Colofon Deze brochure is een uitgave van de Gemeente Vaals en met medewerking van Heemkundekring Sankt Tolbert tot stand gekomen in het kader van de Open Monumentendag 2005. Het landelijk thema van deze Open Monumentendag is Religieus Erfgoed. Binnen de gemeente Vaals is gekozen voor een wandeling door het centrum van Vaals en een fietsroute door het buitengebied langs religieuze monumenten. Het begin- en eindpunt van deze wandeling en fietstocht is het gemeentehuis van Vaals aan het von Clermontplein. © Teksten, foto’s en routebeschrijvingen: Heemkundekring Sankt Tolbert
Religieus erfgoed 1. De wandelroute -
-
V aals Vaals (ca. 2 km) door het centrum van V aals Vaals
U start de wandeling in het historische hart van Vaals bij het gemeentehuis, het vroegere “Stammhaus” van de familie von Clermont. Op de gevels van de monumenten en beeldbepalende panden die u op uw wandeling ziet, treft u monumentenbordjes aan, waarop de belangrijkste geschiedkundige gegevens vermeld staan. Het religieus erfgoed wordt in deze brochure uitvoerig beschreven. De bijbehorende foto’s zijn detailopnamen. U steekt het plein met de twee open gewerkte vazen over (dit herinnert aan de tijd dat hier een koperindustrie was) en bezoekt de voormalige Evangelische-Lutherse kerk. Tijdens de Open Monumentendag 2005 is hier door stichting “De Kopermolen” een expositie georganiseerd: Kunst en Religie. Dit in samenwerking met galerie “‘t Veurhoes” in de Wolfhaag. Zaterdag 10 september is het ook de Nationale Orgeldag. Daarom worden op zaterdag zowel in de Kopermolen als in de Protestantse Kerk (Hervormde Kerk) orgelbespelingen gehouden. Vanaf 10.00 uur vinden deze bespelingen elk even uur plaats in de Protestantse kerk, elk oneven uur in de Kopermolen. Het orgel in de Kopermolen is hoognodig aan restauratie toe. De Evangelische-Lutherse kerk De kerk is, naar voorbeeld van de Akense dom, op een (onregelmatige) achthoekige grondslag gebouwd. Maar ook omdat men geen aanstoot wilde geven moest de centraalbouw zo min mogelijk op een kerk lijken. Als het donker is, en de verlichting binnen brandt, lijkt dit achthoekig gebouw op een lantaarn, vandaar dat in de volksmond de naam “de luuët” is ontstaan. Wie de bouwmeester is, is niet zeker. De kerk die van buiten de bouwtrant van de Akense architect Laurenz Mefferdatis vertoont (rechthoekige vensteromlijstingen met samengestelde sluit-stenen), kreeg binnen een preekstoel met daaronder een altaarnis naar ontwerp van Johann Joseph Couven, eveneens een Akens architect. Van hem stammen ook de in rococostijl uitgevoerde herenbanken van de familie von Clermont (lakenfabrikant) en de familie Pastor (naaldenfabrikant). Het prachtige
Bachorgel (van J.B. Hilgers) stamt uit 1762 en werd pas na veel strubbelingen in 1765 voor het eerst bespeeld. Bij de inwijding op de eerste zondag van de advent in 1737 waren er onder de toehoorders niet alleen lutheranen maar ook gereformeerden, doopsgezinden, katholieken en joden. De gelovigen waren vooral afkomstig uit de grensstreek met Duitsland. Opmerkelijk is dat de Oostenrijkse rijksgraaf Von Seckendorf, die als commandant-generaal van het keizerlijk leger zijn winterkwartier in Aken had, op 12 april 1736 de eerste steen legt. Over de financiering van het kerkgebouw meldt de Akense kroniekschrijver Johannes Janssen: In Aken vertoeft al enige tijd generaal Von Seckendorf, met tientallen officieren en een heel leger aan manschappen. Om mens en paard te voeden grijpt hij steeds vaker in de stadskas, d.w.z. schatkist. Maar zoveel geld hebben mens en paard niet nodig, de generaal gebruikt het geld “zum Bau einen Luthers Tempel zu Faels”. Aangezien de gildebepalingen de expansiemogelijkheden in Aken beperkten, toog rond 1761 de lakenfabrikant Johann Arnold von Clermont, die tot de Lutherse gemeenschap behoorde, naar het Staatse Vaals, waar het voor de protestanten, mede door de godsdienstvrijheid, aangenaam verblijven was. De familie kon hier vrijelijk religie en bedrijf uitoefenen. In 1955 wordt deze kerk buiten gebruik gesteld en doet sinds 1967 dienst als cultureel centrum. Het oorspronkelijke interieur is gelukkig bewaard gebleven. Thans wordt het gebouw door stichting De Kopermolen beheerd. -
Als u de kerk verlaat gaat u naar links en vervolgens de Bergstraat (die haar naam alle eer aan doet) omhoog. Daarna links en na 50m rechts naar de Akenerstraat. (U bevindt zich op een van de twee oude doorgangswegen van Aken naar Maastricht) Tussen huis nr. 10 en nr. 18 komt u via het steegje bij de Waals-Gereformeerde kerk.
