NT00152_1
Nadere Toegang op inv. nr 1 uit het archief van het Stadsbestuur Rhenen, 1337-1851 (152)
H.J. Postema Oktober 2014
Inleiding
In dit document zijn regesten gemaakt op het oudste politieboek van Rhenen dat loopt over de jaren 1555 tot 1569. Regesten is eigenlijk geen juiste term in dit geval. Zie het meer als aantekeningen van de voornaamste zaken die in dit boek genotuleerd zijn. De term policie is waarschijnlijk het best te vertalen met politiek. Het bevat aantekeningen over aanstelling van burgemeesters, schepenen, raden, kerk-, gasthuis- en weesmeesters, maar ook verpachting van accijnzen en het opnemen van nieuwe burgers. Dit katern is juist ook interessant omdat het nog handelt in de periode vóór de Tachtigjarige Oorlog en vóór de Reformatie.
2
Regesten
10-10-1555 Verpachting der accijnzen. De grote en de kleine bieraccijns heeft gepacht Aert Thonisz voor 200 gulden. Borgen: Jan en Frans van Renen. De wijnaccijns heeft gepacht Jan van Harn Petersz voor 67 gulden. Borgen: Walraven Lucasz en Tonis Aertsz. De ellenaccijns heeft gepacht Jerefaes Engbertsz voor 41 gulden. Borgen: Thonis Stevensz Sproth en Peter Vastrick. 15-1-1556
Verhuur door de stad van de meent voor de Rijnpoort gedurende 3 jaren. Gehuurd door Jacob van Renen voor 18 gulden per jaar. Borgen Hubert van Renen en Merten Tulleman.
29-9-1556
Gekozen tot de Zestien (vertegenwoordigers uit de burgerij) Dirck Everwijn, Gosen van Lijnden, Jacob van Renen, Walraven Lucasz, Bloem, Sweer Henrixsz, Jan van Harn Petersz, Reijer Henrixsz, Henrick van Eck, Sander Jansz en Peter Vastrick, Jan van Renen, Guert Jansz, Berent van Meeckeren, Willem Destyer, Dirck Melisz. Tot bierwakers om ’s nachts te waken zijn aangesteld Jan Smit, Henrick Daemsz, Backoven.
12-10-1556 Verpachting van de accijnzen. De grote en de kleine bieraccijns heeft gepacht Anthonis van Drueten voor 121 gulden. Borgen: Walraven Lucasz en Jacob van Harn. De wijnaccijns gepacht door Anthonis van Druten voor 31 gulden. Borgen Jacob van Renen en Jan van Harn Petersz. De ellenaccijns gepacht door Jerefaes Engbertsz voor 17 gulden. Borgen: Peter Vastrick en Cornelis Roelofsen. 23-10-1556 Henrick Hol en Adriana Fredrick Hollendochter hebben aan de schout verzocht en hem te kennen gegeven dat Frerick Hol tegen hun wil en dank in hun huis gekomen is. Zij willen dat de schout hem uit huis zet. 10-1-1557
Afgesproken dat men de meent zal verpachten voor 3 jaren.
19-1-1557
Johan van den Heyde heeft verkregen het burgerschap van Rhenen.
1-2-1557
Dirck Vonck heeft het burgerschap van Rhenen gekregen. De molenaars binnen en buiten Rhenen: Sander Jansz, Dirck de molenaar, de weduwe van Steven Coendersz, en daarna Jan van Manen in den Dijk mogen niet meer ter molster nemen dan 32 vat. 3
26-1-1557
De kerk en het gasthuis moeten ieder opbrengen 100 Philipsguldens.
9-5-1557
Jan Willemsz Verwaey aangenomen als burger van Rhenen.
5-6-1557
Jacob van Rhenen en Willem Lyster zal men laten weten welk recht en toezeggen Jacob heeft op de weg die hij heeft laten sluiten te Achterberg en ook van de straat laten plaggen. En Willem Lijster welk recht hij heeft tot de steeg bezijden zijn huis. Eveneens van ’t gemeentgen van Gerrit de Wit onder de berg.
