> Meervoudig ruimtegebruik wordt de norm > Koeien de wei in > Polen op het platteland > Crowdfunding > Dag van de stadslandbouw > Dorpelingen nemen natuurbeheer over > Redding voor Schotse bijen >
STREEK | STREEK 1 | jaargang 5 | Voorjaar 2012 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |
Dirk Keuper (CLM): “Tussen
2006 en 2011 is het percentage koeien dat niet meer buiten komt, gestegen van 17 naar 26 procent. En over nog eens vijf jaar verwachten melkveehouders zelf dat dit oploopt tot 45 procent.”
STREEK 1 voorjaar 2012
4
> K ort nieuws en publicaties
6 > “ Stimuleer boer om zijn koeien de wei in te sturen”
S T R E E K STELLING
‘Intensieve landbouw moet maar naar het industrieterrein’
Een kwart van de Nederlandse koeien komt niet meer buiten. Tijd om het tij te keren, vindt Dirk Keuper van CLM.
8
> S treekbewoners: Polen op het platteland
Drie Polen (voetbalcoördinator, restauranthoudster, pastoor) en een Nederlandse burgemeester aan het woord.
10
> Geld voor het platteland – Deel 1: crowdfunding
In Streek dit jaar een serie artikelen over geld. Deel 1 van de serie: financiering uit de menigte.
12
14
> Reportage: Dag van de stads-
Antje Kingma Lijkt me geen probleem. Intensieve landbouw is immers niet grond- of locatiegebonden. Vraag is of je wel op die manier voedsel wilt produceren en aan de consument kunt verkopen. Anderzijds kan het ook een kans zijn: een ‘landbouwikea’-daguitje, ik zie het al voor me.
Josien Kapma
Stadslandbouw maakt de stad mooi en groen, het laat mensen het wonder van groeiend voedsel zien, verbindt, ontspant en draagt bij aan biodiversiteit.
Geen bezwaar. De agrifarm met -super op de vrijgekomen meubelboulevard. Met geboortetheater en biggencrèches achter glas. Leghokken waarbij je de eieren volautomatisch in het doosje ziet vallen. Kies zelf welk houderijsysteem je wilt, door het bijbehorende product te kopen.
> Streek-idee NL: Dorpelingen nemen beheer over van Staatsbosbeheer
> Streek-idee EU: Redding voor Schotse bijen in nood
Ook in Schotland gaat het slecht met de bijen. Maar dankzij een Europese subsidie loopt er in Tayside sinds september een project dat bijenhouders moed geeft.
16
Intensieve landbouw IS industrieterrein. Niets doen, alleen administratief omlabelen en klaar.
landbouw
In 1997 verwierf Staatsbosbeheer enkele percelen grasland, en vroeg dorpsbewoners mee te helpen een plan te maken voor een multifunctioneel natuurgebied.
15
Harold van Garderen
Elly Michiels-Fleuren Niet mee eens! Intensieve landbouw wordt op een foute manier gekoppeld aan industrie. Ja, intensieve veehouderij plaatst dieren zo efficiënt mogelijk bij elkaar, maar dat wil niet zeggen dat deze bedrijven geen binding hebben met het platteland. Veel bedrijven zijn ook grondgebonden, de gezinnen hebben binding met hun dorp. Het is juist de intensieve landbouw die ruimte geeft aan andere vormen van ondernemerschap, omdat ze effectief met ruimte omgaan. En wel degelijk met in het ondernemerschap dierenwelzijn, milieu, omgeving en gezondheid.
> Netwerknieuws en agenda Bert COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Narda van der Krogt, Lotty Nijhuis, Wim van Wijk, Marjel Neefjes Redactie | Rita Joldersma (CLM), Marieke Koot (ETC), Jannie Schonewille (Movisie) Hoofd- en eindredactie | Marjel Neefjes (De Lynx) Foto’s | Zie bijschrift foto Omslag | Koeien de wei in bij Gerard en Annemiek Korrel in Ouderkerk van de Amstel, foto Amstelveenweb.com Vormgeving | Miek Saaltink, Wendy Buss, gaw ontwerp+communicatie Drukwerk | Drukkerij Modern, Bennekom
Volledig mee eens. Iedere dag ondervinden wij stankoverlast van onze buren. Met ook nog kans er ziek van te worden. Psychisch lijden we er al onder. Luchtwassers op de stallen waren bedoeld om de het milieu te ontlasten. Maar wat doet de boer? Door de mindere uitstoot breidt hij uit tot hij weer de maximum uitstoot van zijn milieuvergunning heeft bereikt. Dus megastallen naar een industrieterrein, ver van burgers!
De nieuwe Streekstelling luidt:
Landbouw en burgers groeien steeds verder uit elkaar. U kunt reageren op www.netwerkplatteland.nl/np20 of op de LinkedIn group Netwerk Platteland.
Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Medegefinancierd door het ministerie van EL&I en de Provincies. Netwerk Platteland werkt samen met het Regiebureau POP.
Interview
werkvoorziening, mogelijkheden genoeg voor nieuwe doelgroepen.” Oude bestemmingsplannen Hoewel er veel is gebeurd, ervaren veel boeren het grootste probleem nog met de ruimtelijke ordening, zo heeft Fischer gemerkt. “Vergunningen duren te lang, klagen ze. Hoewel ze momenteel een inhaalslag maken, kampen veel gemeenten nog met oude bestemmingsplannen, uit tijden dat de multifunctionele landbouw nog helemaal niet bestond. En als ze al beleid hebben, zijn dat vaak vaste lijstjes: je mag 50 m2 winkel hebben, of 6 zitplaatsen horeca. Maar zo werkt het niet. Want als een boer dan iets nieuws verzint, past het niet in het rijtje.
”Maak voor boerenrecreatie gewoon een uitzondering op de geurwetgeving. Die gasten komen af op het boerenleven, die zitten er echt niet mee dat het naar boerderij ruikt”
Maarten Fischer: “De kunst is om regels te maken die maatwerk bieden.” Foto: Taskforce Multifunctionele Landbouw.
“Meervoudig ruimtegebruik wordt de norm” Na ruim vier jaar Taskforce Multifunctionele Landbouw zal de sector het weer zelf moeten doen. De Taskforce houdt per 1 april op te bestaan, zoals overigens van meet af aan de bedoeling was. Dat op eigen benen staan moet prima lukken, denkt programmaleider Maarten Fischer. “In ons kleine landje is multifunctioneel gebruik van de ruimte immers eigenlijk een must.” Fischer: “Wat we vanaf het begin hebben gedaan, is het ondersteunen van ideeën, het helpen om nieuwe concepten te ontwikkelen. Zo hebben we meegeholpen om streekproducten de supermarkt in te krijgen, via Gijs en Willem&Drees bijvoorbeeld. Maar ook de omzet van de Landwinkels is gestegen. Of neem de pilot bij de Sint Maartenskliniek, om meer met streekproducten te doen in de zorg. Wat blijkt: mensen in een ziekenhuis herstellen sneller van operaties als ze leuker en lekkerder eten.