De W aals-Gereformeerde kerk (De F ranse kerk) Waals-Gereformeerde Franse De politieke verwikkelingen van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) brachten ook in onze streek veel onrust. Op godsdienstig terrein waren het de Staten-Generaal der Nederlanden die de protestanten ondersteunden, terwijl de Spaanse overheersers de katholieken steunden. De politieke, religieuze en maatschappelijke gebeurtenissen in het naburige Aken hadden invloed op de historie van Vaals. Vluchtelingen uit o.a. Vlaanderen vestigden zich in het midden van de 16e eeuw in Aken. Het waren fabrikanten in fijne wollen stoffen. Zij stichtten in 1558 in Aken de Waals-Gereformeerde gemeente. Zeker is dat bijna alle leden van de Waalse gemeenschap tot aan de bouw van hun kerk niet in Vaals woonden, maar in Aken en het naburige hertogdom Limburg (België), waar evenals in Aken en Burtscheid geen protestantse eredienst mocht plaatsvinden. De uitoefening van hun godsdienst werd in Vaals (oogluikend) toegestaan. Uit archiefstukken mag men opmaken, dat zij in de zgn. “Franse schuur” (noordzijde Akenerstraat) die in 1649 werd aangekocht, hun diensten hielden. Zolang hebben zij echter niet de schuur benut, want in 1667 bouwden zij er tegenover hun eigen kerk, L’église Walonne (zuidzijde Akenerstraat) die in de volksmond nog altijd de “Franse kerk” wordt genoemd. Deze geloofsrichting heeft zich in Vaals echter niet voldoende kunnen doorzetten. Na vertrek van de laatste predikant in 1797 wordt in 1803 het kerkgebouw overgedragen aan de Duits-
Gereformeerde gemeente. Het avondmaalzilver gaat naar Grevenbicht en de preekstoel wordt in 1824 tegen een kleine gift voor de armen aan de katholieke kerk van Vijlen geschonken. In 1837 wordt het gebouw aan een bakker (Braun) verkocht. Deze laat er dan verdiepingen in aanbrengen en vestigt op de benedenverdieping een bakkerij. In 1850 wordt het gebouw weer verbouwd en worden er woningen in gevestigd. In 1908 begint de familie Schiffers er een bakkerij, in 1984 komt er een einde aan bijna 150 jaar bakkersgilde in dit voormalige kerkgebouw. De resten van de kerk, maar nu zonder toren, zijn nog te zien. Aan de oostkant waar de hoofdingang was heeft het gebouw een puntgevel met een fronton en geprofileerde lijsten van natuursteen; in deze gevel zit nog een ovaal venster. De windwijzer in de vorm van een bazuin blazende engel die op de gevel stond en nu binnen wordt bewaard, bekroonde oorspronkelijk een open koepel-torentje op het oostelijk uiteinde van het dak. Een kroniek doet melding van een ernstige rel in juli 1757: enkele burgers uit Aken waren naar een schuttersfeest in Vaals gegaan en hadden de bazuinengel een been afgeschoten, waarna de Vaalser predikant 30 man cavalerie uit Maastricht liet komen voor represailles tegen de Rijksstad Aken. Bij de kerk was een begraafplaats en in het gebouw liggen nog enkele grafsteenfragmenten. -
U gaat terug tot op de hoek Akenerstraat / Kerkstraat en u loopt het pad op tegenover het patriciërhuis “Schatull”, gebouwd in 1732, nu café. U komt nu bij de Protestantse kerk (Hervormde Kerk), de hoogstgelegen kerk van Nederland. Deze is nog steeds als kerk in gebruik. Tijdens de Open Monumentendag 2005 krijgt u hier uitleg, c.q. een rondleiding. Zaterdag 10 september is het ook de Nationale Orgeldag. Daarom worden op zaterdag zowel in de Kopermolen als in de Protestantse kerk (Hervormde kerk) orgelbespelingen gehouden. Het orgel in de Protestantse kerk is onlangs gerestaureerd door de firma Verschueren. Vanaf 10.00 uur vinden deze bespelingen elk even uur plaats in de Protestantse kerk, elk oneven uur in de Kopermolen.
De Protestantse kerk De “Gemeentetoren” is het oudste gebouw in de gemeente Vaals en mogelijk in de 11de eeuw of later tot in de 13de eeuw opgetrokken van breuksteen. Mogelijk was hij oorspronkelijk bepleisterd. De hoge, achtzijdige, met leien gedekte spits is van recenter datum. De toren, die blijkbaar ook als verdedigingstoren diende, behoorde tot de oude (afgebroken) kerk van de St. Paulusparochie, die voor het eerst in 1266 is vermeld. De kerk stond aan de oostkant, waar zich nu de parkeerplaats bevindt; het laatste kerkgebouw, dat nog als “patronaat” diende, werd in 1967 afgebroken. De (oude) St. Pauluskerk was vóór 1672 een aantal jaren simultaankerk, één kerkgebouw dat katholieken en protestanten samen moesten gebruiken, hetgeen stevige geloofsruzies veroorzaakte.
