 2,7 2,7 2,7 2,7 2,8 2,8
C. - Algemeen totaal 1959 12 maanden 1960 12 maanden 1961 12 maanden 1962 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden 1963 Januari Eerste 2 maanden Eerste 3 maanden Eerste 4 maanden Eerste 5 maanden Eerste 6 maanden Eerste 7 maanden Eerste 8 maanden Eerste 9 maanden Eerste 10 maanden Eerste 11 maanden 12 maanden
14.487 14.304 14.297 154 398 2.215 5.623 9.593 11.694 12.426 12.648 13.036 13.636 14.045 14.479 105 269 1.684 4.134 6.960 8.647 9.249 9.521 9.902 10.400 10.774 11.168
205,7 211,6 214,5 4,0 4,9 20,2 57,2 141,9 169,6 180,7 181,7 184,3 191,9 208,3 225,1 2,2 3,0 21,6 55,1 137,1 169,9 178,1 179,4 181,6 192,0 206,0 224,2
121,3 124,6 128,3 1,0 2,9 13,0 34,0 83,3 99,0 107,2 107,8 110,0 113,9 125,8 134,6 0,7 2,5 12,0 30,3 86,0 107,5 114,0 115,0 116,2 123,0 131,9 141,3
26,5 31,8 31,5 0,4 1,0 3,6 9,0 22,1 26,2 27,7 27,8 28,1 29,2 30,9 32,8 0,2 0,8 3,1 7,7 17,0 21,2 21,8 22,0 22,3 23,5 24,8 26,5
4,0 3,6 4,9 ... ... 0,3 1,0 2,6 3,0 3,3 3,3 3,5 3,7 4,3 4,5 ... 0,1 0,4 0,9 1,8 2,5 2,7 2,7 2,8 3,0 3,3 3,4
16,6 19,1 17,5 0,2 0,8 2,0 4,5 11,6 13,4 14,1 14,1 14,2 14,7 15,8 17,2 0,1 1,0 2,1 4,2 8,9 10,9 11,2 11,3 11,4 11,7 12,6 13,9
1,8 2,1 2,5 0,4 0,8 1,1 1,5 1,8 2,2 2,6 2,9 3,2 3,6 3,9 4,4 0,3 0,4 0,6 0,8 1,0 1,3 1,4 1,6 1,7 1,9 2,2 2,5
1 Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen en commanditaire vennootschappen op aandelen van Belgisch recht. Voor de kolommen (1) tot (6) : maand waarin het dividend werd betaald. Do obligatiecoupons worden, zoals de dividenden, geteld in de maand waarin zij werden betaald. De betaling van de obligatiecoupons kan deze van de dividenden voorafgaan. Om die reden vertegenwoordigen niet alle obligaties waarvan de coupons in kolom (7) voorkomen noodzakelijk leningen van vennootschappen waarop de voorafgaande kolommen betrekking hebben. 4 Excl. de N.B.B., de N.111.K.N. en de Sabena. 5 Vanaf 1981, heeft men in deze statistiek rekening gehouden met de geleidelijke omschakeling van de vennootschappen van Kongolees recht in vennootschappen van Belgisch recht, die hun bedrijvigheid uitoefenen in Kongo. De vennootschappen van Kongolees recht worden niet meer in bovenstaande statistiek opgenomen. 2 3
- 774 XVII - 4. - UITGIFTEN VAN DE VENNOOTSCHAPPEN 1 Jaarcijfers (miljoenen franken) Bron : Nationaal Instituut voor de Statistiek (gegevens gewijzigd door de N.B.B. 2).
Jaren
Aandelen en obligaties
Obligaties
Aandelen
(nominaal bedrag)
Niet doorlopende uitgiften
nominale uitgiften
nettouitgiften
uitgiften
(1)
(2)
(3)
I
I
aflossingen
I
(4)
nettouitgiften
doorlopende nettouitgiften
= (8) 5) (4)
(0)
Totale nettouitgiften
Totale nettouitgiften
(7)
(0)
= (5 ) + ( 0) = (2)
Aandelen en obligaties Totale netto uitgiften (N.I.S.)
(7)
( 0)
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België 1954
7.358
3.489
1.777
879
898
529
1.427
4.916
8.331
1955
14.192
4.273
1.560
1.257
303
532
835
5.108
8.597
1956
16.557
3.503
1.701
1.404
297
389
686
4.189
6.562
1957
27.682
5.573
3.220
1.449
1.771
833
2.604
8.177
10.687
1958
8.801
4.908
3.144
1.507
1.637
1.288
2.925
7.833
12.920
1959
10.227
3.760
3.196
1.568
1.628
814
2.442
6.202
11.317
1960
16.065
6.266
1.367
1.682
- 315
1.009
694
6.960
11.241
1961
19.013
6.014
1.667
1.645
22
844
866
6.880
12.660
1962
19.173
7.707
3.138
1.845
1.293
1.747
3.040
10.747
15.477
326
2.090
1.445
218
3.213
2.625
Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 1954
2.760
1.764
392
66
326
1955
4.711
2.995
316
91
225
1956
8.630
3.146
341
110
231
1957
6.994
1.759
724
171
553
1958
2.282
1.162
450
124
326
51
1959
2.442
613
215
87
128
- 21
1960
6.443
1.685
80
177
97
- 21
-
1961
269
128
85
85
- 24
- 109
19
1962
398
204
36
36
1954
10.118
5.253
2.168
944
1.224
1955
18.903
7.268
1.876
1.348
528
1956
25.187
6.649
2.042
1.514
1957
34.676
7.332
3.944
1958
11.083
6.070
1959
12.669
4.373
1960
22.508
-
7 5
-
236
3.382
2.637
553
2.312
1.905
377
1.539
1.119
107
720
606
118
1.567
1.510 -
64
36
168
529
1.753
7.006
9.776
525
1.053
8.321
11.222
528
394
922
7.571
9.199
1.620
2.324
833
3.157
10.489
12.592
3.594
1.631
1.963
1.339
3.302
9.372
14.039
3.411
1.655
1.756
793
2.549
6.922
11.923
7.951
1.447
1.859
- 412
988
576
8.527
12.751
19.282
6.142
1.667
1.730
- 63
820
757
6.899
12.596
19.571
7.911
3.138
1.881
1.257
1.747
3.004
10.915
15.636
159
Algemeen totaal
1961 1962
0
1 Belgische vennootschappen : naamloze, commanditaire op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Belgisch recht. Kongolese vennootschappen (tot 30 juni 1060 : aandelen- en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid van Kongolees recht (zie noot 3). 2 Deze wijzigingen bestaan enerzijds uit de opneming van de bijstortingen en anderzijds uit de verwijdering van de doorlopende en niet doorlopende uitgiften van de overheidssector (N.111.K.N., Sabena) en van de netto uitgiften van obligaties en kasbons van de Belgische banken. 3 Tot 30 juni 1960, i n cl. de Belgisch e vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1000 Zijn do vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen. N. B. - Kol. (1) en (9) : bedragen overgenomen zonder wijziging van de statistieken van het N.I.S. - kol. (2) tot (8) : bedragen gewijzigd door de N.B.B. zoals hierboven in noot 2 aangeduid. Rol (1) : oprichtingen ven vennootschappen en kapitaalverhogingen -kol. (2) : gestorte bedragen op aandelen (verminderd met de stortingen andere dan in chartaal geld), uitgiftepremies en bijstortingen - kol. (3) : nieuwe uitgiften (gedeelte dut werkelijk uitgegeven werd tijdens het jaar), verhoogd met het saldo van voorgaande uitgiften, verminderd niet conversieleningen.
- 775 XVII - 5. - UITGIFTEN VAN VENNOOTSCHAPPEN 1 Maandelijkse cijfers 2 (miljoenen franken) ron • Nationaar Instituut voor de Statistiek (g egevens gewijzigd door de N.B.B. 9).
A. -- Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in België Aandelen Tijdvak
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties
B. -- Vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in het buitenland 4 Aandelen
Obligaties (nominaal bedrag)
Aandelen en obligaties
nominale uitgiften
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
Totaal
nominale uitgiften
nettouitgiften
nietdoorlopende brutouitgiften
Totaal
(1)
(2)
(8 )
(4)= (2)4- (8)
(5)
(6)
(7 )
(8) - 0/4- C7)
1961 Eerste 3 maanden
2.929
645
176
821
28
Eerste 6 maanden
6.873
1.847
357
2.204
145
6
Eerste 9 maanden
8.945
2.648
472
3.120
145
6
...
6
12 maanden
19.013
3.681
777
4.458
209
45
...
45
1962 Eerste 3 maanden
3.181
1.267
220
1.487
219
30
Eerste 6 maanden
6.691
2.877
1.564
4.441
256
31
...
31
Eerste 9 maanden
13.945
5.084
1.590
6.674
395
196
...
196
12 maanden
19.172
6.519
1.840
8.359
399
196
...
196
3 maanden .
1.614
693
706
1.399
...
...
1963 Eerste
30
...
40
.
5.805
2.829
2.360
5.189
232
40
Eerste
9 maanden
.
8.721
3.852
2.917
6.769
232
40
...
40
14.956
5.244
3.960
9.204
232
40
...
40
1.573
723
...
723
139
165
...
165
1.202
790
...
790
...
...
...
November
958
155
50
205
...
...
...
December
3.067
490
200
690
...
...
...
...
422
129
102
231
...
...
...
...
Februari
500
200
100
300
...
...
...