Bij boerderijeducatie hebben we meegezocht naar verdienmodellen. Veel boeren ontvangen al schoolklassen maar het valt niet mee daar een substantieel bedrag voor te vragen. Anders wordt het als je er schoolreisjes of werkweken van maakt, daar zijn ineens wel budgetten voor beschikbaar. En ook in de zorglandbouw waren nieuwe concepten welkom, zeker nu het geld op een andere manier verdeeld gaat worden, met het terugdringen van de pgb’s (‘rugzakjes’). Allochtone ouderen, drop-outs uit het onderwijs, sociale
In de stad zie je overal vermenging: je kunt bierdrinken in de bios en taart eten bij de tuincentrum. Waarom dan niet op het platteland? Gemeenten lijken bang voor precedentwerking: ‘Als boer Pietersen het mag, wil boer Jansen het ook.’ Maar zo werkt het toch niet? Als een gemeente een disco heeft, en iemand vraagt een vergunning voor een tweede disco, dan kan de wethouder toch ook gewoon zeggen: ‘Nee, één disco is genoeg!’? De kunst is om regels te maken die maatwerk bieden: wel kansen, maar niet de deur wagenwijd open. Zorg dus dat je de voorwaarden duidelijk stelt. Maak een structuurvisie waarin je zegt in welk deel van je gemeente je bijvoorbeeld meer kleinschalige recreatie wilt. Dan kun je flexibeler zijn. Als een boer zijn stallen wil uitbreiden, maar de buurman wil een boeren-B&B, maak dan gewoon een uitzondering op de geurwetgeving. Die gasten komen af op het boerenleven, die zitten er echt niet mee dat het naar boerderij ruikt.” Altijd in de buurt van de stad In 2025 voldoen steeds meer gebieden aan steeds meer doelen, zo denkt Fischer. “Meervoudig ruimtegebruik wordt de norm. Eigenlijk is heel Nederland peri-urbaan, zelfs in NoordGroningen ben je nog in de buurt van de stad. Ook denk ik dat over 10, 15 jaar multifunctionele landbouw ook binnen de agrarische sector volledig geaccepteerd is. Toen ik 7 jaar geleden wel eens lesgaf over verbrede landbouw op de Christelijke Agrarische Hogeschool, was de consensus in de klas al gauw dat ze het niks vonden. Productie, daar ging het om. Al kwamen er na de les, als de schreeuwers weg waren, altijd wel een paar studenten om meer informatie vragen. Nu zie je ook binnen het NAJK voorzichtig een verschuiving, met verbreders in het bestuur en activiteiten die de blik op ondernemerschap echt verbreden. Ach, als jonge boer moet je misschien toch eerst het agrarische vak in de vingers krijgen, voordat je aan verbreding kunt denken. Als je er voor open staat, komt die brede blik er heus wel.” Marjel Neefjes 1 2012 STREEK 3
korte berichten Narda van de Krogt en Wim van Wijk
Duurzaam voedselbeleid in de belangstelling
Publicaties Maatschappelijk verantwoord ondernemen in de polder Tot nu toe werden de effecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) veelal vanuit één principe of perspectief onderzocht. Het bijzondere van dit boek is dat het een samenwerking is van economen, sociologen, filosofen en theologen. Zij willen vanuit een ‘human flourishing’ perspectief een bijdrage leveren aan het denken over MVO zowel in theoretisch als in praktisch opzicht. De casussen zijn agrofood, gezondheidszorg, pensioenfondsen en biodiversiteit. > Te downloaden: tinyurl.com/verantwoord-ondernemen-polder
Inspiratieboek voor tijdelijke herbestemming
Een regionaal voedselbeleid is niet alleen gewenst vanuit duurzaam oogpunt, maar versterkt ook de stad-land relaties en de regionale economie. Afgelopen periode zijn er verschillende publicaties verschenen. Om gemeenten ondersteuning te bieden bij de zoektocht naar de mogelijkheden van duurzame voeding en overheidscatering, ontwikkelde het ministerie van EL&I in samenwerking met de Taskforce Multifunctionele
Landbouw en Stichting Diverzio een factsheet ‘Duurzaam inkopen & overheidscatering in de praktijk . Alterra onderzocht de beste manieren om een duurzaam regionaal voedselsysteem te ontwikkelen in drie gemeenten: Rotterdam, het Brabantse Alphen-Chaam en de regio Ede-Wageningen (ook wel bekend als Food Valley). De hoofdconclusie van het Alterra-rapport ‘transitie naar duurzame regionale voedselsystemen’ volgens Robert Jan Fontein: “Het is goed om een regionaal voedselsysteem op vier manieren tot stand te brengen: strategisch, tactisch, operationeel en reflexief. Een voorbeeld op strategisch niveau is het instellen van een voedselraad of denktank die als centrale ontwikkelarena fungeert. Het is belangrijk dat gemeentes aansluiten bij concrete initiatieven van mensen en die faciliteren.” > Factsheet TaskForce: multifunctionelelandbouw.nl > Streekproducten > Handleidingen Rapport Alterra: tinyurl.com/alterraduurzaam-voedsel
Tijdelijk anders bestemmen. Voor de krimpgemeente Heerlen is dat een actueel thema. Met de sloop van een aantal flats in de wijk Passart kwam de gemeente voor een interessante opgave te staan: acht jaar lang het vrijgekomen gebied van drie hectare een nieuwe invulling geven. In samenwerking met het InnovatieNetwerk ging de gemeente op zoek naar goede ideeën voor een tijdelijke herbestemming die bovendien ten goede komt aan de leefbaarheid van de wijk. De gemeente raadpleegde bewoners, studenten bogen zich over het vraagstuk in een Summer School en er werd een Battle of Concepts uitgeschreven. Het boekje ‘Prachtplek in Passart is het resultaat van een zoektocht naar verfrissende ideeën voor tijdelijk herbestemmen, en biedt inspiratie aan iedereen die werkt aan de kansen die krimp kan bieden. > Te downloaden: tinyurl.com/Prachtplek
Amersfoort dit jaar Hoofdstad van de Smaak De zesde stad die zich Hoofdstad van de Smaak mag noemen, is Amersfoort. Een jaar lang staat de stad in het teken van gezond en eerlijk voedsel uit de regio, met als hoogtepunt de Week van de Smaak van 29 september tot 7 oktober. De verkiezing komt niet uit de lucht vallen, want Amersfoort kende het afgelopen jaar al het festijn Echt Eten in 4 STREEK 1 2012
de Eemstad, dat onder andere een Smaak van de Streekmarkt omvatte en een pannenkoekensafari voor de jeugd. Na de aftrap op 24 maart serveren diverse restaurants in en om de stad een driegangenstreekmenu. Eind september vindt de verkiezing van de Held van de smaak plaats.
> hoofdstadvandesmaak.nl
Publicaties
Duurzame Dorpen Het nieuwe initiatief ‘Netwerk Duurzame Dorpen’ wil dorpen die aan de slag willen gaan met duurzaamheid met elkaar verbinden. Het draait daarbij vooral om ontmoeting, delen en inspiratie, om op die manier krachten te bundelen. Dit is een initiatief dat gesteund wordt door een groot aantal dorpen, personen en
organisaties waaronder de provincie Fryslân, stichting Doen en stichting Doarpswurk. Benadrukt wordt dat het internetplatform Duurzame Dorpen zich niet zal beperken tot Friesland, maar elkaar in heel Nederland moeten inspireren. > netwerkduurzamedorpen.nl
Plan voor Grauwe gors wint bronzen grutto De Agrarische Natuurbeheerprijs is dit jaar gegaan naar het plan van de Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) om de grauwe gors te beschermen. Vogelbescherming schonk ANOG half februari een cheque van 15.000 euro om het project uit te voeren, plus de wisseltrofee, een bronzen grutto.
De grauwe gors dreigt in Nederland uit te sterven. Deze typische boerenlandvogel was al een tijdje
niet meer in Groningen gezien, maar dook de laatste jaren toch weer op. De boeren van ANOG besloten voor deze overwinteraar een hoek van het graanveld niet te oogsten, dan wel om na de oogst even te wachten met ploegen. Ook zijn er akkerranden ingezaaid om de grauwe gorskuikens van voldoende insecten te verzekeren. Daarnaast kreeg de NoordHollandse vereniging Water, Land en Dijken een aanmoedigingsprijs van 8500 euro voor hun project om de overlevingskansen voor kievitskuikens in maïsland te vergroten. Een ondersteuningsprijs ten slotte was er voor Wierde & Dijk uit Groningen. Deze agrarische natuurvereniging kreeg 6500 euro op haar rekening bijgeschreven voor ‘Een pluim voor riet’, dat boeren en het waterschap bewust maakt van het belang van rietkragen in sloten en andere watergangen.