2-10-1557
Schepen-burgemeester: Johan de Keijser. Cameraar-burgemeester: Willem van Harn. Schepenen: Merten Tulman, Gosen van Lijnden, Jacob van Renen, Walraven Lucasz, Willem Lijster den ouden, Johan van Harn Willemsz, Willem Vastrick. Raden: Eerst van Ewijck, Frans Verwaij, Anthonis van Druyten, Dirck Vonck, Jacob van Harn Gerritsz, Evert Jansz, Adriaen Beyer, Henrick Jansz Bloem. Kerkmeesters: Claes Lijster cameraar, Bernt van Wijck, Eerst van Ewijck. Gasthuismeesters: Anthonis van Druyten cameraar, Wouter van Suylen. Weesmeesters: Jacob van Renen en Frans Verway.
7-10-1557
Een ieder die voor de schout moet komen en niet verschijnt, verbeurt 4 stuivers. Is het niet mogelijk om te komen, vertel dat dan aan de deurwaarder.
9-10-1557
Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine bieraccijns verpacht aan Jacob van Harn Gerritsz voor 192 gulden. Borgen: Jan van Harn Petersz en Jochum Cornelisz. De wijnaccijns verpacht aan Gerrit Lijster voor 60 gulden. Borgen Frans van Renen en Adriaan van Harn Petersz. De ellenaccijns verpacht aan Jan van Renen voor 29 gulden. Borgen: Frans van Renen en Sander Jansz.
25-10-1557 Tot keurmeesters aangesteld Jan van Harn Petersz van Frans Jansz. 17-11-1557 De schoolmeester zal dienen tot Pasen volgens oude gewoonte. 24-6-1558
Reijer Jansz aangenomen als burger.
17-10-1558 Jan van Ee aangenomen als burger. 5-12-1558
Adriaan Gerritsz aangenomen als burger.
10-10-1558 Verpachting van de accijnzen. De grote en de kleine accijns gepacht door Jochem Cornelisz voor 192 gulden. Borgen: Jacob van Harn Gerritsz en Sander Jansz. De wijnaccijns gepacht door Jacob van Renen voor 55 gulden. Borgen: Jan van Renen en Adriaen Petersz. De ellenaccijns gepacht door Jan Herbertsz voor 31 gulden. Borgen: Jan Jansz Slot en Wemmer Gijsbertsz. 4
10-10-1559 Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine accijns gepacht door Jan van Harn Petersz voor 232 gulden. Borgen: Ulrick Hermansz en Jochum Cornelisz. De wijnaccijns door Sander Jansz voor 78 gulden. Borgen: Walraven Lucasz en Jerefaes Gijsbertsz. De ellenaccijns door Claes Jansz voor 35 gulden. Borgen: Frans Jansz en Cornelis Jansz. 20-12-1558 Willem van Harn, burgemeester, Jacob van Renen, Steven Fransz Verwaij en Claes Lyster, kerkmeester, worden gearresteerd om te trekken te Utrecht om daar te kennen te geven de abuisen van de diensten van de kerk. 8-1-1559
Er zijn fouten gevonden in het register van het oudschildgeld.
9-2-1559
Philips Jaspersz heeft de eed gedaan als substituut-bode van Hubert Lijster.
20-2-1559
Adriaen Petersz aangenomen als burger.
24-4-1559
Henrick van Eck en Jan Aelbertsz aangenomen als burgers.
8-5-1559
Gerrit Loot aangenomen als burger.
29-5-1559
Wouter Gerritsz aangenomen als burger.
4-9-1559
Teunis Pelgrumsz en Evert Noest aangenomen als burgers.
27-9-1559
Claes Jansz aangenomen als burger.
23-10-1559 Henrick Daemsz aangenomen als burger. 1559-1560
Volgende wet: Burgemeesters: Rutger Valkenaer schepenburgemeester en Jacob van Renen cameraar-burgemeester. Schepenen: Dirck van Cronenburg, Eerst van Ewijck, Jacob van Harn, Claes Lijster, Willem Vastrick, Goessen van Lijnden, Dirck Lijster. Raden: Willem Lijster Willemsz den ouden, Willem Beijer, Dirck Everwijn, Bernt van Wijck, Jan van Harn Willemsz, Jan van Harn Petersz, Dirck Vonck, Henrick Jansz Bloem. Kerkmeesters: Jan de Keijser, Willem van Harn, Frans Verwaij. Gasthuismeesters: Anthonis van Druyten en Sander Jansz. Weesmeesters: Walraven Lucasz en Merten Tulleman.
