BOVENOP ZAKEN IS EEN UITGAVE VAN JOANKNECHT & VAN ZELST. JAARGANG 10 • NR. 18 • JUNI 2013
JANSSEN & JANSSEN Strategie om landelijke speler te worden SISSY-BOY Eigenwijze winkelformule onder handen genomen HANS VAN BUREN Ontslag tijdens ziekte
Savage Rivale: jongensdroom wordt eindelijk beloond Balans tussen commercie en designfilosofie is cruciaal Pag 18
Inhoudsopgave Janssen & Janssen
Ambitie genoeg om te groeien in veranderende rol
De eerste zonnestralen
De zomer komt eraan
Bovendien bestaat het streven om voorop te lopen met geautomatiseerde oplossingen voor een verregaande ‘ontzorging’ van debiteurenbeheer.
Abracad “De eerste zonnestralen komen al door, maar de kou is hardnekkiger dan we gewend zijn.” Deze quote lijkt betrekking te hebben op het lang uitblijven van het voorjaar dit jaar, maar betreft eigenlijk de staat van de Nederlandse economie en komt van Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank. De vraag is natuurlijk hoe we optimaal van de zonnestralen kunnen profiteren? Diverse artikelen in deze editie van Bovenop Zaken geven aan dat er ook in de recente winterse tijden volop mogelijkheden liggen. Ik denk daarbij aan het actieve overnamebeleid van Janssen & Janssen Gerechtsdeurwaarders, of aan de ontwikkeling van de supercar Savage Rivale. Van belang is daarbij dat we niet stil blijven zitten, maar actief rondom ons heen kijken.
In mijn persoonlijke aandachtsgebied – oudedagsvoorzieningen – is de wereld er ook anders uit gaan zien. Tien jaar geleden had nog niemand van een woekerpolis gehoord (de affaire is begonnen in 2006). Vandaag de dag is de markt voor beleggingsverzekeringen volledig opgedroogd. Wel zijn er nieuwe producten gekomen zoals banksparen en nieuwe uitvoerders als premiepensioeninstellingen (PPI’s). Partijen als BrandNewDay en BeFrank bestonden in 2006 niet. Ook op dit voor velen stoffige en ingewikkelde gebied, is stilzitten geen optie maar moet je blijven bewegen. De zomer komt eraan. Ik denk dat we de zonnestralen daarom moeten gaan opzoeken en daarmee de kou achter ons laten. Deze editie van Bovenop Zaken laat zich daarom ook uitstekend lezen in de achtertuin met een goed glas witte wijn. Maarten Foppen
Verpakkingsmachinebouwer opereert internationaal in een niche Nieuwe buitenlandse initiatieven en marktontwikkeling zijn mede debet aan stijgende lijn in omzet en groei.
Sissy-Boy
Hoe run je met succes een eigenzinnige winkelformule in deze tijd? Antwoord: met hard werken en stevig innoveren. Doel: (financieel) succes door de formule te laten opleven en overleven, omzet te consolideren en plezier te beleven.
4 10 14
Savage Rivale
A-typisch ondernemingskarakter Uitdaging om combinatie van studentikoos imago met bijbehorende gunfactor aan levercierszijde en hi-tech focus aan klantzijde in stand houden.
18
65 jaar Joanknecht & Van Zelst, nooit uitgeleerd pagina 8 Een gesprek met 4 partners van het jubilerende kantoor. Eigen beheer pensioen mag nu ook ‘afgestempeld’ pagina 13 In navolging van pensioenfondsen, die de uitkeringen aan hun gepensioneerden verminderden (‘afstempelen’), mogen nu ook mensen met een pensioen in eigen beheer dat doen. Paraplukrediet niet beheersbaar als het stormt pagina 17 Concernfinancieringen kunnen de zorgvuldig opgebouwde beschermingsconstructies doorbreken, zelfs als een groepsvennootschap verkocht is. Mr. J.M.L.M. (Hans) van Buren pagina 22 Instemmen met ontslag tijdens ziekte betekent niet automatisch einde uitkering.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 3
Incasso- & Gerechtsdeurwaarderskantoor Janssen & Janssen c.s.:
Ambitie genoeg om te groeien in veranderende rol
De strategie om een landelijke speler te worden, bezorgt incassokantoor Janssen & Janssen al flink wat werk. De ambitie om bovendien voorop te lopen met geautomatiseerde oplossingen voor een verregaande ‘ontzorging’ van debiteurenbeheer doet daar niet voor onder. En het lijkt te gaan lukken. Nuchter en pragmatisch wordt hard gewerkt aan de ontwikkeling van het vak en de winkel. Een vraaggesprek met algemeen directeur Antoon Donkers.
Bij de groten Janssen & Janssen behoort met acht vestigingen in het hele land bij de grootste zelfstandige incasso- en gerechtsdeurwaarderskantoren van Nederland. Janssen & Janssen is als creditmanagement organisatie inzetbaar in het gehele incassotraject, van het ‘minnelijke tot en met het executietraject’. Daartoe ontwikkelt het kantoor op maat gemaakte oplossingen ten behoeve van een gestructureerd en doeltreffend debiteurenbeheer. Daarnaast levert Janssen & Janssen dienstverlening op het gebied van opleidingen en juridische dienstverlening.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 4
Denken mensen: bij de deurwaarder zal het wel goed gaan? Donkers: “Dat denken mensen inderdaad. Maar ik moet ze teleurstellen, of blij maken, net hoe je het ziet. Weliswaar hebben we meer werk, omdat bedrijven sterk op liquiditeit, op cash sturen: cash is king. Maar meer werk wil niet zeggen dat het ook beter gaat. Het wordt steeds moeilijker om te innen, om diverse redenen: er zijn veel faillissementen en daar blijft soms niet veel over. De belastingdienst heeft ook vaak wat tegoed en doet als eerste een greep in de kas. Onze marges worden bovendien lager door de felle concurrentie. Er wordt stevig ingeschreven – en vaak tegen bodemprijzen – op de aanbestedingen die er zijn. Onze klanten valt niets te verwijten, die willen geld op hun rekening. Als dat je drijfveer is kies je soms voor de goedkoopste partij of oplossing, dat hoeft niet de beste of meest duurzame te zijn.” “Het gaat over schuld” Hoe is het ondernemingsklimaat voor de deurwaarder? “Dat zal niet veel verschillen van dat voor veel andere branches. Met dat verschil dat het bij incasso in veel gevallen
over ’schuld’ gaat en dat is een bijzonder fenomeen. Schuld is een maatschappelijk verschijnsel, de politiek richt beleid op groepen ‘schuldenaars’, kwetsbare mensen met problemen die voor een deel universeel zijn, maar waar altijd een verhaal achter zit. Als de politiek zich ermee gaat bemoeien, ontstaat er wet- en regelgeving en die beïnvloedt ons werk weer. Bijvoorbeeld doordat we wat aan onze tarieven moeten doen of extra werkzaamheden moeten verrichten voor dezelfde vergoeding. De laatste jaren is veel gereguleerd op het gebied van normering van incassokosten. Dat is enerzijds goed voor de transparantie en de concurrentie onderling, anderzijds…” Anderzijds wat? “Grote crediteuren, bijvoorbeeld energiemaatschappijen, incasseren tegenwoordig zelf en mogen daar ook incassokosten voor rekenen. Dat zaagt aan de poten van óns verdienmodel. Tel daarbij op een verdrievoudiging van griffie- en andere kosten en je begrijpt dat wij minder inkomsten hebben doordat opdrachtgevers meer moeten investeren voor ze hun uiteindelijke geld krijgen. Daar zijn ze huiverig voor. Vaak
schrijven ze liever de vordering af omdat ze niet willen óf kunnen investeren in hun debiteurenportefeuilles. Het aantal opdrachten neemt weliswaar toe, de kostprijs doet dat tegelijkertijd ook doordat je meer werk per incasso moet verrichten, maar er minder voor mag rekenen.” En dus? “Dus investeren wij in schaalvergroting en automatisering. Schaalvergroting realiseren we door middel van onze groeistrategie. We zijn inmiddels van een regionaal Eindhovens kantoor uitgegroeid tot een onderneming met vestigingen in Maastricht, Roermond, Roosendaal, Goes en Nijmegen. Recent zijn Amersfoort en Emmen erbij gekomen en we zijn in gesprek met kantoren in Den Haag en Rotterdam.” Geografisch complementair Wie nemen jullie wel over en wie niet? “We focussen op kantoren met een substantiële omvang van minimaal tien à vijftien personen, met een aantrekkelijk klantenportfolio én met de mogelijkheden en de ambitie om in onze automatiseringsplannen mee te gaan. We kijken of er efficiencyslagen te behalen
BovenopzakenJuni2013 Pagina 5
zijn en of er zich mogelijk een opvolgerprobleem kan gaan voordoen. Uiteraard moeten nieuwe overnamekandidaten ook geografisch complementair zijn. Onze strategie is landelijk dekking aan te kunnen bieden en zo een aantrekkelijke partner te zijn voor grote organisaties.” Wat is de rol van Joanknecht & Van Zelst daarbij? “Vanaf 2008 is Joanknecht onze vaste adviseur in corporate finance vraagstukken. Ze hebben ons geholpen met onze eerste acquisitie en dat beviel goed. Essentieel bij de overname van een deurwaarders- of incassobedrijf zijn een messcherp boekenonderzoek en de daarop gebaseerde waardering.
