REGLEMENT 2e Omloop van het Oosten 7 januari 2012 Inhoud
blz.
Inleiding
2
Wedstrijdcommissie
2
Organisatorisch reglement
3
Artikel 1 t/m 15 Technisch reglement
7
Art. 1 Algemeen
7
Art. 2 Route- en Tijdcontroles
8
Art. 3 Strafpunten
9
Art. 4 Bol-Pijl
10
Art. 5 Pijlen kortste route en punten kortste route (gecombineerd)
10
Art. 6 Pijlen kortste route en punten vrije route (gecombineerd)
11
Art. 7 Blinde lijn
12
Art. 8 Baril (ingetekende lijn met barricades)
12
Art. 9 Grensbenadering
12
Art. 10 Regularity
13
Art. 11 Behendigheidsproeven
13
Art. 12 Herconstructie
13
OvhO 2012/4
1
Beste klassieke rallyrijders, Voor u ligt het reglement van de 2e Omloop van het Oosten 2011. Het reglement is zo eenvoudig mogelijk gehouden. Na de succesvolle eerste editie in 2011 wordt de Omloop van het Oosten ook dit jaar in zijn geheel in Gelderland verreden. De sportklasse zal ca. 210 km gaan afleggen, de tourklasse rijdt ca. 180 km (als de juiste route gevolgd wordt...). Let u onderweg vooral op de Q zones. Hier mag u maximaal 30 km/u rijden. Wij controleren dit in het belang van het minimaliseren van overlast en daarmee het continueren van vergunningen! De bedoeling is u een fijne en autosportieve dag te bezorgen. Houdt u met uw rijgedrag echter wel rekening met andere weggebruikers en omwonenden. De gemiddelde snelheid van de diverse trajecten is zo gekozen dat het niet nodig is om de geldende maximumsnelheden te overschrijden. Voor vragen over het reglement kunt u terecht bij de uitzetters via
[email protected] of
[email protected] . Wij hopen op een zonnige winterse dag voor de tweede editie van de Omloop van het Oosten en zien u graag op 7 januari aanstaande. Tot ziens, Stichting Rallyland
WEDSTRIJDCOMMISSIE Voorzitter
Ronald Jans
06-51158107
Secretaris
Jacco Ruys
06-53661811
Uitzetters, tevens Route chefs
Rutger Kwant (ochtend)
06-16218541
Ronald Jans (middag)
06-51158107
Eindcontrole en Oproller
Carl Verboom
06-30938481
Start- en finishlocatie
Nabij Kristalbad / Boschbad (parkeerterrein Berg en Bos / Apenheul) Felualaan 29 7313 GM Apeldoorn
Lunchlocatie
Nabij De Vlinderhoeve Bathmenseweg 7 7216 PB Kring van Dorth
Wedstrijdsecretariaat t/m 6 januari
Jacco Ruys Huusker 20 7482 KA Haaksbergen Tel.: 053-4788587 E-mail:
[email protected]
OvhO 2012/4
2
ORGANISATORISCH REGLEMENT Art. 1 Organisatie De Omloop van het Oosten 2012 wordt op 7 januari 2012 georganiseerd door Stichting Rallyland. De Omloop van het Oosten is een kaartleesrit voor klassiekers (bouwjaar vóór 1979), welke meetelt voor het Nederlands Kampioenschap voor Klassiekers 2012 van de N.R.F. Daarnaast is er een apart klassement voor deelnemers met een modernere auto. Art. 2 Reglementering Als leidraad voor het door ons opgestelde reglement gelden de artikelen van het BRKLAS (basis reglement klassiekerritten, deel 1-3, art 1 t/m 7) van de Nederlandse Rittensport Federatie (te downloaden van http://rittensport.org). Voor hen die hiermee niet bekend zijn, hebben wij alle relevante regels in het navolgende TECHNISCH REGLEMENT vermeld. Ook zijn er regels, specifiek voor deze rit geldend, toegevoegd. Het Technisch Reglement is door de N.R.F. goedgekeurd onder nummer KLAS 1201. Let op: waar het TECHNISCH REGLEMENT eventueel afwijkt van het BRKLAS, daar is de omschrijving in het TECHNISCH REGLEMENT van toepassing! Art. 3 Indeling in klassen, start- en rijtijden. a. Auto‟s die vóór 1979 op kenteken zijn gezet, worden in de categorie Klassiekers ingedeeld. Alleen deelnemers in deze categorie komen in aanmerking voor punten voor het NRF kampioenschap voor klassiekers. Bij de start zal gecontroleerd worden met welke auto wordt deelgenomen! Auto‟s die vanaf 1979 op kenteken zijn gezet, worden in de categorie Youngtimers ingedeeld. Deelnemers in deze categorie komen NIET in aanmerking voor punten voor het NRF kampioenschap voor klassiekers. Bij de start zal gecontroleerd worden met welke auto wordt deelgenomen! b. Gereden wordt in beide categorieën in een sport- en tourklasse. Sportklasse: geroutineerde deelnemers Tourklasse: deelnemers met geringe ervaring c. Uw klasse indeling en starttijd staan vermeld op uw acceptatiebrief. d. De start vindt plaats bij het Kristalbad / Boschbad te Apeldoorn. Het startbureau is geopend vanaf 8.15 uur. e. De Omloop van het Oosten bestaat uit twee etappes voor alle klassen. In de ochtend wordt de eerste etappe verreden, in de middag de tweede etappe. Beide etappes zijn onderverdeeld in verschillende trajecten. De sportklasse rijdt ca. 210 km. De tourklasse rijdt ca. 180 km. f.
