STAGE IN HET BUITENLAND. ACADEMIE VOOR SOCIALE STUDIES ’s-Hertogenbosch
VERHALEN VAN STUDENTEN
STAGE IN HET BUITENLAND. ACADEMIE VOOR SOCIALE STUDIES ’s-Hertogenbosch VERHALEN VAN STUDENTEN
VOORWOORD Voor je ligt een verzameling verhalen van studenten die hun stage in het buitenland hebben gelopen. Elk jaar vertrekken zo’n 20 tot 30 studenten van de Academie voor Sociale Studies ’s-Hertogenbosch (ASH) op stage naar het buitenland. Een deel daarvan heeft zijn of haar belevenis opgeschreven. Zij hebben stage gelopen in India, Peru, Cambodja, Indonesië, Zuid-Afrika, Suriname en Kenia. Zij verlieten huis en haard, dompelden zichzelf onder in een vreemde cultuur en deden ervaring op buiten Nederland. Dit vereist flexibiliteit, je moet kunnen omgaan met onzekerheid, verwachtingspatronen kunnen bijstellen en in staat zijn te leven zonder de vanzelfsprekende steun van je vertrouwde netwerk. Deze studenten zijn het avontuur aangegaan. Zij hebben ervaren hoe het is om zelf een keer de ‘vreemde’ te zijn, om zichzelf aan te passen aan een andere cultuur. Zij kregen hierdoor ook een spiegel voorgehouden; door contact met andere culturen leer je jezelf en je eigen cultuur beter kennen. Een buitenlandervaring tijdens je opleiding maakt je rijker. Natuurlijk door de persoonlijke ontwikkeling die je doormaakt, maar ook door de mooie verhalen waar je mee terug komt. Gekke ontmoetingen, culturele botsingen, heimwee, frustratie, liefde en grappige anekdotes: belevenissen die zij graag met jullie delen. Misschien inspireert het jou om ook het avontuur aan te gaan en staat jouw belevenis in de volgende editie van deze bundel. Veel lees- en meereisplezier. Het team Internationalisering, ASH Bart Paaimans, Nimrod Pieters, Charlot Lugtigheid, Roos van Rooij
4
INHOUD
ANNEMIEK VAN DE LAAK ZUID-AFRIKA
AMBER KUIJPERS ZUID-AFRIKA
EMILY BREKELMANS INDONESIË
JESSIE DE LEIJER INDONESIË
KOEN SCHOONDERBEEK INDONESIË
LOTTE DE GRAAF SURINAME
7 13 19 23 27 31
MISJA RIGHOLT SURINAME
MARJA VAN GARDEREN KENIA
MATTHIJS VAN DEN HURK CAMBODJA
NIKKIE FRIJTERS INDIA
RENEE VAN DEN OETELAAR INDIA
SABINE EIJKELHOF PERU
37 41 45 49 53 57 5
SURINAME
INDIA
CAMBODJA
PERU
ZUID AFRIKA
6
KENIA
INDONESIË
ANNEMIEK VAN DE LAAK STUDENT MAATSCHAPPELIJK WERK EN DIENSTVERLENING
KAAPSTAD: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 7
Cape Town stories… Nou, mijn avontuur in Kaapstad.. Waar moet ik toch beginnen??! Dat ik hier de tijd van mijn leven heb gehad is één ding dat vast staat! Ik was op geen plek liever geweest dan op deze veelzijdige, levendige plek. Natuurlijk is niet alles alleen maar positief geweest, maar alle minder leuke dingen zijn niets vergeleken met de mooie dingen die ik hier heb beleefd. Ik ben zo verliefd op deze stad dat ik dit verhaal nu ook schrijf vanuit Kaapstad.. Nee, niet omdat ik mijn stage niet heb gehaald, maar omdat ik terug ben. Gewoon omdat het kan! En omdat ik verliefd ben op deze stad.. en nog meer op mijn vriend die helaas in het verre Kaapstad woont.
8
heeft geslapen, betwijfel ik. Ach ja, het zorgde voor een hoop lol en iedereen was wel weer meteen wakker.
In het half jaar dat ik hier heb gewoond, heb ik zoveel gezien dat het moeilijk is om deze ervaringen in het kort op papier te zetten. Om te beginnen vond ik het heel fijn dat alles van tevoren goed geregeld was via het stagebemiddelingsbureau. Ik werd opgehaald van het vliegveld en het bemiddelingsbureau organiseerde verschillende trips voor alle studenten. Hoe konden we elkaar beter leren kennen dan met een bbq en veel alcohol?! Om vervolgens een week later met de organisatie en een groep van 28 studenten onze eerste trip te maken. Hermanus it was.. Ook hier stond elkaar beter leren kennen onder het genot van veel alcohol, eten en dansen de eerste dag centraal. De dag daarna gingen we shark cage diven. Of dat nou een optimale activiteit is, wanneer de helft nog dronken is of niet
Natuurlijk kan ik jullie geen verkeerd beeld geven en moet ik toegeven dat we natuurlijk niet alleen maar dronken waren in Kaapstad. Een andere te gekke trip vanuit 4-Exchange was de trip naar Cederberg. Stel je eens voor (in dit tijdperk!)… je zit in de middle of nowhere zonder telefoonbereik, internet of enige manier van contact met de buitenwereld dan ook. Je gaat kamperen en je tentpartner blijkt nog nooit in haar leven een tent op te hebben gezet. Dat begint al met de meest hilarische momenten! Een hele groep die je uitlacht vanwege het gestuntel met de tent. En de slappe lach die we zelf hadden maakte het nou ook niet makkelijker om de tent op te zetten. Natuurlijk lukte het uiteindelijk best. Na een avond bij het kampvuur gingen we de volgende ochtend vroeg op pad om te hiken. Ja, hiken! Sommigen zullen denken wat suf, maar zo suf was het niet hoor! De organisatie had ook nog nooit zo’n langzame groep meegemaakt als dit jaar.. Oeps! 10,5 uur lopen, ongelooflijk! Het langzaamste record daarvoor was +/- 8 uur. Iets ging er blijkbaar niet helemaal goed. Ja, ik denk dat het vooral mis ging toen onze groep op de terugweg verdwaalde. Guides!? Deze waren nergens meer te bekennen. En daar zit je dan.. in de middle of nowhere zonder telefoonbereik. Nou lekker hoor! En nu?! Uhmm, schreeuwen zo hard als je kunt! Natuurlijk deden we dat! En dan denk je dat iedereen je tot op duizenden kilometers verder hoort aangezien je jezelf zo hard kunt horen. Helaas is dat een illusie. Na ongeveer een 9
Verder hebben we gewoon lekker Hollands carnaval gevierd en het WK-gekeken met de hele groep studenten van 4-Exchange. Doordat iedereen elkaar vrij snel leerden kennen tijdens de kennismakingsbarbecue en vervolgens via via, ontstond er al snel één grote vriendengroep. Gezelligheid ten top :).
uur was er een groep die ons hoorde. Finally! Intussen waren er al een aantal groepsgenoten in tranen, liepen we door een moeras, kwamen we een hoop dassies (Kaapse klipdassen) tegen en waren we al aan het bedenken hoe we onze nacht door konden brengen. Ja, dramatisch I know. Maar goed, wat verwachtte je dan van een groep meiden. Uiteindelijk vonden we onze weg terug en waren we het, ondanks alle drama, allemaal eens over dat we zelden of nooit zulke mooie plekken hadden gezien als tijdens de hike.
10
Buiten alle gezelligheid was ik hier natuurlijk vooral gekomen om stage te lopen. Als social worker bij the South African Education and Environment Project. Nu moet ik zeggen dat stage lopen soms (en misschien eigenlijk te vaak) minder centraal stond dan alles wat ik buiten stage om beleefde. De stage op zichzelf begon ook met een valse start. Mijn eerste werkdag ging niet door aangezien ik mijn avontuur hier startte met een antibioticakuur en de hele dag ziek op bed liggen. Een paar dagen later kon ik dan eindelijk beginnen. En wat bleek.. de zomervakantie was net voorbij en er was vrijwel niks te doen als social worker. Wat een goed begin zeg, not! Om mezelf maar bezig te houden ging ik met allerlei andere afdelingen mee. Lesgeven op kleuterscholen in Philippi, mee naar muziek- en dansles op de middelbare school en verder veel voorbereidingen voor verschillende werkzaamheden in het kantoor. In mijn tweede week was mijn stagebegeleider een week weg en had hij een takenlijst achtergelaten.
