ROUTEOPDRACHTEN STAR RALLY 2014 ALGEMEEN 1. Voor het construeren van de route moet gebruik gemaakt worden van de door de organisatie verstrekte kaartfragmenten en de daarop voorkomende wegen, voorzien van 2 bermlijnen, waarvan er minstens 1 ononderbroken moet zijn. Doorgetrokken bermlijnen sluiten een weg niet af. Doorgetrokken lijnen, welke een scheiding in rijbanen aanduiden, blokkeren de aansluiting tussen wegen wel. 2. Weggedeelten die voorzien zijn van een blokkeringkruis of streep of door de organisator aangebrachte tekens en teksten mogen niet in de te construeren route worden opgenomen. Kaarttekens en kaartteksten blokkeren de route niet. 3. Binnen een omcirkelde situatie is de route vrij en er zal geen controle staan. Bij een gewijzigde wegaansluiting, bijvoorbeeld door aanleg van een rotonde, mag ter plaatse gebruik gemaakt worden van niet op de kaart voorkomende wegen. Er hoeft niet te worden omgereden. Opmerking: In de punten trajecten zijn de punten aangegeven met een zwarte cirkel om de punt. Deze cirkels vallen buiten dit artikel. 4. Tenzij per traject anders aangegeven, mogen wegen meerdere keren in beide richtingen in de route worden opgenomen. Samenkomsten van wegen mogen meerdere keren in de route worden opgenomen ongeacht de richting, tenzij per traject anders aangegeven. 5. Wanneer, door welke reden dan ook, de voorgenomen route niet gereden kan worden, moet vanaf die situatie een omrij route geconstrueerd en gereden worden waarbij zo min mogelijk van de oorspronkelijk geconstrueerde route gemist wordt en waarbij de omrij route zo kort mogelijk moet zijn. Indien in de geconstrueerde omrij route een weg niet gereden kan worden, vervalt de geconstrueerde omrij route en construeert u op die plek een nieuwe omrij route naar het oorspronkelijke opname punt. 6. Indien in een kaartleessysteem ingetekende pijlen worden gebruikt, dan kan een pijl worden aangegeven door een lijnstuk met een pijlteken, dat niet altijd aan het eind van een lijnstuk staat. De pijl wordt dan geacht de volledige lengte van het lijnstuk te hebben. 7. Beperkingen binnen een traject (route tussen opeenvolgende tijd- en/of routecontroles) zijn niet van toepassing in een ander traject. Elk traject staat op zich. Heeft men in een traject een bepaalde weg gereden, dan mag men deze weg in een volgend traject straffeloos in de andere richting rijden. 8. Herstelopdrachten, al dan niet opgesteld bij een passeercontrole, dienen met voorrang op de opdracht waarmee men bezig is te worden uitgevoerd. Een herstelopdracht kan worden voorafgegaan door een categorie letter, bijvoorbeeld S (Sport) of T (Toer). Toe te passen codes zijn: HK Hier keren NVO Niet verder omrijden 1R eerste rechts DMP Doorgaan met pijl/punt………. 1L eerste links DMIL Doorgaan met ingetekende lijn NAG Nieuwe wegaansluiting gebruiken 9. Routecontroles staan in principe aan de rechterzijde van de weg. Indien daar aanleiding voor is, kunnen de routecontroles bijv. bij driehoeken, achter bomen, in keerlussen en op rotondes ook aan de linkerzijde van de weg geplaatst zijn. 10. Langs de route kunnen dwangpijlen worden geplaatst. Een aan de route geplaatste (enkele) dwangpijl geeft een verplichte rijrichting aan. Deze enkele pijlen dienen gevolgd te worden totdat een dubbele pijl wordt bereikt. Hier pakt u de route weer op. Een naar beneden wijzende dwangpeil duidt aan dat de weg erachter niet gereden mag worden. Te allen tijde dient de equipe – en is daarvoor zelf verantwoordelijk, ook indien de route niet door de organisatie is (af)gepijld – zo kort mogelijk na een onderbreking de oorspronkelijk geplande route te vervolgen. 11. Wegen die zijn voorzien van onderstaande bebording c.q. verkeersborden mogen NIET worden gereden: Bord “Opengesteld”. Borden die aangegeven dat het om een landgoed c.q. particulier terrein gaat. Borden “Verboden Toegang” ,“Eigen Weg” o.d. (gecombineerd met inrij verbod voor bepaalde auto’s of alle verkeer). Wegen voorzien van een bord “Doodlopende weg” mogen in de route worden opgenomen indien de route daar aanleiding toe geeft. 12. Een routeopdracht kan voor categorie Sport en Toer een andere opdracht inhouden. 13. In het infoboek is de legenda van de gebruikte kaartfragmenten opgenomen. Deze legenda is gedurende het gehele evenement van toepassing. 14. Wanneer een traject uit meerdere kaartfragmenten bestaat, dienen die als één geheel te worden beschouwd. 15. Voor het maken van de routeopdrachten is gebruik gemaakt van topografische kaarten, schaal 1:50.000. Het kaartmateriaal dat door de organisator is verstrekt is bindend. Pagina 1 van 5
16. Voor de “testjes” kan de organisatie gebruik maken van afwijkend kaartmateriaal. 17. Keerlussen in de route dienen tegen de wijzers van de klok in gereden te worden.