> tinyurl.com/bronzen-grutto
Nieuw type boerenerf ‘Bouwplaats van de toekomst’, zo noemt Dienst Landelijk Gebied (DLG) het nieuwe type boerenerf dat zij ontwierp. DLG ontwierp de nieuwe vertaling van het traditionele knooperf, ter vervanging van de vele boerenerven die hun functie verliezen, doordat boeren stoppen met het bedrijf. Dit nieuwe ontwerp dient als basis van een ontwerptool. Vooral op en direct rond de
erven is het effect van de functiewijziging zichtbaar. Deze ruimtelijke ontwikkeling kan worden begeleid door een ontwerptool voor het nieuwe type erf toe te passen. Een boerenerf in de oude buurtschap Ypelo bij Wierden is het eerste erf waar DLG deze ontwerptool in de praktijk heeft toegepast. Met succes. DLG draagt hiermee bij aan de leefbaarheid van Ypelo.
Krimp in beeld Movisie onderzocht de sociale gevolgen van demografische veranderingen. Bevolkingsdaling kan op lokaal niveau negatieve gevolgen hebben, zoals leegstand, stagnatie op de woningmarkt en het verdwijnen van voorzieningen. De snelheid en de mate waarin krimp zich de komende jaren zal manifesteren, blijken per regio en gemeente nogal te kunnen verschillen. Gemeenten waar krimp zich naar verwachting zal voordoen, staan voor een nieuwe uitdaging. Hoe pakken zij de gevolgen het beste aan? En hoe zorgen zij dat de leefbaarheid en het welzijn van de inwoners op peil blijven? In het rapport ‘Krimp in beeld’, een kwantitatieve en kwalitatieve casestudy, is Movisie op zoek gegaan naar de dagelijkse realiteit van het wonen in een krimpgebied in Borger-Odoorn. Ze laten zien welke effecten bevolkingsdaling, vergrijzing en ontgroening kunnen hebben op het dagelijks leven van bewoners van krimpgebieden. Hierbij besteden ze bijzondere aandacht aan lokale verschillen en bezien of de effecten van krimp afhankelijk zijn van de sociaaleconomische positie van de streek, het dorp of de wijk. > Te downloaden: tinyurl.com/krimpinbeeld
Beleidsboek voor landbouw, voedsel en platteland (Engelstalig) Deze Engelstalige publicatie is volledig herziene versie van het boek over het Europese beleid voor landbouw, voedsel en rurale omgeving. Voor iedereen die meer wil begrijpen van het Europese beleid in de praktijk, welke alternatieven er zijn en wat we kunnen verwachten van toekomstige ontwikkelingen. Het boek biedt een systematisch overzicht en uitleg van het landbouwbeleid. Het is geschreven door experts met verschillende achtergronden en door auteurs die dicht bij de politieke besluitvorming staan. > Te downloaden: www.wageningenacademic.com/eupolicy
Bewoners maken het groen Derk Jan Stobbelaar, docent aan Hogeschool Van Hall Larenstein, schreef het boek ‘Bewoners maken het groen’ voor professionals in de groensector. De publicatie helpt om goede samenwerkingen te realiseren. Alle belangrijke thema’s rond samenwerken aan groen komen aan de orde, zoals het sluiten van coalities, omgaan met verwachtingen, eerste hulp bij conflicten en de inrichting van de eigen organisatie. Met treffende praktijkvoorbeelden en theoretische achtergronden. De lezer wordt vervolgens op weg geholpen met praktische aanbevelingen per thema. Hiermee kan een bewoner of organisatie de inzet voor een groenere leefomgeving naar een hoger en effectiever plan tillen. ‘Bewoners maken het groen’ is de tweede publicatie die onlangs verscheen met als onderwerp burgers die zich inzetten voor groen in de omgeving. Frans van den Goorbergh en Juul Scheffers, tevens Van Hall Larenstein, brachten Groen@participatie uit. Beide boeken zijn te vinden in de webwinkel van Uitgeverij Landwerk. >tinyurl.com/groene-participatie
> tinyurl.com/ontwerp-boerenerf
1 2012 STREEK 5
Achtergrond Een kwart van de Nederlandse koeien komt niet meer buiten. En over een paar jaar bieden nóg meer weilanden een lege aanblik, zo concludeerde CLM Onderzoek & Advies eind vorig jaar op grond van een onderzoek onder ruim 450 melkveehouders. Tijd om het tij te keren, vindt Dirk Keuper, adviseur/onderzoeker bij CLM. Boeren wíllen hun koeien ook wel de wei insturen, als ze maar een cent meer zouden krijgen voor weidemelk als compensatie voor het extra werk.
Dirk Keuper (CLM):
“Stimuleer boer om zijn koeien de wei in te sturen”
Niet alleen de koeien van boer Gerard Korrel genieten ervan als ze de wei in mogen, ook de duizend bezoekers nemen graag een kijkje bij de jaarlijkse ‘koeiendans’. Foto’s: Amstelveenweb.com 6 STREEK 1 2012
“De koeien ‘s zomer de wei insturen gebeurt nu al veel minder”, zegt Keuper met een verwijzing naar het rapport dat CLM in oktober uitbracht. “Tussen 2006 en 2011 is het percentage koeien dat niet meer buiten komt, gestegen van 17 naar 26 procent. En over nog eens vijf jaar verwachten melkveehouders zelf dat dit oploopt tot 45 procent.” Twee oorzaken noemt Keuper: schaalvergroting en automatisering. “Hoe meer koeien een boer houdt, hoe makkelijker het is als ze op stal staan. Plus dat een groot aantal koeien in een weiland tot vertrapping van het gras kan leiden.” Met automatisering doelt hij op de aanschaf van een melkrobot. “Al die koeien moeten minstens twee keer per dag naar die robot geleid worden. Dan is het wel makkelijk als ze in de buurt zijn.” Na Noord-Brabant tekent de trend van minder koeien in de wei zich met name in Noord-Nederland af. “In Groningen en Friesland is de schaalvergroting het verst doorgevoerd. Heeft de gemiddelde melkveehouder 83 koeien, in het noorden ligt het gemiddelde op 94. Dus de argumenten om het vee op te stallen, spelen daar sterker.” En toch… Toch hoeven beide factoren volgens Keuper niet automatisch tot minder koeien in de wei te leiden. “Als je als boer besluit voor een paar ton een melkrobot aan te schaffen, kun je voor een fractie van dat bedrag ook een weideselectie-
“Kalveren en pinken zijn net pubers” Alleen al voor het jongvee is het beter dat ze de wei in kunnen, vindt Arjen Vernooy (40) die samen met zijn vader een veeteeltbedrijf in Schalkwijk bestiert. “Kalveren en pinken zijn net pubers, die moeten kunnen rennen. Je kunt het aan het beenwerk zien als een koe altijd maar op stal staat. Wij sturen ze dan ook elk voorjaar naar buiten. Alle onze 100 melkkoeien en 120 stuks jongvee. En ze vinden het heerlijk.” Ook kostprijstechnisch gezien is het volgens hem beter als koeien buiten komen. “In jong gras zit eiwit dat je anders via dure soja moet bijvoeren. En verder denk ik dat zonlicht op zijn tijd goed voor ze is. Net als voor ons mensen.”
