GEMEENTE WAASMUNSTER
R.U.P.
PROVINCIE OOST-VLAANDEREN
BETONFABRIEK DE BONTE & VAN HECKE / SV HARDY- ST. ANNA
STEDENBOUWKUNDIGE
VOORSCHRIFTEN
arch. Wilfried Eggermont, Ruimtelijk Planner
Referentie nummer 10-593-12
Datum 03.12.2012
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
ARTIKEL 0
Algemene bepalingen
0.1.1.
Verordenende kracht
De plannen en de voorschriften hebben een verordenende kracht.
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
De toelichting, gegeven in deze kolom, naast de verordenende voorschriften, is te lezen als verduidelijking.
Bestaande en vergunde gebouwen
Bestaande en vergunde gebouwen, inrichtingen en/of bestemmingen kunnen gerestaureerd, verbouwd en herbouwd worden. Dit dient te gebeuren binnen hetzelfde volume indien het gebouw of deel ervan niet gelegen is in het bebouwbaar deel van een strook. Het aantal woningen mag na restauratie, verbouwing of herbouwen niet groter zijn dan wat oorspronkelijk vergund is tenzij de voorschriften van de strook dit mogelijk maken. 0.1.3.
2
GLOBALE VOORSCHRIFTEN
0.1.
0.1.2.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
Bestaande en vergunde gebouwen kunnen steeds gerestaureerd, verbouwd, herbouwd of uitgebreid worden volgens de mogelijkheden van het R.U.P. voor zover ze gelegen zijn in het bebouwbaar deel van een strook. Deze bepaling is eveneens van toepassing voor vergund geachte bouwwerken, inrichtingen of bestemmingen
Beeldkwaliteit – welstand
Alle aangevraagde werken dienen niet alleen conform te zijn aan de bepalingen van de voorschriften, ze moeten ook functioneel en visueel verenigbaar zijn met de omgeving en de goede plaatselijke ordening. Alle elementen van de omgeving dienen één geheel te vormen. Ook na verbouwing- of uitbreidingswerken dient het bouwvolume een vormelijke eenheid te bezitten, dit zowel voor de volumes, de materialen als de kleur. Bij dergelijke werken is de schaal van het gebouw en de omgeving te respecteren. Het gabariet van naast- en/of tegenover liggende bouwvolumes is te respecteren. Voor gesloten bebouwing is de eerst vergunde constructie richtinggevend voor de er aan palende constructies voor wat betreft de aard en kleur van materialen, bouwhoogte, dakvorm en –helling en voor de volumewerking.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
3
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Gebouwen die aansluitend op bestaande gebouwen opgetrokken worden dienen een vanzelfsprekende eenheid te vormen met wat bestaat. Gevelvlakken die meer dan 2,00 m verwijderd zijn van de kavelgrenzen moeten als gevel van het gebouw uitgevoerd worden. Ze zijn te voorzien van raamopeningen. 0.1.4.
Constructies of gebouwen voor openbaar nut of gemeenschapvoorzieningen
Het betreft kleinschalige constructies, gebouwen of werken die in alle stroken mogen gerealiseerd worden voor zover ze verenigbaar zijn met het gebruik en de inrichting van de omgeving. De inplanting, de omvang en het beeld (materiaal- en kleurgebruik) zijn zo te kiezen dat ze passen in de omgeving. Een vrijstaande inplanting is te vermijden.
Binnen de grenzen van het plangebied is het plaatsen van windmolens uitgesloten. 0.1.5.
In strook 2, 4, 5 en 6 is het plaatsen van zendapparatuur voor publieke netwerken mogelijk. Deze voorzieningen zijn ondergeschikt aan de omgeving te realiseren. Voor een goede inpassing in de omgeving is voldoende ruimte te voorzien, bijvoorbeeld voor de aanleg van groen of voor een groenscherm. Afsluitingen volgens de voorwaarden van de strook waarin deze constructies geplaatst worden. De aanleg van niet bebouwde ruimte volgens de voorwaarden die van toepassing zijn voor tuinen. Het plaatsen van windmolens, groot en klein, is niet toegestaan gezien het plangebied deel uitmaakt van een ruimer gebied bestemd voor wonen.
Hoogte van gebouwen
Voor de hoofdgebouwen is het maximaal aantal toegelaten bouwlagen of de maximale bouwhoogte aangeduid op het grafisch plan of vastgelegd in de voorschriften. 0.1.6.
Hoogte van bouwlagen en bouwhoogte
De bouwhoogte wordt gemeten vanaf de bovenzijde van de dorpel van de toegangdeur. Deze dorpel mag voor nieuwe gebouwen hoogstens 0,40 m boven de kruin van de publieke ontsluitingsweg gesitueerd worden. In de specifieke voorschriften voor een strook zijn specifieke voorwaarden opgenomen. Er kan afgeweken worden van de gegeven afmeting indien uit een verantwoording en duidelijke simulatiebeelden van het aangevraagde gebouw blijkt dat een afwijkende kroonlijsthoogte, dakhelling of afmetingen van het volume een betere integratie in de omgeving van het aanvraagde bouwwerk mogelijk maakt.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.1.7.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
4
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Dakvolumes
Hoofdgebouwen voorzien van een hellend dak hebben dakvlakken met een helling begrepen tussen 10° à 60°. De nok is hoogstens 6,00 m boven de kroonlijst gesitueerd. Platte daken zijn voor hoofd- en bijgebouwen in alle stroken toegelaten. De helling van gebogen daken varieert van 0° tot 90°, het hoogste punt van het dakvolume is maximum 6,00 m boven de kroonlijst gesitueerd. Er kan van de opgelegde dakhellingen afgeweken worden onder dezelfde voorwaarde als deze geformuleerd in 0.1.6. 0.1.8. -
Gebruik van de ruimte Volumes, activiteiten en bestemmingen moeten gebundeld gesitueerd worden. De ruimte is intensief en meervoudig te gebruiken. De impact op de omgeving als gevolg van het gebruik van de ruimte en het realiseren van gebouwen is steeds te beperken tot een haalbaar minimum.