7-6-1559
Afspraken over diverse zaken.
30-10-1559 Tonis Joosten aangenomen als burger. 2-11-1559
Akkoord over het loten en maken van de horen maet.
13-11-1559 Jan Willemsz aangenomen als burger 5
24-12-1559 Akkoord over een weide. 30-12-1559 Men zal afroepen dat alle burgers komen zullen over turf op de meent. Verder zijn er twee brieven binnen gekomen van Henrick Vonck Henricksz en Gerrit Lijster. 13-3-1660
De schout Willem Vastrick, en Dirck Lijster, schepen, Willem Beijer, Dirck Everwijn, Bernt van Wijck, Henrick Jansz Bloem, raden, Johan de Keijser, Merten Tulleman Lucasz, Sander Jansz, Henrick van Eck, Jorden van Eck, Frans Jansz, Wouter van Zuijlen, Gerrit van Harn, Thonis Joosten, Jochem Cornelisz de jonge Keijser, zijn geaccordeerd over de meent voor de Rijnpoort die Jacob van Renen de lange gebruikt heeft de burgers bij loting zal laten gebruiken. En akkoord over stadsrekening.
10-10-1560 Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine bieraccijns door Jan van Harn Petersz voor 231 gulden. Borgen: Ulrick Hermansz en Sander Jansz. De wijnaccijns door Ulrick Hermans voor 81 gulden. Borgen Frans van Renen en Jan van Harn Petersz. De ellenaccijns Claes Jansz voor 32 gulden. Borgen Peter Vastrick en Aelbert Teunisz. 7-1560
Burgemeesters: Johan de Keijser schepen-burgemeester, Dirck van Cronenburg, camelaar-burgemeester. Schepenen: Herbert van Setten, Frans Verwaij, Walraven Lucasz, Willem Vastrick, Jan van Harn Willemsz, Henrick Lijster, Jan van Harn Petersz. Raden: Bernt van Wijck, Antonis van Drueten, Gerrit van Harn, Jorden van Eck, Eerst van Ewijck, Claes Lijster, Jacob van Harn Gerritsz, Wouter van Suijlen. Kerkmeesters: Rutger Valkener, cameraar, Goosen van Lijnden, Dirck Lijster. Gasthuismeester: Willem van Harn, cameraar, en Dirck Vonck. Weesmeesters: Jacob van Rhenen en Merten Tulleman.
4-12-1560
Tot kerkmeester aangesteld: Willem Vastrick.
20-12-1560 Over de verkoop van ossen. En reparatie van de putten in de stad. 22-12-1560 Over betaling van wagenvracht bij de herbergen. 9-1-1561
Over verpachting van de stadsmeent aan Jan van Harn Willemsz.
14-1-1561
De gemene burgers zullen loten van de meent gelegen voor de Rijnpoort. Geurt Jerefaesz heeft 1e lot. Gerrit Vonck 2e lot, Aert die Leijdecker het 3e lot, Jan Ariaensz het 4e, Henrick Aertsz het 5e, Steven Teunisz het 6e, Gijsbertgen Hugens het 7e, Thonis Pelgromsz het 8e, Walraven Lucasz het 9e, Andries van Rijn het 10e, Wouter van Suijlen het 11e en Ariaen van Triest het 12e lot. 6
4-10-1561
Kwestie tussen magistraat en Jacob van Renen over de meent onder Heijmenberch die Jacob tot zijn profijt gebruikt.
6-10-1561
Verpachting van de accijnzen. De grote en de kleine bieraccijns door Jan van Harn Petersz voor 241 gulden. Borgen: Sander Jansz en Ulrick Hermensz. De wijnaccijns door Ulrick Hermensz voor 85 gulden. Borgen: Jan Aelbertsz molenaar en Sander Jansz. De ellenaccijns door Walraven Lucasz voor 29 gulden. Borgen Jan van Amerongen en jonge Jan de Keijser.
