Recht door de wereld Een opdrachtenspel rond mensenrechten
Recht door de Wereld Een opdrachtenspel rond mensenrechten Recht door de Wereld is een opdrachtenspel dat in het kader van de opleiding Sociale Agogiek aan de Universiteit Gent werd gemaakt door de projectgroep ‘INTEAM’, een projectgroep bestaande uit 14 studenten. Het opdrachtenspel werd gemaakt voor gebruik in het jeugdwerk (themanamiddagen) en in het onderwijs (projectweek, mondiale dag,...). Het is ontworpen voor 12 à 14-jarigen. Het spel bevat 20 opdrachten en 20 missies. Deze zijn ook in andere opdrachtenspelen te gebruiken. Het spel draagt bij tot de sensibilisering rond mensenrechten. Door de ludieke aanpak werkt het eerder in de ‘breedte’ dan in de ‘diepte’.
vormen vzw – expertisecentrum mensenrechten- en kinderrechteneducatie Vlaanderen Patriottenstraat 27 2600 Antwerpen Tel. 03/293 82 15
[email protected] www.vormen.org Antwerpen, juni 2002. ISBN 90-77058-06-0 D/2002/9259/5 Maakten deel uit van de projectgroep INTEAM (academiejaar 2001-2002): als projectlid: Joke Anthonissen, Stephan Callebaut, Lieselot De Clerck, Sven De Visscher, Sarah Keymolen, Leen Lybaert, Lore Staes, Ruth Vandekerkhove; als begeleider: Kim Creaynest, Annelies Daems, Sara De Meyer, Nadia Holderbeke, Helinde Moons, Els Mortier. Aan afwerking en lay-out werkte mee: Joris Casaer
Titel titel titel | 2
Inhoudstabel Voorwoord Inleiding Algemene spelgegevens Gouden tips Deel 1: de opleiding tot UVRM’er – algemeen De opdrachten (telkens voor zo’n 25 spelers): ‘Mensenrechten’ 1. Doe-opdracht: ‘hints’ 2. Doe-opdracht: ‘4 vakken-spel’ 3. Doe-opdracht: ‘doodstraf of gratie’ 4. Doe-opdracht: dassenroof 5. Doe-opdracht: ‘schoenendomino’ ‘Organisaties’ 1. Doe-opdracht: ‘uitbrekerke’ 2. Doe-opdracht: ‘Kinderrechtswinkel’ 3. Doe-opdracht: ‘wereldspreidingsspel’ 4. Stellingen: ‘Verkeerd Geparkeerd’ 5. Stellingen: ‘MAGDA?’ ‘Verdragen’ 1. Doe-opdracht: ‘mensenrechten en data’ 2. Doe-opdracht: ‘kwis’ 3. Doe-opdracht: ‘pictogrammen-hoop’ 4. Doe-opdracht: ‘pak de bal’ 5. Doe-opdracht: ‘inhaalbal’ ‘Leefwereld’ 1. Doe-opdracht: ‘mens mens recht’ 2. Stelling/Vraag: ‘de liefdesbrief’ 3. Doe-opdracht: ‘levende standbeelden’ 4. Stelling/Vraag: ‘jongeren en milieu’ 5. Stelling/Vraag: ‘huiswerk’ Deel 2: De missies – algemeen De missies (telkens voor 5 à 6 spelers) ‘Azië en Australië’ 1. Missie: Strijd tegen de onderdrukking van internetgebruikers 2. Missie: Strijd tegen het arresteren en terugsturen van vluchtelingen 3. Missie: Strijd tegen het niet uitbetalen van lonen aan arbeiders 4. Missie: Strijd voor het recht op cultuur van de oorspronkelijke bevolking
5 6 7 8 9
12 13 15 16 17 18 19 20 22 24 25 26 28 30 31 32 33 34 35 36 37
40 41 42 43
‘Afrika’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van kindsoldaten 2. Missie: Strijd tegen volkerenmoord 3. Missie: Vrije meningsuiting 4. Missie: Strijd tegen honger ‘Midden-Oosten’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van gewetensgevangenen 2. Missie: Gelijke kansen voor vrouwen op onderwijs 3. Missie: Strijd tegen onverdraagzaamheid en discriminatie op basis van godsdienst 4. Missie: Strijd tegen marteling van gevangenen ‘Europa’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van straatkinderen 2. Missie: Strijd tegen huisjesmelkerij 3. Missie: Strijd tegen de discriminatie van homoseksuelen 4. Missie: Strijd tegen gesloten grenzen ‘Amerika’
45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 57
Recht door de wereld 1
1. 2. 3. 4.
Missie: Strijd tegen de doodstraf Missie: Strijd voor zuiver water Missie: Strijd tegen armoede bij vrouwen Missie: Strijd tegen landmijnen
58 59 60 62
Bijlagen Materiaallijst Opdrachten voor in de grabbelton Spelbord Deel 1 Sterrenraster spelbord Legende sterrenraster Overzicht van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Trefwoorden i.v.m. Kinderrechtswinkel Achtergrondinformatie Kinderrechtswinkel ‘MAGDA?’ stellingen Verhaal ‘Mensenrechten en data’ Pictogrammen kinderrechten Briefjes kinderrechten Oplossing pictogrammen Informatie over kinderrechten Verdeelspelletjes Wereldkaart voor missiespel Deel 2 Symbolen voor op de wereldkaart Legende wereldkaart Spelregels missiespel Doorsnede van het huis Prentjes voor in het huis De Universle Verklaring van de Rechten van de Mens Verklarende Woordenlijst Missies deelnemers ‘Azië en Australië’ 1. Missie: Strijd tegen de onderdrukking van internetgebruikers 2. Missie: Strijd tegen het arresteren en terugsturen van vluchtelingen 3. Missie: Strijd tegen het niet uitbetalen van lonen aan arbeiders 4. Missie: Strijd voor het recht op cultuur van de oorspronkelijke bevolking ‘Afrika’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van kindsoldaten 2. Missie: Strijd tegen volkerenmoord 3. Missie: Vrije meningsuiting 4. Missie: Strijd tegen honger ‘Midden-Oosten’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van gewetensgevangenen 2. Missie: Gelijke kansen voor vrouwen op onderwijs 3. Missie: Strijd tegen onverdraagzaamheid en discriminatie op basis van godsdienst 4. Missie: Strijd tegen marteling van gevangenen ‘Europa’ 1. Missie: Strijd tegen het bestaan van straatkinderen 2. Missie: Strijd tegen huisjesmelkerij 3. Missie: Strijd tegen de discriminatie van homoseksuelen 4. Missie: Strijd tegen gesloten grenzen ‘Amerika’ 1. Missie: Strijd tegen de doodstraf 2. Missie: Strijd voor zuiver water 3. Missie: Strijd tegen armoede bij vrouwen 4. Missie: Strijd tegen landmijnen
63 67 69 70 71 72 73 74 75 77 79 83 87 89 93 94 95 96 97 98 99 100 105
114 115 116 117 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134
Recht door de wereld 2
Voorwoord Hallo, Dit is een educatief spel dat bestaat uit een mix van drie elementen, namelijk mensenrechten, ludieke spelletjes en opdrachten. Waarom mensenrechten? Mensen willen in vrede leven en vrede is pas mogelijk als er een gevoel van rechtvaardigheid heerst. Algemeen begrip en inachtneming van de mensenrechten is hiervoor noodzakelijk. Mensen worden daarom best geïnformeerd over hun rechten en aangezet om de rechten van anderen te respecteren. Mensenrechteneducatie is dus niet alleen leren over mensenrechten, maar ook leren om tot de realisatie van mensenrechten en sociale verantwoordelijkheid te komen. Het uiteindelijke doel van mensenrechteneducatie is rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en vrede op de wereld realiseren en ‘onderdrukking*’ doen verdwijnen. Deze doelstelling geldt niet alleen voor de hele wereld, maar begint in de eigen school, vereniging of familie. Voor vormingswerk met jongeren rond mensenrechten zijn weinig uitgewerkte methodieken beschikbaar. Degene die beschikbaar zijn zijn vaak niet speels genoeg. Ze beantwoorden niet aan de ontspanningsgerichte verwachtingen van jongeren in jeugdbewegingen en in andere settings van het jeugdwerk, of aan de meer ludieke vormingsaanpak van een projectdag in een secundaire school. In tegenstelling tot de meeste bestaande spelen, is dit spel een buitenactiviteit. Enkele bemerkingen waar wij jouw aandacht nog even op willen richten:
Laat je niet afschrikken door het aantal bladzijden die dit spel omvatten. Al is dit een vrij uitgebreide bundel, hij is vlot leesbaar. De uitgebreidheid waarmee bepaalde spelen of opdrachten beschreven zijn, zorgt tegelijk ook voor duidelijkheid.
Het spel is ontwikkeld voor een doelgroep van 12- tot 14-jarigen die misschien al enige voorkennis hebben van het begrip mensenrechten, al is dit absoluut geen vereiste.
Bepaalde belangrijke termen worden achteraan in het document uitgelegd, deze staan in de tekst aangeduid met een asterisk (*). Deze verklarende woordenlijst dient als achtergrond voor de spelbegeleider.
Dit educatieve spel vraagt een intensieve begeleiding. Zonder spelleider kan het niet gespeeld worden, het spel valt of staat met jouw enthousiaste aanpak.
Wij wensen je een leuk spel toe !
Recht door de wereld 3
Inleiding Deze tekst wordt door de spelbegeleider aan de deelnemers voorgelezen of verteld. Hé jullie daar! Weet je wat we doen? We spelen een spel vandaag! En niet zomaar een spel… Zet jullie allen schrap, want wat jullie vandaag te wachten staat, is niet zomaar iets! Jullie zijn door ons uitgekozen om een aantal wereldmissies te vervullen. Want zeg nu zelf, wie is beter geschikt om de wereld te verbeteren dan een groep enthousiaste, strijdlustige jongeren die samen in groep wel een uitdaging aandurven?! Waar het hier vandaag allemaal om draait, zijn mensenrechten. Mensenrechten zijn rechten die iedereen heeft, rechten die niet worden bepaald door toevallige omstandigheden zoals man of vrouw zijn, welke godsdienst je hebt, in welk land je geboren bent,… Wie denkt er een voorbeeld te kunnen geven van zo een mensenrecht? (probeer hier in te spelen op de voorbeelden die de spelers geven) In de hele wereld worden vandaag nog steeds vele mensenrechten geschonden. Als ‘Uitstekende Verbeteraars van de Rechten van de Mens’, of, korter en beter, UVRM’ers, moeten jullie dit vermijden. Het is jullie taak ervoor te zorgen dat mensenrechten overal ter wereld worden nagestreefd! Als UVRM’ers trekken jullie de wijde wereld in om de situatie ter plaatse te bekijken en de missies uit te voeren. Natuurlijk is ieder van jullie al een genie op zich, maar... om jullie echte wereldverbeteraars te kunnen noemen, krijgen jullie eerst een extra opleiding tot UVRM’er. Het is de bedoeling dat jullie tijdens deze opleiding zoveel mogelijk sterren verzamelen. Hoe meer sterren, hoe beter jullie opgeleid zijn, hoe meer gespecialiseerd jullie zijn, hoe sterker jullie zullen zijn om de problemen in de wereld aan te pakken! Het is dus van zeer groot belang dat jullie de opleiding tot een goed einde brengen! Eens jullie dan benoemd zijn tot UVRM’ers, kunnen jullie losgelaten worden in de wereld om daar te tonen wat jullie allemaal geleerd en ervaren hebben in de opleiding. Jullie worden eerst overgebracht naar een platform in de zee. Dit platform vormt de uitvalsbasis van waaruit de verschillende UVRM’ers vertrekken om overal ter wereld verschillende missies te volbrengen. Wanneer jullie een missie hebben uitgevoerd, keren jullie terug naar het platform, waar nog heel wat andere missies op jullie wachten... In alle delen van de wereld wachten mensen op jullie hulp! Dus... waarop wachten jullie nog? Schiet in actie, volg de opleiding, vervul de missies,... We zochten jonge rechtvaardige, enthousiaste, geëngageerde,... mensen om ons te helpen, en we hebben ze gevonden! Wij hebben er het volste vertrouwen in dat jullie de opdracht tot een goed einde zullen brengen. Succes ermee!
Recht door de wereld 4
Algemene spelgegevens Aard van het spel openluchtactiviteit met opdrachten inzake mensenrechten
Doelgroep jongeren van 12 à 14 jaar in een school- of jeugdwerkomgeving
Doelstelling
Via ludieke activiteiten de deelnemers wat basisinformatie over diverse aspecten van mensenrechten verschaffen en ze sensibiliseren voor mensenrechten. De deelnemers laten ervaren dat nadenken over mensenrechten ook leuk en speels kan zijn.
Groepsgrootte 10 tot 25 spelers (of meerdere groepen van 10 tot 25 spelers tegelijkertijd)
Concept De jongeren worden opgeroepen om de wereld beter te maken: ze mogen op missie als ‘Uitstekende Verbeteraar van de Rechten van de Mens’ (UVRM’er) (deel 2). Alvorens ze hiertoe in staat zijn, moeten ze opgeleid worden (deel 1). Het eerste deel wordt gespeeld met de ganse groep. Voor het tweede deel wordt de groep opgesplitst in kleine groepjes.
Duur +/- 3 uur (inclusief speluitleg en eventuele verplaatsing naar het terrein)
Recht door de wereld 5
Gouden tips 10 gouden tips voor een geslaagd spel: 1.
Neem het spel op voorhand goed door. Zo moet je niet alles ter plekke aflezen en kan je de zaken gewoon vertellen. Dat maakt het voor de spelers veel aangenamer.
2.
Het kan handig zijn om als spelleider van de ‘opdrachten’ en ‘missies’ spelfiches te maken met daarop enkele kernwoorden. Zo moet je niet telkens de hele bundel doorbladeren om een spel te spelen.
3.
Bedenk gerust zelf varianten.
4.
Het spel dat wij aanbieden is algemeen en misschien niet volledig aangepast aan jouw groep. Je weet zelf best wat jouw jongeren aankunnen en wat niet. Pas het spel aan hun niveau aan zodat het niet te moeilijk is en toch een uitdaging blijft. De spelbegeleider kan zelf de opdrachten kiezen rekening houdend met tijd, afwisseling van de opdrachten, mogelijkheden van de jongeren,…
5.
Probeer zoveel mogelijk uit de spelers zelf te laten komen. Stel hen b.v. vragen: “Wat denk je dat met dit spel bedoeld wordt?” Indien dit niet lukt, geef dan enkele tips: ze komen er wel.
6.
Wees zo concreet mogelijk en geef veel voorbeelden. Vraag ook eens aan de jongeren om zelf voorbeelden te geven vanuit hun eigen leefwereld.
7.
Wees enthousiast: enthousiast zoals het een spelleider past.
8.
Vergeet niet om het terrein af te bakenen zodat de spelers in jouw gezichtsveld blijven.
9.
Hou een beetje in de gaten hoe lang de spelers met een opdracht bezig zijn. Probeer af te ronden na 10 à 15 minuten.
10. Probeer er een fijn moment van te maken.
Recht door de wereld 6
Deel 1 De opleiding tot ‘UVRM’er’ - algemeen Inleiding In het eerste deel van het spel worden de jongeren opgeleid tot UVRM’er (Uitstekende Verbeteraar van de Rechten van de Mens). We gaan er van uit dat de jongeren nog wat te leren hebben inzake mensenrechten alvorens ze op missie kunnen. We hechten hierbij onder meer belang aan de specifieke mensenrechten, de verdragen en organisaties. Ook willen we hen duidelijk maken dat ze in hun eigen leefwereld meer dan eens geconfronteerd worden met mensenrechten, dat deze thematiek geen ‘ver-van-hun-bed-zaak’ is. Om de spelers in de juiste ‘mood’ te brengen en eventuele kennistekorten aan te vullen, kan je best deze korte inleidende tekst vertellen: “Het spel van vandaag gaat over mensenrechten. Dit zijn een hele hoop rechten die voor alle mensen gelden. Ze zijn eigen aan alle mensen: mensen hebben ze gewoon omdat ze mens zijn. Deze rechten werden ste voornamelijk opgesteld in de 20 eeuw, en zijn vastgelegd in verdragen en verklaringen. Mensenrechten worden meer dan eens geschonden. Er zijn dan ook heel wat organisaties die de kennis rond deze mensenrechten verspreiden en er respect voor willen afdwingen. Mensenrechten maken ook deel uit van jullie dagdagelijkse leven: op school, in je familie, in je vriendenkring, … In de opleiding tot ‘Uitstekende Verbeteraar van de Rechten van de Mens’ (UVRM’er) komen jullie meer te weten over de verschillende mensenrechten, organisaties en verdragen. Ook wordt het jullie dan wel duidelijk op welke manier deze rechten jullie dagdagelijkse leven mee bepalen.”
Duur +/- 1 uur 15 minuten
Deelnemers Dit onderdeel van het spel wordt in één grote groep gespeeld. Het spel is gemaakt voor groepen van 10 tot 25 spelers of kan parallel gespeeld worden door verschillende groepen van 10 tot 25 spelers.
Doel 1. 2. 3. 4. 5.
De spelers krijgen zicht op de inhoud van de Universele Verklaring* van de Rechten van de Mens en op de verschillende mensenrechten. De spelers kunnen enkele organisaties opnoemen die initiatieven ondernemen inzake mensenrechten. De spelers krijgen een beeld van de verscheidenheid aan verdragen en verklaringen in verband met mensenrechten. De spelers zijn er zich van bewust dat mensenrechten niet enkel een ‘ver-van–hun-bed–zaak’ zijn. Er wordt een link gelegd met hun eigen leefwereld. De spelers beseffen dat ze zelf ook stappen kunnen ondernemen om schendingen van mensenrechten tegen te gaan.
Aanbreng De spelers worden in dit eerste deel opgeleid tot UVRM’ers: zij worden klaargestoomd om in het tweede deel in kleinere eenheden de wijde wereld in te trekken. De leuze luidt: hoe meer ze in dit eerste deel te weten komen, hoe beter ze in het tweede deel zullen functioneren!
Verloop a. Het terrein en het spelbord (p.70) Dit eerste deel wordt gespeeld in openlucht, op een terrein dat groot genoeg is voor pleinspelen. Het spelbord, dat in bijlage te vinden is, bestaat uit een aaneenschakeling van vakken met daarin het symbool (p. 71) van één van de vier thema’s die in dit deel behandeld worden: mensenrechten (symbool: mensen rond Recht door de wereld 7
de wereld), organisaties (symbool: wolkenkrabbers), verdragen (symbool: boeken) en leefwereld (symbool: vier handen). Deze symbolen kunnen groot of klein afgebeeld zijn. Je kan het spelbord op A3 formaat kopiëren, vervolgens in twee knippen, en elk deel nog eens op A3 uitvergroten, en de verschillende uitvergrootte delen aan elkaar hechten. Als dobbelsteen kan er eventueel een kartonnen doos gebruikt worden met daarop het juiste aantal ogen getekend. b. Doel van het spel Het is de bedoeling dat de groep zoveel mogelijk sterren verzamelt. Het totaal aantal sterren dat behaald is op het einde van deel 1, geeft een aanduiding van de mate waarin de groep een goede ploeg UVRM’ers is. De meeste sterren worden dan ook verzameld wanneer de groep voor elk thema eerst op een klein, en daarna op een groot symbool komt. Wanneer de groep voor een derde maal op een zelfde symbool komt, kunnen er ook nog sterren behaald worden. Dit aantal is echter minder dan wanneer ze op een nieuw symbool gaan staan. Zodoende wordt de groep gestimuleerd om alle thema’s eens te behandelen. Op het sterrenraster (p. 72) wordt aangeduid hoeveel sterren de groep per opdracht behaald heeft. In de legende (p. 73) kunnen de spelers op het einde van het spel lezen hoe goed ze scoorden voor hun opleiding. c. Het gebruik van het sterrenraster (p. 72) en de legende (p. 73) De kaart is opgedeeld volgens de 4 categorieën (mensenrechten, verdragen, organisaties en leefwereld) in het eerste deel van het mensenrechtenspel. Telkens een opdracht volbracht is mogen de deelnemers een sterrenreeks inkleuren. De bedoeling, zoals aangegeven in de uitleg hierboven, is eerst de sterren behorende bij een klein symbool in te kleuren. Wanneer dit gebeurd is, kan men een opdracht spelen voor een groot symbool. Uiteraard kan na het spelen van het grote symbool, doorgespeeld worden op dezelfde categorie. Hiervoor verdienen de deelnemers telkens extra sterren. Na afloop van het eerste deel worden alle sterren opgeteld. In de legende vinden de deelnemers dan een verklaring voor hun prestaties. De begeleider van het spel leest dit voor. De deelnemers kunnen nu beginnen aan het tweede deel. Veel succes! d. Spelverloop en speluitleg De spelers hebben samen één pion die bij aanvang op het midden van het spelbord geplaatst wordt. Ze gooien met een dobbelsteen en verplaatsen zich naar een symbool waarrond ze een opdracht willen doen. Als er bij de eerste beurt ‘drie’ gegooid wordt, moet er opnieuw gegooid worden (anders staan ze onmiddellijk op een groot symbool). De opdracht kan bestaan uit een doe-opdracht of enkele stellingen. Wanneer de opdracht volbracht is, kleuren ze sterren op het sterrenraster. Hierna gooien ze opnieuw met de dobbelsteen. Indien de pion opnieuw op start staat, mogen de spelers nog eens gooien, zodat ze op een symbool komen. Per thema worden er vijf verschillende opdrachten gegeven. De spelbegeleider kan zelf de opdrachten kiezen, rekening houdend met tijd, afwisseling van de opdrachten, mogelijkheden van de jongeren, … In dit geval is er een sterke sturing door de begeleider. Een alternatief hiervoor kan zijn dat er per thema een ‘grabbelton’ (zie p. 68) wordt gemaakt. Komen de jongeren dan b.v. op het symbool van ‘mensenrechten’ dan mogen ze een briefje met een opdracht trekken uit de emmer van ‘mensenrechten’.
Materiaal zie materiaallijst (p. 64)
Recht door de wereld 8
‘Mensenrechten’-opdracht 1 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘hints’ Spel Enkele jongeren (of 1 jongere) worden gevraagd een recht uit te beelden, dat dan door de rest van de groep moet geraden worden. Om het degenen die raden gemakkelijker te maken, kan je hen een lijst geven met alle rechten op. Op die manier hoeven ze maar te kiezen.
Onderwerp Voorbeelden: recht op bescherming tegen geweld recht om te trouwen en een gezin te stichten. ...
Materiaal
Overzicht van de rechten uit de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ bijlage (p. 74) Rechten op briefjes geschreven. Een grabbelton (zak of doosje) om de jongeren de briefjes te laten trekken.
Nabespreking Bij de uitgebeelde rechten kan achteraf een woordje uitleg gegeven worden.
Recht door de wereld 9
‘Mensenrechten’-opdracht 2 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘4 vakken-spel’ Spel Op de grond worden 2 lijnen getrokken (in de vorm van een kruis), zodat er 4 aan elkaar grenzende velden ontstaan. Nu worden in die 4 vakken de godsdiensten (= aantal jongeren) ongelijk verdeeld, b.v. 8 christenen, 2 joden, 6 moslims en 1 boeddhist. Deze verdeling is fictief en het is dus niet de bedoeling dat de jongeren in het vak van hun echte godsdienst gaan staan. Leg er ook de nadruk op dat dit een eerder westerse situatie weergeeft. De bedoeling is nu dat elke godsdienst zoveel mogelijk mensen in haar vak probeert te krijgen, gewoon door jongeren in haar kamp te trekken. Eens men een voet in een ander vak heeft gezet, gaat men over naar dit vak. Nu doet men mee met het kamp waarin men staat. Door de ongelijke aantallen moet het duidelijk zijn dat dit voor de ene groep veel eenvoudiger zal zijn dan voor de andere.
Onderwerp Recht op een eigen godsdienst
Materiaal Krijt, touw,... om de vakken te visualiseren.
Nabespreking De ongelijke verdeling maakt duidelijk dat er binnen een bepaald land een dominante godsdienst is, maar dat daarnaast ook nog andere godsdiensten mogelijk zijn. Echter, hoe dominanter de godsdienst, hoe gemakkelijker voor die godsdienst om zich maatschappelijk te integreren en hoe moeilijker voor de andere godsdiensten om zich te profileren. Bijvoorbeeld: niemand kijkt raar op als je een kruisje draagt, maar wel als je een hoofddoek draagt. Hoe zit het met godsdiensten en de rechten van de mens? Naar Amnesty* International: lespakketten voor het onderwijs Artikel 18 van de Universele Verklaring* is haast volledig gewijd aan het recht op vrijheid van godsdienst. Toch werd in Amnesty’s jaarboek van 1998 melding gemaakt van gevallen van marteling, politieke moord en gewetensgevangenschap waarbij de religie een rol speelde. En dat in 48 landen. Godsdiensten en mensenrechten leven samen op gespannen voet. Enerzijds zijn in alle wereldreligies uitgangspunten voor de mensenrechten te vinden. In alle grote religies geldt een verbod op willekeur van macht, op marteling en mishandeling. De wereldreligies benadrukken de betekenis van de menselijke waardigheid. Religieuze leiders en gedreven gelovigen zijn vaak vooraanstaande voorvechters en verdedigers van de mensenrechten geweest. Anderzijds hebben godsdienstige overtuigingen vaak tot mensenrechtenschendingen geleid. Onverdraagzame leiders hebben regelmatig misbruik gemaakt van de godsdienst om op te roepen tot haat. Religieuze tradities zijn soms in strijd met de mensenrechten: Binnen de rooms-katholieke kerk bestaat geen volledige gelijkheid tussen man en vrouw. In de meeste islamstromingen zijn de geestelijke leiders voorstander van de doodstraf*. In de opvattingen van de meeste hindoeleiders heeft het kastenstelsel nog altijd bestaansrecht. Joodse gelovigen zijn vaak onderworpen aan conservatieve rabbi’s die b.v. hun toestemming voor een huwelijk kunnen onthouden.
Recht door de wereld 10
Godsdiensten en mensenrechten hebben dus nog veel met elkaar te bespreken. Een godsdienst die alleen maar plichten en geboden benadrukt, legt het af tegen de rechten en vrijheden die de mensenrechten hebben ingevoerd. Een visie op mensenrechten die alleen maar kijkt naar rechtsregels, schiet tekort ten opzichte van diepe overtuigingen en solidariteit zoals de godsdiensten die uitdragen.
Recht door de wereld 11
‘Mensenrechten’-opdracht 3 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘doodstraf* of gratie’ Spel Dit spel is een variant op het spel ‘dood of levend’. De groep wordt in twee groepen verdeeld. Elke groep krijgt de helft van het spelterrein (ongeveer 10m lang). De twee groepen gooien nu om beurten over een net met een bal naar elkaar’s terrein. Bij het gooien wordt er geroepen: hetzij ‘doodstraf + naam’, hetzij ‘spuitje + naam’, hetzij ‘gratie + naam’. De tegenpartij moet de bal proberen opvangen. Wanneer de tegenpartij de geworpen bal niet opvangt vooraleer de bal de grond raakt, wordt hetgeen men riep werkelijkheid. Wanneer bijvoorbeeld An de doodstraf krijgt, moet ze naast het spelveld wachten. Ze kan bij een volgende balworp hetzij een spuitje krijgen (= dood: uit het spel), hetzij gratie krijgen (ze sluit aan bij de groep die haar gratie verleende). Als de bal niet over het net raakt of buiten de lijnen van het spelterrein valt, dan is diegene die de bal geworpen heeft zelf dood. Hangt er geen net, dan wordt er best een bepaalde hoogte aangeduid (ongeveer twee meter) waarover de bal moet gegooid worden. Het spel is afgelopen als er maar één groep meer overblijft of als de spelleider beslist eerder te stoppen. N.B. Het is dus niet de bedoeling dat men iemand met de bal aanraakt maar wél dat de bal op het veld van de tegenspeler op de grond botst.
