Schoolgids R.K. Basisschool de Alexander 1. PDF created with pdffactory trial version

Schoolgids

2011-2012 Kansrijk modern onderwijs in een monumentale school!

Schoolgids R.K. Basisschool de Alexander

PDF created with pdfFactory trial version www.pdffactory.com

1

2. Een woord vooraf

1. INHOUDSOPGAVE

Voor u ligt de schoolgids van onze school. Wij zien het als gezamenlijke taak van ouders en het schoolteam dat het onderwijs aan onze kinderen zo goed mogelijk verloopt. Korte lijnen van ouders naar school en andersom vinden we daarom erg belangrijk. Hier kan deze schoolgids goed aan bijdragen.

1

Inhoudsopgave

2

Woord vooraf

3

Van het College van Bestuur

4

Kennismaking met de Alexanderschool

De schoolgids heeft vier doelen

5

Het team van de Alexanderschool

6

Wat leert mijn kind op deze school?

7

Een fijne, veilige school

8

Onderwijs op maat.

Er is beschreven hoe wij ons onderwijs organiseren en uitvoeren. De doelstellingen van afgelopen schooljaar worden geëvalueerd. De doelstellingen van dit schooljaar worden gepresenteerd. Overige relevante informatie over onze school is beschreven. Omdat de school steeds in ontwikkeling is, is de schoolgids dat ook. We nodigen u uit om hierin mee te denken. Suggesties ter verbetering van deze gids ontvangen we graag. Op deze wijze kan het tevens een middel zijn tot communicatie en dialoog tussen ouders en team.

9. Kwaliteitszorg 10. De school en buurt / gemeente 11. De school en het voortgezet onderwijs 12. De school voor kinderen en hun ouders 13. Praktische punten A tot Z 14. Buitenschoolse activiteiten 15 Contacten met andere instellingen

Met vriendelijke groet,

16 Jaarverslag 2010-2011

Team basisschool de Alexander

17 Jaarplan 2011-2012 18 Instemmingsformulieren



2

3. Van het College van Bestuur Konot: goed onderwijs in een bijzondere school, veilig en uitdagend! Voor u ligt de nieuwe schoolgids van basisschool De Alexander. De Alexander is één van de 22 scholen die behoort tot Konot (stichting Katholiek Onderwijs Noord- Oost Twente). Konot heeft scholen in de gemeentes Oldenzaal en Dinkelland en in de Lutte en Beuningen (gemeente Losser). Elk van onze scholen werkt op zijn eigen manier aan het bieden van goed onderwijs dat tegelijkertijd veilig en uitdagend is voor alle ongeveer 5900 leerlingen die aan ons zijn toevertrouwd. Meer dan 550 medewerkers van Konot zorgen elke dag voor die veilige en uitdagende omgeving die kinderen nodig hebben om tot leren te komen. Onze mensen proberen daarbij zoveel mogelijk in te spelen op de mogelijkheden die de verschillende kinderen met zich meebrengen. Tevens speelt de aandacht voor wat ons als mensen beweegt, voor levensbeschouwing gevoed door de katholieke traditie, een wezenlijke rol in het onderwijs op onze scholen. Wij, als College van Bestuur van Konot, ontvangen voor onze beleidsbeslissingen advies van het Konotberaad. Voor de totstandkoming van dat beleid wordt tevens vaak om advies en/of instemming gevraagd van ouders en medewerkers, verenigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Voor beleidszaken die alleen uw school betreffen, wordt via de MR van de school ouders en medewerkers om instemming en/of advies gevraagd. Wij zijn ervan overtuigd dat op onze scholen goed en verantwoord onderwijs wordt gegeven, maar om dat zo te houden, willen wij u vragen ons op een opbouwende manier kritisch te blijven volgen. Stel uw vragen of deel uw opmerkingen met uw school. Heeft u vragen die het belang van uw school overstijgen, stel ze gerust aan ons! Wij wensen uw kind(eren) en onze medewerkers een heel goed en leerzaam schooljaar toe!

Oldenzaal (Lyceumstraat 2B1), augustus 2011

Arjan Brunger, voorzitter van het College van Bestuur,

Jan Morsink, lid van het College van Bestuur.

.



3

4

Een kennismaking met De Alexander

4.1 De ligging van de school Het schoolgebouw ligt aan de Ootmarsumsestraat in het dorp Denekamp. Het dorp is een van de kernen in de gemeente Dinkelland. Het schoolgebouw heeft 8 lokalen, een speelzaal, een directiekamer, een personeelskamer, een gemeenschapsruimte, een kamer voor de interne begeleiding en twee werkruimtes voor remedial teaching. Midden in de school hebben we een prachtige centrale hal waar we een computerruimte hebben ingericht. De ruimte wordt ook gebruikt voor voorstellingen en de overblijf. Rondom de school ligt naast een mooie grote tuin ook een ruime speelplaats. Hier is een aparte plek voor de allerkleinsten. Het plein grenst aan de sportvelden van de voetbalvereniging, waarachter sporthal de Dorper Esch ligt waar we onze gymlessen geven. De school is een monumentaal pand. Toch zijn er, vooral de laatste jaren, veel renovaties en aanpassingen gedaan waardoor het gebouw van binnen modern is. Alle lokalen zijn voorzien van digitale schoolborden. Onze leerlingen komen overwegend uit de woonkern Denekamp. Een aantal kinderen wonen in Nordhorn en Beuningen. 4.2 Visie en uitgangspunten van de Alexanderschool Kansrijk, modern onderwijs in een monumentale school Op de Alexanderschool gaan we uit van kansen. Binnen een veilige werksfeer verzorgen we onderwijs dat uit gaat van kansen en behoeften. Binnen dit onderwijs willen we voor elk kind passende ontwikkelmogelijkheden creëren. De basisvakken lezen, rekenen en taal bieden we op drie niveaus aan. We werken met moderne onderwijsmethoden waarbij het gebruik van ICT een belangrijke plaats inneemt. We zien ouders als betrokken partners waarmee we, vanuit wederzijds respect, samenwerken om de behoeften en kansen van het kind zoveel mogelijk te benutten. Binnen deze samenwerking stellen we ons open en toegankelijk op. Als schoolteam denken we in kansen. We werken samen, leren van elkaar en zijn steeds in ontwikkeling. Hierbij gaan we uit van persoonlijke ontwikkeling als mede teamontwikkeling. De teamontwikkeling wordt gebaseerd op onze visie. We hebben een aantal punten samengesteld die voor ons als uitgangspunt gelden om onderwijs te verzorgen. Elk kind gaat met plezier naar school We willen er alles aan doen om elk kind zich maximaal te laten ontwikkelen. Kinderen leren zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leven. We passen ICT veelvuldig in ons dagelijkse onderwijsaanbod toe. De ontwikkeling van de kinderen is een gezamenlijke taak van ouders en school. We willen deze taak als partners met ouders uitvoeren waarbij steeds het belang van het kind centraal staat. We geloven in gelijkwaardigheid tussen mensen. Onze kinderen brengen respect op voor waarden en normen van anderen. Onze school is steeds in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft grote zorg voor alle kinderen. Steeds willen we ons afvragen of we de goede dingen doen én of we de goede dingen goed doen.



4

4.3 Identiteit De Alexander is één van de 22 KONOT-scholen. De school heeft een katholieke identiteit. Vanuit de katholieke levensovertuiging willen we kinderen voorbereiden op hun toekomst. Het doel van onze school is: kinderen zo te begeleiden, dat er sprake is van groeien van de kinderen zowel op leer- als op leefgebied. Het leren leren en het leren leven kunnen niet zonder elkaar. De school kan dit niet alleen. We willen dit graag doen samen met de ouders en de parochie. Alleen in goede samenwerking met ouders, school en parochie kan er voldoende aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van uw kind op velerlei gebied.



5

5. Het team van de Alexanderschool Het team op “de Alexander” bestaat uit : Directeur: Adjunct-directeur: Groepsleerkrachten:

Vakleerkracht muziek: Intern begeleider: Administratief medewerker: Onderwijsondersteuners:

Susan Smidt Joke Groeneveld Wendy Stege Sabine Grashof Marbeth Heitbaum Hetty Morsink Peter van Oene Lisanne Timmers Nicol Schaepers Karin Boermans Joke Groeneveld Charlotte v.d. Weijer Raymond Breukers Sabine Grashof Margret Tijman. Stefhan Borgerink (op vrijwillige basis) Marijke Ensink (op vrijwillige basis)

Naast de bovengenoemde functies vervullen verschillende mensen andere taken. Remedial teacher: BHV-ers:

ICT-er: Schoolcontactpersoon:

Sabine Grashof Wendy Stege Nicol Schaepers Peter van Oene Joke Groeneveld Joke Groeneveld



6

6 Wat leert mijn kind op deze school? We besteden aandacht aan het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Hieraan besteden we de meeste tijd. Deze onderdelen vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. We willen ervoor zorgen dat elk kind een ononderbroken ontwikkelingsproces kan doorlopen. Ons onderwijs voldoet op elk leergebied ruimschoots aan de kerndoelen die door de overheid zijn opgesteld. We checken jaarlijks of de door ons gebruikte lesmethoden en materialen nog steeds aan de normen voldoen. 6.1 Groep Instroom- 1 en 2. Op de Alexander hebben we 2 kleutergroepen, de instroomgroep/1 en groep 2. De kinderen die in de loop van het schooljaar 4 jaar worden, zullen in de instroomgroep/1 instromen. Bij de kleuters die voor het eerst naar school gaan, ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Gedurende de kleuterperiode leren de kinderen al spelend, waarbij de leerkracht een sturende en stimulerende rol heeft. Naarmate de kinderen langer naar school gaan worden de activiteiten langer, uitgebreider en ingewikkelder, passend bij het niveau van het kind. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de individuele ontwikkeling van de kinderen. We werken met de methode Schatkist. Dit is een methode waarin taal, voorbereidend lezen, voorbereidend rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling aan de orde komt. In deze methode is veel aandacht voor taalvorming, omdat dit de basis is voor veel ander leren. Er wordt gewerkt aan de hand van thema’s zoals school, vakantie, herfst of verkeer. Gedurende de week komen de volgende activiteiten aan bod: Grote kring Kleine kring Werken in hoeken Werken met ontwikkelingsmateriaal Werken aan opdrachten, moeten magwerkjes Zelfstandig werken Beweging binnen of buiten Muzikale ontwikkeling. Voor leerlingen met duidelijk behoefte aan meer uitdaging hebben we in de kleutergroepen diverse materialen en methoden. 6.2. Groep 3 t/m 8. Vanaf groep 3 werken we met verschillende lesmethoden voor alle vakken. Ook de inrichting van de lokalen is anders. In alle groepen werken we met digitale schoolborden. Onder andere om ons onderwijs aanschouwelijk te maken. In het lesurenoverzicht (lessentabel) hieronder wordt globaal weergegeven hoeveel tijd we per week aan de verschillende vakken besteden. Het gaat hier om gemiddelden die enigszins per leerjaar kunnen verschillen. We gaan uit van een lessentabel van 23.45 uur (groep 1 t/m 4) en 25.45 uur per week voor (groep 5 t/m 8). De kinderen die voor het eerst instromen brengen dezelfde tijd op school door als de kinderen uit groep 1 t/m 4. Lessentabel groep 3 t/m/ 8 Taal/lezen: Rekenen: Schrijven (3/4/5/6): Engels (7/8):

7 uur 7 uur 1 uur 0.30 uur



7

Wereldoriëntatie: Verkeer: Zelfstandig werken: Expressievakken: Lichamelijke oefening: Levensbeschouwelijk onderwijs: Muziek: Burgerschapsvorming: Pauzes:

3 uur 0.30 uur 2 uur 2 uur 1.15 uur 0.30 uur 0.30 uur 15 min 1.15 uur

6.3. De vakken beter bekeken. Rekenen en wiskunde. In de groepen 1 en 2 werken we met Schatkist rekenen. In de groepen 3 tot en met 8 wordt met de methode PlusPunt gerekend. In de rekenles leren we de kinderen praktische problemen uit het dagelijkse leven op te lossen. De manier waarop kinderen tot een oplossing komen mag verschillen. De kinderen leren tabellen en grafieken zelf te lezen en te maken. De kinderen leren hoofdrekenen, cijferen en handig rekenen. Voor ingewikkelde bewerkingen gebruiken we in de hogere groepen soms de rekenmachine. Kinderen leren vele bewerkingen tegenwoordig anders dan u ze zelf vroeger hebt geleerd. We proberen de kinderen zoveel inzicht te geven in ons rekensysteem, dat ze zelf tot de oplossing van een rekenprobleem kunnen komen. Kinderen die duidelijk meer aankunnen dan de gestelde (landelijke) norm krijgen de rekenmethode in compacte vorm aangeboden. Zij mogen daarnaast werken met de methode Kien. Dit is een methode die kinderen uitdaagt met complexe vraagstukken. Ook is er voor deze kinderen een kast met rekenspellen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. De manier waarop we dit georganiseerd hebben ligt vast in een protocol. Nederlandse taal. Op het gebied van taal werken we met de nieuwste versie van de methode Taal Actief. We besteden op onze school veel aandacht aan het leren foutloos schrijven (de spelling) en het schriftelijke taalgebruik (zinsbouw, woordenschat, grammatica). Ook het begrijpend lezen is erg belangrijk. Weten wat je hebt gelezen is nodig om je ook de lesstof van andere leervakken eigen te maken. We besteden veel aandacht aan het leren praten, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop antwoorden. We leren kinderen om hun eigen mening onder woorden te brengen. Lezen. In de groepen 1 en 2 besteden we veel aandacht aan het aanvankelijk lezen. Dit is de voorbereiding op het echte lezen dat in groep 3 begint. We doen dit volgens het programma van de methode Schatkist Taal. Daarnaast werken we in deze groepen met de Map fonemisch bewustzijn. In groep 3 werken we met de nieuwste versie van Veilig Leren Lezen. Bij het lezen dienen de computerprogramma’s Leesladder en Zoeklicht en het computerprogramma Veilig Leren Lezen, als ondersteuning. Bij de dagelijkse instructie wordt de software voor het digitale schoolbord van Veilig leren lezen gebruikt. In de groepen 4 t/m 8 maken we voor voortgezet technisch lezen gebruik van de methode Estafette. Aan het einde van groep 6 beheersen bijna alle kinderen het hoogste niveau voor technisch lezen, AVI plus. In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor



8

worden vanaf schooljaar 2009/ 2010 vanaf groep 4 de methoden Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL gebruikt. We leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we proberen ze ook liefde voor lezen bij te brengen. We beginnen in groep 3 tot en met 8 elke ochtend met een leeskwartiertje. De kinderen mogen dan een zelfgekozen boek lezen. Dit kunnen verschillende soorten boeken zijn. De leerkracht heeft dan tijd om extra aandacht te geven aan de leerlingen die extra begeleiding bij het lezen nodig hebben. Met grote regelmaat gaan de kinderen naar de bibliotheek om hun boeken te wisselen. Schrijven. Kinderen in de groepen 3, 4, 5 en 6 krijgen schrijfonderwijs. We werken met de methode Pennenstreken. Deze methode sluit goed aan bij de lees- en taalmethode. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen. Vanaf groep 7 mogen kinderen steeds meer hun eigen handschrift ontwikkelen. Godsdienstige vorming. De Alexander is een Rooms-katholieke school. De school staat echter open voor kinderen uit gezinnen met welke levensovertuiging dan ook. Op onze school nemen alle leerlingen deel aan katholiek godsdienstonderwijs. Kinderen worden niet als katholiek, als protestant, als moslim of als humanist geboren. Ze worden geboren, groeien op en verwonderen zich over alles wat ze ontdekken. Ze zijn als het ware bezig met de ontwikkeling van hun eigen levensbeschouwelijke “visie”. Hun identiteit is in ontwikkeling. Levensvragen en cultuurverschillen: beiden vragen om een goede communicatie. De kunst bij deze communicatie is dat we op een open en dialogische wijze met de kinderen, de ouders en de leerkrachten onderling hierover onze vragen aan elkaar stellen en aan elkaar onze verhalen vertellen. We willen geen aanbod van “antwoorden” aanbieden vanuit één of enkele levensbeschouwingen. We willen uitgaan van de vragen die voortkomen uit het kind. Deze vragen komen aan de orde en worden verkend aan de hand van de methode Echelon, het basismateriaal voor BOJA (beter omgaan met jezelf en anderen), prentenboeken en moderne media. Hierbij is ons motto: De kinderen krijgen geen boodschap mee, maar ze leren zelf boodschappen doen. De voorbereiding op het Heilig Vormsel en de Eerste Heilige Communie doen we in samenwerking met de Heilige Nicolaasparochie. Voor zowel de voorbereiding op het Vormsel als de Eerste Communie is een stuurgroep in het leven geroepen. In de hal van de school is een gedenkplek ingericht. Deze plek is destijds in het bijzijn van alle kinderen ingewijd door pastoor Cornelissen. Op deze plek kunnen zowel kinderen als leerkrachten aandacht vragen voor en stilstaan bij plezierige maar ook bij verdrietige momenten in hun leven. Engels. In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven met de methode The Team. Deze methode is gekozen in samenspraak met het voortgezet onderwijs. In overleg met het Twents Carmel College hebben we afgesproken dat de basisscholen zich vooral bezighouden met spreekvaardigheid. Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen.