.
Maart
692
364
504
868
..
...
...
...
2.517
...
...
...
...
1963 Januari
...
4
.
April
1.526
1.042
1.475
Mei
1.724
843
96
939
200
Juni
940
251
83
334
32
Juli
800
193
210
Augustus
463
132
September
1.654
Oktober
40
...
..
40
...
...
403
...
...
...
...
95
227
...
...
...
...
698
252
950
...
...
...
...
1.145
328
120
448
...
...
...
...
November
2.149
273
212
485
...
...
...
...
December
3.154
791
711
1.502
...
...
...
...
v
1.236
259
...
259
...
...
...
...
v
886
272
...
272
...
...
...
...
Maart
v
2.530
481
481
...
...
...
...
April
v
2.046
825
...
825
...
...
...
v
1.182
411
...
411
...
...
...
1964 Januari Februari
Mei
4
6
6 maanden
Oktober
2
...
Eerste
1962 September
3
...
...
12 maanden
1
...
...
Belgische vennootschappen : naamloze vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Belgisch recht. - Kongolese vennootschappen (tot 80 juni 1900) : aandelenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en personenvennootschappen met beperkte aansprakelijkheid onder Kongolees recht. Do cijfers van deze tabel verschillen in volgende opzichten met die welke in tabel XVII • 4 voorkomen : a) de netto-uitgiften van aandelen bevatten do bijstortingen niet; b) de obligatieuitgiften zijn bruto (afschrijvingen niet afgetrokken) en houden geen rekening met de doorlopende uitgiften. De wijzigingen bestaan in het uitschakelen van de obligaties en aandelen van de publieke sector (deze van de Sabena voor de door de tabel bestreken periode). Tot 80 juni 1960, incl. de Belgische vennootschappen met voornaamste bedrijvigheid in Kongo en de vennootschappen van Kongolees recht. Vanaf juli 1960 zijn de vennootschappen van Kongolees recht niet meer in deze statistiek opgenomen.
Bibliografische referenties t Statistisch Jaarboek (N.B.B.). - Bulletin meneuel des Statistiguee
voor België. - Statistisch Tijdschrift van het N.I.S. - Belgische Economische Statistieken
(Beurscommissie van Brussel). - Weekberichten van de Kredietbank.
1941-1940
- 776 -
XVIII. - GELDMARKT 1. MARKT VAN HET DAGGELD EN VAN HET GELD OP ZEER KORTE TERMIJN • (miljoenen franken) Bedragen uitgeleend door Daggemiddelden
1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Bedragen ontleend door
Totaal
H.W.I.
1
It Rentenfonds
Overige ge insteliingen 2
(1)
(2)
(5 )
(4)
(5)
(6)
(7 )
(8)
(9) ■ (1) -I- (2) + (8) + (4) of (5 ) + G» -1- (7)+ G»
10 73
2.985 3.314 2.780 3.305 1.821 1.165 1.561 1.523 1.593 1.568
19 23 22 17 15 73 1.025 1.817 1.517 1.600
2.295 2.807 2.313 2.786 968 29 10 1 1 122
2.733 2.556 2.602 2.514 2.504 2.981 3.001 3.014 1.275 925
289 253 286 276 420 432 1.047 989 1.271 781
5.336 5.639 5.223 5.593 3.907 3.515 5.083 5.821 4.064 3.428
Deposito-
2.330 2.325 2.428 2.288 2.078 2.191 2.415 2.487 1.518 1.585
159 1.107 1.811 943 202
...
21 ...
... ...
15 ...
8
...
...
.. ...
Desitopo banken 1
Rentenfonds
II.W.I. H.W.I.
erige instellingen 3
Terug. getrokken bedragen
(10) ...
43 185 5 577 188 37 23 307 49
1962 4° kwartaal
1.509
820
26
1.431
1.279
...
1.134
1.373
3.786
92
1963 1° kwartaal 2e kwartaal 3° kwartaal 4° kwartaal
1.780 1.608 1.115 1.855
221 373 169 51
46 25 64 155
1.651 1.609 1.493 1.523
1.430 1.822 1.766 1.384
163 56 19 252
1.198 1.000 591 923
907 737 465 1.025
3.698 3.615 2.841 3.584
174 20 3
1964 1° kwartaal 2° kwartaal
1.810 1.585
1.862 162 2.072
1.426 1.243
765 111
677 966 2.310
3.834 3.664
1963 Juni Juli Augustus September Oktober November December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
1.246 944 1.058 1.358 1.800 1.114 2.585
1.662 1.471 1.737 1.276 1.532 1.646 1.400
1.948 1.713 1.926 1.662 1.171 1.767 1.271 1.288 1.626 1.380 980 1.713 1.123
784 589 511 574 672 363 599 449 827 926 334 864 1.278 1.560 1.264 1.021 392 925 333 950 2.352 2.454 2.148
3.321 2.798 2.966 2.765 3.344 3.124 4.262 4.278 4.027 3.186 3.602 4.220 3.271
2.033 1.712 1.669 1.853 1.399 1.470
...
7 382 343 52 96 ...
60 100 ... ... ...
20 ... ...
31 40 119 35 12 304 177
127 2.118 196 2.119 165 1.352 1.729 2.821 1.801
... ...
5 55 420 159 153 705 1.084 523 270 53 ...
...
45 ...
...
9 ... ... ... ... ...
...
141 ... ... ... ...
• Van 27 februari 1956 tot 16 november 1959 verhandelde men, naast het daggeld ook geld dat op 5 en 10 dagen werd uitgeleend of ontleend. Deze bedragen zijn derhalve in bovenstaande cijfers begrepen. Sedert 17 november 1959 wordt er geen geld op 5 en 10 dagen meer uitgeleend of ontleend. 1 Tot 16 november 1959, slechts de depositobanken te Brussel en te Antwerpen. Nadien ook deze van andere plaatsen. 2 Tot 16 november 1959 inzonderheid de A.S.L.R., de Centrale Bank van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi, de R.M.Z., het Gemeentekrediet en sedert 17 november 1959 inzonderheid de A.S.t.R., het Gemeentekrediet, de N.M.B.S. 3 Tot 16 november 1959 inzonderheid de N.M.K.N., de Centrale Bank van Belgisch-Rongo en Ruanda-Urundi, de Nationale Delcrederedienst en sedert 17 november 1959 inzonderheid de Belgische Delcrederedienst, de N.K.B.K., de N.M.K.N.
— 777 — XVIII - 3. — BEDRIJVIGHEID VAN DE VERREKENINGSKAMERS Debetverrichtingen Brussel Maandgemiddelden of maanden
Aantal kamers
Geld op zeer korte termijn 1
Andere verrichtingen
Provincie
Algemeen totaal
Totaal
2
Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden Duizenden Miljarden stukken franken stukken franken franken stukken franken franken stukken stukken
1955
38
2
133
188
96
190
229
210
56
400
285
1956
38
2
127
212
110
214
237
222
63
436
300
1957
38
2
119
232
128
234
247
239
66
473
313
235
63
482
307
1958
38
2
113
245
131
247
244
1959
39
2
124
248
142
250
266
237
64
487
330
1960
39
3
208
289
158
292
366
243
57
535
423
1961
39
3
235
409
167
412
402
261
62
673
464
1962
39
3
158
475
196
478
354
285
68
763
422
1963
39
2
129
510
226
520
356
311
73
823
428
1962 Se kwartaal
39
3
169
474
182
477
351
282
65
769
416
38 kwartaal
39
3
172
436
198
439
370
276
68
715
438
40 kwartaal
39
3
143
504
231
507
374
304
73
811
447
1963 1' kwartaal
39
3
140
451
206
454
346
285
72
739
418
20 kwartaal
39
3
133
505
206
508
339
308
71
816
410
Se kwartaal
39
2
112
508
239
510
351
312
72
822
423
916
482
39
2
132
576
253
578
386
339
77
39
3
126
519
221
522
347
318
75
840
422
Mei
39
3
158
526
209
529
367
322
74
851
441
Juni
39
2
116
471
188
473
304
284
65
757
369
Juli
39
3
118
546
272
549
390
340
76
889
466
Augustus
39
2
112
468
225
470
337
283
66
753
403
September
39
2
106
509
220
511
326
314
72
825
398
598
417
352
80
950
497
48 kwartaal 1963 April
Oktober
39
2
134
596
283
November
39
2
103
512
232
514
335
300
69
814
404
December
39
2
160
620
244
622
404
363
82
985
486
39
2
157
597
262
599
419
340
83
939
502
265
537
393
312
78
849
471
1964 Januari Februari
39
2
128
535
Maart
39
2
109
589
252
591
360
352
79
943
439
April
39
3
142
620
287
622
429
370
83
992
512
Mei
39
2
139
537
234
539
374
320
72
859
446
Juni
39
3
130
644
281
647
411
391
86
1.038
497
1 Betreft het daggeld en, van 27 februari 1950 tot 18 november 1959, het op 1, 5 en 10 dagen uitgeleende of on leende geld. Sedert 17 november 1959 wordt het geld op 5 en 10 dagen niet meer verhandeld. Effecten, overheidspapier, coupons, overschrijvingen, cheques, wissels, promessen, kwijtschriften, transacties met het buitenland, enz.
2
(N.B.B.) : XXVIII• Bibliografische referenties : Belgische Economische Statistieken 1941-1950 (N.B.B.). — Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting jaargang, deel I, nr 6, mei 1958 : • Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) . — XXXVe jaargang, deel I, nr 4, april 1900 z « De Belgiache geldmarkt ».
