3 L E E S T E K S T
Een struis(e) in de wei.
een bezoek aan een struisvogelkwekerij … Ja, dat was het eerste wat mij te binnen schoot toen ik tijdens een fietstocht plots in een weide een reusachtige vogel zag. Met zijn 2,5 m en zo’n 130 kg is het echt wel een imposante verschijning. Ook zijn poten met twee tenen maakten indruk. Ik had al gelezen dat hij er levensgevaarlijke trappen mee kan uitdelen als hij zich bedreigd voelt. Of hij gaat snel op de loop en haalt daarbij snelheden van zo’n 50 km per uur. Tja, hij moet wel lopen want vliegen kan hij niet. Je hebt waarschijnlijk wel al door dat ik oog in oog stond met een struisvogel. Maar echt thuishoren doet hij hier niet. Oorspronkelijk is hij afkomstig uit Afrika. Nu wilde ik toch wel weten hoe die in onze streken terechtgekomen was. Ik fietste rustig verder en ontdekte aan de oprit van een boerderij een bordje “Struisvogelkwekerij”. Nieuwsgierig reed ik de lange oprijlaan op. Op het erf keek de eigenaar van het bedrijf mij vragend
aan. Hij zag mijn verbazing en bood mij een rondleiding door zijn bedrijf aan. We stapten een klein gebouw binnen. Een kanjer van een ei in de hoek van het gebouwtje trok onmiddellijk mijn aandacht. Onze struisvogelkweker zag mijn verbaasde blik, zei niets en ging bovenop het ei staan. Ik verwachtte dat het uiteen zou spatten, maar nee hoor, het bleef intact. Lachend legde hij toen uit dat struisvogeleieren de grootste eieren van de wereld zijn. Ze zijn 15 à 20 cm lang, wegen 1500 tot 1600 g en de schaal heeft een dikte van 2 mm. Elke struisvogel legt tussen de 70 en 120 eieren per jaar. De bevruchte eieren komen in broedmachines terecht. Struisvogels broeden immers niet zelf. In hun natuurlijk milieu leggen zij hun eieren in het warme zand en laten ze door de zon uitbroeden. Alleen ‘s nachts houden zij ze zelf warm. Ons klimaat laat dit echter
3.3 Veeteelt
3 L E E S T E K S T
niet toe. Vandaar het gebruik van broedkasten met een zeer lage vochtigheidsgraad. De eieren worden er 39 dagen gekoesterd. Om misvormde kuikens te voorkomen keert men ze regelmatig. Op sommige bedrijven gebeurt dat al computergestuurd maar zover was onze gastheer nog niet. Hij keert alle eieren nog manueel. Daarna plaatst hij ze in de uitkomkast. Na een drietal dagen komen de jonge kuikens uit het ei gekropen.
Nu kwamen we terecht in de struisvogelmaterniteit. Het was er verschrikkelijk warm. Ongeveer 36°C vertelde mijn gastheer. Het komt er in het begin vooral op aan om ervoor te zorgen dat de babyvogeltjes geen kou lijden. Anders worden ze ziek. Bij heel slecht weer worden ze zelfs in een couveuse geplaatst. De pasgeboren struisjes hebben ongeveer de grootte van een kip en wegen zo’n 750 g. De eerste 3 dagen krijgen ze nog geen voedsel. Daarna pikken ze steentjes en kiezeltjes om de maag te reinigen en krijgen ze een mengsel van groenvoer en kippen- en struisvogelvoer. Dat zorgt ervoor dat de kleintjes razendsnel groeien: ongeveer 1 cm per dag. Zo komt het dat ze na 1 jaar al 110 kg wegen en per dag anderhalve tot 2 kg voedsel naar binnen werken. Ik duizelde van al die cijfers, maar ik was nog steeds geboeid door de vraag waarom iemand in onze streken struisvogels begint te kweken. Voor de eieren was het in elk geval niet, want onbevruchte eieren worden uitgeblazen en gebruikt als decoratie. Alhoewel sommigen het eigeel gebruiken om er advocaat van te maken. Mijn gastheer vertelde toen dat struisvogels hoofdzakelijk voor het vlees gekweekt worden. Het is immers vlees met een zeer laag cholesterolgehalte en dus gezond. Zeker nu ons varkensvlees, rundvlees en kippenvlees zo vaak negatief in het nieuws komt, zijn mensen op zoek naar alternatieve producten. En daar past struisvogelvlees perfect in. Wat mij wel verwonderde was dat een volwassen vogel van 110 kg maar 40 kg bruikbaar vlees oplevert.
