Stagegids DPS Versie 1, januari 2014.
Beste student, Voor je ligt de stagegids voor CE Digital Publishing Studies van de Academy for Creative industries van Fontys. In deze gids krijg je uitleg over het verloop van de meewerkstage en wat er van je verwacht wordt. Ook komt de afstudeerscriptie aan bod (met een eventuele onderzoeksstage). Mocht je vragen hebben, kun je contact opnemen met Michiel van Diesen (
[email protected]) of Rick van de Ven (
[email protected]).
ALGEMEEN Deze gids behandelt twee verschillende states: de meewerkstage (eerste semester jaar 3) en de onderzoeksstage (tweede semester jaar 4) Alhoewel er wordt gesproken over een onderzoeksstage, is het nog niet bekend of de stage verplicht is, of dat het mogelijk wordt om een onderzoeksrapport (afstudeerscriptie) te schrijven zonder een stage. DPS is wel bezig om dit te realiseren, waarmee het mogelijk wordt om bijvoorbeeld een onderzoek te verrichten voor je eigen bedrijf. Indien dit mogelijk wordt, zal deze gids worden aangepast en volgt er een mededeling hierover. MEEWERKSTAGE Wat is de meewerkstage? Tijdens de meewerkstage werk je mee met een bedrijf (of andere organisatie) in de voor DPS relevante branches. Naast het meelopen wordt er van je verwacht dat je een ‘beroepsproduct’ oplevert. Dit is een opdracht die, na goedkeuring van de stagegever, moet worden ingeleverd bij Fontys. Wat dit beroepsproduct precies behelst staat verderop in de stagegids nader toegelicht. De meewerkstage is ongeveer 1 semester lang (18 weken minimaal). Het maximum is ongeveer 21 weken, uitgaande van een full-time stage (1 FTE). De meewerkstage is bedoelt om je praktijkervaring op te laten doen. Daarnaast kun je hiermee aan Fontys aantonen dat je de belangrijke competenties beheerst. Deze twee zaken komen dus samen in de meewerkstage. Welke eisen worden er aan een stage gesteld?
De stage moet op hbo-niveau zijn; Je dient te beschikken over een bedrijfsbegeleider, die je op hbo-niveau kan begeleiden; De stage moet worden gelopen voor een organisatie die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; Je krijgt de beschikking over een adequate werkplek bij de organisatie (ARBO eisen); Je krijgt voldoende gelegenheid om contacten te leggen met personen binnen en buiten de organisatie. De stage moet een digitaal component hebben en bij voorkeur plaatsvinden binnen een ‘digitale’ organisatie of een ‘digitale’ afdeling plaatsvinden en vallen binnen het domein commerciële economie; Biedt de student de mogelijkheid te werken aan de vooropgestelde opleidingscompetenties Biedt de mogelijkheid te werken aan kenmerkende beroepsproducten en in kenmerkende beroepssituaties. De stagiair werkt aan beroepsproducten en beroepshandelingen zoals aangegeven binnen het competentieprofiel op niveau 2 (zie studiegids voor verdere uitleg van de competenties); Het is NIET toegestaan een meewerkstage te lopen bij een bedrijf waar je zelf (mede-)eigenaar van bent.
De stagiair moet in staat worden gesteld om deel te nemen aan verplichte onderwijsactiviteiten, zoals tentamens, toetsen of andere terugkomverplichtingen. Deze eisen worden vooraf (zoveel mogelijk) door Fontys gecontroleerd. Mocht de stage in de ogen van de stage coördinator niet voldoen aan de eisen, krijg je geen toestemming om de stage te lopen. Daarnaast heeft de stagedocent altijd de bevoegdheid een stage per direct te staken indien hij of zij van mening is dat de stage niet aan de vereisten voldoet. Dit is in jouw eigen belang, zodat je niet bij een ongeschikt stagebedrijf blijft.