XIX. - DISCONTO-, RENTE- EN RENDEMENTSPERCENTAGES (in pct. per jaar) 1. - DISCONTO EN RENTETARIEF VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIE Disconto
Datum van de wijziging
1958 28 augustus . 30 oktober ._ 1959 8 januari 24 december . 1960 4 augustus .
Geaccepteerd inbank een gedomi• cilieerd papier, warrants
Accepten vooraf door de N.B.B. geviseerd
3,50
3,50
3,50 3,25 4,5,--
3,50 3,25 4,5,-
teerd niet in een bank gedomicilieerd
Voorschotten in rekening-courant en beloningen op • Niet geaccepteerd papier in een bank gedomicilieerd
schatkistcertificaten
niet in Promessen een bank gedomicilieerd
uitgegeven op maximum 868 dagen
1
centflesten van hot Rentenfonds, uitgegeven op
andere overheids• fondsen 2
866 dagen
4,25 4,3,75 4,50 5,50
5,4,50 4,25 4,75 5,75
5,25 5,-4,75 5,25 6,25
5,25 5,-4,75 5,25 6,25
Rentevoet v.h. certif. + 5/10 pct., minimum 2,25 pet.
a a »
,
5,25 5,-4 , 75 5,6,25
a
6,25
»
6, --
Rentevoet van het certificaat +5/16 pct. minimum 2,25 pet.
Met betrekking tot
10 november . 1961 24 augustus
.
invoer
uitvoer
5,-
5,-
4,-
5,50
5,75
6,25
6,25
a
4,75
4,75
3,75
5,25
5,50
6, -
6,-
»
SchatluateartIfiva. Schatkistten en certificaten certificaten van het uitgegeven Rentenfonds op meer dan uitgegeven op 130 dagen maximum en op max. 180 dagen 366 dagen
Schatkist.certificaten uitgegeven aan 1 15/16 %
28 december . 1962 18 januari -. 22 maart 9 augustus . 6 december . 1963 18 juli 81 oktober L964 4 februari 3 juli
4,50 4,25 4,3,75 3,50 4,4,25 4,25
4,50 4,25 4,3,75 3,50 4,4,25 4,25
3,50 3,25 3,3,2,75 3,25 3,75 3,75
5,-4,75 4,50 4,25 4,4,50 5,5,-
5,25 5,4,75 4,50 4,50 5,5,75 5,75
5,75 5,50 5,25 5,5,5,50 6,25 6,25
5,75 5,50 5,25 5,5,5,50 6,25 6,25
2,25 2,25 2,25 2,25 -----
4,50 4,25 4,3,75 3,50 4,4,50 4,75
5,25 5,4,50 4,25 4,4,50 5,25 5,50
4,75
4,75
5,75 5,50 5,25 5,5,5,50 6,25 6,50
4,25
5,25
5,75
6,25
6,25
--
5,00
5,50
6,50
1 Vddr 21 maart 1957 vermeld onder het hoofd : Schatkistcertifica en met ten hoogste 12 maanden looptijd ». 2 Incl. do schatkistcertificaten met meer dan 12 maanden looptijd. - Alleen de effecten en overheidsfondsen aan toonder » in Belgische franken luidend, worden in onderpand aanvaard. xQuotiteit van het voorschot op 80 juni 1964. Schatkietcert. en eert. v.h. Rentenfonds uitgegeven op max. 866 d. ... max. 95 pct.I Andere overheidsfondsen (zie noot 2) max. 80 pot.
XIX - 2. - DAGGELDRENTE
XIX - 3. - RENTEVOET VAN DE SCHATKISTCERTIFICATEN EN VAN DE CERTIFICATEN VAN HET RENTENFONDS
December 1964 Januari Februari Maart April Mei Juni
2,80 2,57 2,13 2,28 2,87 2,49 2,55 2,16 2,78 2,73 3,16 3,24 3,77 3,16 3,22 3,56
3 maan den
L
Schatkistcertificaten B en certificaten van het Rentenfonde 3
Schatkistcertificaten uitgegeven bij gunning Datum
1960 1961
4,- 4,25 4,50 4,75
1962 1963 Juni
2,50 2,75 3,-2,50 2,75 3,-
4,75 4,25
3,50 3,75 4,-- 4,25 4
e
6
6
7
6 9 12 maanden maanden maanden
f1
1963 Juli Augustus September Oktober November
1,41 1,01 2,11
2 II9 p111313UT
1958 1959 Van 1. 1 tot 16.11 . Van 17-11 tot 31.12 1960 1961 1962 1963
perusua /
Einde tijdvak
2 maanden
Schatkistcertificaten op zeer korte termijn
Gemiddelden 1
1959 1960 1961 1962 1963
6jan. 5jan. 6jan. 4jan. 3jan.
3,398 4,171 4,862 4,283 3,360
3,646
* 4,925 4,364 3,416
3,860 4,354 4,956
---
3,30 3,40
3,27 3,40
. 2,80 3,10 3,40 -Juli Aug. ._ 2,80 3,10 3,40 --
3,75
3,65
--
3,80 3,85
3,80 3,82
3,25 3,50 3,75 -3,30 3,60 3,90 -3,50 3,80 4,10 --
4,4,20 4,35
3,92 4,18 4,31
3,60 3,90 4,20 3,65 3,95 4,25
---
4,55 4,65
4,46 4,64
4,750 4,800 4,850 4,950 11 feb. 10 maart 4,900 5,000
4,750 5,050
3,75 4,00 4,25
--
4,75
4,72
14 april
4,950 5,000
3,80 4,05 4,30 3,80 4,05 4,30 3,80 4,05 4,30
---
4,75 4,75 4,80
4,75 4,75 4,77
12mei 9juni 14juli
4,950 4,950 4,950 5,000 5,000 *
5,100 5,100
-
Sept.
Okt. .Nov. .Dec. .1964 Januari Feb. Maart . April ._ Mei _. Juni
2,85 3,15 3,45
-
1964 3 sept. 8okt.
12 nov. 10 dec.
3,900 3,950 4,075 4,200
*
*
* 4,600
1964 14 jan.
* 3,450 4,037
4,120 4,500 4,750
* * 5,200
1 De hieronder gepubliceerde gemiddelden zijn berekend op basis van het aantal werkdagen van de periude. Tot 16 november 1959, het eenvoudig rekenkundig gemiddelde van de enige dagelijkse rentevoet. Sedert 17 november 1959 : gemiddelde van de gemiddelde dagelijkse rentevoeten gewogen met de ontleende bedragen. Wij stippen aan dat het H.W.I. zijn gemiddelden berekent rekening houdend met het totaal dagen van de maand. 2 Cf. Ministerieel besluit van 9 november 1957 (Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8028), gewijzigd bij ministerieel besluit van 25 maart 1904 (Belgisch Staatsblad van 28 maart 1964, blz. 8233). 3 De schatkistcertificaten B worden hetzij door de banken, hetzij door het Rentenfonds aangehouden; de certificaten van het Rentenfonds worden door de banken aangehouden. Deze beide soorten certificaten vloeiden voort uit de hervorming van de geldmarkt in november 1957; de schatkistcertificaten B ontstonden uit do conversie, ten belope van I' 8,0 miljard, ven de schuld op korte termijn die toen bij de banken was ondergebracht, terwijl liet saldo van die schuld, zegge F 20 miljard, werd omgezet in schatkistcertificaten A op 12 maanden tegen 1 15/16 pct. (Ministerieel besluit van 0 november 1957, Belgisch Staatsblad van 10 november 1957, blz. 8.080). Bij R.B. van 20-12-1962 werden de A-certificaten omgezet in een ■ Speciale Conversielening 1962 » terugbetaalbaar in 20 jaar en verdeeld in drie tranches (F 10.000 miljoen, I' 5.000 miljoen en F 4.826 miljoen) met een rentevoet van 8,50 pct. 'e laars respectievelijk vanaf 14-1962, 81-12-1966 en 81-12-1971. Vddr deze data blijft de rentevoet bepaald op 1 15/16 'e jaars. Het uitstaande bedrag van de schatkistcertificaten B schommelt niet; op 8 april 1960 werd het nochtans door omzetting van schatkistcertificaten A op F 9,1 miljard gebracht. Sedert de hervorming van do geldmarkt van november 1957 waren de schatkistcertificaten A en B en de certificaten van het Rentenfonds het enige overheidspapier dat in aanmerking kwam voor de samenstelling van de zgn. gedeeltelijke • dekking van de deposito's op maximum édn maand bij de banken met grote en gemiddelde circulatie, tot bij de opheffing van deze dekking op 1 januari 1962. Tot einde 1961 was de rente van de schatkistcertificaten B en van de certificaten van het Rentenfonds gebonden aan de discontovoet van de Nationale Bank van België voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels; sedert 1 januari 1962 wordt de rente voor de certificaten van het Rentenfonds vastgesteld door wekelijkse gunningen die eveneens de rente voor de schatkistcertificaten B bepalen. Percentage van de laatste wekelijkse gunning van de maand. 5 Gewogen gemiddelde van de percentages bepaald door de wekelijkse gunningen van de maand. a Enige rentevoet, geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door het Rentenfonds in aanmerking genomen rentevoet). 7 Tot einde 1963, gemiddelde rentevoeten, gewogen door de bedragen van de toegewezen certificaten. Van januari 1964 af, enige rentevoeten geldig voor al de toegewezen certificaten (hoogste door de Schatkist in aanmerking genomen rentevoeten). • Gaan gunning.