In geneutraliseerde verbindingstrajecten staan geen controlebordjes opgesteld.
g. Start Tourklasse vanaf 9.01 uur. Start Sportklasse vanaf 9.31 uur. Indien de omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan het tijdschema tussentijds gewijzigd worden. Deze wijziging zal op het publicatiebord in het startbureau of bij een bemande route controle aan de deelnemers bekend worden gemaakt. Voor de RITINDELING zie pagina 9.
OvhO 2012/4
3
Art. 4 Inschrijving a. U kunt elektronisch inschrijven via www.omloopvanhetoosten.nl . Uw inschrijving is definitief na overboeking van het inschrijfgeld ad € 160,- indien uiterlijk betaald op 30 september 2011. Hierna bedraagt het inschrijfgeld € 190,-. Voor leden van bij de NRF aangesloten verenigingen bedraagt dit € 175,-. Het inschrijfgeld dient uiterlijk 15 december 2011 in ons bezit te zijn. Inschrijving na deze datum is alleen mogelijk na telefonisch overleg met het Wedstrijdsecretariaat; dit onder voorbehoud van beschikbaarheid. b. De organisatie heeft het recht inschrijvingen –eventueel zonder opgaaf van redenen- te weigeren. c. Alle correspondentie met de deelnemers geschiedt via e-mail en/of (verwijzingen naar) de website van de Omloop van het Oosten; u gelieve deze website regelmatig te raadplegen op nieuws en andere informatie. Art. 5 Wedstrijdbescheiden a. U dient zich minimaal 30 minuten voor uw starttijd met uw acceptatiebrief te melden in het startbureau bij het Kristalbad / Boschbad. Hier ontvangt u rallyschilden, eerste controlekaarten e.d. Ons advies is om een meldtijd van ca. 45 minuten vóór uw starttijd aan te houden, om congestie en onnodig wachten bij de starttafel te vermijden. b. Aan alle deelnemers wordt 10 minuten voor hun starttijd het routeboek voor de ochtendetappe overhandigd. c. Controlekaart 1 (ochtendetappe) dient bij de VTC op het lunchadres (na TC 3) ingeleverd te worden. d. Bij binnenkomst op het lunchadres ontvangt u de controlekaarten voor de middagetappe met uw starttijd. Na de lunch ontvangt u, op uw starttijd, het routeboek voor de middagetappe. e. Controlekaart 2 (middagetappe) dient bij TC 5 ingeleverd te worden. Controlekaart 3 (middagetappe) dient bij de VTC op het finishadres (na TC 6) ingeleverd te worden. Art. 6 Licenties Deelnemers die meedoen aan het Nederlands Kampioenschap voor Klassiekers van de N.R.F. dienen hun licentie in het startbureau te kunnen tonen, overige deelnemers krijgen gratis een daglicentie. Art. 7 Uitslag a. De organisatie zal zo snel mogelijk, doch uiterlijk 15 minuten na het sluiten van de finish, de ideale controlekaarten en de ideale routes publiceren. Vervolgens wordt zo spoedig mogelijk een voorlopige uitslag gepubliceerd. b. Tot 15 minuten na het publiceren van de voorlopige uitslag kunnen de deelnemers vragen stellen met betrekking tot zogenaamde rekenfouten. c. De organisatie zal zo spoedig mogelijk de definitieve uitslag bekend maken (waarschijnlijk rond 18.00 uur). d. De definitieve uitslag zal zo spoedig mogelijk worden gepubliceerd op de website www.omloopvanhetoosten.nl en op de N.R.F. site www.rittensport.org .
