SCHOOLGIDS 2012-2013 NTC-PO en NTC-VO
Pessac - Frankrijk
Inhoud 1. Introductie
3
2. Profiel van onze school
4
3. Grondslag van de school
5
4. Het onderwijs
6
5. De zorg voor de leerlingen
7
6. De leerkrachten
8
7. De ouders
9
8. Activiteiten ter verbetering van het onderwijs
11
9. De resultaten van het onderwijs
12
10. Praktische zaken
15
Bijlagen 1. Nuttige namen en adressen 2. Leerplan 2012-2013 3. De wet over de schoolgids 4. Vragenlijst
2
Hoofdstuk 1
Introductie
1.1 Waarom een schoolgids voor ouders en leerlingen? Deze schoolgids is bedoeld om u te informeren over het onderwijs op onze school. De schoolgids geeft aan waar onze school voor staat, wat u van ons mag verwachten en hoe het onderwijs georganiseerd is. De gids is tevens bedoeld om aan ouders en leerlingen die al op onze school zitten, verantwoording af te leggen over onze manier van werken en de behaalde resultaten. U kunt ons daarom altijd aanspreken op de inhoud van de gids. Bent u van mening dat wij iets niet waarmaken, dat er iets niet goed gaat of beter kan? Laat het ons weten. Dan kunnen we samen met u werken aan een nog betere kwaliteit van ons onderwijs.
1.2 Wat staat er in deze schoolgids? U vindt in deze schoolgids informatie over: • profiel van de school • leerkracht en leslocatie; • het onderwijs dat wij verzorgen; • onze manier van lesgeven; • hoe wij de leerlingen begeleiden; • de samenwerking met de ouders; • en welke resultaten onze school bereikt. De schoolgids bevat uiteraard ook veel praktische informatie en sluit aan bij het schoolplan. Hierin hebben wij voor een periode van vier jaar uitgebreid beschreven hoe ons onderwijs in elkaar zit en wat onze plannen zijn om een goede school te blijven. U wordt van harte uitgenodigd om het schoolplan eens in te kijken.
1.3 Heeft u suggesties voor onze schoolgids? We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Heeft u vragen of wensen naar aanleiding van deze schoolgids of suggesties voor verbetering, dan horen we dat graag van u. U kunt hiervoor contact opnemen met de leerkrachten of met het bestuur/secretariaat. Om de informatie in de schoolgids goed te kunnen afstemmen op uw wensen willen we graag van u weten wat u van onze schoolgids vindt. Daarom vragen we u de vragenlijst in te vullen die u achterin deze schoolgids aantreft. U kunt de ingevulde vragenlijst inleveren bij de leerkrachten of het bestuur/secretariaat. 3
Hoofdstuk 2
Profiel van onze school
2.1 Naam van de school De naam van onze school is per 01 juli 2010 veranderd van NTCC Aquitaine in De ZuidWester. De school is een zogenoemde NTC-school, wat staat voor Nederlandse Taal- en Cultuurschool. 2.2 Wie zijn er verantwoordelijk voor het onderwijs op onze school? De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor de inhoud en de organisatie van het onderwijs, evenals voor de rapportage en de informatievoorziening aan de ouders. Daarnaast bepalen zij de dagelijkse gang van zaken. Uiteraard alles in goed overleg met het bestuur. 2.3 Situering van de school Het postadres van de school is het adres van de secretaris van het schoolbestuur: 26T Avenue de la Marne, 33520 Bruges. Onze school maakt gebruik van twee aan elkaar grenzende leslokalen op de 1e verdieping van de Scholengemeenschap Jeanne d’Arc Assomption in Pessac. De leslokalen beschikken over voldoende tafels en stoelen, 2 schoolborden, eigen kastruimte en een speelplaats. Het adres van deze locatie is: 1, Place des droits de l’homme et du citoyen, 33600 PESSAC. (achter de kerk St. Martin en aangrenzend aan het gemeentehuis). 2.4 Schoolgrootte en achtergrond van de leerlingen Onze school telt in totaal 17 leerlingen. Er zijn 2 klassen en 2 leerkrachten. In de klas van de Kwekkers zitten 7 leerlingen waarvan 1 R1 en 6 R2 leerlingen. De jongste leerling is 4 jaar en de oudste leerling 7 jaar. In de groep Penners zitten momenteel 10 R2 leerlingen waarvan de jongste leerling 8 jaar is en de oudste 14 jaar. In deze groep volgen 5 leerlingen Voortgezet Onderwijs. 2.5 Lestijden Aan de leerlingen 4-8 jaar (de Kwekkers) geven we gedurende zevenendertig weken, drie uur per week les. De lessen worden op zaterdagochtend gegeven van half tien tot half één. Daarnaast worden er tenminste vier thema-/cultuurdagen georganiseerd (Sinterklaas, Koninginnedag, Kinderboekenweek en andere cultuurdagen). Het totaal aantal lesuren bedraagt dan 130 per schooljaar. De leerlingen 8-18 jaar (de Penners) krijgen dit jaar voor het eerst clusterlessen. Deze clusterlessen vinden in de eerste week van de franse schoolvakanties plaats. Het gaat dan om 5 x 6 lesuren, dus 30 lesuren per week. Dit is een experiment dat met toestemming van het NOB voor het eerst wordt getest. Daarnaast worden er individuele contactmomenten via Skype afgesproken tussen de leerlingen en de leerkracht. De leerlingen krijgen tussen de clusterweken thuisopdrachten mee (Literatuur, Spelling, enzovoorts) die via internet-contact worden gecontroleerd door de leerkracht.