XIX - 4. - RENTETARIEF VOOR DEPOSITO'S IN BELGISCHE FRANKEN
BIJ DE BANKEN EN BIJ DE ALGEMENE SPAAR- EN LIJFRENTEKAS Algemene Spaarkas (Spaarin agen van particulieren)
Tarief 1 1 Depositorekeningen Einde periode
1955 1956
op termijn 2
direct opeisbaar
met 15 dagen opzegging 2
1 maand
3 maanden
6 maanden
0,50 0,50
0,85 0,85
1,10 1,10
1,40 1,40
1,75 1,75
2,30
2,70
3,15
100.001 F tot 100.000 F van tot 150.000 F
1,50 1,50
3,00 3,00 tot 200.000 F
0,50
1957
0,50 0,50 boven 200.000 F
3,00
2,00
tot 250.000 F
boven 250.000 F
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
0,90 0,85 1,75 1,30 1,00 1,20
1,35 1,20 2,85 2,40 1,70 2,10
1,75 1,60 3,45 3,15 2,50 3,00
2,15 1,95 3,60 3,30 2,70 3,50
3,00 8 3,00 3,00 8 3,00 8 3,00 3 3,00 8
2,00 2,00 2,00 8 2,00 3 2,00 8 2,00 8
Juni Juli Augustus September Oktober November December
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,20 1,20
1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 1,70 2,10 2,10
2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 2,50 3,00 3,00
2,70 2,70 2,70 2,70 2,70 2,70 3,50 3,50
3,00 3 3,00 8 3,00 8 3,00 3 3,00 3 3,00 8 3,00 8 3,00 8
2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 8 2,00 3 2,00 8 2,00 8
Januari Februari Maart April Mei Juni
0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50
1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20
2,10 2,10 2,30 2,30 2,30 2,30
3,00 3,00 3,30 3,30 3,30 3,30
3,50 3,50 3,80 3,80 3,80 3,80
3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8 3,00 8
2,00 8 2,00 8 2,00 3 2,00 8 2,00 8 2,00 3
1958 1959 1960 1961 1962 1963 1963 Mei
1964
1,25
boven 150.000 F
1 Tarief toegepast door ca. 25 banken, waaronder de voornaamste. Andere banken, vooral regionale, passen over het algemeen een hoger tarief toe. - 2 Van november 1957 tot einde 1981 bewoog de rente van de deposito's met opzeggingstermijn en van de deposito's op termijn in functie van de discontovoet van de N.B.B. voor geaccepteerde in een bank gedomicilieerde wissels. Sedert begin 1902 zijn de veranderingen die zij in functie van de marktvoorwaarden, de toestand van de betalingsbalans en het conjunctuurverloop ondergaat, het voorwerp van een akkoord, dat door overleg tussen de Nationale Bank van België en de Belgische Vereniging der Banken is voorafgegaan. - 3 Getrouwheidspremie gelijk aan 10 pct. van de toegekende interest voor de bedragen die gedurende het gehele kalenderjaar ingeschreven bleven. Voor de bedragen tot 250.000 1 0 , geen vermeerdering in 1959. Voor de bedragen boven 250.000 F, getrouwheidspremie vanaf 1-1-1960.
XIX - 5. - RENDEMENT VAN VAST RENTENDE WAARDEN OP DE BEURS TE BRUSSEL * Geunificeerde schuld Begin der periode
1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963
Vervaldag binnen 2 tot 5 jaar
Vervaldag binnen 5 tot 20 jaar
Gewogen gemiddelden (excl. de Geiinifiteerde schuld)
(rendement alleen berekend volgens de notering)
Staat
Parastatale instellingen en Steden
Staat
Parastatale instellingen en Steden
4 pct. le r.
3,5 tot 5,5 pct.
3 tot 5,5 pet.
4 tot 5,75 pet.
3 tot 6 pct.
4,20 4,18 4,47 4,93 4,29 4,21 4,39 4,40 4,05
-----4,72 5,55 5,21 4,54
3,89 1 3,99 1 5,17 1 5,53 1 4,44 4,79 5,69 5,34 4,50
4,59 2 4,63 5,54 6,47 4,85 5,21 6,07 5,74 4,96
-4,71 5,59 6,51 4,93 5,10 5,80 5,70 5,02
4,46 4,57 5,45 6,41 4,85 5,11 5,89 5,64 4,94
1963
Juni Juli Augustus September Oktober November December
4,00 4,03 4,02 4,02 4,02 4,03 4,03
4,60 4,71 4,71 4,74 4,84 4,89 4,99
4,51 4,54 4,50 4,47 4,67 4,82 4,87
4,94 5,03 5,03 5,02 8 5,12 3 5,17 3 5,26 ,
4,88 4,92 4,95 4,95 3 5,01 , 5,08 3 5,16 ,
4,88 4,94 4,95 4,94 3 5,03 8 5,09 3 5,18 3
1964
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli
4,04 4,09 4,07 4,00 4,07 4,07 4,06
5,04 5,36 5,34 5,37 5,49 5,48 5,44
4,92 5,16 5,18 5,21 5,30 5,34 5,37
5,32 , 5,54 3 5,51 3 5,50 3 5,57 , 5,60 3 5,62 3
5,21 8 5,38 3 5,44 3 5,47 , 5,50 3 5,55 3 5,53 3
5,23 , 5,45 , 5,44 3 5,45 , 5,52 , 5,55 3 5,54 3
• Tenzij anders vermeld is het gemiddelde rendement het percentage dat, toegepast bij de berekening van de actuele waarde van de gezamenlijke nog te ontvangen termijnen (aflossing, rente, gebeurlijke loten en premies) van de annuiteit, een actuele waarde geeft die gelijk is aan de koopprijs van bet uitstaande kapitaal, berekend volgens de dagnotering, verhoogd met de courtage en gebeurlijk met de opgelopen rente. 1 Leningen met een rentevoet van 4 en 4,5 pct. - 2 Leningen met een rentevoet van 4,25 en 4,5 pct. - 3 Alleen voor de leningen uitgegeven v6ór 1 december 1982. N. B. - Wijze van opstelling : zie Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.), XXXIe Jaargang, Deel I, nr 2, februari 1958. Bibliografische referenties : Belgisch Staatsblad : weekstaten van de N.B.B. - Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting (N.B.B.) : XXVI(' jaargang, Deel I, Nr 0, juni 1951 : • De daggeldmarkt sedert september 1950 XXVIIIe Jaargang, Deel I, Nr 5, mei 1953 : • Een nieuwe statistiek : de daggeldmarkt (call money) »; XXXIIe Jaargang, Deel II, Nr 5, november 1957 : • De hervorming van de geldmarkt »; XXXVe Jaargang, Deel I, Nr 4, april 1960 : • De Belgische geldmarkt ».
- 780 --
XX. - BUITENLANDSE CIRCULATIEBANKEN 1. - DISCONTOVOET Maand van de wijzigingen
Duitsland Datum
Tarief van kracht op 1-1-1956 .-
Disc " .
tovoet
19
5,50
6
5,__
1957 Januari -. Februari .April Mei Juli Augustus . September . November .
11
1959 Januari -. Februari -. Maart April Mei September. Oktober .November . 1960 Januari Juni Augustus . Oktober -. November . December . 1961 Januari Mei Juli Oktober .November .
Datum
Disc "-
tovoet
Fkrijk ran Datum
2,50
3,50
1956 Mei Augustus . September. Oktober -. November .
1958 Januari Maart April Mei Juni Augustus . September Oktober .November .
Verenigde Staten 1
24
Disc "
tovoet
1964 Januari Februari -. Juni Juli
Datum
3,-
23
27
4 23
Disem
tovoet
Datum
4,-
3.50
12
3,50
15
3,__
24 7 18
2,75 2,25
20 5
Datum
25
3,25
22
3,75
"cmtovoet
Zwitserland Datum
3,75
22
4,-
11
5,-
3
4,50
tovoet
1,50
5,-
5,19
7,-
20
6,-
22 19 14
5,4,50
20
4,-
3,-
4,25
24 25
4,50
14
3,50
15
3,-
21
2,75
15
2,50
26
2,__
3
2,60
5,-
4,-
12
2,-
7
2,50
5,50 7
3,50
4,50
2,75
3,-
17 16
1,75
6
3,-
29
3,50
11
4,__
5
4,25
23
4,-
-
4,-
5,-
10
3,50
12
8,6
11
tovoet
2,50
16
3
Diae "
Zweden
4,-
4,-
16
10
Datum a m
4,50
7
17
tovoet
Nederland
4,50 11
19
Discos-
Italië
3,-
3,50
21 23
5,6,-
27
5,50
8
5,-
25 5 2
6,60 6,-
3,50 15
5,-
6 8
4,50
18 14
3,50
31
4,50
4,-
3,50
3,-
8 22 26
1962 Maart Maart April Juni 1963 Januari . Juni Juli November .
GrootBrittannië
17
7,-
5,50 5,-
4,50
3
4,-
27
5,-
25 8
4,3,50
4,4,-
3,50 14
4,-
1 Federal Reserve Bank of New York. Voor de bepalingen van de officiéle discontotarieven : zie e International Financial Statistici
(I.M.F.).