6-10-1561
Er zullen voortaan geen burgers meer aangenomen worden dan in eendrachtgheid.
17-10-1561 Besloten dat er geen kastelein onder Heijmenberg meer gehaald zal worden dan alleen bij de burgers en niemand anders. 19-12-1561 De meent te Achterberg verpacht. 22-12-1561 De gemene burgers hebben geloot van de meent voor de Rijnpoort. Het 1e lot voor Frans Jansz, het 2e voor Gerrit van Renen, het 3e voor Kerst Verhuet, het 4e voor Druijten, het 5e voor Willem van Harn, het 6e voor Jan Ariaensz, het 7e voor Druijten, het 8e voor Willem van Harn, het 9e idem, het 10e idem, het 11e voor mr. Jacob van Eck en het 12e voor Walraven. 10-10-1562 Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine bieraccijns door Jan van Harn Petersz voor 225 gulden. Borgen: Willem van Harn en Peter Vastrick. De wijnaccijns door Jan van Harn Petersz voor 80 gulden. Borgen: Sander Jansz en Jerefaes Engbertsz. De ellenaccijns door Frans Jansz voor 43 gulden. Borgen mr. Jacob van Eck en Walraven Woutersz. 17-1-1563
De gemene burgers hebben geloot van de meent voor de Rijnpoort. Het eerste lot kreeg Mechtelt van Meerten, weduwe van Someren, het 2 e Thomas Hermensz, het 3e Jan Hendricksz schipper, het 4e Steven Thonisz Sprot, het 5e Jorden van Eck, het 6e Henrick de Veer, het 7e Aelbert Thonisz, het 8e de weduwe van Sijmon Voel, het 9e Eerst van Ewijck, het 10e Wouter van Sulen, het 11e Frans Claesz en het 12e Evert Rijersz.
26-5-1563
Aelbert Verweij wordt aangenomen om te ontvangen de schatting van het oudschildgeld.
6-10-1563
Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine bieraccijns door mr. Jacob van Eck voor 179 gulden. Borgen: Ulrick Hermensz en Walraven Woutersz. De wijnaccijns door Claes Lijster voor 60 gulden. Borgen: 7
Sander Jansz en Gregorius Hermensz. De ellenaccijns door Aelbert Verweij voor 48 gulden. Borgen: Cronenburg en Gerrit van Amerongen. 30-10-1563 Burgemeesters: Dirck van Cronenburch en Walraven Lucasz, cameraar. Schepenen: Willem van Harn, Herbert van Setten, Eerst van Ewijck, mr. Gerrit Beck, Henrick Lijster, Wouter van Sulen en Frans Verwaij. Raden: Claes Lijster, Tonis Lijster, Jorden van Eck, Gerrit van Harn, Willem Beijer, Henrick Holl, Dirck Lijster en Willem Vastrick. Kerkmeesters: Jan de Keijser, cameraar, Goesen van Lijnden, Bernt van Wijck. Gasthuismeesters: Rutger Valkener, cameraar, en Sweer Verhuet. Weesmeesters: Dirck Vonck, Sander Jansz. 26-11-1563 Over handel in vette waren. En het bakken door de bakkers. En over de vleeshouwers. 3-1-1564
De meent tussen de berg en de Rijnpoort wordt voor 3 jaren verpacht.
10-1-1564
Besloten dat men de loten zal aflesten en uit laten gaan, van de meent bij de Rijnpoort, op 26-1-1564.
26-1-1564
Uitreis van burgemeesters naar Utrecht.
1-2-1564
De meent tussen de Bergpoort en de Rijnpoort zal voor dit jaar in 13 loten worden uitgegeven. Met beschrijving van de inhoud van de loten. Het 1e lot is voor Cornelis Jansz Cup, het 2e voor Anthonis van Druten, het 3e voor Jan van Ee, het 4e voor Peter Vastrick, het 5e voor Teunis Pelgrumsz, het 6e voor Hendrikje Cupen, het 7e voor Jan den Keijser den ouden, het 8e voor Bernt van Wijck, het 9e voor Willem Beijer, het 10e voor Int Lijskeren, het 11e voor Wouter van Sulen, het 12e voor Sweer Verhuet, het 13e voor mr. Jacob van Eck.