OvhO 2012/4
4
Art. 8 Prijzen en prijsuitreiking Voor de best geklasseerden (aantal afhankelijk van het aantal inschrijvingen) in de tour- en sportklasse bij zowel Klassiekers als Youngtimers zijn er prijzen te verdienen. Indien extra prijzen zullen worden uitgereikt, dan zal dit tijdig bekend worden gemaakt. Na definitief worden van de voorlopige uitslag, zal de prijsuitreiking plaatsvinden op de finishlocatie bij het Kristalbad / Boschbad te Apeldoorn. Art. 9 Verzekering en technische staat van de auto De deelnemende auto dient minimaal W.A. verzekerd te zijn. Het inschrijfgeld omvat niet de premie voor een eventueel benodigde aanvullende verzekering voor regelmatigheidsritten. U dient er zich van te vergewissen dat uw verzekeringspolis dekking geeft tijdens een regelmatigheidsrit. Om hier zeker van te zijn kunt u bij uw assurantiekantoor een z.g. assurantieverklaring aanvragen. Zonodig dient u een aanvullende ééndagspolis aan te vragen bij uw verzekeringsmaatschappij, om zeker te zijn van dekking voor deelname aan een regelmatigheidsrit in Nederland. De verzekering dient in te houden de dekking van de wettelijke aansprakelijkheid van de deelnemers en de bestuurders jegens derden en jegens de officials van het evenement. De deelnemer is verplicht om bij documentcontrole aan te tonen dat de auto waarmee wordt deelgenomen tijdens de Omloop van het Oosten verzekerd is. Auto‟s dienen APK goedgekeurd te zijn. Het gebruik van winterbanden willen wij niet verplicht stellen, maar gezien de mogelijk gladde winterse omstandigheden in januari willen wij dit beslist aanbevelen! Het gebruik van GPS positiebepaling systemen is niet toegestaan in de auto. Art. 10 Bepaling van het klassement In geval dat meerdere deelnemers de Omloop van het Oosten beëindigen met een gelijk aantal strafpunten, zal het klassement als volgt worden bepaald: Die equipe wordt als hoogste geklasseerd die in volgorde van belangrijkheid: a. de minste tijdafwijking heeft op de regelmatigheidsproef(ven). b. vanaf de start gerekend, het laatst een afwijking heeft ten opzichte van de ideale controlereeks in vergelijking met de andere equipe(s). c. de minste strafpunten heeft in de behendigheidsproef(ven). Art. 11 Verkeersregels en Milieu U dient zich tijdens de rit aan de geldende maximum snelheden te houden. In uw auto dient een plastic zeiltje van minimaal 2 bij 1 meter aanwezig te zijn. GEBRUIK BIJ PARKEREN UW PLASTIC ZEILTJE ONDER DE AUTO. Verder dient aanwezig te zijn: - stempelkussen - gevarendriehoek. Het verdient aanbeveling om tevens in de auto te hebben: - brandblusser - verbanddoos - sleepkabel.
OvhO 2012/4
5
Art. 12 Restitutie Inschrijfgeld a. Bij weigering van de inschrijving door de organisatie wordt het inschrijfgeld 100% gerestitueerd. b. Indien u na inschrijving en betaling door omstandigheden niet kunt deelnemen aan de rally wordt bij annulering een deel van het inschrijfgeld gerestitueerd: • vóór 1 - 10 - 2011 : 90% restitutie • van 1 - 10 t/m 15 - 11 : 50% restitutie • na 15 -11- 2011 : geen restitutie. Het is altijd mogelijk een andere equipe in uw plaats (dus in dezelfde klasse) te laten deelnemen. Bij overmacht zal de organisatie de helft van het inschrijfgeld aan de deelnemers terugbetalen. “Overmacht” is iedere gebeurtenis of omstandigheid (al dan niet ontstaan door natuurlijke oorzaken, menselijk handelen of anderszins) boven de macht van de partijen. (Bedoeld worden onder andere het niet afgeven of het intrekken van vergunningen wegens ziekten als mond en klauwzeer, vogelpest, BSE enz.) In een dergelijk geval zal de organisatie echter eerst de mogelijkheid bekijken het evenement op een alternatieve datum plaats te laten vinden. Art. 13 Wijzigingen Wijzigingen en aanvullingen op het reglement evenals wijzigingen in de route zullen aan de deelnemers gemeld worden op een publicatiebord bij de start- en lunchlocatie. Art. 14 Q(uiet) zones Een Q(uiet) zone is een deel van het traject waar maximaal 30 km/h gereden mag worden. Overschrijding van deze snelheid wordt bestraft volgens art. 3 b van het technisch reglement. Een Q zone is herkenbaar aan een wit bord (20 bij 30 cm) met in zwart de letter “Q ”. Het einde van een Q zone is herkenbaar aan een wit bord met in zwart de letter “Q ”, voorzien van twee schuine strepen. Als alternatief kan op het eerste bord de lengte van de Q zone zijn aangegeven; in dit geval staat er geen einde Q zone bord. Een Q zone kan ook op het kaartfragment zijn aangeven, door middel van een dubbele cirkel met de daarbij de letter Q. In dat geval hoeven er geen borden in het veld geplaatst te zijn. Art. 15 Uitvallen Indien een equipe de rit niet verder kan uitrijden, dient de organisatie hiervan in kennis gesteld te worden (telefoonnummers zie blz. 2). De organisatie van de Omloop van het Oosten kan beschikken over een “eigen” service- en sleepdienst. Bij pechgevallen kunt u contact opnemen met CAR MASTERS via 06 – 54342060 (pechgevallen ten oosten van de IJssel) of MARCARS via 06 – 46662714 (pechgevallen ten westen van de IJssel) ANWB wegenwachtleden kunnen eventueel ook tel. 088-2692888 bellen.