Onderwerp Recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van de persoon.
Materiaal
Een bal. Krijt of touw om het spelterrein af te bakenen. Eventueel een net.
Nabespreking In bepaalde landen (bijv. de V.S.) is de doodstraf* legaal. Deze straf wordt door velen beschouwd als strijdig met het principe van het recht op leven.
Recht door de wereld 12
‘Mensenrechten’-opdracht 4 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘dassenroof’ Spel Alle spelers maken een kring; iemand (X) gaat in het midden van de kring staan. De persoon die in het midden van de kring staat, wordt geblinddoekt en krijgt tegelijkertijd ook een das/doek deels in zijn/haar broek gestoken. Het is de bedoeling dat de mensen in de kring proberen om de das uit de broek van deze persoon te trekken. Die probeert dit tegen te houden door hen aan te tikken. Als men getikt is moet men terug in de kring gaan staan. Diegene die de das kan afnemen, wisselt met de persoon in het midden. Variant 1
De persoon in het midden heeft een knuppel (uit krantenpapier gemaakt) om de anderen die z’n das proberen af te pakken mee aan te tikken. Variant 2
De persoon in het midden zit op een stoel waaronder materiaal ligt. De andere spelers moeten dit nu proberen af te pakken zonder getikt te worden door degene op de stoel. Hij/zij mag de stoel niet verlaten.
Onderwerp Recht op eigendom en het niet zomaar beroofd worden daarvan.
Materiaal
Blinddoeken (b.v. speeldas, sjaal, handdoek,...) Iets om uit de broek te laten trekken (b.v. das, sjaal, handdoek,...)
Nabespreking Soms is het helemaal niet zo vanzelfsprekend en eenvoudig om je eigendom te beschermen, het kan immers zijn dat mensen je onrechtvaardig behandelen en dan is het moeilijk om op te komen voor je eigendom en je recht erop.
Recht door de wereld 13
‘Mensenrechten’-opdracht 5 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘schoenendomino’ Spel Alle spelers staan in een kring en trekken hun schoenen uit. Deze worden op een grote hoop gegooid. Iedereen neemt twee willekeurige schoenen en trekt die aan. De opdracht is nu om op één rij te staan zodat alle paren weer naast elkaar staan.
Onderwerp Verbod op slavernij en slavenhandel
Materiaal Geen
Nabespreking Een groot deel van de schoenen wordt gemaakt door kinderen. De werkomstandigheden zijn absoluut niet menswaardig: ze krijgen een hongerloon, werken soms tot 14 uur per dag (7 dagen op 7), zijn onderhevig aan een enorme werkdruk,… Wanneer ze tegen deze omstandigheden in opspraak durven komen, worden ze meteen op straat gezet. Er is met andere woorden sprake van ‘slavenarbeid’. Slavernij is dus niet enkel geschiedenis! Enkele andere vormen van hedendaagse slavernij: mensenhandel, kinderen in de prostitutie,…
Recht door de wereld 14
‘Organisaties’-opdracht 1 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘uitbrekerke’ Spel Deel 1
Alle jongeren staan in een kring met de armen in elkaar gehaakt. Eén persoon staat in het midden van de kring en probeert uit de kring te breken, dit zal echter moeilijk lukken. De kring is te sterk aan elkaar gebonden. Deel 2
Idem deel 1. Alleen staan er nu ongeveer 3 à 5 jongeren buiten de kring (afhankelijk van de grootte van de groep) die helpen om de jongere in de kring te bevrijden. Dit gaat wellicht gemakkelijker dan in deel 1. Het is aangeraden het spel eventueel in twee groepen te spelen, zodat er per groep niet meer dan een 12-tal spelers zijn.
Onderwerp De organisatie Amnesty International* (www.aivl.be) Recht op vrije meningsuiting
Materiaal Geen
Nabespreking Er zijn mensen die onschuldig in de gevangenis worden opgesloten, soms gewoon omdat ze iets gezegd hebben waar anderen het niet mee eens zijn (gewetensgevangenen*). Voor deze mensen is het niet eenvoudig om dan weer uit de gevangenis te geraken. Amnesty International* organiseert voor deze mensen briefschrijfacties om hen te helpen en om de regering onder druk te zetten. Zo kunnen mensen dus vrij komen.
Recht door de wereld 15
‘Organisaties’-opdracht 2 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘Kinderrechtswinkel*’ Spel Dit spel is een variant op ‘citroen citroen’. De spelers zitten in een kring. Eén van hen zal in het midden gaan staan. Elke speler krijgt als naam een begrip dat verband houdt met de taken en de werking van de Kinderrechtswinkel*. De spelbegeleider geeft een woordje uitleg over de Kinderrechtswinkel. Voor het spel echt begint, zegt iedereen nog eens luid en duidelijk de naam die hij/zij toegewezen kreeg. De speler in het midden noemt de namen (= kinderrechtswinkelbegrippen) van twee personen snel na elkaar. Die proberen dan zo snel mogelijk van plaats te wisselen. Terwijl ze dit doen, probeert hij/zij een zitplaats te bemachtigen. Lukt dit, dan moet degene die nu geen plaats meer heeft in het midden staan en gaat het spel verder. Lukt dit niet, dan probeert de persoon in het midden opnieuw. Roept de persoon in het midden echter ‘Kinderrechtswinkel’, dan staat iedereen op en probeert een andere plaats te bemachtigen, deze plaats mag niet die van de buurman of -vrouw zijn. Om dit spel vlotter te laten verlopen, kan men aan iedereen een kaartje geven met daarop zijn/haar kinderrechtswinkelbegrip. Dit mogen ze aan niemand tonen. Om het de persoon in het midden gemakkelijker te maken, kan aan hem/haar een lijst worden gegeven met alle woorden. Zo moet hij/zij ze niet memoriseren.
Onderwerp De organisatie Kinderrechtswinkel (www.kinderrechtswinkel.be)
Materiaal
Krijt of kranten,…(om zitplaatsen te visualiseren) Achtergrondinformatie Kinderrechtswinkel lijst met trefwoorden in verband met de Kinderrechtswinkel + een kopie ervan, in afzonderlijke kaartjes verknipt; zie bijlage p. 75-76.
Nabespreking De jongeren krijgen kennis van de werking en taken van de Kinderrechtswinkel. Na afloop van het spel worden de begrippen dan ook best gekaderd binnen deze organisatie (zie bijlage p. 76).
Recht door de wereld 16
‘Organisaties’-opdracht 3 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘wereldspreidingsspel’ Spel De namen van vijf continenten (Europa, Amerika, Afrika, Azië en Oceanië) worden op stukken karton geschreven. Deze worden enkele meters uit elkaar gelegd. Ook zijn er evenveel stukken krant (of stoelen) als er deelnemers zijn. Deel 1
In het spel stelt het aantal deelnemers de totale wereldbevolking voor. De spelers moeten zich nu over de vijf continenten verdelen, volgens de verhouding van de bevolking op deze continenten. Deze indeling gebeurt eerst volgens de schattingen die de spelers zelf maken. Het aantal geschatte personen gaat dan ook bij de flap staan. Als dit gebeurd is, worden de verhoudingen aan de hand van onderstaande tabel gecorrigeerd door de begeleider, en zo met de werkelijkheid in overeenstemming gebracht. Continent Europa (727 miljoen) Amerika (633 miljoen) Afrika (605 miljoen) Azië (3672 miljoen) Oceanië (31 miljoen)
Wereldbevolking (%) 12.83 11.17 12.0 64.78 0.55
In groep (25 personen) 3 3 2 16 1
Deel 2
De deelnemers blijven bij hun continent (karton) staan. Het totale wereldinkomen wordt nu voorgesteld door de krantenbladen (of stoelen) die in het midden van de spelruimte liggen. Dit wereldinkomen moet verdeeld worden over de continenten. De groepen voorzien zich eerst van kranten in overeenstemming met hun schatting van deze verdeling. Alle kranten (evenveel als het aantal deelnemers) moeten uit het midden weggenomen zijn. De verhoudingen worden daarna bekeken en volgens de werkelijke verhoudingen uit onderstaande tabel gecorrigeerd. De deelnemers proberen daarna allen neer te zitten op de plaatsen (kranten) die in hun continent aanwezig zijn. Al gauw blijkt de ongelijke verhouding tussen inkomen en bevolking in de verschillende continenten. Continent Europa N-Amerika Z-Amerika Afrika Azië
Wereldinkomen (%) 32 52 5 4 7
In klas (20 kranten) 6 10 1 1 2
Bronvermelding spelconcept naar spel op vormingsdag Broederlijk Delen
Onderwerp De organisatie 11.11.11 (www.11.be)
Materiaal
Stukken karton met de namen van de vijf continenten Krantenbladen samengevouwen tot zitplaatsen, eventueel zo geniet (of stoelen)
Nabespreking Recht door de wereld 17
Het spel maakt de ongelijke verdeling van middelen over de wereld duidelijk, en handelt met andere woorden over de problematiek inzake Noord-Zuid verhoudingen. Deze onrechtvaardige verdeling is er mee de oorzaak van dat niet alle mensen van alle mensenrechten kunnen genieten. 11.11.11 is één van de organisaties die dit aankaart (o.m. door acties, sensibilisering, …) en bijgevolg ook haar steentje bijdraagt inzake bescherming van mensenrechten.
Recht door de wereld 18
‘Organisaties’-opdracht 4 (exemplaar begeleider) Stellingen: ‘Verkeerd Geparkeerd’ Spel De jongeren worden geconfronteerd met enkele stellingen inzake holebi’s. Er wordt een lijn getekend op de grond waarvan de uitersten ‘akkoord’ en ‘niet akkoord’ voorstellen. Op het signaal van de spelleider neemt iedereen positie in op die lijn waardoor hun keuze zichtbaar wordt. Stellingen: 1. ‘Holebi’s mogen geen kinderen adopteren omdat die kinderen dan iets missen in de opvoeding.’ 2. ‘Mensen van hetzelfde geslacht mogen elkaar niet liefhebben.’ 3. ‘Holebi’s herken je aan hun uiterlijk.’ 4. ‘Homo’s zijn ‘mietjes’ en lesbiennes zijn ‘manwijven’.’ 5. ‘Holebi’s verdienen de doodstraf* zoals nog steeds de gewoonte is in enkele islamlanden, zoals b.v. Egypte.’ 6. ‘Holebi’s zijn anders op school, op het werk of op de voetbal.’ Wat met de rechten van homoseksuelen? Naar Amnesty International: lespakketten voor het onderwijs In heel wat landen wordt homoseksualiteit gezien als iets abnormaals. Een zonde, een ziekte, een afwijking, iets tegennatuurlijks, een verraad van de eigen cultuur. Door homoseksuelen apart te zetten, te marginaliseren, wordt de deur wijd open gezet voor grove mensenrechtenschendingen. In vele landen is homodiscriminatie* vastgelegd in wetteksten. Een voorbeeld: in sommige landen ligt de leeftijdgrens voor homoseksuele relaties hoger dan voor heteroseksuele, b.v. Verenigd Koninkrijk. In heel wat landen wordt aan homo’s en lesbiennes systematisch werk, een woning en de wettelijke erkenning van hun relatie ontzegd. Extreme situaties vinden we in Afghanistan, Libië en Iran waar homoseksuelen hun geaardheid moeten bekopen met lijfstraffen* of zelfs met de dood. Maar ook in 6 staten van de Verenigde Staten is discriminatie* van homoseksuelen in de wet ingebouwd, m.n. in Arkansas, Kansas, Maryland, Missouri, Texas en Oklahoma. De rechten van homo’s en lesbiennes horen wel degelijk thuis op de mensenrechtenagenda. Als de schending van de rechten van een minderheid wordt getolereerd, wordt heel de beschermende structuur, die de mensenrechten bieden, ondermijnd. De grondslag wordt dan immers weggenomen, nl. de bevestiging dat alle mensen gelijk in waardigheid geboren worden (artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens). Op zich biedt het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens* voldoende waarborgen voor de gelijkberechtiging van homo’s en lesbiennes. Homo-onvriendelijke wetten in Ierland, Noord-Ierland en Cyprus zijn recent aangepast ten einde ze in overeenstemming te brengen met dat verdrag. Canada, Frankrijk, Ierland, Israël, Slovenië en Spanje hebben in hun wetgeving nog extra waarborgen ingebouwd om discriminatie* omwille van seksuele geaardheid te voorkomen. Maatregelen ten gunste van homoseksuelen werden genomen in verband met werk, huisvesting, toegang tot openbare diensten en bescherming tegen laster.
Recht ‘Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren.’ In 1994 werd in ons land de Algemene wet gelijke behandeling ingevoerd. Als er in strijd met deze wet wordt gehandeld kan de getroffene (of de betrokken belangenorganisatie) zich tot de rechter wenden. De wet geldt op veel terreinen van het maatschappelijk leven, waaronder arbeid, sport en onderwijs. Naar Amnesty International: lespakketten voor het onderwijs Recht door de wereld 19
Onderwerp De organisatie ‘Verkeerd Geparkeerd’. Een organisatie die opkomt voor de rechten van holebi’s en ingaat tegen discriminatie* ten aanzien van deze personen. (www.verkeerdgeparkeerd.be)
Materiaal Geen
Nabespreking Wat is Verkeerd Geparkeerd? Uit de website van Verkeerd Geparkeerd: Verkeerd Geparkeerd is er voor en door homo's, lesbiennes en bi's -holebi's dus- die jonger zijn dan 26. Het is geen zelfhulpgroep en geen groepje zielige mensen met veel zelfmedelijden. Het is wél een eigenzinnige en brutale groep dynamische mensen, waarin iedereen mag komen en gaan wanneer ze dat zelf willen. Eigenlijk is Verkeerd Geparkeerd ontstaan om een alternatief te bieden voor het commerciële milieu waarin niet iedereen terecht kan of wil, wat natuurlijk niet wil zeggen dat jongeren uit Verkeerd Geparkeerd er nooit zouden (willen) komen, integendeel. Alleen is het soms leuk om ook eens met andere jongeren die homo, lesbisch of biseksueel zijn over dingen te babbelen die heterojongeren niet kunnen begrijpen. Daarom worden ook regelmatig activiteiten georganiseerd.
Recht door de wereld 20
‘Organisaties’-opdracht 5 (exemplaar begeleider) Stellingen: ‘MAGDA?’ Spel Er worden aan de spelers enkele ‘MAGDA?’-stellingen voorgelegd. Iedereen denkt na of dit wettelijk mag of niet. Op een teken van de begeleider steekt iedereen die denkt dat dit mag zijn hand op. Om meeloperij te vermijden moeten de spelers allen op hetzelfde moment een hand in de lucht steken.
Onderwerp De organisatie Vlaamse Scholieren Koepel (www.vsknet.be)
Materiaal ‘MAGDA?’ stellingen (p. 76)
Nabespreking Deze ‘magda-vragen’ werden met dank aan VSK ovedrgenomen uit de rubriek ‘MAGDA’ van het tijdschrift straVSKrijven. Dit tijdschrift wordt uitgegeven door VSK* (de Vlaamse Scholieren Koepel), een belangenvereniging voor en door scholieren. Deze vereniging vertegenwoordigt de stem van de scholier op beleidsniveau en komt op voor de rechten van de scholier. De ‘MAGDA-rubriek’ geeft enkele opvallende vragen weer die binnenkwamen op de ‘Magda? Vraag raad aan tante VSKaat!’-hulplijn. Op deze hulplijn kunnen scholieren terecht met alle vragen in verband met jouw schoolproblemen, vragen over de rechten van scholieren, …
Recht door de wereld 21
‘Verdragen’-opdracht 1 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘mensenrechten en data’ Spel Dit spel is een variant van ‘ratten en raven’. Het is de bedoeling dat de geschiedenis van de mensenrechten eerst kort verteld wordt vooraleer het spel gespeeld wordt. Het verhaal dat tijdens het spel voorgelezen wordt, is een fictief verhaal. De jongeren worden in twee groepen verdeeld, die in het midden van het spelterrein op een rij gaan staan (de twee rijen tegenover elkaar). De ene groep is de groep van de ‘mensenrechten’ (enkel dit specifieke woord), de andere groep is de groep van de ‘data’. De spelleider leest het verhaal in verband met het ontstaan van de mensenrechten. Wanneer het specifieke woord ‘mensenrechten’ valt in het verhaal, loopt de groep van de mensenrechten zo snel mogelijk weg van de groep van de data’s (= specifieke jaartallen b.v. 1940, 1950). Deze laatsten proberen de weglopers te tikken alvorens deze het einde van het spelterrein bereiken. Wanneer iemand getikt is, sluit die aan bij de andere groep. De personen uit de data-groep doen hetzelfde wanneer er in het verhaal een datum vermeld wordt.
Materiaal Verhaal ‘Mensenrechten en data’ (p. 78) Krijt, touw,... (om het terrein te visualiseren)
Nabespreking De jongeren kunnen het ontstaan van teksten inzake mensenrechten situeren in de tijd, aan de hand van de tekst over de geschiedenis van de mensenrechten. Ook krijgen ze een beeld van de verscheidenheid aan verdragen en verklaringen. Tegelijkertijd leren ze enkele belangrijke actoren kennen.
Recht door de wereld 22
‘Verdragen’-opdracht 2 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘kwis’ Spel Op het spelterrein wordt een gebied afgebakend met daarop verschillende op elkaar aansluitende stroken (dit wordt met krijt of touw afgebakend). De jongeren plaatsen zich bij het begin allemaal in de middelste strook. Bij een juist antwoord mag er een stap naar voor gezet worden. Bij een fout antwoord gaat de jongere een strook naar achter. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk de eerste strook te bereiken. Bij elke vraag zijn er een aantal mogelijke antwoorden. Wanneer de jongeren denken dat het juiste antwoord a is, steken ze de rechterhand in de lucht. Wanneer ze denken dat het juiste antwoord b is, steken ze hun linkerhand in de lucht. En wanneer ze denken dat c het juiste antwoord is, steken ze beide handen in de lucht. De spelbegeleider heeft zo direct een beeld van het aantal jongeren die een stapje vooruit mogen. Om meeloperij te vermijden, moeten de jongeren allen op hetzelfde moment een hand in de lucht steken, dit op het teken van de begeleider.
Vragen (het onderstreepte antwoord is het juiste)
1.Wie stelde de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens* op? a. de Verenigde Naties b. de Verenigde Staten c. de Beatles 2.De U.V.R.M. werd ondertekend in. a. 300 voor Christus b. 1948 c. 2000 3. Welk verdrag bestaat niet? a. vrouwenverdrag b. slavenverdrag c. kinderrechtenverdrag 4. Bij de Romeinen hadden ze ook al gelijke rechten. a. voor vrouwen, mannen en slaven b. voor vrouwen en mannen c. voor mannen 5. In België kan je bij de rechtbank een aanklacht indienen wanneer je rechten geschonden zijn. a. juist b. fout Recht door de wereld 23
c. als je geen strafblad hebt
Materiaal
Krijt of touw Geschiedenis van de mensenrechten in ‘Mensenrechten en data’ (p. 77)
Nabespreking De antwoorden kunnen aan de hand van de tekst over de geschiedenis bij de opdracht ‘Mensenrechten en data’ geduid worden (zie bijlage p. 77)
Recht door de wereld 24
‘Verdragen’-opdracht 3 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘pictogrammen-hoop’ Spel De groep wordt in twee verdeeld. De ene helft krijgt pictogrammen die concrete kinderrechten uitbeelden. De andere helft krijgt briefjes waarop concrete kinderrechten staan geschreven. De hele groep verspreidt zich over het terrein en dan is het de bedoeling dat er zo snel mogelijk koppels worden gevormd: het juiste recht bij het juiste pictogram. Hierbij mag niet gesproken worden. Variant
Kwartet Verdeel de jongeren in vier groepen. Ieder groepje staat aan een kegel of een ander voorwerp. Bij ieder kamp liggen acht kaartjes: vier pictogrammen en vier kaartjes met rechten, gedurende het spel worden alle kaartjes (die nog geen onderdeel zijn van een paar) op de grond in het kamp gelegd. Het is de bedoeling dat elk groepje zo snel mogelijk paren vormt. Een paar bestaat uit een pictogram met het daarbij horende recht. Bij het startsein loopt uit elk groepje 1 persoon naar een ander kamp, neemt een kaartje en loopt daarmee terug naar zijn eigen kamp. Eens terug in het kamp mag de volgende vertrekken. Als er een paar gevormd wordt, wordt het aan de spelleider getoond. Als het het juiste paar is, mag het groepje de kaartjes bijhouden. Men mag iemand die een kaartje komt halen niet tegenhouden.
Onderwerp Wij gebruiken hier de 16 basisrechten uit het Kinderrechtenverdrag zoals die door VORMEN vzw worden benoemd (de bepaling in verband met adoptie werd hier buiten beschouwing gelaten.). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Elk kind heeft recht op een eigen mening en op inspraak Elk kind heeft recht op een eigen geloof en cultuur Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak Elk kind heeft recht om samen te komen met anderen Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd Elk kind heeft recht op zorg Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling Elk kind heeft recht om bij de eigen familie te zijn Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap Elk kind heeft recht op een privé-leven Elk kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting Elk kind heeft recht op bescherming tegen onwettige opsluiting Recht door de wereld 25
16. Elk kind heeft recht op bescherming tegen oorlog
Materiaal
Pictogrammen Kinderrechten (p. 79) Briefjes (p. 83) Oplossing met kinderrechtenpictogrammen (p. 87)
Nabespreking De jongeren kennis laten maken en er op wijzen dat er ook kinderrechten bestaan. Hen duidelijk maken dat ook deze rechten opgenomen zijn in een verdrag en dus afdwingbaar zijn. Gebruik eventueel de informatie van de bijlage op p. 89.
Recht door de wereld 26
‘Verdragen’-opdracht 4 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘pak de bal’ Spel De jongeren staan in een kring. De persoon in het midden is een ‘vrouw’ en probeert de bal, die alle andere jongeren (‘mannen’) naar elkaar werpen, af te pakken. Lukt dit, dan wordt degene die gooide ‘vrouw’. Ook als een persoon in de kring de bal laat vallen, moet deze in het midden en wordt hij/zij ‘vrouw’. Alvorens er een spel begint wordt de ‘vrouw’ steeds in een context gezet, dit gebeurt elke keer als er een nieuwe persoon in het midden staat, bijvoorbeeld: Sarah is een meisje van 16. In het weekend zet ze graag een stapje in de wereld met haar vriendinnen. Om 12u ’s nachts moet ze weer thuis zijn. Haar jongere broer mag daarentegen altijd langer weggaan. Hij is nu eenmaal een jongen. Solange is een jonge vrouw uit Afrika. Ze is vroeger door haar vader uitgehuwelijkt aan een man die ze niet kende. Nu nog steeds is ze niet gelukkig met hem. Samen met haar dochter van 10 vlucht ze nu naar Amerika om asiel aan te vragen. Reden: ze wil niet dat haar dochtertje ook uitgehuwelijkt wordt. België, 1930: Emma, een vrouw van 30 maakt het huis schoon terwijl haar man gaat stemmen. Het is nu eenmaal een voorrecht van mannen om naar de stembus te gaan. Vrouwen hebben daarentegen niets te zeggen. Ze horen thuis om het huishouden te doen. Liesbet bekleedt een hoge functie in een bedrijf. In de krant vermeldt men de resultaten van een onderzoek naar de lonen in ons land. Hieruit blijkt dat vrouwen over het algemeen minder loon krijgen voor dezelfde job dan mannen. Ook voor haar functie blijkt dit het geval te zijn.
Onderwerp
Recht op gelijk loon voor gelijke arbeid Recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land ‘Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren’
Materiaal Een bal
Nabespreking Het spel symboliseert de onrechtvaardige behandeling van de vrouw. Vrouwen zijn nog steeds onderhevig aan discriminatie*. Om dit tegen te gaan werd er een ‘Vrouwenrechtenverdrag’* afgesloten: discriminatie* van vrouwen is verboden op grond van het in 1979 gesloten ‘VN*-verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie* van vrouwen’. Onder invloed van de EG-wetgeving kwamen in 1975 in ons land de Wet Gelijk Loon voor Vrouwen en Mannen en in 1980 de Wet Gelijke Behandeling van Mannen en Vrouwen tot stand. De eerste garandeert dat vrouwen en mannen een gelijk loon krijgen voor gelijke arbeid. De laatste verbiedt het maken van onderscheid (direct of indirect) in het arbeidsproces. De ‘Commissie gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid’ geeft (verplicht) advies aan degene die bij de rechter wil klagen dat hij/zij gediscrimineerd wordt op het gebied van beloning, bevordering, ontslag enz. De rechter is echter niet gebonden aan dit advies.
Recht door de wereld 27
‘Verdragen’-opdracht 5 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘inhaalbal’ Spel De spelers worden in twee ploegen verdeeld. De ene ploeg is het ‘Europees Hof voor de Rechten van de Mens*’. De andere ploeg is een staat die mensenrechten schendt. De spelers van elke ploeg krijgen een kenmerk: een etiket van een bepaalde kleur op het voorhoofd gekleefd. De spelers gaan in een kring staan, afwisselend personen uit beide ploegen. Elke ploeg krijgt een bal. De ballen vertrekken bij twee personen (elk van een andere ploeg) die tegenover elkaar staan in de kring. De ballen worden in dezelfde richting doorgegeven (enkel doorgeven aan personen uit je eigen ploeg, dus er zal steeds een persoon van de andere ploeg tussenstaan). De bal van het ‘Europees Hof’ probeert die van de staat in te halen. Variant
Alle spelers staan gebukt in een kring (voor haasje-over) behalve twee. Deze stellen het ‘Europees Hof voor de Rechten van de Mens*’ voor en een land waar mensenrechten geschonden worden. Zij vertrekken tegenover elkaar in de kring en doen haasje-over over alle spelers. Het ‘Europees Hof’ moet proberen het land in te halen.
Materiaal
2 ballen Bladen gekleurde etiketten van twee verschillende kleuren (telkens voor de helft van het totaal aantal spelers).
Nabespreking Het ‘Europees Hof voor de Rechten van de Mens’ onderzoekt klachten inzake mensenrechten tegen een staat. Dit hof kan een staat veroordelen. Deze ‘afdwingbaarheid’ van mensenrechten werd maar mogelijk door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens*, dat in 1955 goedgekeurd werd in België. De Universele Verklaring* heeft daarentegen op de eerste plaats een principiële betekenis: de rechten en vrijheden die er in opgenomen zijn, zijn niet afdwingbaar.