Van 1646-1648 werd de toren ingrijpend hersteld en in de jaren 1669-1671 liet de HoogduitsGereformeerde gemeente Vaals, tegen de noordkant van de toren een nieuwe kerk bouwen in classicistische stijl. De gemeenteleden waren bijna allemaal (welgestelde) protestanten uit Aken en Burtscheid, die niet in Vaals woonden, maar die op zon- en feestdagen hier naartoe kwamen omdat zij in hun woonplaats geen kerkdienst mochten houden. Boven de oude ingang aan de westzijde van de toren bevindt zich een fronton met het jaartal 1671. De bouwmeester was Pieter Post, die ook het stadhuis in Maastricht heeft gebouwd. Deze nieuwe kerk werd haaks ten opzichte van de oude St. Pauluskerk gebouwd. Aan de kant van de toren bevindt zich in de kerk een orgelgalerij met naar voren zwenkende zijkanten; deze galerij rust op 2 kolommen. Het orgel dateert uit 1770 / 1772 en werd bekostigd uit schenkingen van welgestelde leden van de gemeente uit Aken. Het werd ontworpen en gemaakt door de befaamde orgelmaker J. E. Teschemacher uit Wuppertal. In de kerk bevinden zich diverse grafstenen of fragmenten van grafstenen. Deze dateren alle uit de achttiende eeuw. Opmerkelijk voor een Protestantse kerk zijn hier de nieuwe gebrandschilderde ramen. De dorpel van de hoofdingang aan de oostzijde van de kerk ligt op maar liefst 215,47 meter boven NAP en is daarmee de enige echte hoogstgelegen kerk van Nederland.
-
Na het verlaten van de kerk loopt u het toegangspad af en vervolgens naar links. U bevindt zich in de Kerkstraat en na 100m ziet u de monumentale r.-k. St. Pauluskerk.
De St. Pauluskerk De (nieuwe) St. Pauluskerk, ontworpen door architect J. Kayser, is in de jaren 1891-1893 evenwijdig met de straat gebouwd ter vervanging van de oude St. Pauluskerk bij de middeleeuwse gemeentetoren, die de functie van patronaatsgebouw kreeg en in 1967 werd gesloopt. Het is een neogotische kruisbasiliek, die van zijn bouwer een mooie, samenhangende vorm kreeg. Deze bouworde geeft uitdrukking aan het zich herstellende katholicisme, een bewijs voor “de oudheid en onvergankelijkheid des geloofs”. De neogotische inrichting is nog grotendeels aanwezig. De zeven gebrandschilderde ramen vóór in de kerk zijn uit 1901. Achter in de kerk bevindt zich het glas-in-lood-tableau “De Kruisafneming van Christus” gemaakt naar een schildering van de Vaalser kunstschilder Frans Griesenbrock. In augustus 1893 worden de drie grote kerkklokken in de toren (63m hoog) geplaatst en gewijd. Zij wegen resp. 100, 410 en 750 kg. Op 22 februari 1943 worden deze geroofd door de nazi’s. Het klokje afkomstig uit de oude in 1833 gebouwde St. Pauluskerk (oostelijk van de oude gemeentetoren) ontkomt aan de smeltoven en hangt nog steeds in de kleine Angelustoren. Het kerkgebouw zelf is niet door oorlogsgeweld getroffen. Na de oorlog, in 1946, worden drie nieuwe klokken aangeschaft en gewijd. Twee grote restauraties van de kerk hebben in 1975 en in 1988-1989 plaatsgevonden. Rechtsachter in de St. Pauluskerk staat het beeld van de H. Antonius (met varkentje) op een console tegen de middenschippijler, gemaakt door L. Schoepen, Aachen. De Antonius-verering gaat terug tot 1558. In de jaren dertig van de 20e eeuw gingen de boeren vanuit Vijlen, en andere plaatsen in de omgeving van Vaals zoals Lemiers, Holset, Mechelen, Bocholtz, Simpelveld, Vaalserquartier (D), elk jaar op 17 januari naar Vaals om de H. Antonius te vereren. Zij brachten brood mee, dat tijdens de mis gezegend werd en thuis werd gevoerd aan het vee. Behalve brood was er ook gezegend water te krijgen. Het beeld was voor die gelegenheid versierd met kaarsen en bloemen. Sinds de restauratie van de kerk in 1988-1989 heeft het kerkbestuur de Antonius-verering lokaal nieuw leven ingeblazen door kerkgangers na afloop van de mis op 17 januari gezegende “Antoniuswafels” te verkopen. De opbrengst is bestemd voor het onderhoud van de kerk.