3-2-1564
Besloten dat men de fundatie van de sonen getijden onderhouden zal, te weten dat men de prestatie niemand anders zal geven dan alleen volgens de fundatie. De kerkmeesters moeten hun authouren afdanken en opnieuw aannemen als een huurling tot wederzeggens toe. Een commissie gaat naar de quielduijer om aan te geven van de gebreken van zijn kapellanen en van de dienst in de kerk opdat hij die dienst onderhoudt en doet onderhouden.
11-10-1564 Verpachting van de accijnzen. De grote en kleine bieraccijns door mr. Jacob van Eck voor 215 gulden. Borgen: Ulrick Hermensz en Walraven Woutersz. De wijnaccijns door Ulrick Hermensz voor 63 gulden. Borgen: Jacob van Renen en Jan de molenaar. De ellenaccijns door Willem die backer voor 58 gulden. Borgen: Henrick van Eck en Aelbert Hugen. 8
11-2-1565
Uitgifte van de loten van de meent voor de Rijnpoort. Het 1e lot door Jan Hendricksz, het 2e aan Jan Adriaensz, het 3e Aert Sandersz, het 4e Drueken, het 5e Hendrick Damen, het 6e Teunis Stevensz Sprot, het 7e Jan Jansz smit, het 8e Gerrit de Wit, het 9e Jan de Keijser de jonge, het 10e Willem van Harn, het 11e mr. Gerrit Beck, het 12 Amel Teunisz, het 13e Willem Vastrick, het 14e Hermen Scharpynck.
8-4-1565
De meent bij Heimerstein zal worden verpacht aan de meestbiedende. Voortaan mogen geen schapen op de zijde Dernerssteeg, noch op de zijde van de Melaten, noch beneden de molens blijven van de stadswal en stadsmuren, op een boete van 1 carolusgulden. Een ieder moet verder zijn straten maken.
8-4-1565
De regering van Rhenen heeft afgetuind een stuk van de rijsweerd in het land van Jan van Leuwen opdat de koeien gaande op de meent bekwaam mogen komen aan water. Er worden afspraken met Jan gemaakt.
25-7-1565
Burgemeesters: Willem van Harn en Walraven Lucasz, cameraar. Schepenen: Bernt van Wijck, Goesen van Lijnden, Henrick Lijster, Dirck Lijster, Frans Verwaij, Wouter van Sulen en Sander Jansz. Raden: Anthonie Lijster, Gerrit van Harn, Jan van Someren, Henrick van Eck, mr. Gerrit Beck, Henrick Holl, Herman Scherpynck, Jorden van Eck. Kerkmeesters: Jan de Keijser, Willem Beijer en Claes Lijster. Gasthuismeesters: Willem Vastrick en Eerst van Ewijck. Weesmeesters: Dirck Vonck en Sweer Verhuet.
5-10-1565
Over het huis van Pelgrum Cornelisz. Verder dat alle bakkers en brouwers geen heide of loof bij hun huizen mogen leggen. Alzo Jan de molenaar zijn schuur te dicht bij de heerweg heeft gebouwd, moet hij jaarlijks hiervoor betalen.
9-10-1565
Verpachting van de accijnzen. Met uitgebreide beschrijving van de voorwaarden. De bieraccijns heeft Adriaan Petersz gepacht voor 200 gulden. Borgen Jerefaas Engberts en Dirck Jansz de Brouwer. De wijnaccijns door Claes Lijster gepacht voor 66 gulden. Borgen Hendrick Reijersz en Gerrit Aertsz. De ellenaccijns door Jerefaas Engberts voor 55 gulden. Borgen: Ariaen Petersz en Steven Teunisz.
5-11-1565
Op 16-10-1565 hebben Jan Aelbertsz en Rijck Wesselsz molenaars moedwillig aangenomen dat zij gedurende deze tegenwoordige dure tijd van de burgers niet meer afnemen zullen dan de halve molffter.