0.1.9.
De geldende verordening en reglementering i.v.m. hemelwaterputten is van toepassing.
0.1.10.
Ondergrondse constructies en bodem
-
De prioriteit dient te gaan naar herbruik van hemelwater, vervolgens naar infiltratie boven bufferen met vertraagde afvoer.
Ondergrondse constructies zijn te beperken tot één laag. Het verlagen van de grondwaterstand door ontwatering, drainage, irrigeren, met uitzondering van de vergunningsplichtige verlaging om vergunde bouwwerken uit te voeren, is niet toegestaan.
0.2.
Definities
0.2.1.
Bestemming
Door het RUP toegestaan gebruik van ruimte, bepaald voor een deel of geheel van een perceel. Functies en activiteiten die niet verenigbaar zijn met de (woon)omgeving, die dus voor abnormale hinder zorgen en de rust of karakter van de woonomgeving kunnen aantasten, zijn niet toegelaten. In geen enkel geval mag de draagkracht van de omgeving overschreden worden.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.2.2.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Hoofdgebouw
Een gebouw dienstig voor het realiseren van een bestemming, door de aard van de constructie en de afwerkingen het belangrijkste bouwwerk op het perceel. 0.2.3.
Bijgebouw
Een gebouw dat ruimtelijk en functioneel aansluit bij het hoofdgebouw (en er al dan niet mee verbonden is). Het is niet bedoeld om de bestemming van de strook te bevatten, wel kunnen er aanvullende functies op de bestemming in ondergebracht worden (berging, stallen van voertuigen, middelen en activiteiten in verband met de functie van het hoofdgebouw) Het gebruik van de ruimte van een bijgebouw is steeds ondergeschikt en in rechtstreekse relatie tot de bestemming van het hoofdgebouw. 0.2.4.
Tuinzone
Het deel van het perceel dat niet ingenomen is door het hoofd- en/of bijgebouw. 0.2.5.
Voortuin
Het deel van de tuinzone tussen de rooilijn en de voorgevel, maakt deel uit de oppervlakte van de tuinzone. In deze zone is elke vorm van bebouwing uitgesloten. 0.2.6.
Zijtuin
Het deel van de tuinzone begrepen tussen de vrijstaande zijgevel van een woning en de zijdelingse perceelgrens.
0.2.7.
Kroonlijsthoogte
Wordt verticaal gemeten vanaf de dorpel van de inkomdeur tot de bovenkant van de kroonlijst (bij hellende of gebogen daken). 0.2.8.
Nokhoogte
Is de verticaal gemeten afstand tussen de boven zijde van de kroonlijst en het hoogste deel van het dak.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
5
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 0.2.9.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
6
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Hoogte dakrand
Is van toepassing voor bebouwing met een plat of licht hellend dak (minder dan 5 cm/m). Is de verticaal gemeten afstand tussen de bovenzijde van de dorpel van de toegangsdeur en de bovenzijde van het gevelvlak. 0.2.10.
Bouwdiepte
De afstand gemeten tussen de voor- en achtergevel aan de buitenzijde van het gebouw. Volumes die op de gevels uitsteken maken geen deel uit van de bouwdiepte voor zover het geveluitbouwen betreft als hierna omschreven. Indien de geveluitbouwen niet voldoen aan deze omschrijving zijn ze begrepen in de bouwdiepte. 0.2.11.
Geveluitbouw
Is een deel van het bouwvolume dat uitspringt t.o.v. het gevel- of dakvlak en dat al dan niet een gesloten volume is. Geveluitbouwen zijn uitkragende constructies, dus niet rechtstreeks afgesteund op de bodem. 0.2.12.
Kopgebouw
Is een hoofdgebouw dat een groep gebouwen in een rij afsluit. Bij gesloten bebouwing zijn enkel de woningen aan de uiteinden van de rij kopgebouwen. Bij halfopen bebouwing zijn beide woningen kopgebouw. 0.2.13.
Hieronder zijn o.a. te verstaan: balkon, erker, terras, … Specifieke voorwaarden zijn opgenomen in de voorschriften van stroken waar bebouwing toelaten is.
In geval de bestemming wonen is: een driegevelwoning.
Kopgevel
Is de zijgevel van een kopgebouw waarmee de groep gebouwen wordt beëindigd. 0.2.14.
Rooilijn
Is een lijn welke de scheiding vormt tussen het openbaar domein (weg of pad) en het privaat domein. 0.2.15.
Uiterste grens bebouwing
Afbakening van de zone waarin hoofdgebouwen kunnen gesitueerd worden.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
ARTIKEL 1
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
7
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
STROOK VOOR WONINGBOUW
Categorie van gebiedsaanduiding: wonen 3.1.
Bestemming
Als bestemming zijn toegelaten: Wonen, kleinhandel, dienstverlening (al dan niet loketgebonden), kantoren (in functie van het aanpalend bedrijf), vrij beroep, openbare en private nuts- en gemeenschapsvoorzieningen. Functies en activiteiten die niet verenigbaar zijn met de woonomgeving, die dus voor abnormale hinder zorgen en de rust of het karakter van de woonomgeving kunnen aantasten, zijn niet toegelaten. Hieronder zijn te begrijpen: dansgelegenheden, frituur, nachtwinkel, een niet bemand verkooppunt met automaten, tankstations, ambachtelijke bedrijven, grootschalige detailhandel. In geen enkel geval mag de draagkracht van de omgeving overschreden worden.
