G E M E E N T E
B en W vo o rstel
B O R N E
13int02786
Onderwerp
Resultaten nulmeting pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid
Samenvatting vo o rstel Hoewel burgers bij een ramp of calamiteit direct de handen uit de mouwen steken, doen z e dat niet in de voorbereiding op een ramp. W aarom niet? En hoe kunnen we de voorbereidingsintentie en dus de zelfredzaamheid positief beïnvloeden? Dat is onderzocht in de 1e fase van de Bornse pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid. I&O Research is gevraagd om een inwonersenquête in Borne over risicobewustzijn, risicocommunicatie en zelfredzaamheid met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor uit te voeren. In dit rapport wordt u geïnformeerd over de resultaten van deze inwonersenquête en de verdere uitwerking van de pilot.
Ontwerpbesluit 1. Kennis te nemen van de resultaten van de nulmeting en de verdere uitwerking van de pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid. 2. De resultaten van de nulmeting en de verdere uitwerking van de pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid ter kennis te brengen van de raad.
Openbaar
akkoord
kŌ
,«
burgemeester W eiten
bespreken
afwijzen
\\
wethouder Kotteman wethouder Mulder wethouder Albers BESLUIT
1
-— —'
/Ÿ
^Conform
D Aangehouden
D Aangepast akkoord d.d.
Opmerkingen
3- IT--ÎMJ
K Hf
\ ū Afwijzen d.d.
van
college
Rheineplein 1
7622 D G
Postbus20ũ
7 6 2 0 A E Borne
Telefoon 14074
fax 074 - 266 33 38
[email protected]
www.borne.nl
. j - , j
G E M E E N T E
ŕ
B O R N E
Programma
1.
Portefeuillehouder
Burgemeester
Opgesteld door (tel.)
N.Teesink (711)
Afdeling í productgroep
Concernstaf 1 Team bestuur en strategie
Paraaf steller Paraaf manager Paraaf portefeuillehouder Paraaf secretaris
Afstemming intern
Productgroep Uitvoering (Joachim Wissink en Bas Oonk) en Communicatie (Miranda Mulder).
Medezeggenschap
Pagina 2
Nee
G E M E E N T E
B O R N E
1 Inleiding Aanleiding en opzet In opdracht van de projectgroep Zelfredzaamheid en spoorveiligheid heeft l&O Research onder inwoners van Borne een online onderzoek uitgevoerd naar het risicobewustzijn, zelfredzaamheid en risicocommunicatie rondom het spoor. Dit onderzoek is de O-meting van de pilot. In 2014 zal de 1-meting volgen om effecten van de pilot vast te kunnen stellen. In dit onderzoek is een onderscheid gemaakt tussen bewoners van twee gebieden: de spoorzone (hemelsbreed binnen 300 meter vanaf spoor) en de rand buiten de spoorzone (hemelsbreed 300 tot 1.600 meter vanaf spoor). Respons Voor het onderzoek is een representatieve steekproef getrokken van 976 bewoners van de spoorzone en 1.852 bewoners van buiten de spoorzone. De geselecteerde bewoners zijn per brief uitgenodigd voor een online enquête. In totaal hebben 271 bewoners van de spoorzone en 509 bewoners van de buiten spoorzone deelgenomen aan het onderzoek. In beide gebieden is een respons bereikt van ruim 25 procent. Het aantal deelnemers uit de spoorzone en buiten de spoorzone is groot genoeg om voldoende nauwkeurige uitspraken te kunnen doen. Het hoge responspercentage is representatief voor de mate waarin het onderwerp spoorveiligheid leeft in de Bornse samenleving. Risicobewustzijn Als het gaat om risico's rondom het spoor maken inwoners uit beide gebieden zich het meest zorgen om ongevallen door weigerende spoorwegovergangen. Op de tweede plek staat een treinongeval met gevaarlijke stoffen. In de spoorzone maakt 57 procent van de bewoners zich hierover grote zorgen. In de buiten spoorzone