Overigens bevindt zich achter in de kerk ook nog het oude uurwerk uit de toren van de voormalige St. Pauluskerk dat door de heer Mathieu Oudelhoven is gerestaureerd. Sindsdien beheert Heemkundekring Sankt Tolbert dit fraaie uurwerk. Een tweetal grafstenen (1677 en 1704), afkomstig van het oude kerkhof bij de voormalige St. Pauluskerk, zijn als een “memento” tegen de gevel van de huidige St. Pauluskerk geplaatst. -
U zoekt nu de achterkant van de kerk op en u bent dan in de Lindenstraat. Deze loopt u door, langs de oude panden (nrs. 11, 13, 15) waar tot eind 19e eeuw een “lakenfabriek” was gevestigd. Daarna gaat u verder de Lindenstraat naar beneden. U steekt de Koperstraat over en u bent op het Koningin Julianaplein. Door de boogvormige doorgang rechts naast het gemeentehuis komt u op het von Clermontplein. Tegenover het gemeentehuis ziet u het in verval geraakte complex “Verves” waar in de zuidelijke gelegen achterbouw ooit een gebedshuis voor Wederdopers was gevestigd, ook wel Mennonietenkerk genoemd.
De Mennonietenkerk Tegenover het „Stammhaus” van de familie von Clermont (het huidige gemeentehuis) aan het von Clermontplein bevond zich de kerk van de Mennonieten, zo genoemd naar Menno Simons (1496-1561). Volgens deze ging Maarten Luther niet ver genoeg in zijn kritiek op de katholieke kerk. Menno Simons, pastoor in zijn geboortedorp Witmarsum, voelde zich sterk aangetrokken tot het geloof van de wederdopers. De dopers waren veel radicaler dan de protestanten: ze vonden dat geloof alleen niet genoeg was. Je moest ook leven naar dat geloof als volgeling van Christus. De dopers werden zo genoemd, omdat zij geloofden dat alleen een volwassen mens, bewust van zijn geloof, zich kan laten dopen. Eerst belijden en dan pas dopen! De doopsgezinden uit Aken vestigden zich in 1601 in Burtscheid en stichtten daarna een kerkje in Vaals, waarover in 1740 wordt vermeld dat het “klein, met leeme wanden opgehaald en met rietdak bedekt” is, waarna later op deze plek het tegenwoordige complex ontstond. Van het gebouw van de wederdopers bestaat nog een gedeelte en
is gelegen in de zuidwesthoek achter het complex tussen de twee torens. Oorspronkelijk had het kerkje één toren, die later is afgebroken. De neogotische kasteelarchitectuur van poortpaviljoen en twee tegenover elkaar gebouwde hoektorens met schietgaten dateert uit het midden van de 19de eeuw. In de volksmond heet het huidige complex “Verves”, en dankt zijn benaming aan de vroegere bestemming: verfhuis (voor textielproducten) van de doopsgezinde gemeente. Een zaal in dit gebouw werd als kerkruimte gebruikt. Deze kerk verloor haar functie na de dood van de laatste predikant in 1776, waarna de gemeente snel in aantal achteruitging zodat er omstreeks 1800 nog maar twee huisgezinnen van de doopsgezinden over waren gebleven. -
Een eind verderop, bij de bron “De Gau” op nr. 24A bevond zich vroeger de Joodse synagoge.
De Joodse synagoge Rond het begin van de 19e eeuw vestigden zich in Vaals joden afkomstig uit Pruisen. De synagoge-diensten werden in het midden van de 19e eeuw in een privé-woning gehouden. In een later stadium vonden de godsdienstoefeningen plaats in een gebedszaal, een schuur aan het von Clermontplein. De ingang bevond zich waar nu huis nr. 24A is. De benodigde rituele gebruiksvoorwerpen stamden uit de huissynagoge van de joodse familie Gans uit Vaals en uit de synagoge van Gulpen. Deze situatie duurde tot kort voor de Duitse bezetting. In de jaren dertig vestigde een aanzienlijk aantal joden zich in de grensplaats. De Joodse Gemeente Vaals-Gulpen bestond in 1935 uit ca. 35 gezinnen, in totaal 90 personen. Tijdens de bezettingsjaren (1940-1944) werden 36 Vaalser joden gedeporteerd en van hen overleefden 5 personen, die na de bevrijding kortstondig naar Vaals terugkeerden. Voor zover bekend telt Vaals thans geen leden meer van de oorspronkelijke joodse gemeenschap. -
U bent hier aan het eindpunt gekomen van de wandeling langs het religieus erfgoed in het centrum van V aals. Vaals.
Religieus erfgoed V aals Vaals 2. De grensoverschrijdende fietsroute (ca. 10 km) door het buitengebied -
-
U start de fietstocht in het historische hart van Vaals bij het gemeentehuis, het vroegere “Stammhaus” van de familie von Clermont. Op de gevels van de monumenten en beeldbepalende panden die u op uw fietstocht ziet, treft u monumentenbordjes aan, waarop de belangrijkste geschiedkundige gegevens vermeld staan. Het religieus erfgoed wordt in deze brochure uitvoerig beschreven. De bijbehorende foto’s zijn detailopnamen. U steekt het plein met de twee open gewerkte vazen over (dit herinnert aan de tijd dat hier een koperindustrie was) en bezoekt de voormalige Evangelische-Lutherse kerk. Tijdens de Open Monumentendag 2005 is hier door stichting “De Kopermolen” een expositie georganiseerd: Kunst en Religie. Dit in samenwerking met galerie “ ‘t Veurhoes” in de Wolfhaag.