Recht door de wereld 28
‘Leefwereld’-opdracht 1 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘mens mens recht’ Spel Het is een variant op het spelletje ‘eend eend ezel’. De spelers krijgen een handicap: b.v. iemand is blind, iemand wordt met de twee benen aan elkaar gebonden, iemands armen worden op de rug bijeen gebonden, iemand moet de linkerhand op de rechterknie houden, iemand moet beide knieën tegen elkaar houden, iemand moet op één been staan/lopen,... De spelleider geeft de kinderen zelf een handicap. Alle spelers gaan in een (eerder grote) kring staan. Eén speler A loopt rond deze kring terwijl hij/zij een tik geeft op het hoofd van alle spelers. Hij/zij zegt daarbij telkens ‘mens’. Op een bepaald moment tikt hij/zij op het hoofd van een andere speler (‘speler B’) en roept ‘recht’. Speler B loopt dan meteen achter speler A aan rond de cirkel en probeert hem/haar te tikken voor speler A de plaats in de cirkel ingenomen heeft van speler B. Lukt dit, dan wordt speler B tikker, en mag hij/zij spelers uit de kring benoemen als mens of recht. Lukt dit niet, dan is speler A nog eens tikker. Variant
‘2 is te weinig, 3 is te veel’: De spelers gaan per twee achter elkaar staan en vormen zo een kring. Twee andere spelers zijn buiten de kring. Eén van deze spelers loopt rond de kring achter de andere aan om hem/haar te tikken. Wanneer deze laatste achter een duo gaat staan, wordt de voorste persoon van het duo tikker. Wanneer er iemand getikt wordt, wisselen de rollen.
Onderwerp Recht op onderwijs
Materiaal Materiaal voor handicaps (blinddoek, touw,…)
Nabespreking Iedereen mag meespelen met het spel, maar niet iedereen kan meedoen. De personen met een handicap mogen meespelen, maar kunnen niet, of verliezen steeds. Het spel is niet aangepast aan hun handicap. Mensen met een handicap hebben in vele domeinen van het dagelijkse leven niet echt “gelijke kansen”. Ook in het onderwijs kan een handicap een ernstig nadeel betekenen.
Recht door de wereld 29
‘Leefwereld’-opdracht 2 (exemplaar begeleider) Stelling/Vraag: ‘de liefdesbrief’ Stelling/Vraag Stel dat er in je agenda een liefdesbrief zit met je naam op, die je met Valentijn hebt gekregen van je vriend(in). Zoals elke maand vraagt de titularis je agenda om deze na te kijken, maar je vergeet de brief eruit te halen. Wanneer je je agenda terugkrijgt, merk je aan de enveloppe dat de leerkracht de brief heeft gelezen. Hoe ga je reageren? Wanneer de jongeren denken dat a het juiste antwoord is, steken ze de rechterhand in de lucht. Wanneer ze denken dat het juiste antwoord b is, steken ze hun linkerhand in de lucht. En wanneer ze denken dat c het juiste antwoord is, steken ze beide handen in de lucht. Om meeloperij te vermijden moeten de jongeren allen op hetzelfde moment een hand in de lucht steken, dit is op het teken van de begeleider. A. De leerkracht mag de brief lezen. B. De leerkracht mag de brief helemaal niet lezen. (dit is het juiste antwoord) C. Het is mijn eigen schuld dat hij/zij de brief heeft gelezen, ik had er hem maar moeten uithalen.
Recht Recht op privacy
Materiaal Geen
Nabespreking De leerkracht of jeugdwerker gaat in op ‘extreme’, onverwachte meningen en poogt zo discussie uit te lokken. Zo probeert hij/zij ook de jongeren te wijzen op het feit dat ze dat bepaalde recht dus wel degelijk hebben.
Recht door de wereld 30
‘Leefwereld’-opdracht 3 (exemplaar begeleider) Doe-opdracht: ‘levende standbeelden’ Spel Alle spelers vormen een cirkel en worden geblinddoekt (het blinddoeken doe je best na de speluitleg). Een nietgeblinddoekte vrijwilliger gaat in het midden staan, neemt een bepaalde houding aan en blijft onbeweeglijk staan. Hij/zij is een standbeeld geworden. Een andere niet-geblinddoekte speler beschrijft nu zo nauwkeurig mogelijk de houding van het levend standbeeld (b.v. rechterarm op linkerschouder, …). Hij/zij doet dit heel gelijkmatig, zodat de geblinddoekte spelers zelf het standbeeld kunnen nabootsen. Wanneer alle spelers standbeelden zijn geworden doet de spelleider bij de spelers de blinddoeken af, zodat iedereen kan zien hoe goed hij/zij het standbeeld imiteerde. Variant
De speler die het standbeeld moet beschrijven, is zelf ook geblinddoekt en beschrijft op de tast.
Onderwerp Recht op eigenheid
Materiaal Blinddoeken
Nabespreking In het spel wordt men verplicht een andere te imiteren. In de dagelijkse realiteit gebeurt het vaak dat men probeert zomaar de mening, het gedrag, de kledingstijl,... van anderen over te nemen om niet uitgesloten te worden. Echter iedereen heeft het recht zichzelf te zijn, men moet zich niet zomaar laten opgaan in een groep. Men mag best kritisch zijn. Ook moet men iedereen in zijn of haar eigenheid respecteren, en mogen anderen niet scheef bekeken worden omdat ze niet zijn zoals iedereen (b.v. niet die kleren draagt die juist in de mode zijn, een andere muziekstijl graag horen, …).
Recht door de wereld 31
‘Leefwereld’-opdracht 4 (exemplaar begeleider) Stelling/Vraag: ‘jongeren en milieu’ Stelling/vraag We maken aan de jongeren duidelijk dat ze recht hebben op een gezond leefmilieu. Er wordt hen echter gevraagd om voorbeelden te geven hoe ze zelf aan dat recht kunnen bijdragen. Voorbeelden: geen sigarettenpeuken op de grond gooien, boterhammen in een brooddoos i.p.v. in zilverpapier, met de fiets naar de jeugdbeweging gaan, op gerecycleerd papier schrijven,...
Onderwerp Recht op een gezond leefmilieu
Materiaal Geen
Nabespreking De jongeren laten beseffen dat als je rechten wil afdwingen daar ook enkele verantwoordelijkheden aan verbonden zijn. Je kan zelf ook bijdragen aan het concretiseren van rechten.
Recht door de wereld 32
‘Leefwereld’-opdracht 5 (exemplaar begeleider) Stelling/Vraag: ‘huiswerk’ Stelling/vraag In sommige lagere scholen gaan er stemmen op om de kinderen geen huiswerk meer te geven. Men vindt immers dat huiswerk een belemmering is voor de vrije tijd, dat het voor meer stress zorgt bij de kinderen,... Men wil het leven van de kinderen zo aangenamer maken. Wat vinden jullie hiervan? Stelling A. Ik ga niet akkoord, de school dient om te leren en huiswerk hoort daar bij. Wanneer men geen huiswerk moet maken in het lager onderwijs, dan is men niet gewoon om te werken als men in het secundair komt. Stelling B. Ik ga akkoord, kinderen moeten tijd hebben om te spelen. Stelling C. Het is mij om het even, zoveel last heb ik niet gehad van dat huiswerk in het lager onderwijs. Met krijt of touw wordt op de grond een lijn aangebracht waarvan de uitersten ‘akkoord’ en ‘niet akkoord’ voorstellen. Op het signaal van de spelleider neemt iedereen een positie in op die lijn die de keuze zichtbaar maakt.
Onderwerp Recht op vrije tijd
Materiaal Krijt of touw
Nabespreking Jongeren de complexiteit van rechten duidelijk maken; rechten zijn niet altijd éénduidig te definiëren en eenvoudig toe te passen. Sommige rechten overlappen elkaare of spreken elkaar tegen, b.v. recht op onderwijs en recht op vrije tijd.
Recht door de wereld 33
Deel 2 De missie - algemeen Inleiding Als we een spel over mensenrechten maken kunnen we er niet naast kijken: in de hele wereld worden mensenrechten massaal geschonden. We willen dat de spelers zich hiervan bewust worden. Maar we willen ook dat ze zien dat er organisaties zijn die acties ondernemen tegen de schendingen en dat ze er zelf ook wat kunnen aan doen. We vinden het verder in dit tweede deel belangrijk dat de spelers leren dat er ook in Europa heel wat rechten niet nageleefd of niet gerealiseerd worden. De spelers moeten goed beseffen dat ze in deel 2 een ploeg UVRM’ers vormen, die opereren vanuit de idee dat in heel de wereld de mensenrechten moeten nagestreefd worden. Ze mogen hierbij evenmin vertrekken van de gedachte dat het in Europa allemaal koek en ei is.
Duur 1 uur 15 minuten
Deelnemers
De groep wordt verdeeld in groepjes van ongeveer 5 à 6 personen (maximum 4 groepen). Het spel kan parallel gespeeld worden door een andere groep van ongeveer 25 spelers die eveneens opgesplitst worden in enkele subgroepen. Groepsindeling: b.v. aan de hand van een verdeelspelletje (zie bijlage p. 91), of zelf in te vullen.
Doel De spelers verkennen de mensenrechtensituatie in de verschillende delen van de wereld. Ze trekken op ‘missie’ om ‘iets te doen aan schendingen van mensenrechten’. Ze staan even stil bij wat er reeds aan acties ondernomen wordt, en bij wat ze eventueel zelf kunnen ondernemen.
Aanbreng De spelers zijn in het eerste deel opgeleid tot UVRM’ers (Uitstekende Verbeteraar van de Rechten van de Mens). Zij zijn nu klaar om in kleinere eenheden de wijde wereld in te trekken. Ze gaan de situatie ter plaatse bekijken en voeren er missies uit. Zo ervaren de jongeren dat ze er zelf iets aan kunnen doen. Op het ogenblik dat de UVRM’ers ‘gebriefd ‘worden (de speluitleg wordt gegeven), kunnen de horloges misschien gelijkgeschakeld worden, kan er een kort weeroverzicht gegeven worden, kunnen er enkele belangrijke mededelingen gedaan worden, enzovoort. Zo zullen de spelers zich beter inleven in de rol van UVRM’er.
Recht door de wereld 34
Verloop a. Het terrein en het spelbord (zie bijlage p. 92) Het terrein waar het spel gespeeld wordt stelt de wereld voor. Centraal op het terrein is een platform van waarop de subgroepjes op missie vertrekken en waarnaar ze terugkeren na het vervullen van een missie. Het vertrekpunt is de plaats op het terrein waar het spelbord ligt, staat of hangt. Het spelbord is een wereldkaart, deze is te vinden in bijlage op p. 92. Het is belangrijk dat de wereldkaart voldoende wordt uitvergroot. Dit kan door de kaart op A3 formaat te kopiëren, in 2 te knippen, en deze 2 delen nog eens op A3 te kopiëren. Als men van plan is om het spelbord meerdere keren te gebruiken, dan kan het bord misschien geplastificeerd worden. Op de wereldkaart is het vertrekpunt aangeduid waar de spelers zich bevinden. Vanaf dit vertrekpunt vertrekken 5 pijlen naar 5 verschillende delen in de wereld. In deze verschillende delen zijn er 4 landen waar er een missie is. Men kan eventueel de pijlen met kleur (fluostift) accentueren, men kan het spelbord ook kopiëren en een exemplaar meegeven aan elke groepje. Bij de kaart is een legende (zie bijlage p. 94) aanwezig. Hierin staan per deel van de wereld de landen met hun missies opgesomd. (Eventueel ook te kopiëren voor elk van de groepjes) De delen van de wereld bevinden zich op verschillende plaatsen op het terrein (ze dienen niet vast te liggen, maar dit kan wel). De spelers kunnen zich op die manier echt verplaatsen wanneer ze op missie gaan. Naast het spelbord hangt ook een blad (zie bijlage p. 95, te kopiëren op A3) waarop in grote lijnen de speluitleg staat. Zo kunnen de spelers steeds terugkijken naar de uitleg wanneer ze het niet goed meer weten. De speluitleg kan ook gekopiëerd worden voor elk van de groepjes. Er is ook een vaste materiaalplaats voorzien op het spelterrein. Hier is alles te vinden wat er nodig is voor de opdrachten. De spelers halen er zelf hun materiaal en brengen het na het uitvoeren van de opdracht terug. b. Doel van het spel Elk groepje bezoekt elk deel van de wereld minstens één keer. Heeft het groepje nog tijd over, dan mag het opnieuw gaan naar reeds bezochte delen van de wereld. Dit wordt duidelijk door het symbool dat ze krijgen wanneer ze een missie uitgevoerd hebben. Dit symbool moet gekleefd worden op het deel van de wereld waar zij een missie hebben volbracht. Zo wordt duidelijk waar reeds een missie werd uitgevoerd. c. Spelverloop en speluitleg De opgeleide UVRM’ers uit deel 1 worden verdeeld in een aantal kleinere groepjes (5 à 6 personen, max. 4 groepjes). Elke eenheid kiest een eigen naam. Bij voorkeur wordt elk groepje door één begeleider gestuurd (opdrachten geven, toezien op uitvoering, motiveren en controleren van opdrachten). Bij aanvang verzamelen alle groepjes op het platform (midden van het terrein, bij het spelbord). Hier wordt aan hen samen de speluitleg gegeven. Er is een vaste volgorde tussen de delen van de wereld (zie nummers op het kaartje). Elke groep krijgt een nummer en start bij de pijl die overeen komt met dat nummer. Als hij daar een missie heeft volbracht, gaat hij naar het volgende deel in de wereld volgens de aangegeven volgorde. In het eerste deel van de wereld waar ze terechtkomen kiezen zij een missie of land. De begeleider geeft de missie mee aan de jongeren, indien noodzakelijk kunnen ze uitleg komen vragen (zie bijlagen vanaf p. 112). De spelers kijken op hun fiche welk materiaal ze nodig hebben voor de opdracht en gaan naar de materiaalplaats waar ze dat zelf kunnen nemen. De deelnemers begeven zich op het terrein naar het gekozen deel van de wereld en voeren de opdracht uit. Na de uitvoering van de opdracht komen zij terug naar het platform. Wanneer de opdracht of missie is uitgevoerd (al dan niet gelukt) De missie is uitgevoerd wanneer de spelers het doel van de opdracht bereikt hebben of wanneer ze gedurende bijvoorbeeld 10 minuten actief hebben meegespeeld. (Het is aan de spelbegeleider om de tijd in het oog te houden, maximum 15 minuten per opdracht.) Recht door de wereld 35
Het groepje krijgt een symbool (zie bijlage p. 93) dat zij op de kaart kleven. Het groepje krijgt materiaal voor de eventuele eindopdracht (schaar, tijdschrift, lijm, papier, stiften, …). Naar believen kan dit uitgebreid worden met verf, klei, crêpe papier, …) Zij gaan naar het volgende deel in de wereld en kiezen een nieuwe missie. Enzovoort… Eindopdracht We vinden het belangrijk dat de jongeren iets doen met de kennis en de inzichten die ze opdeden in het spel. Daarom stellen we voor om er een eindopdracht aan te koppelen. Deze kan zowel onmiddellijk na deel 2 uitgevoerd worden als enkele dagen later. We geven hier enkele tips: 1. Met het materiaal dat ze verzamelden bij de volbrachte opdrachten, kunnen de jongeren een collage maken waarin ze duidelijk maken wat hen is bijgebleven. Deze collage kan eventueel aangevuld worden met een slogan, spreuk, … 2. De spelers kunnen ook een petitieblad maken dat zij laten ondertekenen door alle mensen die achter hun spreuk of collage staan (met om te beginnen de spelers zelf natuurlijk). 3. Specifiek voor een schoolsituatie: de leerlingen krijgen de opdracht om de actualiteit te volgen en een artikel mee te brengen dat handelt over mensenrechten. 4. … Materiaal zie materiaallijst (p. 63 in de bijlage) Inhoud van de missies De missies bestaan uit twee versies: een versie voor de spelbegeleider en een (kortere) versie voor de deelnemers (zie bijlagen vanaf p. 112). Ze zijn geordend per deel in de wereld, zijnde: Afrika, Amerika, Europa, Azië (+ Australië) en het MiddenOosten.
Recht door de wereld 36
‘Azië en Australie’-missie 1 (exemplaar begeleider) Strijd tegen de onderdrukking* van internetgebruikers Land China
Geschonden mensenrecht Recht op vrije meningsuiting
Situatieschets Huang Qi werd in de zuidwestelijke stad Chengdu gearresteerd door de politie omdat hij op internet informatie over het harde optreden tegen betogingen van de vrijheidsbeweging in 1989 gepubliceerd heeft. Hij werd aangeklaagd voor ‘ongehoorzaamheid ten aanzien van de keizer’.
Opdracht De spelers krijgen een briefje in een geheime taal. Het is afkomstig van Li Lung, een meisje uit China dat graag haar eigen idee wil vertellen maar dit niet durft in haar eigen taal. Kunnen de spelers achterhalen wat Li Lung wil zeggen? Om hen een beetje te helpen zal Li de spelers enkele tips geven. Bericht: “Chinezen vinden internet slecht omdat niet alles wat er op staat is wat zij willen. Ik vind dit onnozel.” Bericht in geheimschrift: (Het bericht is in drie delen gesplitst, elk deel in een ander geheimschrift) Deel 1: “Chinezen vinden internet slecht”: Dijofafo wjoefo joufsofu tmfdiu (de juiste letters staan één plaats voor de gebruikte letters in het alfabet) Deel 2: “Omdat niet alles wat er op staat is wat zij willen”: tadmo tein sella taw re po taats si taw jiz nelliw (elk woord staat van achter naar voor geschreven) Deel 3: “ik vind dit onnozel”: bzairak stavaibjanuad qlnadogaiat aoanvqxanwaolkkazaerrsal (elke letter achter een A moet gelezen worden) Tips die de spelers krijgen:
bericht in geheimschrift 1: tmfdiu = slecht bericht in geheimschrift 2: sella = alles bericht in geheimschrift 3: qlnadogaiat = dit
Doel Ontcijferen van het briefje van Li Lung. De opdracht is volbracht als het briefje ontcijferd is of als er een tijdsperiode van 10 minuten verstreken is.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking Het is niet vanzelfsprekend dat mensen durven zeggen hoe zij over iets denken. Er zijn heel wat plaatsen op de wereld waar de overheid mensen met een andere mening straft.
Recht door de wereld 37
‘Azie en Australie’-missie 2 (exemplaar begeleider) Strijd tegen het arresteren en terugsturen van vluchtelingen* Land Cambodja
Geschonden mensenrecht
Recht op veiligheid Recht om te vluchten
Situatieschets Een vakbondsmilitant werd herhaalde malen door de geheime dienst van zijn land onder dwang gezet en via anonieme brieven met de dood bedreigd. Uiteindelijk besluit hij zijn land te verlaten. Met een vals paspoort en een vliegtuigticket slaagt hij erin in een Europees land aan te komen. Hij wordt echter aangehouden op de luchthaven en teruggestuurd naar zijn land.
Opdracht In nogal wat landen verzetten mensen zich tegen de opname van vluchtelingen. Ze vinden dat deze vluchtelingen op onze welvaart komen teren. Wat vinden jullie ervan wanneer mensen uit hun land vluchten en in het land waar ze terechtkomen niet menswaardig behandeld worden (gearresteerd, gemarteld, teruggestuurd, geen verzorging geboden,…)? Probeer bij iedere letter van ‘vluchteling’ een zinnetje te formuleren (de eerste letter van het eerste woord van de zin is telkens een letter van ‘vluchteling’) waarin duidelijk wordt hoe jullie erover denken.
Doel De spelers laten nadenken over de situatie van vluchtelingen (onbekend zijn in een land, niet gastvrij onthaald worden,…). De opdracht is volbracht als ze bij elke letter een inhoudsvolle zin hebben gevonden of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking De spelers denken na over hun eigen mening omtrent vluchtelingen en over de houding van een land tegenover deze mensen.
Recht door de wereld 38
‘Azie en Australie’-missie 3 (exemplaar begeleider) Strijd tegen het niet uitbetalen van lonen aan arbeiders Land Zuid-Korea
Geschonden mensenrecht Recht op inkomen
Situatieschets Er zouden bijna vijftig personen gewond zijn geraakt toen honderden politieagenten een demonstratie uiteenjoegen van zo ’n vijfduizend staalarbeiders van de Perroalloy-fabriek. Zij protesteerden tegen het feit dat sommigen al meer dan twee jaar geen loon meer hadden gekregen en dat tweeduizend gepensioneerde arbeiders al zes maanden geen uitkering meer hadden ontvangen.
Opdracht Dit is een variant op het spel ‘ik ga op reis en ik neem mee...’. Dit is een spelletje met een springtouw. Twee personen draaien met het touw. Een derde springt in het touw en zegt ondertussen ´je hebt een inkomen nodig om eten te kopen´. De speler springt dan uit het touw en de volgende speler springt erin. Die speler zegt ondertussen ´je hebt een inkomen nodig om eten en shampoo te kopen´. Hij/zij zegt dus wat de vorige spelers hebben genoemd en vult zelf iets aan. Alles wat zo gezegd wordt moet op het einde van het spel opgeschreven worden, zo kan de spelbegeleider controleren.
Doel De spelers spelen een geheugenspel waarin ze nadenken over het belang van een goed inkomen. De opdracht is volbracht als de spelbegeleider vindt dat de spelers voldoende antwoorden hebben gevonden, met voldoende variatie. De spelbegeleider ziet er ook op toe dat ze het spel daadwerkelijk spelen.
Materiaal
Pen en papier Lang springtouw
Nabespreking De spelers gaan beseffen dat een voldoende inkomen hebben van groot belang is, b.v. om levensnoodzakelijke dingen te kopen.
Recht door de wereld 39
‘Azië en Australie’-missie 4 (exemplaar begeleider) Strijd voor het recht op cultuur van de oorspronkelijke bevolking Land Australië
Geschonden mensenrecht
Recht op eigen cultuur Recht op bescherming van minderheden
Situatieschets Josh, een vijftienjarige jongen leeft op de Tiwi eilanden in een gemeenschap waar vooral nog mensen wonen van de oorspronkelijke cultuur, de Aboriginals. De eilanden worden geregeerd door Australië en dus door blanken. De Australische wet geldt er en de laatste tijd hebben de blanken er veel invloed. Josh heeft een misdaad begaan en moet voor de Australische rechtbank verschijnen. Josh is niet gewoon om met blanken in contact te komen en is verward door hun manier van werken omdat deze niet overeenkomt met de manier van werken in zijn cultuur. Hier wordt echter geen rekening mee gehouden Hij begrijpt de vragen niet, het zwijgen wordt opgevat als een verdachte reactie en de antwoorden worden letterlijk genomen.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) We spelen een culturenspel, dit is een variant op het spel ´ik verklaar de oorlog aan´. Op de grond wordt met krijt een cirkel getekend (ongeveer twee meter doorsnede), de cirkel wordt in zoveel vakken verdeeld als er spelers zijn. In het midden van de cirkel is een STOP-vak. Elk vak behoort toe aan een speler en dat vak stelt zijn cultuur voor. Hij/zij kan een naam voor die cultuur verzinnen of zijn eigen naam gebruiken en die in zijn vak schrijven. Alle spelers staan aan de rand van de cirkel bij hun cultuur. Eén speler begint en roept de naam van een andere cultuur. Alle spelers lopen weg behalve degene wiens cultuur geroepen is. Deze springt zo snel mogelijk op het STOPvak en roept ook heel luid ‘stop!’. Op dat moment stoppen alle andere spelers met lopen. De speler op het STOP-vak mag drie passen zetten om een andere speler te tikken. Als hij/zij een speler heeft getikt, mag hij/zij een deel van die cultuur tot de zijne maken. Dit doet hij/zij door in het STOP-vak op één been te gaan staan en met één hand op de rug het gebied dat hij wil veroveren met een krijtje af te bakenen. Dit gebied behoort nu tot zijn cultuur, hij/zij mag er dan ook de naam van zijn cultuur in schrijven. Van zodra een speler culturen veroverd heeft, mag hij/zij ook in die culturen gaan staan om andere delen te veroveren (en dus niet alleen meer op het STOP-vak).
Recht door de wereld 40
Doel Culturen veroveren en domineren. Het spel is volbracht als enkele culturen helemaal gedomineerd worden of als een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Krijt (het is handiger als er voor elke speler een ander kleurtje is)
Nabespreking Niet alleen tussen culturen in verschillende landen bestaan er spanningen; ook binnen 1 land kunnen andere culturen dan de dominante onderdrukt worden. Een dominante cultuur (veel aanhangers, ver verspreid) heeft meer mogelijkheden om andere culturen te onderdrukken. Dit zien we ook in het spel: degene die al veel heeft veroverd kan steeds meer veroveren omdat hij/zij op een andere plaats mag gaan staan. Variant
De persoon in het midden roept de naam van een cultuur (bijvoorbeeld ´De Inca’s´) en gooit een bal in de lucht. Iedereen loopt weg behalve de Inca. Deze moet de bal vangen en op het STOP-vak gaan staan en luid ‘stop!’ roepen. Nu mag hij/zij proberen iemand aan te gooien met de bal. Verder: idem zoals eerste spel. (Materiaal: bal en krijt)
Recht door de wereld 41
‘Afrika’-missie 1 (exemplaar begeleider) Strijd tegen het bestaan van kindsoldaten* Land Oeganda
Geschonden recht
Recht op bescherming tegen geweld Bescherming van kinderen tegen oorlog
Situatieschets Wereldwijd worden kinderen jonger dan 18 jaar ingezet in oorlogssituaties. Het probleem is het grootst in Afrika. De kinderen worden al heel jong (gedwongen) ingeschakeld. Zelfs binnen het gewone leger worden kinderen vaak grof behandeld en zeer zwaar gestraft omwille van fouten. Ook meisjes worden gedwongen ingeschakeld, zij het in mindere mate dan jongens. Zij worden regelmatig seksueel misbruikt en/of verkracht. Naast blootstelling aan geweld komen bij veel kindsoldaten* ook ondervoeding, longaandoeningen, huidinfecties en andere ziekteverschijnselen voor.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) Dit spel komt neer op ‘verstoppertje zwaai’, een variant op verstoppertje. Alle spelers verstoppen zich, behalve een jongere die zoekt. Wanneer de zoeker iemand ziet, roept deze de naam van die persoon. Deze laatste komt dan achter de zoeker lopen. De spelers die nog verstopt zitten, kunnen de persoon die reeds gezien is, bevrijden door ernaar te zwaaien. Ze moeten hierbij opletten dat de zoeker hen niet ziet, anders moeten ook zij achter hem/haar aanlopen. De persoon die bevrijd is mag zich dan weer verstoppen. De persoon die zoekt is hier de boeman die de kindsoldaten komt rekruteren. De spelers die zich verstoppen zijn de kindsoldaatjes: zij worden liever niet gerekruteerd en verstoppen zich daarom. Onder de kindsoldaten heerst solidariteit: zij willen zelf niet gerekruteerd worden, maar evenmin willen zij dat hun vriendjes, dorpsgenoten, kennissen,... worden ingezet bij gewapende conflicten. Daarom proberen zij ze te bevrijden door te zwaaien. Eventueel kan je de boeman en de reeds gerekruteerde soldaatjes laten marcheren, zodat zij reeds een eerste training hebben gehad. Bij dit spel is het wel noodzakelijk dat het terrein duidelijk wordt afgebakend. Omdat de duur van het spel enorm kan variëren, is het aan te raden dat de spelbegeleider de tijd in de gaten houdt en na ongeveer 10 minuten een stopsignaal geeft met b.v. een fluitje.
Doel Het spel heeft dus een dubbel doel: enerzijds wil de boeman zoveel mogelijk kindsoldaten rekruteren, anderzijds zijn er de kindsoldaten zelf die dat niet willen en die er dus naar streven dat er zo weinig mogelijk kinderen worden meegenomen. De opdracht is volbracht als de spelers het spel gemotiveerd hebben gespeeld, als elke speler zijn eigen rol (boeman of kindsoldaat) goed heeft vervuld.
