Retoucheren in Photoshop CS4

Retoucheren in Photoshop CS4 Basisbegrippen van retoucheren DIRK LAURENT

De Retoucheergereedschappen Huidcorrecties Ogen, tanden, lippen mooier maken Delen uit de foto verwijderen Ruis en moiré verwijderen

■ ■ ■ ■ ■

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Overzicht van de retoucheergereedschappen Huidcorrecties uitvoeren Ogen en tanden witter maken, lippen roder Content aware fill Ruis, halo's, moiré en vignettering verwijderen

o n d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren 3

16

RETOUCHEREN Het overzicht van de gereedschappen

Wat kan je na dit hoofdstuk? ■

Preflight profiel instellen

■

Preflight voorkeuren instellen

■

Fouten Zetnakijken de hoofdletter-toets

■

aan enuitvoeren je gereedschap Correcties verandert in een precisie-gereedschap

Navigeer binnen een deelvenster voor gereedschappen door de alt-toets ingedrukt te houden en te klikken op het gereedschap. Er zal telkens een ander gereedschap tevoorschijn komen in de gereedschapsbalk.

Het icoontje van het gereedschap in het gereedschapspalet en de vele retoucheergereedschappen. Achter het driehoekje zitten nog gereedschappen verborgen. Klik met de rechtermuisknop ingedrukt op het icoon in het gereedschapspalet en de verborgen gereedschappen openen in een contextueel venster. Je kan ook naar de retoucheergereedschappen door de letter J te typen.

4 n - d Photoshop 4 o e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

Het gereedschap Retoucheerpenseel Met het Retoucheerpenseel corrigeer of retoucheer je onvolkomenheden waar‑ door deze verdwijnen uit de afbeelding.

Waar de Kloonstempel een zuivere kloon van het brongebied op het doelgebied

plaatst, zorgt het Retoucheerpenseel ervoor dat de doelpixels op vlak van struc‑

tuur, belichting en schaduweffecten met de bronpixels overeenkomen. Dit maakt het Retoucheerpenseel een ideaal instrument om portretten te retoucheren.

Technisch gezien voegt het Retoucheerpenseel de pixels niet samen, maar het combineert de bronpixel met de pixels die net buiten de doelpixel liggen. Dit

heeft tot gevolg dat de gerepareerde pixels naadloos overlopen in de rest van de afbeelding.

De werkwijze is dezelfde als bij de Kloonstempel. Klik eerst met Alt ingedrukt op het gebied dat je wil overnemen (er verschijnt een draadkruis als aangepaste

cursor en klik vervolgens op het gebied dat je wil retoucheren. Slepen werkt (net zoals bij de Kloonstempel) ook, maar let op dat je niet teveel sleept. Als je nu op

een onvolkomenheid klikt, zal je merken dat deze wordt verbeterd. Net zoals bij de Kloonstempel, wordt de cursor een voorbeeld van wat je krijgt wanneer je effectief retoucheert.

❹ ❶

❷

❸

3 Kies een optie bij Type op de optiebalk: ■ Modus. ❶ Hiermee geeft u de overvloeimodus op. Kies Vervangen om ruis,

filmkorrel en structuur aan de randen van een penseelstreek te behouden wanneer u een penseel met zachte randen gebruikt.

■ Bron. ❷ Hiermee geeft u de bron op die u wilt gebruiken voor het repareren

van pixels. Selecteer Monster om pixels van de huidige afbeelding te gebrui‑ ken

■ Uitgelijnd. ❸ Schakel Uitgelijnd in om doorlopend pixelmonsters te nemen,

zonder dat het huidige monsterpunt verloren gaat, zelfs als u de muis loslaat. Schakel Uitgelijnd uit als u de pixelmonsters vanaf het eerste monsterpunt

steeds wilt hergebruiken als u het tekenen onderbreekt en hervat. ■ Monster ❹ Hiermee neemt u monsters uit de door u opgegeven lagen. Kies Huidige laag en onderliggende lagen als u monsters wilt nemen uit de

actieve laag en de onderliggende zichtbare lagen. Als u alleen monsters wilt nemen uit de actieve laag, kiest u Huidige laag. Als u monsters wilt nemen uit alle zichtbare lagen, kiest u Alle lagen. Als u monsters wilt nemen van

alle lagen met uitzondering van aanpassingslagen, kiest u Alle lagen en klikt u op het pictogram Deze optie inschakelen om aanpassingslagen tijdens het klonen te negeren rechts van het pop‑upmenu Monster

Photoshop - 5 5 o n d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

Het gereedschap Snel retoucheerpenseel Met het gereedschap Snel retoucheerpenseel verwijder je snel vlekjes en andere onvolkomenheden uit de foto's. Het gereedschap werkt op net zoals het gewone retoucheerpenseel: het tekent met doelpixels uit een afbeelding of patroon,

waarbij de structuur, de belichting, de transparantie en de schaduweffecten

van de doelpixels overeenkomen met de pixels die moeten worden hersteld. In

tegenstelling tot het retoucheerpenseel hoef je bij Snel retoucheerpenseel geen

montster te nemen. Met het Snel retoucheerpenseel neem je automatisch mon‑ sters rondom het geretoucheerde gebied.

Selecteer het gereedschap en kies een penseelgrootte ❶ uit de optiebalk. Een

penseel dat iets groter is dan het gebied dat je wil herstellen, werkt het beste: Je kunt dan het gehele gebied met één klik omvatten.

Kies een overvloeimodus in het pop‑updeelvenster Modus ❷ uit de optiebalk. Kies Vervangen om ruis, filmkorrel en structuur aan de randen van een pen‑ seelstreek te behouden wanneer je een penseel met zachte randen gebruikt.

❶

❷

❸

❹

❺

3 Kies een optie bij Type op de optiebalk: ■ Locatie afstemmen ❸ Zoekt in de pixels aan de rand van de selectie naar een

gebied dat voor de reparatie kan worden gebruikt.