poortje aanschaffen. Zo’n poortje leest aan een koe af of hij pas gemolken is en dus naar buiten mag. Dan heb je daar als boer geen omkijken naar.” Maar hoe je het ook wendt of keert, het kost sommige boeren meer geld en tijd als zij hun koeien de wei in laten gaan. Keuper: “Daarom zou het goed zijn als er iets tegenover stond in de vorm van een hogere prijs voor weidemelk. Een cent per liter extra is voldoende, geven boeren aan. Gelukkig zijn er ook zuivelbedrijven die er iets voor over hebben, CONO bijvoorbeeld betaalt al geruime tijd 0,5 cent per liter extra en Friesland Campina is er net per 1 januari toe overgegaan dat ook te doen, maar voor boeren is dat niet genoeg.” Meer stimulansen nodig Met alleen maar een verhoging van de prijs die een boer krijgt voor melk die ‘uit de wei komt’, is het probleem overigens nog niet opgelost. “Er is meer nodig”, vervolgt Keuper. “Ik heb al genoemd het toepassen van innovaties in bedrijfssystemen die weidegang mogelijk maken, zoals die selectiepoortjes. Maar je kunt ook denken aan bepalingen die banken opnemen in hun kredietvoorwaarden als een boer een lening vraagt om in zijn bedrijf te
investeren. En verder liggen er mogelijkheden in het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid van de EU.” Daarmee doelt hij op de vermaatschappelijking van het landbouwbeleid. “Het is de bedoeling boeren voortaan een vergoeding te geven voor maatschappelijke diensten die ze verlenen. Daar wordt over gedacht en het zou mooi zijn als weidegang als zo’n maatschappelijke dienst wordt erkend.” Minder ammoniak Aan het de wei insturen van koeien zijn overigens meer voordelen verbonden dan alleen het maatschappelijke voordeel van kunnen kijken naar koeien tijdens een fietstochtje. “Koeien die buiten lopen, produceren minder ammoniak, omdat hun urine niet met de mest vermengd wordt, zoals in de stal. En natuurlijk doe je de koeien er zelf een plezier mee. Kijk maar eens hoe opgetogen ze zijn als ze in het voorjaar voor het eerst na maanden weer naar buiten mogen.” Wim van Wijk
Weidegang als publiekstrekker Een kleine duizend mensen kwamen vorig jaar kijken toen boer Gerard Korrel zijn koeien de wei instuurde. “Zoveel mensen had ik nog nooit op het erf gehad, maar het is allemaal goed gegaan.” Al vele jaren stellen Gerard en zijn vrouw Annemiek hun boerderij in polder De Ronde Hoep, gemeente Ouderkerk aan de Amstel, open voor het publiek. Dat het er vorig jaar zoveel waren, schrijft hij toe aan Campina, die het deze keer had georganiseerd. “Wij vinden het belangrijk om mensen te laten zien hoe het erop een boerderij aan toe gaat. We nodigen schoolklassen uit, mensen kunnen bij ons golf spelen, fietsen huren en meedoen aan excursies. En nu dan ook getuige zijn van de weidegang van de koeien. Dit jaar sturen we ze op tweede Paasdag de wei in. Dan wordt het misschien nog wel drukker.”
1 2012 STREEK 7
STR EE K BEW O NERS S T R E E K be w oners p ortretteert mensen die z ic h in z etten v oor een sterk en aantrekkeli j k p latteland
Lotty Nijhuis
“In Groningen is er elke zondag een Poolse viering” Wat zijn uw ervaringen op het Nederlandse platteland? Poolse mensen voelen zich hier soms wel, soms niet thuis. Vooral wanneer ze samenwonen in grote groepen is het moeilijk. Ander contact is voor de mensen dan niet nodig. Dat is een probleem. Maar er is ook een groepje mensen dat zich wel een beetje thuis voelt. Hoe bent u als Poolse pastor in Nederland begonnen? Ik ben nu vier jaar in Nederland. Sinds april 2010 werk ik als pastor van Hoogeveen, Meppel en Beilen, Nederlandse parochies. Ik ben missionair, mijn orde heet: Societas Christi pro Emigrantibus Polonis. Het is mijn opdracht als priester om te werken met Poolse migranten in Nederland, op verzoek van mijn generaal,
voor de Poolse gemeenschap in Noord-Nederland. Ik leid één keer per maand Poolse vieringen in Dronryp, Emmen-Erica, Lemmer of Markenesse. In Groningen is er zelfs elke zondag een viering. Dat is een grote groep mensen, honderdvijftig tot honderdtachtig. Wat is de meerwaarde? Polen komen eerst voor een paar maanden naar Nederland. Het leren van de taal is dan niet nodig. Maar vaak duurt het dan uiteindelijk toch iets langer, dan worden het een paar jaar. Polen is een katholiek land, 94% van de mensen is katholiek. Met een Poolse pastor kunnen ze toch een viering volgen, voelen ze zich beter thuis.
zullen komen, maar dat is mijn inschatting. De situatie in Polen is anders, wordt beter. Er zullen over een paar jaar weer meer Polen teruggaan naar hun vaderland. De Poolse gemeenschap in Noord-Holland is ook niet zo groot als in bijvoorbeeld Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Ik heb wel contact met collega’s daar. Daar is het elke zondag druk. Maar eigenlijk denk ik niet te veel na over de toekomst. Het nu is belangrijker. > www.pmk.groningen.org.pl
Hoe ziet u de toekomst? Ik denk dat er in de toekomst juist minder Poolse vieringen
pastor Poolse gemeenschap in Bisdom Groningen-Leeuwarden
Józef Okonek SChr Gerrit Goedhart
burgemeester gemeente Noordwijkerhout, mede-initiatiefnemer Informatiepunt Polen (IPP)
“Polen hebben hier de reputatie dat ze harde werkers zijn” Wat zijn uw ervaringen met Polen op het Nederlandse platteland? In onze streek is de bollenteelt erg belangrijk. Vroeger werkte iedereen mee, nu doen Polen veel van het werk. In het straatbeeld is dat ook merkbaar. Veel woningen worden aan Polen verhuurd, er rijden auto’s met Pools kenteken. Dat levert nauwelijks problemen, de overlast is gezien de aantallen verwaarloosbaar. Polen hebben hier de reputatie dat ze harde werkers zijn. En Polen is een heel andere samenleving dan het Nederlandse wat welvaartsniveau betreft, maar de cultuur is vergelijkbaar. Hoe is het Informatiepunt Polen ontstaan? In het Districtscollege constateerden we dat er rond Polen wat problemen zijn met sociale veilig8 STREEK 1 2012
heid. Er is weinig zicht en grip op. Daarom hebben de gemeenten in de bollenstreek (Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen en Katwijk) als gezamenlijk initiatief een aantal jaar geleden het Informatiepunt Polen opgericht. Het IPP is een speciaal loket in Hillegom dat een paar uur per week geopend is en bemand wordt door een Poolse dame. Het Informatiepunt is ook bereikbaar via telefoon en mail. Wat is de meerwaarde? Het IPP heeft een tweeledig doel. Enerzijds moet het Poolse werknemers wegwijs maken. Anderzijds geeft het ons informatie over veiligheidsproblemen en misstanden zoals uitbuiting en afpersing. Voor Polen is het vaak moeilijk dit soort zaken te communiceren, het IPP verbetert die communicatie. Het
Informatiepunt zorgt dus voor een wederzijdse informatie-uitwisseling. Het heeft nu een paar jaar op proef gedraaid, onlangs is besloten het definitief voort te zetten. Hoe ziet u de toekomst? We gaan ervan uit dat Poolse werknemers hier nog geruime tijd zullen zijn. Daar komen waarschijnlijk in de toekomst ook nog werknemers uit andere landen bij, zoals Roemenen. Daarop moeten we inspelen. Verder willen we in de toekomst de bereikbaarheid van het IPP verbeteren en nog meer zicht krijgen op de Polen. Huisvesting is bijvoorbeeld één van de aspecten waar nog verbetering mogelijk is. > www.hillegom.nl/default/
onderwijswerkenzorg/werkinkomen/informatiepuntpolennederlands/id_314350
Initiatieven rond Polen op het platteland
“De integratie gebeurt op het voetbalveld” Wat zijn uw ervaringen op het platteland? Negen jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen. Het is nog lang niet ideaal, maar al veel beter dan toen. Polen klagen wel, maar over het algemeen gaat het goed. Toch is de afstand tussen Polen en Nederlanders groot, daar was ik verbaasd over. Polen zijn soms bang, weten niet wat ze kunnen verwachten. Dat ze geen Nederlands spreken is het grootste obstakel. Hoe kwam het Poolse voetbalteam tot stand? In mei 2011 heeft de voorzitter van MVC’19 mij benaderd. Zij waren erg enthousiast over het idee om Polen binnen MVC’19 te laten voetballen. In september is het Poolse team gestart. Ik kom veel in aanraking met Poolse
mensen en mond-tot-mond is toch de beste reclame. Verder zorg ik ervoor dat het aan de Poolse kant goed loopt, ben ik aanspreekpunt bij problemen. Dat geef ik door aan MVC’19, en dan wordt het goed opgelost. Wat is de meerwaarde? Doel is om de integratie tussen Polen en Nederlanders te versterken. En Poolse mensen iets anders te laten doen dan thuis tv kijken. Polen zijn dol op voetbal. Maar integratie gebeurt niet zomaar. Uiteindelijk is het de bedoeling om de jongens in de Nederlandse teams te laten meespelen, ook al is dat voor hen minder aansprekend. De integratie met voetbal gebeurt nu al, ongemerkt. Alleen al doordat Polen op het voetbalveld komen. Vroeg of laat moet het goedkomen. Poolse mensen worden op deze manier geholpen,
kunnen ervan profiteren dat ze Nederlandse vrienden hebben. Hoe ziet u de toekomst? Integratie blijft altijd een probleem. Veel Polen komen hier eerst voor drie maanden en hebben geen interesse. Het gaat vooral om de Polen die hier vier jaar of voorgoed blijven. De Nederlanders lijken positief. Het liefst zie ik over drie, vier jaar dat Polen in de gewone teams meespelen. Op den duur heb je dan ook in elk team Poolse mensen die nieuwelingen kunnen inwerken. Het is dan ook de bedoeling dat ze competitie gaan spelen. Niet als Polen opgesloten in hun eigen team, maar als onderdeel van de Nederlandse teams. > www.mvc19.nl en http://utp.
