Agendapunt 16.2
RMC Regio Rijnmond Jaarplan 2012
Jaarplan RMC Regio Rijnmond Documentnaam en versie: 120126 Jaarplan 2012 c7 Akkoord DB RMC 14 december 2011 Geagendeerd ter vaststelling in Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg: 16 februari 2012 Stellers: Sanneke van Well / Marco de Waal in samenwerking met de subregiocoördinatoren Regiocoördinatie: Marco de Waal 06 22 060 186
[email protected]
Inleiding Het RMC, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, registreert voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) en informeert, adviseert en begeleidt jongeren van 18 tot 23 jaar naar een opleiding, werk of een ander traject. Van de RMC wordt verwacht dat zij zorgt voor een regionaal netwerk van gemeenten, scholen, instellingen en organisaties. Ze organiseert en coördineert de registratie en doorverwijzing van schooluitval en draagt daardoor bij aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. De subregio’s hebben elk een steunpunt waarin jongeren verder begeleid worden naar school en als dat niet haalbaar is naar werk, liefst met een opleiding. De 19 regiogemeenten regio Rijnmond zijn geclusterd in 4 subregio’s: • Nieuwe Waterweg Noord (NWN); • Rotterdam (RDM); • Rijnmond Zuid-Oost (RZO); • Zuid-Hollandse Eilanden (ZHE).
Terugblik 2011 De speerpunten voor 2011 luidden als volgt: • Verbeteren registratieve ondersteuning, • Verzuimprotocol mbo, • Locatiegerichte inzet, • Intensiveren handhavingsinstrumenten, • Scoutprojecten, • Service Level Agreements (SLA’s), • Verbeteren regionale sturing. Verbeteren registratieve ondersteuning Het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters is de kern van de RMC-taak. Deze taak vereist een goed netwerk en een kwalitatief goede regioregistratie. In 2011 is in Rotterdam een nieuw registratiesysteem ontwikkeld waarop begin 2012 wordt overgestapt. Dit systeem sluit het beter aan op de DUO-gegevens dan het oude registratiesysteem en met het nieuwe systeem wordt de managementinformatie verbeterd. In de regio ZHE is een start gemaakt met de implementatie van een nieuw registratiesysteem. Dit nieuwe systeem is webbased moet alle jongeren van 5 t/m 23 jaar gaan behelzen. De subregio’s RZO en NWN hebben reeds een nieuw registratiesysteem. In het 4e kwartaal 2011 is de koppeling met het SUWI een feit. Met deze gegevens is er een koppeling met de bestanden van het UWV waardoor gezien kan worden of een jongere al dan niet een uitkering heeft en of hij werk heeft. Verzuimprotocol mbo Het verzuimprotocol mbo is bestemd voor gemeenten, steunpunten en onderwijsinstellingen en vastgesteld in het Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg (PHO jz) op 17 februari 2011. Het verzuimprotocol is een draaiboek behorend bij het verzuimbeleid van de onderwijsinstellingen en de gemeenten/subregio’s. Het protocol is per 1 september 2011 geïmplementeerd. De belangrijkste elementen uit dit protocol zijn: 1. Eén aanpak voor 16-23 jarigen, behalve waar de wet dat niet toestaat. Dat betekent het volgende: 2
• Jongeren 18+ worden eerder in het proces betrokken (4 weken eerder). • Ook ouders van jongeren 18-23 worden betrokken. 2. Er is een warme overdracht via de actietafel mbo. Met name bij 18+ is het ook van belang dat we weten wie het zijn en waarom ze verzuimen zodat ze bij 4 weken onafgebroken verzuim in een passend RMC-traject kunnen instromen. 3. Er is een expliciete link met de zorgstructuur (incl. ZAT) op scholen in het protocol opgenomen. Dit naar aanleiding van opmerkingen uit het PHO jz dat de link met zorg werd gemist. 