^ '5 ,2 5J ^*
Staatstoezicht op de Mijnen
Ilet /ckcr Slcllcn dal de delfstof« intiinj; op ccn niaalschuppclijk verantwoorde wi)/c vsordl u i l ü c v o c r d
Aan
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Postbus 28000 9400 HH ASSEN
Datum
Uw kenmerk
18 oktober 2007 Contactpersoon
Onskenmedt
Bijlage(n)
7121693
2
Dcxxkies nu mmer
(070)395 Onderwerp
Inspectie op L2-FA-I in het kader van het project 'Thermometer inspecties' Geachte heer Op vrijdag 23 augustus 2007 heeft de heer inspecteur bij het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), een inspectie uitgevoerd op de mijnbouwinstailatie L2-FA-1. Hierbij is nagegaan of werd voldaan aan de wettelijke bepalingen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Specifiek is aandacht besteed aan het SodM inspectieproject 'Thermometer inspecties', waarbij de volgende onderwerpen aan de orde zijn geweest:
-
helidek accommodatie en welzijn gevaarlijke stoffen/legionella/CFK/LSA/ioniserende straling reddingsmiddelen, communicatiemiddelen, vluchtroutes en scenario oefeningen persoonlijke beschermingsmiddelen EHBO annulaire drukken gaslekkages veiligheidskritische systemen
Tijdens de inspectie zijn de volgende bevindingen geconstateerd, te weten: 2 CM
•o
So So
So
A. Beboetbare/strafbare feiten die binnen een gestelde termijn moeten worden opgeheven; 1. De manometer op de C-annulus van de nieuwe "HP/HT" put-104 gaf een druk aan buiten zijn bereik (0-25 barg). De MAASP (maximum allowable surface pressure) van 19 barg was op de manometer met tape aangebracht (zie foto-1 ) en dus overschreden. De druk is onmiddellijk afgelaten tot beneden de MAASP. Bij geen
•o
Prinses Beatrixiaan 428
Telefoon (070) 395 65 00
2273 XZ VOORBURG
Telefax (070) 395 85 55
wwwsodm nl
Ministerie van Economische Zaken
PosttMJsS 2270 AA VOORBURG
Verzoeke bij beantwoording van deze briefons kenrtttrk te vermelden
Pagina 2 van 8 Staatstoezicht op de Mijnen
druk bleek de manometer nog een waarde van 8 barg aan te geven. Dit duidt erop dat de manometer waarschijnlijk is blootgesteld aan een druk ver boven zijn bereik. B. Bevindingen die bij niet opheffen of bij herhaling kunnen leiden tot een strafbaar of beboctbaar feit; 2. De ophanging van de flowleiding van put-104 zat klem achter een U-balk waardoor deze volledig scheef hing (zie foto-2 &3). De platform bemanning heeft dit binnen 24 uur deskundig aangepakt door de dubbele veerophanging eerst te ontlasten (met takels) vooraleer de scheefstand weg te nemen (om eventuele spanningen onder controle te krijgen). Een studie van NAM is er ondertussen al uitgevoerd om te bevestigen dat de pijpspanningen tengevolge van hoge temperatuur en scheefstand geen invloed hebben gehad op de integriteit van het leidingsysteem. 3. Een van de twee 'open path' gasdetectie systemen was in overbrugging omdat een steiger de functie belemmerde (zie foto-3). De steiger was nodig voor werkzaamheden aan een veiligheidsklep. Omdat de werkzaamheden waren uitgesteld was dit gasdetectie systeem al meer dan tien dagen in overbrugging. De spiegel van het gasdetectie systeem is verplaatst zodat de steiger geen obstakel meer vormde en de overbrugging kon worden verwijderd. 4.
Van de meeste brandblussers was de keuringsdatum al enkele maanden verlopen en bij enkelen was deze onbekend door beschadigde stickers (zie foto-4).
5.
Er was tijdens het opstarten van de nieuwe put-104 geconstateerd dat de tubing lekt naar de A-annulus. Het afblazen van de A-annulus gebeurde via een slang naar een open drum (zie foto-5) waardoor gas werd geblazen op het puttendek. Er is nu een verbinding naar het bestaande vent systeem gemaakt.
6.
De functionaliteit van de 'firedemper' in het lucht afzuigkanaal van het fornuis kon op verzoek niet worden aangetoond. Men kon de 'firedemper' niet met de bedieningsknop sluiten. Er is de dag daarna geconstateerd dat het sluiten van deze 'firedemper' werd verhinderd door vet en vuil aanslag. Alles is ondertussen weer schoongemaakt en alle andere "firedempers* in de accommodatie zijn ook getest op functionaliteit (zie foto-6).
7.
De vluchtweg van het trappenhuis naar buiten op het laagste niveau van de accommodatie was gedeeltelijk geblokkeerd door nieuwe matrassen. Dit is terstond verholpen.
8.
Op het helidek werd geconstateerd dat de AFFF tank overliep (zie foto-7). Indien de water toevoer tot het AFFF blussysteem op druk staat en een terugslagklep naar de tank lekt, dan vult de AFFF tank zich met water en zal de verhouding water/AFFF bij gebruik onjuist zijn. Opdat dit zich niet meer (ongemerkt) kan voordoen, is een herziening van het ontwerp/operatie nodig.