is het aandeel bewoners met grote zorgen met 45 procent iets kleiner. Een op de drie bewoners van de spoorzone acht de kans groot dat er in de komende vijfjaar in de eigen omgeving een ongeval op het spoor met gevaarlijke stoffen plaats vindt. Buiten de spoorzone denkt een op de vier inwoners dat de kans hierop groot is. V a n de mogelijke gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen denkt een ruime meerderheid van de bewoners in beide gebieden dat er veel materiële schade zal zijn en dat veel mensen ernstige gezondheidsschade oplopen. Bewoners van de spoorzone denken vaker dan bewoners van buiten de spoorzone dat zijzelf of het eigen gezin bij een ongeval met gevaarlijke stoffen ernstige gezondheidsschade oplopen. Risicocommunicatie Over de wijze waarop de gemeente Borne inwoners in het algemeen informeert, is men verdeeld. In de spoorzone zijn inwoners hierover kritischer dan daarbuiten. Een op de z e s bewoners van de spoorzone (16 procent) vindt dat de gemeente inwoners niet open en volledig informeert. Ruim het dubbele aantal bewoners van de spoorzone (37 procent) vindt dat de gemeente dit juist wel doet. De resterende 47 procent is neutraal of weet het niet. Of de informatie die men zelf opvraagt bij de gemeente Borne nuttig is, daar weet ruim 60 procent geen antwoord op, of men is neutraal. Een klein deel (5 à 6 procent) van de bewoners uit beide gebieden is hier negatief over en ongeveer een derde is positief.
Pagina 3
G E M E E N T E
B O R N E
Bij de meerderheid van de bewoners in beide gebieden is er het vertrouwen dat de gemeente Borne er alles aan doet om inwoners een veilige leefomgeving te bieden. Ongeveer een op de z e s bewoners van de spoorzone (16 procent) is het hier niet mee eens. Informatiebereik Ongeveer een op de tien bewoners heeft wel eens iets gezien, gehoord of gelezen over wat men zou moeten doen als er een ongeval met gevaarlijke stoffen plaatsvindt op het spoor. Hierbij is er geen verschil tussen bewoners van beide gebieden. Als men er wel iets over gezien, gehoord of gelezen heeft, was dit meestal in de T C Tubantia, de Bornse Courant of televisie (RTV Oost). Acties van inwoners om zich te informeren en voor te bereiden Bewoners is gevraagd welke acties men heeft ondernomen om zichzelf te informeren over of voorbereid te zijn op een noodsituatie. Hierbij is een lijst van mogelijke acties voorgelegd. De meest genoemde actie die men heeft ondernomen is 'weten hoe de eigen ventilatie uitgeschakeld kan worden'. Zo weet 47 procent in de spoorzone dit en 58 procent in buiten de spoorzone. Dat bewoners van buiten de spoorzone vaker weten hoe de eigen ventilatie uitgeschakeld kan worden, kan waarschijnlijk verklaard worden doordat bewoners van dit gebied vaker mechanische ventilatie in huis hebben. Mechanische ventilatie zit namelijk vooral in nieuwere woningen. De grote nieuwbouwwijken van de laatste 25/30 jaar in Borne liggen in buiten de spoorzone. Verder heeft ongeveer een kwart een folder met rampinstructies in huis. Verantwoordelijkheid:
inwoner versus
overheid