4. Er is een inspanningsverplichting voor scholen in opgenomen om de jongeren op school te houden (bv. andere opleiding, andere locatie, hulpverlening, etc.) Het resultaat van de implementatie van het protocol moet zijn dat scholen en gemeenten er gezamenlijk alles aan doen om verzuim tegen te gaan. Hiermee zorgen we er voor dat jongeren zo lang mogelijk op school blijven. Locatiegerichte inzet Het is wenselijk om op die locaties waar verzuim een groot probleem is ambtenaren op locatie in te kunnen zetten. Het verzuimbeleid krijgt hiermee meer aandacht. Op locaties waar het wordt ingezet, wordt van de scholen zelf een extra inspanning verwacht om verzuim preventief aan te pakken. Het doel van locatiegerichte inzet is tweeledig: het terugdringen van verzuim en het verbeteren van de verzuimmeldingen (zowel kwalitatief als kwantitatief). Voorwaarde hiervoor is wel dat DUO ook de cijfers per locatie levert waar jongeren hun opleiding volgen. Met ingang van het schooljaar 2011/2012 is op zes mbo-locaties (drie pilotlocaties in Rotterdam en per subregio één locatie) een pilot gestart. Het doel van de pilot is te onderzoeken of locatiegerichte inzet daadwerkelijk een verbetering van de aanpak van schoolverzuim is. Tevens is het doel om inzicht te krijgen in de toename van het aantal meldingen. In de pilot wordt de werkwijze getoetst op efficiëntie en effectiviteit. Dekking voor de pilot is vanuit de RMC-reserves conform het besluit van het PHO jz op 30 juni 2011. Intensiveren handhavingsinstrumenten In 2011 is, vooruitlopend op eventuele uitrol in de regio, in Rotterdam gestart met het opzetten van schoolcontroles in samenwerking met de Onderwijsinspectie, last onder dwangsom en de pilot schorsen studiefinanciering. De schoolcontroles starten begin 2012. Bij succes wordt gekeken of de handhavingsinstrumenten regionaal uitgerold kunnen worden. Scoutprojecten Het doel van de scoutprojecten was om de groep jongeren waarvan niet bekend is of zij op school zitten, werken of thuiszitten, in beeld te brengen. Deze jongeren reageren niet op schriftelijke pogingen tot contact en behoren daarom tot de groep “onbekend”. Door directe benadering van de jongeren door de scouts wordt deze groep zo goed mogelijk in kaart gebracht. Het tweede doel was om jongeren die niet in het bezit bleken te zijn van een startkwalificatie en geen opleiding volgden “warm” over te dragen aan het Steunpunt Jongeren voor begeleiding. Middelen voor de uitrol en voortzetting van het project Jongerenscout waren gevonden in de RMC-reserves. De scoutprojecten liepen t/m het schooljaar 2010-2011. Met ingang van schooljaar 2011-2012 is de financiering stopgezet en zijn de scoutprojecten gestopt. Service Level Agreement (SLA), In het kader van de aanpak van VSV wordt door de regiogemeenten in verhouding veel tijd besteed aan het verkrijgen, doorzetten en terugmelden van de voor de registratie benodigde gegevens. De kwaliteitsafspraken van augustus 2007 bevatten de afspraken die gemaakt zijn tussen de gemeenten, steunpunten en regioregistratie over de gegevensuitwisseling met het scholenveld. Met de komst van DUO-informatie voldeden die afspraken niet meer en dienen deze kwaliteitsafspraken herzien te 3
worden. Deze kwaliteitsafspraken zijn vastgelegd in een SLA. Met de SLA worden de RMCmedewerkers en de hulpverlening op lokaal niveau optimaal bediend wat betreft de rechtstreekse leveringen en daarmee de kortere doorlooptijden voor het inzichtelijk maken van voortijdig schoolverlaten. Verbeteren regionale sturing Voor de regionale sturing is een governance-model opgesteld. Dit model is in het PHO jz op 30 juni 2011 vastgesteld. Hiermee werd een strakkere sturing binnen de regio beoogd. De RMCsubregiocoödinatoren en de wethouders uit het dagelijkse bestuur RMC (DB RMC) kregen hiermee een grotere verantwoordelijkheid in het voorbereiden van het DB RMC en het PHO jz en de coördinatie binnen de subregio’s.