6
4,-
4
4,50
- 781 XX - 2. - BANQUE DE FRANCE (millions de francs francais)
1901 1962 1960 1959 31 décembre 81 décembre 31 décembre 31 déccmbre
1963 6 juin
1964 4 juin
1963 juillet
1964 9 juillet
ACTIF Encaisse or
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
4.322
Disponibilités á vue á l'étranger
3.969
5.744
9.985
13.355
16.249
18.644
16.554
19.091
656
1.314
2.546
2.571
3.154
2.531
2.996
2.204 342
2.229 342
2.812 342
2.189
342
2.703 293
340
613
340
613
Avances au Fonds de Stabilisation des changes Concours au Fonds Alonétaire International Autres opérations
Annuités de Prat de le B.I.R.D. Monnaies divisionnaires
101
23
18
8
10
23
18
18
Comptes courante postaug
669
561
553
481
797
871
738
818
Préts á l'Etat 2
6.500
6.500
6.500
5.450
5.450
5.450
5.450
5.450
Avances á l'Etat
2.640
901
2.358
3.221
3.876
4.427
4.070
4.427
16.41.3
17.835 6.264
Portefeuille d'escompte Effets représentatifs de crédits á court terme :
16.392
18.851
18.675
20.608
15.196
15.729
Effets escomptés sur la France Effets escomptés sur l'étranger Effets garantis par l'Office céréales 4 Obligations cautionnées
4.232 1
5.118 1
5.846 1
6.310 1
6.111 1
7.145 1
7.025
699
878
797
• 1.223
311
65 1.273
148
des
Effets de mobilisation de crédits á moyen terme : Préts spéciauz d la construction Autres crédits d mollen terme
Effets négociables achetés en France 5 Avances á 30 jours sur effets publics Avances sur titres
11.460
12.864
12.031
13.074
8.773
3.225 4.020
9.240
5.138 4.114
2.827
3.554
2.878
2.412
3.544
4.080
3.866
3.988
169
205
187
166
137
25
165
17
70
84
78
80
83
Avances sur or
45 2.274
70
74
67
• • •
• • •
Effets en cours de recouvrement
863
529
553
870
521
635
628
502
Divers
627
764
834
885
1.043
1.298
1.032
1.548
39.162
42.680
48.251
54.391
54.126
59.355
56.205
61.705
Total
PASSIE Engagements á vue : Billets au porteur en circulation Comptes créditeurs •
34.947
39.320
44.348
50.082
50.442
55.209
52.506
57.514
2.943
2.066
2.590
2.718
2.142
2.391
2.151
2.332
Compte courant du Trésor public
1
1
Comptes des banques, institutions et personnes étrangères Comptes courants des banques et institutions financières francaises . Autres comptes courants et de dépdts de fonds; dispositions et autres engagements d vue
Capital de le Banque Divers Total
1.965
967
1
200
249
466
181
179
1.291
808
751
870
922
1.561
976
1.098
1.029
1.226
1.085
1.174
1.100
1.230
150
150
150
150
150
250
150
250
1.122
1.144
1.163
1.441
1.392
1.505
1.398
1.609
39.162
42.680
48.251
54.391
54.126
59.366
56.205
61,705
1 Convention du 27 juin 1949. Convention du 20 octobre 1959 approuvée par la lei du 28 décembre 1959 et convention du 8 mai 1982 approuvée par la 1M du 7 juin Convention du 29 octobre 1959 approuvée par le lot du 28 décembre 1959. 4 Loi du 15 aoat 1986, décret du 29 juillet 1989 et lot du 19 mai 1941. 5 Werpt (• 17 juin 1988. 2 3
1982.
- 782 -
RR • 3.
-
BANK OF ENGLAND (millions of £)
1960 1961 1962 1983 29 February 28 February 28 February 28 February
1963 5 Julie
1904 June
1963 3 July
1964 8 July
Issue Department
Government Debt
11
11
11
11
11
11
11
11
2.136
2.237
2.313
2.338
2.438
2.588
2.438
2.638
Other Securities
1
1
1
1
1
1
2
1 1
1
Coin other than Gold Coin Amount of Fiduciary Issue
2.150
2.250
2.325
2.350
2.450
2.600
2.450
2.650
2.150
2.250
2.325
2.350
2.450
2.600
2.450
2.650
2.116
2.212
2.302
2.309
2.390
2.541
2.407
2.606
34 2.150
38 2.250
23 2.325
41
60
59
43
44
2.350
2.450
2.600
2.450
2.650
Other Government Securities
Gold Coin and Bullion Total
Notes Issued : In Circulation In Banking Department Total
Banking Department
Government Securities
274
425
507
266
186
235
142
208
Discounts and Advances
33
28
44
54
59
42
139
87
Securities
20
19
20
22
20
24
21
24
34
38
23
41
60
59
43
44
Other Securities :
Notes Coin Total
Capital Rest Public Deposita (including Exchequer, Savings Banks, Commissioners of National Debt, and Dividend Accounts)
1
1
1
1
1
1
1
1
382
511
595
884
328
361
346
984
15
15
15
15
15
15
15
15
4
4
4
4
3
8
3
8
12
18
13
11
13
12
16
10
155
241
Special Deposito Other Deposita : Bankere
264
251
249
280
223
251
238
254
Others Accounts
67
68
73
74
72
80
74
82
362
511
595
384
328
361
348
384
Total
- 783 XX - 4. - FEDERAL RESERVE BANKS (millions of $ ) 1961 31 December
1962 31 December
1963 31 December
1963 5 June
1964 3 June
31J.. 9631y
1964 8 July
ASSETS 15.445
14.430
13.819
14.247
13.759
14.159
13.729
1.170
1.266
1.418
1.274
1.417
1.298
1.456
16.615
15.696
15.237
15.521
15.176
15.457
15.185
Cash
320
288
182
342
150
338
124
Discounts and advances
130
38
63
171
365
565
416
48
52
70
42
48
40
48
3
58
92
18
4
56
3.193 1.699 19.984 3.846
2.442 13.182 10.717 4.137
4.142 7.066 17.729 4.645
2.997 14.443 9.699 4.392
4.887 ... 24.905 4.681
3.555 14.464 9.781 4.489
5.594 ... 24.912 4.711
28.722
30.478
33.582
31.531
34.473
32.289
35.217
159
342
11
30
182
394
243
Total U.S. Government securities
28.881
30.820
33.593
31.561
34.655
32.683
35.460
Total loans and securities
29.062
30.968
33.818
31.774
35.086
33.292
35.980
Cash items in process of collection
6.125
6.518
6.435
5.019
5.326
5.608
5.509
Bank premises
111
104
104
102
103
102
103
Other assets
237
357
400
341
394
399
397
52.470
53.931
56.176
53.099
56.235
55.196
57.298
Gold certificate account Redemption fund for F.R. notes Total gold certificates reserves
Acceptances : Bought outright Held under repurchase agreement U.S. Government securities : Bought outright : Bills Certif icates Notes Bonds Total bought outright Held under repurchase agreement
Total assets
LIABILITIES Federal Reserve notes
28.802
30.151
32.381
30.129
32.120
30.730
32.816
Deposita : Member bank reserves U.S. Treasurer - general account Foreign Other Total deposits
17.387 465 279 320
17.454 597 247 424
17.049 880 171 291
16.800 499 164 189
17.250 804 119 212
17.538 884 167 192
17.589 785 125 213
18.451
18.722
18.391
17.652
18.385
18.781
18.712
3.825
3.584
3.835
3.714
3.981
4.086
4.006
80
115
77
106
51.575
54.601
53.674
55.640
Deferred availability cash items Other I iabilites and accrued dividendti
59
73
82
Total liabilities
51.137
52.530
54.689
CAPITAL ACCOUNTS Capital paid in
445
467
497
480
512
481
516
Surplus
888
934
990
984
990
934
990
110
132
107
152
52.470
53.931
56.176
53.099
56.235
55.196
57.298
Contingent liability on acceptances purchased for foreign correspondente
126
86
92
83
147
84
144
Ratio of gold certificate reserves to deposit and F.R. note liabilities combined
34,8 %
31,8 %
%
32,3 %
29,8 %
31,1 %
Other capital accounts Total liabilities and capital accounts
29,7
29,3 % 2
1 Consolidated statement of condition of the twelve Federal Reserve Ranks. F.R. note liabilities combined e includes $ 861 million of Federal Reserve notes of other Federal Reserve Ranks uetted out of the consolidated statement shown above.
2a
- 784 XX - 5. - DE NEDERLANDSCHE BANK (miljoenen guldens) 1960 1961 1962 1963 31 december 31 december 31 december 31 december
1968 10 juni
I
1984 8 juni
1963 8 juli
1964 8 juli
ACTIVA Goud
5.487
5.698
5.698
5.770
5.698
5.770
5.698
5.770
Vorderingen en geldswaardige papieren luidende in goud of in buitenlandse geldsoorten
1.107
484
586
1.081
949
770
902
676
40
14
7
15
5
32
33
1
25
23
Buitenlandse betaalmiddelen Vorderingen op het buitenland luidende in guldens Wissels, promessen, schatkistpapier schuldbrieven in disconto
en
Wissels, schatkistpapier en schuldbrieven door de Bank gekocht (art. 15, onder 40 van de Bankwet 1948) Voorschotten in rekening-courant beleningen)
48
249
523
597
729
295
560
407
560
12
52
72
25
4
5
5
31
51
21
13
16
14
12
16
13
174
183
183
178
181
187
187
187
1
1
1
12
8
10
11
9
11
8
11
7.133
7.032
7.187
7.825
7.157
7.372
7.227
7.304
6.225
5.752
6.381
5.919
6.635
(incl.