3.2.
Elementen als het aantal te verwachten gebruikers of bezoekers, invloed op mobiliteit, relatie met de overige bestemmingen en inpassing in de omgeving bepalen het al dan niet passend zijn van bouwwerken en/of bestemmingen.
Inrichting
De bebouwing in deze strook bestaat uit aaneengesloten en/of geschakelde bouwvolumes. Een rij wordt beëindigd door een kop gebouw (driegevelwoning). Deze bebouwing en de bestemmingen moeten in overeenstemming zijn met de overige elementen van de omgeving. Bij elke aanvraag voor een hoofdgebouw is een inrichtingsstudie van het volledige perceel in te dienen zodanig dat op een correcte manier de inrichting van het perceel en het gebruik kunnen beoordeeld worden. Alle bouwvolumes, inrichting van de open ruimte, beplantingen, parkeren en afsluitingen zijn duidelijk voor te stellen.
3.2.1.
Voorschriften inzake bebouwing
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
8
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
De bestaande en vergunde constructies zijn richtinggevend voor de aanpalende constructies voor wat betreft: aard en kleur van de materialen voor gevel en dak; voor bouwhoogte, dakvorm en helling, en voor gevelopbouw. Aaneensluitende bebouwing dient één harmoniërend geheel te vormen. Aan elkaar palende eigendommen kunnen tot één verenigd worden. A.
Inplanting van volumes
Bij nieuwbouw en herbouw is een voortuin te realiseren. Bij verbouwing kan de bestaande en vergunde inplanting behouden blijven. De kopgevel van een kop-woningen staat op minstens 3,00 m van een zijkavelgrens. Maximale bouwdiepte: gelijkvloers: max 20,00 m verdieping: max 15,00 m
B.
Aantal bouwlagen
Voor het hoofdgebouw zijn twee bouwlagen toegestaan. Voor hoofdgebouwen heeft een bouwlaag in strook voor wonen een maximale hoogte van 3,00 m, de bouwlaag op het gelijkvloers mag maximaal 4,00 m hoog zijn.
C.
Dakvorm en dakfunctie
De dakvorm is vrij, zowel platte als hellende daken zijn toegestaan. Dakvolumes mogen als woonruimte ingericht worden. In het dakvolume mag hoogstens één bewoonbare laag ingericht worden, deze laag wordt niet meegerekend in het aantal toegelaten bouwlagen. Een dakvolume dient een visuele eenheid te vormen met het bouwvolume, en met de bouwvolumes in de omgeving.
Daklichten zijn uit te werken als relevante uitbouwen of insnijdingen die deel uitmaken van het architecturale beeld. Daklichten zijn in omvang steeds ondergeschikt aan het dakvolume.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
Algemene voorschriften i.v.m. daken zijn terug te vinden in Artikel 0.1.7. Ramen, uitbouwen of insnijdingen in het dak zijn minstens 1,50 m verwijderd van de zijgevel, wachtgevel of zijperceelgrens. Ze zijn te situeren tot 3,00 m boven de kroonlijst. Deze elementen zijn uit te voeren als een deel van het dakvlak, en dus met de nodige zorg als deel van het geheel aan te brengen. Onder ‘daklichten’ zijn te verstaan: dakvlakramen, dakuitbouwen, dakinsnijdingen, lucarnes en vergelijkbare elementen die zich in het hellende deel van het dakvolume
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN De som van de oppervlakte van alle dakvlakramen, dakuitbouwen of –insnijdingen mag maximum 1/3 bedragen van het totale dakoppervlak. Hellende dakvlakken zijn ofwel af te werken met donker grijze materialen met een niet reflecterend oppervlak, ofwel gekozen in overeenstemming met de gevelmaterialen. Technische voorzieningen (bijvoorbeeld liftkoker, schoorstenen,...) kunnen afwijken van het maximaal toegelaten gabariet op voorwaarde dat de volumes niet opvallend zijn en geïntegreerd worden in het beeld van het bouwvolume.
9
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE bevinden en waarvan het materiaal verschillend is van het dakdichtingsmateriaal.
Installaties i.v.m. zonne-energie zijn zo aan te brengen dat ze visueel een eenheid vormen met het dakvlak/ -volume. Ofwel inwerken in het vlak van de dakdichtingslaag ofwel op een relevante manier deel uitmaken van de volumewerking van het gebouw.
Het integreren van zonnepanelen is toegelaten. D.
Materialen en kleuren van de gevelvlakken
Materialen en kleuren zijn vrij te kiezen, voor zover ze verenigbaar zijn met de omgeving.
E. -
In de bouwaanvraag is de visuele kwaliteit van de aansluiting met het bestaande en het nieuwe aan te tonen d.m.v. beeldsimulatie aangevuld met een duidelijke omschrijving van de voorgestelde materialen.
Geveluitbouwen Maximum 0,80 m vooruitspringen op het gevelvlak, zijdelings dient steeds 2 m vrij te blijven ten opzichte van de perceelsgrenzen.
3.2.2.
Voorschriften inzake niet-bebouwde ruimte
A.
Tuinzone
.
Het niet bebouwde deel van het perceel is in te richten en gebruiken als tuin.
Open groene ruimte, aan te leggen als sier- of moestuin.
Maximum 1/3 van deze oppervlakte mag verhard worden of ingenomen worden door kleine constructies. Deze uitrustingen van de tuin zijn gegroepeerd in te planten zonder nadelige gevolgen voor aanpalende percelen. De schaal van alle constructies en uitrustingen is aan te passen aan de omgeving.