Easy, daar was ik in een dag wel doorheen! Het enige nadeel was dat ik mijn eerste hulpverleningsgesprek moest gaan voeren zonder dat ik ook maar enig idee had wat de inhoud van het gesprek moest zijn. Enigszins een uitleg had ik wel op prijs gesteld! Daarnaast moest ik veel studenten bellen om te checken hoe het met ze ging en of ze nog behoefte hadden aan ondersteuning. Een nadeel hieraan was dat ik de helft niet begreep vanwege het Afrikaans-Engelse accent. In eerste instantie dacht ik dat het aan de telefoonlijn lag, maar al snel bleek dat het aan mezelf lag. Shit, hoe moest ik dit ooit gaan doen?! Gelukkig was ik al snel gewend aan het accent en na een week lukte het om vrijwel iedereen te verstaan. Dat de cultuur hier heel anders is dan in Nederland had ik al snel door. De apartheid is afgeschaft in 1990, maar deze is nog elke dag voelbaar. Verschrikkelijk! Ik voel mezelf niet beter dan de coloured en black people en ik wil ook zeker niet anders behandeld worden, ook al zou ik dit blijkbaar als positief moeten ervaren.. Al zou ik natuurlijk nooit in een township willen wonen en zijn er geen white townships te vinden. Dat terzijde, hoe hypocriet dat dan ook eigenlijk is, behandel mij alsjeblieft hetzelfde! Nadat ik mijn draai had gevonden op stage en wekelijks cliëntcontact had en daarnaast les gaf werd het werk leuker! Ik mocht of eigenlijk
moest zelf de lesinhoud van de social work lessen bedenken en dit werd dan gecontroleerd door mijn stagebegeleider. Ik had te gekke leerlingen in mijn klas zitten die allemaal zo verschillend waren. Nog steeds vond ik wel dat ik veel te weinig te doen had op stage en daarom bleef ik daarnaast nog zoveel mogelijk andere dingen doen. Huisbezoeken in de townships, geld inzamelen voor een, door ons als stagiaires georganiseerd, schooluitje voor de kleuterscholen in de township en een extern project losstaand van mijn stage. Het klinkt nu misschien alsof ik heel veel deed, maar mijn werk was gewoon niet 11
genoeg om mezelf de hele dag functioneel bezig te houden. De woordencombinatie werk en functionaliteit gaan hier in Zuid-Afrika ook niet zo goed samen. Of het moet zo zijn dat ik niet goed opgelet heb. Al met al heb ik een goede stage-ervaring gehad. Niet vergelijkbaar met welk werk dan ook in het Nederlandse social work. Ondanks dat de manier van werken, het inefficiënte, mij niet enthousiast maakt, heeft het mij wel op verschillende manieren mijn ogen doen openen. Dit dan vooral gericht op de communicatie en het grote verschil in cultuur en het besef hoeveel invloed dit heeft op het samenwerken. Daarnaast mag ik mezelf gelukkig prijzen met alle vanzelfsprekendheden die voor mij als Nederlander in Nederland gelden. Veiligheid, onderdak, onderwijs, voedsel en ga zo maar door. Natuurlijk wist ik van te voren dat dit niet overal hetzelfde was en had ik dit ook al vaker gezien, maar niet op de manier zoals in Kaapstad. Ik zal mijn verhaal langzaam gaan afronden. Buiten de ervaringen vanuit het stagebemiddelingsbureau en de stage op zichzelf heb ik veel gezien en gedaan. Teveel om allemaal op te noemen, maar onder andere skydiven, de gardenroute, nationale parken bezoeken, reizen door Namibië, Botswana en Zimbabwe, festivals bezoeken, veel uit eten, bungeejumpen, met een helikopter op wine tasting gaan en ga zo maar door. Naast alle mooie ervaringen heeft dit land ook een keerzijde: weerspiegeling van de armoede. Veiligheid is hier niet vanzelfsprekend. Dit maakt dat je in de avond (vooral als vrouw zijnde) 12
niet alleen over straat kunt en enigszins beperkt wordt in je vrijheid. Maar dit zijn dingen die je al snel doorhebt wanneer je hier bent en je leert hier ook mee om te gaan. Horrorverhalen van anderen moeten je zeker niet tegenhouden om naar Kaapstad te gaan. Al is het voor stage of om te reizen, doesn’t matter! Het grootste risico dat je loopt is om verliefd te worden op het land of de stad! Of op iemand in het land, zoals velen overkwam die hier stage liepen. Ik zou zeggen, pak je koffer in en vertrek! Een betere stage-ervaring, dan een ervaring in het buitenland ga je niet krijgen!
Annemiek van de Laak
AMBER KUIJPERS SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING ZUID-AFRIKA: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 13
African time Ik heb dit stuk tekst op Facebook geplaatst toen de helft van mijn tijd in Zuid-Afrika er alweer op zat. Van vrienden en familie kreeg ik vaak de vraag of ik iets over mijn ervaringen kon vertellen omdat ik niet heel vaak iets van me liet horen. Ik begon het dan ook met de woorden ‘Ik ben niet zo goed in het op de hoogte houden van mensen, maar ik ga het nu toch proberen, enjoy!’.
14
‘A
frican time’ zeggen ze hier heel mooi. Alles zou wat langzamer en meer relaxed moeten verlopen... In mijn eerste stage week waren we altijd heel netjes om 8 uur op de units, maar dan waren we ook de enigen. En om nu op zo’n tijdstip alleen aan de rand van een township te gaan staan, is niet een heel goed idee. Onze stagebegeleider heeft ons toen maar snel het principe van de Afrikaanse tijd uitgelegd, wat voor ons betekende dat we er iedere dag pas om half 9 hoefden te zijn. Met mijn talent voor time-management en planning kon ik hier redelijk snel aan wennen... Aan de andere kant vliegt de tijd hier nog 100 keer sneller voorbij dan in Nederland. Nee, ‘African time’ geldt helaas niet voor dagen, weken en maanden. 155 dagen, 22 weken, 5 maanden. Hoe ik het ook verwoord, het klonk best als een hele lange tijd weg van huis, mijn lieve familie en vrienden en mijn vertrouwde omgeving. 78 dagen, 11 weken, 2,5 maand. Ik kan het proberen te brengen zoals ik wil, maar het blijft er op neer komen dat ik vandaag op de helft ben van mijn Zuid-Afrika avontuur, slik. Hier in Zuid-Afrika worden alle feestdagen wat uitbundiger gevierd dan in Nederland. Ik weet nog wel dat ik er vaak van baalde als een feestdag in het weekend viel, want dan hadden we geen extra dag vrij. Nou hier hebben ze daar de perfecte oplossing voor: Als een feestdag in het weekend valt, dan zijn de maandag en/of vrijdag gewoon public holidays, dus altijd een extra dagje vrij. Deze vrije dagen, lange weekenden en 15
vakanties worden door ons met liefde vol gepland met leuke uitjes, weekendjes weg en niet te vergeten, roadtrips. Hierdoor krijg ik de kans om enorm veel van het land te zien en de Afrikaanse cultuur te leren kennen. Aan de andere kant zorgt dit er wel voor dat ik last heb van een soort chronische vermoeidheid en geen tijd heb om uit te rusten van de vaak hectische en bijzondere stageweken. Uitrusten doen we in Nederland wel weer (of niet).