Bijna 9 van de 10 bewoners vindt dat de overheid ervoor verantwoordelijk is dat bewoners geïnformeerd zijn over risico's van een spoorongeval met gevaarlijke stoffen. Dat bewoners goed voorbereid zijn op een dergelijk ongeval vindt ruim tweederde een verantwoordelijkheid van met name de overheid. Als het gaat om de eigen verantwoordelijkheid, vindt ongeveer de helft van de bewoners dat zij niet of nauwelijks verantwoordelijk zijn om zich goed te informeren en voorbereiden. Ongeveer een derde vindt zichzelf hier deels voor verantwoordelijk en ongeveer een op de tien vindt het juist vooral een eigen verantwoordelijkheid van bewoners om geïnformeerd en voorbereid te zijn. Informatiebehoefte De behoefte aan informatie over de risico's van ongevallen met gevaarlijke stoffen is groot bij bewoners van beide groepen. Het liefst krijgt men deze informatie van de gemeente Borne via de lokale krant of het huis-aan-huisblad of via een brief of folder. Emoties spoorongeval
met gevaarlijke
stoffen
Bewoners van de spoorzone blijven minder vaak rustig en ervaren meer zorgen bij de gedachte aan een spoorongeval met gevaarlijke stoffen dan bewoners van de buiten spoorzone. Gevoelens van angst, boosheid en nonchalance zijn niet anders in de spoorzone dan daarbuiten. De gedachte van een spoorongeval met gevaarlijke stoffen maakt 25 procent van de bewoners van de spoorzone (behoorlijk) angstig. Daarnaast zegt 46 procent van de bewoners van de spoorzone niet of maar beperkt rustig te blijven bij dit idee. Ruim een derde van de spoorzone bewoners ervaart boosheid en bij bijna tweederde zijn er behoorlijke of grote zorgen. Slechts 6 procent laat het koud. Zelfredzaamheid In de spoorzone acht ongeveer een derde van de bewoners zichzelf in staat informatie te vinden, zich goed voor te bereiden en adequaat te handelen bij een spoorongeluk met gevaarlijke stoffen. Een
Pagina 4
G E M E E N T E
B O R N E
ongeveer even groot deel acht zichzelf hiertoe niet in staat. Nog eens ongeveer een derde is neutraal of weet het niet. Buiten de spoorzone is het aandeel bewoners dat zichzelf wel zelfredzaam ziet groter en het aandeel bewoners dat zichzelf niet in staat acht zich goed te informeren, voor te bereiden en adequaat te handelen kleiner. Nut van
voorzorgsmaatregelen
De meerderheid van de bewoners in beide gebieden ziet wel het nut in van voorzorgsmaatregelen. Hierin is geen verschil tussen bewoners van de spoorzone en de zone daarbuiten. Ongeveer zes op de tien vindt het nuttig om praktische voorzorgsmaatregelen te treffen zoals controleren hoe de ventilatie uitgeschakeld kan worden. Ongeveer zeven op de tien vindt het nuttig de risico's te ken-nen en te weten wat te doen als een ongeluk met gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Iets minder dan zeven op de tien vindt het nuttig om ervoor te zorgen dat men gewaarschuwd kan worden als er een ongeluk gebeurt, bijvoorbeeld via NL-Alert. Conclusies De resultaten kort samengevat: »
Een aanzienlijk deel van de bewoners van beide gebieden is zich bewust van de risico's van gevaarlijke stoffen die over het spoor vervoerd worden.
»
Een aanzienlijk deel schat de kans op een ongeval op het spoor met gevaarlijke stoffen hoger in dan deze in werkelijkheid zal zijn.
»
Slechts een klein deel van de bewoners heeft op dit moment al iets gehoord, gezien of gelezen over wat men moet doen in geval van een ongeval met gevaarlijke stoffen op het spoor.
»
Er is bij bewoners een grote behoefte aan informatie over risico's, mogelijke voorzorgsmaatregelen en praktische handelingsperspectieven voor een crisissituatie.
«
Bewoners zien een belangrijke rol weggelegd voor de overheid en met name de gemeente in het verstrekken van informatie hierover.
»
De meerderheid van de bewoners ziet het nut van voorzorgsmaatregelen.
»
Ruim een derde van de bewoners acht zichzelf op dit moment zelfredzaam om informatie te vergaren, voorzorgsmaatregelen te treffen en adequaat te handelen.