Constructies in functie van berging, garage, tuinhuis, serre, ruimte voor hobby of ontspanning of schuilhok voor kleine huisdieren, ...
Alle verhardingen zijn uit te voeren in kleinschalig en waterdoorlatend materiaal.
Verharding in functie van opritten, tuinpaden, terrassen, pergola’s, kinderspeeltuigen, vijvers, open zwembaden en andere tuinaccommodatie,... Bij de aanleg van een zwembad dient een afstand van 3,00 m
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
10
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE ten opzichte van de perceelgrenzen gerespecteerd te worden.
B.
Voortuin
Is bestemd als groene open ruimte, aan te leggen met gazon, passende plantenbedden en laaggroeiende struiken. In deze zone mogen geen bovengrondse constructies of hellingen naar kelders gebouwd worden. Er kan één vrijstaande inrichting voor publiciteit aangebracht worden. Deze heeft een maximale oppervlakte van 14 m² (alle vlakken inbegrepen) en staat in rechtstreekse relatie tot het aldaar gevestigde bedrijf. De verhardingen zijn te beperken tot maximum 50% van oppervlakte van de voortuin, met een bovengrens van 50 m². C.
Afsluitingen
Afsluitingen op de rooilijn hebben een hoogte van maximum 1,00 m indien ze de grens vormen tussen de voortuin en de straat. Ze bestaan uit levende streekeigen materialen, eventueel in combinatie met een draad en stijlen tot op dezelfde hoogte. Toegangshekken hebben dezelfde hoogte als de afsluiting. Afsluitingen van zijtuinen hebben een maximum hoogte van 2,00 m tenzij de lengte van het deel van de afsluiting op de rooilijn korter is dan 5,00 m, dan is de hoogte van de afsluiting tussen de rooilijn en de voorgevel maximum 1,00 m. Afsluitingen op zij- of achterkavelgrenzen hebben een hoogte van maximum 2,00 m. Alle afsluitingen bestaan uit levend streekeigen materiaal eventueel in combinatie met een draad en stijlen tot op dezelfde hoogte. Op de gemeenschappelijke perceelgrens tussen twee percelen met gekoppelde bebouwing mag, aansluitend op de achtergevel, een volle wand gebouwd worden met een lengte van 4,00 m en een hoogte van maximum 2,00 m. D.
Kleine constructies
Het plaatsen van bijgebouwen, tuinhuizen en carports in de tuinzone is mogelijk onder volgende voorwaarden: Ze dienen gegroepeerd ingeplant te worden, en bevinden zich achter de voorbouwlijn of voorgevel. Gabariet: maximum één bouwlaag (dakvorm vrij). Maximale kroonlijsthoogte van 2,50 m, maximale nokhoogte 3,25 m. Voor carports is de hoogte beperkt tot 2,50 m Materiaalgebruik: hetzelfde gevel- en dakmateriaal als het hoofdgebouw of veredeld
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
11
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
hout. Vergunde bestaande bijgebouwen, tuinhuizen en carports kunnen verder behouden blijven.
-
E.
Ondergrondse constructies
Één ondergrondse bouwlaag is toegestaan.
ARTIKEL 2
STROOK VOOR RECREATIE, BUITENSPORTEN
Categorie van gebiedsaanduiding: Recreatie
2.1.
Bestemming
De strook is bestemd voor dagrecreatie, sport- spel en jeugdvoorzieningen. Een deel van de ruimte is in te richten voor ontsluiting en het parkeren van voertuigen in relatie tot de bestemming. Elke vorm van gemotoriseerde sport is uitgesloten. 2.2.
Inrichting
Voor het beoefenen van sport en spel zijn speelvelden in te richten met de middelen die daar onlosmakelijk aan verbonden zijn. Alles dient in het werk gesteld te worden om de impact op de landschappelijke omgeving te reduceren. Lichtmasten in functie van de sportvelden zijn toegestaan voor zover hun hoogte beperkt blijft en de lichtbundel selectief gericht is op het sportveld zodanig dat geen lichtvervuiling of -overlast ontstaat. Voor ontsluiting van de ruimte voor sport en spel kan voor onderhoud, veiligheids- en dienstverkeer een verharding in waterdoorlatend materiaal aangelegd worden. De belasting van de omgeving als gevolg van de noodzakelijke bereikbaarheid,
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
12
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
sportbeoefening, etc. dient verenigbaar en ondergeschikt te zijn aan de rust die eigen is aan deze omgeving. Voor het parkeren van voertuigen kan ten zuiden van strook 3 de ruimte ingericht worden. Het aantal parkeerplaatsen (voor langzaam en mechanisch verkeer) dient te voldoen aan de behoefte die ontstaat als gevolg van het realiseren van de bestemming. Alle verhardingen zijn verplicht waterdoorlatend. Voor het stallen van fietsen en/of voor berging van onderhoudsmateriaal kan een overdekte ruimte of volume opgetrokken worden met een totale maximale oppervlakte van 75 m². De oppervlakte van de strook die niet ingenomen is door aangelegde sportvelden of verharding zijn aangelegd als grasveld of te beplanten met in de omgeving passende streekeigen struiken, laag- en hoogstammen. Afsluitingen van het terrein bestaan uit draad en/of haag met een hoogte van maximum 2,00 m. Alle andere afsluitingen zijn uitgesloten. Afsluitingen worden geïntegreerd in de aanleg van de omliggende bufferstrook. Langs de perceelsgrenzen van de toegang vanaf de Sint Annastraat is aan beide zijden een haag met een hoogte van maximum 2 m aan te planten. Deze haag is te realiseren binnen het jaar na de definitieve vaststelling van dit RUP.