9

Wereldoriëntatie en verkeer. Op onze school praten we op heel veel momenten met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis maar veel meer om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en onze voorouders. Meestal gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van een boek, maar vaak ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukken enzovoort. De volgende methoden zijn op onze school in gebruik: voor natuur en techniek: Naut voor aardrijkskunde: Geobas voor geschiedenis: Wijzer door de Tijd voor verkeer: Straatwerk Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant In groep 7 doen we mee aan het “dode hoekproject”. Groep 8 neemt deel aan het schriftelijk en het praktisch deel van het landelijk verkeersexamen. Eens in de twee jaar doen we mee aan ANWB Streetwise. Burgerschapsvorming. Als basisschool willen we dat onze leerlingen zich zoveel mogelijk ontplooien en bereiden we ze voor op deelname aan onze samenleving. Daarom leren we ze vaardigheden die je nodig hebt om je in die samenleving staande te houden. Daarnaast willen we de leerlingen ook stimuleren om later actief aan onze democratische samenleving deel te nemen. Daar heb je kennis voor nodig maar ook vaardigheden en is het bovendien van belang dat je leert handelen vanuit met elkaar gedeelde waarden en normen. Onderdelen van burgerschapsvorming komen tijdens de lessen van de zaakvakken aan bod. Ook bij BOJA en levensbeschouwing worden aan bovengenoemde zaken aandacht besteed. Computeronderwijs. Op de Alexanderschool werken we met een leerlijn computeronderwijs voor de groepen 6 tot en met 8. De lessen worden gegeven in onze computerruimte in de hal. Tijdens deze lessen leren de kinderen werken met Word, Internet, PowerPoint en Excel. Ook leren ze functioneel omgaan met het Internet. Ook het maken van werkstukken komt aan bod. Omdat er bij de start van deze lessen al veel verschil is in de vaardigheden van kinderen, werkt elk kind het programma in eigen tempo door. Uiteraard wordt de computer ook ingezet als ondersteuning bij de andere vakken. Expressievakken. Elke groep heeft wekelijks de expressievakken op het rooster staan. In de groepen 0, 1 en 2 worden deze dagelijks gegeven. De groepen 3 en 4 hebben dit gepland op de donderdagmiddag. De expressievakken krijgen in groep 5 t/m 8 vooral op vrijdagmiddag de nodige aandacht doordat we dan in ateliervorm werken. Dit betekent dat de kinderen uit diverse onderwerpen kunnen kiezen. Binnen een keuzeperiode moeten dan een aantal taken worden uitgevoerd. Dit vindt plaats in gemengde groepen met leerlingen uit groep 5 t/m 8. Elke leerkracht zal, eventueel samen met hulpouders, de kinderen een aantal onderwerpen aanbieden. We doen dit vooral vanuit de methoden Handenarbeid moet je doen en Tekenen moet je doen.



10

Muzikale vorming. Muziek wordt in de groepen 1 en 2 gegeven door de eigen leerkrachten. Muzieklessen in de groepen 3 t/m 8 worden door de vakleerkracht muziek gegeven. Deze werkt vanuit de methode Muziek moet je doen. Ook bij de expressievakken streven we kwaliteit na. Het eindproduct is hier echter minder belangrijk dan het proces; zeker als het om jongere kinderen gaat. Lichamelijke oefening. In de kleutergroepen staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. We spelen op het schoolplein en in het speellokaal. Deze groepen werken vanuit de methode Bewegen in het speellokaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen gymles in de sporthal. We werken vanuit de methode Bewegen samen regelen. Van leerkrachten die in aanmerking komen voor een vaste aanstelling op onze school vragen we de bevoegdheid om lichamelijke opvoeding te mogen geven of de bereidheid de bevoegdheid lichamelijke opvoeding te halen. 6.4. ICT We werken met computers in de klas en met een gemeenschappelijke computerruimte. In deze computerruimte worden ook de computerlessen gegeven. We werken met de nieuwe menuschermen (C3LO) van Station to Station. Elk kind heeft zijn eigen startscherm en zijn eigen leeromgeving op het netwerk. Dit alles kan centraal worden aangestuurd. We hebben in één kleutergroep, alle groepslokalen van groep 3 tot en met 8 én de centrale hal de beschikking over een digitaal schoolbord. Deze worden voor alle vakken gebruikt. Vooral op het gebied van de zaakvakken kunnen we door middel van korte informatieve filmpjes van o.a. klassetv, teleblik en beeldbank het onderwijs heel goed aanschouwelijk maken. Door deze visuele ondersteuning wordt de leerstof vaak sneller begrepen. We gebruiken op school diverse computerprogramma’s. Hieronder een overzicht: Onderdeel

Software

Gebruikers

Taal

Bas gaat digitaal Schatkist met de muis taal Veilig leren lezen Zoeklicht Leesladder Taal actief software Muiswerk Zoeklicht Flits Nieuwsbegrip XL Bas gaat digitaal Schatkist met de muis rekenen Pluspunt Hoofdwerk Maatwerk Geobas Office pakket Internet Explorer Acadin

Groep 1 en 2

Rekenen

Aardrijkskunde Computerles Wereldoriëntatie

Groep 3

Groep 4 - 8 Leerlingen die extra oefening nodig hebben Groep 4-8 Groep 1 en 2 Groep 3 - 8 Leerlingen die extra oefening nodig hebben Groep 5 - 8 Groep 5 - 8 Groep 5 - 8

Op www.de-alexander.nl kunt u onze website vinden. Op deze site kunt u naast onze schoolgids en het schoolplan ook de nieuwsbrieven en andere wetenswaardigheden van de diverse groepen lezen. Van de diverse activiteiten in de groepen worden foto’s gemaakt, die op de website te bewonderen zijn. Tevens bestaat nu ook de mogelijkheid om een aantal formulieren (waaronder het aanvragen van verlof) te downloaden of digitaal te verzenden.



11

7

Een fijne, veilige school.

7.1. Het schoolklimaat. Op De Alexander proberen we voor de kinderen een veilig klimaat en een goede sfeer te scheppen. We doen dit door te zorgen voor goede afspraken met ouders, met kinderen, maar ook als team zelf. De kinderen moeten zich geborgen voelen op onze school. We werken op school volgens het protocol “Veilig op school, u en onze zorg” dat op de schoolwebsite is na te lezen. Vanuit een landelijk opgestelde beroepscode hebben wij de volgende omgangsregels opgesteld. Dit zijn gedragsregels ter voorkoming van seksuele en andere ongewenste intimiteiten, waaraan leerkrachten, en ander personeel, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) en stagiaires zich dienen te houden; Aanspreken op lichamelijke kenmerken Leerlingen en leerkrachten spreken elkaar niet aan op lichamelijke kenmerken. Mocht dit toch gebeuren dan is dit in overleg met de betreffende persoon om bijvoorbeeld iets bespreekbaar te maken. Ook worden er geen denigrerende opmerkingen gemaakt. Het op schoot nemen van leerlingen. Als leerlingen er behoefte aan hebben kan de leerkracht ze op schoot laten zitten, zeker als ze verdrietig zijn. In de groepen 5 t/m 8 zitten kinderen in principe niet meer op schoot. In voorkomende situaties wordt de nodige terughoudendheid in acht genomen. Helpen bij het aan- en uitkleden. In de groepen 1 t/m 3 wordt, daar waar nodig, door de betreffende leerkracht geholpen met aan- en uitkleden. Helpen /controleren bij douchen en afdrogen en in welke situaties In groep 3 is de leerkracht aanwezig bij het douchen en aankleden. De aanwezigheid is ter controle. Hierbij wordt niet specifiek bij het aan- en uitkleden toegekeken. Vanaf groep 6 wordt dit in principe niet meer gedaan. Het in en uitlopen van de kleedkamers De leerkrachten van groep 1 t/m 4 houden toezicht zowel in de jongens- als meisjeskleedkamer. In de groepen 5 t/m 8 loopt de leerkracht niet in of uit in beide kleedkamers. Er kunnen zich echter situaties voordoen waarbij van deze regel afgeweken moet worden. De leerkracht kondigt zijn/haar komst aan door op de deur te kloppen. Lichamelijk contact We raken kinderen niet aan op een manier die door hen als ongewenst kan worden ervaren. We denken hierbij aan in het nekvel pakken, aan de oren trekken, tik tegen de billen enz. Een aai over de bol en een schouderklopje kunnen wel. Eén op één situaties Wanneer een leerling na schooltijd op school wordt gehouden, worden de ouders hiervan op de hoogte gebracht. Als een leerkracht (en andere volwassenen waarvoor deze beroepscode geldt) met een leerling alleen in een ruimte is, moet ervoor worden gezorgd dat men zichtbaar is. Uit de aard van het docentschap vloeit voort de norm dat een leerkracht een zekere terughoudendheid betracht ten aanzien van het thuis uitnodigen van leerlingen. Indien dit wel gebeurt, dan alleen met de nodige waarborgen van toezicht en bekendheid bij anderen. Zonder medeweten van de ouders/verzorgers, worden leerlingen daarom niet bij personeelsleden thuis uitgenodigd. Bij voorkomende gevallen wordt reden en tijdsduur aangegeven.



12

Het regelen van zaalwachten tijdens schoolkamp Zaalwachten worden afhankelijk van de situatie geregeld. Het is wenselijk dat er zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten/begeleiders bij een schoolkamp aanwezig zijn. Apart slapen jongens, meisjes, en begeleid(st)ers tijdens schoolkampen Jongens en meisjes slapen in aparte slaapkamers. De begeleiders slapen, als de situatie dat toelaat, apart. Indien nodig slapen de mannelijke begeleiders bij de jongens en de vrouwelijke begeleiders bij de meisjes. Gedragsregels schoolkampen De gedragsregels worden eerst met de begeleiders doorgenomen en daarna met de leerlingen besproken. Tekeningen/moppen en discriminerende opmerkingen waarbij mannen/vrouwen als lustobject of minderwaardig worden aangeduid. Tekeningen, moppen filmpjes of sites enzovoort van dien aard worden niet getolereerd. Ook wordt er niet minderwaardig gedaan over seksuele geaardheid. Grappen en seksuele toespelingen die vernederend zijn worden afgekeurd en mogen niet gemaakt worden. Internetgebruik Voor het internet gebruik geldt ook de bovenstaande regel. Om het gebruik van internet op school veilig te laten zijn is er een internetprotocol aanwezig op school. In dit protocol staat tevens vermeld hoe de leerlingen dienen om te gaan met het gebruik van de computer. Wat betreft contacten tussen leerkrachten en leerlingen via hyves, msn en e-mail geldt het zelfde als voor het één op één contact met de leerlingen. Als er al sprake is van contacten, dan moeten deze een beroepsmatig karakter hebben. Afwijkende meningen bij het bespreken van gedragsregels. Als er omtrent de gedragsregels andere meningen zijn dan de thans gangbare, kan dit in het team besproken worden. Er kan gekeken worden of de gedragsregels veranderd kunnen worden. Als dit niet als wenselijk wordt gezien, blijven de regels gehandhaafd. Een andere mening wordt dan gerespecteerd, maar mag echter niet worden uitgedragen in daad en/of handeling wanneer dat botst met de door ons gestelde normen en waarden. Aansluitend op de omgangsregels hebben we tien regels vastgelegd die op de Alexanderschool gelden. Ze worden aan het begin van het jaar door alle leerkrachten in de klas besproken. Vervolgens staan de regels elk in hun “eigen” maand centraal op school. Hieronder een overzicht: September: Oktober: November: December: Januari: Februari: Maart: April: Mei: Juni:

Doe je best! Eerlijk duurt het langst! Iedereen hoort erbij! Pas op je woorden! Handen thuis! Kijk en luister! Wees zuinig en netjes! Veiligheid voor alles! Laat weten waar je bent! Samen sterk!

7.2. Als uw kind niet graag naar school gaat. Als een kind zich niet prettig voelt op school is het voor het kind erg moeilijk om tot leren te komen. Graag naar school gaan is de basis van al het leren. Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we samen met u uitvinden wat de reden daarvan is.



13

We proberen met gerichte projecten een veilig en fijn schoolklimaat te scheppen. We werken met het project Beter Omgaan met Jezelf en de Ander (BOJA). Ook stellen we maandelijks een regel aan de orde, waar we dan die maand extra aandacht aan besteden. Als u vragen heeft met betrekking tot seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten kunt u bij de groepsleerkracht van uw kind en vervolgens eventueel bij de directie van de school terecht. Levert dit geen bevredigende oplossing voor u op dan kunt u zich wenden tot de schoolcontactpersoon van onze school. De schoolcontactpersoon van de Alexanderschool is Joke Groeneveld. 7.3. Klachtenregeling Inleiding Waar mensen werken, gaat er ook wel eens iets mis en is het goed als we daarover met elkaar in gesprek gaan. Wat kan er zoal mis gaan? U kunt bijvoorbeeld ontevreden zijn over de manier waarop zaken op school geregeld zijn, over de manier waarop leiding wordt gegeven, de wijze waarop de leerkracht van uw kind in een bepaalde situatie heeft gehandeld en daarvan melding willen maken. Veruit de meeste grieven over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen betrokkenen worden opgelost, eventueel met tussenkomst van de directie of de schoolcontactpersoon. Indien bij de schoolcontactpersoon een melding wordt ingebracht, wordt de directeur hiervan op de hoogte gesteld. Als betrokkenen er echter onderling niet uitkomen is het goed om over een regeling te beschikken dat de individuele rechten vastlegt en zorgvuldig interne rechtswegen aangeeft. Ook Konot beschikt uiteraard over zo’n regeling. Hieronder ziet u een schema waarin de klachtenprocedure wordt samengevat. Uiteraard kunt u er van uitgaan dat uw melding/klacht vertrouwelijk wordt behandeld.