4
Hoofdstuk 3
Grondslag van de school
3.1 Missie Onze school stelt zich ten doel de Nederlandse Taal, Cultuur, Geschiedenis en Geografie een volwaardige plaats te geven in de opleiding en vorming van kinderen en volwassenen die om welke reden dan ook belangstelling hebben voor of betrokken zijn bij Nederland. Dat willen we bereiken door goed en op elkaar aansluitend onderwijs te bieden met een optimaal leertraject voor elke leerling. 3.2 Uitgangspunten en doelstellingen De meeste leerlingen zijn in Frankrijk geboren en opgegroeid. Zij kennen Nederland meestal alleen uit verhalen en incidentele contacten en bezoeken. Daarom maken naast de Nederlandse taal ook de Nederlandse cultuur, geografie en geschiedenis deel uit van ons onderwijsaanbod. Uiteindelijk willen we bereiken dat leerlingen: - een passend diploma behalen, bijv. één van de profielen van het CNaVT; - in voorkomende gevallen gemakkelijk een overstap kunnen doen naar het Nederlandse onderwijs; - eventueel in Nederland een vervolgstudie kunnen doen; - goed kunnen functioneren in een steeds veranderende internationale maatschappij. 3.3 Prioriteiten Ons NTC-basisonderwijs heeft in de gegeven situatie als eerste doelstelling de mondelinge taalvaardigheid van de leerlingen te vergroten. Daarnaast richten we ons uiteraard ook op verbetering van de schriftelijke taalvaardigheid. Voor het NTC-Voortgezet-Onderwijs werken we toe naar het examen in één van de profielen van het ‘Certificaat Nederlands als Vreemde Taal. Het bezit van het ‘Profiel Taalbeheersing Hoger Onderwijs ' van het CNaVT geeft toegang tot de meeste Hogescholen en Universiteiten in Nederland. Het examen voor het CNaVT kan op onze school afgelegd worden. Het niveau van de meeste profielen is zodanig dat een leerling ook gemakkelijk het examen Nederlands als Langue Vivante 2 of 3 in het Franse Baccalaureaat kan afleggen. In overleg met de ouders en met de scho(o)l(en) kan en moet soms ook gekozen worden voor een ander eindniveau of voor een ander opleidingstraject. 3.4 Toelatingsbeleid Er zijn geen strikte toelatingscriteria. De school gaat er wel vanuit dat een leerling tenminste in het Nederlands aanspreekbaar is. Voorafgaande aan de plaatsing in één van de niveaugroepen vindt er een intake-gesprek met de leerkracht plaats, evenals een diagnostische toets. Verder dient in verband met subsidietoekenning één van de ouders over een Nederlands paspoort te beschikken. Bovendien moet de leerling tenminste vier jaar oud zijn en mag hij niet ouder zijn dan achttien jaar op het moment van telling van het aantal leerlingen (1 oktober). Uiteraard kunnen zich ook andere leerlingen aanmelden. In dat geval gelden echter andere eigen bijdragen dan vermeld in paragraaf 10.4. 5
Hoofdstuk 4
Het onderwijs
4.1 De organisatie van het onderwijs Het NTC-onderwijs maakt geen deel uit van het reguliere Franse onderwijs of van de reguliere Franse school van de leerling. Alle leerlingen komen na de normale Franse schooltijd of in hun schoolvakanties naar de lessen Nederlands. Er wordt gewerkt met een door de Nederlandse onderwijsinspectie goedgekeurd schoolplan. De groepen zijn ingedeeld naar leeftijd en niveau. De NTC-lessen worden aan de jongere leerlingen (4-8 jaar) één keer per week gegeven, in de regel op zaterdagochtend. Aan de oudere leerlingen (8-18 jaar) worden de NTC-lessen in clustervorm gegeven. Deze clusterlessen vinden in de eerste week van de franse schoolvakanties plaats. Het gaat dan om 5 x 6 lesuren, dus 30 lesuren per week. 4.2 Het onderwijsprogramma Het NTC-programma omvat vanzelfsprekend het vak Nederlands. Daarnaast komen onderwerpen aan de orde die kenmerkend of belangrijk zijn (geweest) voor de Nederlandse samenleving. Aan de hand van actuele ontwikkelingen gaan we onder meer in op geschiedenis, geografie evenals op politieke en maatschappelijke aspecten van Nederland. We gebruiken hierbij voornamelijk de lespakketten via de Stichting NOB, ‘Nieuwsbegrip’, krantenartikelen en relevante websites. Daarnaast gebruiken we voor het Primair Onderwijs de taalmethoden ‘Ik & Ko’ en ‘Taal Actief’. Voor het Voortgezet Onderwijs komt onder meer de internetmethode ‘NT2-Nieuwslezer’ in aanmerking, evenals de methode TA!ENT Voor een gedetailleerd onderwijsprogramma verwijzen we u naar Bijlage 2. 4.3 Huiswerk Huiswerk is een noodzakelijke aanvulling op het beperkte lesprogramma van drie uur per week en op de clusterlessen. Het stelt de leerlingen bovendien in staat zelfstandig te oefenen met het verwerken van de lesstof. Hulp van de Nederlandssprekende ouder(s) is hierbij vaak gewenst. De jongere leerlingen krijgen af en toe thuisopdrachten mee, zoals het kijken van een tv-programma ter voorbereiding van een les, het bekijken van een boekje, het oefenen van woordjes met behulp van spelletjes, etcetera. Hiernaast maken wij gebruik van een schoolbibliotheek en nemen zij regelmatig een DVD en/of boekje mee naar huis. Voor de clusterlessen aan de oudere leerlingen behoren tot het huiswerk: het lezen van Nederlandse boeken, tijdschriften, kranten, het volgen van tv-programma’s, en het onderhouden van telefonische en andere contacten met familie, etcetera in Nederland. In het onderwijs maken we gebruik van internet en e-mail. Hiermee kunnen de leerlingen ook thuis aan de slag “als huiswerk” door bijvoorbeeld Nederlandstalige websites op te zoeken met kinderprogramma’s, journaal, etcetera. Wij doen een klemmend beroep op de ouders om in dit verband zoveel mogelijk met de kinderen Nederlands te spreken en hen te stimuleren de taken/huiswerkopdrachten goed uit te voeren. 6
