Ontmoetingskerk - Laren NH - 3 november 2013 2 Koningen 2 Hoe zwaar kan het voor je zijn om afscheid te moeten nemen. Wat gaat er door je heen, als je iemand moet loslaten. Red ik het wel zonder de ander, zonder zijn aanwezigheid, zonder haar vertrouwen of geloof. Hoe houd ik me staande als ik alleen ben? Hoe zwaar kan dat zijn en welke angsten kunnen in je leven. Wie kan het peilen, wie kan dat zeggen. Kun je het zelf wel onder woorden brengen? Elisa weet dat Elia niet lang meer te leven heeft. Hij zal Elia moeten loslaten. Dat beseft hij. Als er mensen komen die hem dat vragen: weet je dat Elia weggenomen zal worden, antwoordt hij: ja dat weet ik. Maar tot twee keer toe zegt hij ook: ssst, zwijg, spreek er niet over. Wil hij, kan hij er nog niet over praten? Is hij er bang voor. Denkt Elisa misschien: als ik het zeg, dan is het ook zo. Soms kan het te moeilijk zijn om wat diep in je leeft uit te spreken. Soms durf je dat gewoon niet, voor niemand niet. Ssst, zwijg erover, zegt Elisa, die tegelijkertijd ook wel weet dat Elia er binnenkort niet meer zal zijn. En Elia? Hij weet dat hij aan zijn laatste gang bezig is. Hij weet ook dat alleen zal sterven. Hij beseft dat een mens de ruimte moet krijgen om alleen te gaan. We kunnen elkaar vasthouden en vergezellen, maar er komt een moment van zeggen, van laten blijken: ga maar, ik laat je los, ga in vrede.
1
In sommige indiaanse stammen was het de gewoonte dat een stervende de groep verlaat en in het bos een plek zoekt om alleen te zijn. Om de ruimte te hebben om alleen te kunnen gaan. Elia zegt tegen Elisa: blijf hier, blijf zitten. Laat me los, zodat ik kan gaan. Maar Elisa is niet zover. Hij wil, hij kan niet loslaten. Hij zweert bij God en hij zweert bij zijn eigen leven, dat hij Elia niet zal verlaten. Niet kan verlaten? Zo gaan ze samen. Zo dalen ze samen af, de diepte in en zo komen ze bij de Jordaan. Diepte, afdaling, betekent Jordaan vanuit het Hebreeuws. De Jordaan is een grensrivier. Je moet de Jordaan over om in het land te komen. Maar de Jordaan is meer dan die rivier op de landkaart. Deze rivier staat voor alles wat moeilijk is en wat je niet kunt ontlopen in je leven. De Jordaan is de angstrivier. Hij symboliseert alle angsten en vrezen die jou in de greep kunnen hebben. Hij staat voor alles waar je doorheen moet in je leven. De Jordaan, zeggen dichters, is ook de doodsrivier. Ieder mens staat vroeg of laat bij die Jordaan. Ieder mens moet vroeg of laat en steeds opnieuw door de Jordaan heen gaan om in het land van het leven te komen. Daar staat Elisa bij de rivier van de angst, bij de rivier van de dood. Daar staat ook Elia, bij die zelfde rivier. Dan vertelt het verhaal iets dat miraculeus kinkt. Elia neemt zijn mantel, rolt deze op en slaat er mee op het water. Het water wijkt, naar de ene kant en naar de andere kant en er ontstaat een pad door de Jordaan. Een weg waarlangs Elia en Elisa in zijn spoor stap voor stap naar de overkant kunnen gaan. Wat hier wonderbaarlijk lijkt en alleen weggelegd lijkt te zijn voor een bijzondere profeet zoals Elia, is in feite een diepe wijsheid, een diepe waarheid die voor ons allen geldt. 2
Dit verhaal belooft: er is een weg door de Jordaan. Dat geldt voor Elia, maar ook voor Elisa. Maar niet alleen voor hen, het geldt ook voor jou en mij, voor ieder mens. Om dat te verstaan, moet je een diepere laag van het verhaal herkennen. Een mantel is in de bijbel een symbool van vertrouwen, een symbool van nabijheid van God. Als een mantel om je heengeslagen, zo is God, dicht Huub Oosterhuis. Er is vertrouwen dat jou zal begeleiden, door alles heen. Dat slaan op de golven, dat water dat wijkt, dat zegt ten diepste: er is een weg om te gaan. Dat weggetje is een oerbeeld voor God in de bijbel. Als Hebreeƫrs uit Egypte vluchtten, komen ze bij de Rode zee. Door die zee ontstaat een pad, waarlangs ze kunnen gaan. Het wordt hier herhaald, dat pad, die weg. Je kunt de bijbel samenvatten in het beeld van dat weggetje. Je kunt de bijbel samenvatten met het vertrouwen: ook al blijft niets je in je even bespaard aan angsten, aan ziekte, aan dood, er is een weg waarop je op de een of andere manier niet alleen zult gaan. Dat weggetje is God. Dat kun je allemaal wel zeggen, maar voor Elisa lijkt dat vertrouwen nog te ver weg. Hij beseft terdege wat er komen gaat. Hij beseft wat onontkoombaar is: dat hij binnenkort alleen is. Maar vertrouwen? Zal hij niet eerder onzeker zijn en bang voor wat komen gaat? Zijn angst hoor ik terug in zijn vraag aan Elia: geef me een dubbele hoeveelheid van je geest. Ik vind dat wel ontroerend: als jij er niet meer bent, geef me dan een dubbele portie van jouw vertrouwen en van jouw geloof. Elia wil misschien wel iets opbeurends zeggen: het komt wel goed, jongen, maar hij komt niet verder dan: Je zult het wel zien, je zult wel merken hoe het verder met je zal gaan. Geen mens kan dat overzien. Dan sterft Elia. Dat sterven is al enkele malen zo aangekondigd: Elia zal weggenomen worden, van boven je hoofd. Die zin zegt twee dingen over sterven. 3