Schema meldingen/klachtenprocedure Klager ← melding/klacht →

Aangeklaagde

over:

1. algemene of organisatorische zaken (overblijfregeling, schoonmaak, onderhoud, sponsoring, enz) 2. onderwijskundig of pedagogisch handelen (begeleiding van leerlingen – strafmaatregelen – beoordeling van leerlingen – inrichting van de schoolorganisatie enz.) 3. ongewenst gedrag van leerlingen, medewerkers, directie in de schoolcontext (b.v. pesten, agressie/geweld, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten, discriminatie /racisme) 4. vermeend zedendelict op school 5. misbruik, mishandeling, verwaarlozing en andere ernstige problemen in de privésituatie



14

Hierna treft u de route aan die –afhankelijk van het type melding/klacht- gevolgd wordt. (Een verklaring van de afkortingen leest u onderaan deze paragraaf.) 1 Algemeen of organisatorisch

2 Onderwijskundig of pedagogisch handelen Gesprek ouder leerkracht

3 Ongewenst gedrag

4 Zedendelict op school

5 Ernstige problemen in privésituatie Leerkracht / leerling

SCP

Meldplicht voor personeel bij bestuur SCP: meldplicht

schooldirectie

schooldirectie

SCP informeert schooldirectie

CvB Konot

(externe) VP CvB Konot

(externe) VP CvB Konot

Klachtencommissie

Klachtencommissie.

Klachtencommissie.

Meldplicht schooldirectie bij CvB Konot

SCP (1e actie) in samenwerking met ZAT /schoolarts/ AMK /jeugdzorg schooldirectie + SCP: in oudergesprek zorg uitspreken

CvB Konot spreekt vertrouwensinspecteur Aangifte bij politie

Toelichting De route in de klachtenregeling is afhankelijk van het type melding of klacht. In de eerste twee kolommen gaat het om meldingen en klachten over zaken die op schoolniveau misgaan, hetzij op organisatorisch gebied (bijvoorbeeld melding met betrekking tot slechte hygiëne) of meer op onderwijskundig of pedagogisch gebied (oneens met keuze van een bepaalde werkwijze). In de derde kolom gaat het om meldingen en klachten over zaken die op groepsniveau of schoolniveau misgaan ten aanzien van ongewenst gedrag als pesten, agressie, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten en discriminatie & racisme. In de vierde kolom (melding met betrekking tot vermeend zedendelict) is er de plicht hiervan onmiddellijk aangifte te doen bij de politie. De vijfde kolom betreft zaken die mis kunnen gaan in de privésituatie van kinderen. Hoewel de school hiervoor geen directe verantwoordelijkheid draagt, wordt met de weergegeven procedure blijk gegeven van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de regeling zijn verschillende mensen/functionarissen betrokken. Een aantal hiervan behoeft wellicht toelichting. De schoolcontactpersoon is door de school aangewezen (en is veelal een leerkracht). Hij of zij kan de klager eerste opvang bieden, bijstaan, en advies geven en zo mogelijk helpen of bemiddelen om tot een oplossing te komen. Hij of zij kan de klager zo nodig doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een externe functionaris die de klager bijstaat en van advies dient. Daarnaast bemiddelt hij of zij bij het vinden van een oplossing, adviseert en ondersteunt eventueel bij het eventueel indienen van een schriftelijke klacht en de verdere procedure bij de klachtencommissie. Tevens kan de vertrouwenspersoon de klager doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverleningsinstantie. Het College van Bestuur van Konot kan worden benaderd indien er geen oplossing is gevonden en/of het probleem het schoolniveau overstijgt. De klachtencommissie is een externe commissie die ingeschakeld kan worden indien er geen oplossing is bereikt door eerdere stappen. Deze commissie neemt kennis van de klacht, onderzoekt of er sprake is van verwijtbaar handelen binnen één van de genoemde categorieën. De commissie adviseert vervolgens Konot over de (on)gegrondheid van de klacht, de zo nodig te nemen maatregelen en de overige door Konot te nemen besluiten. Voor de volledige tekst van de regeling verwijzen wij u naar de Klachtenregeling Konot die op elke school ter inzage ligt. Uiteraard blijft de weg open om (ook) contact te zoeken met de vertrouwensinspecteur.



15

Gebruikte afkortingen: SCP Schoolcontactpersoon CvB College van Bestuur VP Vertrouwenspersoon KC Klachtencommissie AMK Algemeen Meldpunt Kindermishandeling ZAT Zorg Advies Team (waarin ook Jeugdgezondheidszorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) betrokken zijn Als het doorlopen van bovenstaande route niet tot een oplossing leidt, kan een schriftelijke klacht bij de Klachtencommissie worden ingediend. Belangrijke telefoonnummers: Schoolcontactpersoon (J. Groeneveld) : 0541-352626 Vertrouwenspersonen: 0541-522996/06-12209651 of 06-39105707 Vertrouwensinspecteur (kantoor Zwolle): 0900-1113111 7.4 Vieringen op de Alexanderschool Jaarlijks zijn er op onze school allerlei vieringen die deels bedoeld zijn om de goede sfeer op school te bevorderen: -

de Sinterklaasviering; de kerstviering; het carnaval; de verjaardag van de leerkracht; het schoolreisje; afscheidsviering musical groep 8

De leerlingen uit groep 8 gaan op schoolkamp. Ook hebben ze op school met hun ouders een leuke afscheidsavond. Deze avond wordt begonnen met een afscheidsviering in de kerk. Hierna is er een musical in school. De Alexanderschool doet mee aan verscheidene sporttoernooien die georganiseerd worden door de Sportcommissie. Bij de voorbereiding en begeleiding krijgen we veel hulp van ouders. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor deelname, opstelling etc. ligt bij de sportcoördinator op school. We nemen deel aan de volgende sporttoernooien: dammen, volleybal, zwemmen, handbal en voetbal.



16

8

Onderwijs op maat op.

Kinderen zijn nieuwsgierig en willen graag van alles leren. Alle kinderen die onze school bezoeken verdienen zorg en aandacht. Extra aandacht besteden we aan leerlingen die om welke reden dan ook moeite hebben met leren of juist veel extra uitdaging nodig hebben. We doen dit door: Het kind zoveel mogelijk positief te stimuleren en te benaderen. Het uitgaan van kansen. We kijken wat een kind al wel kan en werken van hieruit verder aan mogelijke hiaten. Het bieden van extra instructie en oefenstof waardoor de leerlingen zoveel mogelijk deel kunnen nemen aan het reguliere lesprogramma. Leerlingen op eigen niveau te laten werken. Dit kan betekenen dat de leerling aangepaste leerstof krijgt voor een bepaald onderdeel. Leerlingen die meer aankunnen kortere instructie en/ of uitdagender leerstof aan te bieden. We willen op de Alexanderschool de leerling zoveel mogelijk onderwijs op maat bieden. Inspelen op de individuele behoefte van kinderen is een niet geringe opgave. We zijn als team continue in ontwikkeling om onszelf hierin te verbeteren. 8.1. Leerlingen van en naar een andere school. Wanneer leerlingen van een andere school op de Alexander komen vindt er altijd overleg plaats met de school van herkomst. De school krijgt dan een onderwijskundig rapport waarop de gegevens van de leerling staan. Na een kennismakingsgesprek en bestudering van het rapport van de vorige school kunnen we de hulp inzetten die nodig is om de nieuwe leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Voor elke leerling leggen wij een leerling-dossier aan. Hierin staat alle relevante informatie over de ontwikkeling van de leerling. Dit dossier is voor ouders uiteraard in te zien. Leerlingen die van onze school naar een andere basisschool gaan krijgen een onderwijskundig rapport mee. Daar staan alle toetsgegevens op en verder de andere gegevens die nodig zijn om een goede aansluiting mogelijk te maken. Dit alles gaat in overleg met de ouders. 8.2. Onderwijs aan anderstalige kinderen. Op onze school zitten momenteel bijna geen kinderen die de Nederlandse taal niet voldoende meester zijn. Indien nodig kunnen we bij collega-scholen van Konot of de schoolbegeleidingsdienst Expertis hulp vragen 8.3. Hulp aan individuele leerlingen. Om de ontwikkeling van de leerling zo goed mogelijk in beeld te brengen en te blijven volgen maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Hierin worden verschillende gegevens van de leerling gezet. Allereerst komen hier observaties van de leerkrachten in te staan. Op onze school maken we voor alle basisvakken ook gebruik van toetsen, die niet aan een methode gebonden zijn. Dit zijn toetsen die een landelijke normering hebben. Door middel van deze toetsen krijgen we een objectief beeld van de afzonderlijke leerlingen maar ook van onze school als geheel. De belangrijkste hiervan zijn de jaarlijkse toetsen van CITO. De toetsen die worden gebruikt zijn op het gebied van taal, ordenen, spelling, begrijpend lezen, technisch lezen, rekenen en wereldoriëntatie. In groep 8 wordt de CITO eindtoets gemaakt. Als de toetsen zijn afgenomen worden de resultaten door de leerkracht besproken met de intern begeleider. Voor leerlingen die onder het gemiddelde scoren wordt een handelingsplan opgesteld. Dat is een soort plan van aanpak waarin staat op welke manier de leerling extra hulp en of begeleiding krijgt. De ouders van de betrokken leerling worden hiervan op de hoogte gebracht.



17

Na 6 tot 8 weken wordt het handelingsplan geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie wordt de extra hulp voortgezet, gewijzigd of stopgezet. In sommige gevallen kan, na indicatiestelling door het POA, gekozen worden voor een apart programma of er kan hulp worden aangevraagd van een andere instantie. Bijvoorbeeld de speciale school voor basisonderwijs, het Roessingh, het Maatman, de schoolarts of de schoolbegeleidingsdienst. Om de hulp te coördineren en te structureren is Sabine Grashof als intern begeleider werkzaam. Het takenpakket van de intern begeleider bestaat onder andere uit: Het afnemen van aanvullende testen als de gewone toetsen niet voldoende inzicht geven in een bepaalde problematiek. Het adviseren van leerkrachten over de inzet van extra hulpmiddelen. Het hebben van contact met leerkrachten uit de speciale school voor basisonderwijs en met andere buitenschoolse instanties, om nog beter hulp te kunnen bieden aan het kind. Zorg dragen dat de leerling-dossiers worden bijgehouden en dat de toetsen volgens een rooster worden afgenomen. Het 3 keer per jaar houden van een leerling-bespreking met de groepsleerkracht. Het organiseren van de groepsbesprekingen. Het deelnemen aan het overleg in het samenwerkingsverband WSNS. Actief meedenken over en meewerken aan de doorontwikkeling van ons onderwijs. Coachen van leerkrachten. Als u als ouder problemen over uw kind wilt bespreken, doet u dat uiteraard in eerste instantie met de groepsleerkracht. Hij /zij maakt uw kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de ontwikkeling van het kind. Daarnaast kunt u, in overleg met de leerkracht de intern begeleider raadplegen. Het kan zijn dat er in het kader van een handelingsplan activiteiten door derden worden gedaan. Dit kan binnen maar ook buiten school plaats vinden. Voorbeelden hiervan zijn logopedie, SOVA-training en MRT. 8.4. Hulp aan leerlingen met een speciale leer- of zorgbehoefte. De Alexanderschool staat open voor alle kinderen. Ook voor leerlingen met een speciale leer- of zorgbehoefte. In de beslissing een leerling met een speciale leer- of zorgbehoefte. aan te nemen wordt zorgvuldig gekeken of wij de leerling kunnen bieden wat deze nodig heeft. Oftewel hebben wij als school en team de kennis, vaardigheden en faciliteiten om de leerling onderwijs op maat te bieden. Dit zal steeds per leerling met de interne begeleiding, team en ouders besproken moeten worden. Wordt een leerling toegelaten dan kan in veel gevallen een beroep worden gedaan op ondersteunende instanties. De hulp van deze instanties heet ambulante begeleiding. Hiervoor krijgt de school in de meeste gevallen extra formatie en/of budget. We noemen dit ook wel “rugzakleerlingen”. Uiteraard is het ook denkbaar dat de school een “rugzakleerling” niet kan bieden wat deze nodig heeft. We zullen deze leerling dan niet plaatsen. Uiteraard zullen we ouders dan wel behulpzaam zijn bij het vinden van een juiste school. Voor deze “rugzakleerlingen” is extra formatie en / of budget aanwezig om bijvoorbeeld hulp buiten de groep te bieden. Binnen de formatie en het budget dat we voor deze leerlingen krijgen zal het altijd een puzzel zijn om de juiste inzet van middelen te plegen. Ook het niet te groot laten worden van de groepen, wordt door ons onder de juiste inzet gerangschikt. In een kleine groep heeft een groepsleerkracht namelijk meer mogelijkheden om hulp te bieden aan een individuele leerling. Dit komt iedere leerling ten goede, echter vooral de zorgleerling.



18

8.5. Begeleiding van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Er zijn ook leerlingen op onze school die extra werk aankunnen. Binnen de methodes is er al extra oefenstof en verrijkingsstof die deze leerlingen kunnen maken. Daarnaast is er een kast met uitdagende materialen aanwezig om deze leerlingen extra uit te dagen. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat leerlingen versneld doorstromen. We hebben voor de meer begaafde leerlingen een aangepast programma op het gebied van rekenen en begrijpend lezen. Deze kinderen maken minder werk van de reguliere stof. Daarnaast volgen zij een moeilijker programma voor deze vakken. Het signaleren van meer- en hoogbegaafde leerlingen gaat aan de hand van het schoolspecifieke protocol Meer en Hoogbegaafdheid. 8.6. Een jaar overdoen en aangepaste programma’s. Het kan zijn dat een kind, ondanks extra hulp, te veel moeite heeft om het niveau van de groep te volgen. In sommige gevallen kan het dan zinvol zijn om de groep nog een keer over te doen. Een eventuele doublure wordt altijd met ouders besproken. Uiteindelijk neemt de school in deze de beslissing. Zo’n beslissing wordt alleen genomen als een kind op meerdere ontwikkelingsgebieden en eventueel ook lichamelijk en emotioneel- achterblijft bij zijn klasgenoten. Het kan ook zijn dat een kind op één specifiek gebied uitvalt. Dan maken we in overleg met ouders de afspraak dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Het kan zijn dat deze leerling op dat gebied niet het eindniveau van groep 8 van de basisschool haalt. 8.7. Wanneer de extra zorg niet voldoende effect heeft Het kan een enkele keer gebeuren dat alle extra zorg en aandacht niet voldoende effect heeft voor een leerling. In overleg met ouders kan dan worden besloten het kind aan te melden voor plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs. Hier gaat een uitgebreid traject aan vooraf. Op de basisschool moet al gedurende langere tijd en met behulp van extra begeleiding aan de hand van handelingsplannen, getracht zijn de betrokken leerling zich te laten ontwikkelen. Ouders worden altijd geïnformeerd over deze extra begeleiding. Indien nodig kan, na indicatiestelling door het POA, hulp worden ingeroepen van de ambulant begeleider SBO, een medewerker uit de speciale school voor basisonderwijs. Ook kan een leerlingbegeleider van een schoolbegeleidingsdienst om advies worden gevraagd. Dit kan ertoe leiden dat een leerling uitvoerig getest gaat worden. Er wordt dan gekeken naar zijn leervorderingen en zijn mogelijkheden om te leren. Hiervoor is uiteraard toestemming van de ouders nodig. De onderzoeksresultaten worden met ouders besproken. Na een dergelijk onderzoek wordt gekeken wat het beste is voor de leerling: De leerling blijft op de Alexanderschool, eventueel met een aangepast programma. De leerling gaat naar een andere basisschool die andere, meer specifieke begeleidingsmogelijkheden heeft. De leerling wordt aangemeld voor de speciale school voor basisonderwijs. Als een leerling wordt aangemeld beoordeelt het POA of een leerling toelaatbaar is. Gemiddeld wordt van onze school één leerling in de drie jaar verwezen naar een speciale basisschool. Voor verdere informatie verwijzen we u naar het uitgebreide zorgplan van het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School. (WSNS 8.05) Regio Noord Oost Twente, waarvan onze school onderdeel uitmaakt. Dit overkoepelende zorgplan is op school in te zien.