net.pl/nl/integratie.php
coördinator voor Polen bij voetbalvereniging MVC’19 Maasbree en docent Nederlands voor Polen
Pawel Rosalski
Sophie Kruk-Kassowska eigenaar Pools restaurant Klein Zakopane, Giesbeek
“Er zijn ook Polen, stelletjes, die een huis kopen en hun plek hebben gevonden” Wat zijn uw ervaringen op het platteland? Ik ben iemand die snel integreert. Als je naar een nieuw land verhuist moet je je aanpassen, vind ik. Giesbeek is een gesloten gemeenschap. Maar we hebben geluisterd naar de mensen en zijn altijd met open armen ontvangen. Maar eigenlijk gaat het met de Polen in Nederland niet zo goed. Wat de Nederlandse ministers bijvoorbeeld zeggen, dat doet mij zeer. Natuurlijk zitten er rotte appels tussen. Maar er wordt vaak vergeten dat de Nederlandse economie zo goed draait mede dankzij de Polen. Om de Nederlandse regering dat te laten zien, hebben een aantal stichtingen en de Poolse ambassade afgelopen november een verkiezing georganiseerd. Ik ben toen Poolse ondernemer van het jaar geworden.
Hoe kwam het restaurant tot stand? Zes geleden zijn we met Klein Zakopane begonnen. Toen waren er nog niet zo veel Polen in Nederland als nu, maar het leek mijn Nederlandse man leuk een restaurant te beginnen met Poolse gerechten. Het hele interieur is in Polen gemaakt. We hebben een aantal Poolse koks in dienst maar ook twee Nederlandse. We zijn het enige Poolse restaurant in Nederland. Polen komen vanuit het hele land. Maar we krijgen ook veel Nederlanders. Wat is de meerwaarde? Poolse mensen gaan een beetje op zoek naar dat wat ze in Nederland missen. Zakopane is een bekend wintersportgebied in Polen, zoiets als Scheveningen voor Nederland. We serveren streekgebonden ge-
rechtjes, maar ook algemene Poolse gerechten. En we organiseren wat speciaals op bijvoorbeeld Kerstavond en met Oud en Nieuw. Veel lekker eten, dansen. Hoe ziet u de toekomst? Ik mag niet klagen, we hebben het druk. Door de media wordt je in een dip gepraat, met de crisis. Maar ik bekijk de dingen eigenlijk altijd van de positieve kant. Ik hoop van diep uit mijn hart dat het met Polen in Nederland in de toekomst beter gaat. Ik spreek veel Poolse mensen. Een derde daarvan is hier om geld te verdienen maar ziet zijn toekomst in Polen. Maar er zijn ook Polen, stelletjes, die een huis kopen en hun plek hebben gevonden. > www.kleinzakopane.nl
1 2012 STREEK 9
Achtergrond In Streek dit jaar een serie artikelen over geld. Waar haal je op het platteland financiering vandaan in tijden van bezuinigingen en recessie? Het antwoord in deel 1 van de serie: financiering haal je uit de menigte, en we noemen het crowdfunding.
Geld voor het platteland deel 1: crowdfunding Eigenlijk is het financiering zoals het ooit begon: als je een zaakje wilde beginnen, vroeg je familie en vrienden. Je gaf ze een aandeel, of betaalde ze na een afgesproken tijd weer terug (met of zonder rente). Op een gegeven moment hebben banken deze rol steeds meer overgenomen, maar sinds kort is het weer helemaal terug, financiering door ‘gewone mensen’. Het grote verschil is dat het nu ook kan via het wereldwijde web. Als jouw 100 ‘friends’, ‘followers’ en ‘connections’ enthousiast zijn, zetten zij hun 100 contacten ook weer in, en dan kan het heel hard gaan. Al met al een financieringsvorm die ook op het platteland heel interessant kan zijn. Inmiddels zijn er diverse online platforms ontstaan (zie onderaan dit artikel) die mensen de mogelijkheid te bieden tot crowdfunding, maar sommige mensen doen het ook gewoon zelf. “Er zijn verschillende vormen van crowdfunding”, vertelt David Gernaat van CrowdAboutNow, een van de crowdfundingplatforms. “Om te beginnen kun je mensen vragen een bedrag te doneren. De tweede vorm heet ‘fansupport’, vooral bekend uit de artistieke hoek, waarbij investeerders in natura worden terugbetaald. Als derde kunnen investeerders een aandeel krijgen in het bedrijf; ze krijgen hun geld niet terug, maar wel dividend, en als het bedrijf de nieuwe Google wordt, verdient de investeerder er veel geld mee. En ten vierde
Tijdens de regelmatig gehouden Buitengewone Varkensdagen kunnen investeerders zien dat hun geld goed wordt besteed. Foto: Pecus
kunnen investeerders hun lening gewoonweg terugkrijgen, waarbij de ondernemer vooraf belooft na hoeveel tijd en tegen welke rente. Daar hebben wij voor gekozen.” Die looptijd en rente varieert enorm bij de ondernemers. Gernaat: “Met de lage rente momenteel biedt een ondernemer al snel meer dan wanneer een investeerder zijn
Crowdfunding als opstapje naar de bank Het interessante van een crowdfundlening is dat het bedrag ook als basis kan dienen voor een verdere banklening. David Gernaat van CrowdAboutNow: “De crowdfundlening is een zogenaamde achtergestelde obligatielening, ook wel bekend als ‘tante Agaath-lening’. Dat betekent dat als de ondernemer failliet gaat, dat andere schuldeisers voorgaan, inclusief de bank. Een bank weet dus: als de ondernemer failliet gaan, zijn wij eerst aan de beurt, en hebben we een grotere kans dat we ons geld terugkrijgen. Daarom biedt zo’n crowdfundlening een mooi startkapitaal voor beginnende ondernemers. Het is voor de investeerder echter wel een risico. Daarom mag een investeerder dit als ‘durfkapitaal’ gebruiken als belastingaftrek.”