RMC-effectrapportage 2011 Jaarlijks moet voor 1 december de RMC-effectrapportage worden ingediend bij DUO. Hierin wordt gevraagd om de realisatie van het terugleiden van uitvallers naar een opleiding of naar een werk (liefst met een opleidingscomponent). Deze effectrapportages zijn per subregio. Hieronder staat een samenvatting van de effectrapportage van de regio zoals dit is gerapporteerd aan DUO. RDM
NWN
ZHE
RZO
Totaal
nieuwe vsv’ers (terug) naar opleiding (ook particuliere)
948
291
264
85
(terug) naar werk in combinatie met opleiding
135
8
90
16
1588 249
Werk (nog zonder startkwalificatie)
509
250
109
133
1001
overig*
2565
303
383
211
3462
totaal
4157
852
846
445
6300
naar opleiding (ook particuliere)
780
83
119
179
1161
naar werk in combinatie met opleiding
217
16
56
91
380
Werk (nog zonder startkwalificatie)
1535
343
93
950
2921
overig
1569
306
305
633
2486
totaal
4101
748
573
1853
6948
1728
374
383
264
2749
oude vsv’ers
Oud + nieuw (terug) naar opleiding (ook particuliere) (terug) naar werk in combinatie met opleiding
352
24
146
107
629
Werk (nog zonder startkwalificatie)
2044
593
202
1083
3922
overig
4134
609
688
844
5948
totaal
8258
1600
1419
2298
13248
Overig: alle overige categorieën uit de effectrapporage minus tabel 4c: werk en onbekend.
4
Financiële verantwoording 2010 en 2011 De subregio’s en regiogemeenten leggen financiële verantwoording af aan de contactgemeente over de RMC- en Kwalificatieplichtmiddelen op 1 april 2012. Deze verantwoordingen zijn voorzien van accountantsverklaringen. Er is derhalve op dit moment voor dit jaarplan geen financiële verantwoording mogelijk over 2011. De verantwoording over 2010 is afgehandeld. De afrekening heeft op basis van de accountantsverklaringen plaatsgevonden. Dit is het overzicht van de subregio’s: 1. RZO: alle toegekende bedragen zijn verantwoord. 2. NWN: het toegekende RMC-budget is geheel verantwoord. Nog te verantwoorden zijn de volgende bedragen bij de afrekening over 2011 in april 2012: • Kwalificatieplicht 2008: € 38.202,01 • Kwalificatieplicht 2010: € 347,55 3. ZHE: alle toegekende bedragen zijn verantwoord. 4. RDM: de contactgemeente Rotterdam kan geen accountantsverklaring aan zichzelf afgeven. De middelen zijn conform de begroting besteed. Over de totale RMC-middelen legt contactgemeente via de jaarrekening verantwoording af aan het Rijk. Deze is voorzien van een accountantsverklaring.
5
Jaarplan 2012 Kerntaken (wettelijke RMC-taken) RMC's zijn ingevoerd om voortijdige schooluitval bij jongeren tussen de 18 en 23 jaar te beperken. De doelstelling is om het aantal VSV’ers elk schooljaar met 10% te verminderen. Kerntaken van het RMC zijn: • Administratie voortijdig schoolverlaters; • Trajectbegeleiding voortijdig schoolverlaters; • Ketenregisseur voor de inspanningen voor jongeren van 18-23 jaar. Preventieve aanpak verzuim en uitval 2012 staat naast de kerntaken in het teken van het continueren, evalueren en uitbouwen van ingezette, preventieve aanpak van verzuim en uitval in 2011. Het gaat dan om: 1. Intensiveren verzuimaanpak; 2. Locatiegerichte inzet; 3. Handhavingsinstrumenten; 4. Intensiveren samenwerking tussen de steunpunten. Toelichting Kerntaken Voor het uitvoeren van de kerntaken moet rekening worden gehouden met een aantal belangrijke ontwikkelingen waar de regio zich in 2012 op moeten richten, zoals de Wet Werken naar Vermogen en Passend Onderwijs. Door het beëindigen van de drempelloze instroom in het mbo en nieuwe exameneisen kunnen meer leerlingen buiten de boot gaan vallen. Het is van belang de consequenties van deze ontwikkelingen in kaart te brengen. Ten behoeve van de kerntaken worden de volgende inspanningen gedaan: 1. Samenwerking met Sociale zaken Gezien de decentralisaties die op de gemeente afkomen zoals de Wet Werken naar vermogen, zal het RMC meer moeten gaan samenwerken met Sociale Zaken en het UWV. De expertise en het netwerk van het RMC kan een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van jongeren naar school of werk. De SUWI-koppeling die inmiddels in gebruik is genomen is hierbij een zeer nuttig instrument. Een groot deel van de jongeren die een uitkering aanvragen heeft geen startkwalificatie en valt daarmee binnen de doelgroep van het RMC. Hoe de samenwerking optimaal vorm krijgt, zal nader moeten worden vastgelegd. Doel is om zoveel mogelijk jongeren naar een startkwalificatie en/of naar een baan te leiden. 2. Nieuw vsv-convenant 2012-2015 Er moet in 2012 een nieuw vsv-convenant worden gesloten. Hierbij is de netwerkfunctie van het RMC onmisbaar. Er wordt door het ministerie van OCW een nieuwe meetsystematiek ingevoerd waar we ons in moeten verdiepen en we moeten zorgen dat de preventieve activiteiten die de steunpunten naast hun RMC-taken uitvoeren ook weer bekostigd worden vanuit het vsv-convenant. Dan gaat het met name om de verzuimaanpak 18+ en preventieve begeleiding van jongeren, bijvoorbeeld bij de overstap vo-mbo. 3. Plusvoorzieningen In het nieuwe convenant worden de plusvoorzieningen ook opgenomen. De middelen voor overbelaste jongeren zijn echter niet geoormerkt en mogen ook voor andere zaken worden ingezet. Het RMC heeft de taak om het recht op onderwijs en het halen van een startkwalificatie, juist voor deze doelgroep, mogelijk te maken. Er wordt momenteel ambtelijk en bestuurlijk nagedacht over een visie die aan de inzet en eventuele bijstelling van de plusprojecten ten grondslag moet liggen. Het RMC heeft hier een belangrijke adviestaak. In de subregio’s zijn de subregiocoördinatoren vanuit de gemeenten verantwoordelijk voor de plusprojecten. 4. Voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen
6
De veranderingen die vanaf 2013 zullen worden ingevoerd, zoals de Wet Werken naar Vermogen, de Wet op het Passend Onderwijs en de aanpassingen in de Wet Educatie Beroepsonderwijs zullen grote gevolgen hebben voor de doelgroep van het RMC. Er zijn veel risico’s maar ook nieuwe mogelijkheden voor jongeren die zijn uitgevallen, of die grote risico’s lopen op uitval. 5. Actieplan ministerie OCW: Focus op vakmanschap Het kabinet wil dat alle mbo-instellingen goed presteren. Daarvoor dient het Actieplan mbo “Focus op Vakmanschap 2011-2015”. Dit actieplan moet worden bekeken op consequenties voor voortijdig schoolverlaten zowel in positieve als negatieve zin. Zo verdwijnt de drempelloze instroom op het mbo, komen er entreeopleidingen en wordt er geïnvesteerd in de kwaliteit van docenten om wat voorbeelden te noemen. Preventieve aanpak verzuim en uitval De preventieve aanpak van verzuim en uitval gaat in nauwe samenwerking met het mbo. De aanpak van verzuim en uitval heeft een sterke inhoudelijke en financiële link met het vsv-convenant. Er wordt in dit jaarplan alleen stilgestaan bij de inzet vanuit RMC door de regiogemeenten en steunpunten. 1. Intensiveren verzuimaanpak Het verzuimprotocol mbo wordt geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt bekeken of aanscherping dan wel bijsturing nodig is. Verzuimaanpak zal zich (nog) meer richten op ouderbetrokkenheid bij zowel jongeren jonger dan 18, als bij jongeren ouder dan 18. Ook wordt gekeken naar preventieve verzuimaanpak door de scholen voorafgaand aan de 16 uur verzuim. 2. Locatiegerichte inzet Het is wenselijk om op die locaties waar verzuim een groot probleem is ambtenaren op locatie in te kunnen zetten. Dit is tevens een wens vanuit het mbo. Het verzuimbeleid krijgt hiermee meer aandacht. Op deze locaties wordt van de scholen zelf een extra inspanning verwacht om preventief verzuim aan te pakken. Het doel is van locatiegerichte inzet is tweeledig: het terugdringen van verzuim en het verbeteren van de verzuimmeldingen (zowel kwalitatief als kwantitatief). Het Portefeuillehoudersoverleg Jeugdzorg heeft op 30 juni jl. akkoord gegeven op het uitvoeren van een pilot op zes locaties in de regio. De pilot is in schooljaar 2011-2012 gestart en wordt in het tweede kwartaal van 2012 geëvalueerd. Wanneer uit de evaluatie blijkt dat de locatiegerichte inzet succesvol is, zal deze aanpak ingezet worden op meerdere locaties. 3. Handhavingsinstrumenten In 2012 start Rotterdam met schoolcontroles in samenwerking met de Onderwijsinspectie. Twee handhavingsinstrumenten voor jongeren jonger dan 18 worden sinds eind 2011 toegepast: last onder dwangsom en de OM-strafbeschikking. Daarnaast draait Rotterdam mee met een pilot schorsen studiefinanciering van het ministerie van OCW. In 2012 worden deze maatregelen geëvalueerd. Bij succes worden deze waar mogelijk uitgerold in de regio. 4. Intensiveren samenwerking tussen de steunpunten Een gezamenlijke verzuimaanpak is noodzakelijk voor het terugdringen van verzuim en uitval. Beperkte middelen maken het daarnaast noodzakelijk om zo slim en efficiënt mogelijk (samen) te werken. Om deze redenen zal de samenwerking tussen de steunpunten in 2012 worden geïntensiveerd. Op ambtelijk niveau zijn er eind 2011 gesprekken gestart met de afdelingshoofden van de 4 kerngemeenten in de regio om te kijken of en hoe de samenwerking kan worden geïntensiveerd. Specifieke acties in de subregio’s Elke subregio heeft zijn eigen specifieke acties. Deze staan hieronder vermeld. 1. Subregio Nieuwe Waterweg Noord (NWN) • Prioriteren doelgroepen: door minder middelen en capaciteit is er minder trajectbegeleiding beschikbaar. Dankzij SUWI is er wel beter inzichtelijke welke jongeren minder prioriteit hebben, omdat zij een baan hebben.
7
•
ZAT’s mbo: Er wordt samen het mbo geïnvesteerd in het opzetten en professionaliseren van de ZAT-structuur in samenhang met de lokale sociale kaart. 2. Subregio Zuid-Hollandse Eilanden (ZHE) • Leerlingenadministratie: Het is de bedoeling dat Spijkenisse de leerlingenadministratie voor de regio Voorne en Putten voor jongeren van 5 tot 23 jaar gaat voeren. Ook de regio Goeree-Overflakkee wordt hieraan gekoppeld, zodat heel de regio ZHE dekkend is. Het nieuwe systeem kan zowel door Leerplicht, als RMC worden benaderd op elke plek in de regio. • Intensiveren samenwerking: Er wordt een start gemaakt om de samenwerking op Voorne en Putten verder uit te breiden, zodat er in de toekomst een Regionaal Bureau Leerplicht/RMC kan ontstaan. Hierdoor kan de verzuimaanpak van 5 tot 23 jaar vanuit één locatie worden aangepakt. 3. Subregio Rijnmond Zuid-Oost (RZO) • Sluitende aanpak: dit is het lokale overleg van RMC/SOZO/leerplicht/UWV binnen RZO waar men de aanpak van VSV met zorgproblematiek bespreekt. Dit leidde in 2009 in Capelle tot bespreking/behandeling van 49 vsv’ers en uitstroom van 20 vsv’ers. Deze aanpak is voor 3 jaar gesubsidieerd; 2011 was het laatste jaar. 4. Subregio Rotterdam (RDM) • Leerlingenadministratie: Rotterdam implementeert het nieuwe leerlingvolgsysteem. • Actieprogramma ‘Aanval op Uitval’. Het Rotterdamse actieprogramma zet in op het terugdringen van het aantal vsv’ers met 10% per jaar. Rotterdam werkt daarbij intensief samen met de Coöperatie Rotterdams Offensief (CRO). Het Rotterdams Offensief is een samenwerking tussen het ROC Albeda College, het ROC Zadkine , BOOR, CVO en het LMC.
Begroting 2012 Op de volgende pagina staat de begroting RMC. De omvang van de RMC- en kwalificatieplichtmiddelen voor 2012 is iets toegenomen als gevolg van een loonkostencorrectie die DUO heeft doorgevoerd. De begroting is nog concept in afwachting van de definitieve beschikking van DUO. Ten opzichte van de voorgaande jaren is er een belangrijke wijziging. De subregio’s NWN en RDM kregen de afgelopen drie jaar een bijdrage uit de RMC-reserves van: • NWN: € 49.264 • RDM: € 56.382 DUO had drie jaar geleden namelijk de regionale verdeling van de middelen over de regio aangepast. Dit had als gevolg dat RZO en ZHE er middelen bijkregen, maar dat NWN en RDM inleverden. De afgelopen drie jaar hebben beide subregio’s daarom ter compensatie een bijdrage gekregen uit de RMC-reserves. Volgens afspraak is deze bijdrage na drie jaar beëindigd. Een overzicht van de RMC-reserves volgt na de begroting. Vanuit de RMC-reserves is een bedrag gereserveerd voor de pilot locatiegericht inzet op het mbo en een compensatie voor de regiogemeenten voor wat betreft de consequenties van de implementatie van het verzuimprotocol mbo (gelijktrekken 18+ aan 18-). Dit is conform het besluit van het PHO jz van 30 juni 2011. • € 120.000 voor het verzuimprotocol mbo. • € 70.000 voor de pilot locatiegerichte inzet.
8
Agendapunt 16.2
RMC-begroting 2012 RMC Rijnmond begroting 2012 Definitieve begroting op basis van beschikking DUO 6 december 2011 (11JOS31977)
Inkomsten
Uitgaven
2012
regio Rijnmond vaste voet regiocoördinatie (beleid en registratie)
toegekend
begroot 2011 beschikking Rijk €
226.294
A
€
84.294
vaste voet
€
226.294
A
regioregistratie (data-invoer)*
€
115.000
budget 1
€
358.674
A
kosten VOA-koppeling registratie
€
22.000
budget 2
€
365.745
A
landelijk RMC-netwerk (ingrado)
€
5.000
budget 3 (kwal)
€
964.110
A
activiteiten
A
reservering calamiteiten**
€ -
B
subregio ZHE RMC vaste voet
€
subregio ZHE RMC kwalificatieplicht
€
162.683
subregio NWN RMC vaste voet
€
132.129
Data-invoer NWN
D
subregio NWN RMC kwalificatieplicht
€
133.537
subregio RZO RMC vaste voet
€
214.109
subregio RZO RMC kwalificatieplicht
€
230.207
subregio stad R'dam RMC vaste voet
€
206.361
subregio stad R'dam kwalificatieplicht
€
437.683
Subtotaal
€ 1.914.822
totaal beschikking
€ 1.914.822
Data-invoer RZO
E
totaal
€ 1.914.822
regioreserve eind 2012
€
71.193
€
14.089
€
14.597
€
15.123
171.820
Data-invoer ZHE
C
specificatie Regio registratie
specificatie vaste voet
€ 191.000
Zie specificatie
* verdeeld over de subregio's (data-invoer) ** calamiteiten en herschikking ten laste van regioreserve
De beschikkingen zijn eind december naar de subregio’s verstuurd. De kwalificatieplichtmiddelen voor de gemeenten worden conform gemaakte afspraken door de subregio’s doorgezet.
Agendapunt 16.2
Omvang RMC-reserves Saldo 31-12-2011
€
371.000
Locatiegerichte inzet (schooljaar 2011-2012)
€
70.000
Regionale verzuimaanpak (schooljaar 2011-2012)
€
120.000
Saldo 31-12-2012
€
191.000
De RMC-reserves worden ingezet ten behoeve van innovatie en ontwikkeling. De RMC-reserves zijn niet bedoeld om structurele kosten te dekken. Door strakke sturing op de besteding van de RMC-middelen vloeien er nagenoeg geen middelen meer terug naar de reserves. Het is daarom van belang de reserves zodanig in te zetten, dat ze de meeste toegevoegde waarde creëren.