■ Structuur maken ❹ Gebruikt de pixels in de selectie om een structuur te

maken. Als de structuur niet werkt, probeert u nogmaals door het gebied te slepen.

■ Inhoud behouden (CS5) Vergelijkt de inhoud van een nabijgelegen afbeelding

om de selectie naadloos te vullen, waarbij belangrijke details zoals schadu‑ wen en objectranden op realistische wijze behouden blijven.

■ Schakel Monster nemen van alle lagen ❺ op de optiebalk in als u monsters

wilt nemen uit alle zichtbare lagen. Schakel Monster nemen van alle lagen op de optiebalk uit als u alleen monsters wilt nemen uit de actieve laag.


Het gereedschap Reparatie Ook dit gereedschap gebruik je, om ongewenste delen te vervangen door beeld

dat van elders uit de afbeelding komt. De werkwijze is echter helemaal anders.

We beperken ons tot de werking met de standaardopties, die ook het handigste werken.

■ Eerst gedraagt het gereedschap zich al de gewone lasso. Maak al slepend een

selectie rondom het deel dat je wil vervangen

■ Plaats nu de muis in deze selectie en begin te slepen. Blijf slepen tot je het

gewenste deel ziet in de oorspronkelijke selectie; laat dan de muisknop los

Als je de muis los laat, wordt het vervangen beeld wat aangepast aan de oor‑

spronkelijke helderheid. Door zijn werking is dit gereedschap bijzonder geschikt (en handiger dan de kloonstempel) als er structuren moeten doorlopen. Maar omdat het vervangen beeld wordt aangepast aan de oorspronkelijke helder‑

heid, is dit gereedschap niet altijd bruikbaar. Wat bij vb. heel goed lukt, is een

huisnummer of opgedrukte tekst op een bakstenen gevel vervangen, maar een lampje op een bakstenen gevel zou een lelijk resultaat geven.

❶

❷

❸

❹

❺

3 Kies een optie bij Type op de optiebalk: ■ Bron ❶ Sleep in de afbeelding om het gebied te selecteren dat u wilt repa‑

reren en selecteer Bron op de optiebalk. Wanneer Bron is geselecteerd op de

optiebalk, sleept u het selectiekader naar het gebied waarvan u een monster wilt nemen. Wanneer u de muisknop loslaat, wordt het oorspronkelijk gese‑

lecteerde gebied gerepareerd met het monster. ■ Doel ❷ Sleep in de afbeelding om het gebied te selecteren waarvan u een

pixelmonster wilt nemen en selecteer Doel op de optiebalk. Wanneer Doel is

Maak een selectie rond hetgeen je uit de foto wilt. Sleep de selectie naar links of naar rechts. De achtergrond zal de plaats van de objecten innemen

geselecteerd op de optiebalk, sleept u het selectiekader naar het gebied dat

u wilt repareren. Wanneer u de muisknop loslaat, wordt het nieuw geselec‑ teerde gebied gerepareerd met het monster

■ Transparant ❸ Selecteer Transparant om de structuur met een transparante

achtergrond te onttrekken aan het monstergebied. Schakel deze optie uit als u het doelgebied volledig wilt vervangen door het monstergebied. De optie

Transparant is het meest geschikt voor effen achtergronden of achtergron‑ den met een verloop en duidelijk herkenbare structuren, zoals een vogel tegen een blauwe lucht

■ Patroon ❹ Selecteer een patroon in het deelvenster Patroon op de optiebalk

en klik op Patroon gebruiken


Het gereedschap Rode ogen verwijderen Rode ogen worden veroorzaakt door een reflectie van de cameraflits op het

netvlies van het object. Je ziet dit vooral bij foto's die zijn genomen in een don‑

kere ruimte, omdat de iris dan vergroot is. Om rode ogen te voorkomen, gebruik je de camerafunctie voor het verminderen van rode ogen. Nog beter is het om

een afzonderlijke flitser te gebruiken die je op enige afstand van de cameralens kunt aansluiten op de camera.

Met het gereedschap Rode ogen verwijderen worden rode ogen verwijderd in

foto's van mensen of dieren die met flitslicht zijn genomen, en witte of groene reflecties in foto's van dieren die met flitslicht zijn genomen. Dit gereedschap heeft twee opties: Pupilgrootte (aan te passen voor kleinere

of grotere pupillen) en Hoeveelheid Donkerder (voor meer of minder donkere

gloed in de ogen). Deze opties zijn standaard ingesteld op 50%.

Voor een optimaal resultaat is het aan te raden om het gereedschap tijdens het klikken precies in het midden van de pupil te plaatsen.

Open een beeld met rode ogen en dupliceer de achtergrondlaag.

Gebruik op de gedupliceerde laag Rode ogen verwijderen met een Hoeveelheid

Donkerder van 100% (pupilgrootte blijft op 50%). Klik in het midden van de pupil (maar niet op de witte weerspiegeling) om een goed resultaat te bekomen.

❶

❷ 3 Kies een optie op de optiebalk: ■ Pupilgrootte ❶ Hiermee vergroot of verklein je het gebied waarop het

gereedschap Rode ogen betrekking heeft. ■ Hoeveelheid donkerder ❷ Hiermee stel je in hoe donker de pupil wordt.

Een duidelijk voorbeeld van "rode oogjes". Selecteer het gereedschap, pas de opties aan en klik in de pupil van de ogen. Het rood verdwijnt!. Je kan de sterkte van de correctie aanpassen bij "Hoeveelheid donkerder".


Het gereedschap Kloonstempel Met het gereedschap Kloonstempel teken je één deel van een afbeelding over een ander deel van dezelfde afbeelding of over een ander deel van een ander

geopend document met dezelfde kleurmodus. Je kunt ook een deel van een laag

over een andere laag tekenen. Het gereedschap Kloonstempel is handig voor het dupliceren van objecten of het verwijderen van een fout in een afbeelding. Met het gereedschap Kloonstempel stel je een monster in van het gebied

waarvan je de pixels wilt klonen en pas je dit toe op een ander gebied. Schakel de optie Uitgelijnd in als je wi tekenen met het meest recente monster wan‑

neer je het tekenen hebt onderbroken en weer wilt hervatten. Schakel de optie Uitgelijnd uit als je het tekenen steeds vanaf het eerste monster wilt starten, ongeacht het aantal keren dat je het tekenen stopt en hervat.