Hoofdstuk 5
De zorg voor de leerlingen
5.1 Het volgen van de vorderingen van de leerlingen Tenminste twee keer per jaar worden de leerlingen getoetst om hun vorderingen vast te stellen en aan de hand daarvan het leerplan en eventueel ook het leerdoel bij te stellen. De resultaten van de toetsen worden uiteraard aan de ouders meegedeeld. Op hun verzoek of dat van de leraar kan dat leiden tot een nader gesprek. Op verzoek worden eveneens de reguliere Franse scholen op de hoogte gesteld van de vorderingen van de leerlingen op het gebied van taalvaardigheid Nederlands. Rapporten kunnen in dat geval in het Frans vertaald worden. 5.2 De zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Soms heeft een leerling extra zorg nodig. Zowel zwakke resultaten als heel goede resultaten kunnen aanleiding zijn voor extra hulp en aandacht. Uiteraard worden de ouders hierover geïnformeerd. Leerlingen met heel goede resultaten kunnen sneller doorstromen naar een hoger niveau. Eventueel kunnen extra materialen en leeractiviteiten ingezet worden. Voor leerlingen met minder goede resultaten proberen we om met een aanpassing van het lesprogramma en extra taken de achterstand weg te werken. Zittenblijven komt niet voor op onze NTC-school, omdat elk kind een eigen aangepast schoolprogramma volgt: er is geen klassikaal onderwijs. Leerlingen met specifieke leerproblemen worden in overleg met de ouders doorverwezen naar gespecialiseerde hulpinstanties. Dat zal in eerste instantie via de Franse school en instellingen gerealiseerd worden. Als het probleem op deze manier niet opgelost wordt en een bepaalde specifieke oorzaak voor het probleem vermoed wordt, kan de leraar in overleg met de ouders een test aanvragen bij de Stichting NOB. Ook leerlingen met sociaal-emotionele problemen kunnen langs deze weg doorverwezen worden naar de Stichting NOB. De school zal proberen deze leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden. Vaak vervult de leraar hierbij de rol van intermediair tussen school, ouders en externe instanties. Bij langdurige, structurele problemen wordt de ouders toestemming gevraagd voor verder onderzoek (bijvoorbeeld door de Stichting NOB). Tot op heden is dit op onze school niet voorgekomen. 5.3 De algemene gang van zaken bij tussentijds vertrek van een leerling naar een andere school of bij terugkeer naar Nederland Voor het vertrek is er een eindgesprek tussen de ouders, de leerling, en de leerkracht. De ouders ontvangen daarbij het leerlingdossier. Dat kan eventueel aan een nieuwe school overhandigd worden. Het dossier omvat: - de resultaten van de toetsingen; - de gegevens uit het leerlingvolgsysteem; - een bewijs van uitschrijving. Zowel vóór als na een eventuele overstap van een leerling neemt onze school contact op met de nieuwe school om de overgang zo goed mogelijk te laten verlopen. Uiteraard worden de ouders op de hoogte gehouden van de inhoud van de contacten.
7
Hoofdstuk 6
De leerkrachten
6.1 Wijze van vervanging bij ziekte, verlof of scholing Bij afwezigheid van een leerkracht, bijvoorbeeld door ziekte, familieomstandigheden, het volgen van een cursus of een andere vorm van verlof, zal een andere leerkracht, respectievelijk een vervanger de lessen zoveel mogelijk overnemen. Bij langdurige afwezigheid worden de ouders tijdig geïnformeerd over de verdere gang van zaken. 6.2 Scholing van de leraren Net als leerlingen zijn leerkrachten nooit uitgeleerd. Het is belangrijk dat zij de ontwikkelingen in het onderwijs blijven volgen en steeds werken aan het vergroten van hun deskundigheid. Daarom volgen ze zoveel mogelijk bijscholingscursussen in Nederland.
8
Hoofdstuk 7
De ouders
7.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders Van zowel ouders als leraren wordt verwacht dat zij handelen in het belang van de leerling. Daarom vinden wij een goede samenwerking tussen alle betrokkenen erg belangrijk. Om dat te bereiken maken we de school zo toegankelijk mogelijk en doen we ons best iedereen goed te informeren. Heeft u als ouder vragen over het onderwijs of over de gang van zaken op school, dan kunt u die altijd stellen – aan de leraar of het bestuur. Voor een goede communicatie tussen u en ons is het van belang dat we elkaar vertrouwen en begrip en respect voor elkaar hebben. In het kader van het NTC-onderwijs is het bovendien noodzakelijk dat ouders en school het eens zijn over het te bereiken niveau van de beheersing van het Nederlands. 7.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school De ZuidWester vindt het belangrijk om u goed op de hoogte te houden van de gang van zaken op school. Daarom krijgt u deze schoolgids. Daarnaast organiseren we aan het begin van ieder schooljaar een inloopdag voor ouders en leerlingen. Op deze dag kunt u kennismaken met de leraren en ouders van andere leerlingen en krijgt u informatie over het reilen en zeilen van onze school. 