19

8.8. Dyslexie We werken op onze school volgens het protocol dyslexie zoals dat door ons samenwerkingsverband 8.05 is vastgesteld. Dit protocol kunt u op onze website nalezen. Sinds kort zijn er mogelijkheden voor ouders van kinderen met ernstige leesproblemen om in groep 7 hun kind mee te laten doen aan een dyslexieonderzoek. Het samenwerkingsverband vraagt daar een eigen bijdrage voor van €125,-. Het merendeel van de kosten wordt gedragen door het Samenwerkingsverband 8.05 en het Twents Carmel College. Mocht uw kind in aanmerking komen voor dit onderzoek, dan neemt de leerkracht hierover contact met u op. 8.9. Zorgadviesteam (ZAT-team). Natuurlijk hopen we dat het niet voorkomt, maar soms gaat het met een kind niet zo goed op school. Dan gaat het leren niet zo goed of we zien dat een kind niet “zo lekker in z’n vel zit” of dat het zich anders gedraagt dan verwacht. De school zal dan zo snel mogelijk bekijken wat de oorzaak hiervan is en met de ouders overleggen wat de beste aanpak is. Als het een probleem betreft waar we als school niet uit komen dan kunnen we de leerling bespreken in het zorgadviesteam. Dit zorgadviesteam bestaat uit de interne begeleider, een directielid van de school, de schoolcontactpersoon en deskundigen van buiten de school. Deze deskundigen zijn: de schoolverpleegkundige van jeugdgezondheidszorg en een maatschappelijk werker. De medewerkers van dit zorgadviesteam kunnen ons adviseren hoe wij deze leerling kunnen helpen, maar zij kunnen ook zelf met deze leerlingen en hun ouder in gesprek gaan om samen te zoeken naar de beste manier om de problemen op te lossen. Als wij het ZAT willen inschakelen ten behoeve van een van onze leerlingen, zullen wij dit in overleg met, en na toestemming van de ouders doen. Het spreekt bovendien vanzelf dat alle informatie die over leerlingen aan het ZAT gegeven wordt, vertrouwelijk blijft. Door deze nauwe samenwerking binnen het ZAT willen wij zo goed mogelijk op problemen van leerlingen kunnen inspringen en zo snel mogelijk helpen, zodat alle leerlingen een prettige tijd bij ons op school zullen hebben. Mocht u meer informatie over het ZAT willen hebben, dan kunt u contact opnemen met de intern begeleider of een directielid van de school. 8.10. Protocol najaarskinderen Bij de overgang van de instroomgroep naar groep 1 wordt de geboortedatum als uitgangspunt genomen. Voor kinderen die instromen na 1 oktober geldt dat ze in principe pas het volgende schooljaar geplaatst worden in groep 1. Binnen deze groep zijn met name de kinderen die jarig zijn tussen 1 oktober en 31 december (de zogenoemde najaarskinderen) regelmatig onderwerp van discussie aangezien deze leerlingen 6 tot 8 maanden extra kleuteronderwijs volgen. Daarnaast bestaat het gegeven dat leerlingen die instromen een ontwikkelingsvoorsprong kunnen hebben. Voor sommige van deze leerlingen is een overstap naar groep 2 misschien een betere keuze, omdat het leerstofaanbod daar beter aansluit bij de onderwijsbehoefte van het kind. We willen de stap voor deze kinderen zorgvuldig afwegen. Daarom hebben we duidelijke criteria opgesteld waaraan leerlingen die deze overgang van instroomgroep naar groep 2 zouden kunnen maken moeten voldoen. Uitgangspunt: Het is een ontwikkelingspsychologisch gegeven dat kinderen verschillen in de tijd die ze nodig hebben om te ontwikkelen naar het gerichte leren en het uitvoeren van complexe taken. Bij de meeste “najaarskinderen” is er sprake van een normale ontwikkeling, dreigt er geen stagnatie, heeft de school geen hulpvraag, maar is het kind nog niet zover. De school wil rekening houden met deze verschillen, omdat het overvragen van het jonge kind in deze fase tot onzekerheid, faalangst en uitval kan leiden. 1 oktober blijft een ijkpunt.



20

Toelichting: Oktoberleerlingen worden allemaal meegenomen in de eerste toetsronde van januari. Deze oktoberleerlingen worden in een klein groepje getoetst. Deze leerlingen doen in mei ook weer mee. November-decemberleerlingen worden pas voor het eerst getoetst in mei (leerlingen moeten minimaal 3 maanden onderwijs genoten hebben alvorens ze worden getoetst). Kinderen die starten na december kunnen laten zien dat ze een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Ook deze kinderen kunnen tot deze groep behoren en zullen dezelfde procedure doorlopen als de najaarskinderen. Leerlingen met een CITO A-score en geen enkele risicoscore gaan in principe door naar groep 2 op grond van cognitie, tenzij er sprake is van sociaal-emotionele problematiek of werkhoudingproblematiek en een jaar onderwijs in groep 1 volgens de leerkracht duidelijke meerwaarde heeft. De controletaken van fonemisch bewustzijn worden in mei afgenomen. De basis van fonemisch bewustzijn moet goed zijn. Uitzonderingen: Een kind met een hoge B-score is een bespreekgeval. Soms zijn er andere uitzonderingen, bijv. sociaal-emotioneel of op het gebied van werkhouding. De eigen observaties en bevindingen van de leerkrachten zullen dan ook meegenomen worden. Signalering en plaatsing: De najaarskinderen worden tijdens de groepsbesprekingen tussen leerkracht en ib-er besproken. Aan de hand van alle bovengenoemde onderwerpen bepalen de leerkracht en ib-er welke leerlingen mogelijk in aanmerking komen om door te stromen naar groep 2. Deze keuze wordt ook besproken met ouders. De uiteindelijke keuze ligt bij school. Als ouders en leerkrachten het niet eens kunnen worden, wordt de procedure beoordeeld door de directie. Als een kind dat is ingestroomd in groep 1 het volgende jaar in groep 1 blijft, betekent dat niet dat het is blijven zitten. Mocht er in de loop van dit tweede schooljaar in groep 1 sprake zijn van een bovengemiddelde ontwikkelingsgroei, dan wordt bovenvermelde procedure herhaald en kan er alsnog besloten worden tot versneld doorstromen naar groep 3, waarbij het desbetreffende kind zo mogelijk eerst nog tot de zomervakantie in groep 2 geplaatst kan worden. Als een kind in groep 2 wordt geplaatst, verwachten we dat hij/zij na groep 2 naar groep 3 kan. Dit is geen vaststaand gegeven. Communicatie: Bij het intakegesprek worden de betreffende ouders geïnformeerd over het protocol. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar zullen de leerkracht(en) van groep 1 vertellen hoe we hier op school omgaan met najaarskinderen.



21

Deze gegevens worden ook vermeld in de schoolgids. De ouders van oktoberleerlingen worden in november uitgenodigd voor een oudergesprek waarin alles nogmaals wordt uitgelegd. De ouders van november-december leerlingen worden in februari uitgenodigd voor een oudergesprek waarin alles nogmaals wordt uitgelegd. Alle ouders van de najaarskinderen worden in juni uitgenodigd voor een oudergesprek. Ouders van kinderen die doorstromen ondertekenen het verslag van dit gesprek, waarmee ze aangeven dat ze het verslag gezien hebben.



22

9

Kwaliteitszorg.

Als school proberen we het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven. Daarvoor is het nodig dat we met elkaar helder hebben wat we willen (visie) en dat we dit duidelijk omschreven hebben (schoolplan). Maar ook willen we ons als school graag blijven verbeteren. Daarom evalueren we ons eigen handelen systematisch. Uit de evaluaties halen wij verbeterpunten. Vanuit deze verbeterpunten worden actieplannen (jaarplannen) opgesteld. Deze worden na verloop van tijd weer geëvalueerd. Zo ontstaat er een continu proces van plan – do – check – act. Om de kwaliteit van onze school en ons onderwijs te meten doen we het volgende: Onderzoeken naar tevredenheid van leerlingen; Onderzoeken naar tevredenheid van ouders; Onderzoeken naar tevredenheid van medewerkers; Onderzoeken naar vorderingen bij leerlingen middels CITO; Onderzoeken naar sociaal – emotionele ontwikkeling bij leerlingen; Deelnemen aan kwaliteitsmonitor van Konot; Deelnemen aan collegiale visitatie met andere scholen; We evalueren als team de wijze waarop we het onderwijs vormgeven en gebruiken daarbij het oordeel van de inspectie; Op basis van al deze informatie stellen we verbeterplannen op. Deze plannen worden door middel van het schoolplan in tijd weggezet. Jaarlijks maken we een overzicht van de uitkomsten van de evaluaties en rapporteren hierover naar de belanghebbenden (bestuur, ouders, inspectie). Gedurende het schooljaar 2010/ 2011 zijn de volgende jaarplannen uitgevoerd: Het volgen van een tweejarig studietraject opbrengstgericht werken in samenwerking met de UT. Realisatie en implementatie van digitale schoolborden in een kleuterlokaal. Invoeren Bewegen in het speellokaal en Bewegen samen regelen. Uitvoering taal/leesverbeterplan deel 1, begrijpend lezen, begrijpend luisteren. Het schrijven van een beleidsdocument omgaan met meer- en hoogbegaafdheid. Omgaan met meer- en hoogbegaafde leerlingen in de onderbouwgroepen. Oriëntatie op compacten en verrijken bij taal voor taalsterke leerlingen. Oriëntatie op en keuze voor een methode voor voortgezet technisch lezen. Optimalisering van de interne communicatie door middel van het gebruik van de teamsite. Deelname aan een traject voor schoolzelfevaluatie in samenwerking met andere Konotscholen. Verbouwing oude toiletgroepen, realisatie extra werkruimte. Opstellen en schrijven van nieuw schoolplan 2011-2015. De invoering van Parnassys, een nieuw leerlingvolgsysteem dat gekoppeld is aan een systeem voor leerlingenadministratie. Aan het eind van een schooljaar hebben we besproken of de verbeteractiviteiten daadwerkelijk ook tot verbeteringen hebben geleid. Waar dit het geval was, is de nieuwe werkwijze vastgelegd in het Alexander Borgings Curriculum. Op die manier houden we vast wat goed gaat. 9.1. Verbeterplannen 2011/2012. Voor het schooljaar 2011/2012 hebben we, naar aanleiding van alle verzamelde gegevens een aantal verbeterplannen voor komend schooljaar opgesteld. Hieronder staat een opsomming, in het jaarplan zijn de verschillende onderdelen uitgewerkt.



23

Schoolniveau Het volgen van een tweejarig studietraject opbrengstgericht werken in samenwerking met de UT (leerkrachten groep 6,7,8). Uitvoering taal/leesverbeterplan deel 2, voortgezet technisch lezen. Het implementeren van een beleidsdocument omgaan met meer- en hoogbegaafdheid. Omgaan met meer- en hoogbegaafde leerlingen in de onderbouwgroepen. Oefenfase compacten en verrijken bij taal voor taalsterke leerlingen. Implementeren methode voor voortgezet technisch lezen. Oriëntatie op een nieuwe methode voor rekenen. Invoeren van groepsplannen middels Planbkwadraat. Verdere implementatie van Parnassys Een nieuwe managementstructuur gaat worden opgesteld en ingevoerd



24

10. De school en buurt/ gemeente. De basisschool neemt in een dorp als Denekamp toch een speciale plaats in. De school wordt dan ook nauw betrokken bij de vele activiteiten die er in het dorp zijn. Doch andersom betrekt de school ook het dorp bij haar activiteiten. 10.1. Contacten in het dorp. De school heeft contact met onder andere de bibliotheek, Natura Docet, sportverenigingen, het parochiebestuur, de politie, organisaties voor kinderopvang, collegascholen en het Twents Carmel College. 10.2. Projecten van de gemeente. Daar waar de gemeente Dinkelland specifieke projecten voor de scholen heeft, wordt er ook door ons aan deelgenomen. O.a. Boomplantdag, Educatie op locatie, vangnetoverleg, projecten van 3VO, Milieu Ontmoetings Programma, Adoptie oorlogsmonument et cetera. 10.3. LEA Enkele keren per jaar participeert de directeur van de school in de Lokaal Educatieve Agenda. Dit is een overleg tussen de gemeente, de locatiedirecteur van het TCC, de directies van de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven en directeuren van de basisscholen.



25

11. De school en het voortgezet onderwijs. De schoolkeuze voortgezet onderwijs is onder andere afhankelijk van het advies van de school, de uitslagen van de Cito-toets en eventueel een psychologische test. Het advies van de school is belangrijk bij een schoolkeuze. De school heeft de gehele ontwikkeling van de leerlingen goed in beeld. We hebben goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de behoefte aan hobby’s en vrije tijd. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de aanmelding bij het voortgezet onderwijs ligt bij u als ouder, doch de school gaat haar verantwoordelijkheid voor een juiste advisering niet uit de weg. Met de Cito-toets worden de kennis en het inzicht van de leerlingen onderzocht op het gebied van taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie. De bedoeling ervan is onder andere om meer duidelijkheid te krijgen over de vorm van voortgezet onderwijs die het meest geschikt is. Onafhankelijk van het schooladvies geeft de Cito-toets een aanwijzing over de te maken schoolkeuze. De uitslag van de toets delen we u schriftelijk mede. Wanneer er na het advies van de school en na de Cito-toets nog twijfels zijn m.b.t. de juiste schoolkeuze, kan worden overgegaan tot het aanvragen van een psychologische test. Deze test bestaat uit een schriftelijk en mondeling gedeelte. Het advies wordt met de ouders en na toestemming van de ouders, met de school voor voortgezet onderwijs besproken. Deze test is vrijwillig. Als het advies van de basisschool en de uitslag van de Cito-toets beide positief zijn, wordt het kind zeker toegelaten. In alle overige gevallen zal de toelatingscommissie de beschikbare gegevens zorgvuldig tegen elkaar afwegen om tot een beslissing te komen. Er kan daarbij overleg gepleegd worden met de basisschool. 11.1. Uitstroomgegevens van De Alexanderschool. Het aantal leerlingen dat naar de verschillende vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Het is afhankelijk van de samenstelling van groep 8. Uitstroomgegevens in getallen: School 2007- 2008- 2009- 2010Jaar 2008 2009 2010 2011 D 7 11 14 11 C B LWOO Totaal

5

10

5

9

4 1 17

3 2 26

3 0 22

20

Uitstroomgegevens in procenten School Jaar D

2007- 2008- 2009- 20102008 2009 2010 2011 41 42 64 55

C

29.5

38

22.5

45

B LWOO Totaal

23.5 6 100

11.5 7.5 100

9 4.5 100

0 100

Met de scholen van het voortgezet onderwijs bestaat een goed contact. Ze houden de basisscholen gedurende de brugklasperiode op de hoogte van de resultaten van de schoolverlaters.