16
Blank zijn in een land als Zuid-Afrika is een hele bijzondere ervaring. Een tijdje geleden ben ik met Renske en wat meiden uit haar rugby team naar een sporttoernooi van Walmer High School geweest. Na een paar uur moesten we best wel nodig naar de wc, maar na het ruiken van de lucht toen we een paar meter van de wc af stonden zijn we toch maar niet gegaan. Een van de meisjes maakte de opmerking: Oh wacht, jullie zijn blank dus dan kunnen we wel naar de leraren wc. Dus
wij zogenaamd heel onwetend aan een leraar vragen waar de wc’s waren.. en ja, we mochten meteen naar de leraren wc. Heel raar hoe je jezelf op het ene moment zo één kan voelen met de bevolking hier en je op het andere moment met je neus op het feit wordt gedrukt dat je nou eenmaal anders en bovenal, blank bent. Aan de andere kant word je hier als blank persoon ook achtergesteld/gediscrimineerd. Een tijdje geleden waren we met de groep naar een club gegaan waar we de enige blanke personen binnen waren. Na 20 minuten aan de bar staan en iedereen die er net staat drinken te zien krijgen beseften we toch wel waardoor we niet geholpen werden... In Nederland (en heel veel andere landen) worden zoveel groepen mensen met een andere achtergrond gediscrimineerd, en je kunt je echt niet voorstellen hoe dat voelt. Ik ben hier nu voor 5 maanden waardoor die ervaring nog heel bijzonder is en voor mijn gevoel goed is om mee te maken, maar ik kan me niet voorstellen dat je je hele leven aangekeken en gediscrimineerd wordt, alleen maar om hoe je eruit ziet of waar je vandaan komt. Ja, de Apartheid is afgeschaft en er is ontzettend veel veranderd in ZuidAfrika, maar je ziet het toch nog overal in terug. Ik was in gesprek met een
paar blanke jongens die hier in PE wonen, die op z’n zachtst gezegd niet veel goeds over hadden voor de ‘zwarte en gekleurde’ bevolkingsgroepen. Wanneer ze sollicitaties hadden werd ze verteld dat ze niet aangenomen werden omdat ze blank waren en dat het niks te maken had met hun opleiding/ papieren. Zo’n verhaal heeft natuurlijk altijd twee kanten, maar het laat wel zien dat er nog steeds veel onrust is tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Vorige week ben ik met Rox en de leider van haar koortje naar een kerkdienst geweest in Walmer township. Nadat ik had gevraagd of ik mee mocht, omdat het me echt een geweldige ervaring leek, heeft hij wel 5 keer gevraagd hoe ik ook alweer heette. Toen we aankwamen in het ‘kerkje’ bleek het er hetzelfde uit te zien als de andere huisjes in de townships met golfplaten als dak. De mis was gevuld met preken, bidden, zingen, dansen en... een welkomst speech geven. De leider van het koortje begon: This is my friend Rox, and that... she will introduce herself. Haha ja daar ging ik dan, met een microfoon in mijn hand, gelukkig kreeg ik wel een applaus toen ik klaar was (wat voor mij betekende dat het niet helemaal verschrikkelijk was). In de mis is ons wel 100 keer 17
En dan de natuur. Tijdens onze roadtrip van PE naar Cape Town en weer terug ben ik er pas echt achter gekomen hoe prachtig Zuid-Afrika is. Ik heb uitzichten gezien waar ik uren naar kon blijven kijken (als we geen aardig strakke planning hadden). Ik ben er ook eindelijk achter gekomen wat mijn lievelingskleur is. De kleur van de Afrikaanse ondergaande zon, ik kan het niet eens beschrijven. Naast de geweldige cultuur en prachtige natuur ben ik hier natuurlijk vooral voor mijn stage. Ik leer ontzettend veel en kan er heel veel bereiken maar ik ben er wel achter gekomen dat ik later niet met kinderen wil gaan werken (dan is het toch maar goed dat ik niet de pabo ben gaan doen, wat ik jaren lang heb geroepen). Ik ben druk bezig met het leren van Xhosa maar het komt erop neer dat het toch best wel heel lastig is. Gelukkig is de band tussen mij en de unit leaders steeds beter waardoor we door samen te werken veel meer kunnen bereiken en beter kunnen communiceren, ik red me wel hier! verteld hoe welkom we waren, hoe erg ze het waardeerden dat we er waren, dat we ons thuis moesten voelen en dat we erbij hoorden. De mis is altijd in Xhosa maar werd speciaal voor ons vertaald in het Engels, echt heel tof. Toen de mis was afgelopen heb ik van iedereen knuffels gekregen met de vraag hoe lang ik nog bleef en of ik dan niet bij hun kerk kon komen. Met het antwoord misschien had ik het idee dat ik het veiligst zat.
18
Amber Kuijpers
EMILY BREKELMANS CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE VORMING LOMBOK, INDONESIË: SEPTEMBER 2013 – JANUARI 2014 19
Mijn naam is Emily Brekelmans en ik studeer CMV aan de ASH. Tijdens de eerste helft van mijn derdejaars stage ben ik afgereisd naar Lombok, Indonesië om stage te lopen op een overheidsschool (SMKN 4 Mataram). Met en voor studenten heb ik een extra programma opgezet (sportlessen, Engelse lessen en een muziekprogramma), heb ik een onderzoek gedaan naar de motivatie van studenten om naar school te gaan en heb ik helaas ook heel veel nutteloze stagetaken mogen doen.
S
tagelopen in het buitenland ziet er altijd anders uit dan een stage in Nederland. Door een andere cultuur, een sterke hiërarchie, miscommunicatie, botsende waarden, normen en gebruiken en nog tig andere factoren, was het niet altijd makkelijk om stage te lopen binnen een organisatie waarin ik helemaal onderaan de ladder stond. Maar ach, als
20
het allemaal vanzelf gaat is er ook niets aan! Hieronder een fragment van het blog wat ik bijgehouden heb tijdens mijn stage.
16 oktober 2013 Vorige week was het flink aanpoten op stage. Ik ben een muziekprogramma aan het opzetten en het loopt tot nu toe zo goed dat we een selectie van studenten moeten maken omdat het project anders te groot wordt. Morgen starten de audities en maandag gaan we van start met het programma. Door de vele aanmeldingen tot nu toe en doordat de directeur
van de school volgens mij denkt dat ik kan toveren (dat zal ik dan maar opvatten als een compliment), kreeg ik afgelopen week een onmogelijke opdracht: binnen één dag een studentenband bij elkaar zoeken, ermee overleggen en repeteren, om vervolgens een uur lang op te treden in het café van de school voor belangrijke gasten uit Java. Niet te doen dus, maar een “nee” van een stagiaire wordt niet geaccepteerd. Mijn rustige stagedag veranderde ineens in een hectische dag zonder een moment van rust. Uiteindelijk hebben Yudha (een andere stagiaire die Engels studeert aan de Universiteit van Mataram) en ik een aantal studenten gevonden en twee nummers ingestudeerd. Toen hadden we dus nog steeds een probleem, want na die twee nummer hadden we nog driekwartier over wat gevuld moest worden met muziek. Op hoop van zegen heb ik toen in mijn beste Indonesisch aan het publiek gevraagd of er iemand misschien een liedje wilde zingen. Die vraag liet een bom ontploffen onder de gasten en ze hebben zichzelf de rest van de avond uitstekend vermaakt. De start van het muziekprogram21
ma is in ieder geval gemaakt, de gasten hebben zich vermaakt, de directeur was meer dan tevreden en de studenten waren erg enthousiast, dus mij hoor je niet klagen! Naast dit project heb ik trouwens ook veel andere dingen mogen doen. Zo heb ik alle planten op het terrein water gegeven en heb ik met de andere stagiaires meer dan 10.000 vellen papier bestempeld (met maar één stempel). Dacht ik een effectieve manier te hebben bedacht om die vellen te bestempelen, ging het stempelen zo snel dat de docenten vonden dat we nog wel een extra stapel papier weg konden werken. Maar ik heb geen kik gegeven, vriendelijk gelachen en net gedaan als-
of het me helemaal niets uitmaakte. Ik zal die ‘goede’ ideeën de volgende keer maar voor me houden… Na een werkweek van ongeveer 60 uur was ik toe aan weekend. Omdat ik 6 dagen in de week op stage aanwezig moet zijn, heb ik normaal alleen op zondag vrij. Door het offerfeest werden daar deze week drie dagen aan vastgeplakt. Mijn vrienden hadden me gevraagd of ik op zondag mee wilde naar de watervallen in Senaru, een dorpje aan de voet van de vulkaan. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen! Om half 8 ’s ochtends vertrokken we met z’n vieren naar de andere kant van het eiland. Een erg mooie weg langs verlaten bounty stranden door een adembenemende omgeving. Een lange tocht op slippers door de jungle volgde (de Indo’s zeiden dat slippers het makkelijkste zouden zijn met al dat water, maar ik heb daar zo mijn twijfels over), maar we werden beloond met twee prachtige watervallen midden in de jungle. Een mooie beloning na zo’n lange werkweek! Hard werken, veel over mezelf leren, nieuwe vrienden maken, een nieuwe cultuur leren kennen, de taal leren spreken en een leventje opbouwen aan de andere kant van de wereld stond centraal tijdens mijn stagetijd in Indonesië. Een heerlijke tijd waar ik met veel plezier (en tjsa… ook wel een beetje heimwee) op terugkijk. Een onvergetelijk avontuur!