7.3 Inspraak Door het geringe aantal leerlingen is er geen ouderraad of medezeggenschapsraad op onze school aanwezig. Het bestuur en de leerkrachten zijn altijd bereid ouders en leerlingen te ontvangen voor vragen en/of suggesties. Als kleine school kunnen we meer rekening houden met individuele wensen van leerlingen en ouders. Ondanks deze inspraak is en blijft de leraar tijdens de lestijden de eerstverantwoordelijke voor alles wat er in de lessen gebeurt. Het bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met de school samenhangt. 7.4 Ouderactiviteiten De school stimuleert de betrokkenheid van de ouders. Een van de middelen is daarbij de inzet van “hulpouders”, die tijdens de lessen onder supervisie van de leraar assisteren bij de uitvoering van het programma. Verder organiseert onze school elk jaar een aantal activiteiten waarbij we de ouders om medewerking vragen. Tot de vaste activiteiten behoren in elk geval: - het Sinterklaasfeest op een zaterdag omstreeks 6 december; - Koninginnedag op een geschikte datum eind april, begin mei; - een excursie op de laatste dag van het schooljaar, meestal eind juni;
9
7.5 Klachtenregeling Wanneer u een klacht heeft over de school of over een medewerker van de school, dan kunt u gebruikmaken van de klachtenregeling. Uitgangspunt van de klachtenregeling is dat klachten en problemen in eerste instantie worden besproken met degene die direct met de kwestie te maken heeft. Een ouder met bijvoorbeeld een klacht over (het lesgeven van) de leerkracht bespreekt deze bij voorkeur eerst met de leerkracht alvorens de kwestie aan het bestuur voor te leggen. Hiermee wordt voorkomen dat de positie van de leerkracht oftewel diens gezag in de klas wordt ondermijnd. Maar tegelijkertijd wordt op deze manier wellicht een moeilijke en langdurige procedure met veel hoor en wederhoor voorkomen. Bij een klacht gaat u als volgt te werk: Stap 1
U ( of meer ouders) bespreekt de klacht met de leerkracht;
Stap 2 Vindt u als ouder(s) of als leerkracht dat het probleem niet naar tevredenheid kan worden opgelost, dan wordt de zaak voorgelegd aan het schoolbestuur. Dit zal alle partijen horen en vervolgens in goed overleg naar een voor iedereen aanvaardbare oplossing zoeken. Ook kan worden besloten om de aan de school verbonden vertrouwenspersoon in te schakelen. Deze zal in overleg met alle betrokkenen nagaan of [door bemiddeling] de klacht bevredigend kan worden opgelost. Momenteel is Loes Garanger onze vertrouwenspersoon. Haar gegevens vindt u in Bijlage 1 van deze schoolgids. Stap 3 Mocht de aard van de klacht afhandeling in onderling overleg niet mogelijk maken of heeft de afhandeling niet naar tevredenheid plaatsgevonden, dan wordt een beroep gedaan op de Klachtenregeling Nederlands Onderwijs in het Buitenland. Klachten die betrekking hebben op seksuele intimidatie en seksueel misbruik, lichamelijk geweld, grove pesterijen, extremisme en radicalisering kunnen direct worden voorgelegd aan vertrouwensinspecteur via het volgende telefoonnummer: +31 (0)30- 67 06 001
10
Hoofdstuk 8
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs
8.1 Kwaliteitsbeleid Onze school voert een actief kwaliteitsbeleid. Dit kwaliteitsbeleid leggen we telkens voor een periode van vier jaar vast in ons schoolplan. Samen met ouders hebben we vastgelegd wat we onder kwaliteit verstaan. We proberen voortdurend de kwaliteit van onze school te verbeteren. Hierbij maken we onder andere gebruik van gegevens uit het leerlingvolgsysteem, van de resultaten van de toetsen en van de aanbevelingen van externe deskundigen. Op basis hiervan kijken we of er verbeteringen mogelijk zijn in het totale onderwijsaanbod en of er voldoende voorzieningen zijn voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Belangrijke onderdelen van het kwaliteitsbeleid zijn het zorgen voor goede contacten met de ouders, samenwerking met andere scholen (in Nederland en het buitenland) en gebruik maken van de aanbevelingen van de inspectie. 8.2 NTC-PO en NTC-VO Tussen het NTC-VO en het NTC-PO zijn nauwe contacten. Het streven is om een zo soepel mogelijke overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs tot stand te brengen. Op dit moment zijn er 5 VO-leerlingen. We proberen zoveel mogelijk samen te werken met de Franse scholen, bijv. door rapportuitwisselingen e.d. Verder hebben we contacten met de Stichting NOB, het Nederlands Consulaat te Bordeaux en de Franse Académie voor het goede verloop van de organisatie van het Baccalaureaat. Ook onderhouden we contacten met het secretariaat van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal in Leuven.
8.3 Verbeterplan Naar aanleiding van het inspectiebezoek en –rapport van 2008 is er een verbeterplan opgesteld. Dit heeft er onder meer toe geleid dat er een methode voor het PO is aangeschaft: ‘Taal Actief’, dat ‘Nieuwsbegrip’ een vast onderdeel is geworden van het lesprogramma, dat er regelmatig toetsing van de leerlingen plaatsvindt en dat er een voortgangsrapportage en leerlingvolgsysteem is ingesteld. Ook is er een duidelijke programmering per (groep) leerlingen per les opgesteld en een vast patroon van huiswerk (Weekjournaal) ingevoerd. Daarnaast zijn er diverse andere verbeteringen aangebracht, onder andere splitsing van de groep PO-leerlingen in ‘jongeren’ en ‘ouderen’ met ieder hun eigen specifieke doelstellingen en aanpak. Maar we blijven alert en zullen er alles aan doen om de kwaliteit van het onderwijs continu te verbeteren, mede dankzij de gewaardeerde suggesties van de inspectie en andere deskundige organen en personen.