Omdat je voor Kloonstempel elk gewenst penseeluiteinde kunt gebruiken, kan je de grootte van het gebied dat je kloont helemaal aanpassen. Je kunt de wijze

waarop het tekenen wordt toegepast op het gekloonde gebied ook bepalen met de instellingen voor dekking en overvloeiing.

❶

❷

❸

❹

❺

❻

3 Kies een optie op de optiebalk: ■ Penseel ❶ Kies een penseel en stel het monsterpunt in door de aanwijzer in

een geopende afbeelding te zetten. Hou alt ingedrukt en klikken. Je hebt nu een monster gemaakt.

■ Modus ❷ Stel de overvloeimodus in om lichter of donkerder te klonen

■ Dekking ❸ Stel hier de sterkte van het klonen in. Je bepaalt in welke mate de

onderliggende pixels worden verborgen. ■ Stroom (Flow) ❹ Stel de kracht van het gereedschap in. ■ Uitgelijnd ➎ Schakel Uitgelijnd in om doorlopend pixelmonsters te nemen, zonder dat het huidige monsterpunt verloren gaat, zelfs als u de muisknop

loslaat. Schakel Uitgelijnd uit als u de pixelmonsters vanaf het eerste mon‑

sterpunt steeds wilt hergebruiken als u het tekenen onderbreekt en hervat.

■ Monster huidige laag ❻ In het lijstje monster kies je "Huidige laag" als je

alleen monsters wilt nemen uit de actieve laag. Wanneer je voor "Huidige/

Onderliggende" kiest kan je een monster nemen op de bovenste en alle onder‑

liggende lagen. Kies je "Alle lagen", dan neem je een monster op alle lagen in

het beeld. Klik op het kleine pictogram als je tijdens het nemen van een mon‑

ster de aanpassingslagen niet wil gebruiken.

Met de kloonstempel kan je ongewenste elementen uit een foto verwijderen. Klik met de alttoets ingedrukt zo dicht mogelijk bij het storende element. Met het monster dat je genomen hebt, kan je beginnen met stempelen. Zoom voldoende in om nauwkeurig te werken.


Het gereedschap Gummetje ■ Met het gummetje geeft je de pixels de achtergrondkleur of maak je ze trans‑

parant. Op een achtergrond en in een laag met vergrendelde transparantie worden de pixels gewijzigd in de achtergrondkleur. In alle andere gevallen worden de pixels omgezet in transparantie.

Met het gummetje kan je ook een bepaald gebied zo bewerken dat het wordt hersteld tot een staat die in het deelvenster Historie is geselecteerd. 1

Selecteer het gereedschap Gummetje .

2

Stel de achtergrondkleur in die je wil toepassen als je wist in de achter‑ grondlaag of in een laag met vergrendelde transparantie.

3

Kies een modusinstelling ❶ op de optiebalk. Als je Penseel en Potlood kiest, functioneert het gummetje als deze gereedschappen. Blok is een vierkant van vaste grootte, met harde randen zonder opties voor het wijzigen van de dekking of de stroom.

4

Voor Penseel en Potlood dien je een vooraf ingesteld penseel te selecteren en de dekking en stroom ❷ in te stellen op de optiebalk.

Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd. Als je tijdens het gummen

een opgeslagen staat of opname van de afbeelding wilt herstellen, klik je op de linkerkolom van de staat of opname in het deelvenster Historie en selecteert je vervolgens Wissen en in historie opnemen in de optiebalk. Je kan ook tijdelijk

het gummetje gebruiken in de modus Wissen en in historie opnemen door alt ingedrukt te houden en in de afbeelding te slepen. 5

❶

Sleep in het gebied dat u wilt uitgummen.

❷

1010o -nPhotoshop d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

Het gereedschap Achtergrondgummetje Met het achtergrondgummetje maak je de pixels in een laag transparant

door te slepen. Je kunt de achtergrond zo uitgummen rond de randen van een

voorgrondobject, waarbij de randen zelf behouden blijven. Met behulp van de verschillende opties bepaal je het bereik van de transparantie en de scherpte

van de randen. Als je het achtergrondgummetje gebruikt, wordt een monster genomen van de kleur in het middelpunt van het gummetje, de zogenaamde

hotspot. Dat is de kleur die vervolgens wordt uitgegumd. Verder worden aan de randen van het voorgrondobject alle restkleuren verwijderd. 1

Selecteer in het deelvenster Lagen de laag met de gebieden die je wil uit‑ gummen. Selecteer het gereedschap Achtergrondgummetje .

2

Klik op het penseelvoorbeeld ❶ in de optiebalk en stel de penseelopties in het in: ■ Kies instellingen voor de diameter, hardheid, tussenruimte, hoek en

ronding.

■ Als je met een tekentablet werkt, kies je opties in de menu’s Grootte en

Tolerantie om de grootte en tolerantie van het achtergrondgummetje gaandeweg de penseelstreek te variëren. Kies Pendruk om de variatie

op de pendruk te baseren. Kies Pendrukschijf om de variatie te baseren

op de positie van de draaischijf van de pen. Selecteer Uit, als je geen

❶

❷

❸

❹

❺

variatie wil aanbrengen in de grootte of de tolerantie.

3

Voer de volgende handelingen uit op de optiebalk: ■ Kies een van de mogelijke instellingen om het effect te beperken:

Niet aangrenzend ❸ als je de monsterkleur wilt uitgummen op elke

plaats die door het gummetje wordt geraakt; Aangrenzend als je de monsterkleur alleen wilt uitgummen in aangrenzende gebieden;

Randen zoeken als je aangrenzende gebieden met de monsterkleur wilt uitgummen, waarbij de scherpte van de randen van het object beter behouden blijft.