10 STREEK 1 2012
spaargeld op de bank laat staan. Maar als je iets heel leuks doet, en mensen gunnen het je, kun je je investeerders overtuigen met lage rendementen. Juist de combinatie rendement en de gunningsfactor is een gouden formule.” Marjel Neefjes
Crowdfundingplatforms Voor een overzicht zie: > www.crowdfunding.nl/links-test > www.symbid.nl
(aandelen crowdfunding) > www.wekomenerwel.nl
(diverse vormen, aandelen/obligaties) > www.crowdaboutnow.com
( zakelijke achtergestelde obligatie leningen) > www.geldvoorelkaar.nl (persoonlijke leningen)
Spaargeld in varkens Als je een landbouwbedrijf wilt beginnen en je hebt geen grond of gebouwen als onderpand, dan staan banken niet te springen, zo merkte Wim Meulenkamp, een van de leden van maatschap Pecus die in het Twentse Hengevelde begon met het initiatief Buitengewone Varkens. Daarom besloten ze privé-investeerders te zoeken. “We wilden ambachtelijk en diervriendelijk varkensvlees koppelen aan sociale media. We houden varkens die jaarrond buiten lopen, in de wei en in het bos, bij boeren en landgoedeigenaren. En die varkens verwerken we vervolgens tot lekkere vleesproducten.” Pecus besloot tot de volgende constructie: “We vragen mensen 100 euro van hun spaargeld in ons te investeren. In ruil daarvoor krijgen ze voor 150 euro aan producten terug: drie jaar lang een vleeswarenpakket en een keer deelname aan een van onze Buitengewone Varkensdagen.” In september lanceerde Pecus de website en praatten Meulenkamp en zijn maten zich drie dagen de blaren op de tong op de streekmarkt in Enschede. Ook lokale en regionale media vertelden het verhaal. “Inmiddels zitten we op 454 investeerders, dus het gaat prima. We hopen er uiteindelijk duizend te hebben. En dan stoppen we voorlopig, want te groot willen we niet worden.” Op de eerste Buitengewone Varkensdag kwamen tientallen mensen kijken of hun geld wel goed besteed wordt. “De meeste mensen hebben nog nooit een varken buiten gezien, laat staan in het bos. En voor ons is het prachtig dat mensen meeleven met ons product.” Het zelf organiseren van je crowdfunding heeft wel een nadeel, constateert Meulenkamp: “Het is heel veel georganiseer, en je schept een grote verplichting naar je investeerders. Dat moet wel een beetje bij je passen. Een lening bij de bank is wat dat betreft wel eenvoudiger. Maar ja, dan moet je die wel kunnen krijgen.” Meer info > www.buitengewonevarkens.nl
Wim Meulenkamp: “We hebben ons drie dagen de blaren op de tong gepraat, honderden keren ons verhaal verteld, op de streekmarkt in Enschede.” Foto: Pecus
Forellen kweken op een industrieterrein Vis kweken bij een papierfabriek, het ligt niet direct voor de hand. Toch is het een briljant idee, vindt Harm Luisman, een van de initiatiefnemers van Vallei vis. “Bij het maken van papier komt heel veel afvalwater vrij dat gezuiverd moet worden. Daarvoor moeten ze ureum en fosfor toevoegen. En laten dat nou net stoffen zijn die in het afvalwater van een viskweker in ruime mate voorkomen.” Zo ontstond het idee voor een viskwekerij op het terrein van een grote papierfabriek in Renkum. Volgens de nieuwste inzichten voor duurzame, diervriendelijke viskweek. “We zijn al begonnen met forel, en willen dat verder uitbreiden met andere vissoorten. Die gaan we leveren via webwinkels en andere verkoopkanalen voor duurzame en streekproducten. En wie weet ook wel via een kraampje aan de weg; als hier voor de deur van de fabriek rond de avondspits een file staat, willen mensen misschien best even stoppen voor een vers visje. Voor hun startkapitaal maakt Vallei vis gebruik van het platform van CrowdAboutNow, waar ze investeerders een rendement bieden van 16% na vier jaar. “We hebben gewoon een goed verhaal, dat bleek ook al uit de Food Innovation Award die we vorig jaar wonnen. We zijn op tv geweest bij ‘Ik begin’, we hebben honderden mails gestuurd, en we profiteren van het netwerk van CrowdAboutNow. Onze campagne is net over de helft en we zitten al op 70% van het bedrag. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt!” Meer info > www.valleivis.nl en tinyurl.com/crowdfunding-valleivis
Harm Luisman (links in oranje hesje) en zijn compagnon van ValleiVis kijken trots toe hoe hun eerste forellen worden losgelaten bij de viskweekpilot in de papierfabriek in Renkum. “We bieden investeerders een rendement van 16% na vier jaar.” Foto ValleiVis 1 2012 STREEK 11
Reportage “Stadslandbouw is een trend. Aan de ene kant de toekomst, aan de andere kant terug naar het verleden. Het is maatschappelijk verantwoord ondernemen nieuwe stijl.” Met deze woorden opent burgemeester Annemarie Jorritsma de eerste Dag van de Stadslandbouw in Almere. Een dag over een actueel thema, met een grote diversiteit aan aanwezige deelnemers en partijen: van PLUS supermarkten met streekproducten-label Gijs, gemeenten en provincies, tot boeren en de man in de straat.
Dag van de stadslandbouw
Op het oogstfeest op Stadsboerderij Almere komen stad en platteland op een laagdrempelige manier bij elkaar. Foto: Stadsboerderij Almere.
Multifunctionele landbouw waarbij mensen niet alleen consument zijn, maar echt verbonden, dat is stadslandbouw volgens de Canadees Wayne Roberts, auteur van The No-Nonsense Guide to World Food. Het maakt de stad mooi en groen, vertelt hij in zijn presentatie, het laat mensen het wonder van groeiend voedsel zien, verbindt, ontspant en draagt bij aan biodiversiteit.
12 STREEK 1 2012
Agrarisch natuurbeheer als slimme marketing Stadslandbouw gaat niet om voedsel produceren en consumeren alleen. Een voorbeeld is agrarisch natuurbeheer aan de stadsrand. Voor provincies een kans, nu zij aan de knoppen worden gezet van natuur en landelijk gebied. In een van de parallelle sessies vertelt beleidsadviseur Peter Verbon van de provincie Zuid-Holland dat beleving
van het groen belangrijker wordt en recreatiegebieden een grotere rol krijgen in biodiversiteit. Netwerkend sturen, waarbij de provincie doelen stelt, faciliteert, verbindt, en zaken planologisch mogelijk maakt. Een slimme ondernemer als Jan Duijndam van Hoeve Biesland ziet daarin zijn kansen. Agrarisch natuurbeheer blijkt namelijk een uitstekende manier om je streekproducten te vermarkten. Een win-winsituatie.
Jan Duijndam | Ondernemer Hoeve Biesland “Hebben boeren in stedelijk gebied bestaansrecht? Ja, maar wel een ander type boer, met ruimte voor multifunctionaliteit. Stadslandbouw als formule kun je niet zomaar op een bedrijf planten. Als boer moet je ineens marktgericht denken. Zo kijk ik: wat kan ik uit de natuur halen zodat het eruit komt als melk en vlees? Beheren is dan geen doel maar een middel, waarbij je natuur gebruikt, niet misbruikt. Door de samenleving erbij te betrekken zie je dat die ervoor wil betalen. Omdat je mensen een glimlach op hun gezicht brengt.”