11
Hoofdstuk 9 De resultaten van het onderwijs De eerste toetsgegevens over de vorderingen van de leerlingen dateren van het schooljaar 2008-2009. Wij beschouwen toetsgegevens als een belangrijk, maar niet als een alleenbepalend middel bij de inrichting van het onderwijs. 9.1 Resultaten Kwekkers schooljaar 2011-2012 De Kwekkers worden twee keer per jaar getoetst met behulp van de Citotoets Taal voor Kleuters. De toetsen zijn echter een momentopname en de leerkracht maakt vooral gebruik van zelf ontwikkelde observatielijsten. Ter afsluiting van een thema wordt zo'n obeservatielijst volledig ingevuld om te controleren of de kerndoelen (voornamelijk met betrekking tot de ontwikkeling van de woordenschat) zijn bereikt. Zie hieronder een voorbeeld. De Citotoets beschoeuwen wij uiteraard wel als een waardevol instrument om de ontwikkeling van de leerlingen bij te houden en kinderen die een grote achterstand of voorsprong vertonen te signaleren. De resultaten van de Citotoets zijn weergegeven in gemiddelde niveaus van groepen op Nederlandse scholen. De volgende vaardigheden worden getoetst: - passieve woordenschat - kritisch luisteren - klank en rijm - laatste en eerste woord - schriftoriëntatie - auditieve synthese
Leerling 1 2 3 4 5 6 7 8
februari 2011 D E E E E
juni 2011 C E D E D
februari 2012
juni 2012
E
E
E D D D B
C C B
A: goed tot zeer goed B: ruim voldoende tot goed C: matig tot ruim voldoende D: zwak tot matig E: zeer zwak tot zwak NB: Nederlandse referentieniveau. Belangrijk is dat alle kinderen een positieve ontwikkeling laten zien.
12
Onderstaand een voorbeeld van een observatielijst die de leerkracht van de Kwekkers systematisch inzet voor het evalueren van het leerproces bij ieder thema. Tijdens de verwerkingsactiviteiten (voorlezen, knutselen, taaloefeningen en spelletjes) van het thema « Eet smakelijk ! » heeft de leerkracht bijgehouden welke themawoorden productief en/of receptief worden gebruikt X : receptief XX : productief en receptief Deze observatielijsten zijn effectief, betrouwbaar en een uitstekend hulpmiddel voor de leerkracht. Leerling Iets lekker/vies vinden De supermarkt de markt de boodschappenlijst groenten fruit de tomaten de sla broccoli de boodschappentas
1 XX X XX X X XX XX X XX X
de appels de peer de mandarijnen De bananen Groentenboer Het Brood De bakker De bloemen kopen Betalen Het vlees De slager De vis De kaasboer De kaas de visboer pinnen
XX X XX XX XX XX X XX XX X XX X XX X XX X X
2 XX X X X X X X X X XX XX XX X XX X X X X X XX XX X
3 XX XX XX X XX XX XX X XX XX
4 XX XX XX X XX XX XX XX XX X
5 XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX
6 XX XX XX XX XX XX XX X XX X
XX X XX XX XX XX X XX XX XX XX X XX X XX X X
XX X XX XX XX XX X XX XX XX XX X XX X XX X
XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX XX X
XX X XX XX XX XX XX XX XX XX XX X XX XX XX X X
13
9.2 Resultaten Penners schooljaar 2011-2012 Dit jaar is twee maal de DMT toets uitgevoerd (7 leerlingen) en één keer een Nieuwsbegriptoets (5 leerlingen). Deze toets is op twee niveaus aangeboden. De scores van de Nieuwsbegriptoets zijn behaald op een schaal van 1 tot 10. DMT 6-2011
DMT 2-2012
DMT 6-2012
79
71
Nieuwsbegrip 6-2012
44
44
130
183
199
6/10
100
159
153
5/10
107
103
110
7/10
137
164
180
8/10
229
225
222
8/10
14
Hoofdstuk 10
Praktische zaken
10.1 Schooltijden Er zijn dit schooljaar zevenendertig lesweken. Onze leslocatie is op de 1e verdieping van de Scholengemeenschap Jeanne d’Arc Assomption in Pessac. Het adres van deze locatie is : 1, Place des droits de l’homme et du citoyen, 33600 PESSAC. Aan de jongere leerlingen (4-8 jaar) geven we, gedurende zevenendertig weken, drie uur per week les. In totaal dus honderdelf uur. De lessen voor deze leerlingen worden in de regel op zaterdagochtend gegeven omdat dat organisatorisch het beste uitkomt voor zowel ouders als school. De lestijden zijn van half tien tot half één. Daarnaast worden er tenminste vier thema-/cultuurdagen georganiseerd, zoals Sinterklaas en Koninginnedag, die eveneens als lesuren gelden. Het totaal aantal lesuren bedraagt dan 130 per schooljaar. De oudere leerlingen (8-18 jaar) krijgen dit jaar clusterlessen. Deze clusterlessen vinden in de eerste week van de franse schoolvakanties plaats. Het gaat dan om 5 x 6 lesuren, dus 30 lesuren per week. Daarnaast worden er individuele contactmomenten via Skype afgesproken. 10.2 Schoolrooster We volgen het Franse schoolrooster. Dat betekent dat wij het NTC-onderwijs hebben aangepast op de franse schoolvakanties in de regio Bordeaux. Het schooljaar kent de volgende aanvang- en einddatum en vakantieperioden: Zaterdag 08 september 2012
Eerste schooldag
Zondag 28 oktober t/m zondag 11 november 2012
Herfstvakantie
Zondag 23 december 2012 t/m zondag 06 januari 2013
Kerstvakantie
Zondag 03 maart t/m zondag 17 maart 2013
Wintervakantie
Zondag 28 april 2013 t/m zondag 12 mei 2013
Paasvakantie
Zaterdag 29 juni 2013 Donderdag 4 juli t/m zondag 1 september 2013
Laatste schooldag; zomervakantie
15
10.3 Schoolverzuim De ouders verwittigen de leerkracht zo vroeg mogelijk van te voren als hun kind niet aanwezig kan zijn. Ofschoon er geen sprake is van leerplicht volgens de Franse of Nederlandse wetgeving, vinden wij het zonder meer een kwestie van fatsoen dat u uw kind afmeldt. Maar er speelt meer mee. De leerkracht heeft immers een lesprogramma voorbereid waarin ook uw kind een belangrijke positie inneemt. Absentie betekent derhalve vaak dat er een acute aanpassing van het programma nodig is. Wij vinden dan ook dat niet-gemotiveerde absentie niet kan. Daarom houden wij een absentenregistratie bij en nemen we zo nodig contact met u op. Anderzijds: mocht een les om welke reden dan ook niet door kunnen gaan, dan wordt deze in overleg met de ouders en leerlingen op een ander tijdstip ingehaald. Of er worden extra huiswerkopdrachten meegegeven. 10.4 Schoolgeld/ouderbijdragen Schoolgeld jongere leerlingen Kwekkers (4-8 jaar) Het schoolgeld bedraagt €275 per jaar voor leerlingen die aan de subsidie-eisen voldoen. Voor gezinnen met meerdere kinderen geldt een degressief tarief. Schoolgeld oudere leerlingen Penners (8-18 jaar) Het schoolgeld bedraagt €400 per jaar voor leerlingen die aan de subsidie-eisen voldoen. Met dit schoolgeld worden alle noodzakelijke voorzieningen die met de school en het lesgeven te maken hebben, betaald. Voor de eventuele buitenschoolse activiteiten wordt een extra bijdrage gevraagd, afhankelijk van het soort activiteiten. Het bestuur geeft op de jaarvergadering inzicht in de besteding van de gelden en de financiële situatie van de school. Ook de Stichting NOB krijgt inzicht in de besteding van de gelden. Dat is een eis in het kader van de jaarlijkse subsidieaanvraag. 10.5 Schoolverzekering voor leerlingen Leerlingen en leerkrachten zijn collectief verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid (WA). Deze verzekering is afgesloten door de Stichting NOB.