Emily Brekelmans 22
JESSIE DE LEIJER SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING LOMBOK, INDONESIË: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 23
Hallo Lombok! Spullen gepakt, groot feest gegeven, paspoort gereed en geldig visa, inentingen, bemiddelingsbedrijf, ophaalservice, huisje, scooter, vliegticket en heel veel zin om te gaan. Check! Mijn droom is altijd geweest een groot avontuur aan te gaan en voor langere tijd in het buitenland iets te doen. Wat, waar of wanneer maakte me niet zoveel uit. In het 2e jaar kwamen voorlichtingen over buitenlandstages en daar was ik meteen enthousiast over. Dit wilde ik gaan doen, hoe dan ook en waar dat mijn stage zou zijn maakte me ook niet zoveel uit. Ik wilde de wereld zien en avonturen meemaken. 24
D
enk niet dat je dit wel even doet… de tijd en moeite die je moet steken in het vinden van een buitenlandstage, stage voor een half jaar in Nederland en alle dingen daaromheen is niet niets. Ik geef eerlijk toe dat ik momenten heb gehad dat ik dacht dat het allemaal niet door zou gaan. Je moet het dus echt willen! Dan is het echter zover en mag je gaan. Alles staat op losse schroeven en waar ik terecht zou komen wist ik niet. Hoe dan ook, ik ging! Een lange reis van 24 uur naar Indonesië, naar het eiland Lombok voor 6 maanden. Ik zal eerlijk zijn, ik huil niet snel, maar toen ik daar alleen aankwam heb ik wel een traantje moeten laten. Alles was zo nieuw en ook best eng. Waar was ik aan begonnen! Waarom moest ik helemaal alleen naar de andere kant van de wereld!? Ik leek wel gek! No worries, dit was een eerste reactie en daarna ben ik van het ene avontuur in het andere gevallen. Mijn twee Nederlandse huisgenootjes waren erg leuk en de mensen op het eiland vriendelijk. Na 2 dagen scooter leren rijden mocht ik beginnen op mijn stage. Ik liep stage op een speciale school in de hoofdstad van Lombok, Mataram. Hier was ook nog totaal niet duidelijk wat ik ging doen de aankomende maanden en een kleinigheidje, ik kende de taal ook niet. Ik mocht 2 weken observeren en daarna mocht ik zelf komen met ideeën over wat ik wilde gaan doen binnen de school. Ik vond dit erg leuk om te doen omdat ik zo mijn eigen signalen kon verwerken in 25
projecten voor de school. Ik heb uiteindelijk een aantal dingen gedaan. Ik heb Engelse les gegeven aan doven kinderen door middel van memoriekaartjes, typeles gegeven aan de leraren, structuur en aankleding gegeven in de jongste klassen en cursussen gegeven over mijn methodes aan de leraren. Na een stageperiode van 3,5 maand ben ik rond gaan reizen door Indonesië. Ik heb dit alleen gedaan en dit kan ik iedereen aanbevelen. Azië zit vol met backpackers en ik heb me ook geen moment alleen gevoeld met het reizen. Ik ben naar Bali, Java, Flores en Sulawesi geweest en heb lekker gedaan waar ik zin in had. Ik heb er echt mijn reis van gemaakt en heb telkens mijn eigen plan getrokken. Als mensen me nu vragen hoe het in Indonesië is geweest kan ik helaas niet veel vertellen. Het was zo veel en zo mooi! Ik heb alles gedaan wat ik wilde doen, duiken, bergbeklimmen, nieuwe vrienden gemaakt, surfen, reizen gemaakt en mogen proeven van een andere cultuur. Het half jaar is zo snel voorbij gegaan met alle dingen die ik heb mogen doen. Ik heb ups en downs gehad maar als mensen me vragen of ik ergens spijt van heb kan ik hard op “nee”zeggen. Het was super en mijn droom is in ieder geval uitgekomen.
Jessie de Leijer, Stage speciale school op Lombok, SPH
26
KOEN SCHOONDERBEEK SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING LOMBOK, INDONESIË: SEPTEMBER – JANUARI 2013/2014 27
Van kruipen en huilen naar lopen met een glimlach. Vorig jaar heb ik stage gelopen bij de stichting LombokCare wat is gevestigd op het eiland Lombok in Indonesië. LombokCare is een stichting die zich inzet voor de ontwikkeling van jonge kinderen met beperkingen. Als stagiaire mocht ik meedraaien in het educatie-programma en therapie- programma, waar ik verschillende lessen verzorgde als sport, spel, motoriek oefeningen, maar ook taal en rekenen. Tijdens mijn stage in Indonesië bij de stichting Lombokcare heb ik als stagiaire veel mooie dingen meegemaakt en bereikt.
28
E
en van de mooiste ervaringen en herinneringen is de vooruitgang van een jongetje genaamd Fadlin. Fadlin is een jongetje van 9 jaar oud met een ernstige verstandelijke en lichamelijke beperking (Cerebrale parese). Bij de start van mijn stage kon Fadlin niet lopen, het enige wat hij kon was liggend op zijn rollator met beide benen tegelijk duwend voortbewegen. Ook kon hij niet zelfstandig opstaan of gaan zitten. Daarnaast was hij heel vaak aan het huilen en kon hij niet praten of communiceren. Aan het begin van mijn stage zag ik dat de werknemers hem gewoon liggend op de rollator lieten voortbewegen, naar het lokaal, in de pauze en van het lokaal naar het busje. Het jongetje werd erg gepamperd zoals wij dat in Nederland noemen. Ik ben toen gaan kijken hoe ik dit anders aan kon pakken. Vervolgens ben ik met mijn collega’s in gesprek gegaan en heb toen gezegd tegen mijn collega’s dat dit niet de juiste manier was, omdat hij zo zeker niet leert lopen. Om hem te leren lopen heb ik verschillende stappen ondernomen, namelijk eerst op de normale manier lopen met de rollator, dus handen bij de handvaten en daarbij ondersteunde ik zijn heupen, rug en schouders. 29
De volgende stap twee weken later, was lopen terwijl hij voor mij liep en ik zijn schouders tegen mijn middel hield zodat hij niet om kon vallen. Toen dit beter ging ben ik voor hem gaan lopen terwijl ik beide handen vast hield en aan het eind van mijn stage kon Fadlin lopen terwijl hij vasthield aan 1 hand! Ook het personeel zag dit en liet hem ook op de goede manier lopen. Maar niet alleen Fadlin, ook andere kindjes die voorheen op de rollator lagen of in de rolstoel maakte vanaf toen hun eerste stapjes. Naast het lopen was er voor Fadlin geen apart programma en draaide hij eigenlijk mee met een programma wat voor hem te hoog gegrepen was. Ik ben hem persoonlijke begeleiding gaan geven en heb hem oefeningen aangeboden die voor hem nodig waren, dus niet het gebruikelijke programma met taal en rekenen. De focus lag meer op zijn vaardigheden omtrent zelfstandig opstaan, gaan zitten,
30
lopen maar ook uitzoeken wat hij leuk vond en waar hij op gefocust kon zijn. Tijdens mijn begeleiding merkte ik dat hij steeds vrolijker werd en niet meer elke dag huilde. Ook mijn collega’s gaven aan dat hij een veel vrolijker kind was geworden, wat fijn is om te horen natuurlijk. Vandaag de dag is Fadlin een vrolijk jongetje, wat redelijk zelfstandig kan lopen, dat kleuren, cijfers en woorden herkent en daarnaast enkele letters en klanken uit kan spreken. Als hulpverlener wil je graag groei zien bij degenen die je helpt en ik heb dit tijdens mijn stage in Indonesië van dichtbij mee mogen maken. Ik heb een jongetje leren lopen en daarmee anderen aangestuurd, waardoor ook andere kinderen hun eerste stapjes hebben leren zetten.
Koen Schoonderbeek
LOTTE DE GRAAF MAATSCHAPPELIJK WERK EN DIENSTVERLENING SURINAME: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 31
Suriname 2014! 25 januari 2014, de dag van vertrek. Terwijl ik in mijn hoofd nog druk bezig ben met het afronden van mijn Nederlandse stage, besef ik nog niet dat de grote dag al is aangebroken. Ik heb geen idee wat me te wachten staat, maar ik heb er wel veel zin in. Na het geven van een dikke knuffel aan mijn ouders, stap ik samen met mijn twee klasgenootjes door de incheck-poortjes. Nu is er geen weg meer terug, ik ga voor een half jaar naar Suriname!