6-11-1565
Over de kwestie van de rog bij Jerefaas Engberts en Jan Herbertsz en Frans Verwaij. 9
15-2-1566
De loten van de meent voor de Rijnpoort zal men laten uitgaan op 5-31566. Met beschrijving van de voorwaarden. Het 1 e lot gaat naar Henrick Damen, het 2e naar Teus Lijster, het 3e Jan van Oort, het 4e Jan Tulleman, het 5e Jasper Roelofsen, het 6e Henrick de Veer, het 7e Peter Herbertsz, het 8e Gerrit Vastrick, het 9e Philips Jaspersz, het 10e Mergrijt Elisz, het 11e Gerrit Stevensz, het 12e Jan van Someren, het 13e Fijtge van Wijck, het 14e Jan Willemsz, het 15e Lenert die metseler.
9-5-1566
De cameraar zal doen maken en metselen de stadsmuur achter tolhuis.
10-10-1566 Verpachting van de accijnzen. De bieraccijns gepacht door Adriaen Petersz voor 198 gulden. Borgen: Jerefaes Engberts en Dirck Jansz Quint. De wijnaccijns door Claes Lijster voor 66 gulden. Borgen Jan Aelbertsz en Andries van Rijn. De ellenaccijns door Jerefaas Engberts voor 47 gulden. Borgen: Adriaen Petersz en Steven Teunisz. 3-1-1567
Alle waarden en waardinnen, burgers en inwoners die ’s nachts enige personen te logeren hebben zullen deze ’s avonds aanbrengen. Als de klok luidt moet iedereen met goed geweer komen en gaan staan waar het gerecht hen plaatst.
25-2-1567
Door de periculeuze tijd van oorlog zal er overdag en ’s nachts gewaakt worden. Met beschrijving van de bedoeling en inhoud van het waken. En zijn gecommitteerd Dirck Lijster en Henrick Lijster, schepenen, uit de acht raden mr. Gerrit Beck en Henrick van Eck, uit de burgerij Jan Jansz Slot, Willem Vastrick, Bloem en Jan van Ede om de sloten van de stadspoorten te verdelen en te verhangen. Tonis Evertsz? rotmeester zal hebben de eerste nachtwacht met zijn rotgezellen, en Sander Jansz, rotmeester, met zijn rotgezellen de eerste dagwacht.
11-3-1567
De meent tussen de Rijnpoort en de Bergpoort zal men verloten. Het 1 e lot is voor Jan van Someren, het 2e Jan van Oort, het 3e Cornelis Adriaensz, het 4e Eerst van Ewijck, het 5e Cornelis Woutersz, het 6e Aert Hendricksz, het 7e Jan Teunisz de snijder, het 8e Alijt Lubberts, het 9e Adriaen Claes Adriaensz schipper, het 10e Geurt Lijster, het 11e Gerrit van Harn, het 12e Willem Dircksz, het 13e Jan Mom?, het 14e Aert Sandersz
28-3-1567
Nadere besluiten over de dag- en nachtwaken.
31-3-1567
De volgende weduwen en ongehuwde vrouwen iedere nachtwacht geven zullen, nl. de dochters van Dirck de Bruijn, Henriske Aert Lijstersweduwe, Lijsbet de weduwe van Jan van Harn, Alijt Dirck van Oort weduwe, Neel Beijeren, Jannet Lijster, Judit Lijsteren, Janna
10
Ponsz, juffr. Antonia van Renen, de maagden Aeltgen Lubberen, Kunera Lijsteren, Henriske Cupen 14-5-1567
De nachtwacht zal voortaan met halve wachten houden, dus iedere nacht een half rot.
4-7-1567
Rekening gedaan van stad, kerk en gasthuis.
9-10-1567
Verpachting van de accijnzen. De bieraccijns heeft gepacht Adriaen Petersz voor 199 gulden. Borgen Jerefaas Engberts en Dirck Jansz. De wijnaccijns door Claes Lijster voor 56 gulden. Borgen: Sweer Verhuet en Aelbert Verweij. De ellenaccijns door Matheus Lijster voor 44 gulden. Borgen: Jan Mertensz en Jerefaes Engberts.