Materiaal
Geen (het spel vergt wel een terrein waar het mogelijk is om zich te verstoppen) Eventueel een fluitje
Nabespreking We willen aantonen dat niet alle kinderen echt kind kunnen zijn en dat veel kinderen in hun kinderrechten geschonden worden.
Recht door de wereld 42
‘Afrika’-missie 2 (exemplaar begeleider) Strijd tegen volkerenmoord Land Rwanda
Geschonden recht Recht op leven
Situatieschets Het trauma van de volkerenmoord in 1994 en de oorlogstoestand in het Grote Merengebied, zijn bepalend voor de mensenrechtensituatie in Rwanda. Ontvoering, gedwongen rekrutering, het willekeurig doden van burgers, mishandeling, marteling, moord op ongewapende burgers,... komen er in hoge mate voor. Oorzaak van dit alles zijn de etnische conflicten tussen Hutu’s en Tutsi’s. Amnesty International* heeft reeds herhaalde malen aandacht gevraagd voor deze mistoestand, maar aan het willekeurig doden komt geen einde.
Opdracht Rwandees kamp Dit spel is een variant op ‘Russisch kamp’ of ‘Tussen twee vuren’. De spelers worden verdeeld in twee ploegen. Elke ploeg bevindt zich in een kamp. Het terrein ziet er als volgt uit: De spelers van ploeg A proberen de spelers van ploeg B uit te moorden en omgekeerd. Een speler is dood wanneer hij/zij door iemand van de andere ploeg wordt aangetikt met de bal. Aantikken kan slechts tot op heuphoogte. Natuurlijk proberen de spelers zo lang mogelijk in leven te blijven: van de bal weglopen, erover springen,... om het even wat, als ze de bal maar ontwijken. Opgelet: beide ploegen mogen hun deel van het terrein niet verlaten, behalve als de bal zich buiten het terrein bevindt. Wanneer een speler toch geraakt is door de bal en dus vermoord is, speelt deze mee met de andere ploeg. Indien het spel te lang zou duren, kan de spelbegeleider een stopsignaal geven. De ploeg die op dat moment het meest spelers heeft, is dan gewonnen.
Doel De andere ploeg ‘uitmoorden’. De opdracht is volbracht als één van beide ploegen volledig is uitgemoord of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Bal Krijt
Nabespreking We willen dat de jongeren beseffen dat sommige volkeren in de wereld elkaar proberen uit te moorden.
Recht door de wereld 43
‘Afrika’-missie 3 (exemplaar begeleider) Vrije meningsuiting Land Soedan
Geschonden recht Recht op vrije meningsuiting
Situatieschets De vrijheid van meningsuiting in Soedan is zeer beperkt. Journalisten, mensenrechtenactivisten en advocaten zijn blootgesteld aan intimidatie, arrestatie*, marteling en verdwijning. Elke politieke tegenstand wordt op harde wijze tegengewerkt en de persvrijheid wordt aan banden gelegd. De Soedanese autoriteiten worden opgeroepen om de schendingen van de mensenrechten, zoals marteling en oneerlijke processen tegen politieke tegenstanders, journalisten, advocaten, mensenrechtenactivisten en studenten te stoppen en te veroordelen. Ook om de daders van de mensenrechtenschendingen te berechten.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen om het blindenparcours op te stellen.) Blindenparcours Journalisten worden in Soedan verhinderd hun werk te doen: ze worden gearresteerd, gemarteld,... als zij hun mening uiten over de situatie in Soedan. Ook in dit spel wordt de journalist gehinderd, en wel door een blinddoek. Het is de bedoeling dat die geblinddoekt een parcours aflegt. Dit parcours wordt vooraf opgesteld, hoe dit gebeurt laten we over aan de spelbegeleider. Aan het einde van het parcours bevinden zich deeltjes van een krantenartikel. Als een speler het parcours heeft afgelegd, krijgt die een onderdeel van het artikel (de spelbegeleider knipt het artikel in evenveel stukken als deelnemers). Het is de bedoeling dat, als alle journalisten aan de beurt zijn geweest, zij alle delen samen leggen, en deze in de juiste volgorde rangschikken, zodat het artikel klaar is voor productie in een krant. Eén speler helpt de geblinddoekte door aanwijzingen te geven. Deze speler mag de geblinddoekte speler niet aanraken. Let wel op dat het parcours niet te lang is.
Doel Het blindenparcours afleggen om zo de verschillende deeltjes van het artikel te bemachtigen en deze te rangschikken tot een krantenartikel. De opdracht is volbracht als de spelers alle deeltjes van het artikel in de juiste volgorde hebben gerangschikt of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Blinddoek, een artikel dat in evenveel stukken geknipt wordt als er spelers zijn, materiaal voor het parcours (bijvoorbeeld stoelen, kleren, een fietsband, touwen, hoepels, banken, … ) Schaar
Nabespreking Het is niet vanzelfsprekend dat journalisten mogen zeggen hoe zij over iets denken. Er zijn heel wat plaatsen op de wereld waar de overheid mensen met een andere mening straft.
Recht door de wereld 44
‘Afrika’-missie 4 (exemplaar begeleider) Strijd tegen honger Land Ethiopië
Geschonden recht Recht op voeding
Situatieschets Begin 2000 werd Ethiopië zwaar getroffen door een driejaarlijkse droogteperiode. Het Ogadenvolk slaagt er niet altijd in de ‘hongerkloof’ te overbruggen, omdat de oogsten vaak mislukken. In maart 2001 verklaarden het Wereldvoedselprogramma en de Ethiopische autoriteiten dat 8 miljoen Ethiopiërs door hongersnood werden bedreigd. Er was sprake van ernstige ondervoeding bij sommige nomadische bevolkingsgroepen. Artsen Zonder Grenzen opende voedingscentra en zorgde voor water en sanitaire voorzieningen (toiletten, wastafels,...).
Opdracht De spelers ontwerpen zelf een affiche, een slogan of een reclamespot die duidelijk maakt dat honger een onrecht is.
Doel Een afgewerkte affiche, slogan of reclamespot, waarvan het resultaat aan de spelbegeleider wordt bezorgd. De opdracht is volbracht als de spelers een affiche, slogan of reclamespot gemaakt hebben.
Materiaal
Papier Schrijf- en tekengerief
Nabespreking Het wordt voor de spelers duidelijk dat ze ook zelf kunnen deelnemen aan acties van bestaande organisatie, bijvoorbeeld Broederlijk Delen, 11.11.11., Artsen zonder Grenzen, Vredeseilanden,...
Recht door de wereld 45
‘Midden-Oosten’-missie 1 (exemplaar begeleider) Strijd tegen het bestaan van gewetensgevangenen* Land Irak
Geschonden recht Recht op vrijheid van mening en meningsuiting
Situatieschets Omdat Mohammed sterke kritiek heeft op de manier waarop de regering omgaat met armoede, heeft hij pamfletten uitgedeeld waarin hij pleit voor een systeem zoals de westerse democratie*. Zijn regering verdraagt echter geen kritiek op het beleid. Mohammed werd opgepakt en opgesloten in de gevangenis, zodat hij zijn ideeën niet verder kan verspreiden.
Opdracht Amnesty* International organiseert regelmatig schrijfacties. Als school, klas of jeugdgroep kan je dan soms brieven sturen naar een regeringsleider om een gewetensgevangene* uit de cel te krijgen. Als opdracht kan je de spelers echte Amnesty-brieven of een fictieve brief laten schrijven om Mohammed vrij te krijgen. In het laatste geval schrijven de spelers waarom ze het onrechtvaardig vinden dat hij in de gevangenis zit, en waarom hij moet vrijgelaten worden.
Doel Samen komen tot één brief waarin staat waarom de gewetensgevangene* moet worden vrijgelaten, en welk recht van deze mensen geschonden wordt. De opdracht is volbracht wanneer de spelers samen een brief hebben geschreven.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking Het wordt voor de spelers duidelijk dat ze ook zelf kunnen deelnemen aan acties van bestaande organisatie bijvoorbeeld Broederlijk Delen, 11.11.11., Artsen Zonder Grenzen, Vredeseilanden,... Je kan de spelers natuurlijk ook echte brieven van Amnesty* International laten schrijven. Deze zijn te vinden op de website van Amnesty International Vlaanderen: www.aivl.be (adres: Kerkstraat 156. 2060 Antwerpen; tel: 03/271.16.16)
Recht door de wereld 46
‘Midden-Oosten’-missie 2 (exemplaar begeleider) Gelijke kansen voor vrouwen op onderwijs Land Saoedi-Arabië
Geschonden recht Recht op onderwijs, recht om niet gediscrimineerd te worden op basis van het geslacht.
Situatieschets Halima is 16 jaar. Ze zou graag verpleegster worden. Maar ze moet van haar vader thuis blijven om te zorgen voor haar broertjes. Daardoor kan ze niet naar school. Enkel het lager onderwijs tot 12 jaar is immers verplicht. Na 12 jaar moeten de meeste meisjes thuis blijven. Men vindt in dit land dat meisjes niet moeten studeren. Ze moeten later zorgen voor hun gezin, in plaats van een beroep uit te oefenen. En ook al was Halima één van de slimste van de klas, nu kan ze niet verder studeren, enkel omdat ze een meisje is.
Opdracht We spelen voetbal met evenveel goals als spelers, zonder de bal in de hoogte te spelen. De goals kunnen met allerhande materiaal afgebakend worden, het moeten dus geen echte voetbalgoals zijn. Elke speler krijgt een goal toegewezen. Iedere speler speelt voor zichzelf en probeert in zijn/haar goal een doelpunt te schieten. De spelers beginnen echter met ongelijke startkansen: iedereen krijgt namelijk een lichtere of zwaardere handicap mee. De spelbegeleider verdeelt de handicaps. Mogelijke handicaps: je mag enkel achteruit lopen; je mag de bal enkel ontvangen en doorspelen; je moet op 1 been spelen; je veters worden samen gebonden; je wordt geblinddoekt; op handen en voeten lopen; eerst twee namen roepen van medespelers voor je iemands bal afpakt;…
Doel Elke speler houdt zich aan zijn handicap en speelt actief mee. De opdracht is volbracht als iedereen een doelpunt heeft kunnen maken of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Ballen Materiaal om goals af te bakenen
Nabespreking De spelers ervaren hoe het is om met ongelijke kansen een match te spelen. Op dezelfde manier starten veel vrouwen met ongelijke kansen aan hun levensmatch.
Recht door de wereld 47
‘Midden-Oosten’-missie 3 (exemplaar begeleider) Strijd tegen onverdraagzaamheid en tegen discriminatie* op basis van godsdienst Land Israël
Geschonden recht Bescherming tegen elke vorm van discriminatie*
Situatieschets In sommige landen zijn bepaalde godsdiensten verboden, of worden mensen die tot bepaalde godsdiensten behoren gediscrimineerd.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) De groep is in twee ongelijke groepen verdeeld. De grootste groep (de pakkers) probeert aan levensmiddelen te geraken in de wijk. Deze wijk wordt gevisualiseerd door een cirkel in het midden van het spelterrein. In deze cirkel liggen drie levensmiddelen. De bewakers (kleinste groep) bewegen zich in de cirkel rond de wijk. Zij proberen de pakkers te tikken voor ze in de wijk geraken. Wanneer een bewaker iemand tikt, moet de getikte tot 30 tellen vooraleer hij/zij iets mag doen. Eens een pakker in de wijk is, mogen de bewakers hem/haar niet meer tikken.
Doel De bewakers verdedigen de wijk. De pakkers proberen aan levensmiddelen uit de wijk te geraken. De opdracht is volbracht wanneer de levensmiddelen verzameld zijn of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Drie voorwerpen Touw of krijt (om de grens mee af te bakenen)
Nabespreking De spelers ervaren hoe snel er een wij/zij mentaliteit ontstaat, en zien de absurditeit in van een dergelijke onverdraagzaamheid.
Recht door de wereld 48
‘Midden-Oosten’-missie 4 (exemplaar begeleider) Strijd tegen marteling van gevangenen Land Afghanistan
Geschonden recht Bescherming tegen foltering, wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Situatieschets Gevangenen worden vaak gefolterd, mishandeld en gepijnigd om ze tot bekentenissen te dwingen, ook al zijn ze onschuldig. Soms worden veroordeelden onderworpen aan harde lijfstraffen*, vaak enkel voor het plezier van de bewakers. Er bestaat een Verdrag tegen Foltering, opgesteld door de Verenigde Naties. Dit is een overeenkomst tussen verschillende landen die beloven hun eigen bevolking niet te folteren. Landen die dit verdrag nog niet ondertekend hebben, worden door de rest van de wereld onder druk gezet om het wel te tekenen.
Opdracht De spelers onthouden volgend broebelzinnetje: “Mensen martelen maakt mij misselijk, want onmenselijkheid kan ik missen als kiespijn” of “Zeven zotte zwanen zwemmen op zwoele zondagen zonder zwembroek in zwarte zeeën”. De spelers schrijven het zinnetje elk voor zich op een papiertje, maar degene die aan de beurt is om het te zeggen, mag zijn/haar papier uiteraard niet bekijken. Iedere speler moet het zinnetje volledig foutloos uitgesproken hebben. Indien iemand een fout maakt, wordt hij/zij fysiek gestraft: de eerste keer moet hij/zij 10 maal pompen; de tweede keer mag iedereen zachtjes aan zijn haar oor trekken; de derde keer wordt het 20 maal pompen; de vierde keer vier rondjes lopen; … Variant
Deze kan er uit bestaan dat de spelers het zinnetje in plaats van één keer, vijf keer vlug na elkaar moeten kunnen zeggen.
Doel Iedereen probeert het zinnetje foutloos te zeggen. De opdracht is volbracht wanneer iedere speler het zinnetje foutloos heeft kunnen zeggen of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking Mensen worden in sommige landen vaak gedwongen om bepaalde feiten te bekennen, ook al zijn ze onschuldig. Soms moeten ze uitspraken doen waar ze niet achter staan.
Recht door de wereld 49
‘Europa’-missie 1 (exemplaar begeleider) Strijd tegen het bestaan van straatkinderen Land Hongarije
Geschonden recht
Recht op degelijke huisvesting Bescherming van kinderen tegen armoede.
Situatieschets In Hongarije leven sommige kinderen op straat. Ze zijn vaak heel arm, hebben geen of een slechte woning, worden vaak ziek, enzovoort. Kortom, al hun (kinder)rechten worden er geschonden. UNICEF* richtte er centra op waar deze kinderen opgevangen kunnen worden, en waar ze kunnen leren lezen en schrijven. Op die manier hebben ze later meer kans om werk te vinden en aan de armoede te ontsnappen.
Opdracht De spelers kunnen extra informatie over UNICEF* komen vragen. De jongeren moeten zelf een drietal wetsvoorstellen formuleren die ze zouden doen om de straatkinderen* in Hongarije te helpen. Welke rechten vinden ze zelf belangrijk? Waaraan moet er zeker iets gedaan worden? Wat moeten de leiders van een land doen om alle kinderen dezelfde rechten te geven?
Doel Nadenken over kinderrechten. Dit hoeft niet noodzakelijk gekoppeld te worden aan het Kinderrechtenverdrag. De spelers kunnen zelf ook rechten opstellen die ze belangrijk vinden. De opdracht is volbracht als de spelers samen drie voorstellen geformuleerd hebben voor de regering van Hongarije waarin tot uiting komt wat ze aan de situatie van deze straatkinderen willen veranderen, en hoe, of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking In eigen land laat UNICEF kinderen en jongeren vaak zelf discussiëren over rechten. Zo liep er enige tijd het ‘What do you think?’-project. De leerkracht of jeugdwerker kan op www.unicef.be zien welk project er op dit moment loopt.
Recht door de wereld 50
‘Europa’-missie 2 (exemplaar begeleider) Strijd tegen huisjesmelkerij Land België
Geschonden recht Recht op huisvesting
Situatieschets Jozef en Pavlina komen uit Slovakije en wonen met hun drie kinderen op de eerste verdieping van een huis in Brussel. Het huis wordt gedeeld met drie gezinnen. De huur die ze voor de onhygiënische studio moeten betalen is € 375. Zij kunnen niet naar de politie stappen omdat ze illegaal in ons land verblijven. De eigenaar van de woning bezit nog verschillende huizen in de buurt, die hij allemaal aan een onmenselijk hoge prijs verhuurt. De Huurdersbond komt op tegen dergelijke huisjesmelkerij. Ze begeleidt slachtoffers van huisjesmelkers in het nemen van gerechtelijke stappen tegen de verhuurder.
Opdracht We laten de spelers nadenken over wat voor hen belangrijk is in een huis en wat in een huis mag ontbreken, en dit aan de hand van ‘Zoek het prentje’. In de kring liggen een aantal prentjes met daarop enkele belangrijke en minder belangrijke ingrediënten voor een goede huisvesting. De spelers krijgen ook een schema van de binnenkant van een woning. Eén speler wordt weggestuurd terwijl de rest van de spelers één prentje aanduidt waarop iets staat dat volgens hen belangrijk is in een woning. Wanneer de speler terugkomt mag hij/zij een prentje aanduiden waarvan hij/zij denkt dat het door de rest van de spelers aangeduid is. Wanneer dit klopt, mag het op de doorsnede gekleefd worden, op die plaats waar het volgens de groep het meest thuishoort. Is de speler verkeerd, dan mag hij/zij nog tweemaal proberen het aangeduide prentje te vinden dat door de rest aangeduid is. Wanneer het prentje na drie keer proberen nog niet geraden is, wordt het aan de kant gelegd zodat het niet meer gekozen kan worden. Nu mag de volgende speler weggaan en duidt de groep een nieuw prentje aan. Voor prentjes en de doorsnede van de woning (zie bijlage p. 96-97)
Doel De spelers die even zijn weggegaan moeten de prentjes kunnen vinden die door de andere spelers zijn aangeduid. De opdracht is volbracht als de jongeren op hun doorsnede 5 prentjes hebben geplakt of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
De verschillende prentjes, op karton te kleven (p. 97) de doorsnede van de woning, op karton te kleven (p. 96)
lijmstift
Nabespreking De spelers moeten nadenken over wat er noodzakelijk en minder noodzakelijk is in een woning. Aan de hand van het spel zal duidelijk worden dat sommige mensen moeten kiezen tussen zaken die eigenlijk allemaal belangrijk zijn.
Recht door de wereld 51
’Europa’-missie 3 (exemplaar begeleider) Strijd tegen de discriminatie* van homoseksuelen Land Griekenland
Geschonden recht Recht op gelijkheid en gelijkwaardigheid
Situatieschets Jona is 29 en is reeds twee jaar werkloos. Ondanks z’n diploma van leraar lager onderwijs vindt hij geen werk, omdat hij een paar jaar geleden als woordvoerder van een Griekse homobeweging op TV kwam. Hij kreeg reeds meerdere malen te horen dat hij als leraar een voorbeeldfunctie moet vervullen en dat homoseksualiteit niet het na te streven ideaal is.
Opdracht De spelers moeten de tekst kunnen ontcijferen. De tekst is opgedeeld in vier delen (moet geknipt worden). Onder elk stukje tekst staat de code. Elke speler ontcijfert een stukje tekst. Deze tekst moet achteraf door de begeleider samen met de spelers verbeterd worden.
Doel De tekst ontcijferen. De opdracht is volbracht als de volledige tekst juist ontcijferd is of als er 10 minuten verstreken zijn waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking Het is de bedoeling dat de spelers stil staan bij de inhoud van de tekst. Dat ze beseffen dat het belangrijk is om niemand te discrimineren. Iedereen kan immers zelf slachtoffer van discriminatie* worden. De tekst
De code
Recht door de wereld 52
De ontcijferde tekst: “Toen ze de buitenlanders wegstuurden, heb ik gezwegen, want ik ben geen buitenlander. Toen vrouwen werden gediscrimineerd, heb ik gezwegen, want ik ben geen vrouw. Toen homo’s in elkaar werden geslagen, heb ik niet geprotesteerd, want ik ben geen homo. Toen ik aan de beurt was, Was er niemand die nog protesteerde.” (Vrij naar M. Niemöller)
Recht door de wereld 53
‘Europa’-missie 4 (exemplaar begeleider) Strijd tegen gesloten grenzen Land Spanje
Geschonden recht Recht op asiel
Situatieschets Nafila en Zeinab, twee Ghanese zussen, verblijven in een vluchtelingenkamp* in Marokko. Binnen enkele dagen zullen ze met een motorboot de levensgevaarlijke Straat van Gibraltar oversteken. Omdat Spanje liever geen asielzoekers* op haar grondgebied heeft, kunnen Nafila en Zeinab de Straat van Gibraltar niet oversteken met het gewone verkeer. Ze zouden dan immers onmiddellijk opgepakt en teruggestuurd worden. Door met een motorboot de tocht te wagen kunnen ze proberen onopgemerkt de kust te bereiken en illegaal in Spanje te verblijven.
Opdracht We laten de spelers voelen dat het moeilijk is om ergens onopgemerkt te passeren. We spelen sluipertje. Op één na moeten alle spelers op de grond gaan zitten met een blinddoek om of met gesloten ogen. De speler die niet geblinddoekt is, moet proberen zo geruisloos mogelijk over het terrein te stappen waar de andere spelers neerzitten. Wanneer een andere speler hem/haar gehoord heeft, wijst deze in de richting van de voetstappen. Als hij/zij in de juiste richting wijst, wordt de speler die probeert over te steken teruggestuurd. Dan moet de speler opnieuw proberen over te steken. Wanneer het de speler gelukt is aan de overkant te geraken, moet een volgende speler proberen over te geraken zonder aangewezen te worden. De spelers moeten heel stil zijn. Let er op dat het terrein niet te groot is opdat de spelers niet te ver van elkaar zouden zitten. Geef duidelijk aan wat het eindpunt is, waar de speler moet geraken.
Doel Alle spelers moeten elk om beurt proberen het terrein, waar de geblinddoekte spelers zitten, over te steken. De opdracht is volbracht als elke speler aan de overkant is geraakt of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Blinddoeken
Nabespreking Een ieder heeft het recht asiel te vragen, het is daarom niet juist dat mensen soms verhinderd worden asiel aan te vragen. Volgens de Conventie van Genève (1951) kan men enkel asiel verkrijgen op basis van een gegronde vrees voor vervolging omwille van religie, ras, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep, doch niet om economische redenen. Het is goed dat spelers hiervan op de hoogte zijn.
Recht door de wereld 54
‘Amerika’-missie 1 (exemplaar begeleider) Strijd tegen de doodstraf* Land VS
Geschonden recht Het recht op leven
Situatieschets John is 45 en ‘wacht’ in de dodencel op de uitvoering van de doodstraf*. Vier jaar geleden had hij ruzie met z’n vrouw. De ruzie liep zo hoog op dat hij in een bui van waanzin z’n vrouw tegen de kast duwde. Haar hoofd raakte de scherpe rand en ze verloor zo het leven. Sindsdien is hij gedetineerd. Reeds driemaal werd hij voorbereid op de dodelijke injectienaald. Maar enkele uren alvorens z’n vonnis voltrokken zou worden, kwam het ‘goede’ bericht tot uitstel. Amnesty* International strijdt reeds jaren tegen elke vorm van doodstraf, ongeacht voor welk misdrijf de dader berecht is.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) Dit spel is gebaseerd op ‘Galgje’. Eén speler is de ter dood veroordeelde. Deze denkt na over wat de doodstraf voor hem/haar betekent en drukt dit uit in 1 woord. Met dit woord van 8 à 12 letters wordt er galgje gespeeld: de andere spelers moeten raden welk woord de ter dood veroordeelde in gedachten heeft. Hoe gaan we tewerk? De terdoodveroordeelde neemt een blad papier en zet een aantal horizontale streepjes naargelang er letters in het woord zijn. De andere spelers mogen elk om beurt een letter zeggen. Komt deze letter voor in het woord, dan wordt de letter op de juiste streepjes gezet. Komt de letter niet voor in het woord, dan wordt deel 1 van een galg getekend. Wanneer het woord geraden is of de galg volledig getekend dan wordt een andere speler de ter dood veroordeelde. Hij/zij moet dan een ander woord kiezen.
Doel De spelers moeten het woord raden alvorens de terdoodveroordeelde helemaal opgehangen is (m.a.w. vooraleer de tekening volledig is). De opdracht is volbracht als minstens de helft van de woorden geraden zijn of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Pen en papier
Nabespreking De doodstraf* is de ultieme vorm van wrede, onmenselijke en vernederende bestraffing. Ze zorgt er niet voor dat de criminaliteit daalt. Op de woorden van de spelers kan eventueel later in discussie dieper ingegaan worden.
Recht door de wereld 55
‘Amerika’-missie 2 (exemplaar begeleider) Strijd voor zuiver water Land Peru
Geschonden recht Recht op gezondheid
Situatieschets Leandro is vijf jaar en woont in een arme wijk van de stad Lima (de hoofdstad van Peru). De toegang tot zuiver water vormt een ernstig probleem voor zijn familie en vele andere Peruvianen. In Peru sterven immers jaarlijks 12.000 kinderen aan de gevolgen van diarree door het drinken van vuil water. UNICEF* ontwikkelde in het midden van de jaren ’90 systemen om de arme wijken in Lima ook zuiver water te bezorgen. Er werden plaatselijke ‘watercomités’ opgericht: kleine groepjes mensen die instaan voor het beheer van het water. Dankzij dit systeem hebben momenteel vele gezinnen toegang tot zuiver water aan een prijs die veel lager ligt dan die van de privé-bedrijven die ook voor water zorgen.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) De vrouwen die water van de waterputten naar hun woning dragen moeten er heel voorzichtig mee omspringen. We laten nu ook de spelers water doorgeven waar ze voorzichtig moeten mee omgaan. Op het terrein worden twee punten aangeduid (twee lijnen, twee bomen, …). De spelers staan op een rij achter elkaar aan het eerste punt. De speler die achteraan staat heeft een potje, bekertje,... water in zijn/haar handen. Hij/zij geeft, over diens hoofd, dit potje water door aan de speler die voor hem/haar staat. Deze geeft, door diens benen, het bekertje door aan diegene die voor hem/haar staat. De volgende geeft het bekertje weer door over het hoofd, dan weer door de benen. Wanneer men het bekertje doorgegeven heeft, gaat men vooraan in de rij staan. Het spel gaat door tot het eindpunt bereikt is. Bedoeling is zo weinig mogelijk water te morsen tijdens het doorgeven. Er moet immers zuinig met zuiver water omgesprongen worden.
Doel Het water moet zo voorzichtig mogelijk doorgegeven worden naar de overkant. De spelers zullen zien dat dit niet eenvoudig is. De opdracht is volbracht als er geen water uit het bekertje gemorst is of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Water Een beker
Nabespreking Mensen kunnen niet zonder zuiver water. Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend dat er zuiver water uit de kraan stroomt.