■ Geef bij Tolerantie ❹ een waarde op of gebruik de schuifregelaar. Bij

een lage tolerantie werkt het gummetje alleen op kleuren die heel erg

lijken op de monsterkleur. Bij een hogere tolerantie worden ook minder nauwkeurig overeenkomende kleuren uitgegumd. 4

Selecteer Voorgrondkleur beschermen ➎ om te voorkomen dat gebieden met de in de gereedschapset gekozen voorgrondkleur worden uitgegumd.

5

Kies een optie ❷ voor het nemen van monsters: Doorlopend om tijdens het slepen steeds monsters van de kleuren te nemen; Eenmaal om alleen gebie‑ den uit te gummen die de kleur bevatten waarvan je bij de eerste muisklik een monster hebt genomen; en Achtergrondstaal om alleen gebieden met de huidige achtergrondkleur uit te gummen.

6

Sleep in het gebied dat je wilt uitgummen. Het achtergrondgummetje heeft de vorm van een penseel, waarbij een dradenkruis de hotspot aan‑ geeft.

Photoshop - 1111 o n d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

Het gereedschap Tovergummetje Als je met het tovergummetje in een laag klikt, worden alle overeenkomende pixels in een laag transparant gemaakt. Als je in een laag met vergrendelde transparantie werkt, nemen de pixels de achtergrondkleur aan. Als je in de

achtergrond klikt, wordt deze omgezet in een laag en worden alle vergelijkbare pixels transparant.

Je kunt het effect van het tovergummetje beperken tot uitsluitend aangren‑

zende pixels of je kunt het effect op alle overeenkomende pixels in de huidige laag laten toepassen.

❶

❷

❸

❹

➎ 3 Voer een van de handelingen op de optiebalk: ■ Voer een tolerantiewaarde ❶ in om het bereik te bepalen van de kleuren die

worden uitgegumd. Bij een lage tolerantie heeft het tovergummetje alleen

effect op kleuren die zeer sterk overeenkomen met de kleur waarop je klikt. Bij een hogere tolerantie is het bereik waarbinnen de pixels worden gewist groter.

■ Selecteer Anti-aliased ❷ als u de randen van het uitgegumde gebied vloeiend

wilt maken.

■ Schakel Aangrenzend ❸ in als je alleen de pixels wilt uitgummen die direct

grenzen aan de pixel waarop je klikt of schakel deze optie uit als je het effect

wilt laten toepassen op alle overeenkomende pixels in de afbeelding. ■ Schakel Monster nemen van alle lagen ❹ in als je de uit te gummen kleur wilt laten bepalen op basis van gegevens uit alle zichtbare lagen. ■ Geef een dekking ➎ op om te bepalen hoe sterk het effect van het gummetje moet zijn. Bij een dekking van 100% worden de pixels volledig uitgegumd. Bij een lagere dekking worden de pixels gedeeltelijk uitgegumd.


Het gereedschap Natte vinger Met het gereedschap Natte vinger simuleer je het effect alsof je met een vinger door natte verf gaat. Het gereedschap neemt de kleur over van de plaats waar de streek begint en duwt deze in de richting waarin je sleept.

3 Voer een van de handelingen op de optiebalk: ■ Schakel Monster nemen van alle lagen ❶ op de optiebalk in als je Natte vin‑

ger wilt gebruiken met kleurgegevens uit alle zichtbare lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, gebruikt de Natte vinger alleen kleuren uit de actieve laag.

■ Schakel Vingerverf ❷ op de optiebalk in als je de voorgrondkleur aan

het begin van elke streek wilt uitsmeren. Als deze optie is uitgeschakeld, gebruikt de Natte vinger de kleur die zich aan het begin van elke streek onder de cursor bevindt.

■ Sterkte ❸ Stel de kracht van het gereedschap in.

Sleep in de afbeelding om de pixels uit te smeren. Als je de optie Vingerverf wilt gebruiken, hou je Alt ingedrukt en sleep je met het gereedschap Natte vinger.

❶

De originele foto

Vegen met vingerverf en modus donkerder. Dik penseel gebruikt.

❷

❸

❹

Vegen zonder vingerverf

Vegen met vingerverf en modus verzadiging. Fijn penseel gebruikt.

Vegen met vingerverf en modus normaal. Fijn penseel gebruikt.

Vegen met vingerverf en modus kleur. Fijn penseel gebruikt.

❺


Doordrukken en Tegenhouden (Dodge/Burn) De gereedschappen Tegenhouden en Doordrukken zijn gebaseerd op het vroe‑ gere technieken uit de donkere kamer, waarmee bepaalde delen van een foto

werden onder‑ of overbelicht, zodat ze lichter of donkerder werden. Fotografen houden licht tegen om een deel van de foto lichter te maken (tegenhouden)

of belichten een deel intensiever om het donkerder te maken (doordrukken).

Hoe meer je met de gereedschappen "Tegenhouden" of "Doordrukken" over een gebied tekent, hoe lichter of donkerder het wordt.

❶

❷

❸

❹

➎

❻

Selecteer het gereedschap Tegenhouden of Doordrukken ❶ . Kies een penseelui‑ teinde en stel penseelopties ❷ in op de optiebalk. Selecteer één van de volgende opties in het menu Bereik ❸ op de optiebalk: ■ Middentonen Hiermee wijzigt u het middelste bereik van grijswaarden ■ Schaduwen Hiermee wijzigt u de donkere gebieden ■ Hooglichten Hiermee wijzigt u de lichte gebieden

■ Stel de belichting ❹ in voor Tegenhouden of Doordrukken. ■ Klik op de knop Airbrush ❺ als u het penseel als een airbrush wilt gebruiken.

U kunt ook de optie Airbrush in het deelvenster Penselen selecteren.

De kop van een aapje. Met "Dodge" en "Burn" werd de snoet plaatselijk donkerder en lichter gemaakt. Boven: het lichte resultaat. Onder: het donkere resultaat.

■ Selecteer de optie Kleurtinten beschermen ➏ om kleurverlies in de schadu‑

wen en hooglichten tot een minimum te beperken. Met deze optie voorkomt u ook dat de kleurtoon van kleuren wordt verschoven.