De Evangelische-Lutherse kerk (lees de beschrijving bij de wandelroute) -
Vervolgens gaat u de Bergstraat (die haar naam alle eer aan doet) omhoog (met de fiets aan de hand). Daarna naar rechts, door de Tentstraat. De Bosstraat steekt u over en u rijdt door naar de “Begraafplaats Linderweg”, hoek Nieuwe Hertogenweg - Randweg. Bij het wegkruis bevindt zich de begraafplaats op een heuveltje.
Und er wird mich hernach aus der Erde auferwecken.
De Begraafplaats Linderweg Aan de Linderweg liggen achtereenvolgens de Hervormde, de Joodse en de Algemene Begraafplaats. Zoals vroeger alom gebruikelijk werden de overledenen in en om de kerk ter aarde besteld. Zo gebeurde dit ook bij de kerken in Vaals, tot hier geen plaats meer was. Met een uit de 19de eeuw daterend verzoek van de kerkenraad om uitbreiding van de Hervormde Begraafplaats aan “De twee Esschen” (Linderweg) ging de gemeenteraad akkoord. Hier liggen o.a. enkele leden van de familie von Clermont begraven. Ook een neef van Vincent van Gogh vond hier zijn laatste rustplaats; hij was ontvanger der belastingen in Vaals. In het graf met de engelbewaarder rust de bekende Akense professor Intze, bouwer van de Urftalsperre in de Eifel, en zijn echtgenote. De stoffelijke resten van de eerste Joodse Begraafplaats aan de Gemmenicherweg (tot 1829 werden hier ook de Akense joden bijgezet) zijn kort na de Tweede Wereldoorlog overgebracht naar de Linderweg. De Algemene Begraafplaats voor overledenen van diverse geloofsrichtingen is in 1999 ingericht en op 20 oktober van dat jaar vond de eerste begraving plaats. -
Als u de begraafplaats verlaat neemt u naar links de Randweg en na 200m weer naar links de Eschberg. Midden in deze afdaling ligt aan de rechterkant de Camillianen kloosterkerk De Esch, met het daarachter gelegen (vroegere) klooster. Tijdens de Open Monumentendag 2005 krijgt u hier op zondag 11 september vanaf 10.30 uur uitleg, c.q. een rondleiding.
De kloosterkerk De Esch Op 1 februari 1897 vestigde zich aan de Esch een klein aantal paters, afkomstig van de Duitse ordensprovincie van de Camillianen. Het gebouw was een voormalige gesloten hoeve, die in opdracht van de naaldenfabrikant Jacob Kuhnen uit Aken-Burtscheid in de 18de eeuw werd verbouwd tot landhuis. Men stichtte aldaar een noviciaat (instelling voor de proeftijd van kloosterlingen) en een scholasticaat (instelling voor de opleiding van priesters). Voor de viering van de eredienst werd een klein kapelletje gebouwd, bekroond met een torentje waarin een klokje was geplaatst. Dat was een geschenk van één van de buren. In minder dan vier jaar hebben hier toen 25 pasgewijde priesters hun eerste heilige mis opgedragen. Omdat het gebouwtje, meer een kluizenaarskapel, na tien jaar bouwvallig werd, besloot men tegen het huis een nieuwe grotere kapel te bouwen. Het kerkje is opgetrokken in dezelfde neoromaanse stijl als de parochiekerk van Lemiers en in 1908 vond de eerste steenlegging plaats.
Op 16 november 1944 werden de kapel en het voormalig klooster zwaar beschadigd door een Duitse onbemande vliegende bom (V-1), die was neergestort op de aangrenzende boerderij en waarbij een echtpaar met zoon in de vlammenzee omkwamen. In 1947 kon de kapel weer volledig worden hersteld. Het klokje, dat in de oorlog door de Duitse bezetter was geroofd, werd teruggevonden in Roermond en heeft reeds lang weer zijn oude plaats in de toren aan de Esch ingenomen. De kapel is voor de bewoners van de buurtschappen Esch, Wolfhaag en Raren nog steeds een plaats voor gebed, rust en bezinning. De religieuze schilderingen zijn van de hand van de Vaalser kunstenaar Frans Griesenbrock. -
U vervolgt de afdaling en aan het einde van de helling rijdt u rechts de Weyerweg in, richting Holset. Voorbij de boerderijen aan de rechterkant, Weyerhof en Volmolen, bij de splitsing aan het wegkruis rijdt u naar links en u komt bij de kerk en de begraafplaats van Holset. Tijdens de Open Monumentendag 2005 krijgt u hier uitleg, c.q. een rondleiding om 12.00, 14.00 en 16.00 uur.