Recht door de wereld 56
’Amerika’-missie 3 (exemplaar begeleider) Strijd tegen armoede bij vrouwen Land Colombia
Geschonden recht Recht op gelijkheid en gelijkwaardigheid
Situatieschets Teresa woont in Guapi, een klein dorpje in Colombia. Ze is een alleenstaande moeder met vier kinderen. In Colombia worden de vrouwen tweemaal gediscrimineerd: enerzijds door hun vrouw-zijn en anderzijds door de extreme armoede. Maandelijks ontvangt Teresa van haar ex-man 50000 pesos voor de voeding, de huur en de verzorging van de kinderen. Ze heeft echter al 24000 pesos nodig voor de huishuur. Om te overleven verkoopt de jonge moeder tweedehandsproducten op de markt.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) Op het terrein worden een vijftal cirkels getekend zoals hieronder op de tekening. De kleinste kring symboliseert rijkdom. Hoe verder men zich van de kleinste kring bevindt, hoe armer men is. Deel 1
Al de spelers gaan in de kleinste cirkel staan. Op het startsein moeten ze proberen elkaar uit de kleinste, binnenste cirkel te duwen. Wanneer ze met verschillenden in de tweede cirkel staan, duwen ze elkaar naar de volgende cirkel. Wanneer alle spelers in een bepaalde kring staan en door niemand meer kunnen weggeduwd worden of zelf niemand meer kunnen weg duwen, legt de leraar uit dat de minst sterke steeds verder weggeduwd wordt van de kleinste cirkel en dus ook van de rijkdom. De spelleider verklaart dat het ook anders kan en dat de spelers elkaar kunnen helpen om de rijkdom te verdelen. Dit gebeurt in deel 2.
Deel 2 (zie tekening)
De speler die het verst van de kleinste kring verwijderd is (speler 2 op de tekening), kan nu gedragen worden naar een kleinere kring (kring 4 op de tekening). Hij/zij wordt gedragen door speler 1 die zich in de dichtstbijzijnde kring (kring 5) bevindt. Deze draagt de speler(s) over zijn/haar eigen kring naar kring 4. De manier waarop de speler gedragen wordt mag gekozen worden. De speler die gedragen wordt mag de grond niet raken van de kring waarover hij/zij gedragen wordt. De speler van kring 4 moeten nu samen de speler die zich in kring 5 bevindt, opheffen en naar kring 3 brengen. Alle spelers uit één bepaalde kring helpen dus samen om de ene speler naar een kleinere kring te dragen. Op het einde van het spel moeten alle spelers in de kleinste kring zijn en kan dus alle rijkdom gedeeld worden. De kringen moeten groot genoeg getekend worden want alle spelers moeten samen in de kleinste kring kunnen en de afstand tussen de verschillende kringen moet groot genoeg zijn om elkaar een eindje te moeten dragen. Recht door de wereld 57
Doel In deel 1 moeten de spelers proberen in de kleinste kring te blijven. In deel 2 moeten de spelers elkaar helpen om allemaal samen in de kleinste kring te geraken. De opdracht is volbracht als iedereen na deel 2 in de middelste kring is of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal Krijt of touw
Nabespreking We willen er met dit spel op wijzen dat iedereen aanspraak heeft op alle rechten en vrijheden, er mag geen onderscheid gemaakt worden op basis van geslacht. Dit is één van de fundamentele uitgangspunten van de Universele Verklaring* van de Rechten van de Mens. In de praktijk echter worden o.m. vrouwen vaak op financieel vlak gediscrimineerd.
Recht door de wereld 58
‘Amerika’-missie 4 (exemplaar begeleider) Strijd tegen landmijnen* Land El Salvador
Geschonden recht Recht op onschendbaarheid van zijn/haar persoon
Situatieschets Israi gaat wekelijks naar de markt om haar zelfgekweekte groenten te verkopen. De weg naar de markt lag vroeger in een oorlogsgebied waar verschillende mijnen werden geplaatst. Omdat er geen andere toegankelijke wegen zijn, moet Israi dus wekelijks door een mijnenveld.
Opdracht (de spelers kunnen uitleg komen vragen) We laten de spelers over een mijnenveld lopen. Op het terrein wordt met krijt (of met touw,...) het rooster (mijnenveld) getekend (zie figuur): De spelers nemen plaats voor het ‘mijnenveld’. Eén voor één mogen ze met een steentje (of een ander klein voorwerp) naar één van de hokjes van het veld gooien. Op het vakje waarop de steen belandt, zetten ze een kruisje. Dit betekent dat er in dat vakje een mijn ligt en dat er dus niet mag op gelopen worden. Na het gooien van de steen, loopt de speler over het veld terwijl hij/zij in elk hokje waar geen mijn ligt, zijn/haar voet moet zetten. De linkervoet moet telkens in een linkervak, de rechtervoet moet steeds in een rechtervak. Wanneer hij/zij op het einde van het veld is, keert hij/zij terug naast het mijnenveld en mag de volgende gooien. Omdat er steeds meer kruisjes zullen staan (en mijnen zullen liggen) wordt de opdracht steeds moeilijker. Wanneer een speler op een mijn stapt of vergeet op een vakje zonder mijn te stappen, mag hij/zij opnieuw proberen tot het lukt. Variant De deelnemer kan na het gooien ook z’n naam of de eerste letter van zijn/haar naam in het vakje schrijven. Dit betekent dat alleen deze persoon in het vakje mag lopen.
Doel De spelers mogen niet lopen op een vakje met een mijn en moeten wel lopen op elk vakje waar geen mijn ligt. De opdracht is volbracht als elke speler zo over het mijnenveld kan lopen zonder op een mijn te stappen, of als er een tijdslimiet van 10 minuten verstreken is waarin ze actief hebben meegedaan.
Materiaal
Krijt of touw Steentjes
Nabespreking Actueel liggen er nog steeds miljoenen actieve mijnen. Hierdoor worden er vandaag de dag nog mensen verminkt of gedood.
Recht door de wereld 59
Bijlage: Materiaallijst Deel 1 Algemeen Spelbord Dobbelsteen (liefst groot, eventueel kartonnen doos) Eventueel ‘grabbelton’ (vier emmers) voor ‘mensenrechten‘-, ‘verdragen‘-, ‘organisaties‘-, ‘leefwereld‘opdrachten Sterrenraster Legende bij de sterren ‘Mensenrechten’-opdrachten Opdracht 1 o Rechten op briefjes om hints te spelen o Grabbelton (zak of doosje) om die briefjes in te doen o Overzicht uit de rechten van de UVRM Opdracht 2 o Krijt of touw,...(om vakken te visualiseren) Opdracht 3 o Een bal o Krijt of touw, … (om terrein te visualiseren) o eventueel een net Opdracht 4 o Blinddoek o Iets om uit broek te trekken (speeldas, sjaaltje, handdoek,...) Opdracht 5 o Geen ‘Organisaties’-opdrachten Opdracht 1 o Geen Opdracht 2 o Krijt of kranten, … (om zitplaatsen te visualiseren) o Lijst met trefwoorden i.v.m. de Kinderrechtswinkel o Een kopie van die lijst, in afzonderlijke kaartjes verknipt Opdracht 3 o Krantenbladen, samengevouwen tot zitplaatsen, eventueel zo geniet (of stoelen ) o Stukken karton met de namen van de vijf continenten Opdracht 4 o Geen Opdracht 5 o ‘Magda?’ – stellingen
Recht door de wereld 60
‘Verdragen’-opdrachten Opdracht 1 o Verhaal ‘Mensenrechten en data’ o Krijt, touw, … (om het terrein te visualiseren) Opdracht 2 o Krijt, touw, … (om terrein te visualiseren) o Geschiedenis van mensenrechten Opdracht 3 o Pictogrammen kinderrechten o Briefjes met Kinderrechten Opdracht 4 o Een bal o Bladen gekleurde etiketten van 2 verschillende kleuren (telkens voor de helft van het totaal aantal spelers) Opdracht 5 o Twee ballen ‘Leefwereld’-opdrachten Opdracht 1 o Materiaal voor handicaps (sjaal, blinddoek, touw, …) Opdracht 2 o Geen Opdracht 3 o Blinddoeken (aantal spelers – 2) Opdracht 4 o Geen Opdracht 5 o Krijt of touw (om een lijn aan te brengen)
Recht door de wereld 61
Deel 2 Algemeen Spelbord: een wereldkaart (eventueel een A4 kopie voor elk groepje) Legende (eventueel een A4 kopie voor elk groepje) Spelregels om naast spelbord te hangen (eventueel een A4 kopie voor elk groepje) Symbolen, voor elk groepje een blad Missies om mee te geven aan spelers Eindopdracht (voor elk groepje) Scharen Lijm Stiften en/of alcoholstiften Tijdschriften Groot papier ‘Azië en Australië’-missies Missie 1 o Pen en papier Missie 2 o Pen en papier Missie 3 o Pen en papier o Springtouw Missie 4 o Krijt ‘Afrika’-missies Missie 1 o Geen (eventueel een fluitje) Missie 2 o Bal o Krijt Missie 3 o Binddoek o Een artikel, evenwel in stukjes geknipt o Een schaar o Materiaal voor het parcours (stoel; fietsband, kleren, touwen, hoepels, banken,...) Missie 4 o Papier o Schrijf- en tekengerief
Recht door de wereld 62
‘Midden-Oosten’-missies Missie 1 o Pen en papier Missie 2 o Ballen o Materiaal om goals af te bakenen Missie 3 o Drie voorwerpen o Touw of krijt (om de grens mee af te bakenen) Missie 4 o Pen en papier ‘Europa’-missies Missie 1 o Pen en papier Missie 2 o De verschillende prentjes o De doorsnede van de woning Missie 3 o Pen en papier Missie 4 o Blinddoeken ‘Amerika’-missies Missie 1 o Pen en papier Missie 2 o Water o Een beker Missie 3 o Geen Missie 4 o Krijt of touw o Steentjes
Recht door de wereld 63
Bijlage: Opdrachten voor in de grabbelton Deel 1 Uit te knippen en per thema in een ‘grabbelton’ te steken.
‘Mensenrechten’-opdracht 1 Doe-opdracht: ‘hints’
‘Mensenrechten’-opdracht 2 Doe-opdracht: ‘4 vakken-spel’
‘Organisaties’-opdracht 2 Doe-opdracht: ‘Kinderrechtswinkel’
‘Organisaties’-opdracht 3 Doe-opdracht: ‘wereldspreidingsspel’
‘Mensenrechten’-opdracht 3 Doe-opdracht: ‘dood of levend’ ‘Organisaties’-opdracht 4 Stellingen: ‘Verkeerd Geparkeerd’ ‘Mensenrechten’-opdracht 4 Doe-opdracht: ‘dassenroof’ ‘Organisaties’-opdracht 5 ‘MAGDA?’ Stellingen ‘Mensenrechten’-opdracht 5 Doe-opdracht: ‘schoenendomino’ ‘Verdragen’-opdracht 1 Doe-opdracht: ‘mensenrechten en data’ ‘Organisaties’-opdracht 1 Doe-opdracht: ‘uitbrekerke’ ‘Verdragen’-opdracht 2 Doe-opdracht: ‘quiz’ Recht door de wereld 64
‘Verdragen’-opdracht 3 Doe-opdracht: ‘pictogrammenhoop’
‘Verdragen’-opdracht 4 Doe-opdracht: ‘pak de bal’
‘Verdragen’-opdracht 5 Doe-opdracht: ‘inhaalbal’
‘Leefwereld’-opdracht 1 Doe-opdracht: ‘doorgeven’
‘Leefwereld’-opdracht 2 Stelling/Vraag: ‘de liefdesbrief’
‘Leefwereld’-opdracht 3 Doe-opdracht: ‘levende standbeelden’
‘Leefwereld’-opdracht 4 Stelling/Vraag: ‘zelf geven van voorbeelden’
‘Leefwereld’-opdracht 5 Stelling/Vraag: ‘huiswerk’
Recht door de wereld 65
Bijlage: Spelbord Deel 1 Het is aan te raden om deze pagina na het printen op een kopieerapparaat verder uit te vergroten naar het formaat A3. Vervolgens dit A3formaat in twee te knippen en beide delen terug te vergroten naar A3-formaat. Beide vergrootte delen moeten tenslotte bij elkaar gevoegd worden door ze b.v. samen te kleven. Dit verhoogt het visuele aspect voor de spelers.
Recht door de wereld 66
Bijlage: Sterrenraster spelbord Deel 1
Totaal aantal sterren: ……………………………
Recht door de wereld 67
Bijlage: Legende aantal sterren 0 – 6: nog veel werk aan de winkel! Lang niet alle opdrachten zijn vervuld. Rechtvaardigheid is blijkbaar niet jullie ding. Een tikkeltje egoïsme en egocentrisme doordringt misschien jullie levenswijze. Nog een geluk dat de reis voor de missies al geboekt is en we jullie toch op pad mogen sturen. We zullen de wereldbevolking met rooksignalen, totempalen en het world wide web waarschuwen voor het zootje minder bekwame mensenrechtenactivisten dat op komst is. Al bij al zijn jullie er wel in geslaagd om een tweetal opdrachten uit te voeren. Jullie hebben dus een beperkt zicht op wat mensenrechten inhouden. Het zal een heel moeilijke strijd worden, maar hopelijk leren jullie op missie nog wat bij, en worden jullie bekeerd tot een rechtvaardiger levenswijze. Jullie hebben nog veel te leren, maar toch geloven we dat jullie zullen slagen in het tweede deel. Veel succes in deel 2 van het grote mensenrechtenspel.
7 – 15: Op de goed weg! Jullie zijn op de goede weg om rechtvaardige wereldburgers te worden. We mogen gelukkig zijn dat de toekomst in jullie handen ligt, maar de toekomst zal ook nog veel werk aan jullie hebben. Jullie zullen nog bijscholing nodig hebben! Niet getreurd: jullie hebben toch al een aantal belangrijke zaken omtrent mensenrechten gezien. Dit zou voldoende moeten zijn om nu de wijde wereld in te trekken. Jullie zullen zeker en vast een bijdrage leveren aan een betere wereld. Veel succes in deel 2 van het grote mensenrechtenspel!
16 – 30: Prima! Jullie zijn prima: het doel van het spel werd bereikt. We kunnen jullie met een gerust hart op pad sturen. We vertrouwen de toekomst graag aan jullie toe. De strijd tegen de schendingen van de mensenrechten blijft een harde, bittere strijd vol vallen en opstaan. Maar dankzij jullie prachtige prestatie die getuigt van moed, doorzettingsvermogen en een open geest tijdens deze zware opleiding, durven we jullie deze levensbelangrijke taak toe te vertrouwen. We zijn ervan overtuigd dat jullie deze zware levenstaak tot een goed einde zullen brengen. World, be aware: de mensenrechtenactivisten zijn op komst!
31 – 44: Super! Het doel is bereikt: jullie hebben de nodige basiskennis, oh nee, jullie hebben gewoon alle kennis om aan het grote werk te beginnen. We hebben er het volste vertrouwen in dat jullie dit perfect gaan doen. Op naar de Nobelprijs voor de Vrede! Moesten jullie de wereld kunnen leiden, de wereld zou er goed uitzien en iedereen zou gelukkig zijn. Jullie zijn de moderne supermannen en supervrouwen. Als jullie het niet kunnen, wie dan wel? Ga en vermenigvuldig u!
Recht door de wereld 68
Bijlage: Overzicht van de rechten van de UVRM 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
Het recht op vrijheid en gelijkheid voor iedereen Het recht niet gediscrimineerd te worden Het recht op leven, in veiligheid en vrijheid Het recht op “geen slavernij of slavenhandel” Het recht niet gefolterd te worden Het recht op door de wet erkend te worden Het recht op gelijke bescherming door de wet Het recht op hulp van een rechter bij overtreding van mensenrechten Het recht op niet willekeurig in de gevangenis gestopt te worden Het recht op een openbaar en eerlijk proces Het recht op als onschuldig beschouwd te worden tot de schuld bewezen is Het recht op bescherming van de privacy Het recht op vrijheid van verplaatsing Het recht op asiel in een ander land als iemand gevaar loopt Het recht op een nationaliteit Het recht op trouwen en een gezin te stichten Het recht op eigendom Het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst Het recht op vrijheid van meningsuiting Het recht op vrijheid van vereniging en vergadering Het recht op deelname aan de politiek Het recht op sociale zekerheid Het recht op arbeid, een eerlijk loon en lid mogen zijn van een vakbond Het recht op rust en vrije tijd Het recht op onderdak, voedsel, kledij, medische verzorging Het recht op onderwijs Het recht op genieten van kunst en wetenschap Het recht op een organisatie van de wereld die ieder van alle rechten laat genieten De plicht om voor de rechten van anderen zorg te dragen Het recht op bescherming tegen misbruik van rechten om mensenrechten te vernietigen
Voor de volledige tekst van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zie p. 98.
Recht door de wereld 69
Bijlage: Trefwoorden i.v.m. Kinderrechtswinkel Deel 1, ‘Organisaties’-opdracht 2 Om dit spel vlotter te laten verlopen, kan men aan iedereen een kaartje geven met daarop het begrip dat zij gedurende het spel vertegenwoordigen; dit mogen ze aan niemand tonen. Aan de persoon in het midden kan een lijst worden gegeven met alle woorden. Deze lijst dient dus 1 keer gekopieerd te worden.
informatie
Kinderrechtenkoffer
website
advies
workshops
5-daagse
gratis
folder
video’s
anoniem
advocaten
lespakketten
minderjarigen
van 14u tot 17u
respect
Brugge
woensdag
kinderrechten
vorming
affiches
wandeling
Gent
speurtocht
postkaarten
jeugdrecht
Recht door de wereld 70
Bijlage: Achtergrondinformatie Kinderrechtswinkel De Kinderrechtswinkel is een rechtsbeschermingsinitiatief dat ontstond uit de wil een tweevoudige nood te lenigen. Die nood bestond enerzijds uit het feit dat minderjarigen onvoldoende kennis hadden over hun rechten en plichten. Anderzijds was er de rechtsbijstand aan jongeren die mank liep. Concreet kwam de eerste Vlaamse Kinderrechtswinkel in 1987 tot stand in samenwerking met het Jac (Jongerenadvies Centrum) te Brugge. Momenteel zijn er twee kinderrechtswinkels: een in Brugge en een in Gent. De werking van Kinderrechtswinkels vzw vertrekt primair vanuit de jongere. De Kinderrechtswinkel wil de behoeften en noden van minderjarigen zo goed mogelijk invullen. Haar werking is gebaseerd op volgende doelstellingen: Minderjarigen krijgen juridisch advies over hun concrete rechtspositie, Minderjarigen zijn voldoende geïnformeerd over kinderrechten, Minderjarigen genieten efficiënte rechtsbijstand in alle procedures waarbij ze betrokken zijn, De samenleving respecteert de rechten van minderjarigen. De doelgroep van de Kinderrechtswinkel wordt gevormd door kinderen, volwassenen, diensten en organisaties. Voor kinderen is het tenslotte niet altijd evident om een dienst zoals de Kinderrechtswinkel te contacteren, ook al is de dienstverlening gratis en wordt de anonimiteit van de cliënt gegarandeerd. Door ook toegankelijk te zijn voor intermediairen vergroot de Kinderrechtswinkel indirect haar bereik. De doelstellingen van de Kinderrechtswinkel worden gerealiseerd door individuele info- en adviesverlening, collectieve informatieverstrekking, effectieve rechtsbijstand en maatschappelijke actie: De Kinderrechtswinkels organiseren op woensdagnamiddag van 14u tot 17u permanenties. Op deze momenten kunnen kinderen terecht bij de medewerkers van de Kinderrechtswinkels met al hun vragen en problemen. Alle hulp die de Kinderrechtswinkels bieden is anoniem en gratis. Ook volwassenen kunnen, ten behoeve van kinderen, vragen stellen en problemen voorleggen aan de kinderrechtswinkel. De medewerkers van de Kinderrechtswinkels geven vormingen, zowel aan kinderen zelf als aan voor hen relevante personen of intermediairen. De Kinderrechtswinkels bieden ook workshops aan. Deze workshops gaan vaak dieper in op een bepaald recht of een bepaald thema. De Kinderrechtswinkels stellen didactisch materiaal rond kinderrechten ter beschikking van jeugdwerkers, leerkrachten, … De Kinderrechtswinkels bieden hulp aan minderjarigen die behoefte hebben aan rechtsbijstand. Ze hebben hiervoor contact met juristen en advocaten. De vrijwilligers van de Kinderrechtswinkel kunnen steeds bij deze advocaten terecht voor juridische informatie. Bovendien zijn deze advocaten ook bereid de minderjarigen bij te staan in allerlei gerechtelijke procedures. Vrij naar de brochure ‘kinderrechtswinkel’. Voor meer informatie: www.kinderrechtswinkel.be
Recht door de wereld 71
Bijlage: ‘MAGDA?’ stellingen Deel 1, ‘Organisaties’-opdracht 5
Voor Biologie zitten wij samen met een andere klas. Die klas krijgt synthesevragen voor het examen en wij niet: Magda? Ja, ‘da mag!’ Synthesevragen geven ter voorbereiding van een examen is niet verplicht. Er bestaat eigenlijk geen enkele regel over. Daaruit moet dus worden afgeleid dat een leerkracht niet kan verplicht worden om aan alle leerlingen dergelijke vragen te geven. Dat een leerkracht één klas (of eigenlijk een halve klas) op die manier voorbereidt en de andere (helft) niet is misschien wel discriminerend maar niet verboden. Spreek de leerkracht aan, misschien zijn er goede argumenten om op een dergelijke manier te werken, maar hij/zij moet ze dan wel kunnen verduidelijken. Is het antwoord onbevredigend, dan kan je de zaak (eventueel via de leerlingenraad) aankaarten bij de directie of de graadcoördinator. Maar nogmaals, een wettelijke poot om op te staan heb je niet… . Een leraar die les geeft als de rest staakt: Magda? Ja, ‘da mag!’ Een staking van één of meerdere leerkrachten kan/mag geen effect hebben op de andere leerkrachten en maakt ook geen einde aan de schoolplicht. Met andere woorden: leerkrachten die niet staken hebben wel degelijk het recht om les te geven en de gegeven leerstof als behandeld te beschouwen. Leerlingen die niet opdagen, zijn strikt wettelijk gezien ‘onwettig’ afwezig. Dat wat betreft het strikt wettelijke of reglementaire. Want het is natuurlijk wel zo dat nagenoeg geen enkele school op stakingsdagen afwezigheden registreert (en dus als ‘onwettig’ beschouwt). Vele scholen geven trouwens de ouders en de leerlingen een ‘stille wenk’ door een brief mee te geven dat ‘het normale verloop van de lessen niet gegarandeerd kan worden’. Bovendien kan een leerkracht een les moeilijk als ‘gegeven’ beschouwen, wanneer er geen of nauwelijks leerlingen aanwezig waren… Het is dus belangrijk om vooraf goed in te schatten hoeveel leerkrachten er niet staken en hoeveel klasgenoten er niet zullen komen opdagen. Een school die mijn inschrijving weigert: Magda? Nee, ‘da mag niet!’ Een school kan slechts om 4 redenen een inschrijving van een leerling weigeren: Omdat de leerling niet aan de toelatingsvoorwaarden voldoet. Wie niet geslaagd was in het derde jaar, kan zich uiteraard niet inschrijven in het vierde. Omdat er teveel inschrijvingen zijn en er te weinig plaats is om dat teveel te huisvesten. Wie eerst ingeschreven was, krijgt dan voorrang op de latere inschrijvingen. Om tuchtredenen, maar dan enkel indien dit gestaafd is door een tuchtdossier. Enkel de school waar de feiten werden gepleegd kan een herinschrijving weigeren. Het is een school ten strengste verboden een andere school in te lichten over het tuchtverleden van een bepaalde leerling (wat echter dikwijls gebeurt). Omdat de kandidaat-leerling weigert het schoolreglement te ondertekenen. Dit kan echter enkel in het vrij onderwijs waar het schoolreglement eigenlijk een contract is. Toch merken wij dat deze regels met de voeten worden getreden. Indien een leerling vermoedt dat hij/zij om racistische redenen wordt geweigerd, dan kan deze klacht indienen bij de BEOBEMI (de beoordelings- en bemiddelingscommissie, telefoon: 02/219.42.99.)
Recht door de wereld 72
Een deliberatiebeslissing aanvechten: Magda? Ja, ‘da mag!’ Ben je het als leerling niet eens met de beslissing van de delibererende klassenraad (je hebt een B-attest of een C-attest gekregen en je vindt dat onterecht), dan kan je die beslissing uiteraard ook officieel aanvechten. Het schoolreglement moet duidelijk uitleggen hoe je ‘beroep’ kan aantekenen tegen een deliberatiebeslissing. Haal je na de voorziene interne procedure nog geen gelijk, dan kan je nog steeds proberen je gelijk voor de rechtbank te halen. Onze schoolkrant censureren: Magda? ‘Da mag soms!' Alles hangt er van af wie als uitgever van het blad geldt. Zijn het de leerlingen zelf die de hele zaak uitgeven (schrijven én betalen) dan kan de school enkel de verkoop (of verspreiding) op school verbieden. Als de school de zaak uitgeeft (drukt, betaalt, mee samenstelt) dan zou de school wel mee kunnen praten over de inhoud. Maar zelfs dan is er nog zoiets als het recht op vrije meningsuiting dat zowel in het Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens* als in het Verdrag inzake de Rechten van het Kind*, staat.