Sleep over het deel van de afbeelding dat u lichter of donkerder wilt maken


Het gereedschap Spons Met het gereedschap Spons breng je kleine wijzigingen aan in de kleurverzadi‑

ging van een gebied. In zwartwitfoto verhoogt of verlaagt de spons het contrast door de grijsniveaus van of naar de middelste grijswaarde te brengen.

Selecteer het gereedschap ❶ Spons. Kies een penseeluiteinde ❷ en stel penseel‑

opties in op de optiebalk.

❶

❷

❸

❹

❺

Kies in het menu Modus op de optiebalk de manier waarop u de kleur wilt wijzigen ❸: ■ Verzadiging. Hiermee versterkt u de verzadiging van de kleur

■ Minder verzadiging Hiermee verzwakt u de verzadiging van de kleur

Stel de stroom ❹ in voor het gereedschap Spons. Schakel de optie Levendigheid ❺ in om het uitsnijden van volledig

verzadigde of volledig niet‑verzadigde kleuren tot een minimum te beperken.

Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt wijzigen.

Met de spons kan je plaatselijk de verzadiging vermeerderen of verminderen. In de foto's hiernaast werd de oogschaduw onder handen genomen. Boven links: meer verzadiging met "Levendigheid" af. Daarnaast een hogere verzadiging met "Levendigheid " aan. Hieronder: Minder verzadiging met "Levendigheid" aan en af.


Het gereedschap Verscherpen Met het gereedschap Verscherpen verhoog je het contrast langs de randen, zodat deze scherper lijken. Hoe meer je met dit gereedschap over een gebied tekent, hoe duidelijker het effect van het verscherpen.

❸

❶

❹

3 Voer een van de handelingen op de optiebalk: Kies een penseeluiteind ➊ e en stel opties voor de overvloeimodus ❷ en sterkte ❸ in.

❷

Schakel Monster nemen van alle lagen in ❹ als je wilt verscherpen met gegevens uit alle zichtbare lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, gebruikt het gereed‑ schap alleen gegevens uit de actieve laag.

Selecteer Details beschermen om de details (enkel in CS5) beter in het oog te

laten springen en pixelvervormingen tot een minimum te beperken. Schakel deze optie uit als je een opvallender verscherpingseffect wilt bereiken.

Het gereedschap Verscherpen heeft de eigenschappen van een penseel. Je kunt de vorm en de grootte van het gereedschap aanpassen in het dialoogvenster

boven de geopende afbeelding. Dit kan ook via het toetsenbord: met de toets ] maak je de kwast groter, met de toets [ wordt hij kleiner.

3 De opties voor "overvloeimodus": ■ Normaal – Dit verscherpt alles waar je met de muis over beweegt.

■ Donkerder – Pixels donkerder dan de voorgrondkleur worden verscherpt ■ Lichter – Pixels lichter dan de voorgrondkleur worden verscherpt ■ Kleurtoon – Complementaire kleuren komen tevoorschijn ■ Kleur – Idem als tint

■ Verzadiging – Dit verhoogt de verzadiging in de kleur ■ Lichtsterkte – Dit verhoogt de lichtsterkte in de kleur


Het gereedschap Vervagen Met het gereedschap Vervagen worden harde randen verzacht of details in een

afbeelding verminderd. Hoe meer u met dit gereedschap over een gebied tekent, hoe vager het gebied wordt.

❶

❸

❹

3 Voer een van de handelingen op de optiebalk: Kies een penseeluiteind ➊ e en stel opties voor de overvloeimodus ❷ en sterkte ❸ in. Schakel Monster nemen van alle lagen in ❹ als je wilt verscherpen met gegevens uit alle zichtbare lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, gebruikt het gereed‑ schap alleen gegevens uit de actieve laag.

❷

Selecteer Details beschermen om de details (enkel in CS5) beter in het oog te

laten springen en pixelvervormingen tot een minimum te beperken. Schakel deze optie uit als je een opvallender verscherpingseffect wilt bereiken.

Het gereedschap Vervagen heeft de eigenschappen van een penseel. Je kunt de

vorm en de grootte van het gereedschap aanpassen in het dialoogvenster boven de geopende afbeelding. Dit kan ook via het toetsenbord: met de toets ] maak je de kwast groter, met de toets [ wordt hij kleiner.

3 De opties voor "overvloeimodus": ■ Normaal – Dit vervaagt alles waar je met de muis over beweegt.

■ Donkerder – Pixels donkerder dan de voorgrondkleur worden vervaagt ■ Lichter – Pixels lichter dan de voorgrondkleur worden vervaagt ■ Kleurtoon – Complementaire kleuren komen tevoorschijn ■ Kleur – Idem als tint

■ Verzadiging – Dit verlaagt de verzadiging in de kleur ■ Lichtsterkte – Dit verlaagt de lichtsterkte in de kleur


2

HUIDCORRECTIES uitvoeren


Rimpels wegwerken

■

Wallen onder de ogen

■

Vlekken en pukkels

■

Huid zachter maken

Rimpels wegwerken De beste gereedschappen om rimpeltjes weg te werken zijn het retoucheerpen-

seel en het Snel retoucheerpenseel. Selecteer één van beide.

Gebruik je het retoucheerpenseel dan alt+klik een gebied zonder rimpels vlak

naast het gebied waar wel een rimpel zit. Ga nu met je borstel over de rimpel zit en je merkt dat deze verdwijnt.

Om nauwkeurig te werken, zal je moeten in‑en uitzoom en moet je tijdens ge retoucheren de grootte van je penseel aanpassen. De penseelgrootte aanpas‑

sen tijdens het werk doe je door rechts te klikken. Er verschijnt een contextueel menu.

Gebruik je het "Snel retoucheerpenseel" dan hoef je niet eerst een monster van de huid nemen; je kan meteen beginnen met schilderen.