32
A
l vanaf de eerste week heb ik het prima naar mijn zin in Paramaribo. De temperaturen zijn heerlijk, de mensen zijn gemoedelijk en ik kan wel wennen aan de laid-back mentaliteit van de gemiddelde Surinamer. Waar ik wel even aan moest wennen, was de hoeveelheid mannelijke aandacht die je opeens krijgt als westers meisje. ‘Pssst poppetje’ hoor je dagelijks een keer of 10 wanneer je op de fiets naar stage onderweg bent. Ook dat went echter. Wat me meteen opviel, was de grote hoeveelheid stagiaires in Paramaribo. Aan de ene kant was dit natuurlijk hartstikke gezellig, maar aan de andere kant meng je je op deze manier minder snel met de lokale bevolking waardoor je de echte Surinaamse cultuur minder goed leert kennen. Pas toen ik een tijdje in Suriname was, ben ik meer contacten gaan leggen met de Surinaamse bevolking. Bijvoorbeeld via het salsadansen, via stage of via tripjes naar het binnenland. Op deze manier heb ik de cultuur echt leren kennen en heb ik hier zowel mooie herinneringen als contacten aan over gehouden. Mijn stage in Suriname is niet erg soepel van start gegaan. Als ik hier één ding van geleerd heb, is het wel initiatief nemen en 33
er zelf het beste van maken. Ondanks de relaxte cultuur vol feestjes en leuke dingen, heb ik vooral mezelf hard moeten pushen om toch wat moois van mijn stage te maken. Het drop-outproject dat ik met mijn vriendin zou gaan begeleiden, bleek namelijk bij aankomst een half jaar uitgesteld te zijn. Daarom werd er ons veel administratiewerk voorgeschoteld. Toen we aangaven bij onze begeleidster dat dit geen MWD-waardige stage was, werden we raar aangekeken. Ik merkte op dat moment al dat er een machtsverschil was. Als stagiaire ben je vooral in het begin ondergeschikt. Je moet
jezelf eerst bewijzen voordat je volledig geaccepteerd wordt. Toch hebben we als ‘verwende Nederlanders’ onze zin doorgedrukt en hebben we kunnen regelen dat we deels bij een kindertehuis stage konden lopen. Anders zouden we onze competenties nooit kunnen behalen. Stagelopen bij kindertehuis Samuel was een erg bijzondere ervaring! De eerste dag dat we bij het tehuis kwamen, vlogen de kinderen ons al om de benen. Het zijn hartstikke lieve kinderen, waarvan sommigen al een heftig verleden achter de rug hebben. De kinderen groeien niet onder normale omstandigheden op. Sommige kinderen zijn verwaarloosd of achtergelaten door hun ouders. Ze missen hierbij veel ouderliefde, wat terug te zien is in hun verschillende gedragingen. Denk hierbij aan hechtingsproblemen, of een verminderde eigenwaarde. Ik vond het daarom lastig om voor een half jaar een band op te bouwen met de kinderen, en vervolgens weer afscheid te moeten nemen van de kinderen. Een ander verschil was dat ik bij het kindertehuis veel minder professionele afstand had dan dat ik gewend was op eerdere stages in Nederland. We zijn bijvoorbeeld ook twee weekenden met het tehuis op trip geweest. Op deze manier zie je hoe de kinderen écht leven; ik keek er dan ook niet meer van op
34
wanneer ze een ‘corrigerende tik’ kregen van de tantes. Al met al heb ik hier een erg mooie en leerzame tijd beleefd en mis ik de kinderen nog iedere dag! Naast mijn stage was er ook genoeg tijd voor andere leuke dingen. Zo hebben we regelmatig trips gemaakt in het weekend, waarbij we de mooiste delen van Suriname hebben bezocht. Dit was vaak erg back-to-basic. Lekker met je hangmatje in de jungle, jezelf wassen in de rivier en zelf gaan jagen voor het avondeten. We hebben erg veel verschillende dieren gezien (en gegeten) en bijzondere dingen meegemaakt. Zo hebben we op een begrafenis staan dansen, hebben we een Indianenfeest meegemaakt en hebben we onze eigen Tapir geslacht en gegeten. Uiteraard hebben we ook veel gelachen met onze Surinaamse gids, die bijna continu stoned was! Naast trips waren er ook genoeg feestjes in Paramaribo. Op donderdag naar Havana, vrijdag Touché en zaterdag Zsa
Zsa Zsu. Op de Surinaamse hits halen de ‘stagiairejagers’ al hun dansmoves uit de kast en proberen ze zo de Nederlandse meisjes te versieren. Al is dit bij mij niet gelukt, heb ik hier wel erg om kunnen lachen. Wat kunnen Surinamers toch goed dansen zeg! Je merkt dat naast lekker eten, muziek en dans erg belangrijk zijn in deze cultuur. Ook waren er regelmatig poolparty’s of salsafeestjes. Want salsadansen hoort er uiteraard ook bij. Ik heb zelf een half jaar salsalessen gevolgd en ben er letterlijk aan verslaafd geraakt! Mijn hoogtepunt in mijn salsacarrière was dat ik zelfs twee optredens met de dansleraar mocht verzorgen. Erg spannend allemaal, maar ook erg gaaf om mee te hebben gemaakt. Nu in Nederland heb ik het weer opgepakt en ben ik blij dat ik deze hobby aan Suriname heb overgehouden. In Suriname heb ik geen moment heimwee gehad naar Nederland. Pas terug in Nederland, begon de heimwee naar Suriname. Ik heb in dit halfjaar zoveel mooie dingen meegemaakt en leuke mensen leren kennen, dat ik er nog erg vaak aan terugdenk met een glimlach op mijn gezicht. Ik heb er een aantal vriendinnen aan overgehouden, waarmee ik nog regelmatig mee afspreek om herinneringen op te halen. Het lekkere eten, de zon, de gastvrijheid, de feestjes… Ik zou zo weer teruggaan! Wel besef ik dat ik een half jaar een soort van vakantie heb 35
gevierd, en dat het echte leven in Suriname minder rooskleurig is dan ik het heb ervaren. Het blijft een derdewereldland met veel armoede en corruptie. Maar zowel ik als Suriname zijn volop in ontwikkeling en nog lang niet uit ontwikkeld. Vooral op persoonlijk vlak ben ik erg gegroeid en ben hier dan ook erg dankbaar voor! Soso Lobi!
Lotte de Graaf
36
MISJA RIGHOLT SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING SURINAME: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 37
Afgelopen weekend was een weekend om nooit meer te vergeten. We zijn naar Avanovero en Blanche Marie geweest. De autorit alleen al was al een heel avontuur. We hebben een aantal tussenstops gemaakt o.a. bij een kreek met bruin water. Heerlijk om even af te koelen en je op te kunnen frissen. We stopten ook bij een hele hoge brug. Een aantal van ons waren zo stoer om er vanaf te springen, ik besloot via de kant erin te gaan. Na een spannende autorit dwars door de jungle met de muziek op vol volume aan kwamen we aan bij Blanche Marie.
38
D
aar aten we verse vissoep en heb ik nog even zitten kletsen met de lokale bewoners. Nadat we onze hangmatten hadden opgehangen vond ik het wel lekker om te gaan slapen. Slapen in de buitenlucht, heerlijk en die hangmat ligt ook niet verkeerd hoor. ‘s Ochtends werden we wakker in een paradijsje. Vlakbij kleine watervallen, palmbomen en midden in de prachtige natuur. Tijd om erop uit te trekken. Na een lekker ontbijtje gingen we dan de jungle in. Na een tijdje gewandeld te hebben kwamen we aan bij een van de mooiste plekjes op aarde. Wauw!
Prachtige watervallen. We gingen zwemmen en konden zelfs onder de waterval door zodat we konden zitten. Heerlijk gezwommen. Daarna verder over de rotsen klauteren. Op een gegeven moment zagen we een Sidderaal. Dat vond ik niet zo chill want je kunt verlamd raken door een schok van zo’n beest. Mooi hoe snel je totale vreemden vertrouwd. Ik durfde niet zo goed van de ene naar de andere rots te gaan toen er veel ruimte tussen zat. Aiswin moedigde me aan en stak zijn hand uit. Ja hoor, de overstap is zo gemaakt. Na een mooie dag was het tijd om verder te gaan.