OvhO 2012/4
6
TECHNISCH REGLEMENT Gebruikte afkortingen in dit reglement: RC TC VTC
routecontrole tijdcontrole vaste tijdcontrole
GTC geheime tijdcontrole IPT ideale passeertijd FC finishcontrole
Naast de standaard afkortingen (volgens NRF basisreglement klassiekers) kunt u tijdens de rit de volgende opdrachten tegenkomen: NVO DMG DMIL
niet (verder) omrijden/herconstrueren doorgaan met grensbenadering doorgaan met ingetekende lijn
Art. 1 Algemeen De rit wordt verreden volgens de bepalingen opgenomen in het NRF-reglement BRKLAS uitgave 2006, versie oktober 2005, deel 1-3 art 1 t/m/ 7 (te downloaden van http://rittensport.org) en de bepalingen in dit Technisch Reglement cq. eventuele aanvullingen aan de starttafel en/of bepalingen in het routeboek. In het routeboek wordt voor elk traject het reglement nogmaals opgenomen. Onder Bijzonderheden kunnen aanvullingen staan. a. Waar in het reglement sprake is van deelnemer, navigator e.d. kan voor zover van toepassing ook gelezen worden deelneemster, navigatrice e.d. b. Verbeteringen of veranderingen op de controlekaarten zijn niet toegestaan, dit leidt onherroepelijk tot diskwalificatie. c. De legenda van uw kaartmateriaal is in routeboek 1 afgedrukt. d. Kaartsituaties voorzien van zwarte cirkels/ovalen worden geacht overeen te komen met de werkelijkheid. De gewijzigde situaties zijn hier nooit een reden voor omrijden. In deze cirkels/ovalen zijn geen controles opgesteld. e. Indien een zogenoemde keerlus moet worden gereden, dan dient deze tegen de wijzers van de klok in gereden te worden. f. Het verstrekte kaartmateriaal heeft een schaal van 1:50.000 en 1:25.000. g. Met uitzondering van art. 6f in het traject "Pijlen kortste route en punten vrije route” mag in de kaartleestrajecten alleen gebruik worden gemaakt van op de kaart voorkomende wegen. h. In uw routeboek is voor elk traject of gedeelte een bladzijde met daarop de lengte, tijd en de routeopdracht met eventuele aanvullingen vermeld. i. De landsgrens mag alleen overschreden worden als het onder “Bijzonderheden” is vermeld in uw routeopdracht. j. In alle gevallen dient de geconstrueerde route zo nauwkeurig mogelijk gereden te worden. Nieuwe wegaansluitingen, b.v. in de vorm van rotondes, mogen worden gebruikt. Indien mogelijk dient de (oude) kaartweg zoveel mogelijk bereden te worden. Op basis van kleine verschillen tussen wegaansluitingen op de kaart en in werkelijkheid (minder dan 10 meter) hoeft u geen herconstructie te maken, waar het om gaat is dat u de juiste weg rijdt (zie voorbeeld). Indien u echter vanzelf van een kaartweg op een niet-kaartweg terecht komt (verschil duidelijk meer dan 10 meter), dan dient via de op de kaart staande wegen een zodanige omweg te worden geconstrueerd en gereden, dat zo min mogelijk wordt gemist van de oorspronkelijk geconstrueerde route (uitgezonderd bij het systeem punten vrije route).
