Staatstoezicht op de Mijnen Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken e Nieuwsbulletin, 1 kwartaal 2010, uitgave 19
Nieuwe rampenbestrijdingsplan GBI Den Helder getest Op 24 maart 2010 is het nieuwe rampenbestrijdingsplan van de Gas Behandelings Installatie (GBI) in Den Helder getest met een desktopoefening. Het nieuwe plan bevat onder meer een scenario van catastrofaal falen van de slugcatcher (slokkenvanger), waarbij in een omtrek van honderden meters, een groot aantal mensen blootgesteld kan worden aan de intense stralingswarmte van een enorme steekvlam. Gelukkig heeft er tot op heden nergens in de wereld een slugcatcher gefaald en is gebleken dat de kans op een dergelijke gebeurtenis klein is. Ook de NAM heeft tal van voorzorgsmaatregelen genomen om ongevallen en dit soort calamiteiten te voorkomen. De leidingen, installaties en apparatuur zijn zo aangelegd en ingericht dat ze volledig veilig zijn. Verder zijn overal voorzieningen aanwezig of maatregelen getroffen om gaslekkages en brand te voorkomen en te bestrijden. In samenwerking met de brandweer worden ook calamiteitenoefeningen gehouden. Mocht er op de gasbehandelinginstallatie in Den Helder toch iets mis gaan, dan zijn nú al duidelijke keuzes gemaakt over waar hulpverleningsdiensten zich veilig opstellen, welke handelingen zij wél en niet zullen verrichten, hoe het verkeer omgeleid wordt, wat operators moeten doen als er gevaar dreigt en hoe omliggende bedrijven gewaarschuwd worden. Bij een incident rondom de slugcatcher is een adequate en snelle reactie van werknemers én overheidsdiensten vereist. Samen met de brandweer van regio Noord Holland Noord constateerde Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) tijdens een
©Nieuwsbulletin Staatstoezicht op de Mijnen
inspectie naar zware ongevallen in 2008 dat de kwantitatieve risico analyse (QRA), de scenario's in het VG-document, het intern noodplan en het (externe) rampenbestrijdingsplan beter op elkaar afgestemd moesten worden. Deze documenten vormen de basis voor het acteren van alle betrokkenen bij een (onverhoopte) ramp. De NAM heeft sindsdien, onder andere samen met de gemeente Den Helder, veel werk verzet om dit alles vorm te geven. Er liggen nu duidelijk herkenbare scenario's, die ook bij de hulpdiensten bekend zijn. Daaruit bleek ook dat de doorgaande verbindingsweg naar Den Helder dwars door het effectgebied loopt, zodat tevens een groot verkeerscirculatieplan voorbereid is. Op 24 maart jl. hebben alle betrokken partijen een desktopoefening gehouden voor deze situatie. Op de gasbehandelinginstallatie in Den Helder kwamen brandweerofficieren van de regio Noord Holland Noord, vertegenwoordigers van de politie, GGD, defensie, de gemeente en NAM bij elkaar om de scenario's uit het rampenbestrijdingsplan grondig door te spreken. De betrokkenen spraken hun lof uit over de wijze waarop NAM de mogelijke gevolgen van een ramp op deze locatie in beeld heeft gebracht. Het dilemma bij dit soort scenario's is dat ze zich zelden voordoen, én dat ieder zich inzet om het te voorkómen. Toch is het nodig om erover na te denken en afspraken te maken, waardoor de gevolgen zoveel mogelijk beperkt kunnen worden bij een dergelijk bijna onvoorstelbare situatie.