ARTIKEL 3
STROOK VOOR RECREATIE, BINNENSPORTEN
Categorie van gebiedsaanduiding: Recreatie
3.1.
Bestemming
De strook is bestemd voor dagrecreatie, sport- spel en jeugdvoorzieningen, er kunnen gebouwen in functie van dagrecreatie, spel, sport jeugdvoorzieningen opgetrokken worden. Elke vorm van gemotoriseerde sport is uitgesloten. De aangelegde en gebouwde recreatieve infrastructuur mag het schaalniveau van de Gemeente niet overtreffen.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
3.2.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
13
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Inrichting
In deze strook mogen gebouwen opgetrokken worden die als functie bijdragen tot de uitoefening van de toegelaten activiteiten. Delen van het terrein mogen verhard worden in functie van het beoefenen van sport en spel. De opgerichte (club)lokalen mogen enkel gebruikt worden door de clubleden in functie van de bestemming. Bebouwing dient compact en gegroepeerd ingeplant te worden. De hoogte van de bebouwing is te beperken tot wat strikt noodzakelijk is in functie van het gebruik of de geldende reglementering van de beoefende sport(en). Het aantal bouwlagen en de dakvorm zijn vrij. Zowel naar volume als naar gebruik van kleur en materialen is te zorgen voor een goede inpassing in de landschappelijke omgeving. Alle gebruikte gevelmaterialen dienen een duurzaam karakter te hebben. Borden met publiciteit zijn onopvallend voor de omgeving van de sportzone. Verhardingen rond en naar een clubgebouw zijn uitgevoerd in waterdoorlatende materialen en hebben een totale oppervlakte van maximum 100 m². De oppervlakte van de strook die niet ingenomen is door bebouwing is in te richten volgens de voorwaarden van strook 2.
ARTIKEL 4
STROOK VOOR AMBACHT, OPSLAGRUIMTE IN OPEN LUCHT
Categorie van gebiedsaanduiding: Bedrijvigheid
4.1.
Bestemming
De bestaande activiteiten kunnen behouden blijven. Uitbreiding van de activiteiten is mogelijk
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
Strook 4 vormt samen met strook 5 één bedrijfssite. Strook
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN voor zover ze niet storend zijn voor de omgeving. Volgende hoofdactiviteiten zijn toegestaan: productie, opslag en verwerking van goederen; onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten; De strook is verder bestemd voor: berg- en stapelplaatsen in open lucht voor zover deze functies verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, eveneens voorzieningen voor parkeren van personenwagen en bedrijfsvoertuigen in functie van de bedrijfsactiviteit; opslagplaatsen van goederen met uitsluiting van afvalproducten van schadelijke aard, alle afval dient steeds in gesloten bouwvolumes gestockeerd worden; dienst- en brandwegen, laad- en loskades, parkeerplaatsen voor personeel, leveranciers en bezoekers, fietsenstallingen, … voorzieningen voor buffering en infiltratie van water
14
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE 4 is bestemd voor stapelen in open lucht, in strook 5 is bebouwing i.f.v. productie en de ermee verwante activiteiten mogelijk.
.
Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel en bezoekersintensieve activiteiten; agrarische productie; transportbedrijf; afvalverwerking waarbij sloop of opslag in open lucht voorkomen; verwerking en bewerking van mest of slib; zware metaalindustrie; slachterij; be- of verwerking van explosieven.
4.2.
Inrichting
De landschappelijke integratie van het bedrijf is in elk geval te versterken. Bij de aanleg van de open ruimte dient de nadruk te liggen op een zo goed mogelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen, -terreinen en -activiteiten in de woon-, landschappelijk/agrarische omgeving.
Alle werken, handelingen, voorzieningen en maatregelen in functie van een goede waterhuishouding (hemelwaterbuffering, infiltratievoorzieningen, waterzuivering, etc.) worden in deze bestemmingszone toegelaten, mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving.
Middelen tot het versterken van de landschappelijke integratie zijn ondermeer: het aanleggen van een adequate groenbuffer (conform de hierna geformuleerde voorschriften), de vormgeving, de materialen en kleuren van de bouwwerken en infrastructuren beter afstemmen op de omgeving.
VERHARDINGEN
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
15
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Verhardingen zijn te beperkten tot het noodzakelijk minimum.
Verhardingen mogen gebruikt worden voor het stapelen en stockeren in open lucht, dienst- en brandwegen, laad- en loskades, parkeerplaatsen ifv de bedrijfsactiviteiten, fietsenstallingen en vergelijkbare voorzieningen.
Alle verhardingen worden uitgevoerd met waterdoorlatende materialen. Enkel indien dit omwille van de stabiliteit van het wegdek of het voorkomen van infiltratie van verontreiniging in de bodem noodzakelijk is wordt een niet doorlatende monolietverharding toegestaan.
Nieuwe inrichtings- en infrastructuurwerken dienen gepaard te gaan met duurzaam waterbeheer op het eigen terrein: - verhardingen worden indien dit mogelijk is aangelegd met waterdoorlatende materialen, - regenwater wordt maximaal herbruikt conform de vigerende wetgeving - het niet herbruikte afstromende hemelwater wordt binnen het plangebied maximaal geïnfiltreerd en/of - wanneer de bodem geen of slechts beperkte infiltratie toelaat gebufferd binnen het plangebied volgens de vigerende wetgeving - vóór de infiltratie- en/of buffervoorziening en de lozing dient het hemelwater voorgezuiverd te worden onder de vorm een slibvang met olieafscheider en/of coalescentiefilter, of andere gelijkwaardige voorzieningen - afvalwater wordt behandeld in een zuiveringsinstallatie die beantwoordt aan de vigerende wetgeving
Alle hemelwater wordt op een correcte wijze gefilterd, gebufferd of geïnfiltreerd op het eigen terrein; of wordt (vertraagd) afgevoerd.