De resultaten van de O-meting laten zien dat met risicocommunicatie terrein valt te winnen op het gebied van kennis over risico's en te treffen maatregelen, houding (wegnemen van overmatige zorgen) en zelfredzaamheid. 2 Beoogd resultaat De resultaten van deze nulmeting - een beeld van de informatie- en communicatiebehoeften van de Bornse burgers - worden vervolgens ingezet bij de volgende fase van de pilot. Op basis van de uitkomsten van de nulmeting en de verschillende klankbordgroepsessies wordt een zo effectief en efficiënt mogelijke communicatieaanpak, middelen en boodschappen voor elke (locatie)specifieke doelgroep ontwikkeld en uitgevoerd. 3 Argumenten G e e n argumenten.
Pagina 5
G E M E E N T E
B O R N E
4 Kanttekeningen Een neveneffect van de risicocommunicatie over spoorvervoer van gevaarlijke stoffen is dat bij bewoners ook de discussie over andere vormen van overlast rond het spoor in gang wordt gezet. Uit de open antwoorden in de enquête brengen meerdere inwoners namelijk ook andere vormen van overlast rond het spoor onder de aandacht, zoals de stremming bij de spoorwegovergangen of geluids- en trillingenoverlast door het spoorvervoer. 5 Kosten, baten en dekking De kosten die samenhangen met activiteiten voortkomende uit dit project (zoals de nulmeting en effectmeting of het ontwikkelen van communicatiemiddelen) worden gefinancierd uit provinciale gelden, zijnde een subsidie die de Veiligheidsregio Twente voor deze pilot van de Provincie Overijssel heeft ontvangen. 6 Personeel en organisatie De pilot Zelfredzaamheid en spoorveiligheid maakt onderdeel uit van het Actiejaarplan Veiligheid 2014, de personele consequenties van deze pilot voor de gemeente Borne worden hierin geborgd. 7 Vervolg na besluitvorming college Na besluitvorming door college zal gestart worden met het benaderen van de potentiële klankbordgroepleden. Om de resultaten uit deze O-meting te verifiëren, en om te kijken of de daaruit voortvloeiende risicocommunicatieboodschappen in lijn zijn met de gedachten van zowel communicatieen veiligheidsexperts als ervaringsdeskundigen (bewoners), worden verschillende klankbordbijeenkomsten gehouden. Deze bijeenkomsten zullen leiden tot een opzet voor risicocommunicatie binnen de gemeente. De briefen de uitwerking van de klankbordsessies zijn als bijlage toegevoegd. 8 Communicatie Om alle bewoners en bezoekers van de gemeente Borne te informeren over de resultaten van de gehouden O-meting en de komst van klankbordbijeenkomsten, wordt informatie verspreid op de website van de gemeente Borne en de V R T alsmede de website www.spoorborne.nl en op het participatieplatform www.mijnborne2030.nl Op deze websites zal een samenvatting van de resultaten van de O-meting worden weergegeven, een FAQ-lijst worden geplaatst op basis van vragen en opmerkingen uit de open vragen van de enquête en informatie worden gegeven over de klankbordbijeenkomsten die zullen worden gehouden. Er zal worden toegelicht dat bewoners die een enquête hebben ingevuld de mogelijkheid hebben gekregen om zich op te geven voor klankbordbijeenkomsten als ervaringsdeskundige en vertegenwoordiger van omwonenden van het spoor. Daarnaast zal worden aangegeven dat deze bewoners via een brief worden uitgenodigd voor de bijeenkomsten die ingepland staan (grofweg) in januari, februari en maart. Bewoners die zich alsnog melden en ook graag willen deelnemen aan de klankbordbijeenkomsten, worden tevens uitgenodigd. De gemaakte notulen van de klankbordsessies zullen worden gedeeld met de samenleving via de verschillende digitale kanalen. 9 Bijlage(n) - Uitwerking klankbordbijeenkomsten - Communicatieplan klankbordbijeenkomsten - Brief respondenten aanmelding klankbordgroep - Tabellenboek resultaten nulmeting l&O Research
Pagina 6