KAARTLEESSYSTEMEN DAGTRAJECT KP 1 “Beekbergen” Blokkerende Pijlen (Categorie Sport en Toer) 1. Van de start naar de eerste pijl, van pijl tot pijl en van de laatste pijl naar het eind van de KP dient (eerst) de kortste route geconstrueerd te worden. 2. De pijlen dienen (dan) in nummervolgorde te worden ontweken, waarbij zowel voor als na de pijl het overgeslagen deel van de route zo kort mogelijk dient te zijn. U dient daarom de laatste samenkomst van kaartwegen voor de pijl de route te verlaten en u dient de route op de eerste samenkomst van kaartwegen na de blokkerende pijl de route weer in voorwaartse richting te vervolgen. 3. Het is nimmer toegestaan een weg of weggedeelte dat voorzien is van een pijl te berijden. Het raken of kruisen van een pijl is niet toegestaan. 4. Wegen en samenkomsten van wegen mogen meerdere keren worden bereden. Wegen mogen slechts in één richting worden bereden, waarbij rekening dient te worden gehouden met de (rij)richting van de geconstrueerde route. Samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden. Het raken of kruisen van de geconstrueerde route wordt als voorwaarts rijden beschouwd. KP 2 “Kootwijk” Bol-pijl met afstandregistratie (Categorie Sport en Toer) Aan de hand van de getekende situaties en met inachtneming van de hiernavolgende bepalingen, dient een route te worden gereden van de bol naar de punt van de pijl. De pijl dient uiteraard in de aangegeven richting bereden te worden. 1. De afstand van iedere bol-pijl situatie naar de volgende bol-pijl situatie is niet aangegeven. 2. De situaties zijn niet op schaal getekend. 3. De situaties kunnen gestileerd zijn weergegeven. Dit wil zeggen dat het meer of minder schuin en/of bochtend lopen van wegen niet zo getekend hoeft te zijn. 4. Verharde wegen zijn getekend middels een ononderbroken lijn. Onverharde wegen zijn getekend middels een onderbroken lijn (stippellijn). 5. Tussen twee bol pijl-opdracht dient men de meest doorgaande (hoofd)weg te volgen. Belangrijk : U dient de totaal afgelegde afstand in km’s met één cijfer achter de komma, van deze proef van start naar finish in het eerstvolgende vakje van uw controlekaart te noteren, met de vermelding KP 2 erbij. KP 3 “Ederveen” Vakken langste route (Categorie Sport en Toer) 1. In een vak dient een zo lang mogelijke route te worden gereden, waarbij geldt dat: a. het vak maar éénmaal mag worden in- en uitgereden. b. wegen in het vak maar éénmaal mogen worden gereden. c. samenkomsten van wegen in vakken meerdere malen mogen worden bereden, met dien verstande dat de route mag worden geraakt maar niet gekruist. Dus twee maal rechts af is oké, twee maal links af niet oké. 2. De vakken zijn genummerd en dienen in nummervolgorde te worden gereden. 3. Tussen de vakken onderling dient de kortste route geconstrueerd en gereden te worden. KP 1. 2. 3. 4. 5.
4 “Lunteren” Grensbenadering (Categorie Sport en Toer) De aangegeven lijn dient als de te benaderen grens te worden beschouwd. Het oppervlak tussen de route en de grens dient zo klein mogelijk te blijven. De grenslijn mag worden geraakt, maar nimmer worden overschreden. Wegen en samenkomsten van wegen mogen meerdere keren in beide richtingen worden gereden. Indien een weg of weggedeelte niet kan of mag worden gereden dient ter plaatse een nieuwe grensbenaderingsroute te worden geconstrueerd en gereden. 6. U dient de grens aan uw rechterhand te houden, dus zoveel mogelijk rechts afslaan. 7. Het op een weg/weggedeelte louter heen en weer rijden wordt niet als oppervlak verkleinend beschouwd.
Pagina 2 van 5
KP5 “Buren” Pijlen kortste route (Categorie Sport en Toer) 1. Onder ieder pijl wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen. 2. De pijlen dienen in nummervolgorde te worden gereden. 3. De pijlen dienen van de voet tot de punt van de pijl zo nauwkeurig mogelijk en via de kortste route gereden te worden in voorwaartse richting. 4. Het is niet toegestaan om een pijl tegengesteld te rijden. 5. Van de start van de KP naar de eerste pijl, van pijl tot pijl en van de laatste pijl naar het einde van de KP dient steeds de kortste route geconstrueerd en gereden te worden. 6. Wegen mogen meerdere malen in één richting worden gereden, samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden. 7. Pijlen en gedeelten van pijlen mogen worden gereden als zij nog niet aan de beurt zijn of als ze al aan de beurt zijn geweest, echter nooit tegengesteld. KP 6 “Willemspolder” T- systeem (Categorie Sport) Construeer en rijdt een aaneengesloten route via de op het kaartfragment ingetekende T’s, met inachtname van het volgende: 1. Van de zelf-start naar T1, van T1 naar T2, van T2 naar T3 en van T3 naar de zelffinish dient de kortste route te worden gekozen. 2. Een T dient eerst volledig te worden gereden alvorens verder te gaan naar een volgende T. 3. De bovenbalk van een T mag echter NIMMER ononderbroken worden gereden. 4. Er mag gebruik worden gemaakt van delen van T’s welke reeds zijn gereden of nog gereden moeten worden. In het laatste geval dient de betreffende T alsnog geheel te worden gereden. Ook in deze gevallen mag de bovenbalk niet ononderbroken worden gereden. 5. Alle wegen mogen meerdere keren in de route worden opgenomen echter steeds in één en dezelfde richting. Samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden Belangrijk : U dient de totaal afgelegde afstand in km’s met één cijfer achter de komma, van deze proef van start naar finish in het eerstvolgende vakje van uw controlekaart te noteren, met de vermelding KP 6 erbij. Voorbeeld T-systeem Er mag nooit rechtsreeks van A naar B of van B naar A worden gereden (rode route). De andere opties (groene routes) zijn onbeperkt toegestaan.
KP 7 “Medel” Visgraat (Categorie Sport en Toer) 1. De te rijden route is aangegeven door middel van een rechte lijn. Aan deze lijn zijn zijstreepjes getekend welke zijwegen voorstellen. Deze zijwegen dient men tijdens het rijden van de route te laten liggen/overslaan. VOORBEELD: Een streepje naar rechts wil dus zeggen dat u één weg rechts moet laten liggen. Dat kan een normale zijweg naar rechts zijn maar bij een zijweg naar links dient u de rechtdoor gaande weg te beschouwen als de rechts te laten liggen weg. U gaat dus links af en laat de rechtdoorgaande weg rechts liggen. VOORBEELD: Bij een streepje naar rechts en naar links dient u een weg zowel rechts als links te laten liggen. Komt vaak neer op viersprong recht door. VOORBEELD: Twee streepjes aan de linker zijde kan dus betekenen dat u op een viersprong rechts moet gaan om aldus twee wegen links te laten liggen. 2. Indien afstanden worden aangegeven zijn deze gerekend vanaf de start van de proef. 3. Het systeem is niet op schaal getekend. 4. Verharde wegen zijn ononderbroken aangegeven. Onverharde wegen zijn gestreept getekend. 5. De visgraat is verticaal getekend en dient van beneden naar boven te worden gelezen.
Pagina 3 van 5
KP 8 “Greffelkamp” Ingetekende- en Blindelijn (Categorie Sport en Toer) 1. De ingetekende / blinde lijn dient zo nauwkeurig mogelijk van het begin tot het eind gereden te worden in voorwaartse richting. 2. Onder de ingetekende / blinde lijn wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen, mocht dit niet zo zijn, dan treden de omrijregels (punt 5 Algemeen) in werking. 3. De ingetekende lijn mag eveneens in de omrij route worden opgenomen echter steeds in voorwaartse richting. 4. Wegen mogen meerdere malen worden gereden echter in één en dezelfde richting. 5. Samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden. 6. Het raken of kruisen van de ingetekende lijn wordt als voorwaarts rijden beschouwd. 7. ALLEEN VOOR DE CATEGORIE SPORT GELDT: Dwarsstreepjes op de ingetekende lijn zijn barricades. Het is nimmer toegestaan een weg/weggedeelte dat voorzien is van een barricade te berijden. Hierbij treden de omrijregels (punt 5 Algemeen) in werking. 8. ALLEEN VOOR DE CATEGORIE SPORT GELDT: De barricades dienen op nummervolgorde ontweken worden, waarbij zowel voor als na de barricade het overgeslagen deel van de ingetekende lijn zo kort mogelijk dient te zijn. U dient daarom op de laatste samenkomst van kaartwegen voor de barricade de ingetekende lijn te verlaten en u dient de ingetekende lijn op de eerste samenkomst van kaartwegen na de barricade weer in voorwaartse richting te gaan rijden. KP 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
9 “Zweekhorst” Pijlen op één na kortste route (Sport), Pijlen kortste route (Toer) Onder ieder pijl wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen. De pijlen dienen in nummervolgorde te worden gereden. De pijlen dienen van de voet tot de punt van de pijl zo nauwkeurig mogelijk en via de kortste route gereden te worden in voorwaartse richting. Het is niet toegestaan om een pijl tegengesteld te rijden. Wegen en samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden. Pijlen en gedeelten van pijlen mogen niet worden gereden als zij nog niet aan de beurt zijn of als ze al aan de beurt zijn geweest. ALLEEN VOOR DE CATEGORIE SPORT GELDT: Van de start van de proef c.q. het kaartleestraject naar de eerste pijl, van pijl tot pijl en van de laatste pijl naar het einde van de proef c.q. het kaartleestraject dient steeds de één na kortste route geconstrueerd en gereden te worden. ALLEEN VOOR DE CATEGORIE TOER GELDT: Van de start van de proef naar de eerste pijl, van pijl tot pijl en van de laatste pijl naar het einde van de proef dient steeds de kortste route geconstrueerd en gereden te worden.
Pagina 4 van 5
KP 10 “Ede” Vertakte pijlen (Categorie Sport) Construeer en rijdt een aaneengesloten route met inachtneming van het volgende: 1. De pijlen dienen in nummervolgorde in de route te worden opgenomen. 2. Van de start naar de eerste vertakte pijl, tussen vertakte pijlen onderling en van de laatste vertakte pijl tot de finish van de KP, dient de kortste route gereden te worden. 3. Een vertakte pijl begint bij de voet welke het verst van de pijlpunt is gelegen. 4. De pijl dient eerst van de voet van de pijl tot de pijlpunt te worden gereden. Daarna dienen de vertakkingen te worden gereden in de volgorde: eerst de langste vertakking, dan de op één na langste vertakking, vervolgens de op twee na langste vertakking, enzovoorts, enzovoorts. 5. De vertakkingen dienen steeds gereden te worden tot de pijlpunt. Bij a) b) c)
het bepalen van de route mogen: Pijlen (of delen daarvan) alsmede de vertakking(en), eerder worden gereden dan zij aan de beurt zijn. Pijlen (of delen daarvan) alsmede de vertakking(en), nogmaals worden gereden. Pijlen (of delen daarvan) alsmede de vertakking(en), nooit in tegengestelde richting in de route worden opgenomen. d) Pijlen(of delen daarvan), alsmede de vertakkingen worden geraakt en gekruist. Dat wordt beschouwd als voorwaarts rijden. e) Wegen mogen meerdere malen in één richting in de route worden opgenomen. f) Samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen in de route worden opgenomen. Voorbeeld van vertakte pijlen
V1
A
FINISH
START
Voet
D A
C E A
V1
vertakking
A
Controle
B C
V2
Volgorde; START – C – B – A – D – B – E – B – A – FINISH
KAARTLEESSYSTEMEN AVONDTRAJECT KP 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
11 “Hoge Veluwe” Pijlen kortste route (Categorie Sport en Toer) Onder ieder pijl wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen. De pijlen dienen in nummervolgorde te worden gereden. De pijlen dienen van de voet tot de punt van de pijl zo nauwkeurig mogelijk en via de kortste route bereden te worden in voorwaartse richting. Het is niet toegestaan om een pijl tegengesteld te rijden. Van de start van de proef naar de eerste pijl, van pijl tot pijl en van de laatste pijl naar het einde van de proef dient steeds de kortste route geconstrueerd en gereden te worden. Wegen en samenkomsten van wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden gereden. Pijlen en gedeelten van pijlen mogen worden gereden als zij nog niet aan de beurt zijn of als ze al aan de beurt zijn geweest, echter nooit tegengesteld.
Pagina 5 van 5