In functie van de inrichting van het bedrijfsterrein mag het bodempeil gewijzigd worden, het nieuwe peil dient steeds aan te sluiten bij het peil van omgevende terreinen, percelen, wegen of vergunde bouwwerken. STAPELEN EN STOCKEREN VAN GOEDEREN EN/OF MATERIALEN Stapelen in open lucht is slechts toegelaten als dit verantwoord en noodzakelijk is in functie van het product. De hoogte van de stapeling in open lucht is beperkt tot 5,00 m. Stapelen of stockeren in open lucht en de aanleg van parkeervoorzieningen mogen de interne circulatie niet in het gedrang brengen. Bovengrondse silo's moeten gegroepeerd ingeplant worden met de gebouwen die bevinden in het bebouwbare deel van de ambachtsstrook. Lichtmasten zijn in hoogte te beperken tot maximaal 7,00 m. De lichtbundel dient volledig gericht te zijn op het eigen terrein. Verlichtingstoestellen zijn zo te kiezen en te plaatsen dat elke lichtvervuiling voorkomen wordt.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
16
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
KLEINE BOUWWERKEN Volgende kleine bouwwerken zijn toegelaten (voor het overige is de strook niet bebouwd) : - bouwwerken voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut: deze bouwwerken hebben een maximale oppervlakte van 30 m² en een maximale hoogte van 3,00 m, tenzij aangetoond wordt dat een groter volume noodzakelijk is. Deze gebouwen zijn in te passen in de omgeving, zowel voor wat betreft de functionaliteit als het beeld. - overluifeling of in omvang beperkt afgesloten volume in functie van de bedrijfsactiviteiten: deze bebouwing mag in totaal maximaal 50 m² bodemoppervlak innemen, de hoogte is maximaal 3,00 m.
Hiermee worden cabines voor nutsvoorzieningen bedoeld.
Hiermee is bvb. een overdekte fietsenstalling of beschutting voor een servicepomp bedoeld.
BOVENGRONDSE HOOGSPANNINGSLEIDING (indicatieve overdruk) In de onmiddellijke omgeving van deze indicatieve aanduiding op het grafisch plan zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding met inbegrip van alle bijkomende elementen. De in de grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. De hoogtebeperkingen (voor het uitvoeren van handelingen), richtlijnen en veiligheidsvoorschriften van de hoogspanningsbeheerder moeten hierbij gevolgd worden. De door de Hoge Gezondheidsraad aanbevolen hoogspanningsleidingen zijn in rekening te brengen.
ARTIKEL 5
richtlijnen
ten
aanzien
Onder ‘bijkomende elementen’ zijn te begrijpen: de constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. Ze kunnen onder- of bovengronds uitgevoerd worden.
van
STROOK VOOR AMBACHT, BEDRIJFSGEBOUWEN
Categorie van gebiedsaanduiding: Bedrijvigheid
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 5.1.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
17
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Bestemming
De bestaande activiteiten kunnen behouden blijven. Uitbreiding van de activiteiten is mogelijk voor zover ze niet storend zijn voor de omgeving. Volgende hoofdactiviteiten zijn toegestaan: productie, opslag en verwerking van goederen; onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. De strook is verder bestemd voor: kantoren ondergeschikt en gekoppeld aan de bedrijfsactiviteit; een toonzaal in functie van de bedrijfsactiviteit voor zover de geëxposeerde en/of te koop aangeboden goederen rechtstreeks verbonden zijn aan de hoofdactiviteit van het bedrijf; louter commerciële activiteiten (zoals ze voorkomen in winkels en handelszaken) zijn niet toegelaten; bouwvolumes te gebruiken als berg- en stapelplaatsen, met bijhorende voorzieningen als eetplaatsen, uitrusting voor personeel, al dan niet overdekte stalling voor personenwagens en bedrijfsvoertuigen in functie van de bedrijfsactiviteit, voor zover deze functies verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving; opslagplaatsen van goederen met uitsluiting van afvalproducten van schadelijke aard, alle afval dient steeds in gesloten bouwvolumes gestockeerd worden; voorzieningen voor zuivering, buffering en infiltratie van water; Eén bedrijfswoning is toegestaan, volgende voorwaarden zijn hiervoor samen van toepassing: in deze strook kan voor bewakingspersoneel (conciërge, lid van heet kaderpersoneel, eigenaar, zaakvoerder of uitbater) maximaal één bedrijfswoning voor één gezin voorzien worden. de terreininname voor huisvesting voor bewakingspersoneel is beperkt tot maximaal 200 m², het volume bedraagt maximaal 1 000 m³ en moet geïntegreerd zijn in de bedrijfsgebouwen.
Strook 5 vormt samen met strook 4 één bedrijfssite. Strook 4 is bestemd voor stapelen in open lucht, in strook 5 is bebouwing i.f.v. productie en ermee verbonden activiteiten mogelijk.
.
Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: kleinhandel en bezoekersintensieve activiteiten; agrarische productie; transportbedrijf; afvalverwerking waarbij sloop of opslag in open lucht voorkomen; verwerking en bewerking van mest of slib; zware metaalindustrie; slachterij; be- of verwerking van explosieven.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 5.2.