25-2-1568
Besloten een molen te stellen binnen de stadsmuren. Verder besloten dat men de rijsweerd voor de Rijnpoort voortaan mede zal weiden met beesten.
26-3-1568
Besloten dat de burgemeesters Willem van Harn en Lucasz naar Utrecht zullen reizen naar de president van de raad van zijne Majesteit om te spreken over de molen binnen de stad. En als Aelbert Verweij gemolesteerd wordt door Christoffel van Montfoort voor het Hof van Utrecht betreffende het arrest dat Verweij gedaan heeft op de goederen van Montfoort. Als hier niets tegen gedaan wordt, zal de stad en jurisdictie zeer merkelijk verkleind en verkort worden. De lasten voor de burgers zijn hoog en zwaar.
3-4-1568
De loten voor de meent voor de Rijnpoort. Het 1e lot is voor Cornelis Adriaensz, het 2e voor Gerrit Aertsz, het 3e voor Cornelis Sandersz/Jansz timmerman, het 4e voor Adriaen Claesz schipper, het 5e voor Steven van Lottum, het 6e voor Willem den Haen, het 7e voor Teus Lijster, het 8e voor Aelbert Petersz, het 9e voor Jan Evertsz snijder, het 10e voor Wouter van Sulen, het 11e voor Lenert Jansz/Sandersz, het 12e voor Willem van Nijel, het 13e voor Gerrit Vonck, het 14e voor Jan van Ede, het 15e voor Drueken.
3-5-1568
Er zal weer ’s nachts gewaakt worden door weerbare mannen, telkens met een half rot. De waarden, waardinnen en alle inwoners moeten ’s avonds aanbrengen welke vreemde personen blijven slapen.
29-4-1558
Bekentmaking over het maken van de molen in de stad.
22-7-1568
Hendrick Hol zal het oudschildgeld gaan innen.
9-10-1568
Verpachting van de accijnzen. De bieraccijns door Adriaen Petersz voor 198 gulden. Borgen: Ulrick Hermansz en Jerefaes Engbertsz. De 11
wijnaccijns door Claes Lijster voor 70 gulden. Borgen: Willem Hubertsz en Jerefaes Engberts. De ellenaccijns voor Philips Jaspersz voor 42 gulden. Borgen: Gerrit Lijster en Jan Verbrug de oude. 12-10-1568 Werner Gijsbertsz en Johan Herbertsz stellen zich borg voor Matheus Lijster en Guert Lijster die de bieraccijns hebben overgenomen van Adriaen Petersz. 11-1-1569
Voortaan wordt er in de poorten weer gewaakt met een rot burgers. Er is verder kwestie tussen de accijnspachters en de zangers. De zangers zullen hun gebruik genieten naar oude gewoonte. Voortaan mag er op zondag en heilige dagen geen waren vervoerd worden dan alleen eetbare spijze.
8-2-1569
Diverse afspraken.
25-2-1569
Verloting van de meent. Het 1e lot is voor Sander Jansz karreman, het 2e voor Jan de leidekker, het 3e voor Steven van Lottum, het 4e voor Wouter Gijsbertsz, het 5e voor Teus Lijster, het 6e voor Aert Jansz, het 7e voor Evert Lijster Berntsz, het 8e voor Scherpinck, het 9e voor Walraven Lucasz, het 10e voor Antonia Aert Berts weduwe, het 11e voor Willemke Sprotten, het 12e voor Peter Neuten, het 13e voor Gijsbert Dircksz, het 14e voor Sweer Verhuet, het 15e voor Kerst Verhuet.
12-4-1569
De meent te Achterberg wordt verpacht.
26-4-1569
Reijer Jansz stelt zich borg voor Henrick Holl voor de ontvangst van het oudschildgeld.
27-4-1569
Willem van Harn wordt gecommitteerd om te Utrecht twee requesten te laten maken voor het Hof van Utrecht over de molen.
22-7-1569
Antwoordt op het request van het Hof van Utrecht. Met afspraken over het malen in de molen.
12