Pagina 1 / 5
Staatstoezicht op de Mijnen Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken e Nieuwsbulletin, 1 kwartaal 2010, uitgave 19
Naleving AmvB Boren Verplichte meldingen in het kader van het Besluit Algemene Regels Milieu Mijnbouw vinden vooralsnog niet goed plaats. Meldingen worden niet gedaan of ze bevatten geen veiligheidscontouren of ze voldoen niet aan de voorgeschreven capaciteit voor lek- en opvangbakken. Dit is het beeld dat volgt uit een tussenstand van de bevindingen die voortkomen uit het inspectieproject ‘Naleving BARMM’. BARMM staat voor het Besluit Algemene Regels Milieu Mijnbouw (ook wel AmvB boren genoemd) dat samen met zijn regeling sinds 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit geheel vervangt de verplichting voor bedrijven om een mijnbouwmilieuvergunning of WM vergunning aan te vragen voor het aanleggen, testen, onderhouden, repareren en buiten gebruik stellen van een boorgat met behulp van een mobiele installatie op land of in het oppervlaktewater. In plaats van een vergunningtraject hoeft er nu alleen nog maar vier weken vooraf een melding aan het Ministerie van Economische Zaken gedaan te worden hoe de mijnonderneming aan deze algemene milieuregels voldoet. Uit het inspectieproject blijkt dusver ook dat mijnondernemingen de reikwijdte van meldingsplichtige activiteiten nog niet goed kennen. Alle mobiele installaties die gebruikt worden in de levensloop van boorgaten - van aanleg tot aan buiten gebruik stellen - en een zekere milieu-impact geven dienen te worden gemeld. Voor eenduidigheid van de melding is er een standaard formulier vanuit het Ministerie van Economische Zaken beschikbaar. Het inspectieproject is aan de hand van vast gestelde criteria opgezet zodat ook het effect van toezicht gemeten kan worden. Ondanks de voorlopige bevindingen is het nog te vroeg voor eindconclusies. De komende tijd zullen meer inspecties worden uitgevoerd om een goed beeld van de naleving op het BARMM vast te stellen.
Inspectie met nieuwe Politie Helikopters Vanaf april 2010 voeren SodM inspecteurs weer op regelmatige basis onverwachte inspecties uit op mijnbouwinstallaties met de nieuwe helikopters van de KLPD. Na twee jaar van voorbereiding zijn de nieuwe helikopters van de KLPD gereed om ook voor het SodM toezicht te worden ingezet.
©Nieuwsbulletin Staatstoezicht op de Mijnen
Het betreffen twee spiksplinternieuwe helikopters van het type ‘Augusta Westland 139’. Mijnbouwinstallaties die in het verleden moeilijk bereikbaar waren, zijn met deze helikopters nu wel goed haalbaar. De toestellen kunnen ieder maximaal 15 mensen vervoeren. Ze zijn uitgerust met een vijfbladige hoofd- en een vierbladige staartrotor en gecertificeerd om in alle typen weer te mogen vliegen. De maximumsnelheid bedraagt 310 km/u. De inspecteurs van SodM zijn inmiddels getraind om met dit toestel mee te mogen vliegen.
Foto SodM
Onderzoek Laag Frequent Geluid bij Grijpskerk Een aantal burgers in de omgeving van Grijpskerk klagen al geruime tijd over hinder van Laag Frequent Geluid (LFG). De klachten zijn door de klagers inmiddels al kenbaar gemaakt bij de bedrijven zoals NAM en Gasunie en de relevante toezichthouders zoals de provincie Groningen, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de VromInspectie (VI). Alle bedrijven zijn gelegen in de omgeving van Grijpskerk (provincie Groningen). De bedrijven hebben aan de toezichthouders aangegeven dat zij niet de veroorzaker kunnen zijn van het LFG. SodM en de VI vinden het belangrijk dat er duidelijkheid komt over de bron van het Laag Frequent Geluid. Daarom hebben zij besloten om een nader onderzoek in te stellen naar de hinder van LFG in de omgeving van Grijpskerk. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Het onderzoek start eind juni 2010. De resultaten komen in het najaar van 2010 beschikbaar.
Pagina 2 / 5
Staatstoezicht op de Mijnen Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken e Nieuwsbulletin, 1 kwartaal 2010, uitgave 19
Norm NTA 8120 gereed Dankzij de goede samenwerking tussen netbeheerders, toezichthouders en certificerende instellingen is in november 2009 de norm NTA 8120 voor veiligheidsmanagement bij netbeheerders gas en elektriciteit gereed gekomen. De norm is gebaseerd op de PAS 55, een van origine Engelse norm voor asset management. Met een feestelijke bijeenkomst bij Netbeheer Nederland is de norm overgedragen aan de Inspecteur-Generaal der Mijnen, Jan de Jong, en de voorzitter van de vereniging van netbeheerders. De netbeheerders hebben te kennen gegeven dat zij een managementsysteem volgens de NTA 8120 gaan implementeren. In een vroeg stadium was er al door de netbeheerders aangegeven dat zij, wanneer ze een veiligheidsmanagementsysteem volgens de NTA 8120 hebben, certificeerbaar zouden moeten zijn. Om te garanderen dat een dergelijk managementsysteem aan de eisen van de toezichthouders zou voldoen werd toezicht op de certificerende instellingen door de Raad voor Accreditatie essentieel geacht. Om dit mogelijk te maken zal er een certificeringschema voor de NTA 8120 opgesteld moeten worden. Begin dit jaar heeft Netbeheer Nederland een werkgroep ingesteld om een schema op te stellen. De verwachting is dat dit schema aan het eind van dit jaar klaar is.