39
Toch was het een mooie nacht. Tussen de bomen door zagen we de sterren, we hoorden de brulapen en geritsel tussen de bomen. Dat laatste vond ik wat minder. Die nacht hebben we nog bij het kampvuur gezeten met Borgoe en ik viel spontaan in slaap. Veel indrukken maken moe. Wakker worden in de jungle is een hele ervaring. Ik vond het ook grappig om te zien hoe we vervielen in oer rollen. Annelee zocht mango’s, ik deed de afwas, Aiswin was bezig om de boskalkoen te plukken en Thomas ging op zoek naar hout voor het kampvuur. Blijkbaar zijn we toch meer oermens dan we dachten ondanks de emancipatie van de vrouwen. We hebben het eten gegeten dat we zelf geschoten hebben (de gidsen dan, ik ben niet zo handig met een geweer), we hebben apen gezien, slangen, zwijnen, allerlei vogels, schildpadden, kikkers en ik vergeet vast iets. Het is bijzonder dat je je ultiem gelukkig kunt voelen met zo weinig en tegelijkertijd ontzettend veel. ‘s Avonds kwamen we aan bij Avano Vero waar we in een bed hebben geslapen. Heerlijk bedje was dat. Die dag hebben we weer gewandeld door de jungle. We zijn gestopt bij een hoge mast, en nee voor mij was het geen succes om daarin te klimmen. Ik heb namelijk hoogtevrees. Dus net zoals de brug sloeg ik ook deze liever over. We zochten een open plek in de jungle en we hebben onze hangmat tussen de bomen gehangen. We hebben midden in de jungle van Suriname geslapen! Ik heb bijna geen oog dicht gedaan omdat het door mijn hoofd bleef spoken dat er vogelspinnen, jaguars en slangen zitten. 40
Misja Righolt
MARJA VAN GARDEREN SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING KENIA: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 41
Voordat ik, Marja, op stage zou gaan naar Kenia vulde ik bij Google ‘’Kenia’’ in bij zoekopdrachten. Bij afbeeldingen verschenen plaatjes van de Big 5, de Masai in mooie gekleurde klederdracht, blauwe zeeën en ongelooflijk mooie zonsondergangen. Natuurlijk was de verleiding groot om deze reis als een vakantie te zien en niet als een stage waarbij 32 uur per week gewerkt moet worden. Mijn stage was echter het doel van deze reis. Stage voor mijn opleiding SPH bij Stichting BeHoCa die zich inzet voor de straatjongen van Mombasa.
42
M
ijn stage zou in februari beginnen en dus vertrok ik uit een koud Nederland om achttien uur later te landen in een warm land. En gelijk werd ik geconfronteerd met een andere cultuur, waar de armoede zichtbaar was. In het huis waar ik werkte waren 9 jongens in de leeftijd van 9 t/m 16 jaar met allemaal een straatleven achter zich. Met dit straatleven had ik tijdens mijn stage meerdere malen te maken, bijvoorbeeld wanneer we op zoek gingen naar een weggelopen jongen. Als één van de jongens het leven in een tehuis opgaf, betekende dit namelijk niet dat wij deze jongen ook opgaven. Gelukkig realiseerden de meeste jongens dit ook. Het is confronterend om te zien dat de jongens geen liefdevolle gezin hebben waar ze in kunnen opgroeien, waarbij de oorzaak vaak bij armoede of geweld ligt. Het is vooral confronterend om te zien wat voor schade deze jongens hadden opgelopen, hechting- en angststoornissen zijn daarbij het meest voorkomend. Wat is het fijn om dan iets te kunnen betekenen. Waarbij kleine dingen, zoals het zingen van een slaapliedje, gewaardeerd 43
word. Het heeft mij gelukkig gemaakt. Dit omdat de kleine dingen gewaardeerd worden en mensen hiermee genoegen nemen. De jongens genieten van de kleine dingen waar door jezelf ook geniet. Wat is dit anders dan het Nederlandse leven waarbij het steeds groter en meer moet zijn en dus weinig genoten wordt van wat we hebben. Zes maanden later dacht ik nog eens terug aan mijn zoekopdracht op Google. Aan de plaatjes van de big 5, de Masai en de mooie zonsondergangen. Is dit de realiteit? De Google in mijn hoofd zullen andere beelden laten zien. Beelden van armoede, een derde wereldland maar ook zeker beelden van gelukkige mensen die blij en dankbaar zijn met iets kleins. Van een cultuur zo anders als die wij kennen. Mijn Google is niet gecensureerd door de grote bedrijven die de voorrang kopen. Mijn Google zal de werkelijkheid weergeven. Natuurlijk ben ik op safari geweest, natuurlijk heb ik de kans gehad om zonsondergangen te zien. Maar ik heb dagelijks rondgelopen door de werkelijkheid. De werkelijkheid is hard en zo anders dan Google laat zien. Dit land heeft zijn schoonheden qua natuur maar ook qua mens. Elk mens heeft zijn eigen schoonheid en ik ben blij dat ik deze schoonheid bij elk van de straatjongen heb mogen zien en heb geholpen om hen dit zelf ook te laten zien waardoor zij weer geloof en hoop hebben in de toekomst.
Marja van Garderen 44
MATTHIJS VAN DEN HURK SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING STICHTING CAMBODIA-DUTCH CAMBODJA: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 45
dag 51 Vandaag geen bruiloft dus heerlijk geslapen. Dirk is al wakker en heeft koffie klaarstaan. Om 11 uur zou ik naar het meisje gaan om haar naar school proberen te krijgen. Isabel (vrijwilliger) gaat samen met Loyce (vrijwilliger) de handjes wassen. Loyce heeft het zwaar. Ze voelt zich nutteloos, vindt het geven van die les niet leuk en het hoeft van haar allemaal niet zo. De handen steekt ze ook niet echt uit de mauwen in het huishouden. Maar goed…
46
I
k ga dus naar dat meisje toe (Sinoom). Natuurlijk fiets ik weer verkeerd. Haha.. niet te geloven. Maar uiteindelijk krijg ik het toch gevonden. Wat ik aantref is buitengewoon zielig om te zien. Ze heeft die dwarslaesie opgelopen toen ze een ernstig auto-ongeluk heeft meegemaakt. Ze heeft doorligplekken en haar wonden moeten eigenlijk wekelijks worden verschoond. Alles wat ze heeft is gedoneerd door Stichting Cambodia-Dutch. Ze heeft een aantal rolstoelen en incontinentieluiers. Meer niet. Geld van de overheid krijgt ze niet. Vader is overleden, moeder heeft geen land en ze heeft nog een broertje en een zusje. Er zijn dus geen inkomstenbronnen voor deze familie. Alles wat ze eten wordt geschonken door de stichting. Wekelijks wordt er eten gebracht naar deze familie.
Op de bewuste dag dat ik naar haar toe ga met mijn fietsje, ligt ze op een paar planken. Ze is intens aan het huilen. Naast haar zit haar moeder en een voor mij onbekende mevrouw. Moeder probeert haar t-shirt op te trekken zodat haar wonden zichtbaar worden. Het meisje heeft hier totaal geen zin in en slaat keer op keer al huilend de handen van moeder weg. Dit gaat zo 15 minuten door. Ik ben intussen op de planken gaan zitten en aanschouw alles gelaten. Na 15 minuten heeft moeder haar zover dat het t-shirt omhoog blijft. Nu komt de tweede vrouw in beeld. Die is tot nu toe alleen maar stoïcijns op wat bladeren aan het kauwen. Ze heeft geen tanden meer in haar mond. Nu het shirtje omhoog is spuugt ze het sap van de bladeren over de wonden. Nog steeds moet het meisje huilen. Daarna neuriet ze wat in haar oor terwijl ze over haar hoofd wrijft. Het is me duidelijk geworden dat ik hier met de medicijnvrouw te maken heb. Dit ritueel duurt ongeveer 5 minuten. Na afloop legt de medicijnvrouw wat vruchten voor het gezicht van het meisje. Die slaat ze theatraal van de tafel af. Ik voel me gelaten aangezien ik de dag daarvoor met het meisje alleen heb gepraat. Ik ben toen bij haar langs geweest om de incontinentieluiers te geven. Toen heb ik met haar afgesproken dat we om 10 uur naar de medische post zouden gaan. Blijkbaar heeft moeder meer vertrouwen in de medicijnvrouw als in de meer westers georiënteerde medische post. Ik sta letterlijk tussen twee vuren. Ik wil de waardigheid van moeder en de medicijnvrouw niet in twijfel trekken. Aan de