OvhO 2012/4
7
Voorbeeld:
k. Indien de route over particulier terrein loopt, dan dient te worden aangenomen dat hiervoor toestemming is verleend. U dient echter voorzichtig en langzaam te rijden! l. Wegen met aan het begin een omlaag wijzende ritpijl mogen niet bereden worden. Art. 2 Route- en Tijdcontroles (zie voorbeelden in het startbureau) Om te constateren of de deelnemers de juiste route gereden hebben, zijn er controle- bordjes (20X30 of 15X20 cm) langs de route geplaatst. De deelnemers dienen de letters onuitwisbaar in het eerstvolgende vrije vakje van de controlekaart te noteren. a. In principe staan de controlebordjes rechts van de route, goed zichtbaar in de rijrichting. Controlebordjes zijn oranje van kleur met zwarte letters. Controles kennelijk bedoeld om aan te doen als men van de andere kant nadert, (dus voor de deelnemers achterwaarts geplaatst) dienen genegeerd te worden. b. Indien omstandigheden hiertoe aanleiding geven, (bijvoorbeeld bij zogenaamde grasdriehoekjes) kunnen controlebordjes links van de route geplaatst zijn. c. Een oranje bordje met daaraan een stempel (en stempelkussen) is een zogenoemde zelfstempelaar. U moet zelf afstempelen op uw controlekaart. Equipes zijn verplicht een stempelkussen bij zich te hebben voor het geval dit bij de controle ontbreekt. d. Een bemande RC (route controle) is herkenbaar aan een langs de route geplaatst oranje vlag en een wit bord (20x30 cm) met tekst „RC‟ met daarbij een controleur. De deelnemer dient de controlekaart aan te bieden, waarop de controleur een stempel of andere aantekening plaatst. Met de afgestempelde controlekaart kan de deelnemer de route vervolgen. (Een RC is geen tijdcontrole) e. Tijdcontrole (TC) is een bemande controle waar de tijd genoteerd wordt op uw controlekaart en uw controlekaart afgestempeld wordt. U dient uw controlekaart op uw ideale tijd aan te bieden. Een TC en een VTC is herkenbaar aan een oranje vlag en een wit bord (20x30 cm) met tekst „TC‟. Het is toegestaan de ideale passeertijd af te wachten. U dient hiertoe minimaal 20 meter voor de tijdcontrole uw auto uiterst rechts van de weg te parkeren. Het is toegestaan te voet naar de TC te gaan en naar de juiste tijd te informeren. f. Een TC is voor iedere deelnemer geopend van 15 minuten vóór tot 30 minuten ná de IPT van de betreffende deelnemer. De deelnemer dient de controlekaart aan te bieden, waarop de controleur de werkelijke passeertijd in gehele minuten noteert en een stempel of andere aantekening plaatst. De minuut telt wanneer deze vol is, bijvoorbeeld: 12 uur 59‟ 43” is 12 uur 59. Met de afgestempelde controlekaart kan de deelnemer (op zijn vroegst op de IPT) de route vervolgen.
OvhO 2012/4
8
g. Een vaste tijdcontrole (VTC lunch en finish; d.w.z. TC 3 en TC 6) is een TC die ongestraft vóór de IPT mag worden aangedaan. U dient dan wel uw ideale tijd op te geven aan de controleur. Bij een VTC vindt hergroepering plaats. Bij de herstart na een hergroepering wordt elke deelnemer (geacht) gestart (te zijn) op de IPT. h. De finishcontrole (FC) is de laatste VTC van een rit, in dit geval TC 6. Let op: het missen van deze tijdcontrole houdt in dat de betreffende deelnemer niet in het eindklassement van de rit wordt opgenomen. I. Een geheime tijdcontrole (GTC) is niet in de routeopdracht of op de kaart aangegeven. Een GTC is herkenbaar aan een rechts van de route geplaatste oranje vlag en wit bord (20x30 cm) met tekst „GTC‟ met daarbij een controleur. Keren of stilstaan in het zicht van een GTC is niet toegestaan! m. Voorbeelden van controles en ritpijlen zijn te zien bij de inschrijftafel. k. Indien een omleiding noodzakelijk is, kan dit worden aangegeven met behulp van ritpijlen (oranje met in zwart de tekst Rallyland). Het einde van een omleiding wordt aangegeven met twee boven elkaar geplaatste pijlen. Een omleiding geeft geen aanleiding tot een herconstructie; bij het einde van de omleiding vervolgt men de geconstrueerde route. Art. 3 Strafpunten a. Voor het missen van een RC aan de juiste route of het aandoen van een RC die niet aan de juiste route staat ontvangt de deelnemer 30 strafpunten. b. Bij constatering van de eerste verkeersovertreding tijdens een rit ontvangt de deelnemer 30 strafpunten. Voor de tweede verkeersovertreding ontvangt de deelnemer 60 strafpunten, bij de derde verkeersovertreding volgt diskwalificatie. c. Bij het aandoen van een TC ontvangt de deelnemer 1 strafpunt voor elke minuut afwijking van de IPT. Voor de berekening van de tijdstrafpunten bij een TC wordt