26

12. De school voor kinderen én hun ouders. Wij zien ouders als onze partners in het begeleiden van het ontwikkelingsproces van hun kind. U als ouder kent het kind het best. Wij als onderwijskundigen zijn op de hoogte van pedagogiek, didactiek en ontwikkelingsprocessen. Samen moeten we een omgeving creëren waarin onze kinderen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. Een goed contact tussen school en thuis is hierbij heel belangrijk. 12.1. Informatie aan ouders. Schoolgids: In de schoolgids beschrijven we waar we als team voor staan en waar we komend schooljaar mee bezig gaan. Omdat we zo goed mogelijk met ouders willen samenwerken, vinden we het belangrijk dat men hiervan op de hoogte is. Iedere ouder ontvangt daarom kort na de zomervakantie de schoolgids. We plaatsen de schoolgids ook op onze website. Nieuwsbrief: In de eerste week van iedere maand ontvangt u een nieuwsbrief. Hierin zijn de data van alle activiteiten in die maand opgenomen die niet op de kalender staan. Ook kunt u er een toelichting op bepaalde activiteiten in lezen. We proberen zoveel mogelijk informatie in de nieuwsbrief te verwerken, zodat u zo min mogelijk aparte brieven krijgt. De nieuwsbrief wordt ook op de website geplaatst. Kalender: We verspreiden onder de ouders een jaarkalender met alle relevante zaken voor ouders, leerlingen en leerkrachten. Dit doen we in de eerste week na de zomervakantie. Website: Op onze site is de mogelijkheid voor directie, leerkrachten, kinderen en ouders om nieuws en foto’s te bekijken. Alle ouders hebben inmiddels aangegeven of hun kind(eren) op de website mogen komen te staan. We hebben wel de afspraak dat er normaal gesproken meerdere kinderen op één foto staan. U kunt tegenwoordig als ouder bij de aanmelding van uw kind invullen op het aanmeldingsformulier of er foto’s van uw kind gepubliceerd mogen worden. Mocht u later van gedachten veranderen, kunt u dit altijd kenbaar maken. We zullen proberen alle belangrijke publicaties en mededelingen hierop te zetten. Het adres van de website is: www.de-alexander.nl. Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar wordt er door de leerkracht van iedere groep een informatieavond verzorgd. In de eerste maand van het nieuwe schooljaar vindt deze plaats. Data en tijdtip staan vermeld op de kalender. Informatie aan gescheiden ouders Steeds vaker komt het voor dat ouders gaan scheiden of dat vierjarigen door een ouder die reeds gescheiden is worden aangemeld. Naast alle emotionele problemen voor het kind, levert dit ook op school- en klassenniveau onduidelijkheden op. Om te weten hoe te handelen, hebben we houvast aan de wet. De laatste tien jaar zijn er in de wet twee belangrijke zaken gewijzigd: • Sinds 1998 blijven beide ouders ook na echtscheiding het ouderlijk gezag behouden. Het gezamenlijk ouderschap komt immers niet bij een echtscheiding tot een einde, net zo min als de verantwoordelijkheden die uit het ouderschap voortvloeien. Echtscheiding ontneemt de ouders dus niet de rechten en plichten ten aanzien van hun minderjarige kinderen.



27

•

Sinds maart 2009 kunnen ouders alleen scheiden indien zij een ouderschapsplan kunnen overleggen, waarin belangrijke zorgafspraken zijn gemaakt.

Dit alles heeft consequenties voor de in- en uitschrijving, informatievoorziening naar en het contact met ouders. Concreet houdt dit in dat we aan beide ouders de volgende informatie willen verstrekken: de schoolgids, het rapport en de uitnodigingen voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud en het rapport zelfs in drievoud (één origineel en twee kopieën) meegegeven. Voorwaarde is dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directie. Hierbij wordt aangetekend dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Het originele rapport wordt altijd aan het kind verstrekt en het kind krijgt twee kopieën mee als beide ouders niet meer op één adres wonen. Alle overige informatie wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. Ouderavonden Er zijn ouderavonden in verband met het H. Vormsel, de E.H. Communie en de schoolkeuze groep 8. Oudergesprekken: Twee keer per jaar plannen we voor alle groepen een contactavond. Op deze avond kunt u met de leerkracht praten over de ontwikkeling van uw kind. Dat gebeurt in zogeheten tien-minutengesprekken. De leerlingen van groep 1 t/m 8 hebben vóór de laatste twee gesprekken het rapport van te voren mee gekregen. Kinderen van groep 1 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport: November, een gesprek over de voortgang van uw kind. Februari-maart 10-minuten gesprek n.a.v. het eerste rapport. Einde schooljaar, het tweede rapport en de mogelijkheid of het verzoek tot een gesprek. Na het laatste rapport zijn er geen geplande tien-minutengesprekken. Er kan na dit rapport zowel op initiatief van ouders als van de leerkracht een afspraak worden gemaakt. Open Huis: We organiseren elk jaar een Open Huis. We willen de huidige ouders en nieuwe ouders informeren over onze school. We laten zien hoe ons onderwijs er uit ziet en welke ontwikkelingen wij doormaken. Afspraken: Het personeel van de school is graag bereid om buiten de ouderavonden met u te praten over uw kind. Mocht u daar behoefte aan hebben, kunt u altijd een afspraak maken. De leerkracht kan zich dan voorbereiden op het gesprek. Het kan natuurlijk ook zijn dat er iets is gebeurd waarvan u vindt dat de leerkracht het moet weten voordat het kind in de groep komt. Het zou dan fijn zijn dat u dan ruim voor aanvang van de schooltijd even binnenloopt, zodat de leerkracht bij aanvang van de schooltijd beschikbaar is voor de kinderen. Gesprek met directie: De directie heeft geen officieel spreekuur. U kunt hen altijd aanspreken. Als het nodig is, maken we heel snel een afspraak met u. We verzoeken u zaken die leerlingen betreffen altijd eerst met de leerkracht op te lossen. Bijles buiten school: Er vindt onder school geen bijles buiten het schoolgebouw (of door andere instanties binnen het schoolgebouw) plaats, behalve met de volgende uitzonderingen:



28

Sociale vaardigheidstraining (SOVA) en motorische remedial teaching (MRT); alleen als de school professioneel en objectief heeft kunnen vaststellen dat een bepaald probleem niet door de school kan worden verholpen. Zorg, voorgeschreven na PCL-verklaring. Bij een verwijzing naar een SBO school waarbij het kind op een wachtlijst is geplaatst. Oudervragenlijsten: Eens per 4 jaar wordt er een oudervragenlijst aan alle gezinnen gegeven. Met de gegevens uit deze lijsten hoopt de directie haar voordeel te doen. De resultaten worden naar medezeggenschapsraad en ouderraad terug gekoppeld. Uiteindelijk worden ook alle ouders van de resultaten op de hoogte gebracht. Jeugdbladen: Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen diverse folders en bestelformulieren mee. Als team hebben we al een selectie gemaakt zodat het een en ander ook voor ons nog overzichtelijk en werkbaar blijft. 12.2. Ouders helpen op school. Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op onze school. Een basisschool kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de oudervereniging spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. 12.3. De medezeggenschapsraad. Voor zowel leerkrachten als werkgever is een goede rechtspositie belangrijk. Ouders zijn gebaat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan deze belangen. Daarom heeft de school een medezeggenschapsraad die het overleg tussen beide groepen regelt. De taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn nauwkeurig omschreven in het reglement. De medezeggenschapsraad op onze school bestaat uit 6 leden. Drie leden worden gekozen uit en door de ouders, drie leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. Elk jaar treedt een gedeelte van de raad af volgens een rooster van aftreden en worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. De medezeggenschapsraad bestaat uit de volgende ouders: De heer G. Elferink De heer . E. Kottink Mevr. P. Nieuwhuis Namens het personeel hebben zitting in de medezeggenschapsraad: Mevr. C. v.d. Weijer (voorzitter) Mevr. N. Schaepers (penningmeester) Mevr. M. Heitbaum (secretaresse)



29

De scholen binnen het KONOT-bestuur hebben een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) waar men onderwerpen bespreekt die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. Zowel medezeggenschapsraad als GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of goedkeuring te onthouden aan voorstellen van het bestuur. Voor de GMR heeft er een clustervorming plaatsgevonden tussen scholen. Onze school is geclusterd met de Veldkampschool uit Denekamp. De vertegenwoordiger in de GMR van onze school, mevrouw Nieuwhuis zal ook deze school vertegenwoordigen. Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de medezeggenschapsraad aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt u dat via de medezeggenschapsraad kenbaar maken. De vergaderingen van de medezeggenschapsraad en GMR zijn - tenzij anders vermeld - openbaar. De gezamenlijke vergaderingen worden bij toerbeurt gehouden op de Veldkampschool en op de Alexanderschool. De data staan in de kalender. 12.4 De “Stichting Ouderraad van de Alexanderschool”. De Stichting Ouderraad van de Alexanderschool heeft ten doel het financieel ondersteunen van de Alexanderschool op die gebieden waar het reguliere overheidsbudget voor een basisschool te kort schiet, alles in de meest ruime zin. Bij onze school kan hierbij onder andere worden gedacht aan: de kosten van de Sinterklaas-, kerst- en carnavalsviering, traktaties tijdens schoolreisjes en ijs- c.q. sneeuwpret. Ook wordt er uiteraard aandacht besteed aan diverse lief- en - leedsituaties. De stichting heeft eigen statuten, die bij de secretaris ter inzage liggen*. De inkomsten van de stichting bestaan uit door de ouders van de leerlingen te betalen contributie. De contributie van de stichting ouderraad bedraagt € 10,- per kind per schooljaar. Het vierde kind op school is gratis. Voor kinderen die na 1 januari op school komen is de contributie €5,50 en de kinderen die na 1 april op school komen hoeven pas het volgende schooljaar te betalen. De contributie kan worden betaald door het geld over te maken op bankrekeningnummer 11.07.27.029, ten name van de stichting ouderraad van de Alexanderschool en onder vermelding van naam en groep kind(eren). Contributiebetaling is op vrijwillige basis, doch wel mede bepalend voor het aantal activiteiten. Het spreekt dus voor zich, dat activiteiten op een laag pitje komen te staan c.q. geen doorgang meer kunnen vinden wanneer diverse ouders niet (meer) betalen. Het financieel jaarverslag van de stichting ouderraad zal in de schoolkrant in het nieuwe schooljaar vermeld worden. Het bestuur van de ouderraad bestaat uit acht personen en wordt gevormd door en uit de ouders gekozen leden. De leden “groeien” met hun groep mee. Elk jaar wordt er voor groep 1 een verkiezing gehouden. In groep 5 wordt een herverkiezing gehouden, waarbij de vertegenwoordiger kan worden herkozen. De verkiezingsprocedure is als volgt: De ouders ontvangen een brief van het bestuur van de ouderraad en kunnen op een antwoordstrookje aangeven of ze zich wel of niet verkiesbaar willen stellen.



30

Vervolgens worden stembriefjes gemaakt met daarop de namen van de ouders die zich verkiesbaar hebben gesteld en kan per gezin één stem worden uitgebracht. Indien zich slechts één persoon verkiesbaar stelt en/of indien de vertegenwoordiger van groep 5 zich herkiesbaar stelt en er verder geen gegadigden blijken te zijn, is deze persoon automatisch ge-/herkozen en hoeven er verder geen verkiezingen plaats te vinden. Mocht door een of andere reden tussentijds een bestuurslid aftreden, dan wordt zo spoedig mogelijk een nieuw lid gekozen volgens de hiervoor beschreven procedure. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één persoon worden vervuld. Het bestuur van de ouderraad vergadert naar behoefte, hetgeen neerkomt op ongeveer vijf vergaderingen per jaar. Bij de vergaderingen is uiteraard een directielid van de school aanwezig. Voor het schooljaar 2011 / 2012 is de samenstelling van het stichtingsbestuur van de ouderraad als volgt: Groep0/1: Vacant Groep 2: K. Holterman Groep 3: E. Beld Groep 4: E. Nieuwhuis (voorzitter) Groep 5: M. Borghuis (penningmeester) Groep 6: N. Eshuis (secretaris) Groep 7: I. Morsink Groep 8: R. Blokhuis Om zo goed mogelijk te kunnen functioneren acht het bestuur van de ouderraad het van het grootste belang dat ouders via hun vertegenwoordiger in de betreffende groep zaken aan het bestuur doorspelen, welke naar hun mening (meer) aandacht behoeven. Ook kan natuurlijk altijd met de desbetreffende leerkracht of de directie van de school contact worden opgenomen. Beter is het om zaken daar neer te leggen waar ze horen, dan alleen onderling met andere ouders hierover van gedachten te wisselen. Het bestuur van de ouderraad hoopt op een voor allen goed schooljaar! Ook dit schooljaar is de hulp en inbreng van ouders wederom onontbeerlijk. Ook het jaarlijks te actualiseren huishoudelijk reglement van de ouderraad, waarin alle taken / bevoegdheden staan vermeld, ligt voor belangstellenden bij de secretaris ter inzage.



31

13. Praktische punten van A tot Z. 13.1. Aanmelding en toelating. Aanmelding van nieuwe leerlingen wordt door de directie afgehandeld. Normaliter wordt er in februari/ maart in overleg met de andere directies in de gemeente en afdeling onderwijs een aanmeldingsbrochure verspreid in alle gezinnen met kinderen die na 1 oktober daar op volgend 4 jaar worden. Deze ouders kunnen hun kind dan op school aanmelden. Tijdstip en plaats worden in deze brochure en parochieblaadje vermeld. Tevens wordt de aanmeldingsdatum in een regionaal weekblad gepubliceerd. Binnen de stichting Konot hebben we een afspraak met elkaar gemaakt over het rooster dat de leerlingen die als vierjarigen instromen krijgen. Vanaf het schooljaar 2009-2010 krijgen kinderen die gedurende het schooljaar instromen hetzelfde rooster als de groep 1 waar ze bij instromen. Er blijkt wat onduidelijkheid te bestaan over de consequenties van dit besluit, daarom zetten we hierbij de zaken rondom aanmelding, instroom op een rij. • Aanmelding van kinderen die tussen 1 oktober van een komend schooljaar en 1 oktober van een daarop volgend schooljaar vier worden, geschiedt op de daartoe gemeentelijk afgesproken dag in het voorjaar. • Ouders ontvangen een vragenlijst over de ontwikkeling van hun kind, die ze thuis kunnen invullen, ongeveer een maand voorafgaand aan de eerste schooldag. Instroomdata en de regels daarvoor worden op tijd aan ouders meegedeeld. • Voordat het kind voor het eerst naar school gaat, worden de ouders door de groepsleerkracht uitgenodigd voor een intakegesprek, naar aanleiding van de reeds thuis door de ouders ingevulde lijst. • Op het afgesproken moment stroomt de leerling in groep 1 in, en volgt in principe hetzelfde rooster als de andere leerlingen in groep 1. Voorafgaand aan de eerste officiële schooldag, mag een kind maximaal 10 dagdelen komen om te wennen. • In ons protocol najaarskinderen is beschreven hoe we omgaan met kinderen die in deze categorie vallen. • Kinderen die gedurende het schooljaar instromen doen zoveel mogelijk gewoon mee met de activiteiten die gepland staan voor de rest van de groep, tenzij dat onderwijskundig gezien niet verantwoord is. 13.2. Bewegingsonderwijs. Het bewegingsonderwijs wordt door de groepsleerkrachten gegeven. De groepen 0-1-2 en 3 (gedeeltelijk) maken hierbij gebruik van de speelzaal. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van de sporthal Dorper Esch. Bij mooi weer wordt er voor bewegingsonderwijs gebruik gemaakt van de speelplaats of het er naast gelegen voetbalcomplex. De kinderen moeten in de gymles gepaste kleding aan hebben (korte broek, T-shirt, gymschoenen). Na de gymles wordt er gebruik gemaakt van de douche. Als een leerling niet aan deze lessen mag deelnemen, willen we dit graag op een meegebracht briefje vermeld zien. De gymtijden worden in de eerste week na de zomervakantie bekend gemaakt. 13.3. Huiswerk. In de hoogste groepen wordt huiswerk meegegeven. De ouders worden op de informatieavond van de desbetreffende groep hiervan op de hoogte gesteld. 13.4. Mobiele telefoons We zien steeds meer kinderen met een mobiele telefoon op school komen. We willen dit liever niet hebben. We hebben hiervoor een viertal redenen: Een mobiele telefoon is een waardevol apparaat. Wij vinden het niet verstandig om kinderen die nog op de basisschool zitten zo’n waardevol apparaat mee te laten nemen naar school. Een mobiele telefoon wordt, ook door de kinderen, steeds meer gezien als statussymbool. Wij willen de kinderen graag meegeven dat het erom gaat “wat je