andere kant lijkt het erop alsof het meisje zelf meer vertrouwen heeft in de medische post. Na 10 minuten heeft het meisje zich herpakt en vraagt of we naar school gaan. Dat schooltje zit naast de medische post. Hier is ze al in 5 maanden niet meer geweest. Dit zag ik ook al als een ingang en een stap vooruit. Ik loop haar door het rulle zand richting de school. Na een half uur zijn we op bij het schooltje. Wat blijkt, vandaag is er geen les. Nu we er toch zijn, dacht ik: ‘Kun je even je wonden laten zien aan de medische post’. Ik spreek dit echter niet uit. Djenta is er ook. Toen ik daar bij de medische post die uitzichtloze situatie van dat meisje aanschouw, bedenk ik me dat het een grote stap voor haar zou kunnen zijn als ze iets van een hobby heeft. Ik vraag aan Djenta of hij voor me kan vertalen. Dat kan. Ik vraag of het haar leuk lijkt als ik haar een aantal keer per week drumles ga geven. Daar heb je alleen je handen voor nodig en wie weet houdt ze er een hobby aan over. Ik moet eerst uitleggen dat je alles kunt gebruiken om op te trommelen. Ik pak twee flessen die daar ergens staan en drum een simpel ritme. Nu lijkt ze overstag te gaan en het lijkt haar leuk. Maandag begin ik om 2 uur. Hier voel ik me goed bij. Dit is iets wat ik kan doen en heb het gevoel dat het ook echt iets voor haar kan betekenen. Het heeft wel indruk op me gemaakt. Die wonden, het gehuil, het huisje waar ze nooit uit komt, het weinige geld, haar toekomst. Ik hoop dat ik door in haar te investeren haar kwaliteit 47
van leven iets kan verbeteren.. Onderweg naar huis kom ik Isabel weer tegen. Blijkbaar zijn er 2 Amerikaanse toeristen die zich niet weten te gedragen. Alleen maar met de camera in de weer en foto’s maken van die koppies. ‘Do you know what this is?’This is a camera’. Dat soort gekke ongein. Even later komen ze langsgereden in hun airco-auto. Ik denk, ik pak ze terug. Dus hop, die camera gepakt op die auto afgelopen al filmend en ze uitgezwaaid. Later op de dag samen met Isabel wederom naar de Moringafarm. Dit keer houd ik het bij water halen aangezien ik 6 blaren op mijn handen heb. Ook Isabel geeft water. Er wordt echter niet heel lang gewerkt. Wanneer we bij het einde van de farm zijn en bij een braakliggende zandbak terechtkomen begint Mr. Joe ( boer) zijn boxingmoves te showen. Ik denk 48
dat hij indruk wil maken op Isabel. Alles erop en eraan. Draaien, high kicks, stompen, ellebogen dit alles vergezelt door dragonball geluiden. Ik besluit hem te immiteren en doe hetzelfde. Dus ‘whua, hoe, wihoej’. De kinderen vinden het geweldig. Die doen ook allemaal mee. Later laat ik ze zien hoe je springt en 2x je hielen tegen elkaar aandoet. Iedereen probeert het, maar niemand lukt het. Eén kindje breekt bijna zijn been.. Na dit alles worden we wederom met de tractor weggebracht. Kinderen ook achterin.. Nog net voordat we de farm afrijden komt een kindje met een pan kokoswater aangerend. Hup hij ook achterin de tractor. Door de hitte kun je mijn aderen heel goed zien. Wanneer ik er dan nog een afknijp is het helemaal een heftig beeld. De kinderen kunnen er niet genoeg van krijgen en proberen het zelf ook. Dit lukt echter niet omdat ze Aziatisch zijn…. Achter in de wagen houd ik een fotoshoot met de kereltjes. Spierballen laten zien, grappen maken… Mooie dag weer kortom.
Matthijs van den Hurk
NIKKIE FRIJTERS SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING INDIA: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 49
Chennai, India, 09-02-2014
Ik ben net in ons nieuwe onderkomen voor de komende 5 maanden en kijk even naar buiten door het raam en zie dat de zon flink schijnt. Rare tegenstelling met hoe we gisteren zijn vertrokken vanuit Nederland, daar was het nog koud en regende het.
G
isteren was sowieso een hele rare dag. Het afscheid nemen, de aankomst in Chennai. De rit van het vliegveld naar het project. Ik heb mijn ogen uitgekeken; overal rijdt/fietst/loopt van alles door elkaar, er wordt constant getoeterd en met lichten geknipperd, links en rechts inhalen is normaal en waar 100 wordt gereden zitten ineens drempels waar je in versnelling 1 overheen moet. Maar wat is het mooi hier! Druk, hectisch, maar zo mooi. En nu is het dan tijd om naar beneden te gaan, om kennis te gaan maken met alle jongens en het personeel hier. Chennai, India, 11-05-2014 Alles waar ik eerst zo van stond te kijken, daar denk ik nu niet eens meer bij na. Het is alsof ik niet beter weet om op de grond te zitten tijdens het eten in een kring met alle jongens, etend met mijna hand. Om twee keer per dag rijst te eten. Om te ‘douchen’ uit emmers en deze elke dag te vullen door 3x de trap op en neer te lopen met een kan water in mijn zij. Om te bidden voor elke maaltijd. Om ’s middags af en toe een dutje te doen op de grond voor de televisie tussen de kinderen. Om elke dag onze kleren met de hand te wassen en te schrobben. Om hier elke dag over straat te lopen en bij onze vaste winkels een praatje te houden. Zelfs de hitte en daarbij het zweten (af en toe merk ik het niet eens) begint aardig normaal te worden. En net op dat moment, dat ik besef dat dit alles voor mij normaal is, besef ik ook dat we alweer over de helft van onze tijd zijn hier. Ik word daar een beetje bang van en kan er niks aan
50
doen. Ik wil geen afscheid nemen van de jongens hier, wetende dat ik ze nooit meer ga zien. Hoe kun je nu zo’n kleine Appu (5), die waarschijnlijk nog nooit eerder vrijwilligers heeft meegemaakt, achterlaten? En hoe kun je weggaan wetende dat dit hun leven is en hoogstwaarschijnlijk ook zal blijven? Natuurlijk hebben ze het hier over het algemeen heel goed. Ze hebben onderdak, krijgen goed te eten (alleen de variatie ontbreekt vaak) en kunnen naar school. Bij de oudere jongens merk ik echter wat voor effect deze levensstijl op ze heeft. Voor ons is het allemaal heel leuk in de maanden dat we hier zijn, maar voor hen is dit altijd zo. Elke dag met minstens 20 andere jongens je leefruimte delen waarin je slaapt, eet, jezelf wast, moet studeren. Toestemming vragen om ergens heen te mogen. Nul privacy. Het slaan tussen de jongens, jong en oud, wat ze hier als “normaal” beschouwen en waar ik maar niet aan kan wennen. Zelfs het personeel wat af en toe een flinke tik uitdeelt. Daarom, ook al klinkt dat misschien raar, kan ik het ook begrijpen als er jongens zijn die hier weglopen, terug de straat op. Waar ze gewend zijn om te gaan en staan waar ze willen. Het is allemaal zo dubbel. Zolang het kan probeer ik dan ook alles zoveel mogelijk in me op te nemen. De kinderen die staan te stralen wanneer wij na een week vakantie terugkomen op het project en staan te trappelen om een dikke knuffel te krijgen. Vikki die tijdens het
eten constant met zijn arm op je been hangt. Appu die geen Engels kan maar je al helemaal blij maakt door met z’n big smile ‘Sister’ te roepen. Habib die altijd droge grappen maakt. Karthiek die bijna niks zegt, maar altijd naar je toe komt en lacht, zelfs als hij koorts heeft. Jeeva die steeds meer uit zichzelf begint te praten over zijn verleden. En zo nog veel meer dingen waardoor ik altijd eventjes smelt van binnen. Dit zijn dan ook de dingen waar ik hier het meeste van geniet, die kleine, normale dingen. Esbeek, Nederland, 14-07-2014 Vandaag een week geleden was mijn laatste dag in Chennai. Mijn laatste dag die ik daar met alle mensen, maar vooral met de jongens heb doorgebracht. De laatste weken zijn een roes voor mij, hoe het allemaal precies is verlopen weet ik niet meer. Zo druk en intensief bezig geweest met alles af te sluiten. Maar er zijn nog genoeg dingen die ik me maar al te goed voor de geest kan halen. Veel dingen die er nog zijn gezegd of gedaan. 51
Het afscheid met iedereen was zwaar en emotioneel. We hebben nog wat cadeautjes en zelfs persoonlijke spullen gehad van de jongens, ondanks dat ze zelf bijna niks bezitten. Al deze jongens zitten stuk voor stuk in mijn hart en ik weet dat ze daar nooit meer weg zullen gaan. Ik ben wel zo ontzettend blij (al voel ik me nu niet zo) dat ik dit allemaal mee heb mogen maken. Dat ik vijf maanden onderdeel van het leven daar heb mogen zijn. Dat ik daar zoveel heb mogen zien en meemaken, positief en negatief. Maar vooral dat ik zoveel heb mogen leren, dat ik weet wat voor moois er allemaal kan zijn. Op dit moment kan ik nog steeds niet bevatten dat ik weer thuis ben, in het saaie Nederland. Het voelt alsof er niks is veranderd hier terwijl in mijn hoofd alles veranderd lijkt te zijn. Ik mis het leven daar, de jongens, maar ook gewoon het gevoel wat ik daar had. Het gevoel onderdeel van iets te zijn, een familie die niet je familie is. Hoe dan ook, ik weet dat wat ik daar heb meegemaakt bijzonder is en dat ik daar dankbaar voor mag zijn. En dat ben ik ook. Goodbye India! And maybe…we’ll meet again.