uitgegaan van de eventuele tijdoverschrijding bij de laatste niet gemiste TC daarvóór. d. Tijdstrafpunten voor opnieuw te laat arriveren bij een TC cumuleren niet. Doet een deelnemer bijvoorbeeld de eerste TC 5 minuten na zijn IPT aan, dan ontvangt hij daarvoor 5 strafpunten. Tevens wordt de IPT voor de volgende TC 5 minuten verlaat, zodat de ideale rijtijd van het volgende traject gehandhaafd blijft. Deze deelnemer dient zich nu 5 minuten na zijn oorspronkelijke IPT te melden bij de tweede TC. Loopt de deelnemer bij de tweede TC 3 minuten tijd in, dan ontvangt hij daarvoor 3 strafpunten. De IPT voor de derde TC ligt dan 2 minuten na de oorspronkelijke IPT. e. Voor het missen van een TC (meer dan 15 minuten te vroeg of meer dan 30 minuten te laat melden) ontvangt de deelnemer 30 strafpunten. f. Voor het missen van een VTC (niet of meer dan 30 minuten te laat melden) ontvangt de deelnemer 150 strafpunten. g. Het missen van de FC (finish controle, niet of meer dan 30 minuten te laat melden) betekent niet-klassering voor de deelnemer. h. Voor het keren of stoppen in het zicht van een GTC ontvangt de deelnemer 60 strafpunten. i. Bij een regularity (regelmatigheidsetappe) krijgt men voor iedere seconde afwijking t.o.v. de ideale tijd 1 strafpunt. Het maximum aantal strafpunten voor de hele regularity is 30 strafpunten. j. Het maximum aantal strafpunten bij een behendigheidsproef is 30 strafpunten. RIT INDELING (overzicht van de lengtes en rijtijden van de trajecten) Traject
1 TC1-TC2
2 TC2-TC3
Lunch TC3-TC4
3 TC4-TC5
4 TC5-TC6 (FC)
Toerklasse
45 km 90 minuten
45 km 90 minuten
60 minuten
72 km 144 minuten
18 km 36 minuten
Sportklasse
70 km 120 minuten
50 km 90 minuten
60 minuten
72 km 120 minuten
18 km 30 minuten
OvhO 2012/4
9
ROUTE OPDRACHT In uw routeboek is voor elk traject of gedeelte een bladzijde met daarop de lengte, tijd en de opdracht. Het voor dat gedeelte geldend reglement en andere bepalingen zijn bindend. Niet alle hier genoemde systemen hoeven te worden gebruikt. Binnen een traject kunnen verschillende systemen zijn gecombineerd! Art. 4 Bol-Pijl a. Door middel van situatieschetsen (niet op schaal) dient u een bepaalde route te rijden. De situatieschetsen dienen in nummervolgorde te worden afgewerkt. b. Bij de situatieschetsen kan de afstand tussen de (laatste) richtingsverandering van de vorige en deze situatieschets zijn aangegeven. Tevens kan de totaalafstand vermeld zijn. c. U dient de langste route te rijden van de bol (dat is de plaats waar u bent) naar de punt van de pijl. Wegen mogen hierbij slechts één maal worden bereden. d. Ononderbroken lijnen geven verharde wegen en onderbroken lijnen geven onverharde wegen aan. e. Eigen wegen, zichtbaar doodlopende wegen en wegen die zijn voorzien van een verkeersbord aanduidende doodlopende weg mogen niet worden bereden. f. In de situatieschetsen zijn wegen die niet bereden mogen worden niet opgenomen. Is dat toch het geval, dan is zo‟n weg in de situatieschets voorzien van een blokkeringsymbool. g. Zolang nog niet de volgende situatieschets is bereikt dient men zoveel mogelijk de rechtdoorgaande route te kiezen (de richting waarbij men het minst aan het stuur moet draaien). h. Bij de situatieschetsen kunnen ter verduidelijking aanvullende symbolen en teksten gebruikt worden. De verklaringen van de aanvullende symbolen en teksten zijn opgenomen in het routeboek. Art. 5 Pijlen kortste route en punten kortste route (gecombineerd) a. Tussen de start en de finish van het traject moet een aantal op de kaart staande genummerde pijlen en punten in nummervolgorde worden aangedaan. b. Naar een pijl, een punt en de finish van het traject dient de kortste route te worden gereden via kaartwegen. c. Pijlen dienen in hun geheel, d.w.z. van de voet van de pijl tot de punt van de pijl, in de route te worden opgenomen en moeten zo nauwkeurig mogelijk worden bereden. Onder de getekende pijlen en punten wordt geacht een weg te liggen. d. Voor het construeren van de route is het toegestaan om: - pijlen en punten eerder te berijden dan ze aan de beurt zijn; - reeds eerder bereden pijlen en punten nogmaals te berijden. - pijlen zijdelings op te rijden; - pijlen zijdelings te verlaten; - pijlen te raken of te kruisen; e. Bij het construeren en rijden van de route is het niet toegestaan om pijlen tegengesteld te berijden. f. Punten kunnen op het kaartfragment voor de herkenbaarheid zijn voorzien van een cirkel (zie ook de voorbeelden hierna). Deze cirkels vallen uiteraard NIET onder Art. 1, punt d (pag 7) !