In beide gevallen is het verstandig om het penseel als volgt aan te passen. selec‑ teer in de optiebalk een zacht penseel. en stel het als volgt in. Kies een diameter 1818o -nPhotoshop d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

van ongeveer 24 pixels. Zet de hardheid op 100%. Maak de tussenruimte 25%. Om fijn te kunnen schilderen en de vorm van de rimpeltjes te kunnen volgen, is het vooral belangrijk dat je de Hoek van het penseel aanpast deze zet je op ‑49%.

Tenslotte zet je de Ronding op 16% Je hebt nu een plat penseel gemaakt waar je veel sneller en nauwkeuriger mee kan retoucheren.

❶

❸ ❷ ❹

Je kan je borstel ook bewaren . Klik op het symbool van het gereedschap in de optiebalk ➊. Er verschijnt een venster met de huidige bewaarde gereedschappen ❷. Klik op het kleine pijltje rechts in het venster ❸ dat nu openspringt, kan je "Nieuwe voorinstelling gereedschap" selecteren ❹. Geef je gereedschap een nieuwe betekenisvolle naam en klik op OK ❺. Vanaf nu kan je dit terugvinden in de lijst van de borstel.

Selecteer een penseel en sleep met ctr + alt. Dit is de snelste manier om de penseelgrootte en hardheid te veranderen Sleep je naar boven/beneden dan wordt het harder/zachter. Sleep je links/ rechts, dan wordt het penseel groter of kleiner.

❺


Wallen onder de ogen wegwerken Er bestaan verschillende technieken om wallen onder de ogen weg te werken. De kloonstempel is hiervoor prima geschikt. Maak eerst een nieuwe, transpa‑ rante laag zodat je de originele foto niet verknoeit.

3 Met de kloonstempel Selecteer de kloonstempel en ga naar de optiebalk. Zet de dekking van de borstel niet te hoog: 50% volstaat. Selecteer "Lichter" als overvloeimodus. We selecteren "Lichter" omdat we donkere wallen willen wegwerken. De onderliggende huid

kleurt lichter, vandaar. Je corrigeert dus gebieden op de huid die donkerder zijn dan de bron

Selecteer "Alle lagen" in de optiebalk bij "Monster". We corrigeren wel op een transparante laag, maar de wallen staan wel op de originele, onderliggende basislaag.

Zoom nu in op de wallen en alt + klik op een mooi stukje huid. Kloon de "onge‑ repte" huid op de wallen. Stap voor stap verdwijnen de zwarte omrandingen.

3 Met het retoucheerpenseel. Selecteer het retoucheerpenseel en kies opnieuw voor "Lichter" als overvloeimo‑ dus en begin te schilderen over de wallen onder de ogen. Ook nu schilder je op een nieuwe laag zodat het origineel niet wordt gecorrigeerd.

3 Gewoon, met een borstel. Maak een nieuwe laag. Selecteer een vrij grote zachte borstel op een dekking

van 10 à 20% Zet de hardheid op 0. Kies een diameter die half zo breed is als de wallen zelf. Houdt de alt‑toets ingedrukt, de muiscursor veranderd nu in het

pipet. Selecteer met het pipet een huidtint die net iets lichter is dan de wallen

en laat de alt‑toets weer los Schilder vervolgens over de wallen, uiteraard in de

nieuwe laag. Met een gummetje met zachte brush (100% dekking) kun je even‑ tueel nog de delen weghalen die je per ongeluk ook heb geschilderd.


Ongewenste reflecties wegwerken Door een verkeerde belichting of door het flitsen kunnen er in het (bezwete) gezicht witte reflecties ontstaan. Die moet je dan ook verwijderen

3 Met de kloonstempel Selecteer de kloonstempel en ga naar de optiebalk. Zet de dekking van de bor‑ stel niet te hoog: 50% volstaat. Selecteer "Donkerder" als overvloeimodus. We

selecteren "Donkerder" omdat we de lichte reflectie weg willen. Je corrigeert

gebieden op de huid die lichter zijn dan de bron. Vergeet niet "Alle lagen" in de optiebalk bij "Monster" te selecteren.

Zoom sterk in op de lichte plekken en alt + klik op een mooi stukje huid. Kloon het donkerder stukje huid op de lichte plekken.


Een gladde huid Moet je model eruit zien als een filmster? Dan kan je haar een handje helpen

met enkele PhotoShop technieken. Open de foto in Photoshop en dupliceer de foto als 2e laag (Ctrl + J).

3 Filter Oppervlak vervagen Selecteer de bovenste laag en ga naar Filter > Vervagen > Oppervlak vervagen.

Deze filter zorgt voor het vervangen van de afbeelding (net als Gaussiaans vervagen) maar zorgt dat de randen van je afbeelding scherp blijven!

3 Masker Je ziet nu dat alles een beetje wazig is geworden, terwijl je de ogen, de mond en

de haren wel scherp wilt houden. Maak voor je laag een nieuw laagmasker aan, zodat je gedeeltes kunt wegschilderen. Maak een laagmasker aan door onder‑ aan in het palet op het icoontje te klikken. Met een zwarte borstel kun je nu zaken wegpoetsen, en met een witte brush weer tevoorschijn halen.

Op het beeld op de rechterbladzijde zie je in rood aangegeven wat er uitgemas‑

kerd is (met zwart) Het is het wazige dus weg en krijg je de scherpe ogen, mond en haren tevoorschijn.

Je merkt dat ze al een mooie gladde huid heeft, maar het ziet er nog te plastiek‑ Selecteer een borstel en stel de voorgrondkleur op zwart in. Je verft met zwart op het witte masker.

achtig uit. Je kunt nu eventueel de dekking van de laag wat lager zetten, zodat

de originele huid er nog een beetje doorheen schijnt. Heb je dat gedaan dan ziet het gezicht er al wat stuk natuurlijker uit.

Selecteer een borstel en stel de voorgrondkleur op zwart in. Je verft met zwart op het witte masker.

22o -nPhotoshop 22 d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

Selecteer een borstel en stel de voorgrondkleur op zwart in. Je verft met zwart op het witte masker.