32

bent en niet om wat je hebt”. Binnen deze gedachte is het niet gepast om een mobiele telefoon als statussymbool te gebruiken. Op de huidige generatie mobiele telefoons zit bijna standaard een camerafunctie. Hoewel je niet van het negatieve mag uitgaan, kunnen wij ons situaties voorstellen waarin die camera voor verkeerde doeleinden gebruikt zou kunnen worden. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de kleedkamer van de gymzaal. Wanneer een kind een dringend telefoontje moet plegen kan dit altijd met de schooltelefoon. Wij begrijpen dat er situaties zijn waarin het prettig is dat een kind toch een mobiele telefoon meeneemt. Hierbij denken we aan kinderen die ver van school af wonen en die een gevaarlijke weg over moeten steken. Als uw kind de telefoon om een belangrijke reden toch mee moet nemen naar school, dan moet hij of zij deze om half negen afgeven aan de leerkracht. Om drie krijgt het kind de telefoon van de leerkracht terug. Als uw kind een mobiele telefoon echt nodig heeft dan vragen we u dit bij de leerkracht kenbaar te maken. Heeft een leerling een mobiele telefoon bij zich zonder dat de leerkracht door de ouder(s) / verzorger(s) op de hoogte is gesteld, dan nemen wij deze telefoon voor een week in. 13.5. Schooltijden, vakanties en vrije dagen. De schooltijden op onze school zijn: Maandag: 8.30 uur - 12.00 uur en 13.00 uur - 15.00 uur Dinsdag: 8.30 uur - 12.00 uur en 13.00 uur - 15.00 uur Woensdag: 8.30 uur - 12.15 uur Donderdag: 8.30 uur - 12.00 uur en 13.00 uur - 15.00 uur Vrijdag: instroom t/ m 4: 8.30 uur - 12.00 uur Vrijdag 5 t/m 8: 8.30 uur - 12.00 uur en 13.00 uur - 15.00 uur Sinds de wijziging van de wet op het primair onderwijs, artikel 8, is het sinds 01-08-2006 niet meer verplicht om maximaal 5 ½ uur per dag onderwijs te geven. De onderwijstijd per dag is niet meer gemaximeerd op 5 ½ uur, dat mag ook meer of minder zijn. Wel is het zo dat inde eerste vier schooljaren er tenminste 3520 uur onderwijstijd moet zijn gegeven en voor de groepen 5 t/m 8 minimaal 3760 uur. Daarnaast moet de school nog 240 uur onderwijstijd verdelen over alle of sommige schooljaren zodat na 8 onderwijsjaren er in totaal 7520 uur onderwijstijd is gegeven. Voor het vaststellen van die onderwijstijd moet de school altijd de periode 01-10-jjjj t/m 3009-jjjj aanhouden, omdat de zomervakanties over de schooljaren heen wisselen. In principe wordt er gedurende vijf dagen in de week onderwijs gegeven, dat is wettelijk vastgelegd voor de groepen 3 t/m 8. Voor de groepen 1 en 2 hoeft de school zich hier niet aan te houden. Een school mag maximaal zeven onderwijsweken hebben van vier dagen.



33

Onderwijsweken van drie dagen of minder mogen niet, tenzij ze ontstaan doordat er sprake is van vakantie, zoals die is vastgelegd door de vakantiecommissie, in ons geval die voor Noordoost Twente. De school moet zijn plan voor de onderwijstijd voorleggen aan alle ouders. De MR-oudergeleding moet uiteindelijk instemmen met de onderwijstijd. Onderwijstijd per cohort tot en met het schooljaar 2011-2012 cohort nu grp nu grp nu grp nu grp nu grp 7

8

6

5

4

nu

nu

nu

grp 3

grp 2

grp 1

04-05

786,30

05-06

923,30

786.30

06-07

933,15

933,15

933,15

07-08

924,30

924,30

924,30

783

08-09

1000,75

917,25

917,25

917,25

917,25

09-10

1004

1004

932

932

919

919

10-11

1008

1008

1008

904

904

904

904

11-12

1008

1008

1008

1008

930

930

913.5

totaal

7585.05 6578.15 5715.35 4536.25 3670.25 2752

913.5

1817.5 913.50

Onderwijstijd gerelateerd aan vijfdaagse schoolweek in schooljaar 01-10-2011 t/m 30-092012. Deze informatie is aan de ouders beschikbaar gesteld middels deze schoolgids en aan de MR voorgelegd ter instemming zoals vermeld op de laatste pagina van deze schoolgids. In onderstaand schema staat bij onvolledige weken het weeknummer vermeld. In onderstaand schema staat bij onvolledige weken het weeknummer vermeld. Schoolweek

Grp

Grp

Grp

Grp

Grp

Grp

8

7

6

5

4

3

x

x

x

x

x

x

4 dagen

40

40

40

40

40

40

1 studiedag team

tgv

5

5

5

5

5

5

2 studiedag team

22

22

22

22

22

22

3 studiedag team

van 5 dagen

door school

Regulier

geplande 4

extra vrije

5

dagen

6 7

4 dagen

10

10

10

10

10

10

Rosenmontag



34

tgv vakantie

<4

16

16

16

16

16

16

Pasen

17

17

17

17

17

17

Pasen

24

24

24

24

24

24

Pinksteren

22

22

22

22

22

22

Hemelvaart

tgv vakanties

13.6. Schoolverzekering leerlingen. De scholen die onder de Stichting KONOT vallen hebben de volgende verzekeringen: Opstalverzekering. De opstallen van alle scholen zijn rechtstreeks via de gemeente verzekerd. Dit betreft o.a. brandschade, stormschade en waterschade. De normbedragen volgens het bekostigingsstelsel worden door de gemeente vergoed. Inboedelverzekering. Voor de inboedel geldt hetgeen staat vermeld onder opstalverzekering. Indien een school uit eigen middelen (bijv. via sponsoring, ouder e.d.) inventaris heeft aangeschaft, zijn er drie mogelijkheden: - De waarde laten meenemen bij de gemeentelijke verzekering, - Zelf een aanvullende inboedelverzekering afsluiten. - De school draagt bewust zelf het risico. Ongevallenverzekering. Voor alle scholen is er een collectieve ongevallenverzekering afgesloten bij Axaverzekeringen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: Verzekerden: Deze verzekering is uitsluitend van kracht ten aanzien van: De leerlingen, leerkrachten en het overige personeel inclusief de vrijwilligers van de scholen. Dekking: Deze verzekering is uitsluitend van kracht tijdens schoolbezoek op de dagen waarop de scholen voor het onderwijs zijn geopend. Onder schoolbezoek wordt verstaan het verblijf in de school en het gaan van huis naar school en het gaan van school naar huis, met dien verstande, dat de verzekering op genoemde dagen niet eerder en niet later van kracht zal zijn dan ten hoogste 1 uur voor en 1 uur na de officiële openingstijden. Tevens is deze verzekering van kracht tijdens excursies en schoolreizen e.d. onder leiding van de leerkrachten van de scholen. Tot de school wordt ook gerekend de bij de school behorende speelplaatsen, gymnastieklokalen en sportvelden. Nadrukkelijk is overeengekomen, dat ongevallenrisico verbonden aan luchtvaart en het meerijden met een motorrijwiel van deze verzekering is uitgesloten. Tevens wordt materiële schade niet gedekt, alleen letselschade is dus verzekerd. Verzekerde bedragen per persoon: Voor deze verzekering gelden de volgende verzekerde bedragen per persoon: € 454 bij overlijden € 13.613 bij blijvende invaliditeit. € 454 bij tandheelkundige kosten. 13.7. Sponsoring. Van sponsoring wordt nog minimaal gebruik gemaakt. Het enige is tot nu toe de advertenties in de schoolkrant, werkzaamheden binnen de school en de sportkleding. Mochten we tot meer sponsoring overgaan dan zal er een contract met de sponsor worden opgemaakt waarin zal staan dat men zich niet met schoolinhoudelijke zaken mag bemoeien. Tevens zal er dan door de directie verantwoording worden afgelegd over deze geldstroom.



35

13.8. Tussenschoolse opvang, overblijf. Uw kind kan tussen de middag overblijven op school. Sinds 01-09-2006 heeft Konot de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de TussenSchoolseOpvang. De organisatie van het overblijven gebeurt volgens vastgestelde Konot-beleid. Dat betekent ook dat de meeste scholen een professionele TSO-coördinator in dienst hebben. Zo’n professionele TSO-coördinator kan verantwoordelijk zijn voor één of meerdere scholen. Een aantal zaken zijn daardoor voor alle scholen, die een professionele TSO-coördinator in dienst hebben, ook gelijk geregeld. Natuurlijk zijn er kleine verschillen, maar de uiteindelijke uitvoering en de verantwoordelijkheid is overal in grote lijnen het zelfde: 1. Aanmelden van kinderen kan altijd. Kinderen die regelmatig overblijven liefst aanmelden aan het begin van het schooljaar. 2. Bij de aanmelding wordt ook een machtiging tot automatische incasso getekend en dient een eigen banknummer met voldoende saldo te worden opgegeven. Er kan niet contant of met een soort knip/strippenkaart betaald worden. Incidenteel aanmelden, of afmelden van kinderen gaat uitsluitend per mail of telefoon en minimaal 24 uur van te voren. De voorkeur gaat uit naar opgave per e-mail. (Bij opgave per telefoon wordt u verzocht de voice-mail in te spreken. De voice-mail wordt minstens één keer per dag beluisterd en de e-mail elke dag gelezen (zie telefoon nummer/mail adres aan het eind van deze informatie.) 3. De aanwezigheid- en financiële administratie wordt uitgevoerd door een administratiekantoor met de naam “TSO-diensten” te Ede. Zij dragen ook zorg voor de inning van de overblijf-bijdragen en maken maandelijks de rekening op. 4. De kosten van het overblijven op de Konot-scholen liggen tussen de €1,50 en €2,50 per keer en u betaalt altijd achteraf per automatische incasso. Het bedrag is afhankelijk van tijdsduur, aantal overblijfkinderen etc. Op de Alexanderschool is het overblijftarief €1,75. Voor kinderen die niet tijdig afgemeld worden, worden de overblijfkosten wel in rekening gebracht. 5. Bij een betalingsachterstand, wordt na twee herinneringen, uw kind uitgesloten van deelname aan TSO-overblijven. 6. Betaling van de overblijfkosten kan dus alleen nog maar per automatische incasso. Bij niet automatische incasso wordt per rekening €5,- berekend aan administratiekosten. 7. Iedere TSO-coördinator heeft de beschikking over de maandelijkse rekeningen. 8. Kinderen zijn “gewoon verzekerd” voor ongevallen. De verzekering is een “letselschade-verzekering” en geldt niet voor een kapotte broek of bril etc. Het betekent ook dat de schoolverzekering pas tot uitkering overgaat, als de eigen verzekering dat niet doet. Op iedere Konot-school is een reglement overblijven. Dit “huishoudelijk reglement overblijven” kan worden opgevraagd bij de TSO-coördinator of de directeur. Dit reglement en de daaruit voortvloeiende regels zijn opgesteld in overleg met de overblijfcommissie of TSOcommissie van de school. Mochten er nog vragen zijn, dan kunt u zich altijd wenden tot de directie van de Alexanderschool. 13.9. Vakanties. De vakanties worden in regionaal verband afgesproken. Dit geldt niet alleen voor de KONOT-scholen maar ook het voortgezet onderwijs. De vakanties worden in de schoolkalender weergegeven. Vrije dagen in verband met studie(middagen) voor leerkrachten worden op de kalender of tijdig in een nieuwsbrief vermeld. 13.10. Verjaardagen. De groepsleerkrachten vieren met hun eigen groep hun verjaardag. De data van de verjaardagen staan op de kalender.



36

13.11. Verlof leerkracht. In een aantal gevallen kan een leerkracht verlof hebben. Op deze dagen zal een andere leerkracht de lesgevende taken vervangen. 13.12. Verlof leerling. In Nederland kennen we de leerplichtwet. Deze wet is ingevoerd zodat alle kinderen in Nederland het recht en tevens de plicht hebben onderwijs te volgen. Ouders en verzorgers dienen er zorg voor te dragen dat de kinderen bij een school staan ingeschreven en dat ze ook daadwerkelijk naar school gaan. Kinderen vanaf 12 jaar dragen hierin ook hun eigen verantwoording. Scholen hebben in deze de verantwoordelijkheid om aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van een kind door te geven dat een kind is ingeschreven dan wel uitgeschreven en vertrekt naar een andere school. Tevens houdt de school deze leerplichtambtenaar op de hoogte van ongeoorloofd verzuim. De gemeente heeft vervolgens de plicht te controleren of iedereen zich aan de Leerplichtwet houdt. In de gemeente Dinkelland voert de afdeling Welzijn deze taak uit. Bij deze afdeling kunnen leerlingen, ouders/verzorgers en scholen terecht voor informatie, advies, hulp en bemiddeling. Wanneer u om wat voor reden dan ook vrij denkt te moeten vragen, kunt u dit doen door het formulier op de website in te vullen en naar school te sturen. De directie geeft dan aan of dit verlof rechtmatig is of niet. Volledige leerplicht. Als een kind vier jaar is, mag het naar school. Dat is dan nog niet verplicht, maar in Nederland is het gebruikelijk dat de kinderen dan al wel naar school gaan. Ieder kind wordt leerplichtig op de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand waarin het kind vijf jaar wordt. Wordt een kind bijvoorbeeld 10 januari vijf jaar, dan is het op 1 februari leerplichtig en moet het naar school. De volledige leerplicht houdt op aan het einde van het schooljaar, waarin het kind zestien jaar wordt. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot 31 juli. Bij de volledige leerplicht dient een kind vijf dagen in de week naar een door de wet erkende school te gaan. Inschrijving en schoolbezoek. Ouders of verzorgers dienen er voor te zorgen dat een leerplichtig kind bij een school of instelling staat ingeschreven. Dit geldt voor het volledige dagonderwijs, maar ook voor het gedeeltelijk onderwijs. Ook moeten ouders of verzorgers er voor zorgen dat een leerplichtig kind geen lessen verzuimt. (kinderen vanaf 12 jaar hebben hierin ook hun eigen verantwoordelijkheid.) Doen de ouders of verzorgers dat niet dan kan er een proces-verbaal worden opgemaakt, tegen de ouders of verzorgers, of tegen het kind zelf (vanaf 12 jaar). De school dient een verzuimregistratie bij te houden en spijbelen binnen drie dagen te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente. Ziek. Indien een leerling door ziekte de school niet kan bezoeken, kunt u voor schooltijd de school bellen. Ook kunt u broertjes of zusjes een briefje meegeven. Mocht een leerling overdag op school ziek worden, dan wordt u eerst gebeld alvorens de leerling naar huis gaat (onder begeleiding of de leerling moet worden gehaald). We vragen u ervoor te zorgen dat er altijd op school een telefoonnummer bekend is waaronder u bent te bereiken. Vrijstelling van de leerplicht. Door lichamelijke, psychische of andere oorzaken kan het zijn dat een kind niet (meer) naar school kan. In dat geval vragen de ouders of verzorgers vervanging of vrijstelling van de leerplicht aan. Dit kan door invulling van een formulier, dat bij de afdeling Welzijn af te halen is. Tevens dient hierbij een recente verklaring van een door burgemeester en wethouders aangewezen arts te worden gevoegd.