Voorschotten aan de Staat (art. 20 van de Bankwet 1948) Nederlandse munten Belegging van kapitaal en reserves Gebouwen en inventaris Diverse rekeningen Totaal
1
1
PASSIVA Bankbiljetten in omloop
4.900
5.279
5.758
1.603 934
1.421
1.036
1.261
1.037
670
920
348
619 150
995 283 143
620 283 133
1.095 122 44
462 443 132
185 448 37
634 189 97
188 122 38
Rekening-courantsaldo's in guldens van niet-ingezetenen
59
77
112
76
114
70
121
70
Buitenlandse circulatiebanken en daarmede gelijk te stellen instellingen Andere niet-ingezetenen
48 11
71 6
106 6
70 6
109 5
64 6
1.18 3
66
Saldo's luidende in buitenlandse geldsoorten
320
14
18
16
24
16
33
18
Kapitaal
20
20
20
20
20
20
20
20
Reserves
164
168
168
168
168
167
168
167
67
53
55
59
42
48
46
46
7.133
7.032
7.187
7.825
7.157
7.372
7.227
7.304
69
63
Bankassignaties Rekening-courantsaldo's in guldens van ingezetenen 's Rijks schatkist Banken in Nederland Andere ingezetenen
Diverse rekeningen Totaal N. B. - Circulatie der door de Bank namens de Staat in het verkeer gebrachte muntbiljetten
110
I
I
62
I
62
I
62
I
62
4
I
63
- 785 -
XX
-
6. - BANOA D'ITALIA (miliardi di lire)
Oro in cases.
1960 dicembre
1961 dicembre
1962 dicembre
1963 dicembre
1963 aprile
1964 aprile
1963 maggio
1964 maggio
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
10
13
12
25
31
18
27
29 1.030 355
Oro all'estero dovuto dallo Stato Cassa 1 Portafoglio 2
443
500
616
942
595
1.071
625
64
107
260
337
325
337
271
7
6
12
42
21
31
3
11
Effetti recevuti per l'incasso Anticipazioni 3 Prorogati pagamenti Ufficio italiano dei cambi
1.257
1.810
2.146
1.770
2.053
1.464
2.038
1.463
65
64
64
64
64
Dieponibilita in divisa all'estero
63
63
63
Titoli emessi o garantiti dallo Stato •
75
83
244
168
136
181
135
183
119
123
132
229
145
249
147
254
485
485
440
440
410
440
410
Immobili Debitori diversi
2
Partite varie Anticipazioni temporanee al Tesoro
64
Anticipazioni straordinarie al Tesoro
485
Emissioni per forze alleate Impieghi in titoli per conto del Tesoro
20 492
414
506
C/c servizio tesoreria
18
1
Servizi diversi per conto dello Stato
15
43
45
56
71
11
11
14
3.652
4.236
5.026
5.595
4.821
5.250
4.764
5.324
2.424
2.779
3.235
3.699
3.075
3.333
3.090
3.375
23
39
43
62
23
24
19
25
Conti in correnti liberi
117
118
122
87
50
51
39
48
Conti correnti vincolati
694
797
988
1.305
1.310
1.340
1.297
1.390
Creditori diversi
170
189
237
352
238
481
235
463
C/c servizio tesoreria
159
283
320
Spese Totale attivo
Circolazione dei biglietti 5 Vaglia assegni e debiti a vista 6
27
75
C/c servizio tesoreria - Fondo speciale Servizi diversi per conto dello Stato
16
18
10
31
2
34
Capitale Fondo di riserva ordinario
3
4
4
5
5
5
5
5
Fondo di riserva straordinario
2
2
2
3
2
3
3
3
44
45
57
72
12
11
15
15
3.652
4.236
5.026
5.595
4.821
5.250
4.764
5.324
4.407 5
4.775 6
4.845 8
4.273 5
4.588 8
4.374 5
4.465 8
4.443 5
437
246 235
298 290
343 274
292 271
362 275
296 278
364 275
104
256 4 81 3
334 2 7 2 29
323 2 29 2 16
335 2 41 3 14
269 2 27 1 14
352 2 24
Rendite Totale passivo e patrimonio Depositanti di titoli e valori 1 Comprese monete di Stato 2 Compreao finenziamento ammasei e acquieto grano : - aziende di eredito - iztituti speciali 3 Comprese anticipazioni a : - aziende di eredito - privati 4 Compresi BOT per inveetimento riserve obligatorie 5 Compresi biglietti presso 11 Tesoro Compresi vaglia e assegni
n. d. 3 n. d. 1 14
n. d. 2 21
18
18
-786
-
XX - 7. - DEUTSCHE BUNDESBANK (Millionen DM) 1961 81 Dezember
1962 31 Dezember
1988 31 Dezember
1963 7 Juni
1964 5 Juni
1963 5 Juli
1904 7 Juli
AKTI VA
Gold
14.426
14.490
15.138
14.786
16.082
14.815
16.125
Gothaben bei auslandischen Banken und Gcldmarktanlagen im Ausland
11.387
10.929
12.894
11.522
11.129
11.719
11.912
292
329
417
356
431
362
464
2.442
2.289
2.122
2.270
2.104
2.253
2.089
1.038 1.342
897 1.342
751 1.342
884
739
1.342
1.342
872 1.342
729 1.342
57
45
81
84
123
83
130
281
546
376
180
172
148
172
1.146
1.967
1.647
2.430
3.018
3.266
2.715
Lombardforderungen
220
158
208
41
29
73
34
Kassenkredite
167
739
1.749
19
25
Wertpapiere
1.484
1.869
1.222
1.335
1.176
1.334
1.176
Ausgleichsforderungen und unverzinsliche Schuldverschreibung
3.432
4.958
3.990
3.999
3.560
5.153
4.203
Kredite an Bund for Beteiligung an internationalen Einrichtungen
2.636
2.156
2.294
2.185
2.905
2.164
2.875
Forderungen an Bund wegen Forderungserwerb aus Nachkriegswirtschaftshilfe und 2inderung der Wahrungsparitat
3.778
3.703
3.595
3.595
3.456
3.595
3.456
307 42.055
253 43.931
406
243 43.045
353 44.563
289 45.254
310 45.742
Sorten, Auslandswechsel und -schecke Kredite an internationalen Einrichtungen und Konsolidierungskredite darunter : a) aus der Abwicklung der E.Z.U. b) an Weltbank
Deutsche Scheidem6nzen Postcheckguthaben lnlandswechsel Schatzwechsel und unverzinsliche Schatzanweisungen
Sonstige Aktiva
125
• • •
46.264
75 6
PA SSIVA Banknotenumlauf
22.992
24.147
25.426
23.767
25.555
24.526
25.494
Einlagen von
16.600
16.795
18.006
16.732
16.280
17.984
17.334
11.615
12.232 4.284
13.607 4.126
11.656
12.794
11.018
12.822
273
3.197 289
6.711 255
4.232
279
4.833 243
374 353
234
360 333
21
36
Kreditinstituten (einschliesslich Postscheck- und Postsparkassendmter) offentlichen Einlegern Andere inldndischen Einlegern
Verbindlichkeiten aus dem Auslandsgeschaft
4.733 252
368
270
1
280
298
382
261
348
27
266 32
34
223 38
R6ckstellungen
867
950
1.076
1.075
1.260
1.076
1.260
Grundkapital
290
290
290
290
290
290
290
Riicklagen
588
638
701
701
776
701
776
Sonstige Passiva
350
737
495
120
104
295
327
42.055
43.981
48.284
43.045
44.563
46.254
46.742
Einlagen auslandischer Einleger Sonstige
274 94
- 787 XX - 8. - BANQUE NATIONALE SUISSE (millions de francs suisses)
1903 1961 1962 1960 31 décembre 31 décembre 31 décembre 31 décembre
1963 7 juin
1964 6 juin
1963 6 juillet
1964 7 juillet
ACTIF Encaisse or Devises Portefeuille effets sur la Suisse Effets de change Rescriptions de la Confédération suisse
9.455
11.078
11.078
12.204
10.621
10.936
10.767
11.148
583
842
867
1.083
749
1.275
751
1.474
53
70
124
142
56
82
60
89
53
70
79
107
56
82
59
89
45
35
...
1
...
72
97
15
37
17
40
207
207
207
207
207
207
43
43
52
173
57
43
59
17 26
16 52
146 27
1 56
16 27
58
38
Avances sur nantissement Bons du Trésor de l'étranger en FS
--
43 1
Titres pouvant servir de couverture autres
42
66 --
27
1
Correspondants : en Suisse d l'étranger
52 45 7
65
88
71
23
25
12
58
7
78 10
62 9
8 15
12 13
4 8
Autres postes de l'actif
30
30
41
35
31
37
39
42
10.264
12.194
12.986
13.891
11.875
12.656
11.896
13.145
Total -.
86 24 62
PAS SIF 52
53
54
55
55
56
55
56
Billets en circulation
6.854
7.656
8.506
9.035
7.890
8.512
8.021
8.659
Engagements Is vue
2.756
2.947
2.800
3.188
2.290
2.420
2.168
2.749
2.288 468
1.996 951
2.294 506
2.700
488
1.924 366
1.885 535
1.855 313
2.207 542
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
293
373
357
400
400
400
400
Fonds propres
Comptes de virements des banques du commerce et de l'industrie Autres engagements d vue
Comptes de virements de banques temporairement liés 390
Engagements á terme Dépeits obligatoires selon l'arrêté fédéral du 13 mars 1964 Autres postes du passif Total -.