Je kan het masker tonen en verfijnen in het venster "Hoeken verfijnen". Dit venster vind je in het menu "Selecteren".

Het eindresultaat bewaar je als .psd zodat je alle aanpassingslagen, maskers en slimme filter terug kan oproepen Selecteer een borstel en stel de voorgrondkleur op zwart in. Je verft met zwart op het witte masker.


Een gladde huid (bis) Een andere manier om een huid glad te maken, is de volgende open een beeld in Photoshop en dupliceer ze als 2e laag (Ctrl + J).

3 Filter Gaussiaans vervagen Selecteer de bovenste laag en ga naar Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen.

Deze filter zorgt voor het vervangen van de afbeelding. Stel de vervaging niet te hoog in.

3 Historie penseel Het volledige beeld is uiteraard te wazig geworden. Ogen, lippen en de haren moeten terug scherp worden. Open het Historie venster in het menu Venster.

Klik in het Historie venster de vorige stap aan, nu is de foto weer zoals je hem geopend hebt. Klik nu (ook in het Historie venster) op het vierkantje voor " Gaussiaans Vervagen". Er verschijnt nu een penseeltje met een pijltje.

Vervolgens selecteer je het Historie penseel in het gereedschapspalet en zet je de

overvloei modus op "Lichter" of "Normaal". Gebruik een zachte borstel. Het enige wat je nu nog hoeft te doen is met het Historie penseel schilderen over de plek‑

ken in het gezicht die je glad wil maken. Het schilderen met het Historie penseel doe je niet op de originele laag, maar op een nieuwe transparante laag. Het originele beeld. Retoucheer eerst de moedervlekjes weg voordat je gaat vervagen. Ga naar Filter > Gaussiaans vervagen

Werk op een duplicaat an de laag om te vervagen. Nadien kan je op een nieuwe laag met het historiepenseel bepaalde delen terug verscherpen

Geef in het venster van Gaussiaans vervagen een niet te hoge straal in.


Ga naar de opties van het venster en zet "Niet-lineaire historie toegestaan".

Het eindresultaat na retoucheren, vervagen en verscherpen met Historie penseel

3 Historie venster Het Historie penseel verft een vroegere staat van je afbeelding op de huidige

staat van je afbeelding. Je kunt vanuit uit iedere staat verven die je vindt in de Palet Historie.

Je hebt bv wijzigingen aangebracht in de afbeelding, en hebt deze ongedaan

gemaakt door in het historie venster op een vroegere staat te klikken. Je kunt zelfs dus vanuit de "toekomst" verven, dus vanuit wat je net hebt ongedaan gemaakt.

Je moet dan wel "Niet-lineaire historie toegestaan" aanvinken in het optiemenu

Met het venter Historie en de Historieborstel kan je een vroegere staat terug oproepen. In dit geval is het de originele scherpte die je terug tevoorschijn haalt. Klik daarvoor op het vierkantje voor " Gaussiaans Vervagen". Er verschijnt een penseeltje met een pijltje. Dit geeft de staat van het Historie penseel weer.

van het Historie palet.


3

WITTE tanden en ogen RODE lippen

Ogen en tanden witter te maken, kan je op verschillende manieren. Een over‑ zicht.


Tanden witter maken

■

Ogen witter maken

■

Rode lippen

3 Methode 1: Tegenhouden Deze eerste techniek maakt de

tanden witter zonder gebruik te maken van een borstel. Begin

altijd met een duplicaat van de achtergrondlaag.

■ Stap 1. Selecteer het Tegenhouden gereedschap (Dodge), Ga naar de optiebalk

en zet het bereik op "Middentonen". De 50% belichting is een goede instelling om te starten. Schilder nu met het gereedschap over de tanden tot ze witter worden. Het gereedschap Tegenhouden is zeer krachtig: de tanden zullen te wit zijn als je meer dan drie keer over de tanden schildert. Heb je een keer te veel geschilderd, dan kan je de laatste stap ongedaan maken door Cmd + Z te gebruiken.

■ Stap 2 Doe hetzelfde voor de ogen maar vergeet niet af en toe uit te zoomen

om het geheel te bekijken.

3 Methode 2: Modus Bleken Schilder je (nog) niet zo vlot dan kan je tanden en de ogen witter maken door middel van een selectie.

■ Stap 1 Maak een duplicaat van de achtergrondlaag door Cmd + J. Noem de

nieuwe laag "Tanden". Maak een selectie van de tanden. Kopieer en plak deze selectie op de nieuwe laag. Zet de overvloeimodus van de laag "Tanden" op "Bleken".

■ Stap 2 Het effect van de oevervloeiing is te sterk. Zet de dekking van de laag

op 50%. Verhoog of verlaag de dekking tot je een natuurlijk resultaat krijgt bereikt.


3 Methode 3: Aanpassingslaag curves Curvens kan je eveneens gebruiken, zeker als je in de details in de tanden en de ogen niet over het hoofd wil zien.

■ Stap 1 Maak een selectie van de tanden en maak een aanpassingslaag

"Curves". Versleep de rechterbovenkant van de curve.

■ Stap 2 Het resultaat zal niet volledig wit zijn. Er zit nog wat geel in de tan‑

den. Selecteer in het pull‑down menu van het venster "Curves" het blauwe kanaal. Blauw is immers de complementaire kleur van geel. Verander de

blauwe curve. Klik op het eindpunt van de curve en typ "234" in het Input‑ veld. Dezelfde techniek kan je gebruiken voor de ogen witter te maken.

3 Methode 4: Aanpassingslaag kleurtoon/verzadiging Kleurtoon/verzadiging is nog een alternatief. ■ Stap 1 Selecteer de tanden en maak een aanpassingslaag

"Kleurtoon/verzadiging". Ga naar het gele kanaal. Verlaag de verzadiging van het geel.


Ogen witter maken Je kan ogen witter maken door curves of niveaus te gebruiken of door het gereedschap "Tegenhouden" en "Doordrukken" te gebruiken.