De St. Lambertuskerk Holset De kern van de kerk is een romaans gebouw dat uit de 12de eeuw stamt. Verhalen over een tempel van “Bel” op deze plaats en de herbouw van de kerk na een bezoek van keizer Lotharius in 1136 zijn niet aantoonbaar.
Een vroegmiddeleeuws zaalkerkje (d.w.z. geen zijbeuk) zou in de 12de eeuw verlengd kunnen zijn en tegelijkertijd voorzien van het smallere rechtgesloten koor. Ook kwam een kleine sacristie tot stand. In de 19de eeuw werd een kapel gemaakt tegenover de ingang. Een rigoureuze restauratie in 1885 heeft veroorzaakt dat veel van het oude, onregelmatige en naar de maatstaven van die tijd slordig muurwerk, is vervangen door nieuwe stenen. In de lagere delen van de muren kan men nog veel ruwe veldkeien zien, die vroeger in de bouw werden gebruikt. Boven de kerkingang staat de vermelding dat Lotharius III de kerk hier stichtte en dat pastoor Slenter deze liet uitbreiden. Dat jaartal is als cryptogram verwerkt in de tekst.
Inwendig is nog veel materiaal uit de periode 16de – 18de eeuw te zien, zoals een spitsbogig nisje met een rijke gotische omlijsting en smeedijzeren hekwerk, een kruisafname uit de eerste helft van de 16de eeuw, houten beelden uit de 17de en 18de eeuw en de kuip van een marmeren doopvont. Het kerkhof bij de kerk heeft grafkruisen uit de 17de eeuw. Het kerkje is erg populair bij paartjes, die van heinde en verre komen om er te trouwen. Jaren van meer dan honderd inzegeningen zijn geen zeldzaamheid. Vanaf de 19de eeuw tot heden komen bedevaartgangers (men zegt dat het er vroeger wel zo’n 40.000 per jaar waren, tegenwoordig zijn dat er hooguit een paar duizend) vooral uit het gebied van Aken de H. Genoveva vereren en haar hulp inroepen bij oogziekten. Het kerkje heeft een charme, die ook veel Vaalsenaren uit andere parochies aantrekt. Deelname aan de “Hoolseter Broonk” (= processie van Holset) betekent voor veel leden van de Vaalser harmonie, het zangkoor en de schutterij een minstens even groot evenement als het opluisteren van de processie in de eigen parochie. Vermeldenswaardig is dat het kerkdorpje Holset in de periode 1915 tot 1995 met dhr. Hein Meessen een en dezelfde koster heeft gehad, die tot 1989 de klokken van hand heeft geluid. -
U verlaat Holset door op de Klaasvelderweg (bij het kruisbeeld) naar rechts af te slaan en iets voorbij het eerstvolgende kruispunt neemt u de weg naar links, een voortzetting van de Oude Akerweg, richting Harles. Ook hier ziet u onderweg een gietijzeren kruis en u volgt de verharde weg door Harles. Na Harles rijdt u op de T-kruising naar rechts, dit is de weg naar Vijlen. In Vijlen ziet u de hooggelegen St. Martinuskerk. U rijdt er naar toe via de Vijlenbergweg.
De St. Martinuskerk Vijlen De plaats Vijlen wordt in 1016 voor het eerst vermeld, als koning Hendrik II de hoeve Vijlen aan de abdij (Aken -) Burtscheid schenkt. Mogelijk dat er toen al een kerkje was. Op de plaats waar verschillende kerken hebben gestaan, bouwde van 1860-1862 de in neogotische vormen werkende bouwmeester Weber een nieuwe St. Martinuskerk. Het is een neogotische hallenkerk zonder dwarsschip, maar met een machtige toren. De bouwmeester liet zich inspireren door de laatmiddeleeuwse Nederlandse kerkbouw, de zogenoemde Nederrijngotiek. Ronde pijlers en kruisgewelven zijn in het interieur karakteristieke elementen. De gewelven zijn uitgevoerd in hout en stucwerk. Van het meubilair is ook veel nog uit deze nieuwbouwtijd, wat de samenhang vergroot. De geschilderde
kruisweg (uit de dertiger jaren van de vorige eeuw) is van de hand van dezelfde kunstenaar als die in de St. Pauluskerk van Vaals, J. van de Laar uit Roermond. De preekstoel is overigens afkomstig uit de vroegere Franse kerk van Vaals. Terwijl het prachtig hooggelegen kerkgebouw (de dorpel van de hoofdingang ligt op 195,62 meter boven NAP) al in 1862 werd gewijd door mgr. Paredis, was de 58 meter hoge hoektoren pas in 1878 gereed. Diverse keren moest de kerk gerestaureerd worden. In 1992 betrof het nieuw stucwerk, herstel van de glas-in-loodramen, het aanbrengen van voorzetramen, verplaatsing van het oksaal, opknappen van het orgel en nieuwe leien voor het dak. In 2002 ging het om restauratie van de toren, opknappen van de torenhaan, aanbrengen van galmborden in de galmgaten en opknappen van het uurwerk. In 2003 zijn het interieur en het vochtprobleem onder handen genomen. Op het kerkhof rondom de kerk staan tegen de kerkmuur een aantal grafkruisen uit de 17de eeuw (zie omslag brochure). Pastoor Frans Schleiden (1896-1955), beoefenaar van de regionale vertelkunst heeft het religieus erfgoed in “De Hillige vaggen durp” op meesterlijke wijze in het Vijlense dialect beschreven, waarbij de kerk van Vijlen als decor diende. -
U neemt de weg tegenover de ingang van de kerk en vervolgens rijdt u links de Martinusstraat in en dan naar rechts door de Pastorijweg tot aan de Oude Trichterweg. U ziet in de verte recht tegenover, majesteitelijk gelegen op een heuvel, het klooster van de Benedictijnen in Mamelis.