Melk uit de fabriek? Ook educatie vindt steeds meer zijn weg als vorm van stadslandbouw. ’s Middags vertelt Klasseboerin Sjannie Leeyen over het project Samen Gezond waarin Klasseboeren één van de partners is. “Beleving is belangrijk. Als je vertelt hoeveel melk een koe geeft dan begrijpen ze het niet. Wel als je een mand vol pakken melk laat zien. Ook maken we ijs met de kinderen, en laten we met een kunstkoe zien waar de melk vandaan komt. Soms zijn er negatieve associaties. Slachten is lastig, maar kinderen vinden vlees ook gewoon lekker.” Maurice van Valkenburg, ZLTO, vult aan: “Het gaat natuurlijk gewoon om leven en dood. Wat gebeurt er met de biggetjes? Dat vergeten ze nooit weer, en zo leren ze wel wat er op hun bord ligt.” En daar moet het de boer om gaan. “Boerderijeducatie is meer de bevrediging voor een boer dan dat hij er echt geld mee kan verdienen.” Stadslandbouw een succes maken Alle positieve verhalen ten spijt, veel initiatieven komen ook de nodige obstakels tegen, zo is de conclusie bij een van de middagsessies. Zelfs als bestuurlijk de wens aanwezig is, wil het op ambtenarenniveau niet altijd lukken. Maar het is ook een beetje het kip of het ei verhaal: wacht je af tot een overheid gelegenheid creëert, of vind je als initiatiefnemer die ruimte wel en moet je het dus gewoon maar doen? Uiteindelijk moet iedere partij zijn eigen bijdrage leveren om stadslandbouw tot een succes te maken. Om een inspirerend initiatief wat wind in de zeilen te geven, wordt de dag afgesloten met de uitreiking van de Rabo Stadslandbouw Award 2012. Van de 41 inzendingen gaat WolleFoppengroen & co er met de prijs van € 2500 vandoor. Zij hebben samen met bewoners van de wijk Zevenkamp in Rotterdam een initiatief bedacht en uitgewerkt om een stuk drassig, onbruikbaar manifestatieveld om te toveren tot een park waarin stadslandbouw een prominente plaats krijgt. En met die prijsuitreiking en het groot aantal deelnemers kan de Dag van de Stadslandbouw 2012 zeker een succes worden genoemd! Lotty Nijhuis
Peter Verbon | Beleidsadviseur provincie Zuid-Holland
“Stadslandbouw heeft meerdere schalen en motieven. Onze kerntaak is regionale economie, landschap en biodiversiteit. En daar hebben we de boeren bij nodig. Niet het individu maar de keten moet daarbij gefaciliteerd worden. Bij stadsland-bouw gaat het om een license to produce. Boeren bij een stad, daar hoort hechting met de omgeving bij. Het gaat om coöperatie, samenwerking. Samen met regionale partners kijken we als provincie hoe we dat op kunnen pakken.”
Nanette Creemers | Almeerse Weelde “Ik heb de stadsboerderij als een olievlek uit zien breiden. Het onderwerp duurzaamheid is niet meer weg te denken. In een egocentrische maatschappij gaan mensen weer terug naar de verbinding met voedsel. Coöperatie en maatschappelijk worden belangrijker. Almeerse Weelde is daarvan een voorbeeld, een initiatief van mensen met liefde voor goede voeding, om lokale producten onder de aandacht te brengen.”
Gaston Remmers | lector Eco-effectief ondernemen in een stedelijke omgeving, CAH Almere “Het probleem bij stadslandbouw is dat niet scherp genoeg is waarvoor het gebeurt. Als de urgenties helder zijn, dan wordt ook duidelijk dat het zo versplinterd is. In veel gemeenten is stadsland-bouw nog kleinschalig en gefragmenteerd. Bij stadslandbouw gaat het om zo veel thema’s, dat het risico bestaat dat er allemaal ad hoc dingen gaan gebeuren. Daarom heb je een voedselstrategie nodig.”
1 2012 STREEK 13
streek- idee NL
Dorpsbewoners
beheren terrein Staatsbosbeheer In 1997 verwierf Staatsbosbeheer in het coulissenlandschap ten zuiden van Kornhorn enkele percelen grasland. Waar dorpsbewoners vreesden dat het gebied ‘op slot’ ging, vroeg Staatsbosbeheer hen juist mee te denken en samen een plan te maken voor een multifunctioneel natuurgebied. De uitkomst overtrof de verwachtingen. Vier jaar later droeg Staatsbosbeheer het gebied officieel over aan de bewoners. Sindsdien is het dorp verantwoordelijk voor het beheer. Langgerekte weilanden afgezet met bomensingels zijn kenmerkend voor het Groningse Westerkwartier. De omgeving van Kornhorn is verder rijk aan bos heide, pingo’s en cultuurhistorische elementen. “Wij kochten die 2,5 hectare houtsingelterreinen omdat ze pasten in de Ecologische Hoofdstructuur”, vertelt Nico Boele, beheerder bij Staatsbosbeheer regio Noord. “Maar we wisten ook dat dit niet goed zou vallen bij de plaatselijke bevolking. Alles wat met de overheid te maken heeft, wordt met achterdocht bekeken. Wij dus ook. De gedachte was: nu Staatsbosbeheer het heeft gekocht, zal er wel een hek omheen gaan en mag niemand er meer in.” Achterdocht omgezet in enthousiasme Om die houding te doorbreken nodigde Boele de dorpsbewoners uit voor een bijeenkomst.
“Laten we nu eens samen kijken hoe we het kunnen inrichten. Zo’n uitnodigende houding had men niet verwacht, maar men ging er wel op in. En binnen de kortste keren was er van alles opgetuigd. En niet alleen bedacht, ook uitgevoerd!” Zoals de bouw van een hooikiep, de aanplant van houtsingels en de aanleg van wandelpaden, compleet met verharding en bruggetjes. Verder is er een nieuw heideveld ontwikkeld en zijn er akkertjes aangelegd waar historische gewassen, zoals winterrogge, boekweit, lupine en haver worden verbouwd. Staatsbosbeheer was zo ingenomen met het resultaat dat het in 2001 het beheer van het terrein officieel overdroeg aan het dorp. “Sindsdien zijn we als dorp verantwoordelijk voor het beheer”, neemt Frans Blok, secretaris van de stichting Cultuur en Historische Erfgoed Kornhorn het over. “Maar we
Vrijwilligers geven les in het buitenlokaal, dat weer door andere vrijwilligers is gebouwd. Foto: Stichting Cultuur en Historische Erfgoed Kornhorn
krijgen nog wel ondersteuning van Staatsbosbeheer.” Educatie Onderdeel van de overeenkomst is dat de stichting ook zorgdraagt voor natuur- en milieueducatie. Blok: “Daartoe hebben we een adoptieovereenkomst gesloten met de basisschool. De leerlingen gaan nu af en toe naar een ‘buitenlokaal’ in het gebied en daar krijgen ze dan biologieles. Die lessen worden bedacht door weer een andere werkgroep dan de onderhoudsploeg van het landschap. Laatstgenoemde bestaat vooral uit ‘pensionado’s’, een
groep van nu 14 vutters die trouwens ook hebben geholpen bij de bouw van het leslokaal annex werkschuur.” Staatsbosbeheer is zo te spreken over dit experiment dat Boele inmiddels ook in omliggende dorpskernen als Peebos en Opende aan de slag is gegaan met soortgelijke projecten. Wim van Wijk
innovatieve praktijken Via je smartphone kun je direct naar een website of filmpje met de bijgeleverde QR-code (download een QR-reader voor iPhone of Android via qrcode.nu of een van de vele andere). > Netwerk Duurzame Dorpen
De website van Netwerk Duurzame Dorpen, die nu ontwikkeld wordt, verbindt dorpen die met het thema duurzaamheid bezig zijn of willen zijn. Nu nog voornamelijk in Friesland, maar later in heel Nederland. > www.netwerkduurzamedorpen.nl of ga direct naar het filmpje via deze QR-code
14 STREEK 1 2012
> iBanana
iBanana is gemaakt door jongeren voor jongeren. De hangplek om alles te weten te komen over eten, onder het motto ‘Show me your banana’. > www.ibanana.nl of ga direct naar de website via deze QR-code
streek- idee EU
Redding
voor Schotse bijen in nood Ook in Schotland gaat het slecht met de bijen. Maar dankzij een Europese subsidie loopt er in Tayside sinds september een project dat bijenhouders moed geeft. Er is een campagne gestart die boeren erop wijst hoe belangrijk het is om bijvoorbeeld koolzaad te verbouwen. En er wordt een moderne Deense sterilisatie-eenheid aangeschaft waarmee imkers de sporen van vuilbroed beter uit bijenkasten kunnen verwijderen. “In 2009 hebben we een enorme uitbraak van de Europese variant van vuilbroed gehad”, vertelt Andrew Scarlett, een van de grootste bijenhouders van Schotland, eigenaar van een bedrijf dat honing verpakt en verkoopt en daarnaast voorzitter van de Scottish Bee Services Ltd, een coöperatie van profes-
sionele en hobby-imkers. “De uitbraak heeft honderden bijenvolken het leven gekost en dat terwijl Schotland toch al niet zo veel bijen en imkers telt. Alleen aan de oostkust is het klimaat nog een beetje gunstig voor bijen.” Volgens Scarlett zijn er in Schotland een kleine vierdui-
zend bijenhouders die net als hij meer dan 1000 korven onder hun hoede hebben. De rest houdt bijen als hobby. Sinds de varroamijt - de verspreider van vuilbroed – in 1992 in Groot-Brittannië opdook, is het aantal bijenkorven met de helft afgenomen. Een paar jaar geleden waren er nog zo’n 44.000 bijenhouders over, die samen zo’n 274.000 volken houden. Maar die cijfers zijn alweer achterhaald door vier slechte zomers op rij en de desastreuze uitbraak van vuilbroed in 2009. “Deze dramatische cijfers waren de aanleiding voor dit Bee Health and Pollination Awareness-project”, vervolgt Scarlett.