Sterven is hard. Het is afgesneden worden, je afgesneden voelen. Weggenomen worden is pijnlijk hard. Dat is het eerste. Daarnaast zegt die zin ook: sterven is een mysterie, dat je verstand te boven gaat. Elke dood heeft iets ongrijpbaars. Dat het leven, dat er eerst nog is verdwijnt. Waar gaat het naar toe, dat leven, die adem? Waar blijft een persoon? Elke sterven is een mysterie. Je kunt er met je verstand niet bij. Op twee manieren spreekt de bijbel over sterven. Het sterven van Elia betekent scheiding. Krachtdadig vertelt het verhaal dat. Met mythologische beelden wordt duidelijk hoe Elia van Elisa gescheiden wordt. Er komen vurige wagens, vurige paarden, er steekt een storm op en Elia wordt opgenomen, weggenomen, gescheiden van Elisa. Elisa blijft alleen. Hij schreeuwt nog, hij roept om Elia, hij roept zijn vader aan. Maar hoe hij roept, hij krijgt Elia er niet mee terug. Sterven is krachtdadige, hardhandige scheiding, zegt dit verhaal. Maar het spreekt tegelijk over iets dat boven het dak van ons denken gaat. Het spreekt ook van de hemel, dat vertrouwde, ongrijpbare woord hemel. Wat is de hemel? Als je dood bent, ga je naar de hemel, leren we kinderen. Zo voeden we ze met vertrouwen. Maar waar is de hemel, vragen kinderen, vragen volwassenen. Wat is de hemel? Elia klimt op naar de hemel, zegt het verhaal. Dat lijkt heel ruimtelijk, hierboven. Iedereen die zijn nuchtere verstand gebruikt, weet dat een hemel onvoorstelbaar is. Wat is de hemel? 4
Hemel is in de bijbel een ander woord voor: nabijheid van God. Met hemel duiden bijbelschrijvers aan dat God er is, ook al gaat dat jouw verstand te boven. Hemel, is een beeld van vertrouwen. Een rabbijnse traditie zegt het zo: als jij sterft komt God naar je toe en die geeft je een kus. Zo zal jouw levensadem bij God terugkeren. Je lichaam wordt stof, maar je licht, je levensgeest keert terug naar de bron. In de prachtige film The Bucket list krijgen twee oudere mannen in het ziekenhuis te horen dat ze niet lang meer te leven hebben. De een gelooft nergens in en de ander gebruikt een vertrouwensbeeld: een mens is een stroom en de verschillende stromen zullen van verschillende kanten uiteindelijk opgenomen worden in de grote stroom die God is. Wat is sterven. Als Jezus aan het kruis hangt en zijn doodstrijd gestreden is, als hij door zijn angsten heen gegaan is, geeft hij de geest. Wij denken bij die uitdrukking: het houdt op, hij sterft. Maar de geest geven, de geest overleveren is wat anders. Dat zegt: het houdt niet op. Het vertelt van doorgaan, van verder gaan. Jezus geeft de geest in twee richtingen. Hij levert zijn geest over aan zijn leerlingen. Zijn vertrouwen, zijn inspiratie komen in hen terecht en ze gaan er mee verder. En dat is doorgegaan. Dat houdt niet op: dat verder gaan van de geest. De geest, het vertrouwen, de inspiratie is door eeuwen heen doorgegeven en zo ook bij ons terecht gekomen. Maar niet alleen bij ons, de geest gaat verder ook buiten deze kring, ook in de mensen die na ons komen, of ze zich nu gelovig of niet gelovig noemen. Dat is de ene kant van het doorgeven van de geest. De andere kant: Jezus geeft zijn geest aan God. Hoe dat is? Ik weet het niet. Misschien kun je het mysterie van wat dat betekent soms een beetje raken als je zingt, veel meer dan alle woorden die je spreekt. Sterven is het mysterie van de kus die ons van godswege geschonken wordt. 5
Elia is weggegaan. Elisa moet op weg. Hij moet alleen verder. Hoe dat is, hoe zwaar dat kan zijn, weten vooral degenen die het aan den lijve meemaken. Elisa moet alleen verder. Ja, maar er is wel iets dat met hem mee zal. Iets dat hem niet alleen zal laten. De mantel van Elia is aan hem overgegeven. De mantel, die meer is dan een kledingstuk. Elia heeft zijn mantel, zijn vertrouwen, zijn God doorgegeven. Zo gaat Elisa op weg. Niet zonder twijfels. Hij twijfelt nog aan alle kanten. Maar wat Elisa ook zal ervaren is dit: dat er ook voor hem een weg zal zijn, door alles heen. Zo staat Elisa bij het water van de Jordaan, de angstrivier, de doodsrivier... Waar is God?, roept hij eerst. Maar daarna pakt hij de mantel en slaat op de golven. Het water wijkt, de ene kant op en de ander kant op. Er is een weg door het water, ook voor Elisa. Een weg naar de overkant. Een weg om steeds opnieuw het leven te beginnen. Wij ontkomen niet aan het water. Aan alles waar de Jordaan voor staat. Wij ontkomen niet aan schade en schande, wij ontkomen niet aan verlies. Wij ontkomen niet aan het machteloze gevoel dat we vastlopen of het leven doodloopt. Denk aan de mantel. Denk aan het weggetje. En als je bij het water van de diepte gekomen bent: sla met de mantel op de golven. Het water zal wijken, een weg zal er zijn. Voor Elia, Elisa, voor jou en voor mij Amen J.G. de Bruijn 6