Veeteelt 3.4
Men laat de rest echter niet verloren gaan. De gelooide struisvogelhuid levert immers stevig leder op waarvan tassen, riemen en portefeuilles gemaakt worden. De punten waar de veren in de huid zaten geeft een uniek patroon. De veren en de eieren zie je vaak als versiering opduiken bij kleren, hoeden, huizen, enz. Zelfs de vetreser ve van struisje gaat niet verloren. Men maakt er olie van die hoofdzakelijk verwerkt wordt in crèmes voor mensen met een droge of gevoelige huid. Maar niet alle struisvogels worden na 1 jaar geslacht. De beste gaat onze kweker uitkiezen om mee verder te kweken. Die worden dan in groepjes, bestaande uit een haan en enkele hennen, samengebracht in een afzonderlijke stal. Daar moet de haan ervoor zorgen dat zoveel mogelijk eieren bevrucht worden. En dan komen we weer bij de broedmachines terecht. Toen ik later terug naar huis fietste, leek het wel of die struise in de wei mij heel wat vriendelijker aankeek dan een paar uur geleden. Of was ik het die hem met heel andere ogen bekeek....
3 W E R K B L A A D J E S
1.
Loopvogels.
De struisvogel behoort tot de groep van de loopvogels of ratitae. Hieronder zie je de identiteitskaart van de vijf voornaamste soorten loopvogels.
IDENTITEITSKAART - CARTE D’IDENTITE PERSONALAUSWEIS - IDENTITY CARD Naam:
NANDOE
Latijnse naam:
RHEA AMERICANA
Nationaliteit:
Zuid-Amerika
Grootte:
+ 1,60 m
Gewicht:
25 kg
Bijzonder kenmerk: Pluimen grijs, soms wit. Mannetje roept zijn eigen naam, vrouwtje is
ITE ’IDENT D E T R CARD RT - CA TSKAA IS - IDENTITY I E T I T WE IDEN ALAUS L PERSON SVOGE
STRUI
US CAMEL TRUHO S Naam: naam: l Afrika Centraa Latijnse tot 3 m aliteit: 2,10 m Nation ee 180 kg : chts tw 120 tot Grootte met sle l e g o v op t: enige lo Gewich k: De r e re poot m n e an iede er k tenen a Bijzond 2 dagen 40 tot 4 jd: Broedti
IDENTI TEI PERSON TSKAART - CA RTE D’I ALAUS WEIS DENTIT Naam: IDENTI TY CAR E D Latijnse CASU
naam: ARIS Nation CASUA aliteit: RIUS C ASUAR Grootte Australi IUS : ë - Guin ea Gewich 1,35 m t: tot 1,50 m Bijzond 30 tot 5 er kenm 0 kg erk: H et vrou wtje en het ma ben een nnetje eenhoo hebr n ige helm met hu , bedek id. Die t bescher neer h mt hem ij doo w a n r het stor mt. kreupe De vle lhout ugeluit zonder einden pluime die n zijn, zwarte lijken o vork. D p een e nek kleuren heeft h (keel: b arde lauw helm: r Broedti nek: ro ood, so jd: o d ms gee 47 tot 5 l). 6 dagen
stom. Van alle loopvogels heeft hij de grootste vleugels. Is een goed zwemmer. Broedtijd:
36 tot 40 dagen
IDENTI TEI PERSON TSKAART - CA RTE D’I ALAUS WEIS DENTIT Naam: IDENTI TY CAR E D Latijnse KIWI
naam: Nation APTERY aliteit: X AUST RALIS Grootte Nieuw-Z : eeland Gewich + 30 cm t: Bijzond + 4 kg er kenm erk: N achtdie r dat de grootste dag do tijd van orbreng de t in een ho zich me Broedti l. Voed t larven jd: t , worme 75 tot 8 n en sla 0 dagen kken.
ITE ’IDENT D E T R CARD RT - CA TSKAA IS - IDENTITY I E T I T WE IDEN ALAUS PERSON DIAE
EMOE
AN EHOLL S NOVA IU A : M m DRO Naa eland : ieuw-Ze m N a a n ë li e Austra Latijns m teit: li tot 1,80 a n o ti 1,60 m Na en een : n hebb 55 kg Grootte e r ie e edt ekte t: leur. Vo langger Gewich k: De roene k r g e d g m a n r e te sec n, er k sma mooie Bijzond men, in e lo b , et fruit zich m n. n rupse zaden e . 2 dagen 57 tot 6 jd: Broedti
3.5 Veeteelt
4 L E E S T E K S T
2.
Titel:
Als je deze identiteitskaarten goed bekijkt, zijn volgende opdrachten kinderspel: 1. Schrijf bij elke vogel de juiste naam. 2. Verbind de tekening van elke vogel met de plaats waar ze voorkomen.