Recht door de wereld 73
Bijlage: Verhaal ‘mensenrechten en data’ Deel 1, ‘Verdragen’-opdracht 1 en ‘Verdragen’-opdracht 2 Eerst vertellen we kort de echte geschiedenis. Dan pas wordt er gespeeld met het fictieve verhaal. Geschiedenis Er was eens een tijd dat er nog geen Universele mensenrechten bestonden. Als men opkwam voor gelijkheid was dit niet voor alle mensen. De Romeinen hadden bijvoorbeeld een systeem van burgerrechten. Deze rechten voor een gelijke behandeling waren alleen voor Romeinse burgers. Dus niet voor alle andere volkeren die onderworpen waren aan de Romeinse heerschappij, en ook niet voor de talrijke slaven. Met de Franse Revolutie kwam er in 1789 de ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger’ op papier. Deze tekst heeft in de loop van de geschiedenis een grote invloed gehad. Vele mensen hadden ook kritiek op deze tekst: in de praktijk was hij er enkel voor de bourgeoisie, en dus niet voor iedereen. Ook werd er meer aandacht gevraagd voor economische, sociale en culturele rechten*. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1945, besloten verschillende landen om er samen voor te zorgen dat de gruweldaden uit de Tweede Wereldoorlog nooit meer zouden terug komen. Deze landen vormden de Organisatie van de Verenigde Naties, of anders gezegd, de UNO. Ze stelden de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op. Die Verklaring werd op 10 december 1948 ondertekend, op de vergadering van de Verenigde Naties. Er werden burgerlijke en politieke, sociaal-economische en culturele en collectieve rechten* opgenomen. In 1950 ondertekende De Raad van Europa het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Sinds 1955 is dit verdrag in België van kracht. Dit verdrag is afdwingbaar, wat wil zeggen dat de mensenrechten die er in opgenomen zijn langs juridische weg afgedwongen kunnen worden. Vrij naar ‘Mensenrechten en educatie’, Amnesty International Vlaanderen. Tekst spel ‘Mensenrechten en data’ De afleiders staan onderlijnd gedrukt zodat je als spelleider spanning kan creëren. Het is dus niet de bedoeling dat de jongeren bij die woorden beginnen te lopen. Ze moeten alleen lopen bij de woorden in het vet. Er wordt alleen gelopen bij jaargetallen ( 1950) en het woordje mensenrechten. de
Het volgende verhaal speelde zich af in de 19 eeuw, meerbepaald in 1856. Tijdens de industriële revolutie leefde Wannes met z’n twee broers samen in een arbeiderswijk in Gent. Hij werkte in een textielfabriek, die later de naam kreeg ‘katoennatie mensenrechten’ waar ook zijn vader sinds 1820 werkte. Z’n jongste broer die acht jaar was, moest het weefgetouw goed steken iedere keer de machine blokkeerde. De mensenrechten waren toen nog niet wat ze nu zijn. Omdat de veiligheid toen van miniem belang was voor de werkgevers, vielen er vaak slachtoffers op de werkplaatsen. Maar dat was niet erg, want rond 1850 waren er toch genoeg arbeiders, zo redeneerden de werkgevers. Van mensenrechten was geen sprake. Mensen…wat?, vroeg Wannes, ‘mensenrechten’, antwoordde zijn broer. de Op een dag, de 19 van de maand mei, had Wannes een boek gekregen van z’n oom over de Franse Revolutie, ste die plaatsvond in 1789. Wannes die op z’n 20 de enige in de familie was die kon lezen, verslond het boek over de ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger’. Voor de eerste keer in z’n leven hoorde hij het woordje ‘mensenrechten’. Het was 19 mei 1856, een dag die z’n leven zou veranderen, terwijl hij in 1855 nog dacht dat hij zou sterven zoals zijn vader in 1854. Hij begon na te denken over de mensonwaardige arbeid die hij en z’n broers moesten verrichten in de fabriek. In het café, ‘de minnende mensenrechter’, vertelde hij aan al wie het horen wilde dat in de fabriek de mensenrechten werden geschonden. Een aantal mannen en vrouwen spoorden hem aan pamfletten uit te delen om z’n boodschap te verspreiden. Zo’n 2000-tal pamfletten werden gemaakt en verdeeld onder de Gentse bevolking. Omdat de meerderheid analfabeet was rond 1850 vertelden degene die wel konden lezen de boodschap van Wannes door: het was een boodschap waarin de wantoestanden in de fabrieken werden Recht door de wereld 74
aangeklaagd, waarin er op gewezen werd dat ook kinderen mensen zijn en dus mensenrechten hebben, waarin stond dat de productie in de fabrieken belangrijker is dan de veiligheid, … Zo werd Wannes bekend als strijder voor de mensenrechten. Een paar jaar later, op een mooie zomerdag in 1859 leerde hij Marie kennen die net als hem vocht tegen de schendingen van de rechten van de arbeiders en die haar leven waagde om overal mensenrechten te verkondigen. Vanaf die dag -we schrijven 16 juli 1859- vochten ze samen, hand in hand… Nu, in 2002, zijn er nog steeds mensen die hun hele leven strijden tegen schendingen van de mensenrechten…..
Recht door de wereld 75
Bijlage: Pictogrammen kinderrechten Deel 1, ‘Verdragen’-opdracht 3
Recht door de wereld 76
Recht door de wereld 77
Recht door de wereld 78
Recht door de wereld 79
Bijlage: Briefjes Kinderrechten
Elk kind heeft recht op een eigen mening en op inspraak
Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak
Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak
Elk kind heeft recht om samen te komen met anderen
Recht door de wereld 80
Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming
Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie
Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd
Elk kind heeft recht op zorg
Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit
Recht door de wereld 81
Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling
Elk kind heeft recht om bij de eigen familie te zijn
Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap
Elk kind heeft recht op een privé-leven
Elk kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting Recht door de wereld 82
Elk kind heeft recht op bescherming tegen onwettige opsluiting
Elk kind heeft recht op bescherming tegen oorlog
Recht door de wereld 83
Bijlage: Oplossing pictogrammen
Elk kind heeft recht op bescherming tegen onwettige opsluiting
Elk kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting
Elk kind heeft recht op een eigen mening en op inspraak
Elk kind heeft recht om bij de eigen familie te zijn
Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling
Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit
Elk kind heeft recht op een privéleven
Elk kind heeft recht om samen te komen met anderen
Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie
Recht door de wereld 84
Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd
Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap
Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak
Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming
Elk kind heeft recht op zorg
Elk kind heeft recht op een eigen geloof en cultuur
Recht door de wereld 85
Bijlage: Informatie over kinderrechten Deel 1, ‘Verdragen’-opdracht 3 1. Elk kind heeft recht op een eigen mening en op inspraak (1) (art. 12, art.13, art. 14) Elk kind heeft het recht om zijn mening te zeggen. Volwassenen moeten ook rekening houden met de mening van kinderen. Ook heeft het kind recht op alle informatie dat het nodig heeft om een mening te vormen. Elk kind mag zijn eigen ideeën hebben over de wereld en de mens en voor een godsdienst of een geloof kiezen. Natuurlijk is de hulp van ouders hierbij vaak nodig. 2. Elk kind heeft recht op een eigen geloof en cultuur (art. 17, art. 30) Elk kind heeft het recht om iets te weten te komen over zijn cultuur en zijn godsdienst. Het kind moet daarom de juiste informatie kunnen vinden op TV, in tijdschriften, op de radio, in kinderboeken,… Ook heeft elk kind het recht om mensen te ontmoeten met dezelfde cultuur of godsdienst en mag het zijn eigen culturele gewoontes hebben en zijn eigen taal spreken. 3. Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak (art. 27, art. 26) Voedsel, water, kleding en onderdak: elk kind heeft dit nodig om goed te kunnen opgroeien. Ouders moeten proberen hiervoor te zorgen. Als dat niet lukt, omdat ze bijvoorbeeld niet genoeg geld hebben, moet de staat een handje toesteken. 4. Elk kind heeft het recht om samen te komen met anderen (art. 15,) Kinderen hebben het recht om elkaar te ontmoeten, om bij elkaar te zijn, zich bij een vereniging aan te sluiten en zelfs een clubje of een vereniging op te richten. Ze moeten hierbij wel rekening houden met de wet en met de rechten van anderen. 5. Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming (art. 19, art. 20, art. 22, art. 25, art. 33, art. 34, art. 35) Elk kind heeft het recht om op te groeien in een veilige omgeving. Daarom moeten volwassenen en de staat kinderen beschermen tegen mishandeling en seksuele uitbuiting, tegen ontvoering, handel en verkoop van kinderen, tegen het gebruik en de verkoop van drugs,… De staat moet ook kinderen beschermen die geen gezin meer hebben en zorgen voor een veilige omgeving. 6. Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie (art. 5, art. 6(2), art. 17, art. 18, art. 28, art. 29, art. 40) Elk kind heeft recht op een goede opvoeding. Normaal gezien zijn de ouders (en/of andere familie) daar verantwoordelijk voor. Als ouders niet alleen voor de opvoeding van hun kind kunnen zorgen, hebben ze recht op hulp van de staat of op opvang. Naast een goede opvoeding is iets bijleren ook belangrijk. Daarom moet ieder kind het recht en zelfs de plicht hebben om naar school te gaan.
Recht door de wereld 86
7. Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd (art. 31) Elk kind moet het recht hebben om te rusten of zich met leuke dingen bezig te houden zoals spelen, sporten, tekenen of schilderen, dansen, muziek, toneel, … 8. Elk kind heeft recht op zorg (art.3, art. 18, art. 19, , art. 24, art. 27) Liefde en verzorging moeten kinderen in de eerste plaats van hun ouders krijgen. Als de ouders niet voor hun kinderen kunnen (of willen) zorgen, moet het kind in een ander gezin of in een instelling opgevangen worden. Ook hebben kinderen recht op een goede medische verzorging als ze ziek zijn. Kinderen die iets ergs hebben meegemaakt moeten extra verzorging en aandacht krijgen. 9. Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit (art. 7, art. 8) Als een kind geboren wordt, heeft het recht op een naam en een nationaliteit, zodat het in een land kan blijven wonen. De staat moet er ook voor zorgen dat een kind zijn naam, nationaliteit en woonplaats kan behouden. 10. Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling (art. 2) Elk kind moet op dezelfde manier behandeld worden. De kinderrechten zijn dan ook van toepassing op elk kind. De staat moet er op toezien dat elk kind behandeld wordt volgens de kinderrechten en dat geen kinderen gediscrimineerd worden. 11. Elk kind heeft het recht om bij de eigen familie te zijn (art. 5, art. 9, art. 10) Elk kind heeft het recht om met zijn ouders of andere familieleden samen te leven. Kinderen mogen dus niet bij de ouders weggehaald worden tegen hun wil, tenzij dat voor het kind beter zou zijn. Ook wanneer ouders gescheiden zijn heeft het kind het recht om contact met beide ouders te hebben. Kinderen mogen bovendien elk land in en uit als dat nodig is om bij ouders of familie te zijn. 12. Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap (art. 3, art. 23) Elk kind met een handicap heeft recht op een zo goed mogelijk leven. Daarom moeten deze kinderen de juiste verzorging krijgen, eventueel naar een speciale school gaan en de juiste hulp krijgen. Gehandicapte kinderen moeten op deze manier toch zoveel mogelijk zelfstandig leren worden en leren deelnemen aan de samenleving. 13. Elk kind heeft recht op een privé-leven (art. 16) Elk kind heeft het recht om bepaalde dingen voor zichzelf te houden waarmee niemand zich zonder goede redenen mag bemoeien. Andere mensen mogen zich bijvoorbeeld niet zomaar bemoeien met het gezin. De brieven van een kind mogen niet zomaar gelezen worden, ook niet door de ouders. Bovendien heeft niemand het recht om ‘roddels’ over een kind te vertellen.
Recht door de wereld 87
14. Elk kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting (art.32, art. 36) Elk kind heeft recht om vanaf een bepaalde leeftijd te werken. Kinderen die werken moeten wel beschermd worden tegen uitbuiting. Er mag niet geprofiteerd worden van werkende kinderen, kinderen mogen geen gevaarlijk of ongezond werk doen, kinderen mogen ook geen werk doen waar ze nog te jong voor zijn,… Kortom, er moeten allerlei regels zijn die kinderen beschermen als ze gaan werken. 15. Elk kind heeft recht op bescherming tegen onwettige opsluiting (art. 11, art. 37) Niemand mag een kind op een onwettige of willekeurige wijze beroven van zijn vrijheid. Wanneer een kind toch gevangen genomen wordt, mag dat alleen volgens de wet. Een kind mag bovendien alleen opgesloten worden als er geen andere oplossing is. Ook moet de staat ervoor zorgen dat kinderen niet ontvoerd worden, ook niet door één van de ouders. 16. Elk kind heeft recht op bescherming tegen oorlog (art. 38, art. 39) Staten moeten ervoor zorgen dat er geen kinderen in een leger vechten of direct betrokken worden bij een oorlog. Kinderen die in een oorlog terechtkomen, moeten beschermd worden. Ook moeten kinderen die slachtoffer geworden zijn van een oorlog, van geweld of mishandeling op de juiste manier opgevangen worden zodat ze daarna misschien toch nog een normaal leven kunnen leiden. 17. Elk kind heeft recht op bescherming bij adoptie (art. 21) Staten die adoptie erkennen of toestaan, moeten ervoor zorgen dat het belang van het kind hier altijd de belangrijkste overweging is. Ook het belang van andere kinderen in het gezin van de kandidaat adoptieouders moeten in overweging genomen worden. Interlandelijke adoptie is enkel toegestaan als er geen andere mogelijkheid is. Bij interlandelijke adoptie moet de staat verzekeren dat er gelijkwaardige waarborgen en normen gelden als bij adoptie in eigen land. Ook moet de staat alle nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat de betrokkenen van interlandelijke adoptie ongepaste financiële voordelen genieten. (1)
In het vet zijn de artikels uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind aangeduid die in de eerste plaats betrekking hebben op dit onderwerp. In een gewoon lettertype staan andere artikels die hierbij aanvullend zijn.
1. Elk kind heeft recht op een eigen mening en op inspraak 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Elk kind heeft recht op een eigen geloof en cultuur Elk kind heeft recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak Elk kind heeft recht om samen te komen met anderen Elk kind heeft recht op veiligheid en bescherming Elk kind heeft recht op onderwijs en informatie Elk kind heeft recht op spel en vrije tijd Elk kind heeft recht op zorg Elk kind heeft recht op een naam en een nationaliteit Elk kind heeft recht op een gelijke behandeling Elk kind heeft recht om bij de eigen familie te zijn Elk kind heeft recht op aangepaste verzorging bij ziekte of handicap Elk kind heeft recht op een privé-leven Elk kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting Elk kind heeft recht op bescherming tegen onwettige opsluiting Elk kind heeft recht op bescherming tegen oorlog
17. Elk kind heeft recht op bescherming bij adoptie
Recht door de wereld 88
Bijlage: Verdeelspelletjes Deel 2, Inleiding De manier waarop de groep verdeeld wordt, kan ook door de spelleider zelf gekozen worden. We geven hier enkele ideeën om de groep in subgroepjes te verdelen: Elke speler doet één schoen uit. De schoenen van de spelers worden op een hoop gelegd. De spelbegeleider verdeelt de schoenen (en dus ook de spelers) in een x-aantal groepen Iedere speler krijgt een briefje met een land of een nationaliteit op. Vervolgens moeten alle landen per continent gaan staan. Eén minuut: de spelers gaan met gesloten ogen op de grond zitten. Op het startsein van de begeleider moeten ze in gedachten één minuut blijven zitten. Wanneer ze denken dat de minuut voorbij is, staan de spelers recht. De begeleider geeft aan de eerste vijf die rechtstaan het cijfer één en zij vormen de eerste groep. De volgende vijf krijgen het cijfer twee en vormen groep twee, enz…
Recht door de wereld 89
Bijlage: Wereldkaart voor missiespel Deel 2 Het is aan te raden om deze pagina na het printen verder uit te vergroten op een kopieerapparaat naar het formaat van A3. Vervolgens dit A3-formaat in twee te knippen en beide delen terug te vergroten naar A3-formaat. Beide vergrootte delen moeten tenslotte bij elkaar gevoegd worden door ze b.v. samen te kleven. Dit verhoogt het visuele aspect voor de deelnemers.
Recht door de wereld 90
Symbolen voor op wereldkaart Deel 2
Recht door de wereld 91
Bijlage: Legende wereldkaart Deel 2
Azië - Australië
Europa
Midden Oosten
Afrika
Amerika
China Cambodja Zuid-Korea Australië
Strijd tegen onderdrukking van internetgebruikers Strijd tegen arrestatie* en terugsturen van vluchtelingen Strijd tegen het niet uitbetalen van lonen aan arbeiders Strijd voor behoud van de cultuur van de Aboriginals
Hongarije België Griekenland Spanje
Strijd tegen het bestaan van straatkinderen Strijd tegen huisjesmelkerij Strijd tegen discriminatie van homoseksuelen Strijd tegen gesloten grenzen
Irak Strijd tegen het bestaan van gewetensgevangenen Saoedi-Arabië Gelijke kansen voor vrouwen op onderwijs Israël Strijd tegen discriminatie op basis van godsdienst en tegen discriminatie Afghanistan Strijd tegen marteling van gevangenen
Oeganda Rwanda Soedan Ethiopië
Verenigde Staten Peru Colombia El Salvador
Strijd tegen het bestaan van kindsoldaten Strijd tegen volkerenmoord Strijd voor vrije meningsuiting Strijd tegen honger
Strijd tegen de doodstraf Strijd tegen onzuiver water Strijd tegen armoede bij vrouwen Strijd tegen landmijnen
Recht door de wereld 92
Bijlage: Spelregels missiespel Deel 2
1.
De wereld is ingedeeld in vijf delen. Per deel van de wereld zijn er vier missies. Je kiest een missie in het deel van de wereld waar je belandt.
2.
Je gaat naar de spelbegeleider en je krijgt van hem/haar een opdracht.
3.
Haal het nodige materiaal in de materiaalpost.
4.
Je gaat op het terrein naar dat deel van de wereld en voert de opdracht uit. De spelbegeleider zal de nodige uitleg geven en een oogje in het zeil houden wanneer jullie de opdracht uitvoeren.
5.
Na de uitvoering van de opdracht, ga je deze tonen aan de spelbegeleider en ga je terug naar het platform. Wanneer de opdracht/missie is volbracht: Je krijgt van de spelbegeleider een symbool dat je kleurt in de kleur van het werelddeel. Je kleeft dit symbool op de kaart in het land waar je een missie hebt uitgevoerd.
6.
Je gaat naar het volgende deel in de wereld (volg de pijl) en kiest een nieuwe missie.
Enzovoort…
Doel Elk subgroepje bezoekt elk deel van de wereld minstens één keer.
Recht door de wereld 93
Bijlage: Doorsnede van het huis Deel 2, ‘Europa’-missie 2
Recht door de wereld 94
Bijlage: Prentjes voor in het huis Deel 2, ‘Europa’-missie 2
Recht door de wereld 95
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich tegenover elkander in een geest van broederschap te gedragen. Artikel 2 1. Eenieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in die Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status. 2. Verder zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of internationale status van het land of gebied waartoe iemand behoort, onverschillig of het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat. Artikel 3 Eenieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Artikel 4 Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in elke vorm zijn verboden. Artikel 5 Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Artikel 6 Eenieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet. Artikel 7 Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen iedere achterstelling in strijd met die Verklaring en tegen iedere ophitsing tot een dergelijke achterstelling. Artikel 8 Eenieder heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale rechtelijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten* hem toegekend bij Grondwet of wet. Artikel 9 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie*, detentie of verbanning. Artikel 10 Eenieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie om zijn rechten en verplichtingen vast te stellen en om de gegrondheid te bepalen van een strafvervolging die tegen hem is ingesteld. Artikel 11 1. Eenieder, die ze voor een strafbaar feit vervolgen, heeft het recht dat ze hem als onschuldig beschouwen totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen nodig voor zijn verdediging zijn toegekend. 2. Niemand zal voor schuldig gehouden worden aan enig strafrechtelijk vergrijp op grond van enige handelingen of enig verzuim, welke naar nationaal of internationaal recht geen strafrechtelijk vergrijp betekenden op het tijdstip, waarop de handeling of het verzuim begaan werd. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die, welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Recht door de wereld 96
Artikel 12 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft Eenieder recht op bescherming door de wet. Artikel 13 1. Eenieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke Staat. 2. Eenieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren. Artikel 14 1. Eenieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging. 2. Op dit recht kan geen beroep gedaan worden in geval van strafvervolgingen wegens misdrijven van nietpolitieke aard of handelingen in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties. Artikel 15 1. Eenieder heeft het recht op een nationaliteit. 2. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen. Artikel 16 1. Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding er van. 2. Een huwelijk kan maar worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten. 3. Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat. Artikel 17 1. Eenieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen. 2. Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd. Artikel 18 Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften. Artikel 19 Eenieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. Artikel 20 1. Eenieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering. 2. Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren. Artikel 21 Recht door de wereld 97
1. Eenieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land, rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers. 2. Eenieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten tot de overheidsdiensten van zijn land. 3. De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering; die wil zal tot uiting komen in periodieke en eerlijke verkiezingen, die gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de vrijheid van stemmen verzekert. Artikel 22 Eenieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten*, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.
Recht door de wereld 98
Artikel 23 1. Eenieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. 2. Eenieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. 3. Eenieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld. 4. Eenieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen. Artikel 24 Eenieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en op periodieke vakanties met behoud van loon. Artikel 25 1. Eenieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder begrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. 2. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Artikel 26 1. Eenieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en beginonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en beroepsopleidingen zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor Eenieder, die daartoe de begaafdheid bezit. 2. Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen. 3. Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven. Artikel 27 1. Eenieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan. 2. Eenieder heeft recht op de bescherming van de geestelijke en materiële belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk letterkundig of artistiek werk, dat hij heeft voortgebracht. Artikel 28 Eenieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke en internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in die Verklaring genoemd, daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt. Artikel 29 1. Eenieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is. 2. In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder maar onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en Recht door de wereld 99
eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap. 3. Die rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties. Artikel 30 Geen bepaling in die Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daarin enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in die Verklaring genoemd, ten doel hebben.
Recht door de wereld 100
Bijlage: Verklarende woordenlijst1 Deze woordenlijst is alfabetisch geordend. Amnestie (= gratie) Kwijtschelding van schuld of straf verleend door de autoriteiten. In sommige strafstelsels betekent de gratie een kwijtschelding van schuld en straf, in andere alleen van de straf. Het VN Verdrag over Burgerlijke en Politieke rechten stelt dat ieder die ter dood is veroordeeld recht heeft op het vragen van gratie of omzetting van het vonnis in een andere straf. Algemene amnestieverlening volgt vaak op perioden van gewapend conflict en onderdrukking, als een middel tot verzoening. Organisaties als Amnesty International pleiten tegen elke vorm van amnestie die verhindert dat de waarheid boven komt en de verantwoordelijken voor ernstige schendingen van mensenrechten worden berecht. Amnesty International Amnesty International (AI) werd in 1961 opgericht door de Londense advocaat Peter Benenson. In 2001 had AI meer dan een miljoen leden en is daarmee veruit de grootste mensenrechtenorganisatie ter wereld. Er zijn bijna zestig nationale afdelingen. Sinds 1961 heeft AI meer dan 100.000 gevangenen geadopteerd of hun zaken onderzocht. Het internationale budget bestaat hoofdzakelijk uit bijdragen van de nationale afdelingen; daarnaast beschikken deze afdelingen over eigen fondsen. Amnesty International is een onafhankelijke en onpartijdige organisatie die de naleving van alle mensenrechten nastreeft. Zij doet onderzoek naar en voert actie tegen ernstige inbreuken op het recht op fysieke en mentale integriteit, het recht op vrijheid van geweten en meningsuiting en het recht niet te worden gediscrimineerd. AI heeft raadgevende bevoegdheid bij o.m. de VN. De actiemiddelen van AI zijn o.m.: adoptie van gewetensgevangenen; landenacties en thema-acties (bijv. tegen de doodstraf); spoedacties; lobbywerk bij regeringen en internationale organisaties. De Vlaamse tak van de Belgische afdeling telde in 2001 zo'n 20.000 leden en donateurs. In 1977 kreeg Amnesty International de Nobelprijs voor de vrede. Arrestatie Het aanhouden van een verdachte met (voorlopige) detentie als doel. Het VN Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke rechten verbiedt willekeurige arrestatie en detentie. Volgens dat verdrag moet de beklaagde meteen op de hoogte worden gebracht van de aard en de reden van de aanklacht. In westerse rechtsstelsels geldt arrestatie slechts als wettig indien ze door een bevoegde functionaris wordt uitgevoerd. Bij arrestatie mag 'noodzakelijk' geweld worden gebruikt en goederen mogen in beslag worden genomen wanneer die materieel bewijs zouden kunnen vormen. Asielzoekers Asielzoekers zijn degenen van wie nog niet is vastgesteld of zij vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag te duchten hebben; vluchtelingen zijn degenen van wie dat wel is vastgesteld. De termen worden echter veelal door elkaar gebruikt. 'Illegale asielzoekers' is in feite een innerlijke tegenspraak, want volgens internationaal recht heeft eenieder het recht asiel te vragen. Het aantal asielzoekers in West-Europa liep op van 13.000 in 1970 tot 456.002 in 1991; in 2000 was het aantal 342.000. De grootste groepen asielzoekers die in de jaren tachtig naar Europa kwamen waren afkomstig uit Iran, Turkije en Sri Lanka. In de jaren negentig kwamen ook grote aantallen uit (voormalig) Joegoslavië, Afghanistan en Irak. Er waren in België in 2000 bijna 43.000 asielaanvragen. Tussen 1991 en 2000 zijn in België 13579 asielzoekers als vluchteling erkend, wat neerkomt op een gemiddelde van 1358 per jaar. Collectieve rechten
1
Bronnen:www.amnesty.nl, www.kinderrechtswinkel.be, www.vsknet.be, www.antiracisme.be
Recht door de wereld 101
Rechten van de mens die van toepassing zijn op volken. Tot de collectieve rechten worden gerekend: zelfbeschikking, bevrijding van onderdrukking en kolonialisme, vrede en veiligheid, beheer over hulpbronnen en natuurlijke rijkdommen, ontwikkeling, milieu, bescherming van minderheden. Deze rechten zijn te onderscheiden van groepsrechten, zoals het recht op vereniging en vergadering, die tot de burgerlijke en politieke rechten worden gerekend. Of de collectieve rechten tot de mensenrechten kunnen worden gerekend, is omstreden; ze kunnen de rechten van het individu bedreigen wanneer ze de belangen van een volk of groep daar boven stellen. Culturele rechten Deze omvatten o.m. het recht op deelname aan het culturele leven en wetenschappelijke vooruitgang, en het auteursrecht. Ze zijn o.m. geformuleerd in het VN Verdrag van Burgerlijke en Politieke Rechten (1966) als verplichtende rechten. Andere rechten, zoals het onderhouden van internationale contacten in wetenschap en cultuur, staan in het VN Verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (1966) als nastrevenswaardige rechten genoemd. Een van de belangrijkste culturele rechten is het recht op een eigen taal. Dag van de rechten van de mens Tien december is de dag waarop in 1948 door de VN de Universele Verklaring werd aanvaard. Vooral sinds de jaren tachtig worden op deze datum wereldwijd manifestaties voor de mensenrechten georganiseerd. Dat de dag samenvalt met de jaarlijkse uitreiking van de Nobelprijs van de Vrede is toeval: ze is ook de sterfdatum van Alfred Nobel (1833-96). Dag van de vrouw Ook: internationale vrouwendag:. acht maart. De herkomst van de dag is onzeker, maar gaat waarschijnlijk terug op demonstraties, die op acht maart 1908 werden gehouden, in New York en Chicago, voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden van vrouwen. Aanvankelijk werd deze dag vooral in socialistische landen gevierd, tegenwoordig neemt de betekenis van de dag ook toe in westerse landen. Democratie Een bestuursvorm gebaseerd op zelfbestuur door individuele burgers. Grieken en Romeinen kenden een vorm van democratie, maar de moderne vorm kwam tot ontwikkeling in de overgang van middeleeuwen naar renaissance. Moderne democratieën vertonen nogal wat variatie. Zo is in de VS de macht van het staatshoofd (president) veel groter dan in de meeste Europese staten. In China en Noord-Korea bestaan 'volksdemocratieën' die feitelijk autoritaire communistische stelsels zijn. Vele ontwikkelingslanden vormen of vormden een 'één-partijdemocratie'. Vanaf 1990 hebben tientallen landen echter, vaak voor het eerst, een vorm van echte democratie ingevoerd. Democratie is een kernbegrip in de moderne mensenrechtenverdragen. De vrijheidsbepalingen van de mensenrechtenidee kunnen alleen verwezenlijkt worden in een vorm van democratie die vrijheid van meningsuiting, besluitvorming met behulp van openbare discussie, geheime verkiezingen en het toekennen van rechten aan minderheden garandeert. De manier waarop ons land georganiseerd wordt, is een voorbeeld van een ‘westerse democratie’. Discriminatie (Uit het Latijn: onderscheid)
Van oorsprong een begrip met een neutrale betekenis (zoals nog steeds in de psychologische functieleer), heeft de term de overheersende betekenis gekregen van negatieve onderscheiding en achterstelling. Het verbod op discriminatie is een van de kernbegrippen van de mensenrechten. Internationale verdragen veroordelen discriminatie op grond van o.m. geboorte, huidskleur, taal, ras, geloof, geslacht, sociale herkomst en status. In het internationaal recht heeft discriminatie vooral betrekking op uitingen van racisme en rassendiscriminatie, en op de achterstelling van vrouwen. Doodstraf Recht door de wereld 102
De doodstraf is, in juridische termen, een gerechtelijke executie. Van de doodstraf is sprake wanneer iemand van het leven wordt beroofd op grond van een vonnis dat is uitgesproken door een bevoegde rechter na een strafrechtelijk proces. De Universele Verklaring stelt: 'Een ieder heeft recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon', en: 'Niemand mag onderworpen worden aan enige wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.' De trend naar een wereldwijde afschaffing van de doodstraf is onmiskenbaar. De doodstraf wordt in Europa nog slechts in Wit-Rusland toegepast. In 2000 vond het overgrote deel van de executies plaats in zes landen: China (tweederde van het wereldtotaal), Verenigde Staten, Irak, Iran, Democratische Republiek Congo en Saoedi-Arabië. Economische rechten Deze zijn onderdeel van de sociaal-economische rechten, en samen met de culturele rechten opgenomen in o.m. het VN Verdrag voor Economische, Sociale, Culturele Rechten en in het Europees Sociaal Handvest. In bijna alle gevallen zijn deze rechten geformuleerd als doelstellingen die door de staten moeten nagestreefd worden, m.a.w. niet als absolute, afdwingbare rechten. Tot deze rechten behoren het recht op economische ontwikkeling en bescherming, werk en goede werkomstandigheden, betaalde vakantie, verlof bij zwangerschap, sociale voorzieningen en een billijke levensstandaard. Rechten als die op het vormen van vakbonden gelden als politieke rechten en zijn in sterkere mate verplichtend. Europees Hof voor Mensenrechten Een hof ingesteld door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, bestaande uit één rechter per lidstaat van de Raad van Europa. Het is gevestigd in Straatsburg en komt ten minste eenmaal per jaar bijeen. Klachten kunnen zowel door staten als (indien de staat partij is bij het bijbehorende protocol) door individuen worden ingediend. Beslissingen worden door de rechters bij meerderheid genomen, en zijn bindend voor de partijen. De desbetreffende staat wordt geacht maatregelen te nemen ter uitvoering van het vonnis.