37

Vakantieverlof buiten de schoolvakanties. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de directeur van de school een leerplichtig kind verlof geven buiten de reguliere schoolvakanties. Het dient hier dan te gaan om een gezinsvakantie, die het gezin niet in de reguliere schoolvakantie kan opnemen in verband met de specifieke aard van het beroep van een van beide ouders of verzorgers. Het moet hier de enige vakantie van de ouders of verzorgers en het kind gezamenlijk in dat schooljaar betreffen. Het verlof kan door de directeur slechts eenmaal per schooljaar worden verleend, voor ten hoogste tien dagen en kan geen betrekking hebben op de eerste twee schoolweken van een schooljaar. Extra vakantieverlof dient altijd ruim van te voren te worden aangevraagd. De reden hiervoor is een zorgvuldige procedure volgens de Algemene wet bestuursrecht mogelijk te maken. Op een aanvraag voor verlof voor meer dan tien dagen beslist de leerplichtambtenaar van de woongemeente van het kind. Een verzoek tot verlof voor meer dan tien dagen dient rechtstreeks bij de leerplichtambtenaar te worden aangevraagd. Extra verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden. Voor uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden kan de directeur van de school het kind extra verlof verlenen. Doorgaans zal het extra verlof beperkt blijven tot één of enkele dagen. Wat hierbij redelijk is, zal de directie van de school moeten beslissen. Bij “gewichtige omstandigheden” moet u denken aan: verhuizing; huwelijk van bloed- en aanverwanten; een 12½-, 25-, 40-, 50- of 60 jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- en aanverwanten; overlijden van bloed- en aanverwanten; ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten; bevalling van de moeder, verzorgster, voogdes; “calamiteiten” (zoals brand) etc. Onderzoek door de leerplichtambtenaar. Indien blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling, zal de leerplichtambtenaar een onderzoek instellen. Blijkt uit berichtgeving van de directeur, van de onderwijsinstelling, dat deze jongere zonder geldige reden les- of praktijktijd heeft verzuimd, dan zal de leerplichtambtenaar eveneens een onderzoek instellen. Tegen ouders of verzorgers dan wel jongeren vanaf 12 jaar kan bij het niet nakomen van hun verplichtingen proces-verbaal worden opgemaakt. Meer informatie Met uw vragen en of problemen inzake leerplicht kunt u terecht bij de afdeling Welzijn van de gemeente Dinkelland. U kunt deze afdeling vinden in het gemeentehuis van Denekamp. De openingstijden zijn maandag t/m vrijdag van 8.30-12.30 uur. Tijdens kantooruren kunt u ook telefonisch contact opnemen met de leerplichtambtenaren mevrouw N.T. Ekkelboom telefoon 0541-854284 en de heer J.H.M. Morsink telefoon 0541-854286. 13.13. Verwijdering van leerling. Dit is bij ons op school nog nooit van toepassing geweest. Mocht het ooit zover komen dan zal er uiteraard eerst overleg met de ouders, inspectie en leerplichtambtenaar worden gevoerd. Binnen KONOT is er in het Vademecum een protocol in te zien. 13.14. Voor en naschoolse opvang. Sinds 1 augustus 2007 moet aan de ouders de mogelijkheid geboden worden om hun kind gebruik te kunnen laten maken van een voorziening voor buitenschoolse opvang. Dat betekent dat Konot de verantwoordelijkheid heeft de BSO, de buitenschoolse opvang voor- en na schooltijd, te (laten) organiseren.



38

Konot heeft er voorlopig voor gekozen om te verwijzen naar Kinderdagopvangorganisaties (KDO) met wie zij een contract heeft gesloten, verder kortweg KDO genoemd. Door gebruik te maken van KDO’s hoeven de scholen zelf geen opvang voor of na schooltijd te verzorgen. Met het afsluiten van contracten met KDO’s en het via de schoolgids verwijzen naar deze organisaties, voldoet Konot aan de wettelijke verplichting om voor- en naschoolse opvang te (laten) organiseren. Er zijn in het Konot-gebied diverse KDO’s die nagenoeg dezelfde kwaliteit leveren en voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Konot wil niet de keuzevrijheid van de ouders beïnvloeden.Vandaar dat Konot ervoor gekozen heeft voor iedere Konotschool met één of meerdere KDO’s contracten af te sluiten. Dat betekent dat de school verwijst naar die KDO’s die het beste passen bij de huidige schoolsituatie. De keuze van de KDO’s op schoolniveau is na overleg en advisering/instemming met de MR genomen. De Alexanderschool heeft een contract afgesloten met 1. KDO Pardoes Kinderopvang, Burg. Hoogklimmerstraat 17-19, 7591 ER Denekamp. Tel. 0541-350543; www.kinderopvangpardoes.nl. 2. KDO Nijntje Pluis, tel: 0541-516889; e-mailadres: [email protected] 13.15. Ziekte leerkracht. Indien een leerkracht om wat voor reden dan ook niet in staat is om les te geven, zal hij / zij dit melden bij de directie. Deze zal dan zorgen voor vervanging volgens de regels zoals die in KONOT-verband zijn afgesproken. Mocht er geen vervanging geregeld kunnen worden dan zal de directie de eerste dag een interne oplossing zoeken. Daarna kan er eventueel een groep naar huis worden gestuurd. In zo’n geval u krijgt dan altijd eerst bericht. 13.16. Luizencontrole. Op onze school bestaat een werkgroep luizencontrole. De werkgroep controleert na elke vakantie van een week of langer alle kinderen op luizen. De data worden op de kalender vermeld. Mochten er kinderen zijn die luizen hebben dan volgt voor de desbetreffende groep een hercontrole. Ook krijgen alle kinderen in deze groep dan een brief mee met betrekking tot de behandeling van hoofdluis. U weet dan dat er luizen in de groep voorkomen. De directie van de school meldt aan de ouders indien de kinderen luizen hebben. Om de controle vlot te laten verlopen, adviseren we u om er voor te zorgen dat de kinderen geen gel in de haren hebben en dat er geen vlechten in het haar gemaakt zijn. 13.17. Aansprakelijkheid. De school of leerkracht is niet aansprakelijk voor het feit dat uw kind horloges etc. verliest of laat liggen in de sporthal. Hetzelfde geldt voor ongevallen etc. op de speelplaats buiten de schooltijden om. 13.18. Leerling-gebonden financiering. Met ingang van 1 augustus 2003 bepalen landelijk vastgestelde criteria of een kind met een handicap toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs. Een “Commissie Voor Indicatiestelling (CIV)” moet op basis van deze criteria een beschikking afgeven. Is deze beschikking positief dan hebben ouders de keuze om naar het speciaal onderwijs te gaan of naar het regulier onderwijs met leerling-gebonden financiering (rugzakje). Op onze school wordt bij een aanmelding van een leerling met een positieve beschikking van een Commissie voor de Indicatiestelling (CIV) steeds een zorgvuldige afweging gemaakt. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van de “handicap” en de extra onderwijsondersteuning die daarbij nodig is, past binnen de mogelijkheden die onze school heeft. Deze afweging vindt plaats aan de hand van een procedure die is opgenomen in het zorgplan van de school. Dit zorgplan ligt op school ter inzage.



39

13.20. Inspectie. Adres inspectie: Rijksinspectiekantoor Postbus 10048 8000 GA Zwolle bezoekadres: Dr. Van de Deenweg 42 Tel:. 038-4229299 Ons schoolnummer (Brin) is: 08MS 13.21. Verkeersbrigade. De verkeersbrigade is een groep ouders en ook kinderen waar we als school trots op mogen zijn. Deze ouders en kinderen trotseren immers weer en wind om hun eigen kinderen, maar ook die van anderen veilig over de weg te loodsen. We hopen dat er zich ook nieuwe ouders blijven aanmelden om hierbij te helpen. Als ouders kunt u ook helpen zonder lid van de verkeersbrigade te zijn, door onze aandachtspunten in acht te nemen. Deze aandachtspunten zijn: 1. In de buurt van de school steekt een ieder alleen over bij de oversteekplaats. De verkeersbrigadiers zijn een kwartier voor aanvang van de schooltijden en een kwartier na afloop van de schooltijden aanwezig bij de oversteekplaats, behalve op vrijdagmiddag. 2. Wacht met oversteken totdat de verkeersbrigadiers een teken geven. 3. Auto’s en fietsers s.v.p. niet op de oversteekplaats stoppen. 4. Maak van te voren een afspraak met uw kind aan welke kant u staat om het kind op te halen. Dit om te voorkomen dat uw kind plotseling oversteekt. 5. Auto’s gaarne parkeren in de daarvoor bestemde parkeerhavens. Dit om te voorkomen dat het uitzicht wordt belemmerd voor de verkeersbrigadiers. Ook zou het fijn zijn wanneer bezitters van personenbusjes deze bij de “Volharding” gaan parkeren, eveneens om voldoende uitzicht te behouden. 6. Om een goede doorstroming te behouden bij de oversteekplaats is het handig dat broertjes en zusjes die met elkaar meefietsen, op elkaar wachten op het schoolplein. Door bovenstaande punten in acht te nemen kunnen we samen veilig oversteken. De verkeersbrigadiers staan voor de school op de Ootmarsumsestraat. De tijden waarop de brigadiers aanwezig zijn: 8.15 uur - 8.30 uur 12.00 uur -12.10 uur 12.50 uur -13.00 uur 15.00 uur -15.15 uur 12.15uur -12.30 uur (woensdag) Als groep 1 t/m 4 vrij hebben dan zijn er geen klaar-overs. Contactpersoon voor de oversteek is mevr. Bianca Wolters Tel.: 0541-355006 13.22. Pabo. Wij willen ook voor stagiaires van de pabo en het Roc een leerplek zijn. Zij zijn bij ons van harte welkom. De ervaring leert dat de aanwezigheid van stagiaires een positieve uitwerking heeft op de school. We hebben op school een interne stagebegeleider. Deze fungeert als tussenpersoon tussen stagiaires en school en is verantwoordelijk voor de stagiaires.



40

14 Buitenschoolse activiteiten. De school neemt deel aan diverse buitenschoolse activiteiten. • Schoolvoetbaltoernooi • Handbaltoernooi • Damtoernooi • Activiteiten muziekschool • Gezinsvieringen in de kerk • Adoptie oorlogsmonument Bij elke activiteit die er in het dorp (of gemeente) plaatsvindt maken we steeds weer en keuze of we tijd hebben en of we het zinvol voor de kinderen (de school) vinden. Er zijn zoveel activiteiten en bijeenkomsten dat we niet aan alles kunnen deelnemen. De keuze wordt in het team gemaakt en daarna met ouderraad en medezeggenschapsraad besproken.



41

15. Contacten met andere instellingen. 15.1. GGD (Gemeentelijke Geneeskundige Dienst). Gezond opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen. Wij, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Regio Twente, helpen u hier graag bij. In de basisschoolperiode komen wij op school in groep 2 en 7 voor een preventief gezondheidsonderzoek. Wij kijken dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. De laatste jaren zien wij, ook landelijk, dat steeds meer kinderen extra aandacht nodig hebben. In 2011 zijn wij daarom gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog steeds elk kind en hebben daarnaast meer ruimte voor zorg op maat. Hoe gaat het preventief gezondheidsonderzoek? Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan vragen wij aan u, ouders of verzorgers, twee vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via school van ons. Ook wordt de leerkracht gevraagd om mogelijke aandachtspunten op een lijst aan te geven. Samen met het JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw kind. Op school krijgt uw kind een korte algemene controle. Na een gesprekje worden het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van uw kind gecontroleerd. Hiervoor hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u te informeren over de bevindingen krijgt uw kind hierover een formulier mee naar huis. De controle vindt plaats in de vertrouwde omgeving van uw kind, op school. Wij vinden het voor de kinderen belangrijk dat zij de doktersassistente al kennen voor de controle. Daarom stelt zij zich vooraf in de groep voor. Eventueel vervolg Mogelijk heeft uw kind extra aandacht nodig. Dan wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt dan naar uw huisadres gestuurd. Voordelen van de Triage-methodiek 1. Alle kinderen zijn en blijven goed in beeld. 2. Het bereik van kinderen is groter. 3. Er zijn minder verstoringen in de klas. 4. Ouders hoeven geen vrij te nemen voor de eerste algemene controle op school. 5. Artsen en verpleegkundigen hebben meer ruimte om snel in te spelen op (zorg)vragen. Samenwerking met school Wij hebben regelmatig contact met school naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de zorgoverleggen of zorgadviesteams (ZAT). In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de IB-er van school, het maatschappelijk werk en bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen, in een vroegtijdig stadium, een duidelijk advies gegeven worden.

Wilt u meer informatie? Op onze website www.ggdregiotwente.nl vindt u de meest actuele informatie van de JGZ. Uiteraard kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen door te bellen met 053 – 487 69 30.



42

15.2. Organisaties voor kinderopvang. Met de organisaties voor kinderopvang in het dorp is een goed contact. Er zal bij de overgang van de organisatie voor kinderopvang naar basisschool een rapportage naar de basisschool gaan. 15.3. Logopedie Informatie van de logopedist; Een goede spraak- en taalontwikkeling zijn basisvoorwaarden voor een succesvolle (school) loopbaan.Om te spreken gebruiken we onze adem, stembanden, keel, neus, onderkaak, tong en lippen.Om gesproken taal te kunnen begrijpen moeten we ook kunnen horen en een goed stel hersens hebben.Problemen op het gebied van spraak en taal worden door een logopedist onderzocht en behandeld. Al 38 jaar bezoeken de logopedisten, in dienst van de gemeente Dinkelland, de basisscholen voor het screenen van de leerlingen van de groepen 1 en 2, het controleren van de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 en het begeleiden van leerlingen. De werkzaamheden zijn gericht op preventie. Helaas zal hierin, met ingang van het schooljaar 2011 – 2012, verandering komen en dit heeft te maken met het feit dat: • De hr. L.C. Bonder, in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, afscheid heeft genomen en niet zal worden vervangen. • Het College van B&W heeft besloten om de logopedische screening te verplaatsen naar de voorschoolse periode. Dit heeft te maken met het V.V.E. beleid. Eind 2013 zal op de Kindcentra in Dinkelland gestart worden met het programma Uk&Puk. Dit programma is sterk gericht op de taalontwikkeling. De preventieve logopedische taken, zoals de screening en de begeleiding van kind, ouder en leidster passen binnen dit programma. De komende 2 schooljaren, te weten schooljaar 2011 – 2012 en 2012 – 2013, moeten worden gezien als een overgangsperiode. Dit houdt in dat: • De leerlingen van de groepen 1 en 2 nog wel worden gescreend. • De controle van de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 vervalt. • De begeleiding van kinderen met een klein logopedisch probleem niet meer mogelijk is. Verwijzing naar een behandelend logopedist zal dus vaker aan de orde zijn. • De leerkracht in de meeste gevallen de contactpersoon voor de ouders zal zijn. • Het weekrooster wordt vervangen door periodiek schoolbezoek. • Het contact met de logopedist vnl. zal bestaan uit mailcontact. Door het verdwijnen van het weekrooster is het niet meer mogelijk om ‘even binnen te wippen’. Dat is jammer maar het betekent niet, dat het persoonlijke contact daardoor onmogelijk wordt. Via mail kunt u met mij een afspraak maken voor een gesprek. Op de momenten, dat ik wel aanwezig ben op de school van uw kind staat de deur natuurlijk gewoon open. M.B.T. Koren – Seiger Logopedist Gemeente Dinkelland email: [email protected] 15.4. Externe deskundigen. Op de Alexanderschool maken we voor nascholing gebruik van verschillende externe deskundigen.



43

15.5. Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (tijdens kantooruren en tegen lokaal tarief).