............................................................
❍ ❍ ............................................................
❍ ............................................................
vb.: Mechelse koekoek ........................
❍
❍ ............................................................ ❍ ............................................................
Veeteelt 4.1
4 L E E S T E K S T
3.
Loopvogels in grafieken.
Teken jezelf op schaal in de grafiek. Doe daarna hetzelfde met de struisvogel, de emoe, de casuaris, de nandoe en de kiwi. 300 cm
200 cm
100 cm
0 cm
4.
Loopvogels en klimaat.
Maak bij deze opdrachten gebruik van het kaartje uit opdracht 2, de klimaatkaarten in je atlas en van grafieken i.v.m. het klimaat. Wat is het natuurlijk klimaat waarin loopvogels leven? .................................................................................................. .................................................................................................. In welk klimaat komen ze terecht als ze in onze streken gekweekt worden? .................................................................................................. .................................................................................................. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen de twee klimaten? .................................................................................................. .................................................................................................. .................................................................................................. .................................................................................................. Waaraan zal de struisvogelkweker aandacht moeten besteden als hij zijn dieren gezond wil houden? .................................................................................................. .................................................................................................. .................................................................................................. ..................................................................................................
4.2 Veeteelt
4 D O E - O P D R A C H T E N
1.
Waarom struisvogels beter niet kunnen vliegen.
Je kan vast wel een aantal redenen verzinnen waarom het eigenaardig is dat struisvogels niet kunnen vliegen. Probeer die eens in een tekst te schrijven. Als slot bedenk je maar een reden (liefst grappig) waarom het misschien maar best is dat ze niet kunnen vliegen. Tip: Probeer vanuit volgend standpunt te schrijven: Je loopt te piekeren hoe het komt dat struisvogels niet kunnen vliegen. Daarbij som je voor jezelf een aantal redenen op waarom je denkt dat ze dat wel zouden moeten kunnen. Als slot merk je een gebeurtenis in de natuur rondom jou op die je doet beseffen dat het misschien toch wel beter is dat struisvogels niet kunnen vliegen. Probeer het slot komisch te maken. .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... .................................................................................................... ....................................................................................................
Veeteelt 4.3
4 D O E - A C T I V I T E I T E N
2.
“ Struische” quiz :
GOED OM WETEN !! Wat ? • een quiz, bestaande uit een combinatie van doe-opdrachten en weetvragen i.v.m. de struisvogel. • kan als syntheseles gebruikt worden na het behandelen van de tekst. Werkvorm ? • kleine groepen (max. 4 lln. ) TIP: laat alle kinderen de linkerschoen uitdoen. Verdeel de schoenen in groepjes. Elke lln. vindt nu de eigen schoen terug. Zo voorkom je discussies over de groepsindeling. • zorg bij voorkeur voor een aangename quizsfeer. Spelregels ? • de lkr. stelt een vraag. Er wordt in de eigen groep, in stilte, overlegd over het antwoord. Het antwoord wordt op een blad genoteerd. Op het signaal (vb. belletje) van de lkr. steekt iedere groep het antwoord in de lucht. Niemand schrijft of verbetert nog. Wie correct antwoordt trekt bij de lkr. een pancarte (i.v.m. de levensloop van de struisvogel). • bij een doe-opdracht duidt elke groep een groepslid aan die de opdracht zal uitvoeren. Elke leerling kan maar één keer voor de groep een doe-opdracht uitvoeren. Zo komt iedereen aan bod. Wie het best / snelst (afhankelijk van de opdracht) de opdracht uitvoert trekt een pancarte ( i.v.m. de levensloop van de struisvogel) bij de lkr. Winnaar ? ➢ de groep die eerst de volledige reeks kaarten heeft met de levensloop op van de struisvogel (en dus niet wie het meeste kaarten heeft) is winnaar. Of ➢ de groep die het grootste aantal volledige levenslopen van de struis kan leggen. Keuze van de lkr. : ➢ per opdracht het materiaal aan elke groep geven of ➢ al het nodige materiaal in een box aan elke groep aanbieden bij de start van de quiz.
TIP: Wees creatief met de opdrachten. Misschien heb je zelf nog schitterende ideeën of laat je liever een opdracht weg. Dat kan ! Veel plezier toegewenst ! Materiaal leerkracht : ( in volgorde van de vragen) Wat vetgedrukt staat kan elke lln. zelf meebrengen. • voldoende gekopieerde struisvogelkaarten (5 per serie !) • vraag 1 : per groep : Tekeningen huiden ( koe en struisvogel) • vraag 2 : per groep : 1ei, 1 naald, 1 kommetje • vraag 3 : per groep : blanco schema, bij voorkeur op A4 formaat • vraag 4 : per groep : mesje, veer(pluim), ecoline of inkt • vraag 7 : per groep : evenveel passers en geodriehoeken als groepsleden. • vraag 9 : per groep : evenveel woordenboeken als groepsleden • vraag 10 : tangrammen, zoveel als er groepen zijn. • vraag 12 : 24 kippeneieren en een weegschaal Basismateriaal van elke groep : • stiftenassortiment / antwoordbladen.
4.4 Veeteelt
4 D O E - O P D R A C H T E N
DE STRUISVOGELQUIZ : 1. Teken het lederpatroon van een koe en dat van een struisvogel.
➢ lkr. geeft elke groep twee getekende huiden. 1. Teken het lederpatroon van een koe en dat van een struisvogel.
2. Blaas, op het signaal, het ei zo snel mogelijk uit, beschadig zo weinig mogelijk de schaal. ➢ lkr. geeft elke groep een vers ei, naald en kommetje.
3. Vul de correcte benaming in van de mannetjes en vrouwtjes :
mannetjes kippen struisvogels varkens runderen
Veeteelt 4.5
vrouwtjes
5 D O E - O P D R A C H T E N
4. Snij met het mesje voorzichtig een schuine punt aan de veer. Dompel het in de inkt of ecoline. Teken een struis en schrijf er zijn naam even plechtig bij. ➢ lkr. geeft elke groep een veer, potje inkt of ecoline, mesje
5. Struisvogels zijn vriendelijk, nieuwsgierig en gemakkelijk handelbare dieren. Toch kunnen de mannetjes agressief worden. Wanneer & waarom ? .................................................................................................... .................................................................................................... ....................................................................................................
6. Struisvogeleieren zijn de grootste ter wereld. Waarom kunnen ze tot 1,5 kg per stuk wegen en hebben ze een dikke schaal tot 1,6 mm dik? ➢ de groepjes antwoorden met a) - b) c) of d) a) omdat de eieren zo goed beschermd zijn tegen mogelijke vijanden. b) omdat de hen ook groot en zwaar is en er op moet kunnen broeden. c) omdat de zonnestralen niet door de schaal mogen dringen en het kuiken zo niet kan verbranden. d) omdat het ei gelegd wordt door de hen al rechtstaande. Het ei zou barsten.
5.1 Veeteelt
5 D O E - O P D R A C H T E N
8.Plaats de volgende zinnen in de juiste chronologische volgorde. Noteer de letters in de goede volgorde op je blad. a.- het starteten wordt voor het eerst verorberd
1 = ..........
b.- de kuikens pikken kiezeltje om hun maag te schuren
2 = ..........
c.- de struisjes eten nog niets
3 = ..........
d.- het volwassen dier is kweekklaar of slachtrijp
4 = ..........
e.- de 4 maand oude vogel eet volwaardig voer
5 = ..........
9. Zoek zoveel mogelijk spreekwoorden met het woord “ei” erin. Noteer ze. Jullie krijgen vijf minuten de tijd. ➢ lln. krijgen evenveel woordenboeken als groepsleden. ➢ lkr. zet de keukenwekker op 5' na het lezen van de opdracht
10. Je krijgt 3 minuten tijd om met de tangrampuzzel de vorm van een ei te maken. Let op : alle stukken moeten gebruikt worden. ➢ elke groep krijgt een tangrampuzzel.
Veeteelt 5.2
A D O E - O P D R A C H T E N
11. Waar of niet waar ? a) Een kiwi is naast een vrucht ook een loopvogel. b) De emoe is de grootste vogel van Australië. c) Een struisvogel is stom. d) De Arabische struisvogel is sinds 1982 uitgestorven. e) Een struisvogel kan sneller lopen dan een leeuw maar minder snel dan een jachtluipaard.
12. Hoeveel weegt een struisvogelei als het overeenkomt met 24 kippeneieren? ➢ leg al 24 kippeneieren en een weegschaal klaar. Controleer het gewicht nadat de antwoorden gegeven zijn.
13. Waarom heeft een struisvogel zoveel vetreserves ? ➢ Het natuurlijk milieu van een struisvogel is een droog gebied. Zijn vet heeft hij daar, door het gebrek aan water, dus echt nodig als “reserve”. (zelfde principe als de kameel met zijn bulten)
14. Beeld een spreekwoord uit. Je teamgenoten proberen het te raden. ➢ het groepje dat het snelste het spreekwoord raadt is winnaar. (tijd chronometreren) a) veel kakelen maar weinig eieren leggen b) de kop in het zand steken c) beter een half ei dan een lege dop d) ...
15. Probeer twee eieren te stapelen.
A.1 Veeteelt