OvhO 2012/4
10
Art. 6 Pijlen kortste route en punten vrije route (gecombineerd) a. Tussen de start en de finish van het traject moet een aantal op de kaart staande genummerde pijlen en punten in nummervolgorde worden aangedaan. b. Naar een pijl en de finish van het traject dient de kortste route te worden gereden via kaartwegen. c. Pijlen dienen in hun geheel, d.w.z. van de voet van de pijl tot de punt van de pijl, in de route te worden opgenomen en moeten zo nauwkeurig mogelijk worden bereden. Onder de getekende pijlen wordt geacht een weg te liggen. d. Voor het construeren van de route naar een pijl (en de finish) is het toegestaan om: - pijlen zijdelings op te rijden; - pijlen zijdelings te verlaten; - pijlen te raken of te kruisen; - pijlen eerder te berijden dan ze aan de beurt zijn; - reeds eerder bereden pijlen nogmaals te berijden. e. Bij het construeren en rijden van de route naar een pijl is het niet toegestaan om pijlen tegengesteld te berijden. f. De route naar een punt is vrij. U mag hier dus ook gebruik maken van niet op de kaart voorkomende wegen. Voor het bepalen van de lengte van de rit wordt er van uitgegaan dat de kortste route over kaartwegen wordt gekozen. g. Keren op een punt of op weg naar een punt is toegestaan. h. Op de punten kan binnen een straal van 25 meter, op een met de auto bereikbare plaats, een routecontrole staan. i. Routecontroles die niet binnen een straal van 25 meter van een punt staan dienen te worden genegeerd. Dit zijn voor u foutcontroles. j. Bevinden zich binnen een straal van 25 meter van een punt meerdere routecontroles, dan is alleen de routecontrole die het dichtst bij het punt staat opgesteld goed. k. Punten kunnen op het kaartfragment voor de herkenbaarheid zijn voorzien van een cirkel (zie ook de voorbeelden hierna). Deze cirkels vallen uiteraard NIET onder Art. 1, punt d (pag 7) ! Aanvulling/verduidelijking plaatsing routecontroles bij punten vrije route: Wanneer een punt op een bermlijn of tussen de bermlijnen in is getekend dan mag de routecontrole zowel links als rechts van de weg zijn opgesteld.
Wanneer een punt los van de bermlijn is getekend, dan moet de routecontrole ook aan die zijde van de weg zijn opgesteld, langs die weg of op een met de auto bereikbare plaats aan die zijde van de weg, zoals een parkeerplaats, zijweg, ventweg of dergelijke
Wanneer een routecontrole wel binnen 25 meter van het punt is opgesteld doch op een duidelijk andere situatie dan het ingetekende punt, dan is het een foutcontrole. Dit kan zijn wanneer een routecontrole aan een andere kant van een ter plaatse aanwezig kaartleesteken staat of duidelijk in een andere weg staat dan de kaartsituatie voor die plaats aangeeft.
OvhO 2012/4
11
Art. 7 Blinde lijn a. Een getekende lijn (zonder een achtergrond met kaartgegevens, maar mét schaalaanduiding), dient in de aangegeven richting begin tot eind zo nauwkeurig mogelijk te worden bereden. b. Ter verduidelijking van een wegsituatie en ter oriëntatie kan er voor worden gekozen om kleine stukken van de lijn af te drukken met stukken kaartfragment. c. Onder de getekende lijn wordt geacht zich een weg te bevinden. d. De start en de finish van het traject zijn zeer duidelijk aangegeven. e. De blinde lijn is altijd in zijn geheel te berijden. Art. 8 Ingetekende lijn met barricades (BARIL) a. b. c.
d. e.