Pagina 3 van 6 Staatstoezicht op de Mijnen
9.
Materiaal dat los gestapeld wordt dient geborgd te zijn tegen opwaaien (zie foto-8). Dit is verholpen.
10. De jaarlijkse keuring van het antival toestel met reddingsfunctic is verlopen (laatste keunng 05/2006). 11. Naar aanleiding van de verschillende obser\'aties op het puttendek kan alleen geconcludeerd worden dat de supervisie in deze onvoldoende was. 12. De individuele afdaal-reddingsystemcn (Honor) zijn wel beschikbaar op strategische plaatsen op het platform. Men gaat er vanuit dat de railing als vcrankeringpunt wordt gebruikt. Dit is echter op het platform aangetoond dat dit niet veilig kan worden gebruikt. De gebruiksaanwijzing van Honor omschrijft ook dat "de lijn tussen het vcrankeringpunt en de gebruiker strak gespannen staat' voordat men overboord stapt en dit is niet te realiseren met de railing als verankeringpunt. Verder wordt er met de systemen niet regelmatig getraind. De effectiviteit van het afdaalsysteem zoals het nu is opgezet wordt sterk in twijfel gelrokken.
C. Bevindingen die nadere aandacht behoeven; 13. In de brandbestrijding en calamiteiten plannen is de locatie van de brandblussers aangegeven. Op het puttendek waren de 35 kg pwederblussers naast elkaar opgesteld en niet verspreid (foto 9). 14. De scenario oefeningen worden volgens de planning gehouden maar zijn weinig creatief opgezet. Gewoonlijk blijft het bij de tijd opnemen van een verzameloefening.
In bijlage-l 'achtergrondgegevens' wordt per bevinding item verwezen naar de relevante wet- en regelgeving. De meeste bevindingen . waaronder de A-bevinding, zijn al terstond of binnen een dag verholpen door de platform bemanning. Ik verzoek u binnen 4 weken schriftelijk te reageren op de resterende B&C-bevindingen (4, 8, 10, 12, 13 en 14) en voor de resterende B-bevindingen tevens een plan van aanpak bij te sluiten. Een afschrift van deze briefis verzonden aan de voorzitter van het medezeggenschapsorgaan van uw ondememing.
f
Pagina 4 van 8 Staatstoezicht op de Mijnen
Gelieve bij uw schriftelijke reactie het kenmerk en de datum van deze briefte vermelden. U kunt zich voor verdere informatie telefonisch in verbinding stellen met de in de brief vermelde contactpersoon.
Bijlagen
Bijlage 1; Bijlage2 ;
Achtergrondgegevens wet- en regelgeving Foto's inspectie
'
I
Pagina 5 van 8 Staatstoezicht op de Mijnen
Bijlage 1
Achtergrondgegevens 1
Wet- en regelgeving
Bevinding item
Arbeidsomstandifihedenwet Artikel 8 4. De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriflen gericht op het voorkomen of beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Al Bil
Artikel 8 3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken.
BI2
Arbobesluit Artikel 7.4. Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen
B2 B8
2. Een arbeidsmiddel is van een deugdelijke constructie. Artikel 3.5d. Algemene preventieve maatregelen 1. Doeltreffende maatregelen zijn genomen om het ontstaan van een explosieve atmosfeer op de arbeidsplaats te voorkomen.
B3 BS
Artikel 3.8. Brandmelding en brandbestrijding 1. In aanvulling op artikel 15 van de wet zijn op arbeidsplaatsen, afhankelijk van de aard van de arbeid die daar wordt verricht, de daaraan verbonden gevaren en het maximum aantal werknemers en andere personen dat zich daar bevindt, voldoende jjassende brandbestrijdingsmiddelen aanwezig.
B4
1
Pagina 6 van 8 Staatstoezicht op de Mijnen
Artikel 3.37w. Verblijfsaccommodatie 2. Leidingen die in geval van lekkage direct gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren worden buiten de accommodatie en de hiermee in verbinding staande gangen gehouden. Deze accommodatie: a. is afdoende beschermd tegen de gevolgen van explosies, binnendringen van rook en gas en het uitbreken en de verbreiding van brand, zoals omschreven in het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42;
86
Artikel 3.7. Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen B7 1. Vluchtwegen en nooduitgangen zijn \Tij van obstakels. Artikel 3.17. Voorkomen gevaar door voorwerpen, producten, vloeistoffen of gassen Het gevaar te worden getroffen of geraakt door voorwerpen, producten of onderdelen daarvan dan wel vloeistoffen of gassen, of het gevaar bekneld te raken tussen voorwerpen, producten of onderdelen daarsan, wordt voorkomen en indien dat niet mogelijk is zoveel mogelijk beperkt. Artikel 3.16, vierde lid, laatste volzin, is van toepassing.
B9
Artikel 7.4a. Keuringen 3. Een arbeidsmiddel dat onderhevig is aan invloeden die leiden tot verslechteringen welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties wordt, zo dikwijls dit ter waarborging van de goede staat noodzakelijk is, gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd.
BIO
Pagina 7 van 8 Staatstoezk^ op de Mijnen
Bijlage 2
Foto-1
Foto-2
Foto-3
Foto-4
Foto-5
Foto-6
f
Pagina 8 van 8 Slaatstoezcht op de Mijnen
î
terugslagklep
Foto-8
Foto-9