Het hof doet uitspraken van verreikende betekenis. In 2001 bijvoorbeeld bevestigde het hof een door de Turkse regering uitgevaardigd verbod van een islamitische partij. Het Hof stelde dat bepaalde bepalingen van de wetten van de islam (shari'a) niet in overeenstemming zijn met internationale normen van mensenrechten. Europees Verdrag voor de Mensenrechten Voluit: 'Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden'. Dit verdrag, geïnspireerd door de Universele Verklaring, werd in 1950 aangenomen door de Raad van Europa en werd in 1953 van kracht. Het bevat geen sociaal-economische rechten; daarom is later het Europees Sociaal Handvest aangenomen. De opgenomen rechten hebben betrekking op o.m. slavernij, vrijheid van de persoon, eerlijk proces, vrijheid van gedachte en geloof, huwelijk en gezinsleven. Verscheidene rechten worden door nadere bepalingen beperkt. Ter naleving van het verdrag is er een Europees Hof voor Mensenrechten. Fundamentele rechten De term wordt gebruikt als synoniem voor verschillende categorieën rechten: 1. Voor rechten als die op leven en onschendbaarheid van de persoon. Deze rechten worden ook wel aangeduid als integriteitsrechten. 2. Voor burgerlijke en politieke rechten, ook wel de klassieke mensenrechten genoemd, te onderscheiden van sociaal-economische en culturele rechten. In deze categorie vallen vrijheid van meningsuiting en vergadering, het recht op openbare en onafhankelijke behandeling van rechtszaken, alsmede de participatierechten: recht op deelname aan het openbare leven. 3. Voor grondrechten (fundamentele rechten die in de grondwet zijn opgenomen), die wel in drie categorieën worden onderscheiden: integriteitrechten die vrijwaren van ongerechtvaardigde inbreuk op de lichamelijke en geestelijke persoon; vrijheidsrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting en vergadering; en sociaal-economische rechten, die een menswaardig bestaan voor ieder mogelijk moeten maken. Gewetensgevangene Gewetensgevangene is de term die door Amnesty International gebruikt wordt om iemand aan te duiden die uitsluitend vast zit vanwege zijn politieke, godsdienstige of andere overtuiging, of vanwege zijn etnische Recht door de wereld 103
afkomst, geslacht, kleur, taal, of seksuele identiteit. Gewetensgevangenen hebben geen geweld gebruikt of gepropageerd. Gevangenen die dit wel hebben gedaan noemt Amnesty ‘politieke gevangenen’. Gewetensgevangenen zitten niet altijd in de gevangenis. Sommigen zijn onder huisarrest geplaatst, in buitenlandse ballingschap gestuurd of gedwongen opgenomen in een psychiatrische inrichting. In 1999 zaten in 61 landen gewetensgevangenen vast. Gewetensgevangenen zijn veelal te vinden onder schrijvers (censuur), leden van de vakbeweging en mensenrechtenverdedigers. De meeste gewetensgevangenen zitten vast na processen die niet hebben voldaan aan de internationale normen voor een eerlijk proces. Vaak wordt een criminele aanklacht verzonnen en worden bekentenissen verkregen na marteling. In andere gevallen worden vaag geformuleerde wetten die de ‘staatsveiligheid’ moeten beschermen aangewend. Zo bestaat in Zuid-Korea de Wet op de Nationale Veiligheid, die de autoriteiten in staat stelt politieke tegenstanders aan te klagen wegens bijvoorbeeld ‘spionage’ en ‘het ondermijnen van de harmonie binnen de staat’. Het komt ook geregeld voor dat er helemaal geen rechter aan te pas komt. De duur van ‘voorarrest’ kan in sommige landen oplopen tot vele jaren. Grondrechten De term heeft meestal betrekking op de nationaal erkende, in de grondwet of wetten vastgelegde fundamentele rechten. Daarentegen duidt de term mensenrechten op internationaal erkende of nastrevenswaardige rechten. Grondrechten in de zin van individuele vrijheidsrechten zijn ontwikkeld met de opkomst van de parlementaire democratie in de 17e eeuw. Daarvóór, bijv. in de Engelse Magna Charta (1215), werden rechten slechts aan bepaalde groepen toegekend. Kinderrechtswinkel De kinderrechtswinkel wil dat zoveel mogelijk kinderen, maar ook volwassenen, weten wat de rechten van de kinderen zijn. In de Kinderrechtswinkel kan men terecht voor documentatie over de rechten van kinderen. Met alle vragen en problemen rond rechten van minderjarigen is men in de Kinderrechtswinkel op het juiste adres. De medewerkers van de Kinderrechtswinkel luisteren naar vragen en zullen uitleg geven over welke wetten van toepassing zijn, wat die betekenen en welke gevolgen ze hebben. In de Kinderrechtswinkel wordt niets verkocht. Men kan er zomaar binnenlopen voor gratis informatie en advies. Naast het individueel bijstaan van kinderen wil de Kinderrechtswinkel ook een ruimer publiek aanspreken. Daartoe werd onder andere een lespakket samengesteld. De Kinderrechtswinkel wil ijveren voor een samenleving waarin ook kinderen alle mensenrechten hebben. Om daarover zoveel mogelijk mensen in te lichten worden allerlei informatie-activiteiten georganiseerd. Kindsoldaten De internationale Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten (leden zijn o.m. Amnesty International en Defence for Children International) schat dat in Afrika meer dan 120.000 kinderen van onder de achttien jaar deelnemen aan gewapende conflicten. Er zijn zelfs kinderen bij die niet ouder zijn dan 7 of 8 jaar. Talloze wreedheden worden begaan onder invloed van alcohol of drugs, die de kindsoldaten soms vrijwillig, soms gedwongen gebruiken. Meisjes worden vaak tot seks gedwongen. In het VN Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) wordt de minimumleeftijd voor rekrutering en participatie in het leger op 15 jaar gesteld. Sinds begin 2002 is er een facultatief protocol aan het verdrag toegevoegd waarin de minimumleeftijd op 18 jaar wordt gesteld. Landmijnen Landmijnen werden kort na de Eerste Wereldoorlog ontwikkeld. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden er meer dan 400 miljoen gebruikt. In sommige landen, waaronder Nicaragua, Soedan, Afghanistan en Cambodja liggen nog miljoenen actieve mijnen. Landmijnen zijn een goedkope en eenvoudige manier om zich tegen vijanden te beschermen en daarom erg populair bij militaire strategiëen. Een landmijn kost drie tot dertig dollar, het opruimen ervan tot duizend dollar. Landmijnen werden verboden in het Wapenverdrag van 1981. In 1997 tekenden 127 landen het Verdrag van Ottawa, dat een verbod inhoudt op gebruik, productie en overdracht van antipersoonsmijnen (bommen die gericht zijn tegen personen, eerder dan tegen voertuigen, gebouwen enz.) De Amerikaanse Jody Williams en de organisaties verenigd in de Internationale Campagne voor Uitbanning van Landmijnen kregen in hetzelfde jaar voor hun acties de Nobelprijs voor de Vrede. Recht door de wereld 104
Lijfstraffen Lijfstraffen als geseling, stokslagen, brandmerking, het in de boeien slaan waren tot in deze eeuw algemeen. Zo werd gebruik gemaakt van de zevenknoop of negenknoop, een zweep met zeven of negen geknoopte touwen. De Russische zweep was doorvlochten met scherpe voorwerpen of haken. Het toedienen van zweepslagen bestond tot in de jaren vijftig in het Verenigd Koninkrijk (VK) als straf voor muiterij en geweld tegen gevangenbewaarders. In het VK werd het gebruik van het 'rietje' op scholen formeel afgeschaft in de jaren zeventig, maar kwam in de praktijk daarna nog incidenteel voor. Lijfstraffen worden in landen van de islam met een beroep op de Koran gerechtvaardigd. Mensenrechten Ook genoemd rechten van de mens of fundamentele rechten. Rechten die ieder mens toekomen en die geacht worden de grondslag te zijn voor alle rechten die door wet en gewoonte worden gesteld. De kern van het vastgelegd internationaal recht van de mensenrechten wordt gevormd door de Universele Verklaring, de VN verdragen (1966) en het Verdrag tegen Marteling. In deze documenten kunnen zo'n honderd verschillende rechten worden onderscheiden. Die worden vaak opgedeeld in klassieke, sociaal-economische en collectieve rechten. Ze kunnen nader worden onderverdeeld in integriteitrechten (bescherming van de persoon), vrijheidsrechten (vrijheid van meningsuiting en vereniging), participatierechten (deelname aan bestuur), rechten van gevangenen, rechten voor bescherming van bepaalde groepen (vrouwen, kinderen, minderheden, inheemse volken), rechten van vreemdelingen en vluchtelingen, sociaal-economische rechten en culturele rechten. De collectieve rechten (voor ontwikkeling en bescherming van een volk) worden door sommigen tot de mensenrechten gerekend, maar anderen willen mensenrechten voorbehouden aan individuen. Een belangrijke discussie binnen de mensenrechten is die over de universaliteit: de kwestie of mensenrechten zoals gedefinieerd in internationale verdragen overal en altijd, ongeacht traditie en cultuur geldig zijn. De mensenrechten vormen de grondslag van de democratie. Minderheden Een minderheid is een groep die geringer in aantal is dan de rest van de bevolking van een staat, waarvan de leden andere etnische, religieuze of linguïstische kenmerken vertonen en een solidariteit tonen gericht op het voortbestaan van hun cultuur. Onder de minderheden die in meerdere landen worden vervolgd zijn Armeniërs, Baha'i, Basken, indianen, Hutu's en Tutsi's, Jehova's getuigen, joden, Koerden, Palestijnen, Roma, Tibetanen en zwarten. De bescherming van etnische, nationale en politieke minderheden tegen discriminatie wordt beschouwd als een van de pijlers van de mensenrechten. Vele internationale verdragen hebben dan ook direct of indirect betrekking op die bescherming. Het VN-Verdrag voor Burgerlijke en Politieke Rechten stelt dat minderheden niet het recht ontzegd mag worden om met andere leden van hun gemeenschap van hun cultuur te genieten, hun religie uit te dragen en hun eigen taal te spreken. Voor minderheden is er een aparte commissie van de VN, de VN Subcommissie voor de voorkoming van discriminatie en de bescherming van minderheden. Deze commissie houdt zich in de praktijk met vele soorten schendingen van mensenrechten bezig. Er is daarnaast recent veel gedaan in de ontwikkeling van normen voor de bescherming van inheemse volken, die in sommige landen (bijv. Guatemala) de getalsmatige meerderheid vormen. Onderdrukking Als onrechtvaardig gevoelde beperkingen die door een staat worden opgelegd. Middelen van onderdrukking zijn o.m. censuur, geweld, gevangenschap, controle van media en communicatiemiddelen, isolatie van de buitenwereld.
Recht door de wereld 105
Raad van Europa Organisatie van Europese staten, opgericht in 1949 door tien Europese landen. In 2000 waren 43 Europese staten aangesloten. De organisatie is samengesteld uit een Raad van Ministers, die overeenkomsten sluit en aanbevelingen doet, en de Parlementaire Vergadering met 602 reguliere en plaatsvervangende vertegenwoordigers uit nationale parlementen. De Raad van Europa zetelt in Straatsburg. Op het terrein van de mensenrechten is de Parlementaire Vergadering vaak actief, bijv. in het ‘Comité voor Migratie, Vluchtelingen en Demografie’. De belangrijkste bijdrage van de Raad van Europa aan mensenrechten ligt echter in het Europees Verdrag en het bijhorende Europese Hof voor Mensenrechten. Rechten van het Kind Verscheidene internationale verdragen bevatten bepalingen over de rechten van het kind. Die zijn gebundeld in het VN Kinderrechtenverdrag (Verdrag inzake de rechten van het kind) uit 1989. Dit verdrag noemt o.m. het recht op ontwikkeling, zo mogelijk een leven bij de ouders, vrijwaring van ontvoering door ouders of anderen, het recht op privacy en onderdak, bescherming tegen schadelijke praktijken van adoptie, vrijwaring van doodstraf of levenslange gevangenisstraf voor kinderen onder de achttien jaar, vrijwaring van militaire dienst voor kinderen onder de vijftien jaar. Binnen enkele maanden was het verdrag door twintig landen bekrachtigd, zodat het in werking trad en een comité van tien onafhankelijke experts ging functioneren. Sinds begin 2002 is er een facultatief protocol bij het verdrag dat de rekrutering van kindsoldaten moet tegengaan. Sociaal-economische rechten Ook genoemd sociale grondrechten: rechten op de minimumvoorwaarden voor welvaart en welzijn, als genoemd in artikelen 22-26 van de Universele Verklaring. Ze omvatten rechten op werk, beloning, sociale zekerheid, onderwijs, huisvesting, vrije tijd en medische verzorging. Ze zijn uitgewerkt in het VN Verdrag voor Sociale, Economische en Culturele Rechten van 1966. Meestal gaat het bij deze rechten om formuleringen van wat geleidelijk zou moeten worden verwezenlijkt. Bepaalde van deze rechten zijn echter direct afdwingbaar, bijv. de rechten op collectieve onderhandeling, vrijheid van vakvereniging, vrije keuze van huwelijk, werk en school. Straatkinderen Benaming voor kinderen zonder vaste verblijfplaats. Er zijn kleine aantallen straatkinderen in westerse landen, maar het probleem heeft een grote omvang aangenomen in de Derde Wereld. Schattingen van aantallen wereldwijd bedragen 100-200 miljoen, maar lopen zeer uiteen. Het aantal is groot als men alle kinderen telt die een groot deel van de dag op straat doorbrengen, veel kleiner als alleen kinderen worden geteld die werkelijk geen thuis hebben Zo wordt het aantal straatkinderen in Brazilië door sommigen geschat op zeven miljoen, door anderen op enkele tienduizenden. Drugsverslaving, lijmsnuiven en kleine criminaliteit zijn onder straatkinderen wijdverbreid, mede omdat veel straatkinderen moeten overleven door diensten aan drugshandelaars. UNESCO United Nations Educational Scientific and Cultural Organization Organisatie van de VN voor educatieve, wetenschappelijke en culturele aangelegenheden, opgericht in 1946. De organisatie kent verschillende mogelijkheden voor toezicht op de mensenrechten. Bij een Verdrag over bestrijding van discriminatie in het onderwijs (1960) moeten verdragspartijen periodiek rapporteren. In het facultatief protocol bij het verdrag is een klachtrecht van staten opgenomen. Een Commissie voor Verdragen en Aanbevelingen behandelt klachten, ook van individuen, over schendingen van mensenrechten in onderwijs, wetenschap, cultuur en informatie. UNICEF United Nations International Children's Emergency Fund VN-organisatie voor hulp aan kinderen, opgericht in 1946. Ze werkt voor de naleving van de rechten van het kind. De organisatie houdt o.m. grote inzamelacties ten behoeve van noodhulp aan kinderen. In de praktijk wordt de hulp vaak gebruikt voor de hele bevolking, mede omdat UNICEF door zijn goede reputatie relatief gemakkelijk toegang krijgt tot noodgebieden. Recht door de wereld 106
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) De verklaring werd ontworpen door de VN Commissie voor Mensenrechten, en gepropageerd door met name Eleanor Roosevelt (1884-1962), de weduwe van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt. De verklaring werd aangenomen door de leden van de VN op 10 december 1948, zonder tegenstemmen maar met acht onthoudingen (waaronder van de Sovjetunie, Saoedi-Arabië en Zuid-Afrika). De verklaring is de eerste internationale bevestiging van de universaliteit van mensenrechten. De verklaring heeft geen bindende kracht, maar heeft in de loop der jaren grote morele betekenis gekregen als de belangrijkste internationale standaard van de mensenrechten. De VN-verdragen van 1966 zijn erop gebaseerd. De Universele Verklaring bestaat uit een ‘Preambule’, waarin de 'inherente waardigheid en onvervreemdbare rechten van de mens' worden erkend, en dertig artikelen. Artikelen 1-21 hebben betrekking op burgerrechten en politieke rechten, 22-27 op economische, sociale en culturele rechten. Enkele artikelen van de Universele Verklaring formuleren de hoofdlijnen van een democratisch stelsel: recht op inspraak in bestuur, op gelijke benoeming in openbare functies en op vrije verkiezingen. Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) De VSK is een jonge organisatie die resoluut de kaart trekt van de Vlaamse scholier. Zo hebben ook de jongeren een stem gekregen in het onderwijsdebat. De VSK overkoepelt de Vlaamse leerlingenraden en is de spreekbuis van de scholieren. Het is een organisatie voor en door scholieren, en is op die manier uniek in Vlaanderen. Ze verdedigt de belangen van alle scholieren in Vlaanderen zonder onderscheid van cultuur, ras, geslacht of levensbeschouwing en vertolkt de mening van de scholieren over onderwijs en hiermee verband houdende maatschappelijke ontwikkelingen. Vluchtelingen Vluchtelingen zijn zij die vallen onder de definitie van het Vluchtelingenverdrag (zij hebben te vrezen voor vervolging), maar de benaming wordt ook gebruikt voor asielzoekers, ontheemden en degenen die vluchten om andere redenen dan vervolging (bijv. oorlog, natuurrampen). Volgens opgave van het UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees, of Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties) waren er in 2000 zo'n 14 miljoen vluchtelingen in de wereld. Daarnaast is er een nog groter aantal 'displaced persons' (ontheemden), d.w.z. vluchtelingen die binnen de grenzen van het eigen land zijn gebleven. Het aantal vluchtelingen heeft in deze eeuw grote fluctuaties vertoond. Na de herverdeling van Duitsland in 1945 moesten zo'n 20 miljoen mensen een nieuwe woonplaats zoeken. De deling van India en Pakistan in 1947 leverde 18 miljoen vluchtelingen op. De grootste concentraties vluchtelingen verbleven rond 1990 in de Hoorn van Afrika (rond 5 miljoen) en in Azië (3-5 miljoen Afghaanse vluchtelingen). Tot 1995 vluchtten zo'n twee miljoen mensen binnen of uit het voormalige Joegoslavië. In 2000 bevonden zich grote groepen vluchtelingen in Iran (1,9 miljoen), Pakistan (2 miljoen) en Duitsland (0,9 miljoen). Erkende vluchtelingen zijn zij die door de UNHCR of een regering als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag zijn aangemerkt. 'Ballingschap' is een benaming die wordt gebruikt voor vluchtelingschap (vooral in Latijns Amerika), voor verbanning en voor vrijwillige emigratie op politieke gronden. VN-Vrouwenrechtenverdrag Het Verdrag inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen, in de wandeling ‘Vrouwenrechtenverdrag’ genoemd, werd in 1979 door de Verenigde Naties aangenomen. Elke lidstaat moet om de vier jaar rapport uitbrengen over de naleving van het verdrag aan een ‘VN-Comité inzake de uitbanning van discriminatie van vrouwen’. Belangrijke punten in dit verdrag zijn onder meer: Staten moeten in hun wetgeving alle discriminatie tegengaan. Ze moeten ervoor zorgen dat overheidsfunctionarissen niet discrimineren. De basisrechten en fundamentele vrijheden van vrouwen moeten worden gewaarborgd op hetzelfde niveau als dat van mannen. Er kunnen speciale tijdelijke maatregelen worden getroffen om de verschillen in status van vrouwen en mannen gelijk te trekken. Er moeten maatregelen worden getroffen tegen de uitbuiting van prostitutie en de handel in vrouwen. Beide geslachten moeten gelijke toegang krijgen tot alle maatschappelijke terreinen, zoals de politiek, onderwijs, werk, gezondheidszorg, uitkeringen.
Recht door de wereld 107
Op de Wereldconferentie Mensenrechten die in 1993 werd gehouden in Wenen, werd besloten tot de aanstelling van een Speciale Rapporteur over geweld tegen vrouwen. Verdrag Een bindende overeenkomst tussen staten. Benamingen als akte, akkoord, charter, convenant, conventie, handvest, protocol, statuut e.d. worden niet consequent voor verdragen van verschillende aard gebruikt. Een verdrag onderscheidt zich door zijn bindende karakter van een verklaring. De voorwaarden voor een verdrag zijn vastgelegd in het Weens Verdragenverdrag. VN Verenigde Naties De naam voor een nieuwe intergouvernementele organisatie werd bedacht door de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt en voor het eerst gebruikt in 1942. In 1943 tekenden de VS, Groot-Brittannië, de Sovjetunie en China er een gezamenlijke verklaring over. De Verenigde Naties Organisatie, of kortweg VN, werd in San Francisco, in 1945, door vijftig staten ingesteld. De VN heeft zes hoofdorganen: de Algemene Vergadering, de Veiligheidsraad, de ECOSOC, de Mandaatsraad, het Internationaal Hof van Justitie en het Secretariaat. Bovendien zijn verscheidene organisaties aan de VN geaffilieerd. Daaronder zijn de FAO, ILO, UNESCO, IMF en Wereldbank. In 1957 stelde de Algemene Vergadering de International Law Commission in die het internationaal recht verder moest uitbouwen. In 2001 telde de VN 189 leden, slechts enkele landen zijn geen lid. Zwitserland houdt in 2002 een referendum over toetreding. In 2001 kregen Kofi Annan en de VN gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede.
Recht door de wereld 108
‘Azië en Australië’-missie 1 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen de onderdrukking van internetgebruikers Land China
Geschonden mensenrecht Recht op vrije meningsuiting
Situatieschets Huang Qi werd in de zuidwestelijke stad Chengdu gearresteerd door de politie omdat hij op internet informatie plaatste over het harde optreden tegen betogingen van de vrijheidsbeweging in 1989. Hij werd aangeklaagd voor ‘ongehoorzaamheid ten aanzien van de keizer’.
Opdracht Hierbij vinden jullie een briefje, het is afkomstig van Li Lung, een meisje uit China dat graag haar eigen idee wil vertellen maar dit niet durft in haar eigen taal. Kunnen jullie achterhalen wat Li Lung wil zeggen? Kraak de code. Het bericht bestaat uit 3 delen. Elk deel is in een verschillend geheimschrift geschreven. Bij elk deel krijgen jullie een tip die moet helpen de sleutel van het geheimschrift te vinden. Deel 1: Dijofafo wjoefo joufsofu tmfdiu (tip: tmfdiu = slecht) Deel 2: tadmo tein sella taw re po taats si taw jiz nelliw (tip : sella = alles) Deel 3: bzairak stavaibjanuad qlnadogaiat aoanvqxanwaolkkazaerrsal. (tip : qlnadogaiat = dit) Li Lung (9 jaar)
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 109
‘Azie en Australië’-missie 2 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen het arresteren en terugsturen van vluchtelingen Land Cambodja
Geschonden mensenrecht
Recht op veiligheid Recht om te vluchten
Situatieschets Een vakbondsmilitant werd herhaalde malen door de geheime dienst van zijn land onder dwang gezet en via anonieme brieven met de dood bedreigd. Uiteindelijk besluit hij zijn land te verlaten. Met een vals paspoort en een vliegtuigticket slaagt hij erin in een Europees land aan te komen. Hij wordt echter aangehouden op de luchthaven en teruggestuurd naar zijn land.
Opdracht In nogal wat landen verzetten mensen zich tegen de opname van vluchtelingen. Ze vinden dat deze vluchtelingen op onze welvaart komen teren. Wat vinden jullie ervan wanneer mensen uit hun land vluchten en in het land waar ze terechtkomen niet menswaardig behandeld worden (gearresteerd, gemarteld, teruggestuurd, geen verzorging geboden,…)? Probeer bij iedere letter van ‘vluchteling’ een zinnetje te formuleren (de eerste letter van het eerste woord van de zin is telkens een letter van ‘vluchteling’) waarin duidelijk wordt hoe jullie erover denken. Vele mensen zijn op de vlucht omdat er oorlog is in hun land. L ...................................................................................................................... U ...................................................................................................................... C ...................................................................................................................... H ...................................................................................................................... T ...................................................................................................................... E ...................................................................................................................... L ...................................................................................................................... I ...................................................................................................................... N ...................................................................................................................... G ......................................................................................................................
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 110
‘Azie- en Australie’-missie 3 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen het niet uitbetalen van lonen aan arbeiders Land Zuid-Korea
Geschonden mensenrecht Recht op inkomen
Situatieschets Er zouden bijna vijftig personen gewond zijn geraakt toen honderden politieagenten een demonstratie uiteenjoegen van zo ’n vijfduizend staalarbeiders van de Perroalloy-fabriek. Zij protesteerden tegen het feit dat sommigen al meer dan twee jaar geen loon meer hadden gekregen en dat tweeduizend gepensioneerde arbeiders al zes maanden geen geld meer hadden ontvangen.
Opdracht Dit is een variant op het spel ‘ik ga op reis en ik neem mee...’. Dit is een spelletje met een springtouw. Twee van jullie draaien met het touw. Een derde springt in het touw en zegt ondertussen ´je hebt een inkomen nodig om eten te kopen´. Die speler springt dan uit het touw en de volgende speler springt erin. Die speler zegt ondertussen ´je hebt een inkomen nodig om eten en shampoo te kopen´. Hij zegt dus wat de vorige spelers hebben genoemd en vult zelf iets aan. Alles wat zo gezegd wordt moet op het einde van het spel opgeschreven worden, zo kan de spelbegeleider controleren.