16
Bijlage 1 Nuttige namen en adressen B1.1 Intern Schoolbestuur: Voorzitter Bestuurslid Penningmeester Secretaris Secretariaat
: Mirjam Houdusse-Weterings : Jacqueline Monthus- van der Zalm : Saskia Raspaud : Susan van Oort- Kling : 26T, Avenue de la Marne 33520 BRUGES Tel: +33 (0)5-33 51 11 09 E-mail:
[email protected] Website: www.zuidwester.fr
Vertrouwenspersoon: Mevrouw Loes Garanger Nederlands Consulaat in Bordeaux Tel: +33 (0)5-56 90 02 03 E-mail:
[email protected] Leerkrachten Annemieke Diepgrond Genrayweg 27 5916 NG Venlo Tel: +31 (0)77-40 00 621 E-mail:
[email protected] Janneke Dufourquet 404, Avenue de Verdun 33700 MERIGNAC Tel: +33 (0)5-47 33 19 82 E-mail:
[email protected]
B1.2
Externe adressen
Stichting NOB (Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland) Parkweg 20a 2271 AJ VOORBURG Tel: +31 (0)70-38 66 646 E-mail:
[email protected] Website: http://www.stichtingnob.nl/ Inspectie buitenland Correspondentieadres (onder vermelding van: Afdeling Buitenland) Postbus 88 5000 AB Tilburg Bezoekadres (Afdeling Buitenland) Spoorlaan 420 5038 CG Tilburg Tel: +31 (0)30 67 06 060 (voor scholen en besturen) Tel: +31 (0)77 46 56 767 (algemeen) E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl CNaVT (Certificaat Nederlands als Vreemde Taal) CNaVT-Secretariaat Sonia De Becker en Rudy Michiels Blijde Inkomststraat 7 - bus 3319 B-3000 Leuven België Tel: +32 (0)-16 32 55 16 E-mail:
[email protected] Website: http://www.cnavt.org/
Bijlage 2 Leerplan 2012-2013 B2.1 Uitgangspunten Het leerplan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Voorop staat het plezier in de lessen Nederlands, met het doel om een bepaald niveau te bereiken. Het technisch leren lezen en schrijven gebeurt voornamelijk op de Franse école primaire. De lessen Nederlands zijn daarom vooral gericht op spreek- en luistervaardigheid en begrijpen van het gesproken en geschreven Nederlands. Voor de opstelling van het leerplan zijn de “Kerndoelen basisonderwijs Nederlands” geraadpleegd, uit de Publicatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Projectnummer36027/8000, april 2006, met name de “Kerndoelen Mondeling Onderwijs” en de “Kerndoelen Nederlands Schriftelijk Onderwijs” . Verder is geput uit “Tussendoelen & leerlijnen 2006 Nederlands” van de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) en het Expertisecentrum Nederlands. De inhoud van het leerplan is zoveel mogelijk aangepast aan de omstandigheden van de leeromgeving. De lessen voor het primair onderwijs vinden éénmaal per week plaats in twee vooral naar leeftijd gescheiden groepen leerlingen Het leerplan houdt rekening met de leefomgeving en de ervaringswereld van de leerlingen die vanzelfsprekend behoorlijk verschillen van de leefomgeving en ervaringswereld van in Nederland woonachtige leerlingen. We gaan ervan uit dat de leerlingen in een Franstalige omgeving opgroeien, en regelmatig Nederlands aangeboden krijgen binnen de gezinssituatie of via andere kanalen. Er is bij de meeste leerlingen eerder sprake van Nederlands als Tweede Taal (NT2) of zelfs als Vreemde Taal dan als Moedertaal. We richten ons daarom vooral op de zogenoemde NTC-2- en NTC-3-leerlingen. 1
1.1 1.2
1.3
1.4 1.5
1.6
1.7
1
NTC richting 2: Doel is het zo goed mogelijk op peil brengen van de Nederlandse taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar Nederland. Bij deze leerlingen wordt doorgaans met één van de ouders Nederlands gesproken en de taal van de andere ouder valt vaak samen met de dagschooltaal. Deze taal zal de dominante taal zijn binnen het gezin. Kerndoelen en tussendoelen voor verschillende jaargroepen worden met een maximale afstand van twee jaar gevolgd. Deze kinderen zullen thuis wel Nederlands spreken, maar over het algemeen zal in het gezin een andere taal dominant zijn. De nadruk in het NTC onderwijs zal in dit geval liggen op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge taalvaardigheid. NTC richting 3: Deze leerlingen leren Nederlands als vreemde taal, met het oog op een eventuele terugkeer naar NederlandNederland. Het leerstofaanbod is gericht op de gewenste taalontwikkeling voor deze leerlingen gezien hun startniveau. Het betreft kinderen die thuis geen Nederlands spreken en de taal ook niet of nauwelijks beheersen.