44

16. Jaarverslag 2010/2011 Middels dit jaarverslag willen we u informeren over het reilen en zeilen van de school over het afgelopen schooljaar. We informeren over de kwantitatieve gegevens, personeelszaken, onderwijskundige zaken, financiële zaken, en het beheer. 16.1 Kwantitatieve gegevens. In totaal bezochten op de teldatum (1 oktober 2010) 155 kinderen onze school. Gedurende het schooljaar heeft er naast de instroom van 4 jarigen ook een grotere zij-instroom dan gebruikelijk plaatsgevonden. Dit had vooral te maken met de naderende sluiting van een buurtschool. Meer dan 80% van de leerlingen van deze school zijn dit jaar bij ons ingestroomd of zullen komend schooljaar op de Alexanderschool instromen. Voor komend schooljaar zal de voorspelde krimp dan ook niet uitkomen. 16.2 Onderwijskundige zaken. In het schooljaar 2010/2011 was de uitslag van de CITO toets met 539 punten, een punt lager dan in het voorgaande jaar. De scores waren beide boven het landelijk gemiddelde en ook boven de standaardscore die we als school moeten halen. Op onderwijskundig gebied is er het nodige gebeurd. Het schoolteam, de intern begeleider en de directie zijn gestart met een tweejarig studietraject opbrengstgericht werken in de school vorm te gaan geven. In het kader hiervan zijn er groepsplannen gemaakt en is de groepsbeperking / leerling-bespreking opnieuw ingericht. We zijn doorgegaan met het meerjarig traject voor taal/ lezen. De werkwijze bij begrijpend lezen is verbeterd. Er is een methode voor voortgezet technisch lezen geselecteerd. Er is een protocol omgaan met meer- en hoogbegaafdheid ontwikkeld. In de groepen 5 tot en met 8 is het werken op drie niveaus ook bij begrijpend lezen geïmplementeerd. De kleutergroepen hebben hun onderwijs aan meer – en hoogbegaafde leerlingen in kaart gebracht. Om deze doelgroep nog beter te kunnen bedienen zijn er diverse materialen aangeschaft. We hebben na implementatie van digitale schoolborden in groep 3 tot en met 8 nu een touch-screen in een kleutergroep gerealiseerd. Dit maakt ons onderwijs veel aanschouwelijker. 16.3 Schoolorganisatie. De school is het schooljaar gestart met 7 groepen. Er is een combinatiegroep gevormd. We hadden dit jaar weer diverse stagiaires van de Hogeschool Edith Stein, Hogeschool Saxion en het ROC van Twente. Naar aanleiding van de demografische ontwikkelingen in de regio in het algemeen en Denekamp is er na verschillende besprekingen, besloten om de invulling van de directietaken op de Alexanderschool én de Veldkampschool onder de verantwoordelijkheid van één directeur te laten vallen. Achterliggende gedachte bij deze keuze is dat er meer formatie voor de groepen beschikbaar komt. In het schooljaar 2010-2011 hebben we wederom vaak een beroep op ouders kunnen doen. Dit tot onze grote tevredenheid nooit tevergeefs. Deze goede samenwerking zorgt er niet alleen voor dat de leerkrachten met nog meer plezier hun werk kunnen doen, samen zijn we in staat de kinderen veel extra’s te bieden.



45

De verkeersbrigade dit jaar goed gefunctioneerd. De hulp van kinderen uit groep acht is wederom goed bevallen en blijft derhalve gehandhaafd. Tussen de middag is er goede kinderopvang. De coördinatie hiervan lag bij de TSOcoördinator en de directie. We constateren een toename van het aantal overblijvers. De medezeggenschapsraad is het afgelopen schooljaar 8 keer bij elkaar geweest. De vergaderingen staan op de kalender vermeld en zijn openbaar. Tevens was het GMR-lid op de geplande GMR-vergaderingen aanwezig. De MR heeft vergaderd over: de begroting, de formatie, de schoolvakanties en de gevolgen van het nieuwe bekostigingssysteem voor de scholen. De vergaderingen waren verdeeld over beide locaties. We hebben met Parnassys een nieuw systeem voor leerling-administratie en leerling-volgen in gevoerd. De financiën zijn op orde. 16.4 Personeel. De formatie voor dit schooljaar was 9,4 fte. We hebben deze formatie vooral in de groepen ingezet, daarnaast is er een deel besteed aan remedial teaching. De formatie die we ontvingen voor de zorgleerlingen met een leerling-gebonden financiering ingezet voor remedial teaching. Op de Alexanderschool werkten dit jaar: directeur adjunct-directeur 11 leerkrachten 1 vakleerkracht muziek 1 administratief medewerker 1 vrijwillig schoolassistent 1 conciërge (werkplek MOTA) Sommige personeelsleden hebben naast hun lesgevende taak ook andere taken. De belangrijkste zijn: Intern begeleider Remedial teacher ICT-er Intern stage begeleider Schoolcontactpersoon We prijzen ons zeer gelukkig met vrijwillige hulp die we van Marijke Ensink krijgen. De BHV-ers mevr. W. Stege, de heer P. van Oene en mevr. N. Schaepers hebben hun verplichte herhalingscursussen gevolgd. De leeftijdsopbouw van het personeel van de school is als volgt: 00-24- 3 25-34- 4 35-44- 3 45-54- 5 55-59- 0 60-99- 0 Het aantal mannen is 4. Het aantal vrouwen: 11. Het kortdurend ziekteverzuim was het afgelopen jaar laag te noemen. Een van de leerkrachten heeft langere periode op therapeutische basis gewerkt. Een van de leerkrachten heeft mobiliteit naar een andere Konotschool gekregen. We hebben de vacatureruimte die ontstaan is naar tevredenheid kunnen vullen. 16.5 Exploitatie.



46

Met de financiële middelen konden we aan onze planning voldoen. Een en ander is in de jaarrekening te zien. De ouderbijdrage wordt door de ouderraad aan twee oudervertegenwoordigers van de medezeggenschapsraad verantwoord. We hebben een aantal noodzakelijke investeringen gedaan in materiële zaken alsmede in onderwijskundig materiaal. 16.6 Beheer. Het bouwtechnische beheer van het gebouw gebeurt onder begeleiding van Thero. De verkeersouders hebben zich in het bijzonder ingezet voor de verkeersveiligheid voor de school. Dit heeft tot gevolg dat de gemeente extra heeft geïnvesteerd in opvallend zogenaamd Julie verkeersmeubilair voor onze school te plaatsen. De toiletgroepen aan de voorzijde van de school zijn compleet gerenoveerd. Ook is er een werkruimte en een nieuwe berging gerealiseerd. De BHV-ers hebben het nieuwe ontruimingsplan geïmplementeerd. We hebben dit meerdere malen geoefend. 16.7 Scholing. De teamscholing was dit jaar gericht op twee zaken, taal/lezen en opbrengstgericht werken. Daarnaast hebben veel leerkrachten zich verder ontwikkeld middels opleidingen en cursussen. Hieronder een overzicht: Cursus ‘Onderbouw ik hou van jou’ C. van de Weijer H. Morsink N. Schaepers Opleiding I-coach J. Groeneveld Opleiding intern begeleider W. Stege Basisopleiding BHV P. van Oene 16.8 Overzicht doelen en bereikte doelen. Doel Taal lees verbetertraject Begrijpend luisteren/ lezen wordt uitgevoerd Een nieuwe methode voortgezet technisch lezen wordt gekozen Het Focus - studietraject voor opbrengstgericht werken wordt gevolgd, de werkwijze wordt geïmplementeerd Aanschaffen ontwikkelingsmateriaal groepen instroom, 1 en 2 Opstellen beleidsplan omgaan met meer- en hoogbegaafdheid? Invoering Parnassys Invoeren ‘Bewegen samen regelen’ / ‘Bewegen in het speellokaal’ Renovatie toiletgroepen/ realisatie werkruimte, berging Opstellen en schrijven van een ambitieus en realistisch door het team gedragen schoolplan Organiseren Open Huis nieuwe stijl In de groepen 1 en 2 worden digitale schoolborden geïmplementeerd



Bereikt Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Deels, gezien het lage aantal instroomleerlingen kunnen we ervan uitgaan dat we uiteindelijk 1 kleutergroep zullen hebben. We hebben daarom 1 touch screen

47

Opzetten bekwaamheidsdossier

Oriëntatie en keuze rekenmethode

aangeschaft. Deels, er is nog geen vast format vastgelegd. Dit kan in het komende schooljaar gebeuren. Nee. Dit is doorgeschoven naar volgend schooljaar en zal in gezamenlijkheid met de Veldkampschool gebeuren.

16.9 Conclusies. In het afgelopen schooljaar hebben we een groot deel van onze plannen kunnen verwezenlijken. Een aantal plannen zijn meerjarig en krijgen uiteraard een vervolg in onze plannen voor komend schooljaar.



48

17. Jaarplan 2011/2012.

Plannen voor schooljaar 2011-2012 ONDERWIJSKUNDIG Wat is het onderwerp?: Invoeren methode voortgezet technisch lezen, Estafette

Waar gaat het over? Wat moet het opbrengen? Wie werken er aan mee?

Wat is het onderwerp? Doorgaande lijn in zelfstandig werken vastleggen

Wat zijn de kosten? Waar gaat het over?

Wat moet het opbrengen?

Wat is het onderwerp? Opbrengstgericht werken in het rekenonderwijs

Wie werken er aan mee? Wat zijn de kosten? Waar gaat het over?

Wat moet het opbrengen? Wie werken er aan mee?

Wat zijn de kosten?

Er wordt een methode voor voortgezet technisch lezen voor de groepen 4 tot en met 8 ingevoerd; Estafette Het niveau van het technisch lezen gaat sneller omhoog en blijft ook in de hogere groepen onderhouden. Directie Team Extern begeleider 6000 euro. Deze kosten zijn opgenomen in de exploitatie. De school is al enkele jaren bezig om met ondersteuning van Expertis het zelfstandig werken en de zelfstandigheid van de leerlingen te bevorderen. Diverse verbeteracties zijn geïntroduceerd en uitgeprobeerd. In schooljaar 2009/2010 zijn we gestart met het opnemen van onze werkwijze in het ABC. Komend jaar gaan we dit doen voor • Verlengde instructie/ voorinstructie • Weektaak • Aansluiting groep 1 en 2 bij 3 t/m 8 Binnen de school wordt eenduidig omgegaan met uitgestelde aandacht, directe instructie, verlengde instructie, voorinstructie en weektaken/ planning. Dit beleid is beschreven in het borgingsdocument van de school en komt als onderdeel bij klassenbezoeken en het functioneringsgesprek terug. Team Directie Nihil In samenwerking met de UT gaan we een tweejarig studietraject in om optimaal gebruik te maken van het leerlingvolgsysteem binnen ons rekenonderwijs. In het tweede jaar gaan de intern begeleider, de directeur en de leerkrachten groep 6,7 en 8 zeven studiebijeenkomsten volgen. Binnen de training wordt gewerkt met data van onze school zodat we er als school gelijk voordeel van hebben. Opbrengstgericht werken bij het rekenonderwijs Optimaal gebruik van het LVS Faculteit gedragswetenschappen van de UT Leerkrachten groep 6,7,8 Directeur/ intern begeleider 3500 euro (waarvan de helft bovenschools uit een subsidie opbrengstgericht werken wordt betaald.)



49

Wat is het onderwerp? Basiszorgprofiel

Waar gaat het over? Wat moet het opbrengen? Wie werken er aan mee?

Wat is het onderwerp? Oriëntatie/ keuze rekenmethode


Wat moet het opbrengen? Wie werken er aan mee? Wat zijn de kosten? Waar gaat het over?

Wat is het onderwerp? Invoeren systeem voor groepsplannen


Wat is het onderwerp? Implementeren Protocol - omgaan met meer- en hoog begaafde leerlingen


Wat moet het opbrengen?

Wie werken er aan mee?

Waar is het onderwerp? Compacten en verrijken met Taal;

Wat zijn de kosten? Waar gaat het over? Wat moet het opbrengen?

Op 1 januari 2012 moet elke school in een basiszorgprofiel hebben vastgelegd welke zorg zij kan bieden. Een basiszorgprofiel passend bij de school Directie IB Bovenschools onderwijskundige Terugkoppeling naar het team Nihil We mogen ons oriënteren op een nieuwe rekenmethode. We gaan in het kader van het schoolplan onze gezamenlijke visie op onderwijs verhelderen. In aansluiting op deze visie maken we een keuze voor een methode. Een bij de onderwijsvisie passende methodekeuze Directie Werkgroep uit team Alexander/ Veldkamp Extern deskundige In het oriëntatieproces zijn de kosten nihil. De aanschaf van de methode in het volgende schooljaar is opgenomen in de exploitatie • In elke groep wordt gewerkt volgens een groepsplan dat uitgaat van kansen en instructiebehoeften. Een sterk en eenduidig systeem voor groepsplannen Directie IB Team Externe adviseurs Afhankelijk van de keuze Het in 2010/2011 ontwikkelde en vastgelegde protocol omgaan met meer- en hoogbegaafde kinderen wordt geïmplementeerd Er komt een duidelijke leerlijn meer uitdagend werk voor de groepen 1 tot en met 8. 2009-2010: C en V rekenen is geïmplementeerd 2011-2012: C en V taal wordt geïmplementeerd 2012-2013: C en V is geïnstitutionaliseerd Team IB Directie Kwaliteitsmedewerker Konot Onderwijskundige Konot Afhankelijk van de kosten voor materialen De plusleerlingen op het gebied van Taal krijgen minder basisstof en worden met andere leerstof uitgedaagd. Er wordt C en V toegepast bij Taal



50

Wie werken er aan mee? Wat zijn de kosten?

Team IB Directie Afhankelijk van de kosten voor materialen

PERSONEEL/ ORGANISATIE Wat is het onderwerp? Implementeren nieuwe structuur schoolleiding

Waar gaat het over?

Vanaf schooljaar 2011/2012 zal één directeur naast de Alexanderschool ook nog een andere school aansturen. De rol van de adjunct-directeur zal hierdoor ook veranderen. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden zullen afgestemd en afgesproken moeten gaan worden. Een heldere managementstructuur

Wat moet het opbrengen? Wie werken er aan mee? Wat zijn de kosten?

• Directeur Adjunct-directeur Nihil

MATERIEEL Wat is het onderwerp?

Waar gaat het over?

-

-


-

Waar gaat het over?

We stellen de school open voor de Opa’s en oma’s van de kinderen.

-

OVERIG Wat is het onderwerp? Organisatie Opaen Omadag


Wat is het onderwerp? Open huis

Een prettige dag waarbij de kinderen hun school aan de Opa en Oma kunnen laten zien. Grootouders Team/ directie Kinderen

Wat zijn de kosten?

Nihil

Waar gaat het over?

We houden in het voorjaar, voorafgaand aan de inschrijfavond, een Open huis. We willen ons als school aan (nieuwe) ouders presenteren. Insteek is dat ouders een beeld krijgen van het onderwijs op de Alexanderschool. Een succesvolle open dag waar (nieuwe) ouders positief over zijn en waar de school goed neergezet is. Ouderraad/ medezeggenschapsraad Team/ directie Kinderen 400 euro




51

FORMULIER “Instemming met schoolgids” School: Adres:

De Alexander Ootmarsumsestraat 21

Postcode/plaats: 7591 EN Denekamp =================================================================

Verklaring Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de van 01-08-2011 tot uiterlijk 31-07-2012 geldende schoolgids van deze school.

Namens de MR, Plaats: Denekamp Datum: 01-08-2011

Handtekening: Naam: C. van de Weijer Functie: Voorzitter.

Verklaring: Het KONOT-bestuur heeft kennis genomen van deze schoolgids. Datum: 01-08-2010. Plaats: Oldenzaal Handtekening Voorzitter van college van bestuur Dhr. A. Brunger



52



53

Schoolgids R.K. Basisschool de Alexander 1. PDF created with pdffactory trial version

Recommend Documents