Met de iets meer dan 200.000 euro die Brussel, de Schotse regering en enkele particulieren ervoor hebben uitgetrokken, wordt nu op verschillende manieren geprobeerd het tij te keren. “We kunnen nu een moderne ontsmettingseenheid aanschaffen, een Deense vinding die met behulp van natriumhydroxide – natronloog – de houten frames van de bijenkasten steriliseert, nadat eerst alle bijenwasresten met stoom verwijderd zijn.” Verder is Scarlett een campagne gestart die boeren wijst op het belang van een gezonde bijenstand. “Als boeren een hoekje koolzaad verbouwen of een strook grond met een bloemenmengsel inzaaien in plaats van alleen gras, kunnen de bijen meer stuifmeel verzamelen, wordt hun voedselvoorziening dus beter, en bouwen ze meer weerstand op en zijn ze beter bestand tegen vuilbroed. We zijn letterlijk de boer op gegaan en vinden overal een gewillig oor. Vandaar dat ik goede hoop heb dat we ziekte weliswaar niet kunnen uitroeien, maar toch tot staan kunnen brengen.” Wim van Wijk
Schotse bijenhouders hopen dat het Bee Health and Pollination Awareness-project hen helpt het tij te keren voor de bijenhouderij.
> Rijk met kleine dorpen
Het boek Rijk met Kleine Dorpen van auteur Jan Dirk Gardenier gaat over alle kansen en ruimte die de ‘leegloop’ van het platteland ons geeft. > Ga naar een interview met de auteur via deze QR-code
Dit project is gefinancierd door het POP2 programma onder maatregel 321.
> Levende lijsten
Een eerste filmpje in een reeks volgens de seizoenen, over Brabantse akkerranden.
> Ga naar het filmpje via deze QR-code
1 2012 STREEK 15
N E TW E RKNI EU WS
AG E N D A Narda van der Krogt
>A lle items zijn terug te vinden op
www.netwerkplatteland.nl/agenda
Op weg naar een POP3
Vaste bijdrage uit Maasland Voor de blog van Netwerk Platteland hebben we sinds januari onze eerste vaste bijdrage uit de streek. En wel uit Maasland. Carla en Ronald Mullié bloggen over de gebeurtenissen in en rondom Maasland. Zelf maken ze onder de naam ‘De Witte Lelie’, ambachtelijke jams, chutneys mosterd en likeuren, die in de lokale supermarkten te vinden zijn. > Hun belevenissen zijn te volgen via
www.netwerkplatteland.nl/np20/tag/ column-mullie
> Ook een blog schrijven? Stuur een
e-mail naar
[email protected]
In de voorbereiding op een nieuw plattelandsontwikkelingsprogramma’s ontvouwen zich diverse scenario’s. Om meer zicht te krijgen op het meest waarschijnlijke scenario heeft Netwerk Platteland een aantal telefonische interviews uitgevoerd (december - januari 2012). In het kort enkele conclusies: • Eind 2011 heeft de Europese Commissie haar ideeën gepresenteerd ten aanzien van het GLB. Hierin komt meer aandacht voor duurzaamheid en innovatie. • 2012 zal in het teken staan van de voorstellen voor de beschikbare middelen voor agrarisch natuurbeheer de hoofdmoot van de discussie zullen vormen. • Wat er overblijft voor integrale plattelandsontwikkeling zal vooral liggen aan de bereidheid van provincies hier zelf op te willen investeren. • De LEADER-methodiek wordt door de EU geprezen en het wordt mogelijk om meerdere EU-fondsen te gebruiken voor het realiseren van lokale ontwikkelingsplannen. • In elke provincie wordt gekeken naar nieuwe manieren om de integrale plattelandsdoelen te realiseren. > Een samenvatting van de gesprekken: tinyurl.com/uitkomsten-POP3.
Themadossier Duurzaam voedsel Nieuw op de website: Themadossier Duurzaam voedsel. Met onder meer een stappenplan dat gemeenteambtenaren concreet kunnen invullen en veel voorbeeldprojecten. Ter inspiratie. > www.netwerkplatteland.nl/
duurzaamvoedsel
WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Naar een behapbaar voedselbeleid Netwerk Platteland publiceerde het boekje ‘Lessen uit de praktijkkring Duurzaam Voedselbeleid in gemeenten’, bedoeld voor gemeenteambtenaren die werk willen maken van beleid rond duurzaam voedsel. Zij vinden hierin een aanpak om stap voor een stap een visie en doelen helder te krijgen, draagvlak te vinden en op een vruchtbare manier samen te werken met mensen binnen en buiten het gemeentehuis. Zo stimuleren sommige gemeenten de verkoop van lokaal geproduceerd voedsel of ze leggen het accent op energiebesparing bij korte ketens en het kopen van seizoensgroenten. Het is denkbaar dat de rol van gemeenten in de toekomst steeds groter zal worden in lokaal voedselbeleid. > Te downloaden: tinyurl.com/duurzaamvoedselbeleid
01.04.2012 - 04.04.2012 > Internationale conferentie Multifunctionele landbouw Doel is een ‘state of the art’ van wetenschappelijk onderzoek over multifunctionele landbouw en stad-land relaties. Men brengt vakgebieden bij elkaar: van dierwetenschappen tot ruimtelijke planning, van sociologie tot architectuur. Organisatie: Wageningen UR en Taskforce Multifunctionele Landbouw Locatie: Wageningen
07.05.2012 - 11.05.2012 > Cursus Europese Landbouw beleid Deze cursus geeft inzicht in de achtergrond, recente ontwikkelingen en impact van het GLB. Aan bod komen de werking van het beleid, de belangrijkste aandachtspunten nu en in de toekomst en de plaats van het GLB in het brede raamwerk van ruraal en regionaal beleid. Aanmelden vóór 13 april. Organisatie: Wageningen Business School Locatie: Wageningen
10.05.2012 - 12.05.2012 > First European Market of Local Products De eerste Europese markt voor lokale producten. Het evenement borduurt voort op een transnationaal project in 2010 tussen de Pays du Velay, Nederland, Polen, Hongarije en Finland over lokaal voedsel, en maakt onderdeel uit van het globale Leader transnationale project 2007-2013. Organisatie: Chambre de l’Agriculture of Haute Loire Locatie: Le Puy en Velay
14.07.12 > De Nacht van Electra Nachtelijk avontuur. Van zonsondertot zonsopgang een programma in de landerijen rondom het gemaal de Waterwolf bij Electra geïnspireerd door de nacht. www.nachtvanelectra.nl
Wekelijks > Twitterchat Iedere dinsdagavond om half negen verzorgt Netwerk Platteland een twitterchat met alle geïnteresseerden. Een twitterchat is een afgesproken uurtje twitteren rond een thema. Leuk, aanstekelijk, goed voor contacten en het kan leerzaam zijn. Zoek op www.twitter.com naar #guusnet om de chat te volgen en eventueel mee te doen met het gesprek. Alleen meelezen? Inloggen in twitter is niet nodig. twitter.com/guusnet
> Kijk voor meer details en links op tinyurl.com/np-agenda