B2.2 Het leerplan is gegroepeerd rond een aantal leerdoelen: 2.1 Klankonderscheiding en articulatie van Nederlandse letters en woorden; 2.2 Uitbreiding passieve en actieve woordenschat Nederlands; 2.3 Begrip van functiewoorden; 2.4 Correcte zinsbouw en samenhang; 2.5 Goede mondelinge en schriftelijke weergave in het Nederlands van eigen gedachten, gevoelens, wensen, activiteiten, ervaringen; 2.6 Goede mondelinge en schriftelijke interpretatie in het Nederlands van extern aangeboden Nederlandstalige informatie; 2.7 Goede mondelinge en schriftelijke (her)structurering in het Nederlands van extern aangeboden Nederlandstalige informatie; 2.8 Elementaire kennis van Nederland en Belgie : geografie, topografie, historie, gewoonten, cultuur, sport; 2.9 Elementaire verschillen tussen Frankrijk en Nederland; 2.10 Elementaire overeenkomsten en verschillen tussen het Frans en Nederlands;
B2.3 Kernonderwerpen en –thema’s leerplan2 Referentiemateriaal: L. Verhoeven, A. Vermeer:”Handleiding Taaltoets Alle Kinderen", diagnostische toets voor de mondelinge vaardigheid Nederlands bij kinderen van groep 1 tot en met 4; Citogroep, Arnhem, 2001. (Deze publicatie bevat veel inhoudelijke en didactische adviezen voor zg. NT2-kinderen). 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18
Getallen, hoeveelheden, kleuren, vormen, maten, gewichten; Lichaam en kleding: ledematen en kledingstukken, organen etc.; Directe omgeving: familie, buren, vrienden, huis, school, winkels, sport, vervoermiddelen; Dieren: huisdieren, boerderijdieren, dieren in de vrije natuur, exotische dieren; Bomen, planten, grondsoorten etc.; Jaargetijden, maanden, dagen, feest- en herdenkingsdagen, verjaardagen; Van zeven(tien) tot twaalf provinciën, beroemde schilders, wetenschappers en sportlieden; Ruimtelijke begripsvorming: hemel, aarde, landschap,stad, verkeer, plattegrond etc.; Sociale begripsvorming: relaties, gemeenten, staat, maatschappij, wetten, etc. Communicatieve begripsvorming: technische communicatiemiddelen, gebruiksmogelijkheden en gevolgen; Subjectieve begripsvorming: goed, slecht, mooi, aardig etc. etc.; Abstracte begripsvorming: idee, macht, Synoniemen, tegenstellingen, samengestelde woorden, figuurlijk gebruik ; Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden, bijwoorden, voegwoorden en hun functie; Woordvorming: vervoeging, verbuiging, samengestelde woorden, afleidingen etc. Zinsbouw: enkelvoudig en samengesteld; Signaal- en verbindingswoorden Spelling en leestekens
2
De vaardigheden in de uitwerking van de kerndoelen Nederlands, gaan uit van een cyclisch niveau, wat betekent dat over alle leerjaren heen vaak dezelfde inhouden en activiteiten gelden. De opbouw van de leerlijn zit hem meer in de complexiteit van inhouden en activiteiten (die worden moeilijker en abstracter) en in de mate van sturing door de leerling zelf. De hulp en begeleiding van de leraar wordt steeds minder. Onderwijs in Nederlands als tweede taal heeft vaak een wat ander karakter dan Nederlands als eerste taal: de beginsituatie van de leerlingen is anders, de didactiek verschilt, het aanbod is soms anders gefaseerd, er ligt meer nadruk op woordenschatuitbreiding. Voor alle leerlingen gelden echter dezelfde doelen en hetzelfde aanbod. (bron: tussendoelen en leerlijnen, Stichting Leerplanontwikkeling en Expertisecentrum Nederlands)
B2.4 Lesopbouw De Kwekkers (4-8 jaar) Voor elk kwartaal wordt een zo gedetailleerd mogelijk onderwijsprogramma opgesteld. De lessen worden thematisch opgebouwd (Ik & Ko , Nederland In Zicht+ Zelf Ontworpen Materiaal) en gedifferentieerd uitgevoerd. De leerkracht maakt gebruik van groepsplannen (en aangepaste instructie) en coöperatieve leersituaties. Dit jaar wordt tijdens elke les een oudere leerling ingeschakeld om de leerlingen te "assisteren". Deze vorm van coöperatief leren (onder andere "tutor”-lezen) zorgt voor een grote betrokkenheid van beide leerlingen en is zeer motiverend voor de kinderen. 09:30-10:00 10:00-11:00 11:00-11:15 11:15–11:45 11:45–12.30
Aankomst, Introductie thema; leerlingen betrokken maken Uitwerken van thema door middels van gedifferentieeerde opdrachten Pauze Interactief Voorlezen en uitwerken van jeugdliteratuur Toneel, Zang, Spelletjes, Knutselactiviteiten (altijd zo veel mogelijk in relatie met het thema).