Abdij Sint Benedictusberg Het klooster is, hoewel het ouder lijkt, in 1923-1928 gebouwd naar een ontwerp van de architecten Böhm en Weber uit Offenbach (Duitsland). In architectuurhistorisch opzicht zijn echter de uitbreidingen door architect/monnik Dom Hans van der Laan uit 1968 en 1986 minstens zo belangrijk. Ook de in 1961-1962 gebouwde kloosterkerk is ontworpen door van der Laan. Door de strenge harmonie straalt het bouwwerk een serene rust uit. De benedictijnen leggen zich toe op een contemplatief (beschouwend) gemeenschapsleven van gebed, studie en arbeid. Kenmerkend is de Latijnse liturgie inclusief de Gregoriaanse gezangen. De abt geeft leiding aan ca. 20 monniken. De huidige abt, Dom Adriaan Lenglet, is in 1997 aangetreden. -
Bij het kruisbeeld “Gij die komt hier voorbij, gedenk ook mij” rijdt u naar rechts en even later, bij de splitsing van de Oude Trichterweg en de Oude Akerweg (twee zeer oude hoofdwegen naar Aken), links aanhouden richting Lemiers. Het kerktorentje in de verte tegenover u is in Orsbach (Duitsland). U komt uit op de drukke Rijksweg Vaals – Maastricht. Naar rechts fietst u het kerkdorp Lemiers binnen en u ziet even later aan de linkerkant de St. Catharinakerk. Tijdens de Open Monumentendag 2005 krijgt u hier uitleg, c.q. een rondleiding om 12.00, 14.00 en 16.00 uur.
De St. Catharinakerk Lemiers Bekend is dat reeds rond 1865 de eerste inzamelingen voor een te bouwen kerk worden gehouden. In 1892 worden er door de Lemierser bevolking 130.000 veldbrandstenen vervaardigd. Het duurt geruime tijd eer men de in 1895 gebouwde rectoraatskerk (in neoromaanse stijl, ontworpen door de Roermondse architect Jorna) volledig heeft ingericht. Het doopvont en de biechtstoel worden pas in 1921 geplaatst. Nog tot 1912 moeten de kinderen voor de Eerste Heilige Communie naar de parochiekerk van Vijlen en pas in 1921 krijgt men het recht om te dopen. In 1937 wordt de kerk van de H. Catharina en de H. Lucia een zelfstandige parochiekerk. Vereerd wordt er de H. Expeditus, waarvan sinds 1903 een houten beeld achter in de kerk staat en die wordt aangeroepen bij huidklachten en spontaan optredende ziekten, maar ook door mensen die een openbare functie bekleden en belangrijke beslissingen moeten nemen. Vanaf 1903 tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw komen hier pelgrims uit Aken, veelal in combinatie met de processie naar Holset. In 1928 worden de stoffelijke resten uit de grafkelder van de kapel in Oud-Lemiers overgebracht en bijgezet aan de oostkant van de kerk. Een van de voorwaarden, die baron Albert von Thimus had gesteld toen hij gelden gaf om de kerk te stichten. Een in de buitenkant van de kerkmuur ingemetselde steen geeft de plaats aan. In het boogveld van het ingangsportaal bevindt zich het gebeeldhouwde wapen van Von Thimus met het opschrift: “Door de rijke hulp van Baron von Thimus werd ik gebouwd”. Vóór het portaal bevindt zich een gebeitelde bodemsteen, voorstellende de patroonheilige St. Catharina, vervaardigd in 2003 door de Vaalser kunstenaar Jan Veer. In 1965 wordt de kerk grondig gerestaureerd. Bij gelegenheid van het terugplaatsen van de bekroningen van de torens, als afsluiting van het herstellen van de schade als gevolg van de aardbeving in Limburg in 1992, kan op 13 november 1995 het haantje van de kerk op zo’n 26 m hoogte weer kraaien. -
U neemt nu de Deusweg langs kerk en kerkhof en rechtsaf, die u naar Oud-Lemiers brengt alwaar zich het oudste zaalkerkje van Nederland bevindt, in de volksmond de „Auw kapel”. Tijdens de Open Monumentendag 2005 krijgt u hier om 13.00, 15.00 en 17.00 uur uitleg, c.q. een rondleiding.