hebben. Daar komt het geld van de debiteuren op en daarvan worden onze klanten betaald. Die rekening is heilig, valt niet onder het vermogen van het kantoor, maar de organisatie staat er wel garant voor. Eraan komen is een doodzonde en kan en moet tuchtrechtelijk worden bestraft. Voor de waardering van een overnamekandidaat is het dan ook essentieel om te weten of de gelden die zijn geïncasseerd voor de relaties daadwerkelijk op die derdenrekening staan. Dat geld is immers niet van de over te nemen partij.” Voorkant - achterkant En die automatisering, hoe zit het daarmee? “We hebben altijd al redelijk voorop gelopen
“Automatisering is het middel om onze service te verbeteren.” De moeilijkheid daarbij is dat het zo virtueel is: je hebt met onderhanden werk te maken, maar dan weer anders dan bij een productiebedrijf. Door de grote hoeveelheid incassodossiers en de variatie in de contractafspraken is het lastig om een juiste waardering te maken. Tel daarbij op de onzekerheid of dit onderhanden werk ooit in geld gaat resulteren én de termijn waarop en je hebt de complexiteit boven. Het bepalen van de winstpotentie, de goodwill, is vandaag de dag voor niemand makkelijk, dus ook niet in onze branche. En het personeel moet uiteraard beoordeeld worden op competenties.” Dat lijkt allemaal redelijk standaard. “Echt bijzonder is het feit dat incassobureaus met een zogenaamde derdenrekening te maken
BovenopzakenJuni2013 Pagina 6
op dat gebied, en kunnen dat nu hopelijk ook te gelde maken. Automatisering is het middel om onze service te verbeteren. Allereerst aan de ‘voorkant’ doordat we onze activiteiten heel inzichtelijk en transparant maken. Een voorbeeld zijn de huisbezoeken die we dagelijks afleggen, toch altijd nog zo’n honderdduizend per jaar. Door de deurwaarders met een tablet uit te rusten waarop zij direct het resultaat van een bezoek kunnen invoeren, is de klant online op de hoogte van de vorderingen op zijn debiteurenbestand. Dat biedt in deze tijd van cash-driven bedrijfsvoering absoluut meerwaarde.”
software kunnen we voor onze klanten veel meer betekenen in credit management. Ze moeten ons daarvoor wel toegang verschaffen tot een groot deel van hun documentstroom, from order to cash. Wij stappen eerder in het traject in, dat is de kern van de gedachte. We nemen het debiteurenbeheer al in een heel vroeg stadium over. We richten dit proces in zoals de klant het wil, en met name grote klanten weten heel goed wat ze willen. We kunnen real time inzicht creëren in de liquiditeitspositie en daar voorspellingen over doen met grote betrouwbaarheid. Dat komt deels ook uit de kennis die we in onze database met bijna dertig jaar debiteurenhistorie hebben vastgelegd. Als je weet dat 30% van de wanbetalers recidivisten zijn, dan kun je daar wat mee. Tot slot kan de applicatie een gesegmenteerde incasso-aanpak voor verschillende groepen debiteuren voorstellen, dat is echt waardevol.” Gaat het voor klanten te ver? “Klanten verwachten dit (nog) niet van ons. We moeten hard ons best doen om het verhaal over de bühne te krijgen, het is nogal wat en het grijpt in in de bedrijfsvoering. Dit is ook niet iets wat we volgende week bij onze tien grootste klanten hebben geïmplementeerd. Dit gaat over de lange termijn in debiteurenbeheer; het behelst een visie op ons vak en op de wijze van dienstverlening. Maar ik zie het wel zitten, weet ook zeker dat onze klanten hier echt behoefte aan hebben.”
Zes keer naar boven? Een enthousiast fietsteam van Janssen & Janssen reed op 5 en 6 juni jl. mee in de Alpe d’HuZes editie 2013. Deze indrukwekkende bestijging van de Alpe d’Huez, tot zes keer op een dag toe, bestaat sinds 2006. Het bijeengebrachte geld – elk jaar weer meer – gaat volledig naar onderzoek ten behoeve van kankerbestrijding. Bij het drukken van deze editie van Bovenop Zaken was nog niet bekend hoeveel het team bij elkaar heeft gefietst, inmiddels is dat op de website van Janssen & Janssen te vinden. Joanknecht & Van Zelst heeft deze sympathieke actie van de fietsende deurwaarders ondersteund.
Dat klinkt vrij simpel. “Aan de achterkant zit het wat ingewikkelder in elkaar. Met onze
BovenopzakenJuni2013 Pagina 7
Vormen van kennisoverdracht Hoe wordt binnen Joanknecht & Van Zelst gewaarborgd dat de opgedane of in eigen beheer ontwikkelde kennis ook wordt doorgegeven aan collega’s? Daar zijn verschillende vormen voor: • Voor collega’s met vergelijkbare ervaringsniveaus zijn er specifieke trainingen en opleidingen. Zowel intern (door collega’s geleid) als extern. • Viermaal per jaar zijn er zogeheten refereersessies, waarin casuïstiek en theorie elkaar aanvullen. • Learning on the job, seniors begeleiden juniors. • Tweewekelijks fiscaal adviesoverleg over fiscale actualiteit en casuïstiek. • Tijdens de day to day business, in de wandelgang, bij het koffieapparaat, in de auto op weg naar de klant is er collegiaal overleg over vraagstellingen en oplossingsrichtingen.
65 jaar Joanknecht & Van Zelst
Nooit uitgeleerd Vijfenzestig jaar geleden werd Joanknecht & Van Zelst opgericht: van meet af aan een kantoor met een sterke focus op de regio Eindhoven en op het daar gevestigde bedrijfsleven. Veel familiebedrijven dus, met als gevolg veel persoonlijke contacten. Bij Joanknecht heeft altijd de overtuiging geheerst dat dat een heel plezierige dimensie is van het werk. Maar om succesvol te zijn gaat het om de goede mensen met het juiste kennisniveau in huis te hebben. Een gesprek met vier partners van het jubilerende kantoor.
Kennis is onze business We zitten aan tafel met de registeraccountants Oscar Reuvers, Marc Pelzers, Willem Bourgonje en Raoul van Thiel, fiscalist. Willem Bourgonje, voorzitter van Joanknecht, trapt af: “In Bovenop zaken staan onze klanten centraal. We vinden het belangrijk dat klanten vertellen wat hen bezighoudt en waar zij naar toe willen. Het aankomend jubileum leek ons een mooie gelegenheid
BovenopzakenJuni2013 Pagina 8
om ook eens wat over onszelf te vertellen. En dan met name hoe wij er alles aan doen om op kennisgebied een voorsprong te behouden. Kennis is onze business, daar moeten wij over beschikken.” “Waarbij we vaststellen”, vult Oscar Reuvers aan, “dat onze klanten ook steeds professioneler worden en de kwaliteit van hun financiële mensen steeds toeneemt. Kennis voortdurend verdiepen en verrijken is onze uitdaging.”