9
6 202
210
217
221
205
227
217
237
10.254
12.194
12.985
13.891
11.875
12.656
11.896
13.145
Rdtdrences bibliographiques : International Financial Statistica (F.M.I.). - Banque de France : • Compte rendu des opérations .. - Report of the Bank of England. - Federal Reserve Bulletin. - De Nederlandsche Bank : Verslag over het boekjaar. - Banca d'Italia : Bolle ttino. - Geschtiftsbericht der Dcutschcn Bundesbank. - hangue Nationale Suisse (rapporte).
XX - 9. - BANQUE DES REGLEMENTS INTERNATIONAUX, A BALE
Situations en millions de francs or [unités de 0,29032258___ gr, arnme d'or fin (art 5. des statuts)] Actif
L Or en lingots et monnayé II. Espè
en caisse et avoira ban caires á vue
81 décembre 1962
31 décembre 1963
30 avril 1963
30 avril 1964
31 mai 1963
31 mai 1964
1.883
1.603
2.444
2.128
2.455
2.554
-
49
40
62
48
71
43
667
729
267
558
206
331
IV. Effets div. remobilis. sur dein.
9
96
9
69
9
69
V. Dép8ts á terme et avances : ...
1.344
1.666
1.462
1.354
1.457
a) á 3 mois au maximum ... b) á 3 mois au maximum (or) c) de 3 á 6 mois d) de 6 á 9 mois e) de 9 á 12 mois f) á plus d'un an
1.184
1.427
1.206 1.071
1.037
3
3
4
121 29
227 9
91 4 30 7
337 9 66 9
1.233 3 74 4 40 -
1.290
3
IIL Portefeuille réescomptable
VI. Autres effets et titres : 1. Or : a) á 3 mois au maximum ... b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 á 12 mois e) S plus d'un an 2. Monnaies : a) á 3 mois au maximum ... b) de 3 á 6 mois c) de 6 á 9 mois d) de 9 á 12 mois e) á plus d'un an
VIL Actifs divers
4 3
-
3 79
13 63 9
740
1.195
833
1.659
782
1.644
3
161
65 .134 46
146 119 22 23
66 146 33
148 127 16 29
10
75 87
69 41
-
-
-
-
-
-
65 367
380 445 .14 24 60
161 303 18 45 61
590 579 86 7 87
88 294 16 60 79
468
1
1
34
28 71 1
1
1
1
31 décembre 1962
Pasrif
756
5 9 86
68
68
68
68
68
68
Total actif ...
4.781
5.398
4.890
5.993
4.946
6.167
Actions libérées de 25 %
II. Béserves 1. Fonds de Réserve légale 2. Fonds de réserve générale . III. Dép8ts (or) • 1. Banques centrales a) de 9 á 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum e) á vue 2. Autres déposants : a) de 9 á 12 mois bi de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum ... e) á vue IV. Dép8ts (monnaies) • 1. Banques centrales : a) á plus d'un an b) de 9 b, 12 mois c) de 6 á 9 mois d) de 3 á 6 mois e) á 3 mois au maximum ... f) á vue 2. Autres déposants : a) de 9 á 12 mois b) de 6 á 9 mois c) de 3 á 6 mois d) á 3 mois au maximum ... e) á vue
(voir note 2) 1. Créances sur la Reichsbank et la Golddiskontbank, effets de la Golddiskontbank et de l'adm. des chemins de fer et bons de l'adm. des postes (échus) 2. Effets de bons du Trésor du Gouvernement allemand (échus)
Total ...
221
221
221
221
221
221
76
76
76
76
76
76
297
297
297
297
297
297
30 avril 1964
31 mai 1963
81 mui 1964
125 25
125 25
125 25
125 25
125 25
125 25
12 13
12 13
12 13
12 13
12 13
12 13
2.214
2.733
2.287
2.693
2.283
2.735
21
-
-
-
-
38 288 1.919
21 755 1.728
48 278 1.915
20 31 521 1.993
-
-
38
21
-
-
10 559 1.479
10 764 1.825
-
-
128
113
42
69 99
2.160
2.180
2.213
156
84
-
48
-
42
69 100
2.727
2.271
2.860
48 106 29 432 1.220 22
80 73 50 374 1.854 15
-
-
-
69 272 1.343 19
82 364 1.364 19
21 384 1.218 21
150 15 7 323 1.823 18
• • • -
-
-
-
-
6
28 15
359 14
275
354
22
16
46 326 19
28 371 15
16 376 22
V. Effets : 43 8 189
158 60 8 197
5.398
4.890
229
229
1. Dépbt s des Gouvernements créanciers au Compte de Trust des Annuités (voir note 3)
153
2. Dépbt du Gouvernem. allem.
76
Fonds propres utilisés en exécution des accords (voir ci dessus)
VI. Divers VII. Comptes de profits et pertes VIII. Prov. pour charges éventuelles Total passif
Exécution des accords de La Haye de 1930 : Dépóts á long terme •
Fonds placés en Allemagne :
30 avril 1963
I. Capital :
á 3 mois au maximum
VIIL Fonds propres utilisés en exécntion des accords de La Haye de 1930 pour placem. en Allemagne
31 décembre 1963
-
Total
40 8 189
77 54 8 196
4.761
24 21 197
158 35 25 204
5.993
4.946
6.167
229
229
229
229
153
153
153
153
153
76
76
76
76
76
68
68
68
68
68
68
297
297
297
297
297
297
-
-
-
Nota 1. - Ne sont pas inclus dans la présente situation l'or sous dossier, les effets et autres titres détenus en garde pour le compte de Banques Centrales et d'autres déposants. N'y sont pas compris non plus l'or sous dossier, les avoira en banque, les effets et autres titres détenus par la Banque en sa qualité d'Agent de l'Organisation de Coopération et de Développement Economiques (Accord Monétaire Européen), de Tiers Convenu aux termes du contrat de nantissement conclu avec Ia Meute Autorité de la Communauté Européenne du Charbon et de l'Acier, ainsi que de Mandataire-trustee ou d'Agent financier d'emprunts internationaux. Note 2. - Aux termes d'une Convention en date du 9 janvier 1953 conclue entre le Gouvernement de Ia République fédérale d'Allemagne et la Banque et qui fait de l'Accord sur les dettes estérieurea allemandes du 27 février 1953, ii a été convent' que ia Banque ne récismerait pas avant le ler avril 1966 le remboursement en principal de ser placements en Allemagne qui sont indiqués ei-dessus, y compris les intéréts arriérés y afférents h la date du 31 décembre 1952. Nota 3. - La banque a recu de Gouvernements dont les dépóts s'élèvent h l'équivalent de francs or 149.920.880,-, confinnation grills ne ponrront lui demander, an tltre de telt, dépóte le transfert de montants supérieurs
— 789 —
VOORNAAMSTE GEBRUIKTE AFKORTINGEN. A.S.L.K. B.I.B. B.L.E.U. B.P.O. B.R.T. D.U.L.B.E.A. E.B.U. E.E.G. E.G.K.S. E.M.A. FABEIMETAL P.A.O. PEBELTEX H.W.I. I.A.B. I.B.H.O. I.M.P. I.B.E.S.P.
M.E.Z. N.B.B.
N.B.V. N.I.S. N.E.B. N.M.B. N.M.B.S.
N.M.K.N. N.M.W.V. O.V.N. B.L.W. B.T.T. SABENA V.B.N. Z.K.O.S.
Algemene Spaar- en Lijfrentekas. Bank voor Internationale Betalingen. Belgisch-Luxemburgse Economische Unie. Bestuur der Postchecks. Belgische Radio en Televisie. Département d'Economie Appliquée de l'Université Libre de Bruxelles. Europese Betalingsunie. Europese Economische Gemeenschap. Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Europees Monetair Akkoord. Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Federatie van de Ondernemingen der Metaalverwerkende Nijverheid. Food and Agricultural Organization. Federatie der Belgische Textielnijverheid. Herdiscontering- en Waarborginstituut. Internationaal Arbeidsbureau. Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Internationaal Monetair Fonds. Institut de Recherches Economiques, Sociales et Politiques (Centre de Recherches Economiques). Ministerie van Economische Zaken en Energie. Nationale Bank van België. Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuidverbinding. Nationaal Instituut voor de Statistiek. Nationale Kas voor Beroepskrediet. Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen. Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Nationale Maatschappij voor Watervoorziening. Organisatie der Verenigde Naties. Regie der Luchtwegen. Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid. Regie van Telegraaf en Telefoon. Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Société Anonyme Belge d'Exploitation de la Navigation Aérienne. Verbond der Belgische Nijverheid. Zelfstandige Kas voor Oorlogsschade.
CONVENTIONELE TEKENS.
n.b. pct. c g •••
het gegeven bestaat niet. nog niet beschikbaar gegeven. procent. voorlopig. gerectificeerd cijfer. raming. nihil of te verwaarlozen hoeveelheid.
STATISTIEKEN
INHOUDSOPGAVE Nummering van de tabellen
I. - Bevolking en nationale rekeningen. 1. Bevolking 2. Verdeling van het nationaal produkt over de produktiefaktoren 3. B.N.P. berekend door ontleding van de voortbrenging tegen marktprijzen 4. Besteding van het nationaal produkt : a) Ramingen in courante prijzen b) In prijzen van 1953 indexcijfers
Nummering van de tabellen
I-1 2. 3. 4.