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
18
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
Inrichting
Voor het niet bebouwde deel van deze strook zijn de voorwaarden van strook 4 van toepassing. Herbouwen, verbouwingen en nieuwbouw van bedrijfsgebouwen zijn mogelijk. De terreininname van de bestaande en vergunde bebouwing mag (door middel van nieuwbouw, herbouwen of verbouwen) uitgebreid worden met 20 % binnen de grenzen van deze strook. De uitbreiding van de bebouwde oppervlakte wordt, voor zover dit bedrijfsmatig en vanuit het oogpunt veiligheid voor personeel en omgeving verantwoord is, gegroepeerd met de overige bebouwing. In geval van herbouwen of nieuwbouw van loodsen binnen deze strook is het bouwvolume in te planten op minstens 10 m van de grens van het RUP. Deze 10 m brede strook is bestemd en aan te leggen als groenbuffer conform strook 7. Deze bepaling is niet van toepassing voor de bebouwing gesitueerd tussen de strook voor woningbouw en de loods op perceel 2122G3 voor zover deze bebouwing geen productieruimte is. De landschappelijke integratie van het bedrijf is in elk geval te versterken. Bij de aanleg van de open ruimte dient de nadruk te liggen op een zo goed mogelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen, -terreinen en -activiteiten in de woon-, landschappelijk/agrarische omgeving.
Alle werken, handelingen, voorzieningen en maatregelen in functie van een goede waterhuishouding (hemelwaterbuffering, infiltratievoorzieningen, waterzuivering, etc.) worden in deze bestemmingszone toegelaten, mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving.
Middelen tot het versterken van de landschappelijke integratie zijn ondermeer: het aanleggen van een adequate groenbuffer (conform de hierna geformuleerde voorschriften), de vormgeving, de materialen en kleuren van de bouwwerken en infrastructuren beter afstemmen op de omgeving.
VERHARDINGEN De bepalingen van artikel 4 zijn van toepassing. STAPELEN EN STOCKEREN VAN GOEDEREN EN/OF MATERIALEN De bepalingen van artikel 4 zijn van toepassing. VORMGEVING VAN GEBOUWEN EN MAATVOERING Platte en hellende daken zijn toegelaten.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
19
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
De hoogte tot de dakrand of nok bedraagt maximaal 12.00 meter. Indien de noodzaak daartoe vanuit bedrijfstechnische noden aangetoond wordt, mag voor een ondergeschikt deel van de bebouwing een grotere bouwhoogte aangevraagd worden, op voorwaarde dat het hogere volume (door middel van vormgeving, materiaalkeuze, kleur, textuur, …) passend geïntegreerd wordt. Nieuwe gebouwen worden minstens op een afstand die gelijk is aan de hoogte van het gebouw ingeplant tegenover aanpalende eigendommen.
Zie ook de bepaling betreffende het (her)bouwen van loodsen (5.2 – 3° paragraaf)
BOUWVOLUMES EN GEVELBEELD Na nieuwbouw, verbouwings- of uitbreidingswerken dient het bouwvolume zowel naar inplanting en uiterlijke verschijning één samenhangend geheel te vormen dat past binnen en aansluit bij de omgeving.
De omvang en inplanting van de bouwvolumes – zowel bij nieuwbouw als bij uitbreiding of verbouwing van bestaande gebouwen – moet op basis van bedrijfsorganisatorische en economische argumenten verantwoord worden in de toelichtingsnota van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning.
Alle gebouwde elementen dienen als zelfstandig gegeven en als element van de omgeving één architecturaal geheel te vormen. Integratie van de gebouwde elementen in de omgeving dient gerealiseerd te worden d.m.v. de inplanting van volumes, de omvang van de gebouwen, een eenvoudige vormgeving en de keuze van kleur en textuur van de materialen. De aard van de beplanting is zo te kiezen en te plaatsen dat de gebouwen en de aanleg van de open ruimten van het bedrijf visueel zo goed mogelijk opgenomen worden in de omgeving. De goede visueel-ruimtelijke inpassing van het bedrijf is in de eerstvolgende aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning vervat en wordt door middel van accurate simulatiebeelden aangetoond. Bij deze aanvraag dienen de gebouwde en groenvolumes en materialen zeer duidelijk voorgesteld te worden. De kleur en de textuur van de materialen zijn te kiezen i.f.v. de aanwezige kleuren in de omgeving. Het aantal materialen, texturen en kleuren is strikt te beperken. De kleur van de hellende daken mag slechts in beperkte mate verschillen van de gevelvlakken. Detailleringen in de gevelvlakken (regenwaterpijpen, goten, ramen poorten, etc.) moeten dezelfde kleur hebben als de gevelvlakken waarin ze zich bevinden. Silo’s en wanden rond opbergplaatsen zijn uit te voeren in materialen en kleuren die
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
20
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN overeenstemmen met de overige bouwvolumes en maximaal geïntegreerd zijn in de (landschappelijke) omgeving.
BOVENGRONDSE HOOGSPANNINGSLEIDING (indicatieve overdruk) In de onmiddellijke omgeving van deze indicatieve aanduiding op het grafisch plan zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding met inbegrip van alle bijkomende elementen. De in de grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. De hoogtebeperkingen (voor het uitvoeren van (bouw)werken en handelingen), richtlijnen en veiligheidsvoorschriften van de hoogspanningsbeheerder moeten hierbij gevolgd worden. De door de Hoge Gezondheidsraad aanbevolen hoogspanningsleidingen zijn in rekening te brengen.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
richtlijnen
ten
aanzien
Onder ‘bijkomende elementen’ zijn te begrijpen: de constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. Ze kunnen onder- of bovengronds uitgevoerd worden.
van
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
ARTIKEL 6
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
21
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
STROOK VOOR OPENBARE BESTEMMING, NABESTEMMING AMBACHT
Categorie van gebiedsaanduiding: Gemeenschaps- en (openbare) nutsvoorzieningen
6.1.