De Sint Catharinakapel Oud-Lemiers Het gebouwtje is het zuiverste voorbeeld in Nederland van een vroegere zaalkerk (d.w.z. zonder zijbeuk) met smal rechtgesloten koor, opgetrokken uit zand- en breuksteen. Toch zal het romaanse kerkje niet ouder zijn dan uit de 12de, misschien de tweede helft van de 11de eeuw, afgezien van de mogelijk oudere stenen resten die in 1921 zijn aangetroffen onder de funderingen. Het kerkje zou volgens sommigen zelfs staan op de fundamenten van een jachtkapel van Karel de Grote (± 800). Rector Jongen, die als eerste de kerkgeschiedenis van Lemiers op schrift stelde, schrijft in 1930: “Nog altijd roemen de Lemiersers over ’t jachtslot en de jachtkapel van Karel den Groote.” Maar zowel silhouet als aankleding zijn niet meer dezelfde als zo’n 1000 jaar geleden. Bij kappen en daken en doorgaans ook bij torenspitsen, moet men er altijd op bedacht zijn dat ze de tijd nooit ongeschonden zijn doorgekomen. Het minst spectaculaire aan zo’n gebouw zou wel eens het meest opwindende kunnen zijn. In de loop der eeuwen zijn er wijzigingen geweest, zoals de aanbouw van het koor in de 13de eeuw en de bouw van een dakruiter in de 17de eeuw. Slechts één van de rondboogvensters zou nog een originele zijn. Aan de zuidkant van het kerkje bevindt zich achter een traliewerk een oude grenssteen van de vroegere Rijksstad Aken, met het stadswapen - een adelaar. De middeleeuwse schilderingen zijn verdwenen. De hedendaagse expressieve wandschilderingen in de kerk zijn in 1978 door kunstschilder Hans Truijen (1928-2005) gemaakt en hebben indertijd veel stof doen opwaaien. De laatste jaren leed de kapel onder vochtproblemen. Nu er een restauratie heeft plaatsgevonden zijn deze verdwenen. -
U rijdt verder door tot aan het bruggetje over de Selzerbeek. Hier steekt u over en u bevindt zich nu op Duits grondgebied, Duits – Lemiers. U neemt naar rechts de Senserbachweg en u fietst ca. 3km langs de beek die de grens tussen Duitsland en Nederland vormt, richting Vaalserquartier. Aan het einde van de weg rijdt u niet links omhoog, maar rechts de grens weer over naar Nederland en u komt in de Grensstraat bij de katholieke begraafplaats. Op deze begraafplaats bevindt zich het mausoleum van de familie Tyrell. Via de achteringang en met de fiets aan de hand kunt u dit bereiken.
Het mausoleum T yrell Tyrell De r.-k. begraafplaats in Vaals is sinds 1808 aan de Seffenterstraat gelegen, toen “In het Kirchfeld” genaamd. In 1884 werd aan de familie Tyrell uit Vaals ten behoeve van een op te richten grafkapel met mausoleum een perceel ter grootte van 1.05 are verkocht door het kerkbestuur van de St.Paulusparochie. (De Akense textielfabrikant Franz Ignaz Tyrell nam in 1829 het “Stammhaus” van de familie von Clermont over en bracht hier zijn bedrijf onder. Het complex bleef bijna een eeuw lang in handen van de familie Tyrell) In 1921 werd het nog bestaande oude graf van de familie Tyrell met grafmonument en gesmeed hekwerk overgedragen aan het kerkbestuur. Een grafsteen van de familie Tyrell (van het oude graf uit 1883) werd door de Vaalser beeldhouwer Hub Stroucken bewerkt tot “kelk en stola”, de huidige grafsteen voor de geestelijken op het nabijgelegen priestergraf. In 1990 werd de grafkapel met mausoleum officieel door de overheid opgenomen op de lijst van monumenten. Nadien is de grafkapel alsook het prachtige smeedijzeren hekwerk grondig gerestaureerd. -
Door de hoofdingang van de begraafplaats komt u in de Seffenterstraat, u rijdt naar links, vervolgens aan de Maastrichterlaan naar rechts, na 200m komt u bij de verkeersrotonde, hier naar links afslaan en u bent op het Kon. Julianaplein gearriveerd. U ziet even later weer het gemeentehuis, het vroegere “Stammhaus” van de familie von Clermont. Hier is de grensoverschrijdende fietstocht langs het religieus erfgoed in het buitengebied van V aals ten einde. Vaals
Literatuur: J.F. van Agt, Zuid-Limburg Vaals, Wittem en Slenaken, ’s-Gravenhage 1983 M. Franssen, Acht eeuwen St. Pauluskerk Vaals, Vaals 1994 F. Kern, Tussen twee grenzen 1900-2000, Vaals 2000 F. van den Hoven, Op ontdekkingstocht door Zuid-Limburg, Leerdam 2003
Voormalige begraafplaats, zusters Sacré Coeur, Klooster Bloemendal Vaals.