I-2 I-3 I 4a I - 4b -
5.
VIII. - Buitenlandse handel van de B.L.E.U. Algemene tabel Uitvoer volgens goederengroepen Invoer volgens goederengroepen a) Indexcijfers van de gemiddelde waarden per eenheid b) Indexcijfers van het volume Geografische spreiding
VIII 1 VIII - 2 VIII - 3 -
VIII 4a VIII 4b VIII • 5
IX. Betalingsbalans van de B.L.E.U. 1. Jaarcijfers 2. Zesmaandelijkse en jaarlijkse cijfers (nieuwe reeks) 3. Cijfers per kwartaal
IX - 1 IX - 2 IX - 8
X. - Valutamarkt. 1. Officiële wisselkoersen vastgesteld door de in Verrekeningskamer te Brussel vergaderde bankiers 2. Valuta's van de lidstaten van de E.M.A.
X-1 X-2
-
II. - Tewerkstelling en werkloosheid. 1. Indexcijfers van de tewerkstelling in de nijverheid (arbeiders) 2. Werkloosheid - Algemene gegevens 3. Werkloosheid - Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen III. - Landbouw en visserij. 1. Landbouwproduktie 2. Zeevisserij - Voornaamste vissoorten aangevoerd in de Belgische havens IV. - Nijverheid. 1. a) Algemene indexcijfers van de industriële produktie 2. Indexcijfers van de industriële produktie (voornaamste sectoren) 3. Energie 4. Metaalproduktie 5. Bouwnijverheid : jaarcijfers 6. Bouwnijverheid : maandcijfers 7. Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
II - 1 II - 2 II - 3
III - 1 III - 2
IV - 1 IV - 2 IV - 3 IV - 4 IV - 5 IV - 6 IV - 7
V. Diensten. 1. Vervoer : a) Bedrijvigheid van de N.M.B.S., de N.M.B. en de Sabena b) Zeevaart c) Binnenscheepvaart 2. Toerisme 3. Binnenlandse handel : a) Verkoopindexcijfers b) Verkoop op afbetaling
V - 3a V - 3b
VI. - Inkomens. 1. Bezoldigingen van de arbeiders 2. Gemiddelde verdiende bruto-uurlonen in de nijverheid
VI VI
VII. - Prijzen en prijsindexcijfers. 1. Groothandelsprijzen op de wereldmarkten 2. Indexcijfers van de groothandelsprijzen op de wereldmarkten 3. Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België 4. Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
V - la V - lb V - le V-2
1 2
VII - 1 VII - 2 VII .3 VII .4
1. 2. 3. 4.
XI. - Rijksfinanciën. Stand van de Schatkist Belastingontvangsten (per begrotingsjaar) Indeling van de belastingontvangsten Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar
XII. - Vorderingen en schulden in de Belgische economie. 1. a) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1960 b) Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1961 2. Beweging van de vorderingen en schulden in 1961 3. Uitstaande vorderingen en schulden op 31 december 1961 XIII. - Geldscheppende instellingen. 1. Gezamenlijke balansen van de geldscheppende instel lingen 2. De balansen van de Nationale Bank van België, van de geldscheppende openbare instellingen en de Depositobanken : a) Nationale Bank van België (Driemaandelijkse en maandelijkse cijfers) b) Geldscheppende openbare instellingen c) Depositobanken d) Totaal der geldscheppende instellingen 3. Oorzaken van de veranderingen in de geldhoeveelheid 4. Geldhoeveelheid 5. Goudvoorraad en nettodeviezenpositie van de geldscheppende instellingen 6. Balansen van de Nationale Bank van België (19511958) Balansen van de . Nationale Bank van België (sedert 1959) Weekstaten van de Nationale Bank van België
XI - 1 XI - 2 XI - 3 XI - 4
XII-la XII - lb XII - 2 XII - 3
XIII
-
1
XIII - 2a XIII - 2b XIII - 2c XIII . 2d XIII - 3 XIII - 4 XIII - 5 XIII - 6 XIII • 6 XIII • 6
- 791 Nummering van de tabellen
Nummering van de tabellen
7. Verrichtingen in postrekening 8. Algemene staat der banken 9. Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening
XIII - 7 XIII 8 XIII 9
XIV. - Niet geldscheppende financiële instellingen. XIV 4 4. Voornaamste activa en passiva van het Rentenfonds 5. Algemene Spaar- en Lijfrentekas : XIV - 5a a) Beweging van de inlagen b) Voornaamste posten uit de balansen van de XIV - 5b Spaarkas c) Voornaamste posten uit de balansen van de XIV - 5c Lijfrentekas d) Voornaamste posten uit de balansen van de XIV 5d Levensverzekeringskas XIV -6 6. Particuliere spaarkassen 7. Nationale Maatschappij voor Krediet aan de NijverXIV - 7 heid XIV - 8 8. Gemeentekrediet van België XIV - 9 9. Levensverzekeringsmaatschappijen XIV - 10 10. Hypotheekinschrijvingen
3. Rentevoet van de Schatkistcertificaten en van de certificaten van het Rentenfonds 4. Rentetarief voor deposito's in Belgische franken bij de banken en bij de Algemene Spaar- en Lijfrentekas 5. Rendement van de vast rentende waarden op de beurs te Brussel
XIX - 3 XIX - 4 XIX - 5
XX. - Buitenlandse Circulatiebanken. 1. Discontovoet 2. Banque de France 3. Bank of England 4. Federal Reserve Banks 5. De Nederlandsche Bank 6. Banca d'Italia 7. Deutsche Bundesbank 8. Banque Nationale Suisse 9. Banque des Règlements internationaux, k Bále
XX - 1 XX - 2 XX - 3 XX - 4 XX - 5 XX - 6 XX - 7 XX - 8 XX - 9
Voornaamste gebruikte afkortingen. Grafieken.
XV. - Belangrijkste vormen van de in het binnenland beschikbare besparingen.
XV
II -
XVI. - Emissies en schulden van de overheidssector. 1. Emissies in Belgische franken op lange en halflange termijn 2. Voornaamste emissies op lange en halflange termijn van de overheidssector 3. Staatsschuld 4. Indeling van de schuld in Belgische franken op lange en halflange termijn van de overheidssector
XVI - 1 XVI - 2 XVI - 3 XVI - 4
XVII. - Effecten van de particuliere sector. 1. Evolutie van de omzet, de noteringen en het rendeXVII - 1 ment van de beurswaarden 2. Rendement van de vennootschappen op aandelen XVII -2 jaarcijfers 3. Rendement van de vennootschappen op aandelen XVII - 3 cumulatieve maandcijfers XVII - 4 4. Uitgifte van vennootschappen - jaarcijfers XVII - 5 5. Uitgifte van vennootschappen - maandelijkse cijfers
XVIII - 1 XVIII - 3
XIX. - Disconto-, rente- en rendementspercentages. 1. Disconto- en rentetarief van de Nationale Bank van XIX - 1 België XIX - 2 2. Daggeldrente
3. - Daggemiddelden van het aantal gecontroleerde werklozen
I - 4a en b II - 3
IV - 1. - Resultaten der conjunctuurenquetes
IV - 1
IV - 2. - Indexcijfers van de industriële produktie
IV - 2
IV - 7. - Vergelijkende evolutie van de industriële produktie der E.E.G.-landen
TV - 7
VI - 1. - Bezoldigingen van de arbeiders. Indexcijfer van de gemiddelde brutoverdienste per gewerkt uur
VI - 1
VII VII VIII IX -
3. - Indexcijfers van de groothandelsprijzen in België
VII - 3
4. - Indexcijfers van de kleinhandelsprijzen in België
VII - 4
- Buitenlandse handel van de B.L.E.U
VIII
- Betalingsbalans van de B.L.E.U.
IX
XI - 4. - Belastingontvangsten zonder onderscheid van begrotingsjaar XIII -
XVIII. - Geldmarkt. 1. Markt van het daggeld en van het geld op zeer korte termijn 3. Bedrijvigheid van de verrekeningskamers
I - 4. - B.N.P. berekend door ontleding van de bestedingen
3. - Geldhoeveelheid liquiditeiten
XI - 4
en quasi-monetaire XIII - 3
XIII - 9. - Gezamenlijke betalingen door middel van direct opeisbare bankdeposito's in Belgische franken en van tegoeden in postrekening. - Verhouding van de omzet tot de hoeveelheid
XIII - 9
XIV - 5a - Algemene Spaar- en Lijfrentekas Beweging van de inlagen
XIV - ba
XVII - 1. - Indexcijfers van de aandelennoteringen op de contantmarkt
XVII • 1
Abonnementsprijs per jaargang Prijs van een afzonderlijk nummer
België, F 250. Buitenland, F 300. België, F 25.
Buitenland, F 30.
De betaling moet vooraf geschieden door overmaking op postgironummer 500 der Nationale Bank van België, of op de in haar boeken geopende rekening-courant onder de rubriek « Tijdschrift voor Documentatie en Voorlichting ». De abonnenten worden verzocht op te geven welke uitgave zij wensen te ontvangen : de Nederlandse of de Franse.
DRUKKERIJ DER NATIONALE BANK VAN
eaLo.ft
HOOFDINGENIEUR VAN DE DRUKKERIJ
CH. AUSSEMS IS. NATIENSOUARE, BRUSSEL 5