Een op de kaart ingetekende lijn dient in de aangegeven richting van de start naar de finish van het traject zo nauwkeurig en zo lang mogelijk ononderbroken te worden bereden. Onder elk deel van de ingetekende lijn wordt geacht een weg te liggen. De ingetekende lijn wordt onderbroken door genummerde dwarsstreepjes, de zogenaamde barricades. Tevens kunnen zogenaamde natuurlijke barricades voorkomen, waarbij een gedeelte van de ingetekende lijn niet bereden kan of mag worden. Men dient in deze gevallen een nevenroute te construeren en te rijden waarbij (in volgorde van belangrijkheid): 1. de ingetekende lijn op de laatst mogelijke samenkomst van kaartwegen voor de barricade wordt verlaten; 2. de ingetekende lijn op de eerst mogelijke samenkomst van kaartwegen na de barricade weer wordt voortgezet. 3. de ingetekende lijn zo min mogelijk tegengesteld wordt bereden. 4. de nevenroute zo kort mogelijk is. De ingetekende lijn en de nevenroute samen vormen de te rijden hoofdroute. De ingetekende lijn mag (bij nevenroute en herconstructie) geraakt en gekruist worden.
Art. 9 Grensbenadering a. Van de start tot de finish van het traject moet over kaartwegen een aaneengesloten route worden gereden, waarbij de op de kaart aangegeven grenslijn(en) in de aangegeven richting benaderd moet(en) worden zonder deze te kruisen.
OvhO 2012/4
12
b. U dient de grenslijn (zoveel mogelijk) aan uw linkerhand, dan wel rechterhand (conform de opdracht in het routeboek) te houden; U rijdt dus “aanhoudend links”, dan wel “aanhoudend rechts” c. "Licht is rijden", wat betekent dat indien tenminste één bermlijn van de kaartweg de grenslijn niet raakt, deze kaartweg gebruikt mag worden. d. Het benaderen van de grenslijn dient zodanig te geschieden dat in volgorde van belangrijkheid: 1. het oppervlak tussen de grenslijn en de te rijden route zo klein mogelijk is (het louter heen en weer rijden over dezelfde weg geldt niet als oppervlakteverkleinend) 2. de route zo kort mogelijk is. Art. 10 Regularity a. Een gedeelte van de route kan aangemerkt worden als regularity of regelmatigheidsproef. Het traject dient zo nauwkeurig mogelijk op tijd (op de seconde) te worden gereden. De start hiervan kan bij een bemande controle of bij een zogenaamde zelfstart zijn. In het laatste geval staat in het routeboek aangegeven op welke tijd en plaats u zelf de regularity dient te beginnen. b. Door de organisatie zal een tabel worden verstrekt van de voorgeschreven gemiddelde snelheid (snelheden). c. Als uw route tijdens een regularity voert door een 30 km/u zone, maar het gemiddelde ligt daarboven, dan dient u zich uiteraard aan de geldende maximum snelheid te houden (u kunt gecontroleerd worden!) en na deze zone de “verloren tijd” in te halen. De route zal in zo‟n geval zo worden uitgezet dat dit ook mogelijk is. d. Bij een regularity kan gebruik gemaakt worden van een geheime tijdcontrole (GTC). Art. 11 Behendigheidsproeven a. Een behendigheidsproef maakt geen deel uit van een regulier traject, maar wordt apart verreden op een speciaal afgeschermd terrein. b. In het routeboek is een toelichting op de behendigheidsproef(ven) opgenomen, inclusief de wijze waarop de strafpunten zullen worden berekend (maximaal 30 strafpunten). De opzet zal zo gekozen worden dat het niet gaat om het neerzetten van een snelste tijd, zodat snelle auto‟s niet in het voordeel zijn en iedereen de proef(ven) kan rijden. c. Een proef telt mee voor het totaalklassement. Art 12 Herconstructie Als de route tijdens het rijden onderbroken wordt door een opdracht bij een RC of doordat een weg die men wil inrijden niet kan of mag worden bereden, dan dient de oorspronkelijk geconstrueerde route te worden herzien. a. Vanaf het punt van onderbreking dient via de op de kaart staande wegen een zodanige omweg te worden geconstrueerd en gereden, dat zo min mogelijk wordt gemist van de oorspronkelijk geconstrueerde route. b. Ten aanzien van de in een herconstructie op te nemen kaartwegen en samenkomsten van kaartwegen gelden dezelfde bepalingen als die welke gelden voor de routeconstructie. c. Raken en kruisen van een ingetekende lijn of pijl is toegestaan. d. Met inachtneming van het bovenstaande dient de omweg zo kort mogelijk te zijn. e. Wegen die niet kunnen of mogen worden bereden mogen vanaf de andere zijde in de omweg worden opgenomen. f. De deelnemer dient het niet kunnen of mogen berijden van wegen te onthouden totdat de oorspronkelijk geconstrueerde route weer is hervat. g. In het traject grensbenadering is het toegestaan om bij herconstructies de grenslijn te overschrijden.
OvhO 2012/4
13