Nieuwe aardwarmte projecten In maart 2010 zijn er twee nieuwe aardwarmteprojecten van start gegaan: in Den Haag en in Pijnacker. De gemeente Den Haag, de energiebedrijven Eneco, E.ON Benelux en de woningcorporaties Staedion, Vestia en Haag Wonen werken samen Aardwarmte Den Haag v.o.f. De zes partijen delen kennis en expertise om het aardwarmteproject adequaat uit te voeren en het samenwerkingsverband tot een succes te maken. In vijf jaar tijd worden er maar liefst 4.000 2 woningen en 20.000 m bedrijfsruimte aangesloten op aardwarmte. Door de realisatie van Aardwarmte Den Haag vermindert de CO2-uitstoot jaarlijks met 5.000 ton –70 procent minder dan bij reguliere verwarming – en wordt drie miljoen kubieke meter aardgas bespaard. Voor meer informatie: www.aardwarmtedenhaag.nl
©Nieuwsbulletin Staatstoezicht op de Mijnen
Bij bedrijf ‘Ammerlaan Grond- en Hydrocultuur’ is de eerste boring in de regio Delft-Pijnacker van start gegaan. In de komende weken zal moeten blijken of de boring voldoende warm water oplevert om de kassen van het glastuinbedrijf duurzaam te verwarmen. Bijzonder is dat Ammerlaan als eerste in Nederland ook een nabijgelegen zwembad, school, sportcentrum en sporthal gaat verwarmen. Studenten van het Delfts Aardwarmte Project van de TU Delft zijn nauw betrokken bij het project. Zie ook: www.tudelft.nl/live/pagina.jsp?id=267e5b80-cf78-4b7da7c1-e2a7e49e5d39&lang=nl Aangezien er al een zestig tal vergunningen zijn aangevraagd, is het te verwachten dat het aantal aardwarmte projecten de komende tijd nog verder toe zal nemen. Meer info op www.nlog.nl
Begeleiding bijeenkomst met MIT over Bergermeer seismisch risico Op 14 januari is door medewerkers van het MIT (Massachusetts Institute of Technology) een toelichting gegeven op hun contra expertise van de studie van TNO naar het risico van aardbevingen door gasinjectie en gasopslag in het Bergermeer veld. De bijeenkomst, onder leiding van Hein Haak van het KNMI werd bijgewoond door een groot aantal belanghebbenden waaronder vertegenwoordigers van de stichting Gasalarm2, bestuurders uit de regio, SodM, het KNMI en EZ. Ter ondersteuning van de veelal Nederlandse deelnemers heeft SodM voorafgaand aan de bijeenkomst een Nederlandstalige samenvatting gemaakt van het MIT contra-expertise rapport waarin ook een aantal zaken voor niet-deskundigen nader worden toegelicht en verduidelijkt. Na afloop van de bijeenkomst heeft SodM het verslag van de bijeenkomst gemaakt. In grote lijnen blijken de onderzoekers van het MIT het eens met de belangrijkste conclusies uit de TNO studie. Wel hebben ze kritiek op een aantal deelaspecten, met name op het vereenvoudigde model dat door TNO voor de berekeningen is gebruikt. De MIT medewerkers vinden dat het TNO model niet gebruikt kan worden om heel nauwkeurige voorspellingen te doen over de kracht van en de kans op aardbevingen. Dat heeft geen invloed op de geldigheid van de belangrijkste conclusie uit de TNO studie die ze volledig ondersteunen: de kans op het optreden van een beving met ML = 3,9 gedurende de gehele looptijd van het project is minder dan 1%.
Pagina 3 / 5
Staatstoezicht op de Mijnen Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken e Nieuwsbulletin, 1 kwartaal 2010, uitgave 19
Meting bodemdaling vanuit de ruimte Bodemdaling door delfstofwinning en andere oorzaken kan vanuit de ruimte worden bepaald. Dat is gebleken uit onderzoek, dat SodM in 2009 heeft laten uitvoeren in Noordwest-Friesland. InSAR (Inertial Synthetic Aperture Radar) is een methode om met behulp van satellietradarinterferometrie de bodembeweging te kunnen monitoren. SodM heeft TNO B&O, Business Unit GeoEnergie en Geo-Informatie opdracht gegeven om te onderzoeken of de techniek van ‘Persistent Scatterer Interferometrie’ (PSI) een bijdrage kan leveren aan het verkrijgen van een beter inzicht in de snelheid waarmee de bodemdaling verloopt in het gaswinningsgebied bij Franeker en een beter inzicht in de vorm en de diepte van de dalingsschotel.
Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met TU Delft, Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. De beelden worden periodiek verzameld door satellieten zoals bijv. Envisat en ERS 1 en 2. Uit de studie is gebleken dat in de gebieden met veel gebouwen veel scatters gebruikt kunnen worden terwijl in gebieden met geen of zeer weinig gebouwen het moeilijk is scatters voor metingen te vinden. Uit de beelden dient de atmosferische signaalvertraging verwijderd te worden voordat tot vergelijking van de beelden kan worden overgegaan. Door het vergelijken van de beelden over langere tijd kan zowel de horizontale als de verticale beweging van de bodem gemeten worden. De resultaten zijn vergeleken met de resultaten van de waterpascampagnes die eveneens periodiek zijn uitgevoerd om de verticale bodembeweging te kunnen volgen. Uit het onderzoek is gebleken dat beide methoden dezelfde totale daling laten zien. Daar waar metingen van één van beide datasets ontbreken, kunnen observaties van de andere techniek extra informatie verschaffen over de komvorm en – diepte. Door een gecombineerde aanpak kan de interpretatie van de daling significant anders zijn dan een interpretatie gebaseerd op elk van de technieken afzonderlijk.
Kick-off meeting industrieleidraad bodembeweging
Geïnterpoleerde bodemdaling van de PSI en de peilmerkdata samen voor onder de periode 1998-2000 en boven de periode 2003 en 2006. De blauwe vierkanten geven de locaties van de gebruikte peilmerken terwijl de grijze diamanten de locaties van de gebruikte PSI scatterers weergeven.
©Nieuwsbulletin Staatstoezicht op de Mijnen
Op 25 februari heeft een kick-off bijeenkomst plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de delfstofwinning (olie, gas, zout), de Tcbb, NOGEPA, GeoBusiness, TNO en SodM om te komen tot de ontwikkeling van een Industrieleidraad bodembeweging. Op basis van een advies van de Technische Commissie Bodembeweging (Tcbb) wil de delfstofindustrie in Nederland gezamenlijk zien te komen tot de opstelling van een industrie Leidraad bodembeweging. De Leidraad moet richtlijnen geven voor de inrichting van meetnetten, de frequentie en methodiek van metingen, kwaliteitscontrole op en interpretatie van die metingen om bodembewegingen door delfstofwinning betrouwbaar vast te kunnen stellen en de confrontatie van het geomechanisch model met de uit de metingen bepaalde bodembewegingen. Tijdens de bijeenkomst op 25 februari werd overeenkomst bereikt over een groot aantal zaken zoals: wat willen we precies bereiken, hoe ziet succes er uit, wat is gegeven en wat zijn de belangrijkste uitdagingen, wie gaat wat doen, wie heeft welke rol, wat zijn de minimale doelen voor dit jaar, middelen (mensen, geld), werkgroepen, stappenplan, communicatie etc.
Pagina 4 / 5
Staatstoezicht op de Mijnen Inspectiedienst van het Ministerie van Economische Zaken e Nieuwsbulletin, 1 kwartaal 2010, uitgave 19
Op basis van de uitkomsten van de kick-off bijeenkomst zijn inmiddels ‘terms of reference’ (TOR) ontwikkeld en is begonnen met het schrijven van de leidraad. Het streven is om voor eind 2010 een eerste (groene) versie beschikbaar te hebben.
Disclaimer Nieuwsbulletin: Staatstoezicht op de Mijnen is niet aansprakelijk voor onjuiste vermelding van de gegeven informatie en eventueel daaruit vloeiende schade, materieel of immaterieel. De informatie mag alleen worden gebruikt door lezers voor eigen gebruik. De inhoud van dit nieuwsbulletin mag op geen enkele wijze worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming, hetzij via print en/of elektronische wijze, van de auteursrechthebbende van dit nieuwsbulletin Noot: Het nieuwsbulletin is een uitgave van het Ministerie van Economische Zaken. Het nieuwsbulletin wordt opgesteld door de redactiecommissie van SodM. Voor vragen of reacties kunt u zich wenden tot de heer J.M. van Herk (tel. 070-3798430). E-mail:
[email protected] , Website: www.sodm.nl
©Nieuwsbulletin Staatstoezicht op de Mijnen
Pagina 5 / 5