De Penners (8-18 jaar) Aan een gedetailleerd onderwijsprogramma en lesopbouw voor de clusterlessen, wordt momenteel gewerkt. De nadruk zal liggen op de mondelinge taalvaardigheid en woordenschat, in de vorm van presentaties, interviews en discussies. Verder komen aan bod: leesvaardigheid (jeugdliteratuur en krantenartikelen), schrijfvaardigheid (e-mailberichten, samenvatten, boekverslag)en luistervaardigheid (beeld en geluidsfragmenten). B2.5 Toetsing Het is belangrijk dat de leerling zich gaat thuisvoelen op de school, maar ook dat zijn/haar vorderingen worden gemeten. Voor elke leerling zal daarom een vorderingschema bijgehouden worden. Bij de Kwekkers houdt de leerkracht observatielijsten bij. Deze lijsten zijn zeer waardevol om het leerproces te evalueren en eventueel bij te stellen. Voor de officiële toetsen gebruikt de school de 'Drie-Minuten-Toets' (DMT), 'Taaltoets voor Alle Kinderen' (TAK) voor de groepen 1 tot en met 4, AVI leestoets, ‘Taalschaal’ voor de groepen 5 tot en met 8. Verder werken de leerkrachten met methodegebonden toetsen zoals Nieuwsbegrip, Taal Actief en zelf ontwikkelde toetsen bij de methode Ik & Ko. Toetsing kan leiden tot bijstelling van het leerprogramma, hetzij voor het individuele kind (andere groep) hetzij voor een totale groep.
B2.6 Kwaliteitsborging De leerlingen worden getoetst op hun vorderingen. De leraren worden voortdurend beoordeeld op hun inzet, betrokkenheid en pedagogisch-didactische kwaliteiten. Dat is in de eerste plaats een taak en verantwoordelijkheid van het bestuur, daarbij geholpen door het oordeel van de inspectie van het onderwijs en de steun van de Stichting NOB, het Cito en de SLO. De ouders kunnen daarin een belangrijke rol vervullen door hun opmerkingen, suggesties en ideeën. Hetzelfde geldt voor het leerplan: er zullen voortdurend aanpassingen en bijstellingen plaatsvinden. Dat is in de eerste plaats een taak en verantwoordelijkheid van de leerkrachten, ondersteund door de inspectie, de Stichting NOB, het Cito en de SLO. Het bestuur kan daarin een belangrijke rol spelen door faciliteringen en (financiële) mogelijkheden. Regelmatig contact en overleg zijn belangrijke voorwaarden voor een goede kwaliteitsborging van het leerplan en van het totale onderwijs.
Bijlage 3 De wet over de schoolgids Hieronder volgt de tekst van artikel 24a en 24c van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO), september 1998. Artikel 24a
Schoolgids
1. De schoolgids bevat voor ouders, voogden, verzorgers en leerlingen informatie over de werkwijze van de school en bevat in elk geval informatie over: a. de doelen van het onderwijs en de resultaten die met het onderwijsleerproces worden bereikt, waaronder, in ieder geval met betrekking tot het schooljaar voorafgaande aan het schooljaar waarin de schoolgids wordt vastgesteld en onderscheiden naar soort onderwijs, voor elk leerjaar 1° het percentage leerlingen dat doorstroomt naar een hoger leerjaar of een ander soort onderwijs, 2° het percentage leerlingen dat de school zonder diploma verlaat en het Percentage leerlingen dat voor het eindexamen slaagt, b. de wijze waarop aan de zorg voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoeften wordt vormgegeven. c. de wijze waarop de verplichte onderwijstijd wordt benut, d. de geldelijke bijdrage, bedoeld voor een dergelijke bijdrage, die voldoet aan de eisen die in artikel 27, tweede lid, zijn geformuleerd, in de schoolgids wordt opgenomen. e. de rechten en plichten van de ouders, de voogden, de verzorgers, de leerlingen en het bevoegd gezag, waaronder de informatie over de klachtenregeling, bedoeld in artikel 24b, waarbij wat betreft de leerlingen kan worden volstaan met vermeldingen van de rechten en plichten opgenomen in het leerlingenstatuut, bedoeld in artikel 24g, en de wijze waarop het bevoegd gezag omgaat met de in artikel 24, eerste lid, omschreven bijdragen. 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop a. de resultaten worden beschreven die met het onderwijs bereikt, en b. de context wordt vermeld waarin de onder a bedoelde resultaten dienen te worden geplaatst. 2. Het bevoegd gezag reikt de schoolgids uit aan de ouders, voogden, verzorgers dan wel de meerderjarige en handelingsbekwame leerling bij de inschrijving en jaarlijkse vaststelling van de schoolgids. 3. De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd. De maatregel treedt niet in werking dan nadat 4 weken na de overlegging zijn verstreken en gedurende die termijn niet door ons namens een kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld. Als dan wordt een daartoe strekkende wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.
Artikel 24c
Vaststelling schoolplan en schoolgids
1. Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar het schoolplan vast. 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks de schoolgids vast ten behoeve van het eerstvolgend schooljaar. 3. Het bevoegd gezag zendt het schoolplan dan wel de wijzigingen daarvan en de schoolgids onmiddellijk na de vaststelling aan de inspecteur.
Bijlage 4 Vragenlijst Vragenlijst voor ouders en leerlingen over de schoolgids 2012/2013 1. Wat is uw eerste reactie op onze schoolgids? ............................................................................................................................... 2. Wat vindt u van onze schoolgids in vergelijking met de schoolgidsen van voorgaande jaren? (U kunt deze vraag overslaan indien dit de eerste schoolgids is van onze school die u heeft gelezen) ................................................................................................................................. ................................................................................................................................. 3. Krijgt u door deze schoolgids voldoende informatie over de school? Zo nee, kunt u dan aangeven wat u nog mist in de schoolgids?
ja/nee
................................................................................................................................. ................................................................................................................................. 4. Is de tekst van de schoolgids voor u helder en duidelijk? Zo nee, wat vindt u onduidelijk?
ja/nee
............................................................................................................................... ............................................................................................................................... 5. Klopt het opgeroepen beeld in de schoolgids met uw eigen beeld van de school? Ja/nee ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... 6. Wat vindt u van het uiterlijk van de schoolgids? ............................................................................................................................... 7. Welke onderdelen kunnen er volgens u uit de gids weggelaten worden? ................................................................................................................................. ................................................................................................................................. 8. Heeft u nog tips voor de volgende schoolgids? ................................................................................................................................. ................................................................................................................................. Hartelijk dank voor uw reactie.