Nikkie Frijters
52
RENÉE VAN DEN OETELAAR SOCIAAL PEDAGOGISCHE HULPVERLENING INDIA: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 53
Mijn naam is Renée van den Oetelaar en ik volg de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. In mijn 3e jaar heb ik gekozen voor een stage van 5 maanden in het prachtige India! Deze stage heb ik gelopen met mijn toenmalige klasgenootje Nikkie Frijters. Na deze onvergetelijke ervaring een hele goede vriendin rijker!
K
arunalaya Social Service Society is een non-profit organisatie die zich onder andere inzet voor het welzijn van straatkinderen in Chennai (Zuid-India). Ik heb stage gelopen bij een opvanghuis voor straat jongens. De beste, mooiste, indrukwekkendste en meest speciale periode in mijn leven tot nu toe. Het werken met deze jongens en in deze cultuur vergt een heleboel initiatief, lef, aanpassingsvermogen en creativiteit. Super om jezelf op deze manier te kunnen ontwikkelen zowel professioneel als persoonlijk! Ik ben met mijn hart en ziel het Indiase leven ingedoken. Het eten met mijn handen zittend op de grond, het 3 keer per dag bidden en daarbij 3 keer per dag rijst eten, middagdutjes op
54
de grond, de traditionele kleding, het op blote voeten lopen en ga zo maar door. Binnen de opvang hadden we een eigen kamer, waardoor we 24/7 bij de jongens waren. Dit heeft er voor gezorgd dat ik me echt thuis ben gaan voelen! Het mooiste zijn natuurlijk de speciale mensen die ik ontmoet heb. De jongens zagen mij als een grote zus en ik zag hen als mijn broertjes! Stuk voor stuk hebben ze mijn hart gestolen met hun verhalen, persoonlijkheid, talent en creativiteit. 55
56
Geweldig om te zien dat de jongens naarmate ze ons begonnen te leren kennen meer wilden delen! Het delen van je emoties was niet iets wat veel gebeurde op het project. Met het gebrekkige Engels, handen en voeten hebben we mooie, grappige, heftige en emotionele gesprekken gevoerd.
De stralende gezichten van de jongens en de speciale momenten die ik heb mogen meemaken, hebben er voor gezorgd dat ik heel veel voldoeding uit mijn stage heb kunnen halen. Ik ben nu bijna een half jaar terug in Nederland en ik mis de jongens en het magische India nog steeds.
De taken die we voornamelijk uitvoerden binnen de opvang waren het opzetten van activiteiten. Onze belangrijkste taak was dan ook het bieden van een dagbesteding voor de jongens. Denk hierbij aan Engelse lessen, huiswerkbegeleiding, spelletjes, medische hulp bieden en voorlichtingen geven.
Wil je meer weten over mijn ervaringen in India, neem dan een kijkje op mijn blog: reneevdoetelaar.reislogger.nl
Renée van den Oetelaar
SABINE EIJKELHOF CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE VORMING KINDERWERK BIJ VOLUNTEERING PERU IN CUSCO, PERU: FEBRUARI – AUGUSTUS 2014 57
Peru is het land van de pamfluiten, alpaca’s, de Inca’s, het Titica meer, de Machu Picchu, de salsa en de vriendelijke mensen, het grote verschil tussen rijk en arm en het enorm lekkere eten. Afgelopen februari (2014) ben ik voor mijn stage naar Cusco, Peru vertrokken om vijf maanden stage te lopen bij Abre Puertas en een basisschool in Coya, een klein dorpje op 50 minuten van Cusco vandaan.
I
k heb ervoor gekozen via Volunteering Peru mijn stage te regelen. Dit is een vrijwilligers organisatie in Cusco die is opgezet door Agnes en Carlos. Zij hebben contacten bij verschillende projecten. Hierbij moet je denken aan projecten waarbij je werkt met straatkinderen, wezen, mensen met beperkingen. Nadat ik afscheid had genomen van iedereen thuis, ben ik via Madrid naar Cusco gevlogen. Daar kwam Carlos mij ophalen.
58
Vervolgens ben ik naar het gastgezin gegaan waar ik drie maanden heb gewoond. Dit was tevens het huis van Carlos en daar woonden nog drie andere vrijwilligers. Ik had een eigen slaapkamer en tevens een badkamer. Ik heb ervoor gekozen om bij een gastgezin te wonen omdat ik daar goed mijn Spaans kon oefenen en ik op deze manier veel mensen kon leren kennen. Daarna ben ik samen met een collega-stagiaire in een appartement in de stad gaan wonen. Mijn stage heb ik gelopen bij Abre Puertas, dit betekent letterlijk ‘Open deuren’’. Het is een non-profit organisatie die bestaat van giften. Op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag worden er workshops georganiseerd voor alle kinderen uit het dorp en de omliggende gemeenschappen. De kinderen mogen
komen en gaan wanneer zij zelf willen zolang ‘Abre Puertas’ open is. Er is geen verplichting. Alle kinderen zijn welkom maar als zij de workshop verstoren of niet voldoende participeren in het project dan moeten ze weer gaan. De kinderen die komen zijn tussen de 3 en 13 jaar. Het leeftijdsverschil is erg groot maar de ouders verwachten dat de ‘grote’ broers of zussen voor de kleinere kinderen zorgen. Dit wordt zo gedaan omdat de ouders werken. De laatste maand van mijn stage ben ik eindverantwoordelijke geweest op dit project. Dit betekende dat ik moest zorgen dat de vrijwilligers aangestuurd worden, de activiteiten geregeld zijn, als er problemen waren kon iedereen bij mij terecht. Het was een geweldige ervaring voor mij als professional.
59
Daarnaast heb ik op de basisschool in Coya gewerkt. Op de school heb ik les gegeven aan de 3de groep. Dit is te vergelijken met groep 5 in Nederland. De kinderen zijn 8-9 jaar. In de klas heb ik mij voornamelijk bezig gehouden met het opzetten van Engelse lessen en het maken van een Engels werkboek voor de leerlingen. Ook heb ik zo nu en dan een gymles gegeven wat erg leuk was. Oer Hollandse spelletjes spelen en de kinderen koprollen leren was hilarisch. Alle kinderen in Peru lopen in een uniform, dit zie je dan ook overal in het straatbeeld. Wel zie je wel 100 verschillende uniformen, dit komt doordat alle scholen een ander uniform hebben. Doordat ik met mijn kennis naar Peru ben gegaan, is dit niet alleen voor mijzelf een verrijking maar ook voor de projecten waar ik heb gewerkt. De kennis van het sociaal agogisch werk is namelijk laag. Het behalen van de competenties was eenvoudig, behalve de competenties die te maken hadden met het beleid van de organisaties. Dit gedeelte is echt iets wat je moet behalen in Nederland. De stage was zeker HBO-waardig, maar er wordt wel van je gevraagd dat je nieuwsgierig bent en initiatief toont. De communicatie met school en het thuisfront was prima. Internet was overal aanwezig alleen soms was de verbinding wat slecht. Natuurlijk ging ik niet alleen naar Peru voor mijn stage, maar ook voor het geweldige land. Het leren van de taal was een 60
grote uitdaging. Zie het leren van de Spaanse taal niet als een obstakel maar als een uitdaging want het opent zoveel deuren naar een geweldig continent. Ook heb ik geweldige uitstapjes gemaakt, zoals de Machu Picchu en de jungle en heb ik leren salsa dansen als de beste. En als je dan toch in Zuid-Amerika bent, moet je natuurlijk wel wat gezien hebben, dus ben ik nog naar Bolivia geweest en heb daar gezwommen met dolfijnen en op piranha’s gevist. Kortom: mijn stage periode in Peru was geweldig en ik zou het iedereen aanraden.
Sabine Eijkelhoff
61
62
COLOFON Dit is een uitgave van Avans Hogeschool. Oplage 300 stuks Contact Avans Hogeschool Academie voor Sociale Studies ’s-Hertogenbosch Hervenplein 2 5232 JE ’s-Hertogenbosch 088 - 525 65 00 Vormgeving redactie en coördinatie Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentenzaken, Avans Hogeschool
avans.nl
141500023
Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen.