NT00152_94
Nadere Toegang op inv. nr 94 uit het archief van het Stadsbestuur Rhenen, 1337-1851 (152)
H.J. Postema Januari 2015
Inleiding
Dit document bevat regesten op een inventarisnummer dat de illustere titel draagt: "Copiën van brieven ende extracten wt den registren der stadt van Rhenen wair bij dat blijckt dat die scepenen ende dat gerecht van Rhenen altijt kennisse hebben van beswaernissen van renten wt thynsgoederen binnen dat gerecht van Rhenen gelegen, over de hondert jaeren ende langer". Het stuk dat duidelijk een afschrift is uit de eerste helft van de 16e-eeuw (waarschijnlijk 1530 gezien de laatste notitie), bevat akten over de periode 1425-1487. Het stuk heeft tot doel om te laten zien dat transporten van leen- en tijnsgoederen al meer dan een eeuw voor het gerecht van Rhenen plaatsvonden. In de marge van de akten is aangegeven of het een tijnsgoed of leengoed betreft. Deze notitie is achter het regest opgenomen.
2
Regesten
6-1425
6-1427
1433
1465
1465
Op maandag na St. Kuneradag. Ernst Froyse van Dolre en Heinrick die Wilde, richters, Bernt van Dolre, Steven van Sulen, Jacob vande Broick, Rolof Wolf, Wouter van Bemmel, Willem van Cleve en Gherit Lyster Henricksz, schepenen te Rhenen. Henrick Bor van Amerongen draagt op t.b.v. Lenten van Heze een huis en een hofstede te Rhenen tot Laer, waar tegenwoordig Rycquin Geritsz op woont. Hij heeft mede opgedragen voor het gerecht en de tijnsgenoten Bernt van Dolre voorzeids, Rolof Spynder en Tyman Lyster alle tijns die hij uit dit huis en hofstede had, daar oostwaards naast gelegen de gemene steeg, zuidwaards Jutte van Dyest, westwaards de gemene weg en noordwaards Lente voorzeids. Tijnsgoed. Op zondag na St. Jansdag. Henrick Bor van Amerongen en Henrick die Wilde, richters, Steven van Sulen, Gherit Beyer, Wynant van Westrienen, Gherit Lyster, Aernt van Eymeren, jonge Gerit die Brune en Rycquin van Andels, schepenen van Rhenen. Lente van Heze heeft gekocht van Stine van Ecke, Loef Dircksz echte wyf, Steven van Sulen, Trude sine echte vrouw, een deel bergland te Rhenen dat Gerijts Monincx te wesen plach en nu ter tijd Elijs Elijsz in pacht heeft en men van Bor van Hemert te tins houdt. Tijnsgoed. Op maandag na zondag laetare Jeruzalem in de vasten. Aelbert van Pluderen en Henrick die Wilde, richters, Rolof Bull Guederssoen, Ghysbert Rolle, Pauwels Thuet, Rucquin van Andels, Aernt van Eymeren, Elys Paedse en Henrick Bulle, schepenen van Rhenen. Claes van Sandwyck en Gerit Bulle, kerkmeesters te Rhenen, dragen op aan Willem Claesz en Geertruden sine echte vrouw een huis en hofstede met een schuur binnen Rhenen die in voortijden Jacob van de Hove en Fyen syne wyve plachte wesen, daar oostwaards Otken van Reye, zuidwaards de gemene Langestraat, westwaards Mathijs de rademaker en noordwaards Otken voorzeids. Tijnsgoed. Op maandag post Reminiscere in de vasten. Johan van Rienen, richter, Willem Claesz, Hubert van Rienen, Ghysbert van Wyck, Willem Paedse, Wouter van Groetvelt, Jan Vastrick en Claes van der Waey, schepenen te Rhenen. Bernt van Wyck heeft met recht doen panden aan huis en hofstede die Rolof van Wycks erfgenamen en Hille Jan Stoipsdochter toebehoord, gelegen aan de Markt, daar oostwaards naast gelegen is Gerit Bul, zuidwaards de stadsmuur, westwaards Jacobs erfgenamen van Wyck en noordwaards de markt. Hij heeft het te koop geboden aan de meestbiedende. Er is niemand gekomen. Tijnsgoed. Op dinsdag post Reminiscere in de vasten. Johan van Rhienen, rechter, Willem Claesz, Sweder van Cleve en Gijsbert van Wijck, schepenen. Bernt van Wyck met de stadsbode brengt aan dat hij heeft doen zeggen dat hij geëigend is in het huis en hofstede die Rolof van Wycks erfgenamen en Hille Stoips toebehoord aan de markt gelegen. Tijnsgoed.
3
24-8-1483
10-1486
1486
11-1487
1454
1457
1457
1461
1462
Op Sint Bartholomeusdag. Hubert van Rienen, richter, Wouter van Zulen, Herman Theusz, Gart Everwijn, Jan van Harn, Anthonis Jacobsz, Bernt Prekel en Claes Willemsz, schepenen van Rhenen. Aerntge, weduwe Willem Claesz, en Geertruyt, haar dochter, met Claes uten Weerde, haar gekoren momber, Claes en Aernt Willemsz, broers, geven samen over aan Bernt van Wyck ten behoeve van het gasthuis van Rhenen negende halve arnhemse gulden per jaar erfrecht gaande uit de bouwing te Gerestege. Leengoed. Op St. Gallendag. Jacob Freys van Dolre, richter, Danys van Leefdael, Wouter van Zulen, Peter Freyse, Bernt Prekel, Claes uten Weerde, Wouter van Groetvelt, en Jan Noest, schepenen van Rhenen. Bernt van Wyck brengt aan dat hij heeft doen panden Sweder van den Huet aan de kamer staande aan de markt tussen het raadhuis en de Roister. Dit is niet verkocht. Tijnsgoed. Op maandag (…) Beatissime virginibus. Jacob Freys van Dolre, richter, Danys van Leefdael, Bernt Prekel en Henrick van Wyck, schepenen van Rhenen. Bernt van Wyck brengt aan dat hij heeft doen zeggen in de kerk dat hij met eigenschap gewonnen heeft twee kamers staande aan de markt bij het raadhuis, die Sweder van den Huets en Alyt sijns wyfs toebehoren. Op donderdag als de andere dag (..) Translation Martini Episcopa Facti? Jacob Freys van Dolre, richter, Arent Bor van Hemerte en Peter Freys schepenen van Rhenen. Bernt van Wyck heeft ingezet in die kamers aan de markt gelegen tussen het raadhuis en de Roister die Sweder vanden Huets en Alyt syns wyfs toebehoirden. Johan van Zulen en jonkvrouw, zijn echte wijf, geven over aan Evert Freyse van Strowich de bouwing te velde die Bernt van Dolre te wesen, geheten Rammesteyn met bos en broek, etc., welk bos geheten is die Uddemerct. Tijnsgoed. Gelis van Schevickhoven geeft over aan Gijsbert Noest en Maria zijn echte wijf, een huis en hofstede binnen Rhenen bijde radenput, oostwaards Jan de Swart, zuidwaards de gemene straat, westwaards de radeput en noordwaards Willem de Bewy. Tijnsgoed. Jacob Stoick toont brieven van jonker van Gaesbeeck, heer van Gaasbeek, Abcoude, Putten en Styen. Hij heeft verkocht aan meester Philips Codde, doctor in de medicijnen, het veer te Rhenen. Het was hem aangekomen van Willem van Boxmeer, ridder, die dat van jonker van Gaasbeek te leen hield. Jacob Stoick is rentmeester van de heer van Gaasbeek. Leengoed. Jonkvrouw Janna, weduwe Frederick van Steenre, met haar gekoren momber Henrick Bor van Pluderen, draagt op aan Herman van Colen ten behoeve van het Sint Agnietenconvent te Rhenen, van de Sint Franciscusorde, de vrije eigendom van bouwing, huis, hof, erf, land genaam Scoenevelt, zoals dat nu verpacht is aan Claes van Laer, gelegen Achterberg. Leengoed. Meester Philips Codde, doctor in de medicijnen, geeft over aan broeder Henrick van Heeswijck, priester en procurator van Santrosen bij Utrecht, met Jan Poel, zijn momber, ten behoeve van het convent en klooster van Santrosen, de veerstad voor Rhenen, zoals hem dit is aangekomen van jonker van Gaesbeeck. 4
12-9-1530
Aantekening dat de tijnsen al meer dan 100 jaar voor het gerecht van Rhenen worden getransporteerd. Dit is mijns inziens ook de datum van het hele stuk.
5