Materiaal
Pen en papier Springtouw
Recht door de wereld 111
‘Azie en Australie’-missie 4 (exemplaar deelnemers) Strijd voor recht op cultuur van de oorspronkelijke bevolking Land Australië
Geschonden mensenrecht
Recht op eigen cultuur Recht op bescherming van minderheden
Situatieschets Josh, een vijftienjarige jongen leeft op de Tiwi eilanden in een gemeenschap waar vooral nog mensen wonen van de oorspronkelijke cultuur, de Aboriginals. De eilanden worden geregeerd door Australië en dus door blanken. De Australische wet geldt er en de laatste tijd hebben de blanken er veel invloed. Josh heeft er een misdaad begaan en moet voor de Australische rechtbank verschijnen. Josh is niet gewoon om met blanken in contact te komen en is verward door hun manier van werken omdat deze niet overeenkomt met de manier van werken in zijn cultuur. Hier wordt echter geen rekening mee gehouden. Hij begrijpt de vragen niet, het zwijgen wordt opgevat als een verdachte reactie en de antwoorden worden letterlijk genomen.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan de spelbegeleider.) We spelen een culturenspel. Jullie tekenen met krijt een cirkel op de grond (ongeveer 2 meter doorsnede) en delen hem in zoveel vakken als er spelers zijn. In het midden van de cirkel is een STOP-vak, dit is een kleine cirkel met STOP in geschreven. Elk ander vak behoort toe aan iemand van jullie en dat vak stelt jouw cultuur voor. Je kan een naam voor die cultuur verzinnen of er je eigen naam aan geven en deze naam schrijf je in je vak. Ga dan allemaal aan de rand van de cirkel staan bij jouw cultuurvak. Een iemand van jullie begint en roept de naam van een andere cultuur. De anderen lopen weg behalve degene wiens cultuur geroepen is. Deze springt zo snel mogelijk op het STOP-vak en roept ook heel luid ‘stop!’. Op dat moment stoppen alle anderen met lopen en blijven ze staan. De speler op het STOP-vak mag drie passen zetten om een andere speler aan te tikken. Als hij/zij iemand anders heeft getikt mag hij/zij een deel van diens cultuur tot de zijne maken. Dit gebeurt door in het STOP-vak op één been te gaan staan. Eén hand wordt op de rug gehouden en met de andere verovert hij/zij, door een krijtlijn te trekken, een zo groot mogelijk deel van die cultuur (= vak). Wanneer iemand al culturen veroverd heeft mag hij/zij in die culturen gaan staan om andere delen te veroveren (en dus niet alleen meer op het STOP-vak).
Materiaal Krijt (het is handig als er voor elke speler een ander kleurtje is) Variant
De persoon in het midden roept de naam van een cultuur (bijvoorbeeld ´Inca’s´) en gooit een bal in de lucht. Iedereen loopt weg behalve de Indiaan. Deze moet de bal vangen en op het STOP-vak gaan staan en luid ‘stop!’ roepen. Nu mag hij/zij proberen iemand aan te gooien met de bal. Verder: idem zoals eerste spel. (Materiaal: Bal en krijt) Recht door de wereld 112
‘Afrika’-missie 1 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen het bestaan van kindsoldaten Land Oeganda
Geschonden recht
Recht op bescherming tegen geweld Bescherming van kinderen tegen oorlog
Situatieschets Wereldwijd worden kinderen jonger dan 18 jaar ingezet in oorlogssituaties. Het probleem is het grootst in Afrika. Kinderen worden al op heel jonge leeftijd gedwongen ingeschakeld. Zelfs in het gewone leger worden kinderen vaak grof behandeld en zeer zwaar gestraft omwille van fouten. Ook meisjes worden gedwongen meegenomen, zij het in kleinere mate dan jongens. Zij worden regelmatig seksueel misbruikt en/of verkracht. Naast blootstelling aan geweld komen bij veel kindsoldaten ook ondervoeding, longaandoeningen, huidinfecties en andere ziekteverschijnselen voor.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan de spelbegeleider.) Dit spel komt neer op ‘verstoppertje zwaai’, een variant op verstoppertje. Jullie verstoppen jullie allemaal, behalve één iemand die de zoeker is. Wanneer de zoeker iemand ziet, roept hij/zij de naam van die persoon. Deze laatste komt dan achter de zoeker lopen. Degenen die nog verstopt zitten, kunnen de persoon die reeds gezien is, bevrijden door ernaar te zwaaien. Jullie moeten hierbij opletten dat de zoeker je niet ziet, anders moet je ook achter hem/haar aanlopen. Wanneer je bevrijd wordt, mag je je opnieuw verstoppen.
Materiaal Eventueel een fluitje
Recht door de wereld 113
‘Afrika’-missie 2 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen volkerenmoord Land Rwanda
Geschonden recht Recht op leven
Situatieschets Het trauma van de volkerenmoord in 1994 en de oorlogstoestand in het Grote Merengebied, zijn bepalend voor de mensenrechten situatie in Rwanda. Ontvoering, gedwongen rekrutering, het willekeurig doden van burgers, mishandeling, marteling, moord op ongewapende burgers,... komen er in hoge mate voor. Oorzaak van dit alles zijn de conflicten tussen de verschillende bevolkingsgroepen: Hutu’s en Tutsi’s. Amnesty International heeft reeds herhaalde malen aandacht gevraagd voor deze mistoestand, maar aan het willekeurig doden komt geen einde.
Opdracht Rwandees kamp, een variant op ‘Russisch kamp’ Jullie worden verdeeld in twee ploegen. Elke ploeg bevindt zich op een deel van het spelterrein. Het terrein ziet er als volgt uit: De spelers van ploeg A proberen de spelers van ploeg B uit te moorden, en omgekeerd. Jullie zijn dood wanneer jullie door iemand van de andere ploeg worden aangetikt met de bal. Aantikken kan slechts tot op heuphoogte. Jullie proberen natuurlijk zo lang mogelijk in leven te blijven: van de bal weglopen, erover springen,... om het even wat, als jullie de bal maar ontwijken. Opgelet: beide ploegen mogen hun deel van het terrein niet verlaten, behalve als de bal buiten het terrein komt. Wanneer jullie toch geraakt zijn door de bal en dus vermoord zijn, spelen jullie mee met de andere ploeg.
Materiaal
Bal Krijt
Recht door de wereld 114
‘Afrika’-missie 3 (exemplaar deelnemers) Vrije meningsuiting Land Soedan
Geschonden recht Recht op vrije meningsuiting
Situatieschets In Soedan kan je moeilijk vrij je mening uiten. Journalisten, mensenrechtenactivisten en advocaten zijn blootgesteld aan intimidatie, arrestatie, marteling en verdwijning. Elke politieke tegenstand wordt op harde wijze tegengewerkt en er is geen persvrijheid. Er is gevraagd aan de overheid van Soedan om de schendingen van de mensenrechten zoals marteling en oneerlijke processen van politieke tegenstanders, journalisten, advocaten, mensenrechtenactivisten en studenten te stoppen en te veroordelen. Er is ook gevraagd om de daders van de mensenrechtenschendingen te straffen.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan de spelbegeleider om het blindenparcours op te stellen.) Blindenparcours Journalisten worden in Soedan verhinderd hun werk te doen: ze worden gearresteerd, gemarteld,... als zij hun mening uiten over de situatie in Soedan. In dit spel zijn jullie de journalisten, jullie worden verhinderd door een blinddoek: jullie moeten geblinddoekt een parcours afleggen. Aan het einde van het parcours bevinden zich deeltjes van een krantenartikel. Als iemand van jullie het parcours heeft afgelegd, krijgt die een onderdeel van het artikel. Het is de bedoeling dat, als alle journalisten (ieder van jullie) aan de beurt zijn geweest, jullie alle delen samen leggen. Deze delen moeten jullie dan in de juiste volgorde rangschikken zodat het artikel klaar is voor productie in een krant. Jullie kunnen de geblinddoekte journalist helpen door aanwijzingen te geven. Iemand van jullie groepje, die niet geblinddoekt is, stapt dus mee met de geblinddoekte persoon, zonder deze echter aan te raken.
Materiaal
Blinddoek Een artikel, evenwel in stukjes geknipt Een schaar Materiaal voor het parcours (stoel, fietsband, kleren, touwen, hoepels, banken,...)
Recht door de wereld 115
‘Afrika’-missie 4 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen honger Land Ethiopië
Geschonden recht Recht op voeding
Situatieschets Begin 2000 werd Ethiopië zwaar getroffen door de driejaarlijkse droogteperiode. Dit Ogadenvolk slaagt er niet altijd in de hongersnood en het voedseltekort op te lossen omdat de oogsten vaak mislukken. In maart 2001 verklaarden het Wereldvoedselprogramma en de Ethiopische overheden dat 8 miljoen Ethiopiërs door hongersnood werden bedreigd. Er was sprake van ernstige ondervoeding bij sommige bevolkingsgroepen. Artsen Zonder Grenzen opende voedingscentra en zorgde voor water- en sanitaire voorzieningen (toiletten, wastafels,....).
Opdracht Jullie moeten een affiche ontwerpen, een slogan of een reclamespot die duidelijk maakt dat honger een onrecht is.
Materiaal
Papier Schrijf- en tekengerief
Recht door de wereld 116
‘Midden-Oosten’-missie 1 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen het bestaan van gewetensgevangenen Land Irak
Geschonden recht Recht op vrijheid van mening en meningsuiting
Situatieschets Omdat Mohammed sterke kritiek heeft op de manier waarop de regering omgaat met armoede, heeft hij pamfletten (briefjes) uitgedeeld waarin hij pleit voor een systeem zoals de westerse democratie. Zijn regering verdraagt echter geen kritiek op haar beleid. Mohammed werd opgepakt en opgesloten in de gevangenis, zodat hij zijn ideeën niet verder kan verspreiden.
Opdracht Amnesty International organiseert regelmatig schrijfacties. Als school, klas of jeugdgroep kan je dan soms brieven sturen naar een regeringsleider om een gewetensgevangene uit de cel te krijgen. Als opdracht schrijven jullie een echte Amnesty-brief, of een fictieve brief naar de leider van dat land om Mohammed vrij te krijgen. Schrijf in het laatste geval waarom je het onrechtvaardig vindt dat hij in de gevangenis zit, en waarom hij moet vrijgelaten worden.
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 117
‘Midden-Oosten’-missie 2 (exemplaar deelnemers) Gelijke kansen voor vrouwen op onderwijs Land Saoedi-Arabië
Geschonden recht Recht op onderwijs, zonder onderscheid van geslacht
Situatieschets Halima is 16 jaar. Ze zou graag verpleegster worden. Maar ze moet van haar vader thuis blijven om te zorgen voor haar broertjes. Daardoor kan ze niet naar school. Enkel het lager onderwijs tot 12 jaar is verplicht. Na 12 jaar moeten de meeste meisjes thuis blijven. In dit land vindt men dat meisjes niet moeten studeren. Men vindt dat ze later moeten zorgen voor hun gezin, in plaats van een beroep uit te oefenen. En ook al was Halima één van de slimste van de klas, nu kan ze niet verder studeren, enkel omdat ze een meisje is.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan de spelbegeleider, deze zal jullie handicaps geven.) Jullie spelen voetbal met evenveel goals als spelers, zonder de bal in de hoogte te spelen. De goals kunnen met allerhande materiaal afgezet worden, het moeten dus geen echte voetbalgoals zijn. Iedereen krijgt een goal toegewezen: jullie spelen allemaal voor jezelf en proberen in jullie eigen goal een doelpunt te schieten. Jullie beginnen echter met ongelijke startkansen. Iedereen krijgt namelijk een lichtere of zwaardere handicap mee.
Materiaal
Ballen Materiaal om goals af te bakenen
Recht door de wereld 118
‘Midden-Oosten’-missie 3 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen onverdraagzaamheid en tegen discriminatie op basis van godsdienst Land Israël
Geschonden recht Bescherming tegen elke vorm van discriminatie
Situatieschets In sommige landen zijn bepaalde godsdiensten verboden, of worden mensen die tot bepaalde godsdiensten behoren gediscrimineerd.
Opdracht (De spelers kunnen uitleg komen vragen.) De groep is in twee ongelijke groepen verdeeld. De grootste groep (de pakkers) probeert aan levensmiddelen te geraken in de wijk. Deze wijk wordt gevisualiseerd door een cirkel in het midden van het spelterrein. In deze cirkel liggen drie levensmiddelen. De bewakers (kleinste groep) bewegen zich in de cirkel rond de wijk. Zij proberen de pakkers te tikken voor ze in de wijk geraken. Wanneer een bewaker iemand tikt, moet de getikte tot 30 tellen vooraleer hij/zij iets mag doen. Eens een pakker in de wijk is, mogen de bewakers hem/haar niet meer tikken.
Materiaal
Drie voorwerpen Touw of krijt (om de grens mee af te bakenen)
Recht door de wereld 119
‘Midden-Oosten’-missie 4 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen de marteling van gevangenen Land Afghanistan
Geschonden recht Bescherming tegen foltering, wrede of onmenselijke behandeling of bestraffing
Situatieschets Gevangenen worden vaak gefolterd, mishandeld en gepijnigd om ze iets te laten bekennen, ook al zijn ze onschuldig. Soms krijgen de gevangenen harde lijfstraffen (ze worden geslagen, geschopt,…), vaak enkel voor het plezier van de bewakers. Er bestaat een Verdrag tegen Foltering, opgesteld door de Verenigde Naties. Dit is een overeenkomst tussen verschillende landen die beloven in geen geval te folteren. Landen die dit verdrag nog niet ondertekend hebben, worden door de rest van de wereld onder druk gezet om het wel te tekenen.
Opdracht Jullie onthouden volgend broebelzinnetje: “Mensen martelen maakt mij misselijk, want onmenselijkheid kan ik missen als kiespijn” of “Zeven zotte zwanen zwemmen op zwoele zondagen zonder zwembroek in zwarte zeeën”. Jullie schrijven het zinnetje zelf op een papiertje, maar degene die aan de beurt is om het te zeggen, mag zijn/haar papiertje uiteraard niet bekijken. Elk van jullie moet het zinnetje volledig foutloos uitgesproken hebben. Indien iemand een fout maakt, dan wordt deze ´lichamelijk´ gestraft: de eerste keer dat iemand een fout maakt moet hij/zij 10 maal pompen; de tweede keer mag iedereen zachtjes aan zijn/haar oor trekken; de derde keer wordt het 20 maal pompen; de vierde keer vier rondjes lopen; …
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 120
‘Europa’-missie 1 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen het bestaan van straatkinderen Land Hongarije
Geschonden recht
Recht op degelijke huisvesting Recht op bescherming van kinderen tegen armoede
Situatieschets In Hongarije leven sommige kinderen op straat. Ze zijn vaak heel arm, hebben geen of een slechte woning, worden vaak ziek, enzovoort. Kortom hun (kinder)rechten worden er geschonden. UNICEF (meer informatie over UNICEF kunnen jullie aan de leerkracht vragen) richtte er centra op waar deze kinderen opgevangen kunnen worden, en waar ze kunnen leren lezen en schrijven. Op die manier hebben ze later meer kans om werk te vinden en uit de armoede te ontsnappen.
Opdracht Formuleer zelf een drietal voorstellen die je zou doen om de straatkinderen in Hongarije te helpen. Welke rechten vind je zelf belangrijk? Waaraan moet er zeker iets gedaan worden? Wat moeten de leiders van een land doen om alle kinderen dezelfde rechten te geven? Formuleer zelf drie wetsvoorstellen die de situatie van deze straatkinderen weergeven en op welke manier jullie deze willen verbeteren.
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 121
‘Europa’-missie 2 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen huisjesmelkerij Land België
Geschonden recht Recht op degelijke huisvesting
Situatieschets Jozef en Pavlina komen uit Slovakije en wonen met hun drie kinderen op de eerste verdieping van een huis in Brussel. Het huis wordt gedeeld met drie gezinnen. De huur die ze voor de onhygiënische studio moeten betalen is € 375. Zij kunnen niet naar de politie stappen omdat ze illegaal in ons land verblijven (ze mogen eigenlijk niet in ons land zijn). De eigenaar van de woning bezit nog verschillende huizen in de buurt, die hij allemaal aan een onmenselijk hoge prijs verhuurt. De Huurdersbond komt op tegen dergelijke huisjesmelkerij. Ze begeleidt slachtoffers van huisjesmelkers in het nemen van gerechtelijke stappen tegen de verhuurder.
Opdracht Jullie denken na over wat voor jullie belangrijk is in een huis en wat mag ontbreken. Dit doen jullie aan de hand van ‘Zoek het prentje’. In de kring liggen een aantal prentjes met daarop enkele belangrijke en minder belangrijke ingrediënten voor een goede huisvesting. Jullie krijgen ook een schema van de binnenkant van een woning. Eén iemand wordt weggestuurd terwijl de rest van jullie één prentje aanduidt waarop iets staat dat volgens jullie belangrijk is in een woning. Wanneer die ene persoon terugkomt mag hij/zij een prentje aanduiden waarvan hij/zij denkt dat het door jullie aangeduid is. Wanneer dit klopt, mag het prentje op de doorsnede gelegd worden, op die plaats waar het volgens jullie het meest thuishoort. Is de persoon die weg was verkeerd, dan mag die nog tweemaal proberen het aangeduide prentje te vinden. Wanneer het prentje na drie keer proberen nog niet geraden is, wordt het aan de kant gelegd zodat het niet meer kan gekozen worden. Nu mag de volgende speler weggaan en duidt de groep een nieuw prentje aan.
Materiaal
De verschillende prentjes De doorsnede van de woning
Recht door de wereld 122
‘Europa’-missie 3 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen de discriminatie van homoseksuelen Land Griekenland
Geschonden recht Recht op gelijkheid en gelijkwaardigheid
Situatieschets Jona is 29 en is reeds twee jaar werkloos. Ondanks z’n diploma van leraar lager onderwijs vindt hij geen werk, omdat hij een paar jaar geleden als woordvoerder van een Griekse homobeweging op TV kwam. Hij kreeg reeds meerdere malen te horen dat hij als leraar een voorbeeldfunctie moet vervullen en dat homoseksualiteit niet het na te streven ideaal is.
Opdracht Jullie moeten de volgende tekst ontcijferen. Onder de tekst staat de code.
Materiaal Pen en papier De tekst
De code
Recht door de wereld 123
‘Europa’-missie 4 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen gesloten grenzen Land Spanje
Geschonden recht Recht op asiel
Situatieschets Nafila en Zeinab, twee Ghanese zussen, verblijven in een vluchtelingenkamp in Marokko. Binnen enkele dagen zullen ze met een motorboot de levensgevaarlijke Straat van Gibraltar oversteken. Omdat Spanje liever geen asielzoekers op haar grondgebied heeft, kunnen Nafila en Zeinab de Straat van Gibraltar niet oversteken met het gewoon verkeer. Ze zouden dan immers onmiddellijk teruggestuurd worden. Door met een motorboot de tocht te wagen, kunnen ze proberen onopgemerkt de kust te bereiken en in Spanje asiel aan te vragen.
Opdracht Jullie gaan allemaal, behalve één van jullie, op de grond zitten met een blinddoek om. Degene die niet geblinddoekt is moet proberen zo geruisloos mogelijk over het terrein te stappen waar de anderen neerzitten. Wanneer iemand van de geblinddoekten hem/haar gehoord heeft, wijst deze in de richting van de voetstappen. Als hij/zij in de juiste richting wijst, wordt degene die probeert over te steken teruggestuurd. Die persoon moet opnieuw proberen over te steken. Wanneer het hem/haar gelukt is aan de overkant te geraken, probeert iemand anders over te geraken zonder aangewezen te worden.
Materiaal Blinddoeken
Recht door de wereld 124
‘Amerika’-missie 1 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen de doodstraf Land VS
Geschonden recht Recht op leven
Situatieschets John is 45 en ‘wacht’ in de dodencel op de uitvoering van de doodstraf. Vier jaar geleden had hij ruzie met z’n vrouw. De ruzie liep zo hoog op dat hij in een bui van waanzin z’n vrouw tegen de kast duwde. Haar hoofd raakte de scherpe rand en zo verloor ze het leven. Sindsdien zit hij in de gevangenis. Reeds driemaal werd hij voorbereid op de dodelijke injectienaald. Maar enkele uren voor zijn doodstraf, kwam telkens het ‘goede’ bericht tot uitstel. Amnesty International strijdt reeds jaren tegen de doodstraf.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan jullie spelbegeleider.) Dit spel is gebaseerd op ‘Galgje’. Eén van jullie is de ter dood veroordeelde. Wanneer jij bijvoorbeeld de ter dood veroordeelde bent, denk je na over wat de doodstraf voor jou betekent en druk dit uit in één woord van 8 à 12 letters. Met dit woord wordt er ‘galgje’ gespeeld: de anderen moeten raden welk woord je in gedachten hebt. Hoe gaan we te werk? De ter dood veroordeelde neemt een blad papier en zet een aantal horizontale streepjes naargelang er letters in het woord zijn. De anderen mogen elk om beurt een letter zeggen waarvan ze denken dat die in het woord voorkomt. Komt deze letter voor in het woord, dan schrijft de veroordeelde die op de juiste plaats. Ook als de letter meerdere keren voorkomt in het woord. Komt de letter niet voor in het woord, dan tekent de ter dood veroordeelde deel 1 van de galg. (zie hiernaast). De anderen moeten het woord van de ter dood veroordeelde proberen te raden alvorens de galg volledig is. Wanneer het woord geraden is of de galg volledig getekend wordt een andere speler de ter dood veroordeelde. Hij/zij kiest dan een ander woord.
Materiaal Pen en papier
Recht door de wereld 125
‘Amerika’-missie 2 (exemplaar deelnemers) Strijd voor zuiver water Land Peru
Geschonden recht Recht op gezondheid
Situatieschets Leandro is vijf jaar en woont in een arme wijk van de stad Lima (de hoofdstad van Peru). De toegang tot zuiver water vormt een ernstig probleem voor zijn familie en vele andere Peruvianen. In Peru sterven er immers jaarlijks veel kinderen aan de gevolgen van diarree door het drinken van vuil water. UNICEF ontwikkelde in het midden van de jaren ’90 systemen om de arme wijken in Lima ook zuiver water te bezorgen. Er werden plaatselijke ‘watercomités’ opgericht: kleine groepjes van mensen die instaan voor het beheer van het water. Dankzij dit systeem hebben momenteel vele gezinnen toegang tot zuiver water aan een prijs die veel lager ligt dan die van de privé-bedrijven die voor water zorgen.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan de spelbegeleider.) De vrouwen die water van de waterputten naar hun woning dragen moeten er heel voorzichtig mee omspringen. Jullie moeten nu ook water doorgeven waar je voorzichtig mee moet omgaan. Jullie spelbegeleider duidt op het terrein twee punten aan. Jullie staan op een rij achter elkaar aan het eerste punt. Degene die achteraan staat heeft een potje, bekertje, .,. met water in z’n handen. Hij/zij geeft dit potje water door aan degene die voor hem/haar staat, doch over zijn/haar hoofd. Hierna gaat hij/zij vooraan in de rij staan. Degene die het bekertje water gekregen geeft het door aan degene die voor hem/haar staat, doch door zijn/haar benen. De volgende geeft het bekertje weer door over het hoofd, dan weer door de benen. Hierna gaat de laatste vooraan in de rij staan. Het spel gaat door tot jullie het eindpunt bereiken. Jullie moeten proberen zo weinig mogelijk water te morsen tijdens het doorgeven. Er moet immers zuinig met het water omgesprongen worden.
Materiaal
Water Een beker
Recht door de wereld 126
‘Amerika’-missie 3 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen armoede bij vrouwen Land Colombia
Geschonden recht Recht op gelijkheid en gelijkwaardigheid
Situatieschets Teresa woont in Guapi, een klein dorpje in Colombia. Ze is een alleenstaande moeder met vier kinderen. In Colombia worden de vrouwen tweemaal gediscrimineerd: enerzijds door hun vrouwzijn en anderzijds door de extreme armoede. Onderwijs en gezondheidszorg zijn beperkt. De levenskwaliteit is er de laagste van het land. Maandelijks ontvangt Teresa van haar ex-man 50000 pesos voor de voeding, de huur en de verzorging van de kinderen. Teresa heeft echter al 24000 pesos nodig voor de huishuur. Om te overleven verkoopt Teresa tweedehandsproducten op de markt.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan jullie spelbegeleider.) Op het terrein worden een vijftal cirkels getekend zoals hiernaast op de tekening. De kleinste kring symboliseert rijkdom. Hoe verder men zich van de kleinste kring bevindt, hoe armer men is. Deel 1
Jullie gaan in de kleinste cirkel staan. Op het startsein moeten jullie proberen elkaar uit de kleinste, binnenste cirkel te duwen. Wanneer jullie met verschillende in de tweede cirkel zijn, duwen jullie elkaar naar de volgende cirkel. Op een bepaald moment zullen jullie allemaal in een verschillende kring staan en door niemand meer kunnen weggeduwd worden of zelf niemand meer kunnen weg duwen Deel 2 (zie tekening)
Degene onder jullie die het verst van de kleinste kring verwijderd is (speler 2 op de tekening), kan nu gedragen worden naar een kleinere kring (kring 4 op de tekening). Hij/zij wordt gedragen door speler 1 die zich in de dichtstbijzijnde kring (kring 5) bevindt/bevinden. Deze draagt de speler over zijn/haar eigen kring naar kring 4. De manier waarop de speler gedragen wordt, mag gekozen worden. De speler die gedragen wordt, mag de grond niet raken van de kring waarover hij/zij gedragen wordt. De spelers van kring 4 moeten nu samen de speler die zich in kring 5 bevindt, opheffen en naar kring 3 brengen. Alle spelers uit één bepaalde kring helpen dus samen om de ene speler naar een kleinere kring te dragen. Op het einde van het spel moeten jullie allemaal in de kleinste kring zijn en dan kan alle rijkdom verdeeld worden.
Recht door de wereld 127
‘Amerika’-missie 4 (exemplaar deelnemers) Strijd tegen landmijnen Land El Salvador
Geschonden recht Recht op onschendbaarheid van de persoon
Situatieschets Israi gaat wekelijks naar de markt om haar zelfgekweekte groenten te verkopen. De weg naar de markt lag vroeger echter in een oorlogsgebied waar verschillende mijnen werden geplaatst. Omdat er geen andere toegankelijke wegen zijn, moet Israi wekelijks dus door een mijnenveld.
Opdracht (Vraag eventueel extra uitleg aan je spelbegeleider.) Jullie moeten over een mijnenveld lopen. Op het terrein tekenen jullie met krijt of touw het volgende rooster (=mijnenveld, zie figuur): Jullie nemen plaats vóór het ‘mijnenveld’. Eén voor één mogen jullie met een steentje (of een ander klein voorwerp) naar één van de hokjes van het veld gooien. Op het vakje waarop de steen belandt, zetten jullie een kruisje. Dit betekent dat er in dat vakje een mijn ligt en dat er dus niet mag op gelopen worden. Na het gooien van de steen, loopt die persoon over het veld terwijl hij/zij in elk hokje waar geen mijn ligt, z’n voet moet zetten. De linkervoet moet telkens in een linkervak, de rechtervoet moet steeds in een rechtervak. Wanneer hij/zij op het einde van het veld is, keert hij/zij terug naast het mijnenveld en mag de volgende gooien. Omdat er steeds meer kruisjes zullen staan (en mijnen zullen liggen) wordt het spel steeds moeilijker. Wanneer iemand op een mijn stapt of vergeet op een vakje zonder mijn te stappen, mag hij /zij opnieuw proberen tot het lukt.
Materiaal
Krijt of touw
Steentjes
Recht door de wereld 128