3 Ogen lichter maken met Niveau's ■ Stap 1. Open het venster lagen en maak een nieuwe aanpassingslaag Niveau's ➊ of ga naar het venster Aanpassingen en doe daar hetzelfde. De volledige

foto zal nu veel te helder worden Hou daarom vooral de ogen in de gaten. Als de ogen kleurverlies beginnen te vertonen, sleep je de schuifregelaar voor de schaduwen wat naar rechts. Klik op OK als je tevreden bent.

■ Stap 2. Maak het laagmasker dat naast de aanpassing staat zwart (cmd + I),

zodat de heldere laag achter het laagmasker wordt verborgen. Zet de voor‑ grondkleur op wit en klik op het gereedschap penseel. Selecteer een klein penseel met een zachte rand en schilder over de ogen ❷.

■ Stap 3. Om het veranderen van de kleur van de ogen tegen te gaan, selecteer

je de aanpassingslaag en kies je als overvloeimodus "Lichtsterkte". Op die

manier verandert alleen de helderheid en niet de kleur. Verlaag tot slot de

waarde bij dekking tot de deze er natuurlijk uitziet. 50 tot 60% is meestal een

❶

goede instelling ❸ .

❸

❷ 3 Ogen lichter maken met "Tegenhouden" en "Doordrukken". Dupliceer de achtergrondlaag (cmd + J). Selecteer het gereedschap "Tegenhouden" om het oogwit lichter te maken. Stel het volgende in: ■ Borstelgrootte hangt af van de grootte van het oog ■ Hardheid borstel: 10% ■ Bereik: middentonen ■ Belichting: 20%

Selecteer het gereedschap "Doordrukken" om de omtrek van de iris en de pupil donkerder te maken.

■ Borstelgrootte hangt af van de grootte van het oog ■ Hardheid borstel: 5 ‑ 10% ■ Bereik: schaduwen

■ Belichting: niet hoger dan 15%


Rode lippen Soms is het nodig om in een portret de lippen wat roder en voller te maken.. Wanneer de vrouw geen lippenstift draagt, kunnen de lippen er al snel wat "levenloos" uitzien. De kleur van de lippen is vaak niet gesatureerd genoeg.

■ Stap 1. Maak een nieuwe aanpassingslaag "Niveau's" ➊ in uw lagenpalet of

via het venster "Aanpassingen".

In het dialoogvenster van "Niveau's" ❷ klik je op de middelste schuifregelaar

(middentonen). Sleep deze meer naar links. Het rood en de donkere partijen ver‑ hogen in de volledige foto. Wanneer je het rood en de schaduwen in de lippen ziet veranderen ❸, klik je op OK..

■ Stap 2. Naast de aanpassingslaag Niveau's staat een(wit) masker. Klik een

keer op het icoontje van het masker naast de aanpassingslaag om ze te selec‑ teren. Vul ze met zwart door Cmd + Delete te klikken ❹.

■ Stap 3. Het masker wordt met zwart gevuld en de aanpassingen in de

Niveaus die je zopas hebt uitgevoerd, wordt verborgen. Selecteer het gereed‑ schap penseel en kies voor een borstel met een zachte rand.

■ Stap 4. Zet de voorgrondkleur op wit en schilder op het masker over de

lippen. ❺ Overal waar je schildert komt de aanpassing "Niveau's" terug te

❹

voorschijn ➏ .

Schilder je teveel, druk dan de X‑toets in. De voorgrondkleur wordt zwart en je

kan hetgeen je teveel hebt geschilderd, terug verbergen.

Zwart verbergt de aanpassing, terwijl wit de aanpassing toont.

❺ ❻

❷ ❸


CSU5W N IE

4

Ongewenste elementen verwijderen met CONTENT AWARE FILL Deze nieuwe functie is erop gericht om je tijd te laten besparen en kan bijvoor‑ beeld gebruikt worden om mensen uit foto's te verwijderen. Kort gezegd kijkt

Photoshop in dat geval naar de rest van de foto en zal dit als basis gebruiken om het gebied dat je wilt verwijderen te vullen.

Op deze manier is het dus bijvoorbeeld mogelijk om personen of andere objecten uit een foto te verwijderen zonder dat je hiervoor hoeft te prutsen met andere gereedschappen.

Let erop dat bij het openen van de foto de laag met de foto gedefinieerd staat als 'Achtergrond' en 'op slot' staat. Dat werkt sneller..

De man moet verwijderd worden uit

de foto. Maakje een selectie om de man heen ➊ . Dit kun je doen met de Pen of

het Lasso gereedschap. Hieronder is het

Pen gereedschap gebruikt, let er dan op dat de optie 'Paden' bovenin geselec‑ teerd is.

Zodra je dan de man hebt geselecteerd

klik je in het gebied met de rechtermuis‑

30o -nPhotoshop 30 d e r n e m e r s o p l e i d i n g d t p ■ photoshop retoucheren

❶

❷ knop en kies je voor de optie 'Make selection' waarna het pad omgezet wordt naar een selectie.

Als in je lagenpallet 'Achtergrond' staat kun je nu simpelweg op de Backspace

of Delete knop op je toetsenbord drukken waarna het dialoogvenster in beeld komt.

Je ziet dat hier standaard al 'Content‑Aware' ❷ is geselecteerd en dus behoeft

hier verder geen actie. Klik op OK. Photoshop zal dan het geselecteerde gebied

verwijderen en deze opvullen door te kijken naar de rest van de foto. Het resul‑

taat hieronder. De man is verwijderd ❸. Op een aantal schoonheidsfoutjes na is dit aardig gelukt.

❸

Content Aware geeft niet altijd hetzelfde resultaat. Is het resultaat niet goed? Ga dan een stap terug (Cmd+Z) en druk opnieuw Shift+F5, die kan je een aantal keren proberen en je zal zien dat er veel verschillen kunnen zijn. Hierboven zie je het verschil in resultaat met dezelfde selectie maar gewoon een stapje terug gezet en opnieuw Content Aware Fill gedaan.


32 - Photoshop

Retoucheren in Photoshop CS4

Recommend Documents