Mogelijke stages Er zijn talloze mogelijkheden voor een stage. Hieronder staan enkele voorbeelden:
Interne innovator (intrapreneur); meedraaien Marketing & Sales: analist Meedraaien met product manager Stage bij investeringsmaatschappij (begeleiding ondernemers) Online marketing
Stagebegeleiding Je krijgt een docent toegewezen die je begeleidt tijdens de meewerkstage. Hierin heb je in principe geen inspraak. De rol van de docent is adviserend en controlerend. In de adviserende rol zal hij/zij je bijstaan met vragen, problemen en andere zaken waar je tegenaan kunt lopen bij een stage. In de controlerende rol verifieert de docent doorlopend of je stage aan de eisen voldoet en hbowaardig is. De stagedocent heeft de bevoegdheid om in te grijpen indien de stage niet aan de eisen voldoet, hetzij door bij te sturen via jou en je bedrijfsbegeleider, hetzij door de stage te beëindigen. De stagedocent dient minimaal twee keer langs te komen bij de stage. Het eerste bezoek is binnen drie weken na de start van de stage. Het tweede bezoek is binnen de laatste twee weken van de stage. De stagiair moet de stagedocent uitnodigen voor het gesprek. Tijdens het eerste gesprek bespreek je de stage met de docent en de bedrijfsbegeleider. De docent kan hierbij ook adviseren over het beroepsproduct. Het tweede gesprek is meer evaluerend van aard. Hoe is het jou bevallen, hoe is het de bedrijfsbegeleider bevallen, etcetera? Tussen de bezoeken door dien je minimaal 1 keer per maand contact op te nemen met je stagedocent. In dit contact (mail, telefonisch, Skype, etcetera) geef je aan hoe het gaat, wat je werkzaamheden zijn en hoe het gaat met het beroepsproduct. Dit contact zorgt ervoor dat de docent je optimaal kan begeleiden en eventueel bij kan sturen indien noodzakelijk. Binnen drie weken na aanvang van het meewerkstage lever je bij je docent een Plan van Aanpak in. Hierin leg je uit op welke wijze je aan de competenties wilt werken, welke andere leerdoelen je voor jezelf hebt (en hoe je daar aan wilt werken) en hoe je het beroepsproduct aan gaat pakken.
Algemene eisen rapport
De opleiding hanteert als leidraad: Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (vierde druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Ieder rapport is voorzien van bronvermelding volgens de APA richtlijnen. Elk rapport vermeldt op de titelpagina volledige gegevens van de stage verlenende organisatie en student inclusief studentnummer en correcte toetscode van de stage (zie studiegids). Daarnaast wordt het rapport enkel geaccepteerd door de Studentbalie als het juiste voorblad is toegevoegd, waarop de volgende informatie staat vermeld: naam student, studentnummer, toetscode, naam stageorganisatie, naam bedrijfsbegeleider, naam stagedocent en naam beoordelend docent. Dit voorblad staat op de portal.
Mogelijke beroepsproducten Dit zijn voorbeelden van mogelijke beroepsproducten. Marketingplan voor een nieuwe dienst of een bestaande dienst Ondernemingsplan voor een nieuwe of bestaande dienst, mits klaar voor grootschalige lancering (het bepalen of een dienst klaar is voor een grootschalige lancering dient in overleg met je stagedocent te gaan). Een onderzoek naar de levensvatbaarheid van een nieuwe dienst Het ontwikkelen van een nieuw concept (analoog aan ondernemingsplan) volgens lean methode. Op voorstel van bedrijf zelf, mits goedgekeurd door de stagedocent. De belangrijkste eisen aan het beroepsproduct zijn: 1) Valt binnen het domein van de commerciële economie 2) Valt binnen het domein van DPS (een combinatie van ondernemerschap, creativiteit en media & technologie). Het is dus mogelijk om een beroepsproduct op te stellen wat niet op de lijst staat, mits deze voldoet aan de genoemde eisen en vooraf is goedgekeurd door de stagedocent. Beoordeling De stage wordt beoordeeld aan de hand van vier factoren:
Het ingeleverde beroepsproduct (40%) De beoordeling van de stagegever over de stagiair (30%) Een kort reflectieverslag van de student (10%). Een creatieve management summary (20%).
De documenten moeten gebundeld worden aangeboden in een stagerapport. Indien het stagerapport incompleet is, wordt automatisch het cijfer 1 toegekend. Het stagerapport bevat een uitgebreide beschrijving van het beroepsproduct en het onderzoek wat is gedaan om dit product op te kunnen leveren (c.q. een
uitgebreide beschrijving van de stappen die zijn gezet om tot dit product te komen). Daarnaast bevat het stagerapport een kort reflectieverslag (maximaal 5 pagina’s), waarin je je eigen leerproces evalueert obv de competenties waar op wordt beoordeeld. Hierin zet je ook de doelstellingen vooraf af tegen de behaalde resultaten. Daarnaast bevat het reflectieverslag een kritische zelfreflectie van je eigen beroepshouding en je persoonlijke ontwikkeling gedurende de stage. Je stageverslag moet ook een creatieve management summary bevatten. Dit is ‘iets’ waarmee je de beoordelend docent in maximaal drie minuten probeert te vertellen wat je voor je stage hebt gedaan en hoe je op je beroepsproduct bent gekomen, zoals de visie, de stappen die je hebt gezet, etcetera. De management summary is verder vormvrij, dus het mag op papier, digitaal, in de vorm van een video, audio of wat dan ook mits het maar creatief is en er uit blijkt dat je de competenties hebt behaald. Let er wel op dat dit management summary reproduceerbaar moet zijn (meerdere mensen moeten het dus op verschillende tijdstippen kunnen zien)! Tot slot bevat het stageverslag de evaluatieformulieren: het formulier van de bedrijfsbegeleider (waarin je wordt geëvalueerd) en het formulier waar je je stagedocent evalueert. Beoordeling vindt plaats op onderstaande competenties: C1, C2, C3, C4, C5, C10 en C11. Alle competenties worden beoordeeld op niveau 2. Voor meer informatie over de competenties kun je in de studiegids kijken. Voor alle onderdelen van het stageverslag (beroepsproduct, beoordeling door bedrijfsbegeleider, reflectieverslag en creatieve management summary) geldt dat er minimaal een 5,5 voor gehaald moet worden. Scoor je voor 1 van de onderdelen onder de 5,5, is je eindcijfer een onvoldoende. Herkansingen Je hebt 1 herkansing voor het stagerapport. Indien (ook) je tweede kans met een onvoldoende wordt beoordeeld, zul je in principe opnieuw stage moeten lopen. In uitzonderlijke gevallen kan de Examencommissie beslissen om een derde kans toe te kennen. Dit gebeurt uitsluitend als de stage op (ruim) afdoende niveau was en uitsluitend het stagerapport onvoldoende was. Stage buitenland Indien je stage loopt in het buitenland, dien je individuele afspraken te maken met de stage coördinator.
ONDERZOEK(S)STAGE Tijdens de onderzoeksstage (of het afstudeeronderzoek) schrijf je een afstudeerscriptie. Deze scriptie gaat over een zelfgekozen onderwerp en moet een onderzoek zijn (kwalitatief of kwantitatief) en moet leiden tot een advies over een commercieel economisch onderwerp. Algemene eisen rapport
De opleiding hanteert als leidraad: Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (vierde druk). Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Ieder rapport is voorzien van bronvermelding volgens de APA richtlijnen. Elk rapport vermeldt op de titelpagina volledige gegevens van de stage verlenende organisatie en student inclusief studentnummer en correcte toetscode van de stage (zie studiegids). Daarnaast wordt het rapport enkel geaccepteerd door de Studentbalie als het juiste voorblad is toegevoegd, waarop de volgende informatie staat vermeld: naam student, studentnummer, toetscode, naam stageorganisatie, naam bedrijfsbegeleider, naam stagedocent en naam beoordelend docent. Dit voorblad staat op de portal.
Plan van Aanpak Binnen 3 weken na de start van het onderzoek moet je een Plan van Aanpak (PvA) inleveren bij je stagedocent. In dit PvA beschrijf je onder andere de volgende zaken:
De opdrachtgever Het probleem van de opdrachtgever Een grondige probleemanalyse: Wat is het probleem? Waarom is het een probleem? Waaruit blijkt dat het een probleem is? Welke oplossingen zijn er mogelijk voor het probleem? Een onderzoeksvraag, die is verankerd in de probleemanalyse en de theorie. Deelvragen Een onderzoeksmethodiek, inclusief onderbouwing. Een tijdsplanning.
Het PvA wordt bekeken door docenten, die je zullen adviseren of je hiermee verder kunt of niet. Inleverdata
De inleverdata worden vooraf bekend gemaakt. Indien je niets inlevert op een inleverdatum, wordt automatisch het cijfer 1 toegekend; je zult dan op moeten voor de herkansing.
Beoordeling Het beoordelingsformulier is terug te vinden op fontysaci.nl (studentinformatie). Let op het volgende:
Er zijn 2 beoordelaars. Er wordt op zes onderdelen beoordeeld. Indien 1 van deze onderdelen met een onvoldoende wordt beoordeeld, is dat meteen je eindcijfer (dus een 4 voor 1 onderdeel en een 6 voor de vijf anderen resulteert in een 4 als eindcijfer).
Herkansingen Er is maximaal 1 herkansing voor een onderzoeksstage. Indien je beide kansen niet haalt, zijn de volgende opties beschikbaar:
Je loopt een volledig nieuwe stage Je start een volledig nieuw onderzoek In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie besluiten om een derde kans toe te kennen. Om deze derde kans toe te kennen moet vast staan dat het probleem van de scriptie niet zit in de onderzoeksopdracht, maar in de uitvoering en rapportage.
Stagedocent Je krijgt een docent toegewezen die je begeleidt tijdens de onderzoeksstage. Hierin heb je in principe geen inspraak. De rol van de docent is adviserend en controlerend. In de adviserende rol zal hij/zij je bijstaan met vragen, problemen en andere zaken waar je tegenaan kunt lopen bij een stage. In de controlerende rol verifieert de docent doorlopend of je stage aan de eisen voldoet en hbowaardig is. De stagedocent heeft de bevoegdheid om in te grijpen indien de stage niet aan de eisen voldoet, hetzij door bij te sturen via jou en je bedrijfsbegeleider, hetzij door de stage te beëindigen. De stagedocent dient minimaal twee keer langs te komen bij de stage. Het eerste bezoek is binnen drie weken na de start van de stage. Het tweede bezoek is binnen de laatste twee weken van de stage. De stagiair moet de stagedocent uitnodigen voor het gesprek. Tijdens het eerste gesprek bespreek je de stage met de docent en de bedrijfsbegeleider. De docent kan hierbij ook adviseren over het beroepsproduct. Het tweede gesprek is meer evaluerend van aard. Hoe is het jou bevallen, hoe is het de bedrijfsbegeleider bevallen, etcetera?
Tussen de bezoeken door dien je minimaal 1 keer per maand contact op te nemen met je stagedocent. In dit contact (mail, telefonisch, Skype, etcetera) geef je aan hoe het gaat, wat je werkzaamheden zijn en hoe het gaat met het beroepsproduct. Dit contact zorgt ervoor dat de docent je optimaal kan begeleiden en eventueel bij kan sturen indien noodzakelijk. Voor de onderzoeksstage geldt verder: Je krijgt begeleiding, maar een docent begeleidt je NIET naar een voldoende! Je bent zelf altijd verantwoordelijk voor het eindproduct; je dient ook zelf te beslissen of je de adviezen van je docent opvolgt.
Procedure Voordat je begint
Voordat je aan de stages kunt beginnen bespreek je je studievoortgang met de studiecoach. Check de toegangsnormen van de stage in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Zoek een stageplaats. Begin hier op tijd mee! Informeer je stageverlenende organisatie en bedrijfsbegeleider over de eisen die de opleiding stelt aan de organisatie, opdracht en wat de procedures inhouden. Laat de stageovereenkomst door alle betrokken partijen ondertekenen.
Stageovereenkomst De stageovereenkomst is te vinden op de website van Fontys ACI, bij de studenteninformatie. Deze dient volledig te worden ingevuld door de student (getypt, dus niet geschreven). De overeenkomst moet vervolgens worden ondertekend door de student en de stageverlenende organisatie. Na ondertekening scan je de overeenkomst in en verstuur je hem naar de stage coördinator via <MAILADRES>. De overeenkomst moet minimaal tien werkdagen voor de eerste stagedag ingediend zijn. Het bedrijfsbureau zorgt ervoor dat de overeenkomst ook door Fontys wordt ondertekend. Zowel de student als de stageverlenende organisatie ontvangen een getekend exemplaar. De stage is gestart.
Nodig je stagedocent uit voor het eerste gesprek. Je stagedocent krijg je uiterlijk in de eerste twee weken van je stageperiode toegewezen, of zoveel eerder als mogelijk is. Dit geldt alleen als je stageovereenkomst is goedgekeurd. Je nodigt je stagedocent meteen uit voor een stagegesprek. Het is de bedoeling dat je stagedocent in de eerste maand van je stage het stagebedrijf bezoekt en een bespreking heeft met jou en je bedrijfsbegeleider. Stagedocenten zijn altijd bevoegd de stage te beëindigen indien zij situaties aantreffen die niet voldoen aan de opleidingseisen.
Met opmerkingen [MvD1]:
[email protected]?