Bestemming
De bestemming is Gemeenschaps- en (openbare) nutsvoorzieningen, in functie van een hoogspanningstracé.
In deze strook is een pyloon voor de hoogspanningsleiding gebouwd.
Na het verwijderen van het hoogspanningstracé en de infrastructuur die daarvoor gebruikt wordt zal de nabestemming ambacht geactiveerd worden in aansluiting met strook 4.
Hierbij is op te merken dat de (vermoedelijke) bestemming volgens het gewestplan ambacht is.
6.2.
Inrichting
De volledige oppervlakte van de strook mag gebruikt worden in functie van gemeenschapsvoorzieningen of openbaar nut, de bestaande pyloon kan behouden blijven. Het niet bebouwde deel is te beplanten. Na het slopen van de hoogspanningspyloon wordt de nabestemming geactiveerd. De oppervlakte van deze strook wordt dan bestemd en ingericht onder dezelfde voorwaarden als strook 4.
BOVENGRONDSE HOOGSPANNINGSLEIDING (indicatieve overdruk) In de onmiddellijke omgeving van deze indicatieve aanduiding op het grafisch plan zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding met inbegrip van alle bijkomende elementen. De in de grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht. De hoogtebeperkingen (voor het uitvoeren van (bouw)werken en
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
Onder ‘bijkomende elementen’ zijn te begrijpen: de constructies of gebouwen die nodig of nuttig zijn om de leidingen te kunnen exploiteren. Ze kunnen onder- of bovengronds uitgevoerd worden.
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
22
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN handelingen), richtlijnen en veiligheidsvoorschriften van de hoogspanningsbeheerder moeten hierbij gevolgd worden. De door de Hoge Gezondheidsraad aanbevolen hoogspanningsleidingen zijn in rekening te brengen.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
richtlijnen
ten
aanzien
van
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
ARTIKEL 7
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
23
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
BUFFERSTROOK
Categorie van gebiedsaanduiding: Bedrijvigheid
7.1.
Bestemming
De strook is bestemd als groene bufferzone en dient als dusdanig aangelegd of bewaard te worden met als doel de inrichting van de stroken visueel af te schermen en doorgang te verhinderen. De strook is enkel toegankelijk voor onderhouds- en instandhoudingswerken.
De bepalingen van dit artikel zijn ook van toepassing voor de 5 m brede bufferstrook tussen strook 2 en 4.
Binnen deze zone is het verboden om materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen te stapelen en/of voertuigen te stallen. Elke vorm van verharding en bebouwing is uitgesloten. Wijzigen van het niveau van de bodem in functie van het bufferen of infiltreren van water is niet toegestaan.
De bufferstroken dienen over de volledige oppervlakte dicht beplant te worden. Gezien de breedte van de bufferstroken eerder beperkt is, is het niet toelaatbaar dat voorzieningen in functie van de activiteiten van het bedrijf in deze strook gesitueerd worden.
7.2.
Inrichting
Het groenscherm dient te bestaan uit standplaatsgeschikte streekeigen en inheemse laagstammige bomen met laagstammige tussenbeplanting, zodat visueel een doorlopende dichte - buffer ontstaat. Waar de breedte van de bufferstrook 2 m is wordt een doorlopende en visueel dichte beplanting met struikgewas als brede hagen aangeplant en onderhouden. Het groenscherm heeft een hoogte van 5 meter als de breedte van de bufferstrook groter is dan 4 meter. De hoogte van het groenscherm in een bufferstrook met een breedte van 2 meter is 3 meter. Ten laatste in het plantseizoen volgend op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning moet de bufferstrook integraal beplant zijn, zo niet kunnen er geen verdere stedenbouwkundige vergunningen worden verleend. In de bufferstrook mag, indien de noodzaak aangetoond wordt n.a.v. de aanvraag, een
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
24
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
geluidsberm of geluidsscherm uitgevoerd worden. De hoogte van de berm mag maximaal 4.00 m bedragen, de beplanting voldoet aan dezelfde voorwaarden als hiervoor bepaald. Een geluidsscherm mag tussen de dichte beplanting uitgevoerd worden, het moet eenvoudig en onopvallend zijn qua vormgeving. De kleur stemt overeen met deze van het groen in deze strook. De hoogte is beperkt tot 4.00 m boven het maaiveld. Het materiaal waaruit het scherm vervaardigd is, dient gekozen te worden in functie van de maximale integratie in de bufferstrook. In deze strook mogen geen in- of uitritten aangelegd worden. Afsluitingen mogen alleen uitgevoerd worden als levende hagen in combinatie met een geplastificeerde draadafsluiting bevestigd op paaltjes. De maximale hoogte is 2,10 m.
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
Het plaatsen van niet doorzichtige afsluitingen (in hout, beton, …) is in geen enkel geval toelaatbaar.
versie d.d. 03.12.12
GEMEENTE WAASMUNSTER
RUP
BET ONF ABRIEK DE BO NT E
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
25
TOELICHTING, DOELSTELLINGEN, VISIE
VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN
Gezien en voorlopig aangenomen door de Gemeenteraad in zitting van . . . . . . . . . . . . . . . . Bij bevel : De Secretaris,
De Burgemeester,
Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan voor openbaar onderzoek op het Gemeentehuis werd neergelegd van . . . . . . . . . . . . . . . tot . . . . . . . . . . . . . . . . Vanwege het College : De Secretaris,
De Burgemeester,
Definitief aangenomen door de Gemeenteraad in zitting van . . . . . . . . . . . . . . . . Bij bevel : De Secretaris,
ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW E + W EGGERMONT
De Burgemeester,
versie d.d. 03.12.12