De spijker op zijn kop Accountants, adviseurs, fiscalisten; allen helpen ze ondernemers bij het verkrijgen van inzicht in hun cijfers en bij het afleggen van verantwoording daarover. Inzicht ontstaat door interpretatie en discussie. Vervolgens vloeien er adviezen uit, waarmee de ondernemer vooruit kan. “En daar zit ‘m nu net de kneep,” zegt Marc Pelzers. “Voor het geven van advies is kennis van ons vak een eerste vereiste. Maar een advies dat helpt bij ondernemer A, slaat bij zijn collega B de plank mogelijk volledig mis. Daarom kijken wij naar het type ondernemer en het type mens achter de ondernemer, én naar zijn persoonlijke en zijn ondernemingsagenda.” Raoul van Thiel kan dat vanuit zijn fiscale scope beamen: “Een advies bevat bijvoorbeeld een ingewikkelde fiscale structuur. Vaktechnisch een juweel, maar niet passend bij de persoon. Wij willen dat advies niet eens uitbrengen, door onze klant te kennen kunnen we dat voorkomen.”
Strategie in het familiebedrijf Marc en Raoul hebben op de TiasNimbas Business School aan de Universiteit van Tilburg mede aan de wieg gestaan van de leergang Family Business Advisory Programme. Met drie collega-partners, Frank Driessen, Stefan Suy en Marco Verhagen, en nog eens twintig andere accountants en fiscalisten van vergelijkbare kantoren als Joanknecht uit het hele land, hebben zij het curriculum van de leergang bepaald. Onderwerpen als het nut van een familiestatuut, bedrijfsopvolging, bedrijfswaardering, maar ook belangenstructuur en marketing zijn in het programma beland. Trekker versus reiziger Het promotie-onderzoek dat Oscar aan de Fontys Hogeschool voor Financieel Management uitvoert, heeft als onderwerp de invloed van persoonskenmerken van een dga op de wijze waarop hij zijn onderneming bestuurt. “Ik kwam daarop doordat ik merkte dat wet- en regelgeving en het voldoen daaraan – compliance – naar mijn idee een mechanische stijl van leiderschap oplevert. Veel dga’s hebben van nature een lossere, organische managementstijl. Zij hebben vaak niet echt een strategie in de vorm van een uitgewerkt en gedetailleerd plan. Deze ondernemers weten echter heel goed wat ze willen en hoe dat te bereiken. Zij worden in mijn optiek
gevangen door de stringentere regels die leiden tot verdergaande protocolisering van hun bedrijfsvoering. Ik heb een model bedacht om de karakteristieke gedragingen van ondernemers te typeren en te verbinden aan de wijze van interne beheersing binnen hun onderneming. Daarbij maak ik gebruik van een metafoor, waarin een reiziger versus een trekker figureren. De eerste is de mechanische leider, de tweede de organische. Mijn eerste casestudies wijzen uit dat het combineren van beide vormen tot de beste resultaten leidt. Dat noem ik de pendelaar.” “Voor ondernemers en voor ons als hun adviseurs levert het onderzoek in ieder geval op dat we ons bewust zijn van de invloed van dit gegeven op de bedrijfsvoering en dat helpt ons weer de klant beter te doorgronden. We willen ook vaststellen waar een ondernemer zijn kompas op afstemt, waar zijn oriëntatiepunt ligt: bij externe factoren, bij het financiële of bij het persoonlijke. Daar rolt uiteindelijk een beter advies en bruikbaar instrumentarium uit.” Completer als adviseur Willem doorloopt op het moment van het gesprek de Commissarissencyclus op Nyenrode. Niet om commissaris te worden, wel om de samenwerking tussen directie, commissarissen en eigenaren van een bedrijf beter te
doorgronden. “Steeds meer bedrijven, ook familiebedrijven in het MKB, stellen al dan niet vrijwillig een raad van advies of een raad van commissarissen in. Zij zijn ook gesprekspartner voor de accountant. Aan de cyclus nemen veertig personen deel, waarvan 32 er een functie in een raad van advies of commissarissen hebben en 8 in hun dagelijkse werk te maken hebben met commissarissen of leden van een raad van advies. Zoals ik dus.” “Persoonlijk verrijkend vind ik het dat we bij de cyclus alle mogelijke onderwerpen bediscussiëren vanuit verschillende invalshoeken. Denk aan actuele ervaringen van commissarissen en auditcommissies, het familiebedrijf, fusies en overnames, techniek en governance. Zelf ben ik ook pittig bevraagd, met name over de rol en het werk van een accountant. Niet omdat mijn mede-cursisten dat niet weten, maar wel om elkaar op ‘scherp’ te krijgen. Dat is in feite ook wat wij hier binnen Joanknecht doen. We consulteren elkaar, we toetsen elkaar.”
Bijzondere dank aan onze klanten Zonder klanten geen 65 jaar Joanknecht & Van Zelst. Om onze erkentelijkheid daarvoor te tonen, nodigen wij u als gast uit voor een bijeenkomst in het Parktheater in Eindhoven op 3 oktober 2013. De uitnodigingen volgen spoedig.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 9
Verpakkingsmachinebouwer opereert internationaal in een niche
Als er een prijs zou bestaan voor vasthoudendheid, dan zou Egbert Nillesen er goede kans op maken. Als dga van machinebouwer Abracad Technoworks in Nijnsel heeft hij een duidelijke keuze gemaakt en houdt hij vast aan de ingeslagen koers. In toenemende mate geholpen door het Joan.nu platform.
Van Egbert Nillesen spat het enthousiasme af. Het verhaal van ‘zijn’ bedrijf, Abracad Technoworks, is een mooi verhaal. In 2006, na vele commerciële banen en posities bij technische bedrijven – ook in het buitenland – te hebben gehad, wilde Egbert Nillesen een bedrijf kopen. Hij deelde zijn ambitie met Oscar Reuvers van Joanknecht & Van Zelst. Oscar hielp hem bij het zoeken naar een geschikt bedrijf. Dat moest aan drie voorwaarden voldoen: • Het moest iets met techniek zijn • Het moest in een niche opereren en • Het moest internationaal actief zijn. Op 1 juli 2007 kocht Egbert, na een onderhandelingstraject van bijna een jaar, Abracad van de toenmalige eigenaar. Abracad (Abrahams CAD Tekenbureau) maakte verpakkingsmachines voor de voedingsmiddelenindustrie. Ingewikkelde, op maat ontworpen en gemaakte, vaak unieke apparaten voor één specifieke toepassing, bijvoorbeeld schoongemaakt fruit in een zakje, een maaltijdsalade in een bak. Egbert had hiermee twee van de voorwaarden ruimschoots vervuld (niche en techniek), maar heel internationaal was Abracad Technoworks nog niet.
Online samenwerken Joan.nu is de Joanknecht & Van Zelst-manier van online samenwerking waarbij cliënten met hun adviseur online informatie uitwisselen en daarmee bedrijfsbeslissingen kunnen voorbereiden. Op basis van de gegevens uit de vergaand geautomatiseerde administratie – waarvoor als platform onder andere Exact Online wordt gebruikt – wordt op elk gewenst moment actuele informatie gegenereerd. Die informatie is de basis voor praktische adviezen waarmee klanten rendementsverbetering kunnen realiseren.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 10
System integrators Egbert had gedurende het verwervingstraject al voorzichtig zijn voelsprieten uitgestoken: “In Moskou zat een interessante partner, een zogeheten system integrator. Dat zijn bedrijven die volledige productielijnen plaatsen en daar de componenten van derden in
verwerken. De integrator neemt alle zorgen op zich: installatie, service en onderhoud. Wij leveren ‘plug and play’ de gewenste installaties.” In 2008 ging Egbert nog wat nadrukkelijker de exportmogelijkheden aftasten. Hij zocht – en vond – system integrators in Italië en Zwitserland en later in Polen. De omzet van het kleine bedrijf – tien mensen op dat moment – groeide tot 1,9 miljoen in 2007. Het zag er goed uit, tot het najaar van 2008. Diep gegaan In 2009, de crisis was inmiddels goed voelbaar, gebeurde ook nog eens wat voor veel ondernemers een waar schrikbeeld vertegenwoordigt: de grootste klant liep weg, inclusief een groot deel van de business. Hoe hard er ook werd gewerkt, de omzet kelderde desastreus “We moesten enkele medewerkers laten gaan en boekten nog maar goed vijf ton omzet. We hebben alles op alles gezet, we zijn diep gegaan, ook privé. Maar ik bleef geloven in ons bedrijf, ons product, onze unieke kwaliteit,” aldus Egbert. Die kwaliteit zat voor een deel in het innovatieve karakter van de installaties. Opdrachtgevers legden soms opdrachten neer voor machines die nog helemaal uitgedacht moesten worden. Abracad onderkende het belang hiervan voor haar klanten en maakte, met een succesvol beroep op de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO), werk van innovatie; onderzoek en ontwikkeling. Met gebruikmaking van die WBSO worden nog steeds de loonkosten voor dat deel van de werkzaamheden gedrukt.
Stijgende lijn Het zaken doen via system integrators bleek een gouden greep. Eind 2009 zag Egbert het aantal aanvragen voor machines voorzichtig toenemen, juist uit de hoek van de system integrators. Het bezorgde hem het gevoel dat de crisis op haar einde liep en dat gaf hem vleugels. “Ik ging met enorm enthousiasme de verkoop in. Ik bezocht beurzen in het buitenland en zocht daar steeds die system integrators op. Je voegt waarde toe aan hun business en dat biedt een goede basis voor vruchtbare samenwerking.” En het werkte, want in 2010 lieten de cijfers een ommekeer zien: er kwam weer een stijgende lijn in. Anno 2013 verwacht Egbert weer te groeien naar het omzetniveau van 2007. En die groei is op het moment van dit interview, in maart, eigenlijk al zeker gesteld. Nieuwe buitenlandse initiatieven en marktontwikkeling zijn hier mede debet aan. Zo heeft Egbert via een lokale system integrator vaste grond onder de voeten gekregen in het Midden Oosten. En met een Nederlandse partner zijn machines ontwikkeld en geplaatst in ketens in de Verenigde Staten en Azië. Meten = weten Egbert Nillesen kan nu vrij precies vertellen waar hij staat in termen van omzet, winst en kosten. Dat is wel eens anders geweest, dat zal hij zelf als eerste erkennen. “Toen ik bezig was opdrachten te verwerven, had ik geen idee hoeveel werk dat precies was en of we dat wel aan konden. Ik wist ook niet of we eraan verdienden, quitte speelden of misschien zelfs wel verlies draaiden. Dat
BovenopzakenJuni2013 Pagina 11
was op den duur natuurlijk een onhoudbare situatie, je wilt toch weten hoe je ervoor staat en wat iets precies kost. Heins Bouwmans van Joanknecht & Van Zelst, die me ook in de moeilijke tijd zeer trouw is gebleven, heeft me naar de oplossing geloodst.” Bij Abracad Technoworks wordt nu nog gewerkt in een CAD tekenprogramma (3D Inventor, sinds 2008) gekoppeld aan een stand alone database voor de projectadministratie. In Exact Online worden de facturen verwerkt en gemaakt. Dat gaat allemaal veranderen. Gekozen is voor de Exact Online module Productie, die integratie aanbrengt tussen onder andere de project-, de uren- en de financiële administratie. De uren regis-
treren de medewerkers zelf, op een scherm in de productiehal. Ook helpt de module bij het maken van de meerdimensionale planningen, waarbij opdrachten door elkaar lopen en er zzp-ers van buiten worden ingezet. En de inkooporders op toeleveranciers worden bewaakt. In de wolken “Maar het mooiste van alles is,” zegt een tevreden Egbert, “dat we volledig in the cloud gaan werken. Dat zal mij straks, als ik in het buitenland op een beurs ben of zo, real time inzicht geven in de bezetting, de urenbesteding, debiteurenbeheer en ga zo maar door. Dan ben ik van de superverkoper die ‘maar wat doet’ een zeer welingelichte
crm-manager geworden. Het heeft geen zin om van de productiemedewerkers te vragen wat ze qua bezetting simpelweg niet kunnen. Hoewel we ook met inleenkrachten werken als dat nodig is.” Voor zowel Abracad Technoworks, als voor Joanknecht & Van Zelst is de configuratie met Exact Online Productie in the cloud succesvol afgerond. Egbert verwacht met meer inzicht efficiënter te kunnen werken, processen te beheersen en projecten financieel succesvol af te sluiten. Op 1 januari van dit jaar is intern ook een bedrijfsleider benoemd, Frank Konings, die de verantwoording draagt voor de projectadministratie, de werkplaats en de engineering. Egbert blijft de commerciële man “dat kan ik nu eenmaal goed.”
Voordelen in bepaalde situaties
Eigen beheer pensioen mag nu ook ‘afgestempeld’ In navolging van pensioenfondsen, die de uitkeringen aan hun gepensioneerden verminderden (‘afstempelen’), mogen nu ook mensen met een pensioen in eigen beheer dat doen. Er zitten voordelen aan.
De eerste golf van pensioenfondsen die de uitkeringen verminderen (afstempelen) is net achter de rug. Door de lage rente, tegenvallende beleggingsopbrengsten en het feit dat mensen langer leven, kunnen pensioenfondsen op de lange termijn niet meer aan hun verplichtingen voldoen. De oorzaak is eenvoudig, bij het vaststellen van de premie is onvoldoende rekening gehouden met deze omstandigheden; de premies waren dus te laag.
Nillesen in zijn vrije tijd: Averell Dalton Egbert Nillesen is een opvallend grote verschijning. Dat heeft hem in zijn BBQ Team De Daltons de bijnaam Averell bezorgd, de naam van de langste Dalton. De Daltons* barbecueën niet zomaar op een plaatstalen Hibachi, en zelfs om een Weber moeten ze gniffelen. Nee, De Daltons nemen The Big Green Egg of een keramische cooker van Primo Grill ter hand, ze koken dan ook zeven gangen op de BBQ, inclusief een dessert, voor grote gezelschappen BBQ-liefhebbers. En wie is dat nu niet? Het is Nillesens ultieme hobby, naast golf en duiken. Meer weten? facebook.com/BBQdeDaltons
Voor pensioenen in eigen beheer geldt hetzelfde. Ook hier zijn de premies (dotaties) in het verleden te laag geweest. Maar in tegenstelling tot pensioenfondsen heeft de fiscale wetgever het afstempelen van pensioen in eigen beheer altijd tegengehouden. Daar is met ingang van dit jaar verandering in gekomen. Aan het afstempelen van het eigen beheer pensioen zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Geen dividend, geen lening Alleen onderdekking die het gevolg is van reële beleggings- of ondernemingsverliezen is toegestaan. Er wordt streng gekeken naar de laatste zeven jaar van de BV. Gedurende de afgelopen zeven jaar mag er geen dividend zijn uitgekeerd. Ook mag er geen geld zijn uitgeleend aan de pensioengerechtigde of zijn familieleden zonder dat terugbetaling is gewaarborgd.
Alleen bij grote onderdekking (de fiscale waarde van de pensioenvoorziening is minder dan 75% van het saldo van bezittingen en schulden) is afstempelen mogelijk. De grootte van het tekort moet hiervoor bepaald worden. Dat doet men door de werkelijke waarde van de bezittingen minus de schulden van de BV af te zetten tegen de pensioenvoorziening. Is de pensioenvoorziening groter dan het totaal van bezittingen minus schulden, dan is dat het tekort. De pensioenvoorziening moet bepaald worden op de fiscale waarde. Bij de huidige regels is de fiscale waarde echter veel lager dan de werkelijke waarde. Het tekort wordt dus onderschat. De derde stap is het vaststellen van de lagere uitkering. Deze moet zo worden vastgesteld dat er op basis van de fiscale regels geen tekort meer bestaat. Het gevolg is dat de uitkering hoger zal zijn dan op basis van de economische realiteit verantwoord is.
men in box 1. Als dat inkomen belast wordt tegen 52% dan levert afstempelen fiscaal voordeel op. Elke euro minder inkomen, betekent ook 52 cent minder belasting. Verliesverdamping De afstempeling kan gebruikt worden om verliezen uit het verleden nog te benutten. Als deze anders verdampen (een verlies mag maximaal negen jaar later nog worden verrekend) wordt hierdoor direct een fiscaal voordeel bereikt. Een deel van de belastingclaim die op de pensioenuitkering ziet vervalt dan namelijk grotendeels. Verlengen van de uitkeringsperiode Door het afstempelen wordt de periode dat de uitkering loopt langer. Als het pensioen primair een bestedingsdoel heeft kan dat een voordeel zijn. Mocht u willen weten of ook bij u een voordeel gerealiseerd kan worden, neem dan contact op met uw adviseur of Joanknecht & Van Zelst Pensioenadviseurs
Voordelen? Biedt het afstempelen van een pensioen in eigen beheer nu veel voordeel? Ondanks dat de fiscale wetgever beperkingen heeft ingebouwd zijn er situaties denkbaar waarin het zeker voordelen biedt. Verlaging tarief box 1 Door het afstempelen wordt de pensioenuitkering lager. Daarmee daalt ook het inko-
*) Vier in lichaamslengte oplopende outlaws die in de stripboeken van Lucky Luke steevast door Luke in het gevang belanden.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 12
BovenopzakenJuni2013 Pagina 13
Sissy-Boy – Varova – Joanknecht & Van Zelst Victor van Nieuwenhuizen (39) is drie jaar werkzaam bij Sissy-Boy, vanaf juni vorig jaar als CEO. Toen kwam ook de overname van Sissy-Boy door participatiemaatschappij Varova rond. Via een management buy in kwam Victor aan het roer. Voordat hij bij Sissy-Boy kwam, werkte hij in de fashion retail bij ketens als CoolCat, Promiss en SuitSupply. Rogier Wijnhoven (44) volgde in november 2012 als CFO. Hij deed als accountant en controller/CFO ervaring op bij Arthur Andersen, Vroom & Dreesmann, Prenatal en modeketen WE. Victor en Rogier bezitten nu samen met de erven Michael Smit een minderheid van de Sissy-Boy aandelen, Varova de meerderheid. Joanknecht & Van Zelst is al vanaf 2004 accountant van Varova. Sinds 2012 is Joanknecht & Van Zelst ook bij Sissy-Boy betrokken als accountant en adviseur voor de interne organisatie.
Eigenwijze winkelformule Sissy-Boy stevig onder handen genomen
Om snel weer overtuigend in het straatbeeld te staan Hoe run je met succes een eigenzinnige winkelformule in deze tijd? Het antwoord: met hard werken en stevig innoveren. Dat is dan ook waar Victor van Nieuwenhuizen en Rogier Wijnhoven in eerste instantie op focussen. Als respectievelijk CEO en CFO van Sissy-Boy zijn zij vooral bezig de formule te laten opleven en overleven, de omzet te consolideren en plezier te beleven aan ‘hun’ avontuur. Met (financieel) succes als doel natuurlijk.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 14
Sissy-Boy is het eigenwijze kind van ondernemer Michael Smit. Smit overleed twee jaar geleden op 53-jarige leeftijd aan kanker. Zijn nalatenschap was een van de weinige Nederlandse kledingretailers met een écht eigen gezicht. Michael Smit werd bewonderd om zijn eigengereide aanpak van zaken en om de manier waarop hij van een kledingmerk een lifestyle wist te maken. Sissy-Boy staat ook vandaag nog voor eerlijke materialen, kleding die vooral lekker zit, een natuurlijke
look, misschien wel met een knipoog naar het hippie tijdperk. Dat er een Sissy-Boy Homeland bij kwam, waar meubels en woonaccessoires met deze zelfde kenmerken te koop zijn, versterkt het idee van de lifestyle alleen nog maar. Inmiddels zijn er bij enkele winkels zogeheten ‘Daily’s’, zodat ook de inwendige mens op Sissy-Boy manier verwend kan worden. Dat voelt toch anders Van Nieuwenhuizen en Wijnhoven, die samen in het avontuur Sissy-Boy zijn gestapt, hebben hun sporen in fashion retail wel verdiend. “Maar belangrijker nog dan dat,” zegt Victor, “is het feit dat we enorm gemotiveerd zijn om de formule verder te brengen en er een eigentijdse shop van te maken.” Rogier vult aan: “We hebben allebei een verleden als werknemer – weliswaar op behoorlijk niveau – maar voelen ons nu meer dan ooit onder-
nemers. We hebben ook een financieel belang in Sissy-Boy en dat voelt toch anders.” De formule verder brengen? Hoe zit dat? Victor: “Toen ik bij Sissy-Boy kwam, trof ik betrokkenheid en bevlogenheid, maar het was op sommige gebieden wel een rommeltje, zoals dat wel vaker voorkomt in ondernemingen met een sterke visionair aan de leiding. Michael Smit had en hield de touwtjes stevig in handen. De formule was heilig. Er werd onvoldoende geïnnoveerd, maar ondertussen werd Sissy-Boy wel gekopieerd. En ingehaald, aan alle kanten, ook online.” Rogier: “In bedrijfseconomisch opzicht is de onderneming onvoldoende mee veranderd. Er is de laatste jaren zo ontzaglijk veel gebeurd in fashion retail land; explosief. Kijk naar succesketens als Zara en H&M, kijk naar Zalando (internet fashion retailer). De klant vraagt snelheid, snelle collectiewisseling,
snelle service. Klanten van Sissy-Boy zijn trouwe klanten. Maar we merken wel dat ze minder kopen. En de kassa-aanslag is aan het eind van de dag toch belangrijker dan een glimlach. Wij willen moderner en gezonder met de onderneming omgaan, daar hoort het sturen op financiële parameters bij.” Roots in Bergen Maar dat Sissy-Boy gevoel dan? Victor: “Dat moet absoluut blijven. Mensen komen speciaal voor ons naar het KNSM Eiland in Amsterdam, of naar Bergen in Noord-Holland, waar onze roots liggen. Wij moeten zorgen dat ze niet voor niets komen. De combi van kleding en
BovenopzakenJuni2013 Pagina 15
Paraplukrediet niet beheersbaar als het stormt Als een onderneming groeit worden de activiteiten vaak in verschillende vennootschappen ondergebracht. Maar voor de financiering bij de bank worden deze vennootschappen meestal toch als één geheel behandeld. Hierdoor bestaat de kans dat de ene vennootschap moet opdraaien voor de verliezen van de ander. Aangezien de fiscus aftrek van de kosten zal weigeren – indien er daadwerkelijk betaald moet worden – is het zinvol hier goed naar te kijken. De reden voor het onderbrengen van verschillende activiteiten in verschillende vennootschappen is duidelijk: financiële tegenslag bij de ene activiteit hoeft de andere niet te schaden. Concernfinancieringen kunnen de zorgvuldig opgebouwde beschermingsconstructies doorbreken, zelfs als een groepsvennootschap verkocht is. interieur is absoluut onderscheidend en past helemaal bij Sissy-Boy. Wat wij willen is die combi optimaliseren, genoeg meters voor elke groep. De beleving moet goed zijn, ook zakelijk gezien.” Rogier: “Onderzoek en klantenpanels leveren op: ik vind jullie spullen mooi, maar ik koop er steeds minder van.
tuur komen, in alles.” Voor advies en ondersteuning op deze gebieden kan Sissy-Boy sinds de overname door participatiemaatschappij Varova (zie kader) gebruik maken van een shared service center. Rogier werkt daar ook een dag per week ten behoeve van andere fashion retailers in Varova.
“We gaan ervoor en willen dat ook overbrengen op het team.” Dat is voor ons het signaal om de boel te herijken en op te poetsen, om te innoveren en te ontwikkelen. Maar het ‘intellectueel eigendom’ van Sissy-Boy, het dna zoals dat zo mooi heet, is onze kracht en moet zo blijven.” Authentiek en tijdloos Hoe gaan jullie dat combineren met de bedrijfseconomische ambities? “Wij denken,” meent Victor, “met onze ervaring, dat het kan: een gezond bedrijf met een eigenwijze collectie. Authentiek en tijdloos. Dat zijn belangrijke waarden die wij aan ons merk moeten verbinden. Om daar een goede creatieve vertaalslag in te maken, werken we samen met het gerenommeerde reclamebureau KesselsKramer.” En Rogier, die toch wat meer van de operatie is: “Aangezien ons verhaal niet het verhaal is van een prijs- en omzetgedreven organisatie, moeten wij het heel goed doen op gebieden waar we nog efficiencywinst kunnen boeken. Sourcing, IT, supply chain; er moet meer struc-
BovenopzakenJuni2013 Pagina 16
Gas geven Bij Sissy-Boy werken zo’n 360 mensen, waarvan zestig op het hoofdkantoor in Beverwijk. Hoe gaan zij om met de recente veranderingen en met jullie? Victor zegt: “Michaels dood op 7 juni 2011 had een verlammende werking. Mensen waren trouw aan de leider, dus afwachtend. Michael had immers altijd verteld hoe het moest. Na zijn overlijden was er een vacuüm, een roerig jaar, niet fijn gezien wat er zich buiten afspeelde. Toen ik met mijn droom schuine streep business plan investeerder Varova wist te interesseren in Sissy-Boy, kwam dat op het goede moment. Toen een jaar na Michaels dood de overname een feit werd, kon ik gas gaan geven. Dingen veranderen, mensen enthousiasmeren. Nu vinden ze het leuk en spannend, denk ik.” Rogier, op het moment van het interview nog relatief kort ‘bij de club’: “Victor en ik zijn heel enthousiast over deze uitdaging, we gaan ervoor en willen dat ook overbrengen op het team. Als er kansen zijn voor verbete-
ring, kunnen we snel schakelen en dingen veranderen. Zo hopen we ook snel effect te kunnen sorteren. Maar we werken ook mee op de winkelvloer, om te leren, te luisteren en te vertellen over de plannen en ambities. Op dit moment zijn onze inspanningen nog erg gericht op het repareren van de basis van het bedrijf, die was beïnvloed door de cultuur, door de manier van leidinggeven. Ook daarom denken wij dat de mensen onze komst als verfrissend ervaren.” Duur maar noodzakelijk Hoewel het ‘nu’ jullie zeer bezighoudt, wil ik toch vragen een schets van de toekomst te geven? Victor: “Over vijf jaar is Sissy-Boy met rond de veertig winkels overtuigend in het straatbeeld aanwezig. We runnen een gezonde operatie en hebben blije klanten. We hebben met succes bevestigd wie we zijn. Onze collectie is uitgebreid en geactualiseerd, frisser en beter en mensen kopen weer meer. Al onze winkels hebben een gelijke uitstraling, dat hebben we gedaan in een grote en dure maar noodzakelijk verbouwings- en vernieuwingsoperatie.” Rogier voegt toe: “Over vijf jaar doen we succesvol zaken op het internet, het is onze drukste kassa. We bieden aan de via internet gekochte spullen af te halen in één van onze stationswinkels, die de integratie tussen het virtuele winkelen en de fysieke shopervaring gestalte geven. Nu hebben we al stationswinkels op Amsterdam WTC en Leiden Centraal, we komen daar naar de klant toe. We gaan dat uitbouwen.”
Hoofdelijke aansprakelijkheid Een voorbeeld van een concernfinanciering is het zogeheten paraplukrediet. Hierin kunnen meerdere groepsvennootschappen ‘rood staan’ bij de bank. De totale schuld mag een afgesproken maximum niet overschrijden. De vennootschappen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de gezamenlijke bankschuld. De bank kan vrij kiezen welke vennootschap zij aanspreekt voor terugbetaling van de volledige schuld. In de regel zal dit de gezondste vennootschap zijn. Het kan zijn dat deze vennootschap zelf maar een kleine schuld aan de bank heeft; ze lost dus eigenlijk de bankschuld van de zustervennootschappen af. De gezonde vennootschap krijgt hiervoor regresvorderingen op de rest van de groep. Schriftelijk vastleggen Hoe groot die vorderingen zijn, hangt onder andere af van de mate waarin iedere vennootschap gebruik heeft gemaakt van de groepsfinanciering. Dit heet de interne draagplicht.
De groepsvennootschap die eigenaar is van het bedrijfspand, onlangs aangekocht met geld uit de gezamenlijke financiering, zal een grotere interne draagplicht hebben dan de vennootschap die alleen een debiteurenfinanciering nodig heeft. Het is evident raadzaam om de interne draagplicht tussen groepsvennootschappen schriftelijk vast te leggen. Dit ter voorkoming van discussie en onaangename verrassingen. Verkoop en oninbaarheid Als een deel van de activiteiten wordt verkocht, zal de bank de betreffende groepsvennootschap(pen) ontslaan uit de aansprakelijkheid: ze kunnen niet meer door de bank aangesproken worden voor de financiering van de achterblijvers. Maar zonder nadere afspraken blijft de interne draagplicht gewoon bestaan. Het verkochte groepsonderdeel kan dan nog steeds worden aangesproken door een voormalige zuster, via een regresvordering wanneer die zuster door de bank wordt aangesproken. In de praktijk blijkt een regresvordering vaak oninbaar te zijn; de door de bank aangesproken vennootschap zal de aflossing dan volledig zelf moeten dragen. De Hoge Raad bevestigde onlangs dat deze verliespost niet ten laste van het fiscale resultaat gebracht mag worden. De achterliggende gedachte hierbij is dat aandeelhoudersbelangen doorslaggevend zijn bij het aanvaarden van de risico’s van een groepsfinanciering, boven de belangen van de vennootschap zelf. Juridische begeleiding Het uitwerken en schriftelijk vastleggen van de interne draagplicht – wie wordt in welke volgorde voor welk bedrag aangesproken – is een complex juridisch en financieel vraagstuk. Laat u daarom begeleiden door deskundigen bij zowel het aangaan als afwikkelen van groepsfinancieringen.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 17
Savage Rivale
Jongensdroom wordt eindelijk beloond Hoe het begon? Jongen is helemaal gek van techniek, last de
Die naam, waar komt die vandaan? De overgrootvader van Emile was een Hongaarse edelman die zijn vaderland moest ontvluchten vanwege zijn status. Om op geen enkele manier meer op te vallen, wierp de man zijn naam, Savarochi, en zijn adellijke titulatuur af. Met die naam ging Emile aan het spelen en hij bedacht erbij dat hij geen concurrentie (rivalen) had. Aldus kwam hij op de verzonnen naam Savage Rivale uit.
achterkant van een VW Golf aan de voorkant van een Audi RS4. Kentekentechnisch interessant, hij hoeft aanzienlijk minder wegenbelasting te betalen voor het geheel. Áls hij ermee de weg op zou mogen. Of deze: dezelfde jongen rijdt in een Renault Clio Williams (een race-uitvoering) in Spanje en wordt keihard ingehaald door een ‘kale vent in een Porsche Carrera’. Jongen denkt: tja, dat kan ik niet betalen, dus ik zal zelf een snelle auto moeten maken. Justin de Boer
Emile Pop
Vervolgens gaat de jongen terug naar school, omdat hij zich realiseert dat hij toch geld zal moeten verdienen als hij een eigen auto wil bouwen. En misschien is wat kennis ook wel handig. Inmiddels is de jongen een man van dertig en heeft hij een veelvoud van de nieuwprijs van een Porsche gestoken in het ontwerp, de ontwikkeling en de bouw van zijn eigen supercar: de Savage Rivale. Je moet maar durven Tijdens zijn studie IPO (Industrieel Product Ontwerpen) aan de Haagse Hogeschool bedacht Emile Pop dat hij na zijn afstuderen een supercar zou gaan maken. Hij kwam in contact met Justin de Boer, die vervolgens zijn compagnon werd. Emile was de designer, Justin maakte het. Emile was niet bepaald bescheiden in die jaren, herinnert hij zich: “Ik was zo brutaal dat ik vond dat ik alles beter kon. Die car die zou er gewoon komen, riep ik. En hoe vaker en harder ik het riep, des te stelliger werd ik. Zelf geloofde ik het
BovenopzakenJuni2013 Pagina 18
Martijn Feron
in ieder geval helemaal.” Wat volgde was een bijzonder traject. Emile en Justin begonnen gewoon. Ze ontwierpen alles zelf, elke centimeter van de auto kwam uit hun eigen handen, had hun eigen ‘signature’. Een model van klei was hun leidraad, daarmee gingen ze de boer op. Ze vroegen velen om hulp, maar konden weinig teruggeven. Justin: “We konden geen geld geven. We wilden dat mensen met ons geloofden in onze droom, in onze eigen ‘raket naar de maan’. Ze konden een plekje verwerven in die droom. Dat werkte, want kennelijk lopen er veel meer mannen rond met plannen voor een eigen auto. Iedereen vond het prachtig om iets toe te voegen, of het nu om de bekleding van de stoelen ging, een stuk plaatwerk, de velgen of om de lijst van het achterlicht. Mensen hielpen ons om niet, omdat ze het verhaal veel te mooi vonden.” Mooier dan een zak geld Emile en Justin stopten zelf ook al hun tijd
en al hun euro’s in de car. Daar ontkwamen zij niet aan met zoveel ‘gratis’ hulp van anderen. Het kostte hen ook geen moeite, zo vervuld bleven ze van hun droom. Emile legt uit: “Het zou gemakkelijk zijn als we veel geld hadden gehad, daar spullen van te kopen en zo waarde toe te voegen aan wat er onder je handen groeit. Maar dat hadden we niet. Het enthousiasme dat je deelt in de wetenschap dat hier gezucht en gesteund is, gezwoegd en gezweet, geschaafd en geschuurd, gepast en gemeten, dat is veel mooier dan een zak geld. Het is prachtig dat dat zo werkt.” Natuurlijk kwam niet de gehele car tot stand op basis van sponsoring in natura en ‘voor wat hoort wat’. Inmiddels waren Emile en Justin geziene gasten op innovatiepodia en zij sleepten enkele aanmoedigingsprijzen en beurzen in de wacht, zoals die van de Gemeente Den Haag in 2010. En zij reisden met hun – rijdend – prototype af naar een exclusieve automobielsalon in Monaco, waar
BovenopzakenJuni2013 Pagina 19
Thuis in subsidieland Hoewel je je kunt afvragen wat de toegevoegde waarde is van een supercar, kregen de ondernemers achter Savage Rivale het toch voor elkaar een aantal subsidies en regelingen in de wacht te slepen. Zo konden zij met een beroep op de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) de afdracht van loonheffing verminderen. De Research en Development Aftrek (RDA) stelde hen in staat een aanvullende fiscale aftrekpost te realiseren op basis van R&D kosten zoals kosten voor prototypen en proefopstellingen. En omdat zij samenwerken met andere mkb-bedrijven in dezelfde branche (metaal, automotive) en regio (Den Haag), konden zij ook nog een IPC-subsidie (Innovatie-prestatiecontracten) tegemoet zien. Wie overigens een subsidie krijgt in het ene jaar, krijgt die niet automatisch het jaar erop weer.
“Wij maken een vierdeurs cabriolet om te cruisen door de heuvels rond Monaco.” zij veel belangstelling trokken. Al met al wisten zij tonnen aan sponsoring binnen te hengelen, veelal van liefhebbers die het prachtig vonden wat zij deden. Wat dat laatste betreft: Emile en Justin zijn in 2008 begonnen en pas in 2011 is de eerste auto verkocht. De tweede auto is afgelopen jaar verkocht. De levertijd is niet altijd even zeker in een ontwikkelingstraject. De kopers weten dat en vinden dat niet erg. Aankoop is sponsoring en co-creatie. Voorlopig zullen de Savage Rivale mannen van het eerste uur niet rijk worden van hun avontuur. “Maar dat is ook niet zozeer onze ambitie,” zegt Emile, “dat is veel meer de mooiste auto maken.” Zegevieren of ten onder Deze ontwikkeling levert wel een zeker spanningsveld. Emile en Justin weten exact wat ze willen, ook wat betreft kwaliteit en uitstraling. Soms kan een partner dat niet
BovenopzakenJuni2013 Pagina 20
(meer) leveren, “dan moeten we dus iemand die met hart en ziel bij de eerste fase betrokken was, bedanken voor verdere deelname. Dat is echt niet leuk, maar wíj zijn degenen die onze naam aan de Savage Rivale hebben verbonden en ermee zullen zegevieren of ten onder gaan. Dat hoeft niet te gebeuren met de partij die maar een klein onderdeel levert,” zegt Emile. In 2012 hebben Emile en Justin een raceauto gebouwd, op aanraden van mensen om hen heen. Justin: “Dat had puur met exposure te maken. Als je met zo’n car aan races meedoet, is dat een geweldige opsteker. Mensen beginnen dan ook te geloven dat het kan.” Maar volgens Emile was de race-uitvoering een noodzakelijk kwaad: “Het heeft ons veel tijd gekost en veel afleiding. Terwijl wij helemaal geen raceauto’s maken, wij maken een Riva-speedboat op wielen, een vierdeurs
cabriolet om te cruisen door de heuvels rond Monaco, om maar een stukje beleving te schetsen.” De raceauto heeft qua prestaties ook niet echt meegedaan, maar is wel gezien en dat heeft ertoe geleid dat er een verkocht is.
boterham gaan verdienen met deze wagen, natuurlijk wel enkele zaken op orde hebben en als een echt bedrijf opereren. De route die Emile en Justin hebben genomen leidt daar niet automatisch toe.”
Als een echt bedrijf In 2010 heeft Martijn Feron zich bij Emile en Justin gevoegd. Martijn, afgestudeerd werktuigbouwkundige en social media-ondernemer, zag het verhaal van de Savage Rivale wel zitten. “Ik dacht waarde te kunnen toevoegen. Ik heb mijn eigen bedrijf, maar sta minstens een dag in de week ten dienste van deze onderneming. Ik bemoei mij met de marketing en verkoop, ben actief met de verwerving van subsidies en sponsoring en verleen allerlei hand- en spandiensten. Ook heb ik de bedrijfsvoering tegen het licht gehouden en daarin zaken aangepast. Je moet, wil je op enig moment serieus een
Na de verkoop van de raceauto ging ook een ‘normale’ Savage Rivale over de toonbank: kosten 400.000 euro. De koper is geen ‘Justin Bieber of Afrojack’ die de duurste en meest exclusieve auto wil bemachtigen, maar iemand die de droom van Emile, Justin en inmiddels dus ook Martijn wil helpen verwezenlijken. De verkochte Savage Rivale (Roadyacht GTS) is een vierdeurs (!) cabriolet met een uniek open dak-systeem. In de auto kunnen vier volwassenen heel comfortabel zitten. In het interieur treffen die vier volwassenen verwijzingen naar het luxe maritieme leventje in plaatsen als Monaco, Nice en Cannes, waar de legendarische Italiaanse
Riva-speedboten rondvaren met hun glimmende teakhouten dekjes. Balanceren! Nu al zou u een Savage Rivale op de vaderlandse wegen kunnen treffen, en dat die kans alleen maar groter wordt, staat voor Emile, Justin en Martijn als een paal boven water. Volgens Martijn is het een uitdaging om de ‘vriendschappelijke’ combinatie van een studentikoos imago met bijbehorende gunfactor aan leverancierszijde en een absolute hi-tech focus en kwaliteitsimago aan klantzijde in stand te houden. “Er is bovendien een natuurlijk spanningsveld tussen de korte termijn commercie en de lange termijn designfilosofie die ten grondslag ligt aan Savage Rivale. We moeten verkopen en willen tegelijkertijd eindeloos blijven optimaliseren op de vierkante millimeter. Daar de juiste balans in vinden is cruciaal.”
Over vijf jaar willen de drie er aanzienlijk beter voor staan, te bereiken door de verkoop van enkele auto’s per jaar, waarvoor een bescheiden team-uitbreiding noodzakelijk zal zijn. Joanknecht & Van Zelst, dat optreedt als adviseur, heeft zich net als veel van de andere partijen soepel opgesteld. Eerst maar eens iemand worden, met al die hulp, dan zien we wel verder. Het atypische ondernemingskarakter van Savage Rivale – lange termijn, niet cashflow gericht, drijvend op voorverkoop, sponsoring, subsidies en co-creatie en misschien wel helemaal niet levensvatbaar (?), klein en jong – maakt ze als ‘klant’ voor een accountantskantoor in ieder geval zeer interessant. En als je dan ook nog van auto’s houdt…
BovenopzakenJuni2013 Pagina 21
Door mr. J.M.L.M. (Hans) van Buren
Instemmen met ontslag tijdens ziekte Niet automatisch einde uitkering Zo had Karel W. het zich niet voorgesteld. Het was al vervelend genoeg dat hij door zijn ziekte langdurig thuiszat. Toen zijn werkgever, daartoe gedwongen door ‘bedrijfseconomische omstandigheden’, een reorganisatie moest doorvoeren, kwam Karel via het afspiegelingsbeginsel voor ontslag in aanmerking. Hoewel een arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer niet mag worden opgezegd, stemde Karel in met zijn ontslag en tekende de hem aangeboden vaststellingsovereenkomst. Had hij dat beter niet kunnen doen? Zoals bekend heeft een langdurig zieke werknemer gedurende de eerste twee jaar van zijn ziekte recht op doorbetaling van zijn loon door de werkgever. Eindigt een arbeidsovereenkomst vóór afloop van die twee jaarstermijn, bijvoorbeeld omdat ze van rechtswege afloopt, dan betaalt het UWV vanaf dat moment het loon door, althans: 70% ervan. Maar wat als de arbeidsovereenkomst eerder eindigt met wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst? Sociaal plan De werkgever van Karel ging zorgvuldig te werk. Met de vakbonden wordt een sociaal plan ontwikkeld en overeengekomen. Eén van de werknemers (Karel) zit ziek thuis, maar komt met inachtneming van het afspiegelingsbeginsel (ontslagvolgorde zoals vastgesteld door het UWV WERKbedrijf) voor ontslag in aanmerking. Ondanks een wettelijk verbod tot opzegging van de overeenkomst met Karel, stemt deze in met zijn ontslag. Hij ondertekent de voorgelegde vaststellingsovereenkomst, waarin hem een ontslagvergoeding wordt toegekend op basis van de neutrale kantonrechtersformule.
BovenopzakenJuni2013 Pagina 22
Als de arbeidsovereenkomst afloopt, vraagt Karel bij het UWV een Ziektewetuitkering aan. Maar het UWV weigert de uitkering omdat Karel een zogenaamde benadelingshandeling zou hebben gepleegd. Hij heeft immers tijdens ziekte ingestemd met zijn ontslag en daardoor vrijwillig afstand gedaan van zijn recht op loondoorbetaling door zijn werkgever. Karel is het niet eens met de beslissing van het UWV en dient daarom bij datzelfde UWV een bezwaarschrift in. Dat bezwaarschrift wordt door het UWV op eerdergenoemde gronden ongegrond verklaard, waarna Karel in beroep gaat bij de rechtbank, die helaas voor hem tot eenzelfde uitspraak komt. Hoger beroep De enige weg die daarna voor Karel nog open staat is de indiening van een hoger beroep bij de hoogste rechtsprekende instantie in sociale verzekeringszaken, de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in Utrecht. De CRvB blijkt er een andere mening op na te houden dan het UWV en de rechtbank in eerdere instantie. De CRvB stelt allereerst dat uit de instemming van de vakbonden met het sociaal plan kan worden afgeleid dat over de noodzaak
tot inkrimping van het personeelsbestand geen discussie bestond. Voorts heeft het UWV WERKbedrijf geoordeeld dat bij het vaststellen van de ontslagvolgorde op juiste wijze is ‘afgespiegeld’. Daarnaast is bij de vaststelling van de einddatum rekening gehouden met de correcte opzegtermijn en is een ontslagvergoeding betaald conform de neutrale kantonrechtersformule. Vervolgens wijst de CRvB op de mogelijkheid die de kantonrechter in vergelijkbare gevallen heeft om de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer te ontbinden, als vaststaat dat de ontbinding geen enkel verband houdt met de ziekte van de werknemer. Belangwekkend Het geheel overziende stelt de CRvB dat de kans dat de kantonrechter in de gegeven omstandigheden de ontbinding zou hebben geweigerd, verwaarloosbaar klein moet worden geacht. Daarom kan niet gesproken worden van een benadelingshandeling, zodat de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd dient te worden. Het beroep van Karel wordt gegrond verklaard en het UWV moet een nieuwe beslissing nemen. Al met al een belangwekkende uitspraak van de CRvB waardoor zieke werknemers bij gedwongen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen niet langer bang hoeven te zijn om hun uitkeringsrechten te verspelen.
Colofon
Contacten Bestuur
Management Consultants
drs. W.A.C. (Willem) Bourgonje RA Tel: +31 40 844 70 07 E-mail:
[email protected]
drs. O.B.J. (Oscar) Reuvers RA Tel: +31 40 844 70 21 E-mail:
[email protected]
Joanknecht & Van Zelst
Accountancy
Salarisadministraties
Dr. Holtroplaan 9 5652 XR Eindhoven Postbus 263 5600 AG Eindhoven Tel. +31 40 844 70 00
drs. E. (Edwin) Vogel RA Tel: +31 40 844 70 15 E-mail:
[email protected]
K.E. (Karlijn) Verhaegh Tel: +31 40 844 70 21 E-mail:
[email protected]
Belastingadviseurs
Redactie Bovenop zaken
mr. R.H.M. (Raoul) van Thiel Tel: +31 40 844 70 12 E-mail:
[email protected]
drs. J.J.M. (Jan) Leijsen Tel: +31 40 844 70 12 E-mail:
[email protected]
Bovenop zaken is een uitgave van Joanknecht & Van Zelst
www.joanknecht.nl
Redactie Frank Driessen Rob van Erp Jan Leijsen Sandra Prins
Financieel Juridisch Adviseurs drs. F.P.A.M. (Frank) Driessen RA Tel: +31 40 844 70 21 E-mail:
[email protected]
Fotografie Vera Claessen
Vormgeving en opmaak Gleijm & van der Waart: Manon de Greef Inge Smits
De inhoud van dit magazine is met zorg samengesteld. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Deze editie van Bovenop zaken is 17 mei ter perse gegaan.
Druk en realisatie Van Buren Arbeidsrechtelijke Adviseurs in nauwe samenwerking met Joanknecht & Van Zelst BV
Bek | Grafische Producties Crossmedia Solutions
BovenopzakenJuni2013 Pagina 23
Er zijn accountants en belastingadviseurs die zich niet alleen inlezen maar ook inleven