Stel je plan van aanpak op (of onderzoeksvoorstel). In het geval van een meewerkstage stel je binnen drie weken, na aanvang van de stage, een plan van aanpak op en je stuurt dat aan je stagedocent. NB: Neem in dit plan van aanpak tevens een paragraaf op met gestelde persoonlijke leerdoelen. Probeer daarnaast je stagewerkzaamheden/-opdrachten te koppelen aan de competenties waar je op beoordeeld wordt. In het geval van een onderzoekstage stel je binnen drie weken een onderzoekvoorstel op (inclusief tijdsplanning) en je stuurt dat aan je stagedocent. Voor zowel het plan van aanpak als het onderzoekvoorstel geldt dat dit tijdens het eerste bezoek van de stagedocent wordt besproken. Leid het stagegesprek. Stel vooraf een agenda op, ontvang je stagedocent bij je stagebedrijf, zit het stagegesprek voor met stagedocent en bedrijfsbegeleider. Bespreek in dit gesprek de procedures die vanuit de opleiding zijn opgesteld en je leerdoelen. Vraag je stagedocent het plan van aanpak te accorderen. De stageopdrachten staan in het plan van aanpak. Leg, indien mogelijk, de datum van je eindgesprek vast. Leg alle andere termijnen vast die op de stagevoortgang van toepassing zijn. Schrijf een verslag van het stagegesprek en stuur dat binnen tien werkdagen naar je stagedocent. Onderzoekvoorstellen worden nooit definitief goedgekeurd, aangezien onderzoek doen een doorlopend proces is. Informeer je stagedocent ten minste maandelijks over de voortgang van je stage conform de afspraken die je in het stagegesprek hebt gemaakt. In deze voorgang beschrijf je niet alleen het proces van je stageopdrachten, maar bespreek je ook je competenties en (vooraf) opgestelde leerdoelen. Je gebruikt hiervoor een leerdoelenmatrix (de invulling hiervan bespreek je tijdens het eerste stagebezoek van je stagedocent). Schrijf je rapport (tijdens de stage).
Afronding
Zorg dat je tijdig bent ingeschreven in Progress voor het inleveren van je stagedocumenten. Je ontvangt hier ook nog een mail over van het bedrijfsbureau. Voer je eindgesprek. Het eindgesprek voer je bij voorkeur op je stagebedrijf en heeft een vrije vorm: dialoog, presentatie, vergadering, zoals in onderling overleg tussen stagiair, stagedocent en bedrijfsbegeleider is vastgelegd tijdens het stagegesprek. Hierbij zijn de stagedocent en bedrijfsbegeleider aanwezig. Tijdens dit eindgesprek stelt de bedrijfsbegeleider vast of de stagiair de stagewerkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd. De bedrijfsbegeleider heeft daartoe vooraf het evaluatieformulier ingevuld. Tevens is dit een goed moment om het voorlopige stagerapport te bespreken. Je voert dit gesprek ruim voor het einde van je stage. Schrijf een verslag van het eindgesprek, inclusief reflectie over het gesprek, en stuur dat ter ondertekening naar je stagedocent. Dit ondertekende verslag neem je als bijlage op in je evaluatieverslag. In het geval van een onderzoekstage voer je dit gesprek in de laatste 3 weken van je stageperiode. Schrijf een verslag van het eindgesprek, inclusief
reflectie over het gesprek, en stuur dat ter ondertekening naar je stagedocent. Voor onderzoekstages geldt dat dit ondertekende verslag ingebracht moet worden bij het afstudeerassessment. Lever je stagedocumenten in. Inleveren van je stagedocumenten doe je op de dag die voor jou van toepassing is. Je levert je stagedocumenten in bij de Studentbalie en tekent ter plekke voor het inleveren van de documenten. Inleveren door iemand anders kan alleen door een tekenbevoegde gemachtigde. Je stagedocent heeft daartoe vooraf toestemming gegeven en dat gemeld bij het Bedrijfsbureau. Wanneer je in het buitenland stage loopt en daardoor niet aan bovenstaande procedure kunt voldoen, dan dien je vooraf met je stagedocent duidelijke afspraken te maken over het inleveren van je stage-/onderzoekrapport. Wacht je cijfer af. Uiterlijk tien werkdagen na inlevering van je rapport, ontvang je de beoordeling van je rapport per email van de beoordelaar. Je rapport is beoordeeld door een onafhankelijk docent, anders dan je stagedocent. Het onderzoekrapport wordt beoordeeld door twee onafhankelijke docenten.
Elk onderzoekrapport kan worden opgenomen in de HBO Kennisbank tenzij op de stageovereenkomst is aangegeven dat het rapport vertrouwelijk is. Indien dit in een later stadium bekend is, dien je